Sie sind auf Seite 1von 9

SCHOOLEXAMEN GEDOCUMENTEERD SCHRIJVEN V6 2016-2017

Je schrijft een gedocumenteerd artikel over een actueel onderwerp voor het SE Schrijven.
Dit kan een betoog, beschouwing of een uiteenzetting zijn. Ter voorbereiding van het
examen maak je individueel een documentatiemap over een gekozen onderwerp. De
voorbereiding en de uitvoering van de toets staan hieronder beschreven.

Voordat je aan de slag kunt schrijf je je in voor een onderwerp in magister. Er is keuze uit
vijf onderwerpen. Per onderwerp kan zich een beperkt aantal leerlingen inschrijven. De
aanpak is hetzelfde als in V5.

A ONDERWERP KIEZEN, ZOEKVRAGEN FORMULEREN


1. Formuleer bij het onderwerp een hoofdvraagstelling. Denk hierbij aan de ethische,
economische, sociale of maatschappelijke kant. Je kunt ook het probleem bekijken
vanuit de betrokken partijen.
2. Bedenk bij minimaal drie verschillende invalshoeken zeker acht deelvragen of
onderzoeksvragen. Maak hiervoor onder andere gebruik van [135] vaste vragen
stellen uit Op Niveau.

B INFORMATIE VERZAMELEN, DOCUMENTATIEMAP


1. Verzamel voldoende informatie zodat je je deelvragen kunt beantwoorden. Zoek
minimaal zes bronnen over je onderwerp. (Boeken, tijdschriften, krantenartikelen,
interviews, instanties, websites, groeperingen etc.)
2. Leg een bronnenlijst aan en maak van iedere gevonden bron een correcte
bronvermelding. (zie p. 7 van dit document)
3. Van ieder artikel maak je een handgeschreven bronverslag. Dit dwingt je tot het
kernachtig weergeven van informatie; het is absoluut niet de bedoeling dat je
letterlijke tekst overneemt uit je artikelen. Tijdens het examen heb je geen tijd om
grote stukken tekst door te lezen. Probeer op zoveel mogelijk van je vragen
antwoord te vinden.
4. Noteer goede citaten, in je artikel moet je minimaal twee keer een citaat gebruiken
van een traceerbare bron (dus uit jouw bronverslagen).
5. De inleverdatum is in week 41 tijdens de derde les Nederlands. (Dit kan dus per
docent een andere dag zijn!!) Je levert in: een map bronnen (artikelen), een mapje
bronverslagen en met een bronnenlijst.

C HET EXAMEN
Je mag een woordenboek meenemen.
Tijdens het examen krijgt ieder zijn eigen map bronverslagen met de bronnenlijst en
de opdracht (betoog, beschouwing of uiteenzetting) bij het gekozen onderwerp. Dit
zijn de enige materialen die je mag gebruiken.
Je kunt je tekst op papier controleren tijdens het examen. Neem je tag mee, zodat
je een print kunt laten maken van je tekst.

Hieronder vind je: A-blad, een leeg bronverslag, informatie over citeren en parafraseren,
informatie over bronvermeldingen maken en een beoordelingsformulier.

1
A-blad: onderwerp, onderzoeksvraag en zoekvragen

Klas 6vd Naam: Wessel van Dam


onderwerp Pokmon Go
hoofdvraag Welke oorzaken zorgden voor de explosieve toename en afname
van de populariteit van het spel Pokmon GO?
Invalshoek 1 Sociaal
Vraag 1 Wat maakt Pokmon GO zo aantrekkelijk voor spelers?
Vraag 2 Welke sociale lagen spelen Pokmon GO?
Vraag 3

Invalshoek 2 Maatschappelijk
Vraag 1 Hoe veroorzaakt Pokmon GO overlast?
Vraag 2 Waardoor zijn sommige geloven tegen Pokmon GO?
Vraag 3 Welke richtlijnen overwegen diverse landen ten aanzien van
Pokmon Go?

Invalshoek 3 Economisch
Vraag 1 Wat begon de afname van Pokmon GOs populariteit?
Vraag 2 Welke rol speelt Niantic bij de afname van Pokmon GOs
populariteit?
Vraag 3

Invalshoek
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3

2
Bronverslag
Auteur
Functie auteur
Titel
In
Datum
Aanleiding

Informanten Functie informanten

deelvraag

deelvraag

deelvraag

deelvraag

deelvraag

Citaten

Citeren en parafraseren Hoe moet je op de juiste wijze citeren?

3
In het NRC Handelsblad van 14 april 2005 staat het artikel 'Roken schadelijker dan tot nu
werd aangenomen' van een zekere professor T.P. Marlstone van de Universiteit van
Californi. In dit artikel bespreekt deze professor onder andere de verslavende werking
van sigaretten. In het artikel staat:

Het is zelfs wetenschappelijk aangetoond dat fabrikanten bepaalde stoffen aan sigaretten
toevoegen om de verslavende werking te verhogen.

Je wilt deze uitspraak gebruiken in een artikel. Dit kan op verschillende manieren:

1. Citeren: je neemt de uitspraak precies over zoals deze in het artikel staat.
Jij schrijft dus:

Roken is erg verslavend. Volgens professor Marlstone van de Universiteit van Californi
wordt die verslavende werking zelfs in de hand gewerkt door de fabrikanten: Het is zelfs
wetenschappelijk aangetoond dat fabrikanten bepaalde stoffen aan sigaretten toevoegen
om de verslavende werking te verhogen. Aldus professor Marlstone (Marlstone T.P.:
'Roken schadelijker dan tot nu werd aangenomen'. In: NRC Handelsblad, 14 april 2005)

2. Citeren: je neemt de uitspraak over, je wilt het citaat aanpassen om het grammaticaal
kloppend te krijgen in je verhaal of zin. Hierdoor moet je wel eens een woord van het citaat
verplaatsen. In dat geval plaats je het woord dat je verplaatst tussen ronde haakjes. Op de
plaats waar je het betreffende woord hebt weggelaten plaats je rechte haakjes en drie
puntjes.
Jij schrijft dus:

Roken is erg verslavend. Het is zelfs zo erg dat 'het [...] zelfs wetenschappelijk
aangetoond (is) dat fabrikanten bepaalde stoffen aan sigaretten toevoegen om de
verslavende werking te verhogen.' Aldus professor Marlstone van de Universiteit van
Californi. (Marlstone T.P.: 'Roken schadelijker dan tot nu werd aangenomen'. In: NRC
Handelsblad, 14 april 2005)

Je ziet dat je je zin nu (grammaticaal) kloppend hebt gekregen.

3. Parafraseren: je neemt deze uitspraak en doet dit zoveel mogelijk in je eigen woorden.
Jij schrijft dus:

Roken is erg verslavend. Het is op dit moment zelfs zo dat er bepaalde stoffen aan
sigaretten worden toegevoegd om de verslavende werking te versterken. Volgens
professor Marlstone van de Universiteit van Californi is dat zelfs wetenschappelijk
aangetoond. (Marlstone T.P.: 'Roken schadelijker dan tot nu werd aangenomen'. In: NRC
Handelsblad, 14 april 2005)

4
Beoordeling schrijfopdracht datum:

Naam: cijfer:

A Samenhang 1 2 3 4 5
- gedachtegang: logisch (met soms een niet hinderlijk zijspoor)
- relaties: relaties (oorzaak-gevolg, voor-en nadelen, overeenkomst en
vergelijking) goed aangegeven
- tekstopbouw: correcte opbouw (inleiding/kern/slot*)
- alineagebruik: binnen en tussen alineas goede verbindingen tot een
coherente tekst
- zinsniveau: gebruikt adequaat voeg-, verwijs- en signaalwoorden t.b.v.
verband tussen zinnen en zinsdelen

B Onderwerp 1 2 3 4 5
- behandelt onderwerp tekst (zaak of gebeurtenis) met voldoende diepgang
- behandelt onderwerp met inzicht/ kennis van zaken
- legt onderwerp goed uit
- betrekt de lezer bij het onderwerp/tekst
- overtuigt (betoog) / opinieert (beschouwing)
- informeert objectief (uiteenzetting)
- verwoordt voldoende logisch de relaties tussen zinnen en binnen zinnen
- zorgt voor herleidbare citaten

C Afstemming op doel / publiek 1 2 3 4 5


- past tekstopbouw aan het doel aan

- stijl: passend voor geformuleerd publiek, passend verwoord (informeel,


formeel, dagelijks taalgebruik, academisch taalgebruik)
- register: consequent toegepast register, passend binnen gegeven situatie

D Presentatie 1 2 3 4 5
- varieert in woordkeuze en zinsbouw om herhaling te voorkomen
- adequate woordkeuze (met slechts enkele fouten)
- spelling: bijna alles goed (nog fouten in tussen n of s, gebruik tremas
en koppeltekens)
- interpunctie: accuraat
- grammatica: betrekkelijk grote beheersing, incidentele vergissingen in de
zinsstructuur
- tekst heeft heldere structuur (witregels, marges, paragrafen), lay-out is
afgestemd op doel en publiek
- tekst heeft een duidelijke bronvermelding (in voetnoten)
Toelichting
1 1 = ruim onvoldoende; 2 = onvoldoende; 3 = op niveau*; 4 = goed; 5 = excellent.
* het niveau is het beoogde niveau: 3F voor V4 / 3-4F voor V5 / 4F voor V6

5
6
Bronvermelding volgens APA

Als hulpmiddel bij het maken van een bronnenlijst heeft de American Psychological
Association regels gepubliceerd over de wijze waarop literatuurverwijzingen vermeld
moeten worden. Deze APA-richtlijnen worden inmiddels door veel universiteiten,
hogescholen en andere instellingen gehanteerd.
In het onderstaande overzicht worden de belangrijkste richtlijnen beschreven.

BOEK Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het boek. Plaats: Uitgeverij.

Een tweede of latere druk wordt tussen haakjes vermeld na de titel.

Tussenvoegsels ('van de', 'van den', etc.) komen achter de voorletter(s) en worden
voluit geschreven, bijvoorbeeld: Berg, G. H. van den.

Als er geen auteur is maar wel een redacteur wordt dat er tussen haakjes bijgezet in de
taal van het boek.

Bij meerdere auteurs of redacteurs staat voor de laatste naam een ampersand (&).

De titel van het boek wordt helemaal genoemd. Bij hoofd- en ondertitel komt achter de
hoofdtitel een dubbele punt en begint de ondertitel met een hoofdletter:
Hoofdtitel: Ondertitel

Voorbeelden:
o Auteurs worden allemaal genoemd, bij acht of meer auteurs (of redacteurs) worden
de eerste zes namen genoemd, daarna het weglatingsteken (...), gevolgd door de
laatste auteur, zonder een ampersand (&).
Adriaansen, M., & Caris, J. (2011). Elementaire sociale vaardigheden (3e druk).
Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
o Brandt Corstius, J., Kroonenberg, Y., Rood, L., Smit., S., Steenbeek., R. Uphoff, M.,
... Winnen, P. (2010). Wereldmeiden: Acht schrijvers, acht landen, acht
onvergetelijke verhalen. [Amsterdam]: MM.

HOOFDSTUK UIT BOEK Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van hoofdstuk. In A.
Redacteur (Red.), Titel van het boek (pp. xx-xx). Plaats:
Uitgeverij.

Een hoofdstuk uit een boek wordt apart genoemd als de auteur of redacteur anders is
dan de auteur of redacteur van het gehele boek. Als de auteur van het hoofdstuk
dezelfde is als de auteur van het boek wordt het hoofdstuk niet apart genoemd.
De voorletters van de auteurs of redacteurs van het gehele boek worden voor de
achternaam geplaatst.
Voorbeeld:
o Mastenbroek, J. (2004). Plaatsbepaling. In J. Mastenbroek, M. van Persie, G.
Rijnja & B. de Vries (Red.), Public relations: De communicatie van organisaties
(pp. 3-13) (5e druk). Alphen aan de Rijn: Kluwer.
7
TIJDSCHRIFTARTIKEL Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het artikel. Naam
tijdschrift, jaargang(nummer), xx-xx.

Tussenvoegsels ('van de', 'van den', etc.) komen achter de voorletter(s) en worden
voluit geschreven, bijvoorbeeld: Berg, G. H. van den.
De belangrijkste woorden uit de titel van het tijdschrift worden met hoofdletters
geschreven.
Voorbeeld:
o Ouwerkerk, D. van, & Grinten, J. van der. (2004). De kracht van zacht: Wat mannen
over vrouwelijke vergaderstijlen kunnen leren. Interne Communicatie, 3(4), 11-13.

KRANTENARTIKEL Auteur, A. (datum). Titel van het artikel. Naam krant, p. xx-xx.

Voorbeelden
o Havelaar, R. (2006, 13 december). Student leert minder uren omdat hij werkt. De
Volkskrant, p. 13.
o Kennedy, J. C. (2006, 29 april). Geen allahu akbar, wel anders eten: Nederland
worstelt met diversiteit en gelijkwaardigheid. NRC Handelsblad: Opinie & Debat, p.
13.

INTERNETBRON Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het document. Geraadpleegd op
dag maand jaar, van http://url

Het adres van een website begint met http:// en is geheel onderstreept of gelinkt; dit
is niet verplicht maar wordt aanbevolen.

Wanneer een document van het internet wordt gedownload, wordt 'Geraadpleegd
op' vervangen door 'Gedownload op'.

Bij het ontbreken van een auteur wordt de organisatie genoemd, als deze ook
ontbreekt begint de beschrijving met de titel.

Bij het ontbreken van een datum wordt 'z.d.' (zonder datum) gebruikt.

Als de website naast een jaartal ook maand en/of dag vermeldt, wordt
deze eveneens in de bronvermelding genoemd; in de tekst wordt alleen het jaartal
vermeld.

Bij publicaties uit bijvoorbeeld databanken mag tussen vierkante haken de naam
van de databank vermeld worden, maar dit is niet verplicht. Met het gebruik
van vierkante haken kan de herkomst van de informatie verduidelijkt worden.
Voorbeelden

Organisatie als auteur


Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. (2015). Voltijd bacheloropleidingen.
Geraadpleegd op 9 januari 2015, van

8
http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/

Overige voorbeelden

o Tijdschriftartikel alleen online beschikbaar


Hawkins, R. L., & Maurer, K. (2011). Unravelling social capital: Disentangling a
concept for social work [Online publicatie]. British Journal of Social Work.
Gedownload op 26 oktober 2011, van
https://bjsw.oxfordjournals.org/content/early/2011/05/03/bjsw.bcr056.full.pdf

o PDF op website
Gezondheidsraad. (2006, 18 december). Richtlijnen goede voeding 2006.
Gedownload op 29 november 2012, van
http://www.voorlichtingmvo.nl/gfx/file/Richtlijnen_Goede_Voeding_2006_GR.pdf

AUDIOVISUELE BRON (dvd, cd-rom, TV-uitzending, etc.) Auteur, A. (Functie) (jaar van
uitgave of datum uitzending). Titel. [Materiaalsoort]. Plaats: Uitgeverij.

Bij een gedeelte uit een programma, bijvoorbeeld een reportage of de


afleveringstitel van een serie, wordt alleen de titel van het programma cursief gezet,
met de toevoeging "in", en indien bekend de naam van een maker van het gehele
programma.

Voorbeelden:

Bartelsman, M. (Verslaggever). (2005, 23 december). Armoede in Nederland. In C. te Nuyl


(Eindred.), NOVA. [TV-uitzending]. Hilversum: VARA/NPS.
Lrsen, J. (Regisseur). (2008). Alles is liefde. [Dvd]. Amsterdam: A-Film.

Das könnte Ihnen auch gefallen