Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Daarna kunnen ze na de voorstelling deze les zelf uitvoeren in de klas of in een grote ruimte waar er
genoeg plaats is.
Doelen:
Ontwikkelingsdoelen:
http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/kleuteronderwijs/muzische-
vorming/ontwikkelingsdoelen.htm
OA 20 Sociale ontwikkeling - tot interactie komen
OA 39 Muzische ontwikkeling - creren en beschouwen - muzisch omgaan met
lichaamshoudingen en bewegingen
OA 50 Motorische ontwikkeling - bewegingsvormen - aangepast bewegen in de ruimte
Lesdoelen:
De kinderen kunnen vaardigheden oefenen zoals rennen, klauteren en gooien.
De kinderen kunnen de begrippen in & uit beleven.
De kinderen kunnen hun fantasie ontwikkelen door dozen een verschillende betekenis te
geven.
Concept:
opwarming Gesprek :
De voorstelling vertelde een verhaal zonder woorden, ze maken gebruik
van lichaamstaal; wat is lichaamstaal?
Je kunt over lichaamstaal praten, maar je kunt het ook meteen (laten) doen
zonder dat je er een klaslokaal voor hoeft om te bouwen.
Hoe geef ik aan dat jij moet gaan staan en jij moet gaan zitten?
Ik zwaai naar iemand (die er bijvoorbeeld helemaal niet is) ik
wil iemands aandacht vangen met zwaaibewegingen Ik zwaai
naar iemand die snel voorbij fietst. Kun je uit mijn gebaren
opmaken welke kant hij opging?
Het uiten van emoties doen mensen vaak hetzelfde: als je blij
bent, ga je met je lichaam omhoog. (Heel hoog gaat bijvoorbeeld
de voetbalsupporter als er een doelpunt gemaakt is.)
Stap 1
Muziek aan is gelijk aan bewegen in de ruimte.
Muziek die stopt is gelijk aan stilstaan.
Stap 2
Als ze stil staan wanneer de muziek stopt mogen ze hun ogen dicht houden
en blijven staan. Tot dat de muziek weer aan gaat.
Stap 3
Als de muziek stopt mogen ze verder verder bewegen in slow motion.
Wanneer de muziek weer aangaat bewegen ze weer zoals ze voordien
gewoon waren.
EXTRA:
De groep in twee groepen delen, een groep kijkt, de andere groep danst.
Wijs iemand uit de kijkgroep aan die een geluid mag maken, de dansers
bewegen in die richting met ogen dicht , totdat iemand anders een geluid
maakt. De kijkgroep kan observeren of de dansers dezelfde richting
hebben
3. Snel: langzaam, snel, heel snel, lopen. ( lkr. Toont eerst voor.)
4. Stoppen ; volledig stilstaan, ( om het gemakkelijk te maken voor
u en de kinderen kunt u de muziek stopzetten en weer door laten
gaan.)
Extra bewegingen ;
Verplaatsen met tweetallen ( met de rug tegen elkaar) als een spin ,
ronddraaien , grillig, langzaam, snel).
We maken ons heel klein zodat we in een doos passen. Dit kan
je eventueel echt laten testen.
Dozen 2
Straat /stad
Daarna krijgen ze een eigen doos mee en bouwen ze een geheel van de
dozen , steeds mag iemand iets veranderen en ontstaat er iets nieuws.
De bedoeling is dat ze een stad creren
eindopdracht Muziek en straat bouwen
De leerlingen bouwen een stad met de kartonnen dozen wanneer de
muziek stopt is het de bedoeling dat ze stil staan. Het is de bedoeling
wanneer de muziek gedaan is dat ze samen een stad hebben gebouwd.
Maar wanneer de leerkracht zegt dat ze stil moeten lopen moeten ze stil
lopen. Zo leren de kleuters verschillende ruimtelagen kennen.
1. Stilstaan
2. Kruipen
3. Lopen
4. Achteruit
5. Opzij lopen
6. Stoppen
bespreking Laat de kleuters in een kring neerzitten. Houd een korte bespreking over
de les. Bied ruimte om te ventileren.
Hoe ziet de stad eruit?
Kon je gemakkelijk de stad opbouwen?
Wat was er een moeilijke opdracht vandaag?
Klanklandschap met karton en gerecycleerd materiaal (MUZIEK)
Geraldine
De leerlingen kijken naar de voorstelling Het meisje in de stad.
Doelen:
Ontwikkelingsdoelen:
OA 40 - muzisch omgaan met geluiden en muziek
OA 53 - actief exploreren met de zintuigen
OA 56 - intens luisteren
OA 62 - kennis en ervaringen creatief voorstellen
2.5 Met plezier en toenemend vermogen tot experimenteren en improviseren ontwikkelen met
klank, stem of instrument.
6.2 Ervan genieten bezig te zijn met de dingen die hen omringen om hun
expressiemogelijkheden te ontdekken.
6.3 Vertrouwen op hun expressiemogelijkheden en durven hun eigen expressiestijl te tonen.
Lesdoelen:
De kleuters kunnen een klankstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven
De kleuters kunnen variatie aan klanken maken (luid/stil, hoog/laag, )
De kleuters kunnen de mogelijkheden van de instrument ontdekken.
Concept:
Materiaal:
kartonnen dozen, dagdagelijkse voorwerpen voor muziek te maken
Ruim lokaal ter beschikking
instap De kleuters hebben de voorstelling gezien. Tijdens de instap polst de
leerkracht naar de meningen van de kleuters. Wat vonden ze ervan? Wat
gebeurde er allemaal? Wat vonden de kleuters het mooiste/leukste/meest
speciaal?
Doe dit nog eens deze opdracht maar laat de kinderen zelf een
geluidje bedenken.
Indien dit goed lukt, kan je nu ook met een derde klank
werken.
klanken vervormen
Zelfde opstelling, iemand begint met een klank/geluid op de doos,
blijft die herhalen en steekt de kring over. Hij geeft die door aan
iemand anders uit de kring, die mag de klank een beetje vervormen.
Nu stellen we ons kriskras op in het lokaal. Verschillende mensen
beginnen met een klank en geven die door, de klanken worden
vervormd op de doos.
verwerving Klank decor I We maken met heel de klas een klankdecor met
verschillende geluiden.
presentatie De groepjes tonen hun stukje voor aan elkaar. De andere kleuters zitten
aandachtig te luisteren in een kring. We bespreken de groepjes.
bespreking Laat de kleuters in een kring neerzitten. Houd een korte bespreking over
de les. Bied ruimte om te ventileren.
Hoe ziet de stad eruit? Als je de muziek hoort?
Kon je gemakkelijk de geluiden horen van de stad?