Sie sind auf Seite 1von 10

Dansen met kartonnen dozen (DANS) Geraldine

De leerlingen kijken naar de voorstelling Het meisje in de stad.

Daarna kunnen ze na de voorstelling deze les zelf uitvoeren in de klas of in een grote ruimte waar er
genoeg plaats is.

Doelen:

Ontwikkelingsdoelen:

http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/kleuteronderwijs/muzische-
vorming/ontwikkelingsdoelen.htm
OA 20 Sociale ontwikkeling - tot interactie komen
OA 39 Muzische ontwikkeling - creren en beschouwen - muzisch omgaan met
lichaamshoudingen en bewegingen
OA 50 Motorische ontwikkeling - bewegingsvormen - aangepast bewegen in de ruimte

4.5 De eigen dansexpressie verwoorden.


6.1 De kleuters kunnen openstaan voor nieuwe dingen uit hun omgeving.
6.3 De kleuters kunnen vertrouwen op hun expressiemogelijkheden en durven hun eigen
expressiestijl tonen.
6.5 De kleuters kunnen genieten van de fantasie, de originaliteit, de creativiteit en de
zelfexpressie in kunstwerken.

Lesdoelen:
De kinderen kunnen vaardigheden oefenen zoals rennen, klauteren en gooien.
De kinderen kunnen de begrippen in & uit beleven.
De kinderen kunnen hun fantasie ontwikkelen door dozen een verschillende betekenis te
geven.

Concept:

Werken rond: Kartonnen dozen

Werken met: Dans spel

Werken aan: Ruimtelagen

Grondhouding: bereid zijn te experimenteren

Duur: 100-150 minuten


Materiaal:
Grote kartonnen dozen.
Muziek:
CD Tim Wood, Playbirds, nummer 7, 9, 11 en 13 /CD Pablo Escande, Aires Buenos, nummer
9,10, 12, 14 en 17

instap De kleuters hebben de voorstelling gezien. Tijdens de instap polst de


leerkracht naar de meningen van de kleuters. Wat vonden ze ervan? Wat
gebeurde er allemaal? Wat vonden de kleuters het mooiste/leukste/meest
speciaal? Vertel aan de kleuters wat ze gaan doen vandaag.

opwarming Gesprek :
De voorstelling vertelde een verhaal zonder woorden, ze maken gebruik
van lichaamstaal; wat is lichaamstaal?
Je kunt over lichaamstaal praten, maar je kunt het ook meteen (laten) doen
zonder dat je er een klaslokaal voor hoeft om te bouwen.

De leerkracht stelt vragen en laat de leerlingen non-verbale voorbeelden


geven:

Hoe maak ik zonder woorden duidelijk dat iedereen stil moet


zijn? Hoe geef ik aan dat ik ergens iets hoor? - Ik hoor iets
heel zachtjes...Ik hoor iets HEEL HARD... SSStttt Wat doe ik
daarbij met mijn handen- Met mijn lichaam- Met mijn gezicht? (
Er zijn daarin ook verschillende manieren: met de wijsvinger
rechtop tegen de mond of zonder wijsvinger met alleen de
tuitende lippen, etc)

Hoe geef ik aan dat jij moet gaan staan en jij moet gaan zitten?
Ik zwaai naar iemand (die er bijvoorbeeld helemaal niet is) ik
wil iemands aandacht vangen met zwaaibewegingen Ik zwaai
naar iemand die snel voorbij fietst. Kun je uit mijn gebaren
opmaken welke kant hij opging?

Het uiten van emoties doen mensen vaak hetzelfde: als je blij
bent, ga je met je lichaam omhoog. (Heel hoog gaat bijvoorbeeld
de voetbalsupporter als er een doelpunt gemaakt is.)

Als je verdrietig bent, gaat je lichaam omlaag. Als je heel boos


bent, ga je naar voren.

Vraag bijvoorbeeld aan een van de leerlingen te laten zien hoe ze


zouden reageren als ze: een mooi cadeau krijgen

(Andere vragen ter suggestie:)


Kunnen jullie laten zien wat je doet als je verdrietig bent,als je
het koud hebt,als je het warm hebt.

verkenning Dozen I De kleuters ontdekken de dozen en de ruimte.

De kleuters staan in de grote ruimte en mogen even spelen met de


kartonnen dozen.
Zodanig dat ze alles verkennen.
Ze krijgen hier de tijd voor er staat ook wat achtergrond muziek op.

Zien- Niet zien I


Muziek staat aan de leerlingen bewegen vrij is de ruimte wanneer de
muziek stopt staan ze stil. Wanneer dit lukt gaan ze naar stap 2 en daarna
stap 3.

Stap 1
Muziek aan is gelijk aan bewegen in de ruimte.
Muziek die stopt is gelijk aan stilstaan.

Stap 2
Als ze stil staan wanneer de muziek stopt mogen ze hun ogen dicht houden
en blijven staan. Tot dat de muziek weer aan gaat.

Stap 3
Als de muziek stopt mogen ze verder verder bewegen in slow motion.
Wanneer de muziek weer aangaat bewegen ze weer zoals ze voordien
gewoon waren.

EXTRA:
De groep in twee groepen delen, een groep kijkt, de andere groep danst.
Wijs iemand uit de kijkgroep aan die een geluid mag maken, de dansers
bewegen in die richting met ogen dicht , totdat iemand anders een geluid
maakt. De kijkgroep kan observeren of de dansers dezelfde richting
hebben

verwerving Lopen verplaatsen I De leerlingen leren de ruimte kennen en te


gebruiken in verschillende ruimtelagen.
Ze lopen en verplaatsen zich tussen de kartonnen dozen.

Ze lopen tussen de kartonnen dozen

1. Op handen en voeten ( lkr. toont eerst voor.


2. Richting zijwaarts , achteruit , vooruit.(lkr. toont eerst voor).

3. Snel: langzaam, snel, heel snel, lopen. ( lkr. Toont eerst voor.)
4. Stoppen ; volledig stilstaan, ( om het gemakkelijk te maken voor
u en de kinderen kunt u de muziek stopzetten en weer door laten
gaan.)

Extra: per twee dezelfde opdracht . Je herhaalt de verschillende


keuzes. Maar ze doen deze opdracht met twee.

Extra bewegingen ;
Verplaatsen met tweetallen ( met de rug tegen elkaar) als een spin ,
ronddraaien , grillig, langzaam, snel).

Dozen 1 I De kleuters hebben in de vorige opdrachten gexperimenteerd


met de verschillende aspecten rond beweging. Nu zullen ze met de dozen
bewegen. Ze zullen vooral experimenteren.

De kleuters zullen eerst samen een paar bewegingen samen proberen .

We maken ons heel klein zodat we in een doos passen. Dit kan
je eventueel echt laten testen.

We nemen een kartonnen doos en we proberen er in te kruipen.

We maken ons klein en rollen en kantelen ons zijwaarts,


voorwaarts en achterwaarts.
Dit herhalen we nog eens.

Nu zoeken we andere manieren om ons te verplaatsen terwijl je klein


blijft.

Dozen 2

De leerkracht zet een doos neer in de ruimte. De kinderen mogen de doos


onderzoeken maar zonder te kijken maar te voelen.
De andere kleuters zitten in een cirkel. De leerkracht stelt vragen is het
een grote doos?
Is het een kleine doos? Is het zwaar?

De kleuters mogen hun ogen weer opendoen.

Straat /stad
Daarna krijgen ze een eigen doos mee en bouwen ze een geheel van de
dozen , steeds mag iemand iets veranderen en ontstaat er iets nieuws.
De bedoeling is dat ze een stad creren
eindopdracht Muziek en straat bouwen
De leerlingen bouwen een stad met de kartonnen dozen wanneer de
muziek stopt is het de bedoeling dat ze stil staan. Het is de bedoeling
wanneer de muziek gedaan is dat ze samen een stad hebben gebouwd.

Maar wanneer de leerkracht zegt dat ze stil moeten lopen moeten ze stil
lopen. Zo leren de kleuters verschillende ruimtelagen kennen.
1. Stilstaan
2. Kruipen
3. Lopen
4. Achteruit
5. Opzij lopen
6. Stoppen

bespreking Laat de kleuters in een kring neerzitten. Houd een korte bespreking over
de les. Bied ruimte om te ventileren.
Hoe ziet de stad eruit?
Kon je gemakkelijk de stad opbouwen?
Wat was er een moeilijke opdracht vandaag?
Klanklandschap met karton en gerecycleerd materiaal (MUZIEK)
Geraldine
De leerlingen kijken naar de voorstelling Het meisje in de stad.

Doelen:

Ontwikkelingsdoelen:
OA 40 - muzisch omgaan met geluiden en muziek
OA 53 - actief exploreren met de zintuigen
OA 56 - intens luisteren
OA 62 - kennis en ervaringen creatief voorstellen

2.5 Met plezier en toenemend vermogen tot experimenteren en improviseren ontwikkelen met
klank, stem of instrument.
6.2 Ervan genieten bezig te zijn met de dingen die hen omringen om hun
expressiemogelijkheden te ontdekken.
6.3 Vertrouwen op hun expressiemogelijkheden en durven hun eigen expressiestijl te tonen.

Lesdoelen:
De kleuters kunnen een klankstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven
De kleuters kunnen variatie aan klanken maken (luid/stil, hoog/laag, )
De kleuters kunnen de mogelijkheden van de instrument ontdekken.

Concept:

Werken rond: De stad

Werken met: klankstuk ontwerpen

Werken aan: klankvariatie

Muzische grondhouding: creatief en origineel vormgeven

Grondhouding: bereid zijn te experimenteren

Duur: 100-150 minuten

Materiaal:
kartonnen dozen, dagdagelijkse voorwerpen voor muziek te maken
Ruim lokaal ter beschikking

instap De kleuters hebben de voorstelling gezien. Tijdens de instap polst de
leerkracht naar de meningen van de kleuters. Wat vonden ze ervan? Wat
gebeurde er allemaal? Wat vonden de kleuters het mooiste/leukste/meest
speciaal?

opwarming Klank spelletje I

Hier beginnen we met een korte, eenvoudige opwarming, een speelse


opdracht met als voornaamste doel loskomen en durven klanken maken

Iedereen staat in een kring, de begeleider geeft een geluid door,


de kinderen nemen dit geluid over en maken de beweging van het
hoofd richting buur.

Dit doen we nog eens maar nu kun je ook veranderen door de


klank terug te geven aan je buur.

Doe dit nog eens deze opdracht maar laat de kinderen zelf een
geluidje bedenken.

verkenning Twee klanken I

Klanken maken met een kartonnen doos. We nemen een doos en ze


maken er een geluidje mee. Iedereen heeft een doos.
Het is niet zo belangrijk wie wint, het gaat vooral over het spelen
met klanken/geluiden . Als deze opdracht goed loopt, mag je
sneller meer klanken doorgeven.

Twee kinderen starten elk met een klankje, die geven we


door zoals in het vorige spel, nu probeert de ene klank de
andere in te halen.

Indien dit goed lukt, kan je nu ook met een derde klank
werken.

klanken vervormen
Zelfde opstelling, iemand begint met een klank/geluid op de doos,
blijft die herhalen en steekt de kring over. Hij geeft die door aan
iemand anders uit de kring, die mag de klank een beetje vervormen.
Nu stellen we ons kriskras op in het lokaal. Verschillende mensen
beginnen met een klank en geven die door, de klanken worden
vervormd op de doos.

verwerving Klank decor I We maken met heel de klas een klankdecor met
verschillende geluiden.

Samen met de hele klas een klankdecor maken.


We zoeken eerst verschillende klanken die je hoort in het
bos.
Hou een brainstorm en noteer de verschillende klanken.
We proberen deze ook uit op de verschillende materialen
die er op de grond te vinden zijn.
We zorgen dat er veel variatie aan klanken aanwezig is.
Verdeel de klanken/geluiden onder de leerlingen. We
bouwen met zijn allen een klankdecor op met de leerkracht
als dirigent.

eindopdracht Klank-decor opbouwen I De kleuters worden opgesplitst in groepjes. Ze


maken per groepje een klankdecor. De bedoeling is om het te laten
experimenteren met contrasten in geluiden.

Verdeel de klas in drie/vier groepjes


Je geeft de kinderen een foto waar toe ze mogen kijken.
Door naar een foto te kijken van een omgeving van de stad
verklanken ze de stad. Een foto kan inspirerend werken.
Ze letten op de opbouw, ( variatie,stil,luis,vlug traag,)
Mogelijke fotos
Verkeersdrukte, straat, school,station

presentatie De groepjes tonen hun stukje voor aan elkaar. De andere kleuters zitten
aandachtig te luisteren in een kring. We bespreken de groepjes.

bespreking Laat de kleuters in een kring neerzitten. Houd een korte bespreking over
de les. Bied ruimte om te ventileren.
Hoe ziet de stad eruit? Als je de muziek hoort?
Kon je gemakkelijk de geluiden horen van de stad?

Das könnte Ihnen auch gefallen