Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Mews:
Over de briefwisseling tussen Hloise en Abelard zie een van de volgende teksten
Duidt op de achtergrond van Abelard: nadruk op late Abelard = na 1121
>> 1121 is een jaar vol tegenslag, zowel persoonlijk als intellectueel: verwekt een kind
bij Hloise, wordt vervolgens gecastreerd, is getraumatiseerd en wordt uiteindelijk
monnik
In deze tekst wordt duidelijk gemaakt dat liefde een filosofisch probleem was tijdens de
middeleeuwse filosofie. Duidt op een probleem van emotie, van relatie tussen lichaam
en geest
>> is een vraag over ethiek zie je na 1121 ook terug bij Abelard
II.b. Argumenten om te bewijzen dat het niet van veel gezond verstand getuigt om de Oude Wet
te volgen:
Filosoof pp. 59-69:
Poneert dat elke geloofsrichting God meent te dienen, maar dat is niet het punt. Wat is
de intentie, de bedoeling van het volgen van een geloofsovertuiging: uit ratio of uit
blinde liefde voor de mening van de massa
Vraag hoezeer de geloofsopvatting in strijd is met de rede.
Argumenteren adhv besnijdenis en aardse goederen en Job
>> beloningen kunnen alleen verwacht worden in de vorm van voorspoed op aarde
>> enige motief om de Wet na te leven is de welvaart op aarde
>> God openbaart niet: er wordt niets beloofd wat betreft redding of veroordeling van
de ziel
>> Voorbeeld van Job als voorbeeld voor rechtsvaardigheid (is geen jood) spreekt
alleen over bepalingen van de natuurwet
KORTOM: geschriften en hun voorschriften zijn overbodig
Scheidsrechter: wil eerst nog het antwoord van de christen horen wil dus nog niet
oordelen
III.d. Intermezzo: is ieder deugdzaam mens op gelijke wijze deugdzaam? Ivm HG voor de
mens:
Filosoof pp. 132-135:
Iedereen zal het hoogste goed op dezelfde manier bereiken en in dezelfde mate gelukkig
zijn beroep op autoriteit van andere filosoof: Cicero
Goede mensen zijn gelijk wat hun deugden betreft, net zoals slechte mensen gelijk zijn
in wat hun ondeugden betreft
Het onderwerp van liefde wordt ge(her)introduceerd:
Maakt (onterechte) analogie met liefde om aan te tonen dat de ene mens de ander niet
kan overtreffen in deugden of verdiensten baseren op het feit dat liefde alle deugden
in zich heeft (zoals christen al eens toegaf)
III.i. Hel:
Verwijst onder andere naar het onderwerp van het Grootste Kwaad
Abelard:
Geeft nog een aantal opmerkingen over de opvatting van God, en over goed en kwaad:
>> het is goed dat er kwaad bestaat, maar het is niet zo dat het kwaad goed is
>> zelfs slechte mensen kunnen hun intentie veranderen mensen moeten dus
genterpreteerd worden als actoren die vrij zijn (om intentie te veranderen) intentie
is niet definitief
Geen concluderend einde. Zonder conclusie is net de conclusie: het is een open gesprek
tussen een aantal partijen, en er dus een open einde
>> erg filosofisch verantwoord: de partijen zijn op de goede weg naar de waarheid, maar
worden vrij gelaten om zelf tot die waarheid te komen
Over de dialogen:
1e dialoog: geen liefde mogelijk want er is weinig tot geen aandacht voor
voortreffelijkheid
2e dialoog: meer kans op liefde, want de nadruk van de dialoog ligt op voortreffelijkheid,
het probleem van de standen,
Dantes Goddelijke komedie:
Canto 5:
Gaat over de liefde als passie die geen ruimte laat voor andere vormen van liefde
>> liefde als passie en spirituele liefde horen eigenlijk samen te gaan
Er zijn tragische gevolgen verbonden aan de liefde die zelf de regels stelt en aan geen
andere liefde, namelijk de spirituele, goddelijke liefde, beantwoordt
Ook verwijzingen naar de relatie tussen lichaam en geest:
>> diegenen die van nature een goede verhouding tussen lichaam en geest hebben, geeft
God meer genade: omdat die van nature al beter zijn (bene natus)
>> de figuren die voorkomen in canto 5 zijn echter male nata: de wellust overheerst de
rede, het lichaam overheerste de geest. Dit is een zonde
Indirecte gelijkenissen van Capellanus:
o Regel 103 in vergelijking met regel 9: als iemand oprecht verliefd is, dan moet
de andere partij ook zulke liefde hebben
o Geeft een negatieve bepaling van Capellanus opvatting van de liefde
Canto 17:
Canto 17 is het letterlijke middelpunt van de Goddelijke komedie, net zoals liefde het
centrum is van het leven
Menselijke vrijheid wordt hier besproken in termen van liefde
Rol van de verbeeldingskracht: soms is er zo een sterke invloed van de
verbeeldingskracht dat onze wil niet meer wil of kan meewerken: op die manier neemt
de passie het over
Alles heeft in oorsprong liefde, God schept geen liefdeloze wezens, MAAR: mensen
kunnen 2 soorten liefde hebben:
o Aangeboren liefde, of natural love bij Thomas altijd goed
o Gekozen liefde ook goed, maar kan in het kwaden haken.
>> het object van de liefde is wel altijd goed, maar iemand via het kwade dat
object verkrijgen, dus op kwade wijze het object opeisen
>> het kwaad heeft te maken met de vrijheid van de relatie tussen subject en
object: hoe het subject het altijd goede object benaderd
3 vormen van drang die Thomas ook bespreekt: hoogmoed, afgunst en toorn. Hieruit
volgt Dantes theorie over de 7 zonden hernieuwde theorie over de volgorde en dus
de ernst van elk van hen:
2. Wederzijdse inwoning
3. Extase
4. Jaloersheid
5. Liefde is een passie die pijn kan doen
6. Liefde is de oorzaak van alles wat een liefhebber doet
Omwille van liefde voor het goede doet ge liefhebber alles
Liefde als passie wordt als tegenargument gebruikt tegen deze stelling, maar Thomas
repliceert het volgende: liefde mag dan wel een passie zijn, het maakt ook deel uit van
een bredere opvatting van liefde: liefde bestaat uit passie, genegenheid en caritas!
Over de wil:
Het is een passie: dit wil zeggen dat de wil steeds gaat naar datgene wat onmiddellijk
goed is voor het zelf
>> nadruk op onmiddellijkheid
>> meer specifiek verwijst het naar het onmiddellijk doen wat God wil, want die weet
namelijk beter wat al dan niet goed is voor het zelf
>> is niet slecht op zich, tenzij je toegeeft aan een wil die tegen de wil van God ingaat.
Hdo, er is geen zonde in willen op zich
De menselijke wil bestaat uit 2 delen:
o De wil wordt gedefinieerd als dat wat spontaan is onmiddellijke, spontane
tendens
o Reflectie op de spontane tendens aldus is er een mogelijkheid om al dan niet
te kiezen om Gods wil te volgen
2 manieren waarop voluntas/de wil gebruikt kan worden:
o Wil uit lust hierop ligt de nadruk
o Wil uit reflectie, op basis van goedkeuring, toestemming
Een zonde bestaat niet in de wil
De wil heeft namelijk te maken met oftewel genoegen of lust of verlangen
De zonde heeft dus niet te maken met wil en de lust die daaraan gerelateerd kan zijn
DUS: wil is niet de zonde
Over intentie:
De intentie is daarentegen wel het fundament om ethiek op te baseren
>> bepaalde intenties, en de daarbij behorende toestemming, zijn de zonden