Sie sind auf Seite 1von 26

WERKBOEK CKV 4HAVO

PO 5: KUNST VAN HET OVERTUIGEN


https://ckvhavobroklede.weebly.com/po-5-overtuigen.html

2017-2018
Inhoud
Studiewijzer P.O. 5.................................................................................................................................. 2
1. Filmanalyse: vorm, genre en verhaal (Pre- productie) ...................................................................... 3
Verhalen: Feit of fictie ......................................................................................................................... 3
Plot en story ......................................................................................................................................... 4
Genre ................................................................................................................................................... 5
Verhaallijn ........................................................................................................................................... 5
Shots en scenes .................................................................................................................................... 6
2. Filmanalyse: mise-èn-scene en cinematografie................................................................................. 7
Mise-èn-scene...................................................................................................................................... 7
Performance .................................................................................................................................... 7
Kostuum en make up....................................................................................................................... 7
Setting.............................................................................................................................................. 7
Verlichting ....................................................................................................................................... 7
Perspectief ..................................................................................................................................... 10
De duur van een short ................................................................................................................... 10
De framing van een shot ............................................................................................................... 10
3. Filmanalyse: editing en geluid.......................................................................................................... 13
Geluid................................................................................................................................................. 13
(Non) diëgetisch ............................................................................................................................ 13
Achtergrond geluid ........................................................................................................................ 13
Editing................................................................................................................................................ 14
Hoofdstuk 4. Het productieproces........................................................................................................ 15
Preproductie ...................................................................................................................................... 15
Productie ........................................................................................................................................... 17
Post productie.................................................................................................................................... 17

PO Onderwerp Kunsten Opdrachten Inleverdatum


P.O.
PO5. Kunst van het Film & Muziek 1. Muziek column Maandag 09-
overtuigen 2. Korte film 04-2018
Je gaat je bezig houden met verhalen vertellen (onder andere via film) en leren
overtuigen via verschillende kunstvormen.
Zo is film wellicht één van de kunstuitingen waar jij het meest mee bezig bent
in je dagelijks leven. Een avondje Netflix, een bezoekje bioscoop… Maar ben je
je er ook van bewust hoeveel tijd en moeite er in gestoken wordt om zo’n
kunstwerk te maken en wat voor invloed het op ons dagelijkst leven heeft?
In dit blok hopen we je dat te kunnen laten zien.

PO 5: Kunst van het overtuigen 1


Studiewijzer P.O. 51
Week Onderwerp In de les Huiswerk
8 Afronding PO 4  Nabespreken P.O. 4 Vóór week 05-03-2018:
 Introductie P.O. 5 - Opdracht op site
P.O. 5  Filmanalyse: vorm, doornemen
introductie genre en verhaal, - Groepjes vormen
mise-èn-scene - Maak opdracht 1 van
hoofdstuk 1
9 VOORJAARSVAKANTIE
10 Hoofdstuk 1  Filmanalyse:
cinematografie,
editing en geluid
Productieproces  Bespreken
productieproces
11 Preproductie  Bespreken Vóór 14-03-2018:
productieproces Lever aan het begin van de les je
 Groepen vormen individuele column in. Uitgeprint en
voor P.O. 5 met naam en klas.
Preproductie
12 Preproductie  Groepen bespreken
individueel het
preproductieplan
met de docent
Productie  Werken aan de
productie van de
korte film
13 Productie  Werken aan de
productie van de
korte film
GOEDE VRIJDAG
14 Postproductie  Werken aan de
postproductie van de
korte film
Postproductie  Werken aan de Vóór 09-04-18: lever de korte film
postproductie van de in bij de docent
korte film
15 DEADLINE P.O. 5 KORTE FILM
Presentaties  Presentaties van de
korte films in de les
Presentaties  Presentaties van de Vóór 17-04-18: zorg dat het
korte films in de les kunstportfolio helemaal is bijgewerkt en
 Introductie P.O. 6 stuur de link op naar de docent. Laat
collages zien van minimaal 3 bezochte
culturele activiteiten (inclusief Casino
Nonstop). Lever je recensie in of geef
aan waar je je recensie over gaat
schrijven.

1
De studiewijzer kan mogelijk gewijzigd worden. Volg voor data en huiswerk altijd je docent op.

PO 5: Kunst van het overtuigen 2


1. Filmanalyse: vorm, genre en verhaal (Pre- productie)
Het eerste deel van filmanalyse dat we hier bespreken richt zich op het verhaal van de
film.

Verhalen: Feit of fictie


Grofweg kun je films in twee soorten
onderverdelen: fictie en non fictie.
Fictie beslaat films en series die zich
afspelen in een fictieve wereld, al dan
niet gebaseerd op feiten of bestaande
figuren. Non fictie gaat over de echte
wereld. Denk bijvoorbeeld aan talk
shows, het nieuws, een
documentaire, of biografie.

De meeste films/series die je kijkt zijn fictie en puur ter vermaak. Terwijl de films die de
meeste indruk maken het tegenovergestelde doen. Al wordt het soms wel wat mooier
gemaakt of aangedikt, om de boodschap goed over te brengen.

Opdracht 1.

a. Welke film/serie die gebaseerd is op waargebeurde situatie of


‘biografisch’ is ken jij?
(http://www.imdb.com/list/ls053926482/)
b. Kies een eigen kleine gebeurtenis/herinnering in je leven die
indruk op je heeft gemaakt of waar je soms nog aan terug denkt.
c. Welke boodschap zit hierin, waar anderen van kunnen leren?
d. Kies een liedje/regel uit een liedje die hierbij bij aansluit.
e. Schrijf een alinea met een pakkende titel, waarin je (anoniem) je
verhaal en boodschap deelt. Gebruik hiervoor de tips over column
schrijven en storytelling, op de website.

DIT IS JE COLUMN OPDRACHT.

PO 5: Kunst van het overtuigen 3


Plot en story
Als we het verhaal van een film uitleggen, maken we gebruik van de termen ‘plot’ en
‘story’. De story is het hele verhaal van de film, uitgelegd op chronologische volgorde.
Alle gebeurtenissen die bijdragen aan het verhaal, ook de gebeurtenissen die in de film
alleen uitgelegd, en niet getoond worden, vormen samen de story.
Er zijn echter niet veel films die de hele story achter elkaar afspelen. Filmmakers
spelen graag met de verhaallijn door middel van flashbacks (een scène uit een eerder
moment) of flashforwards (een scène uit de toekomst), of door bij de montage scènes op
een andere manier door elkaar te gooien. Ook worden vaak delen van het verhaal alleen
verteld of geïmpliceerd, en niet getoond. De volgorde waarin de film de story aan ons
verteld, noemen we het plot.

Opdracht 2.

a. Geef een voorbeeld van een film of serie waarin het plot afwijkt
van de story. Dus bijv met flashbacks of verschillende
verhaallijnen.
b. Leg kort uit hoe in deze film of serie plot en story van elkaar
verschillen.
c. Waarom denk je dat er op deze manier met plot en story gespeeld
is in de film? Welk effect heeft de techniek?

PO 5: Kunst van het overtuigen 4


Genre
Een genre is een type of soort film. Elk genre heeft een reeks kenmerkende aspecten die
een groep films met elkaar verbind. Er zijn verschillende manieren om genres te
definiëren, maar binnen de filmwereld zijn de volgende genres veel gebruikt:
 Western
 Horror
 Musical
 Detective
 Thriller
 (Romantische) komedie
 Drama
 Actie
 Avonturenfilm
 Oorlog
 Science Fiction
 Historisch drama
 Animatie
 Jeugd
 Fantasy

Dit is echter geen uitputtende lijst. Er worden steeds meer subgenres en nieuwe genres
genoemd. Denk bijvoorbeeld aan de chick flick, de horrorkomedie, de cultfilm, biopic of
roadmovie.

Opdracht 3.

a. Welk genre film of serie kijk jij meestal en waarom?


b. Welk genre film of serie kijk je liever niet en waarom?
c. Noem een voorbeeld van een film of serie uit dat genre.
d. Hoe zou jij het genre omschrijven? Wat zijn de kenmerken ervan?

Verhaallijn
De meeste fictieve films zijn gebaseerd op één of meerdere verhaallijnen. Volgens
Christopher Booker zouden alle fictieve verhalen in films en boeken uiteindelijk tot 1 van
de volgende 7 basisverhaallijnen terug te leiden moeten zijn:
1. Overcoming the monster (het monster verslaan)
2. Rags to riches (van arm naar rijk)
3. The quest (de queste/ zoektocht)
4. Voyage and return (reis en terugkomst)
5. Comedy (komedie)
6. Tragedy (tragedie)
7. Rebirth (wedergeboorte)

Opdracht 4.

a. Kies twee basis verhaallijnen van Christopher Booker. Zoek info via
de ckv website en beschrijf de verhaallijn kort in je eigen woorden.
b. Herken jij deze verhaallijn? Geef een voorbeeld van een film of
serie waarin deze verhaallijn in grote lijnen gebruikt wordt.

PO 5: Kunst van het overtuigen 5


Shots en scenes
Elke film is opgedeeld in meerdere scènes. Een scene is een afgesloten deel binnen het
verhaal, en speelt zich meestal op één locatie af. Een shot is één enkele momentopname,
namelijk dat wat je ziet voordat de camera van hoek of locatie veranderd. Een short
duurt meestal enkele seconden, maar kan ook veel langer of juist veel korter duren.

Opdracht 5.

Zoek op YouTube naar een fragment uit een film of serie die jou
aantrekt, of naar de trailer van een film die je graag zou willen zien.

a. Geef de naam van het fragment of de trailer.


b. Bekijk het fragment. Hoeveel shots worden er gebruikt?

PO 5: Kunst van het overtuigen 6


2. Filmanalyse: mise-èn-scene en cinematografie

Het tweede deel van filmanalyse richt zich op filmstijl. Bij filmstijl wordt er doorgaans
gesproken over mise-èn-scene, cinematografie, geluid en montage (‘editing’). In dit
hoofdstuk bespreken we de eerste twee onderdelen.

Mise-èn-scene
De mise-èn-scene, een term die jullie ook nog kennen vanuit de theateranalyse, betreft
het beeld dat je ziet in een shot van de film. Het gaat om wat er is gefilmd.

Performance
Bij de performance gaat het vooral om de optredens van de acteurs. Bij het maken van
een analyse kun je denken aan de wijze waarop ze bewegen, de manier waarop ze
opgaan in hun personage, het gebruik van stem en accenten en gezichtsuitdrukkingen.

Kostuum en make up
Hierbij gaat het om het kostuum, de make up en haardracht van het personage, en
eventuele props die ze altijd bij zich hebben, zoals de hamer van Thor.

Setting
De setting gaat om de plaats waar de film zich afspeelt. Denk daarbij niet alleen aan de
locatie zelf, zoals ‘Griekenland’ of ‘in een fabriek’, maar ook aan de sfeer van de plaats
zoals die weergegeven wordt in de film: ‘een duistere, leegstaande fabriek’, of ‘het
zonnige vakantieland Griekenland’.

Verlichting
Bij verlichting als onderdeel van de mise-èn-scene gaat het om de al dan niet natuurlijke
verlichting die tijdens het filmen zelf gebruikt is, dus niet de verlichting die er later
tijdens de montage in verwerkt is. Verlichting geeft doorgaans een bepaald effect door
waar deze vandaan komt:

- Frontal lighting, licht dat recht op de set schijnt


 Sidelight, licht dat vanuit de zijkant op de set schijnt
- Backlighting, dat van achteren op de set schijnt (zie shot uit de film Star Wars)
 Top lighting, verlichting van bovenaf
 Underlighting, verlichting van onderaf (zie shot uit de film Frankenstein)

PO 5: Kunst van het overtuigen 7


Houd rekening met dat binnen een shot vaak meerdere lichtbronnen gebruikt worden en
dat je doel is dat het shot goed overkomt op een scherm. Kijk dus goed naar je hoe je
filmt en of je meerdere lichtbronnen nodig hebt, zoals:
- Key light, de primaire bron van
verlichting
- Fill light, de secundaire bron van
verlichting
- High-key lighting, waarbij er veel
verlichting op de personages gezet
worden, zodat de personages meer
opvallen en de achtergrond minder
- Low-key lighting, waarbij er meer
gebruik gemaakt wordt van schaduwen

Vaak wordt er een combinatie van lichtpunten gebruikt.

Opdracht 1.

Zoek op YouTube of Netflix naar een scene uit een film of serie die je
aanspreekt en analyseer het fragment op volgende punten.
a. Wat is de scene en uit welke film/serie? Waarom kies je deze?
b. Hoe acteren de spelers? Is het natuurlijk of overdreven? Is
verschil te zien tussen de acteurs in hun stijl? Licht toe? Waarom
zou dit zijn?
c. Wat voor kostuum, grime en props gebruiken de acteurs?
d. Omschrijf de setting.
e. In hoeverre passen de performance van de acteurs en de
kostuums, grime en props bij de setting?
f. Omschrijf wat voor soort licht er wordt gebruikt in de scène.
g. Wat is het effect van deze verlichting? Denk bijvoorbeeld aan hoe
het meehelpt om de sfeer van de scène te bepalen, en hoe het onze
aandacht naar bepaalde aspecten van het beeld trekt.

PO 5: Kunst van het overtuigen 8


Cinematografie
De cinematografie gaat niet om wat er is gefilmd, maar hoe er is gefilmd. Het gaat hierbij
om drie aspecten: het fotografische beeld, de framing van een shot, en de duur van een
shot.

Het fotografische beeld


Het fotografische beeld heeft te maken met kleur, beweging, special effects en
perspectief.

Kleur
Tijdens de opnames of erna kunnen ook kleurenfilters toegepast worden, die ervoor
zorgen dat bepaalde kleuren meer naar boven komen. Denk hierbij aan de verschillende
filters die je ook op Instagram kunt gebruiken om een foto aan te passen.

Beweging
Hierbij gaat het om de snelheid van de beweging binnen het shot, zowel van personages
als bijvoorbeeld auto’s. De natuurlijke bewegingen van acteurs of voorwerpen kunnen
versneld of vertraagd worden.

Special effects
Bij special effects gaat het om beelden gegenereerd door een computer of andere vorm
van trucage. Denk bijvoorbeeld aan het multipliceren van figuranten om het te laten
lijken alsof er een heel leger in beeld is, terwijl er in werkelijkheid maar 50 acteurs
waren.
Een veel gebruikte filmtechniek is het gebruik van een green screen: een groot, felgroen
of soms felblauw gekleurd scherm dat gebruikt wordt als achtergrond bij het filmen. Dit
is lastig voor een korte film om te gebruiken, maar gelukkig zijn er nog genoeg andere
opties. Zo heb je namelijk ook optische illusies, waar veel gebruik van wordt gemaakt
in films. Denk zo aan het geforceerde perspectief die in films als Harry Potter en Lord
of the Rings worden gebruikt om iemand groter of kleiner te laten lijken. Waarschijnlijk
heb jij hier ook al eens gebruik van gemaakt.

PO 5: Kunst van het overtuigen 9


Perspectief
Hierbij gaat het om het perspectief waar vanuit gefilmd is. Vanuit wie denken we, met
wie denken we mee? Een trillende camera kan ons het gevoel geven dat we samen met
een personage meelopen door een donker bos, maar ook als een camera specifiek op 1
persoon inzoomt in een menigte, krijgen we het gevoel dat we met dat personages mee
kijken.
Een ander voorbeeld is het effect van de handheld camera. De meeste beelden worden
gemaakt met vaste camera’s, maar soms worden beelden ook met een handheld
camera gemaakt: een camera die met de hand vastgehouden en bewogen wordt, wat
een minder stabiel beeld oplevert. Dit kan bijvoorbeeld de indruk wekken dat personages
het beeldmateriaal zelf gemaakt hebben.

De duur van een short


Hierbij gaat het om de tijd dat een shot duurt. Een long take of long shot is een lange
opname aan één stuk, bij een short take of short shot gaat om een korte opname.

De framing van een shot


Hierbij gaat het om de camera afstand, camerahoek en camerabeweging. Camera
afstanden (zie ook afbeelding 2.4) zijn:
- Extreme long shot/ long shot, waarbij we een overzicht van een bepaald beeld
zien.
- Medium long/ medium shot, waarbij we het beeld van een normale afstand
zien.
- Close up, waarbij het beeld heel dicht bij is.
- Extreme close up, waarbij er op een specifiek detail ingezoomd wordt.

PO 5: Kunst van het overtuigen 10


Typische camerabewegingen zijn:
- Pan of panaroma, waarbij de camera over een verticale as beweegt en ons een
overzicht van een landschap geeft
- Tilt, waarbij de camera over een horizontale as beweegt, dus van boven naar
beneden beweegt
- Truck of dolly shot, waarbij de camera over de grond beweegt, bijvoorbeeld
door het beeld te wekken dat de camera achter een personage aanloopt, of om
een overzicht van een bepaalde ruimte te laten zien.
- Crane/pedestal shots, waarbij de camera vanaf de grond beweegt als een soort
kraanwagen, bijvoorbeeld door een lift mee omhoog of omlaag te volgen, of de
vlucht van een vogel na te gaan.
- Roll shot, waarbij de camera schuin op en neer beweegt.

Typische camerahoeken zijn:


- Bird’s eye, waarbij er van ver bovenaf gefilmd word
- Eye level, waarbij de camera op ooghoogte filmt
- Low of high shots, waarbij de camera onder of boven ooghoogte filmt
- Worm’s eye, waarbij de camera van beneden af filmt
- Canted, waarbij de camera schuin filmt
- Over-the-shoulder, waarbij de camera over de schouder van een personage
filmt

Opdracht 1.

Ga naar Youtube en zoek ‘Top 20 Amazing Cinematic Techniques Part 1’ op.


Open het filmpje en maak de opdracht.
a. Welk van de shots vind je interessant en waarom? Noem er iig
twee. Licht toe.

PO 5: Kunst van het overtuigen 11


Opdracht 2.
Ga terug naar het fragment dat je geanalyseerd hebt in opdracht 1 en
bekijk het nogmaals.
a. Welke camera afstanden worden er gebruikt in het fragment?
b. Welke camerahoeken worden er gebruikt?
c. Welke camerabewegingen worden er gemaakt?
d. Kies één van de beschreven bewegingen, afstanden of hoeken uit.
Leg uit wat het effect ervan is. Helpt het mee om bijvoorbeeld een
bepaalde sfeer te wekken, of onze aandacht ergens op te vestigen?
Helpt het om het perspectief van bepaalde personages te
belichten?

PO 5: Kunst van het overtuigen 12


3. Filmanalyse: editing en geluid

Geluid

(Non) diëgetisch
Geluid op zowel het toneel als in een film kan twee bronnen hebben: diëgetisch of non
diëgetisch. Diëgetisch geluid is geluid dat deel uitmaakt van de fictieve wereld. De
personages horen het geluid dus zelf ook: bijvoorbeeld doordat zij de radio aanzetten,
een telefoongesprek hebben met iemand, of een liedje zingen. Non diëgetisch geluid is
geluid dat de kijker wel hoort, maar de personages zelf niet. Het kan dan gaan om
bijvoorbeeld een voice over of achtergrondmuziek die de personages zelf niet horen.
Soms kan een maker ook heel slim spelen met geluid, bijvoorbeeld door muziek te laten
horen waarvan je denkt dat het achtergrondmuziek is, totdat plots blijkt dat de
personages zelf het ook horen.
Bij film wordt het meeste geluid pas tijdens het montageproces toegevoegd aan de film.
Acteurs die dansen op technomuziek in een bar moeten zich bijvoorbeeld vaak goed
inleven, want in werkelijkheid wordt er tijdens het filmen zelf zelden zulke muziek
gebruikt: die wordt pas later toegevoegd. Dit zorgt ervoor dat het geluid van dialogen
goed te verstaan is. Bovendien worden dialogen vaak harder of juist zachter gemaakt.
Het gebruik van microfoons tijdens het filmen kan hier ook bij helpen.

Opdracht 1.
Zoek op bijvoorbeeld YouTube of Netflix naar een fragment uit een film
of serie waarin geluid dat diëgetisch lijkt eigenlijk non diëgetisch blijkt
te zijn, of omgekeerd.
a. Beschrijf het fragment en het gebruik van geluid.
b. Welk effect heeft deze truc met het geluid?

Achtergrond geluid
Een film zonder muziek of geluid zou raar zijn. Toch zijn we vaak niet bewust van het effect dat het
geluid heeft of vooral als het er niet zou zijn. Verwar dit niet met stomme films. Dit zijn films waar
zeker wel muziek in voor komt, maar waar nog geen gesproken tekst bij was. Van oudsher was dan
een live band aanwezig die bij de film speelde.

Opdracht 2.
Ga naar de ckv website en dan bij PO5 korte film. Klik op de Youtube film
‘How music can change a film’.
a. Welke geluidsfragmenten zitten eronder het fragment en wat is
het effect van de verschillende muziekjes?
b. Wat valt je op aan het originele fragment? Wat voor soort muziek
is dit? Noem andere films waarin dezelfde muziekstijl wordt
gebruikt?
c. Kijk het fragment nog eens zonder geluid? Wat is daar het effect
van? Bedenk dan ook eens een hard geluid als ‘Jack’ naar beneden
springt. Wat is daar het effect van?

PO 5: Kunst van het overtuigen 13


Editing
Bij editing of montage gaat het over de manier waarop de shots achter elkaar zijn
geplakt. Bij een analyse van de montage kijk je naar:
1. De volgorde waarop de shots achter elkaar zijn geplakt: wordt er een
chronologisch verhaal vertaald of verloopt het verhaal juist a-chronologisch?
2. De snelheid waarmee de beelden aan elkaar zijn geplakt. Volgen de shots elkaar
heel snel op of zijn er steeds langere takes tussendoor?
3. De manier waarop de shots in beeld zijn gebracht: zie je steeds één beeld, of
zie je meerdere beelden naast elkaar? Dit laatste noem je bijvoorbeeld een split
screen. Zie hiervoor ook afbeelding 3.1.
4. De manier waarop de shots in elkaar overgaan: wordt er gewoon naar een
volgend beeld overgeschakeld of is er bijvoorbeeld sprake van een fade-out of
fade-in?

Opdracht 3.
Zoek op YouTube of Netflix naar een fragment van ongeveer 5 minuten
uit je favoriete film of serie.
a. Beschrijf het fragment.
b. Wat valt je op aan de montage van het fragment? Maak gebruik
van het hierboven beschreven stappenplan.
c. Wat is het effect van de manier waarop het fragment gemonteerd
is?

Opdracht 4.
Ga naar de officiële website van de Oscars, oscar.go.com. De Oscars zijn
de grootste filmprijzen van Hollywood. Kijk welke categorieën voor
Oscars er zijn.
a. Geef voorbeelden van categorieën die te maken hebben met de
filmtechnieken besproken in hoofdstuk 1-3.
b. Is er een categorie waarvan je eerder niet wist wat het was, of
waarvan je helemaal niet wist dat er filmprijzen voor gegeven
werden? Zo ja, welke categorie is dat?

PO 5: Kunst van het overtuigen 14


Hoofdstuk 4. Het productieproces
Om jullie groepsfilm voor P.O. 5 te maken, gaan jullie het productieproces van het
ontwikkelen van een korte fictie film nabootsen. Hiervoor gebruik je de opdrachten in dit
hoofdstuk. Het productieproces bestaat uit drie delen: preproductie, productie en
postproductie.
Bij preproductie is hoofdstuk 1, over vorm, genre en verhaal, erg belangrijk. Je gaat
hierin het verhaal van je film bepalen, het script schrijven en bepalen wat voor
materialen en spullen jullie nodig hebben. Je kijkt hiervoor ook al vooruit naar de
elementen genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
Bij de productie zelf is hoofdstuk 2, over mise-èn-scene en cinematografie, van belang.
Tijdens de productie neem je de film zelf op.
Bij postproductie is hoofdstuk 3, over montage en geluid, het belangrijkst. Hierbij ga je
het opgenomen filmmateriaal namelijk tot een geheel maken door het op de computer in
elkaar te zetten.

Preproductie

Opdracht 1.
Bepaal globaal waar jullie film over zal gaan. Begin door een genre aan
te wijzen, zoals één van de genres in hoofdstuk 1, kies één van de 7
basisplots van Christopher Booker zoals aangegeven in hoofdstuk 1, of
gebruik één van de dimensies uit domein B van het examenprogramma
van CKV (zie hiervoor de website ckvbroklede.weebly.com  ‘home’ 
‘examenprogramma’). Daarna schrijf je in enkele zinnen op wat er in de
film gaat gebeuren. Kies ook een filmquote uit die je wil gebruiken in je
eigen film, als titel, of als basis voor je verhaallijn.

LET OP: 5-15 minuten filmmateriaal is voldoende. Maak je verhaal dus niet te lang of
ingewikkeld!

Opdracht 2.
Bepaal wat de story van jullie verhaal is, en hoe het plot in elkaar zal
zitten. Gebruik het werkblad ‘productieplan’ op papier zoals te vinden
achterin het werkboek, of digitaal zoals te vinden op
ckvhavobroklede.weebly.com  PO5  Korte film

Opdracht 3.
Schrijf het script van de film. Kijk hiervoor eerst naar het voorbeeld
hieronder, en de voorbeelden op de website. Een filmscript geeft niet
alleen dialogen weer, dus welk personage wat zegt, maar beschrijft ook
wat er in een film te zien is, welke geluiden te horen zijn, en soms hoe
de camera beweegt. Gebruik hiervoor het voorbeeld van een script zoals
te vinden op ckvhavobroklede.weebly.com  PO5  Korte film

PO 5: Kunst van het overtuigen 15


Opdracht 4.
Maak een storyboard. Een storyboard is een shot-voor-shot getekend
overzicht van het verhaal, dat globaal aangeeft hoe de scènes uit je
script in beeld gebracht gaan worden. Kijk hierbij ook goed naar de
beschrijving van verlichting en de framing van een shot in hoofdstuk 2.
Hoe gaat jullie camera bewegen, en hoe zal de verlichting eruit komen te
zien? Gebruik het werkblad ‘storyboard’ in bijlage 2. Als je meer
werkbladen nodig hebt, kun je die kopiëren uit het werkboek of printen
vanaf de website, zoals te vinden op ckvhavobroklede.weebly.com  PO5 
Korte film

Opdracht 5.
Maak een productieplan. Geef aan welke scene je waar en wanneer gaat
opnemen, en welke kostuums, props, grime en andere spullen je
daarvoor nodig hebt. Verdeel de taken: wie is bijvoorbeeld de
cameraman geluids- en verlichtingsman (degene die de eventuele
verlichting neerzet en de eventuele microfoon vasthoudt), de regisseur,
producent, en wie zijn de acteurs? Je mag eventueel ook acteurs van
buiten jullie groep gebruiken. Gebruik het werkblad ‘productieplan’.

LET OP: als je de scenes van te voren wilt oefenen, plan daar dan ook tijd met je acteurs
voor in. Houd in je planning ook rekening met de tijd die je nodig hebt om de set klaar te
zetten.

LET OP: niet alle locaties waar jij wilt filmen zullen rekening met je houden. Als je
bijvoorbeeld in een winkel, café of bibliotheek wil filmen, zal je hier van te voren
toestemming voor moeten vragen (en doe dat ruim van te voren: een winkeleigenaar zal
niet graag overvallen worden met ‘mogen wij hier nu even filmen?’). Daarnaast zullen er
geen locaties voor jullie afgezet worden. Filmen langs ‘een verlaten snelweg’ kan dus wat
lastig worden, en je zult er ook rekening mee moeten houden dat voorbijlopende mensen
graag even een blik in jullie camera zullen werpen.

Opdracht 6.
Leg het productieplan voor aan je docent, inclusief ‘werkblad
productieplan’, ‘werkblad storyboard’ en het script. Lever dit in vóór de
les van 20 maart, digitaal of in het postvak van je docent. Tijdens de les
op 20 maart bespreken we de productieplannen. Je docent keurt het
plan dan goed, of vraagt je nog enkele dingen te verbeteren.

PO 5: Kunst van het overtuigen 16


Productie

Opdracht 7.
Neem je filmscènes op! Je kunt je Smartphone gebruiken, maar het
gebruik van een goede camera, of bijvoorbeeld de camerafunctie op een
spiegelreflexcamera, is aan te raden. Het beeld is dan namelijk helderder
en groter, en het geluid is meestal ook beter. Leen deze dan zo nodig
van iemand anders.

LET OP: zorg dat je camera voldoende batterij en ruimte heeft. Neem eventuele extra
geheugenkaartjes en batterijen mee.

Post productie

Opdracht 8.
Monteer je film. Denk aan:
- Het aan elkaar plakken van de shots op de juiste volgorde
- Het weggooien van onbruikbaar filmmateriaal
- Het knippen in scènes
- Het toevoegen van geluid
- Special effects
- Overgangen tussen de shots
- Titel en aftiteling
- Enzovoorts.

Om te monteren kun je bijvoorbeeld gebruik maken van Imovie en het


gratis programma of de trial versie van Windows Movie Maker.

HANDIG: kijk je film helemaal voordat je hem als ‘af’ beschouwt. Wellicht zie je dan toch
nog dingen die je wil aanpassen. Houd er zelfs rekening mee dat bepaalde shots
tegenvallen, en je ze opnieuw wil filmen.

LET OP: Zorg dat je genoeg filmmateriaal hebt en dat als je via Imovie op je telefoon
edit, dat je wel genoeg ruimte hebt op je telefoon. Edit je via Windows Movie Maker, dan
ben je pas klaar met editten als je je project als film opslaat.

Opdracht 9.
In de lessen in week 15 gaan we alle films bekijken. Jullie ‘presenteren’
je film kort (2-3 minuutjes uiterlijk) door uit te leggen waar de film over
gaat en hoe jullie de film gemaakt hebben. Als je dat leuker vindt, mag
je dit ook (deels) na het tonen van de film doen. Aan het eind van de
week stemmen we allemaal op de Oscar voor Beste Korte Film.

PO 5: Kunst van het overtuigen 17


Opdrachtendossier

P.O. 5: Korte film

Opdracht
Je gaat in een groep een korte fictie film maken. De film duurt 5-10 minuten. Je groep
bestaat uit 3-5 personen. Eisen voor de inhoud:
1. Het is een fictieve film met een duidelijke verhaallijn (begin, midden, einde);
2. Je baseert je film op een filmgenre, één van de 7 basisplots voor een film zoals
opgesteld door Christopher Booker en/of op één van de elf dimensies uit domein B
van het examenprogramma van CKV;
3. Het thema van de film is ‘suspense’;
4. Je gebruikt een beroemde filmquote in je film: als titel, als verhaallijn, of als tekst
van één van je personages.
Voor het maken van de film wordt je geleid door het stappenplan van preproductie,
productie en post productie, zoals uitgelegd in hoofdstuk 4.

LET OP: lees de hele opdracht goed door. Kijk bijvoorbeeld ook alvast naar het
beoordelingsformulier.

Presentatie
Als we in de les de films tonen, krijg je als groep 2-3 minuten de tijd om je film in te
leiden. Je vertelt kort waar de film over gaat, en hoe jullie de film gemaakt hebben. Je
mag dit als groep doen, maar je mag ook één persoon uit de groep kiezen. Eventueel
kun je ook pas na de filmvertoning vertellen hoe je de film gemaakt hebt.

Na de laatste filmvertoning zullen we in de klas stemmen op de Oscar Voor Beste Korte


Film.

Inlevervorm
De korte film wordt op één van de volgende wijze ingeleverd:
1. Via Magister en een Youtube link.
2. Op USB stick, laat dit dan met een briefje in het postvak van je docent leggen;
3. Als bijlage in een e-mail (kan alleen als het bestand niet te groot is);
4. Als link naar een YouTube filmpje (let op de privacy instellingen!), gemaild naar je
docent.

Inleverdatum
Eindresultaat maandag 9 april 2018, de films worden vertoond in de lessen van 10 en 13
april.

PO 5: Kunst van het overtuigen 18


Beoordelingsformulier
Beoordelingspunt Beschrijving Te Behaalde
behalen punten
punten
Pre productie Het productieplan is helemaal af en op 3
tijd ingeleverd. Het is een goed
werkend, gedetailleerd plan. Er is een
goed script en storyboard voor de film.
Het verhaal is origineel en voldoet aan
de eisen voor een korte film.
Productie De film is met zorg gefilmd. Er is 3
aandacht besteedt aan allerlei aspecten
van mise-èn-scene en cinematografie.
Post productie De film is goed en met zorg 3
gemonteerd. Er is aandacht besteedt
aan de verschillende aspecten van
geluid en montage.
Productieproces De groep heeft goed samengewerkt aan 1
de film. Iedereen heeft zich evenveel
ingezet en tijdens de lessen is er steeds
hard gewerkt.
Totaal 10

PO 5: Kunst van het overtuigen 19


Bijlage 1. Werkblad Productieplan

Werkblad CKV P.O. 5 Productieplan

Groepsleden

1. Filmbasis

Welk genre, basisverhaal of dimensies uit het examenprogramma van CKV gebruiken jullie als basis voor jullie
film?

2. Filmquote

Welke filmquote gebruiken jullie voor jullie film? Hoe verwerk je die in de film?

3. (Werk)titel film

Hoe gaat jullie film (voorlopig) heten?

4. Story

Beschrijf kort de story.

PO 5: Kunst van het overtuigen 20


5. Plot

Beschrijf kort het plot.

6. Script

Werk het script uit en lever dit mee als bijlage bij het productieplan.

7. Storyboard

Werk het storyboard uit en lever dit mee als bijlage bij het productieplan.

8. Crew

Welk lid van jullie groep doet wat? Wie is de regisseur, cameraman, enzovoorts?

Groepslid Taak

PO 5: Kunst van het overtuigen 21


9. Cast

Welke acteurs spelen welke rol in jullie film?

Acteur Rol

10. Benodigde materialen

Welke props, kostuums, decor, grime, en filmmaterialen, zoals een camera, hebben jullie nodig, en welk lid
van de groep levert dit?

Nodig Wie levert het?

PO 5: Kunst van het overtuigen 22


11. Filmlocaties

Op welke locaties gaan jullie opnemen, en moet hier iets voor geregeld worden, zoals het vragen van
toestemming voor het gebruik van de locatie?

Locatie Te regelen

12. Productieplan

Geef aan welke scene jullie waar, wanneer en met wie gaan opnemen, en welke spullen je daarvoor nodig
hebt.

Scene Locatie Datum en tijd Cast en crew Benodigdheden

PO 5: Kunst van het overtuigen 23


13. Overige

Ruimte voor overige zaken en opmerkingen. Niet verplicht om in te vullen.

PO 5: Kunst van het overtuigen 24


Bijlage 2. Werkblad Storyboard

Werkblad CKV P.O. 5 Storyboard

Groepsleden (Werk)titel film

PO 5: Kunst van het overtuigen 25

Das könnte Ihnen auch gefallen