Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
De Watervulkaan
Oververhitting van economie en natuur
""
.‘
'
_
‘ A
Contour Communication bv
Druk: Koninklijke Drukkerij C.C. Callenbach B.V., Nijkerk
Uitgeverij: Contour Communication bv, Almere
Copyright 2007: Hans van Berendonk
NUR-code 781
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan
op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet 1912j° . Besluit van 27
november 2002, stb. 575 dient men daarvoor wettelijk verschuldig-
de vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te
Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB). Voor het overnemen van
gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere
compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot
de uitgever te wenden.
Hflekfing
Voorwoord 10
Hoofdstuk 1 Nederland 13
Lüeratuur 121
Weblinks 123
De watervulkaan
Een rare titel; dat bestaat toch niet?
Nee, maar voor mij krijgt het woord steeds meer bestaansrecht.
Het (zout)water dat stijgt, het (zoet)water dat smelt, terwijl we het
zo hard nodig hebben om te overleven. De groei van de economie
en de wereldbevolking die als lavastromen over de aarde heen
gaan.
En de eruptie van moeder aarde die niet langer met zich laat
sollen, trilt en rookt en ons waarschuwt voor ons gedrag.
We leven onder de rook van de vulkaan aarde die ons met water
dreigt te overspoelen. We leven op een watervulkaan!
Voorwoord
Een planeet; twee vragen!
1 Hoe gaan we om met de economische groei in de wereld?
2 Hoe gaan we om met de veranderingen in het milieu?
11
Hoofdstuk 1 Nederland
Op 12 februari 2004 geeft Prof. Dick Kn00p‚ internationaal erkend
klimaatdeskundige en verbonden aan de VU. van Amsterdam, bij
Nova op de Nederlandse televisie een duidelijke waarschuwing;
13
Foto's boven:
@ MDA Federal Inc. en Brian Fisher / Renewable Fi/m5.
De opvolger van Erwin Krol, Nicolaas Jansen geeft in het acht uur
journaal op zondagavond een ernstige waarschuwing voor de
komende donderdag. Het samenvallen van een verwachte storm
op de Noordzee en volle maan (hoogwater) zal een gevaarlijke ‘
op de Noordzee.
Op het Ministerie van Binnenlandse Zaken komt een crisisstaf bij-
een. Naast de vaste adviseurs en ambtenaren worden ook de direc-
teur van het K.N.M.l.; een hoge ambtenaar van het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat, T.N.O. etc. uitgenodigd.
Met ongeloof en verbijstering worden de voorspellingen bespro-
ken. Wat te doen?
De bestaande rampenplannen hebben hier geen rekening mee
gehouden. Tot nu toe heeft men vertrouwd op de bestaande
bescherming via de Deltawerken. Een stormvloed met dergelijke
consequenties zou zich hooguit eens in de 500 jaar voordoen.
15
De “‘pak-je-spullen” kaan
gang gezet! !!
Het zal jaren duren voordat ze weer kunnen terugkeren, als ze ooit
-____
17
Oudejaarsdag 31 december 2006. Buitenhof zendt op deze laatste
dag van het jaar een thema-uitzending met Pieter Winsemius,
voormalig Minister van VROM, Adriaan Geuze, directeur van
bureau West 8 en professor landschaps-architectuur aan de
Harvard Universiteit, en Frans Klein, specialist waterbeheer aan
WL / Delft Hydraulics (vroeger bekend als Waterloopkundig
Laberatorium) uit met als onderwerp:
18
iNieuwe Kustvisie Noordzee, Îi
'
ding van VPRO's Buitenhof op
31 december 2006.
Copyright:
ÈWest 8 urban design Iand_
ì
&
i
scape architecture b.v.
i
de Nederlandse kust
l_
n_
20
De helft van alle Nederlanders woont in een gebied dat onder de
zeespiegel ligt. Stel dat de zeespiegel met 25 of 45 cm stijgt de
komende jaren? Of misschien wel met een meter?
21
Hoofdstuk 2 Onze wereld
Hoe goed kennen we eigenlijk onze eigen wereld?
Steeds meer is de constatering dat, terwijl we leven in een informa-
tietijdperk, onze kennis over diezelfde wereld zeer bescheiden en
gering is. De hedendaagse mens richt zich voornamelijk op zichzelf
en de zijnen. | pod, mobile telefoons en flatscreens zijn voor de
—
23
de laatste ontwikkelingen. De Amerikaanse netwerken gaven het
slechts als mededeling, ongeveer 20 seconden in ”primetime".
24
planeet aarde. We ontdekken dat we eigenlijk een waterplaneet
zijn. 70% van onze planeet is bedekt met zeeën en oceanen (onge-
veer 360 miljoen km2 ) en slechts een derde van de aarde is land.
25
Iran en Irak) zijn ontcijferd en geven ons een beeld van een vorm
van samenleving met regels, een regering. Dit is voor het eerst dat
we in de vorm van schrift een verslag krijgen van onze geschiede-
nis. Alles wat daarvoor met onze voorouders is gebeurd, blijft voor
ons in de duisternis van de Prehistorie verscholen.
Op zich kennen we dus slechts 2% van ons bestaan en dat nog
slechts fragmentarisch; hoewel we vanaf dat moment spreken van
de geschiedenis van de mensheid.
Terugblik in de tijd
5000 jaar voor onze jaartelling begint onze
cultuur zich te ontwikkelen
'De eerste steden i
l
l
350000 v.C.
:
l
l
s.ooo v.C.
:
l
T
o
__
l‚
|
'
.
zooo
26
50 mensen leven ze als jag'er en verzamelaar. Ze hebben nauwelijks
contact met andere groepen.
In 2005 zijn er in het Amazonegebied nog twee van dit soort stam-
men gevonden; mensen die nog nooit contact hebben gehad met
de buitenwereld.
27
De derde dimensie duurt 50 jaar
Nu zijn we in de vierde dimensie die slechts enkele decaden oud is,
maar al volwassen.
28
misch belang van een derde van de Amerikaanse economie
omvatten.
. Nanotechnologie wordt nu reeds commercieel toegepast in
meer dan 900 producten; van verf tot voedsel. Dit gebeurt ter-
wijl de implicaties voor het menselijk lichaam en het milieu nog
niet volledig bekend zijn en de voorlopige conclusies van de
onderzoeken ernaar op zijn minst omstreden zijn.
0 De gemiddelde Ievensverwachting van de mens zal nog verder
Nanotechnologie
29
Tegenwoordig is de focus echter meer gericht op twee andere fac-
toren die een ongekende invloed zullen hebben op onze toekomst
zowel op korte (10-20 jaar) als middellange (40-80 jaar) termijn.
Als eerste:
0 Hoe gaan wij om met de huidige en toekomstige groei van de
nieuwe industrialiserende landen. Op de eerste plaats China
maar ook India, Brazilië, Rusland, Zuid-Afrika, Indonesië,
Turkije, Mexico, Vietnam etc.
Ten tweede:
. Hoe gaan we om met de klimaatveranderingen, de stijging van
de zeespiegel, de wateroverlast door toenemende neerslag de
overstromingen en andere zich steeds vaker voorkomende
natuurrampen als stormen, tsunami's, vulkaanuitbarstingen,
etc.
30
Hoofdstuk 3 Het Rijk van het Midden
Het Rijk van het Midden ligt in het oostelijke gedeelte van Eurazië.
De geschiedenis van China bestaat uit tradities en een cultuur die
al 5000 jaar oud is en die zich kan meten met de oudste bescha-
vingen uit het Midden Oosten.
Deze beschaving is voornamelijk agrarisch georiënteerd en
beschouwt de wetenschap en de technologie als instrumenten voor
de transformatie van de samenleving.
De elkaar opvolgende dynastieën bemoeien zich met het eigen rijk
en hebben geen pogingen gedaan om, zoals de Europese mogend—
heden, hun gezag uit te breiden naar andere landen.
Een veel gemaakte historische fout is de invasies van de Hunnen te
beschouwen als zijnde veroveringen van de bewoners van het
Middenrijk.
Na Marco Polo, die als eerste contact maakt met het Rijk van het
Midden, zijn het de Portugezen die zich in 1514 voor het eerst ves—
tigen in Macon, aan de zuidzijde van China. Dit is een begin van
een langzaam uitdijend contact met de Europese landen.
Het einde van de Tweede Wereldoorlog is voor China ook het einde
van meer dan een eeuw van onderwerping aan de westerse
mogendheden. Maar het is ook het begin van een burgeroorlog.
Na drie jaar bereiken de communisten in een lange mars Peking.
31
In 1949 ontstaan er twee China's: Mao Zedong roept de
Chinese Volksrepubliek uit en Tsjang Kai-chek begint zijn lange
‘? m' 'm'
'
Ë
.;
:
r—…\__ij
‚‚…
&…
32
China verbreekt alle contacten met het westen en begint de verlo-
ren tijd in te halen. Wetenschap en technologie worden de drijvers
van een grootscheepse verandering van de Chinese samenleving.
De aloude tradities worden overboord gezet en de bevolking ont-
snapt uit het oude feodale stelsel van de Mantsjoerijnen.
Het Rijk van het Midden is dan nog lang niet zover. Het zal tot 1980
duren voordat Deng Xiaoping China naar haar grote sprong voor—
waarts zal leiden.
33
Het is een geruisloze revolutie, zonder rood boekje, die Deng
Xiaoping inleidt. In 1977 wordt het spreekverbod opgegeven en
krijgt het Chinese volk voor twee jaar de gelegenheid om haar
grieven en gevoelens te uiten op de Muur van de Democratie. Met
subtiliteit, bevoegdheid en scherpzinnigheid draait hij de maoïsti—
sche bladzijde in de Chinese ontwikkeling voorzichtig om. Zonder
een persoonlijkheidscultuur te ontwikkelen of alle macht naar zich
toe te trekken, weet hij een "Chinese lente" te creëren.
Wat maakt het uit of de kat wit of grijs'l$‚ zolang hij maar muizen
vangt! ‚ _ Deng Xiaoping
I'üet debatteren! …
Deng X1aapmg
Er is geen andere waarheid dan de feiten en het debat dient tot niets.
ïaogmgyznglmí— …tpmmtmsgehenmenversîmefpe
krachten '
DengX:aopmg
De Chinese leiders, maar ook de CEO's van de grote bedrijven, ver—
mijden stelselmatig om de aandacht te trekken over hun veronder-
stelde mogelijkheden.
34
Door een zeer laag profiel, onderdanig en bescheiden gedrag
hebben ze ons in slaap gesust. Intussen is China anno 2007 klaar
om zich te meten met het Westen op alle gebieden van de weten-
schap en de technologie.
Een recent voorbeeld van de Chinese bescheidenheid blijkt uit het
feit dat in de derde week van januari 2007 geen enkel staatsmedi—
um melding maakt van de geslaagde proeflancering van een nieu-
we Chinese raket waarmee een Chinese weersatelliet op 800 km
hoogte wordt vernietigd.
35
Het zijn bovenstaande principes en nog een bescheiden aantal
andere die de leidraad vormen van een stille en geluidloze veran-
dering van de Chinese samenleving.
Geen Russische toestanden, zoals het transformatieproces in de
voormalige USSR onder Gorbatsjov die met perestrojka (: herstruc-
turering) en glasnost (: transparantie) een politieke en economi-
sche omwenteling heeft teweeggebracht. Dit proces leidt tot het
uiteenvallen van de USSR, een tienjarige economische crisis, een ”
brain drain" (een leegloop van intellectuelen naar andere landen),
een plundering van zijn technologie, corruptie en de ineenstorting
van het bestaande sociale systeem, waardoor de tegenstellingen
tussen arm en rijk enorm zijn toegenomen.
China heeft zich hersteld na een eeuw van buitenlandse inmenging
en is in zeker opzicht teruggevallen in de oude structuren van het
klassieke Middenrijk. Een nieuwe dynastie van technocraten en
bureaucraten regeert het enorme territoir en zijn bevolking en laat
langzaam de teugels varen.
De opvolgers van Deng Xiaoping, Jiang Zemin en de huidige presi—
dent Hu Jintao hebben de ingeslagen weg voortgezet.
Deze weg moet de bijna 1,3 miljard Chinezen naar een betere en
rijkere toekomst leiden. Een proces in etappes; niet iedereen kan,
nu en direct, profiteren van het transformatie proces. Het grootste
deel van de Chinese bevolking leeft nog op het platteland, vaak
onder barre omstandigheden. De trek naar de steden is enorm,
maar wordt ontmoedigd door de autoriteiten.
36
De verwachting is dat tus$en nu en 2015 meer dan 300 miljoen
Chinezen naar de steden trekken. Een volksverhuizing als deze kent
zijn gelijke niet in de geschiedenis. Het legt ook een enorme druk
op de Chinese overheid om in een ongekend hoog tempo nieuwe
voorzieningen te treffen; wegen, spoorlijnen, bruggen in huizen,
scholen, universiteiten, fabrieken, ziekenhuizen, winkels, openbare
voorzieningen, enzovoort. Een lange lijst die geen einde kent.
37
Het Chinese transformatiemodel
Deng Xiaoping heeft zich in zijn handelen en doen laten inspireren
door zijn kleine buren in de Zuidoost Aziatische regio. In de jaren
zeventig en tachtig hebben Zuid Korea, Taiwan, Hongkong en
Singapore een economische groei van meer dan 10% per jaar
gedurende een lange reeks van jaren weten te bereiken.
Deze vier Aziatische tijgers hebben allen een aantal gemeenschap-
pelijk kenmerken.
. Een economisch groeimodel gebaseerd op export naar de ont-
wikkelde landen.
° Een beperking, zeker in de beginjaren, van de importen en een
beperking van de binnenlandse consumptie. Op deze wijze ont—
staat een handelsoverschotdat wordt omgezet in investeringen
ten behoeve van de productiesectoren en de infrastructuur.
0 In aanvang een autoritair politiek regime, met weinig demo—
cratische elementen.
38
:
?
Traditionele p-lannìngscycll
lllllllllllllll
$ *
! | 1
12345 57891011‘121314î5
39
Het klein- of middensegment op de Amerikaanse markt bestaat
niet. De industrie reageert dan ook niet en gelooft niet in deze
Aziatische bedreiging.
Het zelfde verhaal gaat op in Europa.
Mercedes Benz is de trendsetter en het voorbeeld voor het groot-
ste deel van de Europese automakers. Wat te denken van die klei-
ne middenklasse auto’s uit Japan. Ze zijn wel compleet; standaard
worden veel zaken die voor de Europese fabrikanten als opties gel—
den, meegeleverd met de standaardmodel/en. Een ander feno-
meen doet zich ook voor.
De Japanse modellen volgen elkaar zeer snel op. Gemiddeld wordt
er binnen 3 of4jaar weer een nieuw model op de markt gebracht.
De Europese fabrikanten hebben minstens 7 jaar nodig voordat
een model wordt vervangen door zijn opvolger. (Sommige model-
len hebben in Europa schijnbaar het eeuwige leven, zoals Citroen
met zijn 2CV, Opel met zijn Kadett, Volkswagen met zijn Golf of
Volvo met zijn 240-model)
De eerste en de tweede energiecrisis zijn aanleiding om andere
eisen aan de motoren van de auto’s te stellen.
De Europese Unie vaardigt nieuwe emissie—eisen uit. De Europese
auto—industrie stelt alles in het werk om tijd te winnen. Het zijn de
Japanners die al over de juiste motoren beschikken en ook al aan
de strenge Amerikaanse eisen voldoen.
Het is een proces in fasen. In het begin zijn de importen bescheiden
200 tot 300 duizend wagens op een totale Europese productie van
op dat moment 11 miljoen wagens. De aantallen nemen toe naar
850.000 wagens en op een gegeven moment worden er 1.300.000
auto 's geimporteerd.
40
beert te verzachten, en de Japanners maken van de voormalig
Britse fabrieken assemblageha/Ien. Het mes snijdt voor de
Japanners aan twee kanten. Ze krijgen overheidssteun en ze ver-
minderen de zware importheffingen die aan de buitengrenzen van
de Europese Unie worden geheven op geimporteerde wagens.
Het is dan nog een kleine stap om de wagens in Europa te gaan
produceren. (Denkt u maar aan Born in Limburg.)
Een strategie die op de lange termijn heeft gewerkt.
41
In 2004 beleeft Nederland een primeur. De eerste Chinese auto
wordt, door bemiddeling van de Nederlandse ondernemer Joep
van de Nieuwenhuyzen,op de markt gebracht. De Landwind wordt
een regelrechte flop. Het is een verouderd concept en uit consu-
mententests blijkt dat de wagen levensgevaarlijk is. Een marketing—
flop van de eerste orde.
Maar alle begin is moeilijk en de praktijk is de beste leermeester.
De Chinese regering gaf een duidelijke instructie aan de auto-
mobielindustrie; dit nooit meer, anders krijg je geen exportvergun—
mng.
42
10 jaar. Maar ook een behoefte om deze auto's te laten rijden. Het
dwingt de Chinese autoriteiten en het Chinese bedrijfsleven om
nieuwe technologieën in te zetten om zuinigere auto's te produce-
ren om de toch al niet te bevredigende vraag naar energie in te
dammen.
De productie van auto’s bedraagt in 2006 meer dan 7 miljoen
auto's, dat is al meer dan in Duitsland. Ook worden er wagens
geëxporteerd naar andere landen. In het Midden—Oosten, Afrika,
Zuid Amerika en het voormalige Oostblok zijn de Chinese model—
len al ingevoerd.
Het wachten is op het moment dat de oversteek gemaakt gaat
worden naar de Verenigde Staten en Europa, de continenten met
de hoogste eisen en ervaring op automobielgebied.
Eerst gebeurt het in Sjanghai en als het daar lukt, wordt het uitge—
spreid over de rest van het Rijk van het Midden. Daarmee is
Sjanghai de graadmeter van wat er gaat gebeuren in China.
De stad vestigt het ene record na het andere.
De investeringen zijn gigantisch, hoewel de laatste cijfers van het
jaar 2006 wat gematigder zijn dan die van 2005. ln de bouwsector
43
bijvoorbeeld zijn de investeringen in fabrieken, huizen, kantoren
en wegen slechts met 8% toegenomen, in vergelijking met 15%
toename in 2005.
45
° De weg naar welvaart
Het gemiddelde inkomen is gestegen met 82% voor de mensen die in
de steden wonen, op het platteland is het gestegen met 40%. De
tegenstellingen blijven echter bestaan. Het gemiddelde loon in de stad
is 3,2 keer hoger dan op het platteland, wat een duidelijke reden is om
de trek van het platteland naar de stad te verklaren. De toename van
de welvaart weerspiegelt zich ook in de productie in de industrie. De
aantallen huishoudelijke apparaten die worden geproduceerd zijn met
sprongen omhoog gegaan: koelkasten met 291%, kleuren televisies
met 270%, wasmachines met 187% en airconditioners met 682%.
Het gebruik van de mobile telefoon is toegenomen met 2531 % en
bedraagt in 2004, 335 miljoen telefoons.
° Vrouw gezocht
De bevolking groeit met 5% naar 1,3 miljard mensen. Kijken we
naar de verdeling van die bevolking, dan zien we een groot pro-
bleem. Er zijn meer mannen dan vrouwen in China. Volgens de
laatste telling uit 2000 worden er 117 mannen geboren op 100
vrouwen. De onbalans stamt nog uit de jaren 1980 en later, door
geboortebeperking en een voorkeur voor jongens boven meisjes.
Er zijn nu meer mannen dan vrouwen tussen de 24 en 34 jaar Het
is inmiddels een groot sociaal probleem geworden om een vrouwe-
46
Bovenstaande tabel en onderstaande grafiek proberen een weer-
gave te geven van de groei van de laatste 24 jaar. Met als startpunt
1980 (=100) zijn de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Product,
de primaire (mijnbouw en agrarische productie), secondaire (indus-
trie) en tertiaire (diensten) sectoren en het Bruto Nationaal Product
per hoofd van de bevolking weergegeven.
Spectaculair is de toename van de laatste 10 jaar in de tertiaire sec—
tor. Het begin naar een meer servicegerichte samenleving is begon-
nen. Het inkomen van de gemiddelde Chinees is de laatste 24 jaar
bijna 23 groter geworden. Het Bruto Nationaal Product van China is
in 24 jaar dertig maal groter geworden. De toename in de primaire
sector is voornamelijk ten behoeve van de explosieve bevolkingsgroei
47
'...
%
nieuwe baas weet het voor elkaar te krijgen dat hij de productie
van zijn fabriek ook buiten de provincie, in heel China mag gaan ;
Van 1991 tot 1998 gaat de ontwikkeling verder door o.a. de over- Ê
48
"the doelstelling is de nummer drie van
—
de wereld te worden."
De omzet van de top 500 ondernemingen maakt een groot deel uit
van het Chinese BNP, namelijk 77,04% in 2004.
*
'
___!
2004
Omzet
X 5 ;_
< 110111}.
‘15ü'te- Grid Corp. of China
.
58.352
_
2 China— National Petroleum Corp. (CNPC) 57.426
3 China Petrochemical Corp. (Sinopec) 56.385
4 lndustrial and Commercial Bank of China 21.064
5 China Mobile Communications Corp. 20.766
6 China Life lnsurance Co. 19.538
7 China Telecom 19.466
National Chemicals Import & Export Corp.
8 China 18.847
%
9 ChinaConstruction Bank 18.670 ‘
‘
14 China National Cereals, Oils & Foodstuffs l & E Corp. 13.291 ‚Ï
l
18 Dongfeng Automobile Co. Ltd. 10.878
19 Haier Group 9.744
.
49
Achttien Chinese bedrijven maken deel uit van de Fortune Global
500 in 2004. In 2006 zijn het al 20 bedrijven.
nr 1 miljoen Α
23 98784
Î
1
Sinopec
2 State Grid 32 86984
3 China National Petroleum 39 83556
4 lndustrial & Commercial Bank of China 199 29167
5 China Mobile Communications 202 28777
6 China Life Insurance 217 27389
7 Bank of China 255 23860
8 Hutchison Whampoa 259 23474
;
9 China Southern Power Grid 266 23105
10 China Construction Bank 277 22770
China Telecommunications 279 22735
‘5
11
12 Baosteel Gro-up 296 21501
13 Sinochem 304 21089
14 Agricultural Bank of China 377 17165
15 China Railway Engineering 441 15293
16 corco 463 14653
17 China First Automotive Works 470 14510
'
€
18 Shanghai Automotive 475 14365
19 China Railway Construction 485 14138
20 China State Construction ‘
486 14122
From: Fortune the July 24, 2006 issue
50
Ter vergelijking: India telt 'slechts 6 ondernemingen in 2006 in de
Global Top 500, Nederland heeft 14 ondernemingen genoteerd
inclusief Mittal Steel, die geregistreerd staat als Nederlandse
onderneming.
Het Chinese succes van de laatste 20 jaar is terug te leiden naar een
drietal fatoren die, in samenhang met elkaar, het huidige ontwik-
kelingspeil van China bepalen. Ten eerste heeft de versoepeling
van de migratieregels ertoe geleid dat de verstedelijking enorm is
toegenomen. Met een urbanisatiegraad van 40,5%, is China nog
niet op het Aziatische niveau van landen die een vergelijkbare ont-
wikkeling meemaken. De verwachting is dan ook dat deze tendens
zich nog zal voortzetten en er nog 250 miljoen plattelanders zich
vestigen in de stad.
51
Hoofdstuk 4 Een nieuwe wereld alliantie?
Op 1 oktober 2003 verschijnt er een rapport (Global Paper 99) van
Goldman Sachs, de Amerikaanse zakenbank. In het rapport wordt
een voorspelling en berekening gemaakt van de economischeont-
wikkelingen van een aantal landen.
Het is in dit rapport dat voor de eerste keer de term BRIC—landen
wordt gebruikt. De BRIC—landen staan voor Brazilië, Rusland, India
en China.
De BRSIC’S —
landen
Binnen 30 of 40 jaar zijn de economieën
van de Brio —- landen:
*
53
Het tempo van de veranderingen is enorm; de Chinese economie is
al groter dan de Britse en Duitse economie; India zal binnen 10 jaar
Italië en Frankrijk voorbij streven; en in 2039 hebben deze econo-
mieën een omvang die groter is dan de gezamenlijke 66 econo—
mieën. (De 66 bestaat uit; de Verenigde Staten, Japan, het
Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Italië). Let op: we pra-
ten over de omvang van de economie, het wil niet zeggen dat de
bevolking hetzelfde welvaartspatroon heeft als in de 66 landen.
Maar de combinatie van een grote bevolking en economische groei
maakt dat deze economieën zo groot worden.
"‘"“
‘…
1 .| HIfl—
Hai
.
Brazilië
Eric's
ä-ÉIIIII'Ê
UKGER T Ff JPN
-…
USA 'ìw Î;ì {??-BB
54
In Rusland zal er waarschijnlijk op termijn een welvaartsniveauont-
staan dat vergelijkbaar is met landen als Italië of Frankrijk
In het jaar 2050 zal het inkomen per hoofd van de bevolking in
China ongeveer hetzelfde zijn als in Zuid—Korea nu; terwijl in de
Verenigde Staten het inkomen zal stijgen naar een niveau van
580.000 per hoofd van de bevolking.
Het rapport geeft in zijn model een overvloed van cijfers en statis—
tieken. De vraag is echter of het nog reëel is. Sinds 2003 is er al
weer veel veranderd. De groei van de diverse economieën gaat
sneller dan toen is berekend. Alleen al China heeft een economi—
sche groei die de laatste jaren veel hoger is dan in het rapport
wordt aangenomen. Het beeld dat geschetst wordt heeft ook
grote betekenis voor Europa en Nederland.
De individuele economieën van Europa, zoals Italië, Duitsland en
het Verenigd Koninkrijk, die nu nog in de G6 een wereldrol spelen
vallen in het niet bij de nieuwe giganten. Alleen als de Europese
Unie als geheel genomen wordt is er nog sprake van enige econo-
mische betekenis. Europa dreigt in de toekomst nog slechts een
regionale betekenis te gaan spelen en haar dominante positie van
de laatste eeuwen voorgoed te gaan verliezen.
55
De BRIC-landen zijn meer dan een virtueel begrip. Naast hun eco-
nomisch potentieel, groeit ook hun politiek en militair potentieel.
De huidige Russische president Vladimir Poetkin is een groot voor—
stander om de samenwerking met de overige partners van de BRIC—
groep verder uit te bouwen tot een mogelijke coalitie. Het huidige
politieke klimaat met alleen de Verenigde Staten als supermacht
en wereldpolitieagent kan door een dergelijke coalitie omge-
bouwd worden. India, China en Rusland delen een gemeenschap-
pelijke visie op deze Multi-polaire wereld, gebaseerd op het princi-
pe van de onaantastbare soevereiniteit van de staat en het niet
inmengen in binnenlandse aangelegenheden. In zeker opzicht zijn
deze landen meer complementair dan elkaars tegenstanders;
Rusland op het gebied van energie en militair, China op industrieel
gebied, Brazilië op landbouwgebied en India op informatica.
Brazilië
De Economische kampioen van Latijns Amerika
Agrarische grootmacht in staat om China te voeden (soja)
Rusland
Het grootste grondgebied van de wereld, rijk aan primaire grond- j
stoffen
Tweede olieproducent van… de wereld
Tweede militaire grootmacht van de wereld
Een zeer geavanceerde wapenindustrie en leverancier van militaire ‚
India
Tweede wereldgrootmacht op het gebied van software en infor—
matzesystemen
China
De fabriek van de wereld, en binnenkort misschien ook de ontwer—
‘
56
De Tijger en de Draak
India, de tijger, en China, de draak, hebben dankzij hun enorm
potentieel en hun dynamiek de mogelijkheid om de wereld econo—
mie van de 21ste eeuw te transformeren. De bevolking van beide
landen is jong, samen hebben ze eenderde van de totale wereldbe—
‘
57
-tiigerendedraak
Econornr'e' ! schaal eenheid China India ratio
'
' ,
'
' ‚
* mii}ard 1,3 1,1 1,2
Groei van de beveiking ** % 0,6 1,4 0,4
Levensverwachting
’
$ ‘
Reserthorex‘) ‚
* »
-
-
'
* ‘-müìaemn 123 60 „2,1 '
-
**** mäjnenen 41,7 3,4 12,3 ‚
*** =Unkä200?
.
2066 ****_=…Wdï…” ‘,
58
haar betalingsbalans weten te realiseren en een geweldige valuta-
reserve opgebouwd. De aantrekkelijkheid van haar economie komt
nog eens duidelijk tot uiting in het enorme kapitaal dat China
heeft weten aan te trekken uit het buitenland (FOI), ruim 10 keer
meer dan India.
De opkomst van de nieuwe media als mobiele telefonie en het
gebruik van internet lopen in India achter, terwijl het land toch uit-
blinkt in de ontwikkelingen op het gebied van ICT.
Opvallend is ook de achterstand die India heeft op het gebied van
het toerisme. China weet 12 keer meer toeristen aan te trekken
en daarmee ook haar inkomsten en buitenlandse valuta uit te
breiden.
De tegenstelling kan alleen maar groter worden door de
Olympische Spelen in 2008 en de Wereldtentoonstelling van 2010
die China wederom in het aandachtsveld van de internationale
(toeristen)wereld zal plaatsen. Beide evenementen zullen door de
Chinese regering gebruikt worden om een visitekaartje af te geven
van de modernisering en voorspoed van het land.
59
gebieden van software, ontwerp, dienstverlening en “precision
industry". China is en blijft dominant in massa—productie: het
bouwt elektronicafabrieken en zware industriële complexen voor
multimiljarden dollars. De management-kwaliteiten en technische
vaardigheden in beide landen nemen dagelijks toe en worden
belangrijker dan het goedkoop kunnen assembleren van aangele-
verde westerse concepten.
India heeft een grote voorsprong in de informatietechnologie; er
werken bijna miljoen mensen in deze sector. Daarnaast zijn er
1
60
Daarmee is China, volgens de UN Conferentie voor Handel en
Ontwikkeling, het meest aantrekkelijke land voor buitenlandse
ondernemingen om R&D activiteiten te ontwikkelen.
China staat nu op de tweede plaats, achter de Verenigde Staten, en
voor Japan, met investeringen in R&D.
"We came-'to India for the costs, we stayed for the quality, and
we're now investing for the innovation “. ScheinmanlCìsco
61
Europese landen nu: een verouderende bevolking met een beperk-
te oudedagsvoorziening en stijgende gezondheidskosten.
India heeft nu meer dan 500 miljoen mensen jonger dan 19 jaar en
een veel hoger geboortecijfer dan China. Rond 2050 zal de bevol-
king van India zijn toegenomen naar 1,6 miljard mensen en heeft
het land ruim 240 miljoen meer werkenden dan China. Dit enorme
potentieel kan echter ook tot onrusten een instabiliteit leiden als
India haar achterstand in het opbouwen van een goede infrastruc—
tuur niet voortvarend ter hand neemt. Indien de Indiase overheid
het ondenrvijssysteem verbetert en toegankelijk maakt voor de
grote massa en in staat is om meer werkgelegenheid te scheppen,
ziet het Indiase toekomstmodel er beter uit dan dat van China.
De ‘Next 11'
De meeste aandacht gaat op dit moment uit naar China gevolgd
door Rusland en daarna India en Brazilië. Achter deze kopgroep
van ‘emerging markets’, is echter een tweede groep van landen die
ook in de verdere toekomst een belangrijke rol kan gaan spelen.
De ‘Next 11', zo heet deze nieuwe groep, bestaat uit 11 landen die
een toekomstig potentieel hebben om een belangrijke rol te gaan
spelen in de verdere uitbouw van de globalisering.
De mogelijkheden van deze groep landen worden mede bepaald
door hun vermogen om buitenlands kapitaal aan te trekken en
hun bereidheid om de noodzakelijkepolitieke en economische her-
vormingen door te voeren. Rusland, Brazilië en Mexico hebben al
buitenlands kapitaal kunnen aantrekken. Maar vaak bestaat er een
weerstand om in bepaalde sleutelsectoren industrieën of staats-
bedrijven te privatiseren en buitenlands kapitaal en invloed te tole—
reren.
62
Erics en N‘lÎ
Bevolking BNP 200506 BNP Urbani- FDl
mln mln groei per hoofd satie % BNP «
BRlC's
í8razilië 186 966 3,6 5.176 84,2 1,9
Rusland 143 763 6,8 5.349 73,3 3,4
ï
__
Vergelijk
, Nederland 16 662 2,9 40.552 89,5
Frankrijk 63 2.227 2,4 35.335 75,5
'
USA
naar IMF
300 13.262
data statistics; 2006 estimated
3,4 44.314 77,2
__
De draak en de struisvogel
De banden tussen China (de draak) en Afrika (de struisvogel) date—
ren al uit de tijd van de Ming dynastie. De Chinese admiraal Zheng
He (1371-1435) heeft al handelsreizen naar Afrika gemaakt. Thee,
zijde en aardewerk worden geruild voor specerijen en andere loka—
Ie specialiteiten.
Sinds 1948 heeft China economische hulp aan 53 Afrikaanse landen
geboden. De schuldenlast met 51,4 miljard verlicht, 56,0 miljard
geïnvesteerd en er zijn meer dan 800 Chinese bedrijven actief op
63
het continent, aldus officiële bronnen. Op 4 en 5 november 2006
zijn 45 Afrikaanse regeringsleiders te gast in Beijing voor het
Forum over Chinees—AfrikaanseSamenwerking. Tijdens de bijeen-
komst staan bijna 2500 aparte samenwerkingsovereenkomstenop
de agenda. Het handelsvolumetussen Afrika is in 2005 opgelopen
tot meer dan 540 miljard dollar.
65
hebben een voortdurende honger naar grondstoffen. De investerin—
gen (FDI) in Afrika zijn toegenomen en dit geeft het continent ook
toegang tot technologie, opleidingen voor nieuwe vaardigheden en
toegang tot de wereldmarkt. Hierdoor worden de Afrikaanse han—
delsmogelijkheden verbeterd. De toegang tot de Indiase en Chinese
markt voor Afrikaanse producten is verbeterd, maar ook de concur-
rentie op de eigen markt is toegenomen. Het Afrikaanse continent
wordt overspoeld met allerlei producten uit India en China, van sim-
pel keukenmateriaaltot bussen en vliegtuigen. Maar ook biedt de
samenwerking de Afrikaanse investeerders en ondernemers de kans
om goedkope en aangepaste kapitaalgoederen aan te schaffen.
. _;.________ __ __ ., ……„___
í
…
0 ‘K!»
__Nationsworld
__y_ _
zóoo
'
3000
‘nu…
… 5033
m
Bron. United
”
69
Het zijn de Aziatische en Afrikaanse landen waar de bevolkingstoe-
name het sterkst is. In Afrika groeit de bevolking naar 1,8 miljard,
terwijl de opmars in Azië naar 5,2 miljard mensen vooral op het
conto van India gaat komen. Opvallend is de afname in Europa. Als
enig continent neemt de bevolking van Europa de komende decen-
nia af met meer dan 80 miljoen inwoners.
70
…
Empese Unie
7151
27967
“
6.525
487
45.659
13620
1 Kongo 127 63 8-
2 Ethiopië 133 75 10
3 Bima 170 47 8 g
97 Egypte 1076 79 85 -_
71
Daarnaast is er sprake van corruptie, politieke instabiliteit,
vernietiging van de natuurlijke hulpbronnen en aantasting van het
milieu.
De tegenstellingen op deze planeet zijn enorm. 78% van de
wereldbevolking is arm tot zeer arm. In India verdient meer dan
80% van de bevolking minder dan $2,- per dag; (40% zelfs minder
dan $1,-), in Indonesië is dit percentage 60%, in China 50%, in Zuid—
Afrika 35%, in Rusland 25% en in Brazilië 18%.
Het toch al geringe inkomen gaat dan grotendeels op aan het eten
van die dag. In de armste landen wordt 40 tot 70 % van het gezins—
inkomen besteed aan voedsel. In de Verenigde Staten, Japan en
Duitsland besteedt men gemiddeld 12% van het gezinsinkomen
aan voedsel en drank.
Voor veel mensen is de behoefte aan voedsel de reden om naar de
steden te vertrekken. De steden zijn de centra voor werk en inko—
men, voedsel en onderwijs. Deze trend is vooral te zien in de zoge—
naamde derdewereld landen.
“…De grootste steden
»
72
De urbanisatie is daar zeer- omvangrijk en de toename van steden
met meer dan 10 miljoen inwoners is ongekend.
Niet alleen neemt de omvang van elke stad toe (met uitzondering
van Tokio), maar ook komen ze uit het niets.... Steden die in 2000
nog geen 12,5 miljoen inwoners hebben, zijn in 2015 steden met
meer dan 17 miljoen inwoners. Een ongekende toename. Elke
maand trekken 60 miljoen mensen naar de stad!
73
Big City
74
Het is een klein dorp in de Auvergne; slechts 5000 inwoners. In
Franse ogen is het een stad, in Nederlandse ogen een gat. Het aan—
zien van deze plek wordt gedomineerd door een oude mijnschacht,
een relikwie uit het verleden. Het gemeenschapsleven vertoont
nog sporen van de oude tijd; er is een heuse vereniging van oud-
mijnwerkers. In 1975 wordt de mijn gesloten. De kompels blijven
en zoeken hun heil in andere activiteiten. De bevolking is gemê—
leerd; na de Tweede Wereldoorlog zijn er veel Poolse mijnwerkers
gekomen, die zich vermengd hebben met de plaatselijke bevol-
king. De laatste resten van dit rijke, zwarte, ondergrondse leven
heeft gestalte gekregen aan de enige belangrijke industrie van het
stadje. Er is een fabrikant die uit rots isolatiemateriaal (rockwool)
vervaardigt. Aanvankelijk werd de steenkool ondergronds
gebruikt om de energie op te wekken voor de fabriek; rots en
steenkool bij de hand. De benodigde energie komt nu van steen-
kool, niet uit de eigen ondergrond, maar aangeleverd uit China!
75
Relatie groei bevolking met groei energieverbruik
De wereldbevolking is gegroeid van 1,0 miljard mensen in 1830
naar 6,5 miljard in 2007. Als we uitgaan van een gelijke energie—
consumptie per hoofd van de bevolking, dan zorgt de groei van de
wereldbevolking al voor een toename van het energieverbruik van
650% in 170jaar.
Maar daarnaast gebruikt de moderne mens meer energie dan onze
voorouders. De gemiddelde West—Europeaan is in de periode van
1830 tot 2000, 12 keer zoveel energie gaan gebruiken.
Grote delen van de wereld zijn pas aan het begin van dit proces en
zetten nu de eerste voorzichtige stappen naar welvaart. Het gevolg
is dan ook dat zij meer en meer een energiebehoefte creëren.
Onderstaand figuur geeft een beeld van de ontwikkeling van de
consumptie van energie gedurende de laatste 40 jaar van de
Verenigde Staten, China, India en Nederland.
De groei van de energiebehoefte is in China en India in percenta—
ges het sterkst toegenomen. Echter de consumptie ligt nog steeds
ver achter die van de Verenigde Staten.
76
De Verenigde Staten blijven in absolute zin de grootse consument
van de primaire energie, in 2005, 22,2% van de totale wereldcon-
f;
Prkrúaererg'eeornncliedaaohü
;…mau
…m 2313 _
'
__…»4
… ‚,N/Myl‘k
‚»«/“””
,W'MM'/ ’
o/í
1500
1G1)
‚
soo » *
2
Q
.,-
‘
'
+—» LSA -a Chna Inda txtade*lmi
77
blijkt uit de bovengemiddelde stijging van de energieconsumptie.
Landen als Iran, Spanje, Saoedi-Arabië en Zuid—Afrika hebben naast
de BRIC landen een sterke toename van hun welvaart laten zien.
De Eric-landen hebben in 2005 gezamenlijk een energiebehoefte
van 26,6% van de totale wereldconsumptie en zij zijn nog volop in
ontwikkeling.
78
Het gebruik van energie 'per hoofd van de bevolking geeft de
tegenstelling nog duidelijker aan.
80
&…momumamr
haddvmcbinvdùu
Ë15;
Ï1°
&>&“ &
IJ <.5
=
&“!
\\óo
DTOEp’h ITCO2p’h
De oliestrijd
De behoefte aan nieuwe toeleveranciers is groot. De Chinese natio-
nale productie is beperkt. Het verbruik ligt nu rond de 7 miljoen
vaten olie maar loopt op naar 15 miljoen vaten per dag in 2020,
waarvan er 10 miljoen geïmporteerd moeten worden. De zoek-
tocht naar olie is volop aan de gang. Nu komt de olie voor China
uit Saoedi—Arabië, Iran en Soedan en ook gedeeltelijk uit Rusland,
Oman, Vietnam, Kazakstan en Indonesië. Maar om de groeiende
behoeften in de toekomst te dekken zijn nieuwe markten nodig.
De concurrentie is groot. China, India, Japan, Zuid-Korea en West-
Europa leveren een genadeloze strijd om de olie van Rusland,
Saoedi—Arabië, Iran, Afrika en Centraal Azië.
81
Sinds 1993 is China niet langer de grootste olie-exporteur van Azie,
de Chinese economie heeft een enorme behoefte aan energie en
het land is niet langer meer in staat om in haar eigen energiebe-
hoefte te voorzien. De afhankelijkheid aan energie uit het buiten-
land wordt geschat op 45% vanaf 2040.
82
Uit bovenstaande tabellen zijn een aantal belangrijke conclusies te
trekken.
83
Japan is voor zijn energiebehoefte (82%) bijna geheel afhankelijk
van het Midden Oosten. Europa dekt zijn buitenlandse behoefte
voor een groot gedeelte via Rusland (44%) en is op de tweede
plaats afhankelijk van het Midden Oosten (24%) en richt zich ook
op de Afrikaanse olie (20%). De Verenigde Staten hebben zich als
grootste verbruiker het best ingedekt tegen calamiteiten op de
energiemarkten. Haar buurlanden Canada en Mexico leveren bijna
30% van de benodigde olie en Zuid en Midden Amerika 20%. De
Amerikaanse afhankelijkheid van de olie uit het Midden Oosten is
beperkt tot 17%, terwijl Noord en West Afrika goed is voor nog
eens 14%. Voor China is de afhankelijkheid van het Midden Oosten
groot (40%), haar belangrijkste leveranciers zijn Syrië en Iran, niet
bepaald de stabielste naties uit de regio. Afrika is goed voor nog
eens 20% en de rest moet uit de overige olielanden van de wereld
komen zoals Venezuela.
De bestudering van de belangrijkste oliestromen over de wereld
geeft een duidelijk beeld van de geopolitieke verhoudingen in de
hedendaagse buitenlandse politiek van de verschillende staten.
Ook India is op jacht naar olie. De binnenlandse vraag blijft stijgen
en de mogelijkheden om de productie te vergroten zijn beperkt.
Om op de lange termijn aan de toenemende vraag te kunnen blij—
ven voldoen heeft de Indiase regering in 1995 de mogelijkheid
geopend dat Indiase oliemaatschappijen, welke voor het grootste
gedeelte staatsbedrijven zijn, in het buitenland mogen investeren.
Maar India is lang niet zo succesvol als China. Een van de belang—
rijkste oorzaken ligt in het ontbreken van een totaalvisie en een
strak beleid op het gebied van de energiepolitiek. India heeft een
verdeeld machtscentrum,te veel ministeries op federaal niveau, die
zich met de energieproblematiek bezighouden, daarnaast de deel-
staat regeringen en lokale overheden. De nationale staatsbedrijven
hebben ieder hun eigen belangen en zijn vaak elkaars concurrent
in het buitenland en overbieden elkaar. Lachende derde is zeer
vaak de Chinese Nationale Olie Compagnie, die gebruik maakt van
deze ongecoördineerde handelswijze en haar Indiase concurrenten
kan aftroeven.
India importeert in 2006, 99,4 miljoen ton olie, ongeveer 78% van
haar behoefte. De verwachting is dat dit percentage binnen 5 jaar
oploopt naar 86,3%. lndia‘is op dit moment grotendeels afhanke-
lijk van olie uit het Midden-Oosten. Deze situatie beperkt India's
buitenlandse politiek en maakt haar economie zeer kwetsbaar. De
banden met de Arabische landen en Iran zijn niet gebaseerd op het
feit dat er een grote moslim minderheid binnen India leeft, maar
op de noodzaak voor Arabische olie.
Ook India heeft de weg naar Chavez gevonden en met de
Venezolaanse president een bilateraal energie samenwerkings—
overeenkomst gesloten. Voorts zet India in op het zeer snel ontwik-
kelen van andere dan de traditionele energiebronnen, zoals
zonne-energie, wind en nucleaire energie.
De aanwezige steenkoolvoorraden zijn binnen 40 jaar uitgeput en
er is niet veel hoop dat er nieuwe reserves gevonden kunnen wor-
den. Zelfs met een verhoogde inspanning kan de binnenlandse
olieproductie bij lange na niet in de stijgende behoefte voorzien.
De opkomst van India en China als belangrijke economische
wereldmachten, de voortdurende groei van de Amerikaanse ener-
giebehoefte en de politieke instabiliteit in de belangrijkste olie-
exporterende landen hebben een dramatische invloed op de inter—
nationale energiemarkten. De verwachting voor een stabiele pro-
ductie wordt steeds vaker gekoppeld aan binnenlandse aangele—
genheden en de regionale politieke ambities van de belangrijkste
toeleveranciers. Deze dynamiek heeft een grote invloed op de
wereld machtsbalans. In de afweging van nationale veiligheid en
de economische ontwikkelingsberekeningen is de zekerheid om te
kunnen voorzien in energie een van de belangrijkste factoren
geworden voor veel landen.
85
Hoofdstuk 6 Het tweede Dilemma
Al Gore en Nick Stern, Nairobi en Parijs; twee namen, twee plaat-
sen. Wat hebben ze gemeen? De laatste drie maanden van 2006
breekt het los. De politiek kan er niet meer omheen. De weten—
schap heeft meer dan genoeg bewijs geleverd.
87
gassen op gang brengen. Deze zogenaamde broeikasgassen, kool-
dioxide en methaan, komen in de atmosfeer. Via analyse van ijsbo—
ringen weten we nu dat de concentraties de laatste 650.000 jaar
nog nooit zo hoog zijn geweest als nu. In 1750 was de concentra-
tie 280 delen per miljoen delen lucht (ppm: parts per million), deze
concentratie is in 2005 opgelopen naar 379 ppm. Maar de stijging
stopt nu niet. Ook al zijn we ons ervan bewust van geworden dat
deze uitstoot ons milieu bedreigt, we kunnen niet meer terug!
Sterker nog: dit proces is amper te stoppen en de verwachtingen
zijn dat we misschien een stabilisatie kunnen bereiken op een
niveau van 450 ppm.
Kunnen we nu de rem zetten om de verdere uitstoot te voorko-
men? Het is nauwelijks aannemelijk. De industrialisatie gaat door;
de economie groeit door. De opkomst van de nieuwe industrialise-
rende landen als China, India, Rusland, Brazilië, Indonesië, Zuid
Afrika; het gaat door. Ook de westerse economieën groeien door,
niet met 8 á 10 % per jaar zoals de nieuwe economieën, maar toch
met 2 a 3 % per jaar.
De bevolking neemt nog steeds toe, de verwachtingen zijn dat we
over 25 jaar met 8,9 miljard mensen zijn.
Het is dus bijna onmogelijk om de toename van de concentratie te
stoppen. De uitstoot gaat door, het is niet onwaarschijnlijk dat het
niveau van 550 ppm gehaald wordt.
De stijging van de
temperatuur
5‘%‚ 400 ppnj» coz 95% ;
‘on‘ Î ‘
’.CIIIIII'IIIIIII_
'
450 ppm CD2
Î ’
Qn+ ‚
‘.IÖIIIIIIIIQIIIUIIIÙ
;
55!» ppm cc:!
’.IÏIIDDIII’ï
‘
r--° Ê
;
3f
650
{
ppq'a c02 f
<---e % ? Ö
!
& 5'
?
l
%
4-;-c f ; :;
ï
% ; ï .-
}
O’C PC 2% 3°c 4°c 5-=c ]
89
Het klimaat verandert dat is zeker. Wat zien we nu al gebeuren,
een aantal feiten op een rijtje:
In de 205te eeuw is de zeespiegel met ongeveer 17 cm gestegen
De afgelopen 100 jaar is de temperatuur tussen de 0.56 en 0.92
graad Celsius gestegen. De opwarming verloopt niet overal
gelijkmatig: in tropische gebieden en oceanen gaat het langza—
mer, terwijl het bij de polen sneller gaat.
Vanaf 1993 waren 12 van de 13 jaren warmer dan ooit
sind51850.
Het zee-ijs in het Noordpoolgebied is de afgelopen 30 jaar met
ongeveer 10% afgenomen; de afname in de laatste jaren gaat
250% sneller dan voorheen.
De flora en fauna op aarde wordt ernstig bedreigd; zo wordt de
ijsbeer ernstig in zijn voortbestaan bedreigd.
De seizoenen zijn aan het verschuiven, de lente begint in
Nederland ongeveer 3 weken vroeger dan in 1950.
De Larsen B Shelf op de Zuidpool, heeft in 2002 een groot stuk
ijs verloren. Het stuk ijs, met een omvang van 150 bij 30 mijl,
kalfde in 35 dagen af en verdween in zee. Ter vergelijk; dat is
een strook land van Leeuwarden Groningen tot Breda —
—
Hittegolven
Droogtes
90
Gevolg van regenval Luzern 23 augustus 2005 ©HVB
91
Ondanks de wetenschappelijke bewijzen zijn regeringen (zoals de
Verenigde Staten) niet altijd gelukkig met de conclusies en probe—
ren zij de uitkomsten te negeren of af te zwakken.
92
Wie betaalt de rekening?
‘
!’
»
--
‘w"ïìè'x
93
Een beeld wat we te goed
kennen, vluchtelingen
onderweg. Ondervoed en
zonder hoop, naar een
toekomst zonder vooruit—
zichten. Deze foto is de hele
wereld overgegaan als een
getuigenis van een drama wat
zich in Afrika heeft afgespeeld,
en wat zich nog dagelijks
afspeelt.
De vraag is leven deze man
en het kind nog?
94
hebben op de ontwikkelingen van het klimaat over de volgende
vijftig jaar en verder.
De uitstoot van broeikasgassen is een internationaal collectief pro-
bleem. Het is niet een land of een sector die verantwoordelijk is.
Ontbossing voor nieuwe landbouwgronden en industrialisatie,
auto’s en vliegtuigen, energiecentrales, verwarming van huishou-
dens, landbouw; allemaal voorbeelden waar broeikasgassen vrijko—
men. Het ene land draagt meer bij dan het andere land, India
slechts 4%, Groot-Brittannië 2%, de Verenigde Staten meer dan
30%.
Internationale actie is nodig; een verdere oplopende uitstoot van
de broeikasgassen heeft dramatische gevolgen voor ons leefkli-
maat. ”Business as usual" leidt tot een stijging van de temperatuur
aan het einde van de eeuw met 5°Celsius.
Met het vooruitzicht dat de opwarming nu al naar 3° Celsius gaat
zijn de gevolgen al dramatisch. Stern noemt een aantal gevolgen
van wat er gaat gebeuren:
0 Meer dan een miljard mensen krijgen gebrek aan water
. Rivieren drogen op; de Nijl kan 75% van haar water verliezen op
het einde van de eeuw. Tien Afrikaanse landen zijn afhankelijk
van het Nijlwater.
° 20% - 50% van de flora en fauna van de wereld raakt verloren.
. Oceaanstromingen kunnen veranderen
0 De Noordpool verdwijnt en het westelijk gedeelte van Antartica
smelt
. 200 miljoen mensen die langs de kuststroken wonen worden
bedreigt door de stijgende zeespiegel.
95
De ecologische betalingsbalans
In de afgelopen jaren is het begrip ecologische schuld in zwang
geraakt. Het is een analogie van de financiële schuld die veel ont-
wikkelingslanden hebben aan het westen. Met de term wordt
bedoeld dat de afbraak van het natuurlijk kapitaal op het zuidelijk
halfrond ten gevolge van de industriële activiteiten van het rijke
Noorden ook een vorm van schuld is die op een of andere manier
moet worden vergoed. De ge'industrialiseerdelanden hebben sinds
1830 deze schuld opgebouwd en dienen deze nu te voldoen.
De huidige situatie met de opwarming van de aarde is ook een situ-
atie van ongelijkheid. De huidige concentraties van broeikasgassen
in de atmosfeer is voor meer dan 75% te wijten aan de industriële
activiteiten van de rijke landen. Er is dan ook sprake van een dub—
bele ongelijkheid tussen de rijke en arme landen. De rijke landen
zijn verantwoordelijk en de arme landen hebben de meeste gevol-
gen van de ontstane situatie.
Ook Stern geeft deze verantwoordelijkheid duidelijk aan en legt
de rekening grotendeels bij de rijke landen.
Voortbouwend op het concept ecologische schuld wordt ook de
term koolstofschuld gebruikt om die elementen van ecologische
schuld te omschrijven die het gevolg zijn van de C02 emissies uit de
verbranding van fossiele brandstoffen. Het planetaire ecosysteem
heeft slechts een beperkte opvangcapaciteit voor broeikasgassen.
Dit is inmiddels een alom politiek geaccepteerd gegeven en het
IPCC dringt dan ook aan om wereldwijd een emissiereductie van
60% ten opzichte van het emissieniveau in 1990 te bereiken. De
Europese Unie heeft in februari 2007 besloten om de emissie terug
te brengen tot 30% van het niveau in 1990!
De koolstofschuld van een land wordt bepaald door twee norma-
tieve uitgangspunten: als eerste het zogenaamd “duurzaam emis—
sieniveau" dat volgens het IPCC is gebaseerd op de wereldwijde
emissiereductie van 60% ten opzichte van 1990, en als tweede het
"egalitaire uitgangspunt" dat iedere planeetbewoner een even
groot recht heeft op het uitstoten van broeikasgassen. De koolstof—
schuld wordt dus opgebouwd als een land meer uitstoot dan het
toegestane duurzame emissieniveau. Door meer uit te stoten heeft
een land dus de gelegenheid om de economische welvaart te ver-
96
groten. Het land legt door dit gedrag beslag op een deel van de
beschikbare C02 absorptiecapaciteit en creëert koolstofschuld.
-,
Kongo —2688 26,8 -3777 37,7
Brazilië -4941 49,4 —9648 95,4
China 30105 301,0 ;
57776 577,7
1 india 50530 505,3 €
72313 723,1
Debiteur Ê
:
€ € 1 miljard
97
Model is gebaseerd op de totale uitstoot van CO2 van een land in
1
Model 2 gaat uit van de uitstoot van emissies boven het wereldge—
middelde per hoofd van de bevolking. Vanuit dit standpunt zijn er
landen die te veel uitstoot hebben en landen die minder uitstoot
hebben. Die landen die te veel uitstoten hebben een schuld aan die
landen die minder dan het wereldgemiddelde uitstoten.
98
De westelijke manier van'leven heeft sinds het begin van de indus—
triële revolutie de aanwezige voorraad fossiele grondstoffen van
de aarde in een ijltempo geconsumeerd en daarmede de oorzaak
van de huidige klimaatcrisis gecreëerd. Een koolstofarm ontwikke-
lingsmodel is noodzakelijk om met behulp van rationeel energie-
gebruik en hernieuwbare energiebronnen een wereldwijde samen-
leving te doen ontstaan en de schrijnende ongelijkheid in de toe-
komst op te heffen.
3 ?.g" '
'ìf"
_
‘
99
Hoe stoppen we de stroom?
In november 2004 staat er in ‘The Financial Times" een zogenaam- ?
the “New York Times" met een uitgebreid artikel over dezelfde
Ï
Maar wat betekent dit, je kunt het je niet voorstellen. Dus gaan we
rekenen.
Hoeveel water gaat er in een zwembad?
Laten we een zwembad nemen van 8 x 4 meter; dat is meer dan de
gemiddelde Nederlandse tuin kan hebben; maar laten we niet
flauw doen. We vullen het bad met water. Er gaat dan 60.000 liter
water in dit zwembad!
Terug naar de Zepu gletsjer. 70 km2 dat is 7000 meter bij 10.000
;
1
I
l
…
…AMD
}«ï_ _kl „ _
‚
CHINA
. .. .
u... ooc
man'
.
&…
__"> mer _
_
_
‘
"_ YaWR
ND…
\ ‚___
„
'°)‚
».a,»
1- _‚
;
n';
."
.; (‚'
‚»«
‘;'-Ë
SRI
…
101
106 miljoen zwembaden!!! ,
Dat betekent dat elk gezin in Europa, tot en met Moskou toe, een
‘
Er is een rapport van het WWF dat in drie regels melding maakt
van de Zepu gletsjer en verder wordt er niets meegedaan.
omdat de eeuwige stroom van zoet water van de berg er niet meer
3
IS.
102
Hoofdstuk 7 De samenloop van factoren
Hoe moeten we nu verder gaan?
De tegenstrijdigheid van de twee hoofdproblemen van nu en in de
nabije toekomst is duidelijk. De groei van de economieën in de
industrialiserendelanden zoals China, India, Rusland en Brazilië, de
zogenaamde Bric's landen en de aanstormende groep er achter, de
'Next 11’, is niet te stuiten.
De opwarming van de aarde en de veranderingen in het klimaat
zijn niet te ontkennen.
Ontwikkeling wereldbevolking
+ mln mensen
Deze groei is nog niet te stoppen. Zelfs het effect van de één— kind
politiek in China heeft niet kunnen voorkomen dat de Chinese
bevolking zich in korte tijd heeft uitgebreid.
Een wereldwijde geboortebeperking is op korte termijn politiek
niet haalbaar.
103
Het gevolg van een toename van de wereldbevolking is dat de
urbanisatiegraad en de industrialisatie verder toenemen. De ver-
schillen tussen het wonen op het land en in de stad zijn nog te
groot. De stad biedt toegang tot beter betaald werk, scholing en
opleiding, medische voorzieningen en markten. Deze concentratie
betekent, dat de meeste investeringen, zowel publiek als privaat.
naar de steden gaan en de achterstand met het platteland alleen
maar verder oploopt. Het aanbod van geschoolde arbeid en de
aanwezigheid van grote groepen potentiële klanten leidt tot een
concentratie van industrieën in de steden.
Een bijkomende factor is dat de verstedelijking voornamelijk
plaatsvindt binnen 200 kilometer van de kust. De verwachting is
dat in 2025, 75% van de wereldbevolking (op dat moment
geraamd op 6,3 miljard mensen) zich binnen deze strook van 200
kilometer bevindt.
Er ontstaat op deze manier een reeks van factoren die elkaar beïn-
vloeden:
104
$50.000
540.000
331000
$10.CID
’
&
»é9‚á°e“°ëpe?9fé9
DLBA/VVEU IBRIC'S Il\EXT11
dan zien we dat de tijdsperiode die zij nodig hebben om dit wel—
vaartsniveau te halen ongeveer 80 jaar is, (vanaf 1950 tot 2030),
terwijl de groep daar achter, de 'Next 11', dit niveau in 40 jaar gaat
bereiken (2000 tot 2040).
Deze versnelling heeft alles te maken met de ontwikkeling van de
wetenschap en de technologie. De Bric's en de ‘Next 11' stappen in
een ontwikkelingsproces dat door de westerse, rijke landen al is
doorleefd. Voortbouwend op het bestaande niveau van ontwikke—
ling kunnen zij in veel kortere tijdsspanne hun welvaartsniveau
omhoog brengen.
Het industrialisatieprocesgaat gepaard met een toename van het
gebruik van energie. Zoals we al gezien hebben, heeft China de
laatste veertig jaar een toename met 852%, India met 732% etc.
van hun energieconsumptie. De werkers uit China, India etc. krij—
gen door de industrialisatie meer inkomen (zoals in China een
inkomensstijging in 24 jaar van index 100 naar index 2296), zij kun—
nen daardoor nieuwe producten kopen zoals koelkasten, wasma—
chines, airco's, kleurentelevisies etc., producten die weer bijdragen
aan de energieconsumptie. Maar ook de westerse landen, al langer
105
gei'ndustrialiseerd, zijn met 176% gegroeid. Logisch, want ook
deze economieën groeien nog steeds, langzamer, maar ook 2—2,5%
groei per jaar geeft een groter verbruik van energie. Daarnaast
worden er steeds meer apparaten verkocht; computers, telefoons,
keukenapparatuur, multimedia apparatuur etc. Veel producten
hebben tegenwoordig een snoer of een batterij, en verbruiken dus
energie.
Dit proces gaat door, en steeds sneller, want er komen steeds meer
werkers in de gelegenheid om een beetje welvaart in hun leven te
creëren. De behoefte aan mobiliteit; de groei van het wereldwijde
wagenpark; alleen China met meer dan 100 miljoen auto‘s in de
komendetien jaar, het energiegebruik wordt naar ongekende hoog—
te opgejaagd. De vooruitzichten zijn dan ook dat de wereldenergie-
consumptie in de nabije toekomst verdubbelt of verdrievoudigt.
De vraag naar energie stijgt zorgwekkend, maar de schaarste is
ook een economische wet! De wereldreserves aan fossiele brand-
stoffen zijn beperkt en iedereen is op jacht naar deze reserves. Olie
is politiek, en politiek is olie. De wereldpolitiek is altijd gedomi-
neerd door energie en wordt steeds meer gedomineerd door de
zoektocht naar energie. In het verleden zijn veel landen in staat
geweest om in hun eigen behoeften te voorzien, maar het aantal
landen dat afhankelijk is geworden van energie uit andere landen
is enorm gegroeid. Het is duidelijk dat er enorme spanningen en
tegenstellingen gaan ontstaan tussen de verschillende landen.
leder voor zich en wij eerst, is ook in de internationale politiek een
normale zaak. Zonder voldoende energie is een economie verloren,
en dan kan geen land groeien naar welvaart. Daardoor ontstaat er
armoede en schaarste en dit cumuleert weer in chaos en geweld.
Maar de vreedzame strijd om de reserves zijn nog niet gestreden.
Schaarste drijft ook de prijs op en verandert ook de machtssituatie
in de wereld. Irak, Iran, maar ook Taiwan, met zijn territoriale zee
en aansluitend continentaal plat met aangetoonde olie— en gasre—
serves, zijn doelwit in het internationale energieschaakspel.
Venezuela wordt ineens een belangrijk land vanwege zijn oliere-
serves. lapan is volledig afhankelijk in zijn energiebehoefte van
importen. Een toekomstig gewelddadig conflict om olie is dan ook
'
zeker niet uitgesloten.
106
Wal-Mart, voorheen het grootste bedrijf ter wereld heeft zijn posi-
tie in de Global Top 500 van Fortune verloren aan Exxon, en is
teruggevallen naar de tweede plaats. De internationale oliemaat-
schappijen zijn de machtigste spelers op het economische veld
geworden.
©Reuters; foto Poet/n, president Rus/and Jeroen van de Veer, CEO She/l
—
107
President Poetin heeft de macht over Rusland met een BNP van
5733 biljoen, Jeroen van der Veer is de CEO, de belangrijkste man
van Shell, met een jaarlijkse omzet van 5306 biljoen, ongeveer de
helft van Rusland.
ìdrtu neüto’p- 20
___,in_l_J_$____$miljoen .
Inkomsten Winsten
Exxon Mobil 339.938 36.130
?
1N Êc::
„___‚s .. ___...…__…_ „___. __
108
uit te oefenen en het juiste ondernemersklimaat te arrangeren.
De tabel links toont de 20 grootste bedrijven ter wereld en hun
inkomsten en winsten in 2005. De onderstaande tabel toont de 20
rijkste landen ter wereld en hun Bruto Nationaal Product in 2005
De 20 rijkste landen
L___
Wereld
W in U$ ‚ 'E
Ms…ssooooaoooeo
Europese Unie 513í620‚000,900‚0W ‚
1
Verenigde Staten 513,220‚000‚000‚600
2 Japan 54,911‚006‚000‚000 ?
-3 Duitsland 52,858‚000‚000‚000
4 China 52.512,000.000,000
‘5
Verenigd Koninkrijk 52.341,000‚000‚000
6 Frankrijk 52,154‚000‚0o0‚000
? ltaliè sr,mo‚ooo‚ooo‚ooo
8 Canada 51.089,000‚000‚000 3
9 Spanje 51,081,000.000,000 g
m india $796‚100,000‚000
é
14 Australië 5645‚300‚000,000
15 Brazilië sszo,mo‚ooo‚ooo
i% 16 Nederland $612‚700‚000‚000
17 Zwitserland 5386‚800‚000‚000
18 Zweden 537l,500‚000‚000 ;
19 België 5367,800‚000‚000
zo Turkije s3sa‚zoo‚ooo‚ooo
bron: Cia factbook
109
Overleven in de lete eeuw
Wakker worden in een nieuwe dimensie. De wereld snelt naar een
nieuwe ordening. De bestaande economieën staan onder druk van
de aanstormende nieuwe economische grootmachten. Welke rol
kan Europa en Nederland in de toekomst nog spelen in dit econo—
mische geweld? China als de fabriek van de wereld, India als tech-
nologisch, innovatief centrum, Rusland als tweede wereldleveran-
cier van energie en wapentuig, Brazilië als de toeleverancier van
agrarische producten, de ‘Next 11' die in potentie een rol kunnen
gaan vervullen zoals de vier Aziatische tijgers in de 70er en 80er
jaren.
110
Het westers denken is gericht op het individu en de bescherming
van de individuele rechten. Dat vindt zijn weerklank in de opzet
van veel internationale organisaties en de uitwerking van juridi-
sche systemen en het internationale recht. Vanuit een historisch
perspectief gezien is de ontwikkeling van de spelregels voor de
internationale samenleving gedomineerd door de Europese en
Amerikaanse visie op hun eigen samenleving en doorgetrokken
naar het mondiale niveau. Na de Tweede Wereldoorlog is de struc-
tuur van de Verenigde Naties en andere Internationale
Organisaties vastgelegd door een kleine groep voornamelijk
Westerse landen. Het dekolonisatieproces moet dan nog op gang
komen en de onafhankelijk geworden landen kunnen alleen het
bestaande systeem accepteren.
De economische macht van het westen vertaalt zich in de interna—
tionale politieke besluitvormingsprocessenen de ontwikkeling van
het internationale recht.
De Wereldbank, het Internationale Monetaire Fonds, de Wereld
Handelsorganisatie, de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,
en veel andere intergouvermentele organisaties worden beheerst
door de westerse visie op de wereld. Het westen vertegenwoordigt
slechts een beperkt deel van de wereldbevolking, ongeveer 1,1 mil-
jard mensen. De rest, ongeveer 5,4 miljard mensen hebben een
andere visie op veel terreinen.
112
De belangenverstrengeling tussen banken, verzekeraars, auto—
fabrikanten, energiemaatschappijen, en andere conglomeraties
van fabrikanten en distributeurs is niet transparant. Monopolies en
kartels, officieel wettelijk verboden, beheersen nog steeds grote
delen van de wereldeconomie. Nationale rechtregels, internationa-
le verdragen ten spijt, hun macht is vaak onbeperkt en niet te stui-
ten. Veranderingen in het klimaat bieden hen weer nieuwe kan—
sen. De reactie van een baas uit de olie-industrie over het smelten
van de ijskap op Groenland en de terugtrekking van de bevroren
ondergrond in Alaska en de toendra‘s in het Noorden van Rusland
is een sprekend voorbeeld. Het biedt nieuwe exploitatiemogelijk-
heden voor de olie-industrie, de natuur helpt ons door nieuwe vel-
den toegankelijk te maken. De impact op de hele planeet gaat hem
kennelijk voorbij.
113
Het huidige budget van de westerse landen is gedaald met
50% vergeleken met 20 jaar geleden. Overheden en bedrijfsleven
zullen meer moeten investeren in nieuwe ontwikkelingen en
technologieën. De zoektocht naar alternatieve energievormen en
minder belastende energieën kunnen een uitkomst bieden voor de
enorme vraag naar energie. Maar dat vraagt enorme budgetten en
investeringen, die weer terug verdiend moeten worden. De arme
landen hebben niet de mogelijkheid om deze noodzakelijke nieu-
we technologieën aan te schaffen. De prijs voor de nieuwste tech-
nologieën is voor hen niet op te brengen. Ze zijn dus gedwongen
om door te gaan met de verouderde technieken en door te gaan
met milieuschadelijke procedures. Dit is weer schadelijk voor het
collectief, de wereld.
Opnieuw een conflict tussen de (westerse) economie en de ecolo-
gie Het huidige systeem van de bescherming van intellectueel
eigendom en bescherming van eigendomsrechten van patenten en
octrooien verhindert om prijstechnische redenen de transfer van de
milieutechnisch zeer noodzakelijke technologieën.
Stel dat we een wereldorganisatie voor het milieu hebben; een
soort Veiligheidsraad voor het Klimaat. Deze Raad kan fondsen
beheren die nieuwe technologieën kan financieren en die aan de
uitvmders, personen of organisaties, een premie betalen ter
afkoop van de aanwending van deze technologie ten behoeve van
het milieu / klimaat. Op deze wijze kan een succesvolle nieuwe
technologie snel en zonder financiële en juridische belemmeringen
direct worden aangewend. Verder kan een fonds als de Nobelprijs
een meer symbolische erkenning geven voor die toepassingen en
technologieën die een buitengewone bijdrage leveren aan de kli-
maatproblematiek.
In plaats van een exclu5ieve‚ sterk beschermende, op het individu
of de organisatie afgestemde juridische bescherming welke tegen
een hoge vergoeding beschikbaar komt voor derden, wordt het
mogelijk dat de arme landen makkelijker toegang krijgen tot rech-
ten en royalty's van nieuwe technologieën. 'Sharing’ in plaats van
'collectmg' wordt het dewes. Op deze wijze wordt er een techno—
logische solidariteit gecreëerd die op een adequate manier een bij-
drage kan leveren aan het oplossen van de emissie—uitstoot.
114
De kwijtschelding van de bestaande schulden van de arme landen
en de inlossing van de historische carbonschuld kan een belangrijke
impuls geven aan het opstarten van een wereldwijde opheffing
van de ongelijkheid.
115
Omgekeerd, wat is de toegevoegde waarde van Europa voor China
en lndia? Welke producten of diensten kunnen wij nog leveren die
concurrerend en verkoopbaar zijn aan derden?
Waar ligt in de toekomst de toegevoegde waarde van het Europese
bedrijfsleven?
116
Nawoord: Wat moeten we nu met dit alles
Een boek vol feiten, rapporten en data. Je kunt er gek van worden.
De schrijver wordt er soms ook gek van. Maar.…
Het aanbod van informatie is ongelofelijk. De tegenstrijdigheden
en de tegenstellingen, de commentaren; waar kan een mens nog
op bouwen? Wat is waar, wat is zeker, wat moet men nu geloven?
Zoals in het voorwoord geschreven, vragen, vragen en geen ant-
woorden.
Kunnen we dan helemaal niets doen, moeten we maar zien wat er
gebeurt? Laten we het allemaal gaan? Het is toch niet ons pakje
aan en we kunnen er toch niets aandoen!
Neen”
117
Zakken vullen
zakken .....
Bas, de bankier, lacht en is tevreden, zijn beleggingen zijn droog
l
119
Literatuur
° Bric-countries: Goldman and Sachs, global paper 99, October
2003
° Tomorrow markets; World Business Council for Sustainable
Development, 2003
° Doing business with the Poor; World Business Council for
Sustainable Development, 2004
° World Trade Organization (WTO); World Trade Report 2004
° The World Bank; World Development Report 2004, Washington,
DC
° Stern Review, London,November 2006
° Al Gore, an inconvenientthruth, September 2006;
ISBN 0-7475-8906—2
° Joseph Stiglitz, Making Globalization Work, November
2006;ISBN:13:978-0-393-06122-2
° J.F. Susbielle, Chine-USA, la guerre programmée, Mars 2006;
ISBN: 2-75400-149-2
° IPCC, workgroup 1, Paris,7 februari 2007
° Global Panel Davos, Januar 2007;
121
Website Links
http:/lunfccc.int
http:/lwww.ipcc.ch
http:/lwww.gletscherarchiv.de
http:/lwww.iisd.org/
http://www.Greenfacts.org
http:/lwww.knmii.nl
http:/lwww.unwto.org
http:/lwww.unicef.org
http:/lwww.unctad.org
http:/ldevdata.worldbankorg/wdi2006
http:/lwww.china.org.cn
http:/lwww.pbc.gov.cn
http:/lwww.klimaatportaal.nl
http:/lwww.solcomhouse.com
http:/lwww.environnement.ecoles.free.fr
http:/lwww.wbcsd.org
http:/lwww2.goldmansachs.com
http:/lenvironment.guardian.co.uk
http:/lwww.businessweek.comlmagazine
http:/lwww.zeit.de
http:/lwww.vpro.nl/programma/buitenhof/afieveringen/B135315
http:/lwww.haier.com
httpzl/www.oecd.orglpublications/figures/index.htm/
The CIA World Factbook (basic country-market information) @
http:/lwww.odci.gov/cia/publications/factbook
UN/ECE Statistical Yearbook Europe (basic country-market informa—
tion) @ http:/lwww.unece.org/stats/trend/trend_h.htm
123
Related links
SPM Release press conference webcast, Friday, 2 February 2007,
at 9:30 am. Central European Time (3:30 am. Eastern Standard
Time)
10th Session, IPCC working Group 1 Meeting documents
IPCC Working Group | Fourth Assessment Report
National Greenhouse Gas Inventories Programme