Sie sind auf Seite 1von 2

FILOSOFEN ROND EPISTEMOLOGIE OF DE

KENPROBLEMATIEK
WAT IS EPISTEMOLOGIE
relatie tussen diegene die kent en de wereld:

 interne relatie:
subject/in-de-wereld-zijnde/werelds verschijnsel
 externe relatie:
direct en indirect betrokken bij wereld

= filosofie want zoeken naar aard betekenis van relatie


PROBLEEM 1: ‘hoe subject kennis vergaren’
2 historische richtingen:

1. empirisme = zintuigelijke ervaring enige manier


ratio/kenvermogen = passief
2. rationalisme = verstand van actieve aard in kennis

PROBLEEM 2: ‘staat van gekende object/werkelijkheid’

1. realisme = realiteit is onafhankelijk van bewustzijn DUS realiteit gekend zoals ze is


2. idealisme = realiteit onafhankelijk van bewustzijn DUS object vast aan subject

Wat is (positieve) wetenschap?


wetenschappelijke uitspraak:

 empirisch geverifieerd DUS zintuigelijk bewezen


 falsifieerbaar = anti dogmatisch principe Karl Popper

DUS theologie/filo/moraal geen wetenschap maar niet minder zinvol

EEN KLASSIEK VOORBEELD VAN HET RATIONALISME: RENÉ DESCARTES (1596-1650)


biografie
1596 geboorte in familie van lager Franse adel
internaat Jezuïeten want gezondheid 

Breda krijgsacademie MAAR wil reizen


1619 vertrek naar Duitsland

beroemde dromen sterke invloed op filo


2

tekst van Descartes: Discours de la methode

De universele en methodische twijfel


methode om zekerheid te krijgen :
= twijfelen aan alles DUS twijfel aan zintuigelijke en rationele
 zintuigen want bedrieglijk
 wiskundige zekerheden want verstand kan structureel verkeerd denken

GEEN enkele zekerheid volgens Descartes?

1. EERSTE ZEKERHEID: ‘Cogito ergo sum (je pense donc je suis)’


 zekerheid geven eigen bestaan want denkende twijfelende ik
= wiskundig axioma
= clair et distinct DUS onmiddellijk aanschouw baar en duidelijk afgelijnd

 bestaan niet bewezen maar evidentie van bewustzijn

2. TWEEDE ZEKERHEID: ‘God’


volmaakte = clair et distinct want werkelijkheidswaar in gedachte
 volmaakte denken DUS noodzakelijk bestaan
 oorzaak = gevolg qua volmaaktheidsgraad
bv. ikzelf nooit gedachte aan God veroorzaken
 gedachte buiten mij : God heeft mij idee van volmaakte ingegeven
 gedachte volmaakte DUS uitleg bestaat
want onbestaande volmaaktheid = innerlijke contradictie
bv. kenmerk bestaan niet bezitten
3. DERDE ZEKERHEID: ‘De stoffelijke wereld’
God = oneindig volmaakt/volmaakt goed
DUS geen wil opleggen bij mijn foute (werkelijkheid) gedachten
conclusie: alles mathematisch formuleerbaar dus stof klaar en duidelijk
maar rest = weerspiegeling

Typisch Cartesiaans dualisme


mens = lichaam en ziel

 cogito ergo sum = denkende mens en los van lichaam


 antropocentrisme van renaissance: bestaan mens boven alles

KRITIEK:

 Cogito ergo sum


= bewijs van iets dat twijfelt maar niet over aard
 Godsbewijs
want volmaakt kenmerk ontbering bij onbestaand
bestaan kenmerk?
geen rekening met verschillen existentie (bestaan) en essentie (kenmerk)
 stoffelijke wereld
steunt op godsbewijs
problemen fout in opzet  bestaan van buitenwereld fout want wereldloos mens voorstellen
 stoffelijke wereld
geen bewijs bij alleen verschijnselen die mathematische meetbaar zijn zeker zijn

Das könnte Ihnen auch gefallen