Sie sind auf Seite 1von 2

Mijn eerste visiedocument;

over onderwijs, wiskunde en de ontmoeting…


Jasper Sebastiaan Eenhoorn, 24 september 2018

Visie op onderwijs
Alle mensen worden geboren in een schoot. In die schoot, in dat nest, in die omgeving groeit
de mens. Tot wat? Ik geloof dat omstandigheden hier een sterke invloed op hebben. De
mensen met wie wordt omgegaan, de activiteiten die worden ontplooid evenals de
beoordeling van deze ontwikkelingen. Zowel de beoordeling door anderen (extern) als de
interne beoordeling. Naast een ontwikkeling binnen het gezin is er sprake van
ontwikkelingen op sociaal en professioneel gebied. Idealiter leeft iedereen een leven dat
voor hen en hun omgeving bevredigend is. Daar komt een hoop verandering en groei bij
kijken. Waar kan die ontwikkeling plaatsvinden?
Onderwijs speelt mijns inziens een belangrijke rol in de ontwikkeling van een mens.
Bovengenoemde factoren zijn daar sterk vertegenwoordigd: omgang met anderen
(horizontaal leerlingen, verticaal docenten), ontplooien van sport-, spel- en leeractiviteiten,
externe beoordeling (summatief en formatief) en interne beoordeling. Denk daarbij aan het
oefenen van zelfreflectie, zelfstandigheid, weten over weten en morele ontwikkeling.
Iedere opleiding, iedere school, zie ik voor mij als een meer, als een poel waarin men
kan groeien. Van kikkerdril tot kikkervisje, tot kikker en zelfs verder… wat dat ook moge
betekenen. Bij het verlaten van zo’n school is er een keuzemoment, welke poel nu zal
worden betreden en welke daarna en welke daarna.
Tegelijkertijd eindigt bovengenoemde ontwikkeling niet bij de laatste opleiding. De
fase van opleiding gaat over in een fase van arbeid. In die fase wordt nog steeds een beroep
gedaan op het ontwikkelen en op het integreren binnen en bijdragen aan de omgeving.
Sterker nog, de fasen zijn niet zo strikt gescheiden, veel leerlingen en studenten werken
naast hun opleiding en hebben ook allerlei vriendschappen of relaties. Toch hoop ik te
hebben beschreven wat de rol van onderwijs in het algemeen kan zijn.
Concluderend ben ik van mening dat onderwijs in veel opzichten de overgang van de
(afhankelijke) gezinssituatie naar de buitenwereld en het (zelfstandig) arbeidsleven
faciliteert en bemoedigt. Waarbij deze zaken niet zo gescheiden of zwart-wit zijn als ik hier
beschrijf.

Visie op wiskunde
Wiskunde is een vakgebied. Een studie met een lange traditie. Wiskunde als studie van
figuren, van getallen, van verandering, van structuur… en meer! Ik stel mij zo voor dat
wiskunde is gegroeid vanuit fascinatie en noodzaak. Die dichotomie zie ik nog steeds, de
wiskunde om de wiskunde en de wiskunde met (noodzakelijke) toepassing.
Een ander wonderlijk aspect van de wiskunde vind ik het bouwen vanuit beginselen
en construeren van bewijsbare eigenschappen (blokken). Daarin zijn twee belangrijke
processen te onderscheiden: het beschrijven en analyseren van de wereld om ons heen en
de wereld van de wiskunde enerzijds (eigenschappen en objecten vormgeven), het
structureren van die kennis en voortdurend formaliseren en abstraheren anderzijds
(eigenschappen en objecten ordenen). Daarbij valt op te merken dat deze investering in
ordenen, definiëren en destilleren van kennis uiteindelijk kan leiden tot simpeler of in ieder
geval doortastender inzicht in de materie van wiskundige en wereldlijke objecten.
Laat geen misverstand bestaan, kennis kent geen hokjes. Wiskunde kent vele
gezichten en allerlei kennis of wetenschap valt onder verschillende noemers te scharen.
Wanneer ik denk aan muziek, bijvoorbeeld zang, dan kan ik dit vanuit allerlei perspectieven
bestuderen. Zo vind ik hier biologie (hoe spraak en zang zich hebben ontwikkeld en hoe deze
vaardigheid zich bij verschillende soorten manifesteert), psychologie (wat samen of alleen
zingen teweegbrengt en wat ons beweegt te zingen), fysiologie (functies van diverse
organen bij de activiteit zingen), natuurkunde (geluidsgolven, trillen van luchtmoleculen,
transport van geluid, enz.) en ook wiskundige/natuurkundige aspecten van de muziektheorie
zoals de boventoonreeks of een “Rayleigh criterium” voor de resolutie van toonhoogte.
Rest mij te benoemen dat deze mening tot stand is gekomen vanuit de (beperkte)
kennismaking die ik met wiskunde heb gehad, dat dit onmogelijk eer kan doen aan wiskunde
in al haar facetten en op alle niveaus.

Visie op wiskundeonderwijs
Uit het bovenstaande volgt mijn visie op wiskundeonderwijs. Zoals bij ieder vak(gebied) waar
leerlingen kennis mee maken, op welk niveau of in welke vorm van onderwijs dan ook, is er
sprake van een groei; van onwetendheid en afhankelijkheid naar bezit van kennis en
vaardigheden die zelfstandigheid faciliteren. Leerlingen maken kennis met toepasbare
wiskunde, het rekenen met getallen en breuken, inhoud en percentages, leren grafieken
tekenen en data visualiseren. Leerlingen hebben ook hun eerste kennismaking met de
structuur van die objecten, leren over relaties (bv. groter en kleiner dan) en kansruimtes.
Zoals we niet kunnen hopen onze leerlingen op te leiden tot überexperts op het
gebied van Duitse taal, literatuur of cultuur – dat is iets dat zij verder in hun leven mogen
besluiten te worden – kunnen wij ze wel meenemen in een diverse wereld van vakken (die
dus niet zo los van elkaar staan als we doen lijken) en hiermee de overgang van afhankelijk
gezinsleven naar bijdragend arbeidsleven kunnen faciliteren.
Concreet hoop ik dat leerlingen kunnen worstelen met wiskunde, dat zij hun
rekenvaardigheden op pijl kunnen houden en verder kunnen ontwikkelen, dat zij leren de
wereld om zich heen te analyseren door te structureren/modelleren en logisch te
redeneren; maar ook dat zij kunnen lachen met wiskunde, dat zij iets meekrijgen over de
historie van de wiskunde of schoonheid van de wiskunde. Het curriculum helpt ze in zekere
zin voorbereiden op de vervolgopleiding en de arbeidswereld, maar ik hoop dat ze iets meer
over houden aan hun wiskunde-meters dan droge kennis of verveling. Dat zij zich
uitgedaagd, geactiveerd of verwonderd hebben mogen voelen.
Ik zou graag met de volgende mensen dineren om verder te spreken over onderwijs,
wiskunde en wiskundeonderwijs: Jeroen Spandaw, Jan Beuving, Jos Thijssen en Terence Tao
(of andere Fields Medalist).

Das könnte Ihnen auch gefallen