Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
8 KLASSE NR.50
hen gezegd wordt. Vooral laag-presterende leerlin- hij die interpretaties baseert. Is Joris lui of zit hij hard
gen zijn bij deze leerkrachten het slachtoffer van na te denken? Dat valt vaak niet zonder meer te zien.
negatieve verwachtingseffecten.
3. Re-actieve leerkrachten houden het midden tus- Madame Blanche
sen beide voorgaande types. Ze houden er min of De leerkracht koestert andere verwachtingen naar-
meer soepele verwachtingen op na, die in zekere gelang van het geslacht, de sociale achtergrond, de
mate worden bijgestuurd naarmate de leerlingen etnische afkomst, de voorgeschiedenis enz. van een
zich ontwikkelen. De verwachtingseffecten die zich leerling. In de loop van het jaar schakelt hij boven-
hier voordoen houden meestal de bestaande ver- dien allerlei mechanismen in waardoor zijn ver-
schillen tussen leerlingen in stand. De meerderheid wachtingen ook uitkomen. «Maar», vraagt S. Blom
van de leerkrachten zou tot dit type behoren. zich af in zijn boek Opvoeding als beroep, «Als dat zo
is en als dat mechanisme zo langzamerhand ook aan
Positief zelfbeeld leraars bekend is, waarom heeft de leraar daar dan zo
De verwachtingen van de leraar beïnvloeden niet weinig invloed op? Vergeet hij het zo snel in de
alleen de leerprestaties van de leerlingen. Ze hebben turbulentie van het dagelijks lesgeven?»
een even groot effect op het zelfbeeld van de leerlin- Waarschijnlijk wil geen enkele leerkracht be-
gen. Hoe positiever de verwachtingen van de leraar, wust voor Madame Blanche doorgaan
hoe positiever het zelfbeeld van de leerling. maar hij bekijkt zijn leerlingen blijk-
Het self-fulfilling prophecy-onderzoek toont aan baar onbewust door de (soms dikke, «Zie je wel, ze
dat de manier waarop leraars en leerlingen met soms dunne) glazen bol van zijn eigen
elkaar omgaan in belangrijke mate wordt beheerst verwachtingspatroon. Met alle gevol-
door het beeld en de daaruit voortvloeiende ver- gen vandien.
leren het nooit.»
wachtingen die leerkrachten en leerlingen van el- JEAN-PIERRE VERHAEGHE: «Het heeft ook
kaar hebben. Het wijst er ook op dat de omgang veel te maken met de druk die leerkrachten tijdens
tussen leerkracht en leerling niet per definitie voor het lesgeven ondervinden. Als leerkracht ben je er
alle leerlingen gelijk verloopt. Bestaande sociale ver- terecht om bekommerd dat de les erop vooruit gaat,
schillen worden in ons onderwijs blijkbaar niet dat je je programma afwerkt enz. Dat brengt leer-
opgeheven of overstegen maar integendeel meestal krachten er wel eens toe sommige leerlingen wat
versterkt. meer links te laten liggen dan strikt genomen goed
JEAN-PIERRE VERHAEGHE: «Dat is bij ons in Vlaanderen voor ze is. Dat de leerlingen over wie de leerkracht
wellicht niet anders dan elders. Men kan zich bij- het minst positieve verwachtingen koestert, dan
voorbeeld afvragen in hoeverre de vaststelling dat eerder uit de boot vallen, mag ons niet verwonderen.
kinderen van laaggeschoolde ouders volgens hun Leerkrachten steunen bij het lesgeven in aanzienlij-
leerkrachten in veel grotere mate met leer- en ont- ke mate op de medewerking van hun leerlingen.
wikkelingsproblemen te kampen hebben en in gro- Leerlingen die vanzelf al minder op de voorgrond
tere mate blijven zitten, niet berust op de werking treden, creëren veeleer negatieve verwachtingen,
van deze verwachtingseffecten.» waardoor ze uiteindelijk nog wat meer in de hoek
worden gedrumd. Het is van de kant van de leer-
Censuur kracht uit lang niet steeds kwaad bedoeld, maar dat
Op welke manier we de negatieve invloed van het maakt de negatieve effecten, àls die gecreëerd wor-
verwachtingsdenken kunnen beperken is nog de den, er natuurlijk niet minder erg om.»
vraag. Sommigen kijken met een bijzonder kwaad
oog naar de leerlingdossiers. De informatie die daarin Slim en dom
staat (formele achtergrond, vroegere prestaties, test- Er is een eenvoudige methode om de omvang van
resultaten enz.) wekt al bepaalde verwachtingen en verwachtingseffecten door leerkrachten enigszins te
verhoogt de kans op negatieve verwachtingseffec- reduceren: ze van het fenomeen bewust maken. Uit
ten, zo wordt geopperd. Tegelijk wordt daarmee onderzoek blijkt dat lesgevers die vóór een experi-
gepleit voor censuur op externe informatie over ment bewust waren gemaakt van het gevaar van
leerlingen. Uit onderzoek blijkt echter dat dergelijke verwachtingseffecten, veel minder discrimineerden
informatie maar invloed heeft op de verwachtingen tussen zogenaamde domme en slimme leerlingen.
van de leraar als hij er kennis mee maakt vóór hij met Lesgevers die het gevaar niet kenden gaven veel
de leerling enig contact van betekenis heeft gehad. In minder evaluatieve feedback (zowel aanmoediging
het andere geval blijken de eigen gedragsobservaties als kritiek) aan de zogenaamd domme leerlingen.
van de leerkracht een veel grotere invloed te hebben Met een groots opgezet vormingsprogramma voor
dan de gegevens in het dossier van de leerlingen. 742 leerkrachten van elk niveau toonde S. Kerman
Over achtergrondinformatie beschikken kan dus aan dat leerkrachten die zich bewust waren van hun
nuttig zijn maar liefst nadat de leraar zelf onbevan- eigen denkpatroon zich heel anders gingen opstel-
gen de kans heeft gehad om met de leerlingen kennis len in de klas. Hun verwachtingen veranderden
te maken. Op dezelfde lijn staan de vaak voorko- weliswaar niet maar wel hun gedrag tegenover leer-
mende gesprekken met leerkrachten die het jaar lingen die laag presteren. Na afloop van het experi-
voordien aan de leerlingen hebben lesgegeven. Der- ment bleek dat de leerresultaten van 2000 leerlingen
gelijke gesprekken voert men beter als men de die vooraf als laagpresteerders waren geïdentificeerd
leerlingen zelf al heeft leren kennen. er in belangrijke mate op vooruitgegaan waren. In de
Door leerkrachten externe informatie over hun controlegroep met leerkrachten die zich niet van
leerlingen te ontzeggen, schakel je verwachtingsef- hun denkwijze bewust waren, bleven de laagpres-
fecten overigens niet zonder meer uit. Ook de eigen teerders op hetzelfde niveau.
gedragsobservaties van de leerkrachten kunnen al Om het effect van deze vaak voorkomende kron-
voldoende zijn om negatieve verwachtingseffecten kel in het denken van de leraar te beperken, volstaat
te creëren. Belangrijk is hoe de leerkracht het gedrag het blijkbaar al voor een groot stuk dat hij zich van
van een leerling interpreteert en op welke gronden het verschijnsel bewust is. ■
KLASSE NR.50 9