Sie sind auf Seite 1von 103

Albatros Hengelsport - het adres voor uw complete hengelsportassortiment pagina 1 van 5

Karpervissen voor beginners

U kunt nergens anders meer over praten en 's nachts


droomt u van heldhaftige gevechten met monsterkarpers?
U bladert elk hengelsportmagazine door op zoek naar
karperverhalen (en slaat de rest gewoon over) en u koopt
elk karperboek dat u maar kunt vinden? In de
hengelsportwinkel luistert u vol ontzag naar de verhalen
van karpervissers en bewondert u de foto's van
gigantische karpers die op het prikbord hangen? Als u
uzelf hierin herkent, dan bent u behept met het
karpervirus. Het is een hardnekkig, maar relatief
onschuldig virus.

Voor het zover is, heeft u waarschijnlijk al eens, al dan


niet per ongeluk, een karper gehaakt of gevangen.
Plotseling voelt u een onbedwingbare behoefte om meer
karpers te vangen. En als dat een beetje lukt, groeit het
verlangen om eens een grote te vangen. Als u naar uw
hengelsportwinkelier gaat (vol met vragen) om het
benodigde materiaal, voer en aas aan te schaffen, loopt u
echter het risico dat de moed u in de schoenen zakt. Sinds
de karpervisserij, in de jaren negentig, door de uitvinding
van de boilie met de bijbehorende zelfhaaksystemen (Ik
kom hier straks op terug), een ware revolutie meemaakte, zijn er zoveel karpervisartikelen op de markt
gekomen, dat u door de bomen het bos niet meer ziet. Het lijkt wel alsof je eerst voor een maandsalaris aan
spullen nodig hebt om ook maar een kansje te maken ooit eens een (grote) karper te vangen. Laat ik u
gerust stellen... Met een beperkte uitrusting kunt u ook, op velerlei manieren karper vangen. Laat u ook niet
intimideren door de verhalen van cracks die bijna in geheimtaal praten (liefst doorspekt met veel
buitenlandse termen) over twintig-, dertig, ja zelfs veertigponders alsof het niks is. Zo ingewikkeld is het
helemaal niet en het is ook niet zo dat alleen het formaat van de karper belangrijk is. Geniet alstublieft ook
van het buiten zijn, de rust en de natuur. Begin eenvoudig en respecteer elke karper die u vangt. Zo
moeilijk is dat niet, want zelfs de kleinste karper levert strijd van de bovenste plank. Makkelijker gezegd dan
gedaan, hoor ik u zeggen. Hoe doe ik dat dan en wat dien ik daarvoor minimaal aan te schaffen? Welnu,
daarover gaat dit artikel!

Als u begint met karpervissen, stuit u al snel op het fenomeen boilies. U bent hier misschien hartstikke
nieuwsgierig naar, want als u de verhalen moet geloven, is een boilie een wonderaas. Toch is dat maar ten
dele waar. Een boilie niets meer dan een hardgekookt deegballetje, al dan niet voorzien van een kleurtje en
een geurtje. Het voordeel van een boilie is:

1. dat deze, bij het ingooien, niet van de haak vliegt (en dus verre worpen mogelijk maakt),

2. dat witvissoorten zoals brasem er niets mee kunnen aanvangen (te hard) en hem links laat liggen,
waardoor u a. selectief op karper kunt vissen én b. voercampagnes kunt houden.

Omdat een boilie te hard is om er een haak in te steken of


de haak er, bij een aanbeet, uit te slaan, wordt de boilie
aan een dun lijntje (de "hair") naast of onder de
karperhaak gehangen. Als een karper de boilie naar
binnen zuigt, belandt de blote en vlijmscherpe haak ook in
zijn bek. Een stuk wartellood van ongeveer 70 gram zorgt
ervoor dat de karper niet weg kan zwemmen zonder
zichzelf te prikken. Als de karper zich heeft geprikt, schiet
hij weg en haakt hij zichzelf. Wat u hiervan merkt? Tot

http://www.albatroshengelsport.com/sportvissen/print.php?cid=114&p=2 25-1-2007
Albatros Hengelsport - het adres voor uw complete hengelsportassortiment pagina 2 van 5

het moment dat de karper zichzelf prikt helemaal niets. Daarna is het alle hens aan dek, want de lijn wordt
namelijk in hoog tempo van de spoel getrokken. Karpervissers spreken dan niet van een beet, maar van een
"run". Het geduldig afwachten is voorbij, uw hart slaat drie keer over en u krijgt een adrenalinestoot van
hier tot Tokio. Het is een kick, die lijdt tot verslaving...

Enkel voordelen dus? Nee! Hét grote nadeel van een boilie is:

1. dat deze door het koken minder aantrekkelijk wordt voor een karper. Die vindt een paar zoete
maïskorrels, een broodpluim of een zacht gekookt aardappeltje namelijk veel lekkerder! Daar vloeit het
tweede nadeel uit voort, namelijk:

2. dat u de karper eerst aan boilies moet laten wennen door (dagenlang) vooraf te voeren. Wie dus een
water weet waar veel karper zit en de kans dus groot is dat een karper op een gegeven ogenblik uw stek zal
aandoen, kunt u dus veel beter gewoon met zoete maïs uit blik, een broodvlok of een gekookt aardappeltje
vissen. U krijgt ongetwijfeld eerder beet! Aanwezige witvis kan spelbreker zijn door het voer en het aas op
te eten. Af en toe een beetje bijvoeren en het aas controleren is dan het devies. Meestal worden deze
aassoorten gewoon onder een dobbertje aangeboden.

Voor écht grote karpers dient u in groter water te vissen, zoals plassen, rivieren en kanalen. Er zitten er
(veel) minder, maar de exemplaren die er rondzwemmen zijn meestal een stuk groter. Gevolg is wel dat het
uren, ja zelfs dagen kan duren voordat een karper uw voer en aas vindt. Bovendien azen de karpers in deze
watertypen meestal 's nachts. Hier heeft u dus veel meer aan een boilie. Het bijbehorende zelfhaaksysteem
(bolt-rig) zorgt er namelijk voor dat u niet uren of dagen (nachten...) naar een roerloos dobbertje hoeft te
staren. Dat houdt niemand vol. U legt uw hengel(s) gewoon in een elektronische beetverklikker, die u
waarschuwt als u een "run" heeft. Met een luid geluidssignaal. Hierdoor is het zelfs mogelijk dat u 's nachts
lekker kunt slapen in een tentje (in jargon "bivvy" genaamd).

Als u op een verjaardagsfeestje vertelt dat u op karper vist, zal er ongetwijfeld iemand reageren met de
opmerking dat hij (of zij, die kans is groter) het staren naar een dobbertje maar saai vindt. Als u dan antwoordt
dat er geen dobber aan te pas komt, maar dat u met elektronische beetverklikkers vist, zult u op ongeloof
stuiten. Vooral als u er ook nog eens bij vertelt dat u 's nachts gewoon achter uw hengels ligt te slapen. Doe er

http://www.albatroshengelsport.com/sportvissen/print.php?cid=114&p=2 25-1-2007
Albatros Hengelsport - het adres voor uw complete hengelsportassortiment pagina 3 van 5

nog een schepje bovenop en begin over boilies en je wordt aangekeken alsof je van een andere planeet komt!
Ik hou tegenwoordig wijselijk mijn mond. Voor deze leken bent u namelijk al een ware specialist. Zo snel gaat
dat...

Het verschil tussen dobbervissen (door karpervissers "penvissen" genaamd) met zachte aassoorten en
bodemvissen met boilies (70 gram lood drijft namelijk niet, maar gaat als een raket naar de bodem) zal u
duidelijk zijn. En ook welke voor- en nadelen er aan deze twee totaal verschillende aassoorten kleven. Maar hoe
vis je eigenlijk met een dobber ("pennetje")? Of met een boilie?

Omdat een karper een sterke vis is, die gemakkelijk een nylon lijntje breekt, vist u met een werphengel met
daarop een werpmolen. Niet omdat u altijd ver moet werpen, maar omdat een werpmolen een slip heeft. Dit
mechanisme zorgt ervoor dat de vis lijn kan nemen op het moment dat deze wordt overbelast en dreigt te
breken.

Penkarpervissen
Een karperhengel voor het penvissen mag niet te stug zijn, omdat u anders gemakkelijk het aas van de haak
werpt. Maar ook omdat u met een licht pennetje met zacht aas nooit ver kunt werpen. Met een pennetje vist u
dus altijd relatief dichtbij. Als u op korte afstand een karper haakt, staat er zodoende ook maar weinig nylon lijn
uit. Het weinige beetje rek in de korte nylon lijn vangt amper schokken op. Dat is de taak van de hengel. Vist u
nu met een stugge hengel, is de kans groot dat de haak losschiet of zelfs het lijntje breekt. Een logische vraag
zou zijn of u dan niet beter met een dikkere (lees: sterkere) lijn kunt vissen. Dat kan natuurlijk, maar u moet
zich realiseren dat u daarmee minder subtiel vist. En hoe minder subtiel u vist, hoe minder aanbeten u mag
verwachten. Gebruik daarom een karperhengel met een "parabolische" buiging. Een dergelijke hengel buigt
gelijkmatig, over de gehele lengte. De testcurve geeft aan hoe soepel een hengel is. Voor het penvissen kiest u
voor een testcurve tussen de 1½ en de 2 lbs. Afhankelijk van het aantal obstakels. Is het water obstakelvrij?
Gebruik dan een 1½ lbs hengel en spoel 0,25 millimeter nylon op uw molen. Een haak maatje 4 is niet te groot
en niet te klein. Zijn er wel obstakels, kies dan voor een 2 lbs karperhengel en gebruik nylon met een diameter
van 0,30 millimeter. Omdat u af en toe kracht moet zetten om een vis van de obstakels weg te houden, doet u
er verstandig aan de haak één maatje groter (maatje 2) te kiezen. Omdat deze iets meer vlees pakt.

Boilievissen
Omdat boilies vrij hard zijn, gooit u ze niet snel van de haak
(of eigenlijk de van de "hair"). U kunt dus eigenlijk zo ver
vissen als u kunt werpen. Soms is dat handig, want de karper
zit niet altijd onder de kant. Om ver te kunnen werpen heeft
een een iets stuggere hengel nodig. Met een tikkeltje
"topactie". Dat wil zeggen dat de hengel, als hij belast wordt,
vooral in de top buigt (en niet gelijkmatig over de gehele
lengte, zoals bij een penkarperhengel). Kies voor een
karperhengel met en testcurve tussen de 2 en de 2½ lbs.
Zwaarder mag, maar dan buigt de hengel amper meer en
beleeft u weinig plezier aan het "drillen" (afmatten) van een
karper. Met dergelijke karperhengels is het ook geen probleem om het wartellood van ongeveer 70 gram ver
weg te werpen. U mag natuurlijk lichter lood gebruiken, maar dan verkleint u de kans dat de karper zichzelf
haakt. Bij het boilievissen is het vooral belangrijk dat u zwaar lood ver kunt werpen. Bij penvissen is het, zoals
gezegd, vooral belangrijk dat de hengel de schokken van een wegvluchtende vis opvangt. Is dat opvangen van
klappen bij een karperhengel voor het boilievissen dan niet belangrijk? Natuurlijk wél, maar omdat er veel nylon
lijn uitstaat, zit er ook veel rek in de uitstaande lijn. En die vangt de ergste klappen op. Tegen de tijd dat u de
vis bij de kant heeft, is de karper al grotendeels moe gestreden. Bij het boilievissen worden dikkere lijnen
(meestal 0,35 millimeter) gebruikt. De subtiliteit zit hem in de speciale onderlijn ("hair-rig" genaamd). Deze
kunt u kant en klaar kopen of zelf knopen. Ze zijn meestal 20 tot 30 centimeter lang, worden gemaakt van
soepele, gevlochten lijn en zijn voorzien van een haak maatje 2, 4 of 6 (met hair) en een wartel.

Baitrunners
Voor het karpervissen volstaat een "gewone" werpmolen. Het belangrijkste is dat hij soepel draait (wel zo fijn)
en de slip goed werkt (dus zonder horten of stoten). Er moet minimaal 100 meter 0,30 millimeter op kunnen.

http://www.albatroshengelsport.com/sportvissen/print.php?cid=114&p=2 25-1-2007
Albatros Hengelsport - het adres voor uw complete hengelsportassortiment pagina 4 van 5

Werpmolens voor het boilievissen zijn doorgaans iets groter. Omdat er dikkere lijn op gaat én omdat je met een
werpmolen met een grote spoel verder kunt werpen. Onder boilievissers zijn vooral werpmolens van het type
"baitrunner" erg populair. Dit type werpmolen heeft een dubbele slip. Eéntje voor het drillen van de vis (de
gevechtsslip) en eentje voor het gecontroleerd lijn geven. Bij de betere modellen, schiet de molen automatisch
van de vrijloopslip in de gevechtsslip op het moment dat je aan de slinger draait. Albatros voert werpmolens in
het assortiment die volgens dit principe werken onder de naam Tica Sportera Hit and Run.

Korstvissen
Tenslotte is er nog het korstvissen op karper. Dat is
misschien wel de mooiste manier van karpervissen. Als het
mooi rustig en warm weer is, zwemmen de karpers vaak
hoog. Een drijvende broodkorst wordt meestal genegeerd
(helaas), maar af en toe zie je er toch eentje voorzichtig de
korst naar binnen slurpen. Prachtig! Let echter op!
Beginnelingen kunnen vaak hun zenuwen niet de baas en
slaan... te vroeg! Wacht rustig tot de karper zich weer iets
heeft laten zakken en je de lijn ziet lopen. Sla nu rustig aan.
Het spreekt voor zich dat je bij deze visserij onopvallend te
werk dient te gaan. Beweeg zo min mogelijk en hou je laag.

Materiaaltips
Dan volgen nog enkele materiaaltips. Kies uw schepnet niet te klein. U zult niet de eerste zijn die een karper
verspeelt omdat de vis niet goed in het net paste. Leg een gevangen vis niet in het zand, maar op een
onthakingsmat. Op die manier beschadigt zijn slijmlaag niet en zal hij geen infecties oplopen. Als u 's nachts
een karper vangt en u wilt deze bij daglicht fotograferen, kunt u de vis tot de volgende ochtend in een speciale
karperbewaarzak in het water hangen. Stop niet meer dan één karper in een bewaarzak, anders beschadigen de
vissen elkaar! Het spreekt voor zich dat u een karper voorzichtig terugzet.

http://www.albatroshengelsport.com/sportvissen/print.php?cid=114&p=2 25-1-2007
Albatros Hengelsport - het adres voor uw complete hengelsportassortiment pagina 5 van 5

Voor het bevestigen van een boilie op een hair heeft u een speciale boilienaald nodig. Steek de naald door de
boilie (tekening A + B), hang het lusje van de hair in het weerhaakje (op de punt van de naald) en trek
vervolgens de hair door de boilie (tekening C + D). Om te voorkomen dat de boilie bij het inwerpen van de hair
glijdt, steekt u een boiliestoppertje door het lusje en schuift u de boilie daar tegenaan (E). Klaar is Kees!
Overigens voert Albatros (het zal u niet verbazen) alle hierboven genoemde artikelen in het assortiment. Van
haak tot bivvy. Voor meer informatie over deze artikelen verwijs ik u graag naar het Albatros jaarboek, dat u
gratis op kunt halen bij de betere hengelsportwinkelier.

http://www.albatroshengelsport.com/sportvissen/print.php?cid=114&p=2 25-1-2007
Actief karpervissen (1)

door Dick Langhenkel

Het vissen op karper kan op twee manieren beoefend worden,


passief en actief. Bij de passieve manier wordt eerst een
voerstek gemaakt waar men de karper heen lokt en opwacht, bij
de actieve manier zoekt de visser de karper op!

De passieve manier is herkenbaar aan tentjes, aan slapende en


luierende vissers, aan hengels in de steunen, de actieve manier van
karpervissen heeft hier niets mee van doen. De visser is volop in
beweging, hij heeft zijn hengel in de hand en is voortdurend alert op
wat er kan gebeuren. Over die actieve manier van karpervissen gaat
het in deze serie artikelen, die zowel voor de beginnende als voor de
meer ervaren visser geschreven zijn. Beide manieren van vissen
vragen veel geduld en inzet van de man achter de hengel. Wie snel
en veel vis wil vangen kan beter maar nooit aan het karpervissen
beginnen. Wie van rust houdt, veel geduld heeft en een sterk hart,
kan in het karpervissen avonturen beleven, die men nauwelijks voor
mogelijk houdt.

Drie paaltjes!
Zomaar een warme dag in juni, heerlijk om vrij te zijn en te wandelen
in de polder. Prachtige luchten, heerlijk ruikend gras en zingende
vogels. Ik voel me rijk en een dankbaar mens. Ik waan me alleen op

1
de wereld en neem de geuren en kleuren in me op. De zon begint al
te dalen, de schaduwen worden langer en de straffe wind neemt af. Ik
heb nog niets gevangen, althans geen karpers, waar het toch om te
doen is. Wel werd ik verrast door en flinke kroeskarper, een zeelt en
een aantal schitterende rietvoorns, de mooiste vis van ons zoete
water.

Ik arriveer bij de kruising van twee polder sloten, aan de overkant op


de kop van het weiland staan drie oude paaltjes, zwaar begroeid met
als en waterplanten. In de vroege morgen had ik hier reeds gevist en
gevoerd, hier zou ik de dag besluiten. Ik rijg wat zoete maïs op mijn
haak en werp voorzichtig in naar de overkant. Er staat nauwelijks een
halve meter water en mijn kleine pennetje komt nauwelijks overeind.
Ontspannen zit ik op mijn kussen met mijn rug tegen het hek en
geniet van de rust van de avond die als een zachte deken over het
landschap neerdaalt.

Hoe lang zit ik hier al? Een uur? Langer? Ik ben elk besef van tijd
verloren, maar ineens ben ik klaar wakker en volkomen bij de les.
Waarom? Ik weet het niet. Er is niets veranderd, mijn pennetje staat
onbewogen op dezelfde plaats, vlak achter de drie paaltjes, die als
drie oude mannetjes op wacht staan. Dan valt plotseling het pennetje
om, alsof het zeer vermoeid is en blijft plat op het water liggen om
zich dan in de richting van de paaltjes te verplaatsen. Dan gebeurt er
van alles tegelijk, ik sta met een diep doorbuigende hengels, bij de
paaltjes lijkt het alsof er een explosie plaats vindt, het is alles modder
en waterplanten die van de bodem loskomen, de slip van mijn molen
gilt met een overspannen toontje en mijn hartslag loopt op als een
trommel waar te snel op geslagen wordt.

Ik weet de vis net voor de paaltjes te stoppen en hij buigt af de sloot


in aan de overkant. Moeiteloos worden meter lijn genomen en ik heb
het nakijken, ik kom in dit verhaal nog niet voor. De vis is mij de baas,
hij bepaald de richting en koers. Dan een kolk en een plons en mijn
lijn valt slap, met grote snelheid komt de vis recht op me af zwemmen
een enorme boeggolf voor zich uit drukkend. Enkele seconden heb ik
geen kontact, dan zwiept de hengel weer dubbel en doet de slip zijn
werk. Ik heb geluk gehad, de vis is niet door de drie paaltjes gegaan.

Ik krijg de vis langzamerhand onder controle en maak mijn schepnet

2
nat. Niet lang daarna zwemt een grote karper rustig boven het net en
kan ik de winst binnenhalen. Een schitterende wilde karper van 79
cm. Bij een gewicht van 11 pond. Een juweel om te zien. Een
blauwstalen rug, diep geel en oranje vinnen, vier baarddraden en een
prachtig schubbenpatroon. Bijna trots zwemt de vis uit mijn handen,
me toewuivend met zijn machtige staart. Ik heb een geweldige dag
gehad, met een gouden randje! (wordt vervolgd)

Actief karpervissen (2)

door Dick Langhenkel

Wat heb je nodig?


Uit het verslag van mijn logboek heeft u wel begrepen dat je
voor deze manier van vissen eigenlijk niet zoveel materiaal
nodig hebt, zeker als je dat vergelijkt met het passieve afstand
vissen.

Een karper-penhengel, een goede werpmolen, een ruim en stevig


schepnet, enkele karperpennen en wat haken, lood en een stevige
vistas, vormen in principe al een basis uitrusting.

Laten we de verschillende onderdelen eens wat nader bekijken. Eerst


de karperhengel! Penhengels zijn er in drie lengtes, te weten 3.30 m.
(11 ft) , 3.60 m. (12 ft ) , 3.90 m. (13 ft.) De korte hengels kunnen
handig zijn bij bruggen en palen, de langere meer in open water. Wie
zijn eerste hengel aanschaft, doet er goed aan een twaalf voeter te
nemen, met een testcurve van 1 ¼ p. of 1 ½ p., geschikt voor
lijndikten van 22/00 of 25/00 nylon. Dit zijn uiteraard geen hengels om
karpers mee te drillen bij bruggen, palen en andere obstakels. Ik kan
een beginner ook niet aanraden om daar zijn karperloopbaan mee
aan te vangen. Wat onderscheidt een karperpenhengel nu van
andere karperhengels?

3
De buiging moet parabolisch zijn…

In de eerste plaats de buiging, die moet parabolisch zijn, d.w.z. naar


mate de spanning op de hengel toeneemt, zal deze doorbuigen tot
ongeveer een kwart cirkel. Deze hengels hebben weinig verloop in de
blank, met een vreemd woord heet dat de tapering! Hengels die veel
tapering hebben, hebben in de buiten diameter van de blank, een
sterk verloop van dun naar dik. Dergelijke hengels zijn geschikt voor
het afstand vissen, omdat de hengel naar het handvat toe steeds
stijver wordt. Wij hoeven echter geen haken over grote afstand te
zetten en hebben derhalve liever een hengel die dikwandig is, met
weinig tapering. Een dergelijke hengel heeft meer massa!

Tenslotte onderscheidt de penhengel zich van andere karperhengels


doordat zij veel meer geleide-ogen hebben. Op een hengel van 3.60
m, zitten twaalf tot dertien ogen exclusief het top-oog. Het is niet
eenvoudig om aan een bruikbare penhengel te komen. Uiteraard kunt
u direct bij een hengelbouwer binnen stappen en een hengel laten
maken. U moet dan wel weten wat u wilt. Ik kan dit een beginner niet
aanraden, die kan beter eerst een eenvoudige kant en klare
penhengel kopen voor een lijndikte van 25/00. U kunt dan eerst
ervaring op doen, uw eigen stijl van pen-vissen ontwikkelen, eens
zien in wat voor water en omstandigheden u het meest vist en dan
met die gegevens in de toekomst uw eigen hengels laten bouwen. Zo
heb ik het in elk geval gedaan en dat is me uitstekend bevallen.

Werpmolen of Reel?

4
Op de lichtere penhengels vis ik uitsluitend met de werpmolen. Als
het om lijnen gaat zwaarder dan 25/00, dan gebruik uitsluitend de
reel. Ik zal straks vertellen waarom, eerst even iets over de
werpmolen. Werpmolens zijn er te kust en te keur in allerlei
prijsklassen. Het oogt ook allemaal even fraai, maar ook hier geld
een harde economische wet, alle waar is naar zijn geld. Voor het
karpervissen heeft u niets aan die goedkope molentjes en met
goedkoop bedoel ik molens onder de fl. 125.=. Een goede kwaliteit
werpmolen ligt boven de fl.300.= , dat is even een uitgave, maar dat
bedrag kunt u dan afschrijven over tien jaar of meer en dat is heel
wat voordeliger dan vijf goedkope molentjes die minder dan honderd
gulden hebben gekost, afgezien van de ergernis van niet goed
functionerend gereedschap en de verspeelde vissen.

Niet goed functionerend materiaal kan veel ergernis geven…

Bij een geschikte werpmolen voor onze visserij draait het om een
goed binnenwerk en een stevige as die zware druk kan weerstaan.
Het slipmechanisme moet bovendien van topkwaliteit zijn omdat hier
alles van afhangt. Shimano, ABU en Ultimate hebben in deze
prijsklasse uitstekende werpmolens van het 4000 type. Gaat u echter
met lijnen vissen die dikker zijn dan 26/00, dan kunt u ook deze

5
kwaliteits molens beter thuislaten. Laat me u uitleggen waarom. Een
werpmolen heeft een as die aan een kant bevestigd is. Op het
moment dat u een zware vis drilt, wordt deze as uit balans getrokken,
waardoor de spoel aan gaat lopen tegen het molenhuis. Het is dan
niet de slip die hapert, zoals sommige beweren, nee, de slip kan zijn
werk niet doen, omdat de spoel aanloopt. Het resultaat is lijnbreuk!
Het gevolg op langere termijn is een as die niet meer in het
middelpunt staat waardoor het hele binnenwerk in de vernieling raakt.

Om dat te voorkomen gebruiken we een reel. Bij de reel zit de as aan


beide uiteinden in een lager. Hierdoor kan de as veel grotere
spanningen verdragen. Een tweede voordeel is het feit dat de lijn niet
om een hoek van negentig graden de as bereikt, maar dat er direct
opgespoeld wordt, dit betekend in de praktijk veel meer contact met
de vis. Bij een werpmolen is het zelfs mogelijk dat de beugel
openklapt en de lijn daar onder wegschiet. Ik hoef u niet te vertellen
wat die kapitale karper met zo'n buitenkansje doet, die schiet
eveneens weg, maar wel zodanig, dat u hem nooit meer terug ziet!
Een derde voordeel is, dat u niet alleen met de slip van de reel de vis
drilt, maar eveneens met uw duim. Hou dit even vast, want dat
betekent, dat u bij de aanschaf van een reel er op moet letten dat u
gemakkelijk met u duim bij de spoel kunt komen. Is die spoel te smal,
of uw duim te dik, dan moet u een ander type nemen. Een nadeel van
de reel is, dat er door gebrek aan werpgewicht, niet veel verder, dan
tweemaal de hengellengte van de kant gevist kan worden. In de
praktijk bestaat dit nadeel niet, want als ik zwaarder vis dan 26/00
dan is dat altijd bij bruggen en palen of andere obstakels en dan zit ik
er altijd bovenop! (wordt vervolgd)

Actief karpervissen (3)

door Dick Langhenkel

Klein materiaal.
Als we het over klein materiaal hebben, dan denken we aan
lijnen, haken, karperpennen, lood, bevestiging- en
onthakingsmateriaal en een goede opbergdoos.

Laten we eerst naar de lijnen kijken! We maken onderscheid tussen


de zogenaamde gevlochten lijnen en nylon lijn.Tot en met een

6
lijndikte van 25/00, maak ik gebruik van nylon lijn. Ook hier is de
markt weer bedolven met vele soorten, diktes, kleuren en
fabelachtige breeksterktes. U doet er goed aan dit met een korrel
zout te nemen, want veel van het beloofde wordt niet waargemaakt.

Dat het struinen met de pen ook grote vis kan opleveren, bewijst
karper-penvisser Co Sielhorst ook al jaar en dag met zijn fraaie
karpers...

Maxima nylon bijvoorbeeld belooft geweldige treksterktes, maar als je


de moeite neemt een micrometer ter hand te nemen, dan klopt de
opgegeven dikte niet. Zo is een lijn van 22/00 in werkelijkheid 25/00
en een lijn van 25/00 bijna 30/00. Op die manier kun je veel beloven,
overigens is het geen slechte lijn, maar ik hou er niet van als het niet
klopt. Goed, nylon is te onderscheiden in lijn met veel en weinig rek.
Omdat we zachte en diep doorbuigende penhengels gebruiken,
kiezen wij voor een lijn met weinig rek. Sensas en Berkley ( Trilene ),
hebben uitstekende lijnen in hun programma, die zeer geschikt zijn
voor onze visserij.

Nylon moet regelmatig vervangen worden, omdat het onder invloed


van licht snel zijn trekkracht verliest. Minimaal eenmaal per seizoen is
heel gebruikelijk, zelf vervang ik het twee keer, omdat ik niet het
risico wil lopen op een beslissend moment een kapitale vis kwijt te

7
raken. Goed nylon is niet goedkoop, dus hoeft u het echt niet in de
aanbieding sfeer te zoeken. De zogenaamde gevlochten lijnen
kunnen we onderscheiden in gevlochten nylon lijnen of gevlochten
dyneema. In gevlochten nylon lijnen zit weer veel rek, in een
dyneema lijn zit daartegenover helemaal geen rek. Deze laatste lijnen
zijn ongelooflijk sterk bij een zeer dunne diameter. Een 15/00
dyneema is zeker zo sterk als een 30/00 nylon lijn. Omdat dyneema
lijnen geen rek hebben en een hoge breeksterkte, zijn ze minder
geschikt voor de werpmolen, maar bij uitstek geschikt voor de reel. U
begrijpt nu waarom ik met nylon stop boven de 25/00. Ik schakel dan
over op een veel dunere dyneema lijn met een hogere breeksterkte,
uiteraard in combinatie met een reel.

Gevlochten nylon lijnen gebruik ik nauwelijks meer. Ondanks het feit


dat dyneema lijn beresterk is, is deze lijn absoluut niet
schuurbestendig. Een houtsplinter van een paal of dukdalf, een
zwanenmosseltje en pang, het is gebeurd! In dat soort
omstandigheden kan een gevlochten nylon lijn toch weer het betere
alternatief zijn. Verlies die gevlochten nylon lijn dus niet uit het oog!

Over karperhaken zou ik een boek kunnen schrijven en bijna nergens


lopen de emoties onder karpervissers zo hoog op, als het over haken
gaat. Dat is niet voor niets, in de eerste plaats hangt er veel van af, in
de tweede plaats er zijn zoveel haken, dat je als beginner helemaal
gek wordt als je je er in wilt verdiepen. Hou het hier ook simpel, ik
geef u de naam en type nummers van een aantal gerenommeerde
karperhaken, die gewoon goed zijn, neem die als uitgangspunt en ga
dan wat experimenteren.

Een belangrijk onderscheid zijn haken met een oogje of haken met
een bledje. Veel karpervissers vermijden deze discussie door
gewoon haken met een oogje te kopen, niet omdat deze beter zijn,
maar omdat ze eenvoudig niet in staat zijn haken met een bledje te
monteren. Wie niet in staat is en haak met een bledje te monteren,
kan beter maar meteen met karpervissen stoppen of er helemaal
maar niet aan beginnen. Dat lijkt wat kort door de bocht, maar de
feiten zijn nu eenmaal zo.

8
Slechts weinig materiaal volstaat…

Immers een goede karpervisser monteert ook een haak met een
oogje, alsof het een haak met een bledje is, met andere woorden de
haak wordt gemonteerd op de steel en nooit aan het oogje!! Een
haak die aan het oogje wordt gemonteerd, kan er in allerlei standen
onderaan komen te hangen, een lijn die aan de haaksteel wordt
bevestigd, heeft altijd als eindresultaat, dat lijn en haak een
verbinding vormen in elkaars verlengde, waardoor de inhakingskans
optimaal is en de kans van losschieters minimaal! Nu begrijpt u
meteen de onzin van een discussie over oogje of bledje, beide haken
worden immers op dezelfde wijze gemonteerd.

Dat haken met een bledje de lijn doorschuren tijdens de dril is een
sprookje en nog nooit bewezen, om losschieten tijdens de dril te
voorkomen is het wel van belang dat een haak met een bledje altijd
zo bevestigd wordt, dat de lijn aan de binnenkant van het bledje zit.
Bij haken met een oogje voeren we de lijn van binnenuit door het
oogje naar buiten en bevestigen wij vervolgens de lijn aan de steel
aan de buitenkant van de haak. Door de lijn door het oogje van
binnen naar buiten te voeren, verhogen wij de inhakingskans, dat is
geen theorie, maar de bewezen praktijk! Als u haken met een oogje
goed bekijkt dan kan het gebeuren dat u ontdekt dat het oogje niet
strak tegen de haaksteel is gebogen, de haak kan daar een scherpe
braam hebben. Tijdens de dril kan de verbinding daar breken! Omdat
volledig uit te sluiten zijn er twee oplossingen bedacht om dit te

9
voorkomen. Beiden zijn perfect! U kunt eerst een wikkeling
aanbrengen op de haaksteel en die strak tegen het oogje schuiven,
dit functioneert als een soort buffer tussen de eigenlijke verbinding en
het oogje, u kunt de haken ook vooraf aanstippen met harde
nagellak! Zelf lak ik zo een paar keer per seizoen een voorraadje
haken, door een druppel aan te brengen op het punt waar het oogje
tegen de haaksteel is gebogen.

Wat is nu een goede bevestiging? Er zijn er niet veel, maar de beste


zal ik beschrijven en laten zien op de afbeeldingen in deel 4. Ik kies
voor deze bevestiging, omdat de meeste hem kennen, maar
eveneens omdat velen onder ons het fout doen! Daar heb ik tijdens
voorlichtingsavonden al wat weddenschappen mee gewonnen! (wordt
vervolgd)

Actief karpervissen (4)

door Dick Langhenkel

Haakbevestigingen
Alle haakbevestigingen berusten op het principe van de strop,
en niet van de knoop! Zowel nylon als dyneema kan niet tegen
knopen, als u dit goed onthoudt bespaart u uzelf al veel
mislukking en ellende.

Hoe bevestigen wij nu een haak met een bledje?

Goede methode…

Ik ben rechts, dus neem ik de haak tussen duim en wijsvinger in mijn


linkerhand. Voordat ik de haak ter hand neem, heb ik eerst de lijn

10
dubbel in mijn rechterhand, tussen duim en wijsvinger gepakt. Ik leg
nu die dubbele lijn op de buitenkant van de haaksteel en wikkel het
losse eind over twee lijnen, te beginnen bij het bledje in de
richting van de haakbocht! Na vijf of zes wikkelingen gaat het losse
eind door het ontstane oogje van de lijn. Ik trek nu het geheel licht
aan, draai de wikkeling over de haaksteel één slag en wel zo, dat de
hoofdlijn aan de binnenkant van het bledje zit. Nu trek ik het geheel
vast! Dit is de goede manier die de trekkracht van de lijn niet
ondermijnt.

Wat zien we echter in de praktijk? In plaats van over twee lijnen in de


richting van de haakbocht te wikkelen, wikkelt men over één lijn in
tegengestelde richting naar het bledje, om dan vervolgens het losse
eind over alle wikkelingen heen in het lusje te krijgen. Hierdoor
ontstaat geen strop, maar een knoop! Door zo uw haak te
bevestigen bent u bijvoorbaat dertig procent van de trekkracht van uw
lijn kwijt. Met andere woorden waar ik die twintigponder nog weet te
mannen, hebt u hem al lang en breed verspeeld!

Foute methode…

Vergelijk nog eens goed, figuur drie en vier en het zal u duidelijk zijn.
Ook zult u dan ontdekken dat de tekening een bewuste fout bevat, wij
gebruiken geen haken met een naar binnen gebogen oog of bledje!!
Immers met een naar binnengebogen bledje is het onmogelijk om de
hoofdlijn aan de binnenkant te plaatsen. Ook haken met een naar
binnen gebogen oogje zijn voor onze visserij niet geschikt. Het is dan
onmogelijk om de lijn van binnenuit door het oogje naar buiten te
voeren om vervolgens de haak op boven omschreven manier aan de
haaksteel te bevestigen.

11
Ter afronding van dit gedeelte over haken zal ik enkel typen noemen,
die tijdloos zijn en onder alle omstandigheden hun waarde bewezen
hebben. De Mustad Arendsklauwhaak in de dikdradige uitvoering, de
Drennan Super Specialist, Gamakatsu LS - 1093B, VMC junior 9287,
Jack Hilton Carp Hooks, Fox serie 1 en 2. De meest gangbare
nummers zijn 4 en 6.

Karperpennen
De betere hengelsportzaak heeft gewoonlijk een leuke voorraad
speciale karperpennen. Deze pennen onderscheiden zich van de
witvis en brasempennen doordat ze wat steviger gemaakt zijn. De
antenne is wat sterker, zodat ze niet gemakkelijk breken. Aan drie
verschillende maten heeft u voldoende. De lengte van de pen heeft te
maken met de waterdiepte, in een diep kanaal gebruiken we meestal
een wat langere pen, dan in een ondiep polderslootje. In heel ondiep
water gebruiken we helemaal geen pen, maar de bekende rood-witte
baarsdrijvers. Daar boren we met een boortol gaatjes in, die we
opvullen met stukjes van worstprikkers. Nu zijn ze gemakkelijk en
snel aan de lijn te rijgen en weer vast te zetten. Ik heb van mijn
grootvader, een doorgewinterde Amsterdamse karpervisser, al
geleerd om te vissen met een combinatie van een drijvertje en een
pen.

12
Combinatie van pen én drijvertje…

Ik monteer dan ook altijd eerst het drijvertje, dan de pen en houd daar
tien tot vijftien centimeter, afstand tussen. Waarom doe ik dat? Het
kan zijn dat de karper het aas de zachte bodem in drukt, u ziet dan
de pen onder gaan, maar slaat mis! Een andere mogelijkheid is, dat
de vis met zijn omvangrijke lijf tegen uw lijn drukt, u ziet uw pen
ondergaan en slaat eveneens mis, of u haakt de vis onder in de buik.
Ik vis visueel dan ook altijd op dat drijvertje. Dat die pen ondergaat
zegt mij weinig, als het drijvertje in beweging komt, dan zet ik de
haak! Niet slaan, maar de haak zetten, dat doe je door de hengel in
een vloeiende beweging krom te trekken op de vis. Slaan leidt bij
zachte penhengels tot een soort zweepslag, die missers en/of
lijnbreuk tot gevolg heeft.

Een karperpen kan op twee manieren gemonteerd en gevist worden,


het gewone vaste systeem of het zogenaamde Engelse systeem. Bij
het Engelse systeem wordt eerst een stuitje op de lijn gemonteerd,
dan de pen alleen door het onderste oogje op de lijn geschoven. Bij
het inleggen hangt nu de lijn op zijn kop aan het onderste oogje op
het eerste loodje. De lijn loopt na het inleggen vrij door dit oogje en
de pen gaat staan door het stuitje, op voorwaarde dat dit op de juiste
diepte is afgesteld. Dit systeem wordt veel gebruikt bij leliebedden,

13
wanneer een karper daar induikt volgt de pen gemakkelijk zonder te
breken en als u de vis er uittrekt volgt de pen even gemakkelijk in
omgekeerde richting. Dat komt omdat de pen maar aan een punt
vastzit.

Wanneer de haak goed gemonteerd is geeft dat een rustig gevoel


tijdens de dril…

Wanneer een pen aan de onderkant geen oogje heeft, of als dit oogje
u niet aanstaat, dan is een pen adaptertje een handig trucje. U heeft
daar voor nodig een stukje dikwandig siliconenslang dat door zijn
diameter stroef op de onderkant van de pen schuift. In zo'n stukje van
pakweg, een drie of vier centimeter, drukt u een klein warteltje,
waarvan u het ene oogje laat uitsteken. Dit adaptertje monteert u op
de lijn en u kunt elke pen monteren die u wilt. U kunt dus van pen
verwisselen zonder het hele systeem te moeten demonteren.

Bij het vaste systeem monteren we op de antenne een stukje


siliconenslang waarmee we de pen vastklemmen op de lijn. Bij de
vaste pen montage ligt de lijn tussen topoog en pen op het water. Is
die afstand te groot dan krijgen stroom en wind daar vat op en wordt
de pen hinderlijk ondergetrokken. Hier biedt het Engelse systeem ook
uitkomst. Na het inleggen steekt u uw hengeltop in het water en
draait nu de lijn onder water. Wanneer de lijn blijft drijven, dan is deze
te vet, u ontvet uw lijn door deze door een doekje met afwasmiddel te
draaien.

14
Over lood kan ik kort zijn, het handigste is een verdeeldoos met
verschillende maten loodhagels. Dat lood hoeft maar aan een
voorwaarde te voldoen, het moet zo zacht zijn, dat u het met duim en
wijsvinger vast knijpt op de lijn. Lang niet alle lood voldoet aan deze
eis!
(wordt vervolgd)

Actief karpervissen (5)

door Dick Langhenkel

Drie manieren van uitloden.


Hele volksstammen die al jaren aan de waterkant vertoeven,
hebben toch geen enkel benul hoe je nu op de juiste wijze een
pen moet uitloden.

Dat zuig ik niet uit mijn duim, maar dat ontdek ik op mijn lezingen in
het land en tijdens instructiedagen die ik voor hengelsport Raven
verzorg. Wat voor mij bij het A van het sportvisevangelie behoort, en
dat geldt voor heel mijn generatie, is nu niet meer vanzelfsprekend.
Daarom besteed ik er in dit kader wat extra aandacht aan. Je kunt
een pen op drie manieren uitloden: met zwevende haak, staande
haak en liggende haak.

15
Uitloden met zwevende haak, wordt ook wel het vissen tussen water
en wind genoemd. De pen staat en de haak zweeft ergens tussen
bodem en oppervlakte. Vlokvissers op ruisvoorn gebruiken dit
systeem veel, maar ook karpervissers hebben er goede resultaten
mee geboekt. Om dit doel te bereiken monteert u uw lijn, pen en
haak. Vervolgens knijpt u een of meerdere grote loodhagels op de
lijn, zodat de pen staat met het drijflichaam onder water. De haak
bengelt er nu vrij onder en door het gewicht van het aas, bijvoorbeeld
een flinke broodvlok of een mestpier, zal de antenne nog iets verder
zakken. U kunt nu net zo hoog boven de bodem of net zo dicht onder
de oppervlakte vissen als u wilt.

Uitloden met staande haak, is een subtiele manier van vissen op de


bodem. Dit systeem wordt veel gebruikt bij een zachte modderige
bodem waar veel zweefvuil op ligt. Om dit doel te bereiken monteert
u eveneens uw lijn, pen en haak. Lood nu met grove korrels eerst het
drijflichaam uit, en met fijne korrels de antenne. Echter wel zo, dat de
antenne aan het wateroppervlak blijft hangen. Haak en lood hebben
samen evenveel gewicht als de opwaartse kracht van de pen. Beaas
nu de haak met bijvoorbeeld zoete maïskorrels en het geheel zal
langzaam naar de bodem zinken. Schuif nu de pen omhoog tot de
rode antennepunt weer boven water steekt en de haak zal licht
zwevend op de bodem staan.

Uitloden met liggende haak is de meest natuurlijke aasaanbieding!


Om dit doel te bereiken monteert u de pen op de lijn, maar laat de
haak achterwege. U lood nu eerst met grove loodkorrels het
drijflichaam uit en dan met fijne korrels de antenne, en wel zo dat
deze langzaam zinkt. Schuif nu de pen omhoog zodat de
antennepunt goed zichtbaar is. Het eerste loodje staat nu op de
bodem. Monteer nu pas de haak! Het eerste loodje zal nu naast de
haak op de bodem liggen. Let ook op de loodverdeling. De grove
korrels waarmee we het drijflichaam uitloden, die houden we zo hoog
mogelijk, dertig of meer centimeter boven de haak, afhankelijk van de
waterdiepte. De fijne korrels voor de antenne komen om de twee
centimeter bij de haak. Tussen de haak en het laatste loodje houden
we ongeveer tien centimeter aan en bij de liggende haak nog een
paar centimeter meer! Vooral bij het vissen met liggende haak kan
het gebeuren dat een dikke karper de lijn wegdrukt terwijl hij het aas

16
opzuigt. U ziet de pen meestal op een wat vreemde manier schuin
ondergaan, om dan bij de aanslag de vis te missen. Daarom gebruik
ik, juist bij het vissen met liggende haak, in navolging van mijn
grootvader en vader, dat volgdrijvertje voor de pen.

Handige hulpmiddelen.
Er zijn in onze dagen heel wat handige hulpmiddelen die het leven
van een struinende karpervisser kunnen veraangenamen. Ik noem in
de eerste plaats een licht, maar groot glasfiber landingsnet.

Een man die zijn hond uit liet maakte eens wat spottende
opmerkingen over de omvang van mijn net. Zo in de trant van moet
daar een olifant in? Nee, daar moet geen olifant in, maar een grote
karper. Ik werd die avond echter door Petrus op mijn wenken
bediend, want ik haakte op dat moment een dikke twintigponder.
Toen de man dat zag, bood hij spontaan zijn excuus aan en hadden
we een goed gesprek. Onthoudt…er zijn heel wat karpers verspeeld
door te kleine landingsnetten, slechts zelden één in een te groot net!
U hebt het goed gelezen, het is geen schepnet, maar een
landingsnet. Wie een karper probeert te scheppen, vraagt om
moeilijkheden. Dril de vis goed af en haal de vis langzaam boven het
net, haal dan het net omhoog en trek de vis naar de kant. Laat dit
nooit door behulpzame omstanders doen, want dan gaat het of
verkeerd met uw karper, of met uw net.

Voor u het weet, probeert uw hulpje, weliswaar goed bedoeld, met


een flinke roei uw kapitale vis letterlijk te scheppen. Mocht dit leed
aan u voorbij gaan, dan loopt u het risico dat hij aan de steel van het
net de vis uit het water probeert te tillen, ik kan u verzekeren dat de
steel van uw net daar niet tegen kan! Na een doffe knak ligt het net

17
plus inhoud op de bodem van het kanaal. U zult niet de eerste zijn die
dit overkomt!
(wordt vervolgd)

Actief Karpervissen (slot)

door Dick Langhenkel

Weet u wat ook een fijn hulpmiddel is? Denk dan eens aan een
goed visvest, met niet al te veel zakken. Vliegvissers zijn hier
heel vertrouwd mee, maar ook de mobiele karpervisser heeft
hier veel aan.

In mijn visvest heb ik wat reserve haken, wat lood, een meetlint,
zonnebrandcreme, een pakje papieren zakdoeken voor mijn neus,
maar ook als toiletpapier voor de grote boodschap onderweg, een
zonnebril, een onthakingstang, een klein schaartje, om maar wat
dingetjes te noemen. Mijn autosleutels vinden een goede plek,
evenals mijn vergunningen.

Ontzettend praktisch zo'n vliegvisvest…

Als militair heb ik het genot van een goede rugtas ontdekt, als
karpervisser maak ik er al jaren gebruik van. Door een rugtas blijven
mijn handen vrij voor mijn hengels en schepnet, alsmede mijn
zitkussen of stoeltje. In de rugtas moet mijn doos klein materiaal

18
passen, een thermoskan, mijn fotocamera, een handdoek en een
werpmolen. Zelf gebruik ik de tassen van Wychwood. De kleine
rugtas in hun assortiment is uitstekend geschikt voor onze visserij.

Aas en voer
Ik heb me altijd geërgerd aan de geheimzinnigheid rond aas en voer.
We zijn geen alchemisten en een wonderaas bestaat eenvoudig niet.
Ik heb heel veel geëxperimenteerd, je kunt het zo gek niet bedenken
of ik heb het uitgeprobeerd en mijn visvrienden hebben me daarbij
geholpen. We zijn uitgekomen bij een aantal beproefde recepten en
die zal ik u doorgeven. Bij het penvissen gebruik ik gekookt
tortelduivenvoer. Ik koop dit zaad in een zak van 25 kg. en kook het
de avond voor mijn visdag ongeveer een uur. Omdat het erg uitzet,
moet u de pan niet meer vullen dan iets meer dan de helft, anders
gebeuren er rampen in de keuken die ik u graag wil besparen.

Eendevoer wordt veel gebruikt door mijn vismaat, maar verschil in


aantrekkingskracht kunnen wij niet merken. Aan de waterkant
mengen we wat zoete maïs uit een blikje of potje door dit gekookte
voer en dat is alles. Wat ik ook nog wel eens doe, is er wat Sensas
3000 karpervoer doormengen, maar of het echte meerwaarde heeft
weet ik niet.

Wat gebruik ik als aas? Hou u even vast aan uw stoel voor ik het
geheim verklap. Ik vis namelijk overwegend met zoete maïs uit een
blikje. Ik zoek wel maïs met een grote korrel, daarom gaat mijn
voorkeur uit naar een potje, omdat je dan zien kunt wat er in zit. Ik rijg
een aantal korrels op de haak en let nu even op, ik laat de haakpunt
iets uit de korrel steken. Waarom doe ik dit? Zodra de karper onraad
vermoed spuugt hij met een sneltreinvaart het aas weer uit.

19
In het voorjaar loop je bij het struinen soms tegen onverwachte zaken
aan, zoals deze agressieve mannetjes knobbelzwaan. Ook dan kan
een rugtas goed van pas komen…

Omdat het puntje er uitsteekt loopt hij de kans dat dit net niet snel
genoeg lukt en daar mik ik op. Ik verbeeld me dat dit werkt, maar u
mag er ook om lachen. Naast zoete maïs is gekookte aardappel nog
steeds een universeel karperaas dat het goed doet in alle
omstandigheden. In het voorseizoen, zo tegen de paaitijd, is een
mestpiertje het antwoordt om de karper te verleiden. Een combinatie
van enkele maïskorrels met een piertje doet het ieder jaar weer
uitstekend. Aast de karper hoog, dan is zwevend vissen met een
grote vlok wit-brood de oplossing. In de avond, vooral als het windstil
is, is de karper goed te vangen met een drijvende korst. Dus geen
bijzonder aas, geen geheimzinnigheid, dit is de manier waarop ik mijn
karpers vang. Ik weet het, het kan ook met trouviet, met kleine
scopex boilies, met vismeel brokken, met katten en honden brokken
en zo kan ik nog een bladzijde doorgaan. Ik vertel u slechts hoe ik het
doe en waar ik door de jaren heen steeds weer karper op gevangen
heb.

Waar vind ik karpers?


Karper is van nature een algen eter, lust graag zwanenmossels en is
niet vies van klein speldaas. Hij is gek op zoetigheid en je kunt hem
alles leren eten. In die zin is het letterlijk een varken. Ze azen graag
in de vroege morgen en de late avond en dan dicht onder de kant.
Ruw stormachtig weer zijn top dagen! Ik zal nu achter elkaar wat
goede stekken noemen in de hoop dat u dergelijke plekken herkent in

20
uw eigen omgeving.

Stormachtig weer zijn topdagen…

Bruggen, palen, duikers, een woonark, tussen de wortels van bomen


aan de kant, leliebedden, een rietkantje, oude rotte paaltjes van een
oever beschoeiing, uitloop van een gemaal, overal waar zich
zwanenmossels op de bodem bevinden, bijvoorbeeld onder
hoogspanningsleidingen. Alle kruisingen van sloten en kanalen. In
open water kiest u altijd voor lager wal, dat is de kant waar de wind
op staat, hier aast de karper vaak op minder dan vijftig centimeter
water. Veel succes toegewenst!

Aanbevolen lectuur:
Er is eigenlijk maar een degelijk en compleet boek op de markt over
het pen vissen op karper, dat is het boek van Thomas Lont. Ik ken
Thomas al heel lang, hij komt uit de school van de doorgewinterde
Amsterdamse karper vissers, waar ook mijn bakermat ligt. Thomas is
een van de beste pen vissers die ik ken. Zijn boek is zeer compleet,
inclusief een handleiding over hengel en pennenbouw! Titel: Pen
Karpervissen. Schrijver: Thomas Lont. Uitgave: Media Publishing Int.
B.V. Doetinchem.

Karperstudiegroep:
Sinds 1974 hebben wij in Nederland een eigen Karperstudiegroep,
waar u lid van kunt worden. Het verbaast me dat nog lang niet iedere
karpervisser zich aangesloten heeft. Deze Studiegroep geeft een

21
eigen blad uit, boordevol informatie voor zowel de pen visser als de
afstandvisser. Voor de ledenadministratie wendt u zich tot de heer
Frans Simons, Kaardebol 1, 8131 GE in Wijhe.

Graskarper (1): andere manieren

door Co Sielhorst

Als het redelijk weer is zie je ze direct aan de oppervlakte, in het


polderwater rond mijn woonplaats wemelt het ervan. Je bent snel
geneigd om meteen naar broodkorsten te grijpen maar de grazers zijn
niet dom. Ze hebben inmiddels veel geleerd, op sommige wateren
hou je ze niet meer zo makkelijk voor de gek. Als je er al een vangt
dan zijn vaak alle andere vissen in de buurt gealarmeerd. Dan zit er
maar een ding op: verkassen naar een rustig stuk van het water. Daar
kan je dan weer helemaal opnieuw beginnen. Je zult de vissen
telkens opnieuw moeten opzoeken.

Ik heb het eens anders geprobeerd. Het viel me op dat de graskarpers


vaak in de luwte patrouilleren, waar de oppervlakte glad is zie je ze
blaadjes en allerlei kleine dingen uit de oppervlakte pakken.

Meestal is wat je ziet maar het topje van de


ijsberg, vier vissen in de oppervlakte betekent dat
er meestal een veelvoud onderdoor zwemt.
Daar ging ik dus voeren in de
ochtendschemering, een hele emmer gemengd
graan, twee dagen geweekt. Ik stortte het uit over
een aantal vierkante meters. Dat gaf wel even
wat stennis dus ik kon heel rustig aan doen met
het opzetten van mijn spullen.

Het eerste uur bleef het erg rustig. Misschien had ik dit beter de
voorgaande avond kunnen doen.
Plotseling maakte een stevige roeibeweging duidelijk dat de eerste vissen
gearriveerd waren. Daarna ging het hard, de bellensporen werden aan
flarden geslagen door een compleet waterballet. Het werd een volledig
gekkenhuis. Er zaten tientallen graskarpers op mijn stek maar dat pennetje

22
bleef er roerloos tussen staan. Wat was hier aan de hand? Ze zwommen
zelfs niet tegen mijn lijn aan. Toen ik dat opmerkte ging het licht aan,
kennelijk werd de lijn opgemerkt en daardoor mijn aas zorgvuldig
gemeden.

De bodem was hier stevig dus er wervelde niet


teveel modder op, ze zagen de lijn omhooglopen.
Het gebeurde wel vaker dat vissen daar niets van
moesten hebben, niet alleen graskarpers
overigens.
Ik draaide het spul binnen en bouwde snel de
montage om. Pen weg, loodjes weg, een heel
klein matchloodje van drie gram boven een stuitje
en een onderlijntje van dertig centimeter, haakje
acht en ik was er weer helemaal klaar voor.

Een halve kikkererwt op de haak laat zich prima werpen, ik gooide ruim
over de stek heen en draaide het aas direct na de worp tot op de stek en
liet de boel afzinken.
Ik zocht even naar een wakertje om aanbeten te signaleren, ik zat nog in
mijn tas te zoeken naar iets bruikbaars toen ik uit mijn ooghoek de lijn als
een speer strak zag lopen. Ik hakte de hengel achterover en de eerste
hing en stormde direct een tiental meters weg van de stek. Keurig, het
bellenblazen ging gewoon door, terwijl ik de eerste vis afdrilde. Ik kon de
vis in het net onthaken, niet teveel kabaal dus, dikke 80 centimeter 18
pond of iets in die buurt, lekkere knokpartij. Ik liet de vis weer zwemmen en
zette opnieuw een aasje op de haak en liet het spul weer te water. De lijn
zakte iets trager weg dan het aas maar voordat de lijn helemaal uitgezakt
was zag ik al weer een paar schokken en ja hoor hij liep al weer strak.
Bingo, nummer twee hing en vertoonde zijn kunsten.

23
In de paar uurtjes die volgden kreeg ik zestien aanbeten waarvan er
veertien in het net belandden, allemaal graskarpers tussen de 80 en 95
centimeter. Ik heb stellig de indruk dat meerdere stekken opbouwen de
score op tientallen had kunnen brengen maar dan had ik nu met een
drilarm gelopen, een nieuw soort R.S.I. Bovendien, je moet een keer
tevreden zijn.

Ik heb goed geoefend dus meteen maar een paar driltips. Een graskarper
is een sterke vis, zeker als zijn gewicht de twintig pond overschrijdt. Hoe
zwaarder de tegendruk hoe harder hij zich zal verzetten. Daar heb ik wat
mee zitten spelen. Midden in een dril heb ik de spanning plotseling weg
laten vallen. De vis gaat zich direct heel beschaafd gedragen. Geef minder
tegengas en hij gaat niet zo onbesuisd hard meer en helemaal geen druk
betekent meestal dat de vis er gewoon mee ophoudt. Het lijkt wel of er een
knop aanzit, je kan ze gewoon uitzetten.
Dat kan best handig zijn als een vis koers heeft gezet naar een obstakel,
harder trekken geeft bijna zeker het tegengestelde effect, hij knalt er
gewoon keihard naartoe, iets rustiger aan en het gevaar is geweken. Ik
ben nooit zo bang voor plantenvelden en ik laat ze liever niet slopen door
een dolgedraaide graskarper.

Het is ook een vis die verdomd goed weet wat er boven water gebeurt, let
maar eens op de explosies aan de oppervlakte als er een vogel over
hoogzwemmende graskarpers vliegt. Daarom is het verstandig om ruim
voor het landen van een graskarper het net in het water te hebben want de
vis reageert furieus op onze bewegingen als hij dichterbij komt. Als het net
klaar ligt en de vis is goed uitgedrild dan schuift hij het net in en is zo mak
als een lammetje, in ieder geval tot hij in het net ligt.

24
Op de kant kan een graskarper ook vreselijk tekeer gaan, zorg altijd voor
een zachte ondergrond, een zachte onthaakmat is beslist geen overbodige
luxe als je de vis geen onnodige schade wilt toebrengen. Als er een foto
gemaakt moet worden kies dan een plek waar je de vis direct naar de
grond kunt brengen want er is geen houden aan als dat sterke lichaam in
je armen begint te wrikken. Gewoon even neerleggen en opnieuw
proberen. Een stevig tangetje is ook erg handig, soms zit de haak zo vast
in de harde bek dat er met de hand moeilijk beweging in te krijgen is. Ik
knijp zelf meestal de weerhaak dicht, de haak dringt zelfs iets beter in,
maar komt veel makkelijker los bij het onthaken. Ik verspeel er zeker niet
meer vissen door. Kleine moeite en veel netter voor de vis.

Ik heb eerlijk gezegd een periode moeite gehad met deze vis. Dat was
toen er ineens 40.000 in mijn rustige poldertje rondzwommen. Ik belaagde
het niet al te grote karperbestand. Daar waren ze een ernstig storende
factor in. Ze groeiden als kool en ze vraten als piranha's. Het was een hele
uitzoekerij maar toen ik eenmaal overtuigend veel visproducten in deeg en
boilie ging gebruiken heb ik zelfs een heel seizoen op karper gevist zonder
ook maar één graskarper te vangen. Daar was ik best trots op, duizenden
van die grazers omzeild.

Nu denk ik wat genuanceerder over deze vis, ik weet nu voor mezelf waar
het om gaat. Iedere visserij heeft zijn charmes. Hoe beter je in staat bent
om gericht op een vissoort te vissen hoe bevredigender dat is. Ook voor
graskarper kan ik waardering opbrengen. Er kan bovendien geen wildgroei
optreden wat graskarpers betreft, ze hebben heel specifieke
omstandigheden nodig om zich voort te planten, die komen in ons land
gewoon niet voor. Als er vanuit een verantwoord beheer wat graskarpers
rondzwemmen en ze kunnen zich ontwikkelen tot grote sterke vissen die

25
zeker boven de metergrens uitgroeien dan kan dat heel leuk zijn.

Dertig en zelfs veertig pond is in ons land al gevangen, dus ga me niet


vertellen dat zoiets geen uitdaging is.

Graskarper (2): andere manieren

door Co Sielhorst

Ik had een rotnacht gehad, twee aanbeten, allebei gemist.


Normaal gesproken zijn dat karpers, meestal dikke twintigers,
incidenteel een dertiger. De polder was gemaaid, een maaiboot
ontdoet de oevers van hun begroeiing en de dagen daarna drijft
het hele water vol met gras. Dat was de voorgaande avond nog
niet te zien, in de loop van de nacht was die narigheid aan
komen drijven. Dat verklaarde de problemen van afgelopen
nacht, ik had zitten tobben met mijn lichte aasjes, dat gras was
een echte nachtmerrie geworden.

Het werd langzaam maar zeker grijs, het was heel levendig aan de
oppervlakte. Hier en daar werden sprieten naar beneden getrokken,
komisch gezicht. Naarmate het lichter werd zag ik meer schaduwen
onder het gras hangen, en allemaal gras eten. Logisch toch, een vis
met die naam. Het waren net konijnen, ze pakten een spriet vast en
knaagden die centimeter voor centimeter weg. Lange stengels
werden vastgepakt, staken soms door de oppervlakte en verdwenen
al knagend weer onder water. Er kwam een ideetje bij me op, als ze
het eten zijn ze er vast ook aan te vangen, ja, ik ga proberen om zo'n
beest te pesten…

Na wat geknutsel had ik een pluk gras aan de haak, het lood schoof

26
ik omhoog tegen de dobber zodat de pluk gras naast de dobber kon
drijven. Even later dreef mijn creatie tussen de andere sprieten,
overal lagen nu graskarpers te grazen, dit kon wel even gaan duren
besefte ik na verloop van tijd. Er lag ook zoveel gras, een spriet valt
natuurlijk niet op in een heel voetbalveld. Ik raakte toch wat
gefrustreerd, ook dit ging niet lukken op deze manier.

Ik wil wat nijdig de handel uit het water plukken, flikkert de dobber
ook nog uit de connector, ik gooi om achter de dobber te komen de
pluk gras in de richting van de dobber, dat lukt niet, ik weet het even
niet meer en leg de hengel neer. Onder het gewicht van de loodjes
zakt de pluk gras langzaam door de oppervlakte en verdwijnt uit zicht.
De lijn kringelt er achteraan, krijgt ineens een vreemde versnelling en
merkwaardig genoeg reageer ik, beweging aan de andere kant van
de lijn geeft bij mij onherroepelijk mepneigingen. Een explosie onder
de grasmat en ik word overeind gesleurd. Als de knallende verrassing
over is kan ik nog steeds niet geloven dat dit een aanbeet geweest is,
een gehaakte lijnzwemmer, kan niet anders. Na een pittige dril die vrij
normaal verloopt ben ik wel heel nieuwsgierig, wat is er allemaal
gebeurd?

De vis rolt het net in, natuurlijk met grote plukken gras over zijn kop.
Als die hele bende opgeruimd is zie ik tot mijn verbazing dat mijn pluk
gras met de haak in de bovenlip van de vis vastgenageld zit. Daar
moest ik even over nadenken, deed even pijn na een nacht
doorzitten. Ja, dacht ik opeens: het is gewoon een omgekeerde pop-
up. Alle sprieten drijven, alleen mijn pluk viel op, al het gras dreef, dat
plukje aan mijn haak zonk, daardoor werd het gepakt. Ik had dus echt
een graskarper aan gras gevangen, prachtig toch. Nu wilde ik alleen
nog weten of dit geen toevalstreffer was geweest. Het strijdtoneel
was aardig omgeploegd dus er was geen vis meer te bekennen. Ik
knoopte weer wat gras om de haak en ging op zoek naar andere
vissen, vijftig meter verderop zag ik weer beweging aan de
oppervlakte, daar ging de volgende worp naartoe. De pluk gras zonk
langzaam weg. De bocht in de lijn sprong in een flits strak, ik stond
de tweede vis te drillen. Het was dus geen toeval meer.

27
Er sloop weer een idee
binnen, iets met de
vliegenhengel. Of het
ethisch verantwoord was
kon me niets schelen. Op
een vliegenhengel
worden doorgaans
insectenimitaties
aangeboden. Ik ging een
plantenimitatie maken. Ik
ging direct naar huis. De
hele tent ging op zijn kop,
alles wat groen was ging
op een grote hoop, zelfs
een paar groene sokken.
Ik had al een poosje geen
vliegen meer gebonden
dus dat gereedschap lag
niet direct voor het
grijpen. Een uur later
lagen er toch een paar
groene creaties waar een
graskarper misschien wel
wat in zou kunnen zien.
Nog even een zinktest, de
groene grap was zelfs
bereid om langzaam te
zinken, dat kon niet
mooier. Ik was er klaar
voor, ik had niet geslapen
de afgelopen nacht en dat
begon ik toch wel te
voelen. Alles was in
gereedheid voor het
vliegenexperiment, dus
een paar uurtjes rust kon
geen kwaad.

Toen ik aan 't eind van de dag wakker schrok kon ik haast niet
wachten om naar het water te gaan. Na een kwartier rijden stond ik

28
weer op de plek waar ik de afgelopen morgen de graskarpers had
gevangen. De vliegenhengel was al opgetuigd, snel een paar
proefworpjes, dat ging lekker. Even later sloop ik naar de eerste
azende graskarpers, ze plukten nog steeds grassprieten van de
oppervlakte. Beheerst landde de groenvlieg in de buurt van een paar
vissen. Vrij snel zoog de groene pluk zich vol water en zakte traag
door de oppervlakte. Binnen tien seconden zag ik de leader schokken
en langzaam strekken, nerveus en iets te hard zette ik de haak, het
water ontplofte, ik had de grootst mogelijke moeite om de boel heel te
houden. Dat was topsport, helemaal toen ik ontdekte dat ik geen
landingsnet mee had genomen. Dat werd nog een hele klus, die vis
moest volledig uitgedrild worden om hem met de hand te kunnen
landen. Na een minuut of tien was het zover, ik kon de vis tegen de
kant krijgen en met de hand vast houden om te onthaken. Kleine
tachtig centimeter, pond of achttien, echt vuurwerk…

Zoveel manieren om het spannend te maken. Ik stuur de boot zo


naar mijn stek dat ik in de uitloop flink wat graan uit kan strooien.
Stevige strepen in diverse richtingen. Als de boot uitdrijft naar de plek
waar ik wil vissen stuur ik de punt tussen twee flinke rietplukken, ik
maak een touwtje vast aan een boomstronk, mooier kan het niet. Er
zitten al verschillende vissen in deze hoek. Dat kan nooit lang duren.
Binnen een half uur lopen de eerste bellenbanen over mijn stek.

Ik vis met een bruine broodvlok, een stevige pluk die ik zonder lood
makkelijk twintig meter weg krijg. Ik ben al helemaal gewend om naar
de lijn te kijken en zo een aanbeet te signaleren. Heel af en toe
overvalt een vis me omdat het zo flitsend snel gaat, nu schrik ik ook

29
als ik ineens een ram op de hengel krijg. De eerste gaat tekeer als
een duivel, van alle driltips werkt er niet één, als een dolle jaagt het
beest over de voerstek. Komt me niet zo goed uit op dit moment. Zo'n
paniekzaaier als eerste vis jaagt de boel helemaal op stang. Wel
spannend, een vis die niet reageert zoals de meeste anderen. Het
duurt inderdaad vrij lang voordat nummer twee langskomt. Hier en
daar drijven wat losse vlokken en stukken korst die ik rond de boot
gestrooid heb. Ik hou dat natuurlijk steeds in de gaten. Terwijl ik de
oppervlakte afscan flitst de lijn tussen mijn vingertoppen uit, ook een
prima beetregistratie, het lijkt wel of je in schrikdraad grijpt. Nummer
twee doet zijn best. Vrij snel daarna komt de derde, schiet los,
jammer.

Ik zie nu steeds vaker vissen aan de oppervlakte. De zon is al een


poosje weg, het licht gaat de zon nu ook achterna. De wind is
helemaal weggevallen. Aan de oppervlakte gaan wat vissen zoeken,
rondslingerend brood ontsnapt aan de druk van het windje en
verspreidt zich over de plas. Ik ga proberen een vis te
onderscheppen met een drijvende korst. Touwtje los, een duwtje en
ik dobber de plas op. Nog even wat korsten in de rondte, dit wordt
echt leuk met zoveel actieve vissen aan de oppervlakte. Er gaat een
korst op de haak, niet te ver weg, het is nu helemaal donker, moet
dus volledig op de tast, lijn tussen de vingers. Langzaam maar zeker
drijft de boot in de richting van de bomenrij, griezelig donker hier,
vleermuizen maken hoekige bewegingen, ze komen zo dichtbij dat ik
af en toe de wind voel die ze met hun vleugels maken. Een
gezinnetje bosuilen houdt contact in de bomen die over het water
hangen. Wat een sfeertje.

Ineens krijg ik een stroomstoot, er gebeurt iets aan de andere kant


van de lijn, er staat weinig lijn uit dus ik tik beheerst vast en zit weer
een hard vechtende vis te drillen, de woeste rukken tussendoor
maken onmiskenbaar duidelijk dat het weer een graskarper is.

30
Prachtige visserij is dit, helemaal alleen op de plas, alle zintuigen op
scherp, geen onnodige fratsen, alleen een hengel in de hand en lijn
tussen de vingers. Werkt perfect en is razend spannend. Ik ben weer
erg laat thuis vanavond vrees ik.

(Slot)

31
Iets over rigs....

Over onderlijnen en rigs is al veel gesproken en ook geschreven. Er zijn zelfs een complete boeken
over rigs op de markt gebracht. De bekendste hier uit is waarschijnlijk: Carprigs; door Kevin
Maddocks en Julian Cundiff.

Het belangrijkste van een rig is, dat deze ervoor moet zorgen dat de haak zich zo draait dat deze
zich goed prikt / haakt wanneer deze zich in de karperbek bevindt. Daarnaast mag een onderlijn
niet snel breken en moet de onderlijn zo zijn geconstrueerd, dat bij lijnbreuk de karper niet met jou
lood rond zwemt. Ook moet een onderlijn haast onzichtbaar zijn onder water en het liefst ook nog
zinken, zodat de karper er niet tegenaan kan zwemmen. Al met al diverse factoren waarmee je
rekening moet houden… Hieronder beschirjven we een aantal veel gebruikte onderlijnen. Op een
tweetal na hebben we ze allemaal wel eens gebruikt en geteste en al dan niet goed bevonden of
afgekeurd.

De lange standaard onderlijn:


Een veel gebruikte onderlijn; met name op dressuurwateren is deze lange onderlijn. Je neemt een
standaard type onderlijn (kryston) of gewoon dezelfde lijn als waarmee je vist. Je maakt alleen nu
een Onderlijn van zo'n 20 a 30cm. Hierdoor kan het aas vrij bewegen en ziet de karper minder snel
onraad rondom het aas. Grote karpers kunnen het aas wel 30cm ver weg blazen, door deze
constructie wordt er mindersnel argwaan gewekt en zal de karper over gaan tot het nuttigenvan het
aas. Als het aas betrouwbaar is, wordt het in de bek genomen en de karper zwemt er mee weg en
voelt niet direct iets. Pas na het wegzwemmen en bij het straktrekken van de lijn, zal de haak zich
zetten.

1
Stiff rig:
Een andere manier om dressuurwater de baas te worden, is gebruik maken van een stiff rig. Ik heb
er zelf enige tijd mee gevist maar na een aantal vissen ermee te hebben verspeeld er uiteindelijk
mee gestopt. De stiff rig die wij gebruikten was korter dan een normale onderlijn (10cm lang) en is
gemaakt van Amnesia of een ander stijve onderlijn soort. Door zijn korte lengte zal deze rig eerder
prikken dan andere rigs. Een nadeel is, dat het aas vrij stil op de bodem blijft liggen, ook wanneer
er tegenaan wordt geblazen. De karper moet dus vrij zeker zijn van het aas. Het verdient
aanbeveling, om bij een stiff rig rechte haken te gebruiken (doen wij overigens altijd). Rechte haken
zullen namelijk sneller prikken dan gekromde haken. Gekromde haken hebben namelijk tijd nodig
om zich in de bek te zetten.

De standaard gevlochten onderlijn:


Ook een veel gebruikte onderlijnconstructie door karpervissers is de gevlochten onderlijn (Kryston).
De onderlijn tussen de haak en het lood is soepel en beweegt natuurlijk. Deze onderlijn heeft
meestal een lengte van ongeveer 16 cm. Een nadeel kan zijn, dat de lijn niet vlak op de bodem ligt,
waardoor de karper d.m.v. zijn bekdraden de lijn kan voelen en argwanend worden. Een oplossing
is om 2 kleine knijploodjes op de lijn te zetten, alhoewel dit niet mijn voorkeur heeft. Maar
tegenwoordig zijn er ook onderlijnen met looddraad erin verwerkt, waardoor de lijn valk op de
bodem ligt.

De standaard nylon onderlijn:


1 Van de waarschijnlijk meest gebruikte rigs, is de standaard onderlijn. Eigenlijk hetzelfde idee als
de lange standaard onderlijn maar dan met een lengte van zo'n 16cm. Het voordeel van deze

2
onderlijn is, dat het praktisch onzichtbaar is onder water en het zich natuurlijk gedraagt. Ook
hiervoor gebruiken wij vaak dezelfde lijn als wat op de molen is gespoeld. Uiteraard zijn er diverse
andere onderlijnen te gebruiken welke nog minder zichtbaar zijn in het water. Een voorbeeld
hiervan is fluor carbon. Aan te raden is om de onderlijn zo dun mogelijk te houden.

Trigger rig:
De trigger rig is een combinatie van een stijve rig (stiff rig) maar met de soepelheid als die van een
soepele onderlijn. Het aas kan hierdoor soepeler bewegen dan met een stiff rig en ziet er dan
natuurlijker uit. Ook wanneer de karper nu probeert terug te zwemmen, om de haak kwijt te raken,
wordt de haak nu niet weggeduwd uit de bek omdat de onderlijn nu uit twee delen bestaat. De 2
delen stiff rig worden met elkaar verbonden d.m.v. een ringetje.

Combinatie rig:
Eigenlijk is dit een soort stif rig met een deel soepele lijn. Het enige verschil hierbij is, dat het stukje
lijn vanaf het ringetje naar de haak van gewoon normale onderlijn of van gevlochten onderlijn is
gemaakt. Het nadeel hiervan is, doordat de onderlijn soepel is, deze sneller en makkelijker kan
worden uitgespuwd; het voordeel is dat je het zaakje niet snel in de knup zal gooien. Tevens zal bij
het terugzwemmen van de karper, de haak niet zo snel uit de bek van de karper worden geduwd,

De rig met elastiek:


Een leuk bedachte constructie waarbij men toch nog enkele vraagtekens zet. Bij het achterste deel
van de trigger rig of combinatie rig, wordt een stukje elastiek geplaatst. Het stukje elastiek is een
paar centimeter langer dan het stukje lijn. Wanneer een karper er nu met je aas vandoor gaat,
voelt hij eerst weinig weerstand. Pas wanneer het stukje elastiek de lijn strak trekt (elastiek
uittrekken tot de volledige lengte van de rig), zal de karper worden gehaakt. Echter bij het voelen
een prik van de haak, zal de karper proberen om achteruit te zwemmen om zo de haak proberen
kwijt te raken. Omdat het elastiek nog niet op spanning is mislukt deze actie vrij vaak. Het is een
beetje proberen met deze rig, maar ik vindt het een te riskante constructie.

Diverse handige knopen

Onmisbaar bij eigenlijk alle vissporten is het maken / leggen van een goede knoop. De meesten zijn
hierin reeds erg bedreven en kunnen blindelings een lijn aan een haak knopen of andere leuke
technische knoopkunsten uitvoeren. Knopen bedenken en leggen zoals de knopenkoning Piet Vogel
is niet aan ons besteed. Wij hebben daarom hier een hoeveelheid knopen verzameld die bij het
karpervissen regelmatig voorkomen en daarom onmisbaar zijn voor elke karpervisser. Doe er je
voordeel me. Veelal is het een kwestie van een aatal keren proberen voordat je de knoop onder de
knie, of juist in de vingers hebt. Succes ermee.. Pascal :-)

We beginnen met waarschijnlijk de meest bekendste knoop: De halve bloedknoop

3
Deze knoop wordt vooral gebruikt voor het bevestigen van
wartels en ringetjes.

Een variant op deze knoop is de ingestopte halve bloedknoop

Deze wordt voor dezelfde doeleinden gebruikt als de halve


bloedknoop, echter deze zal minder snel gaan schuiven.
Noodzakelijk is dat je minimaal 6 wikkelingen maakt.

Het maken van een lus in een lijn is vrij eenvoudig. Wij gebruiken hiervoor de dubbele
overhandse lus knoop

Deze knoop heeft bij lus in lus knopen het voordeel dat hij niet
gaat schuiven. Maak wel minimaal 3 wikkelingen.

De lus in lus knoop wordt gebruikt voor het aanelkaar knopen van 2 soorten / stukken lijn.

Handig voor het aan elkaar knopen van 2 stukken lijn.

De waterknoop wordt gebruikt voor het aanelkaar knuppen van 2 stukken lijn.

Een andere knoop om 2 stukken lijn aan elkaar te knopen.

De Albrightknoop is idiaal voor het aanelkaar knuppen van 2 stukken lijn met verschillende
diameters. Ook voor gevlochten lijn en andere voorslagen is deze knoop uitermate geschikt.

4
De trileneknoop is geschikt voor diverse doeleinden. Het is een schuifvrijeknoop die zo'n 80 tot 95%
van de lijnsterkte behoud.

Haal het einde van de lijn 2 maal door het oog en houd een kleine lus
open.

Wikkel het vrije stuk lijn minimaal 6 keer om de hoofdlijn heen.

Haal het vrije stuk lijn nu door de opengehouden lus heen.

Maak de lijn nu iets nat en trek beide delen zachtjes aan. De knoop zal
zich vast trekken. Knip het overtollige stuk lijn weg.

Tot op heden blijf ik het pielerij vinden. Het vastknuppen van een haakje zonder oogje (bledhaak?).
Onderstaande knoop moet hierin verandering brengen; de bledknoop.

Maak een lus en leg deze langs de haaksteel en zorg voor een
los stukje lijn van minimaal een cm of 10

5
Wikkel nu dit stukje lijn een aantal keren (stuk of 8) rond de
haak steel.

Houd nu het losse uiteinde vast en trek de onderlijn


voorzichtig vast, en trek de knoop dicht. Let er wel op dat de
lijn aan de binnenkant van het bledje uit de knoop komt.

Voor het penvissen maken de meesten gebruik van kant en klare stuitjes (ook wij). Voor de zuinige
mensen onder ons of juist de knutselaars, hebben wij hier de uitleg van hoe je zelf stuitjes op de
lijn kan knutselen. Veel plezier.

Knip een lang stukje lijn af en leg deze dubbelgevouwen langs


je hoofdlijn.

Wikkel 1 van de uiteinden ongeveer 6 keer rond de hoofdlijn


en het andere uiteinde van deze lijn, en steek het daarna door
de lus.

Trek nu beide uiteinden voorzichtig aan en klaar is je stuitje.

Het knuppen van een hairuit 1 stuk lijn. Deze methode wordt door ons meestal alleen toegepast
bij stiffrigs.

Neem een lang stuk onderlijn (30cm) en maak hierin een kleine lus.
Haal de lijn door het oogje en leg hem langs de rug van de haak. (hair
ongeveer 3cm)

Neem nu het vrije stuk lijn en wikkel deze ongeveer 6 tot 10 keer om
de haaksteel heen.

6
Zorg er voor dat de wikkeling goed strak om de haak en achterelkaar
zitten.

Haal nu de lijn van achteren naar voren door de haakoog heen en trek
het geheel strak aan. Let er op dat de lijn aan de binnenkant van de
haak er uit komt..!!!

Zelfs voor het vastmaken van je hoofdlijn aan je spoel is een speciale knoop ontwikkeld. Echter zie
ik hiervan het nut niet in. Ik denk dat een willekeurige goede knoop hier voor zal volstaan. Maar
toch leuk om eventjes te vermelden.

klik voor volledige grootte

Wij gebruiken voor de verbinding van onze onderlijn met de wartel veelal de dubbele acht
knoop. Deze knoop is bijzonder sterk en verschuift niet. Deze knoop is wel moeilijk te leggen met
witte amnesia, vanwege de dikte ervan.

Voor het aan elkaar knuppen van 2 stukken lijn zijn diverse knopen te bedenken. De meeste
de bloednoop, de waterknoop en de
bekendsten hiervan zijn
chirurgenknoop worden gebruikt. Klik op de afbeelding voor de volledige weergave van de
afbeelding (in nieuw venster)

7
De bloedknoop; deze knoop gebruiken wij voor het
verbinden van 2 stukken lijn. Ook voor lijnen met
verschillende diameters is deze knoop uitermate geschikt .

De waterknoop; een naar mijn menig te moeilijke knoop


voor het verbinden van 2 stukken lijn.

De Chirurgenknoop; wederom een makkelijke knoop om


2 stukken lijn aan elkaar te knuppen.

Diverse soorten aas

Tegenwoordig is de boilie aas numero 1 geworden bij de karpervisser. Kant en klaar gekocht of
zelfgemaakt behalen zeer goede resultaten. Hierdoor worden vele andere aassorten in het hoekje
gedreven, terwijl deze aassoorten jarenlang trouwe dienst hebben bewezen; en dat is jammer.
Daarom vindt je hieronder een opsomming van diverse mogelijke vervangende aassoorten. Pik er
maaar eens 1 tussenuit en ga er eendagje mee vissen. Ongetwijveld zullen er dezelfde resultaten
mee worden behaald. Daarnaast is het op dressuurwateren vaak de gouden tip, overstappen op een
ander; misschien een nog nooit eerder geprobeerd aas. Het proberen waard lijkt mij.. Succes..!!!
(binnenkort meer fotos van de producten)

Mais
Mais is een vrij goedkoop en makkelijk voer voor de karper. We hebben het hier wel over
kippenmais en niet over mais uit blik.De kippenmais moet eerst ongeveer 2 dagen laten weken.
Daarna nog een half uurtje op een laag pitje zachtjes laten doorkoken, wanneer je de mais op vol
vuur kookt, zal deze openbarsten. Maïs is een gekende aassoort zowel bij de karpers als bij brasems
Mais wordt vaak samen met duivenvoer gebruikt, om een aan te maken. Echter als aas doet mais
het ook uitstekend. De feloranje kleur zorgt er voor, dat het zeer goed opvalt op haast alle
ondergronden. Doordat het zo goedzichtbaar is, is de kans groot dat kleinere karpers sneller zullen
toehappen dan hun grotere broers en zussen. Naast de gele mais is er ook een rode variant op de
markt. Ook kun je er zelf kleur en smaakstoffen aan toe voegen.

8
Tijgernoten
Bij het voor de eerste keer zien van de tijgernoten, doen ze je denken aan mini-aardappeltjes. Het
is een kijharde zoete noot. Zelfs na weken en hun kooktijd blijven de noten hard en krokant. Voor
de karper is dit geen probleem, want karpers kraken de tijgernoten tussen hun keeltanden. De
bereiding is eenvoudig: Laat de noten 48 uur in water weken. Kook daarna de noten een half uur en
laat de noten vervolgens nog 2 tot 3 dagen staan in het gekookte water. De noten zullen nu een
slijmerig laagje krijgen, welke vrij zoet is en een positieve aantrekkingskracht hebben op de
Karpers. Eventueel kan er tijdens het koken wat suiker bij de noten worden gegooid, echter nodig is
dit niet. Vooral op dressuurwateren zullen tijgernoten het na een (kleine) voercampagne zeer goed
doen.. Er kleeft slechts 1 nadeel aan de noten, en dat is hun prijs.Oh ja een 2e nadeel...een heerlijk
gevoel is het om met je handen de slijmerige noten uit de emmer te pakken...

Duivenvoer
Duivenvoer is een favoriete onder de aassoorten om een voerplek mee aan te leggen. De reden
hiervoor is dat het een variteit aan ingredienten bevat en daarnaast vrij goedkoop is. Duivenvoer is
een mengeling van maïs, peulvruchten, hennep, haver en diverse andere kleine zaden. Ook
duivenvoer moet eerst ongeveer 2 dagen weken en nadietijd nog eventjes een half uurtje koken.
Een nadeel van duivenvoer is, dat het ook brasem aantrekt op de voerplek.

9
Kikkererwten
Net als andere partikels, dienen ook kikkererwten eerst gekookt te worden. Van tevoren eerst weer
eventjes 12 uur laten weken in koud water en vervolgens een half uurtje laten koken. Let er op, dat
tijdens het weken, het gewicht van de kikkererwten met ongeveer factor 2 toeneemt Doe dus de
emmer nooit helemaal vol en zeker geen deksel erop. Na het koken de kikkererwten afgieten en
laten drogen.

Witte en bruine bonen


Bonen kan je zowel droog als “kant en klaar” verkrijgen in de winkels. Bonen geven de voorkeur
aan dezelfde behandeling als de kikkererwten. Het voordeel van de bonen die te koop zijn in blik is,
dat ze in tomatensaus drijven. Niet alleen als voermiddel maar ook als aas doen deze bonen in saus
het goed. Karpers zijn er verzot op. Bonen zijn er in diverse varianten: Bruine,- Witte, Cidneybonen,
Black-eye beans. Je zou kunnen voeren met de 1 en gaan vissen met de ander...

Hennep
Hennep is vooral bij witvissers zeer populair en wordt bij karpervissers meestal vergeten. Dat is
jamemr want de karper is verzot op hennep. Hennep is echter moeilijk als aas te gebruiken. (tis
errug klein) Daarom wordt hennep vaak gebruikt in lokvoeders, maar ook een handjevol hennep op
je visstek zal wonderen doen. De visspeciaalzaak heeft over het algemeen 2 soorten: gewone en
gemalen hennep. De gewone hennep moet eerst een dag in koud water staan te weken. Daarna
moet de hennep nog eventjes gekookt worden. Dit koken moet niet te lang, zodra de witte kiemen
uit de zaadjes komen, is de hennep klaar voor gebruik. Hennep kan in princiepe door alle
lokvoeders heen. Een goede combinatie is duivenvoer met hennep...!!

Pinda’s
Ook met pinda’s kan worden gevist. Wel vergt de voorbereiding enige aandacht. Kook de pinda's
(neem wel een groot formaat pinda) ongeveer drie uur in ruim water. Giet de pinda's tussendoor
meerdere malen af en voeg weer vers water toe. Dit in verband met het schadelijke blauwzuur wat
ind epinda zit end an vrijkomt. Dit blauwzuur is schadelijk voor zowel mens als de karper!!

Aardappel
Een eeuwenoude recept en het werkt nog steeds. Kook de aardappels niet helemaal af. Laat ze
eventjes afkoelen en snijd het in grote brokken. Knutsel de aardappel op de haak en doop deze
eventjes in de stroop. Maar ook de kant en klare krieltjes zullen het bij de karper bijzonder goed
doen. Zeker het proberen weer waard.

Boterhamworst
Juist ja..de blikjes Smac van Unox of lupac. In hapklare brokken snijden en aanbieden aan de
karpers. Wel is ook dit aas zeer witvis gevoelig, vooral voorntjes zullen een poging doen het homp
vlees van de haak te krijgen.

10
Katten en hondenvoer
Het klinkt raar maar toch is hier reeds menige karper mee gavangen. Hiervoor kunnen zowel de
droge als de vlees brokken worden gebruikt. Een nadeel van de droge brokken is, dat het blijft
drijven (hoogmatig vervelend met eenden in de vijver) en de vleesbrokken raken verzadigt met
water waardoor ze makkelijk van de haak / hair vallen.

Roggebrood
Roggebrood kneden tot een harde bal. Een aantal van deze ballen in het water gooien. De bal op de
haak eventjes onderdompelen in wat stroop en vissen maar. Het is een eeuwenoud recept, maar
nog steeds worden er karpers op gevangen.

Rozijnen
Velen lachen zich waarschijnlijk nu een bult, toch is dit een erg mooi serieus voer. Je koopt een
zakje van de die gedroogde rozijntjes bij de supermarkt. Gooi ze in een bak met warm water en laat
ze een dag / nacht weken. De rozijn zal zich met factor 10 uitzetten en is dan een perfect aas. Wel
verdient het aanbeveling, om van tevoren een aantal voerplekken aan te leggen met rozijnen. Dit
om de karpers aan het nieuwe aas te laten wennen.

Trouvit
Trouvit is ander woord voor forelkorrel welke wordt gebruikt in de forelkwekerij voor het opfokken
van forellen. Trouvit is verkrijgbaar in verschillende grootten van korrel; de kleinste versie, bevat de
meeste eiwitten en heeft een zeer scherpere geur. In de forelkorrel zit een grootte dosis vismeel en
bloedmeel verwerkt, ingrediënten waar de karper gek op is. De trouvitkorrel wordt bij de productie
samengeperst. Alle ingrediënten worden gemengd, gekneed en met behulp van water, verwarmd en
daarna bij elkaar geperst om te eindigen in de gedroogde korrel. Een nadeel van trouvit is, dat het
vrijsnel oplost in het water. Gemalen trouvit kan worden gebruikt bij het maken van boilies, maar is
ook uitermate geschikt als lokvoer.

Brood
Uiteraard mag brood niet ontbreken als karpervoer. Wat is er leuker, dan met warm weer de
luchthappende karpers te verleiden met een grote vlok brood. Daarnaast zijn er tal van andere
mogelijkheden met brood. Een paar plakken brrod eventjes nat maken beetje gemalen hennep of
trouvit erdoor, of naar wens een andere flavour. Mogelijkheden genoeg met een goedkoop aas.

Kaas
Kaas is ook 1 van de producten die een beetje in het vergeethoekje is terechtgekomen. Kleine
blokjes kaas direct op de haak of op de hair. Of variëren met komijnekaas. Ook kleven hier weer
nadelen aan. Kaas is een vrij dure aassoort en het is erg witvisgevoelig.

11
Macaroni
Juist ja Macaroni. De macaroni iets minder lang koken dan normaal, zodat het ietsjes steviger is.
Macaroni heb je in diverse soorten en maten. Eigenlijk maakt het niet uit welke soort je gebruikt.
Wel zullen verschillende modellen beter op de haak blijven zitten dan de ander. Om deze lekkernij
nog iets aantrekkelijker te maken, zou je ze kunnen aanbieden met tomatensaus (hetzelfde als de
bruine en witte bonen)

Het knopen van een hair

Hieronder zullen we een beschrijving geven van het maken van een hair. De hair is onmisbaar bij
het karpervissen. Praktisch alle soorten aan kunnen op een hair worden aangeboden aan de karper
en is de hakingskans vele malen groter. Dit is 1 van de meest voorkomemde hairs in de
karpervisserij. Waarschijnlijk vanwege zijn bewezen successen.

Allereerst maken we een wikkelingsknoop op de haak. Steek de lijn door de oog van de haak en
houd de lijn langs de haak zodat er aan de onderkant een paar centimeter uitsteekt. Wikkel nu van

12
boven naar beneden de lijn om de haak en steek hem vervolgens weer door de oog van de haak.
Een 6 à 8 tal wikkelingen is voldoende. Door nu de lijn aan te trekken trekt deze zichzelf vast.

Verder hebben we nodig: een boilienaald, een stukje onderlijn (naar eigen wens) en 2 stukjes
silicone tubing (0.3 of 0.5 mm). We knopen een lusje in de onderlijn.

We plaatsen nu de stukjes siloconen tubing op de hair e.v.t. d.m.v. de boilienaald. Zo verkrijgen we


een lus in de hairbraid en 2 losse eindjes waarvan eentje met het hairlusje.

Hier volgt een wat prutserig werkje, zeker als je dikke vingers hebt. We schuiven de siloconentubing
met de hair erin over de haakpunt naar het oog van de haak toe toe. Let er wel eventjes op, dat bij
het opschuiven van de hari, de haakpunt niet door de hair of siloconenrubbertje halen.

Trek nu de onderlijn door de oog van de haak heen. Als eenalaatste halen we de lus nu over het oog
van de haak heen naar de achterkant van de haak.

13
Maak nu eerst de hair op lengte, dit kun je doen door er alvast een boilie op te bouwen. Trek nu
voorzichtig aan het uiteinde van de onderlijn en je ziet dat de lus zichzelf afklemt.

Het resultaat is een perfecte hair. De eerste en ook de tweede keer zal het hoogstwaarschijnlijk
mislukken. Het is een handigheidje die je door regelmatig te oefenen goed onder de knie kan
krijgen. En uiteindelijk goedkoper is dan steeds kant en klare hairs te kopen.

Aan de Oppervlakte

Het vissen met drijvend aas op karpers wordt nog door slechts weinigen toegepast. Tijd om deze
manier van karpervissen weer eens onder de aandacht te brengen.

Een perfecte zomerdag. Spiegelglad ligt het water voor me en fonkelt mij als een diamant
tegemoet. Plotseling schuift een karper tussen de waterlelies vandaan. Hij draait rondjes onder de
oppervlakte precies op de plek waar ik enkele broodkorsten heb gestrooid. Terwijl ik gefascineerd
toekijk, doorbreekt een massieve rug heel even het wateroppervlakte......... Veel karpervissers
zullen zich in bovenstaande situatie kunnen herkennen, wanneer ze in de zomer de karpers aan de
oppervlakte zien zwemmen. Ik kan mij niet voorstellen dat een karpervisser dan niet een poging wil
doen om deze vis te vangen. Daarom dit verhaaltje over oppervlaktevissen. Laten we beginnen door
te stellen dat in principe elk water wel geschikt is voor het vissen met drijvend aas, tenminste op
bepaalde tijdstippen. Een nadeel van oppervlakte vissen is, dat eenden en andere vogelsoorten met
je drijvende aas vandoor kunnen gaan. Oplettendheid bij deze manier van vissen dus
geboden...want een eend of meeuw aan de haak is geen pretje.

14
klik op de foto voor volledige weergave

Het struinen is de beste manier om karpers aan de oppervlakte te vangen. Het spreekt voor zich dat
bij deze methode de uitrusting tot het minimum beperkt moet blijven. Het noodzakelijke materiaal
vindt zijn plaats in een handzame tas. Rod pots, beetmelders en tenten zijn volkomen overbodig.
De hengels zijn bij voorkeur niet langer dan 3 meter, omdat anders op moeilijke plekken problemen
kunnen ontstaan en hoeven niet perse van carbon of kevlar te zijn. Zorg wel dat je reserve
materiaal bij de hand hebt, aangezien u tijdens een visdag vaak in zowel open als begroeid water
zult vissen en er altijd en kans is dat u de vis verspeelt. Wil je met oppervlaktevissen succes hebben
dan moet je geen enkele kans voorbij laten gaan. Dat is echter alleen mogelijk, wanneer jij je alleen
op het water concentreert. Het aas direct naar een vis werpen is pure tijdverspilling. De vis slaat
direct op de vlucht of laat zich langzaam zakken. Beide gevallen leveren dus niets op. Alleen door
voortdurend te proberen ontdek je of de vissen willen bijten, ook zal je de vis eerst vertrouwd
moeten maken met het voedsel, door er wat stukjes voedsel in het water te gooien. Het kan even
duren voordat de vis er mee vertrouwd is, maar meestal is het de moeite waard, omdat je namelijk
op het punt staat de vis te slim af te zijn. De reacties op het drijvende aas kunnen totaal
verschillend zijn. Het komt nauwelijks voor dat bijvoorbeeld de eerste korsten, die de karper
tegenkomt, meteen verslonden worden. Vissen die na een eerste voerpartij stug blijven weigeren,
kunnen door herhaaldelijk voeren toch nog over de schreef getrokken worden om het misschien
voor hun nieuwe voedsel toch te accepteren.

Waar moet je op letten bij oppervlakte vissen? Wil je succes hebben dan moet je goed kijken waar
de vissen zich ophouden. Nou is dat niet altijd even eenvoudig. Waanneer de karpers tijdens het
zoeken naar voedsel zich aan de oppervlakte bevinden, is het dus vrij eenvoudig. Maar zelfs een vis
die niet zwemt, steekt bij een golfslag duidelijk af van zijn omgeving. Vooral - en spiegelkarpers
lijken in eerste instantie vrij klein, dit omdat je alleen hun zwarte rug ziet. Maar wanner je ze iets
beter bestudeerd, kun je zien dat het oog bedriegt en het wel eens een dikke 20 ponder kan zijn.

klik op de foto voor volledige weergave

15
Een andere methode op weg naar succes is het kiezen van een andere stek. In de buurt van
waterplanten bijvoorbeeld, want hier voelt de karper zich veilig. Ook nu wordt er eerst weer
gevoerd om de karper op de plek te krijgen. Als het moment daar is om de karper proberen te
vangen, kunnen er nog veel dingen fout gaan. Het aas belandt in de boom of het belandt op de kop
van de grootste karper die er op dat moment rond zwemt. Dit soort pech is helaas niet te
vermijden. Vergeet echter niet om te voeren tijdens het vissen, anders kan de karper wantrouwig
worden.

Karpers zijn nieuwsgierig van aard. Vandaar dat er veel aassoorten zijn, waarmee ze aan de
oppervlakte te vangen zijn. Bijna alles dat op het water drijft, wordt door de karper onder de loep
genomen: bladeren, kleine takjes en zelfs oude peuken. Het gebeurt wel eens dat een karper
dergelijke voorwerpen naar binnen zuigt. Natuurlijk spuwt hij zoiets meteen weer uit, omdat hij
instinctief weet wat eetbaar is en wat niet. Eetbaar is bijvoorbeeld een drijvend broodkorstje, katte-
en hondenbrokjes, zonnebloempitten, pinda's, geweekte tarwe en de boilie. Om de boilies te laten
drijven kunt u ze een paar seconden in de magnetron of oven stoppen, dit kan ook worden gedaan
met katte- en hondenbrokken, deze worden hierdoor extra taai, ook hier is de karper weer dol op.
Daarnaast kunt je het oppervlakte aas ook nog voorzien van een geurige flavour, om het zodoende
nog aantrekkelijker te maken.

klik op de foto voor volledige weergave

Hieronder volgen en paar voorbeelden, hoe jij je oppervlakteaas kunt aanbieden:

1. Gebruik drijvend honden- of kattenvoer puur, dus direct uit de verpakking. In deze
"onbehandelde' toestand moet de karper dit aas met zijn keeltanden kraken, hierdoor schijnt hij
nog gretiger op dit aas te willen azen. Honden- of kattenvoer leveren vaak goede resultaten op.

2. U kunt elk oppervlakteaas van en geurstof voorzien. Gebruik daarvoor flavours, die in een
spuitbus verpakt zijn. Tien maal kort op de knop drukken (= ongeveer 10 ml) is voldoende voor een
pond aas. Het aas wordt op deze manier van een dun laagje geurstof voorzien dat snel in het water
oplost. Dat kan een groot voordeel zijn, en vooral dan wanneer je veel voert. Gebruikt je drijvende
boilies, dan moet je voorzichtig zijn met extra flavours, omdat ze hun eigen geur meestal al
voldoende verspreiden.
3. Je kunt het harde aas weken en tegelijkertijd van geurstof voorzien. Dat is tamelijk gemakkelijk.
Anderhalf pond voer gaat in een lucht en waterdichte plastic zak, waarbij dan 150 ml water en
eventueel geurstof wordt toegevoegd. Schudt het geheel een paar minuten door elkaar, totdat elk
aas goed met de vloeistof in contact gekomen en het water opgezogen is. Laat het geheel nu een
uur staan, en je hebt je oppervlakteaas.

De Controller

Een hulpmiddel dat bij oppervlaktevissen ingezet kan worden, is een combinatie van een dobber en
een werplood: de controller. Helaas wordt dit hulmiddel zeer weinig gebruikt. De controller is in
verschillende versies en kleuren bij gespecialiseerde hengelsportzaken te koop De controller geeft

16
het relatief lichte oppervlakteaas het nodige extra werpgewicht, terwijl de fel gekleurde top van de
controller als oriëntatie voor de visser dient, zodat hij weet waar zijn oppervlakteaas zich bevindt.
Bovendien functioneert de controller ook nog als beetindicator. De lengte van de onderlijn mag bij
het vissen met een controller niet korter zijn dan een meter. Maak hem liever nog iets langen. Op
deze manier kunt u nog goed inwerpen, terwijl de controller ver genoeg van het aas verwijderd
blijft. Bij windstil weer is het werpen dan tamelijk eenvoudig, bij winderig weer iets moeilijker, maar
oefening baart ook hier kunst.

Onderhoud: Molen

De wintermaanden zijn voor velen maanden alles worden behalve vissen. De echte diehards
natuurlijk door maar anderen daarentegen gebruiken die om hun visuitrusting na kijken, nieuwe
onderlijnen uitproberen, lading Karperwerelds lezen etc. Omdat het mij afgelopen winter ook veel te
koud was en niet gewapend met zaag naar de waterkant wou gaan heb ik tijd o.a. besteed aan
onderhoud van mijn

Dit onderhoud bestond o.a. uit het schoonmaken en invetten van mijn molens. Een vrij nauwkeurig
klusje waar je de nodige tijd even moet insteken. Een leuk onderwerp om dus te bespreken. Velen
zien er enorm tegenop om hun eigen molens open te schroeven; veel te ingewikkeld en bang dat er
iets misgaat etc. Toch valt het reuze mee, gebruik je gezonde verstand en doe het met beleid dan
kan er weinig misgaan. Gebruik je daarbij ook nog deze handleiding, dan kan er haast niks meer
mis gaan.

In deze "workshop" gebruik ik mijn eigen molens: de Freeliner 750 series. Molens die mij tot op
heden gewoon goed bevallen en waarmee ik tot op heden geen problemen mee heb gehad. Ik ga er
in dit voorbeeld van uit, dat de slinger van de molens aan de linker kant zit. Ik ben net als velen
met mij rechtshandig.

> Wat heb je nodig aan gereedschap:


- Twee kleine schroevendraaiers (platbek en kruiskop)
- Een steeksleutel
- Een platbektang
- Zuurvrije vaseline (te koop bij Halfords of de fietsenzaak)
- Schone doeken
- Lucifers

Spoel al je lijn op je molen en haal hem dan van je hengel af; dit werkt namelijk het makkelijkst.
Zet de lijn op de lijnclip en draai de slip helemaal los, zodat je de spoel van de molen af kunt halen.
Maak de spoel van binnen en buiten schoon met een schone zachte doek. Hardnekkig vuil kun je
met water en enig afwasmiddel er gemakkelijk afkrijgen (of anders terpentine) Eventueel kun je de
aluminium spoel in de was zetten. Maak ook de as van de molen en de kop van de molen goed

17
schoon.

Draai nu de slinger van de molen af maar laat het dopje aan de andere kant gewoon zitten.

Draai nu de 6-kantige moer die op de as zit voorzichtig los. Zelf doe ik dit met een platbektangetje
omdat de steeksleutel zeer moeilijk past. Draai de moer nu voorzichtig los en doe de rest met de
hand. Dit gaat sneller en je beschadigd verder ook niks. Draai het moertje los tot het einde van het
schroefdraad. Trek nu de kop van de molen iets naar voren toe, zodat je ruimte krijgt tussen de kop
en de body van de molen. Haal eventueel vuil hiertussen vandaan met een zachte doek. Deze
ruimte is noodzakelijk om straks de body van de molen te kunnen openen.

Draai nu de "baitrunner-slip" van de molen af door simpelweg het schroefje eruit te draaien en dan
de de knop er van af te halen. Draai nu de 2 schroeven van de linkerkant van de baitrunner los en
haal de ene helft van de baitrunner er nu af. Let er op dat je de andere (lees rechterkant) van de
baitrunner laat zitten!! Als je deze ook losdraait en je opent daarna de molen, dan zullen de
baitrunner onderdelen je om de oren vliegen!

Draai nu met een schroevendraaier de vier schroefjes van de body van de molen los. Het losdraaien
van de schroefjes gaat enigszins moeizaam, dus doe dit met beleid. Wanneer alle schroefjes zijn
losgedraaid, kan het kapje van de body worden afgehaald.

18
Je kijkt nu op het radarwerk van de molen. Goed zichtbaar is het grote tandwiel met daar bovenop
een setje kogellagers. Rechtsboven dit tandwiel zie je de veer van de baitrunner zitten. Laat deze
ongemoeid en probeer ook de baitrunner nu niet uit..! De veer evenals diverse andere onderdelen
zullen losschieten en geloof me, het is geen fijn werkje om dit alles weer op zijn plaats te krijgen.
(hoe weet je dat?..nou gok eens..)

Pak nu het grote tandwiel voorzichtig vast en trek deze (door de molen vast te houden) voorzichtig
uit het geheel. Het gaat enigszins moeizaam omdat de andere kant van dit onderdeel ook in een
setje kogellagers zit vastgeklemd. Door een beetje te wrikken en te trekken zal het langzaam
loskomen. Wanneer je hem los hebt gekregen kun je het oude overtollige vet verwijderen (alleen
het overtollige!) en hiervoor in de plaats het nieuwe vet aanbrengen. Dit kun je doen met je vingers
(heb je de rest van de klus groot plezier van) of d.m.v een lucifer of ander hulpmiddel. Gebruik
geen wattenstaafjes, omdat deze nogal uitharen.

Vet nu het wormwiel en de as van de molen goed in. Beweeg de as na het invetten enkele malen
heen en weer zodat je kunt zien dat het vet zich goed verspreid. Verwijder uiteraard eerst overtollig
oud vet en maak het radarwerkje wanneer nodig voorzichtig schoon.

Wanneer alle onderdelen zijn schoongemaakt en ingevet, kunnen alle onderdelen weer op zijn
plaats worden teruggezet Als eerste plaats je het grote tandwiel weer terug gevolgd door het kapje

19
van de body. Vet de opening van de body enigszins ligt in.

- Draai nu de schroefjes van de body weer 1 voor 1 goed vast.


- Plaats de onderdelen van de baitrunner weer op hun plek en draai de schroefjes weer goed vast.
- Plaats nu de kop van de molen weer terug. Let op: dit past maar op 1 manier! forceer dit dus niet!
- Draai nu de moer op de as weer vast. Eerst met de hand en het echte vastdraaien weer met de
tang.
- Plaats de knop van de "baitrunner-slip" weer terug op zijn plaats en schroef deze vast.
- Monteer de slinger weer op de molen.

Draai de een paar slagen met de molen om te voelen of alles soepel draait en je geen rare of
verdachte geluiden hoort (gerammel is over het algemeen geen goed teken). Test ook de baitrunner
weer op zijn functionaliteit.

Wanneer alles naar behoren lijkt te werken, kan als laatste de spoel weer op de molen worden
gemonteerd. Draai de slip weer aan tot gewenst niveau en de molen is weer klaar voor gebruik. Leg
de molen aan de kant en je kunt gaan beginnen met de tweede molen.

Uiteraard kan je het schoonmaken / onderhouden van je moelen nog verder uitbreiden. De beugel
kun je losmaken, schoonmaken en opnieuw invetten. Je kunt je sl;ipschijven schoonmaken en
eventueel vervangen. Maar aangezien dat toch nog wat uitgebreidere werkzaamheden zijn, gaan we
er hier nu niet op in. Misschien vullen we het aan bij een volgende workshop.

Succes ermee!

Zelf karperlood coaten

Veel karperloden die je in de hengelsportzaak kunt kopen zijn voorzien van een plastic coating.
Vaak zijn ze in diverse kleuren verkrijgbaar zodat je voor ieder bodemtype wel een bijpassende
camouflerende kleur kunt krijgen. Veel stukken lood worden ook "kaal" en dus opvallend glimmend
verkocht, anderen zijn voorzien van een laag zwarte verf die echter na een paar keer vissen al
begint af te bladeren. Hoewel het natuurlijk moeilijk te bewijzen is, zit ik zelf in ieder geval met
meer vertrouwen te vissen als ik weet dat de kleur van mijn lood (ongeveer) overeenkomt met de
kleur van de bodem, en niet schreeuwerig opvallend vlak naast mijn aas ligt. In dit artikel wil ik
jullie laten zien hoe je zelf de (veel goedkopere!) ongecoate en zwart geverfde stukken lood kunt
voorzien van een plastic camouflage coating. Door verschillende kleuren te mengen kun je ook nog
eens zelf de uiteindelijke kleur van je lood bepalen.

In dit voorbeeld zal ik gebruik maken van de zogenaamde Mahin loden van Star Baits. Deze worden
ook "kaal" verkocht en coat ik voor gebruik zelf. Tegelijkertijd zal ik laten zien hoe deze, door de in
Frankrijk zeer bekende gebroeders Mahin uitgevonden loden, gemonteerd moeten worden. Als
eerste moeten we echter aan coatingpoeder zien te komen. Star Baits levert de kleuren zwart,
groen en bruin Ik weet dat Terry Eustace ook coatingpoeders in z'n assortiment heeft en er zullen

20
er ongetwijfeld nog meer zijn.

De eerste stap die je moet maken is het kiezen van de kleur die je aan je loden wilt geven. Ik heb
goede ervaringen met het mengen van groen en zwart, zoals je op de foto's kunt zien geeft dit een
mooi donkergroen resultaat wat ik op de meeste wateren in Nederland zal inzetten. Vis je veel op
heldere wateren met een zandbodem dan kan een combinatie van groen met bruin of alleen bruin
een optimaal resultaat opleveren. Doe van de kleuren die je wilt combineren een paar eetlepels in
een afsluitbare pot en schud dit even goed door elkaar. Ik schat trouwens dat twee van deze potjes
voldoende zijn voor zeker een 100-tal loden. Door je lood zelf te coaten ben je dus stukken
goedkoper uit dan wanneer je reeds geplastificeerd lood in de winkel koopt.

Van start
Zelf werk ik het liefst bij het gasfornuis. Lood geeft schadelijke dampen af wanneer het smelt en de
afzuigkap zorgt ervoor dat ik die in ieder geval niet binnenkrijg. Overigens is het absoluut niet de
bedoeling dat je het lood smelt, het moet alleen even verhit worden. Maar ik loop op de zaken
vooruit, zorg eerst dat je een tang hebt waarmee je het lood stevig beet kunt pakken. Pak het lood
beet op een plek waar het niet gecoat hoeft te worden zoals het bevestigingspunt van de wartel, bij
het Mahin lood is dat het uitstekende stukje aan de bovenkant. Ik leg een oude krant of iets
dergelijks op het aanrecht om gemorst coatingpoeder op te vangen. Op die krant zet ik een bakje
waar ik de twee vermengde kleuren poeder in giet. Steek het gasfornuis aan en zet het gas half
open. Houd nu het lood in de vlam terwijl je deze met de tang stevig vasthoudt en regelmatig
ronddraait. Het is belangrijk dat het lood aan alle kanten ongeveer gelijk verhit wordt. Een halve
minuut moet zo'n beetje voldoende zijn, zoals gezegd mag het lood absoluut niet smelten vanwege
de schadelijke dampen die vrij komen. Coaten

Is het lood voldoende en gelijkmatig verhit, houd deze dan met de tang boven het bakje met
poeder, terwijl je met je andere hand met een eetlepel het poedermengsel over het lood strooit. Je
zult zien dat een deel aan het hete lood blijft plakken terwijl de rest van het poeder gewoon
terugvalt in het bakje. Draai het lood een stukje en strooi er opnieuw wat poeder overheen. Herhaal
dit tot alle kanten van het lood goed bedekt zijn. Het coatingpoeder zit nu op het lood alleen ziet het
er nog niet uit. Wat nu nog gedaan moet worden is het smelten van het poeder. Houd het lood
hiervoor boven, en niet in een lage gasvlam, je ziet het poeder vanzelf smelten en een mooi glad
geheel vormen. Draai het lood net zolang met de tang rond zodat het poeder aan alle kanten een
mooi glad oppervlak heeft gekregen. Feitelijk smelt je het plastic nu vast op het lood. Pas op dat je
het lood nu niet in de vlam houdt want dan smelt het poeder te snel of verbrandt het zelfs Neem

21
rustig de tijd, dan krijg je het beste resultaat. Het lood en het poeder zijn nog erg heet, het lood
gelijk neerleggen op het aanrecht zou zowel het gecoate lood als ook het aanrechtblad niet fraaier
maken. Houd het lood dus nog even een paar minuten in de tang beet tot het voldoende is
afgekoeld. Voel ter controle even voorzichtig met je vingers, wanneer je het lood probleemloos aan
kunt raken is de coating voldoende gestold en uitgehard en kun je het lood veilig neerleggen om
verder af te koelen. Je kunt nu verder gaan met het volgende lood, in het begin zal het wat tijd
kosten maar als je er een beetje handigheid in hebt gekregen gaat het coaten razendsnel.

Afwerking en montage Als de loden volledig zijn afgekoeld kan het nodig zijn om wat resten van de
coating met een mesje te verwijderen. Bij een wartellood is de kans groot dat er wat aan de wartel
is blijven plakken, het Mahin lood heeft een centraal gat en verticale sleuf waar wat poeder in
gekomen zal zijn. Met een scherp(!) hobby- of stanleymesje kun je dit perfect wegsnijden waarna
de stukken lood klaar zijn voor gebruik. Ik wil van deze gelegenheid gelijk gebruik maken om te
laten zien hoe de Mahin loden gemonteerd moeten worden. Om te beginnen hebben ze de vorm van
een zogenaamd zipp-lood, gestroomlijnd en aan beide kanten uitlopend in een punt en daardoor bij
uitstek geschikt om verre afstanden mee te werpen. Ze worden echter op een "inline" manier
gemonteerd waardoor de prikeigenschappen erg goed zijn. De hoofdlijn wordt daarvoor aan een
staafje geknoopt die in het centrale gat geschoven moet worden. Aan het einde van dit staafje zit
een stalen haakje waar de wartel van de onderlijn in gehangen wordt, duw je het staafje nu door
het gat vast in het lood dan kan de wartel niet meer uit het haakje losschieten. Zit het staafje
helemaal in het lood dan steekt er aan de achterkant nog een stuk uit, snijd dit met een stanleymes
af. In het lood zit een centrale sleuf, de hoofdlijn loopt hier doorheen naar de bovenkant van het
lood. Aan de bovenkant wordt dit op z'n plaats gehouden door een meegeleverd plastic dopje. Door
dit dopje doe je een stukje meegeleverd rubberslang waar je aan de andere kant weer de anti-
tangle-tube in kunt bevestigen. Zelf gebruik ik in plaats van deze slang liever een conisch rubbertje
zoals dat ook bij safetyclips en inlineloden gebruikt wordt. Tijdens een worp of dril kan het rubber
slang namelijk uit het dopje schieten en is er dan erg lastig weer in te krijgen. Een conisch
rubbertje, dat wel een stukje ingekort moet worden, trek je door de vorm muurvast klem in het
dopje. Het kan nuttig zijn om het stukje lijn dat door het lood loopt, ter bescherming te voorzien
van een dun stukje siliconeslang (zie schema onderaan). De lijn is dan optimaal beschermd,
persoonlijk vind ik het gebruik hiervan niet echt noodzakelijk.

De montage is nu klaar om mee gevist te worden! Heel veel succes wanneer je zelf je lood wilt gaan
coaten, mochten er nog vragen zijn dan weten jullie ons te bereiken.

22
Soortprofiel Karper

KARPER (Cyprinus carpio )


Leefomgeving Voortplanting

De karper is een algemene vissoort in De paaitijd valt, afhankelijk van in het bijzonder
stilstaande en langzaam stromend water. Ook in de watertemperatuur, in mei en juni, maar kan
relatief snel stromend water komt de karper wel soms doorgaan tot eind juli. De paai vindt plaats
voor, waar hij zich dan vooral op stromingsluwe in met zachte vegetatie begroeide ondergelopen
plaatsen ophoudt. gebieden of in waterplantenvegetaties in ondiep,
rustig water, waar de eieren aan de planten
Van nature komt de karper niet in Nederland blijven plakken. Ook worden flab en obstakels
voor. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied als stenen en fuiken wel als paaisubstraat
lag rond de Kaspische Zee, van waaruit de gebruikt; soms worden de eieren op de kale
karper zich zowel naar het oosten (China, Japan bodem afgezet. Tijdens het paaien wordt een
en Zuid-Rusland) als naar het westen (gebied vrouwtje omringd door een aantal mannetjes die
rond de Zwarte Zee en de Donau) heeft de afgezette eieren bevruchten. Bij een
uitgebreid. Via de Donau heeft de karper zich voldoende hoge watertemperatuur komen de
naar Midden-Europa kunnen verspreiden. Deze eieren al na enkele dagen uit.
verspreiding werd versneld door de Romeinen,
die rond het begin van de jaartelling de karper Voedsel
uit de Donau of uit Klein-Azië haalden en voor
de kweek naar Italië brachten. In de eeuwen De karper is een omnivoor. De samenstelling
daarna zorgden monniken voor een grote ver- van het voedselpakket is sterk afhankelijk van
spreiding van de karper over Europa. Vanaf de de aard van het water en van het seizoen.
middeleeuwen (de 14e eeuw) kwam de karper, Larven leven van zoöplankton en algen. Dat de
als teelt- en consumptievis, in kloostervijvers karper is aangepast aan het foerageren op de
voor. bodem is al op jonge leeftijd zichtbaar, want bij
een lengte van circa 2 cm beginnen juveniele
In de loop der eeuwen zijn er allerlei karpertjes al van de bodem te eten. Het dieet
verschillende variëteiten van de karper ont- van volwassen karpers bestaat vrijwel uitsluitend
wikkeld. Het oorspronkelijk in de middeleeuwen uit bodemvoedsel, zoals insectenlarven,
geïntroduceerde en daarna verwilderde type wormen, kreeftachtigen en weekdieren.
wordt wilde of boerenkarper genoemd. Hier- Daarnaast wordt ook plantaardig materiaal
naast komen allerlei geteelde variëteiten voor, gegeten, zoals waterplanten, algen en zaden.
zoals schubkarper, spiegelkarper, rijenkarper en
naaktkarper. Groei en leeftijd

Omdat de karper zich in Nederland nauwelijks Van de karperachtigen is de karper één van de
met voldoende succes kan voortplanten om een snelst groeiende soorten; vooral de
populatie in stand te houden, wordt de verschillende kweekvormen zijn snelle groeiers.
karperstand in veel wateren door uitzettingen op Bij voldoende hoge watertemperaturen kunnen
peil gehouden. Dankzij deze uitzettingen komt karpers in oktober van hun eerste levensjaar al
de karper momenteel in vrijwel alle watertypen een lengte van 10 cm bereiken. In de regel
voor. In het oorspronkelijke verspreidingsgebied wordt de karper geslachtsrijp na 3 tot 4 jaar
is de karper echter een bewoner van langzaam (mannetjes) of 4 tot 5 jaar (vrouwtjes) bij een
stromende rivieren en (afgesloten) rivierarmen. lengte van 40 tot 45 cm. De maximale lengte is
120 cm.

Copyright OVB, 2004


Waar moet je op letten bij de aanschaf van een karperhengel?

Karperhengels zijn er in vele maten en uitvoeringen. Als je er geen


verstand van hebt dan loop je al snel het risico dat je met de
verkeerde hengels thuis komt. Ik geef regelmatig materiaal
voorlichting in een van de winkels van Raven en daarbij is het me op
gevallen dat er een categorie sportvissers is die met alle geweld met
de verkeerde hengels naar huis willen gaan. Die categorie zal deze
site van Total Fishing niet opzoeken, ik zal dan ook geen moeite
doen om hen te overtuigen.

Ik kom ook mensen tegen, sommigen schrijven me, anderen bellen


me, die serieus verlangen om meer inzicht in deze materie te krijgen.
Ze hebben daar drie gegronde redenen voor: ze worden kleurenblind
en gek van het grote aanbod aan hengels, ze willen niet afhankelijk
zijn van welke verkoper dan ook en ze willen een verkoper door eigen
kennis kunnen toetsen! Als u dit aanspreekt, lees dan verder en ik
hoop u niet teleur te stellen!

“De aanschaf van een verkeerde hengel betekent ook slechte


resultaten”

Twee categorieën.
Het oerwoud van karperhengels kunt u zo al opsplitsen in twee
categorieën, namelijk de afstandhengels en de penhengels. De
afstandhengels zijn bedoeld voor de passieve visserij op afstand en
de penhengels voor de actieve visserij. De aanpak van de ene
visserij is zo verschillend van de andere dat daar totaal verschillende
hengels voor ontworpen zijn. Je kunt dus niet een penhengel kopen
en daar dan mee op afstand gaan vissen. Wie dat toch doet, vraagt
om problemen. Ik zal een paar verschillen op een rijtje zetten, zodat
het onderscheid u helder voor ogen staat. Bij de afstand visserij moet
de hengel in staat zijn om zwaar lood, vaak tachtig gram of meer, zo
ver mogelijk kunnen werpen. Het moeten dus echte werpkanonnen
zijn die afstanden van zestig tot honderd meter moeiteloos kunnen
overbruggen. Als een verkoper u zegt dat u met een hengel
moeiteloos honderdtwintig meter gooit, loop dan maar de winkel uit,

1
want de stakker weet niet waar hij het over heeft. Honderd meter
werpen is een gigantisch eind, bij honderd twintig meter ligt denk ik
de absolute grens die alleen gehaald wordt met top materiaal in
optimale omstandigheden. Probeer maar eens het Twentekanaal
over te gooien en dat is ‘maar’ zeventig meter breed. Wie verder dan
honderd meter uit de oever wil vissen, roeit zijn aas gewoon uit. Hij
weet dan zeker dat het aas er nog aan zit en dat het op de goede
plek ligt. Daarmee stippen we meteen een tweede eigenschap van
afstandhengels aan, namelijk dat een dergelijk stok ook in staat moet
zijn om de haak over een grote afstand vast te zetten in een
karperbek. Daar heeft een dergelijke hengel een bepaalde
ruggengraat voor nodig! Dan moet zo’n hengel ook nog de
eigenschappen bezitten om een grote vis, goed te kunnen afdrillen,
voor dit laatste is een progressieve buiging nodig, dat betekent heel
eenvoudig dat naarmate de spanning toeneemt, de hengel van uit de
top gelijkmatig doorbuigt tot in het handvat en uiteindelijk onder de
zwaarste belasting die deze hengel hebben kan, een kwart cirkel
vormt! Is zo’n hengel achterin te stijf, of in het midden te zacht, dan
heeft een dergelijke hengel een breekpunt dat of in de hengel of in de
lijn tot uitdrukking komt! Nu kan ik nog iets uitleggen, waar grote
verwarring over bestaat en dat is het onderscheidt tussen de actie en
de buiging van een hengel.

Actie en Buiging.
Deze twee eigenschappen van een hengel worden vaak door elkaar
gehaspeld, zelfs in artikelen halen sommige schrijvers dit door elkaar,
tot schade van hen die hengels willen beoordelen en kopen. Wat is
de actie van een hengel en wat is de buiging van een hengel?

De actie van een hengel is niets anders dan de snelheid, waarmee


de hengel van uit zijn gebogen toestand weer recht schiet.

De buiging is niets anders dan de vorm die de hengel aanneemt


onder spanning!
Eerst iets over de actie. Stel, u heeft een karperhengel van 3.60 m.,
dat is een twaalf voets hengel, en u buigt deze rond in een kwart
cirkel, dat is dus onder zijn maximale belasting en u laat dan de top
los, dan schiet de hengel b.v in een halve seconde recht. Die halve
seconde is de snelheid en dus de actie van de hengel! Maar…nu
komt het, die actie is ook een kracht! Laat iemand anders die hengel

2
maar eens buigen en vasthouden en houd u uw hand maar eens
boven de rechtschietende hengel, de klap die u dan tegen uw hand
krijgt is die kracht! En de pijn die u nu voelt vertelt u dat het een
enorme kracht is! Voer het experiment maar niet uit met een beetje
zware hengel, want dan moet u zeker naar de dokter. Het is die
onzichtbare kracht, die we actie noemen, die de hoofdrol speelt bij
het werpen en het zetten van de haak! Een fabrikant van blanks, dat
is de kale hengelstok, kan op verschillende manieren de actie
vertragen of verhogen in zijn product. De twee belangrijkste
voorwaarden waar hij mee werkt, zijn de wanddikte en de tapering.
De wanddikte van de blank spreekt voor zich, met de tapering van de
blank bedoelen we het verloop, vanuit de top, van dun naar dik! Hoe
groter dit verloop van dun naar dik in combinatie met een dunne
wanddikte, hoe sneller de actie! In de basis heb je dan een echt
werpkanon, maar je aas zal er niet aan blijven zitten en de buiging
laat alles te wensen over. Bij het zetten van de haak sla je door de
hoge actie, die immer ook een kracht is, de bek van de vis kapot en
bij een zware vis voel je niets, maar is wel je lijn gebroken. Hier treedt
het bezemsteel principe in werking! Kijk maar! U neemt een
bezemsteel, met een stevig stuk touw en bind daar een steen aan. U
slaat nu snel omhoog en voelt de steen nauwelijks, maar het touw is
wel gebroken. Hoe komt dat? Die stijve bezemsteel heeft een
supersnelle actie en dus een zeer hoge contra kracht. U slaat,...de
bezemsteel buigt misschien een millimeter door, de zeer snelle actie,
als contrakracht buigt hem even snel weer recht, het is nu die
contrakracht die het touw doet breken. Hoe harder u tikt hoe minder u
de steen voelt. Dit zelfde principe zet u in werking als u een
karperhengel koopt met een te snelle actie. Hengels met veel
tapering, een dunne wanddikte en dus een zeer snelle actie, mogen
dan goed werpen, maar bij het zetten van de haak en het heel
houden van lijn en vis, werkt die zelfde kracht weer tegen ons,
derhalve zijn dergelijke hengels niet geschikt voor onze visserij.

“De auteur is nog steeds blij met iedere vis die hij vangt”

Verlies ook de buiging niet uit het oog, blanks met een dunne wand
en veel tapering missen de zogenaamde progressieve buiging. Ze
buigen snel in de top, maar dichter naar het handvat worden ze
steeds stijver, ook daarom zijn ze absoluut ongeschikt voor onze

3
visserij. Deze principes gelden zowel voor de afstand hengels als
voor de penhengels! Onze belangstelling gaat dan ook uit naar
blanks met een dikke wand en weinig tapering! Deze blanks hebben
een tragere actie, maar door hun wanddikte, voldoende massa, d.i.
eigen gewicht, die ook weer een kracht vormt, om toch goed te
kunnen werpen en de haak te kunnen zetten. Van dergelijke blanks is
de buiging, die bij de dril de hoofdrol speelt, optimaal progressief! Bij
de aanschaf van een karperhengel, weet u nu waarom u moet kijken
naar de wanddikte en de tapering.

Het zal u nu duidelijk zijn dat bij het penvissen op karper, waarbij u de
hengel in de hand heeft en onder of dichtbij de top vist, de actie
nauwelijks een rol speelt. Als u zich een penhengel gaat aanschaffen,
dan is al uw aandacht gevestigd op de buiging en de lengte.

Lengte en oogverdeling.
Werpen doet u er niet mee, dus de actie kunt u vergeten. Omdat u
regelmatig grote en sterke vissen vlak onder de top aanslaat, moet
de actie minimaal zijn, anders breekt de lijn door het zogenaamde
bezemsteelprincipe, en de buiging optimaal. De lengte van zowel
afstandhengels als van penhengels, wordt simpel bepaald door de
omstandigheden waar we in vissen.

“Bij een penhengel is al de aandacht gevestigd op buiging en lengte”

Twee categorieën.
Stel uzelf dus de concrete vraag, waar ga ik vissen? Welke
omstandigheden tref ik daar aan? Als ik op de IJssel, het Ketelmeer
of het IJsselmeer vis, dan heb ik te maken met oevers vol scherpe
basaltkeien, zinkstukken en andere ellende onder water. Om mijn
lijnen daar vrij van te houden, zowel op de steunen, als tijdens het
drillen, gebruik ik alleen afstandhengels van dertien voet, dat is een
lengte van 3.90 m. Langere hengels hebben geen zin, die worden te
slap, met kortere hengels verspeel ik te veel materiaal en vis. In de
kanalen, vrij van obstakels en met een beperkte werpafstand, gebruik
hengels van 12 voet, dat is een lengte van 3.60m.
Hier kan ik immers de vis afdrillen tot onder de kant!

Bij het penvissen wisselen de omstandigheden aanmerkelijk meer. In

4
open water met oeverbegroeiing onder de kant gebruik ik een
penhengel van 3.90 m. Afhankelijk van de omstandigheden onder de
kant, kan het ook een hengel van 3.60 m. zijn. Bij bruggen en palen is
dit bijna altijd een hengel van 11 voet, dat is 3.30 m. en onder
bruggen, zelfs nog korter, een tien voets hengel van 3.10 m. Dit zijn
stuk voor stuk hengels met weinig tapering, een dikke wand en een
progressieve buiging tot in het handvat. Om die buiging te bereiken is
het van belang te letten op het aantal geleide ogen en de diameter
daarvan. De meeste fabrikanten zetten te grote én te weinig ogen op
een hengel. Dat is de reden dat ik mijn hengels liever laat bouwen
door een hengelbouwer. (De meeste solide hengelsportzaken
hebben een hengelbouwer in dienst!)

Bij te weinig ogen op een blank wordt de buiging van de blank niet
goed benut en ontstaat het zogenaamde pijl en boog effect, waardoor
de lijn hoekig langs de blank naar de molen of reel wordt geleid. Te
grote geleide ogen spelen een nadelige rol bij het werpen. Ik zie op
beurzen prachtige afstand hengels staan, met prima blanks van
gerenommeerde merken, en die zijn dan opgetuigd met vier of vijf
geleide ogen van het formaat w.c. bril. Die worden dan verkocht als
werpkanonnen. Omdat het zo mooi ponemd vliegen ze als broodjes
over de toonbank. Weet u voor wie dat werpkanonnen zijn? Voor die
kerels met lange armen en dikke spierballen in combinatie met
bonken lood van 120 gram en meer. Het zijn niet de hengels die
werpen, het is de brute spierkracht in combinatie met overgewicht
aan lood, waardoor de afstand wordt overbrugd. Ik heb een hekel aan
te zwaar lood. Lange armen en spierballen heb ik niet, bij mij moet de
hengel werpen, d.w.z. de actie van de hengel in combinatie met de
massa. Dat bereik je alleen door de combinatie van de juiste blank,
met het juiste aantal en de juiste diameter van de geleide ogen. Vier,
vijf of zes geleideogen op een dertien voeter van het formaat w.c. bril
werken alleen maar nadelig op de werpafstand. Ik zal u uitleggen
waarom. Bij een werpmolen verlaat de lijn de spoel in een
spiraalvorm. Hoe groter de geleide ogen, hoe langer die spiraalvorm
blijft bestaan. Die spiraalvorm werk remmend door de luchtweerstand
en door het ronddraaien in de (te grote) geleideogen. Je kunt dat ook
horen aan dat ffffrrrrttttt geluid dat dergelijke hengels afgeven bij het
werpen. Hoe eerder die lijn een rechte lijn vormt, hoe eerder die lijn
begint te trekken!! Die spiraalvorm moet dan ook zo snel mogelijk
omgezet worden in een rechte, trekkende, lijn! Dat bereik je door het

5
juiste startoog, d.i. de juiste diameter, op de juiste afstand van de
werpmolen te plaatsen. Is dit startoog te klein van diameter en/of zit
het te dicht bij de werpmolen, dan ontstaat er een pruik of een te snel
afremmende kracht. De echte hengelbouwers hoef je dit niet te
vertellen, die weten dit precies. Je kunt het namelijk niet berekenen,
je moet het experimenteel vaststellen. Vanaf het handvat gezien zijn
de eerste twee ogen vrij groot, daarna heb ik alleen maar kleine
geleideogen, die wat hun diameter betreft niet veel meer zijn dan de
diameter van de blank. Deze kleine ogen houden de lijn recht en dus
in een trekkende beweging.

Om het uit de theorie te halen geef ik u een schema als houvast en


uitgangspunt. Het is het schema van een afstandhengel van 2 lbs,
dertien voet lang. Een Armalite blank, dat is een blank met weinig
tapering, dikwandig met pensluiting, die ik gebruik voor het vissen op
de IJssel, in combinatie met een lijn van 30 of 35/00, op een Shimano
beetrunner 3500.

De oogverdeling is als volgt: Vanaf het topoog 12. 15. 16. 18. 20. 22.
25. 28. 30. 36. 36. Buiten het top-oog dus elf geleide ogen, dat is heel
wat anders dan u gewoonlijk te zien krijgt. Het startoog is 71 cm van
de reelhouder geplaatst en heeft een diameter van 20 mm. inwendig,
gevolgd door een oog van 18 mm. inwendig, daarna kleine
geleideogen die de blank volgen. U moet wel bedenken dat de
diameter van de molenspoel, mede de diameter van het startoog
bepaald. Daarom gaf ik u de door mij gebruikte werpmolen op. Dit
schema is dus een concreet voorbeeld dat als uitgangspunt kan
dienen. Gaat u bijvoorbeeld een werpmolen gebruiken met veel
grotere spoeldiameters dan zult ook de diameter van het startoog aan
moeten passen. Bij penhengels ligt het weer anders, daar gebruik ik
eigenlijk maar een groot geleideoog en dat is het startoog dat in
verhouding staat tot de diameter van de molenspoel, daarna gebruik
ik kleine ogen die bij de dikte van de blank passen. In plaats van elf,
monteer ik twaalf of dertien ogen op een penhengel van dertien voet.
Dit komt de buiging ten goede. Neem op dergelijke lengtes nooit
genoegen met minder dan tien geleide ogen buiten het top-oog.

Wat betekent LB op de hengel?


Tegenwoordig verdwijnt het weer, maar lange tijd stond er op de

6
karperhengels een lb getal. Je hebt hengels van 1, 2, 3, en meer lb.
En ook de tussen getallen ontbreken niet. Wat betekent dit getal? We
hebben het eerst over de actie gehad, we concentreren ons nu op de
buiging!

Als je een blank, dat is de kale hengelstok van b.v. Boron grafiet,
horizontaal vasthoud, dan kun je aan de top een gewicht hangen dat
net zo zwaar is als de maximaal gebogen hengel. Stel dat u een
blank in uw hand houdt, waar ik drie kg. aan hang, dan zien we dat
de blank zich maximaal buigt tot een kwart cirkel. De maximale
buiging wordt dus bij deze blank bereikt bij drie kg. Bij iedere blank is
dit gewicht anders. Op dit gewicht wordt een formule losgelaten die
tot uitdrukking komt in het getal op de blank. Waar gebruiken we dit
getal nu voor? Nergens anders voor dan voor het vaststellen van de
lijndikte en de dienovereenkomstige trekkracht van die lijn. Omdat de
trekkrachten al lang niet meer in verhouding staan tot de lijndikten, is
dit getal verdwenen van de nieuwste hengels en spreekt men liever
van een Light, Medium, of Heavy karperhengel. Light komt overeen
met karperhengels van 1 tot 1½ lb. Medium komt overeen met
hengels van 1¾ tot 2 lb en Heavy hengels lopen van 2¼ tot 3 lb. Als
het om nylon gaat hoort 18 tot 22/00 bij de Light hengels, 24 tot 27/00
bij de Medium hengels en de Heavy en extra Heavy hengels kunnen
30 tot 40/00 nylon hebben. U kunt nu deze trekkrachten bij deze
nylondikten omrekenen naar de dikte van dyneema lijnen. U merkt
dan dat dyneema lijnen aanmerkelijk dunner zijn dan nylon lijnen met
dezelfde trekkracht. Het is de trekkracht van uw lijn in bepaalde
omstandigheden die bepaalt of u een Light, Medium of Heavy
karperhengel ter hand neemt. Als ik ga penvissen bij bruggen en
palen, dan wil ik al snel een lijn hebben van 12 lb. Dan neem ik een
Heavy karperhengel of een hengel waar 2¼ lb trekkracht of meer op
staat. De trekkracht van deze lijn is in staat om de hele buiging van
de hengel te benutten en dat is precies wat ik wil!

Ga ik in een tocht vissen met weinig planten en obstakels, dan is een


lijntje van 22/00 voldoende, dan kies ik voor een Light of voor een
hengel met 1 tot 1¼ lb trekkracht. Met afstandvissen werkt het
precies zo. Op de IJssel vis ik met minimaal 30/00 nylon, dan pak ik
toch echt een Heavy karperhengel of een hengel waar minimaal 2¼
lb trekkracht op staat.

7
Met deze informatie moet het u lukken om zelfstandig uw eigen
hengels te ontwerpen, vragen te stellen aan de verkoper om er achter
te komen of hij weet wat hij verkoopt en om uiteindelijk tot het juiste
assortiment hengel te komen. U begrijpt nu ook, dat een beetje
karpervisser het niet redt met één hengel. Ik heb zo en zo al drie
penhengels bij me op een visdag. Light, Medium en Heavy en dan
soms nog een extra korte hengel (Heavy) voor onder de bruggen.
Met afstand vissen is het precies zo, ik heb twee sets van 3.90 m. in
Heavy en extra Heavy en twee sets in 3.60 m. in Light en Medium. In
mijn omgeving, de Flevopolder met kanalen, plassen, het Ketelmeer,
IJsselmeer en de rivier de IJssel, kan ik dan overal vissen. Wie start
met afstandvissen kan het beste beginnen met een Medium set, ( 2
lb) van 3.60 m., gevolgd door een Heavy set van 3.90 m. van 2½ lb.
De penvisser kan leuk beginnen met een dertien voets hengel (3.90
m.) light of medium en een elf voets hengel (3.30 m) heavy voor het
zwaardere sleurwerk in combinatie met een reel of zware werpmolen.
Zo moet het lukken! Als u dan nog grote vissen verspeelt dan ligt het
aan uzelf en kunt u gewoon niet vissen! Veel succes!

Actief karpervissen

Het vissen op karper kan op twee manieren beoefend worden,


passief en actief. Bij de passieve manier wordt eerst een voerstek
gemaakt waar men de karper heen lokt en opwacht, bij de actieve
manier zoekt de visser de karper op!

De passieve manier is herkenbaar aan tentjes, aan slapende en


luierende vissers, aan hengels in de steunen, de actieve manier van
karpervissen heeft hier niets mee van doen. De visser is volop in
beweging, hij heeft zijn hengel in de hand en is voortdurend alert op
wat er kan gebeuren. Over die actieve manier van karpervissen gaat
het in deze serie artikelen, die zowel voor de beginnende als voor de
meer ervaren visser geschreven zijn. Beide manieren van vissen
vragen veel geduld en inzet van de man achter de hengel. Wie snel
en veel vis wil vangen kan beter maar nooit aan het karpervissen
beginnen. Wie van rust houdt, veel geduld heeft en een sterk hart,
kan in het karpervissen avonturen beleven, die men nauwelijks voor
mogelijk houdt.

8
Drie paaltjes!
Zomaar een warme dag in juni, heerlijk om vrij te zijn en te wandelen
in de polder. Prachtige luchten, heerlijk ruikend gras en zingende
vogels. Ik voel me rijk en een dankbaar mens. Ik waan me alleen op
de wereld en neem de geuren en kleuren in me op. De zon begint al
te dalen, de schaduwen worden langer en de straffe wind neemt af. Ik
heb nog niets gevangen, althans geen karpers, waar het toch om te
doen is. Wel werd ik verrast door en flinke kroeskarper, een zeelt en
een aantal schitterende rietvoorns, de mooiste vis van ons zoete
water.

Ik arriveer bij de kruising van twee polder sloten, aan de overkant op


de kop van het weiland staan drie oude paaltjes, zwaar begroeid met
als en waterplanten. In de vroege morgen had ik hier reeds gevist en
gevoerd, hier zou ik de dag besluiten. Ik rijg wat zoete maïs op mijn
haak en werp voorzichtig in naar de overkant. Er staat nauwelijks een
halve meter water en mijn kleine pennetje komt nauwelijks overeind.
Ontspannen zit ik op mijn kussen met mijn rug tegen het hek en
geniet van de rust van de avond die als een zachte deken over het
landschap neerdaalt.

Hoe lang zit ik hier al? Een uur? Langer? Ik ben elk besef van tijd
verloren, maar ineens ben ik klaar wakker en volkomen bij de les.
Waarom? Ik weet het niet. Er is niets veranderd, mijn pennetje staat
onbewogen op dezelfde plaats, vlak achter de drie paaltjes, die als
drie oude mannetjes op wacht staan. Dan valt plotseling het pennetje
om, alsof het zeer vermoeid is en blijft plat op het water liggen om
zich dan in de richting van de paaltjes te verplaatsen. Dan gebeurt er
van alles tegelijk, ik sta met een diep doorbuigende hengels, bij de
paaltjes lijkt het alsof er een explosie plaats vindt, het is alles modder
en waterplanten die van de bodem loskomen, de slip van mijn molen
gilt met een overspannen toontje en mijn hartslag loopt op als een
trommel waar te snel op geslagen wordt.

Ik weet de vis net voor de paaltjes te stoppen en hij buigt af de sloot


in aan de overkant. Moeiteloos worden meter lijn genomen en ik heb
het nakijken, ik kom in dit verhaal nog niet voor. De vis is mij de baas,
hij bepaald de richting en koers. Dan een kolk en een plons en mijn
lijn valt slap, met grote snelheid komt de vis recht op me af zwemmen

9
een enorme boeggolf voor zich uit drukkend. Enkele seconden heb ik
geen kontact, dan zwiept de hengel weer dubbel en doet de slip zijn
werk. Ik heb geluk gehad, de vis is niet door de drie paaltjes gegaan.

Ik krijg de vis langzamerhand onder controle en maak mijn schepnet


nat. Niet lang daarna zwemt een grote karper rustig boven het net en
kan ik de winst binnenhalen. Een schitterende wilde karper van 79
cm. Bij een gewicht van 11 pond. Een juweel om te zien. Een
blauwstalen rug, diep geel en oranje vinnen, vier baarddraden en een
prachtig schubbenpatroon. Bijna trots zwemt de vis uit mijn handen,
me toewuivend met zijn machtige staart. Ik heb een geweldige dag
gehad, met een gouden randje!

Wat heb je nodig?


Uit het verslag van mijn logboek heeft u wel begrepen dat je voor
deze manier van vissen eigenlijk niet zoveel materiaal nodig hebt,
zeker als je dat vergelijkt met het passieve afstand vissen.

Een karper-penhengel, een goede werpmolen, een ruim en stevig


schepnet, enkele karperpennen en wat haken, lood en een stevige
vistas, vormen in principe al een basis uitrusting.

Laten we de verschillende onderdelen eens wat nader bekijken. Eerst


de karperhengel! Penhengels zijn er in drie lengtes, te weten 3.30 m.
(11 ft) , 3.60 m. (12 ft ) , 3.90 m. (13 ft.) De korte hengels kunnen
handig zijn bij bruggen en palen, de langere meer in open water. Wie
zijn eerste hengel aanschaft, doet er goed aan een twaalf voeter te
nemen, met een testcurve van 1 ¼ p. of 1 ½ p., geschikt voor
lijndikten van 22/00 of 25/00 nylon. Dit zijn uiteraard geen hengels om
karpers mee te drillen bij bruggen, palen en andere obstakels. Ik kan
een beginner ook niet aanraden om daar zijn karperloopbaan mee
aan te vangen. Wat onderscheidt een karperpenhengel nu van
andere karperhengels?

De buiging moet parabolisch zijn…

In de eerste plaats de buiging, die moet parabolisch zijn, d.w.z. naar


mate de spanning op de hengel toeneemt, zal deze doorbuigen tot
ongeveer een kwart cirkel. Deze hengels hebben weinig verloop in de

10
blank, met een vreemd woord heet dat de tapering! Hengels die veel
tapering hebben, hebben in de buiten diameter van de blank, een
sterk verloop van dun naar dik. Dergelijke hengels zijn geschikt voor
het afstand vissen, omdat de hengel naar het handvat toe steeds
stijver wordt. Wij hoeven echter geen haken over grote afstand te
zetten en hebben derhalve liever een hengel die dikwandig is, met
weinig tapering. Een dergelijke hengel heeft meer massa!

Tenslotte onderscheidt de penhengel zich van andere


karperhengels doordat zij veel meer geleide-ogen hebben. Op een
hengel van 3.60 m, zitten twaalf tot dertien ogen exclusief het top-
oog. Het is niet eenvoudig om aan een bruikbare penhengel te
komen. Uiteraard kunt u direct bij een hengelbouwer binnen stappen
en een hengel laten maken. U moet dan wel weten wat u wilt. Ik kan
dit een beginner niet aanraden, die kan beter eerst een eenvoudige
kant en klare penhengel kopen voor een lijndikte van 25/00. U kunt
dan eerst ervaring op doen, uw eigen stijl van pen-vissen
ontwikkelen, eens zien in wat voor water en omstandigheden u het
meest vist en dan met die gegevens in de toekomst uw eigen hengels
laten bouwen. Zo heb ik het in elk geval gedaan en dat is me
uitstekend bevallen.

Werpmolen of Reel?
Op de lichtere penhengels vis ik uitsluitend met de werpmolen. Als
het om lijnen gaat zwaarder dan 25/00, dan gebruik uitsluitend de
reel. Ik zal straks vertellen waarom, eerst even iets over de
werpmolen. Werpmolens zijn er te kust en te keur in allerlei
prijsklassen. Het oogt ook allemaal even fraai, maar ook hier geld
een harde economische wet, alle waar is naar zijn geld. Voor het
karpervissen heeft u niets aan die goedkope molentjes en met
goedkoop bedoel ik molens onder de fl. 125.=. Een goede kwaliteit
werpmolen ligt boven de fl.300.= , dat is even een uitgave, maar dat
bedrag kunt u dan afschrijven over tien jaar of meer en dat is heel
wat voordeliger dan vijf goedkope molentjes die minder dan honderd
gulden hebben gekost, afgezien van de ergernis van niet goed
functionerend gereedschap en de verspeelde vissen.

Niet goed functionerend materiaal kan veel ergernis geven…

11
Bij een geschikte werpmolen voor onze visserij draait het om een
goed binnenwerk en een stevige as die zware druk kan weerstaan.
Het slipmechanisme moet bovendien van topkwaliteit zijn omdat hier
alles van afhangt. Shimano, ABU en Ultimate hebben in deze
prijsklasse uitstekende werpmolens van het 4000 type. Gaat u echter
met lijnen vissen die dikker zijn dan 26/00, dan kunt u ook deze
kwaliteits molens beter thuislaten. Laat me u uitleggen waarom. Een
werpmolen heeft een as die aan een kant bevestigd is. Op het
moment dat u een zware vis drilt, wordt deze as uit balans getrokken,
waardoor de spoel aan gaat lopen tegen het molenhuis. Het is dan
niet de slip die hapert, zoals sommige beweren, nee, de slip kan zijn
werk niet doen, omdat de spoel aanloopt. Het resultaat is lijnbreuk!
Het gevolg op langere termijn is een as die niet meer in het
middelpunt staat waardoor het hele binnenwerk in de vernieling
raakt.

Om dat te voorkomen gebruiken we een reel. Bij de reel zit de as aan


beide uiteinden in een lager. Hierdoor kan de as veel grotere
spanningen verdragen. Een tweede voordeel is het feit dat de lijn niet
om een hoek van negentig graden de as bereikt, maar dat er direct
opgespoeld wordt, dit betekend in de praktijk veel meer contact met
de vis. Bij een werpmolen is het zelfs mogelijk dat de beugel
openklapt en de lijn daar onder wegschiet. Ik hoef u niet te vertellen
wat die kapitale karper met zo'n buitenkansje doet, die schiet
eveneens weg, maar wel zodanig, dat u hem nooit meer terug ziet!
Een derde voordeel is, dat u niet alleen met de slip van de reel de vis
drilt, maar eveneens met uw duim. Hou dit even vast, want dat
betekent, dat u bij de aanschaf van een reel er op moet letten dat u
gemakkelijk met u duim bij de spoel kunt komen. Is die spoel te smal,
of uw duim te dik, dan moet u een ander type nemen. Een nadeel van
de reel is, dat er door gebrek aan werpgewicht, niet veel verder, dan
tweemaal de hengellengte van de kant gevist kan worden. In de
praktijk bestaat dit nadeel niet, want als ik zwaarder vis dan 26/00
dan is dat altijd bij bruggen en palen of andere obstakels en dan zit ik
er altijd bovenop!

Klein materiaal.
Als we het over klein materiaal hebben, dan denken we aan lijnen,
haken, karperpennen, lood, bevestiging- en onthakingsmateriaal en
een goede opbergdoos.

12
Laten we eerst naar de lijnen kijken! We maken onderscheid tussen
de zogenaamde gevlochten lijnen en nylon lijn.Tot en met een
lijndikte van 25/00, maak ik gebruik van nylon lijn. Ook hier is de
markt weer bedolven met vele soorten, diktes, kleuren en
fabelachtige breeksterktes. U doet er goed aan dit met een korrel
zout te nemen, want veel van het beloofde wordt niet waargemaakt.

Dat het struinen met de pen ook grote vis kan opleveren, bewijst
karper-penvisser Co Sielhorst ook al jaar en dag met zijn fraaie
karpers...

Maxima nylon bijvoorbeeld belooft geweldige treksterktes, maar als je


de moeite neemt een micrometer ter hand te nemen, dan klopt de
opgegeven dikte niet. Zo is een lijn van 22/00 in werkelijkheid 25/00
en een lijn van 25/00 bijna 30/00. Op die manier kun je veel beloven,
overigens is het geen slechte lijn, maar ik hou er niet van als het niet
klopt. Goed, nylon is te onderscheiden in lijn met veel en weinig rek.
Omdat we zachte en diep doorbuigende penhengels gebruiken,
kiezen wij voor een lijn met weinig rek. Sensas en Berkley ( Trilene ),
hebben uitstekende lijnen in hun programma, die zeer geschikt zijn
voor onze visserij.

Nylon moet regelmatig vervangen worden, omdat het onder invloed


van licht snel zijn trekkracht verliest. Minimaal eenmaal per seizoen is
heel gebruikelijk, zelf vervang ik het twee keer, omdat ik niet het
risico wil lopen op een beslissend moment een kapitale vis kwijt te
raken. Goed nylon is niet goedkoop, dus hoeft u het echt niet in de
aanbieding sfeer te zoeken. De zogenaamde gevlochten lijnen
kunnen we onderscheiden in gevlochten nylon lijnen of gevlochten
dyneema. In gevlochten nylon lijnen zit weer veel rek, in een
dyneema lijn zit daartegenover helemaal geen rek. Deze laatste lijnen
zijn ongelooflijk sterk bij een zeer dunne diameter. Een 15/00
dyneema is zeker zo sterk als een 30/00 nylon lijn. Omdat dyneema
lijnen geen rek hebben en een hoge breeksterkte, zijn ze minder
geschikt voor de werpmolen, maar bij uitstek geschikt voor de reel. U
begrijpt nu waarom ik met nylon stop boven de 25/00. Ik schakel dan
over op een veel dunere dyneema lijn met een hogere breeksterkte,
uiteraard in combinatie met een reel.

13
Gevlochten nylon lijnen gebruik ik nauwelijks meer. Ondanks het feit
dat dyneema lijn beresterk is, is deze lijn absoluut niet
schuurbestendig. Een houtsplinter van een paal of dukdalf, een
zwanenmosseltje en pang, het is gebeurd! In dat soort
omstandigheden kan een gevlochten nylon lijn toch weer het betere
alternatief zijn. Verlies die gevlochten nylon lijn dus niet uit het oog!

Over karperhaken zou ik een boek kunnen schrijven en bijna nergens


lopen de emoties onder karpervissers zo hoog op, als het over haken
gaat. Dat is niet voor niets, in de eerste plaats hangt er veel van af, in
de tweede plaats er zijn zoveel haken, dat je als beginner helemaal
gek wordt als je je er in wilt verdiepen. Hou het hier ook simpel, ik
geef u de naam en type nummers van een aantal gerenommeerde
karperhaken, die gewoon goed zijn, neem die als uitgangspunt en ga
dan wat experimenteren.

Een belangrijk onderscheid zijn haken met een oogje of haken met
een bledje. Veel karpervissers vermijden deze discussie door
gewoon haken met een oogje te kopen, niet omdat deze beter zijn,
maar omdat ze eenvoudig niet in staat zijn haken met een bledje te
monteren. Wie niet in staat is en haak met een bledje te monteren,
kan beter maar meteen met karpervissen stoppen of er helemaal
maar niet aan beginnen. Dat lijkt wat kort door de bocht, maar de
feiten zijn nu eenmaal zo.

Slechts weinig materiaal volstaat…

Immers een goede karpervisser monteert ook een haak met een
oogje, alsof het een haak met een bledje is, met andere woorden de
haak wordt gemonteerd op de steel en nooit aan het oogje!! Een
haak die aan het oogje wordt gemonteerd, kan er in allerlei standen
onderaan komen te hangen, een lijn die aan de haaksteel wordt
bevestigd, heeft altijd als eindresultaat, dat lijn en haak een
verbinding vormen in elkaars verlengde, waardoor de inhakingskans
optimaal is en de kans van losschieters minimaal! Nu begrijpt u
meteen de onzin van een discussie over oogje of bledje, beide haken
worden immers op dezelfde wijze gemonteerd.

14
Dat haken met een bledje de lijn doorschuren tijdens de dril is een
sprookje en nog nooit bewezen, om losschieten tijdens de dril te
voorkomen is het wel van belang dat een haak met een bledje altijd
zo bevestigd wordt, dat de lijn aan de binnenkant van het bledje zit.
Bij haken met een oogje voeren we de lijn van binnenuit door het
oogje naar buiten en bevestigen wij vervolgens de lijn aan de steel
aan de buitenkant van de haak. Door de lijn door het oogje van
binnen naar buiten te voeren, verhogen wij de inhakingskans, dat is
geen theorie, maar de bewezen praktijk! Als u haken met een oogje
goed bekijkt dan kan het gebeuren dat u ontdekt dat het oogje niet
strak tegen de haaksteel is gebogen, de haak kan daar een scherpe
braam hebben. Tijdens de dril kan de verbinding daar breken! Omdat
volledig uit te sluiten zijn er twee oplossingen bedacht om dit te
voorkomen. Beiden zijn perfect! U kunt eerst een wikkeling
aanbrengen op de haaksteel en die strak tegen het oogje schuiven,
dit functioneert als een soort buffer tussen de eigenlijke verbinding en
het oogje, u kunt de haken ook vooraf aanstippen met harde
nagellak! Zelf lak ik zo een paar keer per seizoen een voorraadje
haken, door een druppel aan te brengen op het punt waar het oogje
tegen de haaksteel is gebogen.

Wat is nu een goede bevestiging? Er zijn er niet veel, maar de beste


zal ik beschrijven en laten zien op de afbeeldingen in deel 4. Ik kies
voor deze bevestiging, omdat de meeste hem kennen, maar
eveneens omdat velen onder ons het fout doen! Daar heb ik tijdens
voorlichtingsavonden al wat weddenschappen mee gewonnen!

Haakbevestigingen
Alle haakbevestigingen berusten op het principe van de strop, en niet
van de knoop! Zowel nylon als dyneema kan niet tegen knopen, als u
dit goed onthoudt bespaart u uzelf al veel mislukking en ellende.

Hoe bevestigen wij nu een haak met een bledje?

Goede methode…

Ik ben rechts, dus neem ik de haak tussen duim en wijsvinger in mijn


linkerhand. Voordat ik de haak ter hand neem, heb ik eerst de lijn
dubbel in mijn rechterhand, tussen duim en wijsvinger gepakt. Ik leg

15
nu die dubbele lijn op de buitenkant van de haaksteel en wikkel het
losse eind over twee lijnen, te beginnen bij het bledje in de richting
van de haakbocht! Na vijf of zes wikkelingen gaat het losse eind door
het ontstane oogje van de lijn. Ik trek nu het geheel licht aan, draai de
wikkeling over de haaksteel één slag en wel zo, dat de hoofdlijn aan
de binnenkant van het bledje zit. Nu trek ik het geheel vast! Dit is de
goede manier die de trekkracht van de lijn niet ondermijnt.

Wat zien we echter in de praktijk? In plaats van over twee lijnen in de


richting van de haakbocht te wikkelen, wikkelt men over één lijn in
tegengestelde richting naar het bledje, om dan vervolgens het losse
eind over alle wikkelingen heen in het lusje te krijgen. Hierdoor
ontstaat geen strop, maar een knoop! Door zo uw haak te bevestigen
bent u bijvoorbaat dertig procent van de trekkracht van uw lijn kwijt.
Met andere woorden waar ik die twintigponder nog weet te mannen,
hebt u hem al lang en breed verspeeld!

Foute methode…

Vergelijk nog eens goed, figuur drie en vier en het zal u duidelijk zijn.
Ook zult u dan ontdekken dat de tekening een bewuste fout bevat, wij
gebruiken geen haken met een naar binnen gebogen oog of bledje!!
Immers met een naar binnengebogen bledje is het onmogelijk om de
hoofdlijn aan de binnenkant te plaatsen. Ook haken met een naar
binnen gebogen oogje zijn voor onze visserij niet geschikt. Het is dan
onmogelijk om de lijn van binnenuit door het oogje naar buiten te
voeren om vervolgens de haak op boven omschreven manier aan de
haaksteel te bevestigen.

Ter afronding van dit gedeelte over haken zal ik enkel typen noemen,
die tijdloos zijn en onder alle omstandigheden hun waarde bewezen
hebben. De Mustad Arendsklauwhaak in de dikdradige uitvoering, de
Drennan Super Specialist, Gamakatsu LS - 1093B, VMC junior 9287,
Jack Hilton Carp Hooks, Fox serie 1 en 2. De meest gangbare
nummers zijn 4 en 6.

Karperpennen
De betere hengelsportzaak heeft gewoonlijk een leuke voorraad

16
speciale karperpennen. Deze pennen onderscheiden zich van de
witvis en brasempennen doordat ze wat steviger gemaakt zijn. De
antenne is wat sterker, zodat ze niet gemakkelijk breken. Aan drie
verschillende maten heeft u voldoende. De lengte van de pen heeft te
maken met de waterdiepte, in een diep kanaal gebruiken we meestal
een wat langere pen, dan in een ondiep polderslootje. In heel ondiep
water gebruiken we helemaal geen pen, maar de bekende rood-witte
baarsdrijvers. Daar boren we met een boortol gaatjes in, die we
opvullen met stukjes van worstprikkers. Nu zijn ze gemakkelijk en
snel aan de lijn te rijgen en weer vast te zetten. Ik heb van mijn
grootvader, een doorgewinterde Amsterdamse karpervisser, al
geleerd om te vissen met een combinatie van een drijvertje en een
pen.

Combinatie van pen én drijvertje…

Ik monteer dan ook altijd eerst het drijvertje, dan de pen en houd daar
tien tot vijftien centimeter, afstand tussen. Waarom doe ik dat? Het
kan zijn dat de karper het aas de zachte bodem in drukt, u ziet dan
de pen onder gaan, maar slaat mis! Een andere mogelijkheid is, dat
de vis met zijn omvangrijke lijf tegen uw lijn drukt, u ziet uw pen
ondergaan en slaat eveneens mis, of u haakt de vis onder in de buik.
Ik vis visueel dan ook altijd op dat drijvertje. Dat die pen ondergaat
zegt mij weinig, als het drijvertje in beweging komt, dan zet ik de
haak! Niet slaan, maar de haak zetten, dat doe je door de hengel in
een vloeiende beweging krom te trekken op de vis. Slaan leidt bij
zachte penhengels tot een soort zweepslag, die missers en/of
lijnbreuk tot gevolg heeft.

Een karperpen kan op twee manieren gemonteerd en gevist worden,


het gewone vaste systeem of het zogenaamde Engelse systeem. Bij
het Engelse systeem wordt eerst een stuitje op de lijn gemonteerd,
dan de pen alleen door het onderste oogje op de lijn geschoven. Bij
het inleggen hangt nu de lijn op zijn kop aan het onderste oogje op
het eerste loodje. De lijn loopt na het inleggen vrij door dit oogje en
de pen gaat staan door het stuitje, op voorwaarde dat dit op de juiste
diepte is afgesteld. Dit systeem wordt veel gebruikt bij leliebedden,
wanneer een karper daar induikt volgt de pen gemakkelijk zonder te
breken en als u de vis er uittrekt volgt de pen even gemakkelijk in

17
omgekeerde richting. Dat komt omdat de pen maar aan een punt
vastzit.

Wanneer de haak goed gemonteerd is geeft dat een rustig gevoel


tijdens de dril…

Wanneer een pen aan de onderkant geen oogje heeft, of als dit oogje
u niet aanstaat, dan is een pen adaptertje een handig trucje. U heeft
daar voor nodig een stukje dikwandig siliconenslang dat door zijn
diameter stroef op de onderkant van de pen schuift. In zo'n stukje van
pakweg, een drie of vier centimeter, drukt u een klein warteltje,
waarvan u het ene oogje laat uitsteken. Dit adaptertje monteert u op
de lijn en u kunt elke pen monteren die u wilt. U kunt dus van pen
verwisselen zonder het hele systeem te moeten demonteren.

Bij het vaste systeem monteren we op de antenne een stukje


siliconenslang waarmee we de pen vastklemmen op de lijn. Bij de
vaste pen montage ligt de lijn tussen topoog en pen op het water. Is
die afstand te groot dan krijgen stroom en wind daar vat op en wordt
de pen hinderlijk ondergetrokken. Hier biedt het Engelse systeem ook
uitkomst. Na het inleggen steekt u uw hengeltop in het water en
draait nu de lijn onder water. Wanneer de lijn blijft drijven, dan is deze
te vet, u ontvet uw lijn door deze door een doekje met afwasmiddel te
draaien.

Over lood kan ik kort zijn, het handigste is een verdeeldoos met
verschillende maten loodhagels. Dat lood hoeft maar aan een
voorwaarde te voldoen, het moet zo zacht zijn, dat u het met duim en
wijsvinger vast knijpt op de lijn. Lang niet alle lood voldoet aan deze
eis!

Drie manieren van uitloden.


Hele volksstammen die al jaren aan de waterkant vertoeven, hebben
toch geen enkel benul hoe je nu op de juiste wijze een pen moet
uitloden.

Dat zuig ik niet uit mijn duim, maar dat ontdek ik op mijn lezingen in
het land en tijdens instructiedagen die ik voor hengelsport Raven
verzorg. Wat voor mij bij het A van het sportvisevangelie behoort, en

18
dat geldt voor heel mijn generatie, is nu niet meer vanzelfsprekend.
Daarom besteed ik er in dit kader wat extra aandacht aan. Je kunt
een pen op drie manieren uitloden: met zwevende haak, staande
haak en liggende haak.

Uitloden met zwevende haak, wordt ook wel het vissen tussen water
en wind genoemd. De pen staat en de haak zweeft ergens tussen
bodem en oppervlakte. Vlokvissers op ruisvoorn gebruiken dit
systeem veel, maar ook karpervissers hebben er goede resultaten
mee geboekt. Om dit doel te bereiken monteert u uw lijn, pen en
haak. Vervolgens knijpt u een of meerdere grote loodhagels op de
lijn, zodat de pen staat met het drijflichaam onder water. De haak
bengelt er nu vrij onder en door het gewicht van het aas, bijvoorbeeld
een flinke broodvlok of een mestpier, zal de antenne nog iets verder
zakken. U kunt nu net zo hoog boven de bodem of net zo dicht onder
de oppervlakte vissen als u wilt.

Uitloden met staande haak, is een subtiele manier van vissen op de


bodem. Dit systeem wordt veel gebruikt bij een zachte modderige
bodem waar veel zweefvuil op ligt. Om dit doel te bereiken monteert
u eveneens uw lijn, pen en haak. Lood nu met grove korrels eerst het
drijflichaam uit, en met fijne korrels de antenne. Echter wel zo, dat de
antenne aan het wateroppervlak blijft hangen. Haak en lood hebben
samen evenveel gewicht als de opwaartse kracht van de pen. Beaas
nu de haak met bijvoorbeeld zoete maïskorrels en het geheel zal
langzaam naar de bodem zinken. Schuif nu de pen omhoog tot de
rode antennepunt weer boven water steekt en de haak zal licht
zwevend op de bodem staan.

Uitloden met liggende haak is de meest natuurlijke aasaanbieding!


Om dit doel te bereiken monteert u de pen op de lijn, maar laat de
haak achterwege. U lood nu eerst met grove loodkorrels het
drijflichaam uit en dan met fijne korrels de antenne, en wel zo dat
deze langzaam zinkt. Schuif nu de pen omhoog zodat de
antennepunt goed zichtbaar is. Het eerste loodje staat nu op de
bodem. Monteer nu pas de haak! Het eerste loodje zal nu naast de
haak op de bodem liggen. Let ook op de loodverdeling. De grove
korrels waarmee we het drijflichaam uitloden, die houden we zo hoog

19
mogelijk, dertig of meer centimeter boven de haak, afhankelijk van de
waterdiepte. De fijne korrels voor de antenne komen om de twee
centimeter bij de haak. Tussen de haak en het laatste loodje houden
we ongeveer tien centimeter aan en bij de liggende haak nog een
paar centimeter meer! Vooral bij het vissen met liggende haak kan
het gebeuren dat een dikke karper de lijn wegdrukt terwijl hij het aas
opzuigt. U ziet de pen meestal op een wat vreemde manier schuin
ondergaan, om dan bij de aanslag de vis te missen. Daarom gebruik
ik, juist bij het vissen met liggende haak, in navolging van mijn
grootvader en vader, dat volgdrijvertje voor de pen.

Handige hulpmiddelen.
Er zijn in onze dagen heel wat handige hulpmiddelen die het leven
van een struinende karpervisser kunnen veraangenamen. Ik noem in
de eerste plaats een licht, maar groot glasfiber landingsnet.

Een man die zijn hond uit liet maakte eens wat spottende
opmerkingen over de omvang van mijn net. Zo in de trant van moet
daar een olifant in? Nee, daar moet geen olifant in, maar een grote
karper. Ik werd die avond echter door Petrus op mijn wenken
bediend, want ik haakte op dat moment een dikke twintigponder.
Toen de man dat zag, bood hij spontaan zijn excuus aan en hadden
we een goed gesprek. Onthoudt…er zijn heel wat karpers verspeeld
door te kleine landingsnetten, slechts zelden één in een te groot net!
U hebt het goed gelezen, het is geen schepnet, maar een
landingsnet. Wie een karper probeert te scheppen, vraagt om
moeilijkheden. Dril de vis goed af en haal de vis langzaam boven het
net, haal dan het net omhoog en trek de vis naar de kant. Laat dit
nooit door behulpzame omstanders doen, want dan gaat het of
verkeerd met uw karper, of met uw net.

Voor u het weet, probeert uw hulpje, weliswaar goed bedoeld, met


een flinke roei uw kapitale vis letterlijk te scheppen. Mocht dit leed
aan u voorbij gaan, dan loopt u het risico dat hij aan de steel van het
net de vis uit het water probeert te tillen, ik kan u verzekeren dat de
steel van uw net daar niet tegen kan! Na een doffe knak ligt het net
plus inhoud op de bodem van het kanaal. U zult niet de eerste zijn die
dit overkomt!

20
Weet u wat ook een fijn hulpmiddel is? Denk dan eens aan een goed
visvest, met niet al te veel zakken. Vliegvissers zijn hier heel
vertrouwd mee, maar ook de mobiele karpervisser heeft hier veel
aan.

In mijn visvest heb ik wat reserve haken, wat lood, een meetlint,
zonnebrandcreme, een pakje papieren zakdoeken voor mijn neus,
maar ook als toiletpapier voor de grote boodschap onderweg, een
zonnebril, een onthakingstang, een klein schaartje, om maar wat
dingetjes te noemen. Mijn autosleutels vinden een goede plek,
evenals mijn vergunningen.

Ontzettend praktisch zo'n vliegvisvest…

Als militair heb ik het genot van een goede rugtas ontdekt, als
karpervisser maak ik er al jaren gebruik van. Door een rugtas blijven
mijn handen vrij voor mijn hengels en schepnet, alsmede mijn
zitkussen of stoeltje. In de rugtas moet mijn doos klein materiaal
passen, een thermoskan, mijn fotocamera, een handdoek en een
werpmolen. Zelf gebruik ik de tassen van Wychwood. De kleine
rugtas in hun assortiment is uitstekend geschikt voor onze visserij.

Aas en voer
Ik heb me altijd geërgerd aan de geheimzinnigheid rond aas en voer.
We zijn geen alchemisten en een wonderaas bestaat eenvoudig niet.
Ik heb heel veel geëxperimenteerd, je kunt het zo gek niet bedenken
of ik heb het uitgeprobeerd en mijn visvrienden hebben me daarbij
geholpen. We zijn uitgekomen bij een aantal beproefde recepten en
die zal ik u doorgeven. Bij het penvissen gebruik ik gekookt
tortelduivenvoer. Ik koop dit zaad in een zak van 25 kg. en kook het
de avond voor mijn visdag ongeveer een uur. Omdat het erg uitzet,
moet u de pan niet meer vullen dan iets meer dan de helft, anders
gebeuren er rampen in de keuken die ik u graag wil besparen.

Eendevoer wordt veel gebruikt door mijn vismaat, maar verschil in


aantrekkingskracht kunnen wij niet merken. Aan de waterkant
mengen we wat zoete maïs uit een blikje of potje door dit gekookte
voer en dat is alles. Wat ik ook nog wel eens doe, is er wat Sensas
3000 karpervoer doormengen, maar of het echte meerwaarde heeft

21
weet ik niet.

Wat gebruik ik als aas? Hou u even vast aan uw stoel voor ik het
geheim verklap. Ik vis namelijk overwegend met zoete maïs uit een
blikje. Ik zoek wel maïs met een grote korrel, daarom gaat mijn
voorkeur uit naar een potje, omdat je dan zien kunt wat er in zit. Ik rijg
een aantal korrels op de haak en let nu even op, ik laat de haakpunt
iets uit de korrel steken. Waarom doe ik dit? Zodra de karper onraad
vermoed spuugt hij met een sneltreinvaart het aas weer uit.

In het voorjaar loop je bij het struinen soms tegen onverwachte zaken
aan, zoals deze agressieve mannetjes knobbelzwaan. Ook dan kan
een rugtas goed van pas komen…

Omdat het puntje er uitsteekt loopt hij de kans dat dit net niet snel
genoeg lukt en daar mik ik op. Ik verbeeld me dat dit werkt, maar u
mag er ook om lachen. Naast zoete maïs is gekookte aardappel nog
steeds een universeel karperaas dat het goed doet in alle
omstandigheden. In het voorseizoen, zo tegen de paaitijd, is een
mestpiertje het antwoordt om de karper te verleiden. Een combinatie
van enkele maïskorrels met een piertje doet het ieder jaar weer
uitstekend. Aast de karper hoog, dan is zwevend vissen met een
grote vlok wit-brood de oplossing. In de avond, vooral als het windstil
is, is de karper goed te vangen met een drijvende korst. Dus geen
bijzonder aas, geen geheimzinnigheid, dit is de manier waarop ik mijn
karpers vang. Ik weet het, het kan ook met trouviet, met kleine
scopex boilies, met vismeel brokken, met katten en honden brokken
en zo kan ik nog een bladzijde doorgaan. Ik vertel u slechts hoe ik het
doe en waar ik door de jaren heen steeds weer karper op gevangen
heb.

Waar vind ik karpers?


Karper is van nature een algen eter, lust graag zwanenmossels en is
niet vies van klein speldaas. Hij is gek op zoetigheid en je kunt hem
alles leren eten. In die zin is het letterlijk een varken. Ze azen graag
in de vroege morgen en de late avond en dan dicht onder de kant.
Ruw stormachtig weer zijn top dagen! Ik zal nu achter elkaar wat
goede stekken noemen in de hoop dat u dergelijke plekken herkent in

22
uw eigen omgeving.

Stormachtig weer zijn topdagen…

Bruggen, palen, duikers, een woonark, tussen de wortels van bomen


aan de kant, leliebedden, een rietkantje, oude rotte paaltjes van een
oever beschoeiing, uitloop van een gemaal, overal waar zich
zwanenmossels op de bodem bevinden, bijvoorbeeld onder
hoogspanningsleidingen. Alle kruisingen van sloten en kanalen. In
open water kiest u altijd voor lager wal, dat is de kant waar de wind
op staat, hier aast de karper vaak op minder dan vijftig centimeter
water. Veel succes toegewenst!

Aanbevolen lectuur:
Er is eigenlijk maar een degelijk en compleet boek op de markt over
het pen vissen op karper, dat is het boek van Thomas Lont. Ik ken
Thomas al heel lang, hij komt uit de school van de doorgewinterde
Amsterdamse karper vissers, waar ook mijn bakermat ligt. Thomas is
een van de beste pen vissers die ik ken. Zijn boek is zeer compleet,
inclusief een handleiding over hengel en pennenbouw! Titel: Pen
Karpervissen. Schrijver: Thomas Lont. Uitgave: Media Publishing Int.
B.V. Doetinchem.

Karperstudiegroep:
Sinds 1974 hebben wij in Nederland een eigen Karperstudiegroep,
waar u lid van kunt worden. Het verbaast me dat nog lang niet iedere
karpervisser zich aangesloten heeft. Deze Studiegroep geeft een
eigen blad uit, boordevol informatie voor zowel de pen visser als de
afstandvisser.

Snelcursus Karperen deel 1


Tuesday, 10 February 2004
Om te beginnen:
Het belangrijkste bij vissen is bij de meesten al bekend, maar
daarom niet meer aandacht voor dit onderwerp. Het gaat natuurlijk
over de hengel. Er zijn veel verschillende soorten hengels. Maar hoe
kun je nou een goede selectie maken tussen zoveel verschillende?
Karperhengels zijn er in verchillende lengtes en testcurves (sterkte

23
van de hengel) de lengte van en gemiddelde karperhengel is tussen
de 3.30 en 3.90 meter lang. De gemiddelde (meest algemene, en
meest verkochte) is 3.60 meter. De gemiddelde testcurve is zo'n 2
lb. Dat gewicht betekend dat de top bij een gewicht van 2 lb onder
een hoek van 90 graden staat. Er zijn buiten de testcurve ook
andere maatstaven voor de buiging
van de hengel. Je hebt vast wel
eens gehoort van een bepaalde
soort actie. De meest voorkomende
actie is de parabolische actie. Dit
betekend dat hij mooi diep buigt bij
een drill (= als er een vis aan zit)
maar wel genoeg ruggegraat
(kracht) heeft om de vis snel moe te
krijgen en in je net te krijgen, maar
moet zich niet als een stok
gedragen want dan moet namelijk
alles vanuit de lijn komen die hier
dan niet tegen bestand is. Je moet
een soort evenwicht in je materiaal
zien te vinden. Dit lijkt mischien
moeilijk, maar niets is minder waar.
Als je een set in je handen hebt die echt in "evenwicht" is, dan voel
je dit meteen. Ook de minder ervaren vissers. Hengels zijn vaak
makkelijk aan te komen voor een goed prijsje, bijvoorbeeld op
beurzen. Hier staan de "overjarige" modellen. Dit zijn vaak
kwaliteitshengels, maar toch voor een heel economisch prijsje.

Molens:
Nu hebben we onszelf een geschikte hengel aangeschaft, maar dan
ben je er nog lang niet. Natuurlijk heb je een molen nodig. Dit is de
laatste tijd een zeer dankbaar onderwerp voor de visbladen, omdat
het een onderdeel is dat altijd aan veranderingen onderhevig is.
Vooral de zogenaamde baitrunners (molens met een dubbel
slipsysteem)

De baitrunner stel je in zodat als de karper van je wegzwemt geen


weerstand heeft. Hierdoor kun je dus gerust gaan slapen zonder dat
je hengel uit de steunen wordt getrokken tijdens een run. Als je de

24
hengel eenmaal opgepakt hebt dan draai je simpelweg een
kwartslag aan de slinger en de werkelijke slip is geactiveert. Deze
slip staat dusdanig afgesteld dat de vis maar met moeite weg kan
komen. De instelling van de slip is dus zodanig dat het bijna het
uiterste van het materiaal vergt. Hier is dus het evenwicht tussen
hengel en lijn voor nodig. De molens moeten dus over een
uitstekende slip beschikken, zodat als je de slip erg zwaar hebt
afsteld ook daadwerkelijk op het goede moment gaat lopen, en niet
blijft hangen of haperen, dit zal namelijk onvermeidelijk lijnbreuk tot
gevolg hebben. Ook molens kunnen zeer goed op beurzen en
kortingsdagen worden gekocht. Op de molen hoort natuurlijk een
lijn. De lijn die ik prefereer is gewoon nylon. Ik gebruik zelf softsteel
van FOX, omdat hierin ook het
evenwicht weer is terug te vinden.
Namelijk tussen de rek en de
breeksterkte. De gemiddelde dikte is
30/00 (0.3 milimeter) doorsnee. Dit is
de meest gebruikte lijndikte die ik ook
gebruik. Ook kun je kiezen voor een
gevlochten lijn, in de vissersmond
"DYNEEMA" genoemd. Dit bestaat uit
een aantal hele dunne maar zeer
sterke en trekvaste vezels die in
elkaar zijn gedraaid (gevlochten).
Deze lijn heeft als kenmerk dat hij zeer weinig tot geen rek heeft. Let
er wel op dat als je van plan bent dyneema aan te schaffen je van te
voren informeerd of je hengels er wel geschikt voor zijn. Dyneema
schuurt namelijk een gewoon oog (ring) op je hengel doormidden als
je er lang mee vist. Ogen die wel geschikt zijn voor dyneema zijn de
zogenaamde SIC ogen, dus pas op met het gebruik van dyneema.
Aan de lijn komt natuurlijk lood en een haak te zitten. Karpervissers
gebruiken hiervoor vaak aparte ondelijnen voor meestal van een
speciaal onderlijn materiaal.

Dit is een zeer sterk en schuurvast materiaal. De onderlijn montage


heet in de vissersmond een RIG. Tegenwoordig zijn rigs een van de
meest besproken onderdelen van het karpervissen. Ik vind dit
persoonlijk een beetje dom, want waarom is nieuw altijd beter? Hoe
simpeler hoe effectiever geld bij mij. Waarom word er toch zo veel

25
aandacht aan besteed, en waarom vist men elke keer weer met een
andere montage? Ik heb 3 jaar lang, met veel succes, met simpele
rigs gevist, en het bevalt mij nog steeds op de meeste wateren. Er
zijn uiteraard verschillende soorten. De zelfhaak methode is een van
de meest simpele rigs. De rig is niets anders dan een stukje
onderlijn (meestal een soepele gevlochten onderlijn) met een haak
en een hair (een lusje onder de haak waar het aas aan komt te
hangen.

Dit is eigenlijk de oervorm van onze rigs. Hij is zo simpel en effectief


dat hij na een korte gewenningsperiode massaal gebruikt werd. De
zelfhaak methode is niet meer weg te denken uit de moderne
karpervisserij. Bijna iedereen gebruikt ze. Maar langzamerhand
worden wateren zo veel bevist door de sterke groei van het aantal
karpervissers, dat er op een gegeven moment dressuur op kwam.
Toen is men aan het denken gezet en zijn er veel veranderingen
opgetreden bij de simpele rig. Tegenwoordig zijn rigs een van de
meest besproken onderdelen van het karpervissen. Ik vind dit
persoonlijk een beetje dom, want waarom is nieuw altijd beter? Hoe
simpeler hoe effectiever geld bij mij. Waarom word er toch zo veel
aandacht aan besteed, en waarom vist men elke keer weer met een
andere montage? Ik heb 3 jaar lang, met veel succes, met simpele
rigs gevist, en het bevalt mij nog steeds op de meeste wateren,
maar het zij zo. De stiffrig is een rig die zich anders gedraagt dan
een normale rig, omdat hij van ander materiaal is gemaakt. Deze rig
bestond al lang voor de hierboven beschreven "standaartrig" die
bijna altijd is gemaakt van soepele gevlochten onderlijnmateriaal.
Deze lijn bestond vroeger nog niet. Toen werd er nog gewoon met
stugge nylonlijn gevist. De tegenwoordige stiffrigs zijn er voor de
zogenaamde dressuurwateren. hij is zo gemaakt dat de vis de haak
niet makkelijk kan lossen. Dwz dat als de vis het aas eenmaal heeft
genomen, hij het met geen mogelijkheid meer uit zijn bek kan
krijgen. Dit komt door de stugheid van het materiaal. Hij kan eigenlijk
niet meer uit de bek vallen. Als de vis zijn bek los doet blijft het aas

26
in de bek omdat de lijn dus zo stug is. Deze tactiek wordt vaak
gebruikt op dressuurwateren waar de vissen het klappen van de
zweep al lang kennen. Deze vissen zijn dan ook bijna altijd de
veroorzakers van de zogenaamde schijnaanbeten. Ze pakken het
aas op, ruiken onraad en laten het weer los, maar dat kan dus niet
meer met de stiffrig. Dus als de vis het aas eenmaal heeft
gehonden, hij neemt het aas, ruikt onraad, doet zijn bek los (zodat
normalerwijze het aas eruit zou vallen) en hij zwemt dan weg, dan
zal hij/zij alsnog gehaakt worden en op de vluxht slaan zodat hij
alsnog een run verooorzaakt waarop de visser de vis zonder gekke
dingen zal kunnen landen. Bij wijze van expiriment heb ik ooit eens
met een paar maten de verschuifbare rig gemaakt. Hiermee kun je
bijvoorbeeld met verschillende soorten en maten aas vissen. Zo kun
je met dezelfde onderlijn met 5 stukjes mais vissen of met een 10
mm boilie zonder dat de boilie dan een aantal centimeter onder de
haak hangt. Het werkt erg gemakkelijk.

Ook heb je scharnierende rigs. Deze staan als het ware op de


bodem zodat er geen karper meer omheen kan. Ze bestaan meestal
uit 2 boilies en worden (omdat ze bovenop elkaar staan) de
snowman rig genoemd. De laatste boilie op de hair is dan een
drijvende boilie die het drijfvermogen heeft om recht boven de
andere te gaan staan. Door het kneedbaar lood blijft de rig netjes op
de bodem staan en zweeft hij niet naar de oppervlakte door het
drijfvermoden van de drijvende boilie. Deze rig is niet geschikt voor
sterke stroming omdat hij dan teveel gaat bewegen

27
Aan (eigenlijk onder) de haak hoort natuurlijk een aasje te zitten.
Deze zijn er tegenwoordig te kust en te keur te koop. Het meest
worden tegenwoordig de boilies gebruikt. Ook particles zoals mais,
kikkererwten en tijgernoten zijn zeer in trek bij de karpervissens en
natuurlijk de karpers.Maar zijn boeilies wel zo goed? Over deze
vraag is de laatste jaren erg veel gesproken. Sommige mensen
zeggen dat Boilies niet meer vangen, en anderen zijn er stellig van
overtuigd dat ze nog steeds vangen als de besten. Hierover kan ik
natuurlijk mijn mening geven, maar daarop zullen dan zeker weer
erg veel reacties komen. Dus doe ik het maar op deze manier.
Boilies en particles vind ik allebij supervangers, waarvan de ene het
zeer goed doet op het ene water, en het andere het goed doet op
ande re wateren. Ik ben het er wel een beetje mee eens dat je op
Boilies sneller dressuur krijgt, maar daar zit ook een keerzijde aan.
Er zijn namelijk zo veel verschillende Boilies dat je alle kanten op
kunt, en nog jaren goed kan vangen met Boilies op een
dressuurwater, waar voorheen alleen maar met een soort smaak
werd gevist. Maar loont het zich wel om met Boilies te vissen, als
Boilies en Particles bijde even goed zijn, dan kies je toch voor
particles, omdat ze veel goedkoper zijn? Nee, dit gaat niet altijd op.
Heb je wel eens gedacht aan de zogenaamde Brasemputten? Ik
hoop dat je er niet mee te maken zult hebben (tenzij je van
lappendraaien houdt). Boilies zijn namelijk veel gerichter om karper
mee te vangen. Natuurlijk zijn er ook extremen (zoals bij mijn water)
waar de brasems zonder moeite een 23 millimeter Boilie nemen,
maar dat laten we nu even buiten beschouwing. Boilies zijn ook
beter bestand tegen krabben en kreeften. Waar particles tussen de
scharen passen is hun kracht niet voldoende om heel te blijven!!!!

28
Boilies zijn wel minder taai, maar zijn te groot om in 1 keer tussen
de scharen te worden genomen. Als je je Boilies even in de
buitenlucht legt (niet in de zon!!!!), wordt de buitenkant wat harder,
(waardoor hij mischien iets minder geur afgeeft) maar zodoende de
krabben en kreeften het nakijken geeft. Particles waren voor de
komst van de Boilies een van de meest gebruikte aassoorten. Dit is
geheel niet onterecht, omdat particles in sommige jaargetijden of op
sommige wateren echte killers zijn. Ik gebruik bijvoorbeeld bijna
altijd particles a ls ik op het randmeer (Drontermeer) vis. Hier blijkt
het echt een van de beste aassoorten te zijn. Onbekend maakt
onbemind zegt men wel eens, maar er is niets minder waar dan dit.
Een een of andere visser komt met een aantal deegballetjes
(genaamd Boilies ) aanzetten, en ineens is (bijna) de hele
karperwereld het er over eens dat dit het meest succesvolle aas is in
jaren, terwijl ze het mischien nog geeneens zelf hebben getest. Ik
vind particles ongetwijfeld een van de beste aassoorten. Mede
omdat ze zo go e dkoop in aanschaf zijn, en omdat ze, mits
ongeweekt/gekookt opgeslagen jaren te bewaren zijn. Zo heb ik
laatst bij een Imker een soort zuurkool vat gekocht (alleen wel 2
keer zo groot als normaal) waarin de suiker voor de bijen had
gezeten. Normaal gezien is een doorsnee zuurkoolvat zo'n fl 30,- tot
fl 60,- maar deze waren maar fl 7,50 per stuk!!! (wie zoekt zal
vinden) Hierin heb ik nu al zo'n 0.5 jaar 50 kilo mais, die nog prima
geconcerveerd is. Ik ben er van overtuigd dat het lange bewaren
niet of nauwelijks invloed heeft op de vangkracht van het aas.

De door mij meest gebruikte particles zijn:


Mais
Hennep (als grondvoer om karpers langdurig op de stek te houden)
Kikkererwten

De bereiding van de particles is niet moeilijk, namelijk eerst 24 uur


weken en daarna 15 tot 25 minuten koken eventueel naar eigen
smaak flavours, zoet of kleurstoffen toevoegen) Om hennep goed te
krijgen moet je het ook eerst 24 uur weken en daarna koken trotdat
de witte kiemen zichtbaar worden.
Hieronder een aantal recepten voor het zelf maken van boilies.
VISMEEL boilies:
Product Hoeveelheid

29
Griesmeel 300gram
Vismeel 300 gram
Sojameel 300 gram
Eigen ingredienten 50 gram
Aromix (sensas) 25 ml
Eieren +-10

BIRDFOOD boilies:
Product Hoeveelheid
Griesmeel 300gram
Sojameel 250 gram
Kanarievoer 200 gram
Eigen ingredienten 100 gram
Aromix (sensas) 25 ml
Eieren +-10

verdere benodigdheden: verder zijn er


nog veel meer andere dingen nodig.
Denk maar eens na, je kostbare materiaal (hengels en molens) leg
je niet zomaar op de grond, maar die kome op steunen te liggen.
Hierbij kun je een keuze maken uit losse steunen (banksticks) of
een bankstick met een buzzerbar

een dwarsbalkje op de bankstick waar dezelfde schroefdraad op zit


als op de steun maar dan meerderen naast elkaar om bijvoorbeeld
meerdere hengels naast elkaar op te leggen) Losse steunen (al dan
niet met of zonder buzzerbar) kun je alleen maar gebruiken bij een
zachte ondergrond, omdat je de steunen in de grond moet kunnen
drukken. Natuurlijk zijn er ook sitaties waar er gewoonweg geen
zachte grond voorhanden is, zoals bijvoorbeeld op ee stijger of een
kade. Voor deze situaties gebruik je een zogenaamde rodpod. Dit
zijn 2 steunen met buzzerbars die verstevigd worden door pootjes
en door een moederbalk die de 2 steunen onderling verbindt. Deze
rodpods zijn er in allerlei soorten en maten te koop, maar het beste
is om zelf een keuze te maken met daarbij de situaties in je hoofd

30
waarvoor je hem wilt gebruiken. Ik heb zelf een rodpod waar weinig
schroefjes en losse onderdelen aanzitten zodat als ik 's winters op
een stijger zit te vissen dat je niet met de koude handen die je dan
hebt allerlei losse onderdelen kan laten vallen. Ook heeft bijna
iedere karpervisser wel eens gehoord van nachtvissen. Als je 's
nachts vist slaap je in je tent of onder een paraplu oid, maar zullen
er nu een paar denken, hoe kan het dan dat je wakker wordt als je
beet hebt? Dit is simpel: hiervoor zijn speciale apparaatjes
ontwikkeld met de naam optonic. Het zijn kleine kastjes die je op
een steun of bankstick kunt schroeven en als je je lijn er in legt (je
gebruikt de optonic eigenlijk als voorligger van je hengel) en de vis
trekt aan de lijn dan gaat er in de meeste optonics (sommigen zijn
met een laser systeem) een wieltje draaien dat op zijn beurt de
optonic een piepend geluid laat horen. Deze optonics zijn er ook in
verschillende soorten te koop, maar het beste is om gewoon naar
een vakhandel te gaan en je daar laten voorlichten. Met de optonic
heb je dus een beetregistratie, maar dit is nog niet genoeg, want stel
je voor dat de vis op je af komt zwemmen, dan valt de lijn slap en
zal de optonic in de meeste gevallen geen signaal geven. Hiervoor
zijn verschillende dingen ontwikkeld. Allereerst een van de simpelste
en goedkoopste opties, de staafwaker. Dit is een lange staaf van
metaal met een schuivend lichaam erop met een lijnclip. Hiet doe je
de lijn in en je hangt het lichaampje aan de bovenkant (zo hoog
mogelijk) aan de staaf, let op als het kan moet je de bovenkant van
de staafwaker boven de hengel uit laten steken. Dan is er nog een
soort visuele beetindicator, namelijk de swinger. (evenals de
springer, enz die hebben namelijk in ruime lijnen dezelfde
eigenschappen) Dit is een beetindicator die onder de pieper vast zit
en met eenscharnierend metalen of plastic staafje naar een
lichaampje dat oon een lijnclip heeft. Je doet de lijn in de lijnclip en
hangt de swinger zo hoog mogelijk. De plaats waar al deze
beetverklikkers zich behoren te bevinden is ergens tussen de
optonic en de molen. Alle indicators moeten zo hoog mogelijk
hangen omdat je dan de langste weg naar beneden creeerd zodat
een terugzakker (vis die op je toe zwemt) zo lang mogelijk
geregistreerd wordt. ieronder nog een aantal begrippen die je
ongetwijfeld tegen zult komen naarmate je meer materiaal gaat
kopen
Rodpod Eenstandaard om meerdere hengels op te leggen op

31
een oneffen ondergrond.
Om ’s nacht te vissen in de koude is een tent erg
Tent
handig.
Een soort tas/hoes om de hengels in op te bergen
Foudraal
zodat ze niet beschadigen.
Karpertas Om al het overige kleinmateriaal in op te bergen.
Visuele beetmelder, je kunt zien wat er gaande is aan
Waker
de andere kant van de lijn>
Een klein op te vouwen stretcher om op te slapen
Bedchair
tijdens een lange sessie.
Een weegapparaat om het exacte gewicht van de vis
Unster
te bepalen.
Een mat die de vis beschermt tijdens het onthaken en
Onthaakmat
fotograferen van de vis.
Een grote andemende zak waarin de vis kan worden
Bewaarzak
bewaard voor de foto.
Weegzak Een zak om de vis in te doen tijdens het wegen.
Boilienaald Een naald om de hair door de boilie te krijgen.
Om die ene gigant op de gevoelige plaat te zetten
Fototoestel
(leuk voor later)
Geeft een piepend geluid om je 's nachts wakker te
Optonic
maken bij een aanbeet.
Een kastje dat met de optonic in verbinding staat, en
Sounderbox
je in de tent kan wekken.
Pop-up-
Om zinkend aas drijvend (of zwevend) aan te bieden.
foam
Landingsnet Een net om de vis aan land te kunnen krijgen.
Een radiografisch bootje voor het voeren en lijnen
Voerboot
uitvaren op afstand.
Catapult Om voer op afstand te krijgen.
Een gebogenbuis om boilies over een zeer grote
Werppijp
afstand te gooien.
Oplossend draad, om een aantal extra boilies bij het
PVA-draad
h k t

32
haakaas te voeren.
Zie PVA-draad, maar dan in zakvorm voor klein/los
PVA-zakjes
voer.
Over de haakpunt te doen zodat er geen vuil aan
PVA-tape
komt tijdens het neerkomen.
Marker Een boei die de voerstek markeerd.
Rig Een onderlijnsysteem.

Regelmatig kom ik op internet vragen tegen van mensen die


willen beginnen met karpervissen. Door de talloze vaktermen en
verschillende technieken zien ze door de bomen het bos niet
meer. Deze artikelenreeks is speciaal bedoeld voor die
beginnende karpervissers. Ik zal proberen om de
basistechnieken en benodigdheden simpel en duidelijk uit te
leggen. In dit eerste deel van deze reeks zal ik ingaan op de
benodigde materialen voor de moderne karpervisserij.

Ik zal beginnen met je uit een droom te helpen; echt allround


materiaal bestaat niet. Voordat je begint met de aanschaf van
materiaal zult u moeten afwegen wat u werkelijk met dit materiaal van
plan bent. Om te beginnen raad ik aan op een niet al te moeilijk water
te beginnen met vissen. Stadsvijvers zijn vaak ideaal om de
grondbeginselen van het karperen door te krijgen. Op de visserij op
dit soort wateren zal ik in een volgend deel nader ingaan.

We vissen dus op een niet al te groot water, op korte tot middellange


afstand, zeg maar van onder de top tot maximaal een meter of 80. De
karpers zijn meestal niet extreem groot, maar er wordt wel vaak voor
obstakels gevist.

Wat we nodig hebben is een hengel van liefst 12 voet lang, oftewel
3,60 meter of eventueel een 11 voet / 3,30 meter. Persoonlijk geef ik
de voorkeur aan een hengel van 3,60 meter. De testcurve die we
nodig hebben varieert tussen ca 2,0 tot 2,75 lbs. Een goede hengel
voor dit soort omstandigheden vind ik zelf een hengel van 3,60 meter
en 2,25-2,5 lbs.

33
Op deze hengel hebben we een degelijke molen nodig. Voor ons doel
hoeft de molen niet al te groot te zijn, maar als je toch een molen
koopt en het maakt in prijs weinig uit zou ik voor het grootste type
gaan. Een beetje extra lijn is immers nooit weg. Er is tegenwoordig
een enorme keus aan karpermolens, groot of klein, met of zonder
baitrunner, veel of weinig kogellagers, enz. Een baitrunner is een
soort tweede slip die je instelt als je de hengel op de steun ligt zo dat
de vis lijn kan nemen en niet je hengel in het water trekt. Door aan de
molenslinger te draaien schakel je de baitrunner uit en zet je de
molen op gevechtstand.

Een baitrunner is niet noodzakelijk maar is wel een handig attribuut.


Het zorgt ervoor dat je bij een aanbeet sneller kan reageren dan
wanneer je gewoon de slip los zet. Ik zou adviseren om een
middelgrote molen met baitrunner te kopen. Het belangrijkste
onderdeel van een goede karpermolen is natuurlijk de slip. Die moet
feilloos lopen en goed in te stellen zijn. Goede merken zijn
bijvoorbeeld Shimano of Daiwa, maar voor veel beginners zullen
deze molens te duur zijn. Ook van minder bekende merken zijn er
genoeg molens die aan onze eisen voldoen, maar een stuk
betaalbaarder zijn.

Diverse hengelsportzaken hebben ook kant en klare beginnersets,


waar je zo mee naar het water kan.

We hebben nu dus de hengel en de molen. Omdat we vaak met twee


hengels zullen vissen is het misschien handig om meteen twee
dezelfde hengels te kopen. Veel kant en klare sets zijn voor drie
hengels. Of je meteen drie hengels wil kopen is je eigen keus, je mag
in Nederland niet met drie hengels vissen, maar veel mensen doen
het toch. Je kan de derde hengel ook bewaren als reserve. Om de
hengels en molens veilig naar de waterkant te kunnen vervoeren is
een foedraal erg handig. Deze zijn er al vanaf € 20,00 en
beschermen je materiaal veel beter tegen beschadigingen. Omdat
het niet echt prettig is om de hele dag met de hengel in de hand te
zitten is een goede hengelsteun ook noodzakelijk, zeker als er met
meerdere hengels gevist wordt. Op een extreem harde grond,
bijvoorbeeld op steigers kan je geen losse steunen de grond in
drukken en heb je een zgn. rodpod nodig. Dit is een speciale steun
voor harde grond. Hij heeft vier poten, met daarop een soort frame

34
met daarop de zgn. buzzerbars. Dit zijn speciale steunen om
meerdere hengels naast elkaar te leggen.

Op zachte grond voldoen normale steunen, oftewel banksticks


uitstekend. Je duwt ze een eind de grond in en ze staan super
stabiel.

Als je lange sessies zit, soms zelfs meerdere dagen, zijn optonics
een onmisbaar attribuut. Dit zijn instrumenten die piepen als je beet
hebt, zodat je je beet ook hoort als je bijvoorbeeld ligt te slapen. De
belangrijkste eigenschap van een optonic vind ik dat hij piept als je
beet hebt en alle andere functies die er op kunnen zitten zijn
misschien handig, maar niet strikt noodzakelijk. Ook belangrijk is dat
optonics waterdicht zijn, zodat je ze niet na elke plens bui moet
drogen. Als je alleen overdag vist en oplet kan je ook wel zonder
optonics.

Vooral wanneer je op iets langere afstanden vist is een swinger bijna


onmisbaar. Een swinger zorgt ervoor dat je een beet ook merkt als de
vis naar je toe zwemt in plaats van van je af. Een simpele swinger
kost maar een paar euro en voldoet prima.

Verder heb je een groot schepnet nodig voor het landen van de vis.
Speciale karpernetten lijken soms wat overdreven groot, echter je
kan beter een te groot dan een te klein net hebben. Een onthaakmat
om de vis op te leggen is ook zeer belangrijk om te voorkomen dat de
vis beschadigt.

Een tas om je kleine materiaal in te vervoeren is ook bijna onmisbaar.

Een comfortabele stoel of stretcher is, zeker voor de langere sessies,


een goede investering. Je houdt het ook in moeilijke tijden een stuk
beter vol als je er comfortabel bij ligt/zit.

In deel 2 ga ik de wateren bespreken waar we op gaan vissen.

In het vorige deel heb ik de aanschaf van het grote materiaal


besproken. Nu wil ik ingaan op de wateren en de visserij waarmee
we beginnen. Veel leesplezier!

Je hebt misschien wel eens een karperblad zoals de karperwereld, of

35
de karper gelezen. Dit zijn bijzonder leerzame bladen, ze hebben
alleen één nadeel. Als beginner kan je een compleet verkeerd beeld
krijgen van de moderne karpervisserij. Als je alleen al zo’n blad
doorbladerd zie je namelijk talloze foto’s van dikke vissen, vaak 30
ponders, 40 ponders en zelfs 50 ponders. Wat je er alleen zelden bij
ziet is hoeveel moeite er gedaan is voor die vis. Over het algemeen
kun je stellen dat, zeker op de wateren waar wij ons op gaan richten,
een pond of 20 een hele mooie vis is.

Als je net wil beginnen met karpervissen kan je het beter een beetje
simpel houden. Begin op een niet te moeilijk water. Vaak zijn
stadsvijvers ideaal om het spelletje door te krijgen. Deze wateren zijn
weliswaar vaak behoorlijk overbevist, maar er zit vaak ook een zeer
groot bestand, waardoor het makkelijker is om karper te vangen. Je
hebt vast wel een of twee van dit soort vijvers inde buurt. Vaak zijn
deze wateren rijk aan obstakels in de vorm van overhangende
takken, een rietveldje of een bedje waterlelies. Meestal zijn dit de
beste stekken om snel een of meer karpers te vangen. Je gooi je
montage er vlak bij, voert wat bij en wacht af. Verder raad ik je aan
om in elk geval anders te vissen dan de anderen op zo’n water. Als
aas gebruiken we het liefst iets anders dan de anderen op zo’n water
doen. We vissen bijvoorbeeld niet met de ready mades
(winkelboilies) die de meeste vissers gebruiken.In plaats daarvan kun
je zelfgemaakte boilies gebruiken, of partikels. Dit zijn bijvoorbeeld
peulvruchten, noten of granen. Het liefste gebruik ik een soort
waarvan ik zeker weet dat niemand anders deze gebruikt. Om zeker
te weten dat de vis deze als voedsel herkend voer ik meestal een
paar keer van tevoren, dit is echter vaak niet eens noodzakelijk. Op
deze manier kan je in slechts een paar uurtjes tijd echt heel veel
karper vangen. Het kan natuurlijk niet altijd direct feest zijn, af en toe
zul je wat minder vangen, maar over het algemeen is het totaal geen
probleem om een paar vissen te vangen.
Met onderlijnen kan je ook afwijken van de anderen, ik zou echter
adviseren om een onderlijn simpel te houden. Je kan natuurlijk
gewoon een onderlijn in de winkel kopen, maar het is goedkoper om
ze zelf te maken. Bovendien krijg je zo onderlijnen die beter op je
persoonlijke wensen zijn afgestemd. Als er nu een knoop knapt hoef
je geen boze brief naar de fabrikant te schrijven, maar kan je beter
jezelf een klap voor je kop geven. Standaardrigs zijn eenvoudig zelf
te maken, hier ga ik in het volgende deel verder op in.

36
Oké, je hebt ingegooid op een interessante stek en een paar uur later
krijg je eindelijk een run. Sla de vis aan en dril hem rustig bij het
obstakel weg. Zorg dat je er snel bij bent, anders zal de vis al
vastzitten. Zodra je de vis onder de top hebt en er geen obstakels
meer in de buurt zijn kan je de slip wat losser zetten. Je hebt nu bijna
geen rek meer in de lijn, dus als je de vis geen ruimte geeft zal de
haak waarschijnlijk uit de bek scheuren. Met als gevolg een vis met
een kapotte bek en een balende visser. Met andere woorden, laat die
vis maar gaan en dril hem rustig af. Raak niet in paniek als het wat
langer duurt, de vis wordt vanzelf moe. Als de vis duidelijk moe is,
dus op zijn zij ligt en zich overgeeft, schep je hem. Let bij het optillen
op de stand van de vinnen, zodat deze niet breken. Nu leg je de vis
op de onthaakmat en onthaak je hem voorzichtig. Je kan een foto
maken of de vis wegen, echter, hoe minder handelingen je met de vis
uitvoert, hoe minder kans op beschadigingen. Begrijp me niet
verkeerd hoor, ik verbied je echt niet om een vis te wegen, dat moet
je zelf bepalen. Bij het transport naar het water draag je de vis in de
onthaakmat of het schepnet, dus niet met je handen. Hou de vis even
rechtop, zodat hij bij kan komen.
Hoe goed je als visser ook bent, je weet nooit alles, dus blijf
experimenteren. Alleen als je je verdiept in je visserij zal je optimaal
resultaat kunnen bereiken. Zelf heb ik dagen van meer dan 10 vissen
meegemaakt. Dit zijn meestal uitzonderingen, maar het kan wel! Zelf
heb ik één keer meegemaakt dat er 4 hengels op een rij gingen. Toen
was ik blij dat ik samen met mijn vismaat was, we konden het met zijn
tweeën nog net afgrijpen.

In de volgende delen zal ik het o.a. hebben over de bereiding van


partikels en het zelf maken van onderlijnen.

37
pagina 1 van 7

Security Seals Lead Element Search Fly fishing Cable Tie Fasteners
Plastic, Steel, Bolt, Lead seals Free Technical Search Engine Consistently catch dozens of fish Wide variety sizes, styles & colors
Customs Seals Search Thousands of Catalogs every time you fly fish. Custom Strap fabrication
www.acmeseals.com Today Fly-Fishing-Books.com www.toleeto.com/
www.globalspec.com

How to choose the right carp lead – a weighty decision!


Oct 20,2006 00:00 by Julian

With all the hype surrounding carp baits and tackle, it’s
sometimes easy to overlook the simple things - like leads! The irony is that choosing the wrong
type of lead could see your bait sitting under a mound of silt, not hooking the carp effectively
when it takes your bait, or in terms of casting, could mean the difference between hitting the
mark or falling thirty yards short.

Matching the right lead to your intended approach is critical, yet so often on the bank I see rigs built
to do one thing being used with leads designed to do something completely different. So how do you
make sense of it all?

So many to choose from!

First we need to distinguish between the two main types; swivel leads and inline leads. Swivel leads,
as the name suggests, are those which have a small metal loop embedded in one end which can be
attached to a snap swivel (most come with a swivel already attached). Inline leads are those which
have a hole through the core of the lead for the line to feed through. Both types have an intended
purpose;

Inline Leads
Inline leads are suited to hard bottomed waters where the lake bed is made up of gravel, clay or
compact sand. On the cast the lead will hit the water nose first but because the bottom is hard, they
won’t penetrate the lake bed. The advantage of an inline lead is that it acts extremely well in terms
of bolt effect. Most inline leads have the bulk of the weight situated at the hooklink end of the
weight, and because it’s semi-fixed, as soon as the fish extends the hook link, it will meet with the
majority of weight in the lead, thus increasing the chances of a good hook hold.

http://www.anglersnet.co.uk/print/1259.html 15-5-2007
pagina 2 van 7

A Nash Inline flat pear, probably the most common Inline Lead used today

Swivel Leads
Swivel leads are ideal on waters with a soft or silty bottom. An inline lead is prone to diving into the
silt and burying the hooklink on the cast, so many anglers fishing silty waters favour a swivel lead
system, which, with practice can be feathered down to the bottom. The type of set up you are
intending to use will also have a bearing on whether you use a swivel or inline lead, for example, a
swivel lead would be required to fish a helicopter or free running rig.

A Nash Helicopter rig incorporating a Dumpy/Pear Lead (swivel).

Shape Selection
There are various body shapes to suit different purposes, most of which are available in either swivel
or inline form;

Distance Leads
Designed for attaining maximum distance on the cast. Concentric in design they have no flat sides
so are extremely stable in flight and usually have more weight located towards the bottom half of the
lead. Ideally suited to firm bottoms.

http://www.anglersnet.co.uk/print/1259.html 15-5-2007
pagina 3 van 7

Distance Lead (Inline) by Nash

Zip Leads
Zip leads stemmed from tournament casting and for a long while were classed as the ultimate long-
cast lead. More recently distance leads have come to the fore with many preferring them to the old
style zip lead, however, it is still a firm favourite throughout the north west, an area famed for its
silty meres, where many anglers find it perfect for attaining distance, but also having the ability to
be pulled back out of heavy silt at distance due to its slender body shape. I fish many such waters in
the north west and must confess I have a soft spot for the zip lead, or the similar Trilobe lead
(below) which performs the same function.

A Swivel Zip Lead

Trilobe Lead
The Trilobe lead is designed for distance fishing over soft bottoms. The lead is usually flat on the
underside, with two bulbous long edges and one peaked edge down the middle, in effect giving three
edges. The idea is that on contact with water the lead feathers down slower than a concentric lead
(e.g. zip lead) and will not go into the silt as much. Not capable of attaining the distance of a zip or
distance lead but excellent on waters where silt is a major problem.

http://www.anglersnet.co.uk/print/1259.html 15-5-2007
pagina 4 van 7

Trilobe Swivel Lead by Armourlead

Pear or Dumpy Lead


Whilst not able to travel the distance of a zip or distance lead, the dumpy pear is still capable of a
good chuck. When I think of pear leads I think of accuracy. Other than a ball lead it’s probably the
most effective condensed lead there is, and I find it perfect when accuracy on the cast is essential,
particularly if I’m fishing in strong winds. I also use dumpy pears to good effect when fishing close
in on the Top Pool. There is a lead limit of 1½ oz, and in addition there is deep silt in most places, so
I find a light pear of between half ounce and one ounce nestles into the top layers of silt perfectly
and allows the silt to mould around the lead, so that on hooking the encased lead has a better bolt-
effect thanks to the moulded silt holding it firm.

A Nash Pear Lead (Swivel) – One of my firm favourites!

Ball Lead
Without a doubt this is the most condensed lead design available, and if you are looking to
incorporate a bolt-effect into your rig, or you need the fish to feel as much weight as possible
immediately on picking up the bait, then you won’t find much better. They can be a little
cumbersome and they’re not everyone’s cup of tea - you certainly don’t see them on the bank as
much as you used to - but they are extremely effective and have worked well for me on a number of
occasions.

A friend recently showed me a variation on the theme which was effectively a square lead with the
corners cut off and a taper on the swivel end. It was similar to a ball lead in that it was more
condensed than a pear or square pear, but designed for use on slopes where a ball lead would
struggle to hold firm.

Atomic Ball Leads (Swivel); excellent for setting the hook

Grip leads
Grip leads, as the name suggests, are designed to hold steady in tough conditions. Primarily they are
suited to river fishing where the flat nobbled shape allows them to grip to the bottom more
effectively than a conventional smooth sided lead, but many anglers also find them effective when
fishing steep shelves, bars, or marginal drop-offs.

http://www.anglersnet.co.uk/print/1259.html 15-5-2007
pagina 5 van 7

A Swivel Grip Lead; the protruding bumps help it to hold bottom.

Variations
There are many variations to the above, but in essence, all will conform to the same basic body
shapes. The most common variation is the flat sided lead, which is designed to hold bottom on
shelves and bars, so that that the rig will not roll down the slope as it would if you used a ball or
distance lead on a sloping margin, for example. Flat Pears are probably the most commonly used flat
sided lead, especially in inline guise, though you can get flat versions of almost any lead. Whilst flat
sides do help with stability, they are not as streamlined as the traditional shapes, so won’t cast as far,
but for medium range work they can prove extremely effective.

A Nash Flat Pear (swivel) – an excellent variation on the dumpy pear which I use regularly when
fishing to sloping margins or bars.

Coatings
Coatings have evolved a great deal in recent years. At one time most leads were bare metal, and
some still are, but the majority now have a coating. A coating serves two purposes; firstly it gives
the lead a protective shielding. A bare lead that snags against a hard object can be left with a sharp-
edged gouge capable of cutting the strongest of hooklinks, whereas a coated lead tends only to dent,
which obviously reduces the risk of cut-offs. Secondly they can offer a degree of camouflage, and
you can find a whole range of colours and finishes to suit almost any lake bed. When it comes down
to coatings it’s a personal choice. In most cases I opt for a mat finish, as I’ve found those with shiny
surfaces often reflect light off the bottom in clear water. If I want my lead to blend in with its
surroundings, I’ve found the powdered finish leads to be particularly effective, especially when
fishing in silt.

http://www.anglersnet.co.uk/print/1259.html 15-5-2007
pagina 6 van 7

Powder coated leads (top/bottom left) and smooth coated lead (right).

Imitation Leads
Taking it one step further are imitation leads. The Stonze weights spring immediately to mind; a
pebble shaped weight designed to go unnoticed by the fish. They are available in a whole range of
shapes and sizes but are quite light for their size compared to lead, so may not offer the same
hooking/bolt properties of a traditional lead, and obviously their irregular shape makes them ill-
suited to long distance casting, but for close to medium work they do have their advantages. I’ve
used them a number of times when fishing at close quarters and think they are well worthy of
consideration when targeting rig-shy fish.

Stonze Imitation leads by Pallatrax

Overview
As for what’s in my box, well I carry a small selection of various leads, but as most of my fishing is
done on extremely silty waters, I rarely fish anything other than swivel leads. I have used inline
leads on many occasions, but I’d be lying if I said I got on with them overly well. Personally, I find
inline systems to be too restrictive when I need to make instant changes, whereas a swivel set-up
gives me much better flexibility both in terms of the actual rig I’m looking to present, and the size
and type of lead required to do the specific job in hand.

All the leads detailed above can be purchased in swivel or inline design to suit your preferred set-up,
though it’s important to remember that all the different body shapes have a specific purpose, and by
matching the correct lead to your intended approach you stand a much better chance of success both
in terms of presentation and results.

Julian Grattidge
October 2006

http://www.anglersnet.co.uk/print/1259.html 15-5-2007
pagina 7 van 7

Boltight Ltd How To Get Free Satellite Rotary Drilling Equipment High Strength Hooks
Global suppliers of Hydraulic Bolt New website shows you how to Portable hydraulic rotary drills for Snap Hooks, Ladder Hooks, Swivel
Tensioning Equipment watch Satellite TV on your PC for mud or auger drilling to 300 ft Hooks & Strap Hooks
www.boltight.com free! www.mwdrill.com www.PenSafe.ca
www.undergroundsatellite.com

http://www.anglersnet.co.uk/print/1259.html 15-5-2007

Das könnte Ihnen auch gefallen