VOLKSCHE
WACHT
STRIJDBLAD VOOR NEDERLANDSCH VOLKSBEWUSTZIJN
MAANDBLAD — UITGAVE VAN DE STICHTING
WEEE 4c JAARGANG Nr. 10
Verleden -
rdien twee menschen herzelfde zeggen, dan beteekent
dit nog niet altijd hevzelfde. Spreken twee menschen
over het Nederlandsche volk, dan kunnen 2ij aan
worden geheel andere beteekenissen hechten. De een zal
er onder verstaon de versameling van enkelingen, die op
Git oogenblik binnen de landsgrenzen wonen. of die, in
den vreemde wonende, nog een zeker formeel contact on-
derhouden. Deze zienswijze is het gevolg van de indivi-
dualistische wereldbeschouwing. die het humanisme ons
gebracht heeft en die in breede lagen de heezschende is
geworden, Deze beschouwingswijze, die een dieperen hand
tusechen de enkelinge leiét onher~
roepeliik tot materislisme, zooals de geschiedenis wel
ten duidelikste hecft aangetoond, en 200 zien dun velen in
hhet Nederlandsche volk alleen de toevallige hoop eakelin-
gen. dic op dit oogenblik binnen onze landsgrenzen strii-
den voor hun, in hoofdzaak materitele, persoonlike belan-
gen. Voor deze categorie is het verleden waardeloos. een
afgedane zazk, die achter ons ligt: de torkomst heeft alleen
beteekenis, voor zoover het de zaken hetcefs, die dicect aan
de orde zijn en met het hedendaagsche leven. verband.
houden; maar het heden, het tastbare leven, dat is het
eenige waardevalle voor den thans levenden mensch.
Daartegenover zija er, dic zich voor dit heden niet in
teresseeren, maar die vrijwel uitsluitend belangstellen het-
niet aanvaad,
INHOUD
VERLEDEN, HEDEN, TOEKOMST.
RAS EN PERSOONIIJKHEID IN DE
KUNST. IV
DE VERDEELING VAN HET JAAR.
OVER FINLAND EN NOG WAT.
RASBEWUSTZIN IN ZUID-AFRIKA.
»CULTUREEL TOERISME”.
VRAGENRUBRIEK.
BOEKBESPREKING,
UIT DE THDSCHRIFTEN.
NIEUWS UIT DE WERKGEMEEN-
SCHAP.
Heden -
»DER VADEREN ERFDEEL”
GRASMAAND 1940 aaa
Toekomst
2ij_in de toekomst, hetsj in het verleden, Degenen, die
zich alleen met het verleden bezig houden hebben of met
dit leven ia wezen afyedaan en hangen san het verleden
als aan een tzoost of een herinnering of hn wetensehap.
pelike belangstelling heeft zich zoo éénaijdig ontwikkeld,
dat zi) voor alles, wat daaraast bestuat geen oog mecr
hebben
Degenen, die alleen in de tockomst zien, hebben al hun
hoop op een hiernamaals gevestiad, of zijn vervuld van cen
of ander ideaal, dat, los van verleden en heden, een nooit
te verwezenljken utopie zal blijken. Wij kunnen zeggen:
degen, die alleen de toekomst ziet is een fantast; die
alleen het heden ziet is een materialist; die alleen het ver
eden ziet is zelf een mummie
Nu jn er ek nog, die in heg eden staande wel eenig vog
hebhen voor de tockomst, maa: aict voor het verleden, en
‘omgekeerd, Multatuli noemde eens degenen, die aan een
voortbestaan geloofden en niet aan cen voorbestaan, men-
schen die geloofden aan con touw met én cind. Zoo is
hhet ook met degenen. die. hetzij het verleden, hetzij de
tockomst, verwaarloozen: 2ij zien het leven ale een touw
met één eind, als jets onbestaanbaace, Zij snijden het leven
willekeusig in stukken: vandaag op een andere plaats dan
‘morgen, want het heden, dat dan hun scheldingsliin is,
vorgt morgen hij het verleden, wat vandeag nog toekomst
is, Her heden is tot aan den cand gevuld verleden en de
toekomst is de voortduvende bron voor het heden.
Verleden, heden en tockomst zijn onverbrekelifk met
elkaar verbonden en aijn alle dele even belanges}k,
Voor iemand, die 268 de verhoudingen zie, is de in het
begin genoemde omschirijving van een volk dan ook niet
aanvaardbaar, Hij ziet een volk in verleden, heden en tor-
komst als é6n gehecl. In de nevelen van het verleden ver-
Tiest zich het ontstaan, maar het is ook dan reeds hetzelide
volk, temidden waarvan hij heden leeft. En wat dit volk
in de tozkomst ook zal ondervinden, het zal nag altijd het-
zelfde volk 2ijn, ook al zijn de enkelingen steeds andere
geweest
In dezen gedachtengang ijn de enkelingen
ische wereldbeschouwing, maar is
zovals bij de huma:
het velk primaire, Ea,
meling van toevallig op dit oogenblik hier levende enke~
fingea, maar bet is bet orgunisch gehcel der tot het volk
behoorende sibben, die generatie na generatie de enkelin-
gen leveren. die op bepealde momenten het witerkike heeld
van ket volk vormea.
Deze volksche wereldheschouwing is dan ook cen geheel
andere dan de humanistische en de pik ing
hier inneemt is eveneens een gansch andere
Bij de humaaisten is het, ” de kern waar alles om draait
bj de volksch gerichten is de enkeling slechts de schakel,
die verleden en tockomst verbindt, die san her nageslacht
die deoVOLKSCHE WACHT
Sooegcelt, wat hij van het woorgeslacht heeft ge8sfd, soms
vermeerderd met het door hem werworvene, eoms echter
cok verminderd met het door hem verwaaslooxle en 200
iin vele volksche waarden, althons sidelik, voor ons ver
Toren geqaan,
De valksche werelibeschouwing is het eeuwenlange besit
onzer voorvaderen geweest. Volksvreemde invlaedon
vaak gesteunil door votkwvreemde overheersching, hebben
hhnar onderdrikt en er de humanistische voor in de plaats
gesteld. Totdar wij nu de herleving van het wolksche
eaken medenaken, dat san de stafvergadess on toekomst-
Aroomers weer het levensbeelé reruggeelt, geqrand op de
elikewsardigheid en samenbang van verleden, heden en
tockomt.
Ras en Persoonlijkheid in de Kunst
IV
vversien wij ten slotte nog e=ns wat oms onze bee
Echouwingen hebben geleerd,
Groots geaistn, wij weren het — ik 2eg niet: sey
geven het toe! —. ain vermoedeljk voor het steerendee!
van gemengd ras, Daazaaast merken ij of, dat dan he
yng architectonsehe’ element van het Noord
nes sturt:, wanacer de kruising Noord:as % Oosteas is,
‘Ook het Westras kent architectoniek, maar dit liten wi)
thans buiten beschouwing, Noozdcas bloed hehhen overi=
gens sageroeg alle kunstenaurs en wanaen yan weten-
chap Gie Reropa voaetbracht, Zoover hierover onderzoe-
Kingen gedaan zi, is gebleken dat dit element zells he
ovetheerschende war,
Vervolgens: Het scheppen van vorm, uiterlilee vorm, is i
fhet Noord:as nooit dacl in sich. Jest bi de hooghegaaiden
is vorm steeds middel, niet doel. 1) De bijmenging van
‘Westeas kaii her zvare van ke: Noosdias (en tog meer
vvan het Faalsche) verlichtea. luchliger, levensbhiger ma-
ken (Moza:t). Het Oostras kan den iohoud warmer, ge-
vvorliger, maze ook sentimenteel maken. De inneslj ke sti jd
> Oost
Noocdcaseiement zeker het nanvallends en tenslorte be-
heerschende. Wat dan aaa kenst ontstaa: heeft een vole
heidl van riko, dle tock tot eenheld werd — echter alleen
bij werkelix grote gcesten, dis de kracht hadilea, ul dk
elmerten in den branelenden glad van hun gonialen aanleg
lot en nieuwe (,einmalige”) coadeld re versmeiten. Voot
dhea geldt het woord van den Franschen edeleman Moo-
taigne: Liever zal ik mija ziel smedea, dan dat tk haar
zou meubileeten”. (,J'aine miewx forger mon ame que de
a meubles”),
is het
Ute die alles blikt wel, dav een ongebindeide veraenging
van alle rasclementen ia een yolk in het genes! niet
swenscht 1s. Want wat groore goestes van hun leven en
hun kunst maken, ee ,.gesmede” eenheid, dat bereiken de
Kleinere geesten niet. Deze eenheid zal bi) hen als tegel
alleen dan omtstsan, waanee: van den aanvang af een
reselement zozeer overherrscht, dat het zijn stempel al
vanzelf op het heele wezen devkt, Mase er aija nog veel
cenrstiger bezwaren tegen die vermenging en er i hier seeds
vaak door ons op gewezen. Zoo gol als een Fas het
Aragende element in den enkuling moet zijn, het vooa
gevende, architektonische, zooals wi) het noenden, 200
most het dat ook in cen gemeenseaap die kultuus heefe
Allen dan kan er van een begnipen en spontaan ssmvoe-
Jen van onder tot boven sprake zijn allean dam hebben de
Degaafden een Klankhodem in het valk, waar hun schep-
ppingen weer-Elank vinden; alleen dan is ket denkbasr, dat
‘er geen leege ruimte is tusschen kunstenaar en valk, dat
het niet een Heine klick kunstannigen ix, wsrap de Kunst
moet dnjven, maar dat kunst vanzelf valksche kunst zal
in. Wij rin daor mijlen van verwijderd, zeker! Maar
‘wanneer een volk verbasterd is, ean rascenchaos it gewor-
den, dan is het voor immer een verlocen zask. Ex kunnen
dan zeer eoker nog late gesieén gehoren worden — Plato
is er oon voorbeeld van — moar de weerkdaak blyft wt,
de suivere weerilank
Er is veel gesthreven over wat eon , genie" 8 Heel sa het
Degin van onze overdenking hebben wi ex op geduid, dat
2
gentetn zoozeer sich self alleen zi, 1 boven groote
talentea uitsteken, dst het ons voorkomt, alsof si iets pein-
‘ipivels anvlers zijn, Gunther heeft eens gezegd: De held
staat steeds aan het begin der wereld” (Rittes. Tod und
Teufel, bl. 13}. Het genie ook, Wij macten dat niet te
Teter nemen, maar de wereld die eon genie schep:, is
steecs tim e1gen wereld; Sen maal! Het is een organisch ge-
heel geworden, vol tegeastellingen, soms vel stijd, maar
een geheel: ,Gipfel der Menschheit” (Scilles). Niet ieder
kan de hooge lucht verdragen: nict ioder beselt hoe hoog
ijn: weinigen kuomen 2ich een voorstelling maken van
de spamningen, dle noodig waren deze toppen ouihoey te
stuwen; alleen deze cenzamen weten welke ho
kken moesten werken: of weien ook 2i het niet? Vol eer-
bied staan wij voor de kracht, die ook die deed ontstean,
voor de Natuwr, voor God, en wi) schamen ons hast
\wanneer wij van uit het dal opaiend aac deze herqionpen
de veeng stellen: Hebben deze geaieén allsd en onder alle
onstancigheden een zegenrifce witworking op de kulur?
Wy hebben het van verschillende kanten trachten te he-
lichten en naar wi hopea was het den lezer duidehjs, dat
vw) hee niet zonder eerbsed deden,
[Nu willen wij tot slot nog een Taatste woud zeggen, Hoo-
fer, waartievoller cok dan de geniega is one de volksche
rasgezonden kultuse. Liever een gemeenschap van gelik-
gestemden, waar één stil Ret heele kultuusleven vormt en
doordsingt, dan een in vermanging ondergnonde kultuae
met een enkel eriegr=pen genie
Maar wanaeer dan sen de
‘kultuur, door ee zeldzame, wi
bergtop omboogstuwt, can zal die zoniler me
a
fensgebieden van gezonde
derlilke vermenging, cen
ten zege
Het i set de onderlinge belevloeding van kultucen die
‘wij besteijden! Deze invloeden weren als prikkeleade
ile zeewind, zi} maken ons bewust van oaszell, 21) wo
len ons binnenste op. 2) brengea spanuingen, wine groote
lingen wit kunnen grace
Veursvker! Mnnr dan moetea het gezonde,
eulturen ijn, zelfbewust en zuiver van bl
Wanneer de rassen gaen vecmengen ontstnan bestaacde
bevolkingen, ook mer ,spanningen”, als ws) dit wooed aier
nog willen gebreiken, maar =i zijn van anderen aacd. Out
fen beeld te gebruiken: het zjn spanningen die elkaa® ap-
helfen, die zich aan elkaas verdoea, die wivenvlocien in
plats van omhoog te swwen. Het sim spanningen dle zich
sons in zinlooze ontladingen ven auhllisschen ard ver=
toonen, maar niet bouwen.
Gebeuwd kaa alleen worden, waar ééa stil, tn geest,
én ras de ovechand herft. Dan kan hee vreemde bevruch-
tend werken, dan kan het worden omgevormd to: ie
cigere. Mere cen bostaardbevolkiag heelt geen , eigen”
Im dezen 2in, 24 heeft eon gemiddalile” en street naar
het pmiddel-matige"; 2i) verzet zich cogen het hooge en
legen dangeboren edelen aard,
War ras nog zulver (betrekkelik zu
afgunst tegen het hooge en adele. maar daar wore dit als
fen stuk van het .igene” azngevoeld, als een vermeer=
org van de woardo van dat gzoote geheel, wear wi)
‘eon deel va Zin
keachtige
c) is, daar is geen
Tdi ie eoertaing at het WestsVOLKSCHE WACHT
De verdeeling
fe hoor riche sin leven naar de natuur, Zila werk-
Janambeden wisselen af met de jaargetiiden en hi)
moet deze, bj, het zsaien, 200 tidig doen, dat ook.
de bedindiging daarvan — in dit geval het oogsen —
binnen dea daarvoor gestelden tid geschiedt. Maw. voor
den boer is een Kalender een eerste vereiscite. Wi zien
dan ook, dat de boeren van alle eassen middelen hebben
gevonden om de verschillende belangriike dagen van het
jaar vast te stellen, In auidelifke streken moest men zich
daarvoor naar de sterren richten: hier in het Norden eci-
ter, wanr de zonnestaad, evenals de opgang- en onder-
gangspenten, belangrike verschillen vertocren, was het
dit hemellickaam, dat de wkden aongaf, waavop bepaalde
‘werkzaamheden begonnen moestes worden.
Maar aict alleen hiervocr stelden onze voorvaderen prijs
‘op cen sauwkeurige dnghepsling, Ook in hum godsdien-
stig leven speclde het saar een qroote col. De jaareyelus
was voor hea het zinneberld, ket uiterlike verschijasel,
van een algemeen geldende, een cosmische wet. Alle leven
‘werd door die wet beheerscht: in alle leven hice op aarde
werden de phasen van den jaar-ksingloop teruggevonden.
Het belangrijiete punt daarhij was de winteszonnewende.
Deze had een dvhbele bereekenis: het eiade van den ouden
fen het begin van den nicuwen kringloop, Het nieusve leven
begint dan zn eyelus, het oude wordt afgesneden, afge-
hhakt, In Noord-Amerika, waar veel deakbeelden zijn be-
ward, overrenkomstig aan die van onze voorvaderen
noemt de stam der KwakinilIndianen de wietsrzonne-
wence nog: split beide wegen. Bn een parslellel mogen
‘wij wellicht sien in nevenstaande rotsufbeelding uit het
ude Zweden, eon albvelding die zeker 3000 to: 2500 jae
zen oud is en waar wij den Jaargnd met opgeheven bil
jen staan bij het gedeelde jaar. (Afb. 1) Veak zien wi)
a x
Aye
‘ook afbeeldingen van den dubbelen bil PR
> . waarvan de
of ook
een zinnebeeld, dat we in de oudheid als graisyinbool
vinden, en dat ook tegenwoordig nog bestaat, hoewel de
beteckens ex van dan vesloren is. Bijgaande afbeeldingen
geven huismesken weer op grafsteenen, de eerste beiden
in de Oude Kerk te Amsterdam (afb. 2 ex 3), de derde
in de Bethlehemskerk te Mosnikendam. (afb. 4) De
delijk ontsisan wit het janeideogran
titeinden verbonden werden tot Bd
Alb. 3 Ab
De ontdelkingen van
Herman Wirth
van het Jaar
Jaatste 1s voocel dancom opmerkelik, omdat hier nog dae
in bliven bestann, waarin het ide
Jen van den cirke!
gram }¢_ als jearsymboliek eigenlijk chuts behoott
Maar ook op andere wijzen wordt het zinnebecld nog ge
bruike, Wij geven hier de afceelding van een raamlutk in
Amessloort (afb. 5) ea dzasonder van een kiezelstoep uit
a
Reenter
Nhs
Bronkhorst, (ath. 6) Bij deze toepassing is het begrip van
grafsymbool aatuusljk geheel verloren gegaas, maar exp
getuigenis voor de oude beteekenis uit gebeel andere rich-
ag hebben wij wit het aude Rome, wast gezegd weed, dat
het graf aub asein dadicata, onder dun Dill gewiid was.
Het einde van hei zonnejaar was ook hat doodenfeest. De