Sie sind auf Seite 1von 98

Liefde

op zoek naar zichzelf


LIEFDE
OP ZOEK NAAR
ZICHZELF

Walter Keers over leven en liefde

Samengesteld door

Lucy Auch

samsara
Bhakti jnana mata
de Liefde is de moeder
uan het Weten
Ramana Maharshi
Voorjou ......

© 2018 Lucy Auch


© 2018 Foto's Walter Keers, erven Walter Keers
© 2018 illustraties binnenwerk Peter van Mierlo
Vormgeving omslag: Hester van Toorenburg, Studio Hes
Vormgeving binnenwerk: Erik Thé, erikthedesign.com

ISBN 978 94 9141190 8


NUR 728

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd


zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming
van de uitgeverij Sam sara, Amsterdam.
www.samsarabooks.com
Oh godin met duizend armen,
wees niet bang.
Alles wat waargenomen wordt
is de uitdrukking van het Ene.
W.K.
Inhoud

Inleiding 11

God is liefde 23

Brief 1 30
Brief 2 36
Brief 3
42
Brief 4 49
Brief 5 58
Brief 6 61
Brief 7 65
Brief 8 68

De mens zoals hij wezenlijk is 73

De zoeker 74

Op het pad van Atmananda: De rechtstreekse weg 97

Van doenerschap naar zijnheid 101


Karthru- en vastu-tantra 101

Losse eindjes, Laatste restjes 104


Sat Chit Ananda 110

Ho\land 1957
Niets menselijks is mij vreemd 113
Schrijver 117
De Laatste jaren 120

De leegte voorbij 123


Tao 124
Tao's tuin 127
God is stilte 175

Dankwoord 181

Woordenlijst 183
Inleiding

Beste Walter,

Het is de fascinatie voor de liefde die mij ertoe heeft aangezet om dit boek te schrijven.
Liefde die langzaam maar zeker zichtbaar werd in de talloze teksten die ik van je gelezen heb.
Het duurde lang voordat ik er liefde in zag, want ik werd verblind door je prachtige manier
van uitleggen, en door die te willen begrijpen zag ik de zachtheid over het hoofd.
Toen ik het eenmaal zag, tussen de regels door maar toch ook dik gedrukt, las ik de liefde
in elke tekst van je terug en wilde ik de zachtheid ervan delen met al die mensen die volgens
mij nog steeds hun best doen je vooral mentaal te begrijpen. Zo schreef je bijvoorbeeld:
"Liefde kun je niet vinden. Je kunt haar niet verliezen en niet geven, ook niet ontvangen - je
kunt alleen heel diep in je eigen hart kijken en ontdekken dat wat je op de krankzinnigste
manieren zoekt in feite is wat je zelf bent." Je zou die liefde ook stilte kunnen noemen. Het is
'een heel diepe stilte waarin we helemaal thuis zijn, waarin niets hoeft te gebeuren en niets
bereikt hoeft te worden'. Daar komt bij dat ik erg geraakt was door de brieven die je ooit aan
een kloosterzuster schreef en waarin de onpersoonlijke liefde zachtjes tegen de levensthe­ 11
ma's schuurt die ter sprake komen in de vragen die de zuster je stelt.
Het zal je dan ook niet verbazen dat het hoofdthema van dit boek wordt gevormd door de
liefde, een weids begrip waar we toch maar één woord voor hebben. En dat in een tijd waarin
een kopje koffie al zeker vijf namen heeft: cappuccino, macchiato, espresso, americano,
Wiener melange! Waarom dan liefde maar één? En is de betekenis van het woord lief(de} het­
zelfde bij 'een lief baby'tje' als bij 'je vriendin de liefde verklaren bij kaarslicht'? En heeft het
in 'een lief hondje' dezelfde betekenis als in de groet 'liefs' onder een brief?
Als ik je zou ontmoeten, hoe zouden we dan met elkaar praten? Zouden we in gesprek
gaan zoals je met de kloosterzuster deed, de non die zich volledig wijdde aan haar liefde voor
Jezus en zich tegelijkertijd afvroeg hoe ze om moest gaan met allerlei wereldse zaken? Jullie
dialoog is een ode aan de dubbelheid. Met dubbelheid bedoel ik dat je alles kunt doorzien als
niet meer dan een verschijnsel zonder enige substantiële echtheid, maar dat je tegelijkertijd
het leven toch moet leven alsof alles wel echt is, zonder het doorzien te vergeten.
1 n liefde leven, zonder persoonlijke gehechtheid, is dat niet waar het om draait? De oude

Grieken beweerden dat liefde daardoor groeit, ook al kan iets wat niet begrensd is eigenlijk
niet groeien. Ze keken er genuanceerder tegenaan dan wij en maakten onderscheid tussen
zes soorten liefde die elkaar aanvullen, in elkaar overlopen en in evenwicht moeten zijn.
De eerste was de seksuele passie, vernoemd naar Eros, de god van de vruchtbaarheid. Nog niet zo lang geleden is er een onderzoek uitgevoerd waarin mensen werd gevraagd

Die werd door de Grieken gezien als gevaarlijk, want je kon er geobsedeerd door raken en de wanneer ze zich het meest aangetrokken voelden tot hun partner. Dat bleek te zijn als hij of

controle verliezen door tot over je oren verliefd te worden en je helemaal op die ene persoon zij weg was, of als ze apart waren geweest en weer samenkwamen. Bij een comfortabele af­

te richten waarvan je dacht dat die je altijd zou begrijpen en je alles zou kunnen bieden wat stand vinden we elkaar blijkbaar het interessantst. Veel mensen voelden zich bovendien het

je nodig hebt. De tweede was de kameraadschappelijke liefde, Philia, bijvoorbeeld tussen sterkst aangetrokken tot hun partner als ze toekeken hoe de ander iets deed waar hij of zij

ouders en kinderen of tussen soldaten die samen gestreden hebben. De derde was de speelse goed in was en dat liet zien aan andere mensen, bijvoorbeeld in een beeldende-kunstexpositie

liefde, Ludus, het flirten en plagen, vaak tussen jonge mensen. Dansen werd daarbij gezien of een lezing. Zo kan iemand die goed uit de verf komt liefde oproepen bij mensen die dat

als een voorbeeld van een speels substituut voor seks. Als vierde was er Agape, de onzelf­ aanschouwen. Met lichte tred wandelend door Tao's tuin kan die liefde er plotseling zijn, on­

zuchtige liefde voor je medemens, liefdadigheid naar zowel familie als verre vreemden. De geacht met wie je erdoorheen wandelt, en kan ze uitgroeien tot een allesomvattende liefde

nadruk lag hier op het geven van liefde, wat in het christendom en het boeddhisme ook een waarin duizenden liefdesvlinders meevliegen. Zo'n diepe intimiteit wordt vaak verward met

belangrijke rol speelt. Pragma was de vijfde vorm van liefde, de volwassen liefde die betrek­ seks. Maar over seks kun je ook zeggen dat het niet iets is wat je doet, maar een plek waar je

king had op koppels die lang bij elkaar blijven, eraan werken om de relatie goed te houden heengaat; dat het een ruimte in jezelf is die je binnengaat - alleen, met een ander of met

en daarbij het accent leggen op geven, geduld tonen en begrip hebben. Philautia was de meerderen; dat het wezen ervan een wonderlijke, onpersoonlijke taal is die je spreekt.

zesde vorm van liefde, dat was de zelf-liefde, waarin een onderscheid werd gemaakt tussen Over seks was je ruimdenkend. Je hielp jonge mannen die vastliepen door schuldgevoelens

de ongezonde variant die geassocieerd werd met narcisme (waarbij je helemaal geobsedeerd die te maken hadden met hun seksuele ontwikkeling, of die niet durfden uit te komen voor

bent door de Liefde voor jezelf en gefocust bent op persoonlijke roem en fortuin) en de gezon­ hun homoseksuele geaardheid. Op seks liggen veel taboes, toen en nu nog steeds, en taboes

de variant daarvan, die inhoudt dat je volop liefde te bieden hebt aan anderen, en daarmee op welk levensgebied dan ook moeten doorbroken worden om vrij te kunnen zijn.

aan jezelf, als je van jezelf houdt en zeker van je zaak bent. Of zoals Aristoteles het zei:
"Alle gevoelens van liefde voor anderen zijn een verlengstuk van de liefde die de mens voor In oktober 1974 schreef je in het tijdschrift Yoga Aduaita over de liefde:

2 zichzelf voelt." 13
De Grieken kenden dus verschillende soorten liefde in relatie tot verschillende mensen "De liefde zelf is een tijdloze en onbegrensde ervaring zonder een persoonlijk­

(vrienden, familie, maatjes, vreemden en zichzelf). Zij droegen daarmee de boodschap uit dat heid erin die die liefde ervaart als object. We zijn de onbeperktheid zelf. En als

je je kan laten voeden door verschillende soorten liefde en dat je die op verschillende plekken we denken dat we ons die liefde herinneren vergissen we ons, want diegene die

kan halen, en ook dat de verschillende liefdes met elkaar in evenwicht moeten zijn. Daarmee beweert zich dit Gebeuren te herinneren was er niet eens bij. Wat wij ons her­

keken ze verder dan de meeste mensen in deze tijd, die vooral op zoek zijn naar de ideale inneren is niet de liefde zelf, maar de nagloei daarvan in lichaam, denken en

partner en daar hun hele leven mee willen delen. voelen. Zoals we het licht in de atmosfeer zien spelen voor zonsopgang en na
zonsondergang terwijl de zon zelf net nog niet, of net niet meer te zien is, zo zien

De voor ons wat gekunsteld aandoende indeling van de liefde in al deze varianten blijkt bij we het licht dat de liefde is gloeien in het lichaam, in voelen en denken, net voor

nader inzien een wonderdoos vol levenswijsheid te zijn. Toch blijven we op persoonlijk vlak en net na de Ervaring die liefde is. In feite noemen we dus morgen- en avondrood

vaak alsmaar op zoek naar de ene grote liefde waar je altijd bij wilt zijn en die alles goed 'de zon' als we dit geweldige en ook nog bijna verblindende gevoel aanduiden

maakt. Maar is dat terecht? Kan één mens je alles bieden wat je nodig denkt te hebben. met het woord 'lief-de': we geven de naam van de Ervaring zelf aan wat in feite de

En". waar zoek je die liefde, waar vind je haar? In de ander? Is het niet zo dat je liefde die van randverschijnselen zijn. Die randverschijnselen spelen zich af in tijd en ruimte, en

iemand anders raakt op een 'plek' die zich ergens 'tussen jou en de ander in' bevindt en die als we ons iets herinneren is het dat magnifieke spel van Licht door ons lichaam

helemaal niet aan het lichaam van jou en de ander gekoppeld is? Als je liefdesverdriet hebt, en onze psyche. Maar hoe overweldigend dit ook kan zijn, er is toch sprake van

heb je dan heimwee naar je ex-vriendje of naar jezelf, die zelf die je was toen je zo verliefd tijd en ruimte, en van een tijdelijk, door tijd beperkt verschijnsel. En de wezenlijke

was? Of naar de plek waar het zich afspeelde? Of naar iets onbestemds dat je herkende en liefde die door niets beperkt is, onthult zich pas wanneer - in bijbelse termen de

waar je je blijkbaar heel goed bij voelt, en dat je nu verloren denkt te hebben? graankorrel is gestorven. Het is een gebeuren dat we allemaal kennen, zelfs
zonder dat we het ons kunnen herinneren."
Uit je briefwisseling met de kloosterzuster maak ik op dat zij zich heeft afgekeerd van de begin kan ik na de eerste regels niet meer stoppen. 1 k voel tot in mijn vezels wat je schrijft, die
prachtige onpersoonlijke ontmoeting die rechtstreeks van hart tot hart ging en daaraan voorbij.
wereldse verleidingen, maar er blijven desondanks voor haar nog genoeg vraagstukken over.
Ze overpeinst wat bidden eigenlijk is en wat wonderen zijn. Ze vraagt je naar de zin van het Ik begrijp dat je het persoonlijke eigenlijk het liefst buiten beschouwing wilde laten, want
mensen gaan nu eenmaal automatisch aan de haal met feitjes die hen aanspreken maar er
leven en naar wat tijd· en egoloosheid is. Je spreekt met haar over de innerlijke goeroe en over
strikt genomen niet zoveel toe doen. Toch is het fijn om iemands teksten in de tijd en binnen
'het laatste stokje dat nog in het vuur gegooid moet worden'. Uiteindelijk gaan alle brieven
over (het verlangen naar) liefde en stilte. "Alle mystieken hadden de behoefte aan stilte en de omstandigheden te kunnen plaatsen.

eenzaamheid in zich," schrijft ze. Soms lijkt het, Walter, alsof je die brieven aan mij geschreven Je jeugd speelde zich af roná de Tweede wereldoorlog in Arnhem. Toevallig woont mijn

hebt in plaats van aan haar. dochter een paar straten verderop. De huizen daar zijn gebouwd rond 1935. Toen je er woonde
was het nog nieuwbouw, nu staan ze voor enorme bedragen als statige herenhuizen te koop.
s-Gravelandseweg,
1 k kan je vertellen dat behalve de muren van de huizen inmiddels niets meer hetzelfde is op
·

Hilversum, 1979
die plek. De straten zijn vernieuwd, er staan andere bomen en de inrichting van de huizen is
aangepast aan onze tijd. En wat te denken van de straat die vlak langs het huis van je jeugd
loopt en een drukke doorgaande weg is geworden, waar ik regelmatig in de file sta. In de
supermarkten in je oude buurt krijg je tegenwoordig gratis koffie. En zo gaat de vergelijking
die je ooit maakte over 'morgen gratis koffie' niet meer op, toen je schreef dat een man een
bord voor zijn café had gezet met daarop: 'Morgen is de koffie gratis'. Kwam je de volgende
dag terug dan stond dat bord er nog steeds en had je nog geen gratis koffie. Zo maakte je
duidelijk dat er geen morgen of gisteren is, alleen nu. Tegenwoordig word je met een gratis
kopje koffie de supermarkt ingelokt. Alles in dit leven lijkt om geld te draaien, misschien was
dat vroeger niet anders. Veel kerken worden nu afgebroken en we hebben een nieuwe (af) 15
4
god gecreëerd: 'geld', maar de koffie is nu gratis! Volgens mij had je niet zoveel met de kerk,
ook al kwam je uit een generaties lange traditie van predikanten.

Je boodschap in een brief aan je dochter in 1979 is zo mooi dat ik graag wil denken dat hij voor
ons allen is geschreven:
,
)
J

"Onderzoek de dingen die je van alle kanten worden aangeboden als waarheid,
,
en ontdek dat bijna alles een vervalsing is. Alles wat probeert om je standpunten
te laten innemen, alles wat probeert je over te halen, of je op duizend-en-een
manieren om te kopen, alles wat je probeert tot bondgenoot te maken, alles wat
je vertelt dat je dingen behoort te doen die ten koste van anderen gaan, alles wat

lk heb begrepen dat je een bescheiden man was en geen feiten met betrekking tot je persoon­ een systeem vertegenwoordigt, alles wat lokmiddelen gebruikt, dat alles ver ­

lijke leven naar buiten wilde brengen. Toch heb ik graag een beeld van je willen schetsen als tegenwoordigt je schijnbelangen. Alleen de hoogst uitzonderlijke, die je duidelijk

persoon. Het is geen echte biografie geworden, maar ik heb je leven een beetje beschreven maakt dat het geluk uitsluitend gevonden kan worden door zelf te verdwijnen,

om de gewoonheid ervan te belichten - de mix van successen en mislukkingen, en natuurlijk dat wil zeggen door je aandacht niet te richten op de verschijnselen en de eigen

je zoektocht. Je was een pionier in je tijd, een van de eersten die de oude bewustzijnsfilosofie persoonlijkheid met zijn angsten en verlangens, maar op dat waaruit die ideeën

uit India haalde en hem hier plantte. Ik kan het prachtige stuk dat je schreef over je ontmoe­ en gevoelens tevoorschijn komen, alleen die is degene die niet vervalst.

ting met de Indiase goeroe Ramana niet anders dan in één keer lezen. Elke keer als ik eraan
Alleen wie de leugen haat en de waarheid liefheeft, kan hopen dit geluk te
ontdekken in hemzelf. Wie de leugen laat voortleven betaalt daarmee met het
beste dat er in hem leeft. want de leugen dient uitsluitend tot het laten voort­
leven van het schijn-ik, dus tot het veiligstellen van wat we niet zijn. Zo houdt
de leugenaar zichzelf in de hel, net zo lang tot hij ontdekt dat de waarheid vrij
maakt.
Wie dat ontdekt, gaat op zoek en ontdekt ten slotte dat woorden als waar­
heid, vrijheid en liefde uiteindelijk hetzelfde betekenen. Maar waarheid is geen
waarheid voor een 'ik', en liefde is geen liefde van een 'ik'.
Waarheid, vrijheid en liefde zijn dat wat zichzelf openbaart als geleefde
ervaring, het ogenblik dat het 'ik' verdwijnt."

Je bent niet in Arnhem blijven wonen en hebt in de loop van je leven aardig wat van de wereld
gezien. In de levensbeschrijving die ik van je maakte ligt de nadruk op de periode dat je in India
CTl
c
woonde, het land dat je zo lie fha d en zo mooi hebt beschreven:
û
:§l
c
"Ik ben verliefd op India: op haar mensen en haar leiders, op haar tradities en
haar cultuur, evenzeer op het goede als het slechte.
16 Ik ben verliefd op haar vlakten en op haar bergen, en vooral op haar rivieren;
op haar tempels en heiligdommen van oeroude goden, en op de vrome aanbid­
ding van de eenvoudige mensen die daar komen en hun offerandes van fruit of
bloembladeren 's avonds neerleggen.
Ik ben verliefd op de donkere huid die zelfs de armsten en de naakten een
gratie en waardigheid verleent die alleen door de goden gegeven kan zijn.
Ik ben verliefd op haar oude cultuur: op het mooiste kunstwerk dat ik ooit heb
gezien, de Trimurti op Bombay's Elephanta lsland; op de onvergelijkbare tempels
in het Zuiden, waarvan die van Madurai misschien wel de meest indrukwekkende is.
Ik ben verliefd op haar muziek, ingewikkelder nog dan die uit het Westen, en
aanvankelijk bijna ontoegankelijk voor het westerse oor, dat gewend is aan
andere toonladders. Maar o, dat getrommel onder de sterrenhemel... dat gezang
van de kirtanams aan de voeten van de goeroe... het reciteren van de Veda's in
de tempel, bij het vallen van de avond ...
Ik ben verliefd op de magische namen van India: van Krishna, de goddelijke
fluitspeler; van lndra, de Heer der Hemel; van tshwara; van Shiva, Vishnu en van
Brahma.
En bovenal houd ik van Degene die ik ben gaan zien als de Belichaming van
Licht en Waarheid en Liefde - waarin Brahma, Vishnu en Shiva zijn samengesmolten

Trimurh, Elephanta ca\1€'s, Bomboy


Zelf ben ik ook twee keer in India geweest, en ik kan me goed voorstellen dat het land je
geraakt heeft. India spreekt tot de verbeelding en zit boordevol soms schrijnende tegenstel­
lingen, groter dan ik ze ooit ergens gezien heb. India is snoeihard en liefdevol, smerig en
verheven, doordrenkt met wijsheid. Je ging er vlak na de oorlog naartoe, in een tijd dat je
nog een sigaret opstak in het vliegtuig en je met behulp van poste restante nog een beetje
contact probeerde te houden met het thuisfront door in een bak brieven te graaien in het
plaatselijke postkantoor, in de hoop je naam op een van hen te vinden. Tegenwoordig sturen
we appjes en videoboodschappen naar huis. India zette je zintuigen op scherp in een zinde­
rende hitte die alle prikkels versterkte. Maar jij was daar net na de Tweede Wereldoorlog en
nog vóór de roerige jaren zestig, en je kwam terug met een boodschap waar maar heel weinig
mensen oren naar hadden. Nederland werd opnieuw opgebouwd, de economie begon weer
te groeien, de watersnoodramp zou ons land gaan verrassen en de macht van de kerk was nog
steeds groot. Wie zat er toen te wachten op de diepe wijsheid die je in India had gehoord en
ervaren in tempels en ashrams waar met belletjes gerinkeld, gezongen en wierook gebrand
werd en waar op zeer onconventionele wijze werd gesproken over wat je Later zo gedreven
voor de westerse geest bereikbaar probeerde te maken?
Bombay.
zomer1952

In dit boek heb ik geprobeerd dat aspect van je teksten naar voren te halen dat over de onper­
18 soonlijke liefde gaat. Die vormt niet alleen het belangrijkste onderwerp in je brieven aan de 19
tot Eén: de levende goeroe Atmananda. want ook al zal ik niet veel over Hem kloosterzuster, maar ook in Tao's tuin, die prachtige tekst van je waarin je je zo duidelijk hebt
vertellen, het is wel onder zijn leiding dat ik het hoogste goed heb gevonden dat laten inspireren door de Tao Teh King, het 'heilige boek' dat uit het China van de Sde eeuw voor
India de wereld te bieden heeft: 'Datgene aan de hand waarvan, als het eenmaal Christus stamt. Veel mensen hebben geprobeerd het te vertalen, maar in de loop van de
gekend is, alle andere dingen gekend worden' (Upanishads). Met dat geschenk in eeuwen is gebleken dat het onmogelijk is om tot één juiste vertaling te komen. De tekst lijkt
mijn hart heb ik India in alle richtingen doorkruist, en omdat kennis ook liefde is, gebaseerd te zijn op iets anders dan eenduidige concepten. Ze geeft bevindingen weer, over­
is het die liefde die ik overal weerspiegeld heb zien worden, in ieder dorp, in ieder weegt zaken en is voor eindeloos veel interpretaties vatbaar.
heiligdom, in bijna ieder huishouden. Ik ben haar tegengekomen onder de grote Jezus zei: "Wie op de juiste manier naar mij luistert zal de waarheid verstaan, en de waar­
boom in het dorpscentrum, waar 's nachts de Gram Sevaks, de leraren van het heid zal hem vrij maken. En als je het hemelse rijk gevonden hebt dat in jezelf is, zullen er
nieuwe India, de dorpelingen inwijden in de geheimen van lezen en schrijven, en allerlei symptomen optreden. zo zul je een fontein in je hart voelen die eeuwigheidsleven
moderne hygiëne en zelfs landbouw; en ik ben haar ook tegengekomen onder de spuit" (Johannes 8, 31 & 32). Tijdens de tocht door Tao's tuin gebruik je die fontein als een
politici in New Delhi . prachtige metafoor voor het waakvlammetje dat altijd brandt, het suizen, de stilte, de onper­
Voorwaar gezegend is het land waarvan de leiders op zoek zijn naar de waar­ soonlijke liefde en de altijd aanwezige waarheid.
heid. En gezegend zijn de mensen die nog steeds kunnen glimlachen en gelukkig
kunnen zijn onder de meest armoedige omstandigheden. Tao's tuin is prachtig, je gebruikt de taal daar in dichtvorm, maar ik ben ook dol op je verhalen.
Gezegend is daarom India, waar ik meer van ben gaan houden dan van enig Vooral het verhaal over de tiende ezel (uit Ivar Amars La Barque Vide) dat je vertelde vind ik
ander land ter wereld. Mogen velen in het Westen gebruikmaken van dat wat fantastisch, maar ook dat over het kippenei in het adelaarsnest. Weet je welke verhalen ik
India te bieden heeft: ware vrijheid, vrede en waarheid. En daarbij een ijzeren bedoel? Je kunt ze niet vaak genoeg vertellen. Eigenlijk hebben ze allebei hetzelfde thema,
wil om te werken." namelijk dat je al vrij bent, dat je alleen maar liefde bent en dat zich tegelijkertijd nog van
alles af lijkt te spelen zolang we onze gedachten over wat zich in de gemanifesteerde wereld nek van de ezel haalde. Nauwelijks was dat karweitje geklaard of de ezel liep op
afspeelt als waarheid beschouwen. de andere af en wandelde braaf mee naar het veld.
Van het standpunt van de waarheid gezien, heeft·niemand van ons ooit aan
"Er was eens, lang geleden, een Indische boer, die tien ezels had waar hij mee de ketting gelegen. De authentieke leermeester speelt als het ware met ons mee,
op het land werkte. Op een avond na een lange dag zwoegen en zweten - want en doet alsof er kettingen worden losgemaakt. Maar hij weet, wat wij pas later
Indische boeren werken van voor zonsopgang, met slechts enkele uren onder­ ontdekken, dat er nooit echt sprake is geweest van kettingen en gebondenheid."
breking voor de grote middaghitte - nam hij ze mee terug naar huis, en maakte
ze vast aan palen die voor dat doel in de grond waren geslagen. Nadat hij er Een ander mooi verhaal dat je vertelde was dat van de kip en de adelaar.
negen had vastgebonden, merkte hij tot zijn schrik dat hij touw nummer tien
verloren was, zodat hij niets had om de laatste ezel mee vast te leggen. Wat nu... "Een boer vond een ei van een adelaar en plaatste het in een kippenhok. Het
Goede raad was duur! Plotseling zag de boer dat er, even verder, onder een adelaarskuiken werd samen met de kippenkuikens uitgebroed en groeide met
boom, een zwervende monnik zat te mediteren, een sadhoe. Eerbiedig ging hij hen op. Zijn hele leven gedroeg deze adelaar zich als een kip en dacht van zich­
op hem af en wachtte totdat de sadhoe ontwaakte uit zijn meditatie. Toen vroeg zelf dat hij ook een kip was. Hij woelde de aarde om op zoek naar wormen en
hij hem om toestemming voor het stellen van een vraag, en nadat de sadhoe be­ insecten. Hij kukelde en tokte en sloeg soms zijn vleugels uit om zich dan enkele
langstellend vroeg wat die vraag was, legde de boer het probleem van de negen decimeters in de lucht te verheffen. Jaren gingen voorbij en de adelaar werd oud.
touwen en de tien ezels uit aan de monnik. Deze dacht een ogenblik na en zei Op een dag zag hij een prachtige vogel boven zich door de wolkeloze lucht
toen: 'Het enige wat je hoeft te doen is de bewegingen te maken die je anders zweven, gracieus en majestueus, met slechts af en toe een slag van zijn sterke
met je touw zou hebben gemaakt. Doe net alsof je de ezel vastlegt, dat is alles.' gouden vleugels. De oude adelaar keek op in aanbidding. 'Wie is dat?' vroeg hij.
De boer ging terug naar de tiende ezel, deed alsof hij die een touw om de nek 'Dat is een adelaar, de koning van de vogels,' zei zijn buurman. 'Hij hoort in
20 legde, en alsof hij daarna dat touw vastmaakte aan de tiende paal. Daarop ging de lucht, wij horen op de grond, want wij zijn kippen.' Aldus leefde en stierf 21
hij zijn huisje binnen, half vertrouwend op het vreemde advies van de monnik, de adelaar als kip, omdat dat was wat hij dacht te zijn."
en half bezorgd dat zijn ezel misschien in het holst van de nacht weg zou lopen.
Maar... toen hij de volgende ochtend in alle vroegte weer buiten kwam, stonden Zijn we in weze,n niet allemaal adelaars, en lijden we desondanks onder de gedachte
alle ezels nog keurig bij hun paal, ook de tiende. Blij dat alles zo goed was afge­ kippen te zijn? Dus wie beantwoordt uiteindelijk de brieven van wie, en wie loopt hand in
lopen maakte de boer de negen ezels los, en wilde de kudde meenemen naar het hand met wie door Tao's tuin, fladderend of vliegend, gedachteloos?
veld om te gaan werken. Maar tot zijn verbazing weigerde ezel nummer tien ook
maar één poot te verzetten. Of hij ook trok of schreeuwde of de ezel een klap op Nu kan ik deze brief eindigen, Walter, want nu weet je waarom ik me heb laten verleiden, via.
zijn achterste gaf... het dier bleef stokstijf staan waar het stond. Toen dwaalden de brieven aan de kloosterzuster en de nieuwsgierigheid naar je leven, om Tao's tuin binnen
de ogen van de boer de richting uit van de boom, want hij begon bang te worden te ga.an en er vederlicht doorheen te dansen. Dankjewel dat ik mee mocht, en de uitnodiging
dat de monnik zijn ezel misschien had betoverd. De monnik zat er nog net zo, ligt er nu, in de vorm van dit boek, voor iedereen die wil, om ook met je mee te gaan.
onder dezelfde boom. Dus liep de boer naar hem toe, en vertelde wat er aan de
hand was. Waarop de monnik vroeg: 'Heb je die ezel wel losgemaakt van zijn Liefs
paal?' 'Nee, natuurlijk niet,' zei de boer, 'het beest zit toch helemaal niet vast?' Lucy
'Aha,' zei de sadhoe, 'zie je, jij weet dat de ezel niet vastzit en ook helemaal niet
vast heeft gezeten, maar de ezel zelf weet dat niet. Hij denkt nog steeds dat hij
aan een paal gebonden is!' Waarop de boer terugliep naar zijn ezel, net deed of
hij een touw losmaakte van de paal, en net deed alsof hij het touw weer van de
1

God is liefde
alter Keers leefde in een tijd
W
waarin internet nog onbekend was en de oosterse
bewustzijnsfilosofie nog slechts mondjesmaat tot het Westen was doorgedrongen. Hij
was vaak een vraagbaak voor paters en zusters die uit waren getreden of nog in het klooster
zaten. Zij worstelden met allerlei levensvragen en Walter gaf hen vol liefde en geduld antwoord
in brieven waarin hij schreef over de liefde en het verlangen naar liefde, herkenning, wonderen,
bidden, hoe de taal een obstakel vormt om te spreken over wat hij het Onvoorstelbare noemde.
Hij vertelde hen wat hij te vertellen had over de tijd, de zin van het leven en de stilte.
Zo schreef hij over Liefde:

"Wat wij wezenlijk zijn, is dit nederigste van alle nederige dingen, dat waarin alle
dingen verschijnen. Dat is het licht zelf. Niets is gewoner, gemener, alledaagser
dan dat licht; daarbuiten hebben wij nooit iets gekend. Liefde is het ontdekken
van mijzelf (het licht) in de ander; de herkenning van de Stilte die ik ben in de 23
ander. Dat is liefde. Liefde kun je niemand geven, liefde kun je niet ontvangen;
je kunt water geen natheid geven, want water is natheid. Niemand kan je ook Q
0
0.
liefde geven, niemand kan liefde van je ontvangen, je kunt alleen in jou liefde
herkennen en jij kunt in anderen liefde herkennen. Het ogenblik dat het gebeurt,
zijn er natuurlijk geen anderen meer, want je herkent inderdaad, in de meest
letterlijke zin, let wel, in de meest letterlijke zin: jezelf."

Kenmerkend voor Walter was dat hij vaak benadrukte dat de woorden 'liefde' en 'God' syno­
niemen zijn. Dat wordt ook vanuit de christelijke traditie erkend, maar hij probeerde vanuit
het christelijke concept dat God liefde is een brug te slaan naar de oosterse traditie waarin
hij geschoold was. Dat bleek moeilijk omdat hij moest opboksen tegen de talloze ideeën en
vooroordelen die zijn toehoorders vaker wel dan niet verhinderden te horen wat hij werkelijk
te zeggen had. Zijn woorden werden zo te gemakkelijk en vaak verkeerd geïnterpreteerd.
Het was misschien daarom dat hij in een van de nummers van zijn eigen tijdschrift Yoga
Advaita ooit een tekst opnam van een gesprek dat hij met twee kinderen had gehad. Hun
onbevooroordeelde geest nodigde hem uit om zijn onderricht in de helderste en meest
eenvoudige bewoordingen weer te geven. Het is een ontroerend betoog waarin hij zijn
liefde voor de liefde zonder poespas voor het voetlicht bracht.
De vraag van Robert, 9 jaar, en Jeroen, 7 jaar, was: Wat is God nou eigenlijk? hoe? Hij ziet er helemaal niet uit. Hij is zó groot dat er geen eind aan komt. Som­
mige mensen, Jezus trouwens ook, spreken over God alsof die een man is, een
"Misschien heb je dat woord of die naam, God, thuis gehoord, of misschien op vader, maar daarmee bedoelen ze niet een heel grote meneer die boven op een
school. De plaats waar het meest over God gesproken wordt is de kerk. Als de wolk zit of zo. Ze noemen dat Oneindige wel eens vader omdat ze zeggen dat
kerk een katholieke kerk is, heet de meneer die over God praat, speciaal op zon­ dat Oneindige net zo goed is als een echte vader, die ervoor zorgt dat de moeder
dagen, de pastoor. De pastoor is er elke dag, tenminste in grotere plaatsen, zoals en de kinderen genoeg te eten krijgen en iets om aan te trekken tegen de kou, en
waar jullie wonen. Maar speciaal op zondag gaan er meer mensen naar de kerk een kachel of zelfs centrale verwarming 's winters, en een goede school, en als het
om over God te horen praten dan door de week. Dan gaan de kinderen naar kan misschien ook nog fijne vakanties en een mooi cadeautje op je verjaardag.
school, en de grote mensen werken. Net zo gaat het als een kerk een protestantse Maar dat zijn wel allemaal fijne dingen waar een vader voor zorgt, dat is waar.
kerk heet, alleen heet de meneer dan niet pastoor maar dominee. Er zijn ook nog Toch is dat niet het enige, hoe belangrijk het ook allemaal is. Minstens net zo be­
een heleboel andere plaatsen waar mensen over God spreken of denken, en er langrijk is dat je vader je lief vindt, want anders ben je nog steeds niet gelukkig
zijn nog andere namen die de mensen dan geven aan de meneer of soms aan de met al die verwarming en cadeautjes en fijne vakanties. Er zijn een heleboel
dame die over God spreekt. En dan zijn er nog plaatsen waar mensen samen­ grote mensen die hun hele leven ongelukkig blijven omdat hun vader of hun
komen om met elkaar over God te spreken zonder dat daar een speciale meneer moeder hen niet lief vond. En wat is nu belangrijker: leven met een volle maag
IJ
:s
over God spreekt. Daar mag iedereen zeggen wat hij denkt of wat hij voelt. Een en veel leren op een goede school, maar toch heel verdrietig zijn aldoor, of iets
� heel bekende groep die zo doet heet de Quakers (wat je uitspreekt als 'kwekers'). minder in je maag en niet zo veel leren, maar een vader en een moeder hebben

:s Maar al die groepen, zoals we die in ons deel van de wereld kennen, zijn christe­ die van je houden? Als ik moet kiezen heb ik dat laatste veel liever!
J
J Nou, omdat de mensen die vroeger die boeken schreven, zoals de Bijbel,
nen - dat wil zeggen dat ze allemaal vinden dat je het beste kunt begrijpen wat
God is als je leest wat Christus vroeger gezegd heeft. Christus is eigenlijk een vonden dat een echte vader zijn kinderen erg lief vindt, zelfs al zijn ze vaak
titel die ze vroeger gegeven hebben aan Jezus, en die titel betekent zoiets als: ondeugend, daarom vonden ze dat nóg een reden om God ook een vader te 25
'De heel erg bijzondere' - letterlijk 'de gezalfde', en dat betekent weer ongeveer noemen. Want ze zeiden allemaal, christenen en joden en alle anderen, dat God
zoiets als iemand die voor een heel speciaal werk door God is uitgekozen. Maar heel erg veel van ons allemaal houdt. In het boek van de christenen, de Bijbel, Cl
0
u
heel veel christenen geloven dat Jezus een zoon van God was, en de meeste van staat ergens dat God liefde is. En liefde is: zeker weten dat je van iemand houdt,
hen denken dat Jezus de enige zoon van God was, al heeft Jezus zelf dat nooit dat je het fijn vindt als hij er is, en dat je graag iets voor hem doet of hem blij
gezegd. maakt met iets. Als je iemand lief vindt, als je van iemand houdt, wil je graag
Maar in andere delen van de wereld leven mensen die geen christenen zijn en dat die iemand blij is, gelukkig. En zo zeggen mensen van allerlei godsdiensten
toch in God geloven, of zelfs in het bestaan van een heleboel goden. En wat gelo­ dat God liefde is, en oneindig, en dat we daarom gelukkig blijven als we er maar
ven al deze mensen nu, de christenen en die vele anderen, zoals joden, hindoe's telkens weer aan denken dat die liefde die God is en die dus overal is, ook in ons
en mohammedanen? Zij geloven héél verschillende dingen, maar over één ding hart is. Want er is geen plekje, niet op de hele wereld en niet op de maan, niet op
zijn ze het geloof ik allemaal eens: dat onze wereld, onze aarde, en ook alle de zon en niet op de sterren, nergens, nergens, nergens, waar God niet is en waar
andere sterren en planeten van God afkomstig zijn. Hoe? Sommigen denken dat dus liefde niet is.
God de wereld en de hemel met sterren gemaakt heeft, zoals een timmerman Die liefde is dus overal, ook in jou en in mama en in papa en in mij, en in
een tafel en een kast en een dak kan maken. Anderen denken dat God meer iedereen, zelfs in heel vervelende mensen, in mensen die bijvoorbeeld dieren
zoiets als een bron is waar de dingen vanzelf uit voortkomen, maar dan een bron sarren. Hoe kan dat dan? Hoe kan iemand waar overal liefde in zit toch andere
die zo groot is dat alle sterren erin kunnen. Je zou dan misschien beter van een mensen plagen, of dieren? Dat komt doordat die mensen nooit aan die liefde
zee kunnen spreken, of van een oceaan. Hier denken allerlei mensen dus andere denken. Ze zijn de hele dag maar bezig met allemaal dingen te doen en aan
dingen over. Maar ze zijn het wel weer eens over hoe die Timmerman-God of die allemaal dingen te denken, behalve aan die liefde die in hen woont. En doordat
Bron-God of die Oceaan-God eruitziet, en hoe je er iets van kunt voelen. Weet je ze dat alsmaar door doen, vergeten ze na een poos helemaal die liefde.
kun je in haar ogen diezelfde warmte zien. Die warmte komt uit dat stukje
God-liefde dat in jou zit en uit dat stukje dat in mama zit. Het is de God-warmte
in jou en de God-warmte in mama die naar elkaar kijken, en die het heel fijn
vinden om die van elkaar te zien. Zouden we misschien mogen zeggen dat het
stukje God in Robert en het stukje God in Jeroen en het stukje God in papa en het
stukje God in mama naar elkaar kijken ... dus eigenlijk dat het is alsof God naar
zichzelf kijkt, door jullie ogen heen?"

Niet alleen in gesprekken en lezingen probeerde Walter anderen duidelijk te maken wat hij
bedoelde als hij zei dat God liefde is. Ook in de artikelen die hij schreef kwam dat onderwerp
vaak aan de orde.
In het door hemzelf samengestelde tijdschrift Yoga Advaita staat een artikel dat zich goed
leent als inleiding voor zijn brieven aan de kloosterzuster. Hij schrijft hierin over het hart, het
begrijpen en de liefde.

"Waar uw schat is, daar zal uw hart zijn. Wanneer het hart daar niet bij betrokken
is, dan is het nog niet voldoende geïntegreerd in ons. Het hart zal bepalen in welk
Als jullie ruzie hebben, dan denkt Robert een paar minuten: 'Wat is die Jeroen tempo wij de waarheid realiseren en niet het verstand. Het verstand kan een
een rotjong!', en dan denkt Jeroen een paar minuten: 'Wat is die Robert een geweldig goede aanloop zijn, maar het hart heeft de grote bevrijdende werking.
�6 rotjong!' Maar dat is helemaal niet erg. Alle kinderen en alle grote mensen Het gevoel, het gemoed, heeft een geweldig reinigende werking. iedere keer dat 27
hebben wel eens ruzie met elkaar. Dat gaat weer over, en na een half uur zijn ze het gevoel naar boven komt, gaat er een stuk van de persoonlijkheid verloren.
weer samen aan het spelen of aan het werken. Maar stel je eens voor dat we een De relatie die er kan ontstaan tussen twee mensen, waarvan de ene onom­
paar honderd jaar geleden leefden, en dat papa en mama geen geld hadden en stotelijk weet dat de persoonlijkheid niet bestaat en dat hij het absolute is, en lïï
in een heel arm Land leefden, en dat er nu plotseling een hoop sterke mannen degene die dat nog niet helemaal weet en die daar gedachten en twijfels bij heeft,
kwamen en die namen Robert mee of ze namen Jeroen mee, om die als slaaf te kan er uiteindelijk toe leiden dat ook hij zijn kettingen verbreekt. Die relatie is er
verkopen, zodat je hem nooit meer zou zien, je hele leven niet. Wat zou je dat nooit van filosoof tot leerling, die relatie is altijd een liefdesrelatie. Het begrijpen
verschrikkelijk vinden! Zie je wat dat betekent? Dat je het geweldig fijn vindt dat van deze dingen vindt niet plaats in de hersenen, want het denken is slechts een
je broertje er is, ook al heb je soms wel eens ruzie. Je zou hem toch niet kwijt serie beelden en woorden, naam en vorm. Hoe kan een naam, hoe kan een woord
willen. En dat is iets wat je heel zeker weet, als je even diep in je hart voelt. Nou, iets begrijpen? Hoe kan een vorm iets begrijpen? Het begrijpen vindt plaats op een
dat is wat die oude boeken 'liefde' noemen. Het fijn vinden dat iemand bestaat heel ander niveau. Het begrijpen vindt plaats door de woorden heen, door de
en dat je ermee kunt spelen en praten of werken of uitgaan. En als je die liefde vormen heen. Het vindt in feite plaats in stilte. Begrijpen is door de woorden
nu af en toe eens voelt? Zou je dan niet kunnen zeggen dat je heel even iets van heen gaan, met de woorden oplossen in stilte, in die eenheid die er tussen twee
God voelt? Want die is overal en die is liefde. Dus als je even die Liefde voelt, dan mensen ontstaat. Dat is liefde.
voel je eigenlijk heel even God in jezelf: de bron waar je zelf elke morgen weer Je moet ook nooit denken dat de liefde een dualistisch iets is. Wij denken
uit voortkomt, en alle andere mensen en alle dingen ook. Het kan een enkele altijd: A houdt van B, dus dat is een dualistische relatie. Wat is de liefde? Er was
keer wel eens gebeuren dat je een heel prettig en warm gevoel krijgt als je naar A, en er was B, en die twee hebben zich opgelost in één, en dat is de liefde. Liefde
iemand kijkt, bijvoorbeeld naar mama. Dat is dan ook aan je te zien: die warmte is dat wat de ogenschijnlijke dualiteit wegvaagt. Het is de eenheid die overblijft,
lijkt wel door je ogen naar buiten te stralen. En dan kijkt mama naar jou, en dan wanneer de schijnpluraliteit verdwijnt.
Zo gaat ook het begrijpen. Eerst klopt men bij iemand aan, want er wordt iets voor religie heeft, weet dat ook. Het is de vloek van onze maatschappij dat van
gezocht, men begrijpt iets niet. Daar ontstaat een gesprek, er ontstaat een relatie de liefde altijd iets sentimenteels is gemaakt."
totdat men die eenheid bereikt heeft waarin geen woorden meer nodig zijn. Dat
is het werkelijke begrijpen. Dat is de eenheid. Heeft men eenmaal de eenheid
bereikt met één 'persoon', dan is het werk gedaan, dan heeft men ook de eenheid Ook in antwoord op de brieven van de kloosterzuster schrijft Walter over liefde, relaties en de
met alles bereikt. Als men de eenheid met een persoon bereikt, dan betekent dit zin van het Leven. Wat de kloosterzuster precies in haar brieven aan hem schrijft of vraagt is
dat de kettingen weg zijn. Anders kan men geen eenheid met de ander bereiken. niet zozeer van belang. Het gaàt vooral om zijn antwoorden. Jouw vraag is haar vraag, haar
Maar men kan die eenheid nooit bereiken met een ander als persoonlijkheid, als vraag is jouw vraag. Voor wie geen vraag heeft: ontdek je vraag in zijn antwoord. Hij zou er
karakter, als mens, dat wil zeggen, als manifest wezen zullen we altijd anders waarschijnlijk zelf over zeggen dat het uiteindelijk Walter is die aan zichzelf schrijft.
Rarnana Mahrlrshi
blijven, hebben we een andere smaak, hebben we een andere opvoeding, zien Hieronder de acht brieven die hij eind jaren zeventig, begin jaren tachtig schreef aan een
we er anders uit, hebben we andere verlangens: de een houdt van aardbeien, de kloosterzuster.
ander van kersen. Dat doet er allemaal niet toe. Alles wat niet inherent is, speelt
daar niet meer mee. Maar wat overblijft, dat is die eenheid. Eigenlijk is het nog
meer dan de liefde zelf. Bij liefde voelen we nog een manifestatie, hoe goed en
hoe aantrekkelijk die ook is. Bij deze eenheid ga ik nog dieper, daar ga ik naar
dat wat nog wezenlijker is dan de Liefde. Goed, ik wil over het woord niet strijden,
ik wil het best Liefde noemen; het doet er allemaal niet toe. Die liefde is de grote
reinigende factor, de grote drijvende kracht die ons in staat stelt om de persoon­
lijkheid weg te gooien als iets beperkts, iets wat ongewenst is. Als je dat voelt als
�8 een fort dat je moet verdedigen dan kom je er niet. Maar wan neer je lief kunt 29
hebben, wanneer dit opkomt, dan is het een vreugde.
Ik herinner mij de eerste keer dat ik een groot man ontmoette. Dat was Gl
0
0.
Ramana Maharshi, en ik dacht dat dit mijn goeroe zou worden, wat achteraf

gezien niet zo was. Maar deze man straalde als een zon; zozeer dat men hem
niet eerst in de ogen kon kijken. iedere ochtend weer als ik daarheen ging begon
ik met naar z'n voeten te kijken en langzamerhand verder omhoog tot ik in zijn
ogen keek. Hij wekte dat op, die letterlijk grenzeloze liefde. En toen ontdekte ik
dat er een sadhana in mij ontstond, die ik daarvoor niet kende, een sadhana van
overgave. Dat ging allemaal telepathisch, hij wist wat ik dacht en ik wist wat hij
dacht. En ik zei dus: take it away neem het allemaal weg, al mijn verlangens, mijn
angsten, neem het allemaal weg. Begrijp je, dat is de kracht van de liefde. Dan
zoek je de eenwording met de waarheid, dan heb je niets meer te verdedigen,
dan kun je het makkelijk laten vallen. Als je het alleen met je hoofd moet doen,
dan is het een werk van jaren zwoegen en denken en ploeteren en meer boeken
lezen en analyseren. Wat het hart kan doen in één minuut, daar heeft het hoofd
tien jaar voor nodig. En het hart doet het ook nog moeiteloos, dat is het mooie
ervan. Het is niet voor niets dat alle godsdiensten ter wereld de nadruk leggen
op de liefde. Dat alle godsdiensten zeggen dat God liefde is. iedereen die gevoel
beeld mag gebruiken van de golven en het water: eerst denken we dat we een golf God is. Het probleem ligt misschien in het feit dat we het woord 'liefde' ook gebruiken
zljn die speelt en vecht met de buurgolven. Dan wordt onze aandacht gevestigd op voor gevoelens en emoties. Maar zomin als God een emotie is, zomin is de liefde aan
het feit dat we niets dan water zljn, en als dat water steeds meer aandacht krljgt, de bron van ons bestaan dat. Uit die liefde komen alle dingen voort. Volgens de huidige
ontdekken we ten slotte overal water. Het is, in deze analogie, alsof we 100 meter wetenschap bestaat de wereld uit energie. Waar die vandaan komt weten de geleerden
onder de oppervlakte komen, en ontdekken dat alle bewegingen water zjjn, niets niet. Ik wel: energie komt voort uit liefde. Wie zichzelf wil verliezen, biedt daarmee de
dan water (alle psychische bewegingen zoeken liefde en verzetten zich tegen liefdes· liefde gelegenheid om alleenheerser te worden, en wie liefheeft (wie enkel aanwezig
verlies). Dan kljken we nog eens omhoog, naar die golven 100 meter boven ons, en we is als liefde) ziet uit zijn hart een tomeloze energie oprijzen en herkent zichzelf (als
ontdekken dat het niet de ene golf is die met de andere speelt of vecht (dat blijkt een liefde) in ieder wezen, 'levend' of 'dood'.
oppervlakkig standpunt) maar dat het water met zichzelf spreekt en speelt en vecht.
Precies zo ontdekken we na een diepgaand onderzoek in alle helderheid dat ieder Terugkomend op het bidden: wie dingen als de bovenstaande begint te ontwaren,
mens niets anders is dan liefde op zoek naar zichzelf De liefde in ons zoeken is telefoneert niet meer met het hemelse warenhuis, maar luistert en kljkt naar de
Gods alomtegenwoordigheid, Gods genade, of hoe we het maar willen noemen. miljoenen manieren waarop het Licht zichzelf 'vertaalt' in een kosmische symfonie,
in een opeenvolging van mirakelen, waar de grasspriet een even groot, onbegrijpelijk
De puinhoop, die geleidelljk aan verdwljnt, maar die we wel eerst in onszelf ontdekken, en verbljsterend mirakel is als een aartsengel, want in - of beter: als - liefde zien we
is ontstaan doordat we zijn gaan geloven dat er zoiets bestaat als een mens, een 'ik', alle dingen als liefde, en is het onmiddellljk duidelijk dat alles een mirakel is, het
buiten Gods alomtegenwoordigheid. Wat was er voordat God de wereld schiep? Toen een niet groter dan het ander, omdat er ten aanzien van het woord 'onbegrijpelijk'
was er alleen God. Waaruit schiep Hij dan de wereld? Uit de liefde die Hij is - er was geen vergrotende en overtreffende trap bestaat.
en is geen ander 'materiaal' voorhanden, ook geen 'niets' waaruit Hij ons en alle
andere dingen zou hebben kunnen maken, want in Gods alomtegenwoordig Licht is Hoe meer wij ons bewust worden van het feit dat God niet 'boven de wolken' woont
32 er geen 'niets' er zljn geen gaten. maar ons hele leven lang dichterbij is dan ons eigen ik-gevoel, hoe dieper wij leren 33
luisteren. Bidden wordt dan niets anders dan verbljsterd luisteren. En dat is denk ik
Wat wij wezenlijk zljn ia liefde, en liefde is iets onvoorstelbaars. Ook God is onvoorstel· de meditatie waar de Maharshi op doelde: niet het gebruikelijke mediteren van een
baar. Zo zijn we doorlopend op zoek naar dit ene Onvoorstelbare dat God is en dat wij 'ik' hier op 'God' (of een mantra of wat dan ook) dáár. Zolang er in het mediteren nog

zelf zijn, voorbij elk 'ik', voorbij de beperkingen die ons denken en voelen projecteren. een 'ik' zit die mediteert, is het geen echt mediteren.

De Heidelbergse catechismus zegt dat er van dit 'beeld en gelljkenis Gods' nog 'enkele De openingswoorden van Selma LagerlOfs Christuslegenden zijn een aanhaling van
vonkskens' over zijn in ons hart. In werkelijkheid is het net omgekeerd: dit 'ons', waar haar grootmoeder, die zei: "Het enige dat we nodig hebben zijn ogen die Gods heer·
we onszelf voor aanzien, is niets anders dan een geheugenproduct, een meestal wazig lijkheid kunnen zien." Dat zijn de 'ogen van het hart'. Dat zien, door die ogen, is het
idee dat we van onszelf hebben en bijvoorbeeld onze 'persoonlijkheid' noemen. Maar echte bidden, het echte mediteren, het echte luisteren. Al die activiteiten worden
in het 'ogenblik' (dat in feite tijdloos is en daarom geen ogenblik) waarin we alleen omgevormd tot één enkel stil zijn in verwondering. Je ontdekt op een gegeven ogen­
aanwezig zijn als liefde, vallen alle grenzen weg. De knecht van de slager op de hoek blik dat je eigen ego waar je zo het land aan had, niets anders was, achteraf, dan je
is verliefd - en dat betekent dat hij wel iedere klant zou willen omhelzen en elke verblinde zoeken naar liefde en je angst om die kwijt te raken.
boom in het bos. In die drang herken je het kosmische aspect van de liefde, die niet
'enkele vonkskens' behelst, maar die, als we haar durven te zien en de kans durven Maar als je ontdekt dat je liefde nooit kwijt kunt raken omdat ze alomtegenwoordig
te geven, het heelal blijkt te vullen. is, dan verdwljnt die angst, en daarmee wordt het ego overbodig. Daardoor verdwijnt
het, niet door een beslUit om het af te schaffen, want ook dat besluit, ook de vroom·
Theologen die uiteraard volmondig toe zullen geven dat God liefde is, hebben er ste besluiten, worden genomen door een 'ik'. Maar in het aanwezig-zijn als liefde of
altijd de grootste moeite mee om te zien dat je dit ook om kunt keren, en dat liefde als luisteren of als diepe stilte is geen 'ik' meer aanwezig. We zijn er wel, maar niet

-3- -4 -
meer als een persoon die iets Wil. Het is Gods aanwezigheid in ons die zijn eigen Wie een keer gezien heeft dat wij liefde zijn, of genade, of hoe men het ook wil noemen,
wonderbaarlijkheid herkent. gaat daarna aan de gang om de obstakels uit de weg te ruimen die verhinderen dat
dat doorlopend bewust gezien wordt. Hij laat dan alles los om te ontdekken wat de
Wat mij onderscheidt van een ander? Als 'ik' ben ik elk ogenblik anders: een lieve ik, naaktheid is die toegang geeft tot wat er achter de enge poort ligt: niets meer bezit­
een boze ik, een bange ik, een verlangende ik, een schoenpoetsende ik, een etende ik, ten, op de eerste plaats geen opinies meer, geen idee dat er een 'ik' is dat e.e.a. begrepen
een wakende ik, een dromende ik er zijn nooit twee ikken gelijk, zoals die in de loop heeft. We worden, om een boeddhistisch beeld te gebruiken, als een spiegel waarin de
van de dag als voorstellingen van onszelf naar boven komen. Een geprojecteerd 'ik' is wereld (in de eerste plaats het eigen lichaam) verschijnt en weer verdwijnt. De spiegel
altijd weer anders dan zijn voorgangers en opvolgers. Zo is er in mij niets permanents is geen eigenaar van wat dan ook, hij houdt niets vast, geen enkel beeld, geen enkele
dat ik echt met anderen kan vergelijken. Ook die zijn steeds anders, en dat geldt voor gedachte. Nee, hij biedt alleen plaats aan het ene beeld na het andere. Punt.
de hele schepping. Daarom is in zekere zin ieder mens als verschijningsvorm anders
dan anderen en anders dan 'zichzelf, enkele ogenblikken geleden. Permanent is alleen Zo ook ontdekken wij tegen het 'eind van de reis' dat in ons aanwezig-zijn-als-liefde
Gods aanwezigheid in ons, waaruit het liefdesgevoel en een onmetelijke hoeveelheid alle dingen verschijnen en snel weer verdwijnen. Het enige wat overblijft is de spiegel,
energie oprijzen. de aanwezigheid, de liefde. (Geloof en hoop hebben we dan allang achter ons gelaten,
die zijn alleen nuttig of nodig zolang we Gods aanwezigheid in elke atoom nog niet
Het verschil tussen bewust zijn en zomaar zijn bestaat alleen zolang ik mezelf aanzie hebben ontdekt.)
voor een persoon, een beeld. Dat beeld bestaat grotendeels uit geheugen. In de diepe
slaap bijvoorbeeld zijn wij aanwezig als bewustzijn, maar noch het lichaam uit de Ten slotte: Jezus' messiaanse boodschap is, wat mij betreft, zijn verwijzing dat het
waaktoestand, noch een of ander lichaam waar we ons in de droom mee vereenzel­ koninkrijk niet ligt in vasten en goede werken en het tot in de absurdste details
Vigen, noch ook gedachten of gevoelens en dus het geheugen uit de wakkere toestand uitvoeren van allerlei wetten (zoals sommige geestelijken uit die tijd Wilden), maar
�4 weten dat er in de diepe slaap niets was - niets wat herinnerd kan worden, dus niets, dat het in ons te Vinden is als we maar kijken met de directheid en onschuld van 35
gezien vanuit het standpunt van het geheugen. Maar in feite waren wij daar aanwezig kinderen.
als een oceaan van vrede.
Dus ook de theoloog in ons en de filosoof en de vrome en de naar God verlangende
"De Vader die in mij is, enzovoorts" uit de teksten in uw brief, lees ik als 'de liefde die zijn nog, ten slotte, bezittingen die we laten vallen. Geen theoloog kan God begrijpen,
in mij is'. Wie de liefde gezien heeft, heeft God gezien. Liefde is nooit 'mijn' liefde, geen vrome, geen verlangende. Deze laatste vormt misschien wel het laatste obsta­
want liefde is onmetelijk, en het 'ik' is minuscuul. 'Mijn' liefde is als de golf die de kel: zolang ik ernaar verlang God te Vinden stel ik me op als iemand die in zekere
oceaan zijn eigendom zou noemen - lachwekkend. zin buiten God staat. En zo'n wezen kan niet bestaan.

De positie van de wijnstok en de loten (verkeerd vertaald als 'ranken', d.w.z. de grijper­ Met heel hartelijke groet,
tjes waarmee de wijnplant zich vasthoudt aan zijn omgeVing, en waar nooit vruchten W.K.
aan komen) is in India die van de goeroe en zijn discipelen. Voor de goeroe zijn er
geen leerlingen: hij ziet alles en iedereen als de liefde zelf, als de liefde die hij zelf is;
met andere woorden, hij ziet 'zijn' lichaam en 'zijn' leerlingen als niets anders dan
bewegingen van de liefde zelf. zo is de tekst "blijft in deze, mijne liefde" verwarrend
in zijn taalgebruik: ook voor Jezus was er geen 'mijn' liefde. Hij wist zo zeker als de
dag volgt op de nacht dat Hij niets had: zie zijn verhalen over de enge poort, de
kameel en het oog van de naald, de parel van grote waarde, de graankorrel die moet
sterven. Hij komt er steeds weer op terug.

- 5 - - 6 -
Brief 2 (Toen ik ongeveer 21 jaar oud was, 'overkwam' me een dergelijke situatie, samen met
een vriend waarmee ik een boek over oude Perzische mystieke dichters aan het
lezen was. We waren plotseling 'in het paradijs' - maar de volgende dagen kwam ik
Amsterdam, 6 februari 1979 weer met mijn achterste op de keien terecht, wilde uiteraard weer die hemelse toe­
stand vinden, slaagde daar niet in, en raakte zo in een verschrikkelijke depressie.
Pas jaren later werd me uitgelegd dat uitgerekend dat 'ik' dat terug wilde naar het
Zeer Geachte Zuster, 'paradijs' HET obstakel was.)

u schrijft:
Met uw brieven ben ik vast net zo blij als u blijkbaar met de mijne. Hoe het in de
kloosters staat weet ik niet, maar in het dagelijkse leven in wat we 'de maatschappij' "Is het de werking van het gebed? Zelfs Henriêtte Roland Holst, misschien een heel
noemen is het zeldzaam om iemand tegen te komen die echt serieus is, en zich wil religieuze vrouw in de humanistische zin van het woord, maar zeker niet in de kerkelijke,
geven. Meestal willen we nemen, ook 'op hoog niveau', dat wil zeggen dat we filosofi­ heeft een gedicht geschreven waarin ze ongeveer schrijft (ik citeer uit het hoofd na
sche en geestelijke inlichtingen verzamelen, daarvan genieten, maar er niet genoeg ongeveer 30 jaar): Gedenk mij in uw gebeden/Gebeden hebben kracht/Zij komen als
mee doen om tot het inzicht te komen dat echte liefde het totale geven is van jezelf stralen gegleden/Door de donkre nacht."
- of tenminste de bereidheid daartoe.
Wanneer het gebed zo is als u aangeeft: het brengen van bepaalde dingen in het
U schrijft: Licht van het Licht Zelf, om ze daar dan te laten zonder recept voor de behandeling,
dan kunnen er wonderen gebeuren. Wonderen (en ik bedoel daarmee helemaal niet
�6 "".mijn liefde voor God kan soms zo groot zijn dat ik er onrustig van word omdat ik noodzakelijkerwijs het wandelen op water of het genezen van zieken, maar ik sluit 37
Hem niet kan bereiken.Wie zo liefheeft, weet - als ervaring, niet als theorie - dat niets uit) gebeuren niet door iemand die erg gelovig is, maar wanneer er dingen in
liefde iets universeels is.Wanneer u met uw hele wezen liefheeft, is er geen 'ik' meer het Licht gebracht worden. Het Licht doorschijnt dan alles, en ons toelaten daarvan Q
0
P.
dat liefheeft; u bent dan, met andere woorden, niet meer aanwezig als een ik, in dit neemt alle obstakels weg voor de zogenaamde wonderen (die tenslotte niets anders
geval als een liefhebbend ik, maar u bent dan enkel aanwezig als liefde. Die liefde zijn dan het herstellen van de Harmonische 'Goddelijke' Evenwichtstoestand). Echte
dringt ons, nee, dwingt ons, alles en allen lief te hebben. Op zo'n moment kunt u wonderdoeners zijn dat alleen in de ogen van anderen; heel dikwijls merken zij er
niemand haten, ook al zou u dat misschien op andere ogenblikken wel kunnen. Op zelf niets van, en horen ze alleen van iemand: Hé, sinds jij me een hand gaf is mijn
zo'n 'moment' voelt u de drang iedere boom in de tuin te strelen, een steen tegen uw migraine verdwenen, of iets dergelijks.
wang te drukken, enzovoorts. Dat is niet omdat er dan een 'ik' is dat nu veel heiliger
is geworden - dit is, heel simpel, de aard van de liefde. U vraagt: hoe bereikt 't gebed een mens op duizenden kilometers afstand? Afstand

bestaat alleen als we ons opstellen als lichaam. De deur van deze kamer bevindt zich
Liefde is God, als we met 'liefde' niet een voorbijgaand sentiment bedoelen. Wat er op een afstand van vier stappen van de plek waar mijn lichaam zich nu bevindt.
dus in feite 'gebeurt' is dat God zichzelf liefheeft op de plek genaamd". Duizend kilometer is 'een heleboel stappen, een miljoen of zo'. Maar al op het niveau
van het denken bevindt alles zich in ons: elke voorstelling, elk woord, bevindt zich
Zolang u de idee hebt dat u als persoon lief kunt hebben, komt daar onvermijdelijk in ons, is een beweging in het bewustzijn. Op dat niveau is ook afstand een gedachte
de idee uit voort dat u Hem niet kunt benaderen. Maar in feite was Hij het die de binnen dit bewustzijn. En als we ons opstellen (onjuiste term!) als dat waarin gedachten
hele plek vervulde en verlichtte die men". noemt. Op zo'n ogenblik hebt u niet de en begrippen verschijnen en weer verdwijnen, als dat wat er altijd is, ook wanneer er
idee dat u Hem niet kunt bereiken - dat komt pas later - even later of veel later." geen waarnemingen zijn, dan bestaat er geen afstand meer en ook geen 'ander'. Dan
zün we alleen maar het Licht waaruit de dingen die we 'ik' noemen bestaan, en de

- 1 - - 2 -
dingen die we 'anderen' noemen. Het Onbenoembare, het Onvoorstelbare, de Liefde, 'ik', een bepaalde voorstelling of een lichaam of een reflex. Maar we zijn ook aanwezig
is aanwezig in elke beweging als Dat waar het in verschijnt, immanent. De afstand als die voorstelling of die reflex enzovoorts er niet zijn.
tussen 'mij' en 'de ander' bestaat alleen op het niveau van het lichaam of begrippen,
niet in wezen. Zoals het Licht Zichzelf liefheeft wanneer wij beweren dat er een 'ik' is "... en het lijkt me dat men pas na jaren mediteren op de vraag 'Wie ben ik?' tot het
dat van een 'jou' houdt, zo zou je kunnen zeggen, analoog, dat het Licht van Zichzelf Grote Ervaren kan komen... ". Het Grote Ervaren is er altijd. Denken en voelen en het
houdt terwijl wij beweren dat er een 'ik' is dat voor een 'ander' bidt. Maar als dat geheugen projecteren in hun onmetelijkheid een bepaald begrensd gebied, steeds
bidden echt bidden is, bestaat het niet uit het opgeven van een boodschappenlijstje, wisselend, dat op bepaaldê ogenblikken 'ik' wordt genoemd en als 'ik' wordt beleefd.
maar uit het confronteren van wat ogenschijnlijk duister is met het Licht dat in en Door te zien dat we niet die steeds wisselende ik-dingen zijn verdwijnt het gevoel dat
uit en door ons schijnt. we die zijn, en opeens ontwaken we dan als Onmetelijkheid - een woord dat ook nog
een beeld suggereert, helaas.
Als u even de tijd neemt om na te gaan hoeveel oorzaken er nodig zijn geweest om
u op dit ogenblik op de plek te brengen waar u bent met deze brief in de hand, dan De herkenning van wat men is, is onmiddellijk, vindt in één oogwenk plaats, als een
zult u al gauw zien dat dit aantal onbeperkt is. De Romeinse bezetting van Palestina landschap dat men plotseling in een zomernacht ziet in het licht van een bliksem­
en de benoeming van Pilatus door de keizer is er één van, en ook die situatie bestaat straal. Is het gezien (niet door een 'ik') dan kan uit gewoonte nog de idee van een
weer uit miljarden factoren. Doorrekenend komen we uit bij de conclusie dat alle ik-als-persoon e.d. opkomen, maar dan is het heel eenvoudig om dat onmiddellijk te
dingen samenhangen met alle dingen, dat elk ding de oorzaak is van elk ander ding doorzien. Ten slotte verliest het woord elke inhoud, ook al blijft men het gebruiken
- er is een geheel, een kosmos, waarin alle dingen alle andere dingen beïnvloeden. (het wordt wat vervelend als we bij wie het horen wil aankondigen dat 'dit lichaam
Met andere woorden, als we zeggen dat de ene situatie de andere heeft veroorzaakt, moe is' of 'deze maag hongerig voelt' enzovoorts. Op willen vallen is er uiteraard niet
kijken we maar oppervlakkig. Het hele heelal is als één groot horloge, waarin alle bij. Ten slotte heeft de verlichte niets anders ontdekt dan dat wat nog gewoner is dan
18 dingen samenhangen met alle andere dingen. het stof langs de weg. 39

Met de uitspraak van Antonius - dat men niet bidt zolang men weet dat men bidt - Kortom, na de grote Herkenning kan er een tijd volgen waarin de gewoonte-ikken
ben ik het volmaakt eens. Wanneer men gelukkig is, en dan denkt: 'nu ben ik geluk­ nog even hier en daar doorzien moeten worden; pas wanneer in alle hoeken en gaten
'
kig', dan is het Geluk alweer weg. In volledige overgave is er geen plaats voor een 'ik' elk ik-gevoel en elk idee van mij en mijn is verdwenen, is er ononderbroken vrede. rï:ï
c:
om te aanbidden: dan is 'de plek die met mijn naam wordt aangeduid' zelf een gebed Mijn leermeester zei: "Je moet zo lang mogelijk blijven kijken tot je uitkomt bij een r1)

geworden, een schepping ter ere van het Onvoorstelbare. Als ergens in het Oude Ervaring die geen spoor van verandering meer kent." Dat is De Ervaring die je bent
Testament staat dat God de schepping voor zijn eigen eer schiep, betekent dat weer - het beeld Gods. Dan is uiteraard niets meer nodig.
hetzelfde: liefde die van zichzelf houdt in alles en allen. Verlicht zijn is niets meer en
niets minder dan niet langer gerdentificeerd te zijn met een bepaald lichaam of een Trouwens: meditatie en concentratie zijn ook niet nodig. Het gaat om de onmiddellijke
(als persoonlijk gedachte en beleefde) geest. herkenning van wat ik NU ben. Op dit ogenblik ben ik de waarnemer van deze woorden.
Dat is het. Op dit ogenblik ben ik de waarnemer van deze gedachten. Punt. Op dit
U schrijft: ogenblik ben ik de waarnemer van dit gevoel. Punt. Dit waarnemen, dit kennen,
gebeurt onmiddellijk en volkomen moeiteloos. We kunnen het niet bereiken, want we
"... is het heel moeilijk zich te bevrijden van het ego". Dat is zelfs onmogelijk, want z.ijn het. Het nota nemen van dit feit is de deur tot het loskomen uit de identificatie
het ego zelf zou dat dan willen, en het ego kan zich niet van zichzelf ontdoen. Het met steeds andere dingen die we als 'ik' beleven.
idee dat er echt zoiets bestaat als een ego verdwijnt geleidelijk aan wanneer men
doorziet dat het uitsluitend in onze - beter: in de - fantasie bestaat. We noemen iets Eckharts uitspraak: "Een vlieg in zijn essentie is meer dan God in al zijn schepping"
wil zeggen: de Essentie van alle schepselen is de alomtegenwoordigheid van het

- 3 -
- 4 -
Onvoorstelbare. Met andere woorden, met 'essentie' bedoelt Eck.hart God zoals die wereld omver - dan is het maar een klein stapje om te denken datje de nieuwe ver­
wezenlijk is. Maar God en de schepping zijn in de regel voor ons waargenomen, voor­ schijning van Jezus bent. Er zijn zo in de loop der eeuwen heel wat nieuwe Jezussen
gestelde dingen. God als voorstelling (bjjvoorbeeld als Schepper) maakt deel uit van opgestaan... Lou plakte daarbij het intuïtieve weten onsterfelijk te zljn op zijn lichaam,
de schepping, namelijk als beeld in mljn hoofd, en is zo op zijn hoogst een verheven en verkondigde dat hij (als Lou ex-palingboer) nooit zou sterven. Helaas, helaas, zo'n
gedachte of een nobel gevoel. In feite is 'Hij' onvoorstelbaar, onvoelbaar, alomtegen­ kleine 10jaar geleden was het afgelopen met Lou-als-meneer.
woordig.

Zo moet men steeds zien bij welk niveau iets hoort. Wij zijn sterfelijk als verschijnse-
In het kennen is geen groei. De gedachte 'Nu ga ik een boterham eten' verschijnt in len in tijd en ruimte, onsterfelijk als dit Weten waarin elke ochtend tijd en ruimte
hetzelfde kennen als de gedachte 'God' of bijvoorbeeld elke zintuiglljke waarneming. verschijnen.
Het Kennen, het Weten, is een ander woord voor het Onvoorstelbare. Op een bepaald
niveau, met medewerking van het geheugen, kunnen we van objecten die in het Nog zo een van theologen: dat eeuwigheid een oneindige keten van tijd zou zijn.
Kennen verschijnen zeggen dat ze groeien. Maar het Kennen is hetzelfde, in ieder Zoiets zal vast en zeker niet bij een van de genoemden te vinden zijn. Ik zou me voor
mens, tot en met de idioot. kunnen stellen dat je dit in een of ander hindoegeschrift zou kunnen vinden, maar
in dat geval weet de eerste de beste pandit dat dat literatuur is, een dichterl.ljke
De meeste theologen zijn profeten die brood eten - men moet op een gegeven ogen­ weergave van wat niet kan worden weergegeven. En dat is een groot probleem zonder
blik het lef hebben om in te durven zien dat 99% van de theologen alleen maar zo'n traditie achterje. We praten over God en waarheid en vrijheid, maar we weten
babbelen over hun eigen projecties. In het beste geval praten ze bonafide he1ligen niet wat die woorden betekenen. Vandaar dat zovelen derailleren, ook mensen die
na, zonder echter de woorden van die mensen te begrijpen, want die woorden dekken een heilig leven leiden.
geen lading meer, boven een bepaald niveau, maar zijn enkel ANWB-borden die ver­
0 wijzen naar het Onvoorstelbare. Voor 99% van de theologen is God een voorstelling Moreel kwaad. Goed is watje gevoel van gescheidenheid, ik-heid, laat verdwijnen; 41
van het Onvoorstelbare, en zo komen ze tot allerlei uitspraken over het leven na de kwaad is dat watje schijn-ik versterkt. Sri Nisargadatta zegt iets uiterst simpels en
dood enzovoorts. Er is alleen een leven na de dood zolang ik sterfelijk ben. Als golf tegelijk zeer diepzinnigs: goed is dat watje blij maakt. (Het zou typerend zijn voor de G)
0
Q.
heb ik een leven van enkele ogenblikken; als water ben ik eeuwig, en is het woord calvinistische kringen waar ik uit voortkom om te zeggen: 0, neem veel mensen en
'dood' een klank zonder enige betekenis, net zoiets als de woorden 'niets' of 'abstract ze verheugen zich in het kwaad! Maar dat is larie. Kwaad en egoïsme in welke vorm
denken'. Allemaal droog water. Dat is allemaal heel iets anders dan Eck.hart, Theresa ook kanje een tijdelijk gevoel van voldoening geven, maar het kanje nooit blij
van Avila, de Karmel enzovoorts, bij wie men in één oogopslag ziet dat er sprake is maken. Egolsme en blijdschap sluiten elkaar uit).
van een authentieke beleving.
Heel hartelijk gegroet,
Maar ook die is niet genoeg. Ik heb ooit een verslag gelezen van de destijds roem­ Wolter Keers
ruchte Lou de Palingboer, en wat er met hem was gebeurd. Ik wil er mijn hand voor
in het vuur steken dat zijn ervaring echt was, maar omdat hij geen toegang had tot
een authentieke traditie derailleerde hij bijna even snel als zijn ervaring zelf kwam
en ging.

Ik kan me dat ook best voorstellen. Misschien was het mlj net zo vergaan als ik niet
dejuiste wegwijzers had ontmoet. In die orthodox-protestantse omgeving van een
vissersdorp als dat van Lou wéétjeje heel zeker opgenomen 'in Gods schoot',je wéét
dan heel zeker datje een kind Gods bent, en zo'n ervaring kegelt de hele rest van de

- 5 -
- 6 -
Brief 3 van zichzelf, en dat het zelfs geen min of meer duurzame entiteit is, maar een ge­
dachteflits die af en toe even door ons hemeltje suist. En met die ontdekking blijkt
in diezelfde seconde dat daarom alle problemen schijnproblemen waren: dat we een
Augustus 1979 dier wilden verzorgen dat helemaal niet bestond, en op zoek waren naar een schat
die we helemaal niet kwjjt waren.

Zeer Geachte Zuster, U schrijft:

"Het eigenaardige is dat het verlangen (naar de ervaring van Gods eenheid) steeds
Het kan wel niet anders of ik ben zo blij met uw brieven als u blijkbaar met de mljne. groter wordt, en ik tegelijkertijd besef dat dit krampachtige verlangen de verwezen­
lijking blokkeert."
Wanneer - zoals u schrijft - er verschil van opvatting bestaat onder theologen of
onder religieuze mensen in het algemeen, dan ligt dat altijd aan één enkele oorzaak: In de praktijk van ons 'geestelijk leven' (wat een kreet".) hoeven we ons daar niets
dat ze hun ideeên aanzien voor de waarheid, of althans voor een gedeelte daarvan. van aan te trekken. Als we serieus zijn kunnen we niet aan dat verlangen ontkomen.
IJ
j Maar wat we aanduiden met woorden als 'God' of 'Liefde' is volmaakt onvoorstelbaar Maar omdat het voortkomt uit het in alle diepte kennen van datgene waar we naar
� en tijdloos, en kan niet met welk begrip of welk gevoel dan ook worden gedekt. verlangen, is het in feite weer niets anders dan de liefde die naar zichzelf op zoek is
:'l
j
en die alle ogenschijnlijke obstakels met behulp van dit verlangen, dat niets anders
:J
9 Het ogenblik dat ons innerlijke oog zich opent of Gods Liefde zich openbaart, of hoe dan liefde is, uit de weg ruimt. Telkens weer, na het verdwijnen van een illusie, staan
men het ook maar wil aanduiden, wordt het als bij bliksemlicht helder dat de eerste we een ogenblik in volmaakt evenwicht alleen; telkens weer als er een stuk onwetend­

+2 de beste grasspriet in de tuin een even grote en duidelijke openbaring en een even heid is weggevallen, blijft alleen de zoeker over in diepe rust. Totdat het opeens duide­ 43
duidelijk bewijs en een even grootse verwijzing is naar het Onvoorstelbare als het lijk wordt dat die zoeker zelf niets anders is dan een projectie, zonder enig eigen
heiligste boek, zodat de waarde die we tot enkele ogenblikken daarvoor misschien bestaan. Zoals de golf alleen een afgeleid bestaan heeft en in feite niets dan water is,
hadden gehecht aan woorden en heilige boeken plotseling onbedaarlijk lachwekkend zo is het 'ik', ook het 'ik' in de vorm van een serieuze zoeker, niets anders dan een
wordt. Heel dat menselijke gedoe - dat jezelf voor een 'ik ' aanzien dat buiten God lichtspiegeling binnen het alomtegenwoordige en onvoorstelbare licht dat we wezen­
zou kunnen bestaan en derhalve naar Hem op zoek moet; voor een 'ik' aanzien dat lljk zijn.
zichzelf genoeg au sérieux neemt om een tuin vol problemen te kweken... Het blijkt
in één klap een onwaarschijnlijk krankzinnige grap te zijn geweest. Maar het gelach Zodra de verlangende zoeker is doorzien als een fantasie-ik waarvan het in-wezen
over deze kosmische grap wordt vermengd met een huilen vanuit de diepste ontroering niets anders is dan het in-wezen van wie of wat dan ook, verdwijnt hij eerst misschien
als op hetzelfde ogenblik blijkt hoe onmetelijke Liefde, die inderdaad alomtegenwoor­ voor enkele ogenblikken, dan telkens weer, misschien telkens langer, en ten slotte
dig blijkt te zijn, de enige realiteit is en altijd geweest is, zelfs al leek het leven een komt hij nooit meer terug. Dan is alle illusie verdwenen, en alleen de waarheid blijft
duistere put zonder uitkomst. Ons was geleerd, opnieuw en opnieuw, verder te Jdjken over: dat Dat wat we God noemen inderdaad alomtegenwoordige liefde is, en dat de
dan onze neus lang was, en nu blijkt zelfs de neus veel te ver weg te zijn geweest. hele rest bestaat uit kakelende woorden.
Dat wat we met een vage voorstelling aanduidden als 'God' blljkt dichterbij dan onze
intiemste gedachten en gevoelens, die, o wonder, alle blijken te zijn voortgekomen uit Verschillen van inzicht bevinden zich altijd op het niveau van woorden. Onze taal,
de Liefde die we zochten, overal zochten, behalve waar die te vinden was, namelijk die soms een wijs inzicht bevat, nodigt ons vaak uit tot het automatisch overnemen
aan de bron van ons eigen wezen, waar het deze Liefde was die ons en de door ons van onjuiste standpunten. Zo schrijft u: "Ik heb maar één leven".", enzovoorts. Dat is
geprojecteerde wereld in stand hield, van seconde tot seconde. Opeens wordt het goed Nederlands, maar is het ook waar? Is er een 'ik' dat leven bezit (of wat dan ook)?
duidel:Uk dat dat 'ego' waar we zo mee hebben geworsteld geen enkele kracht heeft

- 1 - - 2 -
Het Leven leeft zichzelf en heeft daar geen 'ik' voor nodig, zoals talloze ogenblikken Zoals je kunt zeggen 'ik bezit niets' of 'ik bezit alles', zo kun je ook zeggen dat er niet

elke dag bewijzen. zoiets bestaat als genade of dat alles genade is. Genade immers is dat wat voortkomt

uit goddelijke liefde. Aangezien ons hele leven - het uwe, het mijne en dat van ieder

Hierboven heb ik ongewild al gereageerd op uw aanhaling van Augustinus, die zegt levend wezen - één groot zoeken is naar liefde, dat weer voortkomt uit die liefde, is

dat alle goede verlangens en voornemens van God komen. Als ik zeg dat het verlangen ons hele leven genade. Maar dat is één richting van kijken. Je kunt met hetzelfde

naar liefde voortkomt uit de Liefde die we in alle diepte, 'ergens', al kennen, komt dat recht zeggen dat het woord 'genade' geen enkele betekenis heeft als alles genade is.

op hetzelfde neer. Het verlangen naar vrede, naar vrijheid, naar het volmaakte even­ Dan betekent het niets anà.ers dan 'alomtegenwoordige liefde', of 'zijn', of 'vrijheid',

wicht - het komt allemaal op hetzelfde neer. Zolang we ons zelfs nog maar vage of ook 'grasveld' of 'de beuk daarginds'.

voorstellingen maken van het Onvoorstelbare lijkt het misschien of volmaakte vrij­

heid niet hetzelfde is als volmaakte liefde, of volmaakt evenwicht, of volmaakt weten. U schrijft: "Een verlichte zal toch wel blijven verlangen om tot een totale eenheid

Maar op het moment dat we wezenlijk helemaal gelukkig zijn, is er niet een verwoor­ met God te komen?" Het woord 'verlichte' wil niets anders zeggen dan 'iemand die de

dend 'ik' dat iets vindt; dan zijn we uitsluitend aanwezig als dat wat we later liefde of totale eenheid met God ontdekt, gevonden heeft'. Wie in Amsterdam woont verlangt

vrijheid of wat dan ook noemen, meestal omdat we ten onrechte een verband leggen niet om erheen te gaan, hij is er al.

tussen wat in feite een Godservaring genoemd mag worden en de situatie die optrad

juist voor of na die Ervaring. Overkomt ons die in de kapel, dan spreken we allicht U schrijft: "Ik Vind het heerlijk te weten dat er in de liefde altijd groei mogelijk is,

van een Godservaring; tijdens een menselijke liefdesrelatie spreken we van liefde omdat God oneindige liefde is; met andere woorden, de liefde zal nooit uitgeput

(menselijke liefde bestaat niet, er is enkel liefde zonder meer); overkomt het ons raken."

ergens hoog in de bergen, plotseling en zonder zichtbare aanleiding, dan spreken

we van een gevoel van onmetelijke vrijheid, enzovoorts. Maar het was geen gevoel. Liefde is de oceaan, de mens is één van de ontelbare golven. Zo er al sprake zou zijn

Een ogenblik waren we alleen aanwezig als die volmaakte eenheid. Daarna komt van een bezit, dan zou het de oceaan kunnen zijn die recht heeft om te zeggen 'mijn 45
het denken terug en plakt het er een of ander etiket op. golf. Maar een golf die de oceaan als zijn eigendom beschouwt is in een absurde

situatie verzeild geraakt. Zo kunnen we hoogstens spreken van liefdes 'ik', maar nooit G1
0
0.
De liefde van de slagersjongen op de hoek voor het meisje van het café aan de over­ van 'mijn l!i.efde'. De praktijk wijst dan ook uit: op het ogenblik waarvan we achteraf

kant is niet minder groots of heilig dan de liefde van Augustinus voor God. Alleen de (!) zeggen 'ik had lief' waren we alleen aanwezig als liefde. De heer W.K. of zuster G.

interpretatie achteraf laat de zaak derailleren: de slagersjongen denkt waarschijn­ was tijdens dat tijdloze ogenblik in geen velden of wegen te bekennen, en zelfs de

lijk dat hij (in de eerste plaats) een lichaam is, en dat hij als lichaam houdt van het idee van 'nu ben ik er niet' was er niet. Er was uitsluitend de aanwezigheid van de

lichamelijke meisje aan de overkant. Wanneer een Martin Buber zegt dat hij als een liefde, geen afwezigheid van wat dan ook.

'ik-hier' houdt van een 'God-daar' maakt hij daar geen enkel principieel verschil met

de slagersjongen. Hoogstens kan men zeggen dat Buber ploegt op een wat subtieler Daarom is in de liefde geen groei mogelijk. Wat u zo noemt is in feite geen groei van

gebied. Pas wanneer het 'ik' verdwenen is (wat Buber blijkbaar onmogelijk achtte) de liefde, maar een verkleinen van de illusie. Als ik in een groot paleis woon, en ik haal

zijn we enkel aanwezig als liefde. Dan leven we in een volmaakt andere dimensie dan er steeds een kamer af, totdat er nog maar een holtje over is en zelfs dat verdwijnt,

Buber en de slagersjongen: als Liefde die tijdloos is, en alle dingen, goed of kwaad, dan is daarmee de onmetelijke ruimte niets groter geworden".!

invult.
U schrijft dat meditatie voor u is: het "zich woordloos en beeldloos overgeven aan

U schrijft dat Eckhart zegt 'ik ben God' - eigenlijk zegt hij het namens ons allen - Iets-Iemand, en het de Geest laten bidden (-beminnen) in U." Maar daarbij rijst in u

maar moet dit inzicht niet van God komen, en is alles geen genade, of is er eigenlijk de vraag: wie is die ik die bidt, die wil, die verlangt? Ieder mens past, zonder het te

geen onderscheid tussen God en genade, zoals Sri Ramana Maharshi zei? weten, een truc toe waardoor hij zichzelf als een persoon beleeft. Hij verwart allerlei

objecten - die hij nu 'ik' noemt - met het Uiteindelijke Subject (dat ten slotte noch

- 3 - -4 -
subject noch object blijkt te zijn, maar ik noem het subject omdat het ons nooit ver­ U schrijft: "Bijna alle grote leermeesters, zowel uit het Oosten als in het Westen, hebben

laat en derhalve het enige ia dat recht heeft op de naam 'ik'). Daarom vindt men in een leerschool doorgemaakt in de woestijn, of in de eenzaamheid van bergen of
elke mij bekende authentieke traditie een of meer trucs om deze truc te ontmaskeren. wouden. Pas als ze zich verankerd hebben in God kunnen ze weer vrijuit de wereld
betreden en van dienst zijn."

Jezus gebruikt er zo een als hij ons aanraadt om aan Caesar te geven wat des keizers
is, en aan God wat van God is. Van Alexander de Grote (356-323 v.Chr.) wordt gezegd Wat het Westen betreft hebt u misschien gelijk. In het Westen lag het kloosterleven

dat hij in de buurt van de Indus-rivier, het eindpunt van zijn veldtochten, hoorde lange tijd voor de hand vo�r serieus zoekende mensen, omdat kloosters en onderwijs
dat daar een bekende yogi woonde (vroeger bedoelde men met een yogi een verlichte, vrijwel synoniem waren.

tegenwoordig bedoelt men daar in India in het algemeen een beoefenaar van de raja­
yoga mee). Alexander wilde zo iemand wel eens ontmoeten, en stuurde enkele mensen Maar in het Oosten lag dit anders. In China en India kon men heel goed leren lezen

om de verlichte te halen. Maar die weigerde. "Als Alexander mij wil zien dan moet hij en schrijven en ook alle heilige geschriften bestuderen zonder dat men monnik werd.

maar hierheen komen. Blijkens jullie komst is mijn adres bij hem bekend." Degenen in India die monnik werden (op jongere leeftijd) zullen zich vermoedelijk
alleen hebben teruggetrokken, zoals u aanduidt, als ze een pad volgden van meditatie

Alexander, die toen rond de 30 jaar oud moet zijn geweest, was duidelijk beledigd, en concentratie, waarbij men niet gestoord wilde worden door 'de wereld'. Helaas

maar zijn nieuwsgierigheid naar iemand die de grote machtige heerser zo durfde te nam men natuurlijk altijd een stuk wereld mee, in de vorm van zijn eigen lichaam

trotseren moet het van zijn boosheid hebben gewonnen, en dus ging hij naar het en psyche en hun behoeften. Daardoor bleven de meesten van hen in de dualiteit

verblijf van de Indiase meester. Daar aangekomen zei hij: "Weet u wel wie ik ben?" hangen. Door lichaam en psyche af te wijzen en te onderdrukken probeerden ze een

"Jazeker", zei de meester, "jij bent Alexander, de beroemde veldheer." "Weetjij dan toestand van geestvervoering te bereiken die samadbi wordt genoemd. Het probleem

niet datje leven in mijn hand is? Hoe durf je dan mijn bevel om te komen te negeren?" is tweeêrlei. Enerzijds komt de akelige wereld weer terug zodra de vervoering voorbij

-6 Waarop de meester aan Alexander vroeg: "Heb jij je eigen leven eigenlijk wel in de is, en zo gaat de monnik zijn tjjd besteden (en naar mijn mening verspillen) aan het 47
hand? Weet je heel zeker datje morgen nog leeft?" Alexander moest toegeven dat dat bestrijden van wat bij ons vroeger 'de lusten des vlezes' heette, in een sterk gepolari­
seerd wereldje van goed en kwaad waarin het ego steeds sterker dreigt te worden Ç'\
niet het geval was. 0
c..
omdat het te veel aandacht krijgt, en daardoor een probleem als een berg lijkt. v;·
Precies zo zal iemand die aan de wereld geeft wat de wereld toebehoort en aan God
wat voor Deze bestemd is, op een dag niet anders dan tot de ontdekking kunnen Al deze dames en heren moesten ten slotte terechtkomen bij eenjnana- of wijsheids­

komen dat zijn vrome geven mogelijk was dankzij de 'truc' waardoor hij zichzelf meester, die hen duidelijk maakte dat de hele schepping uit niets anders bestaat dan

aanzag voor de eigenaar van allerlei zaken. Maar als we in termen van bezit of eigen­ zintuiglijkheid, dat wil zeggen waarneming, dat wil zeggen bewustzijn. Zo werd

dom willen spreken, dan ia alles Gods eigendom, ook de bezitters van aardse goederen. duidelijk gemaakt dat de wereld niets anders is dan het bewustzijn dat men zelf is,
We kunnen God niet iets geven wat hij niet al van den beginne af kende als zijn eigen­ en dat er dus niets onderdrukt of afgewezen hoeft te worden. Geleidelijk aan groeit
dom. dan het inzicht dat ook de dingen die men 'ik' noemt niets anders zijn dan dat ene
bewustzijn, en het gevolg is dat het 'ik', het ego, doorzien wordt en verdwijnt.

Liever dus nog dan zich over te geven, raad ik sommigen van mijn vrienden aan zich
te realiseren dat zij niets bezitten, zelfs geen 'ik'. Maar ook dat is een vorm van totale Dit inzicht kan minstens even goed tot stand komen tijdens een actief leven in de
overgave - een overgave aan de waarheid. Zodra dat 'gezien' wordt is er sprake van maatschappij als tijdens een leven dat in eenzaamheid wordt doorgebracht. Wel is
een onmetelijke vrijheid, een licht dat door het oog niet kan worden gezien en een natuurlijk voor de meesten van ons een bepaald minimum aan stilte en 'privacy'
stilte die door geen oor wordt gehoord. nodig. Maar van de 'verlichten' die ik ken of gekend heb is er maar één die zich een
aantaljaren terug heeft getrokken, en dat is Sri Ramana Maharshi. Terwijl juist bij

- 5 - -6 -
hem het 'grote gebeuren' plaatsvond voordien. Alle anderen leefden of leven nog Brief 4
steeds actief in de maatschappij.

Zodra iemand inziet dat Dat wat hij wezenlijk is door niets gebonden kan worden, Utrecht, 21 oktober 1979

doet het er niet toe of hij 1n eenzaamheid of in de wereld verkeert. In beide gevallen
is hij de stilte die de achtergrond vormt van elk geluid.
Zeer geachte Zuster,

Het begint op een repeterende breuk te ljjken als ik nog eens begin met mijn blijd­
schap uit te drukken over uw brieven, maar zoals steeds stelt u juist die vragen en
brengt u die punten naar voren die naar mijn mening de juiste zijn om tot inzicht
te komen.

In het begin van uw laatste brief schrijft u dat u deze keer wat beschroomd bent,
omdat u nog niet alle punten uit het voorafgaande hebt geabsorbeerd en u meent
dat het rrlisschien beter zou zijn om daar tijd aan te besteden, zodat allerlei vragen
die u nu stelt dan misschien als vanzelf zouden worden opgelost.

Wat is die mentaliteit zeldzaam, ook in onze kringen. In het decembernummer van 49
Yoga. Adva.ita staat een artikel over 'het waarnemen' en daarin valt de opmerking dat

er in ons hele Nederlandstalige verspreidingsgebied nog geen vijf mensen zijn - voor
zover wij weten - die begrepen hebben dat ze geen denker of doener of lichaam of v;·
wakende of dromer zijn, maar de waarnemer van al deze dingen. En toch hebben
alle honderden lezers van ons blad, en nog heel veel anderen, langzamerhand wel
duizenden, opnieuw en opnieuw gehoord en gelezen: je bent niet dit en dat, maar de
waarnemer ervan. Niemand, bijna niemand, neemt de moeite om zich te realiseren
wat deze woorden betekenen. Zou men ze begrijpen, dan daagde de Vrijheid onmid­
dellijk. Maar men volstaat met de vluchtige gedachte: 'O ja, natuurlijk, ik ben de
waarnemer.' Of men heeft honderd andere argumenten aan te voeren, maar bijna
niemand neemt de moeite om af en toe rustig een half uur in een stoel te gaan
zitten, en zich rekenschap te geven van wat dit waarnemer-zijn betekent. Dat is de
reden waarom "zovelen zijn geroepen en zo weinigen uitverkoren".

Want inderdaad, men moet het doen. Men mag nooit genoegen nemen met "anderen
na te praten of na te doen", zoals u schrijft. Niet voor niets is in de oude 'Indiase
traditie de term zelfrealisatie zo dikwji ls gebruikt. Dat is een term met talloze

-7- - 1 -
bodems, maar onder één ervan ligt de betekenis dat je het zelf moet zien, als je een­ Wie dit ziet, en zich elk ogenblik opnieuw op laat lossen in deze Liefde, leeft in wat
maal de nodige aanWijzingen hebt gekregen. sommige mensen aanduiden met het onbegrepen woord 'de hemel'. Wie zich verzet,
zijn ego koestert en handhaaft en versterkt als ware niet alles wezenlijk Liefde, die
U stelt een heel moeilijke en steeds terugkerende vraag, waarvan ik mij herinner hoe leeft in wat men noemt 'de hel'. Hemel en hel zijn hier onder ons: het Koninkrijk der
die mij zelf ook dwars heeft gezeten. In feite is dat de allereerste vraag die ik stelde Hemelen en het •geweeklaag en gekners der tanden'. In de woorden, zo ongeveer, van
aan de leermeester naar wie Sri Ramana Maharshi mij bij zijn sterven verwees: Alan Watts: Voor wie zich overgeeft aan deze Liefde is zij het mythologische Licht en
waarom leef ik? En waar komt onwetendheid vandaan? Wat is de oorzaak van het de Warmte van God. Voor w1e er weerstand aan biedt wordt datzelfde Licht en diezelfde
kwaad en het lijden? Of, zoals u schrljft: "Als het denken, willen, verlangen, doen door Warmte het vuur waaraan hij zich brandt in de hel.
een 'ik' schijn is, illusie, leef ik dan of neem ik enkel deel aan het leven? Bemin ik
dan of ben ik een onderdeel van de (Grote) Liefde? Waarom leef ik dan? ... Is de zin Waartoe dus dit alles? Liefde is de enige reden. Voor Liefde geldt geen 'waartoe'.
van het leven misschien beminnen? Maar als mijn ego niets betekent, niet eens Liefde ziet, in eeuwige verbljstering over zichzelf, hoe werelden uit Haar tevoorschijn
bestaat, waarom moet ik dan de anderen liefhebben? Wat is eigenlljk naastenliefde?" komen die niets anders zljn dan Haar eigen reflectie - zij 'beziet' haar schepping en
ziet dat het goed is. Vanuit het standpunt van de Liefde is alles Liefde.
Wat mij betreft is er in de Liefde geen 'waarom?' en bestaan er in wat de godsdienstige
mens God noemt geen vragen. Vanuit het standpunt van die Liefde gezien bestaat de Wanneer in de christelijke traditie gezegd wordt dat Jezus op aarde kwam om de
vraag 'Waarom Zuster die-en-die ...?' niet. mensheid te redden, betekent dat niet dat deze Liefde de liefde niet langer zag als
liefde en dat zij oordeelde en veroordeelde en een hel schiep voor de veroordeelden,
Uit die Oneindige Liefde zijn golven ontstaan die je tegelijk liefde of warmte of energie maar dat Jezus de blinden genas: degenen die, o mysterieus mirakel, zichzelf aan­
kunt noemen. Die vormen de grondstof van denken en voelen en lichaam: alle drie zagen voor personen met een verleden en een toekomst, terwijl de waarheid dat zij
;o zijn ze vormen van energie die voortkomen uit Liefde. Ze zijn één en hetzelfde in altijd, altijd, altijd NU zijn en dat die zo voor de hand liggend en duidelijk is dat een 51
verschillende vormen, of op verschillende golflengten. Net zomin als de zon zich kind van vijf het kan begrljpen, hun niettemin ontging. Als blinden dachten ze dat ze
afvraagt waarom er golven zijn, zo vraagt de Liefde zich niet af waarom wij er zijn, los van deze Liefde bestonden. Daarom riepen ze wetten, geboden en gedragscodes in Cl
0
0..
want voor haar is dat - mag ik het zo zeggen? - zo eVident dat er geen niet-weten, het leven, enerzijds om dit buiten de Liefde leven binnen de perken te houden en een v;·
geen niet-begrijpen over kan bestaan. Alle schepselen zijn één grote symfonie die totale chaos van hebzucht en vraatzucht te vermijden, en anderzljds om de mens te
voortkomt uit Liefde en zich daarin weer oplost. Zoals alle dingen, ook in het kleinere bewegen om ondanks alles zljn aandacht te richten op het goede.
verband van ons leven op deze planeet, de aard hebben van datgene of diegene waar
ze uit voortgekomen zijn, zoals golven dezelfde natheid zijn als de zee, zoals de aard Jezus' boodschap is niet: 'Nu is de Liefde niet meer kwaad op je.' Jezus' boodschap is:
van mensenkinderen menselijk en die van wat uit plantenzaad voortkomt plantaardig zoek eerst het Koninkrijk der Hemelen dat binnenin u is. Zodra iemand dat konink­
is, zo is de diepste aard van al het bestaande deze Liefde, omdat alles wat bestaat rijk ontdekt - in feite: die schepping, die nieuwe hemel en die nieuwe aarde ontdekt
hieruit is voortgekomen. Het mysterieuze element, speciaal in de mens, is dat hij - is het duidelijker dan de felle zon dat Liefde nooit ophield om zichzelf te zljn en dat
zich verdiept in alles wat zijn zintuigen, op zowel stoffelijk als mentaal niveau, hem er van Haar standpunt uit nooit iets mis was. De hel bestaat alleen voor degene die
voortoveren zonder dat hij zijn aandacht ook maar voor een ogenblik richt op Dat zich in zijn blindheid buiten de liefde waant en erop uit is zijn denkbeeldige ego te
waarin die verschijnselen tevoorschijn komen. Wie dat wel doet, ontdekt na korte of verrijken in plaats van op te lossen.
langere tijd Dat wat u God noemt de Bron is van alle leven, van alle bestaan. Maar
om dat te ontdekken als het om de wereld en 'andere mensen' gaat, moet men het Waarom doet de mens dit?
eerst ontdekken in zijn eigen hart. Deze liefde schept ons van ogenblik tot ogenblik,
telkens opnieuw. Niets bestaat uiteindelljk langer dan een tel, en dat bedoel ik letter­ Wanneer de theologen zeggen dat de mens niet in staat is God te begrijpen, hebben
lijk, niet bij wijze van spreken. Als iets gekend wordt is het alweer verdwenen. ze, vanuit hun standpunt gezien, volkomen gelljk. Ze denken immers dat de mens

- 2 - - 3 -
een in verleden, heden en toekomst bestaand verschijnsel is, en het tijdelijke kan dat is veroorzaakt door talloze oorzaken. Daarover denkend kom ik dan tot de vraag:
nooit iets anders zien dan het tijdelijke. van het standpunt van het tijdelijke is alles wat heeft nu toch die oorzakelijkheid - illusie of niet - veroorzaakt?
tijdelijk, ook wat men 'God' noemt. Dat is, van het denken uit gezien, een voorstelling
die af en toe eens verschijnt, laten we zeggen op ogenblikken van vroomheid. En te Het antwoord luidt: die vraag kon pas verschijnen nadat ik wakker werd in de waak­
zeggen dat God eeuwig is, is van het denken uit gezien opnieuw een denkbeeld, niets toestand. Ze maakt deel uit van de oorzakelijkheid. Maar voordat het denken er was,
meer en niets minder. Wie van God een denkbeeld maakt - en het denken kan niet was er geen oorzakelijkheid, omdat oorzakelljkheid niets anders is dan een manier

anders - reduceert de door niets begrensde Liefde tot partner en deelgenoot van het van denken (die voortkomt uit de idee dat ik een verleden heb). Als ik om zeven uur
gekakel in bet hoofd dat met de wezenlijke God niets te maken heeft. Die is alleen te wakker werd, begon om zeven uur de mogelijkheid om oorzakelijkheid te ontdekken,
vinden in de Stilte, waar geen aandacht meer is voor het gekakel, maar waar de want om zeven uur begon het denken. Maar om één minuut voor zeven was er geen
stilte in ons zich richt op de Stilte Zelf. denken en geen oorzakelijkheid. En als ik vraag wat de oorzaak is van de oorzake­
lijkheid die om zeven uur begon, maak ik de (denk)fout te veronderstellen dat er
De mens, met andere woorden, schept zich een hel doordat hij zichzelf aanziet voor oorzakelijkheid was voordat die er was, 'om één minuut voor zeven'. Zo is de vraag
wat hij niet is: een droombeeld met een verleden en een toekomst. Hij ziet zichzelf met zichzelf in strijd, net zoals de vraag: waar vind ik droog water?
als een reiziger, in het beste geval 'op weg naar de eeuwigheid', zoals een oude vrome
dominee het ooit formuleerde. Om één voor zeven is er tijdloosheid. Wat er na zeven uur komt - denken, geheugen
- heeft geen enkel handvat om iets te doen met wat er voor zevenen was. Het denken
Het voorafgaande lljkt me een praktisch antwoord op het probleem dat u aansnijdt. vindt er niets, het geheugen vindt er niets, en daarom denkt het verschijnsel dat
Het bevat ongezegd de raad: Hou op met jezelf aan te zien voor wat je niet bent; onder­ zichzelf aanziet voor een mens-in-tijd-en-ruimte dat de diepe droomloze slaap
zoek wat je bent, zie hoe alle dingen die komen en gaan waargenomen dingen zijn, bljvoorbeeld een soort niets is, een afwezigheid van alle bekende dingen. Maar in
terw1jl 'iets' in je waarneemt en onveranderlijk hetzelfde blijft. werkelijkheid was daar een Oceaan van Vrede, en waren wlj daar uitsluitend aan­ 53
wezig als vrede die in zichzelf tevreden is, als geluk dat in zichzelf gelukkig is.
Er is ook een ander antwoord, dat zich beroept op de logica. Want aan mijn antwoord
hierboven kan men weer een nieuwe vraag laten aansluiten: waarom zie ik mezelf In de Liefdy Zelf is er alleen Licht, de 'Oceaan van Ananda' zoals de hindoes zeggen.
dan aan voor iets wat ik niet ben? Ontstaan daarin bewegingen, golven, dan zijn dat golven van Licht of Liefde of
Warmte. Nemen die vorm aan, dan ontstaat er wat wij 'de wereld' noemen. Ontstaat
Die vraag kun je pas stellen als het onheil al geschied is. In de diepe, droomloze daarin de situatie dat die vormen als de realiteit worden gezien en de Bron die Een­
slaap, waarin we alleen maar aanwezig zijn als peilloze vrede en waarin niets wordt heid is wordt vergeten, dan ontstaat de schijnpersoon die zich verloren waant en uit
waargenomen - geen gedachte, geen gevoel, geen droomlichaam, geen lichaam uit wiens houding hemel en hel voortkomen. Het hervinden van de Vrijheid geschiedt
de waaktoestand, geen wereld - stellen we geen vraag. Vragen komen voort uit het door dezelfde weg in omgekeerde richting te bewandelen - dat wil zeggen, door een
denken, en ze blijven bestaan zolang we onszelf aanzien voor denkende - en voelen­ onderzoek in te stellen naar de vermeende echtheid van de persoonlijkheid.
de - wezens. Wie een ogenblik volmaakt gelukkig is, denkt niet en stelt geen vragen.
Op zo'n moment zijn we enkel aanwezig als geluk, en van een denker is geen spoor te U schrijft: "Wat is eigenlijk naastenliefde?"
vinden, zelfs niet de idee of het gevoel 'nu is die denker of dat denken verdwenen'.
Niets anders dan dat de Liefde - Gods aanwezigheid in u, zo u wilt - zichzelf plotse­
Pas wanneer de overtuiging dat ik slechts een tijdelijk verschijnsel ben zich manifes­ ling herkent en liefheeft op een plek die men 'iemand anders' pleegt te noemen.
teert kan de vraag opkomen naar de oorzaak van mijn illusie. Maar het is niet moei­

lijk om te zien dat die vraag zelf deel uitmaakt van de illusie. Immers, de illusie zegt Op een dag zegt Jezus dat hij de tien geboden vervangt door twee, of eigenlijk maar
dat ik een verschljnsel ben met bljvoorbeeld een verleden en dat ik een gevolg ben door één gebod dat, zou je kunnen zeggen, twee aspecten bezit. "Gij zult de Heer uw

-4- - 6 -
God liefhebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand." Dat is bet de Meester, jarenlang gezwoegd om te bereiken wat in feite al bereikt was voordat hij

eerste grote gebod. Het tweede, daaraan gelijk (let wel!) is: "Gij zult uw naaste liefhebben ooit aan de opgaaf begon.

als uzelf." En hij voegt daar dan aan toe dat deze twee geboden de basis vormen voor
de hele wet en voor de woorden van de oude profeten. Met andere woorden, alles Precies zo zal het degene vergaan die op weg gaat met een steeds hernieuwd pogen

waarover gesproken wordt (zoals in de tien geboden) moet gezien worden als een om zichzelf te leren liefhebben. Waarom onderneemt hij die pogingen? Omdat hij

aantal variaties op één thema: dat van de Liefde die God is. zonder dat hij het in de gaten heeft al van zichzelf houdt; omdat hij, zoals ieder
van ons, diep in zljn hart weet dat hij naar liefde zoekt en die ook behoort te vinden

En dat is nog steeds zo. Al ons gedoe met hulp aan de derde wereld {die dat deel van - zlj het misschien op een andere wljze dan hij zich had voorgesteld. Maar het

de wereld vaak van de wal 1n de sloot helpt) is in de meeste gevallen een dun aftreksel moment waarop hij ontdekt dat de uiteindelijke drijfveer voor al zljn handelen en

van ons zoeken naar liefde. Vaak is bet zo gedegenereerd dat bet een rechtvaardiging denken niets anders was dan liefde voor de liefde, is hij vrij en ontdekt hij in feite

van onze persoon wordt, meer dan de wens tot helpen. Ook weten we niet wat goed dat die vrijheid, die liefde, er altijd geweest ia en dat hlj dat altijd zelf was, ook in de

voor anderen is, zolang we niet echt weten wat goed voor onszelf is. Goed is alles wat tijd waarin hlj geloof hechtte aan de voorstelling van zichzelf als zondig en tekort­

de illusie verdrijft. schietend mens.

Want het klinkt nu wel mooi als we horen dat Jezus wil dat we de liefde en onze U schrijft: •Als je liefhebt, handel je egoloos." Uiteraard, want liefde en een ego sluiten

naaste lief moeten hebben als onszelf, maar helaas, allopaat noch homeopaat heeft elkaar uit. In liefde zit geen ik dat liefheeft. Wanneer de liefde er is, zijn we uitsluitend

nog een geneesmiddel ontdekt waardoor we op commando lief kunnen hebben. Gij aanwezig als liefde, en de handelingen die plaatsvinden zijn dan vertalingen van die

zult". jazeker, ga er maar eens aan staan. liefde. Zoiets kan niet geprobeerd worden - op een gegeven moment gebeurt het, en
gebeuren de dingen als vanzelf, waarbjj het inzicht duidelijk wordt dat alle kracht

;4 Jezus' uitspraak is niet alleen een wet die maakt dat het goed metje gaat als je hem die we ooit meenden te bezitten niet van een 'ik' was, maar deel uitmaakte van de 55
opvolgt. Hij is ook, en misschien nog veel meer, wat we tegenwoordig een koan noemen, universele kracht die door alle dingen heen stroomt, nee, die alle vormen creêert.

die bijvoorbeeld Paulua van Tarsus (St. Paulus) nog allerminst had opgelost toen hij Daarin werden ikken geprojecteerd, en zo ontstond het spektakel van een strevende,

erover klaagde dat hij allerlei goede dingen wilde maar niet deed, en allerlei kwade soms winnende, soms verliezende persoon die echter van begin af aan niets meer was iiï
dingen niet wilde maar toch deed. Op dat punt zat hij nog in de geestelijke puberteit. dan een opvoering. De Realiteit achter alle vormen was de liefde waarin zij oplosten.

Als we zorgvuldig lezen zien we dat we, willen we onze naaste en God liefhebben zoals Want alle dingen, ook de '1kken', goed en kwaad, groot en klein, wit en zwart, actief

het moet, onszelf lief moeten hebben, en daarmee zitten we in een situatie zoals die en passief, springen spontaan op, van ogenblik tot ogenblik, uit de Ene Bron naast

zo dikwijls en welbewust in het leven wordt geroepen door zenmeesters. Daar is blj­ welke geen tweede kan bestaan en die we de Alomaanwezige Liefde noemen, of God,

voorbeeld de Meester die tegen een aankomend monnik zegt dat het nu maar eens of Allah, of Brahman, of de Tao. Wat wij 'de wereld' noemen is niets anders dan

afgelopen moet zijn met zijn afdwalen naar verleden en toekomst en dat hij nu maar Liefde-met-vorm. Pas wanneer het kijken verengd wordt tot het sleutelgatgluren door

eens moet proberen meer hier en nu te zijn. "Gaat u daar maar op mediteren." De de tijd-ruimtelijke beleving die we een persoon of ego noemen, zien we de Bron niet

arme jongen zwoegt en zweet, maar steeds dwalen zijn gedachten af naar de heerlijke meer als oorsprong van de rivier, het water niet meer als essentie van de golven.

rijst met vis zoals zijn moeder die thuis altijd kookte, en naar het bezoek dat hjj over Dan wordt wat prettig is voor de persoon en het lichaam en de clan tot goed, de rest

enkele weken misschien zal krijgen." en steeds weer trekt hjj zichzelf aan zljn eigen tot kwaad. Het Al-goed wordt zo door het denken gereduceerd tot wat mensen goed

haren terug naar nu, nu, nu in de meditatiehal. Totdat hij, misschien pas na jaren, en slecht vinden - "nothing is goed or bad, but thinking makes it so" ... u zult die uit­

opeens als in een bliksemlicht, ziet dat ook de beelden die we herinnering of ver­ spraak wel kennen. Of nog een andere van dezelfde goede, oude wljze Shakespeare:

wachting noemen nu zijn, en dat hjj zijn hele leven lang altijd nu geweest ia, ook al &Love is not love that alters where it alternation finde." Hoe duidellJk is dit nu: de

dacht hij in het verleden of de toekomst te zitten. Zo heeft hij, daartoe aangezet door Liefde verandert niet. Als dat wat we 'mijn liefde' noemen verandert omdat de ander
niet meer van ons houdt, hebben we het niet over de echte Liefde die afwezigheid

- 6 - - 7 -
van elk spoor van een 'ik' inhoudt, maar over een diep en prettig gevoel. Dat gevoel flitsen, waarbij echter een waarnemend ik wordt waargenomen door een ander ik,
is weliswaar het diepste en beste en mooiste en heiligste dat we als mens kennen, en dat weer door een ander ik, enzovoorts. Dat is een bekende moeilijkheid, die duurt
maar het is nog steeds een van de komende en gaande verschijnselen, terwijl de zolang we een waarnemer projecteren in het denken. Misschien vindt u het gemak­
Liefde zoals die wezenlijk is op elk moment van elke dag de in-grond is van elk ding keljjker om te zien dat alles wat komt en gaat wordt waargenomen, en dat alleen dat
dat in ons wordt waargenomen - goed en kwaad, 'ik' en 'de wereld'. Dat een ik-de-denker wat onveranderlijk en onveranderd blrjft, het Waarnemen is.
deze liefde nooit ziet ligt voor de hand: het beperkte kan het onbeperkte nooit zien.

De vraag waarom die liefde ons steeds weer verlaat is dus een onjuiste vraag. Want U schrijft dat u het adVies dat Sri Ramana Maharshi aan iemand gaf hebt opgevolgd,

zelfs die vraag springt op uit de Liefde die het Wezen van ons wezen is. Alleen wanneer waar hij zei: "Zeg innerlijk 'ik' en hou je aandacht aan deze ik-voorstelling gekluisterd,
wij de blik gericht houden op de wereld der verschijnselen zien we niet dat die niets dan verdwijnen andere opwellingen en voorstellingen vanzelf." U heeft gemerkt dat
anders zijn dan 'vertalingen' van het Zijn dat Liefde is. Alleen het 'sleutelgatgegluur' dit inderdaad zo was, maar op een gegeven ogenblik begon het u tegen de borst te
zou je kunnen aanduiden met liefdeloosheid omdat het een standpunt is van waaruit stuiten om steeds maar met een 'ik' bezig te zijn.
de liefde niet gezien kan worden, maar zelfs dan heeft zij ons niet verlaten. Voor
zover wij nog geloof hechten aan een onafhankelijk 'ik' zouden we dan consequent Het is een van de talloze sluwheden van het ego en het superego om te zeggen: laat
moeten zijn en zeggen dat wÜ de Liefde verlaten, telkens als we een 'ik' projecteren me met rust. Mensen die in de maatschappij werken en een benadering als de onze
in lichamelijke gewaarwordingen, gedachten en gevoelens. Maar uiteindelijk blijkt volgen kunnen er vrijwel zeker van zijn dat hun meer dan eens verweten zal worden
ook dat niet waar te zijn. dat het egoïstisch is om je steeds met jezelf bezig te houden. Mijn antwoord is dat
het nooit egoïstisch kan zijn als je probeert vrij te komen van het ego. Wie zich de
Als u schrijft dat egoloos handelen om den drommel niet gemakkeliJk is, ben ik het hele dag met 'zijn' ego bezighoudt om het te voelen en te vermaken is een egoïst.
dus niet met u eens. Er bestaat niet zoiets als een 'ik' dat dingen doet. Na afloop van Maar Wie ermee bezig is om het te doen verdwijnen kan nooit zo'n verwljt worden
36 een handeling zeggen we dat 'ik' dit gedaan heb, maar ga eens op zoek naar dat ikl gemaakt. 57
Het ia als lucht: waar je ook kijkt of gri,jpt, het is er niet. Het 'ik' is een manier van
kijken, een bewustzijnsvernauWing zou je kunnen zeggen. Niet dat het Bewuste Zijn U schrijft: "Alle mystieken hadden de behoefte aan stilte en eenzaamheid in zich." G\
0
Q.
vernauwd wordt, maar er gebeurt zoiets als blj het ontstaan van een tocht stroom: i/Ï
J
deze vernauwt de kosmische ruimte niet, maar wanneer zo'n tocht zichzelf aanziet Ja - aan stilte zeker, aan de stilte die, zoals vaak gezegd door anderen, iets heel anders
als min of meer onafhankelijk van de rest van de lucht of van de rest van de ruimte, ia dan het ontbreken van lawaai. Van de profeet Elia wordt in het Oude Testament
wordt dat een vernauwd beleven. Zodra de tocht inziet dat er enkel lucht of ruimte gezegd dat hij God niet vond in vuur en storm, maar in de stilte terwijl hij boven op
is, verdwijnt de idee 'ik ben een beperkte beweging' en wordt die vervangen door de een berg zat. Storm en vuur roepen in ons gemakkelijk angst en afweer op, met andere
beleVing 'ik ben niets dan ruimte' waarin de beperkte beweging optreedt. woorden, een ik-gerichtheid. Als we voorbij ons innerlijk vuur en onze innerlijke
stormen die Stilte een keer Vinden, Vinden we wat de Bijbel in het Nederlands
Met andere woorden: als lichaam ben ik een plek waarin en waarom zich allerlei vertaalt met het woord 'God'.
dingen afspelen; als-denken-en-voelen ben ik een plek die alle verschijnselen omvat
(want op het niveau van het denken is alles al binnen, ook de idee aan buiten, Wie ten slotte deze stilte hoort als in-grond van alle geluiden wordt deze Stilte en
wat alleen maar 'buiten dit lichaam' kan betekenen); en als Zijn ben ik de essentie beseft dat hij nooit iets anders geweest is. Het ware terugtrekken in de ware Stilte
waaruit alle belevingen die 'lichaam', 'psyche', 'wereld' enzovoorts genoemd worden leidt tot de herkenning dat wij allen één zijn, en dat er, wanneer de Stilte gevonden
spontaan tevoorschijn springen, elk ogenblik opnieuw. is, niets meer valt af te zonderen of terug te trekken, omdat alle wezens Haar zijn.

U schrijft naar aanleiding van een opmerking over het waarnemen, dat u zich als Met hartelijke groeten,
het ware langs de kant van de weg opstelt om allerlei gedachten voorbij te zien Walter A. Keers

- 8 - -9 -
Brief 5 Wanneer dit duidelijk wordt, veranderen de 'enkele vonkskens' (die volgens de Heidel­
bergse Cathechismus nog in ons hart over zijn van Gods beeld en gelijkenis} plotse­
ling in een kosmisch Licht waaruit alle dingen bestaan en altijd bestaan blijken te
Zeer Geachte Zuster, hebben, goed en kwaad! De hele waaktoestand bestaat uit Bewust Zijn dat op zichzelf
vormloos en tijdloos is, en elk onderdeel, goed zowel als kwaad, bestaat daaruit.
Wakker worden is Dat zien. Je kunt wakker worden door je steeds weer rekenschap te
Uw opmerkingen van "hoe kan ik het leven zin geven" en "God behagen" lijken me uit geven van het feit dat het Alomaanwezige heel echt Alomaanwezig is. (Nisargadatta
te gaan van een standpunt dat ik niet kan onderschrijven. zei dat zijn goeroe tegen hem gezegd had: "You are the Absolute", en dat dat het enige
was waaraan hij zich een jaar of drie had gewijd, en dat dat voor iedereen genoeg
Wat wij 'het leven'/'mijn leven' of 'de wereld' noemen is niets anders dan de waak­ zou zijn).
toestand. Zoals 's nachts in de droom de droomwereld spontaan verschijnt in Het
Bewuste, zo verschijnt 's ochtends spontaan de waaktoestand en de waakwereld, Ons hele probleem is er een van woorden, niets meer, niets minder. Vormen kunnen
dat wil zeggen, doener+denker+lichaam+alias+ego. niemand binden, maar de woorden die de overtuiging wekken dat een deel van de
waak- en droomtoestanden 'ik' is, en de rest 'de wereld', scheppen alle onheil. Vormen
De dromer (zie de laatste bladzijde van de Atma Darshan als u die heeft) is zelf een zijn niets anders dan bewegingen in het Bewuste Zijn, en je zou kunnen zeggen: Het
product van de droom. Zodra de droomtoestand verdwenen is, is er van de dromer Licht danst met Zichzelf.
ook geen spoor meer te bekennen. In Dat wat er overblijft, is geen enkel spoor te
vinden van de dromer of van de 'waker'. Maar tijdens de droom vraagt het ene stuitje Maar dan wordt die lichtdans plotseling een onafhankelijk en autonoom lijkende
van de droom (de zogenaamde dromer) hoe hij de dingen in verband met de rest van wereld, doordat woorden verdeling scheppen waar die in werkelijkheid niet bestaat.
;g de droom zo zinvol mogelijk kan maken. Om dat te kunnen zou hij eerst moeten Licht lijkt pas een ding op basis van woorden (zonder welke niets geschapen is dat 59
weten wat de zin van de droom is. En aan u zou ik dan voor willen stellen dat de zin geschapen is}. Daar ligt het begin van een reêel lijkende schepping: bij het woord.
van alle dingen is dat ze verwijzen naar en ons kunnen herinneren aan dat Onvoor­ Zodra het woord er is, en tijd en ruimte, krijgt het Onvoorstelbare een naam en een Gl
0
Q
stelbare dat u God noemt. plaats toep edeeld, en wordt daarmee Iemand waar je over kunt discussiêren. Deze v;·
wereld is inderdaad, zoals Johannes het aanduidde, een begripswereld. Haal de be­
De dromer, ten slotte maar een stuitje van de droom, kan nooit dit Onvoorstelbare grippen, de woorden weg, en wat blijft er over? Het Onvoorstelbare, Dat wat in geen
kennen. Hij zal wakker moeten worden - maar wat betekent dat? Een dromer kan enkel begrip gevat kan worden.
niet wakker worden. Wakker worden betekent het eind van de droom, en daarmee
het verdwijnen van de dromer. Wakker worden betekent je realiseren dat je DAT bent Het leven krijgt pas dan zin wanneer men ophoudt te vragen naar de zin, zoals gods­
wat overblijft als waker en dromer zijn verdwenen. dienst begint waar (een door de geest geprojecteerde) God wordt afgeschaft. De zin
van het leven is dat het een doorlopende eredienst is die zichzelf opdraagt ter ere
Wat blijft er over, wanneer de hele schepping verdwijnt? Dat wat er al voor die tijd van het Onvoorstelbare. Het heeft geen nut de zin te zoeken van het ene stukje ten
was, het Onvoorstelbare. opzichte van het andere. Niet u geeft uw leven zin in uw klooster, maar u en het hele
klooster en het hele dorp en de hemel daarboven en de grond daar beneden vormen
Wanneer theologen zeggen dat de mens God niet kan kennen of begrijpen hebben ze samen één kosmische eredienst die, als men oren heeft om te horen, doorlopend, op
gelijk, want ze bedoelen daarmee de waker en de dromer, dus stukjes van bepaalde elk ogenblik, verwijst naar dat Onvoorstelbare waar alle dingen uit voortkomen.
toestanden. Hoe zou een stuitje toestand wat dan ook kunnen kennen? Hoogstens
wordt het gekend doordat het verschijnt in het Licht, in het Vormloze, in het Onvoor­ Zo bezien is alles genade, en zolang er nog een spoor is van de oude overtuiging
stelbare. 'ik ben een lichaam, denker, doener' enzovoorts, ligt de genade het dichtst bij waar

- l - - 2 -
ik zeg: Ik Ben. 'Ik Ben' is pure genade; ik ben een man of vrouw of Nederlander is Brief 6
diefstal. Wie God behagen wil is als de dief die zijn slachtoffer wil strelen.

Wat in mij wil "God behagen"? Is het de waaktoestand die dat wil? Nee, liefde baart De Bilt, 8 januari 1982

liefde. Het kind ia altijd van hetzelfde 'ras' als de ouders, een mens baart nooit een
veulen, een hond krijgt nooit jonge konijntjes. Dat in mij wat "God wil behagen• is
in feite de liefde die van zichzelf houdt: God die blij is met Zichzelf op de plek van Zeer Geachte Zuster,
zuster X. Het zich toe-eigenen van die liefde is weer diefstal.

Nu uw vraag: "Zit ik/zitten we te veel vast aan gevoelens?" Blijkbaar heb ik ergens geschreven dat men het Onvoorstelbare niet vindt zolang men
het probeert te vinden als denker, mediteerder, bidder enzovoorts. En u schrijft dan:

Gevoelens, net als andere waargenomen dingen, komen en gaan. Alleen al uit het feit "Wat dan wel??? Wat moet je doen om het te laten oplichten, want er is een Weten
dat ze al zo vaak verdwenen zijn (bijv. samen met de hele waaktoestand) blljkt zonne­ dat het Licht altijd aanwezig is, hoewel niet zichtbaar voor het geestesoog, en nog

klaar dat we er niet aan vastzitten. Elke toestand heeft ons nodig als Bewuste Aan­ minder voelbaar. Het is een weten in geloof."

wezigheid om te kunnen verschijnen. Maar er is geen toestand waar we aan vastzitten.


Maar daar zit u dan toch zelf het antwoord op uw vraag te geven? Want hoe weet u

Dan het "verlangen naar verlichting". Dat verlangen is een tijdelijk hulpmiddel waar­ dat het Licht altijd aanwezig is? Ik beweer dat u dat niet weet door het denken, niet

mee andere verlangens worden vervangen. Wil men het grote vinden, dan moet men door het voelen, laat staan door zintuiglijke waarneming. Integendeel: 'u' hebt die

het kleine loslaten. Maar uiteindelijk blijkt het om het verlangen van water te gaan ontdekking gedaan toen uw aandacht gericht was, niet op zintuigen, denken of

om 'weer' nat te worden. God hoeft niet meer alomaanwezig gemaakt te worden, Hij voelen, maar op iets anders. Denken en de rest weten Het dan niet - op dat niveau 61
is het al. Niettemin, zolang er een spoor van het bijgeloof over is dat ik een lichaam wordt enkel in woorden uitgedrukt dat er Iets is wat altijd aanwezig is. Dat Iets
wordt pas ontdekt als het denken er niet is; later ontdekt men dat Het er ook is Cl
etc. ben, zolang zijn er verlangens, en het verlangen naar het Onvoorstelbare of de 0
0.
Waarheid of het Eeuwige is uiteraard het beste verlangen van allemaal. Toch is ook als het denken en de rest er ook zljn. v;·
dat diefstal, want gebaseerd op de veronderstelling dat er op deze plek iets anders
zou kunnen bestaan dan het Alomaanwezige. Het is het toekennen van een bestaan, De vraag blijft: Hoe weet u dat het Licht altijd aanwezig is? Beter dan u terug te

als ware het buiten het Licht, aan dingen die in feite bestaan uit niets anders dan trekken "in de Himalaya's" kunt u zich misschien terugtrekken in deze vraag.
Licht. "Alles zal geopenbaard worden aan degene die (in) stilte blijft, zonder de betekenis
te gebruiken van welk woord dan ook."

Dit waren de thema's die u hebt aangeroerd. Ik weet niet of ze nog actueel zijn - zo
ja, dan hoop ik dat u iets hebt aan bovenstaande opmerkingen. Dat Jezus of een yogi zich terugtrekt op een berg of zo is wat begrljpelijker als je het
oosterse leven uit eigen ervaring kent. Tenzij je tot de elite behoort en een eigen
Met hartelijke groet, kamer hebt (en dan nog... ) is er nauwelijks sprake van privacy. De ramen hebben geen
glas, want de wind moet er altijd doorheen kunnen. Iedereen weet alles van iedereen
W.K.
in zijn omgeving. Je kunt als je dat wilt alles over je buren te weten komen via je
bedienden, die weer alles horen van (en vertellen aan) de bedienden van de buren.
Jezus had, als ik me goed herinner, iets van zes broers en een zuster. Thuis zal er
dus geen enkele mogelijkheid zljn geweest om zich terug te trekken. En verder hield
hij er, althans tijdens de jaren van zijn omzwervingen, geen huis op na. Maar in het

- 3 -
- 1 -
Oosten is het zo dat je maar als vreemdeling een dorp in hoeft te lopen of er zwermen in negen van de tien gevallen dat zijn vrienden- en kennissenkring in het begin

al twintig kinderen om je heen, en binnen een half uur is iedereen van alles op de verandert. Want Wie door begint te krijgen dat hij helemaal geen bedenksel is, geen

hoogte. Hoe dan ook: je terugtrekken in de stilte lijkt me absoluut noodzakelijk, handvol herinneringen, geen persoon, houdt op met zo'n denkbeeldige persoon te

maar dat hoeft niet op een speciale plek te zijn. verdedigen en te plezieren, niet uit ascese, maar als vanzelf: het is niet interessant
meer. En daar zijn veel mensen niet van gediend. De 'weg' naar de waarheid is een

Het advies van Ramana Maharshi om vaak en lang te mediteren heeft hij denk ik niet eenzame weg. Trouwens, hoe zou het anders kunnen? Wezenlijk zijn we altijd alleen.

aan iedereen gegeven. Mijzelf werd op een gegeven moment ten sterkste afgeraden
om te mediteren - zeg maar: verboden. Het hangt af van je temperament. Ik had des­ Er blijven dan een of twee oude bekenden over, en daarnaast kom je af en toe - blijde

tijds de neiging om in allerlei tranceachtige toestanden te raken (samadhi), en daar verrassing! - iemand tegen in Wie je 'dat' ook herkent: iemand die bewust op zoek is

was mijn leermeester helemaal niet blij om. Dergelijke adviezen ('bid zonder ophouden') naar hetzelfde, zij het misschien langs een andere weg. Dat is dan een nieuwe broeder

zijn denk ik nooit voor iedereen bedoeld, maar worden op een bepaald moment aan of zuster (zo werden en worden gemeenteleden in protestantse kerken soms misschien

een bepaalde persoon gegeven. nog wel van de kansel toegesproken, en misschien ook wel in de rooms-katholieke
kerk). Vooral in de eeuw vóór 1950 was daar een heleboel sentimenteel gedoe en

Er is geen persoonlijke binding als het Grote Licht is doorgebroken, al ware het alleen massahypnose bij: broeders en zusters, samen op weg naar het Vaderhuis, wat

al omdat er geen eigen psyche meer is en geen enkele binding met een bepaalde plek een genade, en wat jammer dat de roomsen/gereformeerden/hervormden, joden/

('mijn' lichaam). Maar van buitenaf gezien is alles mogelijk. Zeker is dat er grote hindoes/mohammedanen/naakte negertjes enzovoorts daar niet bij horen. Elk

vreugde is op de plek genaamd 'een verlichte' als iemand opeens 'ziet' waar het om groepje voelde zich uitverkoren met de Waarheid in eigen bezit.

gaat (om een zondaar die zich bekeert, waarbij bedacht dient te worden dat het woord
'zonde' in het Oosten een volkomen andere en niet sentimentele betekenis heeft dan Maar hoe primitief ook: alle grote leermeesters beginnen hun verhaal op het niveau

hier; zonde is gewoon overtreding van de wet, en helemaal niet het in de diepte van waarop de luisteraar denkt dat hij zich bevindt. (Krishna zegt bijvoorbeeld in de 63
je hart hebben van 'vieze' gedachten en dergelijke. Zonde in diepste betekenis is eten Bhagavad Gita tegen Arjuna: De weg die jij kiest om mij te zoeken, op die weg zal

van de boom van de kennis van goed en kwaad; met andere woorden, je opstellen als ik uitgaan om jou te ontmoeten... ) En zo wordt hier aan enkele mensen duidelijk

een denker, een persoon, want alleen daar bestaan goed en kwaad: "Nothing is good gemaakt dat het volbrengen van de 'wil Gods' een diepere band of herkenning kan

or bad, but thinking makes it sol"). geven dan biologische of gezinsbanden. (iÏ
s:t
ro

Gebondenheid, afgescheidenheid van God (ik zeg liever: van het Onvoorstelbare) be­ Voor degenen die aan een dieper inzicht toe zijn luidt het verhaal anders: Jij bent

staat uitsluitend in de ver-beeld-ing. Wanneer we van het beeld en de gelijkenis van het beeld en de gelijkenis Gods, jij bent het Licht dus waar de hele wereld in verschijnt

God een persoonlijk beeld maken ('ik ben een persoon') komen we tot de overtuiging - alles wat je 'de wereld' noemt - en alle 'anderen' verschijnen in en bestaan uit dat

dat we iets beperkts en afgescheidens zijn. We hebben onszelf dan ver-beeld. Laat het ene Licht dat je zelf bent. Er zijn dus geen anderen, er is alleen maar God of Licht of

beeld varen, de fantasie, en de Eenheid wordt weer hersteld. Of beter gezegd: je ont­ het Onvoorstelbare. De rest is ver-beeld-ing, maar ook die beelden bestaan enkel uit

dekt dat die nooit ook maar één tel weg is geweest; je hebt haar alleen uit het oog Licht. Iets anders is er niet.

verloren.
Veel van de grote leermeesters lijken zichzelf steeds weer tegen te spreken, Wat

Als Jezus ergens stelt: 'Wie is mijn moeder en vader en broeder? Degene die het er werkelijk aan de hand is, is dat ze iedereen een persoonlijk advies geven: ze

woord Gods hoort en uitvoert!' (Zo ongeveer - ik heb het niet opgezocht). zeggen 'bid zonder ophouden' tegen de een, en 'hou nou eens op met bidden' (en
een ver-beeld-e God de hemel in te projecteren) tegen de ander. Nisargadatta heb

Ook dit is geen antwoord voor beginnelingen, en dat ligt voor de hand, gezien de ik in 1979 of 1980 op één dag tegen iemand horen zeggen dat mediteren, het liefst

situatie. Wie zich echt serieus richt op het vinden van het Onvoorstelbare ervaart een paar uur per dag, strikt noodzakelijk was, en dat 'je' er niet komt zonder dat.

- 2 -
- 3 -
En 's middags zei hij tegen een ander dat mediteren alleen maar een obstakel was. Brief 7
Doordat onze blindheid wegvalt in fasen, worden er op verschillende tijdstippen
verschillende 'medicijnen' aangeboden.
Zeer Ge achte Zuster,
Met de meest respectvolle groeten,

W.K.
Vragen komen op doordat 'Îk' me opstel als een persoon en uit het oog verlies dat
ik 'beeld en gelijkenis Gods' ben. Zodra ik me opstel als persoon - als verschijnsel in
tijd en ruimte - ontkom ik er niet aan om me te verdedigen en 'mijzelf zo gelukkig
mogelijk te maken. Wat dit tegenwerkt of bedreigt is dan 'kwaad', wat mij dichter bij
het geluk brengt of lijkt te brengen is dan 'goed'. Naar mijn mening is dit de zonde­
val, oftewel het verwerven van kennis van goed en kwaad. De eenheid met God ltjkt
verloren, en op z'n best ben ik nu een persoon die op zoek gaat naar het verloren
paradijs, zoals een vis midden in zee op zoek gaat naar water.

In het leven 'buiten het paradijs' zijn denken en voelen het hoogste gezag. Daar
projecteer ik een persoon op mezelf, dat wil zeggen, ik beleef mezelf als allerlei denk­
beelden, herinneringen, verwachtingen, gevoelens en ik-voorstellingen, en dan schep
ik nolens volens een daarmee corresponderende God. Wat ik dan God noem is niets
S4 anders dan een (overigens zeer verheven) voorstelling in mijn eigen hoofd, en mijn 65
bidden wordt een telefoneren met die in mij gegroeide voorstelling. Er is nauwelijks
een christen of jood of moslim of hindoe die daaraan ontkomt. Daar is op zichzelf niets Cl
0
0.
tegen, of liEjlver: het is onvermijdelijk, maar ik denk dat dit soort geloof overeenkomt
met wat Paulus vergelijkt met de melk en het vloeibare voedsel dat de baby krijgt. Ik riï
0:
denk dat het Jezus' bedoeling was om zijn vrienden wakker te schudden uit de wets­ ro

en denkbeeldgodsdienst om hen te confronteren met de toch zo voor de hand liggende


ontdekking dat God het Onvoorstelbare is, uiteindelijk noch hier noch daar is, want
ook dat zijn nog begrippen. In het evangelie van Thomas, ontdekt in de jaren vijftig
of al iets eerder, zegt Jezus met een zeker sarcasme: Als je denkt dat God in de zee
woont, wat ben je dan een pechvogel, want de eerste de beste vis is er dan dichterbij
dan jij. En als je denkt dat God in de hemelen woont, ach arme, was je dan maar als
vogel geboren. Maar wat ik je zeg is dat het Koninkrijk Gods in jezelf zit (zoals u merkt
citeer ik heel vrlj). In het Grieks staat er 'en tos', wat kan betekenen in (jezelf) of ook
in het midden van. Sommige theologen zeggen dus: dat koninkrijk is dus Jezus die
in ons midden was. U begrijpt dat mijn uitleg de andere is. Het Koninkrijk Gods is
duidelijk niet van deze aarde, heeft geen naam of vorm maar is het Onvoorstelbare
dat wij zijn en dat God is. Na zes jaar serieus onderzoek in India ben ik er steeds weer
verbaasd over dat we hier in Nederland de Bijbel lezen alsof het verhaal zich afspeelt

-4- - 1 -
op de Veluwe of bij de Drunenae duinen. Verhalen als over de onbevlekte ontvangenis ringen) dan ontstaat er onmiddellijk een wereld vol reacties waarbij iemand die me
komen bij bosjes voor en zijn in het Oosten niet bedoeld om letterlijk te worden ge­ vleit als goed wordt ervaren en iemand die me beledigt als kwaad. Dus doordat ik me
nomen, maar om uitdrukking te geven aan eerbied en respect, vergelljkbaar met de opstel als een ik-voorstelling, een persoon (thinking), ontstaat er boven op de waar­
rooms-katholieke traditie om de paus 'zijne heiligheid' te noemen, hoewel er niet nemingen een laag 'psychiame' die de waarnemingen indeelt in goed, kwaad of on­
noodzakelijkerwijs iets van hem uit hoeft te stralen dat we met dat woord aanduiden. interessant. Zodra men dit ego onder de loep neemt en ziet dat ook dat bestaat uit
Het 'dit is mijn lichaam' en 'dit is mljn bloed' betekent voor mij dat de dingen die naam niets dan Licht, dan krijgt de ik-illusie gemakkelijk de kans om te verdwijnen. We
en vorm hebben het lichaam van de geest zljn. Als Jezus dit niet toevallig aan tafel worden niet gebonden door een ego, maar slechts door het geloof dat het ego bestaat.
maar tijdens een wandeling had gezegd, zou hij hebben kunnen zeggen: respecteer Het geloof in dit fantasie-ik is de oorzaak van ons vluchten voor dit en ons achterna­
de grond waarop je loopt, dit is mjjn lichaam - enzovoorts. hollen van dat.

Terug naar uw brief. Soms leest u "maar enkele woorden of zinnen in plaats van een Verlicht zijn heeft niets te maken met leven als een braaf schaap. Alle 'verlichten' die
hoofdstuk". Ik denk dat dat de juiste manier van lezen is. Het grote gevaar bij het ik uit de historie of uit eigen beleving gekend heb, van Jezus tot Ramana Maharshi,
lezen van authentieke teksten is dat we ze lezen als begrippen en ideeên, terwljl ze Sri Krishna Menon en Sri Nisargadatta, konden geweldig van leer trekken. Het is niet
ons juist willen verwijzen naar wat daarachter ligt. Bij uw manier van lezen ia dat voor niets dat ik de laatste vaak 'de oude tijger' noem. Met tientallen mensen heb ik
gevaar veel kleiner. Maar als het op een gegeven moment echt duidelljk is dat we hem de vloer zien aandweilen! Over heetgebakerd gesproken... ! Maar er ging ook geen
niet beperkt worden door wat we waarnemen (lichaam, denken, voelen, zintuiglijke week voorbij of iemand 'zag' plotseling waar het allemaal om draaide, dus het valt
waarnemingen) en dat alles wat komt en gaat, d.w.z. elke waarneming, niet meer is moeilijk te ontkennen dat de verbale zweepslagen hun nut hadden!
dan een beweging in het bewuste zijn, komt er een moment waarop we beter geen
teksten e.d. kunnen gebruiken en waarop we beter kunnen ophouden met het denken U schrijft over materieel en geestelijk bezit: ik denk dat dit laatste veel gevaarlijker
66 te consulteren. U kent wel 'uw• gedachten, maar uw gedachten kennen u niet. is dan het eerste. Ik denk dat wie 'door het oog van de naald' wil allereerst zljn opinies 67
Daarom wordt het steeds belangrijker om zelf alleen maar over te blijven als Stilte, achter zich zal moeten laten, en in de allerlaatste plaats zijn godsvoorstelling en alles
en in die Stilte worden de dingen duidelijk, maar niet door helder te denken. wat hij meent te weten over het Ondenkbare. G"l
0
0.
1
"Door een bepaalde houding wordt het licht of water vertroebeld." Nee, licht ia licht, Hoe vindt iemand de 'innerlijke goeroe'? Waardoor denkt u dat u door dit zoeken
water is water. Er is niets anders, zelfs wat wij aanzien voor oerslecht bestaat uit bent aangetrokken, als het niet door de 'innerlijke goeroe' is? Die spreekt een heel
niets anders dan Licht - er ia niets anders. Het lükt alleen maar alsof het Licht duidelijke taal, maar we durven er niet naar te luisteren omdat ons geleerd is te
verdwijnt als wij onze blik beperken tot het kijken naar een voorbijdrijvende wolk. vertrouwen op mensen die er zelf niet veel van begrijpen.
Zie dat de wolk uit Licht bestaat, en het probleem is opgelost. Toen ik een jaar of
twintig was en de meditatie volgde die Ramana Maharshi aanried, was er een periode Ik hoop dat het voorafgaande min of meer antwoord geeft op de onderwerpen die
waarin plotseling herinneringen in me opkwamen waar ik me diep voor schaamde. u hebt aangesneden. Zo niet, trekt u dan rustig aan de bel als u zin hebt.
Enkele weken lang moest ik elke avond opnieuw zien dat deze herinneringen ook uit
niets anders bestonden dan uit Licht - toen verdwenen ze en kon ik me weer aan die Met hartelijke groet,
meditatie overgeven. W.K.

U kent wellicht de uitspraak van de grote Shakespeare, die zegt dat niets op zichzelf
goed of kwaad is, maar dat het denken dat ervan maakt ("Nothing is good or bad but
thinking makes it so"). Met andere woorden, als ik op de zintuiglijke waarnemingen
nog een psychische wereld projecteer {ik ben een persoon, een wasmand vol herinne-

- 2 -
- 3 -
Brief 8 westerse traditie heet. Ik spreek liever over het Onvoorstelbare. Die term lijkt me wat

minder gevaarlijk. Wanneer het bedachte, aangeleerde 'ik' verdWijnt wordt de leegte

als het ware opgevuld door het Onvoorstelbare. Maar tot het allerlaatste moment
Hilversum, 18 juni 1984 moet je steeds weer in de gaten houden dat er niet zoiets bestaat als een 'verlicht ik'

of een bevrijd ik. Vrijheid is leven zonder ik. Alleen zo is het duidelijk wat 'de Alomaan­

wezigheid Gods' betekent. Onze hersenen kunnen dat nooit begrijpen. Daarom moeten
Eerwaarde Zuster, •
we op een gegeven moment ophouden het denken te consulteren als we iets over ons-

zelf of iets over God willen weten. We kunnen een vraag stellen en ons dan in de Stilte

terugtrekken. Daar komen alle openbaringen uit tevoorschijn. We ontdekken dan ook
Deze keer - blij als altijd met een brief van u - krijgt u terstond antwoord omdat ik dat er geen stil ik bestaat, maar dat we de Stilte zelf zijn.
morgen waarschijnlijk voor een aantal weken vertrek. Zal ik maar weer punt voor

punt uw brief nalopen? Wie of wat is toch God? Voor kinderen op de 'melkspijs'-leeftijd is Hij een nobele

meneer, eventueel een kwade tiran, maar altijd een soort supermens. In wezen is hij
U hebt vaak niet geschreven omdat er geen essentiêle vragen waren. Dat is ook de zoiets als Liefde. Vanuit het standpunt van de liefde is alles en iedereen liefde en
'bedoeling'. Als je in de wetenschap een probleem oplost komen daar tien nieuwe hoeft er geen offer gebracht te worden. Offers zijn slechts nodig als ik mezelf aanzie
voor in de plaats. Als je een geestelijke vraag echt oplost verdwijnt er een stuk van je voor een voorstelling. Dan moet ik offers brengen die uiteindelijk kunnen leiden tot
'ego', de vraagsteller in feite, en ten slotte zijn er geen vragen meer over. Dan treedt de ontdekking dat het enig echte offer het loslaten is van de illusie dat er buiten het
er een diepe stilte in, en die onthult zichzelf als Het Laatste Antwoord, hoe men dat Alomaanwezige nog iets anders zou kunnen bestaan. Die illusie is de bron van alle
ook wil noemen. ijdelheid. Ik-als-voorstelling laat als het ware mezelf los. Zolang er zelfs nog een ik is

dat ernaar verlangt om God God te laten zijn, is er een obstakel. Door de bereidheid 69
Ook in een geestelijke gemeenschap zijn er meestal niet meer dan één of twee die om mezelf los te laten komt de ontdekking tot stand dat zo'n ik alleen maar een
echt en op de juiste manier zoeken naar God. Zo iemand moet erop rekenen dat hij standpunt is en dat het geen enkele onafhankelijke realiteit heeft. Het ik verschijnt Q
0
althans op dat punt een eenzame weg bewandelt. Dat wil uiteraard niet zeggen dat alleen op �e weinige ogenblikken dat het be- of gedacht wordt, maar in die paar Q.

er in die gemeenschappen niet tal van oprecht vrome en serieuze mensen zitten. tellen vertelt het denken ons dat het iets permanents is. Misschien is juist dat ver­
Maar er is ook nog zoiets als rijpheid, en die heeft niemand zelf in de hand. Rijpheid haal wel de zondeval, de zonde tegen de Heilige Geest die uiteraard nooit vergeven
j
> is uiteindelijk het verlangen om alles los te laten, inclusief, helemaal aan het eind kan worden, want zolang er een ik is dat naar vergeVing zoekt zit je in de verkeerde
J

> van de reis, zelfs dat verlangen. trein, en daarin is je medereiziger degene die denkt dat hij een gered ik heeft of is.

Meneren die ons komen vertellen wat God allemaal wil en doet en hoe Hij in elkaar Het citaat van Gregorius vind ik schitterend. Zonder twijfel een groot mani Natuurlijk
zit, hebben niet in de gaten dat ze niet over God praten, maar over een voorstelling kan niemand God loven. Je kunt alleen de voorstelling loven die je van het Onvoorstel­
die ze daarvan gemaakt hebben. Het abc van het echte zoeken naar God is onvermij­ bare hebt gemaakt. Die heeft met de echte God nog minder te maken dan de beroemde
delijk verbonden met de ontdekking dat Hij geen voorstelling is in mijn hoofd of in koe met vioolspel. Overigens zit je ook nog in het rijk der voorstellingen als je God de
welk hoofd dan ook. Schepper noemt, met andere woorden, een actief iets. Actief en passief zijn ook nog

begrippen, en op dat waar de drie letters G-o-d naar verWijzen is geen enkel begrip
U voelt zich als het ware tussen hemel en aarde hangen: het ene losgelaten, het van toepassing. Vandaar dat de oude Ch'an-meesters zeiden dat 'Het' noch bestaat,
andere nog niet in de greep. Hoewel u die term gebruikt weet u natuurlijk dat er niets noch niet bestaat. Want bestaan en niet-bestaan zijn ook begrippen!
in de greep valt te krijgen. Het ik, de zoeker, wordt op een gegeven moment als het

ware vervangen door de aanwezigheid Gods, of de Heilige Geest, zoals dat in onze

- 1 - - 2 -
Geen 'groot man' heeft een evangelie. En wat deze dorpsgek uit H. betreft: ik kan
alleen mjjn eigen verhaaltje vertellen. Sommige mensen zeggen dat ze daardoor
zichzelf leren kennen. Als dat zo is, heb ik geen recht hun dit verhaaltje te onthouden.
Maar G-o-d wordt gevonden doordat iemand met inzet van zijn hele wezen zoekt, niet
doordat iemand het een of andere evangelie uitdraagt. Wie echt zoekt zal ontdekken
dat hij altijd op het juiste moment de juiste mensen en de juiste boeken Vindt. Zo
'
iemand blijkt onoverwinnelijk.

Het is roerend dat u, die zo bezig bent met de essentiêle vragen, de aandacht toont
om dit wandelende skelet nog naar zijn gezondheid te vragen. Die is uitstekend. Het
enige waar ik last van heb is van het vele autorijden van de ene gespreksgroep naar
de andere. Elk jaar meer dan 30.000 km, bijna de wereld rond. U bent het Licht Zelf,
God Zelf. Er is namelijk niets buiten Dat. Wat kan ik u dan toewensen?

Met allerhartelijkste groet,

W.K.

0 71

G1
0
s::i.
"'

- 3 -
2

De mens zoals hij wezenlijk is


oewel Walter wist dat iedere beschrijving van zichzelf tekort zou schieten omdat
H woorden nooit kunnen beschrijven wie of wat je werkelijk bent, heeft hij zich niettemin
wel eens gewaagd aan een 'zelfbeschrijving'. De onderstaande zou als een spiritueel testament
beschouwd kunnen worden.

"Als ik mezelf een voorstelling, een beeld ga maken van hoe ik nu ben, dan is dat
altijd fout, omdat ik geen beeld of voorstelling ben. Zolang ik mijzelf probeer te
beschrijven, beschrijf ik mezelf niet. Ik be schrijf dan een aantal voorstellingen,
gedachten, bewegingen, die van tijd tot tijd verschijnen en verdwijnen in de helder­
heid die ik ben. Maar die voorstellingen, die bewegingen hebben geen enkele duur.
Elke poging tot zelfomschrijving gaat bij voorbaat over dingen die ik niet ben.
Daarom is het eigenlijk onmogelijk om een accurate beschrijving van mezelf te
geven. Ik kan een aantal eigenschappen opsommen die zich nogal eens voor­ 73
doen, bijvoorbeeld 'Ik ben een muziekliefhebber' of zoiets, maar dat zijn heel tij­
delijke verschijnselen. Al die eigenschappen gaan over verschijnselen, die af en
toe een� verschijnen en in feite steeds weer anders zijn. Elk beeld is steeds weer
anders. Ik zou kunnen zeggen dat er overeenkomst bestaat, maar hoe helderder
ik kijk, hoe meer ik zie dat er nauwelijks analogie bestaat. Een ding verschijnt
een paar tellen en is dan weer verdwenen. De rest is alleen maar een geheugen­
vorm, want het geheugen past zich altijd aan bij het ogenblik 'nu' en niet bij het
verleden. Daarom kan ik me alleen maar dingen selectief herinneren. Het geheu­
gen is een erg onbetrouwbare illusie.
Ik maak dus geen beeld van hoe ik zou moeten zijn. Ik kijk alleen naar wat er
hier en nu is. Als ik klei heb en ik maak daar een pot van, dan blijft die pot klei.
Als het materiaal ontevredenheid is, dan is het ideaal ook een kind van die
ontevredenheid. Dus heb ik geen idealen om te bereiken. Ik kijk naar wat er hier
en nu gebeurt, iets anders kan ik niet. En zie heel gauw dat er niet zoiets bestaat
als persoonlijkheid; dat ik altijd dezelfde ben, dat ik nooit verander, dat er alleen
allerlei vuurpijlen veranderen: de vuurpijlen van het zintuiglijke waarnemen en
het denken. Ze verschijnen en verdwijnen weer in mij als helderheid, als aan­
wezigheid (niet de gedachten/voorstellingen over helderheid en aanwezigheid).
Om te zijn wat ik ben hoef ik niets te doen, want ik ben het altijd, nu. Het is India, 1955

een kwestie van altijd herkennen. Ofwel: vrijheid is hetzelfde als die helderheid
herkennen in alle situaties. Maar die wordt niet herkend door mij of iemand
anders, want niemand kan zich zijn of haar afwezigheid voorstellen."

De zoeker

Walter Keers werd opgevoed in de christelijke traditie, maar zag zichzelf als iemand die tot de
groep mensen behoorde aan wie de vertegenwoordigers van die traditie geen antwoord meer
konden geven zodra de vragen erg ongebruikelijk of fundamenteel werden.
Wolter werd geboren in 1923, en in het leven van de praktiserende christenen in die tijd
draaide alles om de ziel. maar wat die ziel nu eigenlijk was kon geen theoloog hem ook maar
bij benadering vertellen. Hij kwam tot de conclusie dat de theologen een schitterend bouw­
werk hadden opgetrokken, maar het fundament hadden weggelaten. Op de vraag 'Wat is God?'
kreeg hij als antwoord 'De vader van Jezus Christus', en op de vraag 'Wat is dan Jezus Christus?'
kreeg hij als antwoord 'De Zoon van God'. Hij zag het als een pingpongspelletje dat geen
enkele uitleg bood. De kerken waren in de val gelopen en woorden voor waarheid gaan
aanzien, waardoor de inhoud verloren ging.
'4 In Wolters ogen lag de sleutel tot het godsbegrip in drie woorden: God is Liefde. Als dat
75
niet als fundament wordt gezien stelt het bouwwerk niets voor. Christus zegt ergens dat wie
in hem gelooft in zijn hart een fontein van eeuwigheidsleven zal voelen opspuiten. Wolter
vond onder de theologen niemand die durfde te verklaren dat in zijn of haar hart die fontein
open was gesprongen om niet meer te verdrogen. Hij zocht verder en ging te rade bij allerlei
mensen die enige reputatie van heiligheid of geleerdheid bezaten, van het Leger des Heils en
protestantse theologen tot en met hooggeleerde Jezuïeten en Dominicanen, maar niemand kwam om weer naar huis terug te keren, kreeg hij een droom over Ramana Maharshi en keerde
wist hem een zinnig antwoord te geven op de werkelijk elementaire vragen. hij terug naar Tiruvanamalai om hem opnieuw te ontmoeten. De beschrijving van die ontmoeting
Maar dan, in 1943, komt hij iemand tegen die hem twee boeken leent. Het ene boek is zou veel mensen ertoe aanzetten om ook de reis naar Zuid-India te maken.
jnana Yoga van Swami Vivekananda, dat hij met een gevoel van diepe herkenning leest; een Uiteindelijk zet Wolter pas in 1950, als de Tweede Wereldoorlog al ruim voorbij is, voet aan
herkenning waar hij naartoe was gegroeid maar die hij nooit duidelijk onder woorden had wal in Bombay voor een bezoek aan Ramana, die dan nog slechts enkele maanden te leven
weten te brengen. Het andere boek is Verborgen Wijsheid van Paul Brunton, een journalistiek heeft.
werk met allerlei verhalen over de spirituele dimensie van de Indiase cultuur, waaronder een T ijdens de zes of acht weken die Walter in de nabijheid van Ramana doorbrengt verandert
verhaal over een spectaculaire verlichte met de naam Ramana Maharshi, die aan de voet van zijn leven volkomen. Al die tijd hoort hij Ramana maar enkele keren spreken, op de momenten
de berg Arunchala in zuid-India leefde. Hij weet onmiddellijk dat dat de man is die hem de dat die in het Tamil met zijn verzorgers overlegt. Maar de aanwezigheid van Ramana is als
antwoorden kan geven waar hij al zo lang naar op zoek is. Hij wil hem tot elke prijs ontmoeten. een doorlopend bad van licht dat doordringt tot in de diepste uithoeken van Wolters denken
zo was het met Paul Brunton zelf ook min of meer gegaan. Brunton had een half jaar door en voelen. Eindelijk voelt hij vaste grond onder zijn voeten. Het fundament is gelegd en in zijn
India gereisd om allerlei yogi's en mystici te bezoeken en daarover te schrijven. Maar de reis hart is een blijvende fontein van eeuwigheidsleven gaan spuiten.
bracht hem niet de wijsheid waar hij op gehoopt had. Toen hij teleurgesteld in Bombay aan-
Ramanashram,
Veel Later, ergens in de jaren zeventig, schrijft Wolter een verslag van zijn spirituele zoektocht Tiruvannamala1, India. 1948
in The Mountain Path, het tijdschrift dat door de ashram van Ramana wordt uitgegeven. Het is
een prachtig, gedetailleerd verhaal over hoe een jongeman zijn spirituele thuis vindt bij
Ramana Maharshi.

Op het pad van Ramana: in de muil van de tijger

"Als ik terugkijk op mijn jeugd is het kristalhelder dat ik een grote hoeveelheid
spirituele samskara's meegenomen heb naar dit leven. 1 k werd geboren in een
familie van dominees. Al vele generaties vormde het geestelijk ambt een familie­
traditie. Mijn vader en mijn beide grootvaders waren dominee binnen de calvi­
nistische traditie van de protestantse kerk. Het was daarom ook niet verrassend
dat alle interesse in ons gezin zich richtte op religieuze zaken. Het scheelde niet
veel of men had me al geleerd te bidden nog voordat ik kon spreken.
Als het waar is dat je jeugd van beslissende invloed is op de meeste belangrijke
zaken in het leven, dan geldt dat zeker voor mij. Twee gebeurtenissen hebben de
loop van mijn avonturen op spiritueel gebied volledig bepaald. Beide hebben
geleid tot een wanhopige zoektocht naar iemand die me tot verlichting zou
16 kunnen brengen en eindigden met het ongelooflijke feit dat ik zo'n gids ook 77
daadwerkelijk vond. of andere manier had ik het gevoel dat men me verteld had dat hij bestond en
De eerste gebeurtenis moet plaats hebben gevonden toen ik ongeveer vijf waar hij gevonden kon worden.
jaar oud was. Een bekende missionaris die door het Land reisde kwam naar ons De t'{l'eede gebeurtenis moet niet veel later plaatsgevonden hebben. Ik neem
dorp om een Lezing te geven en een tentoonstelling op te zetten over Nederlands aan dat het in het voorjaar van 1928 is geweest, toen ik vijf jaar oud was. Ik was
Nieuw-Guinea (dat nu deel uitmaakt van Indonesië), waar hij had gewerkt. Ik kan op een grasveldje aan het spelen met hoopjes zand. Ik keek vluchtig naar een
me nog steeds een paar dingen herinneren die toen werden tentoongesteld, maar heg die vlakbij stond en kleine roze bloemetjes had en witte pluizen bollen zo
belangrijker was dat hij bij ons thuis logeerde en met ons mee at. groot als knikkers. Plotseling transformeerde de hele wereld, ook ikzelf, tot Licht.
Op een dag vertelde hij mijn ouders tijdens de lunch dat hij de reis vanuit Als er iets is geweest dat dat veroorzaakte, dan kan ik nu niet meer zeggen wat
Oost-Indië niet zoals gebruikelijk per boot had gemaakt. In plaats daarvan was dat is geweest. Ik viel in de toestand waarvan ik Later hoorde dat die samadhi
hij gedeeltelijk over land gegaan en door Brits-Indië gereisd. genoemd wordt. Als dit klinkt als een indrukwekkende gebeurtenis voor een
Die uitdrukking, 'Brits-Indië', trof me als een bliksem. Het is nauwelijks moge­ vijfjarige, dan moet ik er wel bij zeggen dat het op dat moment voelde als de
lijk dat men mij die naam zo jong al eerder had verteld, maar zodra ik hem hoorde gewoonste zaak van de wereld. Het was normaal, natuurlijk en ongekunsteld.
raakte hij me met zo'n kracht dat ik het gevoel had dat ik in tweeën werd gesple­ Ik was weliswaar klein en onervaren ten aanzien van de reacties van volwas­
ten. Ik voelde niets meer, verlamd als ik was door een stille, verbaasde verwon­ senen, maar op de een of andere manier had ik het gevoel dat ik mijn mond
dering. Ik was gegrepen door een onverklaarbare herkenning van iets buiten­ moest houden over die ervaring. Tot mijn twintigste praatte ik er nooit met
gewoons, iets absurd begeerlijks, iets als het ultieme goede. Ik weet niet wat iemand over, en toen alleen maar omdat me hetzelfde overkwam toen ik met
mijn concept van God op zo'n jonge leeftijd geweest kan zijn, maar op de een een vriend zat te praten. Hij las me een tekst voor. Ik weet niet precies meer wat
het was, maar ik weet nog wel dat het oorspronkelijk een tekst van een oude
oosterse mysticus was. Zonder enige waarschuwing viel ik in samadhi en loste ik woorden uit te drukken, maar hier was een man die me liet zien dat ik niet uniek
op in het niets. Zo gaat dat bij mij: zonder waarschuwing vooraf en zonder enige was. Het was een opluchting om te ontdekken dat mijn eigen probleem en spiri­
aanleiding verdwijnt het 'ik' gewoon. tuele honger in de loop van de eeuwen door talloze zoekers gedeeld was. En niet
Er was natuurlijk veel gebeurd tussen mijn vijfde en mijn twintigste. Maar alleen dat. Het boek liet me ook zien en overtuigde me ervan dat India een Levende
ook dit was van doorslaggevende betekenis en bevestigde voor mij dat ik in het traditie van wijzen kende die de toestand waar ik naar op zoek was niet alleen
Oosten op zoek moest naar een antwoord op de vragen die ik alle theologen in ervaren hadden, maar ook over de macht en het vermogen beschikten om hun
mijn familie had voorgelegd. Ik had hen (en alle andere mensen waarvan ik dacht discipelen tot diezelfde toestand te brengen. Mijn eigenaardige spirituele honger
dat ze in staat waren me een antwoord te geven) voortdurend lastiggevallen was met die indirecte kennis niet gestild, maar nu wist ik tenminste met zeker­
met vragen over wat ik indirect aanvoelde als een onderliggende werkelijkheid heid dat er ergens in India een leraar was die me zou kunnen helpen.
die achter alle mensen en verschijnselen lag en die hen droeg en bezielde, maar Er wordt gezegd dat als de discipel er klaar voor is de goeroe zijn bestaan
niemand had me een bevredigend antwoord weten te geven. Sterker nog, ik kon kenbaar maakt. Niet lang nadat ik}nana Yoga had gelezen stuitte ik op The Secret
ze zelfs niet bewegen tot het geven van onbevredigende antwoorden, want Path van Paul Brunton. In het Nederlands was het getiteld Verborgen Wijsheid.
niemand leek ook maar enig idee te hebben waar ik het over had. Toen ik op die pagina's las dat er in India een levende wijze was waar je mee
Ik zocht naar antwoorden in boeken. Ik las veel en verslond gretig vele interes­ kon praten, werd mijn hemel weer een beetje blauw. Ik zat nog steeds met vele
sante boeken, maar die konden me geen van alle uitleggen wat ik wilde weten. vragen die om een antwoord vroegen, maar ik vertrouwde erop dat deze man ze
De kennis en informatie waar ik naar op zoek was leek zo ongrijpbaar dat nie­ niet alleen allemaal kon beantwoorden, maar me ook de ongrijpbare bron kon
mand bereid leek erover te schrijven of te spreken. Een gevoel van diepe wan­ laten zien waaruit mijn geest en al zijn vragen voortkwamen. Eén ding zat me
hoop begon bezit van me te nemen. Het Lukte me niet om terug te komen in de echter dwars: de uitgave die ik had gelezen was een paar jaar oud. Ik moest de
toestand van samadhi die spontaan had plaatsgevonden, en ik kon geen ant­ mogelijkheid onder ogen zien dat Ramana Maharshi misschien al was overleden.

8 woorden op mijn brandende vragen vinden in de boeken waar ik de hand op Ik kon daar geen informatie over krijgen, omdat de Tweede Wereldoorlog in volle 79
wist te leggen. Ik viel in een diepe depressie toen het geleidelijk tot me door gang was. Nederland was bezet door het Duitse leger, waardoor het onmogelijk
begon te dringen dat de oplossing voor dat probleem buiten mijn macht lag. was om met iemand in Brits-Indië te corresponderen, of met de auteur en zijn
Ik besefte dat mijn eigen inspanningen tot niets hadden geleid en kwam tot de uitgever.
conclusie dat ik een goeroe moest zien te vinden die me terug kon leiden naar de Ik nam een besluit: ik ging ervan uit dat hij nog leefde en vertrouwde op de
zijnstoestand waarvan ik al wist dat die het enige doel of de enige toestand was woorden die hij had uitgesproken en die in het boek waren opgetekend. Jk gaf
die het waard was om naar te streven. Ik wist dat als het me niet zou lukken om mijn twijfels over en legde al mijn vertrouwen in hem. In het boek stond een foto
een goeroe te vinden die me zou kunnen helpen om dat te bereiken, het leven van Bhaga11an. Tijdens mijn meditatie vestigde ik er mijn aandacht op, en ik begon
niet meer de moeite waard zou zijn. me ook te concentreren op het hartcentrum waarvan Bhagavan had aangegeven
Het was in die wanhopige fase van mijn leven dat een oudere dame, de dat het zich aan de rechterkant van de borst bevindt. Het kostte heel veel moeite
moeder van een vriend van me, me twee boeken leende. Het eerste boek was en oefening om volledig op te gaan in die meditatieobjecten, maar ik hield vol,
}nana Yoga, een negentiende-eeuwse samenvatting van de jnana-traditie in want op dat moment had ik het gevoel dat het hulpmiddelen waren die me door
India, geschreven door Swami Vivekananda. Toen ik het boek oppakte had ik Bhagavan waren aangereikt. Ik geloofde dat als ik ze op de juiste manier gebruikte
geen idee dat het boek zowel als de auteur wereldberoemd waren. Op het eerste ze me voorbij de wereld der verschijnselen en mijn geest zouden brengen.
gezicht leek het weer zo'n boek dat me gefrustreerd en nog steeds op zoek achter Ik heb altijd sterke yogische samskara's gehad. Voor mij was het iets heel
zou laten. Maar toen ik het begon te lezen bracht het een soort explosie in me natuurlijks om al mijn energie te stoppen in het richten van mijn aandacht op
teweeg. Daar, op die bladzijden, vond ik eindelijk iemand die in staat was ge­ een strategisch punt in het subtiele lichaam. Nadat ik dat een tijdje had gedaan,
weest om onder woorden te brengen wat ik intuïtief had aangevoeld. Het was merkte ik dat ik in dat centrum kon wegzinken als ik mediteerde. Andere keren
me nooit gelukt om mijn probleem of de oplossing waar ik zo naar hunkerde in mediteerde ik op Bhagavans foto. Zodra ik opgezogen werd in dat beeld begon
ik zijn levende aanwezigheid te voelen. De genade en kracht die uit die foto teert een mens op de wijze, en iedere sadhaka ziet de wijze als iemand die loopt,
stroomden overtuigden me ervan dat hij nog steeds in leven was. Sterker nog, ik spreekt, eet en wil dat er dingen gebeuren. Dat is het gezichtspunt van de sadhaka,
had het gevoel dat hij wist dat ik heel erg mijn best deed om tot de waarheid te en dat is volkomen onjuist, want de ware Meester doet niets. De ware Meester,
komen. Terwijl de kracht uit die schitterende ogen stroomde wist ik dat Bhag­ zo ontdekte ik later, geeft de sadhaka niets om vast te grijpen of zich aan vast te
avan zag hoe ver ik was, ook al was hij duizenden kilometers van me verwijderd. klampen. Hij is als lucht of zonlicht - iets wat je niet kunt vastgrijpen, waar je je
Mijn aanvankelijke euforie verdween geleidelijk aan toen ik besefte dat mijn niet aan kunt vastklampen of een vorm aan kunt geven. En toch kunnen we tege­
ervaringen - gelukzaligheid, stilte enzovoorts - slechts tijdelijke intermezzo's lijkertijd niet ontkennen dat lucht en zonlicht bestaan, want we zijn erin onder­
waren in de doorlopende sage van de eindeloze reis die ik aan het maken was gedompeld en ze houden ons in leven, of we er nu in geloven of niet. Wat ik, achter­
en die me alleen maar afleidde en neerslachtig maakte. Het positieve was dat af gezien, probeer te zeggen is dit: ik riep de naam en vorm aan van een wezen
het feit dat ik met Bhagavan in contact was gekomen me bevrijd had van mijn dat voor mij het uiteindelijke, oneindige Zelf in het Hart van alle wezens vertegen­

l!
depressie en de onderliggende oorzaak ervan. Ik werd niet langer gefrustreerd woordigde. Ik geloof niet dat de naam en vorm van de Bhagavan waar ik me op
door mijn onvermogen om mijn spirituele honger te begrijpen, maar tegelijker­ concentreerde op me reageerde, maar het Zelf dat in het Hart van alle wezens
"
l!

tijd bracht de intellectuele kennis van het Zelf en de manier waarop ik die had verblijft hoorde op de een of andere manier mijn smeekbede, voelde hoezeer het
verkregen geen permanente verandering in me teweeg. Ik wist dat ik niet het me ernst was en hoe groot mijn spirituele dorst was. Het zorgde ervoor dat ik naar
lichaam was, noch de geest. Ik wist dat ik in staat was om tijdelijke gelukzalige Bhagavan gebracht werd omdat het wist dat ik er in diens heilige aanwezigheid
geestestoestanden te ervaren als ik me terugtrok in het hartcentrum, en ik kon achter zou komen wie ik in werkelijkheid was en ben.

)J
een gloeiende vrede voelen als ik me op Bhagavans ogen concentreerde, maar Ik kreeg weliswaar de zekerheid dat ik op tijd naar Bhagavan gebracht zou
geen van die toestanden was van blijvende aard. Ze waren allemaal aange­ worden, maar het was pas begin 1950 dat ik eindelijk de reis naar India kon
::i

naam, maar ze hadden me niet tot mijn ware kern gebracht. Ze hadden me niet maken. Het bezoek vond vele jaren geleden plaats, maar de herinneringen eraan
30 naar de plek gebracht waarvan ik met volledig vertrouwen kon zeggen: 'Ja, dit is zijn nog steeds levendig. Terwijl ik in mijn geheugen graaf om mijn aankomst in 81
waar ik mijn hele teven naar op zoek ben geweest. Dit is het einddoel waar ik zo Tiruvannamalai te beschrijven heb ik het gevoel alsof ik over iets schrijf dat pas
lang naar heb gestreefd.' Ik schoof die ervaringen niet als waardeloos terzijde. gisteren gebeurd is. Ik herinner me de schokkerige treinrit over het smalspoor­
Ik wist dat ze een geweldige voorbereiding op iets anders vormden, maar dat lijntje vçi.naf Madras. Ik herinner me mijn eerste blik op Arunachala vanuit het
andere was er nog niet. treinraampje. De berg straalde een wit licht uit doordat hij het licht van de volle
Wat ik op dat moment nog niet wist was dit: vanwege de sterke identificatie maan weerkaatste. Ik had mijn reis niet zo gepland dat ik daar tijdens volle
met het lichaam dient het lichaam zelf zich minstens één keer, maar liever veel maan zou arriveren, en ik herinner me nog dat ik het als een goed voorteken
vaker, in de aanwezigheid van een authentieke Meester te bevinden. Wat ik wel opvatte. Ik werd in de dagelijkse realiteit van India geworpen toen mijn trein
wist, intuïtief en rechtstreeks, was dat ik dat verbijsterende wezen in dat kleine op het station van Tiruvannamalai arriveerde. Alle dragers stormden op me af
"
:!

stadje Tiruvannamalai moest ontmoeten. (ik moet eruit gezien hebben als de rijkste potentiële klant) en vochten om mijn c:

Ik richtte mijn aandacht steeds meer op Bhagavan. Soms vocht ik bijna met bagage. Het leek allemaal niet veel met mij te maken te hebben, want zonder
hem en smeekte ik hem me te helpen bij mijn inspanningen om naar hem toe te dat ik er veel moeite voor had hoeven doen zat ik plotseling in een jutka (een
komen. Ik weet dat het absurd klinkt om het zo uit te drukken, maar er kwam een karretje met twee wielen dat door één enkel paard getrokken wordt) en werd
punt waarop ik vol vertrouwen kon zeggen dat ik 'gewonnen' had. Ik keek een ik naar de ashram vervoerd. Ik herinner me dat de koetsier voortdurend 'Hé-Hé'
keer naar Bhagavans foto en wist toen met een kalme, onwankelbare zekerheid riep, met de nadruk steeds op de tweede lettergreep, en ik herinner me de tal­
dat ik op een dag naar India zou reizen en dat ik Bhagavan in levenden lijve zou loze schokken van de karrensporen en gaten in de onverharde weg. Ik voelde
aantreffen als ik bij hem aankwam. geen enkele verantwoordelijkheid voor mijn handelingen of voor mijn verplaat­
Hoeveel van die sadhana mijn eigen projectie was en hoeveel Bhagavans sing van de ene plek naar de andere. Ik had alleen maar het gevoel dat ik opge-
echte, geruststellende aanwezigheid zal ik nooit weten. iedere sadhaka projec-
nomen was door een goedwillende golf die me naar de juiste bestemming zou
brengen.
Uit brieven van vrienden had ik opgemaakt dat Bhagavan ernstig ziek was en
dat hij niet veel langer in levenden lijve bij ons zou zijn, maar daar maakte ik me
geen zorgen over. Ik was op tijd aangekomen. Ik wist dat hij zijn belofte had ver­
vuld om me naar zijn levende aanwezigheid te brengen. Toen we door de ashram­
poort reden voelde ik me succesvol, alsof ik iets had bereikt. Door er op tijd te zijn,
zo wist ik, had ik aan al mijn verplichtingen voldaan. De rest was aan Bhagavan.
Op de een of andere manier wist ik dat hij me niet in de steek zou laten.
Roda Mclver, een volgelinge uit Bombay die al enkele jaren bij Bhagavan ver­
bleef, nam me een paar uur later mee naar de ashram en wees me Bhagavan
aan. Van enige afstand zag ik hem op een stoel zitten in het gangetje dat zijn
kamer met de zaal verbond waar hij bezoekers en volgelingen ontving. Zijn aan­
blik deed me trillen over mijn hele lichaam. Dat kwam niet doordat ik nerveus
was of me niet op mijn gemak voelde, maar doordat ik oog in oog was komen
te staan met het goddelijke. Die herkenning greep me zo aan dat mijn lichaam
onwillekeurig begon te schokken. Ik keek naar het wezen dat zoveel jaren het
IJ
)
brandpunt van al mijn dromen, hoop en verwachtingen was geweest. Ik had
me in de steek gelaten kunnen voelen, teleurgesteld dat ik zo ver was gereisd
32 om alleen maar een man op een stoel te zien zitten die er heel gewoon uitzag. India, ca 1953 83
Maar dat was niet wat ik zag, dat was niet mijn ervaring. Terwijl ik Bhagavan
aanstaarde had ik het gevoel dat ik daar God zelf zag zitten. Tijdens die ontmoe­ ik beschrijven wat ik die eerste ochtend meemaakte? God manifesteerde zich
ting vroeg in de ochtend zag ik een vlammend licht dat een menselijke vorm had voor mijn ogen en maakte zijn aanwezigheid aan me kenbaar door een schitte­
aangenomen. Het was schitterender dan alles wat ik ooit eerder had gezien. rend, doordringend licht uit te stralen, een licht dat dwars door me heen ging als
Roda stelde me aan hem voor, waarna Bhagavan me een paar seconden aan­ röntgenstralen.
keek. Ik herinner me dat er wat woorden werden uitgewisseld, maar die hadden Bhagavan gedroeg zich heel normaal en alledaags. Hij keek naar de verschil­
niet veel te betekenen. De boodschap die me trof kwam niet voort uit de woorden lende mensen om hem heen die hem waren komen opzoeken, hij glimlachte
die hij uitte, maar uit zijn aanwezigheid en de glimlach op zijn gezicht. Die zeiden: naar de eekhoorntjes die de bomen vlakbij in en uit renden, en hij wisselde af en
'Zo, daar ben je dan eindelijk!' toe een paar woorden met zijn assistenten die bij hem in de buurt zaten. Soms
Ik werd uitgenodigd om in een groep te gaan zitten. We waren met ongeveer deed hij misschien wel een halve minuut zijn ogen dicht. Ik kreeg de indruk dat
twintig mannen. Ik vond een plekje waar ik met mijn rug tegen de muur naar hij dan een dutje deed, maar al snel kwam ik erachter dat hij zich volkomen
hem kon kijken en verlustigde me in de aanblik van zijn vorm. Ik keek en keek en bewust was van alles wat zich rondom hem afspeelde, ook al waren zijn ogen
keek en zoog alles op wat hij uitstraalde. Heel lang geleden, toen ik nog heel dicht. Zijn hoofd begon soms plotseling te schudden, waarna hij zijn ogen open­
jong was, had ik geloofd dat God een of ander schitterend wezen was dat een deed en hij zijn aandacht een paar seconden op iemand richtte. Dat was niet de
menselijke vorm bezat die licht en goedheid uitstraalde. Ik had dat kinderlijke vluchtige blik die je krijgt van iemand op straat die je niet kent. Het was een
geloof al lang losgelaten. Ik zag het als een sprookje dat alleen aan lichtgelovige diepe, zoekende blik. Als je die van hem kreeg voelde het alsof Bhagavan zonder
kinderen werd verteld. Maar nu bleek dat geloof uit mijn kindertijd waar te zijn, te oordelen de complete inventaris van je ziel met al zijn problemen en behoef­
want hier zat een menselijke vorm voor me die uit licht leek te bestaan. Hoe kan ten opmaakte. Tegelijkertijd deed hij dat moeiteloos en terloops. Hij kon aan één
blik genoeg hebben om hem van alle informatie te voorzien die hij nodig had. mentale stroom van gedachten, ideeën en problemen in het niets te laten ver­
Na zo'n korte blik kon hij dan met zijn lange, elegante vingers over zijn hoofd dwijnen.
wrijven of een praatje aanknopen met iemand die vlak bij hem zat. Ik vertelde Roda hoe blij ik was zo'n geweldige goeroe gevonden te hebben.
Toen ik tijd had om op die eerste darshan terug te kijken vond ik het heel Ik vond dat iedereen naar Bhagavan zou moeten komen om zijn genade te ont­
bijzonder dat er zo'n normale sfeer kon hangen rondom iemand die zoveel licht vangen, vooral nu het er niet naar uitzag dat zijn fysieke lichaam nog veel langer
en energie uitstraalde. Misschien dat andere mensen niet zagen en voelden wat bij ons zou zijn. Nieuws over Bhagavans ziekte en operaties had zich over heel India
ik zag en voelde. Later op de dag vroeg ik Roda daarnaar. verspreid. Veel mensen gingen speciaal op weg om zijn darshan te ontvangen
Ze lachte en zei: 'Veel mensen hebben speciale ervaringen als ze Bhagavan omdat ze wisten dat ze niet veel langer de gelegenheid zouden krijgen om hem
zien, vooral nieuwe mensen, maar de meeste tijd zien we hem allemaal als een te zien. Oude volgelingen kwamen in groten getale opdagen en een grote hoe­
normale oudere man die op een sofa zit. Maar af en toe vereert hij ons met een veelheid nieuwe mensen voegde zich bij hen. Dat zorgde ervoor dat de ashram
c ervaring, zoals jij die vandaag ook hebt gehad, die ons laat proeven van zijn soms erg vol en lawaaierig was. Ik hoorde verhalen over 'de goeie ouwe tijd'
Qj
N
Qj grootsheid en zijn goddelijkheid.' toen drie of vier mensen urenlang rustig bij hem konden zitten. Wat een geweldig

E' Bhagavan was inderdaad heel ziek, maar hij stond erop om twee keer per dag karma moeten die mensen gehad hebben om onder die omstandigheden bij hem
naar buiten te komen om volgelingen te ontmoeten. We konden allemaal 's morgens geweest te kunnen zijn!
V1

-a
0
N twee uur bij hem zitten, en 's middags nog eens twee uur. Dat was een strenge Ik zei dat tegen Roda, en die merkte op: 'Het is hier haast nooit stil en rustig
"'
c
Qj beperking van de normale routine die hij had aangehouden toen hij nog gezond geweest, tenminste niet in de jaren dat ik hier kom. Mensen komen op alle uren
E
Qj
was. Maar omdat ik zo Lang geen toegang had gehad tot zijn fysieke aanwezig­ van de dag en de nacht binnen, en niemand, ook Bhagavan niet, heeft geprobeerd
0
heid was dit toch een feest voor me. Die eerste paar dagen waren de vervulling om die mensen rustig te krijgen. Bhagavan verwacht van ons dat we innerlijke
van alles wat ik ooit gehoopt had te vinden. Sterker nog, ik kan zeggen dat het stilte betrachten in een luidruchtige wereld. Hij moedigt ons niet aan om weg te
84 veel meer dan dat was. Ik had heldere, stralende momenten gehad tijdens mijn gaan en ons op stille plekken terug te trekken.' 85
jaren van oefening, maar niets had me voorbereid op de mogelijkheid dat ik Maar ik was niet van plan om daar weg te gaan en ergens anders een rustige
contact zou kunnen maken met zelfs maar een stukje van zijn schitterende aan­ plek te zoeken. Voor mij was Bhagavans aanwezigheid zo overweldigend krachtig 0
ro

wezigheid. Nooit had ik me ook maar voorgesteld dat zulke ervaringen mogelijk dat nie;ts me daar kon afleiden of storen. Maar na Bhagavans darshans een paar 3
(\)
:::;
waren. Bhagavans aanwezigheid had een stralende kracht en energie die moeite­ weken bijgewoond te hebben begon ik te merken dat de vervoering die ik in zijn "'
N
0
loos dwars door geest en materie gingen. Zijn genade bracht mijn geest tot stil­ aanwezigheid ervoer geleidelijk begon af te nemen als ik terugkeerde naar mijn Q
(;;"
stand, vulde mijn hart en plaatste me buiten de wereld der verschijnselen. huisje tegenover de ashram. Als ik bij Bhagavan zat voelde ik een rustige helder­ :::;­
c:
Op de tweede of derde dag moest ik lachen als ik er bij stilstond hoe absurd heid. Alle gedachten en problemen verdwenen als sneeuw voor de zon en ver­
mijn leven voordien geweest was. Wie was ik om een tuin vol problemen te onder­ brandden in het razende vuur van zijn krachtige aanwezigheid. Maar als ik een
houden? Hoe had ik in godsnaam kunnen denken dat ik belangrijk genoeg was paar uur alleen in mijn kamer had gezeten besefte ik dat zo'n toestand slechts van
om er problemen en vragen op na te houden en te maken te hebben met situa­ tijdelijke aard was, want uiteindelijk staken mijn oude gedachten en problemen
ties waar ik me uit los moest maken? dan toch weer de kop op. Ik voelde dat een zekere opstandigheid zich meester
Die gedachten leidden me moeiteloos naar de 'Wie ben ik?'-sadhana. Ik had van me begon te maken. Ik vond dat ik Bhagavan met dat probleem moest con­
dat eerder al geprobeerd op basis van instructies in de boeken die ik gelezen had. fronteren. 1 k was niet voor gelukzalige ervaringen naar hem toe gekomen. Nee,
Maar in zijn aanwezigheid was het volkomen anders. In dat stralende licht was ik was naar hem toegekomen om definitief een eind te maken aan mijn geest
het overduidelijk dat ik geen lichaam was, geen ego, en dat er niets geanalyseerd met al zijn problemen.
hoefde te worden. Het licht dat uit Bhagavan straalde, vulde mijn wezen en Toen ik die dag naar binnen liep voor de middag-darshan weigerde ik weg te
maakte in één keer korte metten met al mijn duisternis. Een inspanning doen smelten in zijn uitstraling. Dat was tot dat moment mijn gewoonte geweest. Ik
Leek overbodig nu alleen al zijn aanwezigheid genoeg was om de gebruikelijke weigerde de zegening van geestelijke stilte die hij steeds over me uit had gestort
als ik me in zijn nabijheid had begeven. Ik kon dat geschenk heel moeilijk weigeren concentreerde ik me op één gedachte: 'Ik moet antwoord krijgen; ik moet antwoord

omdat zijn vredevolle uitstraling zo krachtig en de verleiding om erin weg te zinken krijgen.'

zo groot was. Terwijl ik daar zat en me er koppig tegen verzette had ik het Uiteindelijk had ik succes met mijn mentale vasthoudendheid. Hij draaide zich

schaamtevolle gevoel dat ik mijn eigen moeder recht in haar gezicht sloeg. Ik naar mij toe en keek me aan met een glimlach van grote verbazing op zijn gezicht.

volhardde in mijn onverzoenlijkheid omdat een uurtje in de hemel niet was waar 'Wat wil je dan?', sprak zijn glimlach.

ik naar op zoek was. Ik wilde blijvend bevrijd worden van mijn onwetendheid. Toen veranderde zijn gezichtsuitdrukking in een uitroep: 'Je zoekt je bril, en

Toen ik die dag voor hem langs liep en hem op de traditionele Indiase manier die staat recht op je nelis!'

begroette, verscheen er kort een glimlach op zijn gezicht. Dat was alles. Op de Er kwamen geen woorden over zijn lippen, maar zijn boodschappen kwamen
een of andere manier had ik het gevoel dat hij wist waar ik die dag voor gekomen ongelooflijk helder door. Er was geen enkele sprake van twijfel, verzinsels of ver­
was. Glimlachte hij om de vermetelheid van mijn eis, of glimlachte hij omdat hij beelding. Bhagavan bleef me aanstaren. Misschien wachtte hij op een of andere
wist dat ik tot het besef was gekomen dat hij iets te bieden had wat oneindig reactie. Plotseling zonden zijn ogen licht uit en spuwden ze vuur. Ik kan geen
veel waardevoller was dan een gelukzalige toestand van tijdelijke aard. Ik ging andere manier bedenken om die plotselinge explosie in zijn blik te beschrijven.
zitten in de overvolle zaal en wachtte op wat komen ging. Bhagavan besteedde Zijn krachtige blik ging dwars door me heen en brandde alles weg wat me het
totaal geen aandacht aan me, tenminste geen aandacht waar ik me bewust van idee gaf dat ik anders was dan hij en los van hem stond. Ik voelde het hart­
was, maar de ervaring had me geleerd dat hij zich bewust was van iedere stem­ centrum aan de rechterkant van mijn borst warm worden. Ik had dat tijdens mijn
ming en geestestoestand in de zaal. Hij zat te stralen naar alle nieuwe bezoekers meditatie vaak gevoeld, en ik had dan vaak het gevoel gehad dat ik opgenomen
en wreef af en toe over zijn hoofd, en als niemand van de mensen die pas gearri­ en verteerd werd door dat centrum, maar dit was iets totaal anders. Het hart­
veerd waren zijn aandacht trok keek hij een tijdje naar de eekhoorntjes. Hij leek centrum werd steeds warmer terwijl hij me bleef aanstaren, totdat het voelde als
volledig genoeg te hebben aan zichzelf en volledig onthecht te zijn van alles wat een hete vuurbal die binnenin me lag te gloeien. Ik had het gevoel dat Bhagavan
zich tegenover hem afspeelde, maar ik wist dat hij op een subtiel niveau bezig bezig was die bal op te laden met een ongelooflijk krachtige, spirituele elektrici­ 87
was met alle gedachten en verlangens die vanuit de verzamelde massa naar teit, want terwijl hij me bleef aankijken had ik het onmiskenbare gevoel dat dat
hem toe gestraald werden. hartcentrum een soort spirituele dynamo was die vonken van licht en energie
Darshan werd die dag aan de noordkant van de nieuwe zaal gehouden, op een afgaf. 1 k had het idee dat er plotseling een enorm krachtig elektrisch apparaat in
.
open plek die tegenwoordig bezet wordt door de samhadi-zaal. Bhagavan zat op mijn borst was aangebracht. Ik zat stijf rechtop en mijn ogen zaten vastgeklonken
zijn sofa met zijn rug tegen de granieten muur van de nieuwe zaal. Hij kreeg aan die van hem. Er stroomde vuur uit zijn gloeiende ogen dat doordrong tot in
schaduw van het overdekte gangpad dat in die tijd aan het tempelcomplex de kern van mijn wezen.
grensde. Ik zat vlak bij de plaats waar het lichaam van Bhagavan uiteindelijk 'Dood me', bad ik.
verbrand zou worden. Hoe lang die overdracht duurde kan ik niet zeggen. Tijd en ruimte hadden

Ik begon Bhagavan te bestoken met gedachten. Met alle mentale energie die geen betekenis op het nooit-eindigende moment dat onze ogen aan elkaar
lïï
ik kon opbrengen schoot ik mijn klacht op hem af: vastgeklonken zaten. Op een bepaald punt besefte ik echter dat mijn lichaam

'Bhagavan, wat heb ik aan uw uitstraling als ik mijn geestelijke problemen al de druk niet langer aankon. Het vuur in mijn borst was zo ver uitgedijd dat ik
niet meer de baas ben zodra ik u verlaat?' het gevoel had dat ik ging ontploffen. In gedachten vroeg ik hem me los te laten.
Dat is wat ik met kleine variaties voortdurend herhaalde. Bhagavan deed er Ik had gekregen waar ik voor gekomen was. Nu ik dit verslag schrijf van de

niets mee. Hij ging door met zijn dagelijkse routine en liet nergens uit blijken initiatie die ik van hem ontving toen zijn ogen de mijne ontmoetten, realiseer ik

dat hij mijn mentale klacht gehoord had. Gefrustreerd concentreerde ik me nog me dat ik slechts de kortst mogelijke verklaring en uitleg heb gegeven van wat
feller op hem. Jk probeerde zijn onverschilligheid met mijn denken van me af te zich op die momenten werkelijk heeft afgespeeld. Er was sprake van een volledige
schudden. Ik had het gevoel dat ik aan hem schudde zoals ik aan een boom zou transformatie, van binnen en van buiten, en het vond allemaal plaats zonder dat

schudden om er een appel of peer uit te laten vallen. Met al mijn wilskracht er een woord gesproken werd. Die communicatie door middel van stilte was
Terug in Bombay, waar ik in de flat van een vriend verbleef, was ik verbaasd
over de mate waarin er dingen veranderd waren. Het was hetzelfde huis waar ik
had gelogeerd op mijn heenreis naar Tiruvannamalai. Ik had daar Spinoza's
Ethica zitten lezen, een heel taai boek waar ik zin voor zin op moest kauwen.
Ik had het boek open laten liggen op mijn bed, en omdat niemand de kamer
sindsdien meer gebruikt had lag het op me te wachten toen ik weer terugkwam.
Ik had er weliswaar geen interesse meer voor, maar toen ik het oppakte merkte
ik dat ik het kon lezen als een roman. Iets had mijn geest en mijn inzicht duidelijk
en aantoonbaar veranderd.
Ik wist echter dat die metamorfose niet toereikend was. Mijn twee maanden
bij Bhagavan hadden me binnenstebuiten en ondersteboven gekeerd. Mijn geest
en hart waren verlicht geweest door zijn genade, maar ik wist ook dat de tijd die
ik bij hem had doorgebracht te kort was geweest om alle obstakels uit de weg te
ruimen. De stiltes en brandende extases waren prachtig geweest, maar door me
daar al die weken in te verliezen was ik blind geweest voor de onderliggende
problemen die ik had. Fundamentele aspecten van mijn geest waren sluimerend
aanwezig gebleven, en bepaalde fouten en neigingen waren niet herkend. Ik had
bijvoorbeeld een zeer sterke aanleg voor yoga en was er altijd van overtuigd ge­
weest dat bewustzijn voortkwam uit de kundalini. De juiste visie, zoals onder­
l8 India ca. 1956 wezen door Bhagavan, dat kundalini in bewustzijn verschijnt, werd me pas een 89
paar weken nadat Bhagavan zijn lichaam had verlaten uitgelegd. Ik heb geen
idee waar ik mijn absurde idee oorspronkelijk vandaan had, maar toen ik me er 0
ro

duidelijker en rechtstreekser dan welke uitleg ook die hij me in woorden had bewust van werd, werd me tevens duidelijk dat ik nog steeds onjuiste ideeën in 3
r1l
:::l
kunnen geven. mijn hoofd had zitten. Mijn verblijf bij Bhagavan had mijn geestelijke lei niet zo l/1
N
0
Bhagavan had me meegenomen tot aan de grens van waar ik toe bereid was. schoon geveegd als ik gedacht had. Terwijl mijn geest zichzelf in Bombay lang­ Q
v;-
Toen ik voelde dat ik niet nog meer van zijn kracht aankon, trok ik me terug uit zaam weer begon te reactiveren, kwamen er andere gedachten op die me duide­ �
..:::::
de ontmoeting. Ik wist dat er nog steeds werk aan de winkel was, maar ik had lijk maakten dat ik de radicale essentie van Bhagavans leer en ervaring niet vol­ �
r1l
het gevoel dat de genade waarmee Bhagavan me die dag gezegend had op den ledig begrepen had. Ik vroeg me af hoe het met de toestand van de diepe slaap N
r1l
:::l
duur zijn werk zou doen. Ik had mijn afscheidscadeau van hem ontvangen, en er zat. Bhagavan had zeer uitdrukkelijk aangegeven dat er in de bevrijde staat

was niets waardevollers dat ik hem had kunnen vragen. sprake is van een bewustzijn van de diepe slaap als een verschijnsel van voor­ v;·
Ik bleef tot een paar dagen voor Bhagavans overlijden in Tiruvannamalai. bijgaande en tijdelijke aard. Dat had ik zelfs in mijn diepste, meest verheven
Tegen die tijd waren er iedere dag minstens duizend mensen die hem te zien pro­ toestanden niet zo ervaren. Er bestonden duidelijk nog andere, diepere ervarings­
beerden te krijgen, maar we mochten slechts tien tot twintig seconden voor zijn niveaus waar ik me niet van bewust was geweest. Ik dacht ook na over zijn een­
deur blijven staan en naar hem kijken terwijl hij in zijn bed lag. Ik vond dat ik voudige bewering dat je altijd de getuige van je gedachten bent, en nooit de
hem met rust moest laten zodat hij vredig kon sterven. Nu ik mijn zegening en denker ervan. Ik kon snappen dat dat de waarheid moest zijn, maar tegelijkertijd
mijn initiatie had gehad gaf ik mijn plaats in de menigte af aan degenen die nog kon ik niet in alle eerlijkheid zeggen dat ik het verzinsel dat ik de denker van
steeds op zoek waren naar hun eigen laatste zegening. 'mijn' gedachten zou zijn had doorzien.
Ik was dus verre van tevreden met mijn spirituele vooruitgang, maar ik had Ik volgde zijn advies op en bleef een paar
jaar bij die man, tot ik het gevoel
daar niet zoveel Last van als ik in Europa had gehad. Mijn verblijf bij Bhagavan had dat al mijn problemen overwonnen
waren.
had me er onweerlegbaar van overtuigd dat hij voor me zorgde. Ik wist dat hij Omdat ik bij een leraar met de statuur van
Bhagavan geweest was wilde ik
mijn spirituele welbevinden in de gaten hield. Ik wist dat zijn begeleiding niet natuurlijk weten of deze leraar net zo gekwa
lificeerd was.
zomaar zou ophouden nu hij zich had ontdaan van zijn lichaam. Ik wachtte 'Is hij gerealiseerd?', vroeg ik.
geduldig en vol vertrouwen. Bhagavan gaf een cryptisch antwoord dat
typisch voor hem was: 'Hij is noch
Drie maanden na zijn fysieke verscheiden had ik een visioen van Bhagavan gerealiseerd, noch niet gerealiseerd.'
dat mijn vertrouwen ruimschoots rechtvaardigde dat hij me zou blijven begelei­ �
Aanva kelijk begreep ik die opmerking niet,
maar een paar dagen later begreep
_ .
den. Ik stelde me vaak voor dat ik in de zaal met hem zat te praten over verschd­ 1k plotseling dat Bhagavan me het gezich
tspunt van dejnani had aangereikt:
lende onderwerpen die me bezighielden. Tijdens een van die verbeeldingsoefe­ voor hem is er niemand die zich bewust is
van het Zelf, en niemand die zich niet
ningen merkte ik plotseling dat ik naar Ramanasramam werd teruggebra�ht e� bewust is van het Zelf. Er is alleen maar het
Zelf. Etiketten als 'verlicht' en 'niet
weer tegenover hem zat. Ik zat dicht bij hem, maar de zaal zat vol met m1ssch1en verlicht' zijn concepten zonder werkelijkhei
dswaarde voor iemand als hij. Door
wel tweehonderd mensen, en het leek niet waarschijnlijk dat ik de kans zou me dat antwoord te geven weigerde Bhaga
van me op een conceptueel niveau te
E
krijgen om met hem te spreken over de problemen die me bezighielden. benaderen. Hij weigerde mee te doen aan
"'
het etikettenspelletje - is hij verlicht of
0
0 ln stilte wenste ik toen: 'O Bhagavan, ik wou dat ik alleen was met u.' niet? - dat alle 'niet verlichte' mensen zo graag
N spelen. Door me dat antwoord te
"'
Bijna onmiddellijk stond er iemand naast me op, maakte een buiging en ver­ geven liet Bhagavan zien dat hij zelf alle mogel
c
(IJ ijke etiketten en concepten over­
E trok. Dat zette er een hele reeks mensen toe aan om ook te vertrekken. Een voor stegen was.
(lJ
0 een maakte iedereen in de zaal een buiging voor Bhagavan en vertrok daarna. Ik ging naar die man, zoals Bhagavan had
aangegeven, en in diens aanwezig­
Binnen een paar minuten zaten Bhagavan en ik alleen in de zaal. Ik schoof heid werd ik bevestigd in alles wat Bhagavan
me verteld had.
dichterbij en ging aan zijn voeten zitten. Ik schrijf dit meer dan vijfentwintig jaar na
90 de gebeurtenissen die ik beschreven
Ik keek hem aan en zei: 'Hoe fijn is het om alleen met Bhagavan te zijn.' heb. Ik ben nog steeds bij Bhagavan, niet in 91
de absolute zin dat hij Brahman of
Hij glimlachte naar me. Hoe zou ik die glimlach ooit kunnen beschrijven? Hij Atman is, maar op die intieme manier die we allema
al ervaren hebben toen hij 0
bevatte een hele wereld. Deze keer kreeg ik het gevoel dat ik ondergedompeld nog leefde. Er is iets waar ik geen naam aan ro
kan geven behalve door te zeggen
3
werd in een stralende gloed van liefde en licht. Tegelijkertijd was er sprake van dat het een 'Bhagavan-achtige aanwezighei ro
d' is. Soms bezit die een vorm, soms �
lil
een klein spoortje humor, een beetje vermaak om het feit dat mijn geest zich ook niet. Het is een soort diepe aanraking N
die me overweldigt als hij plotseling 0
nog steeds kon vastklampen aan een positie die zo weinig verlicht was. Heel op me neerdaalt. Als Bhagavans aanwezighei p
d zich aan me kenbaar maakt voel v;­
langzaam, terwijl hij iedere lettergreep met grote zorg uitsprak, zei hij: 'Ben... je... ik dat de tranen beginnen te stromen. Er komen :y
dan diepe emoties op. Ik gloei ....:::::
dan... ooit... niet... alleen?' dan van geluk, en mijn hart springt een gat
in de tucht. Zo sterk is de uitstraling
Die opmerking, zo typisch voor Bhagavan, deed me gloei.en van geluk en her- van zijn hart. Het is het Hart van de wereld
.
kenning. Ik begreep onmiddellijk wat hij bedoelde. Ik voelde me weer helemaal Nu ik terugkijk op de korte periode die ik
in zijn aanwezigheid heb door­
thuis, zowel lichamelijk als spiritueel. Ik vroeg hem wat ik moest doen aan alle gebracht, en op de jaren dat zijn minder
;; ;-
tastbare aanwezigheid me bezocht en
geestelijke problemen die in de maanden sinds zijn verscheiden waren opgetred n. � geleid heeft, merk ik dat ik mezelf af en toe
afvraag: 'Wie is die Bhagavan? wat
Hij gaf geen specifieke antwoorden op mijn vragen, maar vertelde m : wel dat 1k betekent hij voor me?' Ik merk dat ik die vraag
heel moeilijk kan beantwoorden
een tijdje naar een andere hoog aangeschreven leraar moest gaan w1ens naam maar ik ga toch een poging daartoe doen '
door terug te kijken op een paar van
ik herkende toen Bhagavan die noemde. Door mijn geestelijke toestand te peilen de transformerende gebeurtenissen waarv
an ik weet dat hij er verantwoordelijk
moest Bhagavan tot het inzicht zijn gekomen dat ik er het meeste baat bij zou voor was.
hebben als ik ook nu weer een tijd in de aanwezigheid van een andere levende Wat ik als eerste moet zeggen, is dat hij
mijn hart geopend heeft. Daar
Leraar zou doorbrengen. bedoel ik niet mee dat hij me in staat heeft
gesteld om meer toegang te krijgen
tot mijn emoties en ze makkelijker te Laten zien. Dat is slechts een moderne inter­ Toen ik voor het eerst bij hem aankwam wist ik dat allemaal nog niet. Voor
pretatie van 'het hart openen'. Ik spreek over iets wat bijna fysiek is. Het is een mij was hij gewoon iets als een goddelijk persoon, en ik had de neiging hem te
soort openbreken waarin de geest wordt ondergedompeld in een gloed van vergelijken met Jezus of Boeddha. Maar Jezus en Boeddha waren beelden in mijn
goddelijke energie die je wezen vervult van geluk en de ideeën over afgescheiden­ hoofd die gevormd waren op basis van de overtuigingen waarmee ik was opge­
heid wegbrandt die de oorzaak zijn van al ons Lijden. voed en de verhalen die ik later gehoord en gelezen had. Sri Ramana Maharshi
De eerste keer dat ik Bhagavan zag, al was het maar van een afstandje, her­ was, vanaf de eerste seconde dat ik hem zag, alles behalve een beeld in mijn
'
kende ik onmiddellijk dat dit het wezen was waar ik mijn hele leven naar op zoek hoofd. Hij was een bom die de mythe van mijn leven opblies. Zijn blik blies hele
was geweest. Mijn rechtstreekse ervaringen in zijn nabijheid maakten het tot tijdperken van opeengehoopte foutieve ideeën weg. Hij hoefde me niet te vertel­
een onwankelbare overtuiging. Als ik tegenover hem zat werd ik me bewust van len dat ze onjuist waren. In zijn nabijheid manifesteerde de waarheid zichzelf,
een allesdoordringende, allesveroverende liefde waar niets in mij weerstand aan en in het licht van die rechtstreeks ervaren waarheid werden onjuiste ideeën
1::
QJ
kon bieden. Maar als ik het woord 'liefde' gebruik, denk ik niet dat ik er precies gewoon losgelaten, omdat gezien werd dat ze onjuist en onnodig waren en de
N
QJ de niet te stoppen energie mee weergeef waarmee Bhagavan die kracht die je oorzaak vormden van eindeloos lijden.
5
doet smelten uitstraalde. Als ik zeg dat ik herhaaldelijk geraakt werd door schok­ Ik dacht dat ik een spiritueel persoon was toen ik voor het eerst bij Bhagavan
_"] kende, schuddende onweersflitsen die de geest doen stilvallen, krijg je misschien kwam, want ik had er jaren over gelezen, geoefend en gemediteerd. Bhagavans
Cl
2 een beter idee over hoe krachtig zijn aanwezigheid was. Of misschien ook wel blik liet me zien dat wat ik dacht dat spiritualiteit was, slechts het door de geest
l/l
c:
QJ niet, want ik ben erachter gekomen dat iemand die dat soort energie zelf nooit opwerpen van denkbeeldige problemen was, om daar vervolgens, geheel over­
E
QJ
heeft ervaren echt kan begrijpen waar ik op doel. Je krijgt dan misschien het idee tuigd van zichzelf, een oplossing voor te gaan zoeken. Ik had aan zelfonderzoek
0
van een schitterend wezen dat licht uitstraalt, maar je zult de ervaring zelf niet gedaan voordat ik Bhagavan ontmoette, maar dat had ik gedaan met het gevoel
hebben. dat ik bezig was met een strijd tegen mijn eigen geest. Bhagavan ontmoedigde
92 Dat is altijd het probleem waar ik op stuit als ik over Bhagavan begin te praten me daar niet in, maar zijn mededogende en soms ook geamuseerde blik vertelde 93
of schrijven. De echte Ramana Maharshi is onvoorstelbaar en daarom onbeschrijf­ me: 'Waarom denk je dat je iemand bent die problemen en vragen heeft?'
lijk. Wie kan er bijvoorbeeld werkelijk geluk beschrijven? We kunnen misschien Hij veroordeelde of bekritiseerde mijn inspanningen niet, maar iets in zijn 0
m

een moment van zuivere, onverdunde vreugde ervaren, maar als we dat gaan voorkomen deed me totaal anders naar de dingen kijken. Terwijl Bhagavans blik, 3
m
:s
beschrijven zitten we weer in het ego. We gebruiken dan ons geheugen en onze die alles uitwiste, mijn concepten wegvrat, had ik het gevoel dat ik hem met lf>
N
geest om een moment terug te halen dat al voorbij is. De nagloed van dat geluks­ grote verbazing kon horen zeggen: 'Hoe kon je zo misleid worden dat je dacht 0
p
V1
moment kan nog wel in de geest aanwezig zijn, en zelfs ook in het lichaam, een ego te hebben, en dat dat ego van belang was? In plaats van te zien dat 3"
-.=:
maar uiteindelijk gebruiken we dan woorden om te praten over iets wat, toen een ego slechts getuigt van domheid of geloof in een fantasie, heb je dat ego
we het meemaakten, volkomen op ervaring gebaseerd, niet-geestelijk en gekoesterd en zelfs gecultiveerd door het te voeden met belangrijke vragen en
non-verbaal was. Ik kan zeggen dat mijn ervaring van Bhagavan bestond uit problemen. Eén deel van je werpt een probleem op, en vervolgens probeert een
zuiver geluk, maar ik kan niet in woorden weergeven hoe het voelt om volkomen ander deel van je een oplossing te vinden. Is dat geen dwaasheid? Tot nu toe
gelukkig te leven in het moment zelf. werd je hele leven bepaald door dat geloof in iets volkomen denkbeeldigs.'
Ik zat een paar maanden in de nabijheid van wat een kwetsbaar, oud, stervend Zijn oordeel was niet hard ten aanzien van die dwaze overtuigingen van me.
lichaam leek te zijn dat op een sofa zat. We hielden allemaal van die vorm en Teder en liefdevol liet hij me zien hoe ik me al mijn problemen zelf had aange­
koesterden hem, maar we wisten ook dat die vorm slechts een glinsterende dia­ daan. En door zijn liefdevolle goedheid naar me uit te stralen liet hij me de waar·
mant was die het licht weerkaatste dat hij werkelijk was. De zuivere uitstraling heid zien, de geluksplek waarin zulke onwetende ideeën niet opkwamen. Die
van zijn werkelijke egoloze staat was onvoorstelbaar en valt buiten iedere be­ benadering sloeg me met enorme verbazing. Ik kwam naar Bhagavan om hem
schrijving. Dus als ik het heb over mijn ervaringen in de nabijheid van Bhagavan, te vragen me te helpen een berg te beklimmen, maar nadat hij moest glimlachen
kan ik alleen maar een vage weerspiegeling weergeven van wat hij werkelijk was. om mijn smeekbeden om hulp liet hij me zien dat die berg helemaal niet bestond.
niet zo. Door gewoon in zijn lichtgevende natuurlijke staat van zijn te blijven liet
hij me mezelf ervaren als licht.
Ik zal niet zeggen dat mijn 'ik'-gevoel in zijn aanwezigheid volledig verdween.
Het werd alleen veel minder belangrijk. Het werd een draaikolkje van licht in een
oceaan van licht. Het 'ik' dat zichzelf zo belangrijk vond en mijn hele leven beheerst
had leefde niet langer in conflict met zichzelf en de wereld. Het begon zich te
identificeren met het bewustzijn dat alle wezens draagt, en het gaf dat bewust­
zijn de ruimte om het te bezielen en te onderhouden, in plaats van te doen alsof
het zichzelf onderhield.

""' Ik denk dat het drie of vier jaar duurde voordat de volledige uitwerking van

!::
(IJ Bhagavans stilte zich in me gevestigd had en, als ik die uitdrukking mag gebruiken,
N
(IJ 'van mijzelf' werd. Bhagavan moedigde nooit iemand aan om te geloven dat

� 'een persoon' de waarheid zou kunnen realiseren. De persoon kon verdwijnen
c
"'
waardoor de waarheid kon stralen, of hij kon aanwezig blijven en gebukt blijven
ei
0
N gaan onder beperkingen en leed. Bhagavan moedigde ons aan om door middel
"'
c
Q) van zelfonderzoek stil te staan bij vragen als 'Wie wil er gerealiseerd worden?',
l::
Q)
'Wie voelt zich opgetogen of ellendig?', 'Wie voelt zich boos, gewenst of ver­
:i
meden?' Het doel daarvan was niet om de persoon te vinden die die gevoelens
en emoties had, maar om te ontdekken dat zo'n persoon niet bestaat en ook
94 India ca. 1957 nooit bestaan heeft. 95
Achteraf gezien kan ik de extreme uitspraak doen dat Bhagavan me nooit iets
......
QJ heeft gegeven, ook al kwam ik naar hem toe als bedelaar. Toen ik bij hem kwam
"'
!(::'.
v beschoµwde ik me als een arme man die hulp nodig had. Hij maakte me duide­
t;J
"-
C:l lijk dat ik meer was dan een miljonair. Hij liet me zien dat ik de bron van alle
C:l
"" Zijn aanwezigheid maakte me duidelijk hoe dom ik mijn hele leven geweest dingen was.
""
(IJ
0 was. Hij liet zijn afkeuring van mijn kijk op de wereld niet blijken door die ver­ Bhagavan heeft nooit iets van me gevraagd, zelfs geen liefde of respect.
"'
Q baal te bekritiseren op basis van de vader-weet-wat-goed-voor-je-is-houding die Lange tijd heb ik gedacht dat we een soort afspraak hadden: ik had het gevoel
0
(IJ
;::s we allemaal maar al te goed kennen. Hij straalde zonder me te veroordelen dat ik hem mijn hart gegeven had en hij me er zijn liefde voor teruggegeven had.
:li'
:::; gewoon zijn licht over me uit. Dat licht bekritiseerde me niet, veroordeelde me Nu denk ik dat zelfs die conclusie een soort illusie is geweest. Het was niet zo dat
niet en probeerde me zelfs niet te veranderen. Het was een onvoorwaardelijke hij mijn aanbod aannam en me er liefde voor teruggaf. Hij bleef zoals hij was en
uiting van kracht en genade. Hij liet me zien wat de duisternis in me eigenlijk altijd is. Hij wilde niets en gaf niets, maar door in zijn nabijheid te verblijven vond
was door die bloot te stellen aan dat licht. Het idee dat ik iemand was die leed er op de een of andere manier een confrontatie plaats tussen illusie en waarheid,
en hard moest werken om het licht te bereiken kon niet langer overeind gehouden en in die confrontatie delfde de illusie het onderspit. Ik geloof niet dat Bhagavan
worden. Ik herkende dat ook ik uit licht bestond, en die herkenning bracht het wilde dat ik veranderde, want hij accepteerde me zoals ik was. Welke transformatie
inzicht met zich mee dat ik niets hoefde te doen om mijn duisternis kwijt te raken. zich ook in zijn aanwezigheid heeft voorgedaan, die vond uit zichzelf plaats, en
Dat gezegd hebbende moet ik hier wel aan toevoegen dat ik niet denk dat niet omdat hij het wilde. Duisternis werd blootgesteld aan licht en hield op
Bhagavan me ooit heeft beschouwd als een duister gebied dat verlicht moest duisternis te zijn. Het licht dwong dat op geen enkele manier af, en regisseerde
worden. Hij wist dat ik uit licht bestond. Hij zag me als licht, ook al zag ik mezelf
het ook niet. Het bracht gewoon zijn eigen natuur tot uitdrukking. Als je me vraagt Op dat moment, als duidelijk wordt dat ik de hele betekenis van de film ge­
hoe dat allemaal in zijn werk ging, dan is mijn antwoord: 'Dat weet ik niet.' naamd 'het leven' ben, verandert de betekenis zelf. Liefde is niet op zoek naar
Als ik terugkijk op die ontmoeting en erachter probeer te komen wat er nu liefde. Ze herkent haar overal. Dat diepste gevoel, dat eigenlijk geen gedachte of
eigenlijk gebeurde, dan lukt me dat meestal niet, maar nu ik mijn herinneringen gevoel is, kan 'Liefde' genoemd worden. Dat, zo ontdek ik, is wat mensen zijn:
overzie komt er steeds eenzelfde beeld bovendrijven van wat ik alleen maar liefde op zoek naar zichzelf."
'stralende zekerheid' kan noemen. Bhagavan wist met absolute zekerheid wie en
wat hij was. Door in die toestand te verblijven werd iets van die overtuiging, die
hoogste wijsheid, op de mensen om hem heen overgebracht. In mijn geval brak Op het pad van Atmananda: De rechtstreekse weg
die zekerheid door al mijn angsten en verlangens heen en maakte ze het moge­
lijk voor me om het verlangen om een denkbeeldig 'ik' te verrijken los te laten. Ramana had Wolter als het ware met zijn diepste wezen geconfronteerd, maar eenmaal terug
Af en toe wordt me gevraagd: 'Wat betekent Bhagavan voor jou?' Omdat ik in in Bombay deden zich allerlei problemen voor en speelde Wolters persoonlijkheid weer op.
de laatste paar alinea's de manier heb aangegeven waarop hij op me inwerkte, Enkele maanden later ontmoette hij eindelijk Atmananda Krishna Menon, de meester die
kan ik nu enigszins cryptisch antwoorden: 'Hij was wat hij was en hij is wat hij is, Ramana hem zelf had aangeraden om te bezoeken. Het was zijn intentie om alles wat hij bij
en daarom kan ik nu "Ik ben wat ik ben" zeggen.' Is dat te volgen? Betekent het Ramana had geleerd uit te werken en zich eigen te maken.
iets als ik zeg dat Bhagavan, alleen maar door te zijn wie hij was, me in staat Atmananda werd inderdaad de leermeester die Wolters twijfels wegnam door zijn uitleg
stelde het tijdloze, onvoorstelbare, ondenkbare te realiseren? en zijn ononderbroken aanwezigheid, waar Wolter zich ook bevond. " G eleidelijk aan", schreef
Ik moet nu terugdenken aan iets concreters, tets tastbaarders. Ik zit weer in de hij later "verdween de kunstmatige scheiding tussen hoofd en hart en verdwenen al die
,

schaduw van de tempel met mijn rug tegen de muur. Tegenover me bevindt zich neigingen waar ons leven zo vol van is: de neiging om jezelf te wegen, om te be- en veroor­
het schitterende licht van Bhagavan. Een aap loopt achter hem langs, een paar delen, positie te bepalen en houdingen aan te nemen. Het zijn de neigingen die berusten
�6 meter van hem vandaan. Haar baby houdt zich stevig aan haar vast, maar tege­ op de overtuiging dat je een object bent dat een ander object kan beoordelen en op allerlei 97
lijkertijd kijkt hij vanuit de veiligheid van zijn moeders borst nieuwsgierig naar manieren kan manipuleren."
Bhagavan. Eekhoorntjes rennen op en neer in de palmbomen. Een assistent wuift
hem met een waaier een beetje koelte toe. De methode di
; e Atmananda hem aanreikte om te ontkomen aan 'de vicieuze cirkel van on­
Er komt iemand naar hem toegelopen, werpt zich voor hem op de grond en wetendheid en ongeluk' was die van het maken van onderscheid tussen ik en niet-ik, in de
overhandigt een bundeltje wierookstokjes aan een van de assistenten, die ze traditie van Sri Shankaracharya. Het was de methode van de rechtstreekse weg, vichara marga,
aansteekt. Een sterke wierookgeur drijft door de stilte. met nadruk op het onderzoeken van de identificatie met het lichaam. Atmananda gebruikte
Het is volkomen stil. daar ogenschijnlijke tegenstrijdigheden voor, zoals 'het Ik is niet het lichaam, het Ik is het
In die herinnering aan zijn aanwezigheid vraag ik me steeds opnieuw weer Lichaam'; 'de goeroe is een persoon en de goeroe is geen persoon, maar het Weten zelf'.
af: 'Wat betekent hij voor me?' Die tegenstrijdigheden werden steeds verder uitgewerkt en beargumenteerd om zo tot
Die vraag is in sommige opzichten absurd, want als ik naar hem kijk maakt hij het gezochte perspectief te komen.
me duidelijk dat ik rust en stilte ben. De rust die hij is, is de rust die ik ben. Die Eenmaal weer terug in Nederland toonde Wolter zich een meester in het toelichten van
rust is de betekenis van alles. Om die rust te vinden doen mensen van alles, in de Atmananda's twee basiswerken, de Atma Darshan en de Atma Nirvriti.
hoop dat dat hen gelukkig zal maken. Iedereen hongert naar dat volmaakte
evenwicht, die onpeilbare vrede, die rust, die plaats die de wortel vormt van alle De methode van de rechtstreekse weg, vichara marga, kent een positieve en een negatieve
vreugde, die ware bron waarin geen verlangen kan overleven. benadering die nergens met elkaar in strijd zijn en elkaar schitterend aanvullen.
1 n die rust ontdek ik dat ik de betekenis van alles ben. Ik ben de rust achter De positieve benadering herleidt alle fenomenen tot het Kennen zelf dat in ieder levend
de beelden die op het scherm geprojecteerd worden. Alles wijst naar één ding: wezen aanwezig is. In de woorden van Ramana Maharshi: 'Niets wordt zo goed gekend als het
ik ben degene die ze ziet en hun betekenis ontlenen ze aan mij. Ik.' De leerling wordt steeds weer met zichzelf geconfronteerd, maar niet in de gebruikelijke, Atmananda Knshna Menon
duale zin van het woord, waarbij het gaat over twee zaken die tegenover elkaar worden ook in het 'ik'-principe. Dus als je hart naar mij toe komt zul je merken dat mijn hart naar jou
gezet. Confrontatie met jezelf wil in de vedantische betekenis van het woord zeggen dat alles toe komt. Dat hoef je niet te forceren. Als jouw hart oprecht en eerlijk is en naar mij toe komt
wordt herleid tot de ene universele essentie 'Ik ben' - niet het ik als persoonlijkheid, maar het zonder enige bijgedachte, wordt mijn hart onmiddellijk zonder enige bijgedachte veroverd,
Ik als het goddelijke in mij. ook al ben ik met iets anders bezig. Dan kom ik gelijk naar jou toe. Dat is de kracht van de
De negatieve benadering legt meer nadruk op het feit dat het Ik voor de persoonlijkheid liefde.
(denken, voelen en lichaam) voor altijd onbekend zal blijven omdat het kleine het grote niet Als liefde Liefde wil zijn moet ze helemaal op zichzelf staan. De liefde die uit je komt moet
kan bevatten. Daarom dien je, om toch tot het Kennen te komen, alles te elimineren dat niet-ik spontaan zijn, zonder dat je iets forceert. Als ze in die vorm uit je komt zal ze, op wie ze ook
is, totdat de grote leegte ontstaat die 'aan het eind van de weg' spontaan wordt gevuld door het gericht is, zonder meer onmiddellijk door de ander beantwoord worden. Zo raak je verbonden
Kennen zelf. Zolang er bij de leerling ook maar de geringste notie bestaat dat hij een lichaam, en ga je steeds meer een eenheid vormen.
een denker of welk ander object dan ook is, moet hij de positie van 'ik weet niet' innemen. De Als je op die manier liefhebt verander je de hele wereld in pure liefde. De wereld zal zich
leegte, waar ook Lao Tse zo vaak over spreekt, is volmaakt als het niet-weten volkomen aan- dan voordoen als één grote massa liefde. Dan zal er niets anders meer zijn, want de liefde
Favoriete beeld vanwo11er wezig is. Pas als de mens als ogenschijnlijk zelfstandig en onafhankelijk wezen helemaal heeft geen ogen, de liefde heeft geen gedachten, de liefde heeft geen zintuigen. Ze vormt de
verdwenen is, vult het goddelijke de leegte spontaan. werkelijke achtergrond van alles. Dat is wat je bent. De objecten van de zintuiglijke waarneming
De tegenstrijdigheden zijn er zolang je je met objecten vereenzelvigt. Dan zie je ook anderen verdwijnen volledig, gedachtevormen verdwijnen en jij blijft over als die ultieme werkelijkheid:
en dus ook de leermeester, en eventueel God, op een niveau dat daar mee overeenstemt. De liefde.
taal die leerling en leraar in hun dialoog hanteren past zich daaraan aan. In het begin wordt En als die liefde objectloos is wordt ze prema dhaman genoemd, de verblijfplaats van geluk
de leerling duidelijk gemaakt dat alleen dat wat hem of haar nooit verlaat recht op de naam (of vrede, of liefde), en dat is je ware natuur.
'Ik' heeft. Geleidelijk gaat de leerling steeds meer ervaren dat hij of zij de essentie is van alles
wat is, en ten slotte ziet de leerling zichzelf terug in alle dingen, niet als persoonlijkheid, als "Wie al dieper met zichzelf vertrouwd is geraakt", schreef Walter in 1971, "kan zo meegenomen
>8 ego, maar als essentie. Zo zul je aan het begin van authentieke teksten kunnen lezen: 'Je bent worden naar het hart dat het heelal omvat. Want daar vinden we de mens zoals hij wezenlijk is." 99
niet het lichaam, niet de persoonlijkheid, niet het ego'. Maar een aantal bladzijden verder lees
je het omgekeerde. Tegen die tijd weet de leerling dat er in het eerste geval de woorden 'als 0
11)
zodanig' aan toegevoegd zouden kunnen worden, en in het laatste geval de woorden 'als 3
f1)
essentie'. ::::;
.,,

N
0
0
In de leer van Atmananda speelt ook de liefde een belangrijke rol. In zijn ogen was liefde iets .,,
::::>

wat ons wordt aangereikt om eenwording te kunnen ervaren. Als ik van je houd verlies ik
c:


mezelf en word ik voor even jou. Dat is wat liefde wordt genoemd, maar in die betekenis 11)
N
(1J
wordt het woord niet vaak opgevat. E
::::;

Als ik echt van je houd, zo maakte Atmananda duidelijk, verlies ik mezelf volledig in je. Dat
niveau bereik je meestal niet in je wereldse leven. Maar als je die vorm van liefde desondanks
cultiveert, zul je zien dat het ego steeds zwakker wordt en het ultieme Ik, het ware 'ik'-principe
dat uit pure liefde bestaat, tot leven komt of je in zijn greep krijgt. Via de liefde kun je dus het
ultieme 'ik'-principe bereiken.
Die liefde is er altijd. Je kunt niet zeggen dat iemand geen liefde heeft. De mensen en
dingen waar de liefde zich op richt kunnen natuurlijk van elkaar verschillen. De objecten waar
jij van houdt kunnen verschillen van de objecten waar ik van houd. Maar het principe blijft
hetzelfde. Liefde is aanwezig in jou, liefde is aanwezig in mij, liefde is aanwezig in alles, dus
3

Van doenerschap naar zijnheid


iteindelijk
U
is Walter van 1950tot1957 onafgebroken in India gebleven. Na geraakt te
zijn door Ramana ging hij nog zes jaar bij Atmananda Krishna Menon in de leer om de
weg van doenerschap naar Zijnheid af te leggen. Het was die 'weg' die Atmananda al zijn
leerlingen probeerde te laten afleggen.
Aan die weg refereert Walter in de tweede brief aan de kloosterzuster, waarin hij een
uitspraak van de heilige Antonius aanhaalt: "Men bidt niet zolang men weet dat men bidt."
Daarna legt hij uit dat er bij volledige overgave geen plaats is voor een 'ik' dat bidt. Dan is
"de plek die met mijn naam wordt aangeduid" zelf een gebed geworden, een schepping ter
ere van het Onvoorstelbare.

Als Walter iemand intensief begeleid heeft op de weg van doenerschap naar Zijnheid, dan
was het wel Jan van Delden, die na Wolters dood diens gedachtegoed het meest consequent
voor het voetlicht heeft gebracht. 101
Jans bijzondere relatie met Walter begon toen hij eind jaren zeventig op een lezing van
Walter Keers belandde en hij hem vroeg: 'Hoe komt het dat ik niet weet wat liefde is?' Walter
antwoordde: :omdat liefde het enige is dat je in de wereld nooit kunt vinden. Dat ben je.' Uit
die ontmoeting bloeide een onvoorwaardelijke vriendschap op die verankerd lag in onper­
soonlijke liefde. vaak zat Jan bij Walter vooral te 'suizen', te 'zijn zonder meer'. In zijn boek
Vele wegen, één thuis noemt Jan het 'liefde delen'. Vaak schonk hij Walter op de vroege ochtend
kopjes koffie en thee en koesterde hij diens nabijheid. Veel werd er op zulke momenten niet
gezegd, maar toch hielp Walter Jan in de loop der jaren zich Atmananda's leer eigen te maken.
Later vertaalde Jan die leer op zijn beurt weer in de zo bij hem passende beeldentaal van de
Stoelendans.

Karthru- en vastu-tantra

Om de weg van doenerschap naar Zijnheid uit te kunnen leggen schonk Atmananda, maar
ook Ramana Maharshi, veel aandacht aan het onderscheid tussen vastu-tantra en karthru­
tantra, ofwel doen en niet-doen. Ook nu nog wijst Jan van Delden mensen keer op keer op het
belang van het volgen van die weg. "Het is een ogenschijnlijke weg die de zoeker heel wat
Omdat vastu-tantra atmisch is kan het niet gevoeld worden. Omdat kartri­
pijn en moeite lijkt te kosten en die sommigen het liefst over zouden slaan", zegt Jan erover,
tantra mentaal is kan het wel gevoeld worden, maar is het vluchtig. Mentale
waarbij hij niet verbloemt uit eigen ervaring te spreken. Maar hij neemt je onherroepelijk mee
voldoening kan zowel aan de Waarheid als aan onwaarheid ontleend worden.
voorbij het doenerschap, van karthru naar vastu-tantra, van het doen (geluk halen uit iets
Vastu-tantra komt niet voort uit enige activiteit of inactiviteit. Maar kartri-tantra
doen) naar het niet-doen (geluk halen uit het zijn zonder meer). "En dat", zegt Jan, "betekent
komt wel voort uit een activiteit, die de vorm aanneemt van verlangen en moeite
het einde van het doenerschap. Het maakt een eind aan het geloof in het verhaal over jezelf."
doen om dat verlangen vervuld te krijgen.
Als de volgeling - eeri subject dat wakker is - van de goeroe te horen krijgt dat
Ramana Maharshi beantwoordde in de loop van zijn leven talloze vragen, waaronder ook een
zelfs zijn voldoening als verschijnsel niet veroorzaakt wordt door objecten, maar
aantal die betrekking hadden op het onderscheid tussen karthru- en vastu-tantra. Een van die
dat het zijn eigen ware natuur is die straalt in zijn eigen glorie, valt zijn doener­
antwoorden staat opgetekend in Talks with Ramana Maharshi:
schap (de kern van kartri-tantra) voorgoed uit elkaar. Hij wordt niet meer gekweld
door verlangens, en voldoening verandert in blijvende Vrede.
"Dat wordt goed uitgelegd in de Kaivalyam en de Viveka Chudamani". Er bestaan
ö Als geprobeerd wordt om die sublieme Vrede, vastu-tantra, naar het niveau
Cl twee soorten geestestoestanden. De ene is de natuurlijke toestand, en de andere
c van kartri-tantra te halen op basis van verschillende smaken en neigingen, begint
Cl is een transformatie daarvan in vormen en objecten. De eerste is de waarheid,
Cl
..c
een groot aantal nieuwe concepten in de vorm van religies, hemelen, genots­
u en de andere komt overeen met de doener (karthru-tantra). Als die laatste lang­
Vl
objecten enzovoorts te verschijnen. Geef daarom je smaken, neigingen en ver­
(iJ zaam verdwijnt,jale kataka renuvat (als het oplossen van notenpasta in water),
c
w langens op - niet met geweld, maar vanuit het inzicht, dat zich steeds verder
0 blijft de eerste over.
-0 verdiept, dat alle voldoening de uitdrukking is van je eigen ware natuur van
c Dat kan bereikt worden door meditatie. Daar is weliswaar de drie-eenheid
c::i
> Vrede - en je zult voor altijd vrij zijn.
(triputi) van het onderscheid voor nodig, maar het eindigt uiteindelijk in zuiver
De toestand van Vrede in de diepe slaap is de ervaring van vastu-tantra waar
gewaarzijn Unanam). Voor meditatie moet je moeite doen,jnanam kost geen 103
je in het dagelijks leven het meest mee bekend bent. De vernietiging van alle
102 enkele moeite. Meditatie kan beoefend worden, of niet beoefend worden, of
kartri-tantra is het uiteindelijke doel van de Vedanta. Dat maakt van vastu-tantra
verkeerd beoefend worden, maar dat geldt niet voor jnanam. Meditatie wordt
iets blijvends zonder dat daar enige moeite voor gedaan hoeft te worden. Kijk
beschreven als karthru-tantra (iets van de doener),jnanam als vastu-tantra (van
maar !'\aar de diepe slaap. Je hoeft alleen maar je gehechtheid aan lichaam,
de Allerhoogste)."
zintuigen en geest in de waak- en droomtoestand op te geven. Dan daagt de
Vrede onmiddellijk en wordt ze blijvend en verlicht ze zichzelf.
Atmananda legde, zoals gezegd, ook veel nadruk op het onderscheid tussen vastu-tantra en
De diepe slaap komt onvrijwillig en zonder hulp van het onderscheidingsver­
kartri-tantra. Vaak was dat impliciet, maar er zijn ook teksten bewaard gebleven waarin hij
mogen. Daardoor verdwijnt hij na een tijdje weer. Maak die toestand vrijwillig
dat onderscheid heel expliciet en helder uitlegt:
blijvend met behulp van je onderscheidingsvermogen. Als je het op die manier N
c:

visualiseert, zal het nooit meer verdwijnen."


"Er bestaan twee soorten ervaring: vastu-tantra en kartri-tantra. Vastu-tantra
komt voort uit Atma, de ziel of het onpersoonlijke Zijn. Kartri-tantra komt voort
uit doenerschap.
Alle ervaringen van dualiteit zijn kartri-tantra. Alleen de ervaring die me recht­
streeks naar mijn ware natuur, de ervaring van Vrede en Bewustzijn, brengt is
vastu-tantra.
Alleen Vedanta gaat uit van vastu-tantra, en dat slechts om kartri-tantra en
alles wat eruit voortkomt en de Werkelijkheid verhult te vernietigen. Alle andere
systemen of oefen praktijken of overtuigingen - karma, yoga, devotie, mystiek,
religies - gaan uit van kartri-tantra. Van al die systemen is voldoening het doel.
satsangzolder Nisargadatta Maharaj,
Bombay, eind jaren 70 mensen nog iets te ontbreken. Dat was de directe confronterende manier die zij volgens
Walter bij Nisargadatta konden vinden. Dat was voor hem dan ook de reden om sommige
mensen, zoals Alexander Smit, mee te nemen naar Bombay om daar Nisargadatta te ont­
moeten, de overgebleven losse eindjes aan elkaar te knopen en de laatste restjes twijfel
eruit te discussiëren.
Walter zelf wilde bij Nisargadatta eigenlijk maar één ding: liefde delen, ofwel dat delen
wat niet gedeeld kan worden. Daarvoor ging hij in gesprek met Nisargadatta, maar dat werd
door de meester en met name zijn tolken jammer genoeg verkeerd opgepakt. Walter werd er
door hen van beticht geen helder begrip van de zaak te hebben en onnodig de discussie te
zoeken. Op een bepaald moment werd hij zelfs verzocht om te vertrekken omdat hij het
gesprek met de andere aanwezigen zou hinderen.
Ter illustratie volgt hier de weergave van een gesprek tussen Nisargadatta en Walter, op de
ochtend van 18 november 1976. Ze lijken verzeild te zijn in een woordenspel. Het is niet altijd
even duidelijk of de tolk de woorden van Nisargadatta Maharaj weergeeft of dat die van hem­
zelf zijn. Daarom staat bij de antwoorden - die meestal van Nisargadatta Maharaj zijn - op de
vragen van Walter de naam van de vertaler. Deze tolk is af en toe zelf aan het woord. Dat was
een reden voor Nisargadatta Maharaj om hem op een gegeven ogenblik niet meer als tolk te
laten optreden, want door zijn vrije vertalingen ontstonden er misverstanden die een heldere
communicatie in de weg stonden.
04 105
Mullarpatan Hij [Nisargadatta Maharaj) vraagt: "Hoe ziet u het verschil tussen zijn
Losse eindjes, laatste restjes gesprekken en wat u gelezen hebt in het boek I Am That?"

1 n de jaren zeventig bezocht Walter de derde grote spirituele leraar van de twintigste eeuw, Walter De gesprekken die Maharaj met mij heeft gevoerd?
Sri Nisargadatta Maharaj. Dat is opmerkelijk, omdat van vrijwel niemand bekend is dat hij de
levende aanwezigheid van alle drie deze Leraren heeft mogen ervaren. Mullarpatan Nee, de gesprekken die u met uw goeroe gevoerd heeft, Sri Krishna
Walter reisde af naar Bombay, de stad van Nisargadatta, toen hij het boek/ Am That gelezen Menon.
had. Dat was door Maurice Friedman samengesteld uit opnamen van bijeenkomsten op
Nisargadatta's fameuze 'zoldertje' in een arme wijk van Bombay. Walter werd getroffen door Walter Krishna Men on heeft me verankerd in het getuige-zijn, wat ik realiseerde
de radicale vedanta die door Nisargadatta onderwezen werd en op alle essentiële punten na drie tot vier jaar. Maharaj's boek gaf me heel veel plezier.
overeenkwam met de leer van Ramana Maharshi en van Atmananda Krishna Menon. Hij vond
dat het boek absoluut toegankelijk moest zijn voor een Nederlandstalig publiek en nam zelf Mullarpatan u heeft plezier in dat boek?
de vertaling voor zijn rekening.
Later organiseerde Walter verschillende groepsreizen naar India. Hij nam dan de rol op zich Walter Jazeker!
als reisleider en nam zo de groep mee naar Tiruvannamalai en de Ramana Ashram en andere
plekken, om te eindigen in Bombay en daar Nisargadatta te bezoeken. Omdat Walter als leraar Mullarpatan Hij vraagt: "Hoe bren gt u degene die waarneemt en het waargenomen
voornamelijk op een vriendelijke, geduldige manier mensen uitlegde wat het was waar ze naar object met elkaar in overeenstemming in die toestand van getuige-zijn?"
zochten, en dat illustreerde met verhalen en omkleedde met liefde, leek er voor sommige Dat is namelijk een belangrijke stap, ziet u?
Walter Bewustzijn neemt alleen het aspect van de getuige aan als er een object Walter Dat kan niet waargenomen worden, dat is het waarnemen.
verschijnt. Als het object verdwijnt, verdwijnt ook de getuige.
Mullarpatan Hij zegt: "Je 'zijnheid' wordt door jou waargenomen. Je gaat oorspronkelijk
Mullarpatan Hij wil weten: "Bent u getuige van het bewustzijn of van iets anders?" vooraf aan je bewustzijn, daarom ben je getuige van je bewustzijn. Begrijp je
dit duidelijk?"
Walter Je kunt nooit getuige zijn van het bewustzijn. Er is alleen maar bewustzijn.
Aangezien jullie allemaal al een tijdje naar Maharaj geluisterd hebben, zouden jullie
Mullarpatan Nee, u zei net dat bewustzijn getuige is van het object. Als bewustzijn het verschil moeten begrijpen. Weten jullie wat Maharaj bedoelt met getuige
u daar is, neem je een object waar. zijn van het bewustzijn? Jullie weten wat hij bedoelt met 'getuige' en jullie
.(ij
_c weten wat hij bedoelt met 'bewustzijn', toch? Maharaj heeft jullie de definitie
s::::

:� Walter Ah, het object is ook bewustzijn! 'Object' is maar een gedachte. Buiten het al gegeven.

(j
(j denken wordt er niets waargenomen.
c
Q_ Walter Maar wat Maharaj bedoelt is bewustzijn met vorm.
(j
_c
u Mullarpatan Die toestand van getuige-zijn is niet bewustzijn, want 'jij' kijkt naar Hij leidt u nu naar een heel belangrijke stap in het begrijpen van zijn filosofie.
Vl
Qj het bewustzijn. Dit is heel belangrijk.
s::::
OJ
0 Walter Ik worstel met de terminologie, ziet u.
u
s:::: Walter Dat begrijp ik niet.
(j
>
Mullarpatan Hij zegt: "Raak niet in de war met de taal van iemand anders, probeer het
Mullarpatan Als het bewustzijn daar is, dan moet jij als subject getuige zijn van met je eigen taal."
106 het bewustzijn. 107
Walter Ja, ja... oké. Dus wat naam en vorm heeft kan waargenomen worden.
Walter Wat bedoelt u met bewustzijn? De 'mind'? Ah, u bedoelt denken en voelen! Wat naamloos en vormloos is kan niet worden waargenomen.
Met bewustzijn bedoet ik Atma.
Mullarpatan Hij zegt: "Neem je de lucht niet waar, hoewel de tucht geen naam en
Mullarpatan Nee. Atma is een mentaal plaatje. vorm heeft?"

Walter Nee, nee, nee! Er is een spraakverwarring. Met bewustzijn bedoel ik Atma. Walter Dat heeft het! Dat heeft het wel!
Je kunt geen getuige zijn van Atma.
Mullarpatan Hij zegt: "Ziet u, de lucht heeft een soort verschijningsvorm, die waar­
Mullarpatan Atma is maar een concept, een woord, en in deze context hoeven we dat neembaar is zoals u zegt. Op dezelfde manier heeft uw bewustzijn een
woord niet te gebruiken. Hij zegt: "Een getuige is altijd getuige van iets anders verschijningsvorm, die waarneembaar is. Het concept kan verschillen, of hoe je
dan zichzelf. Als je bewustzijn ervaart, ben je er dus getuige van." het waarneemt kan verschillen. De tucht heeft geen uiterlijk en vorm, maar je
zegt toch dat het een soort verschijningsvorm heeft, omdat je het waar kunt
Walter Bedoelt u denken en voelen? nemen. Op dezelfde manier heeft je bewustzijn een soortgelijke verschijnings­
vorm die waargenomen kan worden."
Mullarpatan Hij zegt: "Nee! Bewustzijn betekent het weten dat je bestaat, het weten
van je 'zijnheid'." Dat is wat Maharaj zegt. Het is je 'zijnheid', je bewustzijn. Walter Ik denk dat dat is wat ik zelfbewustzijn noem, in tegenstelling tot een dieper
bewustzijn, Zelf-bewustzijn.
Mullarpatan Hij zegt: "U noemt het zelf-bewustzijn, bewustzijn van het zelf. Maar er Mullarpatan Hij zegt: "Wie trekt die conclusie?"
is ook een getuige, die dit bewustzijn van het zelf waarneemt."
Walter Nee! Ik ben iets anders dan de waaktoestand en de droomtoestand. In de diepe
Walter Met bewustzijn bedoel ik dat... Alles wat komt en gaat is onderwerp van het slaap is er alleen maar het Zelf. Ik erken niet dat er onwetendheid is in de diepe
waarnemen. Alles wat verschijnt is beperkt door tijd en ruimte en wordt waar­ slaap. Als er onwetendheid is, moet er ook tijd zijn. In de diepe slaap is er geen
genomen door het Zelf, door het Bewustzijn. tijd, en daarom ook geen onwetendheid! Alleen maar Atma.

Mullarpatan Hij zegt: "Ja, maar wie begrijpt dat? Wie neemt dat waar? Het feit dat Mullarpatan In diepe slaap is geen onwetendheid, zegt u?
D bewustzijn gebonden is door tijd, dat het verschijnt en verdwijnt. Wie heeft dat
iiî
.i;::
c
gezien?" Walter iedereen zegt van wel. Ik zeg van niet.

Q
t:S Walter Ik heb niet gezegd dat bewustzijn... nou, dat bewustzijn gebonden is door tijd Mullarpatan Maharaj zegt: "Wat is onwetendheid? 'Wat ik niet ben' is onwetendheid.
c
Q. en ruimte. Ik zei... ik zei dat wat ook maar verschijnt in tijd en ruimte waar­ Dat is daar, en ik ben hier. Daarom ben ik niet dat. Dat is onwetendheid."
Ci
.i;::
u genomen wordt.
Vl
(ij De misverstanden tussen Walter en Nisargadatta en diens tolken namen dermate grote
c
(\J
Mullarpatan Hij wil weten: "Wat voor getuige-zijn heeft u beoefend gedurende de drie vormen aan dat hij op een bepaald moment zelfs verzocht werd om te vertrekken omdat
g
c jaar bij Krishna Menon?" hij het gesprek met de andere aanwezigen zou hinderen.
d
>

Walter Getuige-zijn is geen activiteit. In het boek Niets is alles, een bundeling van 42 uit het
108 Engels vertaalde gesprekken van Nisargadatta met 109
Mullarpatan Dat maakt niet uit. leerlingen die plaatsvonden van eind 1979 tot begin
1980, is ook het moment vastgelegd waarop Nisar­
Walter Maar je kunt niet zeggen dat 'ik' het gedaan heb. gadatta Wolte,r wegstuurde.

Multarpatan Hij zegt: "Ben je niet getuige van de diepe slaap?" Maharaj Je hebt hier al te lang gezeten. Je
moet anderen een kans geven. Ik vertel
Walter In de diepe slaap is er geen tijd, dus ook geen waarnemen. je andermaal dat je niet je lichaam
bent, maar het bewustzijn (chaitanya
Mullarpatan Hij vraagt u: "Kun je expres in de diepe slaaptoestand of in de wakende atma) in beweging. Dat is voldoende.
toestand zijn, of gaat het automatisch? En worden die toestanden allebei niet Dus wegwezen. Het is zoiets als ervoor
waargenomen?" zorgen dat je zoon getrouwd raakt. Hoe
hij zijn gezin uitbreidt en ervoor zorgt,
Walter Ik neem de waaktoestand waar, de diepe slaap neem ik niet waar. is daarna zijn zorg, niet de jouwe. Wat
er ook maar is, het is het weten 'ik ben'.
Mullarpatan Hij zegt: "Maar je weet dat je diep geslapen hebt. Betekent dat niet dat Het is eerlijk, het is oneerlijk. Het is
jij of jouw identiteit iets anders is dan de waaktoestand of de diepe slaap?" maya, het is Brahman. Goed gehoord?
Welnu, dat is voldoende. Je kunt gaan.
Walter Nee, nee, nee!! Parabrahman, het Absolute, is zonder
Sri Nisargadarta Maharaj
verlangen. Wat voor nut heeft dit bestaan voor het Absolute? Iemand die de In Yoga. Adva.ita. schreef Wolter hierover: "Dat 'ïk' het geluk en de liefde zelf b en blijk t ook uit
Waarheid kent neemt afstand van de wereld. Zwijgen past de grote man. het feit dat men geen keuze kan maken als antwoord op de vraag: Van wat houd je meer,
van de liefde of van jezelf? Het is één en dezelfde ervaring in alle mensen, de harmonie die
Walter Helpt het om heilige geschriften te l ezen? in iedereen te vinden is, de liefde zelf. Daarom is het 'ik' de grond van alle bestaan (Sat),
het Kennen in het kennen (Chit) en de volmaakte vrede en harmonie (Ananda). Wie het 'ik'
Maharaj Je kunt tot in het oneindige heilige geschriften lezen en verward raken. De herkend heeft zoals het werkelijk is, ziet het als de grond van alle zekerheid (zelfs in angst),
Mahabharata, de oorsprong van Kauravas en Pandavas, brengt je meer en meer als het Kennen in ogenschijnlijke onwetendheid, en als harmonie, ook in alles wat dissoneert.
in verwarring. In plaats daarvan i s het beter dat je je bestaan als licht en het Zoals de zon zijn eigen licht weerkaatst ziet tegen de planeten, zo ziet hij zichzelf als alles in
goddelijke beschouwt en daarop mediteert. Meer is niet nodig. Jouw bestaan allen, als het ene, onveranderlijke en essentiële element in de veelvoudigheid van de wereld."
(bewustzijn) is het zaadje van de wereld. Het is je belangrijkste kapitaal. Neem
het en vertrek. Ik wijs je erop: het is je grootste en belangrijkste bezit. Mediteer
daarop en wees vrij.

Sat Chit Ananda

-
Het gaat in dit gesprek tussen Nisargadatta (en zijn vertaler) om het delen van de hoogste
l
kennis. Krishna Menon en Walter verwijzen naar het bewustzijn als het hoogste, als Kennend­
>

heid die niet waargenomen kan worden. Nisargadatta laat zien dat dat bewustzijn niet altijd
10 aanwezig is, dat het nog te maken heeft met een 'zijnheid' of 'ik ben', en dat dat bewustzijn
111
wordt gekend in een hoger bewustzijn, het Absolute. Het gaat hier om wat traditioneel de
vierde staat (turîya) wordt genoemd, die de basis of oorsprong vormt van de drie overige
toestanden: de waaktoestand, de slaaptoestand en de diepe droomloze staat. Atmananda
zei daarover: "Hoewel ik vóór je, fn je en achter je ben, is het het gemakkelijkst eerst achter je
te kijken en te trachten Mij daar te zien. Ik sta altijd achter je, al je activiteiten waarnemend
zonder erbij betrokken te zijn. Je kunt Mij daar zonder veel moeite vinden."

Het is deze vierde staat die overeenkomt met wat door Ra.ma.na het Zelf genoemd wordt en
die onze enige ware Werkelijkheid is, ook al is die eigenlijk niet onder woorden te brengen.
De drie belangrijkste aspecten of verschijningsvormen ervan worden van oudsher wel onder
woorden gebracht middels de term Sat-Chit-Ananda. Die duidt de ene, ondeelbare Ervaring
aan die van geboorte tot dood zonder spoor van verandering de basis van ons bestaan is. Het
aspect of de verschijningsvorm Sat (Zijn) geeft dat aan termen van leven en vitaliteit: het zijn
als de basis van het leven; Chit (Kennen) geeft het aan in termen van bewuste Kennendheid
als grondstof voor al ons denken en waarnemen; en Ananda (Geluk) in termen van een einde­
loos welbevinden als grondstof voor alles wat gevoeld wordt.
4

Niets menselijks is mij vreemd


ijdens
T
de zeven jaren dat Walter in India is geweest werkte hij om in zijn levensonder­
houd te kunnen voorzien als correspondent bij de wereldomroep en deed hij vertaalwerk.
Zo schreef hij met vooruitziende blik onder meer een stuk over het belang van de watervoor­
ziening in arme landen als India.

Walter was naar India afgereisd met een vriendin die daar zou blijven. Er wordt verteld dat hij
in 1957 India werd uitgezet op beschuldiging van spionage. Eenmaal weer terug in Nederland
ging hij lezingen geven over advaita. In dat kader werd hij uitgenodigd door Bardina Hafkamp,
die bij de Bijenkorf in Amsterdam werkte, om daar een lezing te komen geven. Zijn lezing
raakte haar, ze kregen een verhouding en besloten samen verder te gaan. Bardina had al
twee kinderen uit een eerder huwelijk. Samen met Walter zou ze nog twee kinderen krijgen.
Zo kwam Walter aan het hoofd te staan van een samengesteld gezin met vier kinderen. In
1963 kreeg hij een baan in Brussel bij de EEG, waar hij tien jaar zou blijven werken. Walter en 113
Bardina waren beiden eigenzinnige mensen, en na het verlies van een van hun kinderen in
1969 gingen ze steeds meer hun eigen weg. Bardina hield zich vooral bezig met yoga, Walter z
ro·
.....
met zijn lezingen. Doordeweeks verbleef hij voor zijn werk in Brussel en hij bleef vaak in het "'

weekend in België om lezingen te geven. Zijn privéleven en zijn 'filosofische leven' hield hij
zo strikt mogelijk gescheiden. Wat betreft de opvoeding van hun kinderen waren Walter en
Bardina het erover eens om ze zo weinig mogelijk te beïnvloeden met hun eigen ideeën,
v;·
overtuigd als ze ervan waren dat ze die helemaal zelf moesten ontwikkelen. Dochter Jacqueline
bewaart fijne herinneringen aan haar vader als iemand die er altijd was op verjaardagen en
feestdagen en die mooie verhalen vertelde en met haar door de natuur wandelde. Ook herin­
nert ze zich de bezoekjes met haar vader aan het strand in Scheveningen, toen Walter daar in
een kuuroord zat om te herstellen van (waarschijnlijk) tuberculose die hij in India had opgelopen.
's Zomers reed Walter met het gezin naar Frankrijk om aan zee vakantie te vieren, vaak in
gezelschap van vrienden. Voor de tent vertelde hij dan over wat hij in India aan kennis en
ervaring had opgedaan. Hij kon zich daarbij cryptisch uitdrukken, maar sommigen kunnen
zich tientallen jaren later nog uitspraken van hem herinneren. Zo zei hij meer dan eens:
"Ik ben, zonder ik en zonder ben".
'O
E
w
w "
>
. .

v.l.n.r.: Brussel, Walter was dol op klassieke muziek (zoals Die Winterreise van Schubert), maar kon ook genieten geïnterpreteerd mocht worden. Met name de symboliek van de drie vensters sprak hem aan: Walter met zijn gezin
wereldomroep. Jaren 60; in de jaren 60
van volkser vermaak. Toen hij eens met zijn dochter naar een voorstelling van Toon Hermans die van leerling (zelfkennis), gezel (zelfontplooiing) en meester (verhouding tot het onbe­
Scheveningen met twee
ging, zat hij onafgebroken te lachen, tot haar (destijds puberale) verbazing, want voor de buiten­ noembare). Maar ook de beeldentaal die door de Vrijmetselaars gebruikt wordt sprak tot zijn
van zijn kinderen, 1964
wereld zag hij eruit als een enigszins grijze, onopvallende man met een vlakke stem en een verbeelding. De volgende metafoor is daar een mooi voorbeeld van: gebrandschilderde
serieuze uitdrukking op zijn gezicht. Dat hij zes talen sprak, schrijver en journalist was en heel ramen van een kathedraal vertonen van buitenaf een donker of dof beeld dat weinig of niets
veel wist van yoga en klassieke Indiase filosofie, viel niet aan hem af te zien. Hij etaleerde zijn onthult. Maar wie zich in de kathedraal bevindt ziet diezelfde ramen tegen het daglicht en
114 kennis alleen als de gelegenheid daarom vroeg en liet zich verder het leven (letterlijk) goed ervaart het beeld als kleurrijk, levend en veelzeggend. Het is een ervaring die niet kan 115
smaken, gezien zijn voorkeur voor culinaire maaltijden en goede jenever. worden overgebracht, maar uitsluitend beleefd kan worden.
Toen Walter na zeven jaar India net terug was in Nederland zocht hij contact met mensen
waarmee hij zijn ervaringen kon delen. Zo kwam hij in contact met de arts en yoga-leraar In de loop der,jaren kwam Walter in contact met enkele andere bekende Europese sprekers en
Rama Polderman, die eerst in De Bilt en later in Baarn een gezondheidscentrum oprichtte. leraren. Zo introduceerde hij Jean Klein en Douglas Harding in België en Nederland. Destijds
Rama Polderman en Walter voelden zich gezamenlijk gebonden aan een missie om de oosterse was advaita en non-dualiteit absoluut nog geen gangbaar onderwerp voor gespreksbijeen­
bewustzijnsfilosofie in Nederland bekend te maken en uit te dragen. Het huis in Baarn werd komsten. Yoga vormde toen vaak de ingang om in het openbaar over bewustzijnsfilosofie te
een ontmoetingsplaats voor mensen die bezig waren met zingevingsvraagstukken, yoga en praten. Veel mensen kenden Walter in die tijd als een nogal onorthodoxe yogaleraar die
3
spiritualiteit. Daar zaten nogal wat mensen met problemen bij: joodse mensen die in de oorlog onverschillig was waar het zijn lichaam betrof en er bepaald geen gezonde levensstijl op na­ ..=:
<
trauma's hadden opgelopen, mannen die twijfelden aan hun seksuele geaardheid, en mensen hield. "Hij zat niet soepel in zijn lijf", herinnert zijn dochter Jacqueline zich. "Hij was een echte �
Il)

die misbruikt waren en met psychische problemen kampten. Walter en Rama hielpen deze intellectueel. De balans tussen lichaam en geest was uit verhouding. Dat zie je wel vaker bij 3
0.

mensen taboes te doorbreken en het verleden te verwerken om in vrijheid te kunnen leven. kunstenaars of intellectuelen: juist omdat die balans er niet is zijn ze in staat om één of twee
Walter ontving ook mensen in zijn eigen huis. Zijn vrouw en hij hadden het huis verdeeld in eigenschappen of vaardigheden sterk te ontwikkelen. Hij was al heel jong het prototype van
een boven- en een benedenhuis, woonden beiden op zichzelf, maar bleven in zekere zin toch een intellectueel, deed niet aan sport en was onhandig."
het leven met elkaar delen. Bardina, die in 2016 overleed, bleef tot op hoge leeftijd de artike­ Jean Klein, die in de jaren vijftig een goeroe in Bangalore (Zuid-India) had gehad en daarna
len lezen die over Walter in het tijdschrift lnZicht verschenen. net als Walter naar Atmananda Krishna Menon was gegaan, was als mens totaal anders dan
Wolters belangstelling voor filosofie en spiritualiteit bleef niet beperkt tot die uit het Walter. Hij was arts en hield een uitgebalanceerde levensstijl aan. Desalniettemin herkenden
Oosten, want met regelmaat bezocht hij ook bijeenkomsten van de Vrijmetselarij. Daar her­ de twee mannen veel in elkaar. Toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten op een treinstation
kende hij veel van de symboliek die er gebruikt werd en die in die omgeving op eigen wijze
"·�' /..., ....J 1." ),,"fl.J
.J4,,,_\_ !../f.(Vf1"W "1 ...
:
WH-- " � ,...J.v.,.
.... ,,.,.�..,. �4"'
t-t.).,,,_,t,J../,t.,.J....,_.� /�_,j ,,_.,,. l,,i��' '<..
.
t..pr..JJ l'L&(.lt.f--1....i.�1 ,.,. �.:.;., '
,.J�.U. ,,/.._./,_...;,_ \/-' UvA- z.. f ..,_.. - ,(,.._ �,,_.,
.
. - .J. .
1�"-<t ....... ..__l<j,..t..
.._,

':IA#tt., i� ��"'""""'­ 0 /..c.,


...J w.��..y..�
..,.... /: t...b_.:t._ /,' i.i(I. 4.__..�
L.- ,_._ u-;J .J,
, tv� ;., .U, tl- 0 .' µ._. �?
.i.,..w...;_ ol.t J.L(,-- 1.H..J..lf_,._
i.,,...tl .LP-" .IJ ,.,.,,_,.._ �
,#,......
? - . -'1
;}1 � � (,...iJ v-..1 J.../.w " -}'"' <l �
:., ... "i.I �
/1<1µ1.i.4.....,._.e. � .M r, Snl �t--L Lj.I. �
:.

�--"-� � v.l � [1<.J .:....,,...i. .._..;..:. ( .,.1, "'-'-', or<. � ... .t-,} - �� i-J..;L-1....-f " 1..1

ivfl/.>-W t.;
;i_;.,,,;,�
"4, ,___...J..,./.,,_
J.I �(.u_ i... �� .... "-'!r ..., ...;. ;.... __,_:. �.,l. ,t. ,.,;.,.. ...__/ �.Jl,.. 1""'"'-
�-.'-1-J, /;.fyl� � y..U. ,....i, '/ f.L"+ ". � v.J+- ...."--
.
� .� � i..J,.i ",I. ..,,,. '-' ,1.. .,,.....A-J, .t.
,,_

"�-._..1"-w<1 ..
·� /,-> /:, -:.., "" .JI;. �
...__ ...... ..... ,;., � ,.....,_,_ :. • ..,....,_..{.J,l{
..,,.. ..__�.,.. r- '�.,_ ·� -LA .....i ll.. ...,.,,....J.l "'--
1-' " 0 i<J.J;.� 1

v.l.n r" Onderweg met zijn gezin in Parijs konden ze alleen maar samen lachen. Walter nam in de jaren daarna mensen mee
naar Zuid-Frankrijk
naar bijeenkomsten van Jean Klein, waarbij hij zelf de rol van vertaler op zich nam. Schrijver
Chateau Remaurian
Aan de samenwerking tussen Jean Klein en Walter Keers kwam eind jaren zeventig een
in de buurt van Nice, 1975
einde. Walter stelde zich regelmatig op als een 'angry young man'. Tijdens een van Jean Kleins Niet alleen in zijn contacten en lezingen probeerde Walter de wijsheid die hem ten deel was
lezingen in Nederland stelde iemand de vraag of dieren ook verlicht konden zijn. Nog voordat gevallen te delen met anderen. Ook als schrijver deed hij dat, althans in het serieuze werk dat
Jean kon antwoorden stelde Walter voor om bij de volgende lezing een hok met konijnen neer hij produceerde. Hij was een veelzijdig schrijver. Zo schreef hij samen met Jacques Lewensztain
16 te zetten om te kijken of ze gerealiseerd waren. Dat was te radicaal voor de gentleman Jean het boek Yoga - De kunst van het ontspannen (1977) en was hij hoofdredacteur en auteur van 117
Klein, die daarna niet meer toestond dat Walter zijn lezingen vertaalde. vele artikelen in de tijdschriften Yoga kroniek en Yoga en Vedanta. Later gaf hij een eigen tijd­
schrift uit, Yoga Advaita (1977-1982) en Advaita (1983-1985).
Halverwege de jaren zeventig verhuisde Walter met een aantal 'advaita-addicts' naar Zuid­
Frankrijk om er op verzoek van Jean Klein een yoga-advaita-centrum op te zetten. Hij huurde Eveneens verschenen er artikelen van hem in vergelijkbare buitenlandse tijdschriften als
een groot oud huis in Remaurian, ongeveer 30 kilometer boven Nice, en hield er seminars The Mountain Path en Être, maar ook in het communistische dagblad De Waarheid. Daarnaast
voor Nederlandse gasten. was hij een productief vertaler van het werk van onder meer Jean Klein, Douglas Harding,
Het was een bijzondere tijd waarin advaita en hatha-yoga door alle deelnemers en bewoners Nisargadatta Maharaj en de omstreden Franse arts Leboyer, en onderhield hij vele correspon­
op hun eigen manier 'ingevuld' konden worden. Walter hield er voornamelijk lezingen over denties met mensen over allerlei levensvraagstukken (onder meer met de kloosterzuster uit
advaita en deed daarnaast waar hij zin in had. Zo rekende hij voor zijn gevoel af met de het eerste deel van dit boek).
samskara's van vijf generaties dominees. Dat stond haaks op de leefstijl van enkele anderen Om in het onderhoud van hemzelf en zijn gezin te kunnen voorzien zag Walter zich gedwongen
in de 'commune', die conform de hatha-yoga een veel gezondere levensstijl nastreefden. In de om ook schrijf· en vertaalklussen aan te nemen die hem inhoudelijk eigenlijk niet zo boeiden.
praktijk kwam het er vaak op neer dat als de bruine rijst kookte er uiteindelijk toch maar pizza "Ik herinner me hem altijd zittend achter zijn typemachine", aldus dochter Jacqueline. zo ver­
werd gegeten, waarna men rode wijn ging drinken in het dorpscafé. Er was humor en dynamiek, taalde hij een Engelse serie kinderboeken over "De radiojongens" (waarbij hij het overigens
maar het lukte niet om als groep bij elkaar te blijven. Na een half jaar ging Walter terug naar toch niet kon laten om daar zijn Indiase ervaringen in te laten doorsijpelen) en vertaalde hij
Nederland, waar hij mensen ontving die naar hem toe kwamen met een hulpvraag, vaak een boekje over de Rubik-kubus. Na de dood van haar moeder in 2016 vond Jacqueline in haar
nadat ze een lezing van hem bezocht hadden. Hij probeerde hen vooral te leren omgaan met ouderlijk huis bovendien nog een grote hoeveelheid ongepubliceerd werk terug, waaronder
hun angsten. Mensen met een ernstige depressie liet hij soms een tijd bij hem in huis wonen Tao's tuin (zie verderop in dit boek) en losse aantekeningen over uiteenlopende onderwerpen
tot ze weer voldoende opgeknapt waren om op zichzelf te staan. als Faust, de apocalyps en meester Prikkebeen.
Na Wolters dood werd een klein deel van zijn lezingen gebundeld in twee boeken,jnana Yoga 1-J) De bloem, die enkel maar kan zijn,
WOi.la A.. KEERS

De God, die enkel maar wil zijn,


"..____

(1972) en Vrij Zijn (1982).


Wij zijn zo ver 11an beiden,
Walter schreef zijn overpeinzingen ook op allerlei losse blaadjes en envelopjes: Wij lijden, lijden, lijden ... dat is 't probleem.
Toch heb ik alles nauwgezetter bestudeerd
dan velen, die slechts zoeken om het (te) zoeken.

�� ��tl,-(;..;.b.j
._ ,.,&�� Dit is de ene uitkomst die ik heb geleerd:
Dat om te kunnen kennen (mensen of boeken,
wrwU... .;,J' "- ,,,, � .:;.. � �. God of natuur gelijk), wij moeten weten wie zichzelf dit vraagt,
Lt-471 Uv.IL � ' � �.i. Wie onderzoekt, wie zich met zoeken plaagt,
zo niet het antwoord relatief moet blij11en.
�,ul.U���­ Ik ken de wet, de leer 11an God en (van de) hel,

l.u � � J.J, U- � _1 En ook de gang der mensen ken ik wel,


Ik ken de neugte en ik ken het verdriet,
.
t1- � .� 1...,-U fr/--) Mw d.i � }"'- '< � en nog ken ik mijzelve niet.
" . I /, f......__,..1_::.., .U. �i.vf�

Begrijpen is niets anders dan te zien dat alle dingen geboren worden uit, en op weg
zijn naar liefde.
8 119

Iemand die niet kan liefhebben maar


f�-
PICH! De TR411SMISSION

wel het goede wil, wordt rechtvaardig.


Hij ontwikkelt standpunten. Het doel Psychologie: lijden wordt mogelijk doordat men zich
van een integratieproces is zulke tot persoon maakt, en het geluk zocht in de correspon­
standpunten weer te herleiden tot derende stoffelijke wereld, die men daarmee de macht
3
...=:
liefde, waarin de persoon vervangen geeft "nee" te zeggen. Het ziekte-deel van de ziekte is <

de wil om te lijden of de 11rees om beter te worden. Dan ro


wordt door de spontane expressie. ro

moet "ik" veranderen, dan gaat men misbruik 11an 3


9-2-69 P.

"mij" maken, dan moet "ik" toegeven middelmatig te


zijn, dan ontdek "ik" dat men niet van "mij" houdt, of
dat "ik" allerlei kwalijke eigenschappen heb.

Il
De laatste jaren Bijna twee uur later werd ik op kantoor gebeld, en ik was volkome
n geschokt door wat ik
te horen kreeg. Toen Walter weer thuis was gekomen, belde hij
met een wederzijdse vriend
De laatste jaren van zijn leven vulde Walter met de activi­ om de afspraak af te zeggen die hij die ochtend met hem had.
Daarna ging hij met een kussen
teiten die het belangrijkst voor hem waren gebleken: het onder zijn hoofd op de vloer in de huiskamer liggen voor zijn bureau,
tegenover de foto van
houden van lezingen, het schrijven over advaita, en het Ramana Maharshi, en overleed. Zijn linkerhand lag op zijn fysieke
hart (een gebaar uit de
helpen, adviseren en begeleiden van leerlingen en traditie van de Vrijmetselaars).
mensen met een hulpvraag. Daarnaast organiseerde hij De vriend die door Walter gebeld was haalde me op van kantoor
en samen reden we terug
reizen naar India, waarbij hij van de gelegenheid gebruik­ naar Wolters huis. Bijna twee uur later was ik weer terug in dat
huis, maar nu was alles
maakte om Nisargadatta te bezoeken, samen met bijvoor­ anders. De zon scheen helder en er lag een dikke laag sneeuw op
de weilanden rond het bos.
beeld Douwe Tiemersma, Mieke Berger en Alexander Smit. Na een paar uur voelde ik me heel moe en ging ik naar buiten
om even alleen in het bos te
Deze laatste zette hij aan tot het geven van lezingen onder wandelen. Ik liep naar een weiland, een van de favoriete plekken
van Walter. Ik stond bij het
zijn supervisie. hek en door mijn tranen heen keek ik naar het serene, magische
landschap. Toen zag ik drie
Hoewel hij onvermoeibaar bleef doorgaan met al deze zwanen in het licht van de zon vliegen. Ik wist dat dat zijn afscheid
sgroet aan mij was. En hoe
activiteiten, gaf hij soms aan eigenlijk wel klaar te zijn met mooi was het dat later tijdens zijn crematie zijn favoriete lied
van Schubert werd gespeeld:
het leven. Zijn gezondheid was broos en zijn levensenergie Die Winterreise. Het was een prachtige samenloop van omstand
igheden, een perfect afscheid
nam zienderogen af. Uiteindelijk stierf hij rustig maar en een schitterend geschenk."
(voor de meeste mensen) toch nog onverwacht in zijn De vriend die Walter net voor zijn heengaan afbelde was Johan
van de Kooij. Ze zouden die
eigen huis. ochtend samen aan een boek werken. Kort daarvoor had hij
Walter een opvallende uitspraak
Over Wolters dood doen vele verhalen de ronde, waar­ horen doen: "Ik heb nog maar een paar touwtjes die me hier houden,
en daar ben jij er één
20 van de meeste onjuist zijn. Aan Walter zelf kunnen we niet van". Dat stemde Johan verdrietig, want in zijn ogen zei Walter
daar eigenlijk mee: 'Ik heb er
meer vragen wat er precies gebeurde, maar een van zijn
121
geen zin meer in'. Johan vroeg tussen zijn tranen door: "Laat het
me weten als je gaat". Hij is
vrienden, die Wolters laatste dagen meemaakte, heeft ge­ de laatste die Walter gesproken heeft. "Ik ben ziek, je moet niet
komen", zei hij op die laatste
lukkig een verslag geschreven dat door velen als betrouw­ dag door de t�lefoon. Toen Johan "Tot volgende week" zei, antwoor
dde Walter: "Nou, dat
baar en geloofwaardig herkend wordt. "
denk ik niet...' 3
ro
Beginjaren sa "Om tegenwicht te bieden aan de geruchten die zijn verspreid rondom Wolters dood, wil Uiteindelijk is Walter slechts 61 jaar oud geworden. De dokter :::1
die de lijkschouwing deed "'
ro
ik graag vertellen wat er op de laatste dag van zijn leven gebeurde. Ik was de dagen ervoor zou zeggen dat het nog een wonder was dat hij de 61 gehaald had
met zijn fysiek zwakke �
"'
toevallig bij Walter. Samen keken we naar de volle maan bij zijn huis aan de rand van het bos. gestel. Zo kwam er in de ijskoude winter van 1985 een eind aan
zijn vruchtbare leven, dat hij v;·
Ik wist wat er te gebeuren stond, want dat weekend vertelde hij dat hij spoedig zou sterven zelf nooit als 'zijn' leven omschreven zou hebben. Het bleef die 3
winter koud, en een paar c:
en dat hij zo blij was dat ik toevallig bij hem op bezoek was, omdat ik hem beloofd had om weken later werd de dertiende Elfstedentocht verreden. Het
levensrad bleef draaien, maar
foto's van het besneeuwde bos te maken. Het was de koudste winter van de laatste vijfen­ niet meer voor de mens Walter Keers.
twintig jaar. Toen we op de laatste ochtend, 7 januari 1985, naar het station reden omdat ik
weer aan het werk moest, vroor het twintig graden. Ik wist natuurlijk niet hoe die dag precies
zou verlopen. Walter stopte bij het station en ik opende de deur van de auto. Ik draaide me
om en keek hem in de ogen. De tijd stopte toen ik probeerde te zeggen hoe ik me voelde en
hoe dankbaar ik was voor wat hij de afgelopen drie jaar als leraar, maar vooral als dierbare
vriend en broeder voor me had betekend. Ik hoorde mezelf 'Bedankt voor alles' zeggen, maar
voelde hoe ontoereikend mijn dankbaarheid was. Toch voelde het ook goed en volkomen
natuurlijk aan.
5

De leegte voorbij

N
aast de liefde is de leegte - van de hele manifestatie van verschijnselen - een belang­
rijk thema in het werk van Walter. Hij sprak en schreef daar veelvuldig over. In navolging
van zijn goeroe, Atmananda, benadrukte hij dat alles wat kan worden waargenomen leeg is,
dat wil zeggen, geen onafhankelijk bestaan op zichzelf heeft, maar slechts bestaat als een
vorm die bewustzijn tijdelijk heeft aangenomen. Dat geldt ook voor de persoon, het ik, en
iedere ervaring van dat ik.
Aan zijn lezers en toehoorders merkte hij vaak dat het onderwerp 'leegte' hen angst inboe­
zemde. Er was hem veel aan gelegen die angst te relativeren, zoals in veel teksten terug te
lezen is, waaronder deze:
"Nu is het zo dat de persoon zegt: 'Wat moet ik met die Leegte? Die durf ik eigenlijk niet
aan.' De ommekeer komt als je ziet dat je van kleins af aan nooit iets anders geweest bent
dan die leegte. Die ben je. En in die leegte is plaats voor alle waarnemingen die je de wereld
noemt. Die Leegte is onmetelijk: ze is kleiner dan het kleinste en groter dan het grootste. En in 123
die Leegte verschijnt af en toe een persoon. Je verliest dus niets, want de leegte was er al in
de wieg en vorige week en nu, en over honderdduizend jaar is ze er nog. Als je er bang van
bent is dat een. teken dat je op de goede weg bent. Accepteer haar zo lang mogelijk, en pas
als het je helemaal te machtig wordt, zet dan de televisie aan of bel iemand op en laat de
zaak even rusten."

In de Atma Darshan geeft Atmananda aan dat het leven te vergelijken is met een droom die
door niemand gedroomd wordt. In die zin vinden we de leegte dus ook terug in zowel de
dromer als de droom van het leven. Walter schreef hier het volgende over:
"Als het lichaam van de dromer en de hele rataplan eromheen een product van de droom
is, wie heeft dan die droom gedroomd? Het enige antwoord is: niemand. Er was een droom
zonder meer, die zich manifesteerde in Bewustzijn. De persoonlijkheid is een droom, een
plaatje, en meer niet. Hij heeft geen enkele realiteit. Het is een afspraak met de buren. Als je
dat ziet heb je geen ijdelheid meer nodig. Als je weet wat je in wezen bent kun je je ijdelheid
verliezen omdat die zijn zin verliest. Als je weet dat de fles leeg is ga je niet nog tien keer
proberen om eruit te drinken. Het gaat erom goed te kijken en onderscheid te maken tussen
dat wat je in wezen bent en wat je niet bent. Dan verdwijnt al die onzin en kan de leegte
omarmd worden. "Van de leegte van een kom hangt het gebruik af", zegt Lao Tse, en ook
kunnen lopen. Voor
n zwemmen, dat de dieren des velds
zegt hij: "Alleen de leegte kan gevuld worden door kunnen vliegen, dat de vissen kunne
zwem men kan men netten
maken, voor de dieren die
Tao". Die leegte is dus erg belang rijk. En wanneer we de dieren die lopen kan men strikken
[symbool voor de
kan men pijlen maken. Van de draak
die accentueren op de drie niveaus waarmee we ons maken, voor de dieren die vliegen
wind en de wolken
weet ik evenwel niet hoe hij de
identificeren (het lichaam of de zintuigen, het denken machtige en edele wijze mens - l.A.]
zag ik Lao Tse. Hij is als een draak."
en het voelen), dan zullen we deze leegte zeer snel in bezeilt en ten hemel stijgt. Heden
het boek geschreven
niemand. Men gaat ervan uit dat
ons voelen uitbreiden en daarmee klaar zijn om te Hoe de Tao Teh King ontstaan is weet
ndige en archivaris
e grijsaard betekent), een geschiedku
ontvangen wat we zoeken maar ons niet voor kunnen is door Lao Tse (wat eerbiedwaardig
gens, een groot wijs­
e. Lao Tse was, net als Confucius overi
stellen, niet kunnen bevatten. Die benaderingswijze die ver voor Christus in China leefd
het keizerlijke rijk in
leefde. Toen hij de ondergang van
geeft je een middel om je in de leegte te verdiepen, geer die lange tijd in afzondering
grens aangekomen vroeg
land verlaten. Bij de westelijke
net zo lang totdat er van de persoonlijkheid als zo­ China aan zag komen wilde hij het
zou verlaten. Dat
hem te schrijven voordat hij het land
danig niets meer over is en je inderdaad kan zeggen: een bevelhebber hem een boek voor
boek een samengesteld
. Andere verhalen zeggen dat het
'Tja, wat ben ik? Ik ben die ik ben'. En meer valt er niet zou de Tao Teh King zijn geworden
n. Het is in elk geval
n teksten van verschillende wijze
te zeggen. En dan, op een gegeven moment, zal die geheel is van gesproken en geschreve
mela ar bijeengebracht zijn.
die door een onbekende verza
leegte worden opgevuld met dat wat voor de persoon­ een verzameling van 81 spreuken
over de leegte, de
was Wolters favoriet. Het handelt
lijkheid als zodanig onkenbaar is." Het elfde vers van de Tao Teh King
blijdschap opbloeit en
iten maar omarmen, waar vanuit
•echte' leegte die zich niet laat opslu
het is en zijn moet. Het
of noodzakelijkheid. Alles is zoals
waar geen dwang meer is van nut
sluit. Het is het zingen
pt die alle mogelijkheden in zich
Tao is een leegte die een vrijheid sche
van de stilte.
ik komt van wat
125
ink van vers 11, getiteld Het gebru
De Tao Teh King, vooral daar waar het boek over de Hieronder de vertaling van Roel Houw
leegte gaat, vormde in de laatste fase van Wolters er nie t is: 0
ro

leven een belangrijke bron van inspiratie. Over die ro


ro
De ruimten tussen de dertig spaken, (D
tekst, afkomstig uit het China van de Sde eeuw voor .....
ro
die ingeplant zijn in de naaf van een wiel, <
Christus, hebben veel mensen hun hoofd gepijnigd 0
0
bepalen zijn bruikbaarheid.
om tot de juiste vertaling te komen. Er zijn dan ook CY
c:
Uit klei worden potten gevormd, maar
heel wat vertalingen verschenen, maar het is onmo­
de bruikbaarheid van het vaatwerk
gelijk gebleken om tot een eensluidende vertaling te
berust op zijn leegte.
komen. De tekst lijkt een beroep te doen op iets
Als men een huis bouwt, laat men openingen vrij
anders dan literaire begrippen. Hij praat meer over
voor deuren en vensters.
bevindingen en overweegt zaken, maar biedt geen
De bruikbaarheid van het huis komt
eenduidigheid. Volgens de Deense filosoof en mysticus
voort uit de aanwezigheid van deze ruimten.
Sören Kierkegaard kan er tijdens het lezen en over­
Daarom schenkt het zijnde bezit,
denken van de Tao Teh King "een plotselinge gelijk­
terwijl het niet-zijnde zorgt voor de
tijdigheid en een nabijheid optreden die ons bijna
bruikbaarheid.
met ontsteltenis vervult".
Het verhaal gaat dat toen Confucius Lao Tse had
gesproken, in het China ten tijde van het tao1'sme,
hij tegen zijn leerlingen zei: "Ik weet dat de vogels
njaren BO
Tao's tuin

Na de dood van Wolters vrouw in 2016 kwamen er nog vele ongepubliceerde teksten tevoor­
schijn uit een oude doos. Eén daarvan was het manuscript van Tao's tuin, een zeer vrije inter­
pretatie van Lao Tse's Tao Teh King. Het is samengesteld uit 82 verzen, waar het werk van Lao
Tse er 81 telt. Mogen we hieruit opmaken dat Walter zowel de cijfers als de woorden los heeft
durven laten? Gaat zijn eigen Tao Teh King aan woorden en cijfers voorbij?

In Tao's tuin neemt Walter je mee door de tuin van het leven. Hij heeft die reis in vier stukken
gedeeld.
In het eerste deel staat de eenheid van vorm en wezen centraal. Of het nu gaat over politiek,
dictatuur, democratie, relaties of de onbegrensde tijd, steeds staat de eenheid van vorm en
wezen centraal. In vers 12 schrijft hij:

Ik heb me nog nooit zo te11reden ge11oe/d


als nu ik jou in mijn armen heb.
En hoe goed om straks weer te mogen 11eranderen:
wanneer de sterren komen, de sterren te mogen zijn,
wanneer de nacht komt, de nacht te mogen zijn.
127
In het tweede deel staat de liefde centraal als het goddelijke ontmoeten. Hij beschrijft het
in vervoering raken bijvoorbeeld aan de hand van de dans van de overgave. Ook schrijft hij 0
11)
over zijn "alzij dige liefde" voor India. ro
11)
u::i
In het derde deel nodigt hij je uit zijn geliefde te zijn en neemt hij je mee in het vormloze tb
<
gewaarzijn. De puurheid van het kind komt aan bod en het relatieve van de werkelijkheid en 0
0
de kunst; de liefde in zijn vorm en vormloosheid, en het ontwaken van de wereld (of is het het a-
..::

ontwaken van 'jezelf' als de dag begint?). We worden niet gevangen gehouden door de maat­
schappij, want we zijn haar zelf. Het een is niet beter dan het ander. Er is geen verschil. Er is
slechts Tao: de bron en wat eruit voortkomt, lief en leed beide.
In het laatste deel neemt hij je mee voorbij alle grenzen naar een plaats zonder oordelen,
waar het Zijn zichzelf mag zijn, als Tao. En zo komt er een einde aan een reis die je feitelijk
niet gemaakt hebt, want de beginzinnen van Tao's tuin luiden "Jij, die de sterre bent en mijn
essentie, die de zee doet zingen en de winden waaien, jou heb ik lief".
Wat is er veranderd naar het eind van de verzen toe? Je zou kunnen zeggen dat er niets ver­
anderd is. Alleen heeft Walter je aan de hand genomen om je er opnieuw naar te laten kijken,
maar nu vanuit een andere kant, vanuit een ander perspectief dat je al kende maar over het
hoofd zag.
de hand niet meer dan de voet.
Tao's tuin De mens is het oog
(en sommigen zijn het oor)
DEEL 1 dat de hemel aanschouwen kan
(of het groeien der werelden beluisteren).
r. Jij, die de sterre bent en mijn essentie, De dieren zijn van ons enkel verschillend in vorm,
die de zee doet zingen en de winden waaien, evenals de planten en de aarde.
jou heb ik lief. Zij zijn het lichaam, zij zijn de voeten en de dijen;
Neem een nieuwe vorm aan: zij kennen slechts door het oog dat ziet.
treed in als een jongen met stralende ogen, Wij zijn het oog.
als een vrouw wier stem de wereld doorzingt.
Ik zal je tong zijn, 3. Een vuur zijn we, mijn lief en ik,

je onbegrijpelijke liederen zal ik vertalen. vernietigend als de dood,


waaraan ieder die het ziet zich brandt.
2. (Hij-zij kwam, en met hem-haar daalde het Licht uit de hemelen, Het oude wordt vernietigd
8 129
het daalde op mij neer en vertrapte mij met vuren poten, of het nieuwe,
schroeide mij mijn ogen, mijn mond en voorhoofd, mijn handen, het kleine
mijn geslacht, mijn hart. of het grote
Ik was geslagen, lamgelegd en geëxalteerd beide. naar ieders keus.
Toen het grote vuur optrok waren wij één, Maar wie het ziet
in een eeuwig dubbel-manvrouwelijke omhelzing, zengt in deze vlam.
mijn lief en ik; ah wij sidderden beiden van genot en heiligheid.
En voor mij op bliksemden de symbolen van een nieuw tijdperk.) 4. Voor wie het niet begrijpt
brengt het ziekte en dood,
Dit is de profetie voor het komende tijdperk, angst,

de gedachte die volgende generaties zullen verwerven: armoede, duisternis,


de mens is niet meer dan enig ander schepsel (ook niet minder). hartstochten en slavernij;

Het oog is niet meer dan de hand (ook niet minder), voor wie het vatten kan
leven, 6. Daarom roep ik je toe, broeder, wie je ook bent,
bevrijillng, daarom roep ik je toe, zuster, waar je ook woont,
de rijkdom der ongebondenheid, geef mij je hand,

vuur. leg je arm om mijn schouder:


we gaan op w�g,
5· Jij, wereld, met al je mensen, tezamen,
met je bomen en planten, totdat we één zullen zijn,
je dieren, met elkaar en ,..._

(i;•
je bergen en zeeën- met ons doel. �

jij, mens, .g
"'
0

J""'
lJ.

kom mee, 7. il!"
::.
0

ik beloof je meer dan kerken, die een verschillende vorm bent van hetzelfde wezen, 0
....

�-
meer dan politieke partijen - heb je al ontdekt dat we één zijn; ::.-

-!::;;
ik beloof je het leven zelf, dat we onszelf liefhebben wanneer we elkaar omhelzen;
de hemel, dat we onszelf haten (hoe absurd!) wanneer we elkaar bestrijden;
30 131
niet in een vaag land, dat we onszelf in de ogen zien

na een onbekende dood, wanneer we over de grond rollen met de kinderen? 0
vi

2
maar in dit leven, s·
met de talenten Heb gerust jezelf lief: je bent de wereld!
je nu door de goden geschonken. Niet de vorm, afgescheiden van het wezen,
Ik beloof je zekerheden maar alles tezamen.
die geen mogelijkheid tot twijfel openlaten,
vergeving van zonden, Het is het wezen dat ons verbindt,
eeuwigheidsleven, het is het wezen dat je zult ontdekken wanneer je liefhebt.
wedergeboorte,
8. Denk niet dat ik zeg iets bijzonders te zijn
"Umwertung aller Werte".
wanneer ik mijzelf één noem met mijn hemellief,
wanneer ik mijzelf de wereld noem,
ofTao, of Atman, of een god, of wat dan ook: Ik en mijn liet we bestonden uit zovelen, uit heuvelen,
ik ben jouzelf; stenen, planten, dieren.
ik ben je diepste diepte, ben je hoogste hoogte. We noemen onsTao, deze dag,
Verwaandheid ontstaat wanneer wij vergelijken en heel de wereld is Tao's tuin.
wat beter is en wat minder goed. Aan een watertje kwamen we,
Dit komt niet in mij op: waarin we gingen zwemmen.)
met wat zou ik mij moeten vergelijken?
Ik heb nog nooit iets gezien dat ik niet zelf was. Wat ben je mooi als je naakt bent!
Wat ben je goed en sterk;
Kom, en toch kus je zacht,
ik zal je groter wonderen laten zien, zo zacht als een bloemblaadje,
dan je voor mogelijk had gehouden. toch ben je gracieuzer dan de balletjesjongens,
en zo teertjes als een jong moedertje.
9. Geef me je hand of je arm -
laten we dicht naast elkaar voortgaan, rr. (Als we moe gezwommen zijn drogen we ons,
32 133
de blik gericht op wat zich voor ons uitstrekt. drogen we ons in zon en wind,
en we spreken over wat ons lief is.) �
0
.,,·

Goddank, je bent niet zo dwaas je voor liefde te schamen. -


c:

Schaamte is iets wat bij onze liefde niet past: Is de idee niet nieuw?
ze komt enkel tevoorschijn Hoe zou ze ook nieuw kunnen zijn?
wanneer je de vorm scheidt van het wezen - Is de wereld nieuw? Of zijn de sterren nieuw?
wij hebben het wezen lief, Ben jij nieuw? Jij die ik liefheb als mijzelf?
en daarmee de vorm. Jij bent mijn idee.
De wereld is mijn idee.
10. 0Ne liepen voort, de armen om elkaars schouders, De hemel, alles is die ene idee.
langs de zandverstuivingen, langs de berken De idee is oud, zo goed als nieuw;
met hun zilveren bast, over de hei.
de beleving ervan is ook oud zowel als nieuw.
Want al beleven wij het nieuw, ieder ogenblik,
het is niets anders dan de eeuwigheid. Laten we zo verder wandelen, door dat bos -
Wat zou daar nieuw aan zijn? de herten zullen wel geen bezwaar maken,
Hoogstens onze ontdekking. zij hebben geen verdrongen complexen
Denk eens aan Lao Tse, en zijn op sommige gebieden minder kuddedier dan de mens.
denk eens aan Whitman, Ze voelen zich niet slecht zonder kleren;
'

aan Arjuna, aan Mozes, ze schamen zich niet voor hun lijven.
aan Ramakrishna, aan Christus, Is het werkelijk zonde een lichaam te hebben?
denk aan jezelf: je vindt er die hele rij in terug, Nee, nee, nee, dat weten we wel,
en nog duizend anderen die je evenzeer bent. maar toch generen we ons,
Er is niets nieuws aan; ook niets ouds. fatsoenshalve (vanwege de kudde en de schaapjes - bèèè),
Hier worden enkel de gordijnen opengeschoven die wij tijd noemen. en het geslachtsleven neemt een uitzonderlijke plaats in;
Hier, deze minuut is eeuwigheid - alle andere vreugden mogen wij delen met velen,
hier, bij mijn hand in de jouwe, deze maar met één.
hier is oneindigheid.
�4 14. Waarom mogen wij met zovelen eten als wij maar begeren, 135
12. 0 god, en niet slapen?
de heerlijkheid van een lichaam te mogen zijn! Zijn mond en handen meer universeel dan het geslacht?
Ik heb me nog nooit zo tevreden gevoeld Of zijn er nare gevolgen voor kinderen?
als nu ik jou in mijn armen heb. Ik geloof niet in slechte gevolgen van goede daden.
Wanneer men vorm en wezen tracht te scheiden,
En hoe goed om straks weer te mogen veranderen:
wanneer je denkt dat je een geslachtsdier bent
wanneer de sterren komen, de sterren te mogen zijn,
en dat de ander een geslachtsdier is,
wanneer de nacht komt, de nacht te mogen zijn.
dan kunnen de gevolgen geslachtsdieren zijn
die moeite zullen hebben hun weg door dit leven te vinden.
13. Ben je droog geworden?
Maar waar heb ik verkondigd
Je huid lijkt nog zachter dan voor het zwemmen.
dat we vorm en wezen moeten scheiden?
Er kleeft zand aan je zij; laat mij je schoonmaken.
Voel je dat het beter is naakt te zijn dan gekleed?
r5. Denk niet dat liefde enkel is rond te wentelen in een bed. voel ik mij niet genoodzaakt te handelen alsof ik het begrip ken.
Denk niet dat liefde enkel het bevredigen is van een fysieke behoefte. Wanneer ik alles ben (en dat ben ik),
Denk ook niet dat eten enkel dat is, wat zou ik dan kunnen bezitten?
of werken, of spelen. Dan worden bezitten en zijn hetzelfde,
Het zijn alle sacramenten. zoals er ook gee, n verschil bestaat tussen kennen en zijn.
Het is alles Tao.
Waarom zou hij , 17. Waarom vraag je me nu of ik tegen het huwelijk ben?
waarom zou zij, Is het ooit in je opgekomen
waarom zouden wij , zo wij dit bewust ervaren, te vragen of ik tegen zonnebloemen was?
zo wij het inzien, Of tegen kangoeroes? Of tegen de Melkweg?
zo wij het geworden zijn, Het is heel waarschijnlijk dat er mensen zijn
ons behoeven te binden aan één vorm? die zichzelf vinden in hun huwelijk;
Zou ik minder tegenwoordig zijn in hem of haar die dan ontdekken dat'zichzelf de wereld betekent, de hemel.
dan in jou? Dan is het huwelijk toch uitstekend?
16 Wanneer twee mensen in staat zijn Maar voor wie zichzelf heeft ontdekt 137
zich dit alles bewust te maken, bestaat er geen band meer.
'1
zouden zij dan niet in staat zijn (Wie zijn doel heeft bereikt 0

2
bewust een kind op te voeden? héeft geen weg meer nodig.) s·

Zou niet ieder van hen die taak op zich kunnen nemen? Waarmee en waaraan zou hij immers gebonden zijn,
of verbonden, buiten zichzelf?
r6. De idee dat men elkanders bezit is Hij is alles.
is een van de meest absurde die ik ken. Voor hem,
Wie bezit wat? wanneer hij in zijn eigen taal spreekt, tot zichzelf,
Bezit de ene ziel de andere? voor hem is er geen beter meer, of minder goed.
Dan weet je niet wat een ziel is. Voor hem is twee niet meer dan een,
Bezit het ene lichaam het andere? drie niet meer dan twee.
Wiens bezit zijn die lichamen afzonderlijk dan?
Maar zolang niemand mij uit kan leggen wat bezit is,
r8. Vanmiddag was ik bij een homoseksueel. 2r. Ik zat eens thee te drinken in een grote zaal in Bern.
We spraken over geslachtelijke liefde. Aan de muur hing een bord met het opschrift:
Heb je ooit iemand gezien, vroeg hij, l' amour est plus fort que les principes.
die liefhad om voort te planten? Wanneer het waar is wat ik gezegd heb,
wanneer mijn ljefde liefde is (en dat is ze),
Hij had gelijk. dan zal ze in de tijden die komen
Toch was ook hij gebonden aan bepaalde groepen van vormen, alle principes doorbreken
scheidde ook hij,
die haar trachten te belemmeren in haar wezen.
precies als de anderen, De kracht van de liefde is groter
vorm en wezen.
dan de kracht van elke wet die geen liefde is,
of beperkte liefde.
19. Zo lang je voorkeuren hebt,
heb je met een deel van je wezen 22. Zo dwaas zijn wij
een deel van een ander wezen lief,
dat wij wetten maken over de liefde,
tenminste zolang die voorkeuren afkomstig zijn
,g zonder te weten wat liefde is. 139
uit de afscheiding van vorm en wezen. En dan te bedenken
Want ik wil natuurlijk niet beweren dat het goed is,
dat ze een van de grootste krachten is uit het heelal;
1

of verstandig,
dát wie haar aanvalt door haar vernietigd zal worden.
om brood te eten met een hooivork,
Vernietigd: want wie zo nog de liefde ziet
of dorst te lessen uit een vingerhoed.
als iets waarover reglementen kunnen worden opgesteld
(Als je me niet gelooft,
waarover men meningen ten beste kan geven,
probeer het dan maar.)
waarbij men niettemin hoeren en heiligen over één kam scheert -
die ziet bij zijn liefde tevens haar tegenhangers:
20. Vind je me nog steeds een onzedelijke zedenmeester?
haat, ontucht.
Dan zul je een harde strijd te strijden krijgen,
Dat is niet wat liefde is.
want het beeld dat ik je heb laten zien
Liefde heeft als tegenhanger: "not to be", niet-zijn.
is het beeld van de toekomst.
Haten is: wensen dat dingen niet zijn.
Het is het beeld van de komende generaties.
Het komt daarom enkel voor bij mensen
die slechts wensen lief te hebben, een nieuwe godsdienst,
maar voor wier bewustzijn de liefde zelf te groot is, revolutie,
(of, zo je wilt, wier bewustzijn voor liefde te klein is). of een nieuw inzicht
En daarom: waardoor iedereen lacht om de oude uitleggingen.
wanneer deze mensen die zichzelf zo klein zien, Maar de hervoimingen zullen plaatsgrijpen
(daardoor denkend dat ze groter zijn dan de anderen) precies op het juiste moment.
zich zullen moeten meten met de krachten der liefde,
25. Er is niet iemand die iets tot stand brengt.
je begrijpt het wel,
Wie dacht je dat 's morgens de rozen opende in mijn tuin?
dan is de uitslag niet twijfelachtig.
Ze zijn zo lang gegroeid totdat ze openbarstten,
23. Ik verkondig grote hervormingen en geen macht ter wereld kon ze tegenhouden.
die langzaam zullen plaatsgrijpen. Zo gaat het ook met staatsvormen,
Maar misschien zul je eerst nog veel zien lijden met dictaturen en democratieën,
voordat de tijden rijp zijn. met culturen en beschavingen,
De natuur heeft er miljoenen jaren over gedaan met godsdiensten en wetenschappen;
141
om de schepping te maken als ze nu is; zodra ze echter bij de nieuw verworven waarheden
de natuur heeft de tijd leugens laten insluipen
!

rustig nog wat eeuwen te wachten. vérliezen ze hun kracht


De schepping heeft er talloze jaren over gedaan en nemen nieuwe vormen hun oude taak over.
om te worden zoals ze nu is.
26. Wees niet bang voor democratieën of dictaturen:
24. Hoe we denken die hervormingen tot stand te brengen? zo lang ze er zijn hebben ze hun bestaansrecht;
Wat een dwaze vraag. zodra ze dat verliezen zakken ze in elkaar
Hervormingen brengen zichzelf tot stand. en worden ze als zachte puddingen,
Als de democratieën het niet kunnen, panklaar voor verslinding.
zal er een dictatuur komen om het te doen. Hun bestaansrecht verliezen ze
Als dictators het niet kunnen, wanneer ze wezen van vorm scheiden
zal er iets anders komen: of deze scheiding bevorderen,
wanneer ze zeggen: wij zijn beter dan anderen, DEEL Il

in plaats van hun dienaars.


Zodra ze zich daarop instellen 28. De avond valt, lief, en
doen ze zoveel te kort aan hun eigen vorm de maaltijd wacht.
dat ze worden als het beeld van Nebucadnezar: De zon verguldt je haren
'

zelfs een gouden hoofd en zilveren ledematen en deze kroon is meer dan die van koningen;
storten neer je bent zo licht en je bent zo rank,
wanneer de voeten van leem zijn. een jonge god-godin;
Q"e herinnert je toch wat ik zei over de voeten, veerkrachtig is je stap,
die niet minder waren dan de handen of het oog?) de voeten recht voor elkander.
Mijn lichaam gloeit en tintelt,
2 7. Er is geen reden tot ongerustheid: het trilt naar jou.
de grote wetten laten zich niet aan banden leggen door de kleine, In mijn rug laait een vuur op
al zijn die nog zo onsmakelijk. waar jouw hand mij aanraakt.
Alle menselijke wetgevingen Het verheldert mijn bewustzijn 143
die niet gericht zijn op de grote wetten, en stuwt me een wereld binnen van zeven dimensies,
alle wetten die wel rekening houden met de tijd v� zeven voorwaarden tot bestaan:
maar die de eeuwigheid vergeten, d� liefde,
zullen door hun eigen kortzichtigheid te gronde gaan, de aandacht,
met schade en schande voor hen de eeuwigheid,
die schade en schande kennen, de tijd,
dat wil zeggen: de hoogte,
voor hen die vorm en wezen scheiden de breedte,
en leven vanuit die scheiding. de lengte.
Maar de eerste is de quinta essentia,
het bestaan van alle bestaan.
Ik ben volmaakt gelukkig aan het vuur,
met jou, en aan de fallus,
op dit pad. aan de hemel
waarvan ze de poorten rameit.
29. De nacht wist alle grenzen uit.
Fonkelende ogen flikkeren in haar gezicht,

Waar zullen we heengaan?


haar borsten juichen op en neer,
Naar een volk waar we van houden.
zuigen,
Zullen we zeeën en oceanen oversteken
persen,
of zullen we zoeken achter de bergen?
wringen zich extatisch
Wil je de Russen horen zingen?
in geslachtsovergave en gebed beide;
Of wil je luisteren op een berg
haar heupen ronden,
naar de gamelanspelers in het dal?
haar voeten, haar armen -
Wil je wandelen onder het zuiderkruis
nu smijt ze haar laatste kleding af -

of dansen bij het noorderlicht?


mijn hemet lief
+4 deze vrouw kan liefhebben, 145
30. Van poolster tot zuiderkruis,
deze vrouw kan bidden,
van Korea tot aan het Baltische
eJiri.deloos.
strekt zich de rug van Rusland,
bewoond door volkeren die zich nog het vuur herinneren,
Heb je ooit zulke fonkelende ogen gezien?
De balalaika's fluisteren, een ogenblik -
bewoond door volkeren met een grote toekomst;
dan brullen ze, gillen ze, krijsen ze.
groot omdat zij weten lief te hebben,
0 lief, lief, hier gaan nieuwe werelden open,
omdat zij weten te buigen;
onze werelden,
groot omdat zij trachten lief te hebben met hun gehele wezen.
werelden van Tao,
Zie je de bezieling waarmee ze dansen?
met de vorm van Rusland,
Die jonge vrouw daar,
bezield als geen,
ze komt uit Turkestan;
inspirerend als weinigen.
ze siddert, ze gilt van bijna kosmische overgave
aan de dans,
31. De Indiërs, louterend vuur,
dieTao Atman noemen. heilige obsceniteit,
Zie je dat ze op het punt staan grote dingen te ontdekken? goddelijke obsessie ...
Zie je dat wat ze nu nog verwerpen wie jou vindt,
morgen een bewust deel van hun wezen zal zijn? India, �.

Geen land bracht zulke zonen voort: vindt alles,


van Arjuna, Gaudapa, Nanak, vindt mij,
tot Ramakrishna, Vivekananda, Ramana, mijn godelief,
de dag van heden, mijn lichaam en mijn geest.
de aeoon* van morgen.
India's deuren zijn gesloten; 32. Het land vanTao:

tenzij jij de sleutel vindt ga je niet binnen: hier woonde het lichaam van Lao Tse,

de zeven dimensies, en Con FuTze, enTschungTze,

meditatie, de hele welbekende rij.

+6 progressie en conservatisme tegelijk, Zie je die tempel tussen de bossen op de volgende heuvel? 147
steen en vuur ineen, Daar worden de zielen van gestorven keizers aanbeden.

water en lucht, Arme heidenen, zegt men. 0
vi
,..,.

aarde en hemel. Gelukkige kinderen, zeg ik. s::::


Nergens ligt de eenheid dichter aan de oppervlakte, De zielen van gestorven keizers zijn ook een vorm vanTao.

nergens is de harmonie zo gemakkelijk te bevatten. Zolang je niet het wezen vereert

India, land van mijn alzijdige liefde, maar een vorm, een fantasiebeeld, een abstractie,

Indra, moeder van werelddelen, een openbaring van anderen,

Ganges, Jumna, of wat dan ook, afgescheiden van het wezen -

Kashmir, Bengali, zo lang doet het er niet veel toe

Arkot en Travancore, of je de ene vorm vereert of de andere,


draak of kruisbeeld,
zielen van keizers of zielen van martelaren.

eeuwigheid
33. Over Amerika is de nacht gevallen. boyTexas!
Ik zie de lichten van Boston Amerika is meer dan een last,
(herinner je je Russell, meer dan een plicht,
die de wereld rondtrok zonder iets te bezitten meer dan alle rechten van de wereld:
dan een hart dat die wereld omvatte?), ik ben Amerikq,
ik zie de lichten van Washington, onafhankelijk van al zijn rechten,
van Los Angeles, van zijn lasten en zijn plichten:
van Manhattan. ik ben het vrije Amerika,
Amerika is het graf van W hitman, "past, present, future, are you and me".
de wieg van ongeboren genieën.
34. Ken je een dwazer woord dan het woord plicht?
Wanneer Amerika zijn zonen zal begrijpen,
van W hitman tot Miller, Het woord recht misschien?

zal het de wereld veroveren. Er is maar één plicht, gelijk voor allen:
de vorm te verenigen met het wezen,
Een jongen uitTexas;
zijn ogen stralen als de ogen van de balalaikaspeler, en nog een plicht: lief te hebben. 149

even slank, Er is maar één recht, gelijk voor allen:

even jong, d� vorm te verenigen met het wezen

even krachtig, eft nog een recht: lief te hebben.

voorvechter van het wereldfederalisme, De plicht: onszelf te zijn.

een van de processen die zich langzaam voltrekken Het recht: onszelf te zijn.

op de weg naar de eenheid van vorm en wezen. Maar wie zal ons die plicht opleggen,

Jouw hart, en wie zal ons dat recht verschaffen?

jouw fel kloppende hart in je bruingebrande borst, Wie verplicht de rozen te geuren?

het is mijn hart, Old ManTexas, Waaraan ontlenen de sterren hun recht te schijnen?

en jouw last is mijn last. Ah! Zeven dimensies belichamen ons bestaan.

"O I see that this America is only you and me"*, Wie kan zich een mens denken zonder liefde?
Wie haar mist is onbestaanbaar.

J,hlaltWlt
i maA Wijs mij de mens zonder lengte,
en ik wijs je een mens zonder liefde het is Gods hart,
(of een dier of een plant of een mineraal, het isTao.
of wat je maar wilt). Tao, dat betekenis geeft aan het zijnde,
Wanneer je er een zou vinden Tao, dat het leven is van het leven,
zou de schepping vergaan. het kennen v� het gekende,
(En dan nog zou die liefde niet vergaan, het doen in het gedane -
ze zou voortgaan Tao, dat ben jij, broeder.
nieuwe kosmossen te scheppen.) Tao, dat ben jij, zuster.
Tao!
35. Daarom roep ik je toe, broeder, wie je ook bent, Tao! dat ben Ik.
daarom roep ik je toe, zuster, waar je ook woont,
niet: wees jezelf, want je bent jezelf, 36. Tao, het windje dat door het gras waait,
maar: ken jezelf, de dauw die over de hei hangt,
want dan pas zul je weten dat je jezelf bent, het druppeltje honing aan 't onderlijfje van de bij;
50 dan pas zul je weten dat ik je broeder ben, Tao, de bevrijdingsvuren op de bergen,
151
dan pas zul je voelen hoe dit hart brandt, de koele zuidenwind in het voorjaar,
dan pas zul je door deze brallende woorden heen kijken h�t ruisen van de regen door de mango's in de natte moesson, �
0
vi

en er een hart achter vinden, h�t ochtendgloren op de FujiYama; 2



groter dan je voor mogelijk had gehouden: Tao is de natuur van de natuur.
het is het hart van je eigen hart,
het is het hart van de mensheid, 37. Tao is ook: het stampen van de grote machines,
van de dieren, het ruisen door de hoogspanningskabels,
van de planten, het snorren van de turbines in de centrale.
van de mineralen; Tao is het zeekasteel en de zee,
het is het hart van de elementen, Tao is ook het oude Fordje dat tegen de hellingen optuft.
het is het hart van de groei, van de wording, Tao is dat wat de klanken uit een symfonie verbindt
het is het hart van de hemel, en ons in verrukking brengt in de stem van de operazanger.
het is het hart van de aarde, Tao is het oude in het nieuwe
en het nieuwe in het oude; Dan kan hijTao zien in al zijn vormen,
alles in alles, zonder vrees,
alles door alles, wetend dat hijTao is,
alles ondanks alles. bestaan van het bestaan.
Tao, lief, ben jij -
Tao ben ik.
DEEL 111

38. Ook isTao het rollen van de donder;


40. Liet aanstonds zal de morgen aanbreken.
het is in aardbevingen en natuurrampen,
Tao zal met het eerste licht aan komen zweven
in de veelarmige Shiva,
over de heuvelen en wouden.
in het prikkeldraad van concentratiekampen,
Nog een ogenblik mogen we elkaar omvat houden,
in de ether en chloroform,
dan zullen we opstaan en onze plaats zoeken op het dak
in afgezette ledematen,
omTao te begroeten in onze meditatie.
in bloedend uitpuilende darmen,

52 in het verraad van het nekschot, (Nog eenmaal gaven we ons over aan de vreugde,
153
in de brekende ogen van een vriend. de heiligheid van het geven,

v'.ln het in elkander opgaan; 0
vi
39. De sterken zienTao overal.
de vensters stonden wijd open Ë

Zij zien extatische heerlijkheid
en de morgenkoelte streek over onze huid.
die voor de zwakken nog verschrikking heet -
toen stonden we op en begaven ons naar het dak.
en geen woord kan het noemen,
We concentreerden ons opTao's atoom in het hart,
geen gebaar kan het aangeven.
opTao's oog in het voorhoofd,
De zwakke begint metTao te zien in het zwakke,
opTao's teken in de handen.)
totdat hij vervuld is metTao's kracht,
die in hem woont. 4i. Afdalend in het hart,
Dan is hij sterk als bergen, verdwijnend,
dan is hij machtig als rivieren, vloeien de zeven dimensies ineen,
oneindig als de zee. voor de poorten van het atoom in het hart.
De wereld verdwijnt, We stonden op het dak, binnen de lage omheining,
alle vormen verdwijnen. mijn lief en ik.)
Nog een gedachte aan jou, lief,
dan verdwijnt ook het ik. Het ontstaan van een nieuwe dag,

Alleen de aandacht blijft. maar in werkelijkheid zijn wij het die geboren worden.

De aandacht wordt licht. (De eeuwigheid belet de tijd niet geboren te worden,

De aandacht wordt het licht. noch de tijd de eeuwigheid.)

Het atoom gaat open: daar zijn de werelden. Met iedere ochtend worden wij nieu�

Het licht daalt uit het oog, met iedere nacht sterven we.

het licht stijgt uit het hart, Langzaam ontwaakt de wereld.

het teken op de handen fonkelt ... Zie je hoe het leven zich ontvouwt?

van nu af aan weet ik niets meer: De kooplieden halen de luiken weg voor hun ramen,

de aandacht is weten geworden. aanstonds komen de kinderen voorbij, op weg naar hun scholen.

Van nu af aan zie ik niets meer: (Zie je dat zij beter weten wie ze zijn
54 het bewustzijn is zien geworden. dan de volwassenen? 155
Weten is zijn geworden, Ik geloof dat de kleinen veel vaker gelijk hebben dan de ouderen;

zien is zijn geworden, denk eens aan het'enfant terrible'.)


1

;
horen is zijn geworden,
43. De dag is voor de gasten.
alles is zijn,
We hebben ze op ons feest uitgenodigd,
alles is Tao,
lief en ik,
Tao.
en ze kwamen.

42. (Toen wij ontwaakten, Ze waren van de soort

of, zo je wilt, die aardappels van Vincent van Gogh

toen we de droomgestalte van het dagelijks leven weer binnengleden, veel romantischer vindt dan echte aardappels -

was de hemel geel en groen en donkerblauw; van de soort die bij een schilderij zegt:

de zon rees boven de wouden op gindse heuvelen, 't is net of het echt is;

daarbij schoten rode en oranjerode fakkels over de horizonten. en bij een landschap dat hen imponeert:
dictators en generaals,
't is net een schilderij.
ze zijn er enkel voor jou.
(Wees nu eens niet schijnheilig
De arbeider werkt voor jou
en doe niet alsof je jezelf niet herkent.)
en de geestelijke werkt voor jou;
44. De gasten kwamen. al je vrienden�werken voor jou
Ze waren vriendelijk, en alle vijanden werken voor jou.
ze waren goed, En... jij werkt voor hen allen.
ze waren lief -
46. Jij werkt voor de arbeider
ze mekkerden als geitenbokjes,
(heus, hij is wel een goede vriend)
en verdomd,
en voor de prins,
ze begonnen vragen te stellen over de maatschappij,
voor het strijkstertje,
die belangrijke vluchtekooi,
voor de draaiorgelman,
dit behaaglijke asiel
voor de tramconducteur,
vol geprezen en aangemoedigde krankzinnigheid.
157
0, die heerlijke maatschappij,
voor de postbode,
156
en onze verrukkelijke sociale gevoelens ... voor de dokter,
yoor de professor,
45. Wat is de maatschappij? voor mij, en
Ik ben de maatschappij, voor mijn lief.
ik ben alles wat ik ooit van haar gekend heb.
47. Voel je tweedracht tussen jou en hen?
Dacht je dat dat voor jou anders was?
Ben je het niet eens met de professor
Alles is voor jou:
of vind je de arbeider niet oprecht genoeg?
de wereld is voor jou,
Ben je bang voor een politieke partij
de mensen zijn voor jou,
of dacht je dat bepaalde mensen
ik ben voor jou,
de wereld te gronde richtten?
mijn lief is voor jou,
Dacht je dat je werkte voor hen
de koningen en koninginnen,
met wie je het eens bent,
ministers en presidenten,
en dat je de anderen slechts tolereerde? 49. De ziel, de geest, is het licht,
0, arme ... en uit dat licht komen alle vormen.
Jij bent het licht,
48. Tolereren is het zotste woord uit deze oude cultuur.
en de professor,
Dacht je heus dat er zoiets bestond?
en de politieke partijen;
Stel je eens voor:
dat wat in jouw ogen de grootste dwaasheid is,
de ene mens die de andere tolereert. het komt alles voort uit dat licht.
Wat dacht je dat het gevolg zou zijn
Wat valt er te tolereren?
wanneer je ophield met tolereren?
Tolereert het licht het licht?
Dacht je dat dan een van beide partijen moest sterven?
Wat zou er moeten sterven? 50. Wij bezitten geen maatstaven.
Het lichaam sterft niet, Wat voor de een goed is,
wanneer het begraven wordt verandert het van vorm: is voor de ander slecht.
het gaat over in de lichamen van dieren, Wat voor de een zonde is,

38 of het dient als voedsel voor planten; is voor de ander verering van het hoogste wezen. 159
wanneer het verbrand wordt, Eén ding hebben allen gemeen -
zal het de lucht vervullen, daaruit komen alle maatstaven voort:
en de as zal tot de aarde terugkeren. dát is het zijn,
En de ziel? dat is het licht.
Vertel me eerst wat de ziel is.
Heb je haar wel eens gezien? 5r. Wat in het ene land strafbaar is,

Het is de geest, is in het andere comme il faut.

het is alles in allen. Wat in de ene tijd zondig lijkt,

Dacht je dat dat sterven kon? lijkt in een andere tijd verheven.

Dacht je dat het van vorm kon veranderen? Onze tolerante gedachten vinden geen oplossing

Dacht je dat het licht lichter kon worden, bij het zoeken naar betere maatstaven.

of minder licht? Hoe zou je ook een oplossing kunnen vinden


wanneer je uitgaat van een doolhof
waarin je de weg niet kent; dat we het licht zijn;
wanneer je denkt dat het een beter is dan het ander, de liederen van het onuitgesprokene:
dat de ene mens beter is dan de andere, de glimlach van de sfinx,
de geestelijke beter dan de misdadiger, de glimlach van de mediterende Boeddha,
de vrome beter dan de wereldgenieter, OM tat sat.
de kuise beter dan de hoer,
55. Enkel de wetenschap bevredigt,
de spaarzame beter dan de verkwister.
en de belevenis,
52. Bij het zoeken van juiste maatstaven dat je dat bent,
moet je uitgaan van een juist standpunt, bewust, of ook eens onbewust;
van dat wat voor alle mensen gelijk is, wakend,
in alle tijden. dromend,
Dat is het zijn, slapend;
dat is het verlangen naar bevrediging, Tao in het zogenaamde leven,

60 het verlangen naar wezensvervulling, Tao in de zogenaamde dood. 161


het verlangen naar het licht, OM tat sat.
naar het kennen van het kennen,
56. De maatschappij is verdorven
naar het zijn van het zijn.
voor hem die de verdorvenheid kent:
53. De misdaad bevredigt niet, de afscheiding van vorm en wezen.
maar om dat te weten De maatschappij wordt volmaakt
moet men eerst misdaan hebben. zodra de volmaking ons eigen wordt.
Bezittingen bevredigen niet,
57. Wij zullen aan God gelijk worden,
maar om dat te weten
moet men eerst bezeten hebben. zegt het heilige boek van de christenen,
zodra hij aan ons geopenbaard zal zijn.
54. Enkel de liederen van de Tao bevredigen, Hij is aan ons geopenbaard.
de wetenschap dat we met allen het licht gemeen hebben, Wij zijn hem gelijk geworden.
58. De enige oplossing voor hen Ik ben mijn naasten,
die wachten op deze openbaring is: mijn naasten zijn mij -
hem lief te hebben, iets anders is er niet.
en de naaste als zichzelf. Daarom hoef ik niet te twijfelen
Hem liefhebben is hem kennen; aan de juistheifl van mijn inzicht.
hem kennen is hem zijn.
Om de naaste lief te hebben als zichzelf 6L Ik ben de werelden;

moet men eerst zichzelf liefhebben, de werelden zijn mij.

in zichzelf de naaste ontdekken, Ik ben de wetmatigheid van de werelden,

de naaste liefhebben, de wetmatigheid van het mensdom -

de naaste zijn. en jij bent het.

(Jij en ik zijn onafscheidelijk. Daarom blijft jou en mij één uitkomst:

Mijzelf kennend ken ik jou, de uitkomst van het zijn,

mijzelf liefhebbend heb ik jou lief. de uitkomst van Tao.


62 Ja, ja, wie je ook bent, 163
62. Toen het licht kwam
waar je ook woont.)
werd het oog gewond,

5 9. Dit is de enig mogelijke grondslag voor de nieuwe wetten, tQtdat het oog het licht geworden was.

voor de wetten van het komende tijdperk. Toen verloor de verwonding haar zin.

Dacht je dat het anders kon


63. Dacht je dat ziekte minder goed was dan gezondheid?
of dat het anders moest?
Soms heeft het zin de ziekte weg te nemen;
Probeer het maar eens!
soms heeft het zin het lichaam weg te nemen.
Jouw uitkomst is mijn bewijs.
Gezondheid en ziekte,
(0, ik maak wereldgeschiedenis,
beide staan in dienst van Tao,
ik ben mij bewust geworden van Tao !)
beide zijn Tao.

60. Ik heb mijzelf gezien zoals ik ben. Wanneer wij Tao zoeken

Ik heb mijn naasten gezien zoals zij zijn. zal ons gegeven worden wat wij wensen.
--

Wanneer wij trachten Tao te ontlopen en het liefhebben.


zal ons gegeven worden Tao is één.
wat wij wensen te ontlopen.
65. Zolang je nog niet weet
64. Dacht je dat je kiezen kon? dat je alles bent

Of dacht je dat alles voorbeschikt was? moet je voor ieder ding betalen:
Pas wanneer je beseft dat er gekozen kan worden, voor geluk
wanneer je weet waartussen gekozen kan worden, met ongeluk,
kan er sprake zijn van bewuste keuze. voor rijkdom
Waarom kies je het een met armoede,
en niet het ander? voor vrijheid
Waarom hecht de een waarde aan wat hij bezit noemt met gebondenheid,
en de ander aan Tao? voor liefde
De een aan gemeenschap, met leed.
de ander aan eenzaamheid? Pas wanneer je Tao ontdekt,
165
Het is een toekenning van waarden, de bron van leed en liefde,
maar we weten nauwelijks de synthese van vrijheid en gebondenheid, fi
0
v>

waarom we het ene hoogachten het grootste gemene veelvoud van geluk en ongeluk, Ë

en het andere verwerpen. pas dan zul je de achtergrond zien
Waarom zullen we twisten over waarden en niet langer betalen,
wanneer we weten dat Tao de hoogste waarde is? noch betaald worden.
Wie Tao kent, Dan ben je geworden
kent alles; de bron
wie Tao liefheeft, en wat eruit voortkomt,
heeft alles lief. liefde en leed beide,
Tao is de liefhebbende, mijn lief-en-leed.
de geliefde
DEEL IV
69. Zolang je nog denkt in de oude termen,
termen van rechten en plichten,
66. Nu is de tijd gekomen van voorrechten en achterstellingen,
waarop ik je waarschuwen moet. zo lang moet ik je waarschuwen.
Ik heb je verteld over vrijheden, Zolang je bewvstzijn nog betalen kent,
over mijzelf ontvangen en geven,
en mijn lief, groeien,
overTao, niet-zijn,
de achtergrond van alle dingen. zo lang kan het niet enkel de rechten opeisen
zonder de plichten te vervullen
67. Tao is waarheid,
(niet omdat het niet mag,
de absolute,
maar omdat het niet kan):
gelijk voor alle mensen
de plicht lief te hebben
in alle eeuwen
de plicht vorm en wezen te verenigen.
56 op alle plaatsen. 167
Groter waarheid danTao is niet denkbaar. 70. Eerst wanneer je bewustzijnTao kent

k�n je volkomen oordelen 0
vi

68. Maar van andere dingen, ,..,.

vvfat de waarde is van wat ik je vertelde.


c:

waarover ik je sprak:
Eerst wanneer je geen bezit meer kent
over liefdeleven,
kun je alles bezitten.
over rechten en plichten,
Eerst wanneer je aan niets meer gehecht bent,
is het mogelijk ze te beschouwen
ben je verbonden met alles:
zonder dat je bewustzijnTao kent.
met het atoom evenzeer als met de verre planeten,
Ik weet dat velen verleid zullen worden
en met ieder atoom van die verre planeten.
om'na ons de zondvloed' te zeggen.
Stort je rustig in het'verderf 7r. Wees volmaakt,
als het verderf je lokt. luidt het gebed.
Maar weet wat je doet. Welnu: wees volmaakt.
Welke heiden zei dat dit niet mogelijk was? door de prediking van afgodendienaars
Welke verrader van God en hemel die hen voorhouden:
trachtte je aan te praten je kunt het niet,
dat volmaaktheid niet bestond? je bent zwak,
Ik zeg je: in zonden on�angen en geboren.
het ware hem beter dat hem een molensteen
73- Wees volmaakt,
om de nek gebonden werd
en dat hij als een kat werd verzopen, zei de volmaakte.

dan het oordeel dat hij zich nu op de hals haalt (Niet:


streef ernaar,
door zijn onvolmaaktheid tot koning uit te kraaien, te ondergaan.
al zul je het niet bereiken.)
Ik weet wat ik zeg,
want ik heb de volmaaktheid beleefd,
Welnu:
en hi.J····
?
wees volmaakt.
Wilde hij je bezittingen van je overnemen
S8 om je onvolmaaktheid te compenseren? 169
74. Het oog is volmaakt,
Of de ondersteuning van zijn miserabele macht even volmaakt als de voet.
met jouw krachten? Jiier zijn volmaakte vrouwen,
hier zijn volmaakte mannen.
72. De ouden hebben het reeds geweten:
Waar vorm en wezen in eenheid Tao zoeken
volmaaktheid tijdens dit leven,
als ze elkaar in het bewustzijn ontmoeten,
niet in een vaag land,
daar breekt de volmaaktheid door
na een onbekende dood.
met grote haast.
Boeddha zegt het,
Christus zegt het, 75. Hoe je weet Tao gevonden te hebben?
alle groten zeggen het. Wacht maar totdat het komt.
Waarom bereiken zo weinigen het? Tao is licht,
Omdat zo weinigen het proberen, Tao is het bestaan van je bestaan.
omdat de massa zich laat vergiftigen Bij zijn komst,
bij haar aanwezigheid, onafscheidelijk verbonden
blijft geen mogelijkheid tot twijfel over. met onvolmaaktheid.

76. WanneerTao komt 78. Wanneer je de nieuwe aarde zult betreden,


(dat wil zeggen: wanneer je bewustzijn wanneer bewustzijn enTao één zijn,
zich metTao verenigt, is er geen volrÎtaaktheid meer,
wanneer de laatste muur doorbroken wordt noch ook een nieuwe aarde.
tussenTao en je bewustzijn) Zelf ben je geworden
wordt alle onwetendheid weggevaagd. het nieuwe en het oude,
Alle gespletenheid verdwijnt, bron van volmaakt en onvolmaakt,
vorm en wezen worden één. hoogten en diepten,
In alle, alle vormen alles in allen,
zie je het ene wezen: vervulling van ieders belofte,
het wezen dat je zelf bent antwoord op iedere vraag.

70 in alle, alle vormen. 171


Dat is wat ik volmaaktheid noemde, 79. Op die aarde
vereren allen het hoogste wezen
dat isTao.
door te zijn:
77. Volmaaktheid is de christenen Tao,
in de oude levenswijze de Indiërs Christus,
de aanduiding van de Chinezen Atman.
het nieuwe bewustzijn.
80. Zij die niet langer door hun lichaam begrensd zijn,
In het nieuwe bewustzijn echter
zij die eerstTao zoeken, verder niets behoevend,
is geen onvolmaaktheid,
zij die liefhebben, niet een, maar alleen, en alles in allen,
dus ook geen volmaaktheid.
zij die niets verlangen dan het licht,
Volmaaktheid is een begrip
uit de oude cultuur, die geen afgunst kennen,
geen gespletenheid,
geen gehechtheid, ook al profeteren zij niet.
zij wier ogen zijn als de ogen van kinderen, Zij zijn die ze zijn.
zij zijn de komenden.
Hun zonden zijn vergeven, 82. Meer-dan-broeder,

hun harten zijn opengegaan, meer-dan-zuster,

hun voorhoofden aangeraakt. heb je me begrèpen?


Als je wilt,
81. Zij beschouw me dan als je vriend,
die niet spreken, als een die voor je openstaat,
die niet verlangen, die aan jou zijn leven gewijd heeft.
die niet twisten, Ik vraag je niet een brave jongen te worden;
die de wetten hebben overtreden ik vraag je niet een gehoorzame huissloof te zijn.
en afgeschud de Veda's, Ik vraag van je -
deîeh's, nee, ster(
de Upanishads, ik eis van je 173
de Bijbels, dat je jezelf zult overtreffen,
de openbaringen, '5}
d�t je wonderen zult doen, 0
.,,-

de occulte machten, gfoter dan Christus. 2


de gebeden,
de mantra's,
de vereringen,
de kunsten en wetenschappen;
die alles verlaten hebben,
niet bezittend,
niet willend:
zij zijn de wetenden,
de heiligen,
de zieners,
1-
God is stilte

God is liefde, en liefde is God, gaf Wolter talloze malen te kennen. Maar het is geen sprekende
God, had hij eraan toe kunnen voegen. Nee, God is liefde, maar ook stilte, kalmte, rust. 'Hij' is
het bewegingloze te midden van alle beweging. Er zijn weinig teksten van Walter die dit thema
zo zorgvuldig en tegelijkertijd gepassioneerd onder woorden brengen als de tekst hieronder,
die daarmee een passende afs,uiting vormt voor een boek over leven en liefde. Hij verscheen
eerder in het tijdschrift /nZicht (nov. 2016).

"Je moet meer van jezelf leren houden, op een gegeven moment moet iemand je dat zeggen.
Dat is niet zo moeilijk als je ontdekt dat alles, ook de raarste manoeuvres die je uithaalt, uit­
eindelijk bedoeld zijn om de liefde zichtbaar te maken. Liefde is niet iets wat je kunt voelen.
Liefde is de grondeloos diepe herkenning van dat wat je wezenlijk bent, op 'deze plek' in
iemand die 'een andere plek' is. Bij die herkenning wordt al het andere, ook je persoonlijkheid,
vergeten (en een persoonlijkheid die vergeten wordt bestaat op dat moment niet) en dan ver­
taalt die diepe herkenning zich op dat moment in de diepe gevoelens die we ook wel Liefde
noemen. Maar die gevoelens, hoe diep ook, zijn toch weer verschijnselen in tijd en ruimte. De
echte liefde die we zijn kan niet gevoeld worden, omdat je niet rechtstreeks kunt voelen wat
je bent.
Liefde is volkomen tijdloos, heeft geen grenzen en kan dus nooit verpakt worden in een 175
gevoel, en ook niet in een voorstelling die we 'ik' noemen. Dan zou de voorstelling die we van
onszelf maken de eigenaar zijn van iets wat geen grenzen heeft; alsof je een kurk in het water
gooit en erva11 uit gaat dat de kurk eigenaar van de oceaan is. Onmogelijk! Er is dan ook hele­
maal geen sprake van een eigenaar.
We snijden wat we wezenlijk zijn, liefde, de pas af door er een ik op te projecteren. Door te
proberen iets met die liefde te gaan doen of haar vast te houden is het geen liefde meer. Liefde
kan nooit gekwetst worden; liefde kunnen we nooit verliezen omdat we wezenlijk Liefde zijn.
Wat wel kan gebeuren, is dat we gewoontegetrouw een persoon projecteren, daar onze
aandacht op richten en zo de liefde uit het zicht verliezen. Maar daarmee is ze nog niet ver­
dwenen! Alles wat we proberen te verlengen, dus ook Liefde, en alles wat zich probeert te
handhaven is altijd het valse, namaak. Wat we zijn is eeuwig nu en zou niet eens kunnen
wensen om voort te duren in de tijd. Het is. Dus zodra we zeggen dat we bang zijn liefde te
verliezen hebben we het niet over liefde, maar bijvoorbeeld over fijne gevoelens die we ook
liefde noemen. En alle gevoelens verdwijnen, want elk gevoel is tijdelijk. Het verschijnt, heeft
zijn hoogtepunt en lost zich dan weer op: ook het gevoel dat we liefde noemen lost zich weer
op in wat liefde wezenlijk is: het Onvoorstelbare.
Liefde is niet een gevoel dat zichzelf herkent op een andere plek - dat is misschien verliefd­
heid. Wat zichzelf herkent op een andere plek, en uiteindelijk op alle plekken, is het Onvoor-
stelbare. Dat is geen gevoel, maar een heel diepe stilte waarin wij helemaal thuis zijn, waarin Ergens zegt Jezus: "Opdat zij allen één zijn." Dat kan niet als lichaam. Willen we allen één
niets hoeft te gebeuren en niets bereikt hoeft te worden omdat 'hier' alles perfect is. Hier is zijn, dan houdt dat in dat we dit lichaam moeten vergeten, en ook de zintuiglijkheid (die de
de volmaaktheid zelf. Die volmaaktheid is wat we zijn en kan nooit verloren gaan. wereld is), en dat wat we wezenlijk zijn datgene is wat overblijft als al het andere verdwenen
Wanneer je ziet dat alle bokken die je geschoten hebt, alle succesjes die je geboekt hebt, is. In die Stilte is er geen enkel verlangen. Alles is daar perfect. Bij mensen bij wie dit licht
alle toeren die je gebouwd hebt, allemaal draaien om dit ene punt - het zoeken naar de liefde begint door te breken kun je zien dat ze uren bij elkaar kunnen zitten zonder een woord te
die je zelf bent - dan is het niet meer zo moeilijk om jezelf te vergeven. Wat je zocht is door dit zeggen. Alles is perfect.
alles niet minder de moeite waard geworden. Alleen hebben we er een begrip van gemaakt Je gaat pas weer de mist in àls er een 'ik' verschijnt dat verlangens en angsten heeft en zich
omdat ons dat aan alle kanten verteld wordt te doen: 'Je moet liefde geven.' Maar liefde is eigenaar of rechthebbende waant van de liefde. Pas dan verschijnt er weer een wereld op het
niet iets wat je kunt geven, het is iets wat je bent. Als je alle dingen loslaat, niets meer te ver­ niveau van het ego, waarin we zeggen dat onze gevoelens gekwetst zijn of onze liefde verloren
dedigen hebt omdat je weet dat alles wat verdedigd kan worden vals en namaak is, dan blijft is. Dat alles is volslagen onzin. Wij hebben ons dan zo opgesteld dat we die niet meer zien.
de liefde over, en dan blijkt elke relatie een liefdesrelatie te zijn, althans van jouw eigen We kijken uitsluitend naar de stoel en verliezen uit het oog dat die verschijnt in het bewust­
standpunt uit gezien. zijn, en beweren dan dat het bewustzijn is verdwenen. Niets is minder waar.
Uit liefde komt inderdaad een gevende beweging voort - en uit egoïsme een pakkende Zo bekeken is dus alles een manifestatie, een uiting, een vormgeving van die hele diepe
beweging - maar als je die gevende beweging haar gang laat gaan, zeg dan niet dat je liefde Stilte, van die stille volmaaktheid - ook alles wat we haat noemen, of angst, of onlustgevoelens.
geeft; zeg alleen dat je liefde bent. Doordat daar nu je accent op ligt verandert je wereld van Er is niets anders. Er is maar Een. Levend als dit Ene is het duidelijk dat alles wat eruit oprijst
een middelpuntzoekende in een uitstralende beweging. Liefde kun je dus niet vinden, je kunt niets anders zijn dan golven van energie die de vorm aannemen van diepe gevoelens en zin­
haar niet verliezen en niet geven, ook niet ontvangen - je kunt alleen door heel diep in je tuiglijke waarnemingen die we wereld noemen en gedachten. Wezenlijk bestaan ze allemaal
eigen hart te kijken ontdekken dat dat wat je op de krankzinnigste manieren zoekt in feite is uit die ene diepe Stilte die de volmaaktheid zelf is en waarin we helemaal thuis zijn, waarin
wat je zelf bent. niets meer te wensen valt en er zelfs geen idee is dat er niets meer te wensen valt.
176 Wie als klein kind getraumatiseerd is doordat hij een draai om zijn oren kreeg terwijl hij Alles wat we doen is een manier van zoeken naar de Stilte die liefde is. Je kunt meer van 177
bedelde om liefde kan zich dat misschien herinneren, en zien waarom je om liefde vroeg: jezelf gaan houden als je ziet dat wat je 'ik' noemt deel uitmaakt van die ene kosmische dans
omdat je in liefde en evenwicht alleen maar helemaal jezelf bent. Een gelukkig kind weet niet die de hindoes de dans van Shiva noemen, en die een dans van liefde is. Alle bewegingen 0
til
dat het gelukkig is, maar een ongelukkig kind weet heel goed dat het ongelukkig is. Lijden is komen op uit pie volmaakte Stilte, om er ogenblikkelijk weer in op te lossen. Je ziet dat je zelf !ii'
til
\0
een vreemd element dat we duidelijk voelen. Lijden is pijn die we bestrijden, weigeren, zien de Stilte bent waarin lawaai verschijnt; het Onbeperkte Licht waarin zich ook beperkte vormen (ij
<
als een reële vijand. Zodra we pijn weigeren zitten we midden in de dualiteit. "Niets is goed laten waarnemen. 0
0
of kwaad, maar het denken maakt dat ervan", zegt Shakespeare. Als je in de natuurlijke toe­ Er is maar één grondstof, en dat is die peilloze stilte die ons wezenlijke thuis is, die we zijn
g
stand leeft, als je die bent, zijn er geen vijanden. Dit geluk, het spontaan en on berekenend en alle dingen vult met zijn licht, en waarin we volmaakt tevreden zijn. We zijn daar de vrede
leven zoals dat bij een kind vaak te zien is, verwijst ons naar onze natuurlijke toestand zonder zelf. Uit die vrede rijst dat gigantische schouwspel op van dood en leven, angst en verlangen,
de vreemde elementen van angst, pijn en verlangen. plezierig en onplezierig, dat ten slotte niets anders is dan één dans waarin de liefde steeds
Als je leeft in dat natuurlijke zijn is alles, ook een stoel, een waarneming die verschijnt in weer verstoppertje speelt met zichzelf en op zoek is naar zichzelf.
het bewustzijn dat je bent. Als we datzelfde vertalen in het woordgebruik van ons gevoel, dan Sri Ramana Maharshi zei soms: "Het Zelf is altijd gerealiseerd, vergeet de idee dat het Zelf
kunnen we zeggen: de stilte die liefde is, is wat je bent. Dient zich daarin iemand aan die zich­ niet gerealiseerd is."
zelf beschouwt als je vijand, dan is die voor jou liefde in de vorm van een zogenaamde vijand. Alle dingen zijn wezenlijk dit ene licht, deze ene Stilte, deze ene liefde. Je moet alleen ogen
Vanaf het moment dat je dat ziet kan er nooit meer een obstakel zijn, want welk gevoel ook, hebben om dat te kunnen zien - dat wil zeggen, zodra je ontdekt dat je Stilte bent, ziet de
hoe vervormd het ook mag schijnen, is dan uiteindelijk een verschijnsel dat uit die ene grond­ Stilte zichzelf overal. Vrijheid kennen wil zeggen vrijheid zijn. De werkelijkheid begrijpen wil
stof opgerezen is die we liefde of stilte mogen noemen. Het is die ene grondstof die we allen zeggen de werkelijkheid zijn.
gemeen hebben, die ons allen verbindt. Het is wat we wezenlijk zijn. Die eenheid ont-dekken is het doel van ons leven. Zij gaat alle verstand en alle gevoel te
boven - zij is het Onvoorstelbare. Dat is onze erfenis, ons geboorterecht: niets anders te zijn
dan die Stilte. Maar om die erfenis te kunnen aanvaarden, om het onmetelijke te kunnen zijn
moet het metelijke worden Losgelaten. Zolang je gelooft in een aanwijsbare, zichtbare persoon,
zolang wordt het onmeetbare niet gerealiseerd.
We denken dat we bij een goeroe of bij God aankomen als een bedelaar en dat hij ons dan
inzicht geeft en ons toont dat we meer zijn dan we dachten. Maar wat ons wordt getoond is
dat we niets zijn wat denkbaar of voorstelbaar is. Hij of zij laat ons zien dat we miljonairs zijn
die zichzelf aanzien voor bedelaars, en dat we de door niets beperkte Stilte zijn. Die kan door
niets verstoord worden. Of er nu geluiden en lawaai in verschijnen of niet, de Stilte blijft wat
hij is. In lawaai is hij de ingrond van het lawaai; bij afwezigheid van geluiden is hij het stille
luisteren naar zichzelf. Of er nu een wakende toestand verschijnt of een droomtoestand,
deze Stilte is. we kunnen haar nooit verliezen, want we zijn haar. leder van ons is dit ene
Onvoorstelbare.

De Waarheid kan niet worden bedacht of gedacht.


Het onvoorstelbare in jou is God die het Onvoorstelbare is.
En er is maar Eén Onvoorstelbare.
�d
....�l-. l�Átzi �.
���i:..r ...

178 179
,...J � "'-'.J �'"""" �
o .u- ,;;.._..,_.._,t.,Lt-x
I(._ to< ... .......-.

Wolter A Keers 14 februari 1923 7 januari 1985


Dankwoord

ijn �

M
grootste dank gaat uit naar het onvoorstelbare. Wat is onvoorstelbaar? Ik zie twee
hard fluitende vogeltjes in de tuin. In eerste instantie lijkt dat prachtig zo op de vroege
ochtend, totdat blijkt dat ze verwoede pogingen doen om met hun gefluit hun jongen terug
naar het nest te lokken. Het ene jong ligt stuiptrekkend op de huiskamervloer en het andere
wordt in de achtertuin krakend vermalen tussen de kaken van onze kat. Geeft ook dat aanleiding
tot dankbaarheid? Niet als ik het verhaal over die twee jammerlijke vogeltjes induik, wel als ik
besef dat hun leven ook mijn leven is, en dat ik het mag meemaken. Het is die dubbelheid die
mij mijn hele leven al fascineer t.
Ik dank ook Jan van Delden, die mij voorzag van een grote hoeveelheid teksten van en over
Walter, zijn leraar. Dat is de basis geworden voor dit boek, naast de liefdevolle verhalen die ik
Jan al tien jaar hoor vertellen over Walter en de tijd dat hij bij hem was.
Ik dank Jacqueline Keers, die me vertelde wat voor man haar vader was en mij een map
met teksten en foto's toevertrouwde die na de dood van haar moeder boven water waren
gekomen bij het opruimen van het ouderlijk huis. Uit een oude doos kwam zomaar Tao's tuin 181
tevoorschijn, uitgetypt op inmiddels vergeeld papier.
Ik dank Johan van der Kooij en de gelegenheid die hij me bood om details uit Wolters leven
helder te krijgen en "te spreken waar we zo graag over spreken". Ik dank hem ook voor het
verband dat hij legde tussen Tao's tuin en de Tao Teh King.
Ik dank Tim Ottink voor het woordloze vertrouwen dat hij me schonk in de goede afloop
van dit project, voor zijn verhalen over Walter en de teksten waar hij me op attent maakte.
Ik dank mijn man, Han van den Boogaard, voor het doen van de eindredactie. Voor mij is
hij de beste eindredacteur die ik me kan wensen omdat hij snapt wat ik bedoel, moppert over
iedere verkeerd gezette punt en komma, maar ondanks zijn ongeduldige aard een engelen­
geduld op kan brengen als het om de kunst van het schrijven gaat.
Ik dank wouter Schopman en Meinhard van de Reep, de uitgevers van Samsara, voor hun
onmiddellijke vertrouwen dat dit boek de moeite waard was om uitgegeven te worden.
Last, maar zeker niet least, dank ik Raf Pype, die me steeds wist te inspireren en me waar
nodig moed insprak. Hij voorzag me daarnaast van talloze geluidsopnamen en uitgetypte
lezingen van Walter. Tijdens onze laatste ontmoeting haalde hij nog nostalgische herinneringen
op aan de tijd dat hij en zijn vrouw Sabine in Frankrijk op een camping voor de tent zaten te
luisteren naar Walter. Het doet me veel verdriet dat hij door zijn overlijden in december 2017
niet in staat is geweest de voltooiing van mijn 'Wolterboek', waar hij zo nieuwsgierig naar

Woordenlijst
was, mee te maken.
Ten slotte dank ik alle mensen om me heen die mijn leven zo onvoorstelbaar waardevol
maken. Het zijn er te veel om op te noemen, maar de twee belangrijkste wil ik hier noemen:
mijn dochters Sophie en Eva.

advaita spirituele stroming'die zich baseert op de non-dualiteit, met als uitgangspunt dat
er buiten het bewustzijn of het Zelf niets anders bestaat - letterlijk betekent advaita:
geen tweede (zie ook vedanta)

angry young man jonge intellectuelen die zich afzetten tegen de gevestigde orde

ashram leefgemeenschap die gevestigd is rond een verlichte meester of goeroe

Atma(n) het Zelf of het Absolute - ander woord voor Brahman

Bhagavan aanspreektitel voor een verlichte meester of goeroe, waaronder Sri Ramana Maharshi

Brahman Sanskrietbenaming voor het onbegrensde Absolute, dat geen naam kan hebben

182 omdat iedere benaming een begrenzing betekent 183

darshan letterlijk: zien - het zien of ervaren van de aanwezigheid van het goddelijke in de
vorm van een verlichte meester

E:
hatha-yoga systeem van oefeningen om beheersing te verkrijgen over de geest en vooral Lil
M

het lichaam. In het westen is het vooral deze vorm van yoga die bekendheid heeft
gekregen, waardoor men vaak hatha-yoga bedoelt als men van yoga spreekt.

jnana(m) l. zuiver gewaarzijn


2. inzicht of realisatie

jnani iemand die tot zelfrealisatie is gekomen

karma het persoonlijke lot, gebaseerd op oorzaak-gevolgrelaties in het huidige leven of


vorige levens

karthru-tantra zijn of bestaan als persoon, doenerschap


kundalini de goddelijke, kosmische energie die gesymboliseerd wordt door een opgerolde
slang die aan de basis van de wervelkolom ligt te sluimeren en onder bepaalde
omstandigheden kan oprijzen tot aan de kruin

mantra heilig woord of heilige formule die bij veelvuldige herhaling tot spiritueel inzicht
kan leiden
"

maya illusie, onechte verschijning

nolens volens goedschiks of kwaadschiks

Parabrahman het Absolute

Ramanasramam naam van de ashram van Ramana Maharshi


"
::
iJ sadhaka zoeker of beoefenaar van spirituele oefeningen of een spirituele weg
j
5
:J
>

sadhana een reeks van spirituele oefeningen of een spirituele weg


>

84 samadhi l. opgaan in het Zelf, al dan niet gepaard gaand met een trancetoestand
2. eufemistische hindoebenaming voor de dood
3. hindoebenaming voor graf

samskara aangeboren neiging

turiya letterlijk: vierde - bewustzijn dat de drie tijdelijke bewustzijnstoestanden van


waken, dromen en diepe slaap overstijgt en er de basis van vormt

vastu-tantra onpersoonlijk Zij

vedanta letterlijk; einde van de Veda's - op de Veda's gebaseerde religieuze literatuur

vichara marga de rechtstreekse weg

Walt Withman (1819-1892) Amerikaans dichter, journalist en essayist wiens dichtbundel Leaves
ofGrass een mijlpaal betekende in de geschiedenis van de Amerikaanse literatuur

yogi beoefenaar van yoga


Eerder verschenen bij
uitgeverij Samsara

Adams, Robert- Stilte van het hart, deel 1


Adams, Robert- Stilte van het hart, deel 2
Adyashanti- Dansende leegte
Adyashanti - W'lJre meditatie
Adyashanti- Het einde van je wereld
Adyashanti- Genade
Adyashanti- De weg van bevrijding
Adyashanti-Jezus, de mysticus
Adyashanti- Ontwaken, het zalje maar gebeuren
Amberchele, J.C. - Opengebroken
Bailey, Darryl -De illusie voorbij
Bailey, Darryl -Naakte essentie
Balsekar, Ramesh- Er was eens ... 187
Balsekar, Ramesh- Nou én?
Balsekar, Ramesh- Vrede en harmanie in het dagelijks leven
::;
::;:
0
Bancroft, Anne- Woorden van Boeddha c
D.

Beintema, Rita -]nana yoga in de praktijk


Bernie, ]on-Alledaagse vrijheid
Bodian, Stephan- Ontwaak
Bodian, Stephan- Voorbij de vorm
Bongers, Sally-Alledaagse verlichting
Boogaard, Han v.d./Wei Wu Wei- Leven zonder tranen
Boogaard, Han v.d. -Zen en de kunst van het kijken
Boogaard, Han v.d. -Dat wat Is
Brennan, Barbara - Core light healing
B yrom, T homas- Het hart van bewustzijn
Caraway, Morgan- Een aangename ontgoocheling
Chayat, Sherr y/Tanahashi, Kaz- Cirkel, het zen pensee/werk van Kazuaki Tanahashi
Cohen, Alan-Bent u net zo gelukkig als uw hond?
Cohen, Alan- Wijsheid uit het hart Kicken, Patrick & Smit, Paul- Praten over bewustzijn
Crowley, Gary- Vtm hier naar hier Kiloby, Scott- Liefdes stille revolutie
Delden, Jan van-Zelfrealisatie, is dit nu alles? Klein, Jean - Ik Ben
Delden, Jan van-Terug van nooit weggeweest Koehoorn, Jan-Zelfonderzoek
Delden, Jan van-ltéle wegen, één thuis Krishnamurti, U.G. -De denkbeeldige geest
Dych, William-Anthony de Melle, een bloemlezing Krishnamurci, U.G. -De moed om te zijn wie je bent
Poster, Jeff- Leven zonder middelpunt Lake, Gina - Het mechanisme van verla.ngen
Poster, Jeff-Een buitengewone afwezigheid Lammers van Toorenburg, Wendy-Hoogbegaafd, nou én?
Poudraine, Jan- Metanoia Lammers van Toorenburg, Wendy- Werkboek Hoogbegaafd
Gangaji- Vrijheid in overgave Laurentius, Hans-Rozengeur en prikkeldraad
Gieles, Lenne- Thuis Lawry, Kalyani-Sailor Bob Adamson, leven en leer
Gil!, Nathan- Helderheid Liquorman, Wayne -Never mind
Glassman, Bernie-Oneindige cirkel Liquorman, Wayne -Hallo lieve mensen
Goode, Greg- Leven als gewaarzijn Lott, Joey/Pish- ltérlichting, een mythe!
Gordijn, Peter-Het absolute perspectief Lucille, Francis-Eeuwigheid NU!
Gray, John- Bewust man zijn Luitwieler, Olette-De levensdroom
Greven, John-Eén McKenna, Jed-Spirituele verlichting? Vergeet het maar!
Gunaratana, Bhante Henepola Mindfalness in alle eenvoud
- McKenna, Jed- Spiritueel Incorrecte Verlichting
188 Hamill, Sam/Lao Tse- Tao Te Tsjing McKenna, Jed- Spirituele Oorlogvoering 189
Harding, Douglas-Open voor de bron McKenna, Jed-Notities
Harris, Sam -De vrije wil McKenna, Jed-jed's McKenna's theorie van alles
Harrison, Steven-Zoek geen antwoord McKenna, Jed- Spel zonder einde
Harrison, Steven-Het gelukkige kind McKenna, Jed- Droomstaat
Harrison, Steven-Eén-zijn in rela.ties McKenna, Jed- De waarheid is nergens lid van!
Hartong, Leo-Ontwaken in de droom Mello, Anthony de-Bewustzijn
Heyboer, Anton-De filosofie van een oorspronkelijke geest Mello, Anthony de- De weg van stilte
Heyboer, Anton-The philosophy of an original mind Mello, Anthony de-De herontdekking van het leven
Hillig, Chuck- Verlichting voor beginners Mooji-Adem van het absolute
Hillig, Chuck-Parelr voor de ziel Mooji- Weidser dan de hemel grootser dan de ruimte
Inzicht, vingers wijzend naar de maan Morinaga, Soko- Vtm leerling tot meester
Joncheere, Zoë-Leven als God Nisargadatta Maharaj-In woord en beeld
Jourdain, Stephen/Parcet, Gilles -Zcmaar verlicht Nisargadatta Maharaj -Dat wat ik ben
Katz, Jerry- Non-Dualiteit Norquist, Steven-De waarheid over verlichting
Keers, Wolcer- Vrij zijn Oever, Jan van den-Ik weet niet wie ik ben
Keers, Wolter-]nana Yoga Oever, Jan van den-Oeverloos
Orloff, Judith-Emotionele vrijheid, je bent geen speelbal Sterren, Paul van der - Gedachten over het ondenkbare
van je emoties Sylvester, Richard- Geen zelf, geen ander
Parsons, Tony-Zoals het is Tathagata, Florian Zijn-

Parsons, Tony- Niem and hier Tetteroo, Tosca -Alles over ede/steentherapie
Parsons, Tony- Niem and daar Tollifson, Joan - Ontwaken in het alledaagse
Parsons, Tony- Alles en Niets Tollifson, Joan -Niets om je aan vast te houden
Parsons, Tony-Het open geheim Unmani Liza Hycte - Ik ben het leven zelf
Parsons, Tony- Over vrijheid gesproken Unmani Liza Hyde - Verlies jezelfin Liefde
Pearce, Joseph Chilton-De barst in het kosmisch ei Vanloo, Babeth - Kunst = Leven = Kunst
Prendergast, John - De heilige spiegel V ingerwijzingen -Artikelen uit tienjaar JnZicht
Raaijmakers, Annette- Volledig vrij Waite, Dennis -Een introductie tot advaita
Ramana Maharshi-/n woord en beeld Watts, Alan - Wórd wat je bent
Ram Tzu - Wte zoekt zal niet vinden Wei Wu Wei- OnwereUs wijs
Rigter, Bob-Zen tijd Whenary, Roy- De structuur van zijn
Rood, Linda - Het ja-gevoel Yeshe- �t te doen als de chocolade op is?
Rossum, Jan van-je bent niet wat je denkt Zuijderhoudt, C.B. -Meester &khart versus advaita
Schoondeiwoerd, Simon Een christen op satsang
-

Schreuder, Esther -CoBrA aan de gracht


190 Segal, Suzanne - Aanvaring met het oneindige
191
Sengtsan - Oorspronkelijke Geest
ShantiMayi- Ons hart weet alles
Shapiro, Isaac-Het gebeurt vanzelf
Shapiro, Rami- Open geheimen
Smit, Alexander-Kennendheid
Smit, Alexander- Geschenk van het Absolute
Smit, Paul -Alles over Niets (boek met 2 dvd's)
Smit, Paul- Non-dualiteit voor managers
Smit, Paul- Verlichting voor luie mensen
Smit, Paul - Verlichting in de liefde
Smit, Paul- uitZoomen
Spira, Rupert-De helderheid der dingen
Spira, Rupert- �t rest is liefde
Spira, Rupert- Bewustzijn als enige werkelijkheid
Sterren, Paul van der- Verlichting in een lege verpakking
Sterren, Paul van der- Over het brein, non-dualti eit en vrije wil
books .com
www.samsara

Das könnte Ihnen auch gefallen