Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Joannes Richter
Samenvatting
De piramides werden wellicht als energiecentrales ontworpen en pas later tot monumentale
grafmonumenten omgebouwd, waarin diverse elementen zoals de grondwaterschachten en het
afwateringssysteem een ondergeschikte rol spelen. Ook kan de rol als grafmonument vanaf het
begin een rol gespeeld hebben.
De beginfase van de piramidebouw begint met een hongerperiode (Djoser, rond 2720–2700 v. Chr),
waarin de farao gedwongen wordt een monumentale piramidebouw met een revolutionaire stap
(energiewinning) gecombineerd met een religieus doel (de vergoddelijking van de bliksem en de
vergoddelijking van de farao en zijn geniale dienaar Imhotep) in opdracht te geven.
Het doel van Djoser baseerde op de reductie van energiekosten, die de bevolking voor het
produceren en verbranden van houtskool voor de industriële ovens benodigde. Tot dit doel behoorde
ook de verovering, ontginning en organisatie van de koperwinning in de Sinaï, waarvoor grote
hoeveelheden houtskool nodig waren.
Gedurende de voorafgaande generaties heerste er in Egypte een vochtiger klimaat, dat wellicht door
talrijke onweersfasen bliksems voor de smeltenergie kon toepassen. Dit klimaat is in de loop der
eeuwen verdwenen.
Het is denkbaar, dat de energiewinning voor het smelten van glas en metalen een tweetal eeuwen
gefunctioneerd heeft, maar uiteindelijk door het uitblijven van onweersfasen en blikseminslagen na
de bouw van de Piramiden van Gizeh (2510 BC) werd opgegeven.
Het project van de energiewinning voor het smelten van glas en metalen is wellicht te vergelijken
met de maanlanding van de Amerikanen.
In dit artikel wordt de opbouw van de piramide in enkele tekeningen geschetst, omdat de
berekeningen nog niet geheel voltooid zijn.
Inleiding
Het eerste hoofdstuk van deze studie concentreert zich op de algemene functie van de piramides,
waartoe men kan rekenen:
1. de schachten tot het grondwaterniveau,
2. de neiging om steeds hogere constructies te bouwen,
3. de afwezigheid van mummies en
4. de afwezigheid van elke vorm van afbeeldingen, oude teksten en hiëroglyfen.
Deze eigenschappen duiden eerder op een functie van een speciale vorm van energieopwekking, die
samenhangt met een maximale hoogte van het bouwwerk, omdat in de loop der bouwfasen steeds
naar een hogere en steilere piramide toegewerkt werd.
De diverse vormen van piramides kunnen als serie testcentrales worden beschouwd, waarin diverse
parameters (vorm, hoogte, laagstructuren, stroomgeleiders, ontladingsmethoden, enz.)
geoptimaliseerd werden. Als de geoptimaliseerde vorm mag wellicht de piramide van Cheops
beschouwd worden.
Daarnaast werd de bijzonder steile vorm van de piramide, die men obelisk noemt, niet als alternatief
voor de piramide geaccepteerd, omdat de inwendige weerstand voor een optimale smeltenergie
eventueel te groot kan zijn.
De piramides werden wellicht als energiecentrales ontworpen en pas later tot monumentale
grafmonumenten omgebouwd, waarin diverse elementen zoals de grondwaterschachten en het
afwateringssysteem een ondergeschikte rol spelen. Ook kan de rol als grafmonument vanaf het
begin een rol gespeeld hebben.
De beginfase van de piramidebouw begint wellicht met een hongerperiode onder de regering van
farao Djoser rond 2720–2700 voor Christus, waarin de farao besluit een monumentaal mausoleum
in piramidevorm met een revolutionaire stap (de energiewinning) in opdracht te geven. Deze
opdracht wordt gecombineerd met een religieus doel: de vergoddelijking van de farao en zijn
geniale dienaar Imhotep.
Het doel van Djoser baseerde op de reductie van energiekosten, die de bevolking voor het
produceren en verbranden van houtskool voor de industriële ovens benodigde. Tot dit doel behoorde
ook de verovering, ontginning en organisatie van de koperwinning in de Sinaï, waarvoor grote
hoeveelheden houtskool nodig waren.
Gedurende de voorafgaande generaties heerste er in Egypte een vochtiger klimaat, dat wellicht door
talrijke onweersfasen bliksems voor de smeltenergie kon toepassen. Dit klimaat is in de loop der
eeuwen verdwenen en werd droger.
Het is denkbaar, dat de energiewinning voor het smelten van glas en metalen een tweetal eeuwen
gefunctioneerd heeft, maar uiteindelijk door het uitblijven van onweersfasen en blikseminslagen na
de bouw van de Piramiden van Gizeh (2510 BC) werd opgegeven.
Het project van de energiewinning voor het smelten van glas en metalen is wellicht te vergelijken
met de maanlanding van de Amerikanen en de toepassing van nucleaire reactoren, die hooguit een
eeuw kan worden toegepast.
De energieopwekking in piramiden
De energieopwekking in piramiden hangt wellicht samen met het grondwater, de hoogte van de
piramide en de elektrische aardleiding (tussen de top van de piramide en het grondwater).
Principieel bestaat een bliksemafleider uit:
1. een hoge, spitse punt, waaromheen de hoge elektrische veldsterkte opgewekt wordt,
2. een goede aardleider, die de hoge ontladingsstroom via een lage impedantie (inclusief
inductiviteit) naar het grondwater kan afleiden.
3. een toegang tot de laagohmige aardverbinding, resp. verbinding tot de grondwaterspiegel.
De Nijl overstroomde Egypte weer en de rijke oogsten keerden weer. De priesters van
Chnoem konden zich daarna onbekommerd aan al hun ingewikkelde rituelen wijden in
een gloednieuwe tempel. 2
Djoser maakte ook werk van de ontginning van de rijkdommen van de Sinaï, vooral koper (bij de
Wadi Maghareh) en turkoois (bij Serabit-el-Chadim). Daartoe behoorden ook de veldtochten, die de
Bedoeïenen in de Sinaï 3 .
Het pyramidion
Het pyramidion is de top van een piramide of van een obelisk, die de vorm heeft van
een kleine piramide ofwell diamantkop. Ze zijn 1 à 2 meter groot en vermoedelijk
waren ze bedekt met een laag elektrum. Ze werden waarschijnlijk bij de bouw laag per
laag mee naar boven gebracht.
De oudst bewaarde is die van de Rode piramide van Snefroe en onlangs is deze van de
piramide van Cheops ontdekt9.
Het idee om een zandkist op de top van de piramide te installeren wordt door twee tegenspraken
afgewezen:
• de installatie van het pyramidion op de top van de piramide,
• de ontbrekende toegangstrap of andere toegangsvormen tot de top van de piramide.
Karakteristiek voor de “latere piramiden” is het ontbreken van het pyramidion10.
7 De naam Djoser is overigens een naam, die veel later vastgelegd werd. (Djoser is a name given by New Kingdom
visitors thousands of years later. )
8 Djoser's step pyramid is astounding in its departure from previous architecture. It sets several important precedents,
perhaps the most important of which is its status as the first monumental structure made of stone.
9 Bron: pyramidion
10 „Ein Charakteristikum der späten Pyramiden ist das Fehlen einer eigenen Spitze, des Pyramidions.“[7] bron: ↑ Peter
Jánosi: Die Pyramiden. Mythos und Archäologie. 2., durchgesehene und aktualisierte Auflage. C.H. Beck, München
2010, ISBN 978-3-406-50831-8, Seite 121 (Google Books). Bron: artikel pyramidion in Wiktionary.
De zandbak op de vierde piramide
Naast de drie bestaande hoofdpiramiden op het plateau van Gizeh moet er volgens een
reisbeschrijving (Travels in Egypt & Nubia11) (gedateerd 1757) een vierde kleinere piramide hebben
bestaan, die inmiddels nog voor de aankomst van Napoleon verdwenen is.
Boven op deze piramide wordt in de beschrijving een grote steenblok vermeld, die eventueel ook
als reactorvat voor de blikseminslag kan zijn toegepast. In deze zandbak, die met woestijnzand
gevuld kon worden, kan de blikseminslag worden opgevangen. Deze blikseminslag kon in het zand
Fulgurieten of bliksembuizen vormen.
Fulgurieten of bliksembuizen
Een fulguriet of bliksembuis is een holle buis van gesmolten gesteente of zand en bestaat vaak voor
een groot deel uit lechatelieriet. Deze ontstaat door de intense hitte die ontstaat bij inslag van een
bliksem in kwartsrijke gronden.
11 Page 101-130 (in Danish Royal Library) – Travels in Egypt & Nubia (English) by Frederick Lewis Norden (1757)
Met deze hitte kon men glas of metalen smelten. In de Sahara worden grote hoeveelheden
bliksembuizen gevonden. Fulguriet dankt zijn naam aan het Latijnse woord fulgur, fulguris
"bliksem, weerlicht", wat zou kunnen worden vertaald met 'bliksemsteen' of 'dondersteen'. In
vroegere tijden dacht men dat fulguriet de bliksem zelf was die was neergedaald.
Een speciale vorm van fulgurieten zijn de sporen van glas, die door blikseminslag in rotsen wordt
gevormd en geen buizen achterlaat. Een van dit soort glassporen kan worden waargenomen in de
Meidum piramide.
In Egypte vindt men fulgurieten in de oase El Khoufra en in de Libische Woestijn12
Een “fulguriet” in een tempel van Zeus in de Griekse bergen?
In een altaar bij de tempel van Lykaian Zeus bij de het gebergte ”Mount Lykaion” in Griekenland
vonden de archeologen een object, dat in eerste instantie als een fulguriet geïdentificeerd werd,[32]
[33]
Inmiddels heeft men deze “fulguriet” na zo'n twintig jaar nog steeds niet onderzocht of als zodanig
geïdentificeerd. Ook is het nog steeds niet in een professioneel bericht beschreven. De twee
gepubliceerde berichten over de uitgravingen bij ”Mount Lykaion” laten elke relatie tot de
fulgurieten achterwege...[34][35][36]
11. Drie constructiefasen (E1, E2, E3) voor de Meidoem piramide (met markeringen voor de huidige
staat) - public domain gepubliceerd door MONNIER Franck
De precisie, waarmee de piramides gestructureerd werden
De precisie is vereist voor een stabiele constructie, maar eventueel ook voor de optimale geleiding
van de ontladingsstroom door het kerngesteente.
De bovenste lagen lijken slechts een relatief onbeduidende rol in de mechanische structuur te
vormen, maar vormen tevens de grootste bijdrage in de elektrische weerstand van de lagen tussen
de top en het grondwater.
Is het denkbaar, dat de piramide van Chefren (Khafre) als testpiramide voor deze parameter (“de
verticale dikte van de laag stenen in de piramide”) ontworpen werd?
De Piramiden van Gizeh vertonen in de kern van de piramide van Chefren (Khafre) een duidelijke
overgang tussen de bovenste en de onderliggende lagen, die wellicht met de weerstand van de
bovenste lagen samenhangt.
De grotere afmetingen van de steenblokken in de bovenste lagen reduceren de weerstandswaarde
van de bovenste lagen:
12 Glas in de Meidum
Piramide
Het optillen van de Djed-zuil
Het optillen van de Djed-zuil behoorde tot de ceremonies, die de farao en zijn echtgenote
doorvoerden. Wellicht is de jaarlijkse ceremonie een herhaling van de bouw van de 4-lagige Djoser
stappiramide:
10 De zogenaamde Dendera lampen in de crypte van de Hathor tempel in het Dendera tempel
complex in Egypte. bron: Ancient Anomalies Of Giza Academia Can't Explain (teller: 32:35)
De opbouw van de piramiden
De opbouw van de piramiden werd is uitvoerig in The Role of the Pyramids in Melting Glass and
Metals beschreven.
In dit artikel wordt de opbouw van de piramide in enkele tekeningen geschetst, omdat de
berekeningen nog niet geheel voltooid zijn.
De zandbak
De opbouw baseert op het concept van een ingesloten perk woestijnzand, waarin men stukken glas
of metalen kan smelten. De blikseminslag moet de zandbak bereiken en het smeltproces inleiden.
De ontladingsstroom moet vervolgens worden geaard door een verbinding tussen de zandbak en het
grondwater.
De omvang van de zandbak is nog relatief onbepaald. De diameters en lengtes van de gevonden
fulgurieten variëren nogal rond “een doorsnede tot enkele centimeters” resp. “enkele tientallen cm”
en een “lengte van vele meters”, resp. 5 meter13.
7. De zandkist met
een ingestoken pijl
11: Djoser Pyramid met een hoogte van 60m, een bovenste platform
met afmetingen 20m x 20m en een grondvlak van 120 x120m2
13 Bron: (Wikipedia) fulgurieten – Fulgurites can exceed tens of centimeters in diameter and can penetrate deep into
the subsoil, sometimes occurring as far as 15 m (49 ft) below the surface that was struck. [9] Or they may form
directly on sedimentary surfaces.[10] One of the longest fulgurites to have been found in modern times was a little
over 4.9 m (16 ft) in length, and was found in northern Florida.[11] (bron: Fulgurites)
Weerstandswaarden voor de trappen van de Djoser piramide
8. Eerste bouwfase van de Grote Piramide (uitgerust met een zandkist en een pijl) -
bron: Kheops-coupe.jpg: MONNIER Franck derivative work: GDK (talk) – Public Domain
10. Model van de piramide met de laag mica in Teotihuacan als een variant van de eerste fase van
de Cheops piramide
bron: Kheops-coupe.jpg: MONNIER Franck derivative work: GDK (talk) – Public Domain
De obelisk als een bliksemgeleider
De obelisk kan als een speciale vorm van een piramide worden beschouwd. Eventueel is de obelisk
dus een ideale bliksemgeleider, die relatief goedkoop een bliksem in de zandkast kan geleiden.
Het nadeel van de obelisk is de relatief hoge impedantie en de beperkte hoogte. Bij een hoogte van
33m en omvang van 6m2 van de granietzuil bedraagt de impedantie bijvoorbeeld minimaal 1666
Ω14.
De hoge weerstand beperkt echter ook de destructieve werking van de stroomsterkte. Of het werkt
kan men in een relatief eenvoudige test vaststellen.
14 Applying the formula for a stele with ρ = 300 Ωm, l = 33m and A = 3 x 2 = 6m2 results in R = 10,000 / 6 = 1666 Ω.
Voor graniet bedraagt de karakteristieke weerstand circa ρ = 300 − 3 ・ 104 Ωm, (d.w.z. iets meer dan bij kalksteen)
De afdaling van de gevederde slang
Natuurlijk bestudeerde ik de correlaties tussen de architectuur van de Mexicaanse en Egyptische
piramides.
In Teotihuacan kan men de mica laag als een basis voor elektrische functies beschouwen, maar in de
Egyptische piramides is geen spoor van mica gevonden.
Een ander merkwaardig verschijnsel is de afdaling van een slang vanaf de top van een piramide El
Castillo, Chichen Itza naar beneden15.
El Castillo (ofwel de tempel van Kukulkán) is een stappiramide in het Chichen Itza archeologische
site in the Mexicaanse staat Yucatán.
Tweemaal per jaar daalt gedurende de nachtgelijkheid een “gevederde slang” (genaamd Kukulkán,
de naam voor een oude godheid van de Maya's”, langs de trap van de piramide naar beneden.
De afdaling van de slang is een illusie, die door het zonlicht en de schaduwwerking van de eerste
negen traptreden van de tempel word veroorzaakt. Het effect vindt alleen plaats op de dagen waarop
de zon de benodigde positie inneemt. Ook is de illusie afhankelijk van de perfecte ligging die de
architecten van de piramide vastgelegd hebben.
De illusie van de afdalende slang kan misschien ook worden vergeleken met de afdaling van de
bliksem vanaf de top van de Grote Piramide van Cheops.
De blikseminslag kan ook van andere piramides neerdalen, maar in de Grote Piramide verwacht ik
een afdaling, die in de 4 neergaande goten tussen de top en de bodem plaatsvindt. Daarbij volgt de
bliksemontlading immers de kortste route en de omvangrijkste afvoer van het geleidende
regenwater.
14: De afdaling van een slang vanaf de top van een piramide
Bron (YouTube:) The Descent of Kukulkán
15: De piramidevormige opbouw van de afbeelding der “lampen” in de piramide van Dendera
Bronvermelding (YouTube): Ancient Anomalies Of Giza Academia Can't Explain (teller: 32:35)
Deze afbeelding kan ook het lanceren van de farao's onsterfelijke ziel naar de hemel. Deze lancering
kan eventueel door in een bliksemflits plaatsvinden.
De gesmolten traptreden in de tempel van Hathor te Dendera16
Een andere, merkwaardig smeltproces kan worden waargenomen in de tempel van Hathor te
Dendera. De gesmolten stenen kunnen trap afgelopen zijn en stammen kennelijk via een (eveneens
beschadigde) brede venstergang uit de buitenlucht.
De geleiding van de ontladingsstroom door de venstergang en de trap kunnen door een laag
regenwater of een laag vochtig woestijnzand of vochtige humus17 voldoende toegenomen zijn. Als
de top van de tempel van een bliksemafleider was voorzien kan de ontladingsstroom de
gemakkelijkste weg naar het grondwater hebben gezocht, waarbij de waterlaag verdampte en de
bovenlaag gesteente resp. zand kan hebben gesmolten.
16 Source (YouTube) : Explaining the Melted Staircase in the Hathor Temple, Dendera,
17 De humus kan door een eeuwenlange reeks jaren leegstand zijn ontstaan.
Conclusie
De piramides werden wellicht als energiecentrales ontworpen en pas later tot monumentale
grafmonumenten omgebouwd, waarin diverse elementen zoals de grondwaterschachten en het
afwateringssysteem een ondergeschikte rol spelen. Ook kan de rol als grafmonument vanaf het
begin een rol gespeeld hebben.
De beginfase van de piramidebouw begint met een hongerperiode (Djoser, rond 2720–2700 v. Chr),
waarin de farao gedwongen wordt een monumentale piramidebouw met een revolutionaire stap
(energiewinning) gecombineerd met een religieus doel (de vergoddelijking van de bliksem en de
vergoddelijking van de farao en zijn geniale dienaar Imhotep) in opdracht te geven.
Het doel van Djoser baseerde op de reductie van energiekosten, die de bevolking voor het
produceren en verbranden van houtskool voor de industriële ovens benodigde. Tot dit doel behoorde
ook de verovering, ontginning en organisatie van de koperwinning in de Sinaï, waarvoor grote
hoeveelheden houtskool nodig waren.
Gedurende de voorafgaande generaties heerste er in Egypte een vochtiger klimaat, dat wellicht door
talrijke onweersfasen bliksems voor de smeltenergie kon toepassen. Dit klimaat is in de loop der
eeuwen verdwenen.
Het is denkbaar, dat de energiewinning voor het smelten van glas en metalen een tweetal eeuwen
gefunctioneerd heeft, maar uiteindelijk door het uitblijven van onweersfasen en blikseminslagen na
de bouw van de Piramiden van Gizeh (2510 BC) werd opgegeven.
Het project van de energiewinning voor het smelten van glas en metalen is wellicht te vergelijken
met de maanlanding van de Amerikanen.
In dit artikel wordt de opbouw van de piramide in enkele tekeningen geschetst, omdat de
berekeningen nog niet geheel voltooid zijn.
In diverse werelddelen hebben piramiden en obelisken een tweeledige rol gespeeld in de
grafrituelen en de smeltprocessen in de productie van glas en metalen. Diverse aanwijzingen zoals
gesmolten glas en gesmolten steenblokken, mica lagen en grondwaterschachten gelden wellicht als
bewijsmiddelen voor de toepassing van bliksemslagen als een elementaire energiebron.
Inhoud
Samenvatting........................................................................................................................................1
Inleiding................................................................................................................................................2
De energieopwekking in piramiden......................................................................................................3
De Piramiden van Gizeh..................................................................................................................4
De optimalisering van de architectuur........................................................................................4
Overzicht van de piramidebouw.................................................................................................5
Bewijsmiddelen die de rol van de piramide moeten aanduiden...........................................................6
Het pyramidion................................................................................................................................6
De zandbak op de vierde piramide..................................................................................................7
Fulgurieten of bliksembuizen......................................................................................................7
Een “fulguriet” in een tempel van Zeus in de Griekse bergen?..................................................8
De overgang van verticale naar horizontale structuren....................................................................9
De precisie, waarmee de piramides gestructureerd werden...........................................................10
De vier rillen in de 4 piramidezijden.............................................................................................11
De vier luchtkanalen en de “nooduitgang”....................................................................................13
De sporen van gesmolten glas in een van de piramides................................................................14
Het optillen van de Djed-zuil.........................................................................................................15
De hiëroglyfen van de Djed-zuil met vier rillen en de naam Djoser.............................................16
De symbolische “gloeilampen” in de tempel van Dendera...........................................................17
De opbouw van de piramiden.............................................................................................................18
De zandbak....................................................................................................................................18
Djoser piramide met een zandkist op de bovenste trap.................................................................18
Weerstandswaarden voor de trappen van de Djoser piramide..................................................19
De twee bouwfasen van de grote Cheops-piramide.......................................................................20
Ontlading van de bliksem in de grote Cheops-piramide...........................................................21
Het model van de piramide met de laag mica in Teotihuacan.......................................................22
De obelisk als een bliksemgeleider....................................................................................................23
De afdaling van de gevederde slang ..................................................................................................24
Het symbolisme van de “lampen” in de piramide van Dendera...................................................25
De gesmolten traptreden in de tempel van Hathor te Dendera.................................................26
Conclusie............................................................................................................................................27