Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
,BOTFOWPPSPQFOEPFM
&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF
.,#CFESJKWFO NFEFXFSLFST
&FSEFEF4XBSU .70/FEFSMBOE
-BST.PSBUJT $43"DBEFNZ
$PFO#FSUFOT &*.
4UFGBOJF-BQ .07*4*&
1
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
Voorwoord
Wist u dat de meerderheid van de MKB-ondernemers maatschappelijk betrokken onder-
neemt? Dat de manier waarop dat gebeurt, verrassend weinig verschilt per sector? Dat er
bij een meerderheid van bedrijven geen duidelijke inhoudelijke lijn zit in de MBO-acti-
viteiten? En dat zij vooral maatschappelijk betrokken ondernemen omdat het inspireert?
En dat de geschatte totale omvang van MBO in Nederland 1,75 miljard euro bedraagt?
Dit zijn slechts een paar van de interessante uitkomsten van de Nationale MBO Monitor.
Met deze Monitor proberen we voor het eerst om maatschappelijk betrokken onderne-
men (MBO) in de volle breedte en onder alle betrokken partijen gestructureerd in kaart
te brengen. Zulke inzichten zijn onontbeerlijk als we MBO in Nederland willen stimule-
ren. Nederland is beter af wanneer bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheden,
fondsen en intermediairs nauwer samenwerken aan het oplossen van concrete maat-
schappelijke vraagstukken.
Als manager van het Nationaal Stimuleringsprogramma MBO (MBO Programma) zie ik
dagelijks vele manieren waarop bedrijven maatschappelijk betrokken ondernemen. Al
deze initiatieven, groot en klein, stemmen hoopvol, inspireren en zijn relevant voor zo-
wel bedrijf als samenleving. In MBO komen idealen en zakelijkheid samen en daarom
smaakt het naar meer – juist in deze tijden van economische onzekerheid.
Deze rapportage is gebaseerd op onderzoek onder een groot bedrijvenpanel van het
EIM. U kunt het zien als een voorproefje van hetgeen de Nationale MBO Monitor in
petto heeft. De uitkomsten steunen mij in het idee dat MBO van belang is voor bedrij-
ven en hun stakeholders – en dat er nog steeds een wereld te winnen is. Ik hoop daarom
van harte dat deze publicatie zal bijdragen aan het groter, sterker en beter maken van
MBO in Nederland.
Eerde de Swart
Manager Nationaal Stimuleringsprogramma MBO
MVO Nederland
2
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
Inhoudsopgave
Voorwoord 2
Hoofdstuk 6: Conclusies 18
Bijlagen 19
Bijlage 1: Methodologische verantwoording
Bijlage 2: Stappenplan ‘Starten met MBO’
3
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
1 Zie voor een vearntwoording van dit onderzoek Bijlage 1. De definitieve resultaten van de eerste jaar-
gang van de MBO Monitor zullen eind 2010/2011 worden gepubliceerd.
4
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
5
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
6
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
7
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
Inleiding
Het is mogelijk om MBO-investeringen onder te verdelen naar soort. Daartoe wordt wel
een onderscheid gemaakt in vijf M’s: Mensen, Munten, Middelen, Massa en Media. Bij
‘Mensen’ gaat het over het inzetten van tijd van medewerkers om arbeid te verrichten
of kennis en kunde (expertise) te leveren. Bij ‘Munten’ gaat het om geldelijke donaties
of sponsoring. Onder ‘Middelen’ verstaan we fysieke goederen, producten, faciliteiten
of concrete diensten in natura. ‘Massa’ is ondersteuning door bedrijven in de vorm van
lobby voor maatschappelijke organisaties of het beschikbaar stellen van netwerken en
met ‘Media’ wordt bedoeld het laten meeliften van de maatschappelijke partner(s) op
bestaande media-uitingen van het bedrijf.2
Bedrijven kunnen voor hun MBO-investering een wederdienst van de ontvangende or-
ganisatie vragen. Deze wederdienst kan variëren van een naamsvermelding tot gebruik
maken van de specifieke expertise van de maatschappelijke partner. Ook kan de MBO-
inzet van een bedrijf een combinatie van verschillende M’s zijn.
Resultaten
Ongeveer 55% van de ondervraagde bedrijven geeft aan MBO-activiteiten te onder-
nemen. Sectoren die enigszins achterblijven zijn de bouw en de categorie overige
dienstverlening. De aandacht voor MBO blijkt toe te nemen met de bedrijfsgrootte. Iets
minder dan de helft van de zzp-ers en bedrijven met één personeelslid doet aan MBO.
Dit tegenover ruim 70% van de middenbedrijven.
In figuur 1 wordt het beeld geschetst van de verschillende M’s die door MKB-bedrijven
worden ingezet bij hun MBO-activiteiten. Op deze vraag konden bedrijven meerdere
antwoorden geven. Hieruit valt af te lezen dat geld (Munten) met 77% het vaakst wordt
ingezet, gevolgd door arbeid, kennis en kunde (Mensen) met ruim 67%. Toch nog ruim
een kwart van de bedrijven die aangaven MBO-activiteiten te ondernemen, blijkt lobby-
en netwerkactiviteiten (Massa) in te zetten voor MBO. Denk aan het openstellen van
eigen netwerken voor maatschappelijke initiatieven en het promoten van deze initiatie-
ven binnen de eigen kring van contacten. Het zijn daarbij wel vooral de grotere MKB-
bedrijven die dit noemen (50% van de bedrijven met 10 tot 100 medewerkers). De M van
Middelen, zoals het geven of uitlenen van materialen en producten en het beschikbaar
stellen van ruimte wordt ingezet door slechts 7% van de bedrijven.
Tenslotte worden door enkele bedrijven nog andere activiteiten genoemd zoals het bie-
den van werkervaringsplaatsen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt,
het bieden van stageplekken voor scholieren en studenten en het geven van korting op
producten.
2 Media is niet als separate categorie in deze rapportage meegenomen, aangezien dit een lastig te opera-
tionaliseren vorm van MBO-inzet is gebleken voor het MKB en overlap had met de categorie Massa.
8
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
In figuur 2 wordt het type MBO-inzet van bedrijven nog eens getoond, maar dan als
resultaat van de vraag op welke M bedrijven het meest inzetten. Daardoor tellen nu alle
percentages samen op tot 100%. Daaruit blijkt dat geld niet de meest ingezette M is,
maar juist Mensen. Ondanks dat er duidelijk een flinke variatie aan MBO-activiteiten
lijkt te bestaan, is het gros daarvan gericht op deze twee categorieën.
Wanneer per sector wordt gekeken naar de diverse typen MBO-inzet, blijkt dat er weinig
grote verschillen zijn te zien tussen de diverse sectoren (zie figuur 3). Tekenend is wel
het verschil tussen de financiële en zakelijke dienstverlening: de financiële dienstverle-
ners kiezen blijkbaar snel voor Munten, waar de zakelijke dienstverleners eerder kiezen
voor een inzet op Mensen (arbeid, kennis en kunde). Ook in de bouwsector wordt name
ingezet op Munten.
9
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
10
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
Inleiding
Bedrijven kunnen invulling geven aan MBO om ideële redenen, uit zakelijke overwe-
gingen of een combinatie daarvan. Achter deze motivaties gaan veronderstellingen
of verwachtingen schuil over de waarde van MBO. Investeren in MBO uit zakelijke
overwegingen kan meerdere aspecten hebben. Zo kan een bedrijf meerwaarde zien in
het versterken van het teamgevoel of de bedrijfstrots, maar ook in het vergroten van
afzetmogelijkheden of het stimuleren van een positief imago.
Resultaten
Figuur 4 laat zien dat 55% van de Nederlandse MKB-bedrijven die aan MBO doen dat
vooral doet omdat het inspireert en leuk is. Daarnaast vindt een kwart van de bedrijven
dat het hoort. Slechts 13% van de bedrijven doet het omdat het hen iets oplevert. Er zijn
wat dit betreft nauwelijks verschillen tussen sectoren en bedrijfsgrootte
MKB-bedrijven besteden geen grote bedragen aan hun MBO-activiteiten. Gevraagd naar
de geldwaarde die hun MBO-inzet vertegenwoordigt per jaar, blijkt dat 35% niet meer
dan een waarde van 1.000 euro ‘uitgeeft’ (zie figuur 5). Zo’n 39% geeft jaarlijks 1.000
tot 5.000 euro uit aan MBO. Naarmate de bedragen toenemen daalt het aantal bedrij-
ven dat deze uitgeeft flink.
Wanneer we kijken naar de verschillende sectoren, zijn in de geldwaarden wel enkele ac-
centverschillen te ontdekken (zie figuur 6). In de bouw en de categorie overige dienst-
verlening zijn er meer bedrijven die MBO-activiteiten met een relatief beperkte waarde
ondernemen. De financiële dienstverleners, vervoerders en ICT -bedrijven lijken daaren-
tegen relatief vaker hogere bedragen te besteden.
Het zal niet verbazen dat de waarde toeneemt naarmate de bedrijen groter zijn. Zo’n
90% van de bedrijven tot 10 medewerkers investeert niet meer dan 5.000 euro per jaar
in MBO, terwijl bijna een derde van de bedrijven van 10 tot 100 medewerkers boven de
10.000 euro aan waarde investeert. Op basis van dit onderzoek kan worden gesteld dat
de geschatte totale omvang van MBO in Nederland minstens 1,75 miljard euro bedraagt.
11
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
Figuur 6: Geldwaarden MBO-activiteiten per jaar door Nederlandse MKB-bedrijven, naar sector
Op de vraag wat zij zien als de waarde van hun MBO-activiteiten, noemt zo’n 46% de
bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving (figuur 7). Het gaat hen dus vooral om de
maatschappelijke impact. Ruim een derde van de bedrijven noemt de profilering van
het bedrijf op de commerciële markt (PR, communicatie). Slechts zo’n 6% noemt het
profileren van zichzelf als aantrekkelijke werkgever. Er is ook een deel van de bedrijven
(ook 6%) dat geen bijzondere waarde aan de eigen MBO-activiteiten verbindt.
12
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
Andere door bedrijven genoemde waarden zijn het kweken van goodwill, inspiratie,
betrokkenheid en een goed gevoel, netwerken en het leggen van contacten, belang van
nalatenschap (legancy) en het overdragen van kennis.
Uit figuur 8 blijkt dat er duidelijke verschillen zijn tussen de sectoren. Voor de bouw,
logies, zakelijke dienstverlening en overige dienstverlening zijn profilering relatief
belangrijk, terwijl in de industrie en de financiële dienstverlening de maatschappelijke
impact zwaarder weegt.
Figuur 8: Waarden van de eigen MBO-activiteiten voor Nederlandse MKB-bedrijven, naar sector
13
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
Inleiding
Het kan voor een bedrijf verstandig zijn om een specifiek thema, een nauwomlijnde
doelgroep of een enkele organisatie te selecteren voor de MBO-activiteiten. Hoewel het
geen voorwaarde is, kan een dergelijke focus zowel de interne als externe zichtbaarheid
van het initiatief vergroten. Het kan een langduriger MBO-commitment bevorderen en
daarmee de maatschappelijke impact van de investering vergroten. Daarmee kan het
bepalend zijn voor de omvang (waarde in euro’s) van de MBO-activiteiten. Sommige
bedrijven kiezen voor een invulling van MBO die in lijn ligt met hetgeen medewerkers
van het bedrijf dagelijks doen, waar hun expertise ligt of de markten die zij bedienen.
Andere bedrijven zoeken juist een project of initiatief dat buiten hun comfortzone ligt.
Beide benaderingen kunnen heel inspirerend en waardevol zijn.
Resultaten
Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel van de bedrijven zijn MBO-activiteiten lokaal
richt (67%). Bijna een derde van de MBO-activiteiten heeft een regionaal karakter.
Slechts een kleine 15% van de MBO-activiteiten is nationaal gericht en ruim 11% inter-
nationaal. Uit figuur 9 valt af te lezen dat de verschillen tussen de sectoren aanzienlijk
zijn. Zo zijn vervoer/ICT en zakelijke dienstverlening meer gericht op de internationale
markt. Bedrijfsgrootte blijkt hierbij nauwelijks een rol te spelen.
Figuur 9 : Oriëntatie van de eigen MBO-activiteiten door Nederlandse MKB-bedrijven, naar sector
Gevraagd naar de lijn in de MBO-activiteiten (bijvoorbeeld een voorkeur voor een so-
ciaal thema of maatschappelijke doelgroep) geeft ruim een derde van de ondervraagde
MKB-bedrijven die MBO-activiteiten ondernemen aan dat hier geen lijn in zit. Hun
MBO-inspanningen worden doorgaans door het toeval bepaald. Daar tegenover geeft
45% van de bedrijven aan dat er wel sprake is van een duidelijke lijn. Iets meer dan 20%
14
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
van de bedrijven zegt geen duidelijke lijn te hanteren, maar hier wel over na te denken.
In figuur 10 zijn de reacties naar sector uitgesplitst. Daaruit blijkt dat bedrijven in de
zakelijke en overige dienstverlening het vaakst lijn in MBO-activiteiten aanbrengen.
Binnen de financiële dienstverlening en de bouw wordt dit het vaakst door toeval be-
paald. Opnieuw blijken er geen duidelijke verschillen te zijn naar bedrijfsomvang. Ook
laten de resultaten zien dat naarmate de oriëntatie van MBO-activiteiten meer nationaal
en internationaal is, MKB-bedrijven iets vaker aangeven dat er een duidelijke lijn in hun
activiteiten zit. Er zit verder geen relatie tussen de waarde die aan MBO wordt toegekend
en de lijn die er in de MBO-activiteiten zit.
Figuur 11 laat zien dat de meeste MKB-ondernemers (61%) aangeven dat hun MBO-
activiteiten gedurende de afgelopen jaren gelijk zijn gebleven. Voor 31% van de bedrijven
was er sprake van een toename. Voor de komende 2 jaar zit het beeld er geenszins
slecht uit: ruim twee derde van de MKB-ondernemers verwacht gelijk blijvende MBO-
activiteiten en ruim 20% verwacht zelfs een toename. Deze toename wordt vooral
verwacht door MKB-bedrijven in de sectoren vervoer/ICT en logies.
15
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
Figuur 11: Ontwikkeling van de eigen MBO-activiteiten door Nederlandse MKB ondernemers
tijdens de afgelopen 2 jaar en voor de komende 2 jaar
16
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
Inleiding
Het is lang niet altijd vanzelfsprekend of gemakkelijk voor bedrijven om geïnformeerde
beslissingen te nemen over MBO. Een van de grote vragen is wat (thema) en wie (doel-
groep of samenwerkingspartner) bij het bedrijf past. Ook het zoeken van toenadering
tot een maatschappelijke organisatie lijkt eenvoudig, maar dat is het niet – laat staan
het smeden van een samenwerking voor de lange termijn. Er zijn vele organisaties die
vergelijkbare doelgroepen bedienen en die staan op hun beurt ook niet altijd open voor
samenwerking. Partijen dienen elkaar te vinden om op een goede manier invulling te
kunnen geven aan MBO. Er zijn in Nederland vele intermediaire organisaties en MBO-
netwerken die bedrijven hierbij kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld bij het selecteren
en adviseren over MBO-beleid of het bieden van toegang tot maatschappelijke partners.
Ook worden er regelmatig lokale/regionale beursvloeren georganiseerd waar bedrijven
en maatschappelijke organisaties elkaar kunnen ontmoeten.
Resultaten
De meeste MKB-bedrijven (bijna 60%) zeggen het belangrijk te vinden om samen met
maatschappelijke partners invulling te geven aan de MBO-activiteiten. Bouwbedrijven
voelen hier in vergelijking met andere sectoren het minst voor, in tegenstelling tot be-
drijven in de zakelijke dienstverlening.
Figuur 12: Belang van samen invulling geven aan MBO-activiteiten, voor Nederlandse MKB-
bedrijven, naar sector
Ook is aan de bedrijven gevraagd of men gedurende de afgelopen twee jaar ondersteuning
heeft gezocht van een intermediair om in contact te komen met een maatschappelijke
partner. Dat blijkt slechts voor 15% van de bedrijven het geval te zijn. Van de groep MKB-
bedrijven die aangeven dat het belangrijk wordt gevonden om samen met maatschappelijke
partners invulling te geven aan de MBO-activiteiten, geeft minder dan een kwart aan dat
men tijdens de afgelopen twee jaar dergelijke ondersteuning heeft gezocht. Het is duidelijk
dat hier kansen liggen voor organisaties en personen die ondersteunende activiteiten bieden.
17
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
Hoofdstuk 6: Conclusies
Uit het onderzoek naar MBO binnen het Nederlandse MKB is duidelijk geworden dat
een meerderheid (55%) van het Nederlandse MKB maatschappelijk betrokken onder-
neemt. Het geven van geld en het inzetten van arbeid, kennis en kunde blijkt de popu-
lairste manier om invulling te geven aan MBO (in het bijzonder bij financiële dienstver-
leners). Bedrijven blijken in praktijk een combinatie van met name Munten en Mensen
in te zetten en minder in te zetten op Middelen en Massa.
Bijna driekwart geeft aan dat deze activiteiten een geldwaarde van maximaal 5.000 euro
vertegenwoordigen. Een op de drie bedrijven met 10 tot 100 medewerkers geeft aan dat
de waarde boven de 10.000 euro ligt. De geldwaarde die de MBO-activiteiten vertegen-
woordigen is de afgelopen twee jaar bij de meeste bedrijven toegenomen – en ook de
komende jaren verwachten de meeste MKB-bedrijven dat de investeringen in MBO zul-
len toenemen. Blijkbaar zijn MBO-activiteiten behoorlijk crisisbestendig. De geschatte
totale omvang van MBO in Nederland kan op basis van dit onderzoek worden becijferd
op minstens 1,75 miljard euro.
Minder dan de helft van de bedrijven geeft aan dat er duidelijke lijn zit in hun MBO-in-
zet. Zij richten zich op een specifiek maatschappelijk thema of doelgroep. Veel bedrijven
bepalen hun MBO-inzet echter ad hoc. De meeste van hen richten zich op de lokale
samenleving. De omvang van bedrijven maakt daarin geen verschil.
In bijna alle sectoren geven bedrijven aan dat zij het belangrijk vinden om samen met
maatschappelijke partners invulling te geven aan MBO. Zeker in de dienstverlening
blijkt dat het geval. De uitzondering hierop wordt gevonden in de bouwsector, waar zo’n
tweederde van de respondenten aangeeft dat zij dit niet belangrijk vinden. Bijna een
kwart van de bedrijven die dit van belang vinden, blijkt ook ondersteuning van interme-
diairs te hebben gezocht. Bedrijven die dit minder belangrijk vonden, blijken minder
18
1BOFMPOEFS[PFLPOEFS/FEFSMBOETF.,#CFESJKWFO
Bijlagen
19
,BOTFOWPPSPQFOEPFM&FSTUFSFTVMUBUFOWBOEF/BUJPOBMF.#0.POJUPS
4. Zoek contact met de gekozen doelgroep of met een specialist die u op weg helpt.
Kunt u zelf de juiste maatschappelijke partij vinden? Of heeft u ondersteuning no-
dig bij het beantwoorden van de vragen in dit stappenplan? Is er een MBO-adviseur
of intermediair actief in uw regio?
5. Actie! Voer uw plannen en activiteiten uit.
6. Evalueer de resultaten van uw MBO-inspanningen.
Meet uw resultaten. Hebben de activiteiten voldaan aan uw verwachtingen en doel-
stellingen? En aan die van uw maatschappelijke partner? Wat wilt u in het vervolg
anders doen?
Meer weten over MBO in de praktijk? Neem contact op met Eerder de Swart,
manager Nationaal Stimuleringsprogramma MBO van MVO Nederland, via
e.deswart@mvonederland.nl of 030-236.34.65.
Deze publicatie is mede tot stand gekomen door het Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap van het
Ministerie van Economische Zaken.
20