Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Deel 1
door
Verkabbala Uitgevers
Vereniging tot Bevordering van Kennis van Kabbala
Het Centrum voor Luriaanse Kabbala
E-mail: verkabbala@planet.nl
Internetpagina: www.kabbalah-arizal.nl
Spuistraat 293
1012 VS Amsterdam
Telefoon: 020 – 620 26 31
Eerste uitgave
Niets uit deze digitale uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt in enige vorm of
op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever, uitgezonderd
voor eigen gebruik of ten behoeve van artikelen en recensies ongewijzigd met vermelding van de
bron.
ISBN/EAN: 978-90-78125-11-2
Oproep aan de lezer
Als u vast komt te zitten bij een deel van de tekst ondanks dat u zelf van alles heeft geprobeerd
om er uit te komen, dan mag u vrijblijvend contact met mij opnemen via: verkabbala@planet.nl
Dankbetuiging
Oprechte dank aan mijn studenten, Mirjam Kelderman en Tassos Panajotidis. Zonder hun hulp
zou dit e-book niet tot stand zijn komen.
Dit e-book moest zo snel mogelijk beschikbaar zijn voor onze studenten en lezers, waardoor er
nog enkele taalfouten in kunnen voorkomen. Wij blijven er aan werken.
Over het boek
In mijn e-book ‘Kabbala voor Complete Life Management’ had ik ergens geschreven dat je
Kabbala alleen kan leren via de meest geheime geschriften in het ORIGINEEL. Het is hier en
nu de juiste tijd om te spreken over de letters van de Heilige taal! (Heiligheid betekent
geven). Bij het leren van de lessen van dit boek is het goed om je NIET TE HAASTEN.
Doorwerk elke les, elke pagina, elke alinea, elke zin, elk woord en ook elke letter die je hier
in de Heilige taal aantreft. De kennis van de Hebreeuwse letters is een MUST! Onderschat
dit niet. Alleen via de Heilige taal – het Hebreeuws – en door geen enkele andere taal
kunnen we onze keliem omvormen tot het aspect geven. Er bestaat geen andere manier. De
Hebreeuwse letters en hun combinaties bouwen keliem van het geven in ons. Er is geen
andere PLAATS ( מקוםmakóm) gegeven waar de heiligheid, het geven, het licht, de Schepper
is te vinden, dan achter deze letters. En in het bijzonder in de kabbalistische bronnen: De
Leer over het Koninkrijk der Hemelen (afk. LKH), Zohar, Sjlavej haSoelam, Ets Chajiem en
TES. Dat is afdoende. De mens in onze wereld is ‘lagere mens’. De mens van de wereld
Atsieloet is ‘hogere mens’, d.w.z. eeuwig, geestelijk, GEVEND en die bekleedt de Z”A van de
wereld Atsieloet. De letters van de Thora en hun combinaties vormen het LICHAAM –
keliem - van de Hogere Gevende Mens van de Atsieloet. Deze letters daalden in onze wereld
uit de Z”A van de wereld Atsieloet. Alleen en uitsluitend door zich bezig te houden met de
geheime Thora kan de keliem van ontvangen van de lagere mens getransformeerd worden
naar de keliem van het geven van de Hogere Mens. Er is geen andere manier om als de
Hogere mens te worden dan door geleidelijk in zichzelf het innerlijke geestelijke lichaam op
te bouwen zoals bij de Hogere Mens. Alleen hierdoor kan men de redding en volmaaktheid
ontvangen. Door de heilige letters ( אותיתotiejot) worden keliem van geven opgebouwd. Er
zijn nog drie elementen van het Heilige Schrift, die afgekort TaN”T heten. ‘Ta’ staat voor
tagiem – kroontjes boven de heilige letters. ‘N’ staat voor nekoedot – tekens voor klinkers.
‘T’ staat voor ta’amiem, smaken en staat voor cantilatietekens (zangtekens) in de liturgie.
Door deze drie, TaN”T, ontvangen wij overeenkomstig drie lichten: NaRa”N
(nefesj,roeach,nesjama). Daardoor corrigeren wij onze keliem, de wens om te ontvangen
omwille van ontvangen in keliem van geven. Deze correctie naar keliem van het geven
betekent: ‘geven om te geven”, dus wij maken tiekoen brieja, correctie van de schepping,
door onszelf te corrigeren om in staat te zijn alleen maar te geven. En vervolgens, gaan wij
over tot het ONTVANGEN van lichten Ga”R, al is het voorlopig in de van biena ‘geleende’
keliem van Z”A en malchoet i.p.v. van onze ware keliem van Z”A en malchoet. Want deze
laatste zijn bij ons afgescheiden van de drie lichtere keliem kether-chochma-biena met
lichten NaRa”N krachtens de Tsiemtsoem Alef, de 1e beperking. Maar het is toch licht Ga”R,
het schijnen van licht chochma. Daardoor corrigeren wij keliem van ontvangen naar keliem
van geven in de zin van ‘ontvangen om te geven’. Dat is matarat ha-brieja, het doel van de
schepping. Hoe doen wij dat in onze studie? In onze lessen (en digitale boeken) leren wij de
kabbalistische bronnen om de volledige transformatie van onze keliem te waarborgen. De
transformatie in beide aspecten van onze keliem: boven de chaze (het geven om te geven)
en onder de chaze (ontvangen om te geven).
Hoe bereiken wij dat?
Uit de studie van Sjlavej haSoelam ontvangen wij lichten N”R (nefesj- roeach).
Uit de studie van Zohar ontvangen wij, hoofdzakelijk licht nesjama.
Uit de studie van Ets Chajiem (naast het commentaar van Baal haSoelam in TES) ontvangen wij
Ga”R van lichten. Daarnaast, in het e-book ‘Handleiding’ en ‘Kabbala voor Complete Life
Management’ vindt je de unieke individuele methode van het geestelijke werk van Luriaanse
Kabbala, dat gevoel geeft van de volledige verbondenheid met de praktijk van alledag e.d. Op
deze manier stimuleren wij door onze lessen en digitale boeken onze keliem en ontvangen
overeenkomstige lichten. En daarom heb ik niet genoeg woorden om de belangrijkheid te
onderstrepen dat elke les, woord voor woord MET de letters van de Heilige taal wordt
doorgewerkt. De keuze van je studie moet zijn: kwaliteit in plaats van hoeveelheid! Dat is de
instelling van de ware Kabbala die HELPT! Iedereen die dit boek met volle aandacht leest en de
inhoud op zichzelf gaat toepassen, zal de weg naar de geestelijke werelden en zijn eigen
bevrijding gaan aanvoelen. Stap voor stap wordt je naar jouw bevrijding, vervulling,
volmaaktheid geleid.
Let op: dit e-book is opgemaakt uit mijn mondelinge audiolessen, zodat bij het lezen van de tekst
zonder de audio-opname gehoord te hebben, kan de lezer de indruk krijgen dat het geen vloeiend
gebeuren is. Het taalgebruik is vaak niet volgens de Nederlandse grammatica en tussendoor lijken
er steeds onderbrekingen te zijn door aanvullende verklaringen. Deze wijze zorgt voor het
behouden van de kracht die er in het gesproken wordt zit. Om zoveel mogelijk uit de les in
geschreven vorm te halen is het goed voor je niet te haasten en de tekst niet alleen met je hoofd te
willen begrijpen, maar de tekst op je in te laten werken.
Inleding. Vijf stadia van de Bevrijder
1. De naam ישוע
Wat ik hier aan jullie wil vertellen, kan men nergens en van niemand horen. Aan geen rabbi in de
hele wereld werd het gegeven, want pas nu is het van boven toegestaan om het door te geven aan
een mens die naar zijn vervulling streeft. Juist nu, omdat wij aan de drempel staan van de
volledige bevrijding. De uiteindelijke ontknoping zal zeer snel plaats vinden. Aan mij is deze
eeuwige Leer over het Koninkrijk der Hemelen gegeven. Het is een structureel onderdeel van de
Algemene Leer en het proces van bevrijding van de mens van zijn kwade neiging, dood en het
komen tot het eeuwige bestaan...naar de scheppingsgedachte van de Schepper. Dit zijn allemaal
onderdelen van de ware Leer van de Luriaanse Kabbala. Het houdt mij niet bezig waarom het aan
mij is gegeven en niet aan iemand anders. Ik stel mij daarvoor open, ik heb er zelf een geweldige
behoefte aan. De mens moet altijd bereid zijn om te zeggen: “ הנניHienejnie”, hier ben ik, beschik
over mij, ik ben bereid te vervullen wat ik moet vervullen. Ik herhaal het nogmaals: niemand op
de hele aardbol, geen geestelijke, geen rabbi, dominee, priester of goeroe weet of wist, ervoer of
ervaart dat. Als een paus daarover zou horen, zou hij dolblij en gelukkig zijn. Als Mosje daarover
zou horen, zou hij uit zijn graf opstaan, waarvan de plaats aan niemand bekend werd gemaakt.
Hij zou dolblij zijn om te horen, wat ik jou nu ga vertellen. Sjimon bar Jochai, de auteur van het
heilige boek Zohar, zou uitroepen: “Niet voor niets heb ik Zohar geschreven!”. En mijn laatste
leraar Ari zou opgelucht uitblazen: “Uiteindelijk, word ik begrepen!”. Ik kan het er dus direct,
zonder vermeende, valse bescheidenheid over hebben, want ik schrijf mijzelf geen wijsheid,
relevantie e.d. toe. Wat aan mij gegeven wordt, dat geef ik door. En dat allemaal opdat je het in
de praktijk van alledag zal kunnen gebruiken. Waar men vroeger nog niet aan toe was, daar is nu
wel het juiste moment voor gekomen. Er staat geschreven: ‘En dan zal de hele aarde te weten
komen, dat Jij HaSjem bent’. Al het leren in het geestelijke is om tot de redding te komen. En zo
is datgene wat ik op de tekening bij deze les heb uitgebeeld de droom van elke wijs mens uit het
verleden, vanaf de aartsvaderen Awraham, Jitschak, Ja’akov en verder tot heden. Ook in deze tijd
is het de droom van ieder die tot volmaaktheid wil komen en die naar waar geluk streeft. Het een
en ander overeenkomstig de scheppingsgedachte. De nadruk leg ik hier op, opdat het je volle
aandacht krijgt en je de juiste intenties bij jezelf opbrengt. En het belangrijkste is opdat je niet
gaat tegenstribbelen! Uiteraard zal je het allemaal niet in één les bevatten. We zullen stap voor
stap vooruit gaan, gepaard aan je persoonlijke bevatting. Vandaag zullen wij hier, in deze les, met
grote voldoening gaan zien dat de geestelijke puzzel, die opgelost diende te worden voor de
volledige verbinding met de Schepper, nu uiteindelijk is opgelost. Ik heb alles wat mogelijk en
onmogelijk is geprobeerd om dat in mijn leven te ervaren en om de redding te ontvangen. En ik
heb het ontvangen! Kijk nu, terwijl ik hieronder een toelichting zal geven, aandachtig naar de 1e
tekening.
Tek. 1 Vijf stadia van de Bevrijder
Ejnsof
(De middelste lijn) In Jesjoea is zijn Vader ingebed
Getuigenis van
Jesjoea: ’t Stippeltje van joed van klie
ישוע Jesjoea (uit Nazareth)
Mijn naam is Masjiach:
klie kether
שמי משיח Zoon van G’d/ Zoon der mensen
שvan Sjimon, מvan Mosje,
De Leer van ’t koninkrijk der
יvan Itschak
zalen hemelen/ 1ste Stenen tafelen.
Gem. 386 + 4 letters = 390
Sloten/ingangen
40
zalen
Sloten/ingangen
300
Sloten/ingangen
10
Itschak (AR”I)
Itschak (AR”I)
Heeft de letter יvan Jesjoea in zich. יצחק klie jessod/ Ets Chaim/
Zijn eigen inbreng is צחק
De Leer van 10 sfirot
(betekent ‘lachen’ en dat is ‘vreugde’) ו
Dat komt met het ervaren van het licht in
jessod – ’t doel van de Schepping wordt
gerealiseerd zalen
Sloten/ingangen
Masjiach (ben David) 40
Heeft de letter מvan Mosje, שvan
משיח
Sjimon, יvan Jesjoea en חvan Itschak -
van alle vier voorafgaande stadia.
-------- Masjiach (ben David)
40 + 300 + 10 + 40 = 390
( ישועgem. 386) = ( משיחgem. 358) + ה
klie malchoet
( כחkóach, gem. 28 met de betekenis:
kracht). In Jesjoea is deze kracht verhuld en zalen van de Gmar Tiekoen
komt stap voor stap tot onthulling door zijn
vier voorafgaande aan de Masjiach stadia.
Wat ik hier heb opgetekend is niet in één les te bevatten. Hou het steeds voor de geest want dit is
het hele plaatje van het ontvangen van het licht, zowel in het algemeen als in het bijzonder, dat
aan de mens is gegeven tot aan het einde van de vervulling van het scheppingsplan. Het is de
eerste keer ooit dat dit nu is opgetekend. Zie dus goed het belang er van in. Enkele woorden
vooraf. Tijdens onze lessen ontving ik ook vragen van jullie. Hoe komt het dat ישוע, ישועuit
Nazareth chronologisch later kwam dan משה, Mosje? Ten eerste is de het zeer belangrijk hoe de
naam in de Heilige taal, het Hebreeuws, wordt geschreven. De waarheid kan men uitsluitend
vinden in de heilige letters. We zullen hier de ware namen en hun betekenissen gaan benoemen.
Eerst een paar woorden over de naam ישועuit Nazareth. De in het christendom gebruikelijke
naam Jezus komt uit de Griekse vertaling van Septuaginta, eerst in het Latijns en daarna naar alle
overige talen. De oude Grieken beschikten niet over sisklanten zoals ‘sj’. Daarom vervingen zij
deze klank door een ‘z’. Aan het einde van deze naam voegden de Grieken hun traditionele
uitgang ‘os’ en Romeinen maakten er ‘us’ van, zodat het ‘Jezus’ was geworden. Het Nieuwe
Testament werd in het Grieks geschreven en zo gingen alle overige volkeren Jezus zeggen i.p.v.
ישועdat ‘redding’ betekent. De intrinsieke originele kracht die in ישועbesloten ligt ging verloren
bij de naam ‘Jezus’. Men gebruikte en gebruikt alleen nog maar de gedachte aan zijn reddende
kracht. Dat ging uit van niet-joden. De joden noemden hem Jesja of, correcter, Josja. Deze naam
is echter ook niet helemaal correct. Onder de Hebreeuwse letter sjien, staat een nekoeda, een
klinkerteken dat koeboets heet; dat zijn drie naar rechts neerdalende puntjes die de klank ‘oe’
weergeven. Hier achter schuilt een diep geheim: hij wordt Jesja of Josja genoemd in de periode
wanneer ישועniet is onthuld, of door degenen aan wie ישועniet is onthuld. Waarom? Omdat deze
klank ‘oe’ geen letter is maar slechts een nekoeda, klinker. In de heilige taal dienen immers
alleen de medeklinkers als betekenisdragende blokken, keliem die overeenstemmen met de
krachten van het heelal. Hier schuilt dus het mysterie van de heilige naam ישוע. Zolang ישוע
verhuld is, ‘ziet’ men zijn naam zonder letter ‘ וwaw’, maar slechts met de noekoeda koeboets, de
drie neergaande puntjes. En daarom ‘lezen’ zij zijn naam als: Jesja of Josja. En pas wanneer ישוע
zich aan een mens onthult, verkrijgt zijn naam de letter ‘waw’. Deze letter ‘waw’ geeft een
toestand aan van een zievoeg (interactie) met het hoge licht, en veel meer waarover een andere
keer en op een andere plaats. Bovendien zagen (tot nu toe) joden ישועals de stichter van de
christelijke religie, hoewel ישועzelf daar helemaal geen inspanning voor heeft geleverd. Het vond
historisch plaats, geheel zonder zijn uitdrukkelijke toestemming. In de zielen van de meeste joden
kwam en bleef een onverklaarbare haat tegenover de jood ישוע. Jesja of Josja is ook een
verkleiningsnaam, een troetelnaam van ישוע. Misschien noemde zijn moeder hem zo als kind.
Ook dat getuigt heimelijk van het feit, dat iemand die hem zo noemt, zelf ‘klein’ van inzicht is.
Zijn juiste naam is dus ישוע, ישועen we gaan consequent ישועzeggen, want zijn ware naam is
ישוע. Joden hebben nog iets aan deze ‘verkleiningsnaam’ toegevoegd. Ze noemen hem Josjke. Ze
hebben de uitgang ‘-ke’ eraan toegevoegd. Het lijkt wel een troetelnaam, maar het is een beetje
spottend, het klinkt spottend, daarom zullen wij dat niet doen. Wij, joden en niet-joden, zullen
allemaal uit dit boek leren wat ישועis. Dit boek zal belangstellenden laten zien waarom zij
zonder ישועniet tot de Schepper kunnen komen. Dat is voorlopig alles over de naam ישוע. En,
zoals je ziet, begin ik de voornaamwoorden (antecedenten) die verwijzen naar ישוע, niet met een
hoofdletter. Dus, wanneer ik over ישועspreek, dan schrijf ik niet Hij of Hem, zoals bijvoorbeeld
christenen dat doen, voor wie ישועals G’d zelf is. Want begrijp en bevat het feit, dat ישועde
hoogste Kether der menselijke zielen is. En de sfira kether, zelf de hoogste kether, behoort tot
BEIDE: én tot de Schepper, én tot de schepping. Daarom heeft het is zichzelf beide
componenten: nietsoets boré, de vonk van de Schepper én nietsoets nievrá, de vonk van de
schepping.
Alleen in de woordcombinatie ‘hoge Kether’ begin in het woord Kether met de hoofdletter, om
hem van elke bijzondere, lagere kether der zielen te onderscheiden. Uiteraard, wat helemaal ‘jesj
mie-jesj’, het bestaande uit het bestaande is, duid ik altijd aan met de hoofdletter. Bijvoorbeeld:
de naam HaSjem, HaWaJa’H, Elokiem, het Hoge licht e.d. En de naam ישועbetekent in de
Heilige taal, zoals boven gezegd werd ‘bevrijding, redding’. Juist in deze heilige naam is al de
bevrijdende kracht van de hoge Kether besloten; de hoge Kether die absoluut geen aviejoet heeft!
Waarschuwing bij al mijn lessen, e-boeken, uitleggen en al het overige wat ik aan mijn
U U
leerlingen en lezers van twee van onze websites aanbiedt en zal aanbieden: neem altijd in acht,
dat ik GEEN WOORD SPREEK OVER FYSIEKE NATIES, VOLKEREN, RELIGIËN,
GOEPEN, PERSONEN e.d.! Wanneer ik woorden gebruik als joden, christenen, ישוע, Mosje,
paus, rabbi, goeroe e.d., dan bedoel ik daarmee alleen de overeenkomstige geestelijke toestanden.
Want alles zit in één mens. Luriaanse Kabbala houdt zich in het geheel niet bezig met deze
wereld, maar uitsluitend met de hoge geestelijke wortels ervan. Mijn studenten hebben dit
kroonprincipe al goed onder de knie, maar Jij, lieve lezer, zal gigantische inspanningen moeten
(willen) leveren om achter mijn woorden geen associatieve beelden te zien in welke vorm dan
ook. Ik spreek nooit over mensen van vlees en bloed, verzamelingen van mensen, instellingen
e.d. Probeer jezelf dan ook zo gauw mogelijk van dergelijke associaties te bevrijden. Weet dat ik
voortaan niet meer zal reageren op dergelijke soort vragen, aan- en opmerkingen! En nog sterker:
ik leg alle verantwoordelijkheid van mij af voor verkeerd begrepen geestelijke begrippen,
fenomenen en processen, die men in mijn lessen, e-boeken kan tegenkomen. Nogmaals: geen
woord dat ik spreek gaat over onze wereld!
De naam ישועis gematria 386 + 4 letters. We hebben geleerd dat we bij de kether altijd het aantal
letters erbij optellen, dus 4. Er zijn altijd vijf keliem. Dat zijn de keliem waar het licht
binnenkomt, dus de keliem in de middelste lijn en niet van de zijkanten. Het licht komt altijd van
boven via de middelste lijn. De zijkanten zijn het werk in rechts en links, maar het licht zelf komt
altijd via de middelste lijn. We spreken van 10 keliem, maar uiteindelijk is de hele bedoeling van
ons werk om die vijf in de middelste lijn in ons te ontwikkelen. Wij moeten werk doen voor
rechts en links - laten we zeggen chochma en biena met tussen hen משה, daat, maar in de
middelste lijn komt het licht onze keliem binnen via onze klie daat. Bij ons is het door de klie
daat dat de Thora zich manifesteert. En bovenaan in de klie kether, moeten wij ons laten
ontwikkelen door de Leer van het ‘Koninkrijk der Hemelen’, enz. Daar in de kether is de plaats
van eenheid, absolute eenheid, geen rechts en links, alleen pure genade. Daarom was ישועalleen
maar genade, zie je dat? In kether zit alleen maar genade, er zit geen dien, geen gestrengheid.
ישועbracht ook genade met zich mee. Wat was de boodschap van ?ישועDe eerste klie die je
binnenkomt is altijd ישוע. Je moet eerst naar ישועkomen. Via ישועkom je het Koninkrijk de
Hemelen binnen, want alleen binnen ישוע- in het bovenste gedeelte van de kether - zit de Vader.
Er is geen andere weg om tot de Vader te komen zoals ישועzegt: ‘Niemand komt tot de Vader
anders dan door Zijn zoon; niemand weet wie de Vader is dan Zijn zoon’. Alleen Zijn zoon weet
wie de Vader is en niemand weet wie de zoon is dan de Vader. Alleen de Vader weet wie de zoon
is en aan wie ישוע, de zoon, zich manifesteert.
Duidelijk? Waarom kan men niet tot de Vader komen? Omdat alleen binnen ישועde Vader zit.
Binnen de hoge Kether zit de Vader. Wat was de claim van ישוע, wat had hij tegen de Farizeërs
en de Sadduceërs? Let goed op! Natuurlijk hebben wij niets te maken met Farizeërs en
Sadduceërs, want die ontvangen absoluut geen licht. Zij ontvangen hoogstens alleen het schijnen
van het licht nefesj en roeach. Als men de klie kether niet aanvaardt, wat voor licht kan men dan
ontvangen? Neem het joodse volk dat de openlijke Thora van Mosje leert. Zonder ישועkunnen zij niet tot
het licht en tot de redding komen. משהis klie daat. Daat betekent kennis. משהheeft kennis van de
Enige G’d in deze wereld gebracht. Kennis betekent rechts én links; dat is de ware kennis.
Dus משהheeft de Thora naar beneden, naar daat van de mensheid gebracht. Maar hij kon de
Thora niet naar daat brengen zonder eerst de kether te moeten passeren. Dat houdt in dat iedereen
die de openlijke Thora leert net zoals משהconsequent moet zijn en ook de kether, dus het
‘Koninkrijk van de Hemelen’ moet accepteren. Als je dat niet accepteert dan zit je, zoals het
joodse volk tot nu toe, zonder redding! De redding komt toch via de hoge Kether binnen, waar
het licht, de Vader is ingebed! Natuurlijk komt alles van Ejnsof. ‘Vader’ is de inbedding van
Ejnsof in de klie kether. Als zodanig is er al een zekere mate van verruwing, ten behoeve van de
schepping. Hoe zou de schepping, dat de wens om te ontvangen is, anders Ejnsof kunnen
verdragen? Daarom draagt Ejnsof in de hoedanigheid als Schepper – Vader van de schepping –
de naam HaWaJa'H. Dit duidt op de vier stadia van het licht, van hoog naar laag, dat Ejnsof
aandeed om altijd en te allen tijde met de schepping in kontakt te kunnen komen en blijven.
Wie de hoge Kether niet aanvaart, aanvaart ook in zichzelf geen kether. Hoe kan je dan het hoge
licht ontvangen? ישועkwam daarom met een blije boodschap: ‘het Koninkrijk der Hemelen’ is
nabij. Wat betekent dat? Accepteer mij, de hoge Kether, dan zullen jullie de toegang krijgen tot
de Vader, mijn Vader, want niemand kan tot de Vader komen dan via mij, via ישוע, want alleen
in mij zit de Vader ingebed. Kijk nou wat het probleem is van dit volk. Wat doen ze? Zij
accepteren משה, zij accepteren de openlijke Thora, de tweede Stenen tafelen, maar zij weigeren
van de kether te ontvangen. Daarom gaan ze niet door de sloten en de ingangen die boven hen
zijn om naar de kether op te stijgen en hun redding te ontvangen. Boven zichzelf, boven משה,
boven de klie daat, zitten de sloten. Maar als joden ישועniet accepteren, dan accepteren zij ook
‘het Koninkrijk der Hemelen’ niet. Boven hebben zij dan sloten die voor hen gesloten zijn. De
hemel is voor hen gesloten. Bovendien hebben zij onder zichzelf שמעון, de sfira tiferet in de
middelste lijn; dat is de geheime Thora, de Kabbala. Ook deze leren ze niet, hoewel zij deze
formeel bijzonder heilig verklaren, leren ze Zohar niet. En als ze het al doen, dan in ieder geval
niet op de manier dat het helpt en redding kan geven. En daarom accepteren zij ook deze niet. Ze
willen zich niet echt laten veranderen. Zo zitten zij ‘dubbel gesloten’! Begrijpt iedereen dat?
Toen ישועhet met hen erover had, heeft hij gezegd: ‘Laat de sloten opengaan, de ingang naar mij
toe, dan zal je via mij tot de redding komen!’ Dus de redding van boven. Zie je dat? Ook beneden
in de sfira tieferet van שמעוןhad het licht zich verder gemanifesteerd in de geheime Thora, maar
ook dat accepteren zij niet. Ziet u wel, nergens, geen orthodoxe jood houdt zich met de geheime
Thora bezig. Zij hechten er wel waarde aan, maar zij raken het niet aan! En daarom zijn zij van
boven en van beneden gesloten. De hemel is bij hen gesloten en ook van onderen zijn zij
gesloten, dat heet ‘dubbel gesloten’. Ik zeg dit opdat jullie kunnen begrijpen dat er op geen
manier redding kan komen binnen en door het jodendom alvorens zij ישועzullen aannemen uit
vol besef en liefde voor de waarheid. Niet dat zij het christendom moeten aannemen. Begrijp je
dat? Waarom zou je van het ene tekort naar het andere tekort gaan? Van het ene ziektebeeld naar
het andere? Ook het christendom is onvolkomen. Kijk nou welk ziektebeeld het is. De joden
hebben de dubbele geslotenheid. Wat is er met het christendom? Let goed op. Want wat zal je
hebben als je alleen maar ישועaanneemt, alleen het kruis en boetedoening? Niet meer dan het
schijnen van het licht nefesj uit de Hemelen.
Als een slot dicht zit, zijn daardoor ook alle typen sloten die eronder zitten gesloten. Dit zijn de
sloten die zij hebben: het eerste slot onder de kether is voor משה, de openlijke Thora. In het
christendom zit toch wel iets van de Thora. Zij accepteren de Thora van Mosje, maar ze leren die
niet. De hele verdere gang naar beneden is aan hen niet bekend. Begrijpt iedereen dat? Zij hebben
alleen het schijnen van het licht nefesj en een beetje van de openlijke Thora, van het licht roeach.
Dat is alles, terwijl de ware verlossing langs 5 stadia loopt. De vermeende verlossing, zoals men
die in het christendom kent, is alleen maar het begin van de verlossing en zelfs dan nog niet in
voldoende mate. In plaats van boven het verstand te gaan, predikt men het kruis en
‘boetedoening’. Het is de keerzijde van de positieve boodschap van ישועdat men boven het
verstand dient te gaan om tot het Koninkrijk der Hemelen te komen. Door ‘boetedoening’ kan
men onmogelijk tot het Koninkrijk der Hemelen komen. Door alleen maar een beeld van de
Verlosser die voor onze zonden aan het kruis is gestorven, kan men niet tot de ware redding
komen. Het is niet genoeg, mijn christelijke broeders! Men heeft slechts het begin van de
verlossing genomen, natuurlijk zit alles in de hoge Kether. In het stadium ישועzit het begin en het
einde van de verlossing. Hij zei: ‘Ik ben alef en ik ben taw’, ik ben de eerste en de laatste. Dat
betekent dat ישועzich zal manifesteren in de משיח. Wat dat betreft klopt het helemaal, maar je
alleen maar te houden aan ישועgeeft geen redding, want dan heb je slechts één lichtste klie met
het laagste licht nefesj. Daarom kan je op tv zo’n prachtige non zien spreken in een talkshow en
de heerlijkheid van haar geloof voelen. Je voelt haar innige verbondenheid, geloof en overgave.
Dat is van een ander niveau dan bij een joodse vrouw. Waarom voelen we dat zo bij bijvoorbeeld
die non? Omdat zij is verbonden met het geloof in ישוע. Daarom straalt zij de heerlijkheid van
ישועuit, maar dat is alleen de straling van een enkele klie ישוע, alles wat daaronder is, is voor haar
gesloten. Dus ook bij een christen is alles wat er onder is - wat dieper is dan de klie kether,
gesloten.
Daarom zien we dat a.h.w. de toegang naar de Hemel er wel is. Zij zeggen dat ze de toegang de
toegang naar de Hemel hebben en dat is zo, maar de toegang tot hun eigen lagere keliem tot de
malchoet, dat hebben zij niet. En daarom zie je het dubbel-leven van elke christen: van boven is
die bijna een engeltje, maar van binnen is die éen brok ongedifferentieerd gevoel vol twijfels en
ellende. Waarom spreken zij over de ?משיחZij spreken alleen over ישוע. In ישועvan de kether zit
ook de tweede verschijning van de משיח. Natuurlijk zit het inbegrepen in ישוע, maar slechts
potentieel. De mens moet zelf al het werk doen om de tweede verschijning van de משיחte
bewerkstelligen. ‘Hij zal wel komen’, dat is wat zij bedoelen. Maar de tweede komst van de
Verlosser zal pas zijn wanneer het licht jechieda in משיחzal komen, in de klie malchoet. In de
malchoet is de tweede komst van משיח. Welke ישוע ?משיח. Er is geen andere משיח. Waarom?
Omdat je niet de tweede, derde of de vierde man kan benoemen tot de Bevrijder. Mosje, Sjimon
en Jitschak dragen bij aan de onthulling van de משיח. משהis een kracht die gegeven is aan klie
daat als een toevoeging om bij te dragen aan de tweede verschijning van de משיח. Ook שמעוןhad
bijgedragen; zijn bijdrage werd van boven aan hem gegeven, zodat ook hij kan bijdragen aan de
tweede verschijning van de משיח. Wat verkreeg ישועbij de komst van ?משהHet licht roeach. En
wat droeg שמעוןbij? Door zijn komst, door zijn onthullingen van de geheime Thora, verkreeg
ישועhet licht nesjama. Met de eerste verschijning van ישועkomt het licht nefesj in de klie van
ישועbinnen. Door de komst van משהkomt het licht roeach in de klie van ישוע. Door de komst van
שמעוןkomt het licht nesjama in de klie van ישוע, in de kether. Met יצחקkomt het vierde licht en
daarmee heeft יצחקbijgedragen dat in ישועhet licht chaja, licht van het leven binnen kwam.
Uiteindelijk zal de משיחkomen. Moge het snel in onze dagen zijn. Dan zal in ישועhet licht
jechieda binnenkomen. Eén van onze studenten merkte op dat de eerste twee letters van ישוע, יש,
‘het bestaat’ betekent. In de naam משיחzitten die twee letters ook, alleen in omgekeerde
volgorde. En als je de laatste twee letters omdraait wordt het חי, leven.
Neem nu de letters חen יvan de naam יצחקen zet ze in een andere volgorde. Je krijgt dan חי. Wij
weten dat jessod חיchaj, leven, heet. Dat is één woord dat we hebben gemaakt door de letters te
verplaatsen. Verder zetten we de letter קkoef op de eerste plaats en voegen de overgebleven letter
צtsadi van de naam יצחקer aan toe. Nu ontstaat bij ons het tweede woord ק‘צmet de betekenis
‘einde’. Deze twee woorden חיи ק‘צdie uit de letters van de naam יצחקgevormd zijn, betekenen
letterlijk: ‘levend einde’, levend einde van een partsoef! Kijk altijd naar de heilige letters. Alleen
daar en nergens anders zal je antwoorden krijgen in plaats van intellectuele opgravingen in je
hoofd! Dus ateret jessod is het einde van elke partsoef en alleen daar mag het licht van correctie
aangevoerd worden gedurende 6000 jaar van de schepping. Daar eindigt het levende deel van een
partsoef. Dat is dat fundament waarop het hele heelal is opgebouwd in het stadium van zijn
correctie. En uitsluitend op dit fundament dienen wij te leunen. Vervolgens zal in de gmar
tiekoen het licht, het leven, ook in de malchoet komen. Hoe zal de kracht van de malchoet zijn?
Dat zit in de naam van de Bevrijder, משיחMasjieach. Laten wij de letters van de naam משיח
bekijken. Als we de letters שen מelkaars plaats laten innemen, dan krijgen wij een nieuw woord:
שםsjem, dat ‘naam’ betekent. De malchoet heet ‘naam’. Er blijven bij ons nog twee letter over: י
joed en חchet, die wij met elkaar verbinden zodat het tweede ons al bekende woord ontstaat: חי
chaj, ‘levend’ zoals ook bij jessod het geval is. Nu leggen wij die twee woorden חיen שםnaast
elkaar. Zij vormen een woordverbinding met de betekenis ‘levende naam’. Met andere woorden:
de ‘levende malchoet is de inhoud van de naam van משיחMasjieach, Bevrijder. Zijn naam
betekent niets anders dan ‘de levende malchoet’, wanneer in de gmar tiekoen de malchoet, sjem,
naam, het leven zal verkrijgen en gevuld met licht zal zijn. En wie zal deze kracht brengen? De
naam !משיחHet licht jechieda zal de malchoet met leven vullen. Als we nu nog een keer naar de
naam משיחkijken, dan zullen we zien dat hij de eerste letter van elke van de drie voorafgaande
namen-stadia van de Bevrijder nam. Van Mosje nam hij de letter ;מvan Sjiemon de letter שen
van ישועde letter י. Maar ten aanzien van Jitschak zagen wij iets vreemds: Masjieach nam van
hem de derde letter. Waarom? Wij leren een principe van het werken met de Thora: in geval iets
in de Thora ons voorkomt als een uitzondering van een reeks of een regel of iets onbegrijpelijk
lijkt voor onze logica, ons ‘gezond verstand’ e.d. dan moeten wij juist daar extra aandacht geven,
want daar zitten de geheimen van de Thora verborgen. In ons geval is de uitzondering op de regel
dat de malchoet, Masjieach, de derde letter, de חvan de naam Jitschak neemt en niet de eerste
letter, de י. Dat is omdat malchoet de levenskracht altijd van jessod ontvangt. En jessod geeft haar
de letter ח. Dankzij de letter חzal de malchoet in de toestand van gmar tiekoen ( שםsjem) ( חיchaj)
worden, de ‘levende naam’.
Hoe komt het dat hij daar wel het Koninkrijk der Hemelen ontvangt? In de kether van de lagere
traptrede is de malchoet van de hogere traptrede ingebed. Malchoet van de hogere traptrede is
boven de keliem van mijn kwaad dat ik ervaar voor mijn broeder. De malchoet van de hogere
traptrede is ingebed in mijn kether. Dat is altijd zo. Dat is ook de verbondenheid tussen de
werelden en tussen de partsoefiem en de sfirot. In elke toestand is de malchoet van de hogere
traptrede in mijn kether ingebed. Malchoet van de hogere traptrede heet ‘malchoet sjamajiem’ -
het Koninkrijk der Hemelen. Malchoet betekent koninkrijk. Waarom van de hemelen? Mijn
keliem die correctie nodig hebben zijn als ‘aarde’, maar de hogere traptrede is als ‘hemel’ t.o.v.
mijn keliem. Mijn keliem zijn allemaal als de wens om te ontvangen of malchoet ten aanzien van
de hogere traptrede. De malchoet van de hogere traptrede, die het Koninkrijk der Hemelen is van
de hogere traptrede, is altijd ingebed in mijn kether. Moet ik dan ergens naartoe komen? Het
enige wat ik nodig heb is boven mijn verstand te gaan. In het geval van broeders A en B ligt het
zo: het verstand binnen mij zegt dat mijn broeder vals speelt, hij steelt mijn klanten, doet andere
onwettige dingen, want hoe komt hij anders aan al die mooie auto’s en eer. Ik moet boven mijn
verstand gaan, want het verstand wil mij beheersen, wil mij fixeren op het slechte. Of het kan mij
fixeren op de andere kant van de medaille. Herinner je je nog? Deze ‘andere kant’ kan zeggen
‘wat ben je toch goed, je bent een heilige, je bent als niemand anders’ etc. Hij gaat je dan van de
rechterkant provoceren. In jouw geval provoceert hij jou van de linkerkant. En als je erop
reageert dan val je in de kuil, het netwerk van de s’a. Wat moet je dan doen? Jij moet boven je
verstand gaan. Eerst met je eigen kracht om de toestand te rechtvaardigen, je broeder het te
gunnen. Het is aan de mens gegeven om de ander te gunnen. Je kan dan opstijgen van het 4e naar
het 3e stadium enz. Het is werk binnen mijn 4 onderste keliem. Als ik de ander ga gunnen, dan
kan ik mijn aviejoet, mijn onrust verdunnen. Wij allemaal gunnen de ander niet en daarmee
gunnen we onszelf niet. Alle onrust is omdat we onszelf geen rust, kalmte gunnen en dat is omdat
we de ander niet gunnen. We klagen altijd over de ander, over de maatschappij, recessie, weer
e.a.. Het is leugen buiten mijzelf. Daarom komen we niet toe aan onze innerlijke kanten. Broeder
A moet broeder B gunnen en steeds meer gunnen. Hij gunt hem steeds een kleinigheid. En dan
steeds meer. Dat betekent dat hij zijn keliem verdunt. Zo kom je tot de ware kalmte. Je moet dan
komen tot en met de klie chochma en dan boven je verstand gaan en zeggen ‘al begrijp ik het
niet, ik ga boven mijn verstand’. Hoe doe je dat? De woorden die ישועhad uitgesproken zijn
kenmerkend voor de klie kether. Bijvoorbeeld, ‘als men je op je rechterwang slaat, keer ook de
linkerwang toe’. Je moet van het Hebreeuws uitgaan en dan zal je het begrijpen. En dat gaan wij
straks doen in ons speciale studieonderdeel ‘De Leer over het Koninkrijk der Hemelen’. Daar
zullen wij Briet chadasja – de boeken van het nieuwe verbond, in de heilige taal leren. Alles wat
ישועover het Koninkrijk der Hemelen heeft gezegd, gaat over de klie kether. Als je naleeft wat hij
daar heeft gezegd, dan leer je op te stijgen en binnen te komen in de klie kether. Je moet dan
boven je verstand gaan. Binnenkomen in de klie kether kan alleen door geloof en niet met
verstand en kennis. Iemand die alleen verstandelijk met G’d bezig is, komt niet uit. Zonder geloof
kom je niet tot de kether. Als je niet tot de kether komt, waaruit kan je dan licht ontvangen? In de
kether is de malchoet van de hogere traptrede ingebed en via de malchoet van de hogere kan je
alles aantrekken. Via de malchoet van de goede kant van de ‘boom van goed en kwaad’. De
malchoet van het hogere is ingebed in mijn kether en ik kies voor de kant waar de malchoet
verbonden is met de biena, ‘de goede kant’, dus de tweede punt. Ik kies dus niet voor malchoet de
malchoet die mij niets oplevert, maar kies voor de malchoet die ingebed is in mijn kether, de
malchoet die met de biena is verbonden, de tweede punt. Vandaar ontvang ik al het goede van het
hogere. Dat is zoals ישועzegt: ‘Ik doe zoals de Vader doet van wie ik alles ontvang’. Eerst
moeten wij telkens komen tot die malchoet van de hogere traptrede die in mijn kether is ingebed.
Dat betekent, zoals onze leer ook zegt, ook het opnemen op jezelf van het juk van het Koninkrijk
der Hemelen. Juk, omdat het boven mijn verstand is. Dat voelt als juk, omdat ik gemaakt ben om
voor mijzelf te ontvangen. Als ik tot de kether kom, dan ontvang ik niets voor mijzelf. Dat is iets
wat absoluut tegen de aard van mij als schepping is. Ik ben geboren, gemaakt, alles wat ik ben, is
ontvangen voor mijzelf. Wanneer ik tot de kether komt, dan ervaar ik iets dat onaards is en dat is
geven. De mens moet dat steeds op zichzelf nemen, het Koninkrijk der Hemelen. In Sjlavej
haSoelam leren we niets anders dan het opnemen van het Koninkrijk der Hemelen. Het is niet
anders dan wat ישועde profeet heeft gezegd. Leer het op die manier. Dit is een introductie bij het
mysterie van vergeving. Niet dat je een ander moet vergeven, maar als je de ander los laat, dan
kan je aan je eigen vergeving beginnen. Vergeving hoef je niet met je lippen aan de Schepper te
vragen; het helpt niet als je niet tot de kether komt. Het helpt niet als je met je lippen gebeden
doet en wil dat de ander gaat denken dat je geweldig aan het bidden bent. ישועkeek naar het volk
met liefde. Het is aan ieder van ons gegeven om op die manier op elk moment tot je redding te
komen.
Het zal zeker komen! In 2000, aan het einde van het millennium, was de paus toen de eerste die
met spijtbetuiging aan joden kwam. Hij had vergeving van joden gevraagd voor wat de kerk
joden had aangedaan. Het was oprecht, geen komedie, het was hem van boven gegeven. De tijd
van de Masjiach is gekomen. Let op: nu is de tijd aangebroken dat ook joden officieel, openlijk
ten overstaan van de hele wereld spijt zullen betuigen dat zij ישועlieten vermoorden. Ze hoeven
geen christenen te worden. De hele mensheid heeft dezelfde Verlosser. Nu is de tijd gekomen dat
joden aan de hele wereld spijt zullen betuigen voor het feit dat zij ישועhebben gedood. Want zo
staat het in hun wet, dat wie een opdracht geeft om een ander te vermoorden, is zelf schuldig aan
de moord. Hij is dus ook moordenaar. Luister goed en vecht niet tegen wat ik zeg, dan zal het je
helpen. Alles heeft het algemene aspect en het bijzondere. Wat gebeurde als gevolg van het
doden van ישועals profeet in het algemene aspect? De poort naar de hemel ‘was gedood’ – zij
doodden hem lichamelijk, de redding die naar de aarde kwam. Maar veel erger is het in het
bijzondere aspect, want elke jood - ook die van alle volgende generaties na deze moord, heeft
door deze moord van toen, zijn eigen ישועvan nu, zijn eigen klie kether in het nu, zijn eigen
redding in het nu, met zijn voeten vertrapt. Sinds de gebeurtenis dat zij ישועhebben laten doden,
lieten zij de toegang tot de klie kether voor zich gesloten. Wij weten dat op de schaal van de
menselijke zielen joden als hoofd zijn, de drie eerste bovenste sfirot. Dat betekent dat als zij de
sloten van de hoge Kether, die in eerste instantie voor hen was gekomen, niet ontsluiten, dat de
redding, ישועin eerste instantie ook niet naar de joden komt. Want zij zijn de eerste ontvangers
van het licht. Zij kunnen het niet ontvangen totdat zij tesjoewa, inkeer, tot de kether hebben
gedaan. En aangezien zij daardoor een buffer gingen vormen tussen het reddende licht van het
Koninkrijk der Hemelen en de overige volkeren der wereld, komt het ook niet naar andere
gelederen, naar andere volkeren. Ook christenen die wel in ישועgeloven, kunnen daardoor slechts
mondjesmaat van dat licht ontvangen! Met andere woorden: als joden openlijk spijtbetuiging
doen - en de hele wereld moet het horen, dan zullen alle substantiële problemen in de kern
worden opgelost! Hoor wat ik zeg, en leer de les, draag eraan bij! Zolang joden dat niet doen, zal
er geen einde komen aan allerlei crises, aardverschuivingen, overstromingen, oorlogen, honger
e.d. Niets zal een structurele opbouw bieden als joden niet zo gauw mogelijk bij elkaar komen en
dit ‘kleine gebaar’ doen. Dat ze over de hele wereld spijt betuigen dat zij dat hebben gedaan. Dan
zullen hun ‘joodse’ poorten openbreken naar de wereld toe en dat zal de geweldigste uitwerking
hebben over de hele wereld. Het moet vanuit Israël komen, van het Opperrabbinaat van
Jeruzalem. Zij hadden ישועovergeleverd aan romeinen en zij moeten het in het innerlijke geweten
van de mensheid van alle tijden ook opruimen. Alle joden over de hele wereld moeten het
steunen. Natuurlijk zit alles in jezelf. Alles bestaat uit het algemene en het bijzondere aspect.
Elke jood moet in zichzelf a.h.w. ישועtot leven laten komen. Dat is het. Herleven. Je moet in
jezelf de opening maken naar ישוע, naar de hoge Kether en dan zal de Masjiach komen. Als joden
dat maar aannemen! De rest van de wereld snakt ernaar, of ze dat nou bewust begrijpen of niet.
Als joden het maar aanvaarden! Hier spreekt de kabbalist van deze tijd aan de vooravond van de
komst van de Masjiach de woorden van bevrijding die van boven af komen! Je kan ze niet
negeren! Hoor en verneem ze om je bestwil! Joden hoeven absoluut geen christenen te worden,
maar ze moeten in de geestelijke mikwe, onderdompeling komen. Zij moeten hun diepst-
ingewortelde zonde aan de dood van ישוע, de redder van de mensheid, laten vergeven. Zij moeten
dat in het openbaar doen en om niets. Ze mogen dan leren wat ze willen, maar ze moeten deze
stap nemen.
Maar hoe kunnen joden spijt betuigen over hun rol in de moord op ישוע, als zij hem niet kunnen
vergeven ‘wat hij hen had aangedaan!’ Wat in zijn naam joden werd aangedaan! Men zegt dat het
onoverwinnelijk is bij joden, dat zij ישועzouden kunnen ‘vergeven’. Zij leggen dus de schuld
juist op zijn schouders? In deze tijd is het wel overwinnelijk. Als de joodse religieuze en wereldse
leiders hun posities prijs zullen willen geven voor de ware vrede, voor de verlossing, voor de
redding, dan zal het kunnen. Het is erg eenvoudig. Zoals ישועzei: is het zo moeilijk om aan een
verlamde te zeggen ‘sta op en wandel weg?’. Wat betekent dat? Verlamde is iemand die niet in
staat is om tot de klie kether te komen, die niet vanuit het Koninkrijk der Hemelen het licht wil
ontvangen. Natuurlijk is dat ook waar ישועover spreekt. Het volk moest zich inbeelden dat het zo
was. Als de mens dan na de innerlijke mikwe de kether gaat ervaren, dan wordt hij gered. Ik was
verlamd en ik ging lopen. Ik was blind en ik ging zien. Ik was doof en ging horen. Na de mikwe.
En iedereen kan dat. Dus niet alleen in het algemene aspect: het is niet zo dat we naar joden
moeten wijzen dat ‘zij’ dat niet doen, maar ook aan jou is het nu geopenbaard. Als je dat ook
doet, als ieder in zichzelf dat zal doen… denk niet: als anderen dat niet doen, waarom zou ik het
dan doen? Er zijn natuurlijk ook anderen die zich daarmee bezig houden en wij versnellen de
rijping van het joodse volk opdat ook zij nu uiteindelijk gaan kiezen voor ישועin plaats van
Barabas. Ze zeiden dat ישועdood moest i.p.v. de boef. Ze kozen dus voor de boef in zichzelf. Ze
kozen voor discrepantie naar eigenschappen tussen hen en de Schepper. Daarom kwam alle
ellende op joden. Hadden zij toen in zichzelf voor ישועgekozen, dan zouden zij al die ellende
besparen én aan zichzelf, én aan de rest van de wereld. Bij wijze van spreken, dachten zij toen zo:
wij hebben de kracht, de vier stadia, alles wat in je kracht is te doen, moet je doen. Zij dachten
dat zij slechts door hun eigen kracht tot de Schepper zouden kunnen komen. Waarom? Het was
een denkfout, maar geen domme, want zij zagen dat chochma biena zejr anpien en malchoet de
vier letters van de naam HaWaJa'H, JKWK was. Zij zagen echter niet in dat in de scheppende
kracht ook het stippeltje van de joed was. Zij konden het niet zien met het blote oog, want het
heeft geen klie, geen aviejoet. Om dat te zien moet je boven het verstand gaan, geloof op
brengen. Zij konden deze reddende kracht die geen aviejoet heeft, de kracht die zachtmoedigheid,
barmhartigheid liet zien, niet begrijpen. Toen nam ישועal hun zonden op zichzelf - om hen te
redden. Wat betekent dat? Wat betekent het dat hij alle zonden, alle ziekten op zich had
genomen? Hij was kether en kether heeft geen aviejoet. Kether zelf heeft zijn eigen 10 sfirot.
Alles heeft 10 sfirot. Wie is in de kether de vertegenwoordiger van de kether? De kether zelf. De
9 onderste sfirot in de kether zijn bij hem aangesloten, ook zij hebben geen aviejoet, maar zijn in
hem aangesloten uit de vier onderste stadia in de kether (1e stadium is chochma, 2e stadium is
biena, 3e stadium is 6 sfirot van z’a en 4e stadium is malchoet). Dat is wat hij in zichzelf heeft
opgenomen, dat zijn ‘alle zonden’ – alle aviejoet in kiem die hij op zichzelf heeft gelegd.
Wat betekent innerlijk ‘Oud Verbond, Oud Testament’? Dat is ‘wij-verbond’: ‘wij joden’, ‘wij
christenen’ etc. Het bewustzijn van de massamens. Wat betekent innerlijk ‘Nieuw Verbond? Dat
is ‘ik-verbond’, de persoonlijke verbondenheid met de Schepper. De laatste brengt de
uiteindelijke vervulling zowel aan een individu, als aan de gemeenschap in het geheel. Want in
elk mens op de aardbol zitten twee krachten: ‘Israël’, de wens om te geven, en ‘volkeren der
wereld’, de wens om te ontvangen voor zichzelf. Zorg er dus voor dat Israël in jou ישועin jou niet
gaat vertrappen en ter dood laat brengen. Telkens als je merkt dat de ‘volkeren der wereld’ in jou
de overhand nemen en ישועbinnen jou vernederen en aan de dood overleveren, grijp dan direct in
en overwin hen door boven het verstand te gaan. Dan zal ook jij in staat zijn om telkens te
zeggen: Ik heb de wereld overwonnen.
7. De wil om te geloven
De voorwaarde voor succes, de voorwaarde voor de redding, om verder te gaan, is dat je niet
tegenstribbelt. We gaan allemaal dezelfde richting op en als bijvoorbeeld iemand niet kan, is daar
niets verkeerd aan, maar als iemand niet wil - dat kan niet door de beugel, dat kan ik niet
verdragen. Ook ישועkon dat niet verdragen. Herinner je nog hoe dat met ישועging? Wie redde
hij? Wie genas hij? Alleen zij die geloofden. Iemand liep naar hem toe en zei: ‘mijn dochter ligt
doodziek. Zeg maar alleen het woord en zij zal genezen worden’. Hij geloofde daarin. ישוע
reageerde daarop en zei ‘jouw geloof heeft je gered’. Pas dan was hij bereid om iemand te
genezen, maar in zijn eigen stad kon hij geen wonderen doen. Waarom? Omdat zij niet in hem
geloofden. ‘Geen profeet in eigen stad’; als men niet gelooft dan kan men niet tot de kether
komen. En als men niet steeds tot de kether komt, dan kan men zich ook niet opwerken naar gmar
tiekoen.
Zie je dat? De kether en de malchoet zijn altijd verbonden met elkaar. Als je naar de kether komt
door jezelf, jouw aviejoet, te verdunnen, dan betekent het dat jij met de Ma”N tot de kether komt.
Je kan wat je naar boven trekt, ook naar beneden trekken - je hebt dan de weg afgelegd. Jezelf
naar boven trekken door je aviejoet te verminderen, betekent dat je in je keliem de weg naar
boven doorboort. Als je eenmaal naar boven komt, kan je ook altijd naar beneden komen. Dus de
malchoet is altijd verbonden met de kether. Daarom is het een wisselwerking, want van de ene
komt de andere. Geloof is absoluut noodzakelijk, maar als een mens nog niet kan geloven, is het
niet erg. Wat zei ישועtoen zijn discipelen bij hem kwamen en zeiden: wij hebben iemand gezien
die in uw naam boze geesten uitdreef. Zullen wij hem verhinderen dat te doen? Hij mag het toch
niet doen, want hij is niet de discipel van u’? Hij antwoordde hen: ‘Laat hem dat doen want wie
niet tegen ons is, is voor ons’. Dat betekent wie niet tegen het geloof is zal zeker stap voor stap
tot het geloof komen”.
Dus als iemand die bij ons leert geen geloof kan opbrengen, dan is het niet erg. Maar als iemand
het niet wenst, dus geen geloof wil opbrengen, dan hoort hij niet in de les te zijn, dan ga ik ook
net zulke onorthodoxe maatregelen nemen om iemand dat rechtaan rechttoe te zeggen. Eerst doe
ik het erg voorzichtig, maar als ik dan e-mailtjes terugkrijg waaruit blijkt dat de persoon in
kwestie na zoveel jaren met ons geleerd te hebben, doet alsof hij een wildvreemde is, dan is het
verschil naar eigenschappen zo groot, dat ik voel alsof ik die persoon nooit heb gekend. Als hij
dat dus niet wil doen en er tegenstribbeling is, dan zeg ik ‘jij komt niet meer naar onze interne
lessen, naar de Zoharles, maar jij mag wel als externe student meedoen, vooropgesteld dat jij aan
jezelf blijft werken”. Wij hebben letterlijk geen ‘dode zielen’ nodig. En dan krijg ik weer een
mailtje waarbij een nog ergere splash van emoties, allerlei verschrikkelijke dingen, eruit komt. Ik
kan dan zien dat die persoon absoluut tegen het geloof is. Allen het hoofd werkt bij hem en het
woord ישועbrengt hem tot woede, want zo is dat volk opgevoed. Zij weten niet waarom, maar
alleen het woord ישועbrengt hen al tot verschrikkelijke innerlijke ‘stuiptrekkingen’. Hoe komt dat
naar krachten? Omdat het woord ישועzelf, de kracht van ישועbij hem op de onreine kracht stuit.
Dan blijkt de facto, dat zo iemand bereid is alles te verdragen behalve als hij het woord ישוע
hoort. Het is het heilige der heiligen. De mens komt dan in die lagen van zijn innerlijk die hij niet
kan beheersen. Vandaar zo’n reactie, terwijl hij bij zichzelf dacht dat hij toch nog bij onze interne
studie thuishoorde.
De stage in de kabbala speelt hierbij geen rol. Iemand die vandaag probeert te geloven, die hoort
erbij en die wordt behouden, terwijl iemand die niet gelooft die kan de kabbala 20, 30 jaar leren,
maar niets zal hem helpen. Dus probeer te geloven, probeer het geloof boven het verstand op te
brengen, dan kom je tot de kether, want in de kether zit de Schepper in gebed. Anders komen wij
niet tot de Schepper. Geen mens – let goed op, ik vertel je de waarheid, geen mens komt tot de
Schepper door welk gebed dan ook als hij zich niet eerst opwekt om tot de klie kether te komen.
Wat betekent dat? Als je een gebed uitspreekt - het is erg belangrijk wat ik probeer te zeggen, als
je probeert een gebed uit te spreken en je meent tot de Schepper te spreken, terwijl je niet aan
ישועdenkt, dan is het een wassen neus. De Schepper laat geen gebed door als het niet eerst
gericht wordt in de naam van ישוע. Een gebed kan alleen via ישועde Schepper bereiken, anders
kan het niet. Dus daarom is het altijd goed en juist dat als je een gebed tot HaSjem zegt, je het
dan altijd zegt in de naam van ישוע. Altijd in de naam van ישוע. Je zegt daarmee dat je via ישועtot
de Schepper komt. Anders is de wishful thinking, een wassen neus. Alles wat mijn broeders in
hun gebeden doen is absoluut waardeloos, omdat zij niet inzien en niet geloven dat de Vader tot
wie zij zich richten alleen in ישועis ingebed. En als dat geloof moeilijk voor jou is en je dat stap
voor stap steeds overwint binnen jezelf, dan zal het jou onthuld worden, maar als je je van binnen
ertegen gaat verzetten, dan heeft het geen zin.
Kijk ik verkondig geen christendom, overal in het heelal zijn vonken van het licht verspreid. Ik
verkondig alleen de Leer van HaSjem over de totale Verlossing en niet in een bepaalde richting.
En geen mens kan tot zijn ware destinatie komen anders dan via de laatste punt, dat oogje van de
naald dat de klie kether is, de fijnste plaats ישוע, en daarin is het hoge licht ingebed. Dan pas kan
je tot HaSjem komen. Naam betekent klie. Je zegt van binnen ‘in de naam van ’ישוע, onze משיח,
dan kan je komen tot de Schepper. Doe je dat niet dan is het een religieuze komedie en die helpt
niet.
Een paar dagen geleden heb ik op tv gezien, hoe men in Israël de lichamen van de gedode rabbijn
en zijn vrouw uit Mumbai in India hebben overgebracht naar Israël. Daar legde men de in witte
lakens gewikkelde lichamen in doodskisten. Dit voltrok zich in een grote plechtigheid in een
ultra-orthodoxe omgeving met een paar topmensen van de regering. Een van de grote rabbijnen
had daar iets gezegd en ik hoorde wat hij zei. Ik ken al hun gebeden, die puur aangeleerd zijn. Ik
hoorde ook de manier waarop hij zijn betoog hield, deze statige rabbijn met een mooie lange
witte baard, met een ultra-heilig voorkomen… maar ik voelde er niets heiligs in. Het was net een
holle pop die daar stond. Wat hij allemaal zei… het waren allemaal dingen die aangeleerd zijn.
En wanneer het nodig vond laste hij ook een jammerend stemmetje in, op de manier zoals de
chassidiem weten op te treden om het publiek tot ontroering te brengen. Hij refereerde ook aan
wat AR”I had gezegd, want ze weten allemaal dat AR”I heilig was. Maar was dat een gebed? Zal
het opkomen tot de Schepper? Geen sprake van! Het zijn allemaal trucjes die zij aanleren. Ze
spelen een soort religieuze komedie, want alles wat zij zeggen wordt gezegd met de lippen en
naar buiten, dat is geen gebed. Zonder te komen tot ישועkan men de Schepper niet aanraken!
Urenlang kan je zo doen, je kan het hele volk laten bidden, dag en nacht, een heel jaar door en het
zal niet doorkomen. Er is maar één hoge Kether die ישועis, hij heeft ook gezegd ‘mijn Vader
heeft alles aan mij gegeven, en niemand komt tot de Vader anders dan door mij’. Het is absoluut
zo. Maar je moet het ervaren, je moet weten wat je ervaart. Het zijn niet alleen woorden. Je moet
weten dat je het laatste station niet kan overslaan om tot de eindbestemming te komen. Zonder
acceptatie van … ישועtot waar zal je gebed komen? Dus als iemand van onze studenten het nog
niet kan is dat niet erg. Maar als iemand tegenstribbelt, dat is wat anders. Het kan dat een student
van binnen voelt dat hij a.h.w. tegenwerkt. Hij heeft misschien zelfs weerzin, maar als hij mee
wil doen, meegaand wil zijn, het wil overwinnen, wil dat de kracht hem gegeven zal worden dat
hij het zal overwinnen, dat hem het geloof gegeven zal worden dan mag hij bij ons blijven leren.
Geloof betekent niet dat iemand zomaar zegt ‘ik geloof’, naïef hopend dat zijn zonden terstond
aan hem vergeven zullen worden. Geloof is dat jij je beschikbaar maakt en van boven krijg je dan
het geloof. Geloof betekent dat je Ma”N kan opbrengen. Geloof is niets anders dan Ma”N
opbrengen naar de kether. Dat is de weg naar het licht - dat is geloof.
Wat wel geloof en wat geen geloof is, kan je gemakkelijk zien. Je moet dan natuurlijk een
bepaald criterium hebben, een soort ‘geloofsdetector’ of beter nog een ‘ongeloofdetector’. Je zou
zien dat de woorden die de toprabbijn op de plechtige begrafenis in Israël uitsprak, allemaal holle
woorden waren. Hoe mooi die woorden voor de meeste mensen lijken, het is uiterlijke schijn.
Van binnen kon ik absoluut niet voelen dat de woorden zich de weg naar HaSjem baanden. AR”I
had dat vermogen om waarheid direct van leugen te onderscheiden. In onze tijd kan iedereen
deze perceptie ontwikkelen. Het is aan te leren. Het is niet zo dat je in afzondering moet zijn,
heilig moet zijn. Je kan het aanleren. Je zou dan kunnen zien dat binnen de mens een soort
lichtkolommetje open staat, dat tot boven het hoofd uitkomt. Het is als kav. Dat gaat naar boven
en verbindt zichzelf met de kether. De kether is het hoofd en daar zit het geestelijke. Vandaar
verbindt het zich met het licht. Dat is de weg naar het licht. En natuurlijk kan het daardoor ook
van boven naar beneden komen. Als een mens zichzelf ontvankelijk maakt, dan maakt hij zich
beschikbaar waardoor hij het zelf gaat aanboren. Deze weg van boven naar beneden bestaat altijd.
Maar van beneden hebben wij de put als het ware dichtgegooid - dat is wat de mens heeft gedaan,
maar van boven bestaat altijd deze weg naar de mens toe. En dat is wat wij moeten openzetten.
Daarom moeten wij niet tegenstribbelen. Wij moeten als één zijn: ieder voor zichzelf als één, en
ook wij als klein groepje dat hier op de les komt. Elke les komen via de Zohar nieuwe
onthullingen en elke les wordt van die dichtgegooide kav in ons open gebroken. Met de dag moet
het opener worden gemaakt en dat kan alleen door je medewerking, anders gaat het niet. Daarom
gebeuren er dat soort dingen, dat opeens - van de ene op de andere dag, iemand de studie moet
verlaten.
Voor ons is iets geweldigs weggelegd, een geweldige weg. Stap voor stap zullen wij het meer en
dieper gaan ervaren, tot de volledige gmar tiekoen - op persoonlijke vlak en gmar tiekoen van ons
allemaal. Ons doel is om uiteindelijk gmar tiekoen te bereiken voor onze groep. Het is absoluut
individueel en tegelijkertijd als groep. We moeten het samen doen, er allemaal aan meewerken.
Dat kan niet als iemand tegenstribbelt. Tijdens de les moet er absolute overgave zijn en ‘buiten de
les’ moet je er aan blijven werken. We moeten allemaal dezelfde kant opkijken als groep, terwijl
wij toch individueel blijven.
Het is niet moeilijk om Zohar te leren, maar het is moeilijk zonder geloof. Ook in deze wereld te
leven is moeilijk zonder geloof moeilijk. Alles is zwaar, alles is zo tragisch, zo moeilijk zonder
geloof. Het is de mens zelf die het zo ervaart. We hebben gezien dat het geen eenvoudig geloof
moet zijn onder het verstand, het moet geloof zijn boven het verstand. Dat betekent zoals we
hebben gezien, dat we eerst door onze eigen krachten moeten opklimmen, en daar moeten we ook
ons verstand bij gebruiken. We moeten ons verstand wel gebruiken. Niet onder het verstand gaan,
maar steeds jouw verstand gebruiken. En hoewel het verstand ons zegt om binnen het verstand te
werken, moeten wij boven het verstand gaan.
Kijk nou naar de Talmoed. Het is geweldig, maar als je niet een stukje verder gaat dan de
Talmoed, dan helpt het niet. Het is prachtig hoe het hoofd dat allemaal kan, al die logica, al die
redeneringen., maar zonder waar geloof helpt het niet! Talmoed op zichzelf is geweldig. Het is
niet de Talmoed die schuldig is. Ik zeg niet dat de Talmoed slecht is, maar dat zij die de Talmoet
leren, dat slechts met hun hoofd doen. Wat betekent dat? Binnen het verstand, en wat je ook leert
en doet in het geestelijke, als je dat binnen het verstand doet dan verhoort de Schepper je niet.
Waarom niet? Binnen het verstand betekent binnen keliem de-kabbala. HaSjem is de absolute
wens om te geven. Hoe kan je je verbinden met HaSjem? Door overeenkomst naar
eigenschappen, dus alleen door net als hem te geven. Hoe kan je aan HaSjem geven, wat heb je
om aan Hem te geven? Niets kan je geven. Je kan alleen je aviejoet verdunnen, want je wens om
te ontvangen voor jezelf verdwijnt niet, je kan het alleen telkens verdunnen. En dan kom je tot de
kether en ontvang je licht. Je moet niet altijd bij de kether blijven: je komt daar en je ontvangt
daar de redding, opluchting, je ontvangt daar genezing zodat je verder door kan gaan. Je hebt de
weg zelf afgelegd - de weg van beneden naar boven, naar de klie kether, en daarom kan je altijd
terug. Heb je meer kracht, dan ga je van de klie kether terug naar de lagere keliem. Je ontvangt
dan het licht roeach. Steeds, stap voor stap, kan je verder gaan maar altijd verbonden met de klie
kether. Dat betekent dat je altijd verbonden blijft met ישוע. Dat is de belangrijkste boodschap. Je
moet altijd weten dat jij je ermee kan verbinden. Als iets niet lukt, schreeuw dan niet gelijk
haSjem, haSjem. HaSjem, want dat helpt niet. Wat wel helpt is je te verbinden met ישוע. ‘Ik heb
mijn zoon al naar je gestuurd, hij heeft jullie de boodschap gegeven, waarom leer je niet van
hem? Ik heb alles aan hem gegeven wat de Schepping betreft, leer van hem’. HaSjem zelf zegt
naar krachten: ‘Waarom kom je naar mij toe?’ Duidelijk? Dus leer wat Hij zegt.
ziet is Heilig! Dat moet je altijd goed weten! Dus als je tot ישועkomt dan wordt je verbonden met
U
ישוע. Dat betekent dat je door je absolute geloof en toewijding zijn woord naleeft. Je verkrijgt dan
het nieuwe geestelijke lichaam. Op dat moment ga je voelen dat wat eerst boosheid, kwaad en
allerlei andere nare dingen in jou waren waardoor je jezelf verschrikkelijk onaangenaam en
verscheurd voelde, verandert; je voelt dan opeens het licht in jou binnenkomen. Daardoor
transformeert jouw kwaad in goedheid van het licht. En dat gebeurt door de verbondenheid met
ישוע. Dan voel jij je vol en heel in ישוע, maar het is jouw lichaam. Jij voelt jezelf één met ישוע
maar dan is het binnen jouw keliem. Dat is heel iets anders dan het geloven in het verhaal OVER
ישועmet getuigenissen van anderen, dat ישועwas daar ergens en deed dit of dat. Het is heel iets
anders dan wat Paulus beschreef dat toen hij ergens met een expeditie ging om de eerste
aanhangers van ישועte vervolgen, dat ישועvan buiten aan hem verscheen en zei ‘follow me’. Hij
U U
heeft ישועdus van buiten gezien. Je kan ישועalleen als kracht zien en niet als mens van vlees en
U U
bloed. Zelfs met de beste verbeelding moet je weten dat een mens die je ziet, die van vlees en
bloed is, geen heilige is. Het verhaal is wel fraai bedacht en de massamens wil het ook zo.
Daarom wilden de oprichters van het christendom dat ook zo aan de gewone mens laten zien.
Niet om de massamens te bedonderen, maar het was nodig voor het gewone gepeupel. Eerst
moest men iets vertellen wat een beeld heeft - al is het maar een beeld van ישועdie geen beeld
heeft. Toch vind je overal in kerken beelden van ישוע. In de ene kerk ziet hij er zo uit en de
andere kerk wil niets met het katholieke beeld van ישועte maken. Die willen hun eigen beeld van
ישועhebben en daarom maken zij gewoon een protestants uitziende ישוע. Begrijp je? Een beeld in
plaats van de kracht van de hoge Kether. En in Afrika hebben ze weer een andere ישועdie bij hen
past. Zij zien dat beeld door hun eigen cultuur. Het is en blijft een cultuurverschijnsel. Maar weet
altijd dat elk beeld van ישועtegen ישועis. ישועzou het helemaal afkeuren dat men een beeld van
hem ergens in een kerk plaatst. Het is in wezen als afgoderij, G-d behoede. Hij zou het
weerzinwekkend vinden wat zij daarvan hebben gemaakt en toch zeg ik niet dat het verkeerd
bedoeld was. Het kan misschien goed zijn voor de massamens om ermee te beginnen, dus voordat
een mensenkind tot zijn rijpe volwassen toestand komt, wanneer hij geen beeld van ישועmeer
nodig heeft. Wat moeder Theresa openbaarde, openlijk had gezegd, dat aan het einde van haar
leven toen zij echt geestelijk rijp was geworden in verbondenheid met ישוע, dat zij alleen leegte in
haar voelde, is een goed teken en een ware boodschap aan christenen: geen beeld van ישועzal je
redden. Dus verbind je van binnen met de kracht van ישוע. Je moet de kracht van ישועvoelen,
binnen jezelf ervaren en niets anders! Dat is jouw kether en niet iets anders! Dat is jouw ישועin
elke toestand. Ga niet ergens anders ישועzoeken, zoals op een kruis. Dat is de volwassen
geestelijke houding, de ervaring, de redding in ישוע.
Wat leren wij in de Zohar? Wij zijn nu tot iets verder dan de helft van het eerste boek van Zohar
gekomen. Kijk hoeveel verwijzingen daar in zitten. Zie je hoe het op ons ingewerkt heeft? In het
bijzonder vanaf het moment wanneer we begonnen te leren over Chabbakoek, over het dood gaan
van Chabbakoek en zijn opstanding uit de dood; dat bracht bij ons zoveel te weeg. Het concept
ישועmet de Leer van het Koninkrijk der Hemelen bracht het als het ware aan het licht. We zien
het ook terug in alles wat wij hebben geleerd over de kether en over de Atiek van de Atsieloet. In
elke kether zit de kracht van ישוע. En de Gmar Tiekoen is de absolute verlossing. Overal in de
Zohar is sprake van verlossing. Dat is het bijzondere wat aan dat volk is gegeven in die vier
onderdelen van de Leer over de Verlossing. Welke verwijzingen naar עושיzijn er in de leer van
vijf partsoefiem die aan AR’I van boven werd gegeven, en in de hele Kabbala?
Het hele traject van de Ejnsof naar onze wereld, gezien vanuit de jessod, heeft AR’I uit de Zohar
gehaald. In zijn persoon kwam de ziel al tot de volle ontwikkeling, tot de jessod, terwijl dat bij
Sjimon nog op het niveau van de tieferet was. Natuurlijk had ieder van hen zijn eigen plaats
ontwikkeld tot aan zijn eigen jessod. Bij השמwas dat tot jessod van de daat. Sjimon had het
ontwikkeld tot jessod van de tieferet. Maar op de schaal van de zielen van de hele mensheid was
Sjimon bar Jochai alleen de tieferet. Maar de ziel van AR’I bereikte de jessod op de schaal van de
hele mensheid. Hij kon dus de kracht van het schijnen van het licht chochma aantrekken omdat
hij het vermogen had het te weerkaatsen van de ware jessod van de hele mensheid. Hoe kunnen
we in de Leer van Kabbala zien welke verwijzingen daar zijn op de Leer van het Koninkrijk der
Hemelen? Kijk, eerst bestaat de Ejnsof. Ejnsof heeft de wens om te geven, om de wereld op te
bouwen. Ejnsof creëert de klie - de geschapen wereld, die elk moment opnieuw geschapen wordt
en geeft in de klie zijn licht. Eerst wordt dus een tekort gecreëerd en dan geeft het licht een
vulling van dit tekort. In de scheppingsgedachte was een wens om een schepping te scheppen die
absoluut zelfstandig zou zijn in al zijn gelederen. De schepping zou niets van het licht hebben,
alleen maar klie zijn, leeg van licht, individueel. Er is één Schepper en één schepping. Elk
element van de schepping is zo gemaakt dat elk schepsel naar individualiteit verlangt. Elk
schepsel wil graag tot de volledige ontwikkeling en vervulling komen. En dan is het de
verzameling van alle individuen die zichzelf tot volmaaktheid brengt - dat maakt een volmaakte
schepping.
Hoe zien wij dat verder in de A”K? Het doel van de schepping is om Zijn schepping het goede en
het behagen te geven. Hier, in de geestelijke werelden zitten als het ware de tekenen van het idee
van de Masjiach in de kiem al ingebouwd. ישועzit hier nog potentieel naar krachten, die nog zeer
verdund zijn. De manifestatie van ישועzal later komen - dat is pas de eerste partsoef. Hoe is de
eerste partsoef? In de eerste partsoef Galgalta gebeurt er iets speciaals. Het directe licht komt in
één klap via de peh in de goef, in het lichaam van sfirot. In A”K komt het licht en het licht kether
komt met alle andere negen lichten ineen. Dat is iets geweldigs, alleen in de partsoef Galgalta is
dat nog het geval, dat in één klie - malchoet - alle tien lichten in een klap binnekomen. Zij zijn in
die ene klie wel gerangschikt van hoog naar laag, want het heeft nog niet meer dan één klie. Maar
de plaats van de toekomstige klie kether was al aanwezig. En op de plaats waar de klie kether in
de Galgalta was, was ook licht kether zelf. Dus dan hebben potentieel de klie kether met het licht
kether; dat is uniek en is alleen het geval in deze eerste partsoef van de schepping.
Alleen in de Gmar tiekoen zal het zo zijn maar met dat verschil, dat het hoge licht helemaal zal
door komen tot en met de wereld Assieja. Dan komt de tweede partsoef A”B. Wat hebben wij in
de tweede partsoef A”B? Het licht kether vertrok uit de Galgalta en kwam niet meer in de
schepping, dus wij zien iets bijzonders in de partsoef A”B. Het licht kether komt niet meer
binnen in de keliem gedurende de tijd van correctie. Dus het licht kether is nu onder de malchoet
de rosj komen te staan en blijft daar altijd staan tot de gmar tiekoen. Het verblijft daar om daar
vandaan de keliem te helpen om het licht te verkrijgen. Dus niet binnen de keliem, maar van
boven en buiten de keliem. We hebben een zeer speciale toestand waarbij het licht kether buiten
de keliem, buiten de klie kether is en alleen op een afstand schijnt. Zo was de wil van HaSjem om
stap voor stap keliem te maken op de manier dat zij zelfstandig zullen worden. En kijk nou wat er
in de partsoef A”B plaatsvond: het licht komt niet meer in een keer binnen, maar gaat tien keer
binnen en tien keer uit, mate we-lo mate, binnenkomen en uitgaan. Het komt dus in de klie kether
en gaat eruit, komt weer naar de klie kether en dan komt het licht verder naar de klie chochma,
gaat uit en komt weer binnen. Er bestaat een wet: het binnenkomen van het licht en het uitgaan
van het licht, maakt een klie.
Wij zien dat het idee van de Masjiach ook in de partsoef A”B zit ingebouwd. Het schijnen van
het licht kether aan zijn klie kether, dient als het ware als tussenschakel tussen het licht in het
hoofd en de keliem. Het blijft altijd daar buiten staan, als tussenschakel tussen de Ejnsof zelf en
de keliem. En dat licht kether dat er nu buiten staat, had wel al in de eerste partsoef Galgalta
gezeten, dus in de schepping. Want in de Galgalta is het licht kether al geweest en pas daarna was
het uit gegaan. Deze plaats van de klie kether heeft wel de smaak van het licht kether
overgehouden. Immers niets verdwijnt in het geestelijke. Dus het licht kether heeft al
eigenschappen, iets uit de schepping, uit de plaats van de klie kether van de Galgalta. En dat
draagt die met zichzelf mee. Dan zien we van de klie kether in dat licht kether de tekenen van de
toekomstige naam ישוע. Voorlopig is het alleen nog als lichte keliem, alleen maar in de structuur
van de geestelijke werelden. Maar later zullen zij verankerd worden in de ziel van de mens. In de
partsoef A”B waren de zielen er nog niet. De zielen komen pas in de wereld Atsieloet, maar de
voorwaarden voor de komst van de Masjiach zien wij hier al in de hoge werelden. Er bestaat een
principe: niets kan beneden ontstaan wat niet eerst boven bestond. Of anders gezegd: niets bestaat
in het bijzondere wat niet bestaat in het algemene. Als dat zo is, hoe kan de Masjiach dan komen?
Hoe kan ישועhier op aarde komen als wij boven in de geestelijke werelden niet de bron kunnen
vinden waar die vandaan komt? We zien dus dat in het binnenkomen van het licht en zijn
verspreiding, al de structuur en de voorwaarde wordt gevormd voor de komst van de Masjiach.
Ik probeer alleen globaal aan te geven hoe dat in de Kabbala-leer is. Het moet geen technische
studie zijn, ook al lijkt dat soms zo. In wat wij leren zit de bevrijding en dat moet je steeds zien.
Ook als je de TES leert moet je steeds weten dat het over de ontwikkeling van de geestelijke
werelden gaat, over het ontvouwen van de scheppingsgedachte. Ook de kracht van de חישמ, de
Bevrijder, zit er in en ontvouwt zich. Hou dat steeds voor ogen en dan zal het leren van de TES
geweldig zijn. Je weet dan waar het vandaan komt en waar het voor dient.
Nu gaan we in vogelvlucht verder kijken, ook al is er veel over te vertellen.
De derde partsoef is Sa”G. Kijk nou wat er in de Sa”G gebeurt. In de Sa”G zien wij iets wat erg
lijkt op een latere komst van ישוע, de kether: Sa”G heeft ook twee delen. Eén deel, één sfira
kether, is boven de taboer en de nekoedot de Sa”G, de negen onderste sfirot van de Sa”G, dalen
van de Sa”G af naar onder de taboer. Waarom? Sa”G is biena en biena heeft de verbondenheid,
verplichtingen ten opzichte van de Zo”N - z”a en noekwa. Dus wat doet zij nu in de derde
partsoef Sa”G? Zij daalt af naar onder de taboer om hen te helpen, om aan hen te geven. Onthoud
goed dat de biena naar de lagere komt om aan hen te geven. Als wij van biena spreken, dan
bedoelen wij biena in het algemene aspect en biena in het bijzondere aspect. In het bijzondere
aspect bestaat de biena in elke sfira.
Het opstijgen naar de kether is altijd naar de biena van de kether. We zien ook hier in de partsoef
Sa”G, de verdere ontwikkeling van het idee van de Masjiach. Aan de ene kant wordt de
schepping gemaakt als klie van ontvangst en die staat als zodanig pal tegenover de eigenschap
van het geven. Maar je kan een schepping niet anders creëeren dan dat die tegenovergesteld is
aan het licht. De schepping moest volgens de scheppingsgedachte geheel autonoom worden.
Daarom is de schepping alleen klie voor het ontvangen. Wat zien wij dan? Wij zien in de
scheppingsgedachte een parallel aan het aspect van ‘twee lijnen’. Aan de ene kant zien wij de lijn
van het scheppen van de klie kabbala, de ontvanger, dus iets wat de schepping verwijdert van het
licht. De schepping daalt samen met het verruwen van het licht steeds verder naar beneden, wordt
steeds dikker en grover, raakt steeds verder verwijderd van het hoge licht. Aan de andere kant
zien wij ook dat daardoor het idee van de Masjiach wordt ontvouwen. Tegelijkertijd brengt
HaSjem de weg naar de verlossing van dezelfde schepping die Hij geschapen heeft. Het is
geweldig. Men zegt over de Schepper dat Hij de rechtvaardige slaat, klappen uitdeelt en
tegelijkertijd de wondjes verbindt. Hij schiep de wens om te ontvangen en Hij schiep de Leer van
Verlossing van deze wens door deze te transformeren in het geven. Tegelijkertijd komen dus die
twee lijnen: aan de ene kant verwijdering van HaSjem, steeds grover worden en aan de andere
kant dat idee van de verlossing. Dat zien we ook in de Sa”G, waar precies hetzelfde gebeurt. Die
biena komt naar beneden onder de taboer om te helpen, om chassidiem aan haar kinderen te
geven. Vervolgens kwam de wereld Nekoediem. In de wereld Nekoediem kwam malchoet in elke
klie te staan, dat was daarvoor niet zo. Dit is de verdere stap in de vorming van keliem. In de
wereld Nekoediem hebben we nu iets geweldigs, we hebben in elke sfira twee polen: rechts
hebben we de sfira zelf en links hebben wij de begrenzing. De malchoet stijgt op in elke sfira en
heeft een plaats gekregen die links is van elke sfira. Rechts hebben we dus een sfira, licht
chassadiem en links hebben we begrenzing. Als we een begrenzing hebben, dan hebben wij ook
een relatie: gever-ontvanger. Dat is de wereld Nekoediem. Maar dan hebben wij gezien dat de
bovenste helft in de wereld Nekoediem het licht kan ontvangen, terwijl de onderste helft - onder
de parsa - het licht niet kon ontvangen. Wat doet de Schepper dan?. De Schepper doet iets
geweldigs. Hij gaat deze keliem van de wereld Nekoediem breken. De goederikken en de
slechterikken - wat wel kan ontvangen en wat niet kan ontvangen, gaat Hij met elkaar
vermengen, want beide zijn onderdeel van de schepping. De keliem worden dus gebroken en er
komen massachiem. En elk deeltje van de gebroken scherven heeft zowel goed als kwaad in
zichzelf. Elk scherfje heeft nu iets van boven de chaze, iets wat licht is, en iets van beneden de
chaze, wat alleen maar verlangen, tekort is. In elk scherfje zit dan goed en kwaad. Begrijp je dat?
Het is zeer bijzonder. Hier zit een verdere uitwerking van het idee van de חישמ. Elk deeltje, groot
en klein, heeft nu beide in zichzelf, licht en duisternis, goed en kwaad. Waarom is dat van boven
gedaan? Om aan elk deeltje van de schepping de verlossing te brengen. Want als in elk deeltje
vonken van het licht zitten, dan kan dat scherfje dat zich corrigeert altijd een beroep doen op dat
stukje licht en daadoor uit de duisternis komen. Dat is de wereld Nekoediem.
De volgende wereld na het breken van de wereld Nekoediem is de wereld Atsieloet, de wereld
van correctie. Deze wereld Atsieloet wordt opgebouwd uit twee delen. Het rechterdeel van de
wereld Atsieloet, de hele rechterkant van de partsoefiem - dat is licht, licht van het niveau nefesj
met een beetje roeach (resjimo van roeach van inbedding). Aan de linkerkant van de wereld
Atsieloet hebben wij die eerder gebroken keliem die nu correctie ondervinden. Dan zien we dat
ook hier het idee van de Masjiach verder wordt uitgewerkt in de correctie van de schepping. Wat
zien we verder nog in de wereld Atsieloet? Dat de malchoet van de eerste beperking nu verstopt
is in de Atiek van de Atsoeloet. Wat heeft dat als gevolg? Dat alles wat onder deze malchoet is
kan ontvangen, want men kon niet meer het licht chochma ontvangen in de malchoet van de
eerste beperking. En nu zij in de Atiek verborgen is, kan alles wat eronder is het licht wel
ontvangen, want de ware malchoet is daar niet. Vanaf de A”A in de wereld Atsieloet zit geen
malchoet van de eerste beperking meer. In plaats van de malchoet is er ateret jessod. Dat betekent
dat de schepping nu licht kan ontvangen vanaf de A”A. In de malchoet hebben we twee punten.
Het punt van de tsimtsoem alef en daar kan geen licht door komen in de schepping. Maar via het
tweede punt in de malchoet – wij noemen dat malchoet van de tweede tsimtsoem, de malchoet is
daar verbonden met de biena - daarlangs kan het licht de schepping wel binnen komen. Er is daar
geen malchoet van tsimtsoem alef die het licht zou kunnen stoppen. Daarom zien wij ook hier een
verdere ontwikkeling van de geschapen wereld naar de bevrijding. Dus ook hier zit de
verwezenlijking van het idee van de Masjiach. Masjiach is er al maar alleen in de werelden en
nog niet in de zielen. En nu, in de wereld Atsieloet, zijn er zielen geschapen. Wij weten dat de
zielen zijn geschapen. Hoe? Hoe werd Adam geschapen? Let op, wij doen het in vogelvlucht. De
z”a en de noekwa waren opgestegen naar de biena, naar de Av”I van de wereld Atsieloet. Daar
werd de eerste mens, Adam geboren. Wie is onder de Av”I? en z”a. Dat is de plaats waar Adam
werd geboren. Dat is dus de plaatst waar de wortel is van alle zielen. De wortel van zielen is dus
de jessod en z”a van de wereld Atsieloet. Waarom? Omdat Adam werd geboren door de plaats
van Av”I, want de zo’n stegen daar naartoe en krijgen daar licht van de Av”I. Z”A kreeg licht
van de Abba en noekwa kreeg licht van de Iema, Zij konden niet op hun eigen plaats mensen
geboren laten worden, maar alleen van de plaats van de Av”I. Want Av”I heeft licht dat nesjama
heet, en de mens moest nesjama hebben. Dus dat is dan de bron. De geboorte betekent één maat
lager dan pa en ma. Dat betekent dat de plaats van de wortel van zielen vanaf Jisoe’T en verder
naar beneden is: Z”A en noekwa van de wereld Atsieloet. De hoogste rechtvaardigen, zoals
Awraham, Jitschak, Jaakov e.a. zijn merkawa, wagen, dragers van de krachten van de Z”A van de
wereld Atsieloet. Z”a heeft op zichzelf geen kether. In plaats van kether wordt bij hem sfira daat
gebruikt. Z”A heeft wel drie lijnen en heeft die drie sfirot in het hoofd: chochma, biena en daat.
Normaal heeft Z”A slechts 6 eigen sfirot en heeft geen hoofd. Wanneer z”a gadloet verkrijgt,
heeft die negen sfirot: in het hoofd:: chochma, biena en daat; in het lichaam chessed, gwoera en
tieferet; in het onderstel netsach, hod en jessod. De ware malchoet is niet werkzaam in de wereld
Atsieloet. We zeggen wel ‘malchoet’ omdat het van de tweede tsiemtsoem is, maar we bedoelen
dan de A”J. In de wereld Atsieloet is het zo: negen sfirot en A”J is de tiende. Z’A heeft geen
eigen kether. De kether werd aan de z”a geven door de biena. Zij gaf hem kether in haar liefde
voor haar zoon, Z”A. Nu komen we tot een bijzonder belangrijk punt in de ontwikkeling van de
geestelijke werelden. עושיals Verlosser, had in zijn eerste verschijning als mens op aarde, deze
kether van de z’a bekleed, die de biena aan z’a had gegeven. Dat is het innerlijke niveau van ישוע
met de zuiverheidgraad van biena. Kan je begrijpen wat voor ziel dat was? Aan de ene kant was
dat inderdaad mens en andere kant was het als biena. En wij weten dat biena puur chassadiem is,
de pure wens om te geven Daarom ging men in het christendom ישועals G’d zelf zien. Eigenlijk
heeft deze kether niet de aard van de Z”A! Het hoort bij de biena en de biena is G’ddelijk. Z”a en
noekwa van de wereld Atsieloet zijn al schepping. Zo”N is schepping. Wat hebben we geleerd?
Wie is de schepping? Dat is z”a en de noekwa, maar ישועis de kether van de Z”A die van de
biena komt. De biena is niet de schepping, maar behoort tot de Schepper. Wat ik zeg is bijzonder,
je kan dat nergens anders leren. Ik heb het uit de diepste bronnen van de Kabbala. Dat is de
hoogste theologie ooit die nu voor het eerst aan de mensheid onthuld wordt. Wij hebben dus ישוע
die kether is, die van de biena komt. Aan de ene kant is deze kether tot kether van de z”a
geworden, en de z”a is al de schepping. Deze kether is net als de schepping geworden, want hij
behoort nu tot de z”a. Aan de andere kant heeft die kether de oorspronkelijke natuur die niet van
de z”a is. Deze kether van de z”a is ook een bijzondere, we zullen dat ook leren en dan zullen we
met hele andere ogen zien. Deze kether behoort ook tot de biena en de biena is niet de schepping.
Biena is absolute heiligheid, er is geen manifestatie van kwaad in de biena. Daarom kent ישועook
geen kwaad. Deze kether is neergedaald naar de negen sfirot van de z”a - in de toestand van de
gadloet in de z”a - om de kroon te zijn van de z”a. De Z”A is ‘Israël van boven’, en beneden is
het volk Israel de dragers van de kracht van de Z”A. Zij moeten zich in overeenstemming
brengen met de z”a in het hogere, en hier beneden de kracht van z’a dragen en doorgeven. Wat
betekent dat allemaal? De kether van de z”a van de wereld Atsieloet is de kracht van de biena. D
kether van de z”a is ontleend aan de biena. Biena heeft het gegeven aan het hogere deel van z’a.
In de Z”A van de wereld Atsieloet zit dus de kracht van de verlossing, want de biena brengt de
verlossing aan haar kinderen, aan de geestelijke sfeer, die de schepping heet, aan de partsoefiem
Z”A en noekwa.
Precies hetzelfde moest ook plaatsvinden hier op aarde ten aanzien van zielen. De verlossende
kracht kwam hier op dezelfde manier in het lichaam van Israël beneden. Deze kracht is ישוע: ישוע
bestaat in de geestelijke werelden en ישועkwam hier op aarde. ישועin zijn geest is een omhulsel
van de kether van de z”a. Dus hij is merkawa, de wagen, de drager, omhulsel van de kether van
de z”a met zijn lichaam hier op aarde, want de geest is daar en het lichaam is beneden op aarde.
Zijn geest kwam hier op aarde (hier is het volk Israel z”a, zijn eigen negen sfirot). ישועis de
kether, de kroon van het volk Israel, omdat zo staat het ook in de geestelijke wereld Atsieloet.
Daar bekleedt de ziel van ישועde kether van de z”a van de wereld Atsieloet. Kether betekent
kroon en kroon behoort bij een koning. Zo is ישועnaar krachten ook de de koning van het volk
Israel. Zo kwamen wij tot de zielen beneden in de schepping, want de zielen is het eindstation, de
kroon van de hele schepping. De zielen zijn ingebed in mensen aan wie door de
scheppingsgedachte is voorbehouden om the last touch te doen, de laatste loodjes te leggen in de
volbrenging van de schepping tot zijn volmaaktheid. Want alleen door het doen opstijgen van
ma”n door de zielen hier op aarde kan dat stukje van de BieJ”A gecorrigeerd worden. En dat
heeft HaSjem overgelaten aan de mens waarvoor Hij de ziel van ישועnaar beneden liet komen
omhuld in het lichaam van onze wereld. De ziel van ישועvóór zijn eerste verschijning hier op
aarde was de Ga’R van de kether van de wereld Atsieloet. Je zal begrijpen waarom we alleen van
עושיde redding kunnen ontvangen. Het is de Ga’R van de kether van de wereld Atsieloet.
Herinner je je nog waar de malchoet de malchoet in Atsieloet is verborgen? In het hoofd van de
Atiek. Atiek is de bovenste kether van de wereld Atsieloet. Kether, chochma en biena vormen het
hoofd van de atiek. Onder de Ga’R van de biena van de Atiek is deze ware malchoet de malchoet
van het hele heelal verborgen. Niet alleen van een mens, maar van het hele heelal. We hebben
altijd gezegd, dat de inbedding van de ziel van עושיin het lichaam van deze wereld, de bekleding
was van de kether van de Z’A van de Atsieloet. Herinner je je nog? Zijn ziel kwam hier op aarde
en heeft zich ingebed op het niveau van de kether van de Z’A van de Atsieloet. Maar vóór de
inbedding van zijn ziel in het lichaam van onze wereld, bekleedde zijn ziel het hoofd van de
Atiek van de Atsieloet. In het hoofd van de Atiek van de Atsieloet is de plaats waar de malchoet
de malchoet is ingebed. M.a.w., de ziel van ישועvóór zijn komst hier op aarde bekleedde het
hoofd van de kether van de Atsieloet. Waar zit de ware malchoet gedurende 6000 jaar van de
schepping? Onder de biena van de kether van de Atiek. Zijn ziel was boven de plaats waar de
malchoet de malchoet van het hele heelal was ingebed in de wereld Atsieloet. Natuurlijk is het
dan toch wel bekleding, omdat het toch wel klie is. Het is de dunste klie van de wereld Atsieloet.
Het is ook de verbinding tussen Adam Kadmon en de lagere werelden. De ziel van ישועhad
eigenlijk geen aviejoet van malchoet de malchoet zoals de hele schepping dat kent. Hij had in
zichzelf natuurlijk nog de malchoet van de kether van Atiek in zijn klie van voor de komst hier
op aarde, dus als ziel in het hoofd van de Atiek. In hem waren de zeven onderste van de malchoet
van A”K ingebed. Herinner je je nog? De zeven onderste van een hogere traptrede zijn ingebed in
het bovenste gedeelte van een lagere traptrede. In hem waren wel de zeven onderste van de
malchoet van Adam Kadmon ingebed. In A”K was nog geen sprake van echte aviejoet, maar hij
had toch wel iets, omdat Ejnsof was ingebed in zijn partsoef Galgalta, was ook in hem Ejnsof
ingebed. Daarom was het natuurlijk ook een vorm van klie. Dat was ook zo in de toestand van de
ziel van ישועnog voor het neerdalen en het zich inbedden in het lichaam van onze wereld. Zijn
ziel kwam van de Atiek en daalde af naar onze wereld. Bij het afdalen naar onze wereld ging ישוע
de kether van de Z”A van de Atsieloet bekleden. Let goed op. Het is niet gemakkelijk om het uit
te spreken. Stap voor stap zal het ons gegeven worden. Daarom is er geen aards mens, die er was,
is of ooit zal zijn, vergelijkbaar met de ziel van ישוע. Ook niet Mosje, noch AR’I, noch Sjimon
bar Jochaj. Het is eigenlijk boven het menselijke. Let goed op wat ik wil zeggen, het is erg
fijntjes. Wat is de Schepper? Wat zijn de werelden? Dat is Ejnsof - het licht zelf - dat zich
verspreidde en steeds zijn bestaan, zijn licht, verruwde om keliem te maken. Maar niets verdwijnt
in het geestelijke. Ejnsof blijft ook op zijn plaats zonder enige verbindingen met de schepping.
Maar om de schepping te scheppen is er een verruwing gemaakt in de vorm van A”K met al die
structuren, om stap voor stap de levenssfeer voor de mens hier op aarde te creëeren. De hoge
wetmatigheid wordt hier naartoe gebracht en de mens zelf moet de finishing touch doen.
Eigenlijk had de Schepper, het licht, de oorsprong, zichzelf speciaal bekleed in het lichaam van
onze wereld. Hij wilde in de levenssfeer van onze wereld komen in de vorm van een mens, om
het levende woord, de kracht, over te brengen aan de mensheid om de redding te brengen. Niet in
de vorm van kosjer en niet kosjer, geoorloofd en niet geloorloofd, het weten, maar hij wilde
ervaren worden, innig ervaren worden, direct ervaren worden, zich direct aan de mens
manifesteren. De Schepper was ingebed in het lijf van een mens. Duidelijk? Ik praat niet over de
onbevlekte ontvangenis en dat soort dingen. Als we briet chadasjah gaan leren, zullen we het stap
voor stap gaan zien. Hoe kan je de Schepper die je met niets kan verbinden, die onzichtbaar is, in
iets brengen dat sterfelijk is als het menselijk lichaam? De Schepper gaf zijn kracht aan zijn zoon,
de kracht van ‘de zoon van G’d’. ‘Vader’ is oorzaak en ‘zoon’ is gevolg van die oorzaak. Dat is
waar de Thora over spreekt. Niet dat het een vader van vlees en bloed moet zijn. Ejnsof liet zich
met al zijn bekledingen inbedden - let goed op, in het hoofd van de Atiek, waar de ziel van ישוע
vandaan komt, daar is Ejnsof zelf ingebed. Wat ik probeer te zeggen is de top van alle
theologieën die er kunnen zijn. De volgende kan alleen Eli brengen en dat zal nog helderder zijn.
De ziel van ישועin zijn oorspronkelijke plaats is in het hoofd van de Atiek, dat is vóór zijn
neerdalen naar deze wereld en het zich inbedden in het lichaam van onze wereld waarbij hij de
kether van de z’a van de wereld Atsieloet bekleedde. Dat was in het hoofd van de Atiek. Vóór
zijn komst, bekleedde ישועhet hoofd van de Atiek, dus boven malchoet de malchoet, en daar is
de Ejnsof zelf ingebed. Eerst was er Adam Kadmon, maar het is wel Ejnsof. Ejnsof is eigenlijk de
Schepper. Ejnsof die ingebed zit in het hoofd van de kether van de Atiek, die dus de oorsprong is
van de ziel van ישוע. De Schepper liet hem afzakken in de Atsieloet tot de kether van de Z”A van
de Atsieloet. Hoe ik dat weet? Via de Kabbala. Ik heb het niet gewoon uit de lucht gehaald. Alles
wat ik vertel komt uit Ets Chajiem en andere diepe kabbalistische bronnen, en nergens anders
vandaan. Als je bijvoorbeeld weet hoe het allemaal in de wereld Nekoediem was en ook na de
correctie van de wereld Nekoediem, in de Atsieloet, dan weet je dat de kether helemaal doorloopt
tot de parsa. Ik heb nu geen woorden om het kabbalistisch uitvoerig uit te leggen, het is hier ook
geen plaats daarvoor, maar de hele kether van de Atiek loopt als klie door tot de parsa van de
wereld Atsieloet. En als het eenmaal zo loopt, dan kan de ziel ook langs hetzelfde traject naar
beneden komen. Ejnsof liet de ziel van ישועafdalen en de kether van de Z”A van de Atsieloet
bekleden. Niets verdwijnt in het geestelijke. Het zal dus niet gek zijn, ik herhaal het, om te stellen
dat HaSjem, G’d, zichzelf heeft omkleed - omwille van de mens die hij creëerde, in het lichaam
van de mens in onze wereld. De kracht, kether die geen aviejoet heeft t.a.v. de mens, want kether
heeft aviejoet van het stadium nul. Het is de kracht die niet tot de JKWK hoort, want het is het
stippeltje van de joed. Alleen via deze naam kan de mens - elk mens, ongeacht tot welk volk of
welke religie die behoort, zijn redding ontvangen. Religie is slechts een bekleding, is menselijke
kennis dat vermengd is met wat een beetje waarheid is; daaronder zit bij elk mens dezelfde
structuur. Alleen via ישוע, via deze kracht ישוע, kan de mens de redding vinden. De hele
schepping, iedereen, ontvangt een klein lichtje, een beetje nefesj, daar hoef je niet eens religieus
voor te zijn. Maar als je licht roeach of nesjama wilt ontvangen dan moet je beproevingen
doorstaan. ישועheeft ons laten zien dat het zonder beproevingen - ook fysiek - niet kan. Het is
a.h.w. een zinnenbeeld van wat binnen de mens moet plaatsvinden. Het was alleen nodig om het
ook van buiten, fysiek, als drama te laten zien, waarna de mens stap voor stap zal komen tot het
leren binnen zichzelf, om te geloven boven het verstand in de naam ישוע. Alleen ישועis de redder
van jou en van de hele mensheid. Alleen één zoon had en heeft de Schepper en die zoon heeft hij
opgeofferd door hiernaartoe te brengen. Niets verdwijnt in het geestelijke. Na de opoffering
kwam hij weer terug naar Hasjem en hij staat altijd onder Hasjem, onder het licht als onze
pleitbezorger voor zijn Vader. Dus wil je naar het licht komen dan moet je altijd eerst naar ישוע
opstijgen. En als jouw geloof groeit dan zal je geweldige dingen beleven. Alles zal je kunnen
doorstaan. Alle materiele zorgen, alles wat er is zal je overwinnen. Je zal voelen dat je wordt
begeleid. Jij wordt ook deelachtig aan Hasjem en zijn zoon. Je wordt áls zijn zoon, áls ישועzelf.
De joden waren de eersten die naar vlees de Schepper hebben aangenomen. Het was een
geweldige daad, ook de barmhartigheid die van boven op hen kwam. Maar het was niet
voldoende. Daarom dat in de tweede fase het verbond naar geest was gekomen. Deze keer kwam
het voor de hele wereld: in eerste instantie voor joden, maar ook voor de niet joden. De joden
zeiden ‘we hebben de wet van Mosje’. Mosje heeft naar ישועverwezen, maar zij hadden dat niet
aangenomen. Wat is voor joden het G’ddelijke? Wat zien zij als G’d? Licht. De Schepper die
geen lichaam heeft, niets met materie te maken heeft. Zij zien de Schepper als licht op zichzelf,
dus niet in keliem ingebed. Dat is wat zij zien ‘wij zijn vlees en Hij is licht’. Wanneer je in het
jodendom zit, voel je altijd dat de Schepper ons helpt, op ons past, maar altijd als massa in de
houding van ‘wij, joodse volk’. Waarom? Omdat haast niemand van hen durft te zeggen ‘de
Schepper heeft met mij iets persoonlijks’. Waarom niet? Omdat zij de Schepper zien als
immaterieel, alleen maar het hoge Licht, terwijl zij zelf vlees zijn - tegenovergesteld zijn aan het
licht. Het is de eerste fase van het ervaren van het G’ddelijke. Het is a.h.w. omhoog kijken en de
vogeltjes in de lucht zien vliegen. Weten dat ze bestaan, maar niet aanraken. Het jodendom heeft
met het licht te maken. Het is geweldig. Alleen het licht is de bron des levens, maar wat heb ik als
klein mannetje aan die grote altijd levende eeuwige G’d? Wat heb ik daar aan als jood? Hoe kan
je je met Hem verbinden? Alleen door de Thora. Wat men hen leert toepassen is het doen van
voorschriften met handen en voeten, want dat is het verbond met vlees. En dat is niet voldoende.
Er zijn altijd die twee fasen nodig. De eerste fase is voorbereidend. Waarom zijn er twee fasen
nodig? Omdat er twee plaatsen in een partsoef zijn. In een klie hebben wij achor en paniem,
achterkant en voorkant. Dus eerst moet de achterkant komen. In duisternis zitten, duisternis
verdragen om contrast, achtergrond te maken om dan het licht te zien. Men kan het licht niet zien
anders dan in keliem. Wat zijn keliem? Een vorm van verduistering van het licht. Je kan alles in
het aspect contrast zien. Vanuit de duisternis kan men het licht zien. Anders kan men dat niet. Dat
is jodendom. Wat is christendom? Let goed op wat ik probeer te zeggen. Niemand zal jou dit
antwoorden. Zij hebben geweldige inzichten, maar alleen binnen hun eigen religie. Zij kunnen
niet uit hun eigen religie komen en het zien vanuit een neutrale positie. Wat is christendom? Het
is hetzelfde als jodendom, alleen christendom gelooft in het inbedden van het Licht, van de
Schepper in de klie kether. Dat is voor hen als G’d die zij de zoon van G’d noemen en dat klopt
ook. Zij zien het natuurlijk dankzij het jodendom. Joden hebben de voorbereiding gedaan, het
verbond naar vlees en het resultaat daarvan is het tweede verbond, het verbond van geest, het
verbond van ישוע. Zij krijgen dus direct die beide in één klam. Als het verbond naar vlees hadden
zij jodendom als basis aangenomen en als tweede verbond krijgen ze – eveneens door joden - het
verbond naar geest. Van het verbond naar geest hadden ze wel iets genomen. ‘Iets’ omdat het niet
alles is. De wetten van de Thora zelf hadden zij niet helemaal op zich genomen. Wat is dan de
bron van hun religie? Waar geloven zij in? Net zoals joden geloven in het hoge licht zelf zonder
inbedding in keliem, geloven christenen wel in het inbedden van dat licht – de Vader – in
lichaam, in de profeet die ook als G’d wordt gezien. Het is inbedding in de kether en daar is geen
aviejoet en is het net als G’d. Dat is wat zij zien, het schijnen van het licht in de kliek ether van
de Vader. En daarom zien ze ישועals zoon van het licht, de klie kether en dan zien ze nog de
heilige geest.
Wat betekent het: Vader, zoon en heilige geest? Hoe komen zij eraan? Zij weten dat het zo is,
maar begrijpen het niet. We hebben in het vierde deel van TES geleerd dat in de tweede
verspreiding in de kether twee resjiemot blijven: mannelijke en vrouwelijke. Mannelijke is wat
overgebleven was na het uitstorten van het licht in de eerste verspreiding. We weten dat als het
licht vertrekt het nooit helemaal weggaat, maar altijd een soort kaarsje achterlaat, laat branden;
dat is resjiemo, spoor van het licht. Er kwamen daar twee resjiemot. De ene resjiemo is de klie
zelf, ישוע, ‘zoon’. ‘Vader’ is licht chochma dat in partsoef A”B, de tweede partsoef binnenkwam,
licht chochma dat in de klie kether is ingebed. “Geest’ is een mannelijke resjiemo dat
overgebleven was in de partsoef, in de wereld Atsieloet. Hoe wordt de wereld Atsieloet
opgebouwd? Met welke twee componenten? Elk geestelijke object heeft twee parameters
waarmee het gemeten kan worden. Het ene is hitlabsjoet, een resjiemo, dat aangeeft welk licht
daarvoor is geweest, want alles is voor en achter. Alles heeft reden en gevolg. Elk geestelijke
object kan door twee dingen meten: welk licht erin was geweest en welk spoor van licht er is
overgehouden.En het tweede is aviejoet, welke wensdikte met de masach er in dat geestelijke
object zit. Het resjiemo van het licht is altijd één hoger dan het resjimo van aviejoet. Uit welke
twee gegevens is de hele wereld Atsieloet opgebouwd? Uit stadium 1 en stadium 0. Stadium 1
van hitlabsjoet. Dus welk licht was ingebed? Welke resjomo van hitlabsjoet? Roeach. De hele
wereld Atsieloet was opgebouwd door resjiemo van het licht roeach, dat is eerste stadium, en het
aviejoet van stadium 0, dat is aviejoet van nefesj. In welke klie kether heb je altijd die twee? Het
vrouwelijke, nefesj is stadium 0. Het mannelijke roeach is stadium 1. Eén kracht in de kether
heeft dus aviejoet 0. Dat is klie ישוע. Als we dat willen weergeven door het algemene beeld van
wat christenen Vader, zoon en de heilige geest noemen, wordt het als volgt: Klie kether is nefesj
en is ישוע, zoon. Het licht dat in de klie kether is ingebed is ‘Vader’ en de resjiemo van het licht
roeach is wat men roeach ha-kodesj, de heilige geest noemt. Het is eenvoudig. Als je Kabbala
leert dan weet je hoe elke religie, elke wetenschap, elk verschijnsel - ook hier op aarde - in elkaar
zit. Het geeft van binnen een zekerheidsgevoel dat je ziet, dat je weet en ervaart dat het dé heilige
Leer is. Maar een religie is atijd slechts deels geestelijk, het is vermengd met het aardse. Je kan
het door Kabbalaleer altijd zien, en in zekere mate meten waar het t.o.v. de Boom des levens
staat, omdat Kabbala het fundament van elke en alle mogelijke kennis is.
Leerling: waarom is er zo’n splitsing? Dat is een goede vraag. Niet alleen in het jodendom.
Waarom is er zo’n splitsing in het jodendom? Eerst is het jodendom tegen christendom. Waarom
is het zo? Ik spreek niet van religie, het interesseert mij absoluut niet, maar op die manier kunnen
wij dichterbij het heilige komen. Hoe zit dat dan? Waarom zijn bijvoorbeeld jodendom en
christendom ‘gesplitst’? En dat terwijl zij eigenlijk zeer dicht bij elkaar zijn. Joden geloven in één
G’d die niet gematerialiseerd is, niet ingebed. Niemand van hen weet waar Hij is, waar de plaats
van Hem is, omdat het allemaal buiten de mens is. De mens is niets. Men ervaart de Schepper
niet ‘lichamelijk’, alleen maar via denkbeelden. Men ervaart dus alleen religie. Geen jood zal je
zeggen dat hij persoonlijk ‘contact met G’d heeft’, en dat klopt ook. Let goed op! Joden
aanvaarden de klie kether niet. Als zij dat wel zouden doen… Het is een zeer diepe kwestie en ik
zal proberen het eenvoudig uit te leggen. Stap voor stap.
Joden aanvaarden de klie kether niet. Niet in zichzelf en niet in de schepping. Waarom niet? Zij
aanvaarden niet de inbedding van de Schepper, ‘Vader’ in keliem van de schepping. De Schepper
is daaarbuiten… Kijk nou naar die 13 postulaten van het geloof van Maimon. De Schepper
verbindt zich met niemand. De Schepper kan zich niet met iets of iemand verbinden. Qua hun
hoofden hebben ze ingezien dat de Schepper de bron des levens moet zijn en als Hij zich zou
verbinden met iets dat beperkt is, dan zou het geen volmaakte G’d kunnen zijn. Zij accepteren
dus niet het inbedden van het licht in keliem, in de klie kether. De Schepper bedt zich standaard
alleen in in de klie kether. In elke klie kether vind je de Schepper. Daarna moet de mens werk
doen om het schijnen van de Schepper weer aan te trekken naar zijn lagere keliem, via de daat en
naar beneden. In de vier onderste keliem van de schepping zit geen licht. Dat is wat wij noemen
‘de zwarte doos’ - vierkanten doos, JKWK van de keliem. Daar zit geen licht en dat is de
schepping. In de kether zit altijd licht ingebed. Joden aanvaarden de klie kether niet, want zij
geloven dat de Schepper zich niet met de schepping verbindt. Dat zijn één van de 13 principes
van hun geloof. Dat was nodig om zich eerst te distantiëren van al het materiële. De visie was dat
de Schepper zich niet met de schepping kon verbinden. De Schepper en de mens zijn apart.
Daarom accepteren zij de klie kether niet. Als zij en ook anderen de klie kether niet accepteren,
hoe kunnen zij dan het licht ontvangen? Dan hebben zij toch alleen maar aviejoet. Zij accepteren
niet de kether en daar zit de Schepper in. Zij accepteren dan alleen de zwarte doos, de vier stadia,
JKWK van de schepping. Maar hoe kan je die vierkante zwarte doos, die de mens is zonder klie
kether, met het licht verbinden? De schepping - die vier stadia - is de wens om voor zichzelf te
ontvangen. Het is het ontkennen van het geven en het licht is geven. Hoe kan je die twee, dag en
nacht, licht en duisternis, met elkaar verbinden die onmogelijk met elkaar te verbinden zijn?
Zonder de klie kether is het onmogelijk de verbinding te leggen tussen het licht, de gever en de
mens, de ontvanger. Begrijp je? Daarom is jodendom innerlijk gekant tegen het christendom. In
het christendom hebben we iets van belichaming van G’d in de mens, en dat is absoluut walgelijk
in de oren van een jood. Wat is hun redenering? Hoe kan iets dat oneindig is, zich inbedden in
iets dat miezerig is als een mens? Dat is erg moeilijk te begrijpen binnen het verstand. Je kan
natuurlijk van een jood een christen proberen te maken als je wilt… dat is vroeger ook gebeurd.
Op die manier kon je in het verleden status verkrijgen, beroepen uitoefenen e.d. Maar daardoor
wordt een jood toch nog geen echte christen! Ik kan nog steeds niet plaatsen uitgaande van de
geheime Kabbalaleer, dat een jood tot het christendom kan overgaan. Hoe men dat naar krachten
in vredesnaam voor mogelijk houdt? Een jood die innerlijk is ingeprogrammeerd door duizenden
jaren van geloof in absoluut licht en niet in inbedding van het licht in een klie, hoe kan die dan
geloven dat G’d ingebed is in een klie? Er zijn daar wat hem betreft geen gronden voor. Daarom
zijn zij innerlijk tegen het christendom gekant. Wel is het zo dat christendom later is gekomen
dan jodendom. Christendom is opgebouwd op de boodschap van ישוע, briet chadasja, verbond
naar geest. ישועkwam dat niet per se voor christenen verkondigen, maar hij kwam dat aan de hele
mensheid verkondigen. Zijn boodschap is het nieuwe verbond, dus niet naar vlees maar naar
geest.
De nieuwere, jongere volkeren, zoals christenen, dus heidenen die christenen zijn geworden, zijn
innerlijk jongere volkeren ten aanzien van het joodse volk, dat is een oeroud volk is, oud van
‘bloed en geest’. Het is net als dat je hier in de materiele wereld kijkt naar een paar overbleven
diersoorten uit de oeroude tijden. Vanaf het prille begin eigenlijk zijn joden zo gebleven. Het
tweede verbond was het verbond naar geest. De nieuwere volkeren hebben dat aangegrepen en
dat was hun religie. Het gaf hen ook de toegang naar de redding. Let op: alleen maar de toegang.
Alleen maar om te loeren naar de redding van buiten de poorten van het Koninkrijk der Hemelen.
Want zij ontvangen slechts ‘het schijnen’ vanuit de klie kether, maar zij kunnen niet naar de klie
kether zelf opstijgen. Zij ontvangen uit de klie kether ‘op afstand’. Bovendien, kunnen zij het
licht niet naar beneden, naar de overige lagere keliem aantrekken. Joden hebben dus wel meer
diepte, want Mosje heeft het naar de klie daat gebracht. Sjimon bar Jochaj bracht het nog lager
naar de klie tieferet en Jitschak Luria bracht het naar de jessod. Het probleem zit hem daarin, dat
joden ook niet accepteren wat er onder de klie daat is. En daarom blijven zij hangen aan de daat,
en willen het heilige alleen maar met hun hoofd begrijpen. Zonder die anderen te accepteren
blijven ze slechts met hun hoofd bezig. Wat het G’ddelijke betreft houden de joden zich dus
alleen met hun hoofd bezig. Terwijl G’d juist wil dat de mens leeft door G’d binnen zichzelf, in
zijn eigen keliem te ervaren. Alleen wanneer G’d bij de mens in de keliem komt, in zijn lichaam,
dan ervaart hij G’d. Dat heet leven en niet door intellectuele beredeneringen van het hoofd.
Daarom, is alles wat ik joden en hun rabbijnen hoor zeggen kinderlijk, geestelijk onvolwassen.
Ze hebben verstand maar willen niet boven het verstand gaan. Parafraserend de woorden van ישוע
betekent het, dat zij zulke grote hoofden hebben, dat zijn niet in staat zijn om door het oogje van
een naald het innerlijke, het G’ddelijke, het Koninkrijk der Hemelen, binnen te komen. En
daardoor ontzeggen zij zich de redding. Zij worden van boven letterlijk niet gered! Zoals zijn zij
ontworteld van de Schepper omdat ze alleen het schijnen van de klie daat ontvangen door alleen
met hun hoofd en lippen te werken. Vanaf hun lippen en naar buiten. Het komt niet uit het hart,
het komt niet door de wilskracht wat zij doen. Want de wilskracht komt uit het geloof. Geloof
komt uit het aanvaarden van de klie kether, en dat geloof hebben zij niet. Kether hebben ze niet
omdat ze niet tot kether willen komen. Oorspronkelijk hadden zij vrije toegang tot de klie kether.
Maar gezien het feit, dat zij hem hadden verstoten, zijn ze verstoten geraakt van de klie kether en
zonder kether kunnen ze het licht niet ervaren. Geen jood ervaart de Schepper! Hij weet wel van
de Schepper…met zijn hoofd. Hij weet, maar ervaren is iets anders. Christendom zit alleen maar
aan de kether. Die grijpt wel aan het verbond naar geest, maar verder niet. Zij halen het niet
verder naar beneden, daarom lijkt het ook hen, dat de redding slechts in het hiernamaals zal
komen. Dat komt, omdat de klie kether aan een christen schijnt door het omringende licht. En dat
geeft het gevoel, alsof het buiten hem is, in de toekomstige wereld i.p.v. dat het hier op aarde is.
Het moet echter hier op aarde zijn.
Jullie begrijpen nu waarom het nodig is dat men niet alleen bij het ‘Oude Testament’ blijft en ook
niet alleen bij het ‘Nieuwe Testament’. Het is nodig om al die delen van één ondeelbare Leer
over de Bevrijding te bestuderen. Duidelijk? Thora, Zohar, Ets chajiem…En straks zullen we,
b’esrat Hasjem, als we klaar zijn met Sjlavej haSoelam, met Briet chadasja beginnen - Het
‘Nieuwe Testament’ in het Hebreeuws. De Leer van het Koninkrijk der Hemelen moeten we met
de Thora verbinden. De Thora is lager, is dieper in de keliem. Dan hebben we verder de Zohar
nodig om de Thora te verklaren. We hebben Ets chajiem van Ari nodig om door sfirot alle
overige onderdelen van de Leer te verklaren. Wat ontvangt de mens vanuit het Nieuwe Testament
als hij dat leert? Alleen maar vanuit één klie, vanuit de klie kether, licht nefesj. Let goed op, dit is
bijzonder belangrijk. Van de Leer van het Koninkrijk der Hemelen zonder de overige drie
onderdelen van de Leer over de Bevrijding, ontvangt men alleen van het licht nefesj. Een
christen, ieder die de christelijke religie belijdt, ontvangt alleen van het licht nefesj van de klie
kether. Als je dan de Thora leert en haar met de Leer van het Koninkrijk der Hemelen verbindt,
dan ontvang je nog één licht roeach. Roeach betekent roach ha-kodesj, de heilige geest. Men
ontvangt dan de heilige geest. Als iemand de Leer van het Koninkrijk der Hemelen leert en de
Thora erbij gaat leren, komt in de klie kether het licht roeach binnen. Wij leren de Zohar en Ari
en daardoor ontvangen wij nog nesjama en chaja. Wij zullen de Leer van het Koninkrijk der
Hemelen bestuderen op de manier waarbij we vanaf de nefesj tot en met de chaja naar ons zullen
aantrekken vanuit de Leer van het Koninkrijk der Hemelen. Dus niet alleen één klie, maar tot de
jessod. Vanaf de jessod zullen we or chozer naar de kether doen opstijgen. We zullen dan vier
lichten ophalen vanuit de Leer van het Koninkrijk der Hemelen. Alles is met elkaar verbonden.
Als we zullen leren van het Koninkrijk der Hemelen zullen we als leerstof gebruik maken van het
Nieuwe Testament in het Hebreeuws. Maar je moet jezelf absoluut losmaken van wat je
traditioneel weet van het Nieuwe Testament en ישוע. Je hoeft het niet ‘te vergeten’, maar het
opnieuw en anders te beleven, want wij gaan er op een andere manier mee om. Wij gaan diepere
lichten vanuit de Leer van het Koninkrijk der Hemelen naar ons aantrekken. Het is de
verbondenheid tussen al die vier onderdelen van de Leer die wij zullen doen. Natuurlijk zit alles
potentieel in de Leer van het Koninkrijk der Hemelen, maar geen één kan zonder de ander. De
Leer van het Koninkrijk der Hemelen is niet voldoende zonder andere keliem aan te spreken. De
Schepper wil niet dat we ons alleen maar aan de klie kether vastklampen en daarbij halleloeja
zingen. De Schepper wil dat wij in onszelf al deze vier keliem ontwikkelen.
ישועwil ook in ons komen en niet buiten de mens blijven. ישועwil dat de mens tot hem komt.
Pas als de mens in zijn keliem zichzelf overgeeft aan de klie kether, zoals de overgave van ישוע
om zichzelf als offer te brengen, kan de mens hem in zijn eigen klie kether ontvangen. Dat is wat
ישועook zei: mijn lichaam is brood en mijn bloed is wijn. Wat betekent dat? Mijn lichaam
betekent chassadiem. Het licht van de Vader dat in de klie van de hoge Kether is ingebed,
manifesteert zich aan de mens als twee soorten licht: chassadiem en het schijnen van chochma.
‘Eet mijn brood’ betekent: neem mijn chassadiem op. ‘Drink mijn bloed’ betekent: ontvang mijn
chochma. Hoe kan je chochma ontvangen? Niet alleen via de klie kether, maar wanneer je van
het Koninkrijk der Hemelen teruggaat naar je klie jessod. Niets verdwijnt in het geestelijke.
Wanneer je in je klie jessod belandt, komt in de klie kether het licht chochma. Het bloed a.h.w.
van ישועkan je dan opnemen in jezelf.
Het Heilige Schrift wordt door de Kabbala-terminologie uitgelegd. Alleen dat is hét gereedschap
om te begrijpen wat er in de Thora staat. Alleen dat is hét gereidschap om te gaan begrijpen en
ervaren wat in de Leer van het Koninkrijk der Hemelen staat. Alle andere uitleg is mooi, brengt
de mens tot verrukking, tot huilen, maar redt niet. Alles wat ik in mij leven geleerd heb -
geweldige dingen heb ik geleerd in de Thora en Talmoed, maar redding kon ik niet vinden omdat
er geen contact met de kether was. Zonder kether kunnen we niets. Lees nou de TES, alles draait
om de kether. Als je nu TES leert, zie dan hoe het hele vijfde bovenste deel van elke 5 stadia, van
alles wat bestaat, alleen over de kether gaat. AR’I noemt de naam ישועniet, maar alles gaat over
de kether. Zonder kether kunnen we niets begrijpen, want alleen in de kether zit de Schepper
verborgen. Anders is er geen enkele toegang tot het licht, tot de redding die de vertaling is van de
naam ישועdie de hoge Kether is. De hoge overkoepelende Kether.
Ik heb een tv-uitzending gezien een paar dagen geleden. Iemand die vele jaren in Rome theologie
had gestudeerd en die een boek heeft geschreven over Augustinus, was eerlijk en zei dat hij de
Schepper niet heeft gevonden. Hij zei niet alleen dat hij de Schepper niet heeft gevonden, maar
ook dat Augustinus hem niet had gevonden en dus de kerkvaders ook niet. Ook Augustinus had
er volgens hem zijn twijfels over. Dat is geweldig. Het getuigt van het feit, dat de kerkvaders
eerlijke mannen waren, dat zij wel veel van de Schepper wisten, maar hem toch niet hebben
gevonden. Wat betekent dat? Dat betekent dat zij hem niet naar binnen in hun keliem hebben
kunnen laten komen, zoals het in onze tijd mogelijk is om het naar je jessod te brengen. In onze
tijd is het wel mogelijk zonder heilig verklaard te worden, gewoon door het leren waken over je
jessod. Dat konden zij nog niet. Zij konden wel waken in hun hoofd, het schijnen van het waken
kon zelfs tot het hart komen, maar toch niet tot de jessod. En daarom kwam het licht bij hen nog
niet zo diep. En dat is wat zij eerlijk hadden toegegeven, dat zij de Schepper niet kenden. Religie
beschrijft de Schepper, goede dingen, maar zij kennen de Schepper niet. Juist vanwege die
schakering van lichten. Eerst moet je van kether ontvangen en zij ontvangen van kether maar niet
van de lagere keliem. Daarom zeggen ze eerlijk ‘nee, ik heb de Schepper niet gevonden’. Alle
kerkvaderen zagen het schijnen van het licht nefesj, konden over dat licht spreken, daarom
hebben ze een geweldige theologie opgebouwd. Zij hebben gesproken over de Schepper in
allerlei verbanden, maar slechts vanuit het perspectief van de kether waar ze het licht van
ontvingen. Zij konden het niet in de diepte aantrekken.
Natuurlijk dat joden – ik leg natuurlijk niet de schuld in hun schoenen, maar joden zitten er
uiteraard tussen. Want joden kunnen de Thora niet uitleggen op de manier dat het heilzaam zou
zijn voor christenen die geestelijk jongere broeders van joden zijn. Joden gaan niet op die manier
met de Bijbel om dat het voldoende lichtstraling zou geven om de overige volkeren te kunnen
penetreren. Het moet door joden heen komen en gaan stralen aan de rest van de wereld, dus ook
aan christenen. Dat betekent dat het licht dan in de diepere keliem komt. Maar dat doen joden
niet. Daarom kon ook Augustinus het niet, want joden - ook in de tijd van Augustinus en anderen
kerkvaders, hielden zich met de Thora bezig op de manier dat zij niet hielp: niet aan joden, laat
staan aan niet-joden. En dat komt, omdat zij alle wetten van de Thora interpreteerden vanuit het
verbond naar vlees. Hoe je bijvoorbeeld je handen moet wassen, het rituele bad, hoe je je pannen
moet schoonpoetsen… het helpt geen hond. Het zijn allemaal heilige wetten, maar omdat joden
niet tot de kether komen, straalt niets naar hen toe en ook niet via hen naar anderen. Joden
vormen dan een obstakel voor het licht, laten het licht niet naar anderen door. Dat is de hele clou
om het Koninkrijk der Hemelen aan te trekken naar de Thora, naar joden. Daarom is het zo
belangrijk dat juist joden ישועaannemen, accepteren. Ze hoeven geen christenen te worden, maar
alleen ישועte accepteren want dat is hun kether, hun hoogste koning - de kether van de hele
mensheid. Als zij - niet iedereen hoeft het, maar wel de topstukken van boven, het op een of
andere manier aan het joodse volk duidelijk maken dat zij ישועmoeten aannemen zonder
christenen te hoeven worden! Het is zelfs helemaal niet goed voor christenen als joden christenen
zullen worden! Het is niet de bedoeling dat joden christenen worden, maar dat zij ישועalleen
accepteren. Want als joden christenen worden, wie zal dan het hoge licht nog kunnen ontvangen
en verder doorschakelen? Dan wordt het niets. Joden moeten op hun eigen plaats zijn, maar wel
ישועmet hart en nieren aannemen. Dan hebben we een betrouwbare doorgeefluik van twee sfirot:
kether en daat. De volgende stap zou dan zijn, dat joden de Zohar gaan accepteren. Want nu
zeggen zij ‘wij kunnen het niet leren. Het is zo hoog, zo heilig, wie kan het aan!’. Tot nu toe
konden zij de Zohar inderdaad niet leren. Waarom niet? Omdat de volgorde is dat je eerst ישוע,
klie kether moet aannemen en dan gaat de Thora zich voor jou openen, dan gaat licht roeach door
je Thora schijnen en pas dan gaan je ogen ook open voor de Zohar! Daarom begrijpen joden geen
woord van Zohar en Ets chajiem van AR’I. Zonder klie kether te aanvaarden, zonder de Leer van
ישועte aanvaarden, kunnen zij het niet begrijpen. Dat is ook de reden, dat bijvoorbeed de grote
rabbi Josef Karo die leerling van AR’I was, sliep tijdens de lessen. Karo was een genie, hij heeft
de Sjoelchan aroech, de Codex van de dagelijkse wetten van joden geschreven. Dat is het
standaardwerk dat overal in de wereld door joden nauwgezet bestudeerd wordt. Hij had een
goede aardse natuur en kende alle wijsheden…maar de kether kon hij niet begrijpen. Hij wist wel
dat het heilig was wat zijn meester AR’I leerde. Hij wist dat AR’I namens Hasjem sprak, maar
hijzelf kon het niet. Daarom sliep hij. Hij kwam wel naar al die lessen, maar hij sliep. De kether
was té hoog, té krachtig voor hem. Dat gebeurde ook met een paar beste leerlingen van ישועdie
hij meegenomen had naar een berg voordat hij overgeleverd zou worden. Wat zei ישועtot hen?
‘Waakt (dus: blijf erbij en val niet in geestelijke slaap). Maar zij konden dat niet. Het vlees, de
vier onderste stadia, konden de kether niet aan. De geest is gewillig maar het vlees kan het niet
verdragen. Zij konden die bewuste nacht, deze krachten van dien, de geweldige geestelijke
spanningen die ישועhad ervaren niet aan. Zij wilden er wel bij zijn, maar zij konden het niet. ישוע
had gebeden en kwam terug en toen sliepen zij weer. Ook op een andere keer dat ze met hem de
berg opgingen en zij hem zagen in een wit gewaad in gezelschap van de profeet Eli en Mosje.
Ook toen konden zij het niet verdragen. Het was zo verrukkelijk… of het realiteit was of niet, zij
konden het niet aan. En Petros, zijn leerling zei ‘zal ik dan nog even drie tenten opbouwen voor
jullie drieën?’ Zij konden het niveau van die krachten van de kether niet bevatten en daarom
sliepen zij. Rituelen komen als een poging om het geestelijke te ‘verdinglijken’. Gisteren was op
televisie een programma over kunst in het museum van het Vaticaan. Er waren veel schilderijen
met onder andere afbeeldingen van blote mannen, maar weinig van blote vrouwen. De
museumdirecteur of beambte zei‘de wortels van het christendom hebben we van het jodendom,
dat ‘de meest beeld-arme visie heeft’. Joden mogen namelijk een mens niet afbeelden. Hij zei: ‘in
het christendom hebben we wel beelden want dat getuigt van de rijkdom van de Schepper’. Een
beeld, ook als het naakt is, is op zichzelf geen probleem, maar een beeld kan je makkelijk
‘verafgoddelijken’. Dan gaat men over om die beelden te aanbidden. Een gewoon mens in een
kerk bijvoorbeeld, die ziet een beeld van ישועen dan gaat hij voor het beeld op zijn knieën en
niet innerlijk voor de kracht van ישוע, de kracht van de redding. ישועheeft het verbond naar geest
gebracht en niet het verbond naar beeld. Ook in allerlei tempels en zo zie je eigenlijk pure
afgoderij. Op zichzelf is beeldhouwkunst en schilderkunst geweldig, als het maar afblijft van het
geestelijke.Wat doen zij: zij verbinden beeldende kunsten met een religie. Het is geen kritiek.
Wat ik in het museum van het Vaticaan aan kunst zag is prachtig. Ik begrijp ook dat het natuurlijk
een bron van inkomsten is voor hen. Beelden in kerken, dat mag wel. Natuurlijk is het tegen de
kracht van de boodschap van ישוע, want hij bracht het verbond naar geest. Al die beeldenmakerij
en zo zijn voor kunstenaars en het publiek natuurlijk prachtig. Een goede kunstenaar projecteert
het G’ddelijke op het aardse. Een kunstenaar heeft altijd een vertekend beeld van de realiteit en
dat kan zich uiten in prachtige kunststukken. Een schilder is per definitie iemand die de ware
realiteit niet wil of kan zien of aanvaarden. I.p.v. de ware realiteit bouwt hij een systeem van
waarneming door kleuren of wat goed in zijn aard ligt. Hij ontwikkelt zijn eigen aard van zien.
Het is altijd een afwijking van zijn niet-gecorrigeerde wensen. En dat is goed, want ook dat komt
van boven. Dat men de kunst gaat verbinden met religie of het geestelijke is geweldig, maar het
blijft ten alle tijden een stukje hout, een schilderij, een stukje textiel met wat verf erop, het werk
van mensenhanden en niet iets dat heilig is! Als het behalve de artistieke waardering ook een
stukje verering oproept dan is dat fout.
Ik hou zeer veel van kunst en muziek. Ik waardeer het. Waarom ik het zeg is om je zachtjes te
waarschuwen. Je kan het gebruiken voor schoonheid. Let goed op dat het je verbeeldingskrachten
niet zo dramatisch raakt, dat je het gaat vereren, op een sokkel zetten, want dat is gevaarlijk voor
je innerlijk. Je plaatst dan een object tussen jou en je redding in. Tussen jou en ישוע, de klie
kether plaats je iets dat jouw geestelijke zelfmoord als gevolg kan hebben. Je kan daar natuurlijk
mooi over praten en prachtig uitleggen zoals het Vaticaan dat doet, dat het g’ddelijk is, dat het
een g’ddelijk museum is, de glorie aan G’d. Het is geen kritiek van mij, want in religie, in het
christendom mag het wel. Maar weet goed, dat het nooit en nimmer de bedoeling van ישועwas.
ישועbracht …het verbond naar geest en niet naar vlees.
Op één plaats in het hele boek Zohar wordt tussen de lippen in iets vermeld van een zogenoemde
chochmat ha-siechloet, de Leer van Dwaasheid. Deze leer had de grote goddelijke Rav
haMenoena Saba onderwees de meest toegewijde kabbalisten – de auteurs van de Zohar zelf.
Zoals wij weten, is de wortel van de ziel van Rav haMenoena Saba uit de zeven onderste sfirot
van de kether van de Atiek van de wereld Atsieloet! Hij was dus een der grootste ooit! De Zohar
zegt, dat pas wanneer iemand door de hele wijsheid heen is gekomen, men hem dan deze
geheime Leer van Dwaasheid kan onderwijzen. En in de tijd van Zohar was Rav haMenoena
Saba de enige die het kon onderwijzen. Het staat boven alle mogelijke kennis van het geestelijke
die er kan zijn. Wat is dat voor Leer? De Leer over hoe boven het verstand te gaan. Waarom
wordt het ‘de Leer van Dwaasheid’ genoemd? Omdat het in de ogen van de wereld als dwaze
bezigheid wordt gezien. Men is juist dol op het weten, op het verstand. De Leer over hoe
daadwerkelijk te geven - de Leer over het Koninkrijk der Hemelen, dat is deze Leer over
Dwaasheid!
Wordt dwaas voor ישוע, wordt dwaas voor je redding!
הברית החדשה
Briet Chadasja, Nieuw Verbond, nieuw testament
We gaan de heilige boodschap volgens Mataj (Mattheüs) leren. Het is belangrijk om te weten dat
ons doel is op zichzelf niet het leren van Briet Chadasja, het Nieuwe Testament. Onze taak is de
leer over het Koninkrijk der Hemelen die we uit Briet Chadasja moeten halen; de voorschriften
van ישועzelf en niet wat over ישועgezegd werd, want dat is voor ons niet belangrijk. We hebben
al een flinke inleiding in de Leer over dwaasheid. Het hele verhaal rondom het verschijnsel ישוע-
kether, kan je daar leren, meerdere malen. Het is ons eenvoudig gegeven.
We moeten het door de ogen van de Kabbala zien. We moeten het zo weergeven dat het helpt, dat
we het praktisch kunnen toepassen om uiteindelijk te gaan leven door de wetten van het
Koninkrijk der Hemelen. Dat is wat de bedoeling
is. De wetten van ישועzijn niet anders dan de wetten van de Thora. Hasjem deed de ziel van ישוע
neerdalen om de Thora te vervullen. Thora is de levende kracht van z’a. De hele bedoeling was
dat het volk Israël eerst zou leven door de Thora, zichzelf zou corrigeren, totdat er een moment
zou komen, een verlossende kracht, die de mens verlost van de slavernij van zijn liefde voor
zichzelf, en die was in ישוע. De vervulling van Thora was in ישוע.
De wetten in de Thora maken geen vloeiend geheel in de mens; ze zijn rechts en links, kosjer en
niet-kosjer, zonde en deugd. Deze tweeledigheid moest a.h.w. worden weggenomen, opgelost
worden door hoger te gaan, door boven het verstand te gaan en daarmee de absolute eenheid met
Hasjem te bewerkstelligen. Dat kan alleen maar via ישוע. Dat is wat wij leren. Bij elk onderdeel
van onze studie kunnen we die eenheid bereiken, alleen op een ander niveau. Het is als het
omhoog gaan en omhoog getrokken worden naar eenheid; de s’a is op dat moment niet voelbaar.
Onze taak is om de wetten van ישועgoed door te nemen en niet het Nieuwe Testament op
zichzelf. We hebben geen getuigenissen nodig, van wie dan ook. Getuigenis van ישועis vanuit
kether. We weten dat de eigenschappen van elke kether precies hetzelfde zijn.
In de tekst staat het puntje van de klinker o los van de andere letters. Bijv. ֵא קֺר. Dat komt door
de grafische opmaak. In de taal van de Thora, Zohar, Sjlavej haSoelam e.d. staat vaak een waw
met een puntje erboven.
Er is geen regelnummeratie, want de hoofdstukken zijn ingedeeld in verzen die genummerd zijn.
De vertaling is zoals het in het Hebreeuws is. Ik heb er geen ‘mooi’ Nederlands van gemaakt. Het
gaat er om dat je leert hoe het in het Hebreeuws is en hoe ישועhet heeft bedoeld. We zullen niet
ingaan op wat voor ons niet belangrijk is.
Het is geschreven in klassiek Hebreeuws. Dat is een vertaling, want het Nieuwe Testament werd
in het Grieks geschreven. ישועsprak uiteraard geen Grieks, maar Hebreeuws en Aramees.
Weinigen van het gewone volk in Israël konden klassiek Hebreeuws spreken, lezen en begrijpen.
Zij spraken Aramees. ישועhad ook in de Tempel geleerd bij de ouden, de Thora-geleerden.
Vandaar dat alles in het Hebreeuws is. In het Christendom zeggen ze dat ישועwel in het Grieks
had gesproken. Ik ga dat niet bestrijden, dat is niet mijn taak. Ik ga het niet verdedigen, ieder mag
denken wat hij wil. Onze taak is ons bezig te houden met de woorden van ישוע.
We beginnen nu met de eerste pagina van Briet Chadasja. We beginnen met het begin, want
men kan van een lied niet sommige woorden weghalen. Alles moet als volledig document
gezien worden. Overal kunnen we dingen leren.
Mataj is de Hebreeuwse naam. Mataj betekent wanneer. Dus in deze naam zit al het uitkijken
naar het licht van de verlossing. Deze eerste boodschap vind ik het belangrijkste, want alle
woorden van ישועzitten daar in.
אַ ְב ָרהָם הוֹלִיד אֶת־יִ ְצחָק וְיִ ְצחָק הוֹלִיד אֶת־יַעֲקֺב וְיַעֲקֺב הוֹלִיד אֶת־יְהוּדָה2
וְאֶת־ ֶאחָיו׃
Awraham deed Jitschak geboren worden en Jitschak deed Ja’akov geboren worden en Ja’akov
deed Jehoeda geboren worden en zijn broeders
Waarom zegt hij Jehoeda en zijn broeders? Van alle 12 zonen van Ja’akov noemt hij alleen
Jehoeda omdat van Jehoeda de lijn van David kwam.
וִיהוּדָה הוֹלִיד אֶת־ ֶפּרֶץ וְאֶת־זֶרַח ִמ ָתּמָר וּ ֶפרֶץ הוֹלִיד אֶת־ ֶחצְרוֹן וְ ֶחצְרוֹן הוֹלִיד3
אֶת־רָם׃
en Jehoeda liet geboren worden Perets en Zerach van Tamar Tamar was de eerste vrouw van
zijn andere zoon die hij aan Tamar had gegeven. Daarna had hij op een of andere manier contact
met haar. Zij had twee kinderen geboren laten worden. Hij noemde die twee en hij gaat nu over
Jehoeda spreken, want van Jehoeda kwam de genealogische lijn naar Jehoeda. Niet de twee
broers, maar Perets is nu belangrijk voor ons. en Perets perets betekent ‘hij die uitbrak’ liet
geboren worden Chetsron en Chetsron liet geboren worden Ram, Ram betekent verheven.
Elke naam heeft natuurlijk een betekenis, maar we gaan verder, het is voor ons niet het relevante.
ֶת־שׂלְמוֹן׃
ַ וְרָם הוֹלִיד אֶת־ ַעמִּינָדָב וְ ַעמִּינָדָב הוֹלִיד אֶת־נַחְשׁוֹן וְנַחְשׁוֹן הוֹלִיד א4
En Ram liet geboren worden Amienadav Ami betekent mijn volk, en nadav betekent vrijwillig,
vrijwillige vrijgevigheid van mijn volk. en Amienadav liet geboren worden Nachsjon van
nachasj, want hij was erg slim en Nachsjon liet geboren worden Salmon
ְשׂלְמוֹן הוֹלִיד אֶת־בֺּעַז ֵמ ָרחָב וְבֺעַז הוֹ ִליד אֶת־עוֹבֵד מֵרוּת וְעוֹבֵד הוֹלִיד
ַ ו5
ִשׁי׃
ָ אֶת־י
En Salmon liet geboren worden Boaz van Rachav Rachav had Boaz gebaard en Boaz liet
geboren worden Owed van Ruth Ruth was Moabitisch en Owed liet geboren worden Jisjaj
ֵשׁת אוִּריָּה׃
ֶ ֶת־שׁלֺמֺה ֵמא
ְ ִשׁי הוֹלִיד אֶת־ ָדּוִד ַה ֶמּ ֶל ְך וְָדוִד ַה ֶמּ ֶל ְך הוֹלִיד א
ַ וְי6
en Jisjaj liet geboren worden koning David en koning David liet geboren worden Sjlomo
Salomo van vrouw van Oerieja Kijk wat de heilige boodschap ons zegt, die doet niet aan
komedie. Van Zohar leren we dat het van boven kwam dat hij zo deed, maar hier leren we dat
David Sjlomo geboren heeft laten worden van de vrouw van Oerieja, de vrouw die David van
Oerieja nam. We zien hier iets speciaals. Geen mooie eufemistische dingen, maar het is de vrouw
van Oerieja. Hij laat ons zien dat hier op aarde… wat Hasjem schikt is wat anders, of het van
boven gezien een zonde is of niet, dat is een andere zaak, maar hier op aarde was de vrouw
getrouwd en werd afgepakt. Zij is de vrouw van Oerieja.
וּשׁלֺמֺה הוֹלִיד אֶת־ ְר ַח ְבעָם וּ ְר ַח ְבעָם הוֹלִיד אֶת־ ֲא ִביָּה וַ ֲא ִביָּה הוֹלִיד אֶת־אָסָא׃
ְ 7
en Sjlomo liet geboren worden Rechawam rachav is breed en am is volk, het volk was breder
geworden en Rechawam liet geboren worden Awieja Elke naam heeft heilige betekenissen,
zoals bijv. היבאAwieja is איבAwi mijn vader, is היJK de eerste twee letters van הוהיdus chochma
en biena. en Awieja liet geboren worden Asa
ֶת־יֺאשׁיָּהוּ׃
ִ ַשׁה הוֹלִיד אֶת־אָמוֹן וְאָמוֹן הוֹלִיד א
ֶ ַשׁה וּ ְמנ
ֶ וִי ִחזְ ִקיָּהוּ הוֹלִיד אֶת־ ְמנ10
en Jechiezkiejahoe liet geboren worden Menasje hij was een grote koning, maar een grote
boek, verschrikkelijk en Menasje liet geboren worden Amon Amon komt van emoena, geloof
en Amon liet geboren worden Josjiejahoe betekent iets als ik zal hem plaatsen, aanstellen.
וּזְ ֻר ָבּבֶל הוֹלִיד אֶת־ ֲאבִיהוּד וַ ֲאבִיהוּד הוֹלִיד אֶת־ ֶא ְליָקִים וְ ֶא ְליָקִים הוֹלִיד ֶאת13
עַזּוּר׃
en Zeroebawel liet geboren worden Awiehoed betekent: mijn vader is jehoed, eenheid met
mijn vader. Jehoed betekent ook prijzen: prijs aan mijn vader. en Awiehoed liet geboren
worden Eljakiem Kel is G’d die zich inbed in de klie chessed; jakiem is zal doen opkomen. Dus:
G’d zal hem doen opkomen. en Eljakiem liet geboren worden Azoer, hulp.
Je moet het zo zien dat al deze namen die hij ons vertelt, die voorafgaan aan ישוע, in elke naam
zit een kracht die toegevoegd zal worden aan de kracht van ישוע. In elke verdere generatie zal
verdere zuivering plaatsvinden in de mannelijke lijn.
וְעַזּוּר הוֹלִיד אֶת־צָדוֹק וְצָדוֹק הוֹלִיד אֶת־יָכִין וְיָכִין הוֹלִיד אֶת־ ֱא ִליהוּד׃14
en Azoer liet geboren worden Tsadok rechtvaardige. Als dat in de naam zit, betekent het dat
die ook deze eigenschappen aan de dag moest leggen. en Tsadok liet geboren worden Jachien,
zal bereid zijn, en Jachien liet geboren worden Eliehoed, ik zal G’d prijzen.
וֶ ֱאלִיהוּד הוֹלִיד אֶת־ ֶא ְל ָעזָר וְ ֶא ְל ָעזָר הוֹלִיד אֶת־ ַמתָּן וּ ַמתָּן הוֹלִיד אֶת־יֲַעקֺב׃15
en Eliehoed liet geboren worden Elazar Kel is G’d die zich inbedt in de klie chessed, azar is
hulp. en Elazar liet geboren worden Matan, geschenk, en Matan liet geboren worden
Ja’akov Dat is de tweede Ja’akov in de reeks.
ָשׁיחַ׃
ִ ֲשׁר ִמ ֶמּנָּה נוֹלַד יֵשׁוּ ַע ַהנְִקרָא מ
ֶ וְיַעֲקֺב הוֹלִיד אֶת־יוֹסֵף ַבּעַל ִמ ְריָם א16
en Ja’akov liet geboren worden Josef de echtgenoot van Mirjam De moeder van ישועheette
Mirjam en niet Maria. Zij hebben dat vertaald als Maria, maar het is Mirjam. dat van haar werd
ישועgeboren die heet Masjiach. Alle voorafgaande geboortes werden toegeschreven aan de
mannelijke personen, want alles gaat naar de mannelijke lijn bij Joden. Er wordt gezegd welke
vader zijn zoon geboren heeft laten worden, maar hier staat ‘van haar’, van Mirjam. We zullen
zien wat hij ons verder vertelt.
ָשׂר דֺּרוֹת וּמִן־ ָדּוִד עַד־גָּל וּת ָ וְ ִהנֵּה כָּל־הַדֺּרוֹת מִן־אַ ְב ָרהָם עַד־ ָדּוִד אַ ְר ָבּעָה ע17
ָשׂר דֺּרוֹת׃ ָ ָשׁי ַח אַ ְר ָבּעָה ע
ִ ָשׂר דֺּר וֹת וּ ִמגָּל וּת ָבּבֶל עַד־ ַהמָּ ָבּבֶל אַ ְר ָבּעָה ע
En ziehier alle generaties van Awraham tot David zijn veertien generaties, en van David tot
de Babylonische ballingschap zijn veertien generaties, en van de Babylonische ballingschap
tot de Masjiach werd weer veertien generaties. Samen is dat 42. In de Zohar hebben we
geleerd van de naam mem bet. We hebben geleerd dat van de kether vier letters komen, de kale
Hawajah JKWK; van chochma komen 10 letters, de vulling van de Hawajah; van de biena komen
28 letters, dat is de vulling van de vulling. Samen is dat 42. Ik zeg niet dat het hiermee te maken
heeft, maar alles is met elkaar vervlochten. In de Zohar hebben we ook geleerd dat in de
scheppingsdaad de naam Elokiem 42 keer wordt genoemd. 42 is ook de kracht van het opstijgen
van de lagere naar het hogere. Door deze naam stijgt men op. Het volk Jisrael had 42 rustplaatsen
in de woestijn totdat zij het heilige land binnenkwamen. Zo zien we ook hier t.o.v. de generaties
voorafgaand aan ישוע42 zijn. Er moesten 42 generaties plaatsvinden om de nodige zuiverheid
te geven… de voorvaderen moesten gezuiverd worden om te komen tot het meest zuivere
lichaam dat mogelijk is. Daarom zien we ook in al die namen dat optimale zuivering plaatsvond
en in dat lichaam kon Masjiach binnenkomen.
ָשׂה לְיוֹסֵף וּ ְב ֶטרֶם יָבֺא
ָ ָשׁי ַח ִמ ְריָם אִמּוֹ ָהיְתָה מְאֺר
ִ וְזֶה ְדבַר ֻה ֶלּדֶת יֵשׁוּ ַע ַהמּ18
ֵאלֶי ָה נִ ְמ ֵצ את ָהרָה מֵרוּ ַח הַקֺּדֶשׁ׃
En dat is hoe de geboorte van ישועde bevrijder plaatsvond, Mirjam zijn moeder was
verloofd met Josef en voordat hij kwam bij haar geslachtsgemeenschap met haar had dat zij
zwanger werd van de roeach hakodesj, de heilige geest.
Dit tref je nergens, ook niet in de Joodse bronnen. Voor ons aards gevoel is het vreemd. Je kan
onder jouw verstand wel daarin geloven, maar hoe is het te rijmen? Als je Kabbala leert en leert
hoe een hogere naar een lagere afdaalt, dat een ziel niet naar beneden kan komen zonder
bekleding in het lichamelijke, hoe kan de roeach hakodesj, de heilige geest, dan een vrouw van
vlees en bloed zwanger maken?
Eerst moeten wij alles boven het verstand proberen te begrijpen, maar met alle middelen die wij
hebben. Wel proberen te begrijpen en te rechtvaardigen, maar als je er helemaal niet kan
uitkomen, dan moet je zeggen: voor Hasjem is niets onmogelijk. Zo moet je altijd doen, als je ziet
dat iets onmogelijk is binnen of boven je verstand. Dan hebben we al een antwoord dat de roeach
hakodesj de vrouw Mirjam zwanger maakte.
In de Kabbala, in de Zohar leren we… we moeten altijd zien waarover er wordt gesproken. We
hebben twee ouders van vlees en bloed: vader en moeder van vlees en bloed. In de hemel hebben
we ook vader en moeder: z’a en noekwa. Hij zegt ons dat roeach hakodesj, de heilige geest…
roeach komt van de z’a. Het moet dus van de z’a afdalen naar Mirjam. Dat is de kracht die bij
haar ישועdeed verwekken.
Nu is de vraag dat in haar vlees… het moet mannelijk en vrouwelijk zijn, speciaal zo. De mens is
bekleed met zijn lichamelijke organen en alles om hier een kind te maken naar vlees. We hebben
geleerd dat er altijd een drietal betrokken is bij de geboorte van een mens: vader, moeder en de
Schepper – de roeach hakodesj, z’a. Dat is altijd zo. Vader geeft het witte, moeder geeft het rode
en de roeach hakodesj geeft de ziel aan de mens.
Waarom? Let goed op. Het is moeilijk om het te verwoorden. Er is veel meer informatie, in
lagen. Hier zit een zeer diep mysterie. We moeten goed opletten dat we niet de gedachten van
Christenen die ook in dit document zijn verwerkt… ik zeg absoluut niet dat het niet okay is, maar
zij konden bij sommige dingen er niet uitkomen. Zij kenden de Kabbala-leer niet, die was toen
nog niet onthuld. Eén ding moet bij jou vast staan, moet je aannemen: het geestelijke heeft
absoluut niets te maken met het materiële. Ik wil graag dat je dat goed begrijpt. Geestelijke
krachten hebben absoluut geen enkele verbondenheid met het lichamelijke. Het lichamelijke
komt van het systeem van de onreine krachten, is ook in het leven geroepen om dat te doen.
Daarom is de onreine kracht zo koppig in ons. We moeten het overwinnen. Het lichaam is van a
tot z onrein. Dat moet je diep in jezelf bevatten. Je moet door alle lagen, alle hindernissen gaan
om dat geheim te bevatten.
Er bestaat geen enkele verbondenheid tussen geest en lichaam. Het is wel zo dat men aan het
uiterlijk van de mens kan zien hoe de geest, een vertroubeling ervan, in elkaar zit. In het verleden
heb ik jullie verteld dat je geestelijke informatie kan zien aan de rimpels, de ogen e.d. van de
toestand van een mens, maar het betekent G’d verhoede niet dat het lichamelijke intrinsiek iets
met zich meedraagt. Het zijn alleen de uitstralingen van het licht die zich uiterlijk manifesteren
op het gelaat en allerlei andere plaatsen van de mens. Het lichaam heeft, G’d verhoede, niets
heiligs in zichzelf. Dat is altijd zo.
Hoe kunnen wij dan rijmen dat de heilige geest in een vrouw komt? Een vrouw zwanger maakt,
zonder dat de heilige geest zich eerst bekleedt in het lichamelijke? Zoals een man zaad geeft aan
een vrouw… hoe kunnen we het rijmen dat de heilige geest naar beneden komt en buiten de man
om zaad in een vrouw brengt. Zonder zaad kan je geen kind maken. Hoe zou zij anders zwanger
kunnen worden? Er is mannelijk en vrouwelijk nodig. In dit document wordt beschreven dat niet
de Schepper zelf maar de heilige geest in haar komt. De heilige geest is lager, grover, dus
bekleding van de Schepper. Nu is het te begrijpen.
Let goed op, niemand kan het begrijpen, ook niet in het Vaticaan. Ze maken er theologie van.
Wie ben ik dat ik dat dan wel zou kunnen? Alleen door het denken en voelen in het geestelijke.
De heilige geest, de roeach hakodesj daalde af naar Maria, Mirjam, vergrofte zichzelf. De kracht
die de roeach hakodesj naar beneden heeft gebracht is zaad in het geestelijke. De ziel van het
kind werd naar beneden gebracht en de roeach hakodesj heeft zichzelf bekleedt, vergroft, op de
manier dat het bij haar kwam in de vorm van zaad. Hoe? Daar kunnen we het hier niet over
hebben, want dan hebben we fysieke associaties en geloven onder het verstand als een religieus
mens dat kunnen we niet. Geloof binnen het verstand zal ons niet helpen. Geloof boven het
verstand kan ons helpen, dan moeten we onderzoeken en na het onderzoek boven het verstand
gaan. Niet dat we zeggen dat het niet kan. De bedoeling van de Schepper is dat wij Hem
onderzoeken en dan weer boven het verstand gaan. Het produkt van jouw onderzoek moet niet
het eindprodukt zijn, maar jouw bijdrage zijn aan het begrijpen van een bepaald verschijnsel.
Eerst alles doen wat in jouw kracht is om te doen en daarna ga je boven het verstand. Dat is wat
wij doen.
Volgens ons onderzoek met alle bagage die we hebben over de geestelijke werelden kwam de
roeach hakodesj op Mirjam. Het lichamelijke van de mannelijke lijn was zo verfijnd dat… we
hebben geleerd dat de mannelijke lijn… Was de vader of de zoon van de lijn van Awaraham en
David? De vader, Josef. Zijn vader was van alle generaties gezuiverd, zodat hij de vader kon zijn.
We zien dat hij a.h.w. niet de fysieke vader van ישועis, maar hij had wel de zuiverheid. Over
zijn vrouw wordt niets gezegd. Zijn vrouw was natuurlijk ook van Jehoeda. Zij trouwden tot die
tijd nog binnen hun eigen stam. Zijn vrouw was dus ook afstammeling van Jehoeda.
Dat is wat wij tot nu toe kunnen zeggen over wat ons verteld wordt dat zij zwanger wordt van de
roeach hakodesj.
Voor onze studie is het niet relevant uit de kwestie te komen hoe de heilige geest zonder fysiek
vaderlijk zaad in Mirjam kwam. Het is niet onze taak, we worden er niet beter van of we uit
kunnen komen of niet. Voor ons is belangrijk wat ישועzelf heeft gezegd. Zijn woorden helpen
ons. Wat hier gezegd wordt, dat hij zonder zijn vader… we kunnen hoogstens vanuit de Kabbala
zeggen dat de roeach hakodesj zich heeft omgevormd tot de vorm die in haar is gekomen. Zoals
regen komt, zo kan de roeach hakodesj zich misschien in een speciaal geval zo omvormen dat er
een vorm van zaad komt en de vrouw zwanger wordt. We gaan er verder niet op in. We gaan
geen baanbrekende conclusies trekken. Het interesseert ons niet. Of het door Christenen werd
toegevoegd, interesseert ons ook niet. We moeten één ding weten: als we iets niet begrijpen dan
moeten we zeggen dat we het niet weten en het naar ons vermogen onderzoeken.
חשׁב כָּזֺאת וְ ִהנֵּה ַמלְאַ ְך יְהוָֹה נִרְאָה ֵאלָיו ַבּחֲלוֹם וַיֺּאמַר יוֹסֵף בֶּן־ ָדּוִד ֵ הוּא20
ִשׁ ֶתּ ָך כִּי הַנּוֹצָר ְבּ ִק ְרבָּה מֵרוּ ַח הַקֺּדֶשׁ הוּא׃
ְ אַל־תִּירָא ִמ ַקּחַת אֵת ִמ ְריָם א
Hij was zo aan het denken en ziehier de engel van Hawaja'h de barmhartige kant van Hasjem
verschijnt aan hem in zijn droom en zei Josef de zoon van David vrees niet om Mirjam
jouw vrouw te nemen want de vrucht die in haar buik is die is van de heilige geest.
Als je in de taal kijkt hoe de joden hem noemen, ook in het moderne Hebreeuws.
Josja, men noemt hem ook Jesja. Let goed op, hier zit een geweldig geheim. Concentreer je op
wat ik zeg, dan zal je licht ontvangen, gezuiverd worden. Je moet absolute zuivering ondergaan
om redding ontvangen. Redding betekent dat alle zegening naar je toe komt en met jou naar al je
familie, al je verwanten. Laat je zuiveren en er zullen wonderen aan je gebeuren.
Kijk naar zijn naam: ישוע. Joden hebben de laatste letter, de ajin van zijn naam gehaald. Zijn
naam is dan Jesjoe. Zij schrijven zijn naam zonder die ajin. Zij ervaren hem niet. Ajin betekent
oog en dat is chochma. Zij zien de wijsheid van Hasjem niet in hem. Ajin betekent ook 70, 7x10,
70 volkeren. Terwijl het licht volgens het scheppingsplan via de klie ישועdoorgesluisd moet
worden. We zien de nalatigheid, zij zien niet in dat …ישועzonder de letter ajin is er geen
betekenis van redding. Door dit te zien… het geheim wordt voor het eerst onthuld.
Natuurlijk moet je dit niet op anderen gaan projecteren. Het zit allemaal binnen jezelf. Dat is
jouw gebied waar jij werk moet verrichten.
ֶת־שׁמוֹ יֵשׁוּעַ׃
ְ וְלֺא יְָדעָהּ עַד כִּי־יְָלדָה בֵּן )אֶת־בְּכוֹרָהּ( וַיִּ ְקרָא א25
en hij kende haar niet In het Hebreeuws betekent een vrouw kennen, sexueel
contact met haar hebben. Hij had geen lichamelijk contact met haar totdat zij een
ישועzoon geboren had (haar eersteling) en hij noemde zijn naam
.
ֲשׁר
ֶ מוֹשׁל א
ֵ וְ אַתָּה ֵבּ ית־ ֶלחֶם ֶארֶץ יְהוּדָה אֵינְ ָך ָצעִיר בְּאַ ֻלּפֵי יְהוּדָה כִּי ִמ ְמּ ָך יֵ ֵצא6
ִשׂ ָראֵל׃
ְ יִ ְרעֶה אֶת־ ַעמִּי י
Dit zijn de woorden van die profeet: en jij Beitlechem van het land Jehoeda is niet de
kleinste/jongste van de leiders van Jehoeda want van jou zal de regeerder komen die zal
hoeden mijn volk jisrael. Van boven, van de Schepper staat in de Thora zelf de voortekenen dat
de regeerder over het volk jisrael in Beitlechem geboren zal worden.
ִשׁ ָלחֵם בֵּית־ ֶלחֶם וַיֺּאמַר לְכוּ ִחקְרוּ הֵיטֵב עַל־ ְדּבַר ַהנָּעַר וְ ָהיָה כִּי ־ִת ְמצְאוּןְ וַיּ8
ִשׁ ַתּחֲוֹת־לוֹ גַּם־אָנִי׃
ְ אֺתוֹ וְ ִהגַּ ְדתֶּם לִי וְאָבֺאָה ְלה
en hij zond hen naar Beitlechem en hij zei gaat, onderzoek goed de kwestie van de jongen
en het zal zijn wanneer jullie hem zullen vinden en vertel mij en ik zal komen dat ook ik mij
voor hem zal neerwerpen.
ִשׁ ַתּחֲווּ־לוֹ
ְ וַיָּבֺאוּ ַה ַבּיְתָה וַיִּ ְמצְאוּ אֶת־ ַהיֶּלֶד עִם־ ִמ ְריָם אִמּוֹ וַיִּפְּלוּ עַל־ ְפּנֵיהֶם וַיּ11
וַיְִּפתְּחוּ אֶת־אוֹצְרוֹתָם וַיַּ ְקרִיבוּ לוֹ ִמנְחָה זָהָב וּלְבוֹנָה וָמֺר׃
en zij kwamen het huis binnen en zij vonden het kind met Mirjam zijn moeder en zij vielen
op hun gezichten en zij worpen zich neer voor hem en zij openden hun schatten en brachten
voor hem geschenken goud en wierrook/lavendel en mirre
ִשׁם וְ ִהנֵּה ַמלְאַ ְך יְהוָֹה נִרְאָה אֶל־יוֹסֵף ַבּחֲלוֹם לֵאמֺר קוּם קַח ָ הֵם ָהלְכוּ מ13
ֵה־שׁם עַד־אִם אָ ַמ ְרתִּי ֵאלֶי ָך כִּי הוֹרְדוֹס
ָ אֶת־ ַהיֶּלֶד וְאֶת־אִמּוֹ וּ ְברַח־ ְל ָך ִמ ְצ ַריְמָה וֶ ְהי
ְמ ַבקֵּשׁ אֶת־נֶפֶשׁ ַהנַּעַר ְל ַק ְחתָּהּ׃
Zij gingen daar vandaan en ziehier de engel van Hawaja'h niet de engel van Elokiem, maar
van Hawaja'h, de engel van barmhartigheid verscheen aan Josef de vader van ישועin de droom
zeggende sta op neem het kind en zijn moeder en vlucht jij naar het land Egypte en blijf
daar tot ik jou gezegd zal hebben want Hordos zoekt de nefesj van het kind om het te
nemen zoekt de nefesj, om hem te doden. We zien hier een tafereel van de beginnende strijd
tussen kedoesja en klipot. Van de buitenkant wordt het beschilderd door koning Hordos, de
koning van kliepot, die het kind dat net geboren is d.w.z. klie kether die verschijnt, om het te
doden. Hordos: -os is toegevoegd door Griekse invloeden, het is een griekse uitgang. Als je de
laatste letter samech weglaat dat de griekse invloed is, dan is het hordo, dat is de stam van naar
beneden brengen. Jerida, naar beneden brengen. De kracht zie je in het hebreeuws. Hordos is de
kracht om dingen naar beneden te trekken, net als klippa.
Alles wat er met ישועgebeurt, zijn levensweg kan je in het heilige schrift de Thora, de profeten
terugvinden. Dat zij naar mitsrajiem vluchtten moest ook gebeuren, het stond in de Thora, in de
profeten.
ִי־שׁם עַד מוֹת הוֹרְדוֹס ְלמַלּאת אֶת־ ְדּבַר יְהוָֹה ְבּיַד ַהנָּבִיא לֵאמֺר ִמ ִמּ ְצ ַריִם
ָ וַיְה15
ָק ָר אתִי ִל ְבנִי׃
en hij was daar totdat Hordos doodging om in vervulling te laten komen het woord van
Hawaja'h door de profeet zeggende dat Hawaja'h in zijn profetie zegt vanuit mitsrajiem heb
ik geroepen naar mijn zoon. Je kan dus ook zeggen: vanuit de benauwdheid heb ik geroepen
naar mijn zoon.
ִשׁלַח וַיַּהֲרֺג ְ ְגוּשׁים וַיִּקְצֺף מְאֺד וַיּ
ִ וַיַּרְא הוֹרְדוֹס כִּי ֵהתֵלּוּ בוֹ ַהמּ16
ֶן־שׁנָ ַתיִם וּ ְל ָמטָּה ְלפִי ָהעֵת
ְ ֲשׁר ְבּבֵית־ ֶלחֶם וּ ְבכָל־גְּבוּלֶי ָה ְל ִמבּ
ֶ אֶת־כָּל־ ַהיְָלדִים א
ְגוּשׁים׃
ִ ֲשׁר ָחקַר ִמפִּי ַהמּ ֶא
en Hordos zag dat de magiërs hebben hem misleid en hij was erg toornig/kwaad en hij zond
en liet doden alle jongens die in de stad beit-lechem zijn en in de hele omgeving tussen de
twee jaar oud en naar beneden volgens de tijd die hij onderzocht had bij monde van de
magiërs zoals de magiërs hem in het begin hadden gezegd, dat zij de sterren zagen en zo.
ִשׁמָע נְהִי וּ ְבכִי ַתמְרוּרִים ָרחֵל ְמ ַבכָּה עַל־ ָבּנֶי ָה ֵמ ֲאנָה ְל ִהנָּחֵם
ְ קוֹל ְבּ ָרמָה נ18
עַל־ ָבּנֶי ָה כִּי אֵינֶנּוּ׃
de stem in Rama Elk woord, elke stad in Israël is genoemd naar Israël van het hogere, z’a. De
stad Rama, in het hogere.
gehoord geklaagd en bitter geween is er Rachel is de noekwa, malchoet huilt over haar
zonen, weigert getroost te worden over haar zonen want die zijn er niet.
וַיְהִי אַ ֲחרֵי מוֹת הוֹרְדוֹס וְ ִהנֵּה ַמלְאַ ְך יְהוָֹה נִרְאָה ַבחֲלוֹם אֶל־יוֹסֵף ְבּ ֶארֶץ19
ִמ ְצ ָריִם׃
en het was na de dood van Hordos en ziehier de engel van Hawaja'h verscheen aan Joesef in
het land mitsrajiem Egypte
ִשׂ ָראֵל׃
ְ וַיָּקָם וַיִּקַח אֶת־ ַהיֶּלֶד וְאֶת־אִמּוֹ וַיָּבֺא אַ ְרצָה י21
En hij stond op en nam het kind en zijn moeder en hij kwam naar het land Israël
ְשׁמְעוֹ כִּי אַ ְרכְלוֹס ָמ ַל ְך בִּיהוּדָה ַתּחַת הוֹרְדוֹס אָבִיו וַיִּירָא ָלֶלכֶת ָשׁמָּה וַיְ ֻצוֶּה
ָ וּכ22
ַבחֲלוֹם וַיֵֵּל ְך לוֹ אֶל־אַרְצוֹת ַהגָּלִיל׃
Er is een bepaald gevaar, van buiten, en hij kiest dan voor een bepaalde stad. Het is volgens de
profetie zoals in Tenach over ישועgeschreven staat.
En toen hij hoorde dat Archalos koning in Jehoeda was regeerde in de regio Jehoeda. i.p.v.
Hordos zijn vader, vreest hij om daar naartoe te gaan en hij werd opgedragen in zijn
droom om te gaan naar de regio van de Galiel.
Hij wilde terug naar Jehoeda. Het was nog een van de laatste generaties die wisten tot wie ze
behoorden. Na de vernietiging van de tweede tempel wist niemand meer van wie hij was. Hoe
geweldig heeft Hasjem dat gemaakt. Ook nu weten Joden niet meer tot welke stam zij behoren.
Zo’n geweldige verhulling is er. Later zal het wel weer onthuld worden.
Josef was van de stam Jehoeda, daarom wilde hij terug naar zijn eigen gebied, maar hij zag dat
hij daar gevaar zou lopen. Daarom ging hij naar Galiel, Galilea. Het woord גלילgaliel komt van
gal, l’galeh, een vorm van het woord onthulling. Het is de plaats van onthulling.
Let goed op. Kijk goed naar de woorden. Hoe ישועwerd genoemd en de stad waar hij woonde dat
moeten we in het Hebreeuws leren, want daar zit de kracht in.
ֵשׁב ְבּעִיר ַהנִּ ְק ֵר את נְ ָצרֶת ְלמַלּ את ַה ָדּבָר ַהנֶּ ֱאמָר עַל־פִּי ַהנְּבִיאִים כִּי
ֶ וַיָּבֺא וַי23
נָ ְצרִי יִ ָקּרֵא לוֹ׃
en hij ging zijn vader met de familie en zetelde zich in de stad die heet Nitsaret Nazaret, maar
er is een hemelsbreed verschil tussen Nitsaret en Nazaret. De ‘ts’ konden zij niet uitspreken. om
in vervulling te laten komen het woord dat gezegd was door de profeten en zij zeiden, ook in
de profetie daarvoor want natsri nazareër zal hij genoemd worden. Natsri, naar de naam van de
stad. Joden gingen Christenen notsriem, nazareërs noemen; zij die aanhangers zijn van de
nazareeër. Het christendom noemen zij natsroet, dat is het zelfstandig naamwoord.
תּי ֶפּרֶק ג
ָ ל־פּי ַמ
ִ דוֹשׁה ַע
ָ ַה ְבּשׂוֹרָה ַה ְקּ
De heilige boodschap volgens Mataj paragraaf 3
Deze derde perek gaat over Jochanan hamatbiel - Johannes de Doper. Hamatbiel is hij die tefilla
doet, die doopt, die de mikwe doet, die de mens onderdompelt. In het Hebreeuws zit alles in de
naam. In de naam Jochanan kan je alle krachten zien die er in zitten.
ג
ַבּיָּמִים ָההֵם קָם יוֹ ָחנָן ַה ַמּ ְטבִּיל וַיְהִי קֺרֵא ְב ִמ ְדבַּר יְהוּדָה ֵלאמֺר׃
In die dagen stond op Jochanan hamatbiel Johannes de Doper, en hij riep in het deel van de
woestijn van de stam Jehoeda zeggende
Jochanan hamatbiel hebben we nodig i.v.m. ישוע. In Jochanan zit chanoen en chen, die troost,
genade geeft.
וְיוֹ ָחנָן לְבוּשׁוֹ ְשׂעַר גְּ ַמלִּים וְאֵזוֹר עוֹר ְבּ ָמ ְתנָיו וּ ַמ ֲאכָלוֹ ֲחגָבִים וּ ְד ַבשׁ ַהיָּעַר׃4
En Jochanan zijn kleding was haar van kamelen en zijn riem was van huid om zijn
lendenen en zijn voedsel was sprinkhanen en de honing van het bod.
ְשׁבוּ ִב ְל ַב ְבכֶם לֵאמֺר אַ ְב ָרהָם הוּא אָבִינוּ כִּי ֲאנִי אֺ ֵמר ָלכֶם כִּי ְ וְאַל־ ַתּח9
מִן־ ָה ֲא ָבנִים ָה ֵאלֶּה יָכוֹל ָהאֱלֺהִים ְל ָהקִים ָבּנִים לְאַ ְב ָרהָם׃
En denk niet in je harten zeggende Awraham is onze vader en hebben we verdiensten want ik
zeg jullie dat van deze stenen, die hij liet zien, de Elokiem kan op doen komen zonen voor
Awraham
ֲשׁר קָטֺנְתִּי
ֶ הֵן אָנֺכִי טוֹבֵל ֶא ְתכֶם ַבּ ַמּיִם ַלתְּשׁוּבָה וְ ַהבָּא אַ ֲחרַי ָחזָק ִמ ֶמּנִּי א11
ִשּׂאֵת נְ ָעלָיו וְהוּא יִטְבֺּל ֶא ְתכֶם בְּרוּ ַח הַקֺּדֶשׁ וּ ָבאֵשׁ׃
ְמ
Zie hier ik doop jullie met water voor inkeer en hij die na mij komt is sterker dan ik dat ik
ben zo klein, zelfs om zijn schoenen voor hem te dragen en hij zal jullie dopen door de
roeach hakodesj heilige geest en door het vuur.
Wat wordt ons hier gezegd? Hij zei ‘ik doop jullie met water’. We hebben gezien dat Jochanan
hamatbiel kwam als voorbereiding voor de komst van ישוע, hij kwam om de mensen tot inkeer te
brengen om daardoor klie op te bouwen. Klie is nodig om licht te ontvangen. Daarna zal ישוע
komen en men zal voorbereid zijn, keliem hebben, om zijn verlossing te aanvaarden.
‘Ik doop jullie met water’, wat betekent dat? Wat gebeurt er in de voorbereidende fase, het
keliem maken, van de mens? We gaan dan naar eerst naar rechts en daar ontvangen we
chassadiem en dat is water.
Hij zegt ‘jullie zijn als slangenkinderen listig e.d., jullie willen alleen voor jezelf ontvangen.
Zuiver jouw waarnemingskanaal, zuiver jezelf, de wegen van Hasjem –rechts, links en midden,
zowel horizontaal als verticaal. Dan zegt hij ‘ga tesjoewa maken’, d.w.z. ga naar rechts. Naar
rechts gaan betekent die twee punten bij elkaar brengen, jouw punt van jouw malchoet, jouw
dien, naar de biena, naar de rechterkant brengen – of naar boven brengen, dat is hetzelfde. Als we
van links naar rechts zeggen, hebben we het over gwoerot naar chassadiem brengen, en van onder
naar boven is licht chochma. Hij zegt dus ga van rechts naar links, of ga van beneden naar boven,
dat is: ga van malchoet naar de biena. Verbind jezelf met de biena. Dat is dopen met water.
‘Voor de tesjoewa’. תשובהTesjoewa is tasjoew hej: breng de letter hej terug naar de biena, dat is
tesjoewa. Niet voor jezelf ontvangen, maar het naar biena brengen. Biena heet water, water is de
wens om voor zichzelf te ontvangen zuivert. Breng je malchoet, je dien, eerst naar de biena,
m.a.w. maak eerst katnoet. We kunnen niet anders, we moeten eerst katnoet maken en dan
gadloet. Gadloet is wanneer ישועkomt, wanneer de roeach hakodesj, de heilige geest komt. Eerst
moeten we katnoet hebben om gadloet te kunnen maken. Katnoet bestaat uit verschillende fasen.
Het kleinste katnoet is wanneer men naar de biena van de klie kether gaat. We hebben dan alleen
maar een klein stukje van de klie kether; dat is de kleinste correctie die er is. Daarna kan men de
hele klie kether corrigeren. En dan gaat men naar de klie chochma. Men heeft dan al katnoet en
men kan dan twee lichten ontvangen. Op die manier komt men stap voor stap tot de gadloet. Dat
heeft hij gezegd, dat je eerst katnoet moet maken, jezelf eerst moet zuiveren, jouw aviejoet moet
verdunnen en naar de biena moet komen. Dat heet tesjoewa, dat hij hen doopte met water.
Hoe gebeurt dat met water? De mens wordt zo ondergedompeld in water, dat alles onder water is
d.w.z. dat de hele partsoef naar de biena komt. Daarna komt hij er gereinigd uit d.w.z. dat hij
keliem heeft, en hij kan dan al het licht van katnoet ontvangen. Dat is wat hij deed.
Natuurlijk is het de bedoeling dat het van binnen gebeurt. Als de mens zich zonder voorbereiding
onder water dompelt, dan gebeurt er natuurlijk niets. Als een mens weet wat hij doet, als hij
geloof heeft, want we hebben geloof nodig om malchoet, dien, de onderste hej met de biena te
verbinden. Hoe kan je de mens ertoe brengen dat hij zijn wens om te ontvangen overwint? Alleen
door geloof. Dat is wat hij ons vertelt. En hij wilde niet direct de farizeeërs en de sadduceeërs
onderdompelen, omdat hij hun bedoelingen zag. Zij kwamen zich laten onderdompelen uit angst
voor de toekomstige toorn en niet uit eigen beweging. Het doen uit angst voor de toekomstige
toorn is het doen voor de wens om voor zichzelf te ontvangen. Zij willen het lekker maken voor
zichzelf, zo doen opdat het ze goed zal gaan.
‘En hij die na mij komt, hij is sterker dan ik’. Sterker, want hij zal de gadloet brengen. Gadloet
komt van de linkerkant en daar vandaan komt de roeach hakodesj,heilige geest, de chochma komt
van de linkerkant. Het moet verbonden worden. Het schijnen van chochma moet stralen binnen
de chassadiem. Chassadiem is de voorwaarde. Geestelijke onderdompeling is de voorwaarde om
ישועte ontvangen. Gedoopt worden – geestelijk, is de voorwaarde om ישועte ontvangen. Het kan
niet anders, want eerst moet men keliem maken, chassadiem ontvangen. ‘sterker dan ik’ is
chochma. ‘Hij die na mij komt’ is het schijnen van het licht chochma.
‘Ik ben klein, zelfs om zijn schoenen te dragen’, schoenen is malchoet. Het betekent dus: ik ben
kleiner dan zijn malchoet.
‘En hij zal jullie dopen door de roeach hakodesj’: de heilige geest komt niet uit het aardse
verstand. De heilige geest is iets dat door de mens heen dondert en eruit komt, het is geen product
van de mens zelf. De mens ontvangt het en spreekt het uit. Daarom is het zo krachtig. Dat is wat
ישועbracht. Daarom stond het volk zo versteld door wat ישועhen verteld had. Het was niet de
macht van ישוע, het was het volle licht van chochma, terwijl zij alleen geleerd hadden om het
zinnenbeeld van de kracht van Hasjem te ontvangen, zoals de rabbijnen hen leerden. In wat zij
leren zit geen kracht van roeach hakodesj. Waarom niet? Ze leren toch dezelfde bronnen? Het is
omdat zij zich niet door de roeach hakodesj laten corrigeren. Ze komen niet naar de klie kether en
daarom kunnen zij de roeach hakodesj, de heilige geest niet ontvangen. En dat terwijl zij alles in
zichzelf hebben. Sommigen zijn als een grote boom, zo sterk. Kan je je voorstellen wat voor
kracht eruit zal komen als deze echte Hebreeërs zich klein gaan maken, zich gaan corrigeren, en
zich niet blindstaren op traditie en charisma. Hoe geweldig zal dat zijn voor de hele mensheid,
voor de hele wereld.
‘Hij zal jullie dopen met de roeach hakodesj en door vuur’: vuur komt door de linkerlijn, water is
de rechterlijn. Hoe weten we dat? Door de naam hemel sjamajiem, esj en majiem. Rechts hebben
we majiem, water, en links hebben we esj, vuur. ישועzal je dopen met roeach hakodesj, de heilige
geest, is de middellijn. Esj is de gvoerot in de linkerlijn die verbonden zijn met de roeach
hakodesj. We hebben dan alle drie lijnen. ישועzal jullie de roeach hakodesj geven, dat is de
middellijn en vuur, dat is de linkerlijn, en dat op de achtergrond van het dopen van Jochanan, van
hem ontvingen jullie het water, de rechterlijn. Jullie hebben dan alles.
Dat is wat Jochanan zegt ‘ik doop alleen met de rechterlijn’ d.w.z. ik geef jullie alleen een beetje
chassadiem, terwijl ישועde rest van de keliem door zijn licht zal laten doorschouwen.
ִשׂ ְרפֶנּוּ
ְ וּ ְביָדוֹ ַה ִמּזְרֶה וְזָרָה אֶת־גָּרְנוֹ וְאָסַף אֶת־ ְדּגָנוֹ אֶל־אוֹצָרוֹ וְ ֶאת־הַמֺּץ י12 ָבאֵשׁ
ֲשׁר לֺא ִת ְכבֶּה׃ֶא
Dit zijn de woorden van Jochanan die over ישועspreekt, over hij die zal komen:
en in zijn hand is de wan en hij zal dorsen zoals blazen tegen koren opdat het kaf gescheiden
wordt van het koren en hij zal zuiveren zijn dorsvloer en hij zal verzamelen zijn graan naar
zijn verzamelplaats en het kaf zal verbrand worden in vuur dat niet uitgedoofd zal worden.
Wat betekent dat? Het goede in de mens zal gescheiden worden van de kliepot, zowel in het
algemene als in het bijzondere aspect. Wij leren alleen het bijzondere aspect, in één mens. Wij
moeten dit scheidingsproces waar Jochanan het over heeft in onszelf bewerkstelligen.
וַיָּבֺא יֵשׁוּ ַע מִן־ ַהגָּלִיל ַהיַּ ְר ֵדּנָה אֶל־יוֹ ָחנָן ְל ִה ָטּבֵל עַל־יָדוֹ׃13
en ישועkwam uit de Galiel Galilea. Galiel komt van het woord l’gale, onthullen. De plaats
Galiel is de plaats van onthulling. en ישועkwam uit Galiel Galilea naar de Jarden Jordaan tot
Jochanan om door zijn hand gedoopt te worden.
Het klinkt een beetje vreemd voor ons. Je zou zeggen dat de één sterker, krachtiger is dan de
ander. Jochanan had gezegd ‘degene die na mij komt zal veel krachtiger zijn dan ik ben’. Hoe is
het te rijmen dat die krachtiger man naar Jochanan komt om door hem ondergedompeld te
worden. Degene die de ander onderdompelt is toch hoger? Anders kan dat toch niet? Hij moet
toch van hoger niveau zijn, anders heeft het geen zin? Jochanan is zwakker, waarom komt ישוע
dan tot hem om ondergedompeld te worden? We zullen straks horen wat hij zegt.
Vanaf nu hebben de lessen een andere vorm. Het is niet meer zo dat ik vertel en jullie luisteren.
Wat ik vertel is wat aan mij is onthuld. De bedoeling is nu dat we gaan samenwerken, dat door
onze voorbereiding en instelling er tijdens de lessen onthullingen aan ons allen zullen komen.
ָשׂ ְך אוֹתוֹ לֵאמֺר אָנֺכִי ָצרִי ְך ְל ִה ָטּבֵל עַל־יֶָד ָך וְאַ ָתּה בָּא ֵאלַי׃
ַ וְיוֹ ָחנָן ח14
en Jochanan trok hem terug zeggende ik heb nodig om door jou gedoopt te worden en jij komt
naar mij?
Vuur - ֵשׁ
א 2. Water - מּיִם
ַ De rechterlijn -
L R dopen met water
ַשׁ ַמיִם
ָ ַמלְכ וּת ה
Het Koninkrijk der Hemelen 1.
Aanduidingen:
De stappen naar het Koninkrijk der Hemelen:
1. Gaan naar rechts om chassadiem (water) te ontvangen
2. Gaan naar links om het schijnen van chochma (vuur) te ontvangen
3. Komen tot de middelste lijn – tot de Hemelen waarin de Heilige geest is ingebed
4. De Hemelen afdalen naar de Malchoet en vormen samen het Koninkrijk der Hemelen
תּי ֶפּרֶק ד
ָ ל־פּי ַמ
ִ דוֹשׁה ַע
ָ ַה ְבּשׂוֹרָה ַה ְקּ
De heilige boodschap volgens Mataj paragraaf 4
ַשּׂטָן׃
ָ ָשׂא הָרוּ ַח אֶת־יֵשׁוּ ַע ַה ִמּ ְד ָבּרָה ְל ַמעַן יְנַסֵּהוּ ה
ָ אָז נ ד
Dan bracht de geest ישועnaar de woestijn opdat hij door de satan op de proef gesteld zou
worden. Door het dopen ontving ישועchassadiem en daarna bracht de roeach die op hem
neerdaalde hem naar de linkerlijn om hem op de proef te stellen. In de linkerlijn zit niet satan,
maar die kleeft aan links aan. Van links trekt die de mens aan, verlokt hem, om de chochma via
de linkerlijn naar beneden te trekken en niet via de middellijn. Alleen maar één lijn, chassadiem,
is geen volmaaktheid. Daarom dat de geest die van boven kwam bracht ישועnaar links, naar de
woestijn. Waarom is de woestijn links? Omdat licht daar wordt gezien alsof het er niet is.
Chochma zonder chassadiem is als woestijn, men kan daar niet leven.
וַיְהִי אַ ֲחרֵי צוּמוֹ אַ ְר ָבּעִים יוֹם וְאַ ְר ָבּעִים ָליְלָה וַיִּ ְרעָב׃2
en het was na zijn vasten van veertig dagen en veertig nachten en hij had honger Wat
betekent veertig dagen en veertig nachten vasten? Het betekent van malchoet opstijgen via nh’j;
van malchoet nh’j, vier sfirot, naar de toestand boven de chaze te komen. 4x10. Door 40 dagen en
40 nachten te vasten komt hij boven de chaze. Begrijp je dat het niet over aardse dagen en
nachten gaat? De Thora en heilig verbond spreekt niet over aardse dagen en aardse nachten. 40
betekent sfirot. Dagen en nachten, want er bestaat rechts en links.
‘En hij had honger’: honger naar het licht.
וַיִּגַּשׁ ֵאלָיו ַה ְמנַסֶּה וַיֺּאמַר אִם בֶּן־ ָהאֱלֺהִים אַתָּה ַדּבֵּר ָל ֲא ָבנִים ָה ֵאלֶּה וְ ִת ְהיֶינָה3
ְל ָלחֶם׃
en de verleider naderde tot hem en zei, indien jij zoon van Elokiem bent Elokiem is biena en
die is chassadiem. Door de naam Elokiem heeft Hasjem de wereld geschapen. spreek tot deze
stenen en zij zullen worden tot brood Stenen zijn verstoken van chassadiem. Brood is
chassadiem. Je kan dan je honger stillen.
Wat betekent opstijgen van onder de parsa naar de parsa? Ik heb jullie wel eens verteld dat als ik
een voordracht moest geven, ik dan inspanning moest leveren en het van buiten was als een soort
somberheid; ik zie er dan uit of ik kwaad ben. Als ik omhoog moet komen word ik eerst een
beetje zwaar. We zullen leren dat ישועhet ook zo deed. Dat is de weg naar de parsa. Als je door
de plaats van de parsa heenkomt is het noch levend, noch dood. De plaats van de parsa is de
plaats waar ook de kliepot zijn. Als je de parsa doorloopt dan kom je a.h.w. in de hemel. en
daarna komt de honger, zin naar leven, opluchting van binnen en kracht. Maar het naderen van de
parsa dat is dan alsof er geen kracht is. Daar moet je doorheen komen. De parsa is de
scheidingslijn tussen de hogere en de lagere.
וַיַּעַן וַיֺּאמַר הֵן כָּתוּב לֺא עַל־ ַה ֶלּחֶם ְלבַדּוֹ יִ ְחיֶה הָאָדָם כִּי עַל־כָּל־מוֹצָא4
פִי־יְהוָֹה׃
En hij ישועantwoordde en hij zei: het is geschreven in de Thora: niet alleen om brood zal de
mens leven, maar over alles wat uitkomt uit de mond van Hawaja'h. De mens moet niet
alleen voor brood leven. Wat betekent dat? Niet alleen voor chassadiem zal een mens leven, want
dat is niet voldoende. De mens heeft chochma nodig, de linkerkant. Uit de mond van Hasjem,
komt chochma. Beide zijn nodig. Hij dacht even te provoceren, dat hij zou willen doen wat satan
hem vertelde. Hij beriep zich echter op de uitspraken van Thora. Het leven van de mens wordt
niet alleen door chassadiem gemaakt, maar ook door wat uit de mond van Hasjem komt,
chochma.
In vers 6 wordt pas veel duidelijker wat we geleerd hebben in Kabbala en in de traditionele
Thora. Probeer ook bij ישועsteeds op de achtergrond de Boom des levens te zien. De Boom des
levens is z’a van de wereld atsieloet. Wie staat bovenaan de z’a van de wereld atsieloet? De
kether van z’a van de wereld atsieloet. Dat is de kracht van ישועbij zijn eerste komst in deze
wereld. Wie staat bovenaan de Boom des levens? ישוע.
וַיֺּאמֶר ֵאלָיו אִם בֶּן־ ָהאֱלֺהִים אַתָּה נְפֺל ְל ָמטָּה כִּי כָתוּב כִּי ַמלְאָכָיו יְ ַצוֶּה־ ָלּ ְך6
ִשּׂאוּנְ ָך פֶּן ־תִּגֺּף ָבּ ֶאבֶן ַרגְ ֶלךָ׃
ָ וְעַל־ ַכּ ַפּיִם י
indien jij de zoon van Elokiem bent val naar beneden want het is geschreven: want Hij
Elokiem zal zijn engelen opdragen t.a.v. jou en op hun handen betekent ook: op hun vleugels
zullen zij jou dragen opdat jij jouw voeten niet zal stoten tegen steen.
Kijk wat je krijgt te begrijpen door Kabbala. Waar staat ישועnu? We hebben gezegd dat we nu
samen gaan werken in de lessen. De hele bedoeling is dat het ons gegeven wordt. Waar staat ישוע
nu? Hij staat nu met zijn voeten op de vloer van de wereld atsieloet, dus malchoet van de wereld
atsieloet. Hij staat helemaal in het heilige naar zijn krachten, zijn bevatting. Wat is de verlokking
van de satan? Spring naar de werelden BieJ’A, daar zitten de engelen. De engelen zullen jou op
hun vleugels dragen en zullen je niet laten vallen. Er zal je niets gebeuren. Je zal je voeten niet
stoten. Wat wilde satan dat ישועzou doen? Het licht chochma uit de wereld atsieloet via de
linkerkant naar beneden te trekken om daarmee zonde te plegen. Duidelijk? Dat is wat hij beoogt.
וַיֺּאמֶר ֵאלָיו יֵשׁוּ ַע וְעוֹד כָּתוּב לֺא ְתנַסֶּה אֵת יְהוָֹה אֱלֺהֶיךָ׃7
En ישועzei tegen hem: en nog bovendien is het geschreven gij zult Hawaja'h jouw Elokiem
niet op proef stellen. Een mens kan op de proef gesteld worden, maar Hasjem? Het betekent
Hasjem proberen om te kopen, hem proberen te laten doen wat niet in het heelal is ingebouwd.
Hasjem te willen laten handelen naar wat gewenst is en niet naar de wetten van het heelal. Zoals
iemand die zegt: ik heb zoveel over mijn vader gebeden en u is hij toch dood gegaan, ik geloof
niet in de Schepper. Of dat iemand zegt dat hij wel wil gaan geloven als Hasjem hem eerst een lot
geeft waar de hoofdprijs op valt. Dat is whishful thinking, dat is Hasjem op de proef stellen.
Waarom mag je Hasjem in dit geval niet op de proef stellen? Hasjem heeft de schepping zo
opgebouwd dat je licht chochma niet naar de werelden BieJ’A aan mag trekken. Het zit niet in de
instructie van de Schepper. Daarom zegt ישועdat hij dat niet kan doen. Wij moeten de realiteit
ook altijd op die manier zien en geen whishful thinking. Dat je niet omdat je Kabbala leert, wil
dat je allerlei dingen die je wenst kan krijgen door alleen maar ma’n op te brengen en het
gewenste aan je gebeurt. Je weet niet wat je zegt. Het kan zijn dat je iets wil hebben dat slecht
voor je is, maar aan jouw ogen goed lijkt. Men geeft het jou niet, ook niet als je het wil ontvangen
zonder al die beproevingen, zonder je aan te passen aan de wetten van het heelal.
Wat we nu bij briet chadasja leren moet in grote lijnen de manier zijn dat je het terug kan vinden
in de kabbalaleer. En wat bij ons opkomt moeten we intepreteren, het moet ons helpen. ישועdie
temidden van ons zit, hoort elk woord wat komt. Ik doe alleen mijn mond open, niets anders. Net
als een maaltijd met ישוע. Niet proberen om via ons verstand te intepreteren, maar hoe he tin ons
opkomt met wat wij weten van de Kabbala. Het hele doel van de schepping is om de schepping
behagen te geven. De manier waarop is dat de schepping zijn wens om te ontvangen moet
transformeren in de wens om te geven en dan zal alles naar binnen stromen, zonder problemen.
Beproevingen zullen dan ook fijn en zacht zijn. We zullen het niet meer als beproevingen
ervaren, maar als pijn uit liefde, genot uit liefde. Het zal om het even zijn of ik in de rechterlijn of
in de linkerlijn zal zijn. De Schepper wil dat ik met hem in contact kom.
ִשּׂאֵהוּ אֶל־הַר גָּבֺ ַהּ מְאֺד וַיַּ ְראֵהוּ אֶת־כָּל ַמ ְמלְכ וֹת ֵתּבֵל וּכְבוֹדָן׃
ָ ַשּׂטָן וַיּ
ָ וַיּוֹסֶף ה8
En de satan blijft doorgaan herhalen, beproevingen toevoegen, en hij bracht hem naar zeer
hoge berg en liet hem alle koninkrijken van de lagere aarde, zoals koninkrijken in deze wereld
met al hun machtsvertoon en kracht van mensenkinderen zien en hun glorie.
Wat wij leren in briet chadasja moet ons helpen. Aan de ene kant vanuit de leer van de Kabbala
en aan de andere kant verder gaan met putten uit de roeach hakodesj.
Op de vorige les liepen wij terloops door de wonderlijke geboorte van ישוע. Ik had jullie verteld
dat ik de les niet voorbereid, het komt allemaal op de les. Het is de bedoeling dat we van de
lévende G’d ontvangt. ישועleeft. Hij heeft tegen zijn leerlingen gezegd ‘wees niet
bevreesd/bezorgd wat je zal zeggen wanneer men je zal verdrukken’. Alles gaat over één mens,
wanneer de klippot je willen verdrukken, zullen van boven woorden komen die je moet zeggen
enz..
Daarom gingen we zonder uitleg door de geboorte van ישועheen. In grote lijnen zegt Kabbala dat
er drie ouders moeten zijn: de vader, de moeder en de heilige geest, de roeach hakodesj. Hasjem
brengt de ziel tussen de vader en moeder.
Ik heb gezegd dat wat wij niet kunnen begrijpen… niets is onmogelijk voor Hasjem. Niet zomaar
zeggen dat Hasjem alles kan, maar ma’n opbrengen op dat moment en geen verklaring
ontvangen. Je moet dan geduldig zijn. Ik leg het uit, zodat jullie weten hoe dat werkt. Het is aan
mij onthuld nu. Ik kon het nooit begrijpen en dreef er wel eens de spot mee, met de onbevlekte
ontvangenis. Niemand begrijpt het, ook Christenen niet. Je hoeft er niet veel aan te denken.
Jarenlange studie van Kabbala dag en nacht brengt je een voorbereiding, maar het moet aan je
gebeuren. Ik zat aan het ontbijt met mijn vrouw. Zij had iets over ישועgezegd. Het kwam naar
beneden en zij ontving het als eerste, zij is noekwa. Ik heb het niet gehoord, maar ik nam het
onderwerp over wat zij heeft gezegd en in een fractie van een seconde had ik het beeld waar ik
tientallen jaren niet kon doordringen. De details… een paar dagen later kwam er voor de tweede
keer trillingen en toen wist ik dat we het er nu over kunnen hebben. De vorige les was het er niet.
Je moet het niet forceren. En als het nu niet gebeurt, dan een andere keer.
Nu gaan we beginnen over de wonderlijke geboorte van ישוע. Wat is dat met sfirot? Hoe kan je
dat plaatsen? Het is mij nu toegestaan om het te zeggen.
In perek alef, vers 18 is de kwestie over het geboren worden van ישועhaMasjiach. Er staat dat
Mirjam, zijn moeder… en alvorens haar man Josef bij haar kwam – contact met haar had, bleek
dat zij zwanger was van de roeach hakodesj, de heilige geest.
Luister zonder wat je ooit hebt gehoord. Let goed op en zie altijd de sfirot in wat ik vertel. Wie
zijn in het geestelijke de vaders van de mens, van zijn ziel? Z’a en noekwa zijn de vaderen van de
ziel van de mens. En hun vaderen zijn Av’I, dat is als opa en oma voor ons. We hebben geleerd
dat z’a en noekwa op hun eigen plaats geen zievoeg kunnen maken, want daar zijn de kliepot
vlakbij. Bovendien moet de mens om geboren te laten worden beschikken over nesjama. De mens
onderscheidt zich van alles door de nesjama, de G’ddelijke ziel. Wie zijn de dragers van die
G’ddelijke ziel? Av’I.
We hebben geleerd dat wanneer de Zo’N opstijgen naar het niveau van Av’I, z’a abba bekleedt
en noekwa iema bekleedt. Door de z’a straalt abba en door noekwa straalt iema. Daar kunnen ze
dan wel zievoeg maken om de mens geboren te laten worden, maar niet op hun eigen plaats. Ze
stijgen eerst op naar boven en gaan dan weer naar hun eigen plaats.
Het begrip opstijgen moeten we goed onderscheiden. Er zijn opstijgingen die we doen wanneer
we geen licht hebben; we verdunnen dan onze aviejoet, worden kleiner. Je wens van het vierde
stadium opstijgen naar kether, naar stadium nul, dan verdun je jezelf tot stadium nul. Dat is één
zaak van opstijgen. Dat is dat je je minder, kleiner, transparanter maakt, opdat je daarboven licht
zal ontvangen en terug naar beneden brengt. Maar wanneer we spreken van opstijgen van Zo’N
naar boven, dan spreken we over opstijgen qua niveau. Als we zeggen dat Zo’N naar Av’I
opstijgt, dan bedoelen we niet dat ze zich lichter maken, maar dat ze op het niveau van Av’I
komen, Av’I bekleden. Dat is qua lichten dat ze ontvangen. Haal die twee begrippen niet door
elkaar.
Wanneer Zo’N naar Av’I opstijgt ontvangen ze licht nesjama. Dat is de eerste gadloet. Herinner
je je nog? Daarna gaan ze zievoeg maken en kunnen ze de mens, de zielen voortbrengen. De
volgende traptrede is de ziel die eruit komt – de plaats van de Zo’N van de wereld Atsieloet.
Daarna daalt de ziel in onze wereld in een kind dat geboren wordt. Dat is zoals het normaal plaats
vindt.
Er bestaat nog een hogere opstijging dan alleen tot Av’I en dat is op Sjawoe-ot. In Zohar hebben
we veel over Sjawoe-ot geleerd, het feest van ontvangen van Thora en in het algemene aspect is
dat ook de toestand van gmar tiekoen.
Vanaf Pesach begint opstijging, verkrijging van hogere traptrede. Vanaf de tweede dag Pesach
beginnen we 49 traptreden te tellen, vanaf malchoet tot en met de chessed. Op de 50e dag, aan de
vooravond van Sjawoe-ot verkrijgt men ga’r. Vanaf de tweede dag Pesach begint sfirat ha-omer,
dan beginnen we 49 sfirot te tellen. Tot Sjawoe-ot komt z’a tot av’i; z’a verkrijgt 9 sfirot. Neem
het aan, later zullen we het leren. Z’a krijgt 9 sfirot, zonder kether. Z’a krijgt kether op de
vooravond van Sjawoe-ot. Hoe kan dat? Ik heb jullie verteld dat z’a de kether van biena ontvangt.
Wie is de gever van de kether aan de z’a? Dat is niet de biena, maar de arich anpien die nog één
hoger is. Natuurlijk wordt het via de av’i gegeven, want boven de z’a is altijd de av’i. Hoe je ook
opstijgt, de structuur van de Boom des levens is altijd hetzelfde. Boven de z’a is altijd av’i. En
boven de av’i is a’a.
De vooravond van Sjawoe-ot is de 50e dag vanaf de 2e dag Pesach. Op die avond stijgt z’a op
naar de a’a. Dat is de uiteindelijke toestand, de hoogste toestand die er is hoewel hij later weer
afdaalt, is de volmaakte toestand van z’a het komen naar a’a. De volmaakte toestand van noekwa
is het komen tot av’i. A’a is net als partsoef A’B, chochma en de iema is als Sa’G. Eigenlijk komt
het op hetzelfde neer.
Deze vooravond van Sjawoe-ot stijgt z’a op naar de a’a. Vanaf a’a ontvangt hij de kether, de 10e
sfira. Samen met de kether ontvangt hij zo’n geweldige mochin dat die slaat tot de jessod van z’a.
Mochin is licht, wat wij ook zaad noemen. Z’a ontvangt de kether, de kracht van ישוע. Daarmee,
met de klie kether, ontvangt z’a het licht ga’r en dat haalt hij tot zijn jessod. Natuurlijk kan je
altijd terugkeren als je eenmaal bent opgestegen. Nu z’a terugkeert naar zijn eigen plaats, dan
haalt hij met zichzelf ook al die mochin naar jessod. Waar was de malchoet? Zij bekleedde av’i,
zij was als biena. Biena heeft geen s’a. Nu bij het afdalen van de malchoet, die samen met de z’a
afdaalt, neemt malchoet ook de eigenschap van biena mee naar de malchoet, want niets verdwijnt
in het geestelijke.
Dit is het kader voor het bespreken van het verwekken van ישוע.
We hebben geleerd dat Mirjam, de moeder van ישוע, zwanger werd van de roeach hakodesj. Z’a,
die nu de kether heeft ontvangen en daarmee de mochin van gadloet, keert terug. En de jessod
nu… hoor het, alleen het principe is belangrijk, later komen we er weer op. Jessod van z’a is de
plaats… ik moet het een kader geven, het kan niet anders. Jessod van abba is langer dan jessod
van iema, want is mannelijk. Jessod van abba strekt zich tot en met de jessod van de z’a, dus
onder de chaze. De jessod van de iema bereikt alleen tot de chaze en niet daaronder. Z’a heeft
standaard al he tschitteren van de jessod van de abba. Vanwege die opwekking van Sjawoe-ot
keerde de malchoet terug van de plaats bij de iema waar zij was, en omdat niets in het geestelijke
verdwijnt nam zij ook de straling van iema met zich mee, restjes ervan. Op de avond van Sjawoe-
ot gebeurde dat ook met Mirjam, de moeder van ישוע. Op deze avond werd ישועverwekt. Het is
nu over iets meer dan 40 dagen, op 29 mei 2009, 6 siewan 5769. Na 7 maanden werd hij geboren.
Speciale zielen zoals ישועworden na 7 maanden geboren. Waarom? Neem het gewoon aan, het
komt wel.
Wat gebeurde in het hogere? Ik spreek niet over wat hier op aarde was. Ik spreek over het hogere
en als je leert wat het hogere doet, dan kan je ook zien hoe het beneden is. Alles moet
overeenkomen. Zo boven, zo beneden. Het volk Israël ging uit Egypte, dat gebeurde boven en
gebeurde beneden.
Wat was er op de vooravond in dat jaar wanneer ישועverwekt was? Jessod die nu 10 sfirot heeft,
gaf de mochin aan de noekwa. De jessod van de z’a van de wereld atsieloet gaf mochin, zaad, aan
de noekwa oftewel malchoet van de wereld atsieloet. Binnen de jessod is de straling van abba, de
vader. In de noekwa zit wel wat zij van de iema heeft meegenomen. Malchoet op haarzelf, op
haar eigen plaats in de wereld atsieloet is bevlekt. Waarmee? Zij heeft twee punten. Eén punt is
met de biena verbonden en die is niet bevlekt, die is alleen de wens om te geven, zuiverheid.
Malchoet heeft twee punten: één punt is onbevlekt, maar de malchoet de malchoet heeft tekort en
dat is een vorm van bevlekking.
Noekwa heeft op deze nacht de straling van iema gekregen. De iema straalt binnen haar. Deze
nacht blijft de noekwa onbevlekt. Onbevlekt van haar eigen wens om te ontvangen, onbevlekt
van de malchoet de malchoet. Jessod geeft dat zaad aan de malchoet en dat zaad heet roeach
hakodesj. Roeach betekent geest, maar betekent niveau van het licht roeach. Van wie krijgt jessod
van z’a roeach? Van av’i. Het niveau van av’i is het licht nesjama. Waarom is het nu roeach?
Omdat de plaats van av’i de plaats van nesjama is, maar de plaats van de zo’n –als een hogere
naar een lagere komt, wordt die ook een beetje als de lagere, dat betekent dat roeach, de plaats is
die overeenkomt met z’a. En het is kodesj… we hebben geleerd dat kodesj altijd op av’i slaat.
Daarom is het roeach hakodesj. Het is het niveau van z’a, maar het komt van av’i die zijn ingebed
in zo’n. We zullen het stap voor stap leren, maar nu alleen in grote lijnen. Jessod geeft in atsieloet
het zaad, de mochin aan noekwa terwijl de noekwa onbevlekt is. Dat is onbevlekte ontvangenis.
N.a.v. een vraag/opmerking van student:
De noekwa heeft nu de eigenschappen van iema verkregen. Hier slaat het meer op een ander
aspect, op de eigenschappen van de sfirot. Malchoet heeft tsimtsoem, beperking ondergaan.
Beperking is tekort. Elk tekort veroorzaakt bevlekking. Kijk in onze wereld als een vrouw
zwanger is zijn er geen bevlekte toestanden, ook fysiek niet. Ze heeft geen bloedverschijnselen.
Er is verheffing zoals zo’n naar av’i stijgt om een kind te maken, zo heeft een vrouw tijdens haar
zwangerschap ook een soort verheffing waarbij zij van iema ontvangt.
Wij spreken over het tekort dat malchoet nu heeft en dat heet bevlekt zijn. Zonder vlekken is de
wens om te geven en dat is biena. Als in het witte, de eigenschap van biena, nog plaats is voor
zwarte punten… malchoet heeft nog plaatsen van tekort, van tsimtsoem en dat heet bevlektheid.
Daar kan de s’a nog aangrijpen. Maar in deze toestand van Sjawoe-ot toen ישועwerd verwekt…
in deze nacht moeten we altijd de hele nacht Thora leren, want deze nacht vindt zievoeg plaats.
Normaal is er ’s avonds geen zievoeg, maar op deze nacht wel. Daarom is er gezegd dat je deze
nacht niet moet slapen. Op deze nacht vindt boven, in het geestelijke, zievoeg plaats. Juist in deze
nacht vond in de wereld atsieloet deze geweldige zievoeg plaats die net als gmar tiekoen is
waarbij z’a opstijgt naar het niveau van a’a en noekwa opstijgt naar het niveau van biena.
Daardoor straalt jessod naar de noekwa, roeach hakodesj. Zij is dan als malchoet maar door deze
bijzondere nacht van Sjawoe-ot is zij net als biena. Daarom wordt in alle generaties, ook daarna
en in de Thora voorgeschreven dat man en vrouw juist in deze nacht … ze leren de hele nacht
door… een geweldige zievoeg vindt plaats in de wereld atsieloet. Duidelijk? Dat was in deze
nacht en daarom heette dat in de wereld atsieloet onbevlekte ontvangenis. Jessod gaf aan noekwa
en zij was net als biena. Haar eigenschap was op dat moment niet meer zichtbaar. Net zoals een
vrouw die zwanger is, dat je haar bloed niet kan zien.
Dat was over deze nacht. In deze wereld moet precies hetzelfde plaatsvinden. Dat was een
bijzonder wonder ooit. Het was van boven beschikt dat juist in deze bewuste nacht van Sjawoe-ot
de roeach hakodesj moest afdalen van boven in de jessod van atsieloet naar de malchoet van
atsieloet. Zo moest het ook in deze wereld zijn. Precies hetzelfde. Normaal gebeurt dat tussen
man en vrouw, die moeten fysiek contact hebben om een kind te verwekken. Maar omdat er hier
zo’n geweldige toestand was waarbij de biena … ik had gezegd alleen de uitstraling van biena,
maar het was meer. In de nacht dat ישועverwekt werd was het bijzonder, het was meer, er
gebeurde nog een speciaal wonder:
De biena, de iema, daalde helemaal binnen de malchoet. Dus niet een beetje, alleen stralen op
afstand zoals het elk jaar op Sjawoe-ot gebeurt. De malchoet stijgt op naar de biena en keert terug
met de straling van biena. Dan is het niet de biena, maar de uitstraling van biena op een afstand.
Let goed op wat ik wil zeggen. Er gebeurt zo’n wonder, dat de biena die nooit door de chaze naar
beneden komt, de jessod van biena trok door de parsa naar de malchoet. Dit is beknopt. Ik kan nu
niet dieper gaan. Het is in het kort. Later komt de rest, maar dat jullie begrijpen wat het wonder
was. Daardoor kwam het zaad, roeach hakodesj in de malchoet, in de noekwa. Zij was schoon.
Roeach hakodesj is geen zaad in de normale betekenis van het woord. Hoe dat op aarde was…
roeach hakodesj moet ook hier op aarde op de een of andere manier verdikt worden om dat tot
stand te brengen. Hoe? Dat is voor mij niet interessant, want als ik weet hoe dat in het geestelijke
zit dan vertrouw ik er op. Hoe Hasjem dat hier tot stand brengt dat is voor mij geen probleem om
te aanvaarden. Als ik weet hoe dat in de wereld atsieloet zit in deze bewuste nacht is dat voor mij
voldoende. Daarom horen we ook dat de Christenen het hebben over de verbondenheid tussen
ישועen Mirjam, Maria. Zij is ook heilig. De hogere Mirjam en de lagere Mirjam. Als we over de
heilige Maria spreken, dan bedoelen we Mirjam, de malchoet die met de biena is verbonden. Hier
op aarde is het precies hetzelfde. Maria van vlees en bloed en Maria die qua geestelijke
eigenschappen verbonden is met de malchoet die doordrongen is door de biena. Zo had de Maria,
Mirjam, hier op aarde in zichzelf geestelijk ook de verbondenheid tussen die twee noekwa’s. Als
je die verbondenheid hebt dan kan je én van z’a én van abba ontvangen. Van abba omdat die als
iema… de verbondenheid… Dat is de verbondenheid tussen ישועen Mirjam. Zo zien we dat
Mirjam heilig is. Heilige Mirjam, heilige Maria. Wie is kadosj, heilig? Kadosj is biena. Als je het
woord kadosj hoort dan moet dat het niveau zijn waarbij iemand verbonden is met av’i. Niet
alleen biena van jiessoe’t, maar av’i.
Zo zien wij dat zonder kennis van Kabbala en een stukje onthulling je er niet doorheen kan
komen. Alleen zo uit de hemel, dat je ergens loopt en dan verkrijg je licht..?.. Hoe kan je wat ik
net probeerde te vertellen met zoveel woorden… in een fractie van een seconde heb ik het gezien.
Ik had al die woorden niet nodig zoals ik het jullie heb verteld. Zoveel woorden had ik nu nodig
om het plaatje dat ik gezien had naar beneden te brengen. Dat kan niet anders dan met zoveel
woorden, dat jij het allemaal kan rijmen. Wanneer je Kabbala leert dan hoe hoger hoe minder
woorden er zijn. Eén woord is dan genoeg, is het duidelijk waar het over gaat. Dat je ziet hoe dat
werkt, daarom vertel ik jullie hoe dat op mij komt. Het komt niet gewoon aanwaaien en niet door
mijn inspanning op dat moment. Inspanning heb ik eerder gedaan, duizenden nachten. En mijn
ma’n zit daar, maar op dat moment schik ik mijzelf en dan komt het. Niet pushen van ‘ik wil dat
begrijpen’, je kan het nooit begrijpen, maar nederig zijn. Laat het aan jou gebeuren. Ik heb het
bewezen, ik weet zeker dat het gebeurt en hoef het niet te forceren.
Waarom staat in de Thora dat drie dagen voor Sjawoe-ot, voor het ontvangen van Thora, het volk
bepaalde dingen moest doen zoals hun kleding wassen, zich van sexueel contact onthouden, je
niet met olieën insmeren, beetje vasten… om bepaalde correcties te ondergaan. Ze moesten
zichzelf bepaalde dingen ontzeggen. Waarom? Het licht kan niet komen zonder voorbereiding.
De mens moet zijn keliem klaarmaken.
Waarom staat er drie dagen en staat er niet drie dagen en drie nachten. Waarom staat er dat
Hasjem tegen Mosje zegt dat zij zich drie dagen moeten voorbereiden, hun kleding wassen en
bepaalde dingen niet doen. Waarom moeten zij zich voorbereiden om de grote happening van het
ontvangen van de Thora?
Dag is z’a zo hebben we geleerd en noekwa is nacht. Drie dagen, elke dag in toenemende mate.
Drie dagen was het nodig voor Sjawoe-ot om z’a naar a’a op te laten stijgen om kether te halen.
Z’a steeg op de eerste dag op naar de biena, de jiessoe’t. Op de tweede dag stijgt die op naar av’i.
De derde dag tot aan de vooravond van Sjawoe-ot stijgt die op naar a’a. Er zijn drie dagen nodig
dat hij opstijgt naar zijn volmaakte plaats, naar de a’a. Alles staat in Thora aangegeven.
Je moet het zo zien, dat in Thora eigenlijk beide verbonden staan. In het Nieuwe verbond,
hetgeen dat uit het Nieuwe verbond voortvloeide is wat Christenen hebben gemaakt als parallel
met datgene wat in Thora staat. Let goed op, ook wat ik over de geboorte van ישועheb gezegd,
het is in de geschiedenis van de mensheid nooit eerder zo onthuld, het is nu de eerste keer. Ten
eerste was er vroeger geen kennis van de sfirot en de tijd was er nog niet voor.
Sjawoe-ot is het feest van het ontvangen van de Thora. Sjawoe-ot is de avond waarop ישועwerd
verwekt. Tot de Thora werd gegeven als remedie tegen de s’a, om de slechte neiging aan te
kunnen. Hier, op dezelfde vooravond van Sjawoe-ot manifesteerde zich precies dezelfde kracht
als het verwekken van de bevrijding, naar geest. In de Thora staat ook de verwijzing naar het
tweede verbond, naar geest. Wat is het feest Pesach? Wat moeten Joden doen? Matses eten, en nu
de Tempel er niet meer is hoeven ze geen lammetje te eten. Er werd een lammetje geofferd in de
Tempel. Alles wat ze aan Pesach doen, heeft te maken met genot naar vlees. Ze moeten eten,
gezellig zijn… hoewel er langzaam aan in deze tijd wat verandering in begint te ontstaan, maar
alles draait alleen om het verbond naar vlees. Het is goed, het is voorbereiding voor de ware
bevrijding die komt met ישוע. Elk jaar doen zij hetzelfde ‘Masjiach zal komen. We zijn uit Egypte
uitgegaan…’ van één slavernij naar een andere slavernij. De bedoeling is om uit het vlees te
komen. Het vlees te overwinnen. Als je doet zoals zij doen… zij vieren alle feesten die in de
Thora zijn alleen vanuit het aspect van het verbond naar vlees, terwijl de Thora zelf niet alleen
verbond naar vlees is. De Thora zegt doe het uit vlees en vanuit het vlees zal ik het G’ddelijke
zien. Het G’ddelijke kan niet anders dan dat je je vlees prijs geeft, dat je door je vlees heengaat.
Dat is het verbond van ישוע.
Op Sjawoe-ot zien wij dat ישועwerd verwekt. Wanneer werd ישועgeboren volgens de kalender
van de tijd van het heelal en niet van de menselijke tijd? In welk joods feest gaat de geboorte van
ישועschuil? Chanoeka. Niet wat de Joden vieren dat de chasjmonajiem ooit het Griekse leger of
zo overwonnen en schoonmaakwerk deden in de Tempel. Dat is het zinnenbeeld van het ware
verbond, niet het verbond naar vlees maar naar geest. Natuurlijk was het ook nodig, maar niet
voor alle tijden. Het staat ook geschreven wat de Thorageleerden hebben gezegd, dat in de gmar
tiekoen zal alleen Poeriem overblijven. Andere Joodse feestdagen zullen niet meer geldig zijn.
Niet meer naar vlees. Elk feest dat in de Thora is, daar zit ook ישועen het verbond naar geest in.
Het is niet zo… natuurlijk hadden we eerst gesproken over verbond… ik heb niet gezegd dat het
het nieuwe testament is. In het nieuwe testament zijn de uitspraken van ישועopgenomen, hoe dat
plaatsvond. Daarna hebben Christenen ook hun feesten gemaakt. Pinksteren, ook de 50e dag, het
loopt daar een beetje parallel mee, maar het is hun eigen religieuze opbouw, bovenbouw.
Natuurlijk loopt alles parallel. Christendom is een vorm van lewoesj, bekleding. Zij hebben hun
eigen projectie van Sjawoe-ot in hun religie. In principe liggen beide verbonden in de Thora zelf
besloten. Elk Joods feest… ik vier elk Joods feest nu naar zijn bestemming, functie als wat de
innerlijke Thora vertelt, naar het verbond van geest en niet naar vlees. Op Pesach eet ik wel
matsa, maar met hele andere bedoelingen dan mijn broeders. Rosj haSjana, nieuwjaar, dan eten
ze appeltje met honing, alles naar vlees. Terwijl alles over het geestelijke gaat. Het is niet erg,
maar je moet het verbinden. Het is niet genoeg om het naar vlees te doen, dat is niet genoeg, het
helpt absoluut niet. Het verbindt hen als volk etc. maar het brengt hen geen millimeter vooruit.
Eén pot nat. Het gaat er om dat je vanuit een verbond tot een andere komt. Dat is de weg die een
mens moet gaan. In Joden zijn juist die twee. Joden is Israël, in elk mens.
Zo kunnen jullie begrijpen dat de feesten parallel hebben met ישוע. Bij Chanoeka is het niet
anders. De eerste nacht Chanoeka is de nacht waarin ישועgeboren werd en elke volgende nacht
was een wonder. Het aansteken van elke volgende kaars symboliseert meer licht, meer kracht.
Eén kannetje hadden ze in de Tempel gevonden en acht dagen was er licht. Dat is alleen naar
vlees, een zinnenbeeld van wat de mens de ware eeuwige bevrijding zal brengen en niet een
éénmalige bevrijding. Wat was er na de chasjmonajiem, na deze overwinning? Een paar jaar
later, 20 of 40… geschiedenis interesseert mij niet meer, het is niet mijn beroep. Geschiedenis
van de Joden… ga ik daarmee vooruit? Helpt het iemand? Niemand. Een paar jaar later worden
ze dan weer overwonnen door een andere macht. Is dat overwinning? Terwijl wie chanoeka
correct viert, die krijgt de eeuwige overwinning, telkens weer overwinning in zichzelf. Hoe? De
eerste nacht wanneer je het kaarsje aansteekt is de geboorte van ישוע. De hele dag is in kracht
toegenomen. Als ישוע, klie kether in kracht toeneemt, dan neemt ook de bevrijding toe. Op de 8e
dag werd hij besneden. Dat is 8 dagen van Chanoeka. Besnijden betekent dat hij zichzelf
helemaal losgemaakt heeft op het niveau van katnoet. Kleine kaarsjes is toestand van katnoet. Op
die 8e dag heeft hij zichzelf helemaal afgesneden van de Satan. Op die manier kunnen we het hele
jaar door stadia zien die wij moeten meemaken, gericht op de kracht van ישוע, naar het verbond
van geest.
Nu een vraag: we hebben in de vorige les of daarvoor in perek twee vers één geleerd ‘en het was
in de dagen van koning Hordos etc…. er kwamen magiërs uit het oosterse land naar Jeruzalem en
zij hadden de ster van ישועgezien’. Zij zagen de ster van ישועen zij volgden de ster. En de ster
stopte haar weg aan de hemel pal tegenover de plaats waar ישועin zijn wieg lag. Wat betekent dat
kabbalistisch? Waarom precies pal tegenover hém? We hebben over vier ama geleerd. Wie is er
boven jouw vier ama? Jouw wortel. De ster leidde hen naar helemaal boven ישוע, want daar was
de kav, pal tegenover hem, de wortel en de tak waren samen verbonden. Dat is altijd zo geweest,
maar zij hebben dat gezien vanuit hun land. Niets verdwijnt in het geestelijke. Vanuit hun land
zagen zij de wortel in de hemel en zij volgden deze wortel en zagen het licht door hun magie, dat
doet er niet toe, en zij zagen het licht dat bevrijding zou brengen. Magiërs, zij wilden zich ook
bevrijden van de magie en zij wisten dat deze kracht van ישועhen zal bevrijden van de duisternis.
Verbindt dat met wat wij leren. Zo boven, zo beneden.
Ook hemelvaart… Wat is hemelvaart? Christenen hebben dat feest opgemaakt n.a.v. het verhaal
in het Nieuwe testament. Wat betekent hemelvaart? Waarvandaan kwam ?ישועZijn vader, abba
en behoort bij de biena, bracht het van boven naar beneden. Van abba kwam het zaad, van iema
kwam het rode. Dat zaad kwam naar de z’a. Z’a verkrijgt eerst kether in deze nacht van Sjawoe-
ot. Kether was er al vanaf de nacht van verwekking van ישוע. Maar dan… de toestand van z’a in
het hogere daalde af naar de zo’n op hun eigen plaats. Daarna daalde het ook af naar onze wereld,
op precies dezelfde manier. Je kan alleen naar boven komen als je precies dezelfde weg aflegt
zoals het van boven kwam. Herrijzenis is niets anders. Hij kwam daar vandaan… de weg is al
afgelegd. Niets verdwijnt in het geestelijke. Daarom ook dat alle goeds dat elke rechtvaardige die
hier op aarde komt heeft meegemaakt, hier blijft. Natuurlijk gaat het ook naar boven, maar er gaat
nooit iets verloren. Daarom dat hoe meer rechtvaardigen er hier waren… na elke rechtvaardige
die hier was komt er een enorme opbloei. Kijk nou na ישועkwam… een paar jaar… volgens de
overleveringen was hij misschien een paar maanden bezig met die apostelen. We hebben geleerd
dat op het moment dat hij de roeach hakodesj had ontvangen hij zijn leerlingen ging aanwijzen.
Hij had ze de hele leer gegeven. Hij hoefde daarna niet meer te leren. Hij heeft alles aan hen
gegeven en zond hen terstond weg. Het was de kortste geestelijke cursus die er was. Zij hoefden
niet al die dingen… Wij moeten 6, 7 jaar of meer leren omdat wij niet ישועals leraar hadden.
Sinds het moment dat ik ישועweer in mijzelf had gevonden, gaat het ontzettend snel. Daarom,
kan je je voorstellen dat ישועde leer aan zijn twaalf leerlingen gaf - allemaal Joden, maar geen
Thorageleerden. Allemaal eenvoudige mensen, geen koppie koppie. De één was tollenaar – niet
dat je daar geen intellect voor nodig hebt, misschien wel, en de ander was visser. Het waren
eenvoudige eerlijke lui met vol vertrouwen. Als ישועtegen iemand zei ‘volg mij’, dan volgden ze
hem meteen. Zij zagen dat hij heilig was. Daarom was één cursus van een paar maanden al
voldoende voor hen. De uitstraling van zijn majesteit, zijn hoogheid, biena… geen ander mens
had dat in zichzelf. Sjimon bar Jochaj is de linkerkant van daat van z’a, net als Mosje, maar de
linkerkant. Geen ander is kether van de z’a van atsieloet. Geen mens kon de kether van de z’a van
atsieloet bekleden. En die kether kwam hier. Natuurlijk dat de roeach hakodesj, de heilige geest,
in een mum van tijd op hen afkwam, op de sjliechien. Apostelen in het Hebreeuws is sjliechien,
zendeling. Zij hebben dat gewoon ontvangen in zichzelf, terwijl wij hard moeten leren. Ook wat
ons betreft, als we niet teveel met het hoofd doen, maar zoals de sjliechien, die leerlingen van
hem… zij hadden ook steeds met het hoofd geprobeerd. Zij konden het niet begrijpen, gaan
boven het verstand en uiteindelijk hebben zij hem toch verlaten. Verlaten is belangrijk, even
verdwijnen… er was zo’n moment dat zij hem even verlieten, dat was nodig. Hij wist dat dat zo
moest zijn. Daarna konden ze hem weer ervaren, was er voor hen leven.
De eerste mens werd geboren toen de z’a en de noekwa naar de av’i opstegen. Toen was er nog
iets extra’s. Niet dat z’a naar de a’a opsteeg zoals op Sjawoe-ot, maar toen waren er twee
opstijgingen van de werelden die vooraf gingen. Iemand moest ma’n geven. Wie? Er was
niemand die ma’n kon geven. Op de zesde dag waren er twee opstijgingen van de werelden en
samen met hen… de zo’n stijgen ook op naar de plaats van de av’i. ….
Waar was de malchoet de malchoet? Alle werelden stijgen op in twee opstijgingen. Eigenlijk de
hele BieJ’A behalve de vier onderste van de wereld atsieloet waren al in de wereld atsieloet. Ook
BieJ’A stijgen op in die twee opstijgingen, en alleen een stukje van de assieja was nog op de
plaats van de ga’r van Brieja. Kan je je voorstellen wat een hogere toestanden er van de werelden
waren, en toen werd Adam geboren. Dat is een heel andere toestand dan dat.
Hoeveel woorden zijn er nodig, terwijl ik dat ontving in één flits. Waarom? In het hogere heb je
geen woorden nodig, maar als je het naar beneden brengt. Het is ijl en niet eenvoudig om het naar
beneden te brengen. Het wordt dan zwaarder en grover, dat kan niet anders. Wij moeten hier in
deze wereld het licht ontvangen en niet … even naar boven, halen en weer in deze wereld. Daar
zijn vele helpers, hier hebben we het nodig. Hier zit het kwaad, de restjes van malchoet. Het is de
taak van de mens om dat te klaren.
Dit is wat ik jullie wilde vertellen over de wonderlijke geboorte. Hemelvaart: het kwam van
boven naar beneden, een kanaal is dan al gemaakt en kan het altijd naar boven. Daarom dat ישוע
zei ‘ik ga terug naar boven’. Het is eenvoudig. Daarom is het ook in onze studie dat hoe meer
ma’n we omhoog brengen, hoe meer wij terug kunnen gaan, én omhoog én naar beneden. Terwijl
een religieus mens zegt dat alles horizontaal is. Sociaal, met elkaar omgaan, horizontaal met
elkaar werken. Zonder met boven, het hogere te werken, kan je niets aan een ander geven. Wat
kan je horizontaal geven? Ellende brengen aan een ander. Kan je iemand horizontaal helpen? Je
moet eerst omhoog halen en dan geven. Het is alleen op die manier. Alleen langs die kanalen die
je hebt aangeboord kan je naar boven gaan en ook na het overlijden, het uiteenvallen van het
lichaam, kan je op dezelfde manier… je kan niet op een andere manier naar boven gaan. Door al
die porieën, kanalen die je door je geestelijk werk aan jezelf hebt opgebouwd, zal je ziel
optrekken. Daarom dat iemand die alleen door deze wereld leeft, alleen door de wens om voor
zichzelf te ontvangen is de dood verschrikkelijk want de ziel kan er niet uitkomen. We zien het
niet maar het leed is verschrikkelijk. Alles staat dan voor de geest van die boosdoener. Het is een
verschrikking voor de mens om zijn ziel eruit te laten komen. Hij wil dat wel, maar hij kan het
niet. Hij heeft geen voorbereidingen getroffen tijdens zijn leven. Terwijl over Ja’akov wordt
gezegd dat hij even kuchte en zijn ziel eruit was. Zonder problemen want wie al klaar is… Door
zijn werk heeft hij al kanalen gemaakt naar boven. Zijn ziel was dus zo naar boven, met alle
consequenties.
Pag. 3 regel 8
ִשּׂאֵהוּ אֶל־הַר גָּבֺ ַהּ מְאֺד וַיַּ ְראֵהוּ אֶת־כָּל ַמ ְמלְכ וֹת ֵתּבֵל וּכְבוֹדָן׃
ָ ַשּׂטָן וַיּ
ָ וַיּוֹסֶף ה8
En de Satan blijft doorgaan herhalen, beproevingen toevoegen, en hij bracht hem naar zeer
hoge berg en liet hem alle koninkrijken van de lagere aarde, zoals koninkrijken in deze wereld
met al hun machtsvertoon en kracht van mensenkinderen zien en hun glorie, hun paleizen en
alles.
Nog een keer: waarom heeft s’a… nee de Satan, dat is de overkoepelende kracht… Hasjem heeft
alle macht over deze wereld gegeven aan Satan. Het is geweldig wat Hij deed. Op die manier kan
feedback geregeld worden. De Satan vervult de functie van minister van Hasjem. Let goed op, als
je dat begrijpt zal al het kinderlijke religieuze zal uit je verdwijnen, je zal de Schepper en je zal
ישועzien.
Satan werd door de Schepper zelf aangesteld voor de feedback-functie. De Satan heeft één
opdracht: de mens te verleiden – elk mens. Zodra de mens zich liet verlokken is hij voor de s’a
niet meer interessant. Als de mens verleiding niet kan weerstaan, valt hij op de knieën voor de
Satan, of werpt zich neer voor de s’a. Als hij al ligt, heeft toegegeven, verleid is door de s’a die
hem zegt dat hij naar geld moet streven totdat zijn rekening zes nulletjes heeft. Hij gaat daarnaar
streven en dan is hij klaar, heeft de s’a geen interesse meer in hem. Die mens zwoegt en
zwoegt… er komt geen einde aan. De Schepper heeft ook geen interesse meer in deze mens, want
hij is nog onder de macht van de Satan. Hasjem interesseert zich niet in dat soort gevallen. Pas
wanneer de mens de s’a overwint – al is het maar voor een jota, een klein beetje, dan behoort dat
stukje overwinning, de wilskracht die ontstaat, tot de Schepper. De Schepper ziet dat, maar alles
wat is voor de wens om voor zichzelf te ontvangen, daar heeft de Schepper niets mee te maken.
De Schepper heeft de schepping gemaakt, maar de schepping moet zichzelf transformeren naar
de wens om te geven. Zodra de mens bedrukt is door de s’a en toegeeft, dat hij alleen geld wilt…
niet gewoon vrij geld verdienen omdat hij de eigenschap heeft om industrieel te zijn, zijn
capaciteiten gebruikt, dan is het goed, maar zoals banken die allerlei ellende veroorzaken, grove
dingen doen om alleen voor zichzelf… Degene die niet elke verlokking weerstaat - die buigt voor
Satan of nog meer: werpt zichzelf neer voor hem.
ישועzei dat omdat alle mensen op de aardbol waren in een of andere mate al ondermijnt aan de
Satan. De ene minder en de ander meer. De één kon zeggen ‘voor tienduizend euro ga ik niet
buigen voor jou, maar voor honderdduizend ga ik nadenken’. Iedereen heeft zijn prijs. Iedereen
zwicht uiteindelijk voor de Satan. Dat is deze wereld. Laat mij een mens zien die niet voor de s’a
zwicht met inbegrip van mijzelf. Wie ben ik? Stel dat iemand naar mij toekomt en zegt ‘voor het
goede doel, voor de Kabbala, voor de Schepper, geef ik je nu vijf miljoen euro en ga je al je
boeken maken en vertalen naar alle talen etc. De rest van je leven ben je dan lekker bezig.’ Ik heb
nog genoeg te doen, werken aan mijzelf. Moet ik mij dan bezig houden met andere dingen? Vijf
miljoen euro… wat zal ik dan zeggen? Ik weet het niet. Bij wijze van spreken natuurlijk, want ik
weet dat ik het Satan nu moeilijker zal maken dan drie maanden geleden. Een half jaar geleden
zou hij mij makkelijker kunnen pakken dan drie maanden geleden. De hele bedoeling is dat je
relatief kan zeggen ‘met de dag wordt het moeilijker om mij op de knieën te zetten’. Door wie?
Door de s’a die in jou is. Alleen in jou zit de s’a en niet buiten jou, en die moet je overwinnen
totdat als ישוע …ישועhad een kracht en aantrekkingskracht voor de s’a als niemand anders. De
Satan had hem de hele wereld aangeboden ‘alle wensen waar de hele wereld naar snakt zal ik
voor jou in vervulling brengen. Alles zal ik jou geven’. Als je dan van hem leert om dan op jouw
niveau steeds nee tegen Satan te zeggen, dan streef je elke dag naar jouw optimale nee zeggen
tegen de s’a, totdat je al jouw wensen om te ontvangen gecorrigeerd hebt.
Naar aanleiding van een vraag over verleiding van overspel en andere vormen van sexuele
perversie etc. … dit kleeft aan de rechterkant. Noch in de rechterkant, noch in de linkerkant zijn
er kliepot, het zijn krachten van de Schepper. Rechterkant bij ons is niets anders dan dat je jouw
wens om te ontvangen verkort, naar de biena brengt. Je dunt de wens uit, i.p.v. de malchoet breng
je hem naar de biena. Je ziet dan voor je alleen kether en chochma, twee keliem, twee lichten,
nefesj en roeach. Dat is de rechterlijn. Korte wens, nefesj en roeach of kether en chochma van
keliem. Aan de rechterkant is dus altijd tekort, er zijn maar twee keliem geactiveerd en niet vijf.
Waar tekort is daar is de mogelijkheid voor de kliepot om zich aan te zuigen.
Aan de linkerkant is de andere kant van de medaille, daar schijnt chochma en geen chassadiem.
Daar is duisternis en daar willen de kliepot zich aanhechten. Zonder chassadiem is er tekort.
Aan de rechterkant is gebrek aan chochma, er zijn twee keliem en niet meer. Daarom dat aan de
rechterkant de kliepot de mens van onderen zuigen om hem te verleiden om door overspel of
perversie gadloet te trekken - het licht naar de kliepot te trekken via de rechterkant. D.w.z.
perverse sexuele handelingen en gedachten. We spreken niet eens over wat een mens met zijn
organen, handen en voeten doet. In de gedachte is het net zo’n zonde. Als perverse ideeën in het
hoofd komen moet je ze niet weg promoveren, maar je moet niet gefixeerd raken, want ook dat
komt van boven om de mens aan te sporen zich te corrigeren. Er is geen mens op aarde die dat
niet heeft. Degene die zegt dat hij dat niet heeft is niet geschikt voor een volwassen studie, die
moet naar een synagoge gaan of naar een kerk, daar zeggen ze dat je goed bent en nog beter kan
zijn.
Van rechts komt kliepat Jismael. Door deze kliepot probeerden de buren van Israël in de tijd dat
de Thora werd geschonken, de Moabieten… Wat was het advies van Bilham? Hoe moesten ze de
Joden van de Schepper afbrengen en vernietigen? Het advies van Bilham aan de Moabieten was
dat ze hun meisjes en vrouwen… dat de Joodse mannen met hen konden knoeien en daardoor zou
het volk pervers worden, ze zullen alle kracht verliezen en Hasjem niet dienen. Let goed op: de
mens verliest alle kracht alleen door het toegeven aan de kliepot, hetzij van rechts, hetzij van
links. Anders zou de mens eeuwig leven en alles ontvangen, gelukkig zijn, geen ellende, geen
ziekten hebben. Dat is de rechterkant, verleiden. Dat rijmt met wat we geleerd hebben over de
rechterkant van de kliepa. Wie was dat? Z’a, het mannelijke van de kliepa, die probeert je van de
rechterkant af te brengen. ‘Je kan het, je bent een Don Juan, je kan elke man/vrouw aan. Doe het,
het is niet…’. De mannelijke kliepa probeert een mens af te leiden door te hameren op
hoofdzakelijke sexuele… De rechterkant is ook voor stelen. Onwettige overspelige gedachten en
zo is ook een vorm van stelen. Stelen komt ook door de kliepa van rechts.
De linkerkant is kliepat Esau, die zet aan tot moorden. Moorden is niet alleen met een zwaard of
zo, maar is ook van binnen de toestand creëeren waarbij het net is alsof je de ander vermoordt.
Kwaadheid, boosheid en zo, dat komt allemaal van links. Die kliepot zetten de mens aan om de
chochma via links naar beneden aan te trekken, van boven de chaze naar onder de chaze te
trekken. Bij de keliem van het geven is het geen probleem, maar onder de chaze zijn de kliepot.
Daarom trekken ze van beneden aan, om de mens onder de chaze het licht van links naar beneden
aan te trekken. Het licht is boven de chaze en onder de chaze mag je chochma niet aantrekken
zonder chassadiem, want dan gaat het naar de kliepot. Alleen via de middelste lijn kan je
chochma aantrekken, dat is chochma zonder hoofd, zonder ga’r. Chochma verwikkeld in
chassadiem, bescherming, mag je aantrekken. Chassadiem maakt een bescherming tegen de
kliepot. Duidelijk?
Alleen chassadiem, zonder chochma, is tekort. Aan de rechterkant is het ook zo dat de kliepot
zich onder de chaze bevinden. Die willen chassadiem voor zichzelf aantrekken, onder de chaze.
Als de mens dat aantrekt, dan komt ook de chassadiem van de ga’r van biena, dat zijn de grote
chassadiem. Goede chassadiem is van zo’n, mannelijke chassadiem. Maar als je ga’r aantrekt van
biena, dat is als chochma, dat is de kracht zoals chochma. Het is chassadiem van av’i en dat
wordt dan van rechts aangetrokken en dat is een geweldige kracht. In ga’r zit altijd chochma. Ook
rechts zit dus chochma. Ga’r van de chassadiem is ook aantrekkelijk voor de kliepot van rechts.
Zodra je je fixeert op wat je s’a je aangeeft, dan ben je al een stukje gepakt door je s’a. Als je het
tot daad, de jessod brengt, dan is het de echte zonde. We hebben bij Jesjoea geleerd dat… In de
Thora staat als een mens begeert wat van een ander is, dat het zonde is. Er niet aankomen, maar
van binnen de ogen… het is zonde. Begeren is al in het hart, het is dan al toegelaten in het hart.
Als het alleen nog in het hoofd is, stadium 0, dan is het in de vorm van gedachte; het is nog niet
toegelaten van binnen, er is nog geen lichaam, geen omhulsel aan de wens/begeerte gegeven. Als
het in je hoofd komt en je gaat er niet op in, dan overwin je het, dan ben je op tijd.
Telkens wanneer een mens in zijn hart iets begeert, wat dan ook dat niet strict noodzakelijk voor
hem is, dan komt hij op de knieën te staan voor de s’a. Hij bevuilt dan zijn hart. Een stukje van
zijn leven geeft hij dan aan een schurk, aan een oude domme koning, die geen intrinsieke kracht
op zichzelf heeft.
Vers 10: ‘En hij zei tegen hem…’. Jesjoea bracht van binnen kracht op alsof hij dat zegt. Denk
niet dat Jesjoea met zijn mond tegen de Satan sprak en de Satan in levende lijve of in een
bepaalde gedaante zag. Alles wat Jesjoea deed putte hij uit zijn innerlijk leven. Hij voelde die 9
onderste, of 7, wij noemen het 7 onderste, za’t, van de klie kether. Hij had 9 onderste sfirot van
de kether ontvangen, aangesloten tot zijn kether - kether de kether. Dat was zijn verleiding. In de
kiem was Satan daar aanwezig. Met deze krachten had hij te maken en deze krachten hebben hem
in verleiding willen brengen. Het was de dunste vorm van Satan, de topper van de s’a, die Jesjoea
probeerde te verleiden.
ְשׁרֲתוּהוּ׃
ָ ַשּׂטָן וְ ִהנֵּה נִגְּשׁוּ ֵאלָיו ַמלְאָכִים וַי
ָ וַיִּרֶף ִממֶּנּוּ ה11
en de satan liet hem met rust en ziehier naderde tot hem Jesjoea engelen en zij dienden hem.
Telkens wanneer je het opbrengt om de satan te overwinnen, zal je het gevoel hebben dat
engelen, een zacht kussen, onder jou zullen komen. Alle krachten van het heelal zullen jou te
hulp schieten. Het is praktijk wat wij leren en niets anders. Hasjem heeft geen theorieën gemaakt,
alleen praktijk. Alles moet je in praktijk brengen.
ִשׁמֺ ַע יֵשׁוּ ַע כִּי ִה ְסגִּירוּ אֶת־יוֹ ָחנָן וַיֵֶּל ְך אֶל ֶארֶץ ַהגָּלִיל׃
ְ וַיְהִי כּ12
En het was toen Jesjoea hoorde dat Jochanan de Doper gevangen genomen werd ging hij
Jesjoea naar de Galiel Galilea. Waarom? Dat had te maken met het feit dat Jochanan gevangen
werd genomen.
אַ ְרצָה זְבֻלוּן וְאַ ְרצָה נַ ְפ ָתּלִי ֶדּ ֶר ְך ַהיָּם ֵעבֶר ַהיַּ ְרדֵּן גְלִיל הַגּוֹיִם׃15
het land van Zewoeloen en het land van Naftalie op de weg naar de zee in Trans-Jordaanse
over de Jordaan Galiel van de volkeren heidenen. In het noorden van Israël was een plaats waar
Sancherieb, een Syrische koning die een grote veroveraar was van Israël, had de eerste keer
Joden verbannen uit Israël en in het noorden, in de regio Galiel, had hij allerlei volkeren
neergezet.
מִן־ ָהעֵת ַההִיא ֵהחֵל יֵשׁוּ ַע ִלקְרֺא קָרוֹא וְאָמוֹר שׁוּבוּ כִּי ַמלְכוּת ַה ָשׁ ַמיִם ָק ְרבָה17
לָבוֹא׃
Vanaf die tijd begon Jesjoea te roepen prediken en te zeggen keer terug kom tot inkeer want
het koninkrijk der hemelen is dichtbij te komen is komende.
ָשׁים׃
ִ ֲשׂי ְמכֶם ְל ַדיְּגֵי ֲאנ
ִ וַיֺּאמֶר ֲאלֵיהֶם לְכוּ אַ ֲחרָי וַא19
En hij Jesjoea zei tegen hen tegen die twee vissers ga achter mij aan en ik zal maken dat je
zal vissen op de mensen dus mensen vangen, zoiets is de vertaling in het Nieuwe testament. Hoe
kon Jesjoea hebben gezegd ‘jullie zullen mensen vangen’? In deze wereld is het plat opgevat en
probeert men alle mensen te vangen, om te bekeren. Ik kon nooit begrijpen dat Jesjoea had
gezegd ‘loop achter mij aan en jullie zullen mensen vangen’. Dajag, visser, komt van dezelfde
wortel als do-eg, zich zorgen maken over of zorg dragen voor.
Jesjoea zei tegen die twee ‘loop achter mij aan en ik zal jullie maken tot mensen die zorg dragen
voor mensen’ en niet vissen op mensen. Het is belangrijk om van de Heilige taal uit te gaan en
niet van de vertaling. Daarom is het cruciaal – ook voor elke Christen, om het Nieuwe testament
in de taal van de Schepper te leren.
ָשׁים אַחִים ֲא ֵחרִים אֶת־יַעֲקֺב בֶּן־זַ ְבדַּי ִ ִשׁם וַיַּרְא ְשׁנֵי ֲאנ ָ וַיְהִי ְכּ ָעבְרוֹ מ21
וְאֶת־יוֹ ָחנָן אָחִיו ָבּ ֳאנִיָּה ִעם־זַ ְבדַּי ֲאבִיהֶם וְ ֵהמָּה ְמ ַת ְקּנִים אֶת־ ִמ ְכמְר וֹתָם וַיִּ ְקרָא
ֲאלֵיהֶם׃
En het was toen hij passeerde daar en hij zag twee mannen andere broeders de één was
Ja’akow zoon van Zavdaj, Zebedeüs: de uitgang –us is een Romeinse verbastering. De
frikatieve medeklinker ‘v’ veranderdden zij in ‘b’. En uiteindelijk maakten zij er één woord van
in plaats van twee - zav daj, hij die voldoende vloeit. De kracht van zijn vader is dat hij
voldoende vloeit en zijn broeder Jochanan Johannes. De Grieken hadden geen klank voor ‘ch’
en maakten er ‘h’ van. De uitgang -es van Johannes kwam door de Griekse vertaling in een boot
met Zavdaj, hun vader, en zij waren hun visnetten aan het repareren en hij riep hen
וַיַַּעזְבוּ ְמ ֵהרָה אֶת־ ָה ֳאנִיָּה וְאֶת־ ֲאבִיהֶם וַיֵּלְכוּ אַ ֲחרָיו׃22
en zij snel terstond verlieten de boot en hun vader en gingen achter hem Jejsoea aan. Zie de
volgorde: zij verlieten de boot en daarna hun vader.
ְשׁמְעוֹ יָצָא ְבּכָל־ ֶארֶץ סוּ ְריָא וַיָּבִיאוּ ֵאלָיו אֵת כָּל־הַחוֹלִים וּ ַמכְאוֹבִים וַאֲחוּזֵי ִ ו24
ֵשׁדִים וּ ֻמכֵּי יָ ֵר ַח וּנְכֵי ֵא ָברִים וַיִּ ְר ָפּאֵם׃
En het gerucht over hem ging uit in het hele land Soerieja Syrië alle zieken die gekweld zijn
in alle ziekten en pijnen en bezeten letterlijk: zij die gegrepen zijn door boze geesten en de
maanzieken en verlamden en hij geneest hem.
ַה ְמ ֻענִּים ְבּכָל־ ֳח ָליִםzij die gekweld zijn door alle ziekten; dat is één soort, het algemene. De
tweede soort is ִים וּ ַמכְאוֹבen alle pijnen. וַאֲחוּזֵי ֵשׁדִיםen zij die bezeten zijn door boze
geesten, psychisch niet normaal zijn, is de derde soort. En ח ַ וּ ֻמכֵּי יָ ֵרmaanzieken is de vierde
soort. De vijfde soort is ִים וּנְכֵי ֵא ָברen de verlamden. וַיִּ ְר ָפּ ֵאםEn hij had hen genezen. Vijf
stadia, niet meer. Vijf verschillende vormen van ziekten die de mens hadden, want alle ziekten
komen door het geestelijk verschil naar eigenschappen met het licht. Alle ziekten komen door
discrepantie tussen de mens, de wens om te ontvangen –in vele vormen, en het licht. Omdat hij
absolute overeenkomst had met de eigenschappen van het licht, kon hij die vijf soorten kwalen in
de mens zien en de mens genezen door bij de mens het geloof op te roepen. We hebben gezien
hoe hij de mens geneest. Hoe? Hij vroeg ‘geloof je dat ik het kan? Geloof je dat de mens het
kan?’ Als de mens zei ‘ja ik geloof’ betekent het dat de mens uit nood … Er zijn vijf vormen van
noden die de mens tot ziekte brengt. Dat is weergegeven in de vijf categorieën van ziek zijn. Als
men in Jesjoea gelooft, betekent het dat men door het geloof ma’n naar de kether brengt en van
de kether ontvangt men het licht. Dat licht komt en verbreekt juist dat verzet binnen de mens dat
aan de wortel ligt van zijn bijzondere ziekte, die veroorzaakt is door het verschil naar
eigenschappen van binnen met de wens om te geven van Hasjem. Hij wist deze ziekte bij de
mens te corrigeren.
ִירוּשׁ ַליִם וִיהוּדָה
ָ ֶשׂר ֶה ָערִים וְמ
ֶ וַיֵּלְכוּ אַ ֲחרָיו הֲמֺנִים הֲמֺנִים מִן־ ַהגָּלִיל וּמִן־ע25
וּ ֵמ ֵעבֶר ַליַּ ְרדֵּן׃
En liepen achter hem vele menigten van de Galiel en van Tien steden en van Jeruzalem en
Jehoeda en van Trans-Jordaanse.
ַשׁ ָמיִם׃
ָ אַשׁרֵי ֲענִיֵּי הָרוּ ַח כִּי ָלהֶם ַמ ְלכוּת ה
ְ 3
Gelukkig geprezen zijn armen van geest, want aan hen is gegeven het koninkrijk der
hemelen. Alleen aan hen die arm van geest zijn, degenen die zich arm van geest kunnen maken
van alle geestelijke kennis over het geestelijke, filosofieën en zo. Arm van geest maken… Geest
heeft vijf stadia. Arm van geest maken is zich tot stadium 0 te maken, zichzelf overwinnen, zijn
eigen wens te verdunnen omwille van het hogere. ‘Aan hen is gegeven het Koninkrijk der
Hemelen’ betekent dat aan hen de redding is gegeven. De redding ontvangt men in malchoet
sjamajiem die ingebed is in elke klie kether.
ִשׂבָּעוּ׃
ְ אַשׁרֵי ָה ְר ֵעבִים וְ ַה ְצּ ֵמאִים ַל ְצּ ָדקָה כִּי־הֵם י
ְ 6
Gelukkig zijn zij die honger en dorst hebben naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd
worden. Wat kan meer zijn dan verzadigd worden? Kijk naar de wereld, wie is verzadigd?
Iemand kan miljoenen hebben en wil altijd meer. Een mens kan verzadigd zijn – zo leren we nu
bij Jesjoea, als hij honger en dorst heeft naar gerechtigheid. Gerechtigheid betekent de middelste
lijn. Van binnen streeft hij naar overeenkomst naar eigenschappen met Hasjem. Die zal verzadigd
raken. Wie komt tot verzadiging? De mens is altijd op jacht, drukte, iets willen bereiken. Hoe
kom je tot verzadiging? Verzadiging betekent ook rust en sereniteit. Het woord sewa, verzadigen
is hetzelfde als sjewa, zeven. In deze taal zijn de woorden opgebouwd uit medeklinkers. Woorden
met dezelfde medeklinkers zijn verwant. Dus als de mens zeven, de zeven onderste sfirot zal
bereiken, zal hij ook verzadigd raken. Alles is in deze taal geestelijk informatief, om een mens te
helpen, om hem in overeenkomst naar eigenschappen te brengen. Wat we hier leren is ook een
deel van de Thora. De dingen die over Jesjoea spreken… zijn leer is Thora.
Gelukkig zijn zij die zuiver hart hebben want zij zullen Elokiem zien. Waarom zegt hij niet dat
ze Hawaja'h zullen zien? Als je jezelf al tot jessod hebt gezuiverd dan kan je al Hawaja'h
zien, kan je al het licht chochma zien. Zuiveren betekent dat je vanuit jessod al ma’n, of or
chozer, kan opstijgen tot het licht chochma van het directe licht. Chochma betekent het
licht van JKWK, Hawaja'h. Wie het hart zuiver heeft, die heeft alleen twee delen van de
partsoef. Je kan geen zuiver hart hebben zonder zuiver hoofd. Het licht moet via het hoofd
naar beneden komen. Het gaat via ga’r naar chaga’t en dat is Elokiem, katnoet. De
Schepper kan hij dan alleen zien in zijn hoedanigheid van strenge meester, katnoet. Dat is
wat hij ons zegt.
ַשׁ ָמיִם׃
ָ אַשׁרֵי ַהנִּ ְר ָדּפִים ִבּגְלַל ַה ְצּ ָדקָה כִּי ָלהֶם ַמלְכוּת ה
ְ 10
Gelukkig zijn degenen die vervolgd worden vanwege rechtvaardigheid, want voor hen is
Koninkrijk der Hemelen. Tsedaka is jessod van de middelste lijn. Zij die vervolgd worden –
alles waar Jesjoea over spreekt is binnen één mens. Wie vervolgt de mens? De sitra achra. Jesjoea
spreekt niet over volkeren der wereld, Romeinen en zo. Hij heeft daar nooit over geklaagd, het
zijn dingen buiten de mens, die weerspiegelingen zijn van de strijd die zich binnen de mens
voordoen. Alle onrust, alle ellende, vervolgingen zijn door het innerlijk niet gecorrigeerd zijn.
Innerlijk wordt opgeroepen dat van buiten de vernietiging komt.
Rechtvaardigheid, tsedaka is van het woord tsaddiek en dat is jessod. Tsaddi, 90.
Vanaf de tweede tsimtsoem kennen we geen malchoet; ateret jessod is als malchoet.
Vervolgd worden vanwege tsedaka, vervolgd worden door de kliepot. Hij verdraagt dat en
versiert zijn kliepot niet. Hij hem is malchoet sjamajiem, hij zal or chozer doen opstijgen tot de
kether. En in zijn kether is ingebed malchoet sjamajiem, de malchoet van de hogere traptrede.
‘Gelukkig zijn jullie…’, die mij aanhangen, uit mij putten. Hij spreekt tot zijn leerlingen en wij
zijn ook leerlingen van hem. Je moet het zo zien: we zijn allen leerlingen van alle vier de stadia
van de Masjiach. Van kether, het hoogste, is Jesjoea, en dan hebben we Sjimon bar Jochaj… het
zijn allemaal stadia van de Masjiach. We kunnen zeggen dat we vier leraren hebben. We kunnen
zeggen dat we één leraar hebben. Het is allemaal hetzelfde, het is het brengen van de leer van
bevrijding van boven naar beneden. Je kan zeggen dat we één leraar hebben Jesjoea. Mij is het
om het even of ik over Jesjoea spreek of over Sjimon bar Jochaj. Het krachtigste voel ik nog
steeds Ari… niet krachtiger, maar anders. Als ik over kether spreek dan is het alleen maar klie
kether en niet meer, de rest laat je a.h.w. ongemoeid. Bij Ari gaan we dieper, dan brengen we het
licht van Jesjoea dieper en dan heb ik het gevoel dat het licht naar jessod komt in alle vier stadia.
Het is anders, het is dieper omdat je het dan naar beneden trekt. Terwijl als we over de leer over
Koninkrijk der Hemelen leren, dan verheffen we ons naar de kether en blijven in de klie kether,
terwijl wij meer keliem hebben. De hele bedoeling is om niet in de klie kether te blijven maar het
naar beneden te brengen. Begrijp je? Wil je bevrijding hebben… in de kether is alleen licht
nefesj.
Je zal zien dat als we met Briet chadasja klaar zijn, met welke ogen we Zohar zullen leren. De
krachten van Jesjoea zullen we met de anderen verbinden en dat zal een geweldige uitwerking
hebben. Wanneer we klaar zijn met Briet chadasja zullen we verder gaan met Zohar en Ari. We
zullen steeds meer plaats maken om het hoge licht aan te trekken, tot jessod, vlakbij de malchoet.
De uitwerking van onze studie van Briet chadasja zal duidelijk merkbaar zijn wanneer we de
krachten van Jesjoea met al het andere zullen verbinden.
De klie kether, daar waar het licht van Hasjem is verborgen, waar malchoet sjamajiem, malchoet
van het hogere is ingebed – malchoet van het hogere is altijd ingebed in de kether van de lagere –
daar zit altijd het licht van de hogere traptrede en de s’a verlangt om daaruit het licht… Je moet
niet denken dat de s’a zo hoog komt, ze blijft altijd beneden. Ze gebruikt de mens, is altijd onder
aan de mens, maar zij verleidt de mens om het licht van de hoge plaatsen naar haar door te
sluizen; zij is altijd beneden. Het geeft het gevoel of zij erg hoog kan zijn. Des te meer de mens
zondigt des te hoger kan zij haar kracht omhoog slaan – het is niet echt or chozer – om het licht
dat de mens in zichzelf aantrekt te absorberen.
Hoe krachtiger de mens wordt, hoe fijner de s’a wordt. Stel dat een mens die aan zichzelf werkt
valt, dan is dat een groot vallen. Daarom aast de s’a altijd op een mens die werkelijk aan zichzelf
werkt. Alleen iemand die lisjma werkt wordt het meest door de s’a aangevallen en niet iemand
die als massa-mens naar de synagoge gaat want die doet het voor zichzelf. Voor gezelligheid of
om eer te krijgen. Hij kan het idee hebben dat hij het wel voor de hemel doet, maar ook dat komt
omdat hij nog helemaal in de greep van de s’a is. De massa-mens is nog niet opgewassen tegen
het geestelijk werk. Daarom duurt het zo lang, 3000 jaar of zo. Ze doen alles in overeenstemming
met de s’a.
Alleen als de mens lisjma begint te werken wordt hij belaagd door de s’a. Onthou dat erg goed.
Als je niet aangevallen wordt… Daarom zegt Jesjoea ‘gelukkig zijn jullie die schande zullen
ondervinden en zij zullen jullie vervolgen en zij zullen over jullie leugens spreken al het kwaad
vanwege mij’. Omdat jullie aan de kether hangen, jullie verdunnen jezelf om tot de kether te
komen. Dat betekent dat alle vier onderste keliem het van de kether moeten hebben, van de
kether moeten ontvangen. Je leent je dan ook voor de s’a, want alle overige keliem werken dan
ook niet meer omwille van het ontvangen voor zichzelf. Let steeds op jezelf. Ook alle vier
onderste stadia van jouw keliem kan de s’a niet ontvangen, en natuurlijk komt ze dan in opstand
en gaat jou belegeren en bestoken. Hij zegt dat jullie gelukkig zijn dat het jullie wordt gedaan om
mijn naam. Waarom moet je dan gelukkig zijn? Door mij ontvang je het leven. Al die
bedrukkingen, al die vervolgingen, ondervind je en verdraag je om het ware leven in jezelf te
ontvangen. Daarom ben je gelukkig.
ֲשׁר ָהיוּ
ֶ ַשׁ ָמיִם כִּי־כֵן ָרדְפוּ אֶת־ ַהנְּבִיאִים א
ָ ִשׂמְחוּ וְגִילוּ כִּי ְשׂ ַכ ְרכֶם רַב בּ12
ִל ְפנֵיכֶם׃
Wees blij en vrolijk want jullie loon beloning is groot in de hemel want zo vervolgden zij de
profeten die voor jullie waren geweest. Profeten die er vóór de leerlingen van Jesjoea waren.
Die werden ook vervolgd door de s’a. Je kan zeggen dat het de massa is, het volk, religieuze
leiders etc., dat die het hebben gedaan, maar het komt allemaal uit dezelfde bron, uit de s’a. Wij
spreken altijd over één mens. Joden en anderen interesseert ons niet, want alles zit van binnen.
Achtervolging die van binnen plaats vindt, kan je ook van buiten ervaren. Jesjoea spreekt alleen
over van binnen.
גַּם אֵין ַמ ְדלִיקִים נֵר לָשׂוֺּם אוֹתוֹ ַתּחַת ָהאֵיפָה כִּי אִם־עַל־ ַהמְּנוֹ ָרה ְל ָהאִיר15
ֲשׁר ַבּ ָבּיִת׃
ֶ ְלכָל־א
Ook steekt men een kaars niet aan om hem de kaars te plaatsen onder een korenmaat maar
men zet hem op een kandelaar om te schijnen aan allen die in het huis zijn. Wie is huis? Huis
heeft vier stadia, vier muren. Huis is ook malchoet, vier stadia. Daar moet licht zijn, verspreidt
door een kaars, er blijft dan een soort resjiemo dat altijd aan de keliem moet schijnen. Dat is wat
hij steeds over het licht zegt. Hij spreekt daarover tot zijn leerlingen. En wie zijn zijn leerlingen,
qua sfirot? Hij zei, zij die ontvangen van de negen onderste van de kether. Hij, kether de kether,
schijnt aan hen en zij ontvangen de negen onderste van de kether. Ook wij ontvangen alleen maar
van de za’t, de 7 onderste. Je kan ook 9 onderste zeggen, dat is van de eerste tsimtsoem, de
keliem van A’K. Als we van 7 spreken dan spreken we van de tweede tsimtsoem. Van welke
Jesjoea ontvangen wij? Van de zoon van G’d of van de zoon van mensen? Van de zoon van
mensen en van zijn verhouding tot Hasjem. In zijn verhouding tot Hasjem was Jesjoea op de berg
toen hij samen met Mosje en Eli verkeerde, toen was hij zoon van G’d. Wij ontvangen alleen van
Jesjoea van de zoon van mensen. Wij kunnen alleen ontvangen van de onderste helft van de
kether. Jesjoea heeft twee delen van de kether. Niemand is in staat om van het bovenste stuk -
ga’r van kether, te ontvangen. Het is onmogelijk. Alleen Jesjoea kan dat omdat zijn ziel van de
ga’r van de Atiek is. Wij zijn allemaal van onder de malchoet die in de ga’r in de Atiek is
verborgen. Wij kunnen alleen ontvangen van Jesjoea in zijn hoedanigheid van de zoon van
mensen.
De mens moet de baas zijn over het wel of niet binnenkomen in hem van behagen, genot, licht,
etc. en ook in welke mate het moet binnenkomen. Dat is ook wat Jesjoea heeft gezegd: de zoon
van de mens is de meester over sjabbat. En niet dat sjabbat meester over de mens is. Voor
religieuzen heeft sjabbat op zichzelf een status van heiligheid gekregen. Allerlei dingen heeft
men bedacht die niet mogen. Elke generatie worden er weer nieuwe omheiningen om de wetten
bedacht. Je mag dit niet, je mag dat niet… Maar de mens is de baas over de sjabbat. Waarom is
de mens boven de sjabbat? Jesjoea had gezegd dat de zoon van de mens de macht over sjabbat
heeft. De bedoeling is dat elk mens met het voorbeeld van Jesjoea, de baas over sjabbat zal zijn.
Als de mens tot het ervaren van de wereld atsieloet komt en van de wereld atsieloet ontvangt en
niet alleen van de drie werelden biej’a, dan wordt die de meester van sjabbat.
Wat is de mens en wat is sjabbat? Alles bestaat uit inwendige en uitwendige. Wie is inwendiger,
de mens of sjabbat? Wie is belangrijker, de mens of de wereld? Natuurlijk is het een samenspel,
beide vormen de schepping. De mens is innerlijker. De mens is geplaatst in de wereld. Als
voorbeeld: Wie is belangrijker, een koning of een koningszaal? De koning kan dood gaan, terwijl
de zaal meer waard is met veel goud en zo. De koning is belangrijker, is innerlijker. De mens is
innerlijke van de wereld. De kroon van de hele schepping is de mens, en niet schepping, niet de
zalen, kroonzalen, paleizen. Zo is het hier ook: niet de geestelijke werelden, niet de engelen – hoe
mooi ze ook worden voorgesteld, zo dicht bij de Schepper. Toch zijn niet zij het doel van de
schepping maar de mens. Aan de mens is de finishing touch gegeven. De mens is de partner van
de Schepper in het scheppingsplan. Sjabbat is ook in de mens. Vier werelden, abiej’a, zijn in de
mens, de mens heeft alles in zichzelf, is een kleine wereld op zichzelf. We zien dat de kracht van
sjabbat eigenlijk ook onderworpen gemaakt speciaal van boven als deel van de schepping om aan
de mens te geven. Sjabbat is eigenlijk de toestand van de malchoet. De mens zit in die malchoet,
het koninkrijk. In het koninkrijk is de mens gezet. Kijk altijd naar de essentie: wat is innerlijk en
wat is uiterlijk.
Van oudsher zie je dat het heilig volk het zo geleerd heeft, het zo gegroeid is dat het uiterlijke
gedeelte belangrijker is geworden dan het innerlijke gedeelte. Wij leren de waarheid i.p.v. allerlei
goedbedoelde verzinsels. Iets wat niet inherent in het scheppingsplan zit en in de krachten van het
heelal is voor ons verzinsel. Menselijke gedachten zijn óver het geestelijke, terwijl het geestelijke
een hele andere structuur heeft. De Schepper zegt ‘Mijn gedachten zijn niet jullie gedachten’. Om
te weten hoe het in elkaar zit moeten wij ons naar het hogere schikken en dat leren we van de
ware Thorageleerden die zichzelf getransformeerd hadden van de wens om te ontvangen naar de
wens om te geven. Als de mens een plaats heeft in zichzelf die omwille van het geven werkt, dan
heb je al een plaats waar je overeenkomst hebt met het hogere, waardoor je met het hogere kan
communiceren.
We leren Kabbala en door je innerlijke instelling kan je een bepaalde plaats in jezelf inrichten om
daarmee in overeenstemming met het hogere te komen en krachtige daden te doen. Visioenen en
extase zijn zeker in onze tijd niet nodig. Als iemand extatisch iets naar voren brengt, dan moet je
daarvan vluchten. Vooral in onze tijd is alles helder en duidelijk en moet je niet in extase komen.
Het is fantasie en niet de manier waarop de Schepper met de mens praat. De mens kan alleen
ontvangen door zich ontvankelijk te maken. De mens is de wens om voor zichzelf te ontvangen.
De Schepper is de wens om te geven. Hoe kan je die tot harmonie brengen, tot contact met
elkaar? Door de ontvanger te laten werken als gever. De ontvanger moet zich daarvoor
ontvankelijk maken, zijn wens verdunnen omwille van eenheid met het hogere. Hij hoeft niet in
extase of in trance te raken.
Secten, religieuze traditionele dingen waarbij men de ogen sluit en dan met de Schepper gaat
praten ‘vader in de hemel…’ . Verstandelijk woorden uitspreken, is dat iets? Brengt men zich dan
in overeenkomst met de Schepper?
Ik zag op de tv iets wonderlijks. Een Engelstalige man stond op tafel. Hij had van geboorte geen
armen en geen benen. Toen hij zijn mond opende en sprak. Moge er ook Joden zijn die zo over de
Schepper spreken als deze man. Hij sprak oprecht, zonder het publiek te bespelen. Ik voelde van
binnen het geloof dat hij uitstraalde – ik weet waar ik het over heb, want ik had mij op dat
moment ook ingesteld op de golflengte in mijn plaats die een zekere mate van overeenkomst met
het hogere heeft; vandaar uit had ik geluisterd en niet als een gewoon mens dat doet. Op een
zeker moment keek ik door hem heen, ik zag niet meer dat hij geen benen en armen had. Hij was
groter en groter, ik zag zijn innerlijke lichaam, zijn geestelijk lichaam. Door de kracht van geloof
was dat. Hoe hij over Hasjem en Jesjoea sprak. Hij sprak uit geloof en geen woorden zoals in de
kerk wordt gezegd, dat het uit dezelfde plek komt als waar hij water mee drinkt en andere dingen
doet, met de instelling van deze wereld i.p.v. de speciale plaats in de mens waarlangs die met de
Schepper kan communiceren. Deze man die professioneel veel optredens doet, sprak werkelijk
uit het geloof. Hij was blij en gelukkig. Ik voelde een enorm geluk van hem uitstralen. Het was
geweldig dat hij het wonder heeft laten zien – ik weet niet of anderen dat ook zagen, maar hij
heeft het bewijs geleverd van de kracht van Jesjoea. Hij liet zien ‘ik was zonder armen, en Jesjoea
heeft mij armen gegeven. Ik was zonder benen en hij heeft mij benen gegeven’. Dat zijn de
wonderen die Jesjoea heeft gemaakt. De wonderen zoals deze man uitstraalde. Wie denkt dat
Jesjoea in de ogen van een blinde heeft gespuugd en dat hij fysiek ging zien, die doet aan
afgoderij. Het is pure afgoderij om te denken dat als Jesjoea tegen een verlamde zei ‘sta op en
ga’, dat dat fysiek was. De Schepper heeft absoluut niets met het vlees en de botten van de mens
te maken; de mens moet daar zelf voor zorgen. De ene wordt geboren zonder armen en zonder
benen, zoals deze mens die op tafel stond. Hij zei ‘het wonder gebeurt aan mij, dat ik zo geboren
ben. Op deze manier heeft de Schepper mij een taak gegeven om Zijn glorie naar buiten, naar
anderen te brengen’, anders zou hij het niet doen. Als hij wel armen en benen zou hebben zou hij
misschien een schurk of een danser zijn geworden. Nu brengt hij de kracht van boven naar
beneden. Dat is wonder en niet dat Jesjoea of zijn leerlingen iets dat fysiek niet in orde was
konden verhelpen op de manier van ‘sta op en ga’. Veel trucjes zijn er geprobeerd, dat men tegen
iemand in een rolstoel zegt dat ‘sta op’ en dat diegene dan opstaat… het publiek staat verstelt,
maar dat is geen wonder, het is trucage. Wie dingen zo wil intepreteren doet tegen de Schepper,
want als de Schepper iemand geboren laat worden in een fysiek omhulsel waarvan de ogen niet
functioneren … het is allemaal ter glorie van de Schepper. De mens is gemaakt ten glorie van de
Schepper. Of hij blind is of wat dan ook… geen mens op de aarde is volmaakt. Velen die
schijnbaar volmaakt zijn, hebben onzichtbare gebreken of ze camoufleren ze. Geen mens op
aarde is volmaakt. Als iemand van buiten gaaf is, is het van binnen verrot. Zo is het gemaakt,
want de mens moet de Schepper verzoeken en weten dat hij voor de glorie van de Schepper leeft
en niet voor eigen glorie. Op die manier leert de mens te geven. Dat je dat begrijpt. Straks op zijn
eigen plaats gaan we over wonderen spreken, maar nu krijg je vast wat smaak. Dat je de
wonderen die Jesjoea deed niet kinderlijk opvat.
Pag. 5, perek 5.
Jesjoea zei tegen zijn leerlingen dat je een lamp niet onder de korenmaat moet zetten, maar in het
hele huis moet laten stralen.
אַל ־ְתּדַמּוּ כִּי ָב אתִי ְל ָהפֵר אֶת־הַתּוֹרָה אוֹ אֶת־ ִדּ ְברֵי ַהנְּבִיאִים לֺא ָבאתִי ְל ָהפֵר17
כִּי אִם־ ְלמַלּ את׃
Hij heeft het nu over zichzelf:
Je moet je niet verbeelden dat ik kwam om de Thora op te heffen of de woorden van de
profeten, ik kwam niet om op te heffen maar om in vervulling te brengen.
De hele Thora is gegeven aan het volk Jisrael die het minisculeus na moest leven – woord voor
woord, totdat Jesjoea zal komen. Vanaf Awraham moesten zij zich aan de wetten van de Thora
houden, aan het verbond van vlees. Daarom moesten zij die wetten ook helemaal naar vlees
naleven. Niet alleen na vlees want we zien aan de profeten dat zij het volk beripten als zij te
makkelijk met de wetten van de Thora omgaan, als zij die alleen als materieel zagen.
Bijvoorbeeld als zij de dieroffers naar de Tempel brachten en die dieren belangrijker waren dan
van binnen tot inkeer te komen, en wanneer hun gebed alleen maar een uiterlijke handeling was.
Zij moesten de Thora nauwkeurig vervullen totdat Jesjoea zou komen. De hele Thora spreekt
over de vervulling. Deze vervulling moest gebeuren aan de ziel, aan de mens Jesjoea. Hij zegt dat
hij eigenlijk de Thora vervuld. Niets verdwijnt in het geestelijke. Alle wetten die in de Thora
staan zijn heilige wetten, wetten van het heelal en die worden niet opgeheven door mijn komst.
Mijn komst brengt de Thora tot vervulling. Zonder Jesjoea zou er geen vervulling zijn, zou
niemand tot de vloeiende verbondenheid met de Schepper kunnen komen. Met de Thora van
Mosje is alles tweeledig: kosjer-niet kosjer, Jood-geen Jood, geoorloofd-ongeoorloofd, rein-
onrein etc. Wat in de Thora geschreven is, de plaatsen van vervulling, is geschreven over Jesjoea.
Hij bracht de Thora tot vervulling. Door de vervulling van de wet door Jesjoea en door zijn
opoffering, de woorden die hij naar zijn vader bracht, is de tweeledigheid van de wetten die toen
nog fysiek uitgevoerd moesten worden, omhooggebracht naar het geestelijke. De Thora is
volbracht, naar eenheid gebracht. Dat wil niet zeggen dat men de Thora niet hoeft te leren of de
wetten niet hoeft te volbrengen, maar het is in een ander licht. De eenheid die bereikt wordt is de
Thora van Atsieloet, dat is wat Jesjoea heeft gebracht. In Jesjoea wordt die tweeledigheid van wat
mag en niet mag opgelost. En daarmee ook de eenheid met Hasjem gewaarborgd. Dat is wat
Jesjoea gebracht heeft. Ook nu is het zo dat wie de Thora woord voor woord, letter voor letter
naleeft, zonder Jesjoea te aanvaarden, die zeker niet tot de eenheid met Hasjem kan komen en
geen redding kan ontvangen. De hele Thora spreekt over Jesjoea. Het hele volk van de Schepper
is eigenlijk opgeofferd aan één idee van de Schepper om de schepping al het goede te brengen.
Het hele volk dient er gehoor aan te geven. Het hoogste bereik was in de ziel van Jesjoea en zijn
opoffering. Daarom kwam hij, zoals hij zegt, te vervullen. Wie zich met deze vervulling van
Jesjoea verbindt, vervult ook de Thora. In Jeruzalem bijvoorbeeld, zijn er velen die zich intensief
met de Thora bezighouden, maar zij verbinden zich niet. Naar vlees wordt door hen zoveel kracht
opgebracht, vaak voor onderwerpen die volgens mij nergens toe doen en nergens toe leiden. En
dat terwijl dit volk in staat is om zo’n hoog licht aan te trekken en door te geven. Zij verwachten
dat door hun intellectuele studie de vervulling zal komen, maar die is al geweest. Je moet alleen
je ogen openen, genade aanvaarden en niet koppig aan de traditie blijven hangen, want dan blijft
het hart van steen. Je moet van het hart weer vlees maken. Het intellectuele niet laten overheersen
en Jesjoea aannemen, want de hele Thora spreekt daarover, over deze vervulling. Als je de Thora
met Jesjoea verbindt dan heeft het zin, dan gaat elk woord leven. Zonder Jesjoea kan je de Thora
duizenden jaren leren en zal het niet helpen. Dat is zonde van de tijd en zonde van de inspanning,
want het brengt geen leven. Dat is wat Jesjoea zegt en ook zoals ik het ervaar.
Hij zegt ons dat zelfs de jod en de kots, het stippeltje van de jod van de Thora betekent dat wat je
leert alleen de lichtste keliem zijn. Wat is de Thora? De Thora is de voorschriften waardoor men
het licht in de keliem ontvangt. Spreekt men van de joed, klie chochma, en van het stippeltje van
de joed, de kether, spreekt men van de meest lichte keliem van de Thora, die de Thora bij de
mens teweegbrengt, corrigeert, licht brengt. Daarom zegt hij:
ֲשׁר יָפֵר אַחַת מִן־ ַה ִמּ ְצ וֹת ַה ְקּטַנּ וֹת ָה ֵאלֶּה וִי ַל ֵמּד אֶת־ ְבּנֵי הָאָדָם
ֶ ָלכֵן ָהאִישׁ א19
ָשׂה וִי ַלמֵּד אוֹתָן ָלזֶה גָּדוֹל ֶ ֲשׁר יַעֶ ַשׁ ָמיִם וַא
ָ ַלעֲשׂוֹת כָּמוֹהוּ קָטוֹן יִ ָקּרֵא לוֹ ְבּ ַמלְכוּת ה
ַשׁ ָמיִם׃
ָ יִ ָקּרֵא ְבּ ַמלְכ וּת ה
een man die wegneemt één van deze kleine voorschriften voorschriften van de dunste keliem
die de Thora aanspreekt, dus kether en chochma en zal leren de mensen te doen zoals hij dat
doet zal men hem klein noemen in het koninkrijk der hemelen en hij die deze kleine
voorschriften wel zal doen en hen zal onderwijzen deze zal men groot noemen in het
koninkrijk der hemelen.
ְרוּשׁים
ִ כִּי ֲאנִי אֺמֵר ָלכֶם אִם לֺא ־ִת ְהיֶה ִצ ְד ַק ְתכֶם ְמ ֻרבָּה ִמ ִצּ ְדקַת הַסּוֹ ְפרִים וְ ַהפּ20
ַשׁ ָמיִם׃
ָ לֺא תָבֺאוּ ְבּ ַמלְכוּת ה
want ik de hoge klie kether zeg jullie indien jullie rechtvaardigheid zal niet groter zijn dan
de rechtvaardigheid van de schriftgeleerden en de farizeeërs dan zullen jullie niet
binnenkomen in het koninkrijk der hemelen. Groter dan de rechtvaardigheid betekent ook
hoger, tot de klie kether.
Nu begint hij ons langzamerhand de wetten van het koninkrijk der hemelen te onthullen en hen te
vergelijken met de intepretatie van de wetten zoals die door Mosje zijn gegeven, en met de
intepretatie van de wetten door de schriftgeleerden en de farizeeërs. In de Thora staat alles, maar
de intepretatie van de wetten is anders. Mosje moest een zekere consessie doen aan het volk. Niet
dat hij de Thora aan het volk had aangepast, maar hij had wel een zekere consessie gedaan want
het zij konden het verbond naar geest nog niet aan. Daarom had hij voor de time-being, totdat
Jesjoea zou komen, totdat hun wijsheid zou toenemen, hen de wetten op de manier gegeven dat
het voor hen bruikbaar zou zijn. Je kan wetten uitvaardigen wat je wilt, maar als ze voor een volk
niet uitvoerbaar zijn, wat dan. Met Jesjoea was het moment aangebroken dat men de wetten van
Hasjem al direct kon zien, ervaren, aannemen en leven naar geest. De wetten die het eeuwig
leven brengen. Je kan de Thora leren zoals je wilt, maar door de Thora te leren zonder Jesjoea
aan te nemen ontvangt men niet het eeuwige leven, hier in deze wereld. We praten niet over de
toekomstige wereld, al die intepretaties, al die beelden, theologieën. We spreken alleen over het
ervaren van de eeuwigheid in deze wereld. Jesjoea heeft hier de redding gebracht, dat wij hier op
deze aarde door de wetten van het koninkrijk der hemelen komt tot het eeuwige leven hier op
aarde. Kan je het hier, kan je het ook in het hiernamaals. Als je het hier niet kan… In de Talmoed
staat geschreven ‘als iemand hier op aarde koetsier was, wie zal hij dan zijn in de toekomstige
wereld?’ Als iemand hier koetsier is, dan zal hij in de toekomstige wereld ook die twee paarden
hebben. Geestelijk zal hij op hetzelfde niveau zijn. Wie het geestelijk leven hier niet vergaart, hoe
krijgt die het daar dan? Al het werk komt in deze wereld, hier is de kans om de ziel te verrijken,
620 keer te verheffen. 613 voorschriften van de Thora en de 7 van de Noachieden. 620 is de
gematria van kether. Daarom moet je jouw malchoet tot het niveau van kether brengen. Dat is
onze taak hier op aarde. Wie het eeuwige leven hier vergaart… Hoe kan je het eeuwige leven hier
vergaren? Door de Thora die in vervulling werd gebracht door Jesjoea. Dat is de toevoeging van
de Thora die helpt. De Thora die door Jesjoea in vervulling werd gebracht, die helpt. Als men
zonder Jesjoea leert, betekent dat een verkapte manier om voor jezelf te doen, te willen
ontvangen. Men leert de Thora opdat de kinderen zullen leven, voor beloning te ontvangen in
deze en toekomstige wereld en omdat men bang is voor straf. Men geeft omwille van het
ontvangen, of ontvangt omwille van het ontvangen. Als je hier de Thora leert en de Thora in het
licht van Jesjoea ziet, zie je de ware betekenis zoals de Schepper wilde dat de mens hier op aarde
op die manier tot de eeuwigheid zal komen. Hij begint ons dat nu te vertellen:
Hier zullen we het verschil zien tussen de wet van het koninkrijk der hemelen en de aangepaste
versie zoals het aan de Joden gegeven was:
ֲשׁר יֺאמַרֶ ֲשׁר יִקְצֺף עַל־אָחִיו ַחיָּב הוּא ְלבֵית דִּין וַא ֶ וַ ֲאנִי אֺמֵר ָלכֶם כָּל־א22
ֲשׁר נָבָל יִ ְקרָא לוֹ הוּא ְמ ֻחיַּב ֵאשׁ גֵּיהִנֺּם׃
ֶ אֶל־אָחִיו ֵרקָא ַחיָּב הוּא ְל ַסנְ ֶה ְדרִין וַא
Maar ik zeg jullie dat ieder die kwaad wordt op zijn naaste Het woordje chienam stond er en
dat betekent om niets. Dat hebben we weggehaald, want zelfs als iemand jou wel boos heeft
gemaakt en het in jou ogen verdient dat jij kwaad op hem zou zijn… die is onderhevig aan het
gerechtshof die moet straf ondergaan door het gerechtshof en wie zou zeggen aan zijn naaste
letterlijk: aan zijn broeder leeghoofd, die is onderhevig aan de Grote Vergadering die moet
hem berechten en wie noemt hem zijn naaste, zijn broeder een dommerik, die is schuldig en
verdient hellevuur. Dat is de ware wet. Het laat ons zien dat Jesjoea niet met de wetten naar
vlees kwam, maar naar geest. Stel dat bijvoorbeeld de een kwaad is op de ander en het niet laat
zien. Niemand ziet het dat hij kwaad is. Waarom dat doet er niet toe. Naar de wetten van de
Thora zoals Mosje gegeven waren, was hij niet schuldig, want hij heeft niets gedaan, de ander
geen klap gegeven. Er staat ‘oog om oog’, maar hij heeft de ander niets gedaan; van binnen is hij
kwaad op hem. Mosje wist wel hoe met het volk om te gaan. Het was revolutionair wat de Joden
hebben ontvangen, want er was niets in de wereld van een G’ddelijke wet; het was de eerste fase.
Nu leren we dat wie kwaad wordt op de ander, die verdient eigenlijk de straf van hellevuur. Alles
is hier op aarde, niet dat het later zal zijn. Van binnen, vooral als je individueel aan jezelf werkt…
als je kwaad wordt voel je dan van binnen echt hellevuur. Iemand die alleen maar kwaad is,
steeds kankert, die wordt imuun, imuun voor hellevuur; die is zo gepantserd dat die het niet eens
kan ervaren. Hoe komt dat? Als een mens een keer kwaad is, en nog een keer, en dan een derde
keer, dan wordt het een gewoonte en wordt het hem toegestaan. Hij ziet dan niet meer dat het een
zonde is. Het hellevuur betekent dat als de mens kwaad wordt op een ander, dat al het heilige uit
zijn waarneming verdwijnt. Jesjoea kwam niets anders doen op aarde, dan de innerlijke vrijheid
aan de mens te brengen. Vóór Jesjoea was het wordingsproces van mensworden. Vanaf Jesjoea
kwam het indivudue, kwam de mens in het stadium dat individueel onderhevig is aan het bestuur
van Hasjem. Vanaf Jesjoea kan men niet meer schuilen achter een groep, achter een religie. Wat
men gemaakt heeft is een manier van sociaal leven met iets van de ware realiteit, terwijl Jesjoea
op aarde kwam om te verkondigen dat de tijd is aangebroken voor alle zielen op aarde om zich
naar het individueel bestuur van Hasjem te schikken. Wat heb je hoger, groter dan dat, dat het
gevoel bij de mens geeft dat hij een zelfstandig iemand is, die een geweldige verbondenheid heeft
met het leven. Dat heeft alleen Jesjoea gedaan. Je hebt dan niets nodig. Als je alleen geloof boven
verstand opbrengt…. terwijl Thora alleen verstandelijk is. De hele Talmoed is alleen
verstandelijk; ze hebben de G’ddelijke wetten opgemaakt met de verstandelijke wetten van
Aristoteles – ik weet wat ik zeg. Duidelijk? De logica van Aristoteles hadden ze toegepast aan de
wetten van de Thora. Er zitten veel hogere dingen, maar het is toch wel met het hoofd. Ze hebben
er een soort Joodse filosofie van gemaakt. De Talmoed is natuurlijk G’ddelijk, maar de manier
waarop zij het leren, helpt absoluut niet. Dat is wat Jesjoea in deze wereld heeft gebracht. Je hebt
dan niets meer nodig, geen jodendom,l geen christendom, geen goeroe’s, geen rabbi. Niemand
heb je dan meer nodig. Je hebt geen leraar meer nodig. Dat is wat we leren. Stap voor stap breng
ik jullie dat jullie ook zelfstandig zullen worden. Dat is het hoogste doel ook van mijn studie met
jullie, dat iemand volledig zichzelf wordt en niet zal zoeken naar een leraar. We hebben Jesjoea.
Hij heeft dat gezegd door zijn verbondenheid met de Schepper. Wie kan dat nog meer zeggen?
Niemand was, niemand is, niemand zal zijn die dat zou kunnen zeggen tot de gmar tiekoen. Er
staat dus geschreven ‘gij zult niet doden’. Jesjoea heeft ons laten zien dat als iemand beschaamd
wordt, dat ook doden is. Waarom? Wat is het gevolg als je iemand beschaamd? Hoe wordt het
gezicht van de ander door het kwaad worden, dat je leeghoofd of zo zegt? Iemand wordt bleek.
Waarom wordt die bleek? Omdat bloed uit het gezicht is gegaan. Hij moet zich inhouden en
daarvoor wat bloed verbruiken. Bloed geeft levenskracht aan het lichaam. Hij gebruikt bloed om
zich in toom te houden en wordt hij bleek. Je hebt dus bloed weggenomen van iemand en dat is
dood. Door de wetten van het koninkrijk der hemelen, het is ook in de Thora geschreven, maar de
intepretatie van Jesjoea is dat je de ander absoluut niet mag beschamen of kwade woorden tegen
hem mag zeggen. We weten dat alles buiten jezelf de Schepper is. Hoe kan je de ander dan
beschamen? Je moet weten dat aan wie doe je kwaad als je zo doet? Aan jezelf. Natuurlijk ook
aan de ander, maar in eerste instantie aan jezelf. Er gebeurt iets aan jou. Jij krijgt van binnen het
gevoel van hellevuur. Niet ergens anders, zoals religie ons vertelt. Dat is bla bla en helpt niet. Het
is hier en nu. Zeg het steeds tegen jezelf. Als je voelt dat je kwaad wordt, denk dan aan wat
Jesjoea heeft gezegd, waarom zal je het hellevuur in jezelf hebben, dat je verstookt raakt van de
Schepper en Zijn genade niet kan ervaren. Op dat moment ontrek je leven van jezelf. Dat moet al
een motivatie zijn dat je weet dat je in het hier en nu schade aan jezelf brengt. In het hier en nu.
Je moet niet aan de toekomst denken. Natuurlijk verdwijnt er niets in het geestelijke, maar het is
belangrijk om in het hier en nu te leven. Als je kwaad bent, leef je niet in het hier en nu maar ben
je verbonden aan de s’a, het is dan een schim en geen realiteit. Daardoor worden ook allerlei
kwaadaardige cellen gevormd, door deze toestand wanneer we kwaad zijn, al die momenten dat
we niet overeenkomen met de wetten van het koninkrijk der hemelen. Op die momenten worden
alle ziekten, ellende G’d verhoede naar ons toegetrokken. Het leven wordt dan aan ons
onttrokken. Wordt je er bewust van, dat je dat begrijpt. Mediteer er over.
Hij gaat ons nu een reeks wetten van het koninkrijk der hemelen aangeven:
ָלכֵן אִם ־ַתּ ְקרִיב ָק ְר ָבּנְ ָך אֶל־ ַה ִמּזְבֵּח וְזָ ַכ ְר ָתּ כִּי־יֵשׁ לְאָחִי ָך ְדּבַר רִיב ִע ָמּךְ׃23
Daarom indien je zal brengen jouw offer op het altaar en jij brengt in herinnering dat jouw
naaste heeft een geschil met jou
ַהנַּח ָשׁם אֶת־ ָק ְר ָבּנֶ ָך ִל ְפנֵי ַה ִמּזְבֵּח וְֵל ְך ַכּפֵּר אֶת־ ְפּנֵי אָחִי ָך וְאַ ֲחרֵי כֵן בּוֹא ַה ְקרֵב24
אֶת־ ָק ְר ָבּנֶךָ׃
Laat daar jouw offer liggen voor het altaar verzoen je met je broeder naaste. Jesjoea gebruikt
het woord broeder. en vervolgens breng jouw offer.
Toen de Tempel nog stond, dacht men gewoon een offer te brengen afhankelijk van hoe rijk hij
was. Een koe, lammetje of als hij arm was een duif. Het was naar draagkracht. Als je ziet dat zo’n
lammetje dood gaat… het was een zinnebeeld. Op die manier kwam de mens in het reine met het
hogere, door het zien, de daden van vlees en bloed, met handen en voeten. Van binnen kwam de
mens in het reine met het hogere. Let goed op. Het is niet dat iets nodig was voor de Schepper,
voor het licht. De Schepper is het licht. Heeft het licht het vlees van een dier nodig? Heeft het
licht de reuk van vlees nodig? Alleen de mens had dat nodig. Al die offers was voor de mens. De
Schepper heeft dat absoluut niet nodig. Het was alleen voor de mens. Korban, offer, de stam קרב
betekent toenaderen, dichterbij komen. In de heilige taal betekent het woord offer, hetgeen
dichterbij komt tot het licht, tot de Schepper. Als men een offer brengt, niet het fysieke maar de
acte van geven waarbij men a.h.w. wil compenseren dat men iets slechts deed, dat brengt de
verzoening bij de mens zelf. De mens brengt de verzoening bij zichzelf door de acte van geven,
hij verlost zich zo van zijn kwaad. En dat wordt als verzoening ervaren. Hij gaat opluchting
ervaren, ademen. Acte van geven is geloof anders is het niets. Als iemand het zonder geloof doet,
maar alleen omdat het geschreven staat, dan wordt het niets, ook niet als je een hele kudde geeft.
Als je van beneden geen spijt betuiging geeft, je eigen wens verdunt, dan betekent het geven
niets.
Jesjoea spreekt niet alleen voor de tijd van de tempeldienst, maar voor alle tijden. Hij zegt ‘indien
jij je offer zal brengen…’ Wat offeren we in onze tijd? Gebed. Na de vernietiging van de tweede
Tempel kwam i.p.v. de offerdienst het gebed. Waarom na de vernietiging van de tweede Tempel?
Het kwam samen met Jesjoea. De eredienst, de tempeldienst was ontbonden door de grote zonden
van het volk, maar tegelijkertijd kwam ook de redding: gebed kwam i.p.v. tempeldienst. De
tempeldienst wordt in het hart van de mens gedaan. Met Jesjoea kwam het individu. Het leven
van de mens met zijn verbondenheid met de Schepper kwam alleen vanaf Jesjoea. Voor Jesjoea
had geen mens contact met Hasjem. Awraham dacht dat Hasjem ergens op de berg was, ergens
hoog was; hij moest altijd een berg beklimmen. Mosje moest ook altijd de berg beklimmen. Met
Mosje heeft Hasjem zich voor het eerst als Hawaja'h, als Barmhartige gemanifesteerd, maar
Mosje moest toch ergens een berg beklimmen, ergens buiten hemzelf heeft Hasjem zich
gemanifesteerd. Vanaf Jesjoea bevindt de Schepper zich in het hart van de mens. De tempel zit in
het hart van de mens. Dat was altijd zo, maar het was eerst nodig om een gebouw te hebben en
een tempeldienst, maar dat is nu niet meer nodig. Wat de derde tempel zal zijn… Zohar vertelt
dat beide tempels alleen door de handen van de mens waren gemaakt, wel naar het beeld van,
maar de derde tempel zal de eerste tempel zijn en zal in Jeruzalem en voor de hele mensheid zijn.
De derde tempel zal niet door mensenhanden worden gemaakt maar van boven naar beneden
afdalen. Wat betekent dat? Zonder Zohar is dat niet te begrijpen. De voeten van de Masjiach
zullen op de Olijfberg gaan staan. Dat betekent dat het licht atsieloet naar assieja zal afdalen. De
biej’a zal opstijgen naar atsieloet. De hele correctie van biej’a zal naar atsieloet optrekken en zal
daarna in 3x3 fasen afdalen naar assieja. Dat is de komst van de derde tempel. Dit is even in het
algemeen.
Het gebed is nu het virtuele hart van de mens – niet het vleselijke hart, maar het epicentrum van
de innerlijke krachten van de mens, dat is de tempel van de mens. Met de mond doen we
gebeden. De mond verbonden met het hart. Onze gebeden zijn onze offers, ons ma’n. In de
tempeldienst was het ma’n opbrengen door het brengen van offers, van vlees en andere dingen. In
onze tijd heeft het geen zin om vlees of andere dingen aan het G’ddelijke te geven. Al die dingen
die men legt in tempels in India en andere… het is allemaal traditie. Zij geloven dat door dat
stukje vlees… het is allemaal afgoderij t.a.v. het ware geestelijke. Ze leggen het daar om de
goden goed te stemmen, maar heeft die het nodig? Absoluut niet. De mens moet ma’n opbrengen
van binnen door overeenkomst naar eigenschappen met de weteen van het koninkrijk der
hemelen. Dat is wat we leren. Niet op een andere manier. Hoe kan je ma’n opbrengen? Leer wat
Jesjoea zegt en doe dat. Hij heeft toch ook letterlijk gezegd bouw de tempel in jezelf? Hij heeft dat
niet direct gezegd, maar je kan dat afleiden. Als je tegen jouw naaste ‘dommerik of leeghoofd’
zeg, dan verdien je het hellevuur. Dat betekent dat hij bedoelde dat jouw innerlijke wereld dan
bevuild wordt en de krachten wordt ingenomen door de helse krachten. Je hoeft niet per se elk
woord bij hem te vinden. Hij spreekt kort en krachtig over wat altijd geldt. Daarom is het niet
nodig wat hij bv. zegt over het offerbrengen. Wij zeggen ook dat het in het hart van de mens is.
Dat is alleen van hem, dat is ook geen afleiding van mij, maar je kan al zien in vers 22 dat dat
bedoeld is. Hij zegt niets anders dan verinnerlijk de wetten van de Thora, breng het in jezelf,
denk niet dat buiten iets zal plaats vinden. Je kan dat nergens vinden. Geen Thorageleerde, geen
ander, zelfs Mosje die daat is bracht dat niet. Alleen één was er en geen tweede. En alles wat in
het leven van Jesjoea gebeurt, voor alles vindt je een vers in de Thora, in de geschriften. De kunst
om van je leven een pareltje te maken heeft Jesjoea gebracht en niet een ander. een pareltje, jezelf
als individu te zien en jouw innerlijk te laten vormen op de manier… door Jesjoea kan men
komen dat men van binnen van één uiteinde tot een ander kan komen. Dat is de hele bedoeling.
Dat is het hebben van een vol leven, heel zijn. Alleen dat geeft leven en niet leren omwille van
het leren. Zohar en andere dingen die we erbij doen is ook nodig, want er zijn zoveel plaatsen,
niveau’s in ons… maar waar geen aviejoet is, waar geen bedekking is, waar puur ervaren is dat is
de leer van Jesjoea. Zohar heb je ook nodig, het is een zekere bekleding, het is de plaats van
tieferet, plaats bij de navel en dat zijn diepe krachten die we ook moeten ontwikkelen. Bij Jesjoea
is het leven puur zien en ervaren. Op dit moment is Jesjoea hier. Ik voel het. Niet dat ik een
vinger in zijn zij kan doen, maar de krachten van binnen… genade, warmte, liefde… hij is op dit
moment hier. Dat moet je oproepen door je van binnen in te stellen, zonder halleloeja te zingen,
zonder je ogen dicht te doen. Je moet je alleen van binnen daarmee in overeenstemming brengen.
Niemand heb je nodig. Natuurlijk is het geweldig als een paar mensen bij elkaar komen hier die
in dezelfde stemming komen, maar in principe is het niet nodig. Die momenten zullen we meer
en meer en stap voor stap ervaren.
Hij zegt ‘laat daar jouw offer liggen voor het altaar en verzoen jezelf met je broeder’. Wie is die
broeder? Wie brengt het offer? Het goede in de mens, de wens om te geven. En die is kwaad op
de ander, op de wens om te ontvangen. De hele bedoeling is beide te laten dienen aan Hasjem.
Niet zeggen ‘ik ben goed’, maar beide: keliem van het geven, boven de chaze, is het goede in de
mens. Alles is in één mens, kijk niet naar sociale verbanden want dat helpt niet. De ander is de
keliem de Kabbala, onder de chaze, de slechte neiging. Je bent daarmee kwaad. Jesjoea zegt dat
als je een offer brengt alleen vanuit jouw goede beginsel, dan is het nog geen offer. Jouw
koninkrijk is dan in tweeën en alleen uit het goede gedeelte breng je dan een offer aan het hogere.
Je moet je echter eerst met je slechte neiging verzoenen, hem mee brengen dat hij omwille van
het geven gaat werken. Eerst werken en niet alleen met je goede neiging komen, maar je
inspanning om je onder de chaze te verbinden. De hele clou is om die verbinding steeds te
maken. Dat is de ריבriev, ruzie, geschil. Wanneer Jesjoea over ruzie en geschil spreekt, is dat
altijd over één mens: de goede en de slechte neiging. Als hij zegt ‘jij, doe…’ dan spreekt hij tot
de goede neiging, want wie luistert er naar Jesjoea? De goede neiging luistert naar Jesjoea. Dat
kan niet anders. De slechte neiging… jij moet binnen jouw keliem werken om jouw slechte
neiging aan je goede neiging te verbinden. Dat is jouw wilskracht. Natuurlijk helpt het leren van
het koninkrijk der hemelen. Het is altijd in één mens. Denk niet dat je zoals in onze tijd dat
bidden is als het brengen van offer, dat je voor het bidden denkt ‘o vanochtend op mijn werk had
ik iemand leeghoofd genoemd omdat hij iets niet begreep met de computer en nu moet ik eerst
naar hem toe om hem vergeving te vragen’. Dat helpt absoluut niet. Dat je leeghoofd hebt gezegd
tegen hem, betekent dat je je eigen keliem de Kabbala, jouw slechte neiging op dat moment had
aangesproken,w ant van jouw goede neiging zou niet zo’n uitspraak, zo’n houding komen. Het
kwade kwam van de slechte neiging van onder de chaze. Daar komt alle ellende van en die ga je
op de buitenwereld projecteren. Die moet je aanpakken. Die heeft de ander fysiek beledigd. Je
moet verzoening zoeken met jouw slechte neiging en daarbij doe je werk. Wat doe je als je naar
de ander gaat en zegt ‘sorry hoor’. Dat mag je wel doen, maar dat verzoent jou niet. Voor
hetzelfde geld ga je gewoon even sorry zeggen om de frustratie van jouw gevoel of jouw geweten
te sussen. Probeer jouw slechte neiging aan te pakken,w ant die is verantwoordelijk. Met jouw
goede neiging moet je kracht opbrengen om jouw slechte neiging aan te pakken, aan te sluiten,
inspanning leveren om genade onder de chaze te brengen. Daarmee verzoen je jouw keliem de
Kabbala. Op dat moment heb je de hele partsoef: én boven de chaze – keliem van het geven, én
keliem de Kabbala die nu werkt om te geven, en niet ontvangt. Je moet ze aansluiten bij de
keliem van het geven. Je hebt dan vijf keliem en die nemen nu genoegen met chassadiem.
Normaal moet het chassadiem met chochma zijn. In de vijf keliem wordt nu alleen het licht
chassadiem uitgesmeerd, het licht van geven. Dat is dan genoeg voor je. Je hebt dan de hele
partsoef met alleen licht chassadiem. En vandaar, uit die positie, ga je gebed aan Hasjem doen.
Jesjoea zegt dat je je eerst met je keliem de Kabbala moet verzoenen. Je hebt dan al jouw vijf
keliem. Jouw innerlijk is dan volledig, heel. Om heelheid te ontvangen moet je heel zijn. Eerst
moet je keliem… eerst verzoen je je met jouw keliem de kabbala m.a.w. stel dat je leeghoofd of
zo hebt gezegd – hardop of alleen in je hart, dat is precies hetzelfde. We leren door de wetten van
het koninkrijk der hemelen dat het absoluut niet uitmaakt of je het van buiten of van binnen zegt.
Je moet het kwaad dat je daardoor hebt opgeroepen… Je verzoent je eerst met je keliem de
kabbala waar al het kwaad, alle ellende, al die rare woorden die je uitspreekt uit voortkomt. Je
hebt dan alle vijf keliem, wel alleen wat chassadiem, maar heelheid kan dan in jouw keliem
komen. Uit die vijf keliem ga je ma’n opbrengen – verdunnen tot de kether, en steeds ga je dan
kracht opdoen en weer naar beneden, want je hebt al vijf keliem. Op die manier maak je jezelf
heel, door beide broeders te verbinden. Zo schep je de voorwaarden om heelheid te ontvangen.
Dat is wat Jesjoea ons vertelt. Alles is in één mens. Projecteer niets buiten jezelf. Natuurlijk kan
je sorry tegen iemand zeggen, maar je wordt er niet door verzoend. Dat is niet wat Jesjoea zegt
met dat je naar de ander moet gaan, maar dat je de eenheid, het heel zijn, binnen je eigen keliem
moet bereiken. Dat is wat hij ons zegt. Is dat helder? Op die manier leren wij praktisch om te
gaan met Jesjoea.
Het gaat niet om Jesjoea zelf, maar zoals Jesjoea ons zegt in vers 16: laat jouw licht schijnen voor
de mensen. Hij bedoelt niet alleen zijn twaalf apostelen, zijn leerlingen, maar ieder die in Jesjoea
heelheid vindt. Dat moeten wij doen. Hij zegt ‘laat jouw licht voor de mensen zien, zodat ze jouw
goede daden zien en zullen prijzen jullie vader die in de hemel is. Zoals de vader van Jesjoea in
hem is ingebed zo kan dat ook bij ieder van ons. Wij moeten ons daar stap voor stap bewust van
maken. Dank en prijs de vader van Jesjoea, laat hem ook jouw vader worden, opdat je heelheid
verkrijgt. De vader komt via Jesjoea. Doe als Jesjoea, pas de wetten naar geest toe in je dagelijks
leven. Werk individueel, alles is binnen jou. Zo zal je worden als een stukje van Jesjoea zelf. Je
verkrijgt de redding, hier en nu!
Een nieuwe les en die beginnen we met de laatste verzen van de vorige les.
ָלכֵן אִם ־ַתּ ְקרִיב ָק ְר ָבּנְ ָך אֶל־ ַה ִמּזְבֵּח וְזָ ַכ ְר ָתּ כִּי־יֵשׁ לְאָחִי ָך ְדּבַר רִיב ִע ָמּךְ׃23
Daarom indien je zal brengen jouw offer op het altaar en jij brengt in herinnering dat jouw
naaste heeft een geschil met jou (De les begint met herhaling van vers 23 en 24. In de vorige les
werd dit vertaald met: …jij hebt een geschil met jouw naaste.)
ַהנַּח ָשׁם אֶת־ ָק ְר ָבּנֶ ָך ִל ְפנֵי ַה ִמּזְבֵּח וְֵל ְך ַכּפֵּר אֶת־ ְפּנֵי אָחִי ָך וְאַ ֲחרֵי כֵן בּוֹא ַה ְקרֵב24
אֶת־ ָק ְר ָבּנֶךָ׃
Laat daar jouw offer liggen voor het altaar verzoen je met jouw broeder naaste. Jesjoea
gebruikt het woord broeder. en vervolgens breng jouw offer op het altaar. Letterlijk: verzoen
het gezicht van jouw broeder. Door ruzie brengt de mens het gezicht van de ander a.h.w. ‘down’
en dat moet hij dan weer opvrolijken.
Alles is in één mens. Jesjoea spreekt geen woord over sociale toestanden, intermenselijk.
Natuurlijk moet dat ook gehandhaaft worden, maar de mens moet eerst in zichzelf met dat soort
dingen in het reine komen.
ַמהֵר ִה ְת ַרצֵּה ְלאִישׁ רִי ְב ָך בְּעוֹ ְד ָך ַב ֶדּ ֶר ְך אִתּוֹ פֶּן־יַ ְסגִּי ְר ָך אִישׁ רִי ְב ָך אֶל־הַשֺׁפֵט25
ָשׁ ַל ְכ ָתּ אֶל־ ֵבּ ית ַה ֶכּלֶא׃
ְ וְהַשֺׁפֵט יַ ְסגִּי ְר ָך לַשׁוֹטֵר וְהWees snel maak welwillend jouw
tegenpartij de man van jouw geschil terwijl je nog op weg met hem bent opdat hij jou niet
overlevert jouw tegenpartij aan de rechter en de rechter zal jou opsluiten, overgeven,
opgeven aan de bewaker en zal jou sturen naar de gevangenis.
Waar gaat dit over? Wie is de tegenpartij in de mens? De slechte neiging. Hij zegt dat terwijl je
nog met hem onderweg bent, je vrede met hem moet maken. De tegenpartij is altijd de slechte
neiging in ons. Je moet geen concessies doen, maar laat hem werken omwille van het geven.
ְשׁ ַמ ְעתֶּם כִּי נֶ ֱאמַר ָלרִאשֺׁנִים לֺא ִתנְאָף׃ 27 Jullie hebben gehoord wat er gezegd is
tegen de eersten die de Thora hebben ontvangen je zult niet echtbreken.
ֲשׁר יֺאבַד
ֶ ַשׁ ֵל ְך ִמ ְמּ ָך כִּי טוֹב ְל ָך א
ְ ְשׁי ְל ָך ַקצֵּץ א וֹתָהּ וְה
ִ וְאִם־יְָד ָך ַהיְ ָמנִ ית ַתּכ30
ֶאחָד ֵמ ֵא ָברֶי ָך ֵמ ֶרדֶת כָּל־גּוּ ְפ ָך אֶל־גֵּיהִנֺּם׃
En indien de rechterhand wil jou in verleiding brengen, hak hem af en gooi hem weg want
het is goed voor jou als je één van jouw organen zal verliezen dan al jouw lichaam zal
afdalen naar gehinom. Weet altijd dat Jesjoea geen woord spreekt over het lichaam van vlees en
bloed, en alle wonderen die Jesjoea deed, zijn de wonderen aan de ziel, de innerlijke kracht.
Welke kracht heeft ons lichaam? Van de kliepot en niets anders. Het lichaam wordt genomen uit
het systeem van onreine krachten. Wie denkt dat het lichaam van een andere plek is genomen,
begrijpt niet wat hij zegt. Zelfs Jesjoea moest naar de berg optrekken om naar Hasjem te bidden.
De krachtige, dunne verleidingen die hij moest doorstaan was ook te danken aan zijn lichaam.
Elk mens dat een lichaam heeft – en geen mens kan zonder lichaam, is altijd van het systeem van
onreine krachten. Het is bijzonder belangrijk om daarvan doordrongen te worden. Dan zal het je
helpen. Weet steeds dat Jesjoea redding kwam brengen aan de ziel van de mens. En als aan de
ziel de redding komt, de ziel heel wordt, dat de mens van binnen genezen wordt van alles, dan…
zoals we gezien hebben bij die man zonder handen en voeten, die via Jesjoea handen en voeten
heeft gekregen, dan heeft het zin. Mediteer daarover. Alles wat Jesjoea zegt over het koninkrijk
der hemelen heeft absoluut niets met ons fysieke omhulsel te maken, dat teruggaat naar waar het
vandaan komt. Wat is het verschil tussen het vlees van de mens en het vlees van een chimpansee?
Die is alleen meer behaard.
Hij zegt als jouw rechterhand jou verleidt d.w.z. als de kliepa die aan de klie chessed aanleunt jou
verleidt, dan moet je het wegwerpen, afzien van jouw klie chessed, want het betekent dat jij het
nog niet aankan, je moet het dan niet gebruiken. Dat betekent afsnijden. Probeer dan de rest van
jouw partsoef, de krachten van jouw innerlijk wel te benutten i.p.v. het licht via de klie chessed
verder aan te trekken naar de kliepa van rechts.
Nu zegt hij geweldige dingen. Je moet er wel oor voor hebben om te begrijpen wat hij zegt.
Wat is er voor speciaals aan de hand dat je met de hand iets kan doen dat ongeoorloofd is, dat de
mens tot verleiding brengt waardoor zijn hele lichaam afdaalt naar gehinnom, de hel. Wat is de
hand? Handen hebben een hele speciale eigenschap. Ze kunnen op hun eigen plaats zijn, zoals
chessed en gwoera, het middenstuk van een partsoef. Wat kan je dan met je hand doen? Je kan ze
omhoog brengen, zegening brengen, jouw chessed en gwoera omhoog brengen. De kohaniem,
priesters brengen hun handen omhoog als teken dat men zich verheft, je handen voor Hasjem
gebruiken. Men kan ook zijn handen naar beneden doen, dan komen ze onder de knieën, onder de
taboer. Dat geeft aan dat men daardoor kan zondigen. Door de handen naar beneden te brengen
kan men het hele lichaam naar de hel brengen, naar onder de parsa, onder de taboer, naar de
kliepot die daar zijn. Kijk hoe geweldig het is wat hij zegt. Hij maakt ons er op attent dat iemand
zijn vrouw niet mag wegsturen, maar als ze weggestuurd is en een ander haar neemt, de ander
wordt gezien als pleger van echtbreuk. Waarom is het zo belangrijk? Waar slaat het op? Aan
welke plaats zondigt de mens dan? Jessod, men schendt dan zijn eigen jessod. Dat is wat Jesjoea
ons steeds duidelijk maakt. Jessod moet aan de noekwa geven. Als de noekwa geschonden wordt
kan jessod niet aan haar geven en i.p.v. aan haar geven ontvangt de kliepot. Dat is echtbreuk. Hoe
heet de plaats van jessod in het Nederlands? Het kruis. Dat is de originele betekenis van het
woord kruis. Kruis in de mens is jessod. Als je ziet dat dat kruis is, dan is het een geweldige term.
‘Je moet je kruis dragen’, gaat over dit kruis. Wat van buiten is, twee stukjes hout… Mediteer er
over wat het kruis is. Wat religie ervan heeft gemaakt… Het kruis, waken over jessod. De
Nederlandse taal liegt er niet om. Hij zegt ons dat. Het is zo fijn. Er is geen andere manier om tot
zuiverheid te komen. Je kan leren wat je wil. Een paar maanden geleden kwam een getrouwde
Joodse Amerikaanse Rus op de site en hij stuurde mij een mailtje. Hij had vragen, wilde weten.
Hij zei dat hij aan zijn eigenliefde wilde werken en tot alles bereid was. Als iemand zoiets zegt
kan ik niet weigeren. Ik stuurde hem naar het Russische forum en hij ging daarmee bezig. Hij las
ook het boek Kabbala voor life managment… Een paar dagen geleden stuurde hij weer een
mailtje dat hij het boek had gelezen, maar niet had gevonden hoe hij jessod kon corrigeren, want
dat wilde hij. Hij begreep dat daar het geheim zit van to be or not to be. Ik zei hem dat je het boek
een keer of vijf moet doorlezen. Eén keer lezen is als de eerste keer geslachtsgemeenschap en dat
is niet genoeg. Je moet het meerdere malen lezen, dan kan je dingen ontdekken. Hij zei iets
interessants in zijn mailtje: wat ik met mijn vrouw doe… - hij heeft geen gemeenschap met haar
als zij haar periode heeft. Hij probeert de traditionele wetten na te leven hieromtrent zoals in
Thora is geschreven, taharat hamisjpaga, zuiver gezinsleven, geslachtsgemeenschap en dat soort
dingen. Hij zegt dat hij dat naleeft maar lo lisjma. Dat is zoals mijn broeder ook doen. Zij
corrigeren hun jessod niet, want dat kan niet anders dan via Jesjoea. Jessod heeft ook vier stadia,
daar moet je aan werken. Jouw jessod zuiveren is een enorm werk. Hij begrijpt dat en wil graag
het leven proeven en niet al die komedie zoals het volk doet via de Thora. Dat is naar vlees en zo
kom je niet tot de redding. Ook het traditioneel naleven van de wetten hieromtrent zoals in de
Thora geschreven, taharat hamisjpaga, zuiver gezinsleven, helpt niet. Zonder het werken aan
jouw jessod kan je niet tot ware zuiverheid komen. Jessod heeft ook vier stadia en daar moet je
aan werken. Het is een enorm werk om jouw jessod te zuiveren. En hoe kan dat anders dan via
Jesjoea. Zonder Jesjoea is het alleen naar vlees en kom je niet tot de redding. Hoe kan je dat
doen? Zeer voorzichtig moet je hiermee omgaan, ook met je partner. Een zeer speciale instelling
moet je hebben. Stap voor stap leren en naleven wat Jesjoea heeft gezegd, en de Zohar, want alles
raakt deze plaats. Daar zit de toegang tot de hemel, want daar kan je or chozer op doen stijgen tot
het hoogste, tot het licht chochma. Alleen het schijnen van licht chochma kan alle kliepot
nivelleren, de kliepot wegbrengen. Het kan niet anders dan door het opstijgen van or chozer
vanuit de plaats van jessod. Op geen andere manier kan men deze geestelijke golflengte bereiken.
Jesjoea geeft ons dat zeer subliem aan. Alles is in één mens, en als neveneffect tussen mensen
onderling, met je partner. Maar de correctie is alleen binnen jezelf. Als je dat kan, dan kan je dat
ook automatisch met je partner. De ander weet niet wat in jouw hoofd, in jouw gevoel is, die kan
dat nooit te weten komen. In dit opzicht is zuiverheid bijzonder belangrijk. Begrijp goed dat er
geen kunstjes zijn. Je kan niet doen alsof. Zonder het echte werk aan jezelf, aan deze plaats, is het
onmogelijk om het eeuwige leven te leven. Als je hier het eeuwige leven niet leeft, waar krijg je
dan het eeuwige leven? Zoals het hier is, zo is het hierna.
In de traditionele leer kan men scheiden, dat is geen probleem omdat het voor het volk gemaakt
werd. Mosje wist wel dat ze de wetten van het koninkrijk der hemelen niet zouden aanvaarden.
Niet dat hij geploeterd had met deze wetten, maar hij zette ze zo uit dat ze bruikbaar zouden zijn
voor ‘the time being’, totdat het verbond naar geest zou komen. In de Thora staat dat een man a la
minute van zijn vrouw kan scheiden, dat de koffie niet lekker is of wat er ook in zijn hoofd
opkomt, hij kan altijd zoiets doen. Een orthodoxe man, traditionele man, die de Thora naleeft
naar de wet en maatregelen van bestuur… wat wordt hem toegestaan? Als hij ergens anders
naartoe gaat of als zijn vrouw ziek is, dan gaat hij ergens anders zijn behoefte vervullen. Is dat
oorspronkelijk zo geweest, komt de mens daardoor tot zijn redding? Waarom moet je dan trots
zijn dat je de wetten van Mosje naleeft. Geen van hen leeft de wetten van Mosje na, maar men
leert dat wel. En er staat geschreven dat niet de leer de hoofdzaak is, maar het doen. Alles wat we
leren van de wetten van het koninkrijk der hemelen van Jesjoea kan je jouw innerlijk verruimen
van één uiteinde tot ander uiteinde van de wereld. Dat wil niet zeggen dat een mens maar aan
mag knoeien met een ander om welke redenen dan ook. Dat het openlijk of heimelijk wordt
toegestaan binnen bepaalde religies is verschrikkelijk. Komt de mens daardoor tot zijn redding?
Eén voor één komen nu de wetten van het koninkrijk der hemelen. Stel je er voor open, leer ze en
pas ze toe. Jouw innerlijk zal dan verruimd worden van het ene uiteinde tot het andere uiteinde
van de wereld.
אַךְ־יְהִי ְד ַב ְרכֶם הֵן הֵן לֺא לֺא וְהַיּ וֹתֵר עַל ֵא ֶלּה מִן־ ָהרָע הוּא׃37
Laat jouw woorden zijn ja is ja en nee is nee en meer dan dat is van het kwade. In deze wet
zit een diepe betekenis voor ons dagelijks gebruik. Op jouw werk moet je natuurlijk wel dingen
zeggen, maar ook dan alleen het strict noodzakelijke zeggen. Let op wat je zegt. Je hoeft niet te
zwijgen, maar wees efficient, zeg alleen het strict noodzakelijke. Hij zegt dat je alleen het
kleinste element op je vork moet nemen. Dat je beslissingen kan nemen. Wat je zeggen wil,
probleem of zo, moet je tot het kleinste segment brengen en dan kan je een keuze maken: ja of
nee. Al het gepraat komt omdat men een te groot stuk neemt dat men niet kan behappen. Daarom
praat men eindeloos. Al die discussies zijn vruchtenloos. Men moet een probleem eerst reduceren
tot het kleinst mogelijke element en dan kan men ja of nee zeggen. En niets meer. Als het meer is
komt het van het kwaad, wordt het aangewakkerd door het kwaad. Een mens babbelt en babbelt
tot hij opeens helemaal plat licht, qua krachten. Hij heeft dan geen kracht meer. Let dus altijd op
dat wanneer je gaat praten… vaak is het een gevolg van een toestand dat je vermoeid bent. Net
als een kind gaat huilen en schreeuwen als hij moe is, zo gaat een mens praten. Kom tot rust en in
een toestand van rust kan je een eenduidige beslissing nemen: ja of nee. Niet meer dan ja of nee.
Je kan dan elk moment slagvaardig maken. Zo is de wereld gemaakt, dat de mens in elke situatie
een eenvoudige beslissing kan nemen: ja of nee. Het is altijd toestand van 50-50. Je moet dan ja
of nee zeggen en niet meer. Dan komt er een volgende toestand die ook 50-50 is. Die moet je dan
reduceren tot een toestand die je kan behappen en een groot probleem dat je niet kan behappen,
dan ook weer: ja of nee en dan ga je verder. Een groot probleem dus reduceren tot kleine stukjes
en begin van onderaan oplossingen te vinden en niet globaal iets doen, want dat zal niets
structureels, niets opbouwends opleveren.
Wat zegt hij ons? Jullie hebben gehoord de wetten die aan de eersten zijn gegeven, de wetten van
het eerste verbond, naar vlees. En ik zeg jullie het verbond naar geest en dat komt overeen met de
innerlijke wetten van het heelal. Alleen dat geeft redding. Wat is redding? Heelheid, het gevoel
van binnen dat je op dat moment heel wordt. Je verbindt jezelf met de klie van kether en je voelt
alle krachten binnen jezelf. Dat is redding.
ֲשׁר יַחְפֺּץ ָלרִיב ִע ְמּ ָך וְָל ַקחַת אֶת־ ֻכּ ָתּנְ ֶתּ ָך תֵּן־לוֹ גַּם אֶת־ ַה ְמּעִיל׃
ֶ וַא40
En hij die wenst met jou ruzie te maken en jouw hemd af te pakken, geef hem ook de
mantel. Wat betekent dat? Nogmaals: alles is in één mens. Wie is zal wensen ruzie met jou te
maken? Alleen de slechte neiging in de mens zal ruzie met jou willen maken en jouw hemd af
willen pakken. Waar doet men hemd aan? Aan de romp, je lichaam, het middenstuk. Die zou
jouw katnoet af willen pakken. Dat betekent dat je niet op hem moet reageren. Hij zegt ‘geef hem
ook de mantel’. Mantel komt nog lager, komt tot de benen, dat is de hele partsoef. Wees genadig
ook met jouw slechte neiging, want als je dat aan de slechte neiging niet geeft – niet aan de s’a –
laat hem werken aan het geven. M’iel betekent mantel, grote toestand. We hebben dat ook
geleerd bij Ja’akov en Esav. Ja’akov had een dochter Dina – dien, en Ja’akov die de goede
neiging is heeft als broer Esav, de slechte neiging. Ja’akov is van het heilige, van de boom des
levens. Ja’akov wilde niet aan Esav zijn dochter geven. Het staat in de Talmoed. Als Esav Dina
als vrouw zou nemen, dan zou Esav door haar die van het goede komt, beïnvloed worden en
goede wegen bewandelen. Maar Ja’akov deed het niet. Daarom werd zei verkracht door één van
de prinsen van het volk dat daar was. Niets verdwijnt in het geestelijke. Het is ook een teken van
wat wij hier leren. Je moet geven aan de slechte neiging. Dat betekent dat wij de Schepper
moeten dienen met beide neigingen, je met het licht verbinden met beide neigingen. In het
algemeen is de goede neiging is vanaf ons hoofd tot het midden en de slechte neiging is vanaf ons
midden tot beneden. Duidelijk? Beide moeten werken omwille van het geven, want beide zijn
keliem van de mens.
ָשׁב ָפּנָיו׃
ֵ הַשׁאֵל ֵמ ִא ְתּ ָך תֵּן־לוֹ וְ ַהבָּא ִל ְל וֹת ִמ ְמּ ָך אַל ־תּ42
En hij die vraagt jou geef hem en hij die komt om van jou te lenen wijs hem niet af letterlijk:
wijs zijn gezicht niet af.
Hij legt steeds een parallel tussen het oude dat aan de eersten werd gegeven - verbond naar vlees
en het verbond naar geest:
ְשׂנֵ ָאת אֶת־אֺיְֶבךָ׃
ָ ְשׁ ַמ ְעתֶּם כִּי נֶ ֱאמַר וְאָ ַה ְב ָתּ ְל ֵר ֲע ָך ו43
Jullie hebben gehoord wat in de Thora werd gezegd, dat er gezegd werd en gij zult uw je zal
jouw naaste liefhebben en je zal haten jouw vijand.
( וַ ֲאנִי אֺמֵר ָלכֶם ֶאהֱבוּ אֶת־אֺיְבֵיכֶם ) ָבּרֲכוּ אֶת־ ְמ ַק ְללֵי ֶכם הֵיטִיבוּ לְשׂנְאֵיכֶם44
וְ ִה ְת ַפּלֲלוּ ְבּעַד ) ַמ ְכאִיבֵיכֶם וְ( רֺ ְדפֵיכֶם׃
Maar ik zeg aan jullie heb je vijanden lief (zegent hen die jou vervloeken, doe goed aan hen
die jou haten) en bidt voor (hen die jou pijn doen) hen die jou vervolgen. Wat hij zegt is zeer
moeilijk. Men gaat het op de buitenwereld projecteren en dan wordt het een komedie. Altijd,
want het is onmogelijk om dat te doen zonder het eerst binnen jezelf tot stand te brengen. Het
streven in de mens moet geactiveerd worden. Denk niet dat je wat hij zegt naar buiten kan
projecteren, want dan wordt het een komedie. Het is de houding van binnen. Dat is de volwassen
houding in het geestelijke. Alleen van binnen. Wie zijn dan mijn vijanden? Dat is duidelijk. Het
zijn de krachten van mijn niet gecorrigeerde wensen die voor zichzelf willen ontvangen. Jesjoea
zegt dat je ze lief moet hebben. Waarom kan de mens dat niet doen? Waarom haat hij vijanden?
Omdat hij zichzelf haat, geen contact heeft met zijn eigen s’a, zijn eigen wensen. Hier is het niet
eens de s’a, maar de niet gecorrigeerde wensen.
Staat het niet haaks op elkaar, omdat we net hebben geleerd oog om oog, tand om tand? We
hebben net geleerd als je rechteroog of je rechterhand jou verleidt… dat is anders, dat is dat je
aangesproken wordt door de s’a. Let goed op. Niet gecorrigeerde wensen, de wensen om voor
zichzelf te ontvangen en de s’a zijn twee verschillende dingen. De s’a wil jou verleiden en daar
moet je zeer oplettend op zijn. Goed opletten dat je er niet de dupe van wordt. Je moet er over
waken. Maar hier spreekt hij over jouw vijanden. Wie is jij? Jij is de wens om te geven in de
mens. De mens die zoekt, werkt, om zijn wensen om te ontvangen voor zichzelf te transformeren
in het geven. Die wensen die in de mens zijn die dat niet kunnen, die zijn vijanden van de mens.
Hij zegt dat je ze moet liefhebben. Lief is chassadiem. je moet ze chassadiem geven. Je moet ze
laten werken omwille van het geven. Ook in onze wereld, van buiten, werkt het geweldig op die
manier. Vroeger in Rusland en ook hier was ik zovele keren in een toestand waarbij mensen aan
het vechten of bekvechten waren. Als je dan van binnen met de houding komt dan voelt diegene
die vecht dat jij niet tegen hem vecht en dan houdt hij op. Zijn vurigheid houdt op. Hij wil niet
met jou vechten als jij niet wil vechten. Dat is altijd zo. Kijk naar buiten: een mens gaat een
avondje stappen en als hij iemand wil plagen, dan zoekt hij iemand die resoneert, die op dezelfde
toeren is. Ze gaan naar voetballen en de supporters met anderen…, dan heeft het zin. Als de
tegenpartij niet vecht, dan heeft de ander geen zin om te vechten. Zo is het ook binnen de mens.
Maar die twee horen wel een beetje bij elkaar? De s’a, de aanklager, wijst jou wel op jouw
vijanden. Natuurlijk. Je moet vijand zien in het licht van wat jouw vriend is, wat niet gecorrigeerd
is. Het doet er niet toe of het van buiten is, want alles buiten mij is de Schepper. Niets van buiten
moet jou afbrengen van jouw werk. Dat leren we van Jesjoea. Wat hebben ze met hem gedaan?
Vernederd en van alles op allerlei manieren. Hij heeft zich niet verzet. Het is onbegrijpelijk hoe
dat zit, omdat je de heelheid, het koninkrijk der hemelen, alleen van binnen kan verkrijgen. Dat
heb ik nergens gezien. Ik ben de hele wereld doorgereisd. Ik wilde iemand vinden in mijn volk
dat heilig is. Ik wilde iemand vinden die dat geestelijke dat Jesjoea uitstraalt, de kracht in zich
heeft en ik heb die niet gevonden. Zij hebben een duidelijk beeld wie vriend en vijand is.
Amerikanen zijn vrienden van ons en die zijn vijanden. Zo moet je jezelf steeds meten. Na een
periode moet je even een rekensommetje maken: hoe zit het met mijn vijanden? Heb ik nu
minder vijanden? Als je voelt dat je minder vijanden hebt, dan ben je vooruit gegaan. Dat is een
teken. Voor jouw gevoel ben je dan vooruit gegaan.
Tussen haakjes staat er ‘zegen hen die jou vervloeken’. Zegening is altijd chassadiem. Zij die jou
vervloeken is altijd linkerkant. Zij die aan de linkerkant leunen en het licht chochma naar
beneden trekken. Het licht chochma naar beneden, naar de kliepot trekken, dat is vervloeking.
Wat moet je doen? Binnen jezelf heb je deze kracht die vervloekt is en vervloekt. De wens die
voor zichzelf wil ontvangen en chochma naar de kliepot aantrekt. Wat moet je doen? Die moet je
zegenen, die moet je chassadiem geven. Wat ontbreekt er bij de vervloeking? Chassadiem.
Chochma wordt oneigenlijk gebruikt, dus geef hem chassadiem dan wordt die omhuld. Met de
chassadiem kan het wel worden ontvangen en gaat het niet naar de kliepot. Zegening en
vervloeking. Vervloeking is het trekken van chochma naar jezelf toe.
Op de tv heb ik een film over piraterij gezien, over de grootste piraat aller tijden. Zij moesten een
zeker eiland veroveren. De goede piraten zeiden ‘nou, met hem vechten…’ Op het eiland hadden
ze de kracht van de s’a. Een vrouw werd meegenomen daar naartoe met een collier of zo. Voor
mij waren de krachten belangrijk. De wilde piraten op dat eiland hadden iets gestolen en werden
vervloekt. Hij vertelde tegen die mevrouw, wat de vervloeking was. Het was geweldig. Zij had
ook aan hen gezien dat alles wat zij eten, drinken, in zichzelf opnamen naar de knoppen gaat. Het
komt niet ten goede. Alles wat zij eten… hebben zij honger… Hoe meer zij willen hebben, er
komt geen einde aan. Dat is vervloeking. Dat is het verschil tussen Ja’akov en Esav, de goede en
de slechte neiging. Toen Ja’akov terugkeerde naar Esav zei hij ‘ik heb alles’ ik ben rond, ik ben
heel. En Esav zei ‘ik heb veel’, niet dat het genoeg is. Dat is het verschil tussen een gezegend
mens en een vervloekte. En in de film ging het verder en verder, steeds meer uitdagingen. Het is
nooit genoeg. Het is hebben, hebben en hebben, zonder zegening. Jesjoea zegt dat je de
vervloekte moet zegenen binnen de mens. Die ‘ik wil, ik wil, ik wil’ moet je chassadiem geven.
Rechts moet geven aan links.
Kijk welk advies hij ons geeft en waar eigenlijk de hele wereld geen gehoor aan geeft. Men
spreekt ‘ja, wij geloven in Jezus etc…’, maar wat hij nu zegt dat doet men niet. Let goed op, het
is niet alleen dat we naar iemand anders wijzen, maar naar onszelf. Wij moeten wel zijn advies
opvolgen. De hele bedoeling van onze studie is steeds te zoeken en te komen tot het eeuwige
leven. Het is elk mens gegeven. Steeds corrigeren, steeds op zoek gaan d.w.z. correcties,
bijstellingen doen en dan ontvangen. Je hoeft niet lang te zoeken, het is er in een mum van tijd
om dan weer te corrigeren en weer te komen tot het eeuwige ritme, het ritme van de eeuwigheid.
Dat is wat we leren in Jesjoea. Jesjoea verandert niet. Let op wat hij zegt:
ִשׁמְרוּ ָלכֶם ֵמעֲשׂ וֹת ִצ ְד ַק ְתכֶם ִל ְפנֵי ְבּנֵי אָדָם ְל ֵהרָא וֹת ָלהֶם כִּי אִם־כֵּן אֵין־ ָלכֶםָו ה
ַשׁ ָמיִם׃ ָ ָשׂכָר ֵמאֵת ֲאבִיכֶם ֶשׁבּ
Ziet toe om jullie daden van rechtvaardigheid niet te doen voor het gezicht van de mensen
om door hen opgemerkt te worden want indien het zo is dan heb je geen loon van jullie
Vader die in de hemelen is. Wat betekent ‘dan heb je geen loon’? Als je het doet voor de andere
mensen dan ziet de Schepper niet wat jij doet. Dat betekent dat jouw daad van rechtvaardigheid
geen geestelijke daad is. De geestelijke daad is alleen wanneer jij iets doet zonder dat je verwacht
dat anderen dat zullen opmerken. Daarom gaan zij allen naar kerken en synagogen, ze willen
opgemerkt worden. Natuurlijk dat je opgemerkt wordt. Alles zit daar met welk gezicht dan ook,
je bent daar altijd met de ander bezig terwijl de tijd is voor gebed. We zullen geweldig leren wat
gebed is volgens Jesjoea. Het is ook één van de belangrijkste waarschuwingen van Jesjoea om
niet zo om te gaan met de goede daden die je doet, want je ontvangt geen loon van je Vader in de
hemelen. Wat is loon? Geestelijke vooruitgang als gevolg van overeenkomst naar eigenschappen
met je Vader die in de hemelen is. Hij is gever, dan moet ik ook geven, maar als ik opgemerkt wil
worden dan wil ik ontvangen.
Daad van rechtvaardigheid kan ook liefdadigheid betekenen. Geven aan liefdadigheid kan het in
het bijzonder betekenen.
וְכִי ִת ְת ַפּלֵּל אַל ־ְתּהִי ַכּ ֲחנֵפִים הָאֺ ֲהבִים ְל ִה ְת ַפּלֵּל ְבּ ָע ְמדָם ְבּ ָבתֵּי ְכנֵסִיּ וֹת וּ ְבפִנּ וֹת5
ָשׂאוּ אֶת ְשׂ ָכרָם׃ ְ ַשׁוָקִים ְל ַמעַן יֵרָאוּ ִל ְבנֵי אָדָם אָמֵן אֺמֵר ֲאנִי ָלכֶם ֵהמָּה נ ְה
En wanneer jij zal bidden wees niet als schijnheiligen huichelaars die het liefhebben om te
bidden terwijl zij staan in de synagoge en op de hoeken van de marktpleinen om zich aan
mensen te vertonen, waarlijk zeg ik jullie zij dragen hun beloning. Wat betekent dat? Zij
hebben al hun beloning. Hun beloning is dat men naar hen kijkt, hen waardeert enz. Eén van de
toprabbijnen hier in Amsterdam heeft meerdere malen gezegd over het bezoeken van synagogen
dat een mens moet staan ten overzien van andere mensen en dan bidden. Dat is hun ideaal. Net
als 2000 jaar geleden is het nu. Het is niet veranderd. In de synagoge lopen ze met die
gebedsmantels en lopen ze nog naar buiten om dat te laten zien. Ze willen graag eer ontvangen en
zichzelf aan mensen vertonen, liever dan aan de Schepper. Hij heeft gelijk. Hij zegt dat ze hun
loon dragen. Dat is letterlijk zo. Zij ontvangen hun loon van net zo’n dode als zij zijn. Van een
mens die vandaag leeft en morgen niet. Dat ontvangen zij i.p.v. het eeuwige leven.
Kijk wat Jesjoea zegt. Niemand doet dat. De aanhangers van het Christendom doen alles behalve
wat Jesjoea zegt, laat staan de anderen, de huichelaars van zijn volk, het Joodse volk. Natuurlijk
weten zij niet anders en willen zij niet anders, maar wie wel in Jesjoea gelooft moet ook doen als
Jesjoea en niet alleen zeggen ‘ik geloof in Jesjoea’, en naar de kerk komen waar een plechtige
ceremonie is en zichzelf dan vertonen op welke manier dan ook. Kijk wat Jesjoea zegt en let goed
op. Hier zit de kern hoe de mens moet bidden, dat het zinvol wordt. Als een mens naar een kerk
gaat is het net als het eten van een koekje. Na de dienst is alles weer voorbij, is er weer honger.
Net zo min helpt het om naar een synagoge te gaan. Wat Jesjoea zegt dat helpt. D.w.z. dat de
Vader in de hemel jou hoort en niet andere mensen, andere zwarte dozen jou zien, toekijken hoe
jij dat doet. Bijzonder belangrijk is het om te mediteren over wat Jesjoea ons zegt in één klein
zinnetje:
ֲשׁר ַבּ ָסּתֶר
ֶ וְ אַתָּה כִּי ִת ְת ַפּלֵּל בּוֹא ְב ֶח ְד ְר ָך וּסְגֺר ְדּ ָל ְת ָך ַבּ ַע ְד ָך וְ ִה ְת ַפּלֵּל אֶל־אָבִי ָך א6
וְאָבִי ָך הָרֺאֶה ַבּ ִמּ ְס ָתּרִים הוּא יִגְ ְמ ֶלךָ׃
maar jij wanneer jij zal bidden ga naar jouw kamertje en doe dicht achter jou en bidt tot
jouw Vader die in het verborgene is Let goed op: de Vader kan je in geen kerk, geen synagoge,
geen tempel vinden. De Vader is altijd in het verborgene. Van het verborgene kan je het
verborgene zien en niet van iets dat zichtbaar is kan je de Vader te zien krijgen. en jouw Vader
die in het verborgene ziet dit tussen haakjes zou ik weglaten zal jou geven belonen. Tussen
haakjes zou ik weglaten want de Vader geeft ook niet in het openbaar. Daarom heeft die dat
tussen haakjes gezegd, voor iemand die toch een beetje geschäft met Hasjem zou willen doen. De
Vader zal ook geven in het verborgene van de mens.
Elk woord dat hij zegt is de weg naar het ervaren en het jezelf indiepen in het eeuwige leven. Dat
is het hoogste waar de mens naar kan verlangen.
ִשׁ ֵמעַ׃
ָ וּ ְב ִה ְת ַפּ ֶלּ ְלכֶם אַל ־ְתּ ַפ ְטפְּטוּ כַּגּוֹיִם הָאֺ ְמרִים ִבּ ְל ָבבָם בְּרֺב ְדּ ָברֵינוּ נ7
En wanneer jullie bidden doe niet als de volkeren, heidenen, leeg gepraat die zeggen in hun
hart door veelheid van onze woorden zullen wij verhoord worden. Zij denken dat hoe meer
woorden ze zeggen des te sneller ze zullen worden verhoord. Dus niet doen, niet teveel woorden.
ִשׁאֲלוּ ִממֶּנּוּ׃
ְ וְ אַתֶּם אַל ־ִתּדַּמּוּ ָלהֶם כִּי יוֹ ֵד ַע ֲאבִיכֶם כָּל־ ָצ ְר ְכּכֶם ְבּ ֶטרֶם תּ8
Maar jullie wees niet gelijk aan hen want jullie Vader weet al jullie noden voordat jullie
hem vragen. De Vader is het licht en de mens is klie. De Vader, het licht, is altijd volkmaakt, is
altijd hetzelfde in alle werelden. Het licht penetreert de hele schepping. Alle tekorten die er zijn
in elke klie bemerkt het. Moet je daarover schreeuwen? Nee, alleen de opwekking moet wel van
beneden komen.
וְאַל־ ְתּבִיאֵנוּ לִידֵי נִסָּיוֹן כִּי אִם ־ְתּ ַח ְלּצֵנוּ מִן־ ָהרָע כִּי ְל ָך ַה ַמּ ְמ ָלכָה וְ ַהגְּבוּרָה13
וְ ַה ִתּ ְפ ֶארֶת לְעוֹ ְלמֵי עוֹ ָלמִים אָמֵן ׃
En breng ons niet tot beproeving test maar bevrijdt ons van het kwade, nu geeft hij een hulde
tussendoor: want aan Jou is het koninkrijk en de kracht en de pracht voor altijd amen. Wat
betekent dat nu we de sfirot weten: aan jou is ‘het koninkrijk’ is malchoet, ‘en de kracht’ is
gwoera, is de linkerkant. Malchoet is niet de linkerkant maar put uit de linkerkant. ‘En de tieferet
voor altijd amen’.
Kijk nou naar de voorwaarden. Het is bijzonder belangrijk om zeer diep, innig te luisteren naar
wat Jesjoea zegt. Achter al die woorden zitten de krachten die terug te vinden zijn hoog op de
Boom des Levens.
ַשׁ ָמיִם׃
ָ כִּי אִם ־ִתּ ְמחֲלוּ ִל ְבנֵי־אָדָם עַל־חַטֺּאתָם יִ ְמחַל גַּם־ ָלכֶם ֲאבִיכֶם ֶשׁבּ14
Want indien jullie zullen de mensen vergeven hun zonden dan ook jullie Vader die in de
hemelen is zal jullie vergeven. Het is erg eenvoudig. Het is mieda k’neged mieda, eigenschap
tegen eigenschap. Het is als een echo: hoe de mens zichzelf opstelt, net zo stelt de Vader zich
direct op. Het is allemaal overeenkomst naar eigenschap. Als de mens de zonden van de ander
vergeeft, kiest hij voor het geven. Hij ontvangt dan direct het gevoel, de waarneming, van de
Schepper. Hij ontvangt direct in zijn klie de Schepper.
וְאִם לֺא ִת ְמחֲלוּ ִל ְבנֵי אָדָם גַּם־ ֲאבִיכֶם לֺא־יִ ְמחַל ְלחַטֺּ אתֵיכֶם׃15
En indien jullie de mensen niet zal vergeven, ook jullie Vader zal jullie zonden niet
vergeven. Eenvoudiger kan niet. Het is helder. Je hoeft niet te denken dat je naar die sfira of naar
die andere sfira moet gaan, of dit of dat moet. Je hoeft niets te doen. Je moet alleen maar leren en
toepassen. Van binnen steeds vergeven. Dat elk moment proberen te doen. Op jouw werk, buiten,
waar dan ook. Doe je dat niet, je weet dat er precies hetzelfde met jou wordt omgegaan.
Jesjoea geeft ons een heldere eenduidige instructie. Je hoeft er niet veel bij na te denken, maar
gewoon toepassen. Je hebt daarvoor natuurlijk een stukje geloof nodig. Geloof moet groeien. Je
moet het steeds toepassen, steeds toepassen, vallen en opstaan. Jezelf steeds corrigeren. Het is
allemaal praktisch.
Hij gaat weer hetzelfde onderwerp bespelen, dat je dingen alleen voor Hasjem moet doen en niet
voor gezichten van de mensen, niet om opgemerkt te worden.
ְשׁנִּים אֶת־ ְפּנֵיהֶם ְל ֵהרָא וֹת ָצמִים ִל ְבנֵי
ַ וְכִי תָצוּמוּ אַל ־ִתּהְיוּ זֺ ֲעפִים ַכּ ֲחנֵפִים ַהמ16
ֶת־שׂ ָכרָם׃
ְ ָשׂאוּ א ְ אָדָם אָמֵן אֺמֵר ֲאנִי ָלכֶם ֵהמָּה נ
En wanneer jullie zullen vasten dan wees niet somber als de schijnheiligen die veranderen
hun gezichten om te laten zien aan de mensen dat zij vasten, waarlijk zeg ik jullie zij dragen
hun loon. Zij ontvangen loon van de mens en niet van de Vader in de hemelen. Kijk naar het
woord תצומוtatsoemoe, jullie zullen vasten. De eerste letter taw geeft aan dat het toekomstige tijd
is. Vasten is צומtsom. Wat doen we op een vastendag? We eten niet, hebben geen sexuele
omgang... Vasten is tsimtsoem, beperking. Dat zie je terug in het woord tsom, vasten. Wat
betekent vasten dan? Aan het gewone volk, de massa, zegt men dat vasten is niet eten, niet
drinken, soms geen sexuele omgang… de vijf dingen op Jom Kippoer. Het komt van het woord
tsiem-tsoem. Niet dat het niet eten op zichzelf helpt. Vasten komt van het woord beperken. De
bedoeling is dat de mens zichzelf beperkt en niet per se dat hij niet eet. Hij moet tsimtsoem
maken. Dat zit verborgen in het woord tsoem. Maak tsimtsoem, ontvang niet.
Kijk nu wat voor advies hij geeft. Het moet niet zo zijn dat het feit dat jij beperkingen op jezelf
legt dat je dat opzettelijk aan jouw gezicht moet laten zien dat je op jezelf tsimtsoem hebt gelegd,
een bepaalde beperking:
ֲשׁר לֺא־ ֵת ָראֶה צָם ִל ְבנֵי אָדָם כִּי אִם־לְאָבִי ָך ַבּ ָסּתֶר וְאָבִי ָך הָרֺאֶה ַבּ ִמּ ְס ָתּרִים ֶ א18
הוּא יִגְ ְמ ֶלךָ׃
Zodat jij niet als vastende jezelf laat zien aan de mensen maar alleen aan jouw Vader in het
verborgene en jouw Vader die ziet in het verborgene hij zal jou belonen.
Hij zegt ons iets geweldigs: jouw Vader ziet in het verborgene. We moeten goed begrijpen, goed
pakken wat hij ons zegt. De Vader ziet het verborgene en niet wat zich toont aan de mens. Dat is
bijzonder belangrijk. Mediteer er over. De Vader ziet het verborgene en niet al dat gekwakkel, al
die vele gebeden die leeg gepraat zijn. Wat zij tot nu toe zeggen in hun synagogen is allemaal
waardeloos. Begrijpt u? Het is allemaal voor de mensen. En op Jom Kippoer staan zij of ze niet
eten, sommige eten ook inderdaad niet maar krijgen een kick dat anderen zien hoe blij zij zijn.
Sommige laten zich afvoeren naar huis. Ik heb het met eigen ogen gezien dat iemand flauwviel.
Ze kwamen meteen met een brancard – er waren al een paar broeders ingehuurd. Het is allemaal
komedie om te laten zien… En niemand let er op, zij blijven doorgaan met de dienst terwijl die
ander wordt afgevoerd. En dat is al na een paar uurtjes vasten. Ik heb het met eigen ogen gezien.
Het is allemaal komedie voor wat? Men bereikt er niets mee. Natuurlijk dat men dan later zou
zeggen ‘kijk wat een held is hij, met zijn slechte gezondheid is hij toch naar de synagoge
gekomen’. Het is alleen voor de duivel en niet voor de Schepper, want het is alleen voor
eerbetoon. Tot nu toe, 3000 jaar of zo, doen zij dat op precies dezelfde manier. Waarom? Omdat
zij de waarheid, de emet, niet willen. De emet kan je alleen bij Jesjoea hebben, want de emet is
alleen bij Jesjoea. Zonder emet is het alleen maar komedie. Daarom dat al die ellende die zij
duizenden jaren ondervinden, ook in deze wereld, door hun koppigheid komt. Zij doen het alleen
maar voor de schijn, voor de mens, en niet voor de Vader die alleen maar het verborgene ziet. Dat
moeten wij weten, in onszelf inkerven. Alleen in het verborgene onthult Hasjem zich aan de
mens. Vooruitgaan in het waarnemen van het eeuwige en leven in het eeuwige kan je alleen door
al je daden, al je strevingen te richten in het verborgene. Het gaat om de intentie, wat jij ermee
bedoelt.
Als hij over de aarde spreekt, spreekt hij over dingen die buiten het innerlijk van de mens is.
Spreekt hij over de hemelen van de mens, dan spreekt hij over het innerlijk van de mens. Jesjoea
wil teweegbrengen dat wij heel worden van binnen, niets anders dan dat. Niet een hemel ergens
in de toekomstige wereld. Dat is de verwachting die de s’a bij de mens opwekt: nu geloven en in
de toekomstige wereld krijg je dan een beloning. Dat is kinderlijk. Jesjoea wil ons er op attent
maken dat wij ons innerlijk heel moeten maken, ons vrij moeten maken van dingen die overbodig
zijn voor ons. Niet dat het verkeerd is om een spaarboekje te hebben en zo, maar je innerlijke
gehechtheid moet daar niet zijn. Innerlijk moet de mens vrij komen van al die verbindingen aan
alle dingen die overbodig en overtollig zijn. Die staan hem eigenlijk in de weg om het eeuwige
leven te leven. Het eeuwige leven is hier en nu. Duidelijk? Niet in de toekomst en niet in het
verleden, maar in het nu. In het nu bestaat het eeuwige leven. Dat kwam hij ons leren. Hasjem
leeft in het nu en Hij heeft zijn zoon gestuurd die ook in het nu leeft, want hij had niets vergaard,
hij leefde alleen in het nu. Niets bestaat er dat zo ingrijpend is als de kracht van Jesjoea. Door
niets kan je komen tot het ervaren van de eeuwigheid. Niets beloont de mens als het ervaren van
het eeuwige leven.
ַחשׁךְ׃
ֶ ֲשׁר ְבּ ִק ְר ְבּ ָך מָה־רַב ה
ֶ ְשׁ ְך הָאוֹר א
ַ ְשׁ ְך וְאִם יֶח
ָ וְאִם־עֵינְ ָך ָרעָה כָּל־גּוּ ְפ ָך יֶח23
En indien jouw oog kwaad is dan zal al jouw lichaam verduisterd worden en indien zal
verduisterd worden het licht dat in jou is hoe groot is dan de duisternis. Hij zegt: het oog. In vers
22 zegt hij dat de kaars van het lichaam het oog is. Wat schijnt is het oog en hij zegt niet het
licht. We hebben gezegd dat de mens een zwarte doos is. De zwarte doos schijnt alleen door
de kaars die in het lichaam is en dat is het oog. Alles komt van boven en komt eerst in het
oog, chochma, eigenlijk av’i en dat zijn de ogen. Hoe belangrijk dat die zuiver blijven.
Het is een samenhangend geheel dat hij ons aan voorschriften geeft. Het is in een bepaalde
volgorde die in toenemende mate de heelheid bij de mens oproept. Het heeft vele lagen.
ַשׁ ַמיִם וּרְאוּ הֵן לֺא יִזְרְעוּ וְלֺא יִ ְקצְרוּ וְלֺא יַאַסְפוּ ַל ֲא ָסמִים
ָ ַהבִּיטוּ אֶל־עוֹף ה26
ַשׁ ַמיִם ְמ ַכ ְלכֵּל אֺתָם הֲלֺא אַתֶּם נַ ֲע ֵל יתֶם ֲעלֵיהֶם מְאֺד׃
ָ וַ ֲאבִיכֶם ֶשׁבּ
Kijk nou naar de gevogelte in de hemel en ziet zij zaaien niet en zij oogsten niet en zij
verzamelen het niet in schuren en dat terwijl jullie Vader die in de hemelen is onderhoudt
hen jullie zijn toch veel verhevener dan hen. Het is goed om er over te mediteren. Als je in een
park zit of zo kijk dan hoe zij … overal hebben ze te eten en te drinken. Waarom moet de mens
dan zo bezorgd zijn over de gevolgen van financiele crisis en zo, want daarmee voedt de mens
alleen zijn s’a.
ַשּׂדֶה הַצֺּמְחוֹת׃
ָ ֶל־שׁוֹשׁנֵּי ה
ַ וְִללְבוּשׁ ָלמָּה ִתדְאָגה ִהתְבּוֹזָנוּ־נָא א28
En zich zorgen maken over kleding waarom daarover bezorgd zijn let op de lelieën van het
veld die groeien
ֻשׁ ַל ְך
ְ ֲשׁר הַיּוֹם צּ ֵמ ַח וּ ָמחָר י
ֶ ַשּׂדֶה א
ָ וְאִם־ ָכּכָה ַמ ְלבִּישׁ ָהאֱלֺהִים אֶת־ ֲחצִיר ה30
לְתוֹ ְך ַהתַּנּוּר אַף כִּי־ ֶא ְתכֶם ְק ַטנֵּי אֱמוּנָה׃
En indien zo bekleedt de Elokiem het gras van het veld dat vandaag groeit en morgen wordt
gegooid in een oven zou hij dat niet voor jullie doen kleingelovigen
Kijk wat hij ons garandeert als wij doen wat hij zegt:
אַ ְך ִדּרְשׂוּ ָברִאשׁוֹנָה אֶת־ ַמלְכ וּת אֱלֺהִים וְאֶת־ ִצ ְדקָתוֹ וְנוֹסַף ָלכֶם כָּל־ ֵאלֶּה׃33
maar eerst verzoek om het koninkrijk de malchoet van Elokiem G’d en zijn gerechtigheid en
al dat zal jullie toegevoegd worden. Al die dingen als eten, drinken en kleding zal jullie
toegevoegd worden, maar zoek de gerechtigheid en zoek de malchoet van Elokiem.
ְשׁ ְעתָּה׃
ַ ָלכֵן אַל ־ִתּ ְדאֲגוּ לְיוֹם ָמחָר כִּי יוֹם ָמחָר הוּא יִדְאַג לוֹ וְַדיָּהּ ַל ָצּרָה בּ34
Daarom wees niet bezorgd over de dag van morgen Jesjoea zegt niet morgen maar nu, want
alleen nu bestaat het leven. want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben en elk
moment heeft zijn eigen kwaad. Het is een uitdrukking die je kan vertalen als ‘elk moment
heeft zijn eigen kwaad’. Begrijp je? Je moet niet denken dat morgen… Morgen heeft zijn eigen
kwaad, wens om te ontvangen. De mens moet moeite doen ‘morgen zal ik het wel zien’, geen
zorgen maken over morgen.
Na alles gehoord te hebben wil ik jullie een strikvraag stellen. De vraag is: Er zijn mensen die
zeggen dat de sjoah, de vernietiging in de tweede wereldoorlog, er niet was en er zijn mensen die
zeggen dat de sjoah er wel was. Wat is de waarheid? Hoe kunnen jullie die Kabbala leren een
zinvol waar antwoord geven op deze kwestie? Niemand kan eruit komen. Je moet het zo zien dat
als er in de wereld een bepaalde stelling, een bepaalde mening is, dat dat niet toevallig is. ‘Dat is
onzin’ of ‘wie de sjoah ontkent zijn anti-semieten…’. Niet alleen Joden, ook zigeuners zijn
gesneuveld en in Rusland… 20 miljoen Russen zijn gesneuveld. De sjoah wordt zeer krachtig
toegepast op de 6 miljoen Joden die zijn gesneuveld. Hoe kan het door sommigen worden
ontkend, terwijl er alle documenten van zijn, concentratiekampen zijn overgebleven en allerlei
andere gevolgen daarvan zijn. Wat is een zinvol antwoord? Niet vanuit slachtoffer, maar vanuit
waarheid. Is de sjoah geweest of niet? Van welk perspectief kan je antwoord geven dat er twee
perspectieven mogelijk zijn? Boven het verstand is er geen sjoah. Als je boven het verstand gaat
is het perspectief van het licht. Het licht verandert niet. Voor de sjoah, tijdens de sjoah en na de
sjoah blijft het licht, de Vader precies hetzelfde. Vanaf het perspectief van de Schepper was er
geen sjoah. De Vader heeft het Joodse volk lief gehad voor de sjoah, tijdens de sjoah en na de
sjoah. Niet alleen het Joods volk, iedereen had hij lief, ook de nazi’s. Wat er hier door de keliem,
door de mensheid zelf gebeurde, dat zij zelf op welke manier dan ook dat hebben… Wij zeggen
niet goed of slecht. Het is niet onze bedoeling om daar een oordeel over te trekken. Hier beneden
kunnen we wel zeggen dat er beneden de sjoah was, maar van boven niet. Hier beneden kwamen
de volkeren in zekere contradictie met elkaar. Op welke manier… er zijn vele uitleggen, want er
zijn vele niveau’s van uitleg. Vanaf beneden, vanaf het perspectief van de keliem, van de mensen
was er wel een sjoah. Maar vanaf het perspectief van het hogere, de Schepper, de Vader, blijft het
licht op precies dezelfde manier schijnen voor de sjoah, tijdens de sjoah en na de sjoah. Boven
kent men geen sjoah. Van boven wil men alleen maar geven. Van beneden kan men allerlei
dingen tot stand brengen. Allerlei afwijkingen kunnen alleen van beneden komen, waardoor
zoiets als sjoah kan ontstaan. Duidelijk? Dan kan je ook met andere ogen kijken. De waarheid en
niet met zo’n verblinde selectieve gevoeligheid van dit of een ander moment.
Het is Sjavoeot, het wekenfeest, het feest van het ontvangen van Thora. Van Jesjoea ontvangen
we ook Thora, als verbond naar geest. Elk jaar Sjavoeot vieren de Joden het ontvangen van de
Thora naar vlees, nog steeds. We zien dat het parallel loopt: het ontvangen naar vlees… want
niets verdwijnt in het geestelijke… Let goed op wat ik probeer te zeggen. Joden vieren het
ontvangen van de Thora naar vlees oftewel het verbond naar vlees. Tegelijkertijd of bijna in
dezelfde tijd eigenlijk vieren de Christenen Pinksteren, dat eigenlijk het ontvangen van de Thora
is. Het komt op hetzelfde neer, maar dan naar geest. Wat vieren zij op Pinksteren? De heilige
geest kwam op hen rusten. Op die apostelen, sjaliechiem, zendelingen, kwam de heilige geest te
rusten; zij gingen vreemde taal spreken en allerlei andere dingen alsof ze dronken waren. Dat
kwam door deze dag want niets verdwijnt in het geestelijke. Waarschijnlijk viel het op dezelfde
dag, samen met het feest Sjavoeot. Het is wonderlijk, toch wel, dat die twee verbonden naast
elkaar blijven en dat het min of meer op hetzelfde tijdstip, ietsje eerder of later… ik bedoel dat
die tiekoeniem van het ontvangen van de Thora wel in de lucht zit. Het is wonderlijk dat beide
voortbestaan. Niets verdwijnt in het geestelijke. Het verbond naar vlees wordt niet opgeheven,
het blijft en er komt extra: het verbond naar geest. Niet dat het eerste wordt opgeheven, dat zou
Jesjoea ook zeggen. We hebben geleerd dat geen joed, geen jota, geen puntje van de Thora zou
worden opgeheven, teniet gedaan door zijn komst. Alleen Jesjoea kwam en volbracht de Thora.
Wat betekent het dat Jesjoea de Thora volbracht? Wat doen andere Joden dan, als alleen Jesjoea
de Thora heeft volbracht? Hoe kunnen wij dat rijmen? Waar hebben we de Thora voor nodig?
Ontspan, eet, doe zoals je thuis zit, het is feest vanavond. Luister, wees jezelf, onspan helemaal.
Daar gaat het om. Als je helemaal ontspant dan kan het binnenkomen. Gapen is goed, dat
betekent dat je ontvankelijk wordt voor dingen die je in het dagelijks leven onder controle
probeert te houden. Hoe moeten wij dat rijmen? Eerst kwam de Thora. Men moest de Thora
volbrengen, uitvoeren, de Thora leren en de voorschriften doen. Daarna kwam Jesjoea die heeft
de Thora volbracht en werd zelf als Thora. Hoe moeten we verder met de Thora? Moeten we de
weg van de praktische halachot opgaan? Halacha, enkelvoud van halachot, betekent in het
Jodendom de wetten. Hoe moeten we tegen de praktische halachot die in de Thora geschreven
staan, aankijken? In de Thora zelf bestaan wetten, die staan zwart op wit. Er bestaan ook wetten
die door de rabbijnen zijn aangemaakt en die zijn veel omvangrijker dan die in de Thora vermeld
staan. In de Thora hebben we 613 voorschriften. Je kan ze niet alle aantreffen in de Thora. Vele
zijn indirect, afgeleid door bepaalde geheime bewoording in de Thora, door dezelfde rabbijnen,
maar een mens moet die vervullen. Een Jood moet ze vervullen. Een niet-Jood moet de 7
geboden van Noachieden naleven oftewel de 10 geboden, de 10 woorden, die Mosje naar
beneden heeft gebracht van de berg Sinaj. Zoals op die loechot ha-briet, die twee stenen tafelen
staan vermeld. In de context voor Jesjoea kwam moest het wel vervuld worden, maar daarna met
de komst van Jesjoea… Jesjoea heeft de hele Thora vervuld. Hoe moeten wij daar naar kijken?
Heeft Mosje dat dan niet gedaan? Heeft Ari dat niet gedaan? Heeft Sjimon bar Jochaj niet de hele
Thora volbracht? Etc. Hoe moeten wij daar naar kijken? Wat betekent Thora zoals die op de berg
Sinaj ontvangen werd? Het is een belangrijke kwestie, want we waren nog niet klaar om dat echt
onder woorden te brengen. Nu leren we Briet Chadasja en komen vele dingen helderder uit de
hoek te kijken wat Thora is. Het zal ons duidelijk zijn waarom de Thora zich eerst manifesteerde
met verbond naar vlees en daarna met verbond naar geest. Vlees komt altijd eerst, want eerst een
lagere en dan een hogere.
Wat is de Thora? We hebben geleerd dat de Thora de remedie is, zoals staat geschreven dat
Hasjem zegt: Ik schiep de slechte neiging en de Thora als remedie daartegen. Hasjem zegt: Ik
schiep de slechte neiging in de mens, de wens om te ontvangen voor zichzelf. En ik schiep de
Thora als remedie tegen de wens om te ontvangen voor zichzelf, om die wens om te ontvangen
voor zichzelf om te vormen tot de wens om te geven. Dat is wat wij hebben geleerd. Okay, we
leren dat… Elk voorschrift heeft in zichzelf een borg. Binnen elk voorschrift zit licht dat ingebed
is in dat voorschrift. Als men dat voorschrift doet dan onthuld men het licht dat verborgen is in
het voorschrift. Door het doen van zo’n voorschrift laat men een stukje van zijn eigen wens van
ontvangen transformeren in de wens om te geven. De 613 voorschriften in de Thora zijn bestemd
om 613 wensen in de mens om te vormen in de wens om te geven. Elk voorschrift heeft ten doel
een bepaalde wens in de mens. Natuurlijk werkt die niet voor één bepaalde wens, maar ook in het
algemeen. In het bijzonder een bepaalde wens, maar in het algemeen werkt het ook voor alle
andere wensen, omwille van het werken om te geven.
Wat is de kern van de Thora? Hoe doet de Thora? We hebben gezegd dat als de mens een
voorschrift doet met handen en voeten, zonder intentie, want men zegt dat je niets mag toevoegen
of afdoen van de Thora, ma’ase, alleen met handen en voeten doen. In de Kabbala mag je
absoluut toevoegen, want qua intentie kan je altijd toevoegen. Hoe meer intentie, hoe beter. Qua
handeling mag men niet toevoegen. Aan wat in de Thora is geschreven mag men niet toevoegen
met handen en voeten.
Wat doet deze instructie binnen de mens? Keliem opbouwen. Wat zijn de keliem die de Thora
opbouwt? Als de Thora zoals Mosje die naar beneden gebracht had voldoende zou zijn om de
keliem van de mens die de wens om te ontvangen is te transformeren in de keliem om te geven,
waarvoor zou er dan een tweede verbond nodig zijn? We hebben geleerd wat in de Talmoed
staat: de Thora is gegeven als remedie tegen de slechte neiging. Dat zou op zichzelf dan
voldoende moeten zijn. Als de mens de Thora zoals Mosje naar beneden heeft gebracht volledig
vervuld zoals daar geschreven staat, dan moet de mens zich volledig transformeren in het geven.
Als de mens volledig zijn keliem tot het geven omvormt dan kan hij al het licht, redding,
ontvangen. Waarom was het dan nodig om na het verbond naar vlees oftewel de Thora zoals
Mosje heeft ontvangen, nog een verbond naar geest te brengen? Dat betekent dat de Thora niet
voldoende was. Jesjoea zegt ons dat je niet aan de Thora mag komen, alles wat in de Thora staat
is absoluut heilig en daar kan je nooit een joed, een kleinste puntje van afbrengen; wie dat doet
die wordt klein genoemd in het koninkrijk der hemelen. Dat heeft hij gezegd. Blijft steeds de
vraag open waarom we dan die twee nodig hebben. Wat doet de Thora en wat doet de Thora nog
niet? We kunnen niet zeggen ‘wat mankeert er aan de Thora’, want het is een volmaakt produkt
dat van boven kwam. Waarom was het nog niet voldoende, had alleen Jesjoea de Thora vervuld.
Let op. Het is een cruciale kwestie. Vele nachten heb ik niet kunnen slapen, heeft het mij van alle
kanten gebeit. Niet door te weten maar door het bevatten van diepe geestelijke dingen komt licht,
opluchting. Licht chochma is als balsem, als levenselixer. Het geeft zo’n voldoening, dat kan je
niet kopen. De antwoorden waar je zelf naar verlangt, waar je nergens antwoord krijgt… als je nu
en dan die antwoorden krijgt, dat is grandioos, dat brengt jou leven en niet een kick.
Wat is deze Thora? Men kan niet van één dag op een andere iets dat een absolute ontvanger is
maken tot een absolute gever. De Thora werd gegeven aan het volk dat door speciale
voorzienigheid in de ballingschap, de absolute slavernij, vernedering, laagheid waar zij gebracht
waren, Egypte. En daarna werden zij uit die toestand van nul, waar geen hoop was, opgewekt tot
leven. Natuurlijk is dat een zinnebeeld van wat zal komen na de bevrijding, de absolute
geestelijke bevrijding in de gmar tiekoen, maar ook na de komst van de Masjiach. Dat was het
uitkomen uit Egypte en aansluitend daarop ontvingen zij de Thora. Hoe kan je in zo’n korte tijd
van zo’n volk maken dat zij helemaal omwille van het geven zullen zijn? Zij waren al heel
dichtbij gekomen toen zij zondigden met het gouden kalf. Op zo’n korte termijn konden zij al die
veranderingen innerlijk al laten plaatsvinden. Waarom is het toch zo… We kunnen zeggen dat
door het zondigen er behoefte was aan een corrector zoals Jesjoea, die correctie zou teweeg
brengen. Eerst de profeten die op de zonde van dit volk hebben gehamerd… Dit volk moest en
moet wel als eerste het heilige binnen te komen. Zij zijn uitverkoren om als eerste binnen te
komen.
Wat is dan de kracht van Thora? Wat moet de Thora bij de mens teweegbrengen? Voordat de
Thora gegeven was, was de hele mensheid verzonken in zonde. Men vergat al de toestanden van
Adam voor de zonde. Het was zonde na zonde na zonde. Men was niet meer bewust van zonde.
Zonde was als een fluitje van een cent. Men wist niet meer dat het zonde was. Voor de
zondvloed? Voordat de Thora gegeven was. Voor de zondvloed was er één moment, daarna was
er een andere periode. Ik heb het over de tijd voor het ontvangen van Thora door Mosje. De hele
wereld was verzonken in zonde. Ook het Joodse volk dat in Egypte was; zij waren in de 49e, de
laagste graad van toema, onreinheid. Nog eentje en er zou geen terugkeer meer mogelijk zijn. Zo
laag waren zij. Dat was belangrijk, door die laagheid… als je die laagheid als gevolg van zonde
zuivert, wordt dat diepe keliem en als je die zuivert en opbouwt is het geweldig.
Wat doet dan de Thora? Elk voorschrift van de Thora doodt de mens, doodt de wens om te
ontvangen voor zichzelf. Hoe? Het staat geschreven: " אלא במי שממית עצמו עליה, "אין התורה מתקיימת,
de Thora blijft alleen standhouden bij degene die doodt zich erdoor. Die zich door de Thora laat
afsterven. We hebben dat vele keren in de nachtles geleerd. In deze uitspraak van de
Thorageleerden zit de kern van wat de Thora doet: de Thora maakt de mens bewust van zonde.
Bewust zijn van zonde betekent dat je al keliem opbouwt. De Thora zegt bijvoorbeeld dat je het
niet met je mama mag doen. De hele wereld deed dat wel. Zoals in de Griekse mythe heb je veel
van die dingen, het oidipous complex en andere. Daarna is het complex geworden, maar het is er
altijd geweest. Of met een zuster, incest… Let goed op wat ik zeg: tot nu toe vind je in de hele
wereld geen gezin met inbegrip met alle heilige en zogenaamde vrome gezinnen waar geen incest
plaatsvindt. Ik zeg niet per se naar handeling, maar naar gedachten, naar wensen. In het
geestelijke is dat precies hetzelfde. Bij een vader komt de gedachte op om met zijn dochter
gemeenschap te hebben. Het gevoel is zo sterk dat hij het zou willen doen. De één doet het en de
ander niet, die heeft al kracht in zichzelf opgebouwd om het niet te doen, dat is een sterke man.
Waarom komt het bij bijv. een man op om verboden sexuele handelingen te doen, verboden door
Thora? Omdat het gebruikelijk was voordat de Thora werd gegeven. Het werd niet als zonde
gezien. Met Adam begon het allemaal. Adam heeft dit gedaan en zij gingen steeds verder de
verkeerde kant op. Daarna, vanaf het geven van de wetten door de Thora was dat verboden. De
Joden werden geleerd en daarna werd het ook overgebracht naar de volkeren der wereld die de 7
Noachidische wetten hadden en daar mag het ook niet. Het behoort tot de hele mensheid. Aan de
Joden werden meer verboden gegeven. Ik zeg je dat er geen gezin op aarde bestaat, ook in onze
tijd, waar op een of andere manier geen incest bestaat. Of in het hoofd, of in het hart, of al in daad
en dat is het meest ingrijpende en is wat wij zien of horen. Het is peanuts wat wij horen wat er
aan incest plaatsvindt in elk gezin over de hele wereld. Het mag niet. Eerst mocht het natuurlijk
ook niet, maar nadat de Thora gegeven was, dit verbod afgedaald was, begon de mens het als
zonde te ervaren. Wat betekent dat het als zonde wordt beschouwd? In de Thora staat dat je het
bijv. Niet met je moeder of vader mag doen. De wens om dat te doen werd beperkt, tsimtsoem
werd opgelegd, een stukje van de mens ging dood. Het spontane leven, zoals de mens was, werd
aan banden gelegd. Zo legt elk voorschrift dat in de Thora staat een bepaalde kracht in de mens
aan banden. Zoals ze zeggen was het nodig voor dit volk Israël om de Thora met handen en
voeten na te leven, helemaal, zo streng als het in de Thora staat totdat het moment zou komen
wanneer de krachten zich zodanig zullen structureren dat het nodig zou zijn dat Jesjoea,
Masjiach, zou komen, bij zijn 1e komst, om de Thora volledig in vervulling te brengen. Voor
Jesjoea en behalve Jesjoea, geen mens kon, kan en zal kunnen de Thora vervullen. De Thora
zoals Mosje heeft gegeven, want in de Thora zelf zit verweven de toespelingen op die tweede
profeet die na Mosje zal komen. Mosje zei: na mij zal een profeet komen en jullie moeten naar
hem luisteren, want hij zal de Thora vervullen. Wij, zei Mosje met andere woorden, als parafrase,
wij kunnen de Thora alleen volbrengen op tweeledige wijze: links-rechts, kosjer-niet kosjer,
geoorloofd-niet geoorloofd, dus de Thora van BieJ’A. Dat is mij gegeven om aan jullie te geven.
De tweede set van Stenen Tafelen.
Maar niemand kon de Thora volbrengen in de zin dat het vloeiend zou zijn, dat al die 613
voorschriften tot 1 zouden worden teruggebracht, tot absolute eenheid met de ene Schepper,
behalve Jesjoea. Nog een keer: Dat betekent dat de Thora werd ontvangen om gedurende al die
periode totdat de correctie binnen de mens zou plaatsvinden door die 613 voorschriften. En
daarna kwamen de rabbijnen die 7 wetten hebben toegevoegd zoals handen wassen. Zij hebben
vele uitwerkingen, omheiningen aan de wet gemaakt. Die omheiningen zijn niet de wet van de
Thora, maar om de Thora te beschermen dat men de Thora niet schendt. Dat zijn de wetten van
praktische halacha.
Jesjoea zegt expliciet tegen de mensen die bij hem komen en hem om hulp, genezing,
redding vragen: ga naar de priesters, doe wat zij zeggen, die Farizeeërs en Sofriem,
boekgeleerden, maar weet dat zij dat zelf niet doen. Precies hetzelfde met rabbijnen. Zij
doen zelf niet wat zij aan het volk voorschrijven. Ten eerste weten zij wat de wetten van de
Thora zijn en wat hun wetten zijn, wat zij erbij hebben gedaan om de mens te beschermen.
Zij weten hoever ze kunnen gaan om binnen die omheiningen te komen. Zij weten dat wat
zij aan een gewone Jood verbieden niet een verbod van de Schepper is, maar een omheining
en nog een omheining. Zij weten dat en zelf kunnen zij dieper gaan naar de kern van waar
het voorschrift ligt. Zij weten dat zij op die manier geen schade zullen ondervinden en de
Thora niet zullen schenden. Jesjoea zegt ook: doe niet wat zij niet doen, want zij veroeren
zich niet met een vinger om dat zelf te doen. Op jou, een gewone mens, leggen ze alles op,
die moeten dat wel doen. Al die last leggen ze op een ander, want zij weten hoever ze
kunnen gaan. Van buiten doen zij dat allemaal netjes, maar zij weten dat het niet uit de
Thora komt. Een omheining is niet erg.
Wat de Thora bij de mens moest en moet teweegbrengen is het bewustzijn van de zonde. Voordat
een mens weet dat hij niet bij de mama mag heeft hij fantasieën. Elke jongen heeft fantasieën
over zijn mama. Zij is de eerste vrouw die hij tegen komt. Zij doet hem bijvoorbeeld onder de
douche. Een jongetje of meisje van 2, 3 jaar voelt al zijn sexualiteit, indirect, niet helemaal, maar
voelt wel zijn sexualiteit… Ik herinner mij als peuter dat ik een jaar of twee was. Ik voelde alles
al van sexualiteit. Bij iedereen is dat hetzelfde, maar niet iedereen is zich daar bewust van. Als
een kind 2 jaar is wast mama het. Hij bouwt allerlei fantasieën en kan er niet uitkomen. Een
meisje doet precies hetzelfde met haar vader. Hij is een prins of een koning voor haar, zo’n grote
kerel en zij zit op zijn knie en zij voelt alles en hij voelt alles… allerlei dingen die de mens niet in
staat is te controleren. Alleen cultuur, religie, sociale normen geeft hem een gevoel dat het niet
mag. Dat komt door de Thora. De volkeren der wereld hebben dat ook ontvangen. Dat is de
Thora zoals Mosje heeft ontvangen.
Geen mens voor Jesjoea kon de Thora volbrengen. Waarom? Omdat daar rechts en links is,
geoorloofd en niet geoorloofd, melk- en vleesprodukten, dat mag niet. Tweeledigheid is het
kenmerk van BieJ’A. Die de Thora naleeft kan al de werelden BieJ’A ervaren. Een beetje van
Assieja, een beetje Jetsiera en zelfs een beetje van Brieja. Dat is wat de mens kan doen door de
Thora. Ik bedoel alle facetten van de Thora: de Talmoed, Misjna en alles, met alles er op en er
aan. Men kan de tweeledigheid niet oplossen tenzij men alles naar boven brengt naar Atsieloet.
Daar kan men die eenheid brengen tussen rechts en links. We weten dat Mosje daat van z’a van
Atsieloet was, maar daat is geen kether. Kether kent geen tweeledigheid. In kether zit geen
tweeledigheid. We hebben dat ook geleerd van a’a van Atsieloet wat staat geschreven, dat Hij
zegt: ani Hawajah lo sjaniti, Ik ben Hawajah, Ik verander niet, of: Ik ben Hawajah, bij Mij is
geen ander. Dat is ook bij Jesjoea zo, er is geen ander. Dat betekent geen linkerkant of
rechterkant, maar alleen één. Daat betekent… n.a.v. een opmerking: A’a is onderste kether van de
wereld Atsieloet.
Daat van de z’a van de Atsieloet is Atsieloet en alles is chochma, maar daat heeft rechts en links.
Daat heeft twee delen, iets van chochma en iets van biena. Op die manier… Tieferet is Mosje,
daat van de z’a. Er staat geschreven: er was geen profeet in Israël zoals Mosje. In Israël was geen
profeet… z’a, 9 sfirot die overeenkomen met het volk Israël. Jesjoea behoorde niet aan Israël, die
kwam van boven, van biena naar z’a, als kether en die heeft het vervuld.
Wat hebben de Thorageleerden over het geestelijk niveau van Mosje gezegd? Dat Mosje… het is
geen kabbalistische uitleg, maar wij zien… het staat geschreven: hij was van zijn hoofd tot zijn
midden Elokiem en van zijn midden tot beneden was hij iesj, mens van hoog niveau. Hij was iesj,
grote man, onder zijn midden, maar geen Elokiem. Van zijn hoofd tot zijn midden, tot zijn parsa
was hij Elokiem. We hebben gezegd dat hij tegenover biena lag. In daat van de lagere traptrede
wordt ingebed jessod van de hogere traptrede. In hem schijnt de biena en dat is Elokiem. Het
betekent dat zij aan hem kon schijnen alleen tot zijn midden. Tot zijn midden had hij wel de
G’ddelijke kracht van Elokiem. Hij bracht de Thora naar beneden. Volbracht hij zelf de Thora?
Hij deed wat hij kon, maar hij volbracht de Thora alleen maar tot zijn midden. Zo getuige ons de
Thorageleerden. De kracht van Elokiem had hij niet onder zijn midden. Een zekere correctie was
er wel, maar niet dat het volledig vrij was van het aangrijpen van de kliepot. Daar zat wel iets…
hij had het niet volbracht in de zin van zichzelf a.h.w. volledig een te maken, een te worden met
de Thora, met de Schepper. De Thora is de Schepper, haKadosj baroeg Hoe. De Thora is
afgedaald van haKadosj baroeg Hoe, de biena, naar de z’a van atsieloet, dat is eigenlijk de Thora.
Zonder kether is er geen 10 sfirot, is er geen vervulling. Mosje heeft het niet helemaal volbracht.
Daarom heeft Mosje gezegd: na mij komt er een andere profeet, die is hoger dan mij, naar hem
moet je luisteren. Wie is er hoger dan de daat? Kether van de z’a en dan pas komen de absolute
10 sfirot van z’a. Dat betekent dan komt de volledige Thora. Volledig is 10 sfirot. 10 algemene
sfirot van de z’a van atsieloet en dat heeft Jesjoea volbracht. Sjimon bar Jochaj, de hoogste, wie
kan als hem zijn? Hij was tieferet van z’a. Ook tieferet heeft beide kanten. Chessed aan de
rechterkant en van gwoera aan de linkerkant. Ook hij kon de Thora niet volledig volbrengen. Ook
die twee eenheid zitten, zonder kether. Zo ook Ari. Wie kan spreken over het niveau van die
krachtige zielen? Maar niemand kon de Thora volbrengen. Er was wel altijd iets van zondebesef
van onder de chaze waar nog tiekoen nodig was. Natuurlijk, ook een aantal anderen kwamen in
de geschiedenis van de mensheid tot hun gmar tiekoen, hun eigen gmar tiekoen. Elk ding bestaat
uit het algemene en het bijzonder. Mosje in het algemene aspect was voor de helft Elokiem, voor
de helft heeft hij de Thora volledig volbracht, maar onder de chaze niet. In het bijzondere aspect
heeft hij alles volbracht, heeft hij volledige tiekoen gemaakt aan zichzelf. Zijn eigen 10 sfirot
heeft hij absoluut uitgewerkt. Zijn ziel… in het bijzondere werk. Daarom heet het ook zijn eigen
gmar tiekoen dat hij heeft bereikt. Baal haSoelam, Jehoeda Ashlag heeft ook zijn eigen gmar
tiekoen bereikt. Hij was volledig volmaakt, maar in het bijzondere, t.a.v. zijn eigen ziel was hij
klaar. T.o.v. het algemene aspect heeft niemand anders de Thora volbracht dan de ziel die van de
biena zelf afdaalde naar de z’a. We hebben geleerd van uitzonderlijke zielen die hun wortel
hadden in de 7 onderste van de atiek van de wereld Atsieloet, zoals Ben’jahoe ben Jehojada en
Rav ha-Menoena Saba. Er zijn een aantal die hun wortel in de 7 onderste sfirot van de atiek van
de Atsieloet hadden. Dat is bijzonder volk, maar niet zoals Jesjoea. De wortel van Jesjoea was in
de ga’r van de atiek van de Atsieloet. Alle overige zielen liggen in de verborgen malchoet die in
de atiek van Atsieloet ligt. Is de ziel onder die malchoet dan is men onderhevig aan die gravitatie
wetten, aan de schepping etc. etc. Terwijl de ziel van Jesjoea boven die verborgen malchoet was.
De algemene malchoet de malchoet die verborgen ligt en lag onder de biena van de atiek van de
wereld Atsieloet. We zien dan, begrijpen dan, de noodzaak van het tweede verbond naar geest.
Voor Jesjoea was het onmogelijk. Natuurlijk waren er grote zielen die het geestelijke ook
ervoeren, maar het koninkrijk der hemelen konden zij niet binnenkomen. Je kan niet zeggen dat
Mosje dat niet was, hij lag tegenover de kether, maar met de kennis van de Thora zelf… De
Thora kan alleen de keliem van de mens doorboren en hem doden. Kijk nou bijv. naar orthodoxe
mannen, het is geweldig om te zien die geweldige kracht in hen, er zit enorme diepte. Die diepte
komt door het leren van de Thora en die doodt de mens om te ontvangen, als men dat goed doet,
leert met overgave. Je ziet dan een geweldige kracht, want het ervaren van de zonde… verboden
‘doe dit niet, doe dat niet’… en ook geboden, wat men wel mag en moet doen, legt een last want
men begrijpt niet waarom men het moet doen. Je moet het doen. Op Pesach moet je matses eten.
Wat is er lekker aan? Ik heb het van kindsaf aan… Mijn ouders hebben dat gevierd. Ik herinner
de sfeer. Mijn vader maakte allemaal grapjes en goochelde, al die prettige dingen, dan heb ik
matse wel lief… dan heb je wel die associaties. Maar als een mens dat niet heeft, wat heeft hij
aan die matse. Er zijn ook geboden, dat de Thora zegt ‘ndoe dit en doe dat’. Wat is daar voor
leuks aan? Ook dat is een last voor een mens en niet alleen de verboden. Thora doodt bij de mens
zijn wilde ongetemde mens, zijn natuurmens, want de natuurmens is alleen maar de wens om te
ontvangen. Spontaniteit… al die krachten werken bij de mens die natuurmens is. Hij heeft geen
beperkingen. Wat hij wil dat doet hij. Stap voor stap doodt de Thora dat in de mens. Het moet
eerst dood brengen bij Joden en door de Joden werd het ook bij andere volkeren geïntroduceerd.
Kijk wat Jesjoea deed. Wie heeft de Thora gebracht aan de wereld? Joden, Jesjoea. Joden blijven
hangen aan hun Jodendom. Alleen in hun getto’s, alleen bezig met zichzelf, leren zij de Thora, de
G’ddelijke wetten die aan de hele mensheid zijn gegeven. Er waren Christenen en anderen
waarvan zij zeggen: ‘Laten die zich bezighouden met wat zij doen. Het interesseert ons niet’.
Hoeveel Christenen zijn er in de wereld? Een paar miljard waarschijnlijk. Ik weet het niet. En
zoveel Chinezen en Indiërs en… Van de 9 miljard, misschien 5 miljard Chinezen en Japanners,
dan hebben we misschien 1 miljard of meer Christenen. Wie heeft de Thora en al die verboden en
geboden aan de wereld gebracht? Joden hebben dat gebracht. Door wie? Door Jesjoea. De Thora
ging door Jesjoea in de niet Joodse wereld leven. Jesjoea is de grootste verspreider van de Thora
in de wereld. Mosje heeft het alleen aan het volk gegeven, aan een paar miljoen mensen en zij
gaven het aan iemand anders. Jesjoea heeft het aan miljarden mensen gebracht. We zullen met
absolute zekerheid zien dat uiteindelijk ook de rest van de mensheid Jesjoea zal aanvaarden. Er is
geen andere Masjiach. Ook Chinezen zullen dat zien. Stapsgewijs zullen ze… ze zullen hun
traditie houden net als Japanners, die zullen met hun hoofden blijven knikken, maar stap voor
stap, meer en meer zullen zij Jesjoea aanvaarden. Ze hoeven niet naar het Christendom over te
gaan, in de lucht zelf zit de reddende kracht van Jesjoea.
Nog een keer: de vervulling van de Thora… zoals men zegt de praktische halachot, de praktische
wetten, brengen geen redding aan de mens. Al dat vervullen met handen en voeten… moet men
dat wel of niet doen? Je moet het zo zien: Jesjoea zegt: je moet het ene doen en het andere niet
laten. Je moet het geestelijke doen en wat je kan moet je ook met handen en voeten doen. Ik zeg
niet dat je het niet hoeft te doen. Het is belangrijk om de praktische voorschriften niet overdreven
te doen. De wetten van de rabbijnen daar is niets verkeerd aan, maar die zijn in de regel
hoofdzakelijk omheiningen rondom de wetten van de Thora. Als je die omheiningen in het kader
van die omheiningen doet, dan is dat goed, het beschermt jou, maar het zit binnen het kader.
Daarmee verliest men ook de tijd. Men verliest de tijd omdat men door dat praktisch, fysiek,
mechanisch te doen, het geestelijke ontloopt. Het belangrijkste is het werk van het hart, dat is wat
Hasjem ziet. Met handen en voeten dat ziet de Schepper niet, het is een soort voorbereidingsfase
van de mens. Als de mens iets met handen en voeten doet… Als hij begint te doen… kinderen
mag je natuurlijk dingen met handen en voeten laten doen, maar daarbij het geestelijke geven. De
kern is niet wat je met handen en voeten doet. Dan kan het geen kwaad om die praktische
halachot te doen. Als de mens denkt dat Sjabbat heilig is op zichzelf en niet de mens die daar in
zit, maar iets van buiten… Men zegt dat het sjabbat is, een kalenderdatum en dat je dat dan moet
doen enz… Wat doet men dan? Men concentreert zichzelf dan op een bijzaak i.p.v. op de kern.
Dat is jammer. Vanaf de komst van Jesjoea kwam i.p.v. de praktische halachot, de wetten die de
mens moest doen met handen en voeten, de Heilige Geest. Elk mens die waarlijk is verbonden
met Jesjoea ontvangt van boven de Heilige Geest, ook t.a.v. allerlei handelingen die hij doet.
Daarmee stijgt hij veel meer op en is zijn kwaliteit van dienst aan Hasjem onmetelijk groter dan
met handen en voeten zoals het Joodse volk blijft doen – natuurlijk een klein gedeelte van dat
volk, een ander deel ervan zit nog helemaal in duisternis. Wie Jesjoea aanvaart vanaf zijn komst,
en zijn verrijzenis in de hemel…Waarom is dat zo? Jesjoea bracht het naar beneden en na zijn
kruiziging is hij opgestegen, zoals hij had gezegd. Na drie dagen is hij opgestegen in de plaats
waar hij naar terugkeerde, naar zijn Vader. En van daaruit - niets verdwijnt in het geestelijke,
daalt zijn Heilige Geest af naar wie zich met Jesjoea verbindt. Daarom zijn zij vrij van het doen
van onnodige handelingen met handen en voeten zoals dat volk blijft doen in hun blindheid. Ik
zeg niet hoe ík dat doe, maar ik doe erg weinig. Ik heb daar geen behoefte aan. Ik zeg niet dat jij
dat moet doen of niet doen. Ik heb alles meegemaakt. Tot in de puntjes had ik de Thora proberen
te vervullen, maar nu stap voor stap volg ik Jesjoea en zijn volbrengen van de Thora projecteer ik
op mijzelf. Niet dat ik… geen mens kan de Thora vervullen, maar omdat hij de Thora had
vervuld kunnen wij wanneer we Briet Chadasja leren, het verbond naar geest dat hem gegeven
was als vervuller van de Thora zelf, de Thora naar vlees… Hij vervulde de hele Thora naar vlees.
Daarom zegt men ook… het staat ook in de psalm dat hij alle zonden van de wereld op zichzelf
heeft genomen. Alle zonden van de wereld betekent dat hij alle wensen in zichzelf heeft
doordrongen, doordrenkt door het licht, door de Heilige Geest. Dat betekent bewust zijn van alle
zonden terwijl hij niet gezondigd had. Wat is dan het tweede verbond? Dat is Briet Chadasja dat
wij leren. Het is niet iets anders, niet i.p.v. de Thora, maar het is een verheven ware manier van
het vervullen van de Thora, een volwassen manier van het vervullen van de Thora.
Wat doe jij als je een bepaalde trek, een bepaald verbod dat in Thora staat overwint? Wat is de
bedoeling daarvan? Overwinnen betekent dat je plaats maakt voor het licht binnen jouw keliem.
Duidelijk? Daarvoor had je dan de wens om iets te doen, bijv. een verboden sexuele handeling.
Het betekent niet dat je na het leren van Kabbala en werken aan jezelf zo clever bent dat je die
wens niet meer hebt. Je hebt alles, niets verdwijnt in het geestelijke. Al die wensen bestaan en elk
mens heeft precies dezelfde set wensen. Wat jij voelt heeft een ander ook en misschien nog
sterker. Geen mens heeft iets anders. Alle wensen die in de wereld zijn heb jij ook, alleen zijn
deze bij de een meer ontwikkeld en een ander schonk misschien meer aandacht aan deze wensen,
is het al een beetje gecorrigeerd misschien door een vorige incarnatie. Iemand die nog onderhevig
is aan incest die kan nog incest doen, maar jij niet meer. Gedachten kunnen komen. Wie heeft ’s
nachts niet zulk soort gedachten? Je kan een grote Thorageleerde of Kabbalist zijn en een jaar of
70 of 80 zijn en ’s nachts, je hoofd staat er niet naar, je bent slaperig, kan je allerlei dromen
krijgen, nog van je kindertijd dat je gefantaseerd had over je moeder of van iets dat later was. Het
belangrijke is dat jij dat bewust overwonnen hebt.
Wat betekent overwinnen? Niet dat je die wensen onderdrukt, maar dat je bewust raakt van het
feit dat jij het wel wilt, dat je wel met je mama of zo wilde. Niet dat je zegt dat je zo volwassen
bent, zo geleerd bent dat je dat overwonnen hebt, dat je dat niet meer wilt. Je zegt ik ben een
zanger en een killer, ik heb alles in mijzelf en ik weet dat ik al die wensen in mijzelf heb, maar ik
overwin die. Duidelijk? De wens om te ontvangen voor zichzelf… alle 49 niveau’s van het
onreine moet ik ook in mijzelf dragen. Dragen en niet vluchten of wanen dat jij dat niet hebt en
heilig wordt. Dragen…
Jesjoea was de enige ware heilige die er was. Al die heiligen die benoemd worden hebben iets
heiligs gedaan, of iets gedaan dat zij gestorven waren voor… iets gedaan wat heilig was. Maar de
ware heilige die alle zonden heeft gedragen is alleen Jesjoea. Daarom dat als je aan hem kleeft,
precies hetzelfde wat hij zegt en zijn leven… Kleven aan iemand of iets is overeenkomst naar
eigenschappen. Het aanhechtingspunt met de ander, in die mate ben je gelijk. Via dat
aanrakingspunt kan je alles van hem ontvangen. Dat is ook in al die gevallen die we leren in Briet
Chadasja dat iemand wel wist dat alleen door het aanraken van Jesjoea het aan de mens zou
gebeuren, de mens redding zou ontvangen, behouden worden. Alleen door zijn mantel aan te
raken zou de mens genezing ontvangen, behouden worden. Van binnen moet men de
overeenkomst naar eigenschappen tot stand brengen, niets anders. In de mate waarin je
overeenkomst met Jesjoea bereikt ontvang je alles van hem. Er bestaat geen andere manier. Je
kan alles ontvangen. Dat betekent dat jij ook net zo doordrongen wordt door alle zonden van de
wereld. En niet zo’n schijnheilige die denkt dat die heilig is. Heilig is dat jij de duivel draagt, de
wens om te ontvangen draagt, zwaar wordt. Kijk toen Jesjoea voor zijn overlevering ging, toen
een paar van zijn discipelen de spanning niet aan konden, in slaap vielen, ging hij een stukje
verderop om te bidden. Hij werd zwaar. Dat betekent dat je jouw laagste keliem ervaart. Hoe
lager je in jouw gebed komt des te hoger jij je or chozer kan schieten. Wanneer ik zie dat een
mens met overgave bidt dat hij zo licht, verheven wordt van buiten, zo van aaahhh…, dat is niets.
Jesjoea zegt ‘ga thuis alleen zitten, apart in je kamertje, dan kan je gebed doen en niet van
buiten’. Je moet de diepste diepte bereiken, zwaar worden in gebed. Hoe zwaarder, hoe hoger je
schiet en hoe dichter je bij de kracht van Jesjoea komt om van hem te ontvangen.
ִשׁפֵטוּ׃
ָ ֲשׁר לֺא תּ
ֶ ִשׁפֺטוּ ְל ַמעַן א
ְ אַל־תּ ז
Oordeel niet opdat jij niet geoordeeld zal worden. Je ziet dat alle mitswot van Jesjoea
geestelijk zijn. Geen één is materieel. Allemaal zijn ze praktisch. Het is eigenlijk een
quintessence van de Thora die hij geeft. Als je de geboden doet die hij hier geeft, dan heb je niets
meer nodig. Hier zitten alle wetten van de Thora in sublieme vorm al inbegrepen. Het is niet de
Thora óf Briet Chadasja. Briet Chadasja is niet aanvullend, het is een hoger niveau van het
vervullen van de Thora, op het niveau van het geestelijke. Dat is iets dat in het bijzonder voor
Joden moeilijk is, de steen des aanstoots is. Hoe kan je geestelijke voorschriften vervullen? Het is
als zweven, omdat men geen geloof heeft en men niet begrijpt wat Jesjoea zei. Men klampt zich
aan de Thora en ziet niet de kern waarvoor de Thora is gegeven. De hele bedoeling van de Thora
is om de mens leeg te maken opdat daarna de andere profeet zou komen, zoals Mosje zei ‘na mij
zal een andere profeet komen’. Mosje zei tegen het volk ‘Ik geef jou de Thora om jou daarmee
leeg te maken, te doden; jouw wens om te ontvangen voor jezelf, om bewust te zijn van de zonde.
Na mij zal de andere profeet komen en hij zal de vulling geven in jouw lege keliem die je door de
Thora leegmaakt’. Is het duidelijk, de kracht van de Thora en de kracht van Jesjoea? Het is één en
niet iets anders. Het is de vervulling. Wat is de vervulling? Het maken van keliem, het maken van
de lege plaats, of het komen van het licht? Natuurlijk het komen van het licht. Wat is de
vervulling? Wanneer men het paleis schoon en perfect maakt of wanneer de koning binnenkomt?
Natuurlijk wanneer de koning binnenkomt. De lichten gaan dan branden en iedereen komt daar
luisteren. Het licht brandt, het gaat leven bij de komst van de koning. Precies hetzelfde is het in
de Thora en de vervulling van de Thora met Jesjoea. Jesjoea kwam deze lege keliem vullen. Geen
mens die alleen de Thora leert en Jesjoea niet aanvaardt… die krijgt wel lege keliem, maar nog
niet helemaal schoon want zij doen toch zo dat de slechte neiging alleen wordt platgeduwd maar
niet wordt getransformeerd in het geven. Door de Thora wordt men alleen bewust van zijn
zonden, men weet dan dat men in zijn eigen vuilnis leeft. Het staat ook geschreven in de Thora
dat Hasjem zei ‘Ik kom te wonen temidden van jullie vuilnis’. Dat betekent ‘for the time being’
voordat Ik mijn zoon stuur die vulling zal brengen aan die keliem en dat is de beloning. De
vervulling van de Thora is het komen van het licht binnen die keliem. Dat is wat wij hier leren in
Briet Chadasja.
Is de verbondenheid met de Thora en wat wij hier leren duidelijk? Probeer het te aanvaarden dan
heb je alles, heb je niets meer nodig. Je ontvangt dan alle schatten van de wereld. Absoluut niets
wordt dan onmogelijk voor jou. Ik bedoel en meen dat niet theoretisch maar aan de hand van hoe
het is en aan de hand van mijn praktische toepassing, wat ik doe, wat ik voel, wat ik bereik in
mijn persoonlijke vervulling.
‘Oordeel niet opdat je niet geoordeeld zal worden’ moet je in groot verband zien. Niet alleen
oordelen met de mond, maar ook met het hart… we hebben het er veel over gehad. Alles heb je in
jezelf. Je moet niet oordelen over wat buiten jouw keliem is. Ik kan niet oordelen over wat buiten
mijn keliem is, want buiten mijn keliem kan ik niet binnenkomen en proeven. Ik kan niet weten
wat er in andermans keliem is. Ik kan ook niet over een tafel die naast mij staat oordelen, want
alles wat buiten mijzelf is ben ik niet, is buiten mijn waarneming. Ik kan mij wel relateren aan
wat buiten mij is, maar nooit kan ik ‘an sich’ te weten komen wat zich buiten mij voordoet, niet
bij dingen noch bij mensen. Als je oordeelt doe je belachelijke, onbruikbare dingen zegt Jesjoea.
Je hebt er niets aan, want alles is binnen jezelf. Binnen jezelf is het koninkrijk der hemelen. Niet
met je vingertje naar boven wijzen. Niet denken na mijn dood in het hiernamaals. In de mens zelf
zit het koninkrijk der hemelen d.w.z. de verbondenheid, de kether, dat is de plaats waar je jezelf
verbindt met het koninkrijk der hemelen. Hou je alleen met jouw keliem bezig en met niets
anders. Dat betekent ‘oordeel niet opdat je niet geoordeeld zal worden’.
Dus als je oordeelt wie zal jou oordelen? Niemand zal jou oordelen. Als je oordeelt ga je buiten
jouw keliem om. De mens wordt niet geoordeeld, blijft heel zolang hij binnen zijn keliem is. Je
kan alles doen, werk doen, maatschappelijk bezig zijn, maar van binnen moet je jouw hart niet
prijsgeven, niet verpachten aan iemand of iets. Duidelijk? Goed opletten, ook niet aan je man, je
vrouw, je kinderen etc. Je mag je vrouw, kinderen etc. wel liefhebben, maar het is een
betrekkelijk iets. Je houdt van hen, het is een deel van jou, daarom hecht je je aan die ander, aan
je kinderen, kleinkinderen etc. Maar ook dat kan een obstakel voor een mens vormen. Hoezo een
deel van jou? Het voelt als een deel van jou. Jouw vrouw, jouw kinderen, het voelt een beetje als
deel van jou terwijl het buiten jou is. Een kind is niet dat stukje vlees dat buiten jou is, natuurlijk
zitten daar wel jouw genen in, maar dat wil niet zeggen dat het iets van jou is, want de mens is
van binnen. Jouw kind, kleinkind, vrouw, man heeft van binnen zijn eigen ziel, zijn eigen 4 ama
en daar moet je respect voor hebben. Daar moet je niet binnentreden, dat is verboden, dan wordt
je geoordeeld. Als een mens zijn hart begint te hechten aan zijn kind, zijn vrouw, een bepaalde
cultuur, muziekinstrument of wat dan ook buiten zichzelf, dan leent die zich voor een oordeel.
Oordeel betekent dat je een stukje van jezelf a.h.w. naar buiten gooit, weggooit en zo is een mens
niet gemaakt. Een deel van jouw krachten ga je naar buiten projecteren. Dat betekent dat jij je
met iets anders verbindt i.p.v. je binnen jezelf zo te structureren dat zij een eenheid vormen. Een
mens is een kleine wereld op zichzelf. Als je een stukje van jezelf, van je innerlijk met iets of
iemand anders verbindt betekent dat dat jij jouw kleine wereldje kapot maakt. Als je dat zelfs
voor een joed, of een jota zoals het in het Nieuwe Testament staat geschreven, een klein puntje
van jouw hart, jouw krachten verbindt met een ander of met iets van buiten… Je mag alles doen,
je mag affiniteit met dingen hebben, maar je moet je hart, je innerlijk aan niets en niemand
verpachten. Als je je van binnen ook maar met iets anders verbindt, op dat moment ga je een
stukje uit je hart weggeven, van je innerlijke wereld weggeven. Een mens is een kleine wereld op
zichzelf. Dat betekent dan dat jij de wereld hebt vernietigd. De eenheid binnen jezelf heb je
vernietigd. Zo klein, zo hoog. De verbondenheid tussen het algemene en het bijzondere. Je hebt
dan een element van de schepping vernietigd en daarom komt een oordeel. Waarom? In het
algemene bestaat die absolute eenheid. Daarom dat als een element van het geheel zichzelf met
een ander verbindt, zijn hart verpacht, een stukje verbindt met een ander waar het Christelijk
geloof zoveel waarde aan geeft, maar wat ik jullie vertel vanuit Jesjoea zelf… Aan de ene kant
hebben ze van Jesjoea, maar aan de andere kant begrijpen ze zijn woorden niet en maken ze er
een moraal van tussen mensen onderling. Terwijl dat alleen maar het gevolg van de eenheid, van
de liefde is die in de mens gevormd wordt door het aanvaarden van Jesjoea en de wetten van het
koninkrijk der hemelen. Dan pas en niet eerder. Het wordt niets als een mens zegt dat hij in
Jesjoea gelooft en dat gaat projecteren op de ander, probeert de ander lief te hebben op zijn
bekrompen manier; daar is nooit iets goeds van gekomen. Dat is ook niet de bedoeling geweest
van Jesjoea. We zullen straks nog geweldige dingen zien, feiten, bewijzen van wat ik vertel. De
mens mag de hele wereld liefhebben, maar zijn hart niet verpachten aan iemand anders, alleen
aan Jesjoea. Jesjoea is niet een deel van deze wereld, zoals men hem in deze wereld toch wel
probeert …soms een mens, soms een g’d. Hij is de kether en de kether heeft geen aviejoet, je mag
je met hem verbinden. De verbinding die niet mag is de verbinding met die vier stadia, want daar
is aviejoet. Als je jezelf probeert te verbinden met andermans vier stadia, van welke dan ook, dan
verpacht je jouw hart, een stukje van jouw ware wereld, de eenheid die in jou is, de heelheid, aan
iets of iemand anders. Dat betekent dat je jouw wereld kapot maakt. Op dat moment heb je
discrepantie tussen de wetten van het heelal die altijd een geheel vormen met alle verbanden,
maar jij hebt jouw krachten in disbalans gebracht. Die disbalans is jouw disbalans die jij hebt
gecreëerd hebt door je met iets of iemand anders te verbinden, jouw hart met iets of iemand
anders te verbinden en daarmee kom je in discrepantie met de volmaaktheid van het geheel. Hoe
wordt dat ervaren? Dan slaat het a.h.w. als een boemerang terug in jouw keliem. De mens wordt
niet geoordeeld of veroordeeld door de hogere. De hogere, de Schepper, het licht kan niet over de
mens oordelen. Hoe kan de Vader zijn kind in het geestelijke veroordelen? Hoe kan een hogere
een lagere traptrede veroordelen? Onmogelijk. Degene die zichzelf in disbalans brengt die gaat
het licht dat in hem schijnt ervaren, dat stukje waarmee je aan iets anders aanhecht dan aan jezelf,
in diezelfde mate heb je discrepantie met de volmaaktheid en dat ervaar je in die mate van jouw
prijsgeven, van jouw verraden van Jesjoea – dat is het verraden van Jesjoea. Dat is waar ik met
jullie over spreek. In de mate van jouw verraden van Jesjoea, en daarmee verraadt je a.h.w. het
licht, in die mate ontvang je de achterkant van het licht, want daar in dat stukje dat bij jou
leegkwam heb je geen overeenkomst met het licht. In jouw puzzel kwam een stukje leeg en daar
ervaar je tekort en ervaar je deze schaduw. Dat wordt door de mens ervaren als veroordeeld te
worden. Dat is de veroordeling die je voelt. Niet dat iemand van boven ons kan veroordelen. Hel
en andere dingen zijn kinderlijke voorstellingen die men heeft. Jijzelf veroordeelt. Hoe oordeel
je? Je oordeelt doordat je jezelf verbindt met een ander. Dat is het oordeel dat je doet. Dat sluit
goed aan bij de Zohar dat we vanavond hebben geleerd dat je daarmee… Andere goden dienen,
dat is versnipperen, door jezelf aan te hechten aan iemand of iets anders maak je scheiding tussen
mi en eleh in de naam van Elokiem en daardoor maak je de wereld niet bestendig. Precies
hetzelfde leren we nu in Jesjoea. Zo zie je dat alles één is. Thora is één. Je moet het alleen binnen
jouw keliem zien. Het is geweldig wat Jesjoea ons bijbrengt. Met Jesjoea gaan we werkelijk de
Schepper, het licht smaken, voelen binnen onszelf. Ik voel nu dat hij hier is. Ik kan het niet
uitleggen. Het is net een aanraking. Het is net of ik met mijn vingers het leven des levens
aanraak. Ik zou geen woorden meer kunnen uitspreken. Dat zijn momenten dat… het is net of een
stukje van hem in mij is. Dat kan je niet vertellen, dat is ervaren. Het geestelijke moet je ervaren.
Als je oordeelt, betekent dat je je hart verbindt met iemand anders, dan trek je uiteraard ook… Je
kan niet in de keliem van de ander komen, maar als je je met de ander verbindt, passief of aktief,
niets verdwijnt in het geestelijke, betekent het dat je een stukje van jezelf aanhecht aan de ander.
Je schenkt dan aandacht aan de ander. Er bestaat zoiets als kwade oog en dat is kwade oog.
Iemand hecht zijn kwade energieën aan de ander. Iemand die Kabbala leert is absoluut vrij, is niet
onderworpen aan andermans kwade oog of aan zwarte magie. Waarom? Je kan alleen iemand
onderwerpen die hoger is dan waar jij aanhangt. Afhankelijk waarvandaan iemand zijn kracht
aantrekt wordt bepaald wie kan vervloeken of zegenen. Duidelijk? Als iemand van een hogere
plaats zijn diepste krachten aantrekt dan de ander, dat betekent dat de ander die van een lagere
plaats zijn krachten aantrekt hem niet aankan, hem niet kan bereiken. Niet bereiken betekent dat
zijn kwade oog niet kan bereiken, zijn kwade oog, zijn vloek niet kan bereiken die van een
hogere plaats aantrekt. Wie aan Jesjoea hangt, dat is de hoogste plaats in het heilige, die is van
alle onreine krachten verlost. Niet dat zij niet bij jou komen, in de vorm van gedachten, wensen
komen ze bij jou. Natuurlijk, want niets verdwijnt in het geestelijke. De wens om te ontvangen,
jouw materiaal… je moet het dragen. Dat betekent wat hij zegt ‘zijn kruis dragen’. Dat Sjimon
het kruis van Jesjoea draagt waarop Jesjoea gekruizigd moest worden. Sjimon droeg het kruis van
Jesjoa. Dragen, blijven dragen, maar waar je het licht vandaan haalt… Als je het van het hoogste,
het heiligste het heiligste haalt… Geen ziel zal ooit als Jesjoea zijn waaruit je al het licht al het
balsem, de kracht die je zuivert en opbouwt… geen kwaad kan jou trekken. Als je je daar bewust
van bent… Steeds leren en herhalen.
Een absoluut persoonlijke relatie met deze kracht opbouwen. Zoals ik jullie vertel, zo innig, het is
alsof ik door hem omhelsd wordt, dat al die chassadiem kracht en leven geeft. Ik ervaar in de
diepste diepte van mijzelf het licht, de barmhartigheid, de onreine krachten hebben geen vat op
mij. Natuurlijk zijn ze er en na de les zullen zij mij weer aanvallen. Elk moment, in het nu, moet
ik hen weer weten te overwinnen. In het nu, op dit moment en niet later. Probeer dit moment van
nu te verinnerlijken. Wat je nu voelt onhou dat, dan zal je een stukje redding verkrijgen. Het zal
je een stukje extra geven voor de toekomstige ervaring van het heilige. Het is het eeuwige leven
dat we nu ervaren, niets anders. Jesjoea is het eeuwige leven.
Oordeel niet om niet geoordeeld te worden. Door jouw oordeel laat je jezelf oordelen. Jij
bent degene die oordeelt en daardoor jezelf oordeelt. Je ziet dan dat het absoluut onnodig is,
onbruikbaar is, alleen jouw s’a, jouw slechte neiging wil dat jij iets of iemand oordeelt. Niet jij
wil dat. Je weet dan dat binnen jou nog die wens is die voor zichzelf werkt. Dat is het ruwe
materiaal in jou dat werkt, dat oordeelt, dat aanklaagt. Overwin dat steeds. Alleen door aan
Jesjoea te hechten, in wat hij ons zegt kan je dat overwinnen. Geen mens kan het overwinnen. Ik
heb geen rabbijn of ander gesproken die niet oordeelt. Die oordeelt over Christenen en die over
Joden, allemaal oordelen zij. Hoe weet ik dat? Als iemand zich een Jood noemt, dat hij aanhanger
is van het Jodendom of Christendom is dat meteen een oordeel. Dat betekent dat jij jezelf al hebt
aangehecht aan iets bepaalds. Aan iets anders dan Jesjoea heb je jezelf dan aangehecht. Als
iemand zich aan het Christendom heeft aangehecht betekent dat dat hij verscheurd wordt van
Jesjoea. Precies zo met een Jood. Als hij überhaupt Jesjoea niet erkent dan oordeelt hij zichzelf.
De enige verbondenheid kan je met Jesjoea hebben, die heeft geen vier stadia. Het is een deel van
jezelf. Het is jouw klie kether. Het is geen ander deel dan jezelf. Let op: het is niet iets anders.
Het is jezelf ontvangen en jezelf met jouw eigen kether verbinden, dat maakt je heel. Jesjoea
aantrekken betekent niets anders dan dat je door verbondenheid met hem jouw eigen kether
verkrijgt. In elke toestand waarin jij hem aanroept verkrijg je jouw eigen klie kether. Je verbindt
je met jouw vier stadia. Dat betekent dat je heel wordt. Het is niet iets anders dan jijzelf.
N.a.v. een opmerking: 6000 Jaar. De Thora komt overeen met zes dagen van de schepping. Er
staat geschreven dat 1000 jaar hier op aarde is als één dag in de ogen van de Schepper. Zes dagen
hier op aarde betekent 6000 jaar. … en iedereen moet als één worden. Na de 6000 jaar komt de
gmar tiekoen en wordt de hele schepping verenigd met elkaar. Dat is in het algemene. Ik spreek
altijd over één mens. Heb het niet over het algemene aspect, want dat interesseert ons nauwelijks.
Zo bij eens enkeling, zo in het algemene. Het is om het even, het spreken over het algemene
aspect als het spreken over het bijzondere aspect. Het is voor ons makkelijker en ook veel… Tot
wie spreekt Jesjoea? Tot de krachten in één mens. Kijk wat hij ons zegt, hij spreekt in meervoud
‘jullie’. ‘Oordeelt niet’, jullie moeten niet oordelen. Wie is jullie in één mens? Al zijn gedachten.
Dat is waar Jesjoea over spreekt. Hij spreekt niet in het meervoud, maar tot één mens. Altijd
spreekt hij tot één mens en binnen één mens spreekt hij tot al zijn facetten, al zijn wensen. De
kracht van Jesjoea moet alle wensen in een mens transformeren in het geven. Bijzonder
belangrijk om dat steeds in de gaten te houden. Jesjoea spreekt niet tot de maatschappij.
Natuurlijk kan je zeggen dat Jesjoea in het algemene aspect tot de hele gemeenschap spreekt, tot
de hele wereld spreekt, maar dat is niet wat ons bezighoudt. Als een mens zichzelf overwint dan
overwint hij de hele wereld. Dat is ook wat Jesjoea heeft gezegd. Als je de hele wereld overwint,
maar jezelf verliest, wat heb je daar aan? Precies hetzelfde kan je omgekeerd zeggen: als je de
wereld binnen jouzelf overwint, dat is de wens om te ontvangen voor jezelf, dan kan je zeggen ik
heb de wereld overwonnen.
Briet Chadasja is in het Grieks geschreven, maar Jesjoea sprak Aramees. Door het leren van de
Zohar leren we ook het Aramees. In de Tempel en bij het leren van de Thora heeft hij met de
Thorageleerden de heilige taal gesproken.
De heilige engelen konden geen Aramees begrijpen. Het Aramees is dichtbij de heilige taal en de
engelen kennen die niet; zij kennen en begrijpen wel alle talen van de volkeren der wereld. Het
Aramees is achoraiem, achterkant van de heilige taal d.w.z. aspect wa’k van de heilige taal
zonder mochin van ga’r. Het Aramees is ook de taal van klagen. Het is geen mooie taal, zoals ook
klagen niet mooi is.
De onthulling van de achoraiem kan plaatsvinden als men slechte daden doet of geen zuivere
ma’n opbrengt, heeft geen betrekking op de heilige engelen. Zij kunnen het niet ervaren. Zij zijn
beschermd, zitten in de chassadiem. Het Aramees is de taal wanneer tekort is en zoals Jesjoea
zegt getandenknars. Daarom heeft hij ook deze taal gesproken. Deze taal raakt de heilige engelen
niet aan en Jesjoea niet aan, want zij hebben geen kracht van ma’h van de lagere wereld in
zichzelf.
Jesjoea was kether boven de chaze en van tieferet naar beneden was ook kether. Hij kende dus
geen aspect ma’h, ook al was hij als mens gekomen. Hij was alleen aspect kether. Daarom kan
juist hij de mens redding geven, want hij hoort niet bij de gevangenis. We zitten allemaal in de
gevangenis van deze wereld. Allemaal, geen mens behalve Jesjoea is vrij geboren. Hij sprak wel
Aramees om het volk toe te spreken, want eerst moest hun achoraiem worden aangesproken, dat
ze tesjoewa zouden doen, zich zouden dopen. Dopen is ook achoraiem. Dopen met water
betekent de achoraiem aanpakken, licht chassadiem in de achoraiem. Dopen met de heilige geest
betekent ga’r.
De heilige taal is ga’r. Boven de chaze kunnen we door de heilige taal bestoken. Door de heilige
taal laten we onze plaats boven de chaze groeien. Door het Aramees bestoken we, laten we
groeien, transformeren we onze keliem van achoraiem, onder de chaze.
Jesjoea sprak Aramees en dat is wat in het Noorden, in de Galiel werd gesproken, een dialect. Dat
is ook de taal van de Zohar, Aramees van de Zohar.
Aramees is wa’k, 6 sfirot, daar is dus tekort. Als ma’n niet in zuiverheid omhoog wordt gebracht,
dan is het de taal van het Aramees. Daarom was Jesjoea afgedaald in de Galiel en niet in
Jeruzalem, want daar spraken ze de taal van het tekort. Het volk bevond zich geestelijk in een
verschrikkelijke toestand. Daarom was het nodig om juist in deze taal te spreken.
Tardema, diepe slaap heeft dezelfde gematria als targoem, het woord voor het Aramees. Tardema
in twee woorden verdeeld is tarad mah en dat betekent ‘bracht mah naar beneden’. Door tekort
aan daden, aan zuiverheid in het optrekken van ma’h is de zo’n naar beneden gebracht en worden
hun achoraiem, tekort, ontbloot. Door het Aramees die niet in de zuiverheid is ‘ik zal het in
herinnering brengen door mijn tong, mijn lippen’, dus in puur gebed, wordt de achterkant onthuld
die ma’h zijn. Dat is het geheim van tarad mah. Diepe slaap betekent dat die de ma’h naar
beneden liet afdalen.
De Schepper is eenvoudig. Hoe genialer des te eenvoudiger het is. Het is omgekeerd dan de mens
in deze wereld denkt. Zij lezen allerlei boeken en die brengen de mens af van de Schepper. Geen
mens op aarde kan tot het heilige komen zonder Jesjoea. Het is absoluut onmogelijk en je hoeft
geen Christen te zijn. Sommige Christenen gaan allerlei beelden vormen, heiligen Jesjoea en dan
gaan ze ook Maria verheffen als iets G’ddelijks, heilige Maria.
Christenen hebben uit de Kabbala genomen maar zij begrijpen het op hun eigen manier. De
Talmoed hebben zij niet geaccepteerd. Door de heilige geest is het van boven aan de Christenen
gegeven om Talmoed niet als heilig werk te aanvaarden. Ze hebben 24 boeken, Thora en Tenach
hebben ze geaccepteerd, maar de mondelinge Thora niet. Dat is de Thora van de BieJ’A, de
werelden die van de Atsieloet gescheiden zijn.
Het Joodse volk heeft alles ontvangen maar ook zij begrijpen het niet, ook zij kunnen niet tot de
Schepper komen anders dan via Jesjoea. Het is zo vreemd dat zulke grote heren met zo veel
kennis zo’n klein stapje niet durven te maken. Waarom? Ook weer om dezelfde reden: ze zijn
gebonden met elkaar door gemeenschappelijkheid, groepsverband, ‘hoe kan ik anders zijn dan de
anderen’. Allemaal dezelfde hoeden en zo ‘waarom moet ik anders zijn’. De Schepper ziet uit het
perspectief van boven dat elk mens anders is dan de ander. Terwijl zijn ontwikkeling nog tot een
groep behoort, wordt hij van boven als individueel mens gezien. Het is erg eenvoudig.
Eenvoudiger kan niet en tegelijkertijd is het de steen des aanstoots. Zij konden Jesjoea niet
begrijpen, want daarvoor moet je je aan hem, aan de klie kether binnen jezelf, overgeven.
Zichzelf overgeven aan het hogere, dat wil men niet doen. Met het verstand wil men wel doen,
een kick ontvangen van wat men leert. Het is niet jammer, het is zoals het is. Het is goed, maar
men kiest voor een moeilijke weg. Het is net zoals een kruizing van wegen waarbij één weg de
kortste weg is en men de omslachtige kiest i.p.v. de directe.
Ik zou geen hogere wens hebben dan aan iemand uit te leggen wat het ware geestelijke is, dat je
dat kan proeven, ervaren. Zonder Jesjoea kan dat niet. Als je ziet dat iemand met iets bezig is en
dat zonder Jesjoea probeert te doen, dat het niet anders kan dan dat het niet kosjer is. Wie van het
Joodse volk Jesjoea niet aanvaardt, dan is het niet kosjer. Alles is in één mens. Ik geef het aan in
het algemene aspect. Het is zo eenvoudig om je aan Jesjoea, jouw klie kether, over te geven.
Naarmate van de ma’n die je omhoogbrengt en dat doe je altijd naar klie kether. Alles ketheriem
zijn met elkaar verbonden. Je ontvangt dan alles wat je hartje wilt. Je hebt niets nodig, geen
boeken. We leren Zohar, Tes, Ets Chajiem, Sjlavej haSoelam, basiscursus… zoveel woorden.
Waarom hebben we dat nodig als we alleen door Jesjoea tot de redding kunnen komen? Ik zeg
jullie dat niets de mens tot de redding brengt behalve de verbinding met Jesjoea. Er bestaat geen
andere redding, geen volksredding. Voor de boeddhisten bestaat de ene manier en voor anderen
een andere manier… Er bestaat wel een eigen erfgoed, maar dat moet je niet verwarren met de
weg naar Hasjem. Indië, prachtige cultuur met al hun aanhankelijkheid van vrouwen en zo. Hun
eigen overpeinzingen, meditatie, het is allemaal prachtig. Voor een westerling is het
ondoordringbaar. Je kan alles nabootsen wat je wilt, je hele leven daar zijn, maar het zal je nooit
lukken. Ook dat brengt de mens absoluut niet naar de Schepper. Alleen Jesjoea.. je hoort mij niet
zeggen Christendom, Jodendom. Ik zeg niet dat Jodendom redding brengt. Geen één werd gered
door Jodendom. Alleen Jesjoea is de kracht die redding geeft.
Waarom hebben we Zohar en al die dingen? Bij het neerdalen van het licht van Jesjoea dient dat
om keliem op te bouwen. Het heeft een ondergeschikte rol t.a.v. het geloof in Jesjoea. Geloof in
Jesjoea is het belangrijkste, ook in onze studie.
Voor mij is het hetzelfde of ik Zohar of Tes of zo leer, het is altijd verbonden met Jesjoea, overal
zie ik verbondenheid met Jesjoea.
Wat is het doel van de mens? Wat wil de Schepper van de mens? Dat de mens alles ontvangt. Het
doel van de Schepper is om de mens alles te geven, dat de mens als één wordt met de Schepper,
zoon van de Schepper wordt. Hij moet daarvoor het volmaakte geloof opbouwen. Niet feiten
leren, dat wel nodig is, maar om daardoor het volmaakte geloof op te bouwen. Alleen het
volmaakte geloof brengt de mens redding en niet alle andere stof. De diepe geheimen die we in
Zohar en zo leren is alleen de brandstof om het vuur in je hart te doen oplaaien van verlangen om
het volmaakte geloof op te bouwen om je daardoor met het Eeuwige, met het licht te verbinden.
Alleen dat. Niet de namen van sfirot en zo. Ik hoef niets meer te leren, het is niet meer nodig. Als
ik één zinnetje hebt geeft mij dat de hele dag kracht. Ieder van jullie moet zo komen. Niet dat ik
al volmaakt geloof heb. Ik kan zeggen dat ik al bepaalde dingen heb… van boven weet men
hoever het is. Hoe kan men dan het volmaakte geloof opbouwen? Jesjoea zegt ons dat we aan de
deur moeten kloppen en de deur open gaat. Wie zal zoeken zal vinden. Waar zijn de deuren? Elke
keer hebben we een nieuwe deur. Binnen jou zijn deuren die jou naar je malchoet brengt.
Malchoet is jouw ware ik. Klie kether, kether de kether en jezelf telkens opbouwen. Je komt
steeds nieuwe deuren tegen en daar moet je aankloppen, oprecht, met al je krachten van binnen
jouw hart. Dan gaat het deurtje open, kom je binnen, ontvang je mochin. Dan kom je weer een
andere deur tegen. Dat betekent dat jij al een stukje van jouw geloof vergroot. Bij de volgende
deur zal je ook weer een stukje van jouw geloof vergroten. Dat is ook wat Jesjoea zegt. Als je
maar niet twijfelt. Twijfel betekent dat je een gespleten hart hebt, zo staat in Briet Chadasja
geschreven. De bedoeling van onze studie en van elk mens is om het hart heel te maken. De mens
wordt dan net als de hele wereld één. Heb je dan iemand anders nodig? Een goeroe? Is daar iets
heiligs aan? Zit er aan de Dalai Lama iets heiligs? Hij heeft zijn eigen keliem en je weet niet hoe
hij aan zijn eigen keliem werkt. Ik zou je niet aanraden om zijn keliem binnen te komen om te
zien hoe hij is. Alle boeddhisten zouden dan vluchten, ook van mijn keliem. Duidelijk? Je kan
een andere keliem niet binnenkomen, te zien, want iedereen zit… behalve Jesjoea. Jesjoea is de
hele kether, boven en beneden was het kether. Bij hem kan je wel… bij de kether kan je wel
aankloppen en redding ontvangen. Dat kan bij geen ander. Onthou dat goed. Het is nu de tijd om
je dat echt te realiseren. Ga niet naar rechts, niet naar links, niet naar waar de massa komt, maar
naar jouw Jesjoea. Via jouw keliem naar Jesjoea komen. Alleen Jesjoea geeft jou redding en geen
goeroe, rabbi of ik als leraar of zo. Ik doe niets anders… mijn taak is om jullie het vuur van mijn
hart door te geven en wat mij drijft, dat ieder van jullie je eigen volmaakte geloof tegemoet gaat.
Dat is het doel van de studie en überhaupt van elk mens en niet het aanhangen aan groepsverband
of wat dan ook, want dat leidt de mens alleen maar af.
Het heilige schrift is op de Kabbala, op de tien sfirot opgebouwd. Zonder Kabbala kan je geen
redding ontvangen. Jesjoea stond versteld dat het uitverkoren volk dat als eerste de redding moest
ontvangen het niet konden aanvaarden. Hij had over hen gejammerd voor zijn overlevering ‘Hoe
vaak wilde ik jou Jeruzalem omhelzen’. Dat betekent aan jullie geven, als kuikentjes. Zij wilden
dat niet. Ik ben de kleinste van alles. Als je je niet klein maakt kan je niets ontvangen. In het
geestelijke is het zo dat als je groter wilt worden dat je de ander moet dienen. Wie van mijn volk
wil innerlijk de ander dienen? Aan de buitenkant laten zien hoe vroom je bent… Ik begrijp het
niet.
We herhalen het eerste vers uit paragraaf 7
ִשׁפֵטוּ׃
ָ ֲשׁר לֺא תּ
ֶ ִשׁפֺטוּ ְל ַמעַן א
ְ אַל־תּ ז
Ik ben niet zo gesteld op het ouderwetse archaïsche woordje gij dat vaak wordt gebruikt. In de
heilige taal staat er jullie.Jullie zullen niet oordelen opdat jullie niet geoordeeld zullen
worden.
וְאֵי ְך תֺּאמַר אֶל־אָחִי ָך ַהנִּיחָה לִּי וְאָסִיר אֶת־ ַהקֵּיסָם ֵמעֵינֶ ָך וְ ִהנֵּה הַקּוֹ ָרה ְבּעֵינֶךָ׃4
Hoe zou je dan zeggen tegen jouw broeder sta mij toe om de splinter weg te halen uit jouw
oog en ziehier de balk is in jouw eigen oog. Zie je wat Jesjoea ons leert? Hoe kan je de ander
helpen terwijl jij niet aan jouw eigen keliem werkt. Het enige wat jou gegeven is om aan te
werken is jouw eigen keliem. Daarom dat alle hulp die men in deze wereld verleent zonder aan
zichzelf te werken eerder een vlucht is dan een hulp. Van boven wordt dat niet als hulp gezien.
Werk aan jezelf en daarmee help je ook de ander, want wij zijn absoluut met elkaar verbonden.
Als iemand een ander wil helpen betekent het dat hij een waan heeft dat hij een ander kan helpen.
Dat is verkeerd. Kan je een ander helpen? Wat Jesjoea ons vertelt is dat je alleen een ander kan
helpen als je aan jezelf werkt en jezelf corrigeert. In de mate waarin je jezelf corrigeert help je
een ander. Het is heel subtiel wat Jesjoea ons leert. Men ziet het horizontaal, begrijpt het niet.
Men ziet dat de ene zieke geest de andere helpt. In de naam van Jesjoea zeggen ze allemaal
woorden, zoals die evangelisten… het helpt niet. Heeft iemand gezien dat een evangelist iemand
van een rolstoel laat opstaan? Alleen in televisiespotjes. Als het zo zou zijn, zo primitief als men
denkt… Zij begrijpen niet wat Jesjoea heeft gezegd. Jesjoea heeft wel tegen zijn 12 apostelen,
zendelingen gezegd: ik geef jullie de macht om de boze geesten uit de mens uit te drijven. Dat is
ook gegeven, maar heeft iemand ooit gezien dat het ook gebeurde? In welke generatie? Het is
opgeschreven of het ooggestuigen verslagen zijn. Ja, zij waren… Let goed op. Wij leren de
waarheid. Zij, eigenlijk elf, want één heeft hem verraden, waren zijn directe leerlingen. Op hen
heeft hij handopgelegd, heeft hij aangesteld, kracht gegeven, uitgewerkt van binnen en gaf hen de
kracht en de macht om de boze geesten uit te drijven. Dat betekent dat zij dat weer door zouden
kunnen geven aan een andere generatie en die zou dat weer kunnen doen. Niets verandert aan de
Heilige geest. Waarom zien we dat niet? Jesjoea was nooit van plan geweest om iemand die
fysiek verlamd is te genezen, dat hij fysiek… de bedoeling was om de geestelijke verlamden te
helpen, de ziel te reinigen en niet fysiek. Het fysieke dat men heeft gaat naar de knoppen, gaat het
graf in en komt nooit meer terug ondanks alle verwachtingen van alle religieuzen en ook van
mijn broeders. Zij menen dat bij de opstanding, zoals staat geschreven, dat ieder zijn eigen
lichaam zal krijgen. Wat heb ik daaraan? Niets. Het geestelijke lichaam, wat je hebt opgebouwd,
jouw partsoef, dat zal opstaan en gevuld zijn met glorie van Hasjem. Duidelijk? De aarde zal
blijven. Men begrijpt het niet, men kent geen Zohar. De aarde zal blijven, het leven zal hier
blijven op aarde, maar onze waarneming, de transformaties die de mens zal meemaken wanneer
de hele s’a zal ophouden te bestaan, zal het eeuwige leven brengen. Wat bracht de dood? De
zonde bracht de dood. Het wegdoen van de zonde uit de wereld zal het eeuwige leven tot stand
brengen. Natuurlijk kunnen we niet alles goed overzien want we zitten nog in de zonde zelf. We
moeten weten dat de transformatie zal plaatsvinden, maar hoe verder... We leren alleen de
smaken van de Thora, ook iets van de gmar tiekoen. Hoe na de gmar tiekoen… we leren er wat
van in de Zohar. Eigenlijk zal men de onthulling wat er verder gebeurt, de transformatie naar het
eeuwige leven, echt ervaren wanneer men zijn eigen persoonlijk gmar tiekoen volbrengt. Dan
wordt aan de mens onthuld… de Schepper gaat dan tête a tête met de mens praten in de taal die
geen mens begrijpt. De ervaring, beleving van de mens die dat bereikt.. hij ontvangt dat tête a
tête, hij kan dat niet uitspreken. Waarom? Omdat de taal van onze wereld niet toereikend is, die is
gemaakt om hier te leven. Men kan die beleving, wat de mens ervaart, dat niet uitdrukken. In de
mate van zijn ziel, hoe zijn ziel is opgebouwd ervaart hij dat, beleeft hij dat en kan het niet aan
een ander uitleggen. Het is geestelijk. Het is als proeven. Je kan het iemand niet uitleggen als die
het niet geproefd heeft. Je kan urenlang uitleggen hoe heerlijk een bepaald gerecht is, maar als
iemand het niet geproefd heeft, zullen alle boeken die hij heeft geleerd niet helpen om dat te
ervaren.
ֶה ָחנֵף ָהסֵר ָבּרִאשׁוֹנָה אֶת־הַקּוֹרָה ֵמעֵינְ ָך וְאַ ֲחרֵי כֵן רָאֺה ִת ְר ֶאה ְל ָהסִיר5
אֶת־ ַהקֵּיסָם ֵמעֵין אָחִיךָ׃
De schijnheilige die je bent doe weg eerst de balk uit jouw eigen oog en vervolgens zal je
zeker zien om de splinter uit het oog van jouw broeder eruit te halen weg te doen. Wat zegt
Jesjoea? Niets anders, want wij leren van hem. Corrigeer eerst jezelf voordat je met het aanbod
komt om een ander te helpen. Als je op internet kijkt bij het geestelijke, wat komt er dan uit? Alle
vormen van s’a willen jou helpen. De satan in alle bekledingen die jou uit alle uithoeken de ware
kennis, de weg naar genot, geluk, vervulling enz. wil brengen.
Kijk wat hij zegt. We moeten niet overmoedig menen dat we iemand anders kunnen helpen.
ַשׁלִיכוּ ְפנִינֵיכֶם ִל ְפנֵי ַה ֲחזִירִים פֶּן־יִ ְרמְסוּם
ְ אַל ־ִתּתְּנוּ אֶת־הַקֺּדֶשׁ ַל ְכּ ָלבִים וְאַל ־תּ6
ְבּ ַרגְלֵיהֶם וּפַנוּ וְ ָטרְפוּ ֶא ְתכֶם׃
Geef geen heilige aan honden Wie zijn honden? De s’a. en gooi jullie parels niet voor de
zwijnen Jullie parels is jouw innerlijk, jouw keliem, dat je aan de s’a verpacht als je een ander
probeert te helpen op de manier dat je zelf nog niet gecorrigeerd bent en meent dat je een ander
kan helpen. Je brengt jezelf dan ook in gevaar. Je kan een ander niet helpen, want je bent zelf nog
niet gecorrigeerd. Wie gaat er dan van profiteren? De s’a binnen jouzelf. Dat betekent wat Jesjoea
ons zegt ‘gooi niet je parels voor de zwijnen’. opdat zij niet zullen vertrappen met hun poten
en dan zullen zij keren naar jullie en zullen jullie verscheuren. Zie je? Hij spreekt tot jullie.
Dat zijn alle krachten die in de mens zijn, alle wensen die in de mens zitten.
We zien dat wat Jesjoea ons vertelt puur individueel geestelijk werk is. Hij heeft als eerste en als
laatste de basis, grondslagen, van het individuele geestelijke werk op aarde gebracht. Vanaf
Jesjoea is de tijd gekomen om niet meer van ‘wij’, maar van ‘ik’ te spreken.
Een mens zou denken dat hij de ander niet mag helpen omdat hij nog niet gecorrigeerd is. Na het
lezen van die zes verzen met waarschuwingen, van niet doen. Nu stippelt hij ons de weg aan, zegt
hij opeens:
ַשׁ ַמיִם
ָ הֵן אַתֶּם ָה ָרעִים יֺ ְדעִים ָלתֵת ַמתָּנוֹת טֺבוֹת ִל ְבנֵיכֶם אַף כִּי־ ֲאבִי ֶכם ֶשׁבּ11
יִתֵּן אַךְ־טוֹב לַשֺׁ ֲאלִים ֵמאִתּוֹ׃
Kijk jullie die kwaad zijn kwaadaardigen weten te geven goede geschenken aan jullie zonen,
zal dan jullie Vader die in de hemelen is niet het goede geven aan hen die hem verzoeken.
ֲשׁר ִתּרְצוּ ֶשׁיַּעֲשׂוֺּ ָלכֶם ְבּנֵי הָאָדָם עֲשׂוֺּ ָלהֶם גַּם־אַתֶּם כִּי־זֺאת
ֶ ָלכֵן כֺּל א12
הַתּוֹרָה וְ ַהנְּבִיאִים׃
Daarom alles wat jullie wensen dat de mensen zullen aan jullie doen, ook jullie doen aan
hen, doe ook aan hen want dat is de hele Thora en de Profeten. Het is bijzonder wat hij zegt.
Het moet overeenkomen. Als je het goede wilt ontvangen moet je ook het goede aan de ander
doen. Overeenkomst naar eigenschappen moet er zijn. Hij zegt de hele Thora en alle Profeten.
Als je het op die manier doet, dat je aan anderen doet wat je wilt dat zij aan jou doen, dan vervul
je de hele Thora. Als je in staat bent om dat te doen, dan hoef je hier niet meer te zitten, hoef je
niets meer te leren. We leren steeds om onze slechte neiging te overwinnen. Goed doen is niet
moeilijk, maar onze eigenliefde is zo koppig. We herhalen steeds vanuit allerlei invalshoeken,
Thora, Profeten etc. We moeten steeds de s’a bombarderen opdat we in staat zullen zijn om dit
vers wat Jesjoea zegt te vervullen. Meer is er niet nodig. Het is de top van wat jou redding kan
brengen. Aan andere mensen doen zoals jij wilt dat zij ook aan jou doen. Tenzij je een masochist
bent, dan doe je een ander pijn omdat je jezelf wilt pijnigen. Wat hij ons vertelt… hier staat de
hele Thora en de hele Leer. Hoe moeten wij dat doen? We leren hoe dat moet, we leren dat ook
van hem. Uit de Kabbala, ook van Jesjoea, heb ik een bepaalde concrete uitwerking hoe we dat
van binnen moeten doen. Waar we op moeten letten. Zeer belangrijk. Ik zal daar straks over
vertellen.
Kijk wat hij ons nu vertelt. Het is zo belangrijk en alleen maar één zinnetje, alleen strict
individueel werk kan de mens redding brengen. Kijk wat Jesjoea zegt. Elk woord is uniek:
Wat Jesjoea zegt is natuurlijk het uitgangspunt, zo moeten wij doen. Schijnbaar spreekt hij… We
weten dat hij ook via de jessod spreekt, maar hoe moet je dat in het dagelijks leven realiseren?
Een praktische wenk heb ik om ons a.h.w. een steuntje te geven het praktisch uit te voeren. We
weten dat elke handeling die de mens in deze wereld doet een zekere houding vereist, van binnen,
van buiten, fysiek, emotioneel. Een zekere kracht om a.h.w. aan bepaalde krachten van buiten of
van binnen weerstand te bieden. Als een mens loopt heeft hij steun van zijn wervelkolom, anders
kan hij niet lopen. Hij heeft een zekere steun nodig om rechtop te staan. Zonder wervelkolom
heeft hij geen steun, kan hij niet lopen. Als een mens gaat zingen heeft hij van binnen kracht
nodig om weerstand te bieden aan de natuurlijke neiging om uit te ademen, want anders heeft die
geen kracht om te zingen. We zien niet hoe een zanger dat doet, maar hij ademt niet zoals een
gewoon mens, maar op zo’n manier dat hij van binnen de adem kan vasthouden, niet zomaar laat
uit gaan. Dat vereist een zekere techniek waarbij de buikspieren worden aangespannen, steun
verlenen, ook de rug moet een bepaalde steun geven. De een werkt in de ene richting, de ander in
de andere richting, om weerstand te bieden, een bepaalde steun te geven om een bepaald effect te
laten plaats vinden. Zo hebben we dat in alles. De natuur die buiten ons is is amorf, vormloos.
Het schijnt dat die zo relaxed is, zo weerloos a.h.w., alleen maar instinctief is alsof die op
natuurlijke wijze zijn gang gaat, alsof die in zichzelf geen kracht heeft, geen bepaalde spanning.
De mens moet weten deze natuur te boven gaan, de kracht opbrengen om een bepaald effect te
laten plaats vinden in wat hij doet, in welke sfeer van handeling, menselijke activiteit dan ook. Ik
kan vele voorbeelden opnoemen. Elke branche heeft zijn eigen houding, steun, die men tot stand
moet brengen om daarmee een bepaald effect te bereiken. Ik noem dat verankering. Een danser
moet ook een soort verankering doen van zijn nek, dat die rechtop zit, aan één stuk loopt met zijn
rug, dan wordt het een mooie houding. Ik noem dat verankering. Elk vak, elke bezigheid heeft
verankering. Zo is het ook in het geestelijke. Er bestaat zo’n diepe vorm van verankering die de
mens tot stand moet brengen in zijn dagelijks leven om weerstand te bieden aan zijn s’a. Er is
zoveel verleiding in één dag. Ieder van jullie ervaart dat. Elke stap die je maakt… je moet
weerstand bieden aan verleidingen, sommige mogen wel sommige niet. ‘Doe ik het omwille van
de Schepper, doe ik het kosjer of niet kosjer’. Je kan zoveel fouten maken. Jesjoea zegt dat je bij
een ander een splinter weg wilt halen terwijl je zelf een balk… Je kan jezelf misrekenen. Daarom
bestaat zoiets als… Ik ben altijd op zoek naar dit soort middelen, praktisch, die de mens helpen,
niet theoretisch. Theoretiseren, terroriseren, het ligt naast elkaar. Toepassing, in praktijk van
alledag, brengt de mens opluchting. De verankering van de mens in het geestelijke werk… We
moeten verankering tot stand brengen.
Wat moeten we verankeren? We hebben twee delen van onze partsoef: boven de chaze hebben
we de goede neiging en onder de chaze de slechte neiging die wij goed moeten maken. Boven de
chaze hebben we… Let goed op, het is diep en diep. Ik probeer het uit de diepste bronnen in
eenvoudige taal weer te geven, maar wel met behoud van kracht. Dus boven de chaze bij ons is
mi en onder de chaze bij ons is eleh. Hoe kunnen we die beide verbinden om de heilige naam
Elokiem te maken? Alleen door ma’n van onder de chaze op te laten stijgen naar boven de chaze.
Onder de chaze kunnen we niets doen, ons niet corrigeren anders dan eerst de kracht van die
eleh… - keliem kunnen we niet naar boven doen optrekken, maar de kracht van eleh… kracht kan
licht zijn maar ook tekort. Tekort is ook een kracht, maar dat men die omhoog brengt en niet het
licht onrechtmatig naar zich toe trekken.
Hoe kan men de naam Elokiem tot stand brengen? Heelheid, verbinding tussen eleh en mi. Dat is
wat we moeten doen. De resjiemot van eleh van onder de chaze doen opstijgen naar boven de
chaze en die daar verbinden met –im. We hebben dan boven de naam Elokiem en die rust dan op
jou, op de mi en op de eleh. Boven is dan eenheid, Elokiem, en die gaat dan ook naar beneden
stralen, dat is de correctie. Dat weten we. De hele Zohar is dat. Je kan zeggen dat boven de chaze
rechterkant is en onder de chaze linkerkant is, afhankelijk van wat je bekijkt, of we spreken van
chassadiem of van chochma.
Wat moeten we doen? Dat we ma’n moeten opbrengen is duidelijk. Ma’n brengen we omhoog
wanneer we al behoefte hebben, al voelen dat we tekortschieten. Natuurlijk komen we tekort,
want we moeten onze keliem die nog niet gecorrigeerd zijn corrigeren. Wat moeten we dan doen
om steeds in zekere mate boven en onder de chaze in de gaten te houden en aan elkaar te
koppelen, buiten het aspect van ma’n omhoogbrengen dat het belangrijkste, de kern is. Wat we
moeten doen is innerlijke verankering. In elk vak moet je een zekere houding aannemen, ook in
de sport zien we verschillende vormen van verankering. Alle krachten op een bepaalde manier
concentreren zodat het optimale effect wordt bereikt.
Geestelijke verankering is… We moeten boven de chaze verbinden met onder de chaze.
Waarmee kunnen we dat verbinden? Welke sfira is gemeenschappelijk? 1/3e van tieferet is boven
de chaze en onder de chaze zitten 2/3e van de tieferet. Waar zit altijd verankering? In het midden
van alle krachten. Zo ook hier, alleen via de middellijn kan verankering zijn en niet van netsach,
hod… Als je een schip verankert doe je dat zo dat een schip rechtop staat en niet dat hij naar links
en naar rechts gaat schommelen.
De bovenste 1/3e van tieferet die boven de chaze is, moeten we naar ons gevoel verbinden met de
2/3e van tieferet onder de chaze, borst en dan navelstreng. Wat ik zeg kan je voelen, is geen
theorie. We hebben nog veel woorden nodig, maar stap voor stap… Je moet begrijpen waar het
over gaat. De bovenste 1/3e van tieferet moet je verbinden met de onderste 2/3e van tieferet en
dan verbinden met jessod. Jessod houdt netsach en hod in evenwicht. Eigenlijk vind je in jessod
ook netsach en hod. Rechterkant van jessod is stukje van netsach, aansluiting van netsach en links
is aansluiting van hod. Dus eigenlijk heb je in jessod netsach en hod samen in sublieme vorm.
Jessod kan je wel verbinden via de middelste lijn. Altijd zijn ze via één lijn verbonden met elkaar.
Alle 7 sfirot zijn met elkaar verbonden, we hebben dat in de Zoharles van vanavond geleerd.
Chessed, gwoera, tieferet, netsach, hod, jessod en malchoet zijn altijd met elkaar verbonden. Elke
heeft ook dezelfde 7 sfirot in zichzelf.
Wat moeten we doen? Wat je ook doet, je moet van binnen de bovenste 1/3e van tieferet
verankeren met jessod. Beide zijn z’a. Tieferet is de z’a en jessod is de z’a, het is het laatste
station, staat a.h.w. apart van de z’a, is het verzamelpunt van z’a, waardoor men aan malchoet
geeft. Verbindt steeds, laat de plaats onder je chaze, je kan om het te begrijpen ook zeggen
taboer, navel… Vóór de taboer heb je nog twee stukken van de tieferet, 2/3e van de tieferet
Bedoel je tieferet in 10 sfirot opsplitsen? Nee. We hebben drie delen van tieferet: bovenste deel
van tieferet en onderste twee delen van tieferet die onder de chaze zitten. Die moet je met elkaar
verbinden. Natuurlijk is de eenheid er nog niet, de verbinding er niet zonder ma’n op te brengen,
maar wij maken vooraf al die verankering, niet al de correctie, maar de verankering van jessod en
tieferet, van onder en boven de chaze. Jouw onderstel gaat niet los van het bovenstuk. Als je
steeds die verankering in de gaten houdt, dat jessod met tieferet is verbonden en dat kan je
voelen… Als het niet verbonden is dan gaat het a.h.w. beneden dansen. Dat sleurt de mens van de
ene naar de andere kant. Als je die verbondenheid hebt… met die verbondenheid moet je geen
spanning creeëren, met geknepen billen zitten dat je alles doet. Aan de ene kant moet er een
koppeling zijn, maar het moet geen spanning veroorzaken. Activiteit betekent niet dat men
spanning creëert. Activiteit is een zekere gerichte energiestroom, maar niet om spanning te
creëren. Wat je ook doet het mag nooit spanning veroorzaken. Activiteit veronderstelt een zekere
vorm van concentratie, maar niet van spanning, G’d verhoede. Spanning betekent een verkeerde
vorm van concentratie. Stel dat een been is gebroken dan zet men in de knie bijvoorbeeld een pin
en daarna als het goed gegroeid is, kan die pin er uit. Zo ook bij ons, na een tijdje zal het niet
meer nodig zijn, zal je het in elke toestand automatisch gaan doen, zonder na te denken. Het
systeem zal het weten. Net als een zanger, die hoeft ook niet steeds meer te denken aan zijn
ademhaling hoe hij dat moet doen met zijn buik en zo. Het is een spontaniteit die een product is
van het harde werken, het oefenen. Zo is het ook in het geestelijke. Het maken van deze
verankering is een voorwaarde om er steeds bij te blijven en niet naar alle kanten gesleurd te
worden. Boven de chaze en onder de chaze blijven dan bij elkaar. Een zekere verbondenheid is er
dan van tieferet met jessod. Dat is het waken waar ook Jesjoea over spreekt.
Hoe kon Jesjoea dat aan de mens van toen uitleggen, de tijd was al gekomen, maar de mens was
nog niet wakker om aan zijn jessod te werken. Dat is de reden waarom zijn apostelen, zijn naaste
leerlingen, hem niet begrepen. Zij moesten steeds uitleg hebben, want hij sprak via zijn
verbondenheid, via zijn gecorrigeerde jessod, hij was kether. Zijn jessod was niet zoals die van
ons. Ieder heeft zijn eigen ziel. Onze jessod is altijd een deel van de schepping, van de negen
onderste sfirot. De jessod van Jesjoea was van de kracht van kether, jessod van kether. Dat is heel
iets anders. Hij sprak altijd vanuit de positie van de jessod van kether, terwijl zij dat konden
waarnemen van andere plaatsen dan de jessod zelf. Daarom begrijpen zij dat niet. Als je een
bepaalde boodschap met dezelfde plaats ervaart dan men zegt, dan weet men… Jesjoea spreekt
altijd… men kan alleen door jessod voelen, reageren, op wat hij zegt. Door jessod kan je tot de
chochma schieten.
Dat is wat ik kwijt wilde aan jullie over geestelijke verankering. Hou het in de gaten, dan gaat
jouw onderstel niet dansen, heeft het geen apart leven, is er geen dubbelleven. De ziel is wel
gewillig, maar het vlees is zwak. Dat betekent dat boven de chaze wel het goede wil doen, maar
onder de chaze wil alleen maar kwaad. Dat is ook wat Jesjoea zegt. Onder de chaze is
onbestuurbaar. Om een zekere houvast te maken moet je een verankering maken. Dat is a.h.w.
permanente houding die er moet zijn en die moet vooraf gaan aan elke geestelijke handeling, en
bij elke handeling die je gaat verrichten. Voor elke handeling eerst die verankering maken, dan
heb je een zekere verbondenheid tussen boven de chaze en onder de chaze. Die tieferet verbind
je, dat moet je voelen. Tieferet ligt precies op de scheidingslijn? Ja, ietsje boven de chaze en dat
verbind je samen. Chessed, gwoera? Chessed en gwoera zitten daarboven, maar in de bovenste
1/3e van tieferet zitten de eigenschappen van chessed en gwoera inbegrepen. Tieferet is de
middelste lijn en die heeft in zichzelf chessed en gwoera in sublieme vorm. En jessod heeft in
zichzelf, onder de chaze… dat is ook de vorm van verankering in de wereld.
De verankering zien we in de geestelijke opbouw van 10 sfirot. Chessed en gwoera worden
verankerd in de bovenste tieferet, in 1/3e van tieferet boven de chaze. Netsach en hod worden
verankerd in de jessod.
Wat wordt van jou gevraagd? Tieferet en jessod zijn altijd verankerd, maar het moet van jou
komen. We hebben geleerd dat niets van boven komt als het niet van beneden wordt opgeroepen.
Deze extra verankering van beneden moet plaatsvinden door jouw bereidwilligheid om jouw
jessod – want je kan alle kanten op met jouw jessod, via de middellijn te verbinden met de
bovenste tieferet. Dan heb je alles. Jouw jessod is verbonden met ateret jessod, de malchoet van
de 2e tsimtsoem. Jessod is verbonden met ateret jessod en die is als malchoet. Jessod is dus
eigenlijk verbonden met de malchoet, want hij geeft aan de malchoet via de middelste lijn. Jessod
verankert ook rechts en links, netsach en hod, in zichzelf. Als je de jessod met de bovenste
tieferet verankert… en die bovenste tieferet heeft chessed en gwoera in zichzelf verankerd, dan
heb je alle 7 sfirot, het hele lichaam. Het hele lichaam is dan ingesteld om het geestelijke… om te
werken omwille van het geven. Daarmee hebben alle verankeringen plaatsgevonden, want de
verankering van boven, chessed gwoera tieferet, zit er al standaard. De verankering beneden van
jessod netsach en hod zit ook standaard. Allen moet jij die verbinding tussen jessod en tieferet
doen. De verbinding van boven de chaze en onder de chaze doen dat is aan de mens gegeven. De
mens moet dat met ateret jessod verbinden, dan heb je alles met elkaar verbonden. Net als iemand
die een sprint van 100 meter doet. Kijk hoe geconcentreerd die is. Hij gaat in zo’n houding staan,
in de startpositie en is absoluut geconcentreerd zodat hij de beste afsprong kan maken. Hij zet
zijn benen zo dat hij de sterkste ruk maakt bij het starten. Precies zo is het in het geestelijke. Wil
je sneller komen naar jouw finish, een sprint maken, dan moet je telkens een verankering maken.
Elke dag, elke handeling is als een sprint. Je moet weten dat het in de regel met horten en stoten
is. Om een goede start te hebben moet je een goede uitgangspositie hebben. Dat is verankering en
dat moet je zelf doen. Boven en onder de chaze moet je zelf verbinden. Waarom? Wat is de
schepping? Onder de chaze. Wat zijn de keliem van de schepping zelf? Dat zijn de keliem van
onder de chaze. De chaze betekent… de malchoet is in de chaze, de malchoet is opgetrokken naar
de plaats van de chaze als gevolg van de 2e tsimtsoem. Wij zijn ook een product van de 2e
tsimtsoem. Op de plaats van de chaze daar staat de malchoet van het lichaam, die is opgetrokken
daar naartoe. Wij moeten dat verbinden. Boven de chaze zijn de keliem van de Schepper, de
keliem van het geven. Dat is de insluiting in de mens, in de schepping van de keliem van de
Schepper. Dat zijn de keliem van boven de chaze. In het algemene is het zo dat de mens boven
zijn chaze wel goede dingen wil doen, zoals Jesjoea heeft gezegd dat de ziel bereidwillig is, goed
wil doen, maar het vlees niet; onder de chaze is een probleem. Onder de chaze is
ondergedompeld onder de malchoet die is opgekomen als gevolg van de 2e tsimtsoem naar de
chaze. Onder de chochma, dat is toch hoger? In elk deel, niet alleen in het hoofd… In het hoofd
is het onder de chochma, maar in het lichaam is het in tieferet. Tieferet is biena van het lichaam.
Eigenlijk is het in alle drie de delen. In het lichaam is malchoet opgetrokken naar de tieferet. 1/3e
van tieferet is als 1/3e van biena in het hoofd dat behoort nog tot boven de chaze. Onder de chaze
is de keliem van de schepping, dat ben jij, dat zijn jouw keliem. In de regel moeten we onder de
chaze corrigeren, want boven zijn de lichtere keliem, de keliem van de Schepper. Wij moeten die
natuurlijk ook corrigeren, maar die zijn lichter, dunner, om te corrigeren dat zijn de keliem van
het geven. Omdat zij licht, dun zijn, zijn ze makkelijker te corrigeren. In het algemeen zien we
dat de mens geneigd is om het goede te doen, maar dat kan niet, want onder de chaze is de mens
en niet boven de chaze. Als men in kerk of synagoge zit, zijn het net engeltjes, maar onder de
chaze zie je bij hen niets, dat is afgesloten, ze weten niet hoe daar mee te werken. Het interesseert
ze niet want ze leren alleen de openlijke Thora. Christenen leren ook alleen wat geschreven staat,
wat de priesters zeggen, ze werken niet aan zichzelf. Op het moment dat ze daar zitten zijn ze
toch opgestegen? Op het moment dat ze daar zitten, natuurlijk, maar ze zitten in kerk of synagoge
om eer te ontvangen of voor zichzelf, voor hun kinderen, sociale omgeving, of niet maar dan
denkt men dat het hen als verdienste wordt gerekend om daar naartoe te gaan. ‘Ik ga dan beter
verdienen, gezond worden, het is goed voor mijn kinderen of ik ontloop straf door naar kerk of
synagoge te gaan’. Men maakt een deal.
We zullen zien wat Jesjoea zegt, hoe Jesjoea dat deed. Hij ging apart bidden. Hij ging nooit
samen met de hele menigte bidden. Hij gaf 5000 mensen eten, maar bidden met de massa? Nee.
Hij zegt om te bidden moet je alleen naar je kamertje gaan. We zullen het woord ‘alleen’ leren,
de gematria daarvan. בדד, badad, alleen. Op zijn tijd zullen we leren wat dat geestelijk betekent.
Alleen als 10 Joden bij elkaar komen in de synagoge, komt de Schepper, dan mag men bidden.
Badad, alleen zijn, is gematria 10. 10 Sfirot in de mens. We zien nergens dat Jesjoea heeft gezegd
tegen zijn leerlingen ‘jongens, nu gaan we bidden’. Hij heeft gezegd dat je dat niet moet doen
zoals de huichelaars die op alle hoeken staan te bidden en in synagoges etc.. Je moet alleen
bidden in jouw kamertje, vier muren, vier stadia. We zullen leren wat dat is om alleen te doen.
Alleen zo’n gebed wordt verhoord en aangenomen. Dat is even over die verankering,
uitgangspositie in elke toestand.
Probeer wat we leren praktisch op te vatten. Als ik iets vertel kijk dan hoe je dat praktisch kan
doen. Alles wat ik vertel, wat Jesjoea vertelt, want ik vertel niets anders, ik leer van Jesjoea, ik
ontvang van hem, de andere leraren zijn uitwerkingen van wat Jesjoea had gezegd, is alleen maar
praktisch. Hasjem wil het werk van ons hart en niet van ons hoofd. De uitgangspositie in elke
toestand is: hoe kan ik het praktisch doen. Dan gaat jouw onderstel niet zo wiebelen van ‘zal ik
dit doen, zal ik dat doen…’. Een mens wordt dan verward en voor hij het weet zit hij al in arka,
onder in zijn kliepot en brengt hij zijn eleh naar de kliepot en gaat hij nakomelingen doen, daden
doen… Nakomelingen doen betkent nieuwe traptreden creëren. Zijn nakomelingen worden dan
geboren met dezelfde ellende als hijzelf. In plaats daarvan steeds verankering doen, steeds de
uitgangspositie doen, maar niet gespannen blijven… goed onderscheid maken tussen die
verankering… dat betekent een vorm van innerlijke houding, activiteit, dat jij niet verslaapt maar
waakt, steeds innerlijke activiteit ontplooit. Je maakt dan a.h.w. een kaarsje van binnen, dat moet
branden.
Overal is licht geweest, onder de chaze is geen licht, maar resjiemot, sporen van het licht zijn
altijd aanwezig. Je doet niets anders: van jessod ga je een spoor van het licht jessod aantrekken
naar tieferet. Je maakt een zachte pilaar die soepel blijft in jou, van binnen. Let op dat jouw
spieren daardoor niet gespannen worden. Je moet je spieren wel voelen maar niet dat ze
gespannen zijn. Een sprintloper is ook niet gespannen, maar actief. Als zijn spieren gespannen
worden kan hij niets doen, wordt hij snel moe en verzuren zijn benen. Zo verzuurt ook jouw
houding als je gespannen bent. Verzuren ook van broden, met Pesach. En niet de komedie van het
huis schoonmaken en op uiterlijkheden letten, terwijl binnenskamers alles wordt gedaan met
jessod. Zij doen alleen met handen en voeten, openlijke Thora. Niet dat de openlijke Thora
schuldig is, maar die is gegeven om met kawanna te doen, met de innerlijke Thora, dan heeft het
zin, heeft het kracht. Alleen met handen en voeten doen is als het doen van Thora waarbij boven
de chaze en onder de chaze gescheiden zijn.
‘Eleh is onze G’d’, hebben zij gezegd en dat staat in Thora toen Mosje niet kwam opdagen.
Alleen onder de chaze, die drie letters eleh is onze G’d en niet dat zij dat met –im wilden
verbinden. Daar spreekt de Thora over, dat brengt genezing, redding, vervulling: die twee, boven
en onder de chaze, die kolom te verankeren in alle handelingen die jij verricht, welke handeling
dan ook. Oefen dat en je zal merken aan jezelf dat het werkt. Daar gaat het om.
De hele bedoeling van onze studie is dat jij jezelf als proefkonijn neemt om te testen wat je hier
leert i.p.v. het leren omwille van het leren. Alles zal dan geopend zijn. Ik neem een klein stukje
per dag en dat is voldoende. Ik heb alle boeken die wij nodig hebben om te leren geleerd. Ik kan
het nog een keer leren om meer te onthouden, meer te leren. Natuurlijk moet je stap voor stap
verder gaan, maar de hele bedoeling is zoals Jesjoea deed, om alle leer in praktijk van alledag te
brengen. Alle preken van Jesjoea zijn niets anders dan hij zegt. Hij zegt: huichelaars doe in
praktijk wat jullie leren. Als je niet in praktijk brengt wat je leert, dan ben je een huichelaar. Niets
anders heeft hij gezegd. Verwezenlijking van de Thora heeft hij gezegd, dat de mens
doordrongen moet worden van de Thora, helemaal week moet worden van de Thora.
Alles wat we leren met zoveel woorden en logica moet stap voor stap vloeiend worden bij ons.
De plaats binnen de jessod moet als een waterput worden. Levend water moet uit jouw jessod
komen en heel jouw leven, heel jouw lichaam vullen. Dat is de hele bedoeling. De hele Thora is
levend organisme. Van jouw leren moet het gaan borrelen in jezelf, dat je de Thora vervult.
Jesjoea zegt: wat jullie willen dat anderen doen, moet je ook doen aan anderen. Dat is één zin.
Alles is subliem. De Thora samengevat in één zin. Als men met de dag niet dichterbij komt
met… Er zijn zoveel uitspraken van hem die ons innerlijk uit verschillende hoeken aanpakt… Als
je niet dichtbij deze vervulling van Thora komt… Hij heeft het over de vervulling van de Thora.
Niemand heeft de Thora vervult. Alleen Jesjoea heeft de Thora vervult. Alleen van hem kunnen
we de Thora leren, de vervulling van de Thora opnemen alleen in de pure vorm, dat we het gaan
leven i.p.v. wat zij leren, 20, 100 x hetzelfde leren, alleen om te onthouden. Op de
Talmoedacademie zegt de rabbi dan vol trots: het staat in het boek. Jermiejahoe deel dat en vers
dat… Hij weet precies waar het staat, maar doen wat er staat… Helpt dat? Je kan het duizenden
keren leren en het helpt voor geen millimeter als je het niet tot vervulling brengt. Vervulling is
dat je het niet alleen met jouw hoofd, boven de chaze, met handen en voeten doet en je onder de
chaze jouw eigen gang gaat. Zo van: Hasjem is Hasjem, heeft Zijn eigen territorium en ik heb
ook mijn eigen territorium. Je moet niet je eigen territorium behouden, maar één territorium
maken, zoals Jesjoea deed. Jesjoea maakte één territorium, boven en onder de chaze in absolute
verbinding. Zo moeten wij ook doen. Alleen dat brengt vervulling aan de mens. Boven en onder
de chaze moet je als één zien ondanks dat je voelt dat onder de chaze, onder de taboer, nog zware
dingen zitten die je nog niet hebt uitgedund. Werk daar steeds aan. Er aan werken is een zekere
opoffering van de wens om te ontvangen voor jezelf voor de wens om te geven. Alleen dan laat je
het licht onder de chaze komen via de middelste lijn. Zonder opoffering kan dat niet. Jesjoea
vertelt dat ons. Kijk naar het voorbeeld van Jesjoea. Zonder opoffering kan je niet tot het eeuwige
leven komen.
Als je weet dat opoffering dat je doet, dat gevoel van pijn, leed dat deze opoffering ons geeft,
eigenlijk een muggenbeet is, t.o.v. wat daartegenover staat… Het is onbeschrijfelijk wat een
mens kan ervaren, praktisch, in dit leven. Als je met de dag een beetje leert om een stukje van je
wens om voor jezelf te ontvangen op te offeren… Niets verdwijnt in het geestelijke, jouw wens
blijft in jezelf voortbestaan. Tot je laatste snik zal je kijken naar een mens buiten je, soms dit
soms… je zal nog verlangen hebben om dit te doen en dat te doen… Je begrijpt wel wat ik
bedoel… of je 80 of 90 bent… ook als je niet in staat bent om dat te doen zal je door de
ervaringen die je hebt het verlangen hebben dat te doen, want dat is het wezen van de mens, dat is
onder de chaze. Die verlangens heb je, die zijn van boven gegeven, daar kan je niet aan doen,
maar wat je met die verlangens doet, met die wensen, dat is wat anders. Dat moet je verankeren
en corrigeren door de middelste lijn. Met de dag overwinningen boeken. Elke dag alsof je
opnieuw begint. Blij zijn dat je morgen weer nieuwe uitdagingen krijgt. Samen met het
overwinnen van die uitdagingen krijg je een onbeschrijfelijk gevoel van het geestelijk genot dat
jij nog nooit eerder had ervaren.