Sie sind auf Seite 1von 5

Sociaal recht aantekeningen

Hoofdstuk 1

• Onzelfstandige beroepsbevolking: in dienst van werkgever (3


groepen)
• Private sector: Deel v. onzelfstandige beroepsbevolking dat in de
marktsector werkzaam is.
• Publieke sector: Deel onzelfstandige beroepsbevolking in dienst
van de overheid.
• G- en g- sector: Gepremieerde en gesubsidieerde sector: dat deel
van de beroepsbevolking dat verbonden is aan organisaties en
instellingen die financieel van de overheid afhankelijk zijn.
• Zelfstandige beroepsbevolking: niet onderworpen aan opdrachten
van anderen.
• Sociaal recht: onzelfstandige beroepsbevolking
• Rechtspositie van publieke, private en g- en g- sector is anders.

Rechtsbronnen -> werkgever en werknemer

• Rechtsbronnen
o Arbeidsovereenkomstenrecht
 Boek 7 bijzondere overeenkomsten, titel 10
 Wet flexibiliteit en zekerheid: wet sinds 1999 om
werkgevers zodat zei flexibeler en slagvaardiger kunnen
optreden als er gewijzigde marktomstandigheden
voordoen.
o Vermogensrecht in het algemeen
 Arbeidsovereenkomst: obligatoire overeenkomst;
overeenkomst waaruit verbintenissen voortvloeien.
 Verbintenis: rechtsbetrekking tussen minstens 2
personen waarbij de ene partij rechten en de andere
partij plichten heeft.
 Arbeidsovereenkomst wordt gerugsteund door algemeen
vermogensrecht.
 Bijzondere gaat voor algemene.
o Overige wetten met betrekking tot de private sector
 Veel wetten in het leven geroepen die betrekking
hebben op de werknemer in de private sector.
(specifiek)
 Zijn niet geregeld in boek 7 titel 10.
 Inhoud van deze wetten kunnen in strijd zijn met
algemene bepalingen. De specifieke socialenrechterlijke
wetten gaan dan voor de regels van boek 3 en 6 bw
o Jurisprudentie (rechtersrecht)
 Als er geen wetsartikelen voor komen voor bepaalde
gevallen, of onvolledig zijn, vult de recht dit aan. De
rechter vult als ware de wetgever aan.
 Deze gelden voor de private sector.
 Tijdschriften jurisprudentie. (blz18)
o CAO
 Collectieve arbeidsovereenkomst
 Gesloten tussen individuele werkgevers of werkgevers
organisaties enerzijds en vakbonden anderzijds.
 Kan gunstigere bepalingen bevatten dan in de wet.
 Of juist de wet aanvullen
o Verdragen
 Internationaal vlak.
 Een overeenkomst gesloten tussen twee of meer landen.
 EG/EU-Verdrag belangrijke bron van internationaal
(europees) sociaal recht.

• Van dwingen tot aan aanvullend recht


o Werknemer vaak bescherming nodig betreft
arbeidsvoorwaarden.
o Bescherming kwam tot stand door uitvaarding van regels van
dwingend recht
 Mag niet van afgeweken worden of;
 Niet ten nadelen van werknemer
o Aanvullende recht
 Kan ten allen tijde van afgeweken worden mits zij
daartoe overeenstemming bereiken.
o Onderscheiding in het dwingende recht
 Naast het gewone dwingend recht:
1. Dwingend
o Gekenmerkt door sanctie
2. driekwart dwingend recht: Kan afgeweken worden
bij CAO
o Indien CAO nadeliger voor werknemer, gaat
de wet voor.
3. Semi dwingend recht: de werkgever en
werkenemer kunnen individueel van het bepaalde
in de wet afwijken, mits dit maar schriftelijk
plaatsvindt.

De bevoegde rechter
• Welke rechter is bevoegd om een arbeidsrechtelijk geschil te
behandelen?
o Onderscheid in:
 Absolute competentie: welk soort gerecht (rechtbank,
gerechtshof, hoge raad)?
» Rechtbank is onderverdeeld:
o Civiele sector
o Bestuur sector
o Straf sector
o Kanton sector (Sociaal recht!!)
» Behalve bij NV en BV. Directeur word staturair
directeur genoemd. Bestuurder die werkzaam is
voor nv of bv word beslist door civiel sector. (mits
bedrag meer dan 5000 of onbepaald)
 Rechter in eerste aanleg: Absolute rechter.
 Geschil wordt aanhangig gemaakt door dagvaarding
(schriftelijke oproep om voor het gerecht te verschijnen)
» Sociaal recht geld 1 belangrijke uitzondering:
arbeidsovereenkomst beëindigen van de rechter,
niet doormiddel van dagvaarding maar
verzoekschrift.
» Cassatie: na hoger beroep (gerechtshof) in
cassatie gaan (hoge raad)

 Relatieve competentie: Welke van de vele rechters van


een bepaald soort is bevoegd. In welke plaats zal de
zaak aanhaning moeten worden gemaakt?
» Bij vasstellen dat kantonrechter absoluut bevoegd
is, bepalen welke rechter. De relatieve
bevoegdheid.
» Gebieden, arrondissementen genoemd. Deze zijn
weer in 2 of meerdere regio’s verdeeld.
» Plaats waar kantonrechter gevestigd is,
vestigingsplaats.
» De regels omtrent relatieve bevoegdheid van de
kantonrechter luidt nu: bevoegd is de
kantonrechter van;
1. de woonplaats of vestigingsplaats van de
wederpartij, de gedaagde.
2. de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt
verricht

 Bij een kort geding, een snelle procedure betreft


uitspreken van recht in een beding, wordt de rechter een
voorzieningenrechter genoemd.

Das könnte Ihnen auch gefallen