Sie sind auf Seite 1von 21

School voor Journalistiek

Instituut voor Media Faculteit Communicatie en Journalistiek Hogeschool van Utrecht

Cursushandleiding

Studieonderdeel: Studiejaar: Status: Aantal studiepunten: Auteurs: Datum:

Visie 4 verplichte cursus 3 ECTS Carien Touwen november 2010

1 VISIE cursushandleiding

Inhoudsopgave
Inleiding 1. Verantwoording
1.1 Belang voor het beroep 1.2 Samenhang met andere studieonderdelen

3 4

2. Leerdoelen (afgeleid van de kerncompetenties)


2.1 Algemeen 2.2 Specifiek per onderdeel

3. Opbouw van de cursus


3.1 3.2 3.3 3.4 Opzet en werkwijze Werkvormen Deadlines en herkansing Studiepunten en studiebelasting

4. Leermiddelen 5. Toetsing
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 Toetsvormen Beoordelingscriteria Plan van Aanpak Beoordelingscriteria Argumentatieschema Toetscriteria Betoog Porfolio (koppeling aan het eindexamen dossier)

11 12

6. Opdrachten 6.1 Plan van Aanpak 6.2 Het Argumentatieschema 6.3 Het Betoog

13

7. Bijlage : Bronnennotatie

19

2 VISIE cursushandleiding

Inleiding
Journalistiek is meer dan alleen een 'mooi stukje' typen. Je leert in de opleiding ook om kritisch te kijken naar de beroepspraktijk en daarover een mening te vormen en je leert te reflecteren op je eigen rol en functioneren daarin. In deze cursus ga je leren om deze mening uit te werken in een betogende tekst. Voordat je echt kunt beginnen met schrijven zul je eerst je onderwerp goed moeten researchen, veelzijdige en relevante bronnen moeten zoeken en de juist argumenten op een rijtje zetten. In de cursus maak je een plan van aanpak voor je research en een opzet voor je betogende tekst. Er worden een paar colleges aangeboden om je te helpen een goede argumentatie op te bouwen en een werkbare structuur in je tekst aan te brengen. Daarnaast werk je samen met medestudenten in zogenaamde intervisie groepen waar jullie elkaar feedback geven. De docenten beoordelen tussenproducten zoals een plan van aanpak. Je visie, een betogende tekst, vormt de toets van deze cursus en daarop word je dus beoordeeld. De visie maakt een verplicht onderdeel uit van je eindexamendossier. Het is dus ook de bedoeling dat je tijdens je eindexamengesprek met een docent en iemand uit de beroepspraktijk in gesprek gaat over jou visie en dus ook mondeling je stelling kunt verdedigen. De visie zelf is dan al beoordeeld als studieonderdeel, deze verdediging wordt getoetst in het eindexamengesprek.

3 VISIE cursushandleiding

1. Verantwoording
1.1 Belang voor het beroep
De beroepspraktijk verwacht van journalisten niet alleen dat ze het nieuws brengen en mooie verhalen maken, maar ook dat ze een visie hebben op hun vak en het eigen functioneren daarbinnen. Met andere woorden professionele journalisten hebben een kritische blik en kunnen reflecteren op de ontwikkelingen binnen hun vak. De betogende tekst die je maakt in de cursus Visie kan gezien worden als een sluitstuk van de hele opleiding tot journalist. De journalistiek en het medialandschap zijn voortdurend in beweging. Als beroepsbeoefenaar wordt van je verwacht dat je ook in staat bent om actief aan de ontwikkeling van je professie bij te dragen. Een van de manieren waarop dit gebeurt is door het meedenken en meepraten over je vak en je mening -voorzien van steekhoudende argumenten- kenbaar kunt maken.

1.2 Samenhang met andere studieonderdelen


Het schrijven van een betogende tekst over een actueel onderwerp uit de beroepspraktijk is niet voor niets een van de laatste onderdelen die je voor je opleiding tot journalist moet afronden. Op diverse plaatsen en in verschillende cursussen is je in de loop van vier jaar gevraagd te reflecteren op zowel de journalistieke beroepspraktijk, als op jou eigen positie daarin. In redacties wordt bovendien ook veel aandacht besteed aan de specifieke problemen en actuele discussies in specifieke velden van de beroepspraktijk. Ook op je stages ben je regelmatig in aanraking gekomen met het vak journalistiek. Nu je op de drempel van de beroepspraktijk staat is het tijd dat je zelf laat zien dat je over een bepaalde kwestie een mening hebt en die ook kunt beargumenteren. In feite laat je zien dat je een professionele gesprekspartner bent voor je collega journalisten en dat je weet wat er speelt.

4 VISIE cursushandleiding

2. Leerdoelen
(afgeleid van de kerncompetenties, zie nummer tussen haakjes en bijlage achterin)

2.1 Algemeen
Veel journalistieke competenties die je nodig hebt voor het schrijven van een betogende tekst, zoals het vaststellen van een goed onderwerp en degelijk onderzoek doen zijn al eerder in andere cursussen getoetst. Ze zijn natuurlijk wel van belang en daarom staan ze uitgewerkt in de paragraaf met specifieke leerdoelen. Hieronder zijn vooral de competenties genoemd die uniek zijn voor deze cursus, en op deze manier meestal voor het eerst, worden getoetst. Competentie zes : Een ethisch-kritisch oordeel formuleren over journalistieke
producten en de beroepspraktijk

Je bent op de hoogte van kwaliteitsnormen, ethische kwesties en ontwikkelingen in de journalistiek Je bent in staat ethisch en kritisch te handelen en een eigen visie te geven op de (toekomst van ) de
beroepspraktijk en de rol van die beroepspraktijk in belangrijke maatschappelijke kwesties

Je bent in staat werkgedrag en productie zelfstandig kritisch te evalueren, af te wegen en een


gefundeerd oordeel geven Je bent in staat je visie/ mening te beargumenteren Competentie zeven : Reflecteren op de eigen ontwikkeling als professional

Je kunt reflecteren op je eigen functioneren als professional


Je kunt verantwoording afleggen over de efficiency en effectiviteit van je eigen professioneel handelen

2.2 Specifiek per onderdeel


In het eerste deel van de cursus staan het vaststellen, onderzoeken en analyseren van een onderwerp centraal. Als ook het opstellen van een uitvoerbaar plan van aanpak voor het schrijven van je betoog. Dit plan van aanpak vormt in de cursus een tussenproduct waarop je geen cijfer krijgt, maar een positieve of negatieve beoordeling om verder te gaan naar het tweede deel. In feite zijn de competenties die je nodig hebt voor dit eerste deel al eerder in de opleiding getoetst en beheers je die al. De competenties in het tweede deel, het daadwerkelijk schrijven van een betoog, zijn nog niet eerder op deze manier getoetst en op grond van deze competenties vindt dan ook je eindbeoordeling plaats.

A. Research en plan van aanpak 5 VISIE cursushandleiding

1. Onderwerpkeuze en analyse
Een goed onderwerp is inhoudelijk een uiting van de volgende competenties * maatschappelijke ontwikkelingen in binnen- en buitenland kunnen duiden (1) * inzicht in de rol van de media in de maatschappij (1) * een onafhankelijke en kritische blik op de beroepspraktijk (1) * kennis van kwaliteitsnormen, ethische kwesties en ontwikkelingen in de beroepspraktijk (6) Research De resultaten van je research werk je bij voorkeur per W uit en zijn voorzien van verwijzing naar relevante bronnen. Je gebruikt daarvoor de richtlijnen voor een bronnenlijst zoals je die bij Research hebt geleerd (zie bijlage). Je geeft blijk de volgende competenties te beheersen: * je kunt hoofd- en bijzaken onderscheiden (1) * je bent in staat diepgaand research te doen naar een onderwerp (2) * je bent in staat relevante informatie te verzamelen, zonodig ook in het Engels (2) * je bent in staat veelzijdige bronnen te gebruiken zoals dat is geleerd in Research (2) * je hebt een professionele werkhouding ten aanzien van bronnen (2) * je weet wat er speelt in de journalistiek, welke organisaties van belang zijn en wie de hoofdrolspelers zijn (5) * je bent in staat een netwerk op te bouwen en te gebruiken (4) * je bent in staat een tekst in foutloos Nederlands te schrijven (3)

2. Plan van aanpak


Het plan van aanpak is de uitwerking van de bovenstaande twee onderdelen (zie format in de bijlage). Naar aanleiding van je research en analyse vorm je jouw mening over het onderwerp. Je verwoordt deze mening in de vorm van een stelling. Je selecteert aan de hand van je research verschillende argumenten om je betoog mee op te bouwen (zie analyseformulier) Met een goed werkplan en de bespreking hiervan met collega-studenten en docenten, geef je er blijk van ook de volgende competenties te beheersen:. * een werkplan maken met een planning (1) * verantwoording afleggen over efficiency en effectiviteit van je eigen professioneel handelen (7) * je kunt kritiek van docenten en collegas verwerken (4) * je bent zelf in staat anderen op gepaste wijze kritiek en feedback te geven (4) * je bent in staat een eigen visie te geven op de (toekomst van ) de beroepspraktijk en de rol van die beroepspraktijk in belangrijke maatschappelijke kwesties (6)

B. Het schrijven van een betoog De meeste journalistieke genres hebben tot doel het publiek te informeren zodat het zelf een mening kan vormen. De journalistiek kent echter ook betogende genres zoals de nieuwsanalyse, de recensie, het opiniestuk en de column. In deze betogen wil de journalist het publiek overtuigen door een probleem of trend te analyseren, een helder standpunt in te nemen en voldoende argumenten te leveren. Soms doet de journalist ook aanbevelingen voor een mogelijke oplossing. In je betoog geef je er blijk van de volgende competenties te beheersen:

6 VISIE cursushandleiding

* je kunt hoofd- en bijzaken onderscheiden (1) * je toont inzicht in de rol van de media in de maatschappij (1) * je hebt een onafhankelijke en kritische blik op de beroepspraktijk (1) * je bent in staat een tekst in foutloos Nederlands te schrijven (3) * je bent op de hoogte van kwaliteitsnormen, ethische kwesties en ontwikkelingen in de journalistiek (6) * je bent in staat een eigen visie te geven op de (toekomst van ) de beroepspraktijk en de rol van die beroepspraktijk in belangrijke maatschappelijke kwesties(6) * je bent in staat je visie/ mening te beargumenteren (6) * je kunt reflecteren op je eigen functioneren als professional en je rol in de beroepspraktijk (7)

7 VISIE cursushandleiding

3. Opbouw van de cursus


3.1 Opzet en Werkwijze
In deze module krijg je te maken met drie vormen van onderwijs (zie schema volgende bladzijde). In de eerste plaats zijn er vier inhoudelijke hoorcolleges over het vaststellen en onderzoeken van een goed onderwerp, argumenteren en het opbouwen en schrijven van een betoog. Deels sluiten deze hoorcolleges aan bij eerder onderwijs waarin je al journalistieke vaardigheden hebt geleerd. Je gaat deze vaardigheden nu leren toepassen ten behoeve van een goed beargumenteerd betoog. Aan de andere kant zul je nieuwe competenties verwerven. Naast de hoorcolleges neem je deel in zogenaamde werkgroepen van ongeveer 14-16 studenten waarin je onder begeleiding van een docent toewerkt naar een betogend artikel (de Visie voor ouderejaars studenten die nog bekend zijn met de terminologie van voorgaande jaren). In de loop van de cursus zijn er drie vaste bijeenkomsten waarin je met elkaar van gedachten wisselt over je onderwerp en je aanpak, en de eerste versie van je betoog. Je geeft elkaar feedback en gaat zelf met de feedback aan de slag. De docent is als begeleider/coach aanwezig bij deze bijeenkomsten. Tussentijdse opdrachten worden door de docent beoordeeld en met je besproken. Daarnaast organiseer je zelf samen met drie of vier andere studenten een zogenaamde intervisiegroep. Via mail, sociale netwerken en fysieke ontmoetingen geven jullie elkaar tussentijds feedback bij het zoeken van een goed onderwerp, het opstellen van je plan van aanpak en uiteindelijk ook je geschreven betoog. Het staat jullie vrij elkaar zo vaak te spreken en elkaar om advies en feedback te vragen als jullie zelf nodig vinden. Hoe beter je dit regelt hoe meer profijt je hebt van elkaars aanwijzingen en hoe beter het eindproduct wordt dat je inlevert. Het eindproduct, je betoog, is een vast onderdeel van je afstudeerdossier. Het is dus ook de bedoeling dat je in het eindgesprek (je afstudeermoment in feite) je visie/mening kunt verdedigen tegenover iemand uit de beroepspraktijk. Dit onderdeel valt echter onder het studieloopbaantraject waarin je je eindgesprek voorbereidt.

3.2 Werkvormen
De werkcolleges vinden plaats op de dag na het hoorcollege. Bereid dus ook het hoorcollege goed voor want in de werkgroepen wordt direct doorgegaan op de behandelde stof. De eerste werkgroepbijeenkomst (week 1) is bedoeld om met elkaar en de docent kennis te maken en wat praktische zaken te regelen zoals de samenstelling van de intervisiegroepen. Verder wordt deze les besteed aan orintatie op goede onderwerpen voor je betoog en het zoeken naar adequate bronnen. De tweede werkgroepbijeenkomst (week 3) staat in het teken van het Plan van Aanpak. Voor het schrijven van je betoog en de research die daaraan vooraf gaat stel je een soort werkplan op. De definitieve versie van dit werkplan moet je in week 4 inleveren bij de docent. Tot die tijd werk je aan je Plan van Aanpak (zie hoofstuk 6 voor eisen), bespreekt dit in je intervisiegroep en verbetert het steeds. In de tweede werkgroepbijeenkomst koppelen de diverse intervisiegroepen terug wat ze hebben gedaan en hoe ver iedereen is met zijn eigen Plan van Aanpak. Daarna heb je nog een paar dagen de tijd om je Plan van Aanpak helemaal compleet te maken en in te leveren.

8 VISIE cursushandleiding

Planning Visie Periode 3, 2010-2011


Week Hoorcollege 1 Inleiding Onderwerpen voor een betoog Sandra van Dillen Peter Verweij Onderwerpen voor een Betoog 2 Research en Bronnen Peter Verweij 3 Argumenteren K R O K U S 4 Schrijven Betoog Sandra van Dillen 5 6 7 8 9

Docent(en)

Sandra van Dillen Plan van Aanpak

Werkcollege

Intervisie

Individueel en in Intervisiegroep werken aan eigen Plan van Aanpak (research)

V A K A N T I E

Argumentatie structuur

Betoog 1e versie (indiv)

Inleveren Eindversie Betoog

Individueel en in intervisiegroep uitwerken van een Betoog (schrijven)

Deadlines periode 3, 2010-2011


1a 1b 2 3a 3b Eerste versie Plan van Aanpak Intervisie groepsverslag Plan van Aanpak Argumentatiestructuur Eerste versie Betoog Definitieve versie Betoog Donderdag 17 februari, 18h tijdens werkgroepbijeenkomst Maandag 28 februari, 12h in het postvak van de docent Donderdag 10 maart, 18h tijdens de werkgroepbijeenkomst Donderdag 17 maart, voor 18h in postvak van de docent Maandag 4 april, 12h in het postvak van de docent

9 VISIE cursushandleiding

De volgende fase is het schrijven van je betoog. Daarmee kun je starten zodra je je Plan van Aanpak hebt ingeleverd (week 4). Je krijgt aan het begin van week 5 van je docent ook nog formeel groen of rood licht voor het schrijven van je betoog. In de meeste gevallen zal dit geen probleem opleveren omdat je in je intervisiegroep al veel feedback hebt gekregen en gegeven en inmiddels weet hoe een goed en haalbaar Plan van Aanpak er uit moet zien. Maar in het geval dat je toch iets inlevert dat onder de maat is, krijg je te horen dat je niet met het schrijven kunt beginnen. Dit leidt er meestal toe dat je het vak niet haalt want in die fase nog een nieuw Plan van Aanpak maken of een nieuw onderwerp zoeken en researchen gaat ten koste van je schrijftijd en de rest van je studiegenoten gaan in de intervisiegroepen gewoon verder. De voorbereiding op het schrijven doe je met behulp van een Argumentatiestructuur (zie hoofdstuk 6). Je bespreekt de voortgang in je intervisiegroep. In de derde werkgroepbijeenkomst (week 5) zorg je dat je een gedetailleerd Argumentatiestructuur (zie opdracht 6.2) hebt, dat je ook al in je intervisiegroep hebt voorbesproken en verbeterd. In de werkgroepbijeenkomst krijg je commentaar van de docent en van andere groepen. Nu kun je met het schrijven van je Betoog beginnen. De volgende week lever je je eerste versie van je Betoog in. Je levert een versie in die volgens jou eigenlijk al bijna goed is. Dus denk niet dat het gaat om een conceptversie, schrijf het alsof het je definitieve versie zou zijn. Dus werk het ook netjes uit. Dan zijn er altijd nog meer dan genoeg punten op de i te zetten en daarvoor is maar beperkt tijd. Voor grote ingrepen in je betoog is geen tijd meer dan.

3.3 Deadlines en Herkansing


Deel 1: De eerste versie van je Plan van Aanpak neem je mee naar de tweede werkgroepbijeenkomst (week 3), daar wordt het besproken en krijg je commentaar. Hoe je dit Plan van Aanpak moet opstellen staat nauwkeurig beschreven in hoofdstuk 6, inclusief het format waar het aan moet voldoen. Na de feedback in de werkgroepbijeenkomst heb je dan nog een paar dagen om het te verbeteren. De definitieve versie lever je, maandag in week 4 in, voor 12h, in het postvak van de docent, dus een geprinte versie. Voor vrijdag 12h in week 4 krijg je via de email van de docent groen/rood licht voor het schrijven van je betoog. Je opdracht vindt je daarna in je postvak voorzien van commentaar. In je intervisie groep ga je nu verder met het voorbereiden van je Betoog. Daarvoor gebruik je de Argumentatiestructuuur zoals die in het hoorcollege is uitgelegd en in de opdacht (hoofstuk 6) is opgenomen. Deel 2: Op de laatste werkgroepbijeenkomst (week 5) bespreek je met elkaar de ingevulde argumentatiestructuren en krijg je van de docent individueel of als intervisiegroep commentaar. Je kunt nu aan de slag met het schrijven van je Betoog. Een eerste versie lever je in week 6 in. Bespreking vindt plaats in week 7, individueel. De docent plant de individuele gesprekken in overleg met jullie in, dit kan ook op een ander tijdstip dan de werkgroepbijeenkomst zijn, maar wel in diezelfde week, hou daar rekening mee. Eindversie van je betoog lever je, maandag in week 9 in, weer voor 12h in het postvak van de docent. De docent zal je betoog uiterlijk aan het eind van week 10 hebben nagekeken. De

10 VISIE cursushandleiding

cijfers worden ingevoerd in Osiris en je krijgt het werk terug via je postvak, met daarbij een beoordelingsformulier met feedback. Herkansing: Wanneer je een onvoldoende scoort op je Betoog ben je gezakt en aangewezen op herkansing. Hiervoor hoef/mag je niet meer opnieuw onderwijs (te) volgen. Je levert in de direct opvolgende periode in week 9 een nieuw Betoog in, over een nieuw onderwerp. Vermeld bij het inleveren van je Betoog dat het om herkansing gaat. Vergeet ook niet je in te schrijven voor herkansing bij het FBO.

3.4 Studiepunten en studiebelastingsuren


Voor deze cursus krijg je 3 ECTS, dat staat gelijk aan een studiebelasting van 84 uur. Deze cursus volg je als lintmodule naast je reguliere onderwijs in redactie of stage. We verwachten dat je als vierdejaars een realistische studieplanning kunt maken en niet in tijdnood komt. Met name studenten die deze cursus in periode 4, vlak voor hun afstuderen volgen, moeten er rekening mee houden dat alle vertraging betekent dat je niet op tijd kunt afstuderen en je moet inschrijven voor een nieuw studiejaar in september. Onderdeel Hoorcollege Werkgroep Intervisiegroep Opdrachten Totaal Contacttijd 8 6 nvt nvt 14 Eigen inzet 8 6 56 70 Totaal 16 12 56 84

4. Leermiddelen
Schrijven van Betogen Willem Koetsenruijter en Pauline Slot Wolters Noordhoff, 2003 Prijs: 23,90 Cursushandleiding Visie (reader) Carien Touwen (red.) FCJ, 2010 (zie cursuspagina op Sharepoint).

11 VISIE cursushandleiding

5. Beoordeling en Toetsing
5.1 Toetsvormen
Het betoog dat je schrijft vormt de eindtoets van deze cursus. Tussentijds maak je een Plan van Aanpak dat door de docent wordt beoordeeld. Dit is een normatieve toetsing, dat wil zeggen dat je Plan van Aanpak voldoende moet zijn beoordeeld om te kunnen starten met het schrijven van je betoog. Het spreekt vanzelf dat alle producten in foutloos Nederlands worden geschreven, voorzien zijn van je naam, netjes zijn uitgewerkt (paginanummers enz) en op tijd (deadline) worden ingeleverd. Herkansing is beschreven in hoofdstuk 3.

5.2. Beoordelingscriteria Plan van Aanpak


a. b. c. d. e. f. g. h. i. Je Plan van Aanpak wordt beoordeeld op de volgende punten uitwerking volgens het voorgeschreven format beschrijving van het onderwerp is SMART toelichting op je onderwerp aan de hand van de 6 Ws een bronnendossier volgens de voorgeschreven notitie (zie bijlage) een lijst van gevarieerde en betrouwbare bronnen je stelling in hooguit twee zinnen geformuleerd een lijst van argumenten voor en tegen je beoogde publiek/doelgroep is benoemd en toegelicht een realistische planning voor het researchen en schrijven van je betoog

5.3. Beoordelingscriteria Argumentatieschema


a. b. c. Je Argumentatieschema wordt beoordeeld op de volgende punten uitgewerkt volgens het format in de literatuur correcte invulling van alle onderdelen van het schema voorzien van naam, studentnummer en docentnaam

5.4 Toetscriteria Betoog


Je betoog bevat de volgende aspecten waarop je wordt beoordeeld. b. een actueel onderwerp over een probleem of trend in de journalistiek c. een heldere toelichting op je onderwerp, waarin je het onderwerp in een maatschappelijke context plaatst c. jouw mening over dit actuele onderwerp d. argumenten die je mening ondersteunen e. tegenargumenten die je weerlegt in je betoog f. een heldere inleiding en conclusie g. een goede structuur zoals beschreven in de literatuur bij deze cursus h. een correcte bronnenlijst volgens het voorgeschreven format i. bronnen, zowel schriftelijk als mondeling, die jouw argumenten en tegenargumenten ondersteunen en/of illustreren j. lengte 2000-2500 woorden k. de opgegeven deadline

5.3 Portfolio

Je betoog vormt een verplicht onderdeel van je afstudeerdossier. 12 VISIE cursushandleiding

6. Opdrachten
In de cursus Visie worden drie opdrachten gemaakt: een plan van aanpak, een argumentatieschema en het betoog oftewel de visie. Kijk in het schema wanneer wat ingeleverd dient te worden.

6.1 Plan van Aanpak


1.
2. 3. Het plan van aanpak bevat de volgende vijf onderdelen: Onderwerp en Toelichting Research en Bronnendossier Stelling en overzicht van Argumenten voor/tegen Doelgroep en Genre Planning (zowel in tijd als inhoudelijk) * Vergeet niet een voorblad, inhoudsopgave en paginanummering ! Je werkt vanaf de eerste week individueel aan je Plan van Aanpak. In de intervisiegroep bespreek je je plan met anderen en geef je anderen feedback op hun plannen. In de derde week wordt er bovendien in de werkgroepbijeenkomst aandacht besteeed aan jullie plannen. Op maandag in week 4 is je Plan van Aanpak af en lever je het in bij de docent, aan het eind van de week hoor je dan of het goed is en of je verder kunt met het schrijven van je betoog. Het plan van aanpak stel je op volgens het format. Hieronder een toelichting per onderdeel en een uitgewerkt voorbeeld ter inspiratie. Het onderwerp en de toelichting Het is de bedoeling dat je een betoog schrijft over een journalistieke kwestie of ontwikkeling. Het gaat dus niet om een allesomvattende visie op de journalistiek, maar om een (hanteerbaar) onderdeel. Zoek daarom een onderwerp waar je je op de een of andere manier betrokken bij voelt. Niets is erger voor een betoog dan een onderwerp waar je niets bij voelt, waar je niks mee hebt. Zoek dus iets waar je je over opwindt, waar je je aan ergert, waar je je mee verbonden voelt, waar je kritiek op hebt, iets wat je leuk vindt, wat je bewondert of juist iets wat je zou willen verbeteren. Zoek ook iets waarover duidelijk verschil van mening bestaat binnen de journalistiek. In de eerste werkgroepbijeenkomst ga je hiermee aan de slag. Je onderwerp moet niet te breed of smal zijn. Het eerste is vaker het geval dan het tweede, probeer te focussen en niet alles te willen vertellen. Je research zal je ook helpen om je onderwerp beter af te bakenen en uiteindelijk een mening te vormen over een klein onderdeel of aspect van je onderwerp. Over het algemeen zou je kunnen stellen dat een onderwerp te breed is als het alleen over algemeenheden gaat, als er open deuren worden ingetrapt en je niet heel gericht aanbevelingen zou kunnen doen. De kwaliteit van de Nederlandse publieke omroep is slecht.is zon veel te brede stelling. Net als De media moeten toegankelijker zijn voor

4.
5.

13 VISIE cursushandleiding

senioren. Een onderwerp is te smal wanneer het omgekeerde het geval is en er geen link gelegd kan worden naar een algemeen thema. Een pleidooi voor de verbetering van de eindredactie van het schaakblad 'Aan Zet!' heeft geen bredere strekking, tenzij je er conclusies uit kunt trekken voor de manier waarop de eindredactie van dit soort (vak/amateur-?) bladen verbeterd zou kunnen worden. Doorgaans ga je in een betoog vanuit een concrete situatie, probleem of ontwikkeling terug naar de fundamentele waarden. Het onderwerp van je betoog (een probleem of trend in de beroepspraktijk) definieer je in maximaal twee zinnen in foutloos Nederlands. Om na te gaan of dit een goed onderwerp is bekijk je of het SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) is. Op deze manier baken je dus ook gelijk je onderwerp af als het te breed is, weet je of je voldoende informatie kunt vinden en of je hier wel een gefundeerd betoog over kunt schrijven. In een toelichting op je onderwerp (maximaal een halve pagina) schets je de aanleiding en context. Denk hierbij zowel aan de beroepsrelevante context als de meer algemene maatschappelijke context. Let op: je onderwerp is nog geen stelling, het is de vaststelling van een probleem of trend in de beroepspraktijk die vervolgens onderzocht en geanalyseerd moet worden zodat je je een eigen, afgewogen mening kunt vormen. Het is bij voorkeur een probleem dat controversieel is of een trend die actueel en significant is. Dit betekent dat er nog geen algemeen geldende mening over is in de beroepspraktijk. Door een controversile kwestie te kiezen geeft je inzicht in competentie 6.

Voorbeeld van een goed onderwerp


Doordat er steeds meer onjuistheden in gedrukte media in Nederland staan wordt de geloofwaardigheid van de journalistiek bedreigd. Is het onderwerp SMART? S : het gaat alleen over gedrukte media in Nederland, en over de fouten die daarin staan M : uit ander /eigen onderzoek is vast te stellen of er meer fouten zijn, of de geloofwaardigheid afneemt A : deze stelling is acceptabel omdat het aan een belangrijke peiler van de beroepspraktijk raakt, namelijk de geloofwaardigheid R : het is haalbaar om de vereiste gegevens te verzamelen, het vereist geen langdurig eigen onderzoek T : het is een actueel probleem en er is een afgebakende tijdsperiode mogelijk Kortom dit is een goed onderwerp om verder te onderzoeken en een eigen mening over te vormen.

Research en bronnendossier Nu je een goed onderwerp hebt gekozen is het belangrijk om dit onderwerp te onderzoeken. Op deze manier krijg je een beeld van de verschillende aspecten van het onderwerp en kun je zelf een onderdeel of invalshoek kiezen waarop je je richt. In je research verzamel je ook allerlei feitelijke informatie en meningen zodat je zelf gaandeweg je eigen mening kunt vormen. In feite ga je tijdens je research steeds verder inzoomen naar je eigen standpunt. Het onderzoeken van je onderwerp doe je aan de hand van de zes Ws. Zo werk je ook je bronnendossier uit. Vat per W samen wat je hebt gevonden aan informatie hierover en waar

14 VISIE cursushandleiding

je dit hebt gevonden. Vermeld niet alleen de keuzes die je uiteindelijk maakt, maar laat ook zien dat je het onderwerp breed hebt onderzocht, het is dan voor je medestudenten in de intervisiegroep en de docent na te gaan of je geen zaken over het hoofd hebt gezien en of je een afgewogen keuze hebt gemaakt voor een bepaalde invalshoek. Maak gebruik van het format voor een bronnennotatie zoals dat op de School voor

15 VISIE cursushandleiding

Journalistiek wordt gehanteerd (zie bijlage). Probeer ook bij het verzamelen en selecteren van je informatie SMART te werk te gaan.

Voorbeeld van research over het onderwerp in de vorige box


Doordat er meer onjuistheden in gedrukte media in Nederland staan wordt de geloofwaardigheid van de journalistiek bedreigd. Voor wie is het een probleem? de maatschappij, de abonnee, de beroepspraktijk enzovoorts maak een keuze uit de verschillende doelgroepen die betrokken zijn bij het probleem, zo baken je af en kies je een invalshoek, geef ook een goede beschrijving van je doelgroep, want die kan op zich ook weer heel divers zijn. Hoe specifieker je definieert, hoe helderder je argumenten en je betoog straks worden. En je bespaart jezelf heel wat tijd aan onnodige research. Wat is het probleem? de achteruitgang van de geloofwaardigheid van de journalistiek door de toename van onjuistheden dit is nog heel algemeen, onderzoek wat onjuistheden nou zijn (daar is heel wat literatuur over te vinden), welke soorten zijn er, hebben ze verschillende gevolgen. Wat zijn nou journalistieke producties, wil je een uitspraak doen in het algemeen of juist over zoiets specifieks als fouten in columns of manipulaties van fotos. Onderzoek ook of het wel zo is dat de geloofwaardigheid achteruit gaat, blijkt dit uit onderzoek, wat is nou geloofwaardigheid, waarom is het belangrijk Waar doet het probleem zich voor? in de gedrukte media in Nederland maak een keuze uit de gedrukte media, wil je het over kranten gaan hebben of tijdschriften, of nog iets anders, of juist wel algemeen over gedrukte media maar dan moet je wel aannemelijk maken waarom Waarom is het een probleem? omdat de beroepspraktijk een slechte naam krijgt, omdat de samenleving wordt ontwricht, omdat de democratie wordt bedreigd enz maak een keuze uit de gevolgen van dit probleem want je kunt niet overal een mening over hebben, hou daarbij in het oog dat je je betoog vooral schrijft als professional in de journalistiek, dus zoek een gevolg dat nauw raakt aan de beroepspraktijk Wanneer doet het probleem zich voor? de laatste vijf jaar kies een tijdsperiode voor je onderzoek die ook relevant is voor wat je wilt betogen. Door research kom je erachter wanneer de door jou gesignaleerde problemen zich zijn gaan voordoen. Je komt misschien ook onderzoek van anderen tegen dat je kunt gebruiken, ook daarin is altijd binnen een bepaalde tijdsperiode gekeken, sluit daarbij aan anders moet je weer eigen onderzoek gaan doen of heb je onvoldoende feitelijke argumenten Waardoor doet het probleem zich voor? de financile positie van veel media is de oorzaak, de organisatiestructuur op redacties, het opleidingsniveau van jonge journalisten. Ook hier: onderzoek de oorzaken van het probleem en maak een keuze. Het onderzoeken van de oorzaken helpt je ook om naast een eigen mening misschien ook een oplossing te formuleren. Dit kan een afsluitend onderdeel van je betoog zijn: aanbevelingen naar aanleiding van je conclusie. Kortom dit is een goed onderwerp om verder te onderzoeken en een eigen mening over te vormen.

Stelling en Argumenten

16 VISIE cursushandleiding

Inmiddels heb je een goed beeld van je onderwerp en heb je langzamerhand je keuzes gemaakt en je mening gevormd. Vat deze mening nu samen in een bondig en helder standpunt, uiteraard geformuleerd in foutloos Nederlands. Probeer het standpunt in een zin te formuleren, hooguit met n bijzin ter aanvulling. Controleer of je standpunt SMART is geformuleerd. Maak op grond van je research een overzicht van alle argumenten voor en tegen: maak een lijstje (argument 1, argument 2, argument 3 enzovoort). Denk ook na over de tegenargumenten en zet die bijeen. Deze argumenten ga je verder uitwerken in een tweede opdracht: het argumentatieschema. We maken hiervoor gebruik van Rationale: een programma voor redeneren en betogen van de methodiek Kritisch Denken (op alle pcs van de FCJ genstalleerd). Tips: Kijk of je steeds tussen stelling en argument het woordje want kunt denken. Een argument geeft een reden waarom je achter je standpunt/mening staat. Bekijk goed of sommige argumenten niet te veel op hetzelfde neerkomen en zet bij elkaar wat bij elkaar hoort. In een helder opgebouwd betoog kun je het beste de topische zinnen gebruiken om je argumenten te presenteren. Het gaat wel om jouw persoonlijke mening, maar om die goed te kunnen onderbouwen heb je wel degelijk feitelijke gegevens en bronnen nodig. Jouw vermoedens of intuties vormen geen goede argumentatie en ook de meningen van anderen moet je wel als meningen presenteren en niet als feiten. Let op of je conclusie nog wel overeenkomt met je stelling. Geef zo nodig een aanbeveling in je conclusie.

Standpunten voor een betoog of visie


De afgelopen vijf jaar komen er steeds meer onjuistheden in de nieuwsberichten van regionale kranten; dit ondermijnt de democratie omdat burgers slecht genformeerd worden. Doordat kranten bezuinigen op eindredactie komen er steeds meer fouten in nieuwsberichten en neemt de geloofwaardigheid van de journalistiek af. De snelheid van nieuws op internet ondermijnt de controle van feiten op reguliere nieuwsredacties van nationale kranten.

Doelgroep en Medium In je Plan van Aanpak vermeld je ook wie je met je betoog wilt aanspreken. Hoewel je je betogende tekst niet als journalistieke tekst hoeft uit te werken moet je er wel over nadenken tot wie je je richt. Doelgroep gericht schrijven is een belangrijke journalistieke competentie die je inmiddels onder de knie moet hebben. Kortom, met wie, binnen of buiten de beroepspraktijk wil je in discussie, of op wie wil je reageren, aan welke discussie wil je een bijdrage leveren. Geef ook aan in welk medium of via welk platform jouw betoog het best gepubliceerd kan worden.

17 VISIE cursushandleiding

Planning en urenverantwoording Als laatste onderdeel van je Plan van Aanpak neem je een korte planning op. In deze planning geef je kort aan hoe je te werk wilt gaan en hoeveel tijd je daaraan kwijt denkt te zijn en wanneer je wat gaat doen. Wacht niet met het invullen van dit onderdeel tot je je definitieve Plan van Aanpak inlevert, immers het opstellen van dit plan en de research daarvoor zijn deel van je voorbereiding voor het schrijven van een betoog. Als zodanig plan je dit dus al aan het begin van de cursus. In je definitieve Plan van Aanpak zal dit voorbereidende deel meer een urenverantwoording zijn voor wat je al hebt gedaan dan een planning, maar het is wel belangrijk om dit op te nemen zodat je ook weet hoeveel tijd je overal aan besteedt. Vergeet niet ook je hoorcolleges, werkgroepbijeenkomsten en intervisie op te nemen in je planning, het hoort er allemaal bij. In paragraaf 3.4 kun je zien hoe de urenbegroting voor deze cursus er uit ziet en weet je dus ook waar je je op moet richten.

6.2 Het argumentatieschema


Ga zodra je je Plan van Aanpak hebt ingeleverd aan de slag: ga op zoek naar ondersteuning voor je argumenten en vul je argumenten verder aan. Het gaat dus steeds om argumenten vinden, ordenen en beoordelen. Daarvoor zul je schriftelijke en mondelinge bronnen raadplegen. Om het zicht te behouden op welke argumenten en tegenargumenten je al hebt verzameld, zet je alles bijeen in een structuur: je visualiseert de kern van je betoog. Door de argumenten, tegenargumenten, ondersteuningen en bronnen op n pagina bijeen te zetten, kun je de kwaliteit controleren: Heb je voldoende argumenten voor? Heb je ook tegenargumenten? Zijn alle argumenten goed ondersteund? Zijn alle argumenten en ondersteuningen van een bron voorzien? Wat is de kwaliteit van je bronnen? Je kunt een dergelijk schema op de PC maken, maar nog handiger daarvoor is het programma Rationale. Je vindt dat op elke computer op de FCJ genstalleerd maar je kunt het ook voor 2 bij Surfspot aanschaffen. Hierna vind je een voorbeeld van zon argumentatieschema, met de hand gemaakt. In het college krijg je een uitgebreid schema uit Rationale te zien. Zet bovenaan de pagina steeds: Voornaam, achternaam en werkgroepdocent.

18 VISIE cursushandleiding

Nederlandse kranten moeten niet ingaan op de verzoeken om informatie uit het digitale archief aan te passen, verwijderen of te anonimiseren

Het veranderen van informatie uit het digitale archief valt onder geschiedvervalsing.

We leven in een digitale tijdperk

Het verwijderen, aanpassen of anonimiseren van artikelen uit het digitale archief betekent niet direct dat het artikel in zijn oude vorm nergens meer op het internet te vinden is.

In Nederland hebben wij de Vrijheid van Drukpers. Journalisten hebben het recht informatie te openbaren en te verspreiden .

Het maatschappelijk belang gaat voor het persoonlijk belang.

Ten tijde van de publicatie van het artikel was de informatie berust op feiten.

Mensen die volgens eigen zeggen hinder ondervinden door publicatie gaan verzoeken indienen, omdat zij vinden dat zij ook in hun gelijk staan.

Google Catch, blogs, forums, Waybackmachine. Tegenwoordig wordt informatie makkelijk overgenomen en heeft aanpassen dus geen zin, omdat de oude vorm door anderen reeds gekopieerd zijn.

Wij leven in een democratisch land. De vrijheid van drukpers/Vrijheid Meningsuiting is zeer belangrijk voor het in stand houden van onze democratische samenleving.

Een compleet en betrouwbaar archief is belangrijker dan de persoonlijke behoefte. Het maatschappelijke belang is in dit kader een compleet archief.

Van der Linden (ad),Henk Blanken,Rechters

Advies Henk Blanken, Raad voor de journalistiek

Arnoud Engelfriet, Advies Henk Blanken

Grondwet

Raad voor de journalistiek,rechter

Schema van Johanna van Waardenburg, cursus Visie periode 1 2010-21011

6.3 Betoog of visie


Als je argumentatieschema goed in elkaar steekt, is het een kwestie van uitschrijven en andere onderdelen van een betoog toevoegen. Je betoog of visie bestaat uit drie delen: 1) Inleiding: waarin je de aanleiding van je betoog aangeeft, je standpunt noteert (en markeert) en vervolgens de begrippen operationaliseert. 2) Kerndeel: uitschrijven van je argumenten en tegenargumenten en weerleggingen. Je kunt dit ordenen naar voors en tegens maar ook thematisch. 3) Slot: waarin je conclusies trekt en aanbevelingen doet. Uiteraard plan je zo dat er voldoende tijd is voor een stevige revisieronde. Kijk in je boek voor de checklist revisie van een betoog (hoofdstuk 5. Reviseren van een betoog).

19 VISIE cursushandleiding

7. Bronnennotatie (bijlage)
De School voor Journalistiek hanteert de onderstaande richtlijnen voor een bronnendossier. Het format is gebaseerd op richtlijnen voor notatie van publicaties van bibliothecarissen van de NVB en de LWSVO. Dit format is reeds aangereikt tijdens de colleges van Basisresearch in de propedeuse en heb je als het goed is al je hele studietijd gebruikt. Als je nog een keer wilt nazoeken hoe het ook al weer precies zat met bronvermeldingen in een lopende tekst, kijk dan in de handleiding van Basisresearch. Deze staat ook nog op Sharepoint als je hem zelf niet meer hebt. A. Mondelinge bronnen Achternaam, voornaam/voorletters (titel), naam van organisatie of instantie, functie/relatie tot onderwerp. Telefoonnummer/emailadres/adres Gesproken op dd-m-jjj Voorbeeld: Bouchibti, Samira,lid Tweede Kamer voor de PvdA, woordvoerder voor o.m. Grote Stedenbeleid Tel.: 070-3182776, email: S. Bouchibti@tweedekamer.nl Gesproken op 07-07-2007 B. Boeken Achternaam auteur, voornaam/voorletter(s) (jaar van uitgifte). Titel: eventueel subtitel. Plaats uitgever: uitgever. Voorbeeld: Dersjant, Theo (2000), Uit betrouwbare bron. De mooiste missers in de media. Zutphen: Plataan C. Kranten- en tijdschriftartikelen Achternaam auteur, voornaam/voorletter(s), (publicatiedatum). Titel artikel, eventueel subtitel/chapeau. Naam tijdschrift of krant, uitgiftenummer, paginanummer Voorbeeld: Klaver, Marie-Jos (26 maart 2007). Digitale eenheidsworst: gaat de individuele smaak door web 2.0 verloren?. NRC Handelsblad, p. 18. Voorbeeld: Bakker, Alice (juli 2007). Mijn tent is top. Elle, jaargang 34, nr. 7, p. 30.

D.

(digitale) Documenten Achternaam auteur, voornaam/voorletter(s), (publicatiejaar of update). Titel van document of de webpaginas. In geval van digitale bronnen: Uitgebreide url Geraadpleegd op dd-mm-jjjj Voorbeeld document: European Commission (2004). A new partnership for cohesion: convergence, competitiveness, cooperation: Third report on economic and social cohesion.

20 VISIE cursushandleiding

Voorbeeld document op web: Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid (22-022007). Aanpassing regeling inkomen kinderbijslag 1997. http://home.szw.nl/navigatie/dossier/dsp_dossier.cfm?set_id=1458doctype_id=27. Geraadpleegd op 07-07-2007 E. Webpaginas Naam auteur/naam organisatie of instantie, (publicatiedatum of update), Titel van het stuk/de pagina. Uitgebreide url. Zo mogelijk fysiek adres en telefoonnummer van de auteur/organisatie Geraadpleegd op dd-mm-jjjj Voorbeeld: KNMI in De Bilt (zd*). Meteoalarm. http://www.knmi.nl/klimaatveranderin_en_broekaseffect/toekmstig_klimaat/index.html KNMI, WIlhelminalaan 10, 3732 GK De Bilt, te: 030-2206911 Geraadpleegd op 07-07-2007
*) zd betekent zonder datum, hiermee laat je zien dat er geen datum bij stond en dat jij het niet zelf per ongeluk bent vergeten.

F.

Beeld en geluid Achternaam programmamaker, voornaam, (datum eerste uitzending/release/vertoning). Titel en eventueel subtitel. Omroep, kanaal, url Geraadpleegd/gezien op dd-mm-jjjj Voorbeeld: Bergman, Sunny, (8 maart 2007). Beperkt houdbaar. VPRO, Nederland 2 Gezien op 08-03-2007 Voorbeeld: Hollands Next Topmodel (13 maart 2007), RTL5 nl.youtube.com/watch?v=5raL1HD8C5c Geraadpleegd op 07-07-2007

21 VISIE cursushandleiding

Das könnte Ihnen auch gefallen