Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Brochure 260526
Brochure 260526 © copyright Brammer
Hoewel de inhoud van deze prijslijst door ons zorgvuldig werd gecontroleerd kunnen wij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor
eventuele onjuistheden of onvolledigheden. Veranderingen die worden doorgevoerd in het kader van onze politiek, de producten constant te
optimaliseren, behouden wij ons voor. Niets in deze uitgave mag worden gekopieerd zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming.
1.0 Inleiding 2
2.0 Smering 3
2.2 Viscositeit 4
3.0 Smeermiddelkeuze 5
4.1 Toerentalfactor 8
4.3 Viscositeit 10
5.0 Nasmeren 18
5.1 Nasmeerinterval 18
5.2 Nasmeerhoeveelheid 18
1
1.0 INLEIDING
De kern van het Brammer assortiment smeermiddelen wordt gevormd door de pro-
ducten van Klüber, Molykote en Perma. Daarnaast maken ook de lagersmeervetten
van ondermeer SKF, NSK, Timken en Shell deel uit van het programma. De keuze
van het juiste smeermiddel is zeker niet eenvoudig terwijl het toepassen van een
onjuist vet voor een bepaalde toepassing desastreuze gevolgen kan hebben.
Elke toepassing vereist een specifieke methode van smering met het daarbij beho-
rende geschikte smeermiddel. In deze brochure wordt het selectieproces stap voor
stap toegelicht om tot de keuze van de juiste smeermethode en het juiste smeer-
middel te komen.
Bij wentellagers wordt in 90% van alle gevallen vetsmering toegepast, in de overige
10% van de gevallen wordt er voor oliebad, olienevel of olie inspuitsmering gekozen.
Als de constructeur voor oliesmering kiest dan hangen daar onmiddellijk constructie-
technische aanpassingen mee samen. Vanwege de complexheid van deze materie
zal hier in deze brochure summier op worden ingegaan.
De Technische Afdeling van Brammer Nederland is u graag van dienst bij het
selecteren van het juiste smeermiddel en het berekenen van het nasmeer criteria
voor uw specifieke toepassing.
2
2.0 SMERING
Bij de berekening van de lagerlevensduur wordt uitgegaan van een goede smering.
Een direct gevolg van onvoldoende smering zal zijn dat de lagerlevensduur
gereduceerd wordt. Het doel van smering bij wentellagers is het metallische contact
tussen wentellichamen en loopbanen te voorkomen.
Metallisch contact onder belasting veroorzaakt het zogenaamde “koudlassen”
waardoor het materiaal vermoeiingsproces versneld zal worden. Er ontstaan aan-
zienlijke beschadigingen en uitbrokkelingen op de loopbanen en de wentellichamen.
Geen smering heeft een grote adhesieve slijtage als gevolg. Deze situatie dient
uiteraard vermeden te worden.
Als er sprake is van volledige smering zal er alleen nog vloeistofwrijving zijn.
In dit geval wordt de levensduur van het lager geheel bepaald door de vermoeiings-
grens van het lagermateriaal. Deze situatie is uiteraard optimaal, maar wordt nage-
noeg nooit bereikt.
3
2.2 Viscositeit
Viscositeit is de mate van wrijving die ontstaat tussen de verschillende lagen van
een vloeistof die als deze in beweging wordt gebracht. De eenheid van viscositeit is
mm²/s (cSt). Een dikke olie heeft een hoge viscositeit. Water is dunvloeibaar en
heeft een lage viscositeit.
De smeerfilm is bij een hoge viscositeit veel “stroperiger” en dus moeilijker weg te
drukken. Een smeermiddel met een hoge basisolie viscositeit geeft veel weerstand
en zal bij een te lage belasting tot gevolg hebben dat de wentellichamen gaan
glijden (lees slippen) in plaats van rollen. Dit zal een hoge warmteontwikkeling tot
gevolg hebben. In het geval van een te lage basisolie viscositeit zal het smeermiddel
eenvoudig tussen wentellichamen en loopbanen weggedrukt worden en zal er dus
een onvolledige smering kunnen ontstaan.
Het is van groot belang een basisolie met de juiste viscositeit te selecteren.
4
3.0 SMEERMIDDELKEUZE
Vet is opgebouwd uit een zeepskelet en een basisolie waaraan diverse additieven of
dopes toegevoegd kunnen zijn. Het zeepskelet zorgt er voor dat de olie geabsor-
beerd en vastgehouden wordt.
Het zeepskelet bestaat meestal uit metalen als Lithium, Barium, Calcium of Alumini-
um. Elk van deze metalen heeft zijn specifieke eigenschappen en daarmee een
afgebakend toepassingsgebied. De molecuulstructuur van deze metalen is zo grof,
dat door middel van een chemisch proces olie tussen de moleculen aangebracht
kan worden.
Door de drukkracht die door de wentellichamen tijdens het afrollen op de moleculen
wordt uitgeoefend, zullen de open ruimtes worden dichtgedrukt en zal de olie op zijn
plaats blijven. Door dit proces is de smering gewaarborgd.
Het toepassen van vetsmering is relatief eenvoudig te realiseren, denk aan afge-
dichte kogellagers, en is daarom vaak ook de goedkoopste oplossing.
In 90% van de gevallen wordt bij het gebruik van wentellagers vetsmering toegepast.
Enkele voordelen van vetsmering:
Geen extra constructietechnische voorzieningen, dus lagere kosten.
Levensduurverlenging dichtlip afdichting door ondersteuning van het vet.
Afdichting bij vetsmering makkelijker te realiseren dan bij oliesmering.
Bij afgedichte lagers kan gesteld worden dat deze levensduur gesmeerd zijn. Dit
houdt in dat onder normale bedrijfsomstandigheden en normale omgevingscondities
de levensduur van het vet de vermoeiingslevensduur van het lagerstaal overschrijdt.
De beperkingen voor het toepassen van vetsmering zijn zeer hoge toerentallen en
de wens om het smeermiddel tevens als koelend medium te benutten.
Er zijn tegenwoordig ook vetsoorten op de markt die wel geschikt zijn voor zeer hoge
toerentallen, waarover in een latere paragraaf meer.
Vaak wordt oliesmering bij wentellagers toegepast in die situaties waar al een
oliebad voorhanden is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een tandwielkast of een ver-
snellingsbak van een auto. Oliesmering wordt ook toegepast bij extreem hoge
toerentallen (hoogfrequent slijpspillen) en als het wenselijk is de olie, zoals hiervoor
al vermeld, als koelend medium te gebruiken.
We onderscheiden drie soorten oliesmering:
Oliebadsmering
Spatsmering
Olienevel smering
Vanwege het feit dat maar 10% van de wentellagers met olie gesmeerd wordt en dit
zeer complexe constructies betreft zal hier in deze brochure niet verder op worden
ingegaan.
5
3.2 Keuze vaste smeermiddelen
Lagers in een vacuüm omgeving, waarbij olie in sterke mate zal uitdampen of uit
het vet zal treden.
Lagers bij een zeer hoge bedrijfstemperatuur(>300ºC)
Lagerconstructies waarbij de olie of het vet als gevolg van zeer hoge optredende
krachten niet in het lager blijft en bij open tandwiel aandrijvingen met extreem
hoge tandkrachten.
Voor speciale toepassingen zijn ook lagers afgevuld met een vast smeermiddel
leverbaar, beter bekent als "Molded oil" lagers. Deze lagers zijn afgevuld met een
speciale olie geïmpregneerde kunststof massa. Gedurende de levensduur van het
lager is er sprake van een constante olieafgifte voor de smeerfilmopbouw.
Molded Oil wordt in aparte documentatie besproken.
Vaste smeermiddelen kunnen gebruikt worden bij lagers in combinatie met lage
toerentallen. Denk hierbij aan een toerentalfactor van 1500 (n.dm).
Als voorbeeld: voor een lager met een gemiddelde diameter van 50 mm zal het
maximale toerental 30 omw/min zijn. ( gemiddelde diameter is (D+d)/2)
Vaste smeermiddelen kunnen als levensduursmering worden ingezet als het
smeermiddel goed hecht aan de contactvlakken (glijlak) en als de bedrijfs-
omstandigheden dusdanig zijn, dat er een zeer matige adhesieve slijtage van de
laag zal zijn.
Als er vast smeermiddel in de vorm van pasta of poeder wordt ingezet dan kan er
nagesmeerd worden. Hierbij dient opgemerkt te worden dat een te grote hoeveel-
heid smeermiddel een remmende werking zal veroorzaken.
Grafiet kan tot een bedrijfstemperatuur van 450ºC toegepast worden, omdat het
over een groot temperatuurgebied zeer goed bestand is tegen oxidatie.
Grafiet is minder goed bestand tegen röntgen- of ultraviolet straling van buitenaf.
6
Molybdeendisulfide kan tot een bedrijfstemperatuur van 400ºC toegepast worden.
Ook bij lage temperaturen bezit Molybdeendisulfide uitstekende glijeigenschappen.
Bij het toepassen van Molybdeendisulfide in een vochtige omgeving dient de voet-
noot geplaatst te worden, dat er een sterke neiging tot het veroorzaken van elektro-
lytische corrosie bestaat. Molybdeendisulfide is in mindere mate bestand tegen
zuren en logen.
Voordat er een glijlak toegepast kan worden moet eerst de samenstelling van de
media in de omgeving geanalyseerd worden. De organische bindmiddelen die bij de
samenstelling van de glijlak gebruikt zijn zullen als gevolg van hoge omgevingstem-
peraturen uittreden. Als de bindmiddelen uittreden, zal dit een nadelige invloed
hebben op het hechtingsvermogen van de glijlak aan het te beschermen oppervlak.
Anorganische lakken bevatten als bindmiddel anorganische zouten. Deze lakken zijn
zeer goed bestand tegen hoge bedrijfstemperaturen en zullen niet ontgassen in een
hoog vacuüm omgeving. De corrosie werende eigenschappen zijn bij alle glijlakken
matig.
7
4.0 KEUZE VAN DE JUISTE VETSOORT
Bij het selecteren van een vetsoort zijn er tal van factoren waarmee rekening ge-
houden moet worden. Kritische factoren zijn onder andere lagertype, lagerafmetin-
gen, maximaal toerental, equivalente belasting, bedrijfstemperatuur en de omge-
vingscondities.
Voor alle constructies gelden andere bedrijfsomstandigheden, zodat bij elke nieuwe
toepassing de smeermiddelkeuze geverifieerd moet worden.
In de onderstaande tabel zijn enige selectiecriteria met de bijbehorende oplossing
vermeld.
4.1 Toerentalfactor
De toerentalfactor n.dm geeft aan tot welke snelheid het betreffende vet toegepast
kan worden.
Het bijbehorende maximale toerental kan gevonden worden op basis van de formu-
le:
n.dm = toerentalfactor
hierin is:
n = gezochte maximaal toerental (omw/min)
dm = gemiddelde lagerdiameter die gevonden wordt door de buitendiameter van
het lager (mm) op te tellen bij de asdiameter van het lager (mm) en de som
door dm = (D+d)/2
Rekenvoorbeeld:
Een kogellager 6308 heeft de afmetingen 40x90x23, hieruit volgt:
dm = (40+90)/2= 65 mm.
Het maximaal toerental van dit kogellager gesmeerd met MTCP2 met een n.dm
waarde van 500.000 is dan 500.000/65 = 7.692 omw/min.
8
Zeepskelet Basisolie Gebruikstem- Bijzonderheden
peratuur in °C
Lithium Mineraal -30/120 Algemeen lagervet, lage tem-
peraturen, hoge n.dm waarde
Lithium Ester -60/130
Lithium Siliconen -40/170 Groot temperatuurbereik,
Lage belastingen
Bentonit Mineraal -20/150 Gel vet: hoge temperatuur,
Lage n.dm waarde
Polyharnstof Mineraal -20/150 Hoge n.dm waarde,
Hoge temperatuur en belasting
Calcium Mineraal -20/50 Neemt geen water op, hoge
temperatuur en hoge belasting
Calcium complex Mineraal -30/150
Natrium (Natron) Mineraal -30/80 Emulgeert met water
Naast de genoemde specifieke combinaties komen er nog tal van andere mogelijk-
heden voor die een zeer specialistisch toepassingsgebied hebben.
9
4.2 Consistentieklasse van vet
De consistentieklasse van vet is een maat voor de stijfheid van het vet, aangeduid
met een NLGI klasse. De meting van de consistentieklasse wordt gedaan door een
gekalibreerde kegel gedurende een tijd van 5 sec. In het vet te laten drukken.
De diepte van de indrukking geeft de NLGI klasse of stijfheid van het vet aan.
In de onderstaande tabel is de relatie aangegeven tussen de indrukking en het NLGI
getal. De meeste wentellagervetten vallen in NLGI klasse 2 en 3.
Hoe dikker het vet, des te moeilijker is het vet te kneden. Bij een dik vet zal ook een
hoger draaimoment benodigd zijn om de wrijvingsweerstand te overwinnen.
000 445-475
00 400-430
0 355-385
1 310-340
2 265-295
3 220-250
4 175-205
5 130-160
6 85-115
4.3 Viscositeit
Voorbeeld:
Lager 6210 : Ø50 x Ø90 x 20 mm
Toerental n : 1500 omw/min
Bedrijfstemperatuur : 60º C.
10
Viscositeit / toerental diagram
11
Viscositeit / temperatuur diagram
12
Als de waarde van κ <1, dan zal er een ander smeermiddel geselecteerd moeten
worden. Indien er in een dergelijke situatie geen vet met special toegevoegde dopes
gebruikt wordt, dan zal de levensduur van het vet drastisch afnemen. Door een hoge
warmteontwikkeling, in combinatie met hoge drukken die op de vetmoleculen ont-
staan als het zich tussen wentellichaam en loopbanen bevindt, zal het snel veroude-
ren en zijn smerende eigenschappen verliezen.
De hoeveelheid vet waarmee het lager bij eerste montage afgevuld moet worden
kan bepaald worden door middel van de verhouding tussen het bedrijfstoerental en
grenstoerental (n max / n bedrijf).
Als het toerental verhoudingsgetal <0,5, dan geldt een afvulhoeveelheid van 60%
van de vrije lagerruimte.
Als het toerental verhoudingsgetal >0,5, dan geldt een afvulhoeveelheid van maxi-
maal 40% van de vrije lagerruimte.
De vrije lagerruimte van een lager is bij benadering te berekenen volgens de formule
hierin is:
B = lagerbreedte [mm]
D = lagerbuitendiameter [mm]
d = lagerboring [mm]
G = lagergewicht [kg]
13
Vrije lagerruimte:
open groefkogellagers
Boring Series
kengetal [cm³]
60 62 63
14
Vrije lagerruimte: Vrije lagerruimte:
hoekcontactlager met messingkooi hoekcontactlager met stalen kooi
Boring Series Boring Series
kengetal [cm³] kengetal [cm³]
72-B 73-B 72-B 73-B
12 31.0 69.0
13 37.0 83.0
14 42.0 103.0
15 45.0 123.0
16 57.0 146.0
17 70.0 172.0
18 85.0 201.0
19 105.0 244.0
20 127.0 278.0
15
Vrije lagerruimte: Vrije lagerruimte:
Cilinderlager type NU met stalen kooi Cilinderlager type NU met messing kooi
Boring Series Boring Series
ken- [cm³] ken- [cm³]
getal getal
NU2 NU3 NU22 NU23 NU2 NU3 NU22 NU23
Vrije lagerruimte:
voor elk type cilinderlager
NU Type NJ Type N Type NF Type
1.0 0.90 1.05 0.95
16
Vrije lagerruimte:
Tonlagers (C. CD. CA en EA)
Boring Series
ken. [cm³]
getal
230 231 222 232 223
11 - - 25 - 66
12 - - 36 - 83
13 - - 44 - 95
14 - - 46 - 119
15 - - 48 - 141
16 - - 64 - 172
17 - - 80 - 207
18 - - 103 130 240
19 - - 123 - 277
17
5.0 NASMEREN
5.1 Nasmeerinterval
5.2 Nasmeerhoeveelheid
Bij het inzetten van het lager, gedurende 24 uur per dag, is de theoretische levens-
duur 7800 uur (325 dagen). Hierna zou het vet dus volledig moeten worden vervan-
gen. Om te voorkomen dat dat ook daadwerkelijk moet gebeuren, vervangen wij
regelmatig een kleine hoeveelheid vet door maandelijks na te smeren (kt factor 330).
Het vet blijft zo in optimale conditie.
18
De nasmeerhoeveelheid wordt: (90x20)/330 = ± 6 gram.
Let op: bij nasmeren dient er altijd een constructieve voorziening getroffen te worden
om het oude vet af te voeren.
Nasmeerinterval Rekenfactor kt
Jaar 250
Maand 330
Week 500
19
Lagertype correctiefactor Kl
20
Temperatuur correctiefactor K
21
6.0 SMEERMIDDEL VOOR LAGERS MET ZEER HOGE TOERENTALLEN
Slechts 10% van alle wentellagers wordt gesmeerd door middel van olieomloop-
smering of oliedruksmering. De overige 90% van de lagers wordt gesmeerd door
middel van vet. Tot op heden werden lagers voor zeer hoge toerentallen, we spre-
ken hier over een toerentalwaarde (n.dm) die hoger dan 1.000.000 ligt, allemaal
toegepast in combinatie met oliesmering.
Doordat vrijwel al deze lagers in combinatie met een vorm van oliesmering gebruikt
werden, was het niet mogelijk om bij zeer hoge toerentallen afgedichte lagers toe te
passen. De afdichting moest in de constructie geïntegreerd worden. Een extra
afdichting zal altijd meer ruimte vereisen, terwijl de trend in de machinebouw zich
steeds meer richting de compacte bouw begeeft.
De voordelen van vetsmering ten opzichte van oliesmering zijn sinds jaar en dag
bekend: kostenbesparend en veel milieuvriendelijker. Systemen om olieomloop- of
oliedruksmering te realiseren vergen vaak hoge investeringen en vaak wordt de
constructie door deze systemen ingewikkeld en zeer onderhoudsgevoelig.
De belangrijkste criteria waar bij de ontwikkeling van een smeermiddel voor zeer
hoge toerentallen rekening mee gehouden dient te worden zijn:
22
Inloopverschijnsel
Nasmeren Tijd
Klüberspeed BF 72-22 heeft een zeer lage interne wrijving waardoor de tempera-
tuurtoename tijdens het inlopen gehalveerd wordt ten opzichte van andere vetten.
De interne wrijving zal tijdens het inlopen continu verminderen tot de inertietoestand
is bereikt.
De basisolie is een volsynthetische olie die zich kenmerkt door een zeer gunstige
viscositeittemperatuur verhouding. Dit houdt in dat de viscositeit van de basisolie
maar zeer weinig zal veranderen bij een stijging van de temperatuur.
De kinematische viscositeit volgens DIN 51 807 is bij 40ºC-22 Cst (mm²/s) en bij
100ºC-5 Cst en de Walkpenetratie volgens DIN ISO 2137 ligt tussen 250 en 280.
De consistentieklasse is NLGI 3, in tegenstelling tot de meeste vetten die voldoen
aan klasse NLGI 2, er is dus sprake van een stijf en hoog belastbaar vet.
23