EC 30
Code SH 1120VM
Studiejaar 2022-2023
Website www.unasat.org
1. Inleiding
2. Programma
2.1 Opzet
2.2 Werkvormen
2.3 Studiemateriaal
2.4 Planning
4. Bijlagen
Aan het eind van de hbo opleiding wordt er van u verwacht dat u in staat bent om veel-
voorkomende taken en probleemsituaties in de beroepspraktijk adequaat aan te pakken
en op te lossen. Voor de opleiding zijn de kerntaken, die kenmerkend zijn voor het beroep
waarvoor u wordt opgeleid, in kaart gebracht en in het programma opgenomen.
De beroepspraktijk is echter divers en bovendien aan verandering onderhevig. Een inven-
tarisatie van kerntaken (ook wel beroepstaken genoemd) betreft daarom altijd een selec-
tie: het gaat om taken die exemplarisch zijn voor het werkveld. Tijdens de opleiding voert
u deze taken uit; u toont daarbij aan dat u in de praktijk adequaat kunt handelen.
Daarbij is het echter ook van belang dat aandacht besteed wordt aan transfer: dat u weet
hoe te handelen in situaties die niet direct in de opleiding aan bod zijn gekomen of die
niet volledig identiek zijn aan de praktijksituaties in de opleiding. Dit wordt bereikt door
bij de uitvoering van beroepstaken steeds de nadruk te leggen op het ontwikkelen en be-
oordelen van een (relatief beperkt) aantal vermogens die ten grondslag liggen aan het
uitvoeren van uiteenlopende taken in de beroepspraktijk en die bepalend zijn voor de
kwaliteit ervan. Deze vermogens worden competenties genoemd. Competenties zijn uit-
gewerkt in indicatoren die aangeven wat onder de betreffende competentie verstaan
wordt.
De opleiding onderscheidt drie niveaus in de competenties namelijk geleid (niveau 1), be-
geleid (niveau 2) en zelfstandig (niveau 3). Het onderwijsconcept streeft naar een gelei-
delijke ontwikkeling van niveau 1 (bij aanvang van de propedeuse) tot niveau 3 tijdens de
afstudeeropdracht. In het semester Strategie & Verandermanagement zijn de te verwer-
ven competenties van niveau 2 en 3.
Onderzoek leert u door te doen! Maar ook door erover te lezen en te oefenen met praktijk voor-
beelden. Tijdens de opleiding bent u in elk semester bezig met onderzoek, denk maar aan het ver-
zamelen van informatie, de juiste vragen stellen om een probleem duidelijk te krijgen, de gegevens
analyseren, tijdsplanningen maken, betrouwbare bronnen vinden en deze goed toepassen, de
juiste conclusies trekken etc.
Bedenk ook dat ‘goed onderzoek doen’ vooral betekent dat u de juiste vragen kunt stellen. Middels
het werken aan een beroepsproduct doet u onderzoek, soms in teamverband maar ook vaak al-
leen. Ga altijd planmatig te werk, investeer voldoende tijd in de eerste fase van uw onderzoek,
anders komt u tijdens uw onderzoek in de problemen. Neem een onderzoekende houding aan,
wees ‘nieuwsgierig’. Het werken aan de beroepsproducten maar ook het oefenen met presenteren
van de resultaten zijn tevens een voorbereiding op uw proeve van bekwaamheid aan het eind van
uw opleiding wanneer u zelfstandig een complex vraagstuk uit de beroepspraktijk onderzoekt,
hierover een rapport schrijft en aanbevelingen doet.
1.3 Doelstelling
Na dit semester wordt van u verwacht dat u de volgende beroepshandelingen kunt uitvoeren:
1.4 Competenties
De in 1.3 genoemde doelstelling (de beroepshandelingen) bieden u de mogelijkheid de compe-
tenties vakkundigheid, communiceren en resultaatgerichtheid verder te ontwikkelen.
Vakkundigheid
U laat zien het vermogen te hebben om te onderzoeken, te analyseren, te conceptualiseren en te
oordelen. Dit doet u door trends die van invloed kunnen zijn op een organisatie te signaleren en
te analyseren. Tevens analyseert u de sterktes en zwaktes van een organisatie, formuleert u
beredeneerde strategische opties en bedenkt u een concept voor een (nieuw) business model en
een concept om een verandering te bewerkstelligen. Hierbij past u relevante en actuele theo-
rieën, modellen, begrippen en technieken toe.
Communiceren
U bent in staat effectief te communiceren om de noodzakelijke informatie over de externe en in-
terne organisatie omgeving te verkrijgen. Om de veranderingsdoelen te kunnen bereiken laat u
zien sensitief te zijn ( u heeft gevoel voor organisatiecultuur en persoonlijke argumenten en u er-
kent weerstanden), te kunnen adviseren (u sluit aan bij de ander en diens belangen) en waar no-
dig overtuigend te zijn (uw standpunten/keuzes onderbouwt u met argumenten).
Uw rapportages zijn in goed Nederlands geschreven en helder gestructureerd. U maakt gebruik
van passende theorie en hanteert daarbij een correcte bronvermelding (APA).
5
N.B.: Dit semester leent zich ook voor de (verdere) ontwikkeling van de competenties: onderne-
mend gedrag, ontwikkelingsgericht gedrag en innovatief vermogen.
Programma
Soms lijkt het wel of organisaties de weg kwijt zijn en alleen nog maar bezig zijn met reorganise-
ren als een soort ‘trial en error aanpak’ in een poging het hoofd boven water te houden. “Bij
welke reorganisatie werkt u?” lijkt dan ook een vraag die steeds toepasselijker wordt. Vanuit dat
perspectief bezien, zou u met enig cynisme met Strategie &Verandermanagement bezig kunnen
zijn. Dat dat niet altijd onterecht is mag duidelijk zijn.
“U raakt makkelijk verslaafd aan uw ‘comfortzone’. Maar op termijn is dat een langzame dood.
Als we niet groeien zijn we stervende”.
Deze uitspraak van Robert Quinn zet Strategie & Verandermanagement in een meer realistisch
perspectief. Door de dynamiek van de huidige tijd betekent niet veranderen een langzame dood.
‘Veranderen is een constante’ is allang niet meer slechts voorbehouden aan innovatieve organi-
saties; groeiende afzetmarkten, expanderende bedrijven, sterker wordende concurrentie, privati-
sering, deregulering, kostenreductie en de opkomst van netwerkorganisaties en nieuwe techno-
logieën hebben ertoe geleid dat (organisatie)verandering niet meer weg te denken is. Vrijwel elke
sector is in beweging; meebewegen is het antwoord en dat betekent een continue reflectie op de
eigen waarde propositie en de bijbehorende strategische keuzes.
Verandering begint (vaak) met het proces van strategievorming. Op basis van een analyse van de
omgeving en van de eigen organisatie, stelt u een gewenst toekomstbeeld vast.
Hierbij gebruiken we de vertrouwde SWOT, maar dan in een breder perspectief. U maakt ook
kennis met het business model Canvas. Dit business model beschrijft de grondgedachte van hoe
een organisatie waarde creëert, levert en behoudt. Het begrip ‘positionering’ speelt hierbij een
belangrijke rol. Hier zullen we dan ook bewust bij stil staan in het eerste blok.
6
In dit semester komen ook onderzoeksvaardigheden aan de orde. U leert hoe u een onderzoek
opzet binnen uw eigen organisatie. Dit kunt u zien als een voorbereiding op uw afstuderen.
7
Positioneren wordt in de marketing omschreven als het streven om een product of merk in de
beleving van de consument een bepaalde positie te laten innemen ten opzichte van vergelijkbare
concurrenten.
Strategie is volgens Van Dale: plan volgens welk men te werk gaat.
Een ‘verandering’ is dus een geobserveerd of observeerbaar verschil van iets (een mens, organi-
satie, ding) over een zekere tijdsperiode. Een verandering kan dus alleen achteraf worden vastge-
steld. Pas dan kan worden bepaald of de gewenste uitkomst is bereikt. Nog los van de vraag of de
verandering was gepland of bedoeld (maakbaarheid).
Ontwikkelen of ontwikkeling ‘staat voor uitbreiden, verbeteren, doen groeien (ontplooien, vor-
men), voor een geleidelijke verandering in een bepaalde, vaak gunstige richting. Soms is er wel
sprake van veranderen maar staat de inhoudelijke uitkomst niet vast. We spreken dan van orga-
nisatieontwikkeling. Deze vorm past meer in het ‘geruisloos’ laten verlopen van een verandering;
het veranderproces en het uitdenken van de nieuwe organisatie gaan dan samen op.
Ambitie
Het is onze ambitie u op te leiden tot een manager van morgen; iemand die de regie kan voeren
over zichzelf en zijn afdeling. Of tot de adviseur naast de manager van morgen: iemand die regie
1Vrij naar Effectief managementgedrag, Van der Horst en Van Wees (2003).
8
Covid-19
Wat doe je als je bedrijf ineens stil ligt en de deuren niet meer mag openen? Restaurants, sport-
scholen, bioscopen… Voorlopig blijven de deuren op slot. Nou, dan ga je op zoek naar nieuwe
manieren om je bedrijf draaiende te houden natuurlijk! Als bedrijf kun je twee dingen doen: ren-
nen of onderduiken. En wie stilstaat mist de bus. Het bestaansrecht van een bedrijf bestaat uit
drie onderdelen:
• Relevantie: doe je ertoe als bedrijf? Voorzie je in de behoeften en emotionele connectie die je
klant heeft met je merk?
• Differentiatie: onderscheid jij je van andere bedrijven, ben je vernieuwend en trendsettend?
• Beschikbaarheid: is jouw product of dienst voorradig en snel leverbaar?
Wanneer je nu met jouw bedrijf of onderneming inspeelt op deze drie onderdelen kun je het ver
schoppen. Ondernemen is kansen zien. Met een beetje creativiteit kom je door de coronacrisis
heen.
9
In dit semester leert u een bijdrage te leveren aan strategievorming en veranderingen te initi-
eren, te plannen en te begeleiden. Hiervoor past u concepten en theorieën toe. U werkt met ca-
ses uit de praktijk. Zorg daarom dat u toegang hebt tot een voldoende complexe praktijk, zodat u
de gevraagde beroepsproducten op kunt leveren. Tijdens de colleges wordt een actieve inbreng
verwacht en een bereidheid om informatie over uw eigen werksituatie te delen. Het semester
wordt als zwaar ervaren; niet alleen vanwege de veelheid en complexiteit van de theorie, maar
ook het hoge abstractieniveau. Wanneer u afwezig bent, mist u relevante informatie en verwer-
king van de theorie, maar ook het oefenen van essentiële vaardigheden.
Voorbereidend werk (literatuur, testen) wordt bekend verondersteld; tijdens de colleges wordt
gewerkt met het materiaal.
In grote lijnen gaat het dus om het waarom, het wat en het hoe van veranderen.
N.B.: De aanleiding (het waarom) van veranderen is niet altijd strategisch van aard. Vaak worden
veranderingen geïnitieerd door knelpunten in de operationele processen en hebben betrekking
op een aanpassing van structuur, cultuur, vaardigheden, systemen, etc.
Het semester duurt totaal 20 weken. Tweemaal 7 weken is er college op twee dagdelen per
week. Denken en doen zullen regelmatig worden afgewisseld. U leert in de klas door uitwisseling
en ondervinding. Uw verandering naar ‘veranderprofessional’ is ook een proces en zal zo worden
ingestoken. Dat is belangrijk want, het betekent dat u niet alleen deel uitmaakt van het proces,
maar ook invloed heeft op dit proces. Dit met het motto “Mensen zijn niet tegen verandering,
wel tegen de manier waarop.”2 Aanwezigheid is daarom noodzakelijk.
Daarnaast is er een tentamen over een deel van de literatuur en zullen er opdrachten in de klas
gegeven worden waarbij een actieve deelname of voorbereiding wordt gevraagd. Bijvoorbeeld
het presenteren van onderzoeksresultaten (externe analyse, ect.) en het leiden van een work-
shop.
2
FunktieMediair Interim Management
11
Dit semester gaat om het waarom, het wat en het hoe van veranderen.
Informatie uit de boeken Business Model Generatie en Organisatie & Management worden ge-
bruikt voor het waarom (strategievorming) en het wat (de aspecten van de organisatie).
Let op: Organisatie & Management wordt slechts beperkt gebruikt (hoofdstukken 2, 3, 9 en 10).
Het Praktijkboek Veranderdiagnose wordt gebruikt voor het hoe van veranderen. Daarbij gaat
het om het inschatten van de effecten van veranderen op het gedrag van personen, teams en de
organisatie als geheel en hoe dat gedrag kan worden beïnvloed.
Het boek Leren Veranderen is het overkoepelende werk en is de verbinding tussen het waarom,
het wat en het hoe en reikt de veranderaar de concepten aan om veranderingen te sturen.
Op OFSS staan diverse artikelen die een aanvulling zijn op de literatuur. Hiermee krijgt u een
breed beeld van het vakgebied en kunt u van daaruit een eigen visie ontwikkelen.
Verantwoording literatuur
Leren
Veranderen & Praktijkboek
Veranderdiagnose
Materiekant, Gedragskant,
veranderinhoud Veranderproces
Organisatie-
context
Organisatie &
management Business Model
Generatie
12
Titel: Taaltopics Rapporteren (of een ander boek over taal en schrijven)
Auteur(s): Braas e.a.
Uitgever: Noordhoff
Aanbevolen literatuur
Titel: Interne communicatie als managementinstrument
Auteur(s): Koeleman
Uitgever: Kluwer
Titel: Organisatie-onderzoek
Auteur(s): A.H. van der Zwaan
Uitgever: Van Gorcum
Aanbevolen websites
www.bedrijfskunde.startpagina.nl
www.ink.nl
www.managementhelp.org
www.menscentraal.nl
www.managementsite.nl
www.kennisbanksocialeinnovatie.nl
14
7 Werkcollege: werken in in- Formuleren dilemma’s Vraag gestuurd college: Doornemen alle be-
tervisiegroep en bespre- m.b.t. eigen opdracht en behandeling onderwerpen sproken onderwerpen
king dilemma’s onderwerpen die bre- die breder/dieper behan-
der/dieper behandeld deld moeten worden
moeten worden
8 - Inleveren
SWOT/Strategisch plan en
onderzoeksplan: uiterlijk
op zondag 20 dec digitaal
dienen de producten te
worden ingeleverd! Te laat
= herkansing!
9
10 Feedback op Strategisch Zie planning Feedback op Strategisch Zie planning
plan, onderzoeksplan en plan, onderzoeksplan en
competentieontwikkeling competentieontwikkeling
13 Begrijpen wat er aan de hand LV: Begrijpen wat er aan de O&M: H10 p 10.3
is. Diagnose matrices PV: H1 hand is: kern van het LV: (de delen m.b.t.
Afbakeningsvragen (wordt verstrekt) vraagstuk. Aandacht cultuur)
voor organisatiecultuur
14 Bespreken en klassikaal maken LV: Case: KEUZE DOCENT LV:
van een causaal diagram, op PV: H4 Werken in subgroepen. D: CASE: KEUZE DOCENT
basis van huiswerk. Kern van Diagnose en uitwerken
het vraagstuk. verandertraject
Onderzoeksrapport
Individueel SH11120VM3* 6
Tentamen
Individueel SH11120VM2* 6
3.2 Beoordeling
De beoordeling van de beroepsproducten is erop gericht vast te stellen of u in staat bent de ge-
noemde beroepshandelingen uit te voeren en of u voldoende competent bent. Elke toets moet
daarom met minimaal een 5,5 of met ‘voldoende’ worden afgesloten. In dit semester wordt er
getoetst op twee niveaus: het tussenniveau (niveau 2) en het eindniveau (niveau 3).
Voor de beroepshandelingen die vallen onder strategievorming (eind eerste blok) geldt dat deze
niet helemaal zelfstandig behoeven te worden uitgevoerd (op tussenniveau). Ook in de praktijk
gebeurt het zelden dat u helemaal zelfstandig de strategie bepaalt. Daarentegen moet u het
proces van strategievorming wel beheersen; u moet begrijpen hoe strategie bepaald wordt en
welke strategische keuzes er zijn.
18
De beroepshandelingen van het tweede blok die vallen onder Verandermanagement dienen zelf-
standig te kunnen worden uitgevoerd (op eindniveau). Van u wordt verwacht dat u de
gewenste veranderingen weet door te voeren, als zelfstandige professional, of als deel van een
(project)groep. Dat betekent dat u begrijpt waar het over gaat en hierover kunt adviseren of
overtuigen. U geeft invulling aan de criteria van het veranderplan, u kunt modellen en technieken
kiezen en toepassen en hierover verantwoording afleggen in het assessment.
Het onderzoeksrapport wordt gezien als een opmaat tot het afstuderen en wordt in dat licht be-
oordeeld. (Maar nog niet met dezelfde zwaarte). Het rapport is bedoeld om uw ‘onderzoekend
vermogen’ (verder) te ontwikkelen; een voorwaarde voor het maken van producten waarop ver-
trouwd kan worden. Kloppen de uitspraken die u doet? Heeft u een goede onderzoeksmethode
gekozen? Met andere woorden: hoe vakkundig bent u?
Het tentamen is een gecombineerde kennis en casustoets. Het tentamen dient als controlemid-
del om te bepalen of de beoogde kennis van verandermanagement en organisatiediagnose is ver-
worven en kan worden toegepast. Een deel van wat u leert, past u toe in uw veranderplan. Een
ander deel (noodzakelijke kennis) laat u zien in het tentamen.
Het is een gesloten boek tentamen. Gebruik van boeken en dergelijke is dus niet toegestaan. De
behandelde onderdelen vormen de stof voor het tentamen.
Het tentamen bestaat uit een aantal open vragen en een casus. Er zullen geen vragen gesteld
worden als: uit welk jaar stamt theorie X en welke naam hoort hierbij? U moet wel theorieën en
begrippen snappen. Er kan bijvoorbeeld worden gevraagd naar het verschil tussen een rol en een
actor. Of: Wat is de relatie tussen vuilnisvatbesluitvorming en weerstand?
Naast het kunnen schrijven, is ook het kunnen overbrengen en kunnen verantwoorden, belangrijk
bij veranderen. Vandaar dat een verantwoordingsgesprek onderdeel uitmaakt van dit semester.
19
3.3 Feedback
In week 10 en 20 wordt feedback gegeven op de beoordeling van de (beroeps)producten en op
de competenties. De docent bepaalt, afhankelijk van de resultaten, of dit groepsgewijs wordt ge-
daan of individueel op afspraak. Het tentamen kan op afspraak worden ingezien.
3.4 Herkansing
Is het (beroeps)product onvoldoende dan maakt u met de docent een afspraak over de herkan-
sing. Er zijn twee opties: of binnen drie weken na de feedback of in de herkansingsweek van het
volgende blok. Er zijn dus geen twee herkansingsmomenten.
Bij een herkansing van een beroepsproduct levert u steeds ook het oorspronkelijke (als onvol-
doende beoordeelde) document in met een kopie van het beoordelingsformulier.
Bij een onvoldoende beoordeling van het verantwoordingsgesprek dient dit in zijn geheel te wor-
den herkanst en ook dat vindt uiterlijk plaats op de ingeplande herkansingsdatum.
20
Maak aan de hand van onderstaand schema een strategisch plan voor een zelf te kiezen
organisatie(onderdeel) en verwerk de gegevens in een rapport. We raden u aan om bepaalde
stappen niet alleen te doen, maar met 2 of 3 personen uit uw organisatie. Als u een strategisch
plan maakt voor een nieuwe organisatie, dan kunt u stap 2 en 3 overslaan. Voor een bestaande
organisatie moet u deze stappen wel uitvoeren.
Afbakenen (stap 1)
Externe analyse
uitvoeren (stap 4)
(begrijpen)
(Her)ontwerpen
(stap 5)
businessmodel
Haalbaarheid bepalen
businessmodel en (stap 6)
strategieën kiezen
LET OP! U kunt alleen voor een organisatieonderdeel kiezen wanneer dit onderdeel zelfstandig
strategische keuzes kan maken en klantsegmenten bedient.
Vorm
• Het product is op tijd ingeleverd volgens de planning en afspraken.
• Het product is in goed Nederlands geschreven en volgens de gangbare structuur opge-
steld (o.a. titelblad met naam, datum, onderdeel. Geschreven in derde persoon enkel-
voud.
• Bronvermelding is correct volgens de APA-normen.
23
Uitgangspunten:
Stel een verantwoorde onderzoeksopzet op voor uw organisatie om te onderzoeken wat de mate
is van de “verandercapaciteit”.
De opzet moet zodanig geschreven zijn dat een managementteam het kan begrijpen, enthousiast
wordt voor het onderwerp en weet welke bronnen op welke manier en met welke inzet geraad-
pleegd gaan worden om tot een antwoord te komen.
• De centrale vraagstelling luidt: Wat is de verandercapaciteit van X?
(X = naam organisatie(onderdeel))
• De doelstelling luidt: inzicht geven in het vermogen van de organisatie om zich aan te kun-
nen passen aan veranderende omstandigheden.
Vorm
• Het product is op tijd ingeleverd volgens de planning en afspraken.
• Het product is in goed Nederlands geschreven en volgens de gangbare structuur opgesteld
(o.a. titelblad met naam, datum, onderdeel, ‘Onderzoeksplan’, inhoudsopgave. Geschreven in
derde persoon enkelvoud.)
• Bronvermelding is correct volgens de APA-normen.
26
U bent aangesteld als ‘Change agent’ en u heeft de opdracht gekregen om een veranderplan op
te stellen voor een complexe situatie. In dit plan moeten het waarom, wat en hoe van de veran-
dering duidelijk worden voor het management. Op basis van het plan kan de organisatie zelfstan-
dig de veranderingen doorvoeren.
U schrijft dit plan op basis van uw SWOT analyse/ strategisch plan.
(Wanneer dit niet wenselijk is, dan overlegt u hierover met de docent.)
Strategisch issue
(aanleiding/idee) (stap 1)
(waarom?)
Ontwerp
(uitkomsten) (stap 2)
(wat?)
Verandering (stap 3)
(hoe?)
Verantwoording van
keuzes en (stap 4)
profielbeschrijving
• Het plan kan zelfstandig door organisatie worden uitgevoerd. Beschrijf dus ook wat er aan
rollen/actoren/competenties e.d. ingericht moet worden.
• Er is één strategisch doel gekozen (vanuit het strategisch plan). De keuze is verantwoord.
• Er is een ontwerp gemaakt van de gewenste situatie. Met behulp van het 7-S model is de hui-
dige situatie én de gewenste situatie (uitkomst) op alle s-en beschreven. Uiteraard is het mo-
gelijk om voor een ander ontwerpmodel te kiezen.
• De complexe situatie is meervoudig gediagnosticeerd met tenminste drie verschillende (pas-
sende) diagnose modellen
• Er is inzichtelijk gemaakt hoe de huidige situatie door verschillende factoren in stand wordt
gehouden (causaal diagram)
28
In de bijlage:
• Beoordelingsformulier is bijgevoegd met daarin een zelfbeoordeling op de criteria (met argu-
mentatie) is bijgevoegd.
• Een reflectie op de inzichten van de veranderaar tijdens het schrijven van het veranderplan.
• Tevens is bijgevoegd een profielbeschrijving als change agent. Wat maakt u de juiste persoon
om dit uit te voeren (of niet)? Doe hiervoor een test op internet (kleurentest) en maak een
vertaalslag naar het competentieprofiel van het domein Economie en Management. Waar lig-
gen je sterktes en zwaktes?
Vorm:
• Het product is op tijd ingeleverd volgens de planning en afspraken.
• Het product is in goed Nederlands geschreven en volgens de gangbare structuur opgesteld
(o.a. titelblad met naam, datum, onderdeel, ‘Veranderplan’, inleiding met aanleiding,
inhoudsopgave. Geschreven in derde persoon enkelvoud.
• Bronvermelding is correct volgens de APA-normen
29
Vakkundigheid
Communiceren
Resultaatgerichtheid
Naam student:
Docent:
Datum
Cijfer: