Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Burgerlijke Vennootschap onder de vorm van een Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid
Register van Burgerlijke Vennootschappen te Antwerpen nr. 1.219
I.A.B. – Erkenningen: ACCO–FISCO BVBA : 21.138 4 N 92 - W. Schrauwen : 8.055 2 N 63
Vanaf 1 april 2000 zal het stelsel van structurele lastenvermindering voor werkgevers
versterkt en vereenvoudigd worden. In de loop van april 2000 zal het Koninklijk Besluit
gepubliceerd worden dat de nieuwe berekeningsregels vastlegt voor de periode van 1 april
2000 tot 31 maart 2002. Op basis van de ontwerpteksten krijgt u een uitgebreide
bespreking. Het is niet uitgesloten dat de definitieve tekst nog kleine wijzigingen zou
bevatten.
De belangrijkste wijzigingen ten aanzien van het bestaande stelsel zijn :
U krijgt in dit artikel naast de nieuwigheden ook een herhaling van de belangrijkste
principes van de structurele lastenvermindering.
Situering
Sinds 1 april 1999 genieten werkgevers de structurele vermindering van de
werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid. Deze lastenvermindering kwam er ter
vervanging van de vroegere vermindering voor lage lonen en de Maribelvermindering.
Deze maatregel ter verlaging van de patronale lasten kadert in een meerjarenplan met als
einddoel het afstemmen van de Belgische patronale bijdragen op deze van onze drie
buurlanden.
Het aanvankelijk opzet was dit stelsel in te voeren in drie opeenvolgende fasen van
telkens twee jaar, parallel met de interprofessionele en sectorale onderhandelingen. Op 1
april 2005 zou dan een eenvormig stelsel van bijdragevermindering van toepassing zijn
voor alle werknemers, met uitzondering van de werknemers uit de non-profitsector voor
wie de vermindering in het kader van de Sociale Maribel geldt. Op dat ogenblik zou een
verlaging van de loonlasten met 3,4 % bereikt zijn.
In uitvoering van het regeerakkoord besliste de huidige regering om het bestaande
systeem van vermindering te versnellen en te versterken vanaf het tweede
toepassingsjaar (vanaf 1 april 2000); concreet werd beslist tot een bijkomende daling van
de socialezekerheidslasten op arbeid ten belope van gemiddeld ongeveer 32.000 BEF op
jaarbasis ten opzichte van de situatie sinds 1 april 1999. De wet ter bevordering van de
werkgelegenheid van 24/12/99 bracht de noodzakelijke wetswijzigingen aan ter
voorbereiding van de nieuwe regeling. Het actuele ontwerpbesluit legt de nieuwe
berekeningsregels vast vanaf 1 april 2000.
(cat. 1) 9.479
2.671
(1)Als voorbeeld het verminderingsbedrag voor een kwartaalloon van 140.000 BEF
De nieuwe regeling vanaf 1 april 2000
In volgende tabellen vindt u de verminderingsbedragen die de werkgever zal genieten
vanaf 1 april 2000. Deze bedragen worden toegekend per kwartaal voor een voltijdse
werknemer met volledige prestaties. De bedragen moeten geproratiseerd worden in
functie van de prestaties van de werknemer in het betrokken kwartaal.
Deze verminderingsbedragen worden berekend vertrekkende van het minimumdoelforfait.
Voor het tweede toepassingsjaar – dit wil zeggen de periode van 01/04/2000 tot
31/03/2001 - wordt het minimumdoelforfait F* vastgesteld op 39.000 BEF.
Kwartaalloon in BEF
Zone Zone 1 Zone 2
2000
0
Werknemers- S£ 103.479 134.425
categorie 103.47 <S£ <S£
9
134.425 210.000
28.650
(2)
Arbeiders 15.383 29.706
21.070
Cat. 1 (3)
Kwartaalloon in BEF
Zone Zone 1 Zone 2
2000
0
Werknemers- S£ 103.479 134.425
categorie 103.47 <S£ <S£
9
134.425 186.160
27.576
(2)
Bedienden 9.9387 29.706
12.292
Cat. 3 (3)
(2) Als voorbeeld het verminderingsbedrag voor een kwartaalloon van 140.000 BEF.
(3) Als voorbeeld het verminderingsbedrag voor een kwartaalloon van 180.000 BEF.
(4) Als voorbeeld het verminderingsbedrag voor een kwartaalloon van 140.000 BEF.
(5) Als voorbeeld het verminderingsbedrag voor een kwartaalloon van 180.000 BEF.
18.135 (1)
(6) bij wijze van voorbeeld voor een kwartaalloon van 140.000 BEF.
Het kwartaalloon van de werknemer is zijn loon op kwartaalbasis aan 100 %, verminderd
met eventuele opzeggingsvergoedingen, overbruggingsvergoedingen (vervoerssector) en
eindejaarspremie betaald door derden. In dit laatste geval wordt een aangepaste
berekeningswijze toegepast. Voor deeltijdse werknemers en voltijdse werknemers met
onvolledige kwartaalprestaties moet het kwartaalloon omgerekend worden naar een
‘refertekwartaalloon (S)’, zoals het zou gelden voor een voltijdse met volledige
kwartaalprestaties. Op basis daarvan kan de vermindering vastgesteld worden, waarna
eventueel opnieuw een proratisering moet gebeuren.
De bijdragevermindering wordt geproratiseerd in verhouding tot de arbeidsprestaties van
de werknemer in het betrokken kwartaal, maar niet op volledig evenredige wijze. Als het
prestatiepercentage van een werknemer kleiner is dan 33 %, ontvangt de werkgever
helemaal geen vermindering van bijdragen. Zodra de werknemer in een bepaald kwartaal
minstens 80 % van een voltijdse werknemer in de onderneming gepresteerd heeft, heeft
de werkgever recht op de volledige vermindering. Hierna enkele voorbeelden :
Prestatie % < 33 % 33 % 45 % 50 % 60 %
Proratisering - 41 % 56 % 63 % 75%
van de
vermindering
De berekening
De patronale bijdragevermindering bestaat uit een forfaitair basisbedrag dat verhoogd
wordt voor de werknemers met lage lonen.
De vermindering wordt toegepast op de werkgeversbijdragen voor de
socialezekerheidsregelingen inzake pensioen, ziekte en invaliditeit, werkloosheid,
kinderbijslag, arbeidsongevallen en beroepsziekten, alsook op de verschuldigde
loonmatigingsbijdragen. De bijdrage van 1,6 % voor ondernemingen die minstens 10
werknemers tewerkstelden op 30 juni van het voorbije jaar, blijft verschuldigd. Bovendien
blijft de vermindering per werknemer beperkt tot de patronale bijdragen die de werkgever
verschuldigd is in een bepaald kwartaal voor die werknemer.
Cumulatie
Deze bijdragevermindering kan voor éénzelfde werknemer gecumuleerd worden met het
voordeel in het kader van de bedrijfsplannen, de vermindering voor een vervanger
loopbaanonderbreking of halftijds brugpensioen en de vermindering voor een
laaggeschoolde jongere in een startbaan. Met andere socialezekerheidsverminderingen is
geen cumulatie mogelijk; denk aan de plus-plannen, het banenplan, KB nr. 495, de
vermindering voor aanwerving van een ex-stagiair of een ex-startbaner. Bij cumulatie mag
het totaal van de verminderingen nooit meer bedragen dan de verschuldigde bijdragen
voor de betrokken werknemer.
Sancties
De bijdragevermindering kan geheel of gedeeltelijk ingehouden worden voor werkgevers
die hun verplichtingen niet nakomen inzake
Werner Schrauwen
Accountant I.A.B.