Sie sind auf Seite 1von 5

Zaterdag 26 en zondag 27 november 2011

Weekblad over en voor werk, met de beste jobaanbiedingen

www.jobat.be

MIJN LOON Wat verdient een psycholoog? blz. 11

MARC MICHILS Reclame was geen deugdelijk beroep blz. 10

DAG VAN DE COACH Een goede vriend is niet de beste coach blz. 9

BE ..BE JOBAT AN JOBAT AN SIITE VAAR S TE VAAR HET J HET J

Eten we straks ons huis op?


Uw pensioen volgens
Frank Vandenbroucke, Gilbert De Swert, Karel Stroobants, Jos Berghman & Etienne de Callata

8.690 jobs op jobat.be

Jobs in Sales & Marketing vanaf blz. 16

ACTUA

Uw pensioen

We hangen een te zwart beeld op


2011 geldt als het jaar waarin de gevolgen van de vergrijzing voor het eerst voelbaar worden. De babyboomers van vroeger zijn veranderd in opaboomers en bereiken massaal de leeftijd van 65 jaar. Wat betekent dat voor hun en ons pensioen? We vroegen het aan een bankier, een ex-minister, een voormalig hoofd van de ACV-studiedienst, een socioloog en een oud-voorzitter van een pensioenfondsvereniging.
Tekst: Michiel Leen / Fotos: Koen Bauters

e pensioenen worden onbetaalbaar. U kent de uitspraak wel. Wie alvast niet meestapt in dat pessimisme, is Gilber t De Swer t. Als ex-hoofd van de ACV-studiedienst volgt De Swer t de pensioendiscussie al decennialang. In zijn recentste boek Het pensioenspook schrijft De Swer t dat de kost van de vergrijzing best draaglijk is. Er zal meer geld nodig zijn voor de pensioenen en de verhouding tussen actieven en niet-actieven zal lichtjes verslechteren. Maar rekening houdend met een economische groeiprognose tussen 1,25 en 1,75 procent zal die meerkost tegen 2030 3,8 procent van het bruto nationaal product bedragen. Dat is niet de dramatische, onbetaalbare vergrijzingsgolf die doemdenkers ons voorspiegelen. Alleen: wie is er bereid die meerkost op zich te nemen? De bezwaren zijn groot, vanuit de eigen ideologie, of de eigen por temonnee. De Swer t gaat niet over n nacht ijs. Zijn boek is onderbouwd met een stortvloed aan cijfers, en met 40 jaar ervaring in het pensioenoverleg weet de oud-vakbondsman waarover hij praat. Toch lijkt hij in het huidige pensioendebat alleen te staan. Want de Belg maakt zich zorgen over zijn pensioen. Ook Jos Berghman, socioloog aan de K.U.Leuven en samensteller van de lijvige Pensioenatlas, ziet al meteen enkele pijnpunten. We moeten erkennen dat het wettelijk pensioen niet meer volstaat om de levensstandaard op peil houden na het einde van de actieve loopbaan. Het wettelijk pensioen is, mee door de plafonnering van de uitkeringen, voor steeds meer mensen een forfaitbedrag geworden. Bovendien zit je in de cijfers met een lange staar t van erg lage pensioenen, bijvoorbeeld van zelfstandigen of van vrouwen die slechts enkele jaren gewerkt hebben. Hebben de pensioenfondsen de crisis doorstaan? De onzekerheid over het wettelijk pensioen zet steeds meer Belgen aan om een aanvullend pensioen op te bouwen. Sinds 2004 is de tweede pensioenpijler, een groepsverzekering of pensioenfonds via de werkgever, wettelijk verankerd. Anno 2011 geniet een substantieel deel van de Belgische werknemers ervan. Al ziet Frank Vandenbroucke, de ex-minister (SP.A) onder wiens voogdij de wet destijds tot stand kwam, ruimte voor verbetering. Op dit moment geniet nog lang niet iedereen mee. Grofweg een derde heeft perspectief op een fatsoenlijk aanvullend pensioen, een derde heeft slechts recht op een redelijk klein bedrag en een derde heeft helemaal geen aanvullend pensioen. Dat is onrechtvaardig. Ik had gehoopt dat de wet daar verandering in zou brengen, in de vorm van overkoepelende sectorpensioenen met stevige rendementsgaranties, controle door de sociale par tners en transparant beleid. Maar de evolutie gaat trager dan verhoopt. De tweede pensioenpijler wordt, anders dan de eerste, niet gespijsd door herverdeling. De tweede pijler is een kapitalisatiesysteem, waarbij de rendementen benvloed worden door de situatie op de internationa-

le markten. In tijden van economische crisis zorgt dat voor bezorgdheid. Karel Stroobants, oud-voorzitter van de Belgische Vereniging voor Pensioenfondsen: Je mag niet uit het oog verliezen dat pensioenfondsen door hun langetermijngaranties botsen met de logica van de vrije markt. In een vrije markt bestaan er eigenlijk geen garanties. Het is, zeker in het huidige beursklimaat, niet evident om dat soort stabiele investeringen te vinden. Al is er volgens Stroobants niet meteen reden tot paniek. Volgens hem hebben de Belgische pensioenfondsen de crises van 2008 en 2011 redelijk goed doorstaan. In Belgi, in tegenstelling tot Nederland, komen die fondsen ook niet in het gedrang door de hogere levensverwachting van de gepensioneerden. Immers, zo zegt Stroobants, in Nederland heeft de gepensioneerde recht op een levenslange rente. In Belgi wordt het vergaarde kapitaal meestal in n keer uitgekeerd. Dat is een overblijfsel uit de tijd dat vooral kaderleden en veelverdieners aanvullende pensioenrechten opbouwden. Die wilden meteen met hun kapitaal aan de slag. Voor veel mensen betekent het aanvullend pensioen echter een veel kleiner bedrag. De verleiding is groot om dat in n keer op te souperen, met als gevolg dat je pensioenbuffer tje meteen weg is. Ook Karel Van Gutte, secretaris-generaal van de Belgische Vereniging voor Pensioenfondsen, beaamt dat de uitkering in rente weinig populair is. In principe heb je steeds de keuze om het aanvullend pensioen als kapitaal te laten uitkeren, of als een maandelijkse rente. Dat laatste is minder in trek, ook al omdat nabestaanden geen aanspraak kunnen maken op het kapitaal bij overlijden. Een eventuele tussenoplossing, het uitbetalen van een kapitaal in verschillende schijven, is enkel voor erg grote bedragen interessant. Een dergelijke operatie vergt maatwerk en komt in de aanvullende pensioenen zelden voor. Dat steeds meer Belgen - noodgedwongen? - hun toevlucht nemen tot een aanvullend pensioen en priv-pensioensparen, is De Swer t een doorn in het oog. Wie begrijpt er eigenlijk nog een bal van de jaarlijkse stand van zaken die de banken hun pensioenspaarders bezorgen? We zadelen mensen zonder financile expertise op met de verantwoordelijkheid voor hun eigen welvaar t. Bovendien creer je zo een self-fulfilling prophecy. Wanneer mensen automatisch aannemen dat ze er met het wettelijk pensioen niet zullen komen, gaan ze op zoek naar andere manieren om hun oude dag veilig te stellen. Op termijn zal ook het animo afnemen om nog aan de eerste pensioenpijler bij te dragen, of om een inspanning te doen waardoor die pensioenen weer aansluiten bij de welvaar tsstijging. Moeten we met zn allen langer gaan werken? Dat uitgerekend SP.A-politicus Frank Vandenbroucke zich in juni liet ontvallen dat we de pensioenleeftijd op 65 misschien zouden moeten loslaten, zorgde voor meer dan n gefronste wenkbrauw. Op de korte

>>

Omgekeerd woonkrediet

04 05

Eten we straks ons huis op?


Omgekeerd woonkrediet is een hypotheekformule waarbij huiseigenaars hun woonst omzetten in kapitaal. In Nederland, waar het systeem al langer bestaat, wordt het een opeethypotheek genoemd. In Belgi bestaat het systeem nog niet, maar Open VLD-kamerlid Maggy De Block dient alvast een wetsvoorstel in om het ook in Belgi mogelijk te maken.

en studie van de katholieke Hogeschool Leuven (KHL) bracht aan het licht dat de helft van de Vlamingen er geen graten in ziet zijn huis te gelde te maken, mocht dat nodig zijn om na het pensioen de levensstandaard te garanderen. Veel Belgen gaan ervan uit dat ze na hun pensioen aan welvaart zullen inboeten als ze tijdens hun loopbaan niet zelf investeren in bijkomende middelen. Een eigen huis is er daar n van, en blijkbaar zijn de Belgen massaal bereid dat huis te gelde te maken als dat nodig zou blijken, zegt KHL-onderzoeker Robrecht Van Goolen. Bij een omgekeerd woonkrediet wordt de bank geleidelijk aan eigenaar van de woning. In ruil wordt een vast bedrag uitgekeerd. Bij overlijden wordt het resterende bedrag aan de nabestaanden uitgekeerd, zodat er ook iets van een erfenis overblijft. Dat is het verschil met een lijfrentehypotheek, waarbij de nabestaanden niets overhouden. Bovendien neemt de bank ook het risico op lang leven op zich. Het geld dat zo ter beschikking komt, betekent voor veel gepensioneerden meer dan zomaar een extraatje, blijkt uit de bevraging. Het uitgekeerde bedrag zou voor twee derde besteed worden aan het eigen levensonderhoud, zeg maar zorg en gezondheid. Slechts een derde gaat naar consumptie en comfor t, aldus Van Goolen. Nog niet toegelaten

Langer werken moet gevaloriseerd worden. Tegelijk moeten de voorwaarden om vroeger uit te stromen verstrengd worden Frank Vandenbroucke, ex-minister van Pensioenen

Vooralsnog laat de Belgische hypotheekwetgeving dergelijke opeethypotheken nog niet toe, maar als het van Open VLD-kamerlid Maggy De Block afhangt, komt daar verandering in. Zij diende een voorstel in om de wet te wijzigen. De Block: Zon maatregel heeft een wettelijk kader nodig: kun je een opeethypotheek opzeggen? Mag het huis verhuurd worden? Wat is de looptijd van een dergelijk contract? Bovendien is het cruciaal dat de waarde van het huis door een onafhankelijke instantie wordt geschat. Ook Karel Stroobants is voor het idee te vinden: In Belgi leeft nog al te zeer het idee dat je bij leven een kapitaal bij elkaar moet krijgen om door te geven aan je kinderen. Een huis, bijvoorbeeld. Waarom dat huis niet bij leven inzetten om je levensstandaard op peil te houden? SP.A-kamerlid Hans Bonte heeft bedenkingen. Ik heb er niets tegen dat mensen hun huis, dat tenslotte een vorm van kapitaal is, op die manier te gelde maken. Maar men mag niet de indruk wekken dat het een extra pensioenpijler vormt. Het lijkt me niet opportuun om deze vorm van krediet fiscaal te stimuleren. Een versterking van de wettelijke pensioenen blijft nodig. Het omgekeerd woonkrediet lijkt alvast niet bedoeld om een zoveelste pensioenpijler te vormen, al was het maar omdat niet lle Belgen bij hun pensionering een huis bezitten. Omgekeerd woonkrediet zou vooral ten goede komen aan huiseigenaars die door hun andere reserves heen zitten, zegt De Block. Beleidsmakers zouden er tegelijk voor moeten zorgen dat de wettelijke pensioenen garanderen dat gepensioneerden op hun oude dag niet in de armoede terechtkomen.

ACTUA

We zadelen mensen zonder financile expertise op met de verantwoordelijkheid voor hun eigen welvaart Gilbert De Swert, ex-hoofd ACV-studiedienst
>> termijn moeten we er eerst voor zorgen dat we de effectieve pensioenleeftijd optrekken, meent hij. Nu zijn de Belgen tot ongeveer 55 jaar bij de actiefste van West-Europa, om daarna pijlsnel weg te zakken in de statistieken. De echte kor tetermijnuitdaging zit in de leeftijdscategorie tussen 59 en 62. Op dat gebied is er overigens al wel wat verbeterd. Het gaat niet op om te zeggen dat er de afgelopen tien jaar geen evolutie is geweest of beleid rond gevoerd. Om mensen langer aan het werk te houden, moet er eerst een vicieuze cirkel doorbroken worden. Vandenbroucke: We kunnen ons niet veroorloven om tot 55 jaar een hyperactieve arbeidsmarkt te hebben die erg veel eist van de werknemers om ze daarna te dumpen. Dat is momenteel ons profiel. Het bedrijfsleven investeer t weinig in vijftigplussers, want die vertrekken toch. Vervolgens gaan vakbonden systemen als brugpensioen claimen, of de bescherming van oudere werklozen, want ze worden gedumpt n raken moeilijk aan nieuw werk. De Swer t maakt een kanttekening bij het beeld van de massaal uitstromende 55-plussers. Het aantal werkende 55-plussers is tussen 2000 en 2010 gestegen van 25 tot 37 procent. De groep tussen 50 en 64 jaar is met 425.000 personen gegroeid. Het aantal werkende 50-plussers is toegenomen met 217.000, en 60 procent van die toename zit bij de 55-plussers. Als er langer gewerkt moet worden, moet er ook voor worden gezorgd dat die oudere werknemer een job heeft waar hij zich goed bij kan voelen, zegt De Swer t. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor het bedrijfsleven. Nu gebeur t het te vaak dat mensen na hun 45ste een plafond bereiken, waarna ze nog 20 jaar hetzelfde zouden moeten doen. Het is logisch dat je dan de uitgang zoekt. Enkel inzetten op langer werken is steriel en niet productief , klinkt het onomwonden bij Frank Vandenbroucke. Ook de omstandigheden waarin mensen werken, moeten beter kunnen. Langer werken moet gevaloriseerd worden. Tegelijk moeten de voorwaarden om vroeger uit te stromen verstrengd worden. Je kunt moeilijk van de nog actieve werknemers verwachten dat zij de productiviteit ondraaglijk hoog opdrijven om het pensioen van de anderen betaalbaar te houden. En hoelang dan? Etienne de Callata, econoom bij Bank Degroof, gaat uit van een modelloopbaan: wie 42 jaren effectief werkt, zonder bonificaties of gelijkgestelde periodes, kan ver trekken. Dat getal kan aangepast worden in functie van de stijgende levensverwachting. En die aanpassing moet gradueel gebeuren. Je kan iemand die er vandaag op rekent dat hij op 58 kan vertrekken, niet plots ver tellen dat hij nog minstens zeven jaar te gaan heeft. Maar de pensioenleeftijd moet wel in die richting evolueren. Wie op 65 weg wil, moet dat ook in de toekomst kunnen doen, stelt Vandenbroucke. De loopbaanduur is de sleutel. Als je uitgaat van een volledige loopbaan van 45 jaar, wat een behoorlijke termijn is, kan iemand die op 18 begon te werken, stoppen op 63. Om aan een gemiddelde pensioenleeftijd van 65 - en liefst iets hoger - te komen, zal je dus hoger opgeleiden, die vaker een beroep hebben waarin ze meer zelf kunnen sturen, moeten aanzetten om wat langer te werken. Op de heel lange termijn moeten we een daadwerkelijke flexibiliteit rond een spilleeftijd van 65 krijgen, in functie van de lengte van de loopbaan. Gilbert De Swer t hamer t op de gevolgen van een blinde verhoging van de pensioenleeftijd. Een effectieve verlenging van de loopbaan tot 67 jaar, of langer, zal vooral bij lager opgeleiden hard aankomen. Niet alleen betreden zij de arbeidsmarkt vroeger, hun gemiddelde levensverwachting ligt merkelijk lager dan die van hoger opgeleiden. Bovendien bestaan er weinig betrouwbare cijfers over de gemiddelde loopbaanduur. Iedereen kan als het ware het cijfer uit de statistieken vissen dat hem het beste uitkomt. voorstel voor een deeltijds pensioen, waarbij mensen kunnen bijverdienen naast hun pensioen. We gaan er te vaak van uit dat je inkomen een opwaar tse curve is, die op het moment van je pensioen een verticale duik maakt. In mijn model maakt ze een glooiing: je gaat deeltijds op pensioen en deeltijds ben je aan de slag, waardoor je nog sociale bijdragen lever t ook. Stroobants model is niet het meest evidente, maar hijzelf geeft het kans van slagen. Alleen zo maak je een einde aan de gewilde chaos die ervoor zorgt dat wie zijn weg kent in het vennootschaprecht na zijn pensioen kan bijverdienen, terwijl de rest zijn toevlucht moet nemen tot zwartwerk en zo zijn pensioen helemaal dreigt kwijt te raken. Voor wie zwaar werk deed of niet meer kan werken, moet tegelijk een sociale correctie mogelijk zijn. Vandenbroucke ziet er geen graten in dat mensen bijverdienen na hun pensioen, als ze een volledige loopbaan van 45 jaar achter de rug hebben. Als je die voorwaarde niet inbouwt, zal de nettofactuur voor de overheid niet omlaag gaan. Ging het Zilverfonds de vergrijzing niet opvangen? Nu de effecten van de opaboom - de term is van Frank Vandenbroucke merkbaar worden in de pensioenstatistieken, komt ook het Zilverfonds weer in de kijker. Dat fonds was destijds bedoeld als spaarpot voor de meerkost van de vergrijzing. Een marketingstunt, veegt de Callata het project van tafel. Strikt genomen hadden we het Zilverfonds niet nodig. Het was in de eerste plaats een pedagogisch instrument, zegt Vandenbroucke. Het moest aantonen dat je door het terugdringen van de staatsschuld reserves kon aanleggen die de vergrijzing hielpen opvangen. Helaas hebben we slechts enkele jaren effectief begrotingsoverschotten geboekt. Als dat niet het geval is, is een dergelijke buffer natuurlijk zinloos. Budgettair hadden we op bepaalde momenten strenger moeten zijn, maar vergeet niet dat er destijds, onder andere in de gezondheidzorg, eveneens een inhaalbeweging nodig was. Is Belgi klaar om de vergrijzing op te vangen?

Karel Stroobants is kritisch voor het gevoerde beleid. Ik zie geen globale visie op het pensioenprobleem. Men neemt correctiemaatregelen, je ziet hier en daar wat punctuele aanpassingen. Er wordt bijvoorbeeld wat aan de pensioenleeftijd gemorreld, maar een visie op het geheel is er niet. Ook Etienne de Callata had het afgelopen decennium graag wat meer actie gezien. Belgi is niet klaar om de vergrijzing op te vangen. Er zijn te weinig 55-plussers aan het werk, we zijn te genereus geweest met gelijkgestelde periodes en vooral de ambtenarenpensioenen zijn te hoog. Frank Vandenbroucke waarschuwt voor teveel negativisme: We hangen een te zwar t beeld op van de kwaliteit van onze pensioenen. Dat maakt het leven nodeloos moeilijk. In hun genre van pensioenen zijn de Belgsiche eerder laag dan hoog, maar we hebben veel woningbezit. Daar zit ook een deel van onze pensioenen in. We hebben een relatief goede gezondheidszorg en sociale voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn. De laatste tien jaar heeft bijvoorbeeld de inkomensgarantie voor ouderen ervoor gezorgd dat mensen met een klein pensioen een menswaardig inkomen hebben. De minimumgarantie per loopbaanjaar is ook verbeterd. Ik ben niet van mening dat de uitgaven voor de vergrijzing niet mogen stijgen, besluit Vandenbroucke. Dat zou een ontkenning zijn van de demografische en sociale realiteit. Ik deel evenmin de mening dat het allemaal wel zal meevallen en dat we die meerkost wel zullen dragen. De facto ontken je dan dat andere behoeften ook onze aandacht en budget opeisen. De waarheid bevindt zich in het midden. Maar ook in dat midden is een actief, door tastend beleid nodig. Enkel budgettaire discipline Kunnen we na ons pensioen bijverdienen? zal niet helpen. Je moet op lange termijn inzetten op langer werken en Het valt op dat bijverdienen naast en bovenop het pensioen niet langer een duurzame pensioenhervorming. Maar ook beslissingen over de laneen taboe is. Karel Stroobants denkt behoorlijk out of the box met zijn ge termijn moeten nu genomen worden.

06 07

Hoe meer pijlers, hoe meer vreugd?


Wie naast zijn wettelijk pensioen nog een aanvullend pensioen, eigen spaargeld en een eigen huis kan aanspreken, ziet zijn oude dag heel anders tegemoet dan wie die mogelijkheid niet heeft. Al zie je soms door het bos de pijlers niet meer: ook onze genterviewden houden er soms afwijkende indelingen op na. Met interessante scenarios tot gevolg.

eestal wordt gerekend met een model waarbij vijf pijlers de dienst uitmaken: het wettelijk pensioen, het aanvullend pensioen via de beroepsactiviteit, fiscaal begunstigd priv-pensioensparen, het gewone spaarkapitaal en een eventuele eigen woning. Gilbert De Swert staat argwanend tegenover de verpijlering van het pensioen: voor hem blijft een solide wettelijk pensioen de basis. Jos Berghman ziet een zestal pijlers. De eerste pensioenpijler wordt gevormd door het wettelijk pensioen. De tweede pijler is het aanvullend pensioen via een pensioenfonds of groepsverzekering. Ten derde is er het systeem van fiscaal bevoordeeld pensioensparen. Priv-sparen en beleggen is de vierde pijler. Een eigen huis doet dienst als vijfde, toegang tot gezondheidszorg als zesde. Strikt genomen behoren enkel de twee eerste pijlers tot het pensioenbeleid, maar voor wie toegang heeft tot de andere mogelijkheden, ziet de oude dag er heel anders uit dan voor wie terugvalt op het basispensioen. Maar ook Berghman is beducht voor het Mattheuseffect van het aanvullend pensioen. Vooral hogere inkomens lijken er momenteel de vruchten van te plukken. Gewilde chaos Karel Stroobants pleit voor een vereenvoudigd pensioenmodel, om een einde te maken aan wat hij de gewilde chaos noemt: de schemerzones tussen kapitalisatie en repar titie, tussen wettelijk en aanvullend pensioen. Hij ziet drie pijlers ontstaan, met aangepaste definities. In de eerste pijler : een repar titiepensioen voor iedereen, ambtenaren, bedienden, arbeiders en zelfstandigen, met dezelfde lasten en plichten voor iedereen. De tweede pijler omvat elke vorm van collectieve kapitalisatie n de gezinswoning. Alle pensioen - en spaarformules met fiscale gunstregelingen zitten in deze pijler, met inbegrip van de hypotheekaftrek. De verhouding tussen het aandeel van de woning en aanvullend pensioen daarin, kun je zelf bepalen. Voor wie niet via zijn werkgever of sector kan aansluiten bij een tweedepijlerpensioen, zou er een default-pensioenfonds moeten worden gecreerd. In tegenstelling tot het huidige systeem, ontvang je na je pensioen niet ineens het hele kapitaal, maar een uitbetaling in rente. Immers: de belasting op die rentes brengt ook nog op. De derde pijler staat dan los van het pensioen en omvat alle andere vormen van sparen: eigen beleggingen en spaargedrag, volledig vrij, onbeperkt, maar evengoed ontdaan van fiscale gunstmaatregelen. Het klassieke pensioensparen hoor t daar bij. Geld uit die huidige derde pijler kan overgeheveld worden naar de tweede pijler zonder er nadeel van te ondervinden.

Commentaar

Unisono
e ex-ACVer, de bankier, de socioloog, de oud-voorzitter van de pensioenfondsenvereniging n de socialistische ex-minister, allen geven ze blijk van dezelfde sense of urgency als het over onze pensioenen gaat. De oplossingen die ze aanreiken, klinken soms opmerkelijk unisono. Het doet zelfs wat vreemd aan om zowel de bankier Etienne de Callata als de socialist Frank Vandenbroucke te horen pleiten voor de vrijheid om langer dan de modelloopbaan te werken. Maar schijn bedriegt. De Callata sneert net zo goed dat er in de afgelopen tien jaar geen beleid is gevoerd. En dat ex-vakbondsman Gilbert De Swert twee van de genterviewden in zijn boek Het Pensioenspook tot die spoken rekent, is ook niet zonder betekenis.

Verder is het maar de vraag of en hoe de arbeidsmarkt zich zal aanpassen aan de eis om meer vijftigers en zestigers langer aan de slag te houden. Of welke concrete maatregelen er uit de bus zullen komen voor werknemers met een fysiek zwaar beroep. Het klopt dat er voor deze mensen grenzen zijn aan de voorgespiegelde mobiliteit op de arbeidsmarkt, maar de dooddoener dat iedereen een zwaar beroep heeft als het erop aankomt kwam ook in elk gesprek terug. Het is ook nog maar de vraag wie er de vruchten zal plukken van de vrijheid en de flexibiliteit waar enkele genterviewden de mond vol van hebben. Daartegenover staan zij die uit noodzaak langer zullen moeten werken om aan een degelijk pensioen te raken. (ml)

Das könnte Ihnen auch gefallen