CCT 2011

Cahier des Charges Type relatif aux Voiries en Rgion de Bruxelles-Capitale

INTRODUCTION AU CCT 2011 Vous trouverez, ci-dessous, le Cahier des Charges-Type (CCT) relatif aux voiries en Rgion de Bruxelles Capitale - version 2011. Ce cahier des charges-type dtermine les clauses administratives et techniques applicables lexcution des travaux de voiries situes en Rgion de Bruxelles Capitale. Il servira de modle pour les travaux damnagement ou de ramnagement des voiries et espaces publics rgionaux, raliss par mon administration. Il peut tre un guide pour les travaux effectus par les organismes parargionaux et les Communes bruxelloises. Il constitue une rvision fondamentale de la version prcdente, savoir le CCT 2000, spcialement en ce qui concerne les clauses techniques. En effet, mme sil conserve la structure du CCT 2000, ce nouveau texte tient compte des volutions techniques les plus rcentes. Le premier chapitre (chapitre A) contient les clauses administratives actualises, les 12 chapitres suivants (chapitres B M) dtaillent les clauses techniques, la dernire partie du texte tant le mtr descriptif type. Ce volumineux document, rsultat de plusieurs annes de travail, est le fruit de la collaboration de plusieurs quipes de spcialistes. En tant que coordinateur gnral du texte, je tiens les remercier vivement pour le travail accompli. Llaboration des projets des chapitres techniques a t confie au Centre de Recherches Routires (CRR) et, plus particulirement, aux experts cits dans la liste reprise en annexe. Ces projets ont t finaliss par des groupes de travail auxquels participaient, outre les membres du CRR, des reprsentants des entrepreneurs linitiative de la Fdration Belge des Entrepreneurs de Voirie ainsi que des fonctionnaires de Bruxelles Mobilit-AED. Lactualisation des clauses administratives rsulte de runions de travail, inities par ladministration, auxquelles des reprsentants de la Fdration des Entrepreneurs de Voirie ont t invits participer. La liste nominative de tous ces participants est, galement, donne ci-dessous. Un grand merci toutes et tous. Bonne lecture ! Le Directeur gnral de Bruxelles Mobilit-AED Dr ir Jean-Claude Moureau

Avril 2011

Centre de Recherches Routires P.- P. Brichant C. De Backer O. De Myttenaere B. Dethy (coordinateur) G. Glorie L. Goubert A. Leuridan K. Redant H. Van den Bergh J.- P. Van de Winckel C. Van Rooten S. Vansteenkiste Traduction: D. Verfaillie Secrtariat des chapitres techniques : N. De Vrieze

Fdration Belge des Entrepreneurs de Voirie B. Chantraine H. Dekempeneer M. Delaby E. Desmedt O. Grandjean R. Heymans L. Kerkhove M. Lauwers K. Lindekens J.- F. Peiffer F. Tahon M. Thays Y. Ulens W. Van Impe X. Verbrugghen M. Verhaeren J.- P. Wirix

Bruxelles Mobilit Administration de lEquipement et des Dplacements M. Bellemont C. Debuysscher V. Decoux M. Demunter K. Derdaele E. Ghilain C. Jaugnau

V. Lerate M. Lesecque L. Lolivier J.- C. Moureau (coordinateur gnral) A. Peeters V. Reeners V. Thibert I. Van Roy Secrtariat : M. Dujacquier M. Botteman

TABLE DES MATIERES

CHAPITRE A CHAPITRE B CHAPITRE C CHAPITRE D CHAPITRE E CHAPITRE F CHAPITRE G CHAPITRE H CHAPITRE I CHAPITRE J CHAPITRE K CHAPITRE L CHAPITRE M

PARTIE ADMINISTRATIVE NOMENCLATURE DE LA ROUTE - LEXIQUE MATERIAUX DE CONSTRUCTION TERRASSEMENTS SOUS-FONDATIONS ET FONDATIONS REVETEMENTS DE CHAUSSEES DRAINAGE ET EGOUTTAGE ELEMENTS LINEAIRES PETITS OUVRAGES DART SIGNALISATION PLANTATIONS ET ENGAZONNEMENT TRAVAUX DENTRETIEN ET DE REPARATION METHODES DESSAIS

METRE DESCRIPTIF TYPE

CHAPITRE A - PARTIE ADMINISTRATIVE

CANEVAS POUR UN CAHIER SPECIAL DES CHARGES

-1-

VOORAFGAANDELIJKE OPMERKING : Gebruiksaanwijzing van het administratief gedeelte

REMARQUE PRLIMINAIRE : Mode demploi de la partie administrative

Onderhavige administratief gedeelte is opgevat als een model voor het opstellen van het La prsente partie administrative est conue comme un modle pour la rdaction de la partie administratieve gedeelte van het Bijzonder Bestek. administrative du Cahier Spcial des Charges. 1. Het onderhavige hoofdstuk bevat de specifieke administratieve bepalingen van de opdracht, met 1. Le prsent chapitre comporte les dispositions administratives spcifiques du march, onder meer : comprenant notamment : - de aanvullende voorschriften bij het Koninklijk Besluit van 08 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals gewijzigd ; - de aanvullende en afwijkende voorschriften bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en zijn bijlage, de algemene aannemingsvoorwaarden, zoals gewijzigd. les prescriptions complmentaires larrt royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchs publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel que modifi ; les prescriptions complmentaires et drogatoires larrt royal du 26 septembre 1996, tablissant les rgles gnrales dexcution des marchs publics et des concessions de travaux publics et son annexe, le cahier gnral des charges, tels que modifis.

2. Dit hoofdstuk heeft betrekking op overheidsopdrachten van werken, die gegund worden bij 2. Ce chapitre concerne les marchs publics de travaux passs par adjudication ou appel aanbesteding of offerteaanvraag. doffres. Dit sluit niet uit : - dat de werken bijkomend leveringen en/of diensten in de zin van bijlage 2 van de wet van 24 december 1993 kunnen bevatten. De voorgestelde opsomming voor de beschrijving van de opdracht onder Hoofdstuk I dient in die zin genterpreteerd te worden ; - dat deze administratieve bepalingen gebruikt kunnen worden voor overheidsopdrachten van werken die gegund worden bij onderhandelingsprocedure ; in dit geval evenwel dienen de bepalingen van Hoofdstuk III 1, betreffende het koninklijk besluit van 8 januari 1996 die specifiek zijn voor aanbestedingen en offerteaanvragen aangepast te worden. Ceci nexclut pas : que des fournitures et/ou services au sens de lannexe 2 de la loi du 24 dcembre 1993 soient intgres titre accessoire aux travaux. La nomenclature propose titre de description du march sous le Chapitre I ci-aprs doit sinterprter en ce sens. quil soit fait usage des prsentes clauses administratives loccasion de marchs publics de travaux passs par procdure ngocie ; dans ce cas toutefois , il y aura lieu dadapter le Chapitre III, 1 relatif des dispositions de larrt royal du 8 janvier 1996 spcifiques aux adjudications et appels doffres.

3. Anderzijds sluiten de voorwaarden en bescheiden voor de kwalitatieve selectie voorzien in 3. Par ailleurs, les conditions et documents de slection qualitative prvus au Chapitre III, 1er Hoofdstuk III 1, titel I, artikelen 16 tot 20 voor een openbare procedure niet uit dat sous le Titre I, articles 16 20 pour les procdures ouvertes nexcluent pas que des conditions overeenkomstige voorwaarden en bescheiden vereist worden bij een beperkte procedure. In et documents analogues soient requis en procdures restreintes. Dans ce cas cependant, ceuxdit geval nochtans zullen deze opgenomen worden in de voorafgaande aankondiging van de ci figureront dans lavis de march pralable, compte-tenu du droulement de ces procdures opdracht, gezien het verloop van deze procedure in twee fasen. en deux phases. 4. Deze administratieve bepalingen bieden, voor sommige artikelen, verschillende mogelijkheden 4. Ces clauses administratives offrent, dans certaines de leurs dispositions, diffrentes waaruit een keuze dient te worden gemaakt in functie van de aard en de specificiteit van de alternatives entre lesquelles il y a lieu de faire choix selon la nature et les ncessits du beschouwde opdracht. march considr.

-2-

Deze keuzemogelijkheden worden aangegeven : a) hetzij als Eerste optie, Tweede optie, enz... b) hetzij door te verwijzen naar de gebruikte procedure : - openbare procedure, beperkte procedure ; - aanbestedingsprocedure, offerteaanvraagprocedure ; c) hetzij door het type opdracht : - bestellingsopdracht, opdracht die geen bestellingsopdracht is ; - opdracht met percelen ; - werken van minimum 750.000 en termijnen van minimum 60 werkdagen. In de hypothesen b) en c) worden begin en einde van de optie duidelijk aangegeven door middel van sterretjes. Bepaalde zones zijn omkaderd in een grijze achtergrond om aan te geven waar de tekst gewijzigd, aangevuld of geschrapt kan worden, in functie van de opdracht.

Ces possibilits sont indiques : a) soit sous forme de Premire option , Deuxime option , etc... ; b) soit en se rfrant la procdure utilise : - procdure ouverte , procdure restreinte ; - procdure dadjudication , procdure dappel doffres ; c) soit en prcisant le type de march : - march sujet commandes , march non sujet commandes ; - march lots ; - chantiers de minimum 750.000 et dlais de minimum 60 jours ouvrables . Dans les hypothses b) et c), le dbut et la fin de loption sont indiqus par astrisques. Par ailleurs, le gris a t utilis pour indiquer les dispositions susceptibles dadaptations, de suppressions ou de complments en fonction du march.

Laat u leiden door de principes van duurzame ontwikkeling bij uw keuzes van de toepassing van de Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par hieronder vermelde beschikkingen. les principes de dveloppement durable.

-3-

AANBESTEDENDE OVERHEID

POUVOIR ADJUDICATEUR

BESTEK NR. :

N CAHIER DES CHARGES N :

OPDRACHT VAN WERKEN

MARCH DE TRAVAUX

OPENBARE AANBESTEDING BEPERKTE AANBESTEDING ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG BEPERKTE OFFERTEAANVRAAG

PUBLIQUE ADJUDICATION PUBLIQUE ADJUDICATION RESTREINTE APPEL D'OFFRES GNRAL APPEL D'OFFRES RESTREINT

-4-

AANBESTEDENDE OVERHEID
Bestek nr.

POUVOIR ADJUDICATEUR
Cahier des Charges n Dossier :

Dossier :

OPDRACHT VAN WERKEN OPENBARE AANBESTEDING BEPERKTE AANBESTEDING ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG BEPERKTE OFFERTEAANVRAAG

MARCH DE TRAVAUX ADJUDICATION PUBLIQUE ADJUDICATION RESTREINTE APPEL D'OFFRES GNRAL - APPEL D'OFFRE RESTREINT

De openbare opening van de offertes heeft plaats op van de Heer/Mevrouw, .

om

uur ten overstaan

L'ouverture publique des offres aura lieu le Monsieur/Madame .

heures, par devant

Bijkomende inlichtingen kunnen worden verkregen bij de Heer/Mevrouw

Des

renseignements

complmentaires

peuvent

tre

obtenus

en

s'adressant

Monsieur/Madame

-5-

INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJK BERICHT HOOFDSTUK I : VOORWERP VAN DE OPDRACHT ALGEMEENHEDEN 1. BONDIGE BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT 2. VARIANTEN 3. BIJZONDERE KENMERKEN VAN DE OPDRACHT 9 10 10 11 13 AVIS IMPORTANT

TABLE DES MATIRES

9 10 10 11 13

CHAPITRE I : OBJET DU MARCH GNRALITS 1. DESCRIPTION SUCCINCTE DU MARCHE 2. VARIANTES 3. PARTICULARITES DU MARCHE

HOOFDSTUK II : RECHT EN DOCUMENTEN VAN TOEPASSING OP DE OPDRACHT ALSMEDE BEVOEGDE RECHTBANKEN 18 I. RECHT EN DOCUMENTEN VAN TOEPASSING 1. WETGEVING OP DE OVERHEIDSOPDRACHTEN 2. ANDERE WETTEKSTEN 3. TECHNISCHE SPECIFICATIES 4. DOCUMENTEN EIGEN AAN DE OPDRACHT II. BEVOEGDE RECHTBANKEN HOOFDSTUK III : ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 1. KONINKLIJK BESLUIT VAN 8/1/1996
Titel I : Bepalingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken Artikelen 16 tot 20 : Voorwaarden en bescheiden voor kwalitatieve selectie Titel V : Prijsbepaling en prijsonderzoek Art. 86 : Prijsbepaling Art. 88, 2 en 3 : Controle van de prijzen vr de gunning van de opdracht Titel VI : De offertes en de gunning Art. 89 : Offerteformulier en samenvattende opmetingsstaat Art. 90 : Opstellen van de offerte Art. 96, 2 : Samenvattende opmetingsstaat Art. 100, 1, a) :Belasting op de toegevoegde waarde Art. 100, 2 : Prijsopgave Art. 101 : Opdracht met percelen Art. 104 : Indienen van de offertes Art. 113 : Varianten in aanbesteding Art. 115 : Varianten en gunningscriteria in offerteaanvraag Art. 116 : Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers

CHAPITRE II : DROIT ET DOCUMENTS APPLICABLES AU MARCHE AINSI QUE JURIDICTION COMPETENTE 18 I. DROIT ET DOCUMENTS APPLICABLES 1. LEGISLATION SUR LES MARCHES PUBLICS 2. AUTRES LGISLATIONS 3. SPCIFICATIONS TECHNIQUES 4. DOCUMENTS SPECIFIQUES AU MARCHE II. JURIDICTION COMPETENTE CHAPITRE III : CLAUSES ADMINISTRATIVES 1. ARRETE ROYAL DU 8/1/1996
Titre I : Dispositions relatives aux marchs publics de travaux Art. 16 20 : Conditions et documents de slection qualitative Titre V : De la dtermination et de la vrification des prix Art. 86 : Dtermination des prix Art. 88, 2 et 3 : Vrification des prix pralable lattribution du march Titre VI : Des offres et de lattribution Art. 89 : Formulaire doffre et mtr rcapitulatif Art. 90 : tablissement de loffre Art. 96, 2 : Mtr rcapitulatif Art. 100, 1er , a) :Taxe sur la valeur ajoute Art. 100, 2 : nonc des prix Art. 101 : March lots Art. 104 : Dpt des offres Art. 113 : Variantes en adjudication Art. 115 : Variantes et critres dattribution en appel doffres Art. 116 : Dlai dengagement des soumissionnaires

18 18 18 19 19 20 21 21
21 21 21 21 22 22 22 22 25 25 25 25 25 26 26 26

18 18 18 19 19 20 21 21
21 21 21 21 22 22 22 22 25 25 25 25 25 26 26 26

2. ALGEMENE UITVOERINGSREGELS (K.B. VAN 26/09/1996)

Art. 4, 2 : Betalingsmodaliteiten Art. 5, 1 : Voorschotten Art. 9 : Opdracht met percelen Art. 1 : Leidende ambtenaar Art. 3, 2 : Overeenstemming van de werken, leveringen en diensten Art. 4, 1, 1 : Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid

26
26 26 26 27 27 28 28 -6-

2. RGLES GNRALES DEXCUTION (A.R. DU 26/09/1996)

Art. 4, 2 : Modalits de paiement Art. 5, 1er : Avances Art. 9 : March lots

26
26 26 26

3 ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN (BIJLAGE BIJ K.B. VAN 26/09/96)27

3. CAHIER GNRAL DES CHARGES (ANNEXE A LA.R. DU 26/09/1996)

Art. 1er : Fonctionnaire dirigeant Art. 3, 2 : Conformit des travaux, fournitures et services Art. 4, 1er, 1 : Plans, documents et objets tablis par le pouvoir adjudicateur

27
27 27 28

Art. 4, 2 : Detail- en werktekeningen opgemaakt door de aannemer Art. 4, 3 : Merktekens Art. 5, 1 : Bedrag van de borgtocht Art. 5, 2 : Aard van de borgtocht Art. 5, 3 : Borgtochtstelling en bewijs van borgtochtstelling Art. 9 : Vrijgave van de borgtocht Art. 10 : Onderaannemers Art. 12 : Technische keuring Art. 12, 4 : Keuringskosten Art. 12, 5 : Voorafgaande technische keuring Art. 12, 7 : Technische keuring a posteriori Art. 13, 1 : Prijsherziening Art. 14, 1 : Intellectuele rechten Prijs en vergoedingen Art. 15, 1 : Betaling van de werken Art. 15, 4 : Intrest voor achterstallige betalingen Art. 15, 5 : Onderbreking door de aanbestedende overheid Art. 15, 6 : Onderbreking of vertraging van de uitvoering door de aanbestedende overheid Art. 16, 2 : Klachten en verzoeken Art. 16, 3 : Kennisgeving Art. 19, 1 : Voorlopige en definitieve opleveringen Art. 19, 2 : Waarborgtermijn Art. 19, 5 : Beschadigde of buiten dienst zijnde producten Art. 19, 6 : Betaling van de waarde van de door de aannemer niet vervangen producten Art. 20, 4 : Straffen Art. 24. : Wijze van prijsbepaling Art. 25, 1 : Elementen begrepen in de prijs Art. 25, 2 : Vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering Art. 27, 1 : Technische keuring Algemeen Art. 27, 2 : Keuringsmodaliteiten Art. 27, 5 : Technische keuring Tegenproef Art. 27, 7 : Geweigerde producten Art. 28, 1 : Bevel tot uitvoering en leiding van de werken Art. 28, 2 :Gelijktijdige opdrachten Art. 29, 1 : Onderbreking van de werken Art. 30, 1 en 2 : Algemene organisatie van de bouwplaats Art. 30, 3 : Lokalen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid Art. 32, 1 : Terbeschikkingstelling van gronden Art. 33 : Afbraakmaterialen Art. 37. : Dagboek der Werken Art. 38 : Verzekeringen Art. 39, 1 : Verplichtingen van de aannemer tot de definitieve oplevering Art. 42, 2 : Wijzigingen van de opdracht Onvoorziene werken Art. 42, 4 en 6 : Wijzigingen van de opdracht Art. 43, 2 : Voorlopige oplevering Art. 48, 2 : Boeten wegens laattijdige uitvoering

28 31 31 32 32 32 32 33 33 34 35 36 41 41 47 47 47 47 47 47 48 48 48 48 48 50 50 51 52 52 52 52 52 54 55 55 71 72 72 73 74 81 81 83 83 83

Art. 4, 2 : Plans de dtail et dexcution tablis par ladjudicataire Art. 4, 3 : Marquages Art. 5, 1er : Montant du cautionnement Art. 5, 2 : Nature du cautionnement Art. 5, 3 : Constitution du cautionnement et justification de cette constitution Art. 9 : Libration du cautionnement Art. 10 : Sous-traitants Art. 12 : Rception technique Art. 12, 4 : Frais relatifs la rception technique Art. 12, 5 : Rception technique pralable Art. 12, 7 : Rception technique a posteriori Art. 13, 1er : Rvision des prix Art. 14, 1er : Droits intellectuels Prix et redevances Art. 15, 1er : Paiement des travaux Art. 15, 4 : Intrt pour retard dans les paiements Art. 15, 5 : Interruption par le pouvoir adjudicateur Art. 15, 6 : Interruption ou ralentissement de lexcution par le pouvoir adjudicateur Art. 16, 2 : Rclamations et requtes Art. 16, 3 : Dnonciation Art. 19, 1er : Rceptions provisoire et dfinitive Art. 19, 2 : Dlai de garantie Art. 19, 5 : Produits hors service ou endommags Art. 19, 6 : Paiement de la valeur des produits non remplacs par ladjudicataire Art. 20, 4 : Pnalits Art. 24. : Mode de dtermination du prix Art. 25, 1er : lments inclus dans les prix Art. 25, 2 : Autorisations ncessaires lexcution Art. 27, 1er : Rception technique Gnralits Art. 27, 2 : Modalits de rception Art. 27, 5 : Rception technique Contre-essai Art. 27, 7 : Produits refuss Art. 28, 1er : Ordre dexcution et conduite des travaux Art. 28, 2 : Marchs excuter simultanment Art. 29, 1er : Interruption des travaux Art. 30, 1er et 2 : Organisation gnrale du chantier Art. 30, 3 : Locaux mis la disposition du pouvoir adjudicateur Art. 32, 1er : Mise disposition de terrains Art. 33 : Matriaux provenant des dmolitions Art. 37. : Journal des travaux Art. 38 : Assurances Art. 39, 1er : Obligations de lentrepreneur jusqu la rception dfinitive Art. 42, 2 : Modifications au march - Travaux non prvus Art. 42, 4 et 6 : Modifications au march Art. 43, 2 : Rception provisoire Art. 48, 2 : Amendes pour retard

28 31 31 32 32 32 32 33 33 34 35 36 41 41 47 47 47 47 47 47 48 48 48 48 48 50 50 51 52 52 52 52 52 54 55 55 71 72 72 73 74 81 81 83 83 83

-7-

HOOFDSTUK IV : CONTRACTUELE VOORWAARDEN VAN SOCIALE AARD VERBINTENIS VAN DE INSCHRIJVERS. 84 BIJLAGE : Toepassingsvoorwaarden van de contractuele clausule van sociale aard 85

CHAPITRE IV : CONDITIONS CONTRACTUELLES A CARACTRE SOCIAL ENGAGEMENT DES SOUMISSIONNAIRES 84 ANNEXE : Conditions dapplication de la clause contractuelle caractre social 85

TECHNISCH GEDEELTE
BIJGEVOEGDE ARTIKELS VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN

PARTIE TECHNIQUE ARTICLES ADDITIONNELS

PLAN DE SCURIT ET DE SANT

METRE DESCRIPTIF OFFRE METRE RECAPITULATIF

BESCHRIJVENDE OPMETINGSSTAAT
OFFERTE SAMENVATTENDE OPMETING

-8-

BELANGRIJK BERICHT
De administratieve bepalingen van het onderhavige bestek wijken af van bepaalde artikelen van de algemene aannemingsvoorwaarden van de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, gevoegd bij het K.B. van 26/09/1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. De afwijkingen slaan op de hierna volgende artikelen: Art. 5, 1 Art. 9 Art. 12, 4 Art. 12, 5 Art. 12, 7 Art. 14, 1 Art. 15, 5 Art. 20, 4 Art. 24 Art. 29, 1 Art. 30, 1 en 2 : : : : : : : : : : : Bedrag van de borgtocht Vrijgave van de borgtocht Keuringskosten Voorafgaande technische keuring Technische keuring a posteriori Intellectuele rechten - Prijs en vergoedingen Onderbreking door de aanbestedende overheid Straffen Wijze van prijsbepaling Onderbreking van de werken Algemene organisatie van de bouwplaats

AVIS IMPORTANT
Les clauses administratives du prsent cahier des charges drogent certains articles du cahier gnral des charges des marchs publics de travaux, de fournitures et de services, annex lA.R. du 26/09/1996, tablissant les rgles gnrales dexcution des marchs publics et des concessions de travaux publics. Les drogations portent sur les articles ciaprs : Art. 5, 1er Art. 9 Art. 12, 4 Art. 12, 5 Art. 12, 7 Art. 14, 1
er

: : : : : : : : :
er

Montant du cautionnement Libration du cautionnement Frais relatifs la rception technique Rception technique pralable Rception technique a posteriori Droits intellectuels - Prix et redevances Interruption par le pouvoir adjudicateur Pnalits Mode de dtermination du prix

Art. 15, 5 Art. 20, 4 Art. 24 Art. 29, 1er Art. 30, 1 et 2

Interruption des travaux : Organisation gnrale du chantier

***Begin bestellingsopdracht Art. 42, 4 en 6 : Wijzigingen van de opdracht

*** Dbut march sujet commandes Art. 42, 4 et 6 : Modifications au march

**Einde bestellingsopdracht Art. 43, 2 Art. 48, 2 : : Voorlopige oplevering Boetens wegens laattijdige uitvoering

*** Fin march sujet commandes Art. 43, 2 Art. 48, 2 : : Rception provisoire Amendes pour retard

-9-

HOOFDSTUK I : VOORWERP VAN DE OPDRACHT ALGEMEENHEDEN 1. BONDIGE BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT

VOORWERP :

CHAPITRE I : OBJET DU MARCH GNRALITS 1. DESCRIPTION SUCCINCTE DU MARCHE

OBJET :

Deze aanneming omvat voornamelijk: De nodige topografische verrichtingen, alsook het opmaken van de gedetailleerde plannen van de uit te voeren constructies. Het opmaken van een plaatsbeschrijving van alle aangrenzende eigendommen en dit voor het geheel van de bebouwde delen, boven- en ondergronds, waarvan het kadastraal perceel zich op minder dan 12 m bevindt van de rand der grondwerken uit te voeren voor de hieronder beschreven werken. De organisatiemaatregelen nodig voor het verkeer gedurende de werken. Het uitbreken van wegverhardingen en voetpaden van allerlei aard, met inbegrip van hun fundering tot de diepte, nodig voor de uitvoering der werken volgens de nieuwe profielen. Het uitbreken van kantstenen, watergoten, veiligheidsstootbanden en wegtoestellen nodig voor de uitvoering der werken. Het uitbreken van allerlei buizen en omhulsels van alle aard. Het afbreken van metselwerk, beton en gewapend beton, waarop tijdens de uitvoering van de grondwerken gestuit is. Het affrezen van koolwaterstofverhardingen en het nodige uitzagen. Uitvoeren van uitgravingen en aanvullingen, met inbegrip van verdichting, eventuele stabilisatie en/of vervanging van de onvoldoende draagkrachtige of doorlatende grond, alsook de voorlopige werken om de uitgravingen droog te houden. Het aanbrengen van een onderfundering van zand. Het uitvoeren van een fundering uit mager beton gewapend met een rasterwerk. Het uitvoeren van een fundering uit continue steenslagfundering behandeld met cement. Het uitvoeren van een fundering en ophogingen met zandcement. De aanleg en wijziging van het systeem van afvoer van het afstromend water met inbegrip van de levering van waterslikkers, bezoekkamers, buizen en hun aansluiting op de riolen. Het op peil brengen van deksels, roosters en andere installaties in de voetpaden of de wegen. De uitvoering of het verwerken van watergoten, kantstenen, enz. De uitvoering van verhardingen van diverse aard. De uitvoering van voetpaden. De uitvoering van markeringen en signalisatie. Het verwerken van teelaarde, het bezaaien van bermen, de eventuele beplantingen en het bouwen van boombakken.
- 10 -

Cette entreprise comprend principalement : Les travaux topographiques ncessaires ainsi que llaboration des plans dtaills des ouvrages raliser. Ltablissement de ltat des lieux de toutes les proprits riveraines, et ce pour la totalit des parties construites, en plan, en lvation et en sous-sols, dont la parcelle cadastrale se trouve moins de 12 m du bord des fouilles excuter pour les travaux dcrits ci-aprs; Les mesures ncessaires lorganisation de la circulation pendant les travaux. Le dmontage des revtements de chausses et de trottoirs de toutes espces, y compris leur fondation jusqu une profondeur ncessaire lexcution des travaux suivant les nouveaux profils. Le dmontage de bordures, filets deau, barrires de scurit et des appareils de voirie ncessaires lexcution des travaux. Le dmontage de tuyaux et gaines de toutes espces. La dmolition de maonneries, de bton et de bton arm, rencontrs au cours de lexcution des terrassements. Le raclage de revtements hydrocarbons et leurs dcoupes ncessaires. Lexcution des terrassements de dblais et remblais, y compris le compactage, la stabilisation ventuelle, et/ou le remplacement de sol insuffisamment portant ou permable, ainsi que les travaux provisoires pour maintenir les fouilles sec. La mise en uvre dune sous-fondation en sable. La mise en uvre dune fondation en bton maigre arm dun treillis. La mise en uvre dune fondation en empierrement continu trait au ciment. La mise en uvre dune fondation et de remblais en sable stabilis. Lamnagement et ladaptation du systme dvacuation des eaux de ruissellement, y compris la fourniture davaloirs, chambres de visite, tuyaux, et leur raccordement aux gouts. La mise niveau de taques, de grilles, et autres installations de trottoir ou de voirie. Lexcution ou la mise en uvre de filets deau, bordures, etc. Lexcution de revtements de natures diverses. Lexcution de trottoirs. Lexcution de marquages et de signalisation. La mise en uvre de terres arables, lengazonnement de bermes, les plantations ventuelles et la construction de bacs arbres.

 Het wegruimen van alle afval, puin, enz. buiten het openbare domein m.i.v. het afvoeren van materialen naar een recyclage-installatie, overeenkomstig het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 maart 1995. De aansluiting op bestaande wegen, en andere bestaande inrichtingen. Verscheidene prestaties die het voorwerp uitmaken van stelposten met "te verantwoorden sommen". Landschapswerken en bijhorende leveringen. Alle bijkomende en samenhangende werken en leveringen voor de goede uitvoering van de werken. Proeven voor nazicht en oplevering. Het onderhoud van de werken van de aanneming tijdens de waarborgperiode. Het maaien van grasperken, hakken en spitten. Alle nodige prestaties om te voldoen aan de contractuele verplichtingen tijdens de waarborgperiode. ----------------

Lvacuation de tous dbris, dchets, etc. en dehors du domaine public, y compris lvacuation vers une installation de recyclage conformment lArrt du Gouvernement de la Rgion de Bruxelles-Capitale du 16 mars 1995. Le raccordement aux voiries et autres amnagements existants. Diverses prestations faisant lobjet de postes montants justifier . Des travaux paysagers et fournitures y affrentes. Tous travaux et fournitures accessoires et connexes pour la bonne excution du chantier. Les essais de vrification et de rception. Lentretien des ouvrages de lentreprise durant la priode de garantie. La tonte de pelouses, les binages et bchages. Toutes prestations ncessaires pour rpondre aux obligations contractuelles pendant le dlai de garantie. -----------

2. VARIANTEN
*** Begin aanbestedingsprocedure Eerste optie De verplichte varianten die de inschrijvers in hun offerte moeten vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). In elk geval dienen de inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Tweede optie De toegestane varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). In elk geval dienen de Inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Derde optie De verplichte varianten die de inschrijvers in hun offerte moeten vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). De toegestane varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). In elk geval dienen de Inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Vierde optie De varianten zijn verboden. *** Einde aanbestedingsprocedure ***Begin offerteaanvraagprocedure Eerste optie

2. VARIANTES
*** Dbut procdure dadjudication Premire option Les variantes imposes pour lesquelles les soumissionnaires doivent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Deuxime option Les variantes autorises pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Troisime option Les variantes imposes pour lesquelles les soumissionnaires doivent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). Les variantes autorises pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Quatrime option Les variantes sont interdites. *** Fin procdure dadjudication *** Dbut procdure dappel doffres Premire option

- 11 -

De verplichte varianten die de inschrijvers in hun offerte moeten vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). - de materialen voor de wegverharding ; - de uitvoeringswijze van De vrije varianten zijn verboden. In elk geval dienen de inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Tweede optie De toegestane varianten die de Inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). De vrije varianten zijn verboden. In elk geval dienen de inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Derde optie De vrije varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, vervullen de volgende minimale voorwaarden en voldoen aan de volgende formele eisen : In elk geval dienen de Inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Vierde optie De verplichte varianten die de inschrijvers in hun offerte moeten vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). - De materialen voor de wegverharding ; - de uitvoeringswijze van ; De toegestane varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). De vrije varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, vervullen de volgende minimale voorwaarden en voldoen aan de volgende formele eisen : In elk geval dienen de Inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Vijfde optie De verplichte varianten die de inschrijvers in hun offerte moeten vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). - de materialen voor de wegverharding ; - de uitvoeringswijze van De toegestane varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). De vrije varianten zijn verboden. In elk geval dienen de Inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Zesde optie
- 12 -

Les variantes imposes pour lesquelles les soumissionnaires doivent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). - les matriaux de revtement de chausses ; - le mode dexcution de Les variantes libres sont interdites. En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Deuxime option Les variantes autorises pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). Les variantes libres sont interdites. En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Troisime option Les variantes libres pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre rpondent aux conditions minimales et aux exigences formelles suivantes : En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Quatrime option Les variantes imposes pour lesquelles les soumissionnaires doivent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). - Les matriaux de revtement de chausses ; - le mode dexcution de ; Les variantes autorises pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). Les variantes libres pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre rpondent aux conditions minimales et aux exigences formelles suivantes : En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Cinquime option Les variantes imposes pour lesquelles les soumissionnaires doivent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). - les matriaux de revtement de chausses ; - le mode dexcution de ; Les variantes autorises pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). Les variantes libres sont interdites. En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Sixime option

De verplichte varianten die de inschrijvers in hun offerte moeten vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). - de materialen voor de wegverharding; - de uitvoeringswijze van De vrije varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, beantwoorden aan de volgende minimale voorwaarden en voldoen aan de volgende formele eisen : In elk geval dienen de Inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Zevende optie De toegestane varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, hebben betrekking op (voorwerp, aard, draagwijdte). De vrije varianten die de inschrijvers in hun offerte mogen vermelden, beantwoorden aan de volgende minimale voorwaarden en voldoen aan de volgende formele eisen : In elk geval dienen de inschrijvers een offerte in voor het basisontwerp. Achtste optie De varianten zijn verboden. *** Einde offerteaanvraagprocedure

Les variantes imposes pour lesquelles les soumissionnaires doivent remettre offre portent sur (objet, nature, porte) - les matriaux de revtement de chausses ; - le mode dexcution de ; Les variantes libres pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre rpondent aux conditions minimales et aux exigences formelles suivantes : En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Septime option Les variantes autorises pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre portent sur (objet, nature, porte). Les variantes libres pour lesquelles les soumissionnaires peuvent remettre offre rpondent aux conditions minimales et aux exigences formelles suivantes : En toute hypothse, les soumissionnaires remettent offre pour le projet de base. Huitime option Les variantes sont interdites. *** Fin procdure dappel doffres

3. BIJZONDERE KENMERKEN VAN DE OPDRACHT

*** Begin offerteaanvraagprocedure De gunningcriteria Onverminderd punt 2 hiervoor wordt de keuze van de voordeligste regelmatige offerte bepaald op basis van de volgende criteria, vermeld in volgorde van afnemend belang : ... *** Einde offerteaanvraagprocedure *** Begin bestellingsopdracht a) De in de opmetingsstaat vermelde hoeveelheden zijn louter indicatief en verbinden geenszins de aanbestedende overheid, die alleen oordeelt over de eventueel aan te brengen wijzigingen volgens de noodwendigheden of de dringende behoeften van het ogenblik. Artikel 42, 6 van de algemene aannemingsvoorwaarden vindt derhalve geen toepassing op deze opdracht. Bovendien is artikel 42, 4 enkel van toepassing wat betreft het minimumbedrag van de opdracht, bepaald onder punt d) hieronder. b) Rangschikking van de offertes Eerste optie De rangschikking van de offertes gebeurt op basis van het totale bedrag van de samenvattende opmetingsstaat vermeld in de offerte.

3. PARTICULARITES DU MARCHE
*** Dbut procdure dappel doffres Critres d'attribution Sans prjudice du point 2 ci-avant, le choix de loffre rgulire la plus intressante se fera sur base des critres dattribution suivants, noncs dans lordre dcroissant de leur importance : ... *** Fin procdure dappel doffres *** Dbut march sujet commandes a) Les quantits reprises au mtr ne sont fournies qu titre indicatif et nengagent nullement le pouvoir adjudicateur qui reste seul juge des ventuelles modifications y apporter suivant les ncessits ou urgences du moment. Larticle 42, 6 du cahier gnral des charges ne trouve ds lors pas sappliquer ce march. Larticle 42, 4 ne sapplique, par ailleurs, quen ce qui concerne le montant minimal du march dfini sous le point d) ci-aprs. b) Classement des offres Premire option Le classement des offres se fait sur base du montant total du mtr rcapitulatif, mentionn dans loffre.

- 13 -

Het totaal wordt bekomen door elke eenheidsprijs te vermenigvuldigen met de overeenstemmende hoeveelheid, die voor elke stelpost van de opmetingsstaat door de ais vastgelegd, en door de aldus verkregen sommen op te tellen. De inschrijvers mogen zich bij het vaststellen van hun eenheidsprijzen niet beroepen op de door de aanbestedende overheid bepaalde vermoedelijke hoeveelheden. Deze hoeveelheden geven de aannemer geen enkel recht, noch wat het totale bedrag van de bestellingen betreft, noch wat de te bestellen hoeveelheden voor elke stelpost betreft, noch wat de verhoudingen van de hoeveelheden opgegeven voor iedere stelpost van de samenvattende opmetingsstaat betreft. Elke wijziging van de hoeveelheden vermeld in de samenvattende opmetingsstaat is verboden, op straffe van nietigheid van de offerte. Alle prijzen zijn exclusief B.T.W. Tweede optie De rangschikking van de offertes gebeurt op basis van het totale bedrag van de samenvattende opmetingsstaat, vermeld in de offerte. De eenheidsprijzen van de verschillende stelposten van de bij de offerte gevoegde samenvattende opmetingsstaat werden bepaald door de aanbestedende overheid. Het geheel van deze eenheidsprijzen of de gedeelten ervan opgegeven in de samenvattende opmetingsstaat en het offerteformulier, de stelposten met een te verantwoorden som uitgezonderd, mag (mogen) vermeerderd of verminderd worden met een percentage, met minstens n dcimaal, dat de inschrijver in zijn offerte vermeldt. Elke andere wijziging van deze eenheidsprijzen maakt de offerte ongeldig. De inschrijvers mogen zich bij het vaststellen van dit percentage niet beroepen op de door de aanbestedende overheid bepaalde vermoedelijke hoeveelheden en eenheidsprijzen. Alle prijzen zijn exclusief B.T.W. Derde optie De rangschikking van de offertes gebeurt op basis van het totale bedrag van de samenvattende opmetingsstaat, vermeld in de offerte. Deze bevat twee delen : 1ste deel: prijzen vastgelegd door de aannemer Het totaal wordt verkregen door elke eenheidsprijs te vermenigvuldigen met de overeenstemmende hoeveelheid, door de aanbestedende overheid voor elke stelpost van dit gedeelte van de opmetingsstaat vastgelegd en de aldus verkregen sommen op te tellen.

Le total est obtenu en multipliant chaque prix unitaire par la quantit correspondante fixe par le pouvoir adjudicateur pour chaque poste du mtr et en additionnant les sommes ainsi obtenues. Les soumissionnaires ne peuvent se prvaloir, dans la dtermination de leurs prix unitaires, des quantits prsumes fixes par le pouvoir adjudicateur. Ces quantits ne donnent aucun droit lentrepreneur, ni concernant le montant total des commandes, ni concernant les quantits commander pour chaque poste, ni concernant les rapports entre les quantits indiques pour chacun des postes du mtr rcapitulatif.

Toute modification des quantits mentionnes dans le mtr rcapitulatif est interdite sous peine de nullit de loffre. Tous les prix sentendent hors T.V.A. Deuxime option Le classement des offres se fait sur base du montant total du mtr rcapitulatif, mentionn dans loffre. Les prix unitaires des divers postes du mtr rcapitulatif annex loffre ont t dtermins par le pouvoir adjudicateur. Lensemble de ces prix unitaires ou les parties de ceux-ci prcises au mtr rcapitulatif et dans le formulaire doffre, lexception des postes somme justifier , peut(vent) tre major(es) ou diminu(es) dun pourcentage, comprenant au moins une dcimale, que le soumissionnaire fixe dans son offre. Toute autre modification des prix unitaires rend loffre nulle. Les soumissionnaires ne peuvent se prvaloir, dans la dtermination de ce pourcentage, des quantits prsumes et des prix unitaires fixs par le pouvoir adjudicateur. Tous les prix sentendent hors T.V.A. Troisime option Le classement des offres se fait sur base du montant total du mtr rcapitulatif, mentionn dans loffre. Ce mtr comprend deux parties : 1re Partie : Prix fixs par lentrepreneur. Le total est obtenu en multipliant chaque prix unitaire par la quantit correspondante fixe par le pouvoir adjudicateur pour les postes de cette partie du mtr et en additionnant les sommes ainsi obtenues.

- 14 -

De inschrijvers mogen zich bij het vaststellen van hun eenheidsprijzen niet beroepen op de door de aanbestedende overheid bepaalde vermoedelijke hoeveelheden. Deze hoeveelheden geven de aannemer geen enkel recht, noch wat het totale bedrag van de bestellingen betreft, noch wat de te bestellen hoeveelheden voor elke stelpost betreft, noch wat de verhoudingen van de hoeveelheden opgegeven voor iedere stelpost van de samenvattende opmetingsstaat betreft. Elke wijziging van de hoeveelheden vermeld in de samenvattende opmetingsstaat is verboden, op straffe van nietigheid van de offerte. Alle prijzen zijn exclusief B.T.W. 2de deel : prijzen vastgelegd door de aanbestedende overheid. De eenheidsprijzen van de verschillende stelposten van dit deel van de bij de offerte gevoegde samenvattende opmetingsstaat zijn bepaald door de aanbestedende overheid. Het geheel van deze eenheidsprijzen of de gedeelten ervan opgegeven in de samenvattende opmetingsstaat en het offerteformulier, de stelposten met een te verantwoorden som uitgezonderd, mag (mogen) vermeerderd of verminderd worden met een percentage dat de inschrijver in zijn offerte vermeldt. Elke andere wijziging van de eenheidsprijzen maakt de offerte ongeldig. De inschrijvers mogen zich bij het vaststellen van dit percentage niet beroepen op de door de aanbestedende overheid bepaalde vermoedelijke hoeveelheden en eenheidsprijzen. Alle prijzen zijn exclusief B.T.W. c) Door het sluiten van de opdracht op grond van het onderhavige bestek verwerft de aannemer geen enkel exclusiviteitrecht. Tijdens de geldigheidsperiode van het contract kan de aanbestedende overheid andere aannemers of haar eigen diensten inschakelen om prestaties te laten uitvoeren die identiek of gelijksoortig zijn aan hetgeen in het onderhavige bestek beschreven wordt. In dit opzicht kan de aannemer geen enkel recht op vergoeding doen gelden. d) Omvang van de opdracht De onderhavige opdracht maakt het voorwerp uit van meerdere bestellingen, die door de aanbestedende overheid worden afgeleverd naargelang de behoeften en volgens de bepalingen van dit bestek. Elke bestelbrief bepaalt de werken uit te voeren volgens de voorschriften van het bestek.

Les soumissionnaires ne peuvent se prvaloir, dans la dtermination de leurs prix unitaires, des quantits prsumes fixes par le pouvoir adjudicateur. Ces quantits ne donnent aucun droit lentrepreneur, ni concernant le montant total des commandes, ni concernant les quantits commander pour chaque poste, ni concernant les rapports entre les quantits indiques pour chacun des postes du mtr rcapitulatif.

Toute modification des quantits mentionnes dans le mtr rcapitulatif est interdite sous peine de nullit de loffre. Tous les prix sentendent hors T.V.A. 2me partie : prix fixs par le pouvoir adjudicateur. Les prix unitaires des divers postes de cette partie du mtr rcapitulatif annex loffre ont t dtermins par le pouvoir adjudicateur. Lensemble de ces prix unitaires ou les parties de ceux-ci prcises au mtr rcapitulatif et dans le formulaire doffre, lexception des postes somme justifier , peut(vent) tre major(es) ou diminu(es) dun pourcentage que le soumissionnaire fixe dans son offre. Toute autre modification des prix unitaires rend loffre nulle.

Les soumissionnaires ne peuvent se prvaloir, dans la dtermination de ce pourcentage, des quantits prsumes et des prix unitaires fixs par le pouvoir adjudicateur. Tous les prix sentendent hors T.V.A. c) La conclusion du march sur base du prsent cahier des charges ne donne lentrepreneur aucun droit dexclusivit. Le pouvoir adjudicateur peut, pendant la priode de validit du contrat, faire excuter des prestations identiques ou analogues celles dcrites dans le prsent cahier des charges par dautres entrepreneurs ou par ses propres services. Lentrepreneur ne peut de ce chef faire valoir un quelconque droit ddommagement. d) Importance du march Le prsent march fait lobjet de plusieurs commandes, dlivres par le pouvoir adjudicateur en fonction des besoins et suivant les modalits du prsent cahier des charges. Chaque lettre de commande dtermine les travaux excuter selon les prescriptions du prsent cahier des charges.

- 15 -

Door de goedkeuring van de offerte verbindt de aanbestedende overheid zich ertoe, gedurende de geldigheidstermijn van de opdracht, eventuele verlengingen (in de hypothese van de tweede optie van punt e) hieronder) inbegrepen, bestellingen te plaatsen waarvan het totale bedrag, minstens , incl. BTW, bedraagt en niet hoger is dan , incl. BTW. e) Geldigheidstermijn van de opdracht Vertrekpunt van de geldigheidstermijn : De geldigheidstermijn van de opdracht vangt aan op de eerste dag van de maand volgend op de datum van de betekening van de goedkeuring van de offerte. Duur van de geldigheidstermijn : Eerste optie De geldigheidstermijn bedraagt n jaar of minder indien het maximumbedrag der werken voorzien onder punt d) hierboven bereikt is. Overeenkomstig artikel 17, 2, 2, b) van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten mag de onderhavige aanneming, bij beslissing van de aanbestedende overheid, tweemaal worden vernieuwd. Door het indienen van zijn offerte verbindt de inschrijver zich ertoe de twee eventuele vernieuwingen, waartoe de aanbestedende overheid beslist, zonder beperking en aan de voorwaarden van de oorspronkelijke opdracht te aanvaarden. Tweede optie De geldigheidstermijn van de opdracht is vastgelegd op twee kalenderjaren. Bovendien heeft de aanbestedende overheid het recht het contract in n of meerdere malen te verlengen zonder dat de verlenging of de som van de verlengingen 1 kalenderjaar mag overschrijden, indien het minimumbedrag vermeld in punt d) ("Omvang van de opdracht") niet werd bereikt tijdens de geldigheidstermijn van de opdracht of indien het vastgelegde bedrag niet werd opgebruikt. Elke verlenging wordt aan de aannemer betekend ten minste 15 (vijftien) kalenderdagen vr het verstrijken van de geldigheidstermijn van het lopende contract. f) De eenheidsprijzen blijven onveranderd gedurende de uitvoeringstermijn van de binnen de geldigheidsduur van de opdracht afgeleverde dienstbevelen, ongeacht de werkelijke hoeveelheden, behalve wat de toepassing van de prijsherziening bepaald in artikel 13, 1 betreft.

Par lapprobation de loffre, le pouvoir adjudicateur sengage passer, durant le dlai de validit du march, en ce compris les prolongations ventuelles (dans lhypothse de la seconde option du point e) ci-dessous), des commandes pour un montant total atteignant au moins TVAC et ne dpassant pas TVAC.

e) Dlai de validit du march Point de dpart du dlai de validit : Le dlai de validit du march commence le premier jour du mois qui suit la date de la notification de lapprobation de loffre. Dure du dlai de validit : Premire option Le dlai de validit est dun an ou moins si le montant maximum des travaux prvu au point d) ci-dessus est atteint. Conformment larticle 17, 2, 2, b) de la loi du 24 dcembre 1993 relative aux marchs publics et certains marchs de travaux, de fournitures et de services, la prsente entreprise peut tre reconduite deux reprises par dcision du pouvoir adjudicateur. Par la remise de son offre, le soumissionnaire sengage accepter, sans restrictions et aux conditions du march initial, les deux reconductions ventuelles dcides par le pouvoir adjudicateur. Seconde option Le dlai de validit du march est fix deux ans de calendrier. De plus, le pouvoir adjudicateur a le droit de prolonger le contrat en une ou plusieurs fois, sans que la prolongation ou la somme des prolongations puisse dpasser 1 an calendrier, soit si le montant minimal mentionn sous le point d) (Importance du march) na pas t utilis durant la priode de validit du march, soit lorsque le montant engag na pas t utilis. Chaque prolongation sera notifie lentrepreneur au moins 15 (quinze) jours calendrier avant la fin de la priode de validit du contrat en cours. f) Les prix unitaires restent inchangs quelles que soient les quantits relles jusqu la fin du dlai dexcution des ordres de service dlivrs pendant la dure de validit du march, exception faite de lapplication de la rvision dfinie larticle 13, 1 rvision des prix.

- 16 -

g) In het raam van de onderhavige opdracht wordt elke bestelling aanzien als een afzonderlijke opdracht, onafhankelijk van de uitvoering van de andere bestellingen. Alle bepalingen van het K.B. van 26 september 1996, met inbegrip van de algemene aannemingsvoorwaarden, in het bijzonder zijn art. 11, en van het onderhavige bestek zijn van toepassing voor elke afzonderlijke bestelling, met uitzondering van : de artikelen 5, 6, 7, 9 van de algemene aannemingsvoorwaarden betreffende de borgtocht ; deze wordt vastgesteld op 5%

g) Dans le cadre de ce march, chaque commande est considre comme un march distinct, indpendamment de lexcution des autres commandes. Toutes les clauses de lA.R. du 26 septembre 1996, en ce compris le cahier gnral des charges et en particulier son art. 11, ainsi que du prsent cahier des charges sont dapplication chaque commande individuelle, lexception : des articles 5, 6, 7, 9 du cahier gnral des charges relatifs au cautionnement ; ce dernier est fix 5%

Eerste optie van het offertebedrag (Exclusief BTW) Tweede optie van het vastgelegde bedrag. Deze borgtocht zal aangepast worden in functie van de bijkomende vastleggingen. art. 21 van de algemene aannemingsvoorwaarden betreffende de verbreking.

Premire option du montant de loffre (HTVA) Seconde option du montant engag. Ce cautionnement sera adapt en fonction des engagements complmentaires. de lart. 21 du cahier gnral des charges relatif la rsiliation.

De door de aanbestedende overheid vereiste erkenning geldt voor het geheel van de opdracht. h) Bij het bepalen van de prijs van zijn offerte houdt de aannemer rekening met het feit dat het om werken van plaatselijk belang gaat, verspreid over het hele grondgebied van het Gewest. Op grond van statistische gegevens van voorgaande jaren mag het aantal interventies per jaar geraamd worden op ongeveer *** Einde bestellingsopdracht.

Lagration exige par le pouvoir adjudicateur sapplique lensemble du march.

h) Lors de ltablissement du prix de son offre, lentrepreneur tient compte du fait quil sagit de travaux dimportance locale rpandus sur tout le territoire de la Rgion. Sur base de donnes statistiques du pass, le nombre dinterventions par an peut tre estim environ *** Fin march sujet commandes

- 17 -

HOOFDSTUK II : RECHT EN DOCUMENTEN VAN TOEPASSING OP DE OPDRACHT ALSMEDE BEVOEGDE RECHTBANKEN I. RECHT EN DOCUMENTEN VAN TOEPASSING
De aanneming is onderworpen aan het belgisch recht en aan de bepalingen van het onderhavige bijzonder bestek. Voor zover er in dit bestek niet wordt van afgeweken, is zij eveneens onderworpen aan de hierna volgende bepalingen en voorwaarden, hieronder sub. 1, 2 en 3.

CHAPITRE II : DROIT ET DOCUMENTS APPLICABLES AU MARCHE AINSI QUE JURIDICTION COMPETENTE I. DROIT ET DOCUMENTS APPLICABLES
Le march est soumis au droit belge et est rgi par les clauses du prsent cahier spcial des charges. Pour autant quil ny soit pas drog dans le prsent cahier spcial des charges, il est galement soumis aux clauses et conditions reprises ci-dessous sub. 1, 2 et 3.

1. WETGEVING OP DE OVERHEIDSOPDRACHTEN
A. De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd. B. Het K. B. van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals gewijzigd. C. Het K. B. van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, met inbegrip van bijlage bij dit Besluit, die de algemene aannemingsvoorwaarden voor overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor concessie voor openbare werken vormt, zoals gewijzigd. de de de de

1. LEGISLATION SUR LES MARCHES PUBLICS

A. La loi du 24 dcembre 1993 relative aux marchs publics et certains marchs de travaux, de fournitures et de services, telle que modifie. B. LA.R. du 8 janvier 1996 relatif aux marchs publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel que modifi. C. LA.R. du 26 septembre 1996, tablissant les rgles gnrales dexcution des marchs publics et des concessions de travaux publics, y compris lannexe cet arrt, constituant le cahier gnral des charges des marchs publics de travaux, de fournitures et de services et des concessions de travaux publics, tel que modifi.

2. ANDERE WETTEKSTEN
A. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de Code voor het welzijn op de werkplaats met inbegrip van onder meer het K.B. van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaatsen, zoals gewijzigd. B. Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, alsook de verschillende uitvoeringsbesluiten van deze wet, zoals gewijzigd. C. De wetgeving inzake de registratie van aannemers van werken (Koninklijke Besluiten van 26 december 1998). D. Koninklijke Besluiten van 05 mei 52 en 23 september 1959 betreffende respectievelijk het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, zoals gewijzigd.

2. AUTRES LGISLATIONS
A. Le Rglement Gnral pour la Protection du Travail, la loi du 4 aot 1996 relative au bien-tre des travailleurs lors de lexcution de leur travail et le Code sur le bien-tre au travail comprenant notamment lA.R. du 25 janvier 2001 concernant les chantiers temporaires ou mobiles, tels que modifis. B. La loi du 20 mars 1991 organisant lagration des entrepreneurs de travaux, ainsi que les diffrents arrts dapplication de cette loi, tels que modifis. C. La lgislation en matire denregistrement (Arrts Royaux du 26 dcembre 1998).

D. Les Arrts Royaux des 05 mai 1952 et 23 septembre 1959 relatifs respectivement au Centre de Recherches Routires et au Centre Scientifique et Technique de la Construction, tels que modifis.

- 18 -

E. De Ordonnanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zoals bijvoorbeeld de Ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning van de stedenbouw, zoals gewijzigd, de Ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, zoals gewijzigd, de Ordonnantie van 5 maart 1998 betreffende de cordinatie en de organisatie van de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd) en hun uitvoeringsbesluiten, in de mate waarin ze op de onderhavige opdracht van toepassing zijn. F. Het Besluit van 22/04/99 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende oplegging van sociale clausules bij de toewijzing van overheidsopdrachten in het raam van investeringen van openbaar nut. G.

E. Les Ordonnances de la Rgion de Bruxelles-Capitale (telles que, par exemple, lOrdonnance du 29 aot 1991 organique de la planification et de lurbanisme, telle que modifie, lOrdonnance du 5 juin 1997 relative aux permis denvironnement, telle que modifie, lOrdonnance du 5 mars 1998 relative la coordination et lorganisation des chantiers en voie publique en Rgion de Bruxelles-Capitale, telle que modifie) et leurs arrts dexcution, dans la mesure o elles trouvent sappliquer au prsent march.

F. LArrt du Gouvernement de la Rgion de Bruxelles-Capitale du 22/04/99 imposant des clauses sociales lors de la passation de marchs publics dans le cadre de la ralisation dinvestissements dintrt public. G.

3. TECHNISCHE SPECIFICATIES
A. De algemene aanbevelingen voor de uitvoering volgens de regels van het vak zoals o.a. vermeld in de nota's van het WTCB en/of van het OCW. B. De technische hoofdstukken van het typebestek 2011 betreffende wegeniswerken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. C. De praktische leidraad ter voorkoming van schade aan ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken (omzendbrief nr. 512-107) en zijn aanvullingen en bijlagen. D.

3. SPCIFICATIONS TECHNIQUES
A. Les recommandations gnrales pour lexcution suivant les rgles de lart telles que reprises, entre autres, dans les notes du CSTC et/ou du CRR. B. Les chapitres techniques du cahier des charges type 2011 relatif aux travaux de voirie en Rgion de Bruxelles-Capitale. C. Le code de bonne pratique pour la prvention des dgts aux installations souterraines l'occasion des travaux effectus proximit de celles-ci (circulaire 512-107) et ses complments et annexes. D.

4. DOCUMENTEN EIGEN AAN DE OPDRACHT

A. Aanbestedingsplannen en topografische opmetingen De werken worden uitgevoerd overeenkomstig de aanwijzingen van de hierna vermelde plannen: Alle op de plannen vermelde inplantings- en meetpunten worden enkel bij wijze van inlichting verstrekt; vr iedere aanwending en/of uitvoering moeten ze door de aannemer ter plaatse worden gecontroleerd.

4. DOCUMENTS SPECIFIQUES AU MARCHE

A. Plans dadjudication et levs topographiques Les travaux sont excuts conformment aux indications des plans mentionns ci-aprs :

Toutes les cotes dimplantation et repres de levs mentionns aux plans ne sont quindicatifs; ils doivent tre vrifis sur place par ladjudicataire avant toute mise en uvre et/ou excution.

- 19 -

 De inschrijver wordt geacht het bedrag van zijn offerte volgens zijn eigen bevindingen en ramingen berekend te hebben. Hij is ertoe gehouden zich vooraf persoonlijk van de uitvoeringsvoorwaarden van de werken te vergewissen. Elke wijziging van de toestand van de plaats der werken die plaatsvindt tussen de datum van de opening der offerten en het begin der werken, en waardoor de bij de offerte voorziene werkomstandigheden belangrijke wijzigingen ondergaan, dient onmiddellijk aan de leidende ambtenaar gemeld te worden, om hem toe te laten alle nuttige verificaties te verrichten. De aannemer moet de verstrekte inlichtingen ter plaatse nazien en ze eventueel aanvullen. Ieder opmerkelijk verschil met de door de aanbestedende overheid verschafte plannen dient dadelijk ter kennis van de aanbestedende overheid te worden gebracht. De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op het feit dat de opmetingen van de bestaande en van de toekomstige toestand een aannemingslast zijn. Het referentieniveau zal ter plaatse door de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde gegeven worden. B. Schetsen. Een studiebureau werd door de aanbestedende overheid aangeduid voor het opmaken van schetsen met de uitvoeringsdetails van de wegeniswerken. Een afgevaardigde van dit studiebureau zal regelmatig aanwezig zijn op de werfvergaderingen. C. De geotechnische proeven De volgende geotechnische proeven liggen ter beschikking van de aannemer : -

Le soumissionnaire est cens avoir tabli le montant de son offre selon ses propres constatations et estimations. Il est tenu de se renseigner pralablement et personnellement sur les conditions dexcution des travaux. Toute modification de la disposition des lieux dans la zone des travaux se produisant entre la date douverture des offres et le dbut des travaux et faisant lobjet dune modification substantielle des conditions de travail prvues loffre, doit tre signale par recommand au fonctionnaire dirigeant dans les meilleurs dlais pour lui permettre les vrifications utiles. Lentrepreneur doit vrifier sur place les renseignements fournis et les complter ventuellement. Toute discordance majeure avec les plans fournis par le pouvoir adjudicateur doit tre immdiatement signale celui-ci. Lattention de lentrepreneur est attire sur le fait que ltablissement des levs de la situation existante et de la situation projete constitue une charge de lentreprise. Le niveau de rfrence est donn sur place par le fonctionnaire dirigeant ou son dlgu.

B. Esquisses Un bureau dtudes a t charg par le pouvoir adjudicateur dtablir des esquisses prcisant les dtails dexcution relatifs aux travaux de voiries. Un dlgu de ce bureau assistera rgulirement aux runions de chantier.

C. Essais gotechniques Les essais gotechniques suivants sont la disposition du soumissionnaire : -

II. BEVOEGDE RECHTBANKEN

Alle geschillen betreffende dit bestek vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel.

II. JURIDICTION COMPETENTE

Tout litige relatif au prsent cahier spcial des charges relve de la comptence des tribunaux de Bruxelles.

- 20 -

HOOFDSTUK III : ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

1. KONINKLIJK BESLUIT VAN 8/1/1996 *** Begin openbare procedure Titel I : Bepalingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken Artikelen 16 tot 20 : Voorwaarden en bescheiden voor kwalitatieve selectie De inschrijver moet voldoen aan de kwalitatieve selectievoorwaarden die bevestigd worden door de volgende documenten die bij de offerte worden gevoegd : hetzij het bewijs van zijn erkenning als aannemer van werken voor de uitvoering van werken van categorie , of ondercategorie en van de klasse die overeenstemt met het bedrag van de offerte (klasse volgens de raming van de aanbestedende overheid) ; hetzij het bewijs van een gelijkwaardige erkenning voortvloeiend uit zijn inschrijving op een officile lijst van erkende aannemers in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen alsook uit eventuele aanvullende bescheiden; hetzij vervangende bewijsstukken vereist overeenkomstig het artikel 3, 1, 2 van de wet van 20 maart 1991, betreffende de erkenning van aannemers van werken, zoals gewijzigd (cf. artikel 1 van het ministerieel besluit van 27 september 1991) ; het attest afgeleverd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of door de buitenlandse bevoegde overheid naargelang het geval waaruit blijkt dat de aannemer aan zijn sociale verplichtingen heeft voldaan in de zin van artikel 17bis 1 of 2 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996, zoals gewijzigd. Voor de Belgische inschrijvers, zal de aanbestedende overheid zelf de documenten of inlichtingen m.b.t. het attest van betaling van de sociale zekerheidsbijdragen via elektronische weg opzoeken in de federale databanken die beschouwd worden als authentieke bronnen. De andere vereiste documenten en inlichtingen voor de kwalitatieve selectie zullen door de inschrijvers zelf voorgelegd worden. *** Einde openbare procedure Titel V : Prijsbepaling en prijsonderzoek Art. 86 : Prijsbepaling
- 21 -

CHAPITRE III : CLAUSES ADMINISTRATIVES

1. ARRETE ROYAL DU 8/1/1996 *** Dbut procdure ouverte Titre I : Dispositions relatives aux marchs publics de travaux Art. 16 20 : Conditions et documents de slection qualitative Le soumissionnaire doit satisfaire aux conditions de slection qualitative attestes par les documents suivants joints loffre : soit la preuve de son agration comme entrepreneur de travaux pour lexcution de travaux de catgorie ou de sous-catgorie et de la classe correspondant au montant de l'offre (classe estime par le pouvoir adjudicateur) ; soit la preuve dune agration quivalente rsultant de son inscription sur une liste officielle dentrepreneurs agrs dans un autre tat membre des communauts europennes ainsi que de documents complmentaires ventuels; soit les pices justificatives alternatives ncessaires conformment larticle 3, 1, 2 de la loi du 20 mars 1991 relative lagration dentrepreneurs de travaux, telle que modifie (cf. article 1er de larrt ministriel du 27 septembre 1991); lattestation manant de lOffice National de Scurit Sociale ou de lautorit comptente trangre, selon le cas, prouvant que lentrepreneur est en rgle en matire dobligations sociales au sens de larticle 17bis 1 ou 2 de lArrt Royal du 8 janvier 1996, tel que modifi. Pour les soumissionnaires belges, le pouvoir adjudicateur recueillera lui-mme, via la consultation par voie lectronique des banques de donnes fdrales identifies comme sources authentiques, les renseignements ou documents relatifs lattestation de paiement des cotisations de scurit sociale. Les autres documents ou renseignements requis en matire de slection qualitative seront fournis par les soumissionnaires eux-mmes. *** Fin procdure ouverte Titre V : De la dtermination et de la vrification des prix Art. 86 : Dtermination des prix

Eerste optie De onderhavige opdracht is een opdracht volgens prijslijst (stelposten met vermoedelijke hoeveelheden), die eveneens stelposten met te verantwoorden sommen bevat. Tweede optie De onderhavige opdracht is een gemengde opdracht (stelposten met vermoedelijke hoeveelheden en stelposten tegen globale prijs) en bevat eveneens stelposten met te verantwoorden sommen. Art. 88, 2 en 3 : Controle van de prijzen vr de gunning van de opdracht De aanbestedende overheid behoudt zich het recht aan de inschrijver, vr de gunning van de opdracht, te vragen alle inlichtingen te verstrekken om haar in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. Het onderzoek van de prijzen kan alle mogelijke verificaties van de boekhoudkundige stukken en onderzoeken ter plaatse door de daartoe aangewezen ambtenaren van de aanbestedende overheid inhouden. Titel VI : De offertes en de gunning Art. 89 : Offerteformulier en samenvattende opmetingsstaat De offerte en de samenvattende opmetingsstaat worden opgemaakt op de daartoe voorziene documenten in het bijzondere bestek. Indien de inschrijver deze op andere documenten opmaakt, moet hij op ieder van deze verklaren dat het document conform het in het bijzondere bestek voorziene model is. Presentatie der documenten Al de documenten zijn genummerd, gedateerd en ondertekend door de inschrijver onder de vermelding Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij mijn offerte van heden. Ze moeten in twee exemplaren geleverd worden, niet ingebonden maar vastgeniete of in ringmappen opgeborgen identieke exemplaren die aldus elk een volledig afzonderlijk dossier vormen. En exemplaar zal op elk blad, goed zichtbaar, de in de rechterbovenhoek aangebrachte vermelding ORIGINEEL dragen. Het andere exemplaar zal op elk blad de vermelding AFSCHRIFT dragen. Bij gebrek aan overeenstemming tussen de exemplaren is alleen dat waarop de vermelding ORIGINEEL staat, rechtsgeldig. Het exemplaar AFSCHRIFT mag bekomen worden door fotokopie of door gelijk welk ander reproductiemiddel. Art. 90 : Opstellen van de offerte *** Begin openbare procedure
- 22 -

Premire option Le prsent march constitue un march bordereau de prix (postes quantits prsumes) comportant galement des postes constitus de sommes justifier. Seconde option Le prsent march constitue un march mixte (postes quantits prsumes et postes prix global) comportant galement des postes constitus de sommes justifier.

Art. 88, 2 et 3 : Vrification des prix pralable lattribution du march Le pouvoir adjudicateur se rserve le droit de demander au soumissionnaire, pralablement lattribution du march, toutes indications destines lui permettre de vrifier les prix offerts. La vrification des prix peut comporter toutes vrifications sur pices comptables et tous contrles sur place par les agents du pouvoir adjudicateur dlgus cet effet.

Titre VI : Des offres et de lattribution Art. 89 : Formulaire doffre et mtr rcapitulatif Loffre et le mtr rcapitulatif sont tablis sur les documents prvus cet effet dans le cahier spcial des charges. Si le soumissionnaire les tablit sur dautres documents, il attestera sur chacun de ceux-ci que le document est conforme au modle prvu dans le cahier spcial des charges. Prsentation des documents Tous les documents sont numrots, dats et signs par le soumissionnaire sous la mention Fait par le soussign pour tre joint mon offre de ce jour .

Ils doivent tre fournis en deux exemplaires non relis mais prsents en liasses spares identiques, agrafes ou sous farde anneaux, formant chacun un dossier complet distinct.

Un exemplaire portera, sur chaque feuille, dune manire apparente, la mention ORIGINAL, inscrite dans le coin suprieur droit. Lautre exemplaire portera, sur chaque feuille, la mention COPIE. En cas de discordance entre les exemplaires, celui portant la mention ORIGINAL fait foi. Lexemplaire COPIE peut tre obtenu par photocopie ou par tout autre procd de reproduction. Art. 90 : tablissement de loffre *** Dbut procdure ouverte

Buiten de documenten voor de kwalitatieve selectie, die op basis van de voorgaande artikelen 16 tot 20 worden geist, voegt de inschrijver het volgende bij zijn offerte : a) Zo nodig, een nota waarin de aannemer verklaart dat hij bij het opstellen van zijn offerte rekening heeft gehouden met de eventuele verbeteringsberichten met vermelding van de nummers en omschrijvingen. b) Een cd-rom, met de samenvattende opmeting opgemaakt met het programma Excel of compatibel, na er zijn eenheidsprijzen te hebben op ingevuld. c) Overeenkomstig artikel 30 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001, zoals gewijzigd, betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen is het veiligheids- en gezondheidsplan voor deze opdracht in bijlage bij dit bestek gevoegd met de titel Veiligheids- en gezondheidsplan. De inschrijver is verplicht een offerte in te dienen die conform is met dit plan. Hij moet op straffe van absolute nietigheid van zijn offerte, per perceel, een document bij zijn offerte voegen : waarin beschreven wordt op welke wijze hij het bouwwerk zal uitvoeren om rekening te houden met het veiligheids- en gezondheidsplan of de gedeelten van dit plan die een dergelijke beschrijving noodzakelijk maken ; dat de gedetailleerde prijsberekening bevat van de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en middelen.

Outre les documents de slection qualitative exigs sur base des articles 16 20 qui prcdent, le soumissionnaire joint son offre : a) Sil chet, une note dans laquelle lentrepreneur dclare avoir tenu compte lors de llaboration de son offre des ventuels avis rectificatifs avec mention des numros et dsignations. b) Un cd-rom, avec le mtr rcapitulatif tabli avec le logiciel Excel ou compatible, aprs y avoir mentionn ses prix unitaires. c) Conformment larticle 30 de lArrt Royal du 25 janvier 2001, tel que modifi, concernant les chantiers temporaires ou mobiles, le plan de scurit et de sant affrent au march figure en annexe au prsent cahier spcial des charges sous lintitul Plan de scurit et de sant . Le soumissionnaire est tenu de remettre une offre conforme ce plan. Sous peine de nullit absolue de son offre, il doit joindre celle-ci, par lot, un document :

- dcrivant la manire dont il excutera louvrage pour tenir compte du plan de scurit et de sant ou des parties de ce plan ncessitant une telle description ;

- comportant le calcul dtaill du prix des mesures et moyens de prvention dtermins dans le plan de scurit et de sant. Pour satisfaire lobligation qui prcde, les soumissionnaires sont tenus dutiliser le formulaire ad hoc annex au plan de scurit et de sant. Lattention des soumissionnaires est attire sur le fait que leur offre pourra tre dclare nulle si, soit les modes dexcution dcrits dans le formulaire annex leur offre sont jugs non conformes au plan de scurit et de sant, soit le cot des mesures et moyens de prvention y mentionn est jug anormal.

Om aan bovenstaande verplichting te voldoen dienen de inschrijvers het formulier ad hoc te gebruiken dat gevoegd is bij het veiligheids- en gezondheidsplan. De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op het feit dat hun offerte nietig verklaard kan worden indien de uitvoeringswijzen beschreven in het bij hun offerte gevoegd formulier beoordeeld worden als zijnde niet-conform het veiligheids- en gezondheidsplan, of indien de daarin vermelde kostprijs van de preventiemaatregelen en middelen als abnormaal beschouwd wordt.

d) Op straffe van nietigheid, e) *** Einde openbare procedure *** Begin beperkte procedure De inschrijver voegt bij zijn offerte :

d) Sous peine de nullit, e) *** Fin procdure ouverte *** Dbut procdure restreinte Le soumissionnaire joint son offre :

- 23 -

a)

Verplicht conform artikel 90 3, het attest afgeleverd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in zoverre het geldt voor een ander kwartaal dan datgene waarmee in het kader van kwalitatieve selectie rekening wordt gehouden. Voor de Belgische inschrijvers, zal de aanbestedende overheid zelf de documenten of inlichtingen m.b.t. het attest van betaling van de sociale zekerheidsbijdragen via elektronische weg opzoeken in de federale databanken die beschouwd worden als authentieke bronnen. Zo nodig, een nota waarin de aannemer verklaart dat hij bij het opstellen van zijn offerte rekening heeft gehouden met de eventuele verbeteringsberichten met vermelding van de nummers en omschrijvingen. Een cd-rom, met de samenvattende opmeting opgemaakt met het programma Excel of compatibel, na er zijn eenheidsprijzen te hebben op ingevuld. Overeenkomstig artikel 30 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001, zoals gewijzigd, betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen is het veiligheids- en gezondheidsplan voor deze opdracht in bijlage bij dit bestek gevoegd met de titel Veiligheids- en gezondheidsplan In inschrijver is verplicht een offerte in te dienen die conform is met dit plan. Hij moet op straffe van absolute nietigheid van zijn offerte, per perceel, een document bij zijn offerte voegen : Waarin beschreven wordt op welke wijze hij het bouwwerk zal uitvoeren om rekening te houden met het veiligheids- en gezonheidsplan of de gedeelten van dit plan die een dergelijke beschrijving noodzakelijk maken; Dat de gedetailleerde prijsberekening bevat van de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en middelen.

a) Obligatoirement conformment larticle 90 3, lattestation manant de lOffice National de Scurit Sociale dans la mesure o elle porte sur un trimestre diffrent de celui pris en considration dans le cadre de la slection qualitative. Pour les soumissionnaires belges, le pouvoir adjudicateur recueillera lui-mme, via la consultation par voie lectronique des banques de donnes fdrales identifies comme sources authentiques, les renseignements ou documents relatifs lattestation de paiement des cotisations de scurit sociale. b) Sil chet, une note dans laquelle lentrepreneur dclare avoir tenu compte lors de llaboration de son offre des ventuels avis rectificatifs avec mention des numros et dsignations. . c) Un cd-rom, avec le mtr rcapitulatif tabli avec le logiciel EXCEL ou compatible, aprs y avoir mentionn ses prix unitaires. d) Conformment larticle 30 de lArrt Royal du 25 janvier 2001, tel que modifi, concernant les chantiers temporaires ou mobiles, le plan de scurit et de sant affrent au march figure en annexe au prsent cahier spcial des charges sous lintitul Plan de scurit et de sant Le soumissionnaire est tenu de remettre une offre conforme ce plan. Sous peine de nullit absolue de son offre, il doit joindre celle-ci, par lot, un document :

b)

c)

d)

dcrivant la manire dont il excutera louvrage pour tenir compte du plan de scurit et de sant ou des parties de ce plan ncessitant une telle description ; comportant le calcul dtaill du prix des mesures et moyens de prvention dtermins dans le plan de scurit et de sant

Om aan bovenstaande verplichting te voldoen dienen de inschrijvers het formulier ad hoc te gebruiken dat gevoegd is bij het veiligheids- en gezonheidsplan. De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op het feit dat hun offerte nietig verklaard kan worden indien de uitvoeringswijzen beschreven in het bij hun offerte gevoegd formulier beoordeeld worden als zijnde niet-conform het veiligheids- en gezondheidsplan, of indien de daarin vermelde kostprijs van de preventiemaatregelen en middelen als abnormaal beschouwd wordt.

Pour satisfaire lobligation qui prcde, les soumissionnaires sont tenus dutiliser le formulaire ad hoc annex au plan de scurit et de sant. Lattention des soumissionnaires est attire sur le fait que leur offre pourra tre dclare nulle si, soit les modes dexcution dcrits dans le formulaire annex leur offre sont jugs non conformes au plan de scurit et de sant, soit le cot des mesures et moyens de prvention y mentionn est jug anormal.

e) Op straffe van nietigheid, f) . *** Einde beperkte procedure

e) Sous peine de nullit, f) . *** Fin de procdure restreinte

- 24 -

Art. 96, 2 : Samenvattende opmetingsstaat Elke wijziging van de vermoedelijke hoeveelheden door de aanbestedende overheid vastgesteld is verboden, op straffe van nietigheid van de offerte. Art. 100, 1, a) :Belasting op de toegevoegde waarde De belasting op de toegevoegde waarde maakt het voorwerp uit van een bijzondere stelpost van de opmetingsstaat. Art. 100, 2 : Prijsopgave De prijzen worden in Euro opgegeven en bevatten 2 cijfers na de komma. ***Begin opdracht met percelen Art. 101 : Opdracht met percelen Voor elk perceel waarvoor hij een offerte wil indienen, vult de inschrijver het formulier en de samenvattende opmetingsstaat in, voorzien in bijlage van het onderhavige bijzondere bestek. ***Begin aanbestedingsprocedure De inschrijver vermeldt de prijsverminderingen die hij per perceel toestaat in geval van samenvoeging van bepaalde percelen waarvoor hij een offerte indient. ***Einde aanbestedingsprocedure *** Begin offerteaanvraagprocedure De inschrijver vermeldt het verbeteringsvoorstel dat hij per perceel toestaat in geval van samenvoeging van bepaalde percelen waarvoor hij een offerte indient. *** Einde offerteaanvraagprocedure *** Einde opdracht met percelen Art. 104 : Indienen van de offertes De offertes dienen in een definitief gesloten omslag geschoven te worden met daarop de volgende vermelding: Openbare aanbesteding van ... Beperkte aanbesteding van ... Algemene offerteaanvraag van ... Beperkte offerteaanvraag van ... Bijzonder bestek nr. In geval van verzending met de post, dienen de offertes in twee omslagen ingesloten te worden : Op de buitenste omslag wordt het volgende adres vermeld :

Art. 96, 2 : Mtr rcapitulatif Toute modification des quantits prsumes fixes par le pouvoir adjudicateur est interdite, sous peine de nullit de loffre. Art. 100, 1er , a) :Taxe sur la valeur ajoute La taxe sur la valeur ajoute fait lobjet dun poste spcial au mtr.

Art. 100, 2 : nonc des prix Les prix sont noncs dans loffre en Euro et comportent 2 chiffres aprs la virgule. ***Dbut march lots Art. 101 : March lots Pour chacun des lots pour lesquels il dsire remettre offre, le soumissionnaire remplit le formulaire et le mtr rcapitulatif prvus en annexe au prsent cahier spcial des charges. ***Dbut procdure dadjudication Le soumissionnaire mentionne, la proposition de rabais quil consent sur chaque lot, en cas de runion de certains lots pour lesquels il remet offre. ***Fin procdure dadjudication *** Dbut procdure dappel doffres Le soumissionnaire mentionne la proposition damlioration quil consent sur chaque lot, en cas de runion de certains lots pour lesquels il remet offre. *** Fin procdure dappel doffres *** Fin march lots Art. 104 : Dpt des offres Les offres devront tre glisses dans une enveloppe scelle portant comme indication : Adjudication publique du ... Adjudication restreinte du ... Appel doffres gnral du ... Appel doffres restreint du ... Cahier spcial des charges n En cas denvoi par la poste, les offres seront enfermes dans deux enveloppes : Lenveloppe extrieure portera ladresse :

- 25 -

Aanbestedende overheid Ter attentie van de Heer/Mevrouw ,

Complter par ladresse du pouvoir adjudicateur A lattention de Monsieur/Madame ,

alsook, in de linkerbovenhoek, de volgende vermelding : Ref. : B.B. nr. : . Offerte :

et dans le coin suprieur gauche, la mention : Rf. : . Offre : C.S.C. n : Lenveloppe intrieure comportera les inscriptions indiques au premier alina. *** Dbut procdure dadjudication Art. 113 : Variantes en adjudication Voir chapitre I, point 2. *** Fin procdure dadjudication *** Dbut procdure dappel doffres Art. 115 : Variantes et critres dattribution en appel doffres Voir chapitre I, points 2 et 3. *** Fin procdure dappel doffres Art. 116 : Dlai dengagement des soumissionnaires Le dlai rserv pour notifier au soumissionnaire la dcision dattribution du prsent march est port de 60 (soixante) ... (..........) jours calendrier. Durant cette priode, le soumissionnaire reste engag par son offre telle quelle a t ventuellement rectifie par le pouvoir adjudicateur. 2. RGLES GNRALES DEXCUTION (A.R. DU 26/09/1996) Art. 4, 2 : Modalits de paiement Le paiement se fait par acomptes mensuels (cf. : article 15 ci-aprs). Art. 5, 1er : Avances Aucune avance nest accorde ladjudicataire. *** Dbut march lots Art. 9 : March lots Si le march comporte plusieurs lots, chaque lot est considr, en vue de lexcution, comme un march distinct. *** Fin march lots
- 26 -

De binnenste omslag vermeldt de tekst zoals aangegeven in de eerste alinea. *** Begin aanbestedingsprocedure Art. 113 : Varianten in aanbesteding Zie hoofdstuk I, punt 2. *** Einde aanbestedingsprocedure *** Begin offerteaanvraagprocedure Art. 115 : Varianten en gunningscriteria in offerteaanvraag Zie hoofdstuk I, punt 2. en 3. *** Einde offerteaanvraagprocedure Art. 116 : Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers De termijn voor de kennisgeving van de gunning van de onderhavige opdracht aan de inschrijver wordt van 60 (zestig) op ...... (........) kalenderdagen gebracht. Tijdens deze periode blijft de inschrijver gebonden door zijn offerte zoals ze eventueel aangepast werd door de aanbestedende overheid. 2. ALGEMENE UITVOERINGSREGELS (K.B. VAN 26/09/1996) Art. 4, 2 : Betalingsmodaliteiten De prijs wordt betaald door maandelijkse betalingen in mindering (cf. artikel 15 hierna). Art. 5, 1 : Voorschotten Er wordt de aannemer geen enkel voorschot toegestaan. *** Begin opdracht met percelen Art. 9 : Opdracht met percelen Indien de opdracht meerdere percelen bevat, wordt elk perceel, met het oog op de uitvoering, beschouwd als een afzonderlijke opdracht. *** Einde opdracht met percelen

3 ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN (BIJLAGE BIJ K.B. VAN 26/09/96) Art. 1 : Leidende ambtenaar (De naam van de aanbestedende overheid invullen) is belast met de leiding van en het toezicht op de werken die in het onderhavige bestek beschreven worden en wijst de leidende ambtenaar aan bij de kennisgeving van de goedkeuring van de offerte. Onder voorbehoud van eerbiediging van de gemeentewet, dekt het mandaat van de leidende ambtenaar enkel de opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering. Hieronder verstaat men : 1. 2. 3. 4. 5. 6. de technische en administratieve follow-up van de werken ; de keuring, zowel a priori als a posteriori, van de producten ; het nazien van de vorderingsstaten ; het opmaken van de processen-verbaal ; de voorlopige en de definitieve oplevering van de werken ; het toezicht op de werken.

3. CAHIER GNRAL DES CHARGES (ANNEXE A LA.R. DU 26/09/1996) Art. 1er : Fonctionnaire dirigeant (Indiquer le nom du pouvoir adjudicateur) est charg de la direction et du contrle des travaux dcrits dans le prsent cahier des charges et dsignera le fonctionnaire dirigeant lors de la notification dapprobation de loffre. Sous rserve du respect de la loi communale, le mandat du fonctionnaire dirigeant couvre uniquement le suivi des travaux jusque et y compris la rception dfinitive. On entend par l :

1. 2. 3. 4. 5. 6.

le suivi technique et administratif des travaux ; la rception tant a priori qua posteriori des produits ; la vrification des tats davancement ; ltablissement des procs-verbaux ; les rceptions provisoire et dfinitive des travaux ; la surveillance des travaux.

NOTA De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor op ieder ogenblik zijn hoedanigheid van bouwheer en/of de aanduiding voor de leidende ambtenaar aan een andere eenheid over te dragen. De verplichtingen van de aannemer jegens de aanbestedende overheid blijven gelden jegens die eenheid. De aannemer wordt in kennis gesteld van het ogenblik waarop deze overdracht zal geschieden. De cordinator-verwezenlijking, voorzien in artikel 30, 1 en 2 van dit bestek, vervangt niet de leidende ambtenaar. ***Begin voor werken van minimum 750.000,00 en termijnen van minimum 60 werkdagen. Voor de toepassing van de contractuele bepalingen van sociale aard wordt de draagwijdte van het mandaat van ACTIRIS nader omschreven in hoofdstuk IV van onderhavige administratieve bepalingen. ***Einde voor werken van minimum 750.000,00 en termijnen van minimum 60 werkdagen. Art. 3, 2 : Overeenstemming van de werken, leveringen en diensten

NOTE Le pouvoir adjudicateur se rserve le droit de transfrer tout moment sa qualit de "Matre de louvrage" une autre entit et/ou la dsignation du fonctionnaire dirigeant. Les obligations de ladjudicataire envers le pouvoir adjudicateur restent valables envers cette entit. Ladjudicataire est avis du moment o ce transfert interviendra. Le coordinateur-ralisation tel que vis larticle 30, 1er et 2 du prsent cahier des charges ne se substitue pas au fonctionnaire dirigeant. ***Dbut chantiers de minimum 750.000,00 et dlais de minimum 60 jours ouvrables Pour lapplication des clauses contractuelles caractre social, le mandat de ACTIRIS sexerce conformment au chapitre IV des prsentes clauses administratives. *** Fin chantiers de minimum 750.000,00 et dlais de minimum 60 jours ouvrables

Art. 3, 2 : Conformit des travaux, fournitures et services

- 27 -

Elke inrichting, elk toestel en in het algemeen elk element dat deel uitmaakt van deze opdracht wordt, behoudens uitdrukkelijk andersluidende bepaling van onderhavig bestek, volledig geleverd en bevat alle bevestigingselementen en andere toebehoren vereist voor zijn montage, perfecte werking, gebruik en onderhoud, zelfs deze die niet uitdrukkelijk vermeld zijn in het bestek, de plannen of de opmetingsstaat. Indien de inschrijver, op eigen initiatief, in zijn offerte of in de bijlagen ervan, de naam vermeldt van de fabricatie of van het merk van het materiaal dat hij voorstelt, of van de firma die het levert, wordt er impliciet verondersteld dat dit materiaal volledig conform de bepalingen van het bestek is, zelfs indien het aangegeven wordt door een catalogus- of fabricagenummer. Indien, na de bestelling, blijkt dat dit niet het geval is, vervangt de aannemer, zonder enige vergoeding of prijsverhoging, het voorgestelde materiaal door materiaal dat beantwoordt aan de vereisten van het bestek. Art. 4, 1, 1 : Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid Om zijn stempel of handtekening op de documenten te plaatsen, zal de aannemer contact opnemen op het adres vermeld in het begin van het onderhavige bijzondere bestek. Art. 4, 2 : Detail- en werktekeningen opgemaakt door de aannemer A. De aannemer maakt op eigen kosten alle detail- en werktekeningen, berekeningsnota's en andere bescheiden op, die hij nodig heeft om de uitvoering van de opdracht tot een goed einde te brengen tot volledige voldoening van de aanbestedende overheid, met inbegrip van de As-Built-plannen van de door zijn toedoen uitgevoerde werken. Hieronder wordt minstens verstaan (niet beperkend) : a) Algemene plannen : Grondplannen : Vr en na de werken (schaal: 1/200) geven de definitieve plannen alle werken aan die door de aannemer zijn uitgevoerd, met name: wachtbuizen, bezoekkamers, waterslikkers, signalisatie, markeringen, rioleringen, tramsporen, opstaphaltes, wachthuisjes, openbare verlichting, stadsmeubilair, enz. Lengte- en dwarsprofielen

Il est entendu que tout dispositif, appareil et en gnral tout lment faisant partie de ce march est, sauf stipulation explicitement contraire du prsent cahier des charges, fourni complet et comporte tous les organes de fixation et autres accessoires ncessaires son montage, son parfait fonctionnement, son utilisation et son entretien, mme ceux qui ne sont pas explicitement repris dans le cahier des charges, les plans ou le mtr.

Si le soumissionnaire, de sa propre initiative, fait mention dans son offre ou dans les annexes celle-ci, du nom de fabrication ou de la marque du matriel quil propose, ou de la firme fournissant celui-ci, il est implicitement suppos que ce matriel est entirement conforme aux stipulations du cahier des charges, mme sil est dsign par un numro de catalogue ou de fabrication. Sil apparaissait, aprs commande, quil nen est pas ainsi, lentrepreneur remplace, sans indemnit ni majoration de prix quelconque, le matriel propos par du matriel rpondant aux exigences du cahier des charges. Art. 4, 1er, 1 : Plans, documents et objets tablis par le pouvoir adjudicateur

Pour lapposition de son cachet ou de sa signature sur les documents, ladjudicataire prendra contact ladresse indique au dbut du prsent cahier spcial des charges. Art. 4, 2 : Plans de dtail et dexcution tablis par ladjudicataire A. Lentrepreneur tablit ses frais tous les plans de dtail et dexcution, notes de calculs et autres documents, ncessaires pour mener bien lexcution des travaux lentire satisfaction du pouvoir adjudicateur, y compris les plans As-Built des travaux excuts par ses soins. Ceci comprend au moins (non limitatif) : a) Plans gnraux Vues en plan : Avant et aprs les travaux (chelle 1/200), les plans dfinitifs renseignent tous les travaux raliss par lentrepreneur notamment les tuyaux dattente, chambres de visite et avaloirs, signalisation, marquages, gouts, voies de tram, embarcadres, abribus, clairage public, mobilier urbain, etc. Profils en long et profils en travers :

- 28 -

1) lengteprofielen : -

langs de gevels m.i.v. niveaus van dorpels en toegangen; in de watergoten en/of in de as van de wegen ; aansluiting met de bestaande dwarsstraten ; toestand vr en na de werken (schaal: 1/200 lengte 1/20 hoogte). om de 25 m maximum en met voldoende breedte (aansluiting aangelanden) ; m.i.v. opbouw van de verschillende lagen van de infrastructuur per profiel; m.i.v. inplanting en diepte van de riolering ; m.i.v. berekeningsnota van het volume grondverzet. -

1) profils en long -

le long des faades, y compris niveaux des seuils et accs; dans les filets deau et/ou axe des voiries ; raccordement avec les rues transversales existantes ; situations avant et aprs travaux (chelles : 1/200 longueur et 1/20 hauteur).

2) dwarsprofielen : -

2) profils en travers : - tous les 25 m max. et avec une largeur suffisante (raccord sur riverains) ; - y compris infrastructure des couches par profil ; - y compris position et profondeur de lgouttage ; - y compris note de calcul des volumes de terrassement. Les plans de chantier proprement dits dresss dinitiative ou la demande du pouvoir adjudicateur pour permettre la ralisation de certaines parties des ouvrages, dont en particulier les plans, notes descriptives et notes de calcul des moyens dexcution proposs entre autres pour lexcution des terrassements, des fouilles blindes et platelages provisoires ncessaires pour assurer le maintien de la circulation routire et des pitons, lcoulement naturel des eaux travers la route existante et le soutien des cbles et canalisations.

De eigenlijke werfplannen opgesteld op eigen initiatief of op verzoek van de aanbestedende overheid om de uitvoering van bepaalde delen van de werken mogelijk te maken, waaronder in het bijzonder de plannen, beschrijvende notas en berekeningsnotas van de uitvoeringsmiddelen voorgesteld o.a. voor de uitvoering van de grondwerken, de beschoeide sleuven en voorlopige beplatingen nodig voor de handhaving van het wegverkeer en het voetgangersverkeer, de natuurlijke afwatering via de bestaande weg en de ondersteuning van de kabels en leidingen. Rioleringswerken : 1) lengteprofiel van de collectoren (schaal : lengte 1/200 - hoogte 1/50). 2) Bekisting- en wapeningsplannen van de inspectie- en aansluitingsputten (schaal : 1/10). 3) Lengteprofiel van de bestaande en nieuwe rioleringen met inbegrip van ongeveer 50m in de belendende straten (schaal : lengte 1/200 - hoogte 1/50). 4) Plannen van de inspectie- en aansluitingsputten (op schaal van de aanbestedingsplannen).

b)

b) Travaux dgouttage : 1) profil en long des collecteurs (chelles : 1/200 longueur et 1/50 hauteur) ; 2) Plans de coffrage et darmatures des chambres de visite et de raccordement (chelle 1/10). 3) Profil en long des gouts existants et nouveaux y compris sur une distance denviron 50m dans les rues avoisinantes (chelles : 1/200 longueur et 1/50 hauteur). 4) Plans des chambres de visite et de raccordement ( lchelle des plans dadjudication). c) Ouvrages dart Tous les plans relatifs lexcution des travaux sont fournir par ladjudicataire ses frais (liste non limitative) : - plans de coffrage ; - plans darmatures complter par les bordereaux dacier adquats ; - plans de dtails douvrages auxiliaires ; - plans dimplantation ; - coupes en travers ; - notes de calcul concernant la stabilit et la composition organique. d) quipements de voirie
- 29 -

c) Kunstwerken Alle plannen met betrekking tot het uitvoeren der werken (niet-limitatieve lijst) zijn te leveren door de aannemer, op zijn kosten : bekistingsplannen ; plannen der wapening aan te vullen met de overeenkomstige staalborderellen ; detailplannen der ondergeschikte werken ; inplantingsplannen ; profielplannen ; berekeningsnotas inzake stabiliteit en organische samenstelling.

d) Weguitrusting

Alle nodige detailtekeningen voor de weguitrustingen, elektromechanische uitrustingen, signalisatiewerken, markeringen, openbare verlichting, beplantingen, enz.

Tous les plans de dtail ncessaires pour les quipements de voirie, pour les quipements lectromcaniques, les travaux de signalisation et de marquage, lclairage public, les plantations, etc. e) Circulation Lentrepreneur doit soumettre lapprobation pralable du pouvoir adjudicateur :

e) Verkeer De aannemer moet ter voorafgaande goedkeuring aan de aanbestedende overheid voorleggen : de organisatieplannen voor het verkeer tijdens de uitvoering van de werken, opgesteld conform de bepalingen van artikel 30, 1 ; de eigenlijke werfplannen opgesteld op eigen initiatief of op verzoek van de aanbestedende overheid om de uitvoering van bepaalde delen van de werken mogelijk te maken, waaronder in het bijzonder de plannen, beschrijvende notas en berekeningsnotas van de uitvoeringsmiddelen voorgesteld o.a. voor de uitvoering van de grondwerken, de beschoeide sleuven en voorlopige beplatingen nodig voor de handhaving van het wegverkeer en het voetgangersverkeer, de natuurlijke afwatering via de bestaande weg en de ondersteuning van de kabels en leidingen. B.

les plans dorganisation de la circulation pendant lexcution des travaux, tablis conformment aux dispositions de larticle 30, 1er , les plans de chantier proprement dits dresss d'initiative ou la demande du pouvoir adjudicateur pour permettre la ralisation de certaines parties des ouvrages, dont en particulier les plans, notes descriptives et notes de calcul des moyens d'excution proposs entre autre pour l'excution des terrassements, des fouilles blindes et platelages provisoires ncessaires pour assurer le maintien de la circulation routire et des pitons, l'coulement naturel des eaux travers la route existante et le soutien des cbles et canalisations.

B. De aannemer dient zijn plannen minimum 30 kalenderdagen voor de aanvang der betreffende werken in. De aanbestedende overheid beschikt over 15 kalenderdagen om ofwel haar akkoord te geven op deze documenten ofwel om de eventuele opmerkingen door te geven aan de aannemer. Deze laatste beschikt dan over 7 kalenderdagen om de aangepaste documenten in te dienen. De aanbestedende overheid beschikt over 7 kalenderdagen om de nieuwe documenten goed te keuren. ***Begin bestellingsopdracht In afwijking met het vorige dienen de verkeersplannen met betrekking tot de uitvoering van elke bestelling, binnen de 15 kalenderdagen vanaf de verzendingsdatum van de bestelbon ingediend te worden, goedgekeurd door de betrokken politiediensten of voorlopig goedgekeurd door deze ingeval het akkoord van de Cordinatiecommissie noodzakelijk is. ***Einde bestellingsopdracht De aannemer is ertoe gehouden alle toevoegingen, wijzigingen, verbeteringen, enz. aan zijn plannen aan te brengen die de aanbestedende overheid vraagt en de bijwerkingen door te voeren die vereist zijn om de plannen in overeenstemming te brengen met de toegelaten uitvoering. Elke bijwerking wordt door een op het plan vermelde index geconcretiseerd. C. De aannemer levert exemplaren van de goedgekeurde plannen aan de aanbestedende overheid, gedateerd en ondertekend. D. De aanvaarding van de uitvoeringsplannen ontheft de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid die onverminderd blijft ten aanzien van de verschillende delen van de werken.
- 30 -

Lentrepreneur introduit les plans, au moins 30 jours calendrier avant le dbut de lexcution des travaux concerns. Le pouvoir adjudicateur dispose de 15 jours calendrier pour soit marquer son accord sur les documents en question soit communiquer les remarques ventuelles lentrepreneur. Celui-ci dispose alors de 7 jours calendrier pour introduire les documents adapts. Le pouvoir adjudicateur dispose ensuite de 7 jours calendrier pour approuver les nouveaux documents.

***Dbut march sujet commandes En drogation ce qui prcde, les plans de circulation relatifs lexcution de chaque commande doivent tre fournis, dment approuvs par les services de Police concerns ou provisoirement approuvs par ceux-ci si laccord de la Commission de coordination est ncessaire, dans les 15 jours calendrier de la date denvoi du bon de commande. ***Fin march sujet commandes Lentrepreneur est tenu dapporter ses plans tous les ajouts, modifications, corrections, etc. demands par le pouvoir adjudicateur et de faire les mises jour ncessaires pour mettre les plans en concordance avec lexcution autorise. Chaque mise en concordance est concrtise par un nouvel indice mentionn au plan. C. Lentrepreneur fournit au pouvoir adjudicateur approuvs, dats et signs. exemplaires de ces plans

D.

Lacceptation des plans dexcution ne dcharge pas lentrepreneur de sa responsabilit qui reste entire vis--vis des diffrentes parties des travaux.

E. Na de volledige uitvoering van de werken van de onderhavige opdracht, dient de aannemer, op eigen toedoen en kosten, vr de voorlopige oplevering en volgens de richtlijnen van de leidende ambtenaar - de volgende documenten voor te leggen : 2 ingebonden exemplaren van de opmetingsstaten die gediend hebben voor het opmaken van de eindverrekening ; 2 exemplaren van de eindverrekening ; de plannen as built die gediend hebben voor het opmaken van de eindverrekening op informaticadrager in dwg en pdf formaat. Deze plannen geven alle werken aan die door de aannemer zijn uitgevoerd, met name : wachtbuizen, bezoekkamers, buizen, rioleringen, waterslikkers, signalisatie, markeringen, tramsporen, opstaphaltes, wachthuisjes, openbare verlichting, stadsmeubilair, bomen, borduren, watergoten, enz. ; de staalborderellen de aannemer dient op basis van de gewestelijke cartografie UrbiS (gebaseerd op de cartografische referentie Lambert-72) aan de leidende ambtenaar en aan het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest (CIBG) via het e-mailadres asbuilt@cibg.irisnet.be een geactualiseerde elektronische versie over te maken van de verschillende lagen die door de werken in hun finale versie as-built werden gewijzigd (met een maximum afwijking van 10 cm in absolute cordinaten). De gewestelijke cartografie UrbiS kan gratis gedowload worden via de website www.irisbox.irisnet.be. *** Begin bestellingsopdracht F. Na uitvoering der werken van elke bestelbon worden de as built plannen binnen de 30 kalenderdagen na de voltooiingdatum der werken aan de aanbestedende overheid overgemaakt. De technische oplevering van ieder werk zal slechts gegeven worden na ontvangst van de erop betrekking hebbende "as built"-plannen. *** Einde bestellingsopdracht Art. 4, 3 : Merktekens Bij de aanvang van de opdracht legt de aannemer het type-titelblad van de plannen, technische fiches en andere ter goedkeuring voor aan de leidende ambtenaar. Art. 5, 1 : Bedrag van de borgtocht Voor de aannemingen van werken waarin verhardingen uit cementbeton of uit asfalt begrepen zijn, mogen de proeven slechts a posteriori uitgevoerd worden. De voorwaarden voor die proeven (betonsterkte na 28 dagen bijvoorbeeld) zijn van die aard dat de resultaten slechts laattijdig gekend zijn, d.w.z. geruime tijd na het in rekening brengen van de werken.

E.

Aprs lexcution complte des travaux du prsent march, ladjudicataire est tenu de fournir, par ses soins et ses frais, avant rception provisoire, selon les directives du fonctionnaire dirigeant, les documents repris ci-aprs : 2 exemplaires relis des mtrs ayant servi tablir le dcompte final ; 2 exemplaires du dcompte final ; les plans as built ayant servi tablir le dcompte final sur support informatique sous formats dwg et pdf. Ces plans indiquent tous les travaux effectus par lentrepreneur : gaines dattente, chambres de visite, tuyaux, gouts, avaloirs, signalisation, clairage, marquages, tramway, embarcadres, abris, mobilier urbain, arbres, bordures, filets deau, etc.; les bordereaux dacier. sur base de la cartographie rgionale UrbiS (base sur la rfrence cartographique Lambert-72), lentrepreneur est tenu de fournir au fonctionnaire dirigeant et au Centre dinformatique pour la Rgion bruxelloise (CIRB) par ladresse e-mail asbuilt@cirb.irisnet.be, une version lectronique actualise des diffrentes couches impactes par les travaux dans leur version finale as-built avec un cart maximum de 10 cm en coordonnes absolues). La cartographie UrbiS est disponible gratuitement en tlchargement via le site-web www.irisbox. irisnet.be.

*** Dbut march sujet commandes F. Aprs lexcution des travaux de chaque bon de commande, les plans as built seront transmis au pouvoir adjudicateur dans les 30 jours calendrier aprs la date dachvement des travaux. La rception technique de chaque travail pourra tre donne ds rception des plans as built y affrents. *** Fin march sujet commandes Art. 4, 3 : Marquages Ladjudicataire soumettra au dbut du march, lapprobation du fonctionnaire dirigeant, le cartouche-type des plans, fiches techniques et autres. Art. 5, 1er : Montant du cautionnement Pour les entreprises de travaux comportant des revtements en bton de ciment ou des revtements hydrocarbons, les essais ne peuvent tre raliss qu posteriori. Les conditions de ces essais (rsistance du bton aprs 28 jours, par exemple) sont telles que les rsultats ne peuvent tre connus que tardivement, cest--dire bien aprs que les travaux aient t ports en compte.

- 31 -

Een bijkomende borgtocht van 10% van het totale bedrag van de stelposten van de offerte die betrekking hebben op deze verhardingen, zoals bepaald in Hoofdstuk F, dient bijgevolg gesteld. Deze vervangt de meer hinderlijke afhoudingen op de betalingen voorzien in artikel 12, 7 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden. De bepalingen inzake de gewone borgtocht zijn van toepassing op de bijkomende borgtocht.

Un cautionnement complmentaire de 10% du montant total des postes de loffre relatifs ces revtements, tels que dfinis au chapitre F. doit, ds lors, tre constitu. Il se substitue aux retenues pralables sur paiement, plus contraignantes, prvues par larticle 12, 7 du cahier gnral des charges. Les dispositions relatives au cautionnement ordinaire sont applicables au cautionnement complmentaire. Art. 5, 2 : Nature du cautionnement Conformment au chapitre II ci-avant, il est rappel que, quelle que soit la nature du cautionnement, le droit belge est applicable aux engagements prvus et tout litige relatif au cautionnement relve de la comptence des tribunaux de Bruxelles. Art. 5, 3 : Constitution du cautionnement et justification de cette constitution La justification de la constitution du cautionnement est envoyer ladresse suivante : Monsieur/Madame Si besoin est, ladjudicataire communique au fonctionnaire dirigeant la liste des jours de fermeture de lentreprise pour les jours de vacances annuelles payes et les jours de repos compensatoire prvus par voie rglementaire ou dans une convention collective de travail obligatoire. Art. 9 : Libration du cautionnement La libration se fait conformment larticle 9 du cahier gnral des charges sous la/les deux rserve(s) suivante(s) : Une somme de , est conserve en garantie de la fourniture des plans et documents dont il est question larticle 4, 2, E et ce jusquau moment o ces documents seront remis au matre de louvrage via le fonctionnaire dirigeant. Cette somme est retenue sur la premire partie librable du cautionnement et nest librable quaprs tablissement par le fonctionnaire dirigeant dun procs-verbal de constat de remise des documents en cause, tablir dans les 15 jours calendrier. Pour toutes les rparations des dgradations aux revtements hydrocarbons ou en bton de ciment effectues dans le cadre de lart. 39, 1er , le pouvoir adjudicateur dterminera, sur base du montant de ces rparations, la quote-part de la 2me partie du cautionnement qui restera en dpt jusqu lexpiration de la nouvelle priode de garantie. Art. 10 : Sous-traitants

Art. 5, 2 : Aard van de borgtocht Overeenkomstig hoofdstuk II hiervoor wordt eraan herinnerd dat, ongeacht de aard van de borgtocht, het Belgisch recht van toepassing is op de voorziene verbintenissen en dat elk geschil betreffende de borgtocht onder de bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel valt. Art. 5, 3 : Borgtochtstelling en bewijs van borgtochtstelling Het bewijs van de borgtochtstelling dient gezonden naar volgend adres : de Heer/Mevrouw

Indien nodig, bezorgt de aannemer de leidende ambtenaar een lijst met de sluitingsdagen van de onderneming ingevolge jaarlijks betaald verlof en compensatierustdagen voorzien in een Koninklijk Besluit of in een algemeen bindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9 : Vrijgave van de borgtocht De vrijgave gebeurt conform artikel 9 van de algemene aannemingsvoorwaarden mits het/de twee volgend(e) voorbehoud(en) : Er wordt een som van , ingehouden als waarborg voor de levering van de plannen en documenten waarvan sprake in artikel 4, 2, E hiervoor en dit tot op het ogenblik waarop deze documenten - via de leidende ambtenaar - aan de bouwheer zullen overhandigd worden. Deze som wordt ingehouden op het eerste vrij te geven gedeelte van de borgtocht en kan slechts vrijgegeven worden na het opmaken, door de leidende ambtenaar, van een procesverbaal van vaststelling van overhandiging der bedoelde documenten, dat binnen de 15 kalenderdagen opgemaakt moet worden. Voor alle herstellingen van de schade aan de verhardingen uit asfalt of cementbeton uitgevoerd in het raam van art. 39, 1, zal de aanbestedende overheid, op basis van het bedrag van deze herstellingen, bepalen hoeveel van het 2de gedeelte van de borgtocht ingehouden zal blijven tot de nieuwe waarborgperiode verstrijkt. Art. 10 : Onderaannemers

- 32 -

Alle personen die in enig stadium als onderaannemer optreden, zijn verplicht erkend in de klasse en categorie of ondercategorie die overeenstemt met de omvang en de aard van de hun opgedragen werken, zodra het bedrag van deze laatste hoger ligt dan 75.000, BTW niet inbegrepen, voor de werken in categorie, en 50.000, BTW niet inbegrepen, voor de werken in ondercategorie. Elke inbreuk op die verplichting zal beschouwd worden als een tekortkoming van de aannemer aan de bepalingen van zijn contract, tenzij hij, vr de aanvang van de werken van deze onderaannemers, een vrijstelling van die verplichting heeft gekregen van de aanbestedende overheid. Behoudens het geval waarin een dergelijke vrijstelling is verleend, kan de aanbestedende overheid zonder ingebrekestelling de onmiddellijke stopzetting bevelen van elk werk dat door een niet-erkende onderaannemer wordt uitgevoerd ; in dat geval draagt de aannemer alle gevolgen van de onderbreking. De aannemer blijft in alle gevallen alleen aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid. Onverminderd de inlichtingen verschaft in zijn offerte op basis van artikel 90, 1, 3 van het K.B. van 8 januari 1996 is de aannemer verplicht de bouwheer schriftelijk via de leidende ambtenaar de nationaliteit, de benaming, het maatschappelijke adres, de referenties (BTWnr., erkenning, registratie, enz.) van elk van de voorgestelde onderaannemers, evenals het bedrag (exclusief BTW) en het type werk dat hen zou kunnen toevertrouwd worden voor nazicht mee te delen, nog vr elk begin van uitvoering in onderaanneming. Vanaf de ontvangst van deze inlichtingen beschikt de bouwheer - via de leidende ambtenaar over een termijn van 15 (vijftien) kalenderdagen om alle nuttige controles uit te voeren. Anderzijds kan hij, tijdens de uitvoering van het werk, gebruik maken van alle onderzoeks- en controlemiddelen die hij nodig acht om na te gaan of er geen vervanging van onderaannemers plaats vindt. Art. 12 : Technische keuring Ingeval de resultaten van de uitgevoerde tests en proeven niet bevredigend zijn, worden de ten onrechte betaalde bedragen in mindering afgetrokken van de volgende maandelijkse betaling of, bij ontstentenis, afgehouden van de borgtocht. Art. 12, 4 : Keuringskosten De kosten van de voorafgaande technische keuring en van de keuringen, tijdens de uitvoering met uitzondering van de keuringen op natuursteen voor dewelke bijzondere maatregelen voorzien zijn in het artikel 12, 5, B, zijn ten laste van de aannemer. Hiertoe zijn alle operaties die vereist zijn voor de voorziene controles alsook de herstellingen die na de controle uitgevoerd moeten worden, ten laste van de aannemer.

Toutes les personnes agissant en qualit de sous-traitant quelque stade que ce soit doivent obligatoirement tre agres dans les classe et catgorie ou sous-catgorie de travaux correspondant limportance et la nature du travail quelles sont appeles excuter ds que le montant de ce dernier dpasse 75.000 TVA non comprise, pour les travaux rangs en catgorie et 50.000 TVA non comprise, pour les travaux rangs en sous-catgorie. Toute infraction cette obligation sera considre comme un manquement de ladjudicataire aux clauses de son contrat, moins quil nait obtenu du pouvoir adjudicateur, avant le dbut des travaux de ces sous-traitants, une dispense ladite obligation.

Hormis le cas o une telle dispense a t accorde, le pouvoir adjudicateur peut ordonner, sans mise en demeure, larrt immdiat de toute excution par un sous-traitant non agr; dans ce cas, ladjudicataire supporte toutes les consquences de larrt.

Ladjudicataire reste dans tous les cas seul responsable vis--vis du pouvoir adjudicateur. Sans prjudice des renseignements dj fournis dans son offre sur base de larticle 90, 1er, 3 de lA.R. du 8 janvier 1996, ladjudicataire est tenu de communiquer, par crit, au matre de louvrage via le fonctionnaire dirigeant - pour vrification, pralablement tout dbut dexcution en sous-traitance, la nationalit, la dnomination, ladresse sociale, les rfrences (n de T.V.A., agration, etc.) de chacun des sous-traitants proposs ainsi que le montant (hors T.V.A.) et le type des travaux susceptibles de leur tre confis. Ds rception de ces renseignements, le matre de louvrage - via le fonctionnaire dirigeant dispose dun dlai de 15 (quinze) jours calendrier pour procder aux vrifications utiles. Il use, dautre part, pendant lexcution des travaux, de tous les moyens dinvestigation et de contrle quil juge utiles pour vrifier sil ny a pas de substitution de sous-traitants.

Art. 12 : Rception technique Au cas o les rsultats dessais et preuves excuts ne sont pas satisfaisants, les sommes payes indment titre dacompte sont soustraites du paiement mensuel suivant ou, dfaut, sont prleves sur le cautionnement. Art. 12, 4 : Frais relatifs la rception technique Les frais relatifs la rception technique pralable et en cours dexcution, except les rceptions des pierres naturelles pour lesquelles des dispositions particulires sont prvues larticle 12, 5, B, sont charge de lentrepreneur. A cette fin, toutes les oprations exiges pour les examens prvus ainsi que les rparations excuter aprs le contrle sont charge de lentrepreneur.

- 33 -

Deze kosten omvatten : de kosten verbonden aan de prestaties van het keuringspersoneel ; de kosten verbonden aan het transport van de monsters ; de kosten verbonden aan de proeven.

Ces frais comprennent : les frais de prestations du personnel rceptionnaire ; les frais de transport des chantillons ; les frais dessais.

1 De kosten verbonden aan de prestaties van het keuringspersoneel Ze omvatten de verplaatsings-, verblijfs- en vacatievergoedingen van het keuringspersoneel, ook bij onnodige verplaatsing van het keuringspersoneel te wijten aan de aannemer (levering niet in overeenstemming met de keuringsaanvraag, producten niet beschikbaar op de voor de keuring voorziene datum, enz.). De parameters die de inschrijver de mogelijkheid bieden deze kosten in zijn offerte op te nemen worden als volgt vastgelegd : aantal personen, wijze van bepalen van de vergoedingen, 2 De kosten verbonden aan het transport van de monsters Ongeacht de plaats waar het nazicht plaatsvindt, zijn de kosten verbonden aan het transport van de monsters ten laste van de aannemer. De inschrijver dient hun kosten te bepalen overeenkomstig het aantal en de aard van de in de technische bepalingen bepaalde proeven. 3 De kosten verbonden aan de proeven Ze omvatten de kosten verbonden aan de voorbereiding van de monsters en aan de vervaardiging van de proefstukken alsook de kosten verbonden aan de proeven in het labo. De inschrijver dient de kosten verbonden aan de voorbereiding van de monsters en aan de vervaardiging van de proefstukken zelf te bepalen overeenkomstig het aantal en de aard van de door het bestek bepaalde proeven.

1 Les frais de prestations du personnel rceptionnaire Ils comprennent les indemnits de parcours, de sjour, et de vacation du personnel rceptionnaire y compris en cas de dplacement inutile par le fait de ladjudicataire (fourniture ne correspondant pas la demande de rception, produits non disponibles la date prvue pour la rception, etc.). Les paramtres permettant au soumissionnaire dinclure ces frais dans son offre sont fixs de la faon suivante : nombre de personnes, modes de calcul des indemnits,

2 Les frais de transport des chantillons Quel que soit lendroit o ont lieu les vrifications, les frais de transport des chantillons sont charge de ladjudicataire. Il appartient au soumissionnaire de dterminer leur cot en fonction du nombre et de la nature des essais dfinis dans les clauses techniques.

3 Les frais dessais Ils comprennent les frais de prparation des chantillons et de confection des prouvettes ainsi que les cots des essais en laboratoire. En ce qui concerne les frais de prparation des chantillons et de confection des prouvettes, il appartient au soumissionnaire de dterminer leur cot par ses propres moyens en fonction du nombre et de la nature des essais dfinis par le cahier spcial des charges. Les frais relatifs la rception technique a posteriori tels que dfinis au 7 sont charge du pouvoir adjudicateur. Art. 12, 5 : Rception technique pralable La demande de rception technique pralable introduire aprs que lentrepreneur ait ( ses propres frais) donn au pouvoir adjudicateur la possibilit de faire un prlvement dchantillons, se fait sous forme de lettre recommande adresse au pouvoir adjudicateur en indiquant au moins, pour chaque produit, les renseignements suivants : nature, origine et lieu dapprovisionnement des matriaux (avec le cas chant le certificat dorigine) ; nom et adresse des fournisseurs ; quantit estime ; caractristiques prescrites ;

De kosten verbonden aan de technische keuring a posteriori, zoals bepaald onder 7, zijn ten laste van de aanbestedende overheid.

Art. 12, 5 : Voorafgaande technische keuring Het verzoek tot voorafgaande technische keuring, in te dienen nadat de aannemer (op zijn kosten) de aanbestedende overheid in de mogelijkheid gesteld heeft een representatieve monstername te doen, geschiedt onder de vorm van een aangetekend schrijven gericht aan de aanbestedende overheid en voor elk product vermeldt de aannemer ten minste de volgende inlichtingen : aard, oorsprong en plaats van bevoorrading van de materialen (met in voorkomend geval het certificaat van oorsprong) ; naam en adres van de leveranciers ; geraamde hoeveelheid ; voorgeschreven kenmerken ;
- 34 -

 bestemming ; fabricagedatum. De vraag voor de keuring van de verschillende materialen moet, tenzij dit onmogelijk is, uiterlijk 60 kalenderdagen vr de verwerking van die materialen bij de aanbestedende overheid toekomen. A. De producten waarvoor een merk van overeenkomstigheid BENOR of gelijkwaardig bestaat, of die gekeurd zijn conform de voorschriften van het bijzonder lastenboek door een onpartijdig organisme aanvaard door de aanbestedende overheid of door een laboratorium aanvaard door deze laatste, kunnen vrijgesteld worden van proeven voor voorafgaande technische keuring. De aanbestedende overheid heeft het recht, ten laste van de inschrijver, over te gaan tot supplementaire opleveringsproeven, conform de voorschriften van het bijzonder lastenboek door een onpartijdig organisme aanvaard door de aanbestedende overheid of door een laboratorium aanvaard door deze laatste. Deze kosten zijn ten laatste van de aanbestedende overheid behalve voor de proeven die een niet conform resultaat geven. In geval de aannemer gelijkwaardige producten voorstelt dan zijn de procedures van STS 100.2 Leidraad evaluatie van de gelijkwaardigheid van producten in het kader van bouwprojecten van toepassing. Wanneer de aannemer zogenaamd gelijkwaardige maar niet door een onpartijdig organisme, of door de aanbestedende overheid gekeurde producten voorstelt, mogen deze niet verwerkt worden vooraleer de leidende ambtenaar zijn akkoord heeft gegeven voor de levering, nadat hij op kosten van de aannemer de nodige controles heeft uitgevoerd. B. Elementen uit natuursteen. Vr de aanvang van de productie deelt de aannemer de aanbestedende overheid de naam van de leverancier en de plaats van de productie mee. De elementen uit natuursteen zullen, wat hun categorie en hun kwaliteit betreft worden nagezien door een laboratorium of een onpartijdig organisme, aangeduid door de aanbestedende overheid, op de werf of op het depot van de aannemer of van zijn leverancier. De niet-conforme elementen zullen onmiddellijk worden verwijderd. De laboratoriumkosten of kosten van het onpartijdig organisme worden respectievelijk verdeeld tussen de aanbestedende overheid en de aannemer pro rata het percentage van de goede en slechte elementen. Art. 12, 7 : Technische keuring a posteriori
- 35 -

destination ; date de fabrication. La demande de rception des diffrents matriaux doit tre introduite auprs du pouvoir adjudicateur, sauf impossibilit, dans les 60 jours calendrier prcdant leur mise en uvre.

A. Il peut tre renonc par le pouvoir adjudicateur aux essais de rception technique pralable pour les produits porteurs de la marque de conformit BENOR ou quivalente ou pour les produits contrls conformment aux spcifications du cahier spcial des charges par un organisme indpendant accept par le pouvoir adjudicateur ou par un laboratoire accept par ce dernier. Le pouvoir adjudicateur a le droit de procder des essais de rception supplmentaires conformment aux prescriptions du cahier spcial des charges par un organisme indpendant accept par le pouvoir adjudicateur ou par un laboratoire accept par ce dernier. Ces frais dessais sont charge du pouvoir adjudicateur, sauf pour les essais rvlant des rsultats non conformes.

Au cas o lentrepreneur proposerait des produits quivalents, les procdures du STS 100.2 Manuel pour lvaluation de lquivalence de produits dans le cadre des projets de construction sont dapplication. Quand lentrepreneur propose des produits dits quivalents mais non contrls par un organisme indpendant ou par le pouvoir adjudicateur, ces produits ne peuvent tre mis en uvre avant que le fonctionnaire dirigeant nait donn son accord pour la fourniture, aprs quil ait fait effectuer aux frais de lentrepreneur les contrles ncessaires. B. lments en pierre naturelle. Avant le dbut de la production, lentrepreneur informe le pouvoir adjudicateur du nom du fournisseur et du lieu de production. Les lments en pierre naturelle seront vrifis quant leur catgorie et leur qualit, par un laboratoire ou un organisme indpendant, dsign par le pouvoir adjudicateur, sur chantier ou au dpt de lentrepreneur ou de son fournisseur.

Les lments non conformes seront immdiatement vacus. Les frais de laboratoire ou de lorganisme indpendant sont rpartis entre le pouvoir adjudicateur et lentrepreneur au prorata du pourcentage des bons et mauvais lments respectivement. Art. 12, 7 : Rception technique a posteriori

Geven aanleiding tot een technische keuring a posteriori, de verhardingen uit cementbeton en koolwaterstofmengsels. Deze vorm van keuring sluit geenszins de voorafgaande technische keuring uit van de basisproducten van deze werken. De betaling van de werken onderworpen aan een technische keuring a posteriori maakt niet het voorwerp uit van voorafgaande afhoudingen. Art. 13, 1 : Prijsherziening Hieronder worden meerdere formules voorgesteld. Ze kunnen worden gecombineerd naargelang de aanwezigheid van bitumineuze verhardingen, beton, beplantingen, enz. De modaliteiten voor de prijsherziening zijn : 1 Algemene formule De prijsherziening wordt berekend met de volgende algemene formule :

Donnent lieu rception technique a posteriori, les revtements en bton de ciment et hydrocarbons. Cette forme de rception nexclut nullement la rception technique pralable des produits de base qui composent ces ouvrages. Le paiement des travaux soumis la rception technique a posteriori ne fait pas lobjet de retenues pralable. Art. 13, 1er : Rvision des prix Plusieurs formules sont proposes ci-dessous. Elles peuvent tre combines selon la prsence de revtements hydrocarbons, de bton, de plantations, etc. Les modalits pour la rvision des prix sont : 1 Formule gnrale La rvision des prix est calcule avec la formule gnrale suivante :

x1 x2 xn s p=P a +b1 +b 2 +...+bn +c Xn S X1 X2

Bij de berekening wordt eerst iedere breuk herleid tot een decimaal getal met maximum 5 decimalen. Hiertoe wordt de vijfde decimaal vermeerderd met 1 als de zesde decimaal gelijk is aan of groter is dan 5. Vervolgens wordt ieder aldus berekend decimaal getal vermenigvuldigd met de waarde van de overeenkomstige parameter. De verkregen producten worden afgerond op de vijfde decimaal, die eveneens vermeerderd wordt met 1 als de zesde decimaal gelijk is aan of groter is dan 5. p : is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te betalen bedrag exclusief belasting over de toegevoegde waarde en zonder toepassing van straffen ; is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te betalen bedrag exclusief belasting over de toegevoegde waarde en zonder toepassing van prijsherziening en straffen ; zijn parameters vastgesteld in de aanbestedingsdocumenten; hun som is gelijk aan n; c is minimum 0,20.

x1 x2 xn s p=P a +b1 +b 2 +...+bn +c Xn S X1 X2

Chaque fraction est rduite en un nombre dcimal comprenant au maximum 5 dcimales dont la cinquime est majore de 1 si la sixime dcimale est gale ou suprieure 5.

Quant aux produits de la multiplication de chacun des quotients ainsi obtenus par la valeur du paramtre correspondant, ils sont arrts la cinquime dcimale, laquelle est galement majore de 1 si la sixime dcimale est gale ou suprieure 5.

reprsente pour la priode concerne le montant payer lentrepreneur hors taxe sur la valeur ajoute et sans application de pnalits ; reprsente pour la priode concerne le montant payer lentrepreneur hors taxe sur la valeur ajoute et sans application de rvisions et de pnalits ; reprsentent des paramtres dfinis dans les documents dadjudication; leur total est gal un; c est au minimum 0,20;

a, b1, b2, bn, c :

a, b1, b2, ... bn, c :

- 36 -

is het gemiddelde van de uurlonen van de geschoolde werklieden, de geoefende werklieden en de handlangers, zoals die door het Nationaal Paritair Comit van het Bouwbedrijf vastgesteld zijn, vermeerderd met het totaal percentage van de sociale lasten en verzekeringen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, 10 kalenderdagen vr de opening van de offertes. Voor de toepassing van de herzieningsformule worden de werken geacht tot categorie A te behoren : werken waarvoor de maximumbijdrage verschuldigd is aan het Fonds voor Bestaanszekerheid der Bouwvakarbeiders voor de vergoedingen : vorst, dubbel verlofgeld, vergoedingenbouw en getrouwheidspremies, en die blootgesteld zijn aan het slechte weer ;

reprsente la moyenne des salaires horaires des ouvriers qualifis, spcialiss et manuvres, fixs par la Commission paritaire nationale de lIndustrie de la Construction, majors du pourcentage global des charges sociales et assurances, tel quil est admis par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 10 jours avant louverture des offres.

Pour lapplication de la formule de rvision, les travaux sont censs tre classs dans la catgorie A : travaux pour lesquels la cotisation maximum est due au Fonds de Scurit dexistence des ouvriers de la Construction pour les Indemnits gel Double pcule de vacances - Indemnitsconstruction et Primes de fidlit-construction, et qui sont exposs aux intempries ; s : reprsente la mme moyenne des salaires horaires, tel quil est admis par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, la date initiale de la priode mensuelle de lacompte ; reprsentent des prix de rfrence de produits spcifiques ou indices sur la base dune consommation annuelle sur le march interne de produits spcifiques, fixs pour le mois de calendrier prcdant la date fixe pour louverture des offres ; reprsentent les mmes prix de rfrences ou les mmes indices, fixs pour le mois de calendrier prcdant la priode mensuelle de lacompte.

X1, X2, Xn

is hetzelfde gemiddelde van de uurlonen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, op de aanvangsdatum van de maandelijkse periode van de betaling in mindering ; zijn referentieprijzen van specifieke producten of indexcijfers op basis van een jaarlijks verbruik van specifieke producten op de binnenlandse markt, vastgesteld voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat ; zijn dezelfde referentieprijzen of dezelfde indexcijfers vastgesteld voor de kalendermaand die de maandelijkse periode van de betaling in mindering voorafgaat.

X1, X2,... Xn :

x1, x2, xn

x1, x2, ...xn

2 Specifieke formules a) Formule voor het aanleggen van wegen (zie ook de formules onder b) en c)). De prijsherziening wordt berekend met de volgende formule:

2 Formules spcifiques a) Formule pour la construction de routes (voyez aussi les formules sous b) et c)). La rvision est calcule avec la formule suivante :

s k2 p=P 0,40 +0,40 +0,20 S K2

Bij de berekening wordt eerst iedere breuk herleid tot een decimaal getal met maximum 5 decimalen. Hiertoe wordt de vijfde decimaal vermeerderd met 1 als de zesde decimaal gelijk is aan of groter is dan 5.

s k2 p=P 0,40 +0,40 +0,20 S K2

Chaque fraction est rduite en un nombre dcimal comprenant au maximum 5 dcimales dont la cinquime est majore de 1 si la sixime dcimale est gale ou suprieure 5.

- 37 -

Vervolgens wordt ieder aldus berekend decimaal getal vermenigvuldigd met de waarde van de overeenkomstige parameter. De verkregen producten worden afgerond op de vijfde decimaal, die eveneens vermeerderd wordt met 1 als de zesde decimaal gelijk is aan of groter is dan 5. p : is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te betalen bedrag exclusief belasting over de toegevoegde waarde en zonder toepassing van straffen ; is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te betalen bedrag exclusief belasting over de toegevoegde waarde en zonder toepassing van prijsherziening en straffen ; is het gemiddelde van de uurlonen van de geschoolde werklieden, de geoefende werklieden en de handlangers, zoals die door het Nationaal Paritair Comit van het Bouwbedrijf vastgesteld zijn, vermeerderd met het totaal percentage van de sociale lasten en verzekeringen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, 10 kalenderdagen vr de opening van de offertes. Voor de toepassing van de herzieningsformule worden de werken geacht tot categorie A te behoren : werken waarvoor de maximum-bijdrage verschuldigd is aan het Fonds voor Bestaanszekerheid der Bouwvakarbeiders voor de vergoedingen : vorst, dubbel verlofgeld, vergoedingenbouw en getrouwheidspremies, en die blootgesteld zijn aan het slechte weer ; s : is hetzelfde gemiddelde van de uurlonen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, op de aanvangsdatum van de maandelijkse periode van de betaling in mindering ;

Quant aux produits de la multiplication de chacun des quotients ainsi obtenus par la valeur du paramtre correspondant, ils sont arrts la cinquime dcimale, laquelle est galement majore de 1 si la sixime dcimale est gale ou suprieure 5.

p :

reprsente pour la priode concerne le montant payer lentrepreneur hors taxe sur la valeur ajoute et sans application de pnalits ; reprsente pour la priode concerne le montant payer lentrepreneur hors taxe sur la valeur ajoute et sans application de rvisions et de pnalits ;

P :

P :

S :

S :

reprsente la moyenne des salaires horaires des ouvriers qualifis, spcialiss et manuvres, fixs par la Commission paritaire nationale de lIndustrie de la Construction, majors du pourcentage global des charges sociales et assurances, tel quil est admis par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 10 jours avant louverture des offres.

Pour lapplication de la formule de rvision, les travaux sont censs tre classs dans la catgorie A : travaux pour lesquels la cotisation maximum est due au Fonds de Scurit dexistence des ouvriers de la Construction pour les Indemnits gel Double pcule de vacances - Indemnits-construction et Primes de fidlit-construction, et qui sont exposs aux intempries ; s : reprsente la mme moyenne des salaires horaires, tel quil est admis par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, la date initiale de la priode mensuelle de lacompte ;

K2

is het indexcijfer op basis van een jaarlijks verbruik van de voornaamste producten bij wegenbouwwerken met cementbetonverhardingen op de inlandse, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat;

K2 :

reprsente lindice sur la base dune consommation annuelle sur le march interne des principaux matriaux utiliss pour travaux routiers avec revtements en bton, tabli par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier qui prcde la date douverture des offres; reprsente le mme indice, tabli par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier prcdent la priode mensuelle de lacompte.

k2

is hetzelfde indexcijfer, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de maandelijkse periode van de betaling in mindering voorafgaat.

k2 :

b) Formules voor het aanleggen van wegen met hoofdzakelijk bitumineuze verhardingen.

b) Formules pour la construction de routes avec principalement des revtements hydrocarbons. La rvision est calcule avec les formules suivantes :

De prijsherziening wordt berekend met de volgende formules :

- 38 -

stelposten met bitumineuse verhardingen, slemlagen en bestrijkingen : specifieke formule onder c) ; overige stelposten : specifieke formule onder a).

postes avec revtements hydrocarbons, schlammages et enduisages : formule spcifique sous c) ; autres postes : formule spcifique sous a).

c) Formule voor het aanbrengen van bitumineuze verhardingen, slemlagen en bestrijkingen.

c) Formule pour la mise en uvre de revtements hydrocarbons, schlammages et enduisages. La rvision est calcule avec la formule suivante :

De prijsherziening wordt berekend met de volgende formule :

s m1 m2 m3 p=P 0,17 +0,30 +0,18 +0,12 +0,23 S M1 M2 M3

Bij de berekening wordt eerst iedere breuk herleid tot een decimaal getal met maximum 5 decimalen. Hiertoe wordt de vijfde decimaal vermeerderd met 1 als de zesde decimaal gelijk is aan of groter is dan 5. Vervolgens wordt ieder aldus berekend decimaal getal vermenigvuldigd met de waarde van de overeenkomstige parameter. De verkregen producten worden afgerond op de vijfde decimaal, die eveneens vermeerderd wordt met 1 als de zesde decimaal gelijk is aan of groter is dan 5. p : is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te betalen bedrag exclusief belasting over de toegevoegde waarde en zonder toepassing van straffen ; is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te betalen bedrag exclusief belasting over de toegevoegde waarde en zonder toepassing van prijsherziening en straffen ; is het gemiddelde van de uurlonen van de geschoolde werklieden, de geoefende werklieden en de handlangers, zoals die door het Nationaal Paritair Comit van het Bouwbedrijf vastgesteld zijn, vermeerderd met het totaal percentage van de sociale lasten en verzekeringen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, 10 kalenderdagen vr de opening van de offertes. Voor de toepassing van de herzieningsformule worden de werken geacht tot categorie A te behoren : werken waarvoor de maximum-bijdrage verschuldigd is aan het Fonds voor Bestaanszekerheid der Bouwvakarbeiders voor de vergoedingen : vorst, dubbel verlofgeld, vergoedingenbouw en getrouwheidspremies, en die blootgesteld zijn aan het slechte weer ;

s m1 m2 m3 p=P 0,17 +0,30 +0,18 +0,12 +0,23 S M1 M2 M3

Chaque fraction est rduite en un nombre dcimal comprenant au maximum 5 dcimales dont la cinquime est majore de 1 si la sixime dcimale est gale ou suprieure 5.

Quant aux produits de la multiplication de chacun des quotients ainsi obtenus par la valeur du paramtre correspondant, ils sont arrts la cinquime dcimale, laquelle est galement majore de 1 si la sixime dcimale est gale ou suprieure 5.

p :

reprsente pour la priode concerne le montant payer lentrepreneur hors taxe sur la valeur ajoute et sans application de pnalits ; reprsente pour la priode concerne le montant payer lentrepreneur hors taxe sur la valeur ajoute et sans application de rvisions et de pnalits ;

P :

P :

S :

S :

reprsente la moyenne des salaires horaires des ouvriers qualifis, spcialiss et manuvres, fixs par la Commission paritaire nationale de lIndustrie de la Construction, majors du pourcentage global des charges sociales et assurances, tel quil est admis par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 10 jours avant louverture des offres.

Pour lapplication de la formule de rvision, les travaux sont censs tre classs dans la catgorie A : travaux pour lesquels la cotisation maximum est due au Fonds de Scurit dexistence des ouvriers de la Construction pour les Indemnits gel Double pcule de vacances - Indemnits-construction et Primes de fidlit-construction, et qui sont exposs aux intempries ;

- 39 -

is hetzelfde gemiddelde van de uurlonen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, op de aanvangsdatum van de maandelijkse periode van de betaling in mindering ; is de referentieprijs van petroleumbitumen in bulk (zone I) (OW 564), vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat; is de referentieprijs voor profiersteenslag 2/6 (OW 104), vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat; is de referentieprijs van dieselolie voor ander gebruik dan het aandrijven van motorvoertuigen op de openbare weg (zone I) (OW 550), vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat;

reprsente la mme moyenne des salaires horaires, tel quil est admis par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, la date initiale de la priode mensuelle de lacompte ; reprsente le prix de rfrence de bitume de ptrole en vrac (zone I) (TP 564) tabli par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier qui prcde la date douverture des offres; reprsente le prix de rfrence de gravillons de porphyne 2/6 (TP 104), tabli par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier qui prcde la date douverture des offres; reprsente le prix de rfrence du gasoil-diesel pour autres usages que celui pour vhicules moteurs circulant sur la voie publique (zone I) (TP 550), tabli par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier qui prcde la date douverture des offres;

M1 :

M1 :

M2 :

M2 :

M3 :

M3 :

m1, m2, m3 : zijn dezelfde referentieprijzen, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de maandelijkse periode van de betaling in mindering voorafgaat. d) Formule voor beplantingswerken en arbeidsintensieve werken. De prijsherziening wordt berekend met de volgende formule:

m1, m2, m3 : reprsentent les mmes prix de rfrence, tablis par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier prcdant la priode mensuelle de lacompte. d) Formule pour des travaux de plantation et des travaux intensifs en main duvre. La rvision est calcule avec la formule suivante :

s i p=P 0,65 +0,10 +0,25 S I

I : is het referentieindexcijfer op basis van een jaarlijks verbruik van de voornaamste producten in het bouwbedrijf op de binnenlandse markt, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat is hetzelfde referentieindexcijfer, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de maandelijkse periode van de betaling in mindering voorafgaat I :

s i p=P 0,65 +0,10 +0,25 S I

reprsente lindice de rfrence sur la base dune consommation annuelle sur le march interne, des principaux matriaux dans la construction, tabli par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier qui prcde la date douverture des offres; reprsente le mme indice de rfrence, tabli par le Service Public Fdral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, pour le mois de calendrier prcdant la priode mensuelle de lacompte.

e) Formule voor herstellings- en verbeteringswerken aan onbevaarbare waterlopen.

e) Formule pour des travaux de rparation et damlioration des cours deau non navigables. La rvision est calcule avec la formule suivante :

De prijsherziening wordt berekend met de volgende formule:

- 40 -

s i p=P 0,40 +0,40 +0,20 S I

f) Formule voor ruimingswerken aan onbevaarbare waterlopen. De prijsherziening wordt berekend met de volgende formule:

s i p=P 0,40 +0,40 +0,20 S I

f) Formule pour des travaux de curage des cours deau non navigables. La rvision est calcule avec la formule suivante :

s p=P 0,70 +0,30 S

Art. 14, 1 : Intellectuele rechten Prijs en vergoedingen De tekst van dit artikel (1,2 en 3) wordt als volgt aangevuld en/of gewijzigd : De aannemer kan geenszins aanspraak maken op een bijzondere bezoldiging, vergoeding of schadevergoeding door het gebruik van octrooien, licenties, copyrights, enz, bij de uitvoering van onderhavige aanneming aangezien men veronderstelt dat hij bij het opmaken van zijn offerte rekening gehouden heeft met de lasten die uit het gebruik ervan voortvloeien. Er wordt daarenboven gepreciseerd dat de bouwheer in generlei geval zal kunnen worden gedwongen wat dan ook te betalen aan een of andere derde die houder (en/of exploitant) is van een octrooi, van een licentie, enz, aangewend voor de uitvoering van onderhavige opdracht, aangezien in alle gevallen de leveringen en werken (forfaitaire eenheidsprijzen en/of vaste prijzen per stelpost), evenals de uitvoeringsprocds van de aannemer uitsluitend ten laste van deze laatste vallen en zulks zelfs indien uit de voorschriften toepasselijk op onderhavige opdracht slechts onrechtstreeks blijkt dat er een octrooi, een licentie, enz., vereist is voor een conforme uitvoering van leveringen, werken enz. welke door onderhavig bijzonder bestek worden geregeld. Kortom alle octrooirechten, licentierechten, royalty's, fees, auteursrechten enz. vallen ten laste van de aannemer die aansprakelijk blijft voor alle eisen die hieromtrent zouden kunnen ontstaan. Bijgevolg, indien een derde de aanbestedende overheid voor het gerecht zou dagen voor miskenning van n van deze rechten, verbindt de aannemer zich ertoe op eenvoudig verzoek van de aanbestedende overheid in de procedure tussen te komen. Art. 15, 1 : Betaling van de werken 1. De werken worden uitgevoerd ten laste van het budget van (de naam van de aanbestedende overheid invullen).

s p=P 0,70 +0,30 S

Art. 14, 1er : Droits intellectuels Prix et redevances Le texte de cet article (1, 2 et 3) est complt et/ou modifi comme suit : L'adjudicataire ne pourra prtendre en aucun cas une rmunration spciale, une indemnit ou des dommages-intrts quelconques du fait de l'utilisation, pour l'excution du prsent march, de brevets, licences, copyright, etc.., tant cens avoir tenu compte, lors de l'laboration de son offre, des charges rsultant de cette utilisation. Il est, de plus, prcis qu'en aucun cas le matre de l'ouvrage ne pourra tre contraint de payer quoi que ce soit un tiers quelconque dtenteur (et/ou exploitant) d'un brevet, d'une licence, etc. employs pour l'excution du prsent march, l'adjudicataire ayant, dans tous les cas, la charge exclusive de ses fournitures et travaux (prix unitaires forfaitaires et/ou prix forfaitaires par poste) ainsi que de ses procds d'excution et ce, mme s'il ne ressort qu'indirectement des prescriptions applicables au prsent march que l'utilisation d'un brevet, d'une licence, etc. est ncessaire pour une excution conforme des fournitures et travaux, etc. rgis par le prsent cahier spcial des charges.

En rsum, tous droits de brevets, licences, royalties ou fees, droits d'auteurs etc. sont charge de l'adjudicataire lequel reste seul responsable de toutes revendications qui pourraient surgir ce sujet. Ds lors, si un tiers cite le pouvoir adjudicateur en justice pour violation d'un de ces droits, l'adjudicataire s'engage intervenir l'instance sur simple demande du pouvoir adjudicateur.

Art. 15, 1er : Paiement des travaux 1. Les travaux sont excuts charge du budget de ( complter par le nom du pouvoir adjudicateur).

- 41 -

2. Aangevoerde, al of niet vooraf gekeurde materialen, grondstoffen en stukken worden niet voor betaling in aanmerking genomen vr hun verwerking, tenzij de levering het voorwerp vormt van een specifieke stelpost van de opmetingsstaat. ***Begin bestellingsopdracht Uitzondering wordt gemaakt ingeval de materialen het voorwerp vormen van een afzonderlijke bestelbon. ***Einde bestellingsopdracht 3. De aannemer maakt bij het indienen van zijn maandelijkse schuldvordering, de volgende documenten in een exemplaar over aan . ***Begin opdracht die geen bestellingsopdracht is a) een gedetailleerde staat van de werken opgesteld in akkoord met het toezichtpersoneel van de aanbestedende overheid, na tegensprekelijke opmeting en berekening op basis van het hier bijgevoegde formulier; ***Einde opdracht die geen bestellingsopdracht is *** Begin bestellingsopdracht a) een gedetailleerde staat van de werken per bestelbon alsook een globale samenvattende staat, opgesteld in akkoord met het toezichtpersoneel van de aanbestedende overheid, na tegensprekelijke opmeting en berekening op basis van het hier bijgevoegde formulier; ***Einde bestellingsopdracht b) een boekhoudkundige tabel, met per stelpost tenminste : nr. van de stelpost ; beschrijving ; eenheid ; prijs van de offerte ; hoeveelheden voorzien in de offerte ; hoeveelheden voor elke verrekening, goedgekeurde en/of ingediende ; totaal voorziene hoeveelheden (offerte en verrekeningen) ; reeds voorheen uitgevoerde hoeveelheden ; uitgevoerde hoeveelheden van de huidige vorderingsstaat ; totaal uitgevoerde hoeveelheden ; totaal voorziene sommen offerte ; totaal voorziene sommen (offerte en verrekeningen) ; reeds voorheen uitgevoerde sommen ; bedragen van huidige vorderingsstaat ; totaal uitgevoerde sommen ; verschil tussen totaal voorziene en uitgevoerde hoeveelheden ; verschil tussen totaal voorziene en uitgevoerde sommen.

2.

Les matriaux, matires premires et pices fournis, quils soient au pralable contrls ou non, ne sont pas ports en compte avant la mise en uvre, sauf si la fourniture fait lobjet dun poste spcifique du mtr.

*** Dbut march sujet commandes Une exception est faite dans le cas o les matriaux font lobjet dun bon de commande spar. *** Fin march sujet commandes 3. A sa dclaration de crance mensuelle transmise exemplaire, les documents suivants : , ladjudicataire joint, en un

*** Dbut march non sujet commandes a) un tat dtaill des travaux tabli en accord avec le personnel de contrle du pouvoir adjudicateur, aprs mesurage contradictoire et calcul sur base du formulaire ci-joint; *** Fin march non sujet commandes *** Dbut march sujet commandes a) un tat dtaill des travaux par bon de commande, ainsi quun tat rcapitulatif global tabli en accord avec le personnel de contrle du pouvoir adjudicateur, aprs mesurage contradictoire et calcul sur base du formulaire ci-joint; *** Fin march sujet commandes b) un tableau de comptabilit : ce tableau reprend au moins, pour chaque poste : ndu poste ; description ; unit ; prix de loffre ; quantits prvues loffre ; quantits pour chacun des dcomptes, approuvs et/ou introduits ; quantits totales prvues (offre + dcomptes) ; quantits ralises prcdemment ; quantits ralises dans ltat davancement introduit ; quantits totales ralises ; montants totaux prvus loffre montants totaux prvus (offre + dcomptes) ; montants raliss prcdemment ; montants raliss dans ltat davancement introduit ; montants totaux raliss ; diffrences entre quantits totales prvues et quantits totales excutes ; diffrences entre montants totaux prvus et montants totaux excuts.

- 42 -

c) Voor iedere stelpost met een te verantwoorden som en uren en materieel in regie wordt er bij de vorderingsstaat een overzichtstabel gevoegd volgens het hier bijgevoegde formulier met, naast de in rekening te brengen bedragen, alle reeds ter betaling aanvaarde bedragen. Alle verantwoordingen dienen verplichtend bijgevoegd te worden. ***Begin bestellingsopdracht d) een lokalisatietabel van de gerealiseerde werken, met, voor elke weg, vermelding o.a. van het type werk dat verricht werd, de lokalisatie, de datum der werken , ... enz ; ***Einde bestellingsopdracht De hiervoor vermelde tabellen worden opgesteld volgens de richtlijnen van de leidende ambtenaar en worden tevens geleverd op informaticadrager en opgemaakt d.m.v. het programma EXCEL of compatibel. 4. De tegen een forfaitaire prijs uit te voeren stelposten mogen in rekening gebracht worden naargelang hun graad van voltooiing. 5. Bij het indienen van zijn factuur voegt de aannemer 1 exemplaar van de vorderingsstaat bij, zoals deze door de aanbestedende overheid aanvaard of eventueel verbeterd werd. 6. De factuur (1 exemplaar), voor het aanvaarde bedrag is in te dienen bij (naam en adres van de bevoegde dienst van de aanbestedende overheid).

c) Pour chaque poste somme justifier et heures et matriel en rgie , un tableau rcapitulatif, suivant le formulaire ci-joint, sera joint ltat davancement reprenant outre les montants porter en compte, tous les montants dj admis en paiement. Toutes les justifications seront obligatoirement joindre. *** Dbut march sujet commandes d) un tableau de localisation des travaux raliss, qui reprend entre autres, pour chaque voirie, le type de travail ralis, sa localisation, la date des travaux,...; *** Fin march sujet commandes Les tableaux repris ci-avant seront tablis suivant les directives du fonctionnaire dirigeant et de plus fournis sur support informatique, et raliss au moyen du logiciel EXCEL ou compatible. 4. Les postes excuter en forfait peuvent tre ports en compte proportionnellement leur avancement. 5. Lors de la prsentation de sa facture lentrepreneur joint 1 exemplaire de ltat davancement tel quil a t accept ou ventuellement corrig par le pouvoir adjudicateur. 6. La facture (un exemplaire), pour le montant accept, est a introduire auprs (nom et adresse du service comptent du pouvoir adjudicateur).

7. Onder som die de aanbestedende overheid werkelijk verschuldigd acht wordt verstaan: de waarde van het geheel van de uitgevoerde werken die aanvaard kunnen worden, los van de te nemen beslissingen bij de kennisname van de resultaten van de proeven en tegenproeven en van de definitieve opmetingen. Wanneer deze resultaten en opmetingen bekend zijn, stelt de aanbestedende overheid, in voorkomend geval en in overeenstemming met de genomen beslissingen, verrekeningen in min op, brengt de nodige aanpassingen aan en recupereert de sommen die ten onrechte ter betaling werden voorgesteld. 8. De laatste betaling voor saldo van de opdracht is de laatste betaling voor de uitgevoerde werken, met uitzondering van diegene die conform het bijzondere bestek uitgevoerd moeten worden tijdens de waarborgperiode. *** Begin bestellingsopdracht 9. Er wordt geen enkele betaling uitgevoerd voor werken waarvoor de leidende ambtenaar de bestelling niet gegeven heeft. *** Einde bestellingsopdracht

7. Il faut entendre par la somme que le pouvoir adjudicateur estime rellement due la valeur de lensemble des travaux raliss susceptibles dtre accepts, sans prjuger des dcisions prendre lors de la connaissance des rsultats des essais et contre-essais et des mesurages dfinitifs. Lorsque ces rsultats et mesurages sont connus, le pouvoir adjudicateur tablit, le cas chant et conformment aux dcisions prises, les dcomptes en moins et les ajustements et rcupre les sommes proposes indment la liquidation.

8. Le dernier paiement pour solde du march est le dernier paiement des travaux excuts, lexception de ceux excuter conformment au cahier spcial des charges pendant le dlai de garantie. *** Dbut march sujet commandes 9. Aucun paiement nest fait pour des travaux pour lesquels le fonctionnaire dirigeant naurait pas pass la commande. *** Fin march sujet commandes

- 43 -

10. Bijzondere bepalingen ingeval van overdracht op inpandgeving van schuldvorderingen: In geval van overdracht of inpandgeving van schuldvorderingen t.a.v. de aanbestedende overheid moet de aannemer de cessionaris op de hoogte brengen van de verplichting de overdracht of inpandgeving te betekenen, hetzij bij deurwaardersexploot, hetzij bij aangetekend schrijven evenals van de verschillende bestemmelingen volgens de gekozen betekeningswijze : indien bij deurwaardersexploot, moet de betekening verplicht gericht aan : indien bij aangetekend schrijven, dan moet ze verplicht gericht aan :

10. Dispositions particulires en cas de cession ou mise en gage de crances : En cas de cession ou mise en gage de crances lgard du pouvoir adjudicateur, ladjudicataire informe obligatoirement le cessionnaire de lobligation qui lui incombe de signifier la cession ou mise en gage, soit par exploit dhuissier, soit par recommand, et des destinataires diffrents prciser selon le type de signification choisi :

en cas dexploit dhuissier, celui-ci sera imprativement adress : en cas de recommand, celui-ci sera obligatoirement adress :

- 44 -

MESURAGE CONTRADICTOIRE tat n : .................. Mois ................................................................20.. Poste............................................................................................................ Description ................................................................................................ ..................................................................................................................... Quantits prvues : .........................Units .............................................. Prix unitaire : ............................................................................................ Bon n ................... Description ................................................................ N ou Date Situation - Calcul mtr Quantits partielles Quantits Totales

CHANTIER :

Total du mois : Quantit prcdente : Quantit globale :

- 45 -

TEGENSPREKELIJKE OPMETING Staat nr : .................. Maand ............................................................20.. WERF : Post ......................................................................................................... Omschrijving : ........................................................................................ ................................................................................................................... Voorziene hoeveelheid : .........................Eenheid :................................... Eenheidsprijs : ........................................................................................ Bon nr. ................... Omschrijving :........................................................... Nr. of Datum Situering Berekening - Opmeting Gedeeltelijk Hoeveelheid Totale hoeveelheid

Totaal maand : Vorige hoeveelheid : Globaal totaal :

- 46 -

Art. 15, 4 : Intrest voor achterstallige betalingen In dit Bijzondere Bestek wordt uitdrukkelijk afgeweken van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dus bij voorrang besteed worden aan de kwijting van de hoofdsom. Art. 15, 5 : Onderbreking door de aanbestedende overheid Er kunnen zich onvoorziene omstandigheden voordoen waardoor de werken dienen onderbroken te worden. Dit is te wijten aan de specifieke aard van de plaats (stadsomgeving) waar de werken plaatsvinden: openbaar domein dienende voor het verkeer (cfr. art. 29, 1). Bijgevolg kan de aannemer enkel aanspraak maken op enige vergoeding wanneer het totaal van de door de aanbestedende overheid opgedragen werkonderbrekingen, voor het geheel van de opdracht, 1/10e van de uitvoeringstermijn en minimum 10 werkdagen of 15 kalenderdagen, indien de termijn niet in werkdagen is uitgedrukt, overschrijdt. In dit geval kan enkel de periode van onderbreking die deze voornoemde termijn overschrijdt., aanleiding geven tot enige vergoeding. Bovendien heeft de aannemer geen recht op schadevergoeding noch op een verlenging van de uitvoeringstermijn voor onderbreking van een gedeelte van de werf bevolen door de aanbestedende overheid als gevolg van een slechte uitvoering. In dit geval stelt de aannemer zich onmiddellijk in verbinding met de leidende ambtenaar om zijn voorstellen om de bestaande toestand te verhelpen, kenbaar te maken. Art. 15, 6 : Onderbreking of vertraging van de uitvoering door de aanbestedende overheid Er wordt nader gepreciseerd dat de bepalingen van deze paragraaf slechts ingeroepen kunnen worden op voorwaarde dat het bedrag van de laattijdige betalingen tijdens de beschouwde periode hoger ligt dan .% van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (een percentage opgeven, doorgaans tussen 5 en 20 %). Art. 16, 2 : Klachten en verzoeken Er wordt nader gepreciseerd dat in het kader van deze paragraaf en rekening houdend met de specifieke aard van de opdracht, als zeer belangrijk worden beschouwd, het nadeel of het voordeel dat 2,5% van het bedrag van de offerte excl. BTW overschrijdt. Deze 2,5% vormen in ieder geval een last (in het raam van 1, 2 en 3) of een verworvenheid (in het raam van 4) voor de aannemer. Art. 16, 3 : Kennisgeving

Art. 15, 4 : Intrt pour retard dans les paiements Le prsent Cahier Spcial des Charges droge expressment larticle 1254 du Code Civil concernant limputation des paiements. Tout paiement sera donc affect par priorit lextinction du principal. Art. 15, 5 : Interruption par le pouvoir adjudicateur Des lments imprvus peuvent se produire et impliquer une interruption des travaux. Cela est d au caractre spcifique du lieu (milieu urbain) o sont effectus les travaux : domaine public servant la circulation (cfr. art. 29, 1er ). Ds lors, lentrepreneur ne peut prtendre indemnits que si lensemble des interruptions ordonnes par le pouvoir adjudicateur dpasse, pour le march, 1/10me du dlai dexcution et minimum 10 jours ouvrables ou 15 jours calendrier si le dlai nest pas exprim en jours ouvrables. Dans ce cas, seule la priode darrt excdant le dlai prcit peut donner lieu indemnisation.

Par ailleurs, lentrepreneur na droit ni une indemnit, ni une prolongation du dlai dexcution pour linterruption par le pouvoir adjudicateur dune partie du chantier suite une mauvaise excution. Dans ce cas, il se met immdiatement en rapport avec le fonctionnaire dirigeant afin de lui communiquer ses propositions pour remdier la situation existante. Art. 15, 6 : Interruption ou ralentissement de lexcution par le pouvoir adjudicateur Il est prcis que les dispositions du prsent paragraphe ne peuvent tre invoques qu condition que le montant des paiements en retard au cours de la priode considre dpasse % du montant initial du march ( indiquer un pourcentage, habituellement entre 5 et 20 %). Art. 16, 2 : Rclamations et requtes Il est prcis que dans le cadre du prsent paragraphe et compte tenu de la nature spcifique du march, sont considrs comme trs importants les prjudices et avantages dpassant 2,5% du montant de loffre HTVA. Ces 2,5% constituent, en toute hypothse, une charge (dans le cadre des 1, 2 et 3) ou un acquit (dans le cadre du 4) pour ladjudicataire. Art. 16, 3 : Dnonciation

- 47 -

De kennisgeving van de feiten en omstandigheden die de goede gang van de opdracht verstoren gebeurt bij aangetekend schrijven. Art. 19, 1 : Voorlopige en definitieve opleveringen De berekeningsmethode van de opleveringskosten is de volgende : Art. 19, 2 : Waarborgtermijn Eerste optie De waarbortermijn wordt vasgesteld op .. jaar. Tweede optie De waarbortermijn : - betreffende wordt vastgesteld op - betreffende wordt vastgesteld op - betreffende wordt vastgesteld op Art. 19, 5 : Beschadigde of buiten dienst zijnde producten Voor het wegvoeren van beschadigde of buiten dienst zijnde producten beschikt de aannemer over een periode van 1 week. Art. 19, 6 : Betaling van de waarde van de door de aannemer niet vervangen producten De waarde van de te vervangen producten houdt de kosten in van de afbraak en het wegruimen van de niet conforme producten, de prijs van de nieuwe leveringen en de kostprijs van hun verwerking. Art. 20, 4 : Straffen Iedere tekortkoming van de aannemer aan zijn verplichtingen in het kader van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, zoals gewijzigd, het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001, zoals gewijzigd, betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen alsook van artikel 30 van onderhavig bestek wordt bestraft met de sancties voorzien in artikel 20 van de algemene aannemingsvoorwaarden in bijlage bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996, zoals gewijzigd. De algemene aannemingsvoorwaarden worden als volgt vervolledigd : Een speciale straf van 240 per kalenderdag van ingebreke blijven wordt toegepast bij : a) het niet of onvoldoende ophalen en wegvoeren van afval buiten het openbaar domein ; b) het niet of slecht onderhouden van de wegen die door het voertuigenpark van de aannemer gebruikt worden ;

La dnonciation des faits et circonstances quelconques de nature perturber lexcution normale du march se fait par recommand. Art. 19, 1er : Rceptions provisoire et dfinitive Le mode de calcul des frais de rception est le suivant : Art. 19, 2 : Dlai de garantie Premire option Le dlai de garantie est fix .. ans. Deuxime option Le dlai de garantie : - relatif est fix - relatif est fix - relatif est fix Art. 19, 5 : Produits hors service ou endommags Le dlai dont dispose lentrepreneur pour lenlvement des produits hors service ou endommags est de 1 semaine. Art. 19, 6 : Paiement de la valeur des produits non remplacs par ladjudicataire La valeur des produits remplacer comprend les cots de la dmolition et de lvacuation des produits non conformes, le prix des nouvelles fournitures et le cot de leur mise en uvre. Art. 20, 4 : Pnalits Tout manquement de ladjudicataire ses obligations telles quelles rsultent de la loi du 4 aot 1996 relative au bien-tre des travailleurs lors de lexcution de leur travail, telle que modifie, de larrt royal du 25 janvier 2001, tel que modifi, concernant les chantiers temporaires ou mobiles ainsi que de larticle 30 du prsent cahier des charges est passible des sanctions prvues larticle 20 du cahier gnral des charges annex larrt royal du 26 septembre 1996, tels que modifis. Le cahier gnral des charges est complt comme suit : Sont affects dune pnalit spciale journalire de 240 par jour calendrier de nonexcution : a) le dfaut ou linsuffisance de ramassage et dvacuation des dchets en dehors du domaine public ; b) le dfaut ou linsuffisance dentretien des routes utilises par le parc de vhicules de lentrepreneur ;

- 48 -

c) het niet of onvoldoende plaatsen van afsluitingen en afschermen van de bomen in de werkzones; d) de vertraging in het ter beschikking stellen van de documenten vernoemd in de artikelen 4, 2, 15, 1 en 37 van onderhavig bestek ; e) het niet in dienst houden van rijbanen, rijstroken, voetpaden, tijdelijke voetgangersbruggen en oversteekplaatsen, toegangen tot gebouwen, parkings, enz. en het tramverkeer. Gezien de ernst van deze inbreuk en de noodzaak deze onmiddellijk te doen beindigen wordt de erop betrekking hebbende straf toegepast vanaf de eerste dag van de vaststelling van de inbreuk. Ze doet geen afbreuk aan de eventuele eisen tot schadevergoeding die door belanghebbende derden worden ingediend. f) het niet of met vertraging ter beschikking stellen van de aanbestedende overheid van de werfkeet, voorzien in artikel 30, 3, tweede optie ; de niet- of met vertraging uitvoering van de aansluitingen van deze werfkeet conform hetzelfde artikel.

c) le dfaut ou linsuffisance en matire de pose de cltures et de protection des arbres dans les zones de chantier ; d) le retard dans la mise disposition des documents prvus par les art. 4, 2, 15, 1er et 37 du prsent cahier des charges ; e) le dfaut de maintien en service des chausses, voies de circulation, trottoirs, passerelles provisoires, traverses de pitons, accs aux immeubles, parkings, etc. et des tramways. Compte tenu de la gravit de cette infraction et de la ncessit de pouvoir y mettre fin dans les plus brefs dlais, la pnalit y relative sapplique ds le premier jour de constat de linfraction. Elle ne prjudicie en rien, pour le surplus, aux demandes de dommages et intrts introduites par tout tiers intress ventuel. f) le dfaut ou le retard dans la mise disposition du pouvoir adjudicateur, du pavillon quip vis larticle 30, 3, deuxime option ; le dfaut ou le retard dans la ralisation des raccordements relatifs ce pavillon conformment au mme article. *** Dbut march sujet commandes Ltablissement par lentrepreneur de lestimation du prix de chaque commande partielle et de son planning, conformment larticle 28, 1, A du prsent cahier des charges, donne lieu lapplication : - dune pnalit journalire de 25,00 par jour de retard dans la remise ; - dune pnalit unique de 120,00 lorsquils nont pas t tablis avec le srieux requis. *** Fin march sujet commandes En cas de rcidive pour une infraction dtermine, le montant de base est multipli par deux la premire rcidive, par trois la seconde rcidive, etc., par (n + 1) la n-ime rcidive. Si le pouvoir adjudicateur estime que le montant de la pnalit unique ou journalire est disproportionn par rapport la valeur de lobjet de linfraction, il peut, unilatralement, le diminuer. En cas de contravention lart. 12 de la loi du 24.12.93, aux art. 30, 1er (alinas 1-23) et 36 du cahier gnral des charges ou une disposition correspondante du cahier spcial des charges, la pnalit journalire sera applique autant de fois quil y a de travailleurs lgard desquels une infraction a t commise. Lorsque, par le fait de lentrepreneur, le pouvoir adjudicateur nest pas en mesure de dterminer ce nombre avec prcision, il lestime forfaitairement.

***Begin bestellingsopdracht De raming en de planning die de aannemer conform artikel 28, 1, A van onderhavig bestek voor elk partieel dienstbevel dient op te maken, geeft aanleiding tot het toepassen van: een dagelijkse straf van 25,00 per dag vertraging in de overhandiging ; een enige straf van 120,00 indien ze niet met de vereiste ernst opgesteld werden.

***Einde bestellingsopdracht Bij herhaling van een bepaalde overtreding, wordt het basisbedrag vermenigvuldigd met twee bij de eerste herhaling, met drie bij de tweede herhaling, enz., met (n + 1) bij de n-de herhaling. Indien de aanbestedende overheid oordeelt dat het bedrag van de eenmalige of dagelijkse straf niet in verhouding staat tot de waarde van het voorwerp van de overtreding, kan zij, eenzijdig, het bedrag verminderen. Ingeval van inbreuk op art. 12 van de wet van 24.12.93, op art. 30, 1 (lid 1-2-3) en 36 van de algemene aannemingsvoorwaarden of op een overeenkomstige bepaling van het bijzondere bestek, zal de dagelijkse straf zoveel maal worden toegepast als er werknemers zijn ten opzichte van wie een inbreuk is gepleegd. Wanneer door de schuld van de aannemer de aanbestedende overheid niet in staat is dit aantal juist te bepalen, wordt het forfaitair geraamd.

- 49 -

 Wanneer overeenkomstig art. 20, 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden een tekortkoming aan n van de hiervoor vermelde bepalingen wordt vastgesteld, kan de aanbestedende overheid aan de aannemer een termijn toestaan om de vastgestelde tekortkoming te doen verdwijnen en haar dit per aangetekende brief te melden. In dat geval wordt die termijn samen met het in art. 20, 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden bedoelde proces-verbaal aan de aannemer betekend. Heeft de aannemer de tekortkoming waarvan hij in kennis is gesteld niet doen verdwijnen en heeft hij de aanbestedende overheid daarvan niet binnen de gestelde termijn verwittigd, dan zijn de straffen eisbaar zonder ingebrekestelling en door het eenvoudig verstrijken van deze termijn. De dagelijkse straf wordt dan toegepast vanaf de dag volgend op de betekening van hoger vermeld proces-verbaal. Art. 24. : Wijze van prijsbepaling De plannen, het bestek en de opmetingsstaat vullen elkaar onderling aan. Het feit dat bepaalde elementen aangewezen zijn als deel uitmakend van de opdracht in enkele, maar niet in alle van deze documenten, is geen tegenstrijdigheid en neemt niet weg dat de aannemer verplicht is ze in zijn opdracht te voorzien, conform de in art. 3, 2 hierboven vermelde voorwaarden.

Lorsquun manquement lune des dispositions vises ci-dessus est constat conformment larticle 20, 2 du cahier gnral des charges, le pouvoir adjudicateur peut accorder un dlai lentrepreneur pour faire disparatre le manquement et lavertir de cette disparition par recommand. Dans ce cas, ce dlai est notifi lentrepreneur en mme temps que le P.V. dont question larticle 20, 2 du cahier gnral des charges. Si lentrepreneur na pas fait disparatre le manquement notifi et averti le pouvoir adjudicateur de cette disparition dans le dlai imparti, les pnalits sont dues sans mise en demeure par la seule expiration du dlai. La pnalit journalire est applique ds le jour suivant la notification du procs-verbal susmentionn. Art. 24. : Mode de dtermination du prix Les plans, le cahier des charges et le mtr se compltent mutuellement. Le fait que certains lments soient dsigns comme faisant partie du march dans certains de ces documents, mais non dans tous, ne constitue pas une contradiction et ne rduit nullement lobligation pour lentrepreneur de les prvoir dans son offre, conformment notamment aux conditions prvues lart. 3, 2 ci-avant. En cas de contradiction entre les indications des documents, lordre dinterprtation est le suivant : 1) le mtr rcapitulatif ; 2) le mtr descriptif ; 3) les plans ; 4) le cahier spcial des charges. Art. 25, 1er : lments inclus dans les prix Conformment aux dispositions reprises dans larticle 25, 1er du Cahier Gnral des Charges, il est explicitement rappel lentrepreneur que toutes les redevances, cots quelconques, travaux et mesures inhrents lexcution du march sont censs tre inclus dans les prix unitaires et globaux du mtr, tels que :

Bij tegenstrijdigheid tussen de aanwijzingen van de documenten dient de volgende interpretatievolgorde gevolgd te worden : 1) de samenvattende opmetingsstaat ; 2) de beschrijvende opmetingsstaat ; 3) de plannen ; 4) het bestek. Art. 25, 1 : Elementen begrepen in de prijs Overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 25, 1 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden wordt de aannemer er uitdrukkelijk aan herinnerd dat alle bijdragen of andere kosten, werken en maatregelen, verbonden aan de uitvoering van de opdracht, geacht worden begrepen te zijn in de eenheidsprijzen en de globale prijzen van de opmetingsstaat, zoals onder meer : 1. De bijdrage aan het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (O.C.W.) en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (W.T.C.B.). 2. De kosten van de verplaatsing en de terugplaatsing, in perfecte toestand, van de kabels en leidingen wanneer deze het gevolg zijn van de uitvoeringsmethode die hij op eigen initiatief gekozen heeft. 3. Alle allerhande kosten verbonden aan de bescherming en het in dienst houden van de bestaande kunstwerken.

1. Redevance au Centre de Recherches Routires (C.R.R.) et au Centre Scientifique et Technique de la Construction (C.S.T.C.). 2. Les frais de dplacement et de remise en place, en parfait tat, des cbles et canalisations, lorsque ceux-ci rsultent dune mthode dexcution quil a choisie de sa propre initiative. 3. Tous les frais gnralement quelconques lis la protection et au maintien en service des ouvrages existants.

- 50 -

4. De kosten die voortvloeien uit ongevallen of de schade veroorzaakt door de uitvoeringsmethode van de werken die hij onder zijn volledige verantwoordelijkheid gekozen heeft. 5. Het sorteren en schoonmaken van de in het kader van de aanneming opnieuw gebruikte materialen. 6. Het eventueel voorlopig opslaan evenals het binnen de grenzen van de bouwplaats noodzakelijk vervoer van de materialen, met uitzondering van grond, die in de aanneming zullen worden hergebruikt. 7. Het afvoeren (laden, vervoer, afladen, storten) buiten het openbare domein, naar een opslagplaats van de aanbestedende overheid (herbruikbare materialen), of van de aannemer, of naar een recyclageinstallatie overeenkomstig het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 maart 1995, zoals gewijzigd, van allerhande materialen en afval die in het kader van deze aanneming niet worden hergebruikt, met uitzondering van grond, teerhoudende materialen en asbest. Deze evacuatie dient regelmatig en ten minste n keer per week te gebeuren en dit tot de voorlopige oplevering. In de opmeting zijn stelposten voorzien voor de afvoer en de behandeling van grond, teerhoudende materialen en asbest. 8. Het verrichten van alle taken vereist voor de uitvoering van de werken voorzien in de opmetingsstaat, de plannen en het bestek. 9. Het schoonmaken van de wegen rond de bouwplaats en het onderhoud binnen de vastgestelde grenzen. 10. Het terugplaatsen van de reflecterende verkeersbakens, volgens de aanwijzingen van de leidende ambtenaar, wanneer het uitvoeren van de werken hun tijdelijke verplaatsing of afvoering noodzakelijk maakt. 11. Het nakomen van de verplichtingen inzake tijdelijke of mobiele bouwplaatsen opgelegd in ondertitel 11 van artikel 30, 1 en 2 van onderhavig bestek vormen een aannemingslast. Indien er tijdens de uitvoering van de werken evenwel op basis van aanpassingen aan het hierna genoemd plan, risicopreventiemaatregelen opgelegd worden die niet voorzien zijn in het veiligheids- en gezondheidsplan dat bij het bijzonder bestek gevoegd is, dan vormen deze slechts een aannemingslast voor zover ze de algemene verplichtingen niet overschrijden die de werkgevers of aannemers moeten naleven krachtens het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, de wet van 4 augustus 1996, zoals gewijzigd, en de Codex over het Welzijn op het Werk, waarin met name het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 vervat is. Art. 25, 2 : Vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering Enkel de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning die er eventueel aan verbonden is, wordt, indien nodig, door de aanbestedende overheid aangevraagd. De andere vergunningen moeten door de aannemer worden aangevraagd ; als voorbeeld geven wij : de bouwplaatsvergunning ;
- 51 -

4. Les frais rsultant des accidents ou dgts provoqus par la mthode dexcution des travaux quil a choisie sous son entire responsabilit. 5. Le tri et le nettoyage des matriaux rutiliss dans le cadre de lentreprise. 6. Le stockage provisoire ventuel ainsi que les transports ncessaires dans les limites du chantier des matriaux, except des terres, qui seront rutiliss dans lentreprise. 7. Lvacuation (chargement, transport, dchargement, versage) en dehors du domaine public, dans un dpt du pouvoir adjudicateur, ou de lentrepreneur, ou vers une installation de recyclage conformment lArrt du Gouvernement de la Rgion de Bruxelles-Capitale du 16 mars 1995, tel que modifi, des matriaux et dchets gnralement quelconques, qui ne sont pas rutiliss dans le cadre de la prsente entreprise, conformment aux directives du fonctionnaire dirigeant ; cette vacuation se fera rgulirement et au minimum une fois par semaine jusqu la rception provisoire. Dans le mtr il est prvu des postes pour lvacuation et le traitement des terres, matriaux contenant du goudron ou de lamiante. 8. Lexcution de toutes les tches ncessaires pour la ralisation des travaux prvus dans le mtr, les plans et le cahier des charges. 9. Le nettoyage des routes aux abords du chantier et lentretien dans les limites fixes. 10 La rinstallation, conformment aux indications du fonctionnaire dirigeant, des balises catadioptriques lorsque lexcution des travaux a ncessit leur dplacement ou enlvement provisoire. 11. Le respect des obligations mises charge de ladjudicataire en matire de chantiers temporaires ou mobiles par le sous-titre 11 de larticle 30, 1er et 2 du prsent cahier spcial des charges constitue une charge dentreprise. Toutefois, si des mesures de prvention des risques non prvues dans le plan de scurit et de sant annex au cahier spcial des charges sont imposes en cours de ralisation des travaux sur base dadaptations dans ce plan de scurit et de sant, celles-ci ne constituent une charge dentreprise que dans la mesure o elles nexcdent pas les obligations gnrales que le Rglement gnral pour la Protection du Travail, la loi du 4 aot 1996, telle que modifie, et le Code sur le bien-tre au travail, comprenant notamment lArrt Royal du 25 janvier 2001, tel que modifi, imposent aux employeurs ou entrepreneurs. Art. 25, 2 : Autorisations ncessaires lexcution Seul le permis durbanisme et le permis denvironnement qui y est ventuellement li, sil est ncessaire, est demand par le pouvoir adjudicateur. Les autres autorisations doivent tre demandes par lentrepreneur ; on citera par exemple : lautorisation de chantier ;

 de goedkeuring van het verkeersplan tijdens de werken ; het verlagen van de waterspiegel ; Art. 27, 1 : Technische keuring Algemeen Voor werken waarvan de hoeveelheid in vermoedelijk gewicht in de opmetingsstaat is opgegeven, verwittigt de aannemer tijdig de afgevaardigde van de aanbestedende overheid van de levering van bouwmaterialen op de bouwplaats. Het verwerken van de materialen die niet werden gewogen, is verboden. Alle werken uitgevoerd met deze materialen zullen worden geweigerd. De weegbulletins worden dagelijks overhandigd aan de afgevaardigde van de aanbestedende overheid op de bouwplaats. De controle van het gewicht van de materialen gebeurt ten laste van de aannemer. Art. 27, 2 : Keuringsmodaliteiten De aanbestedende overheid heeft het recht op eigen kosten elke andere, niet voorgeschreven proef te doen die toelaat de conformiteit van de producten met het bestek te bepalen. Art. 27, 5 : Technische keuring Tegenproef Proeven die uitgevoerd worden op materialen, producten of werken nadat deze het voorwerp hebben uitgemaakt van een vervanging, een verbetering of een herstelling, worden niet beschouwd als tegenproeven. Deze proeven zijn integraal ten laste van de aannemer, met daarin begrepen de kosten opgelopen door de bouwheer, die in rekening zullen worden gebracht volgens de in artikel 12 bepaalde berekeningswijze. Art. 27, 7 : Geweigerde producten Indien de aannemer producten gebruikt die niet werden gekeurd of die niet voldoen aan de voorschriften van het bestek, kan de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde de voortzetting van deze werken verbieden tot wanneer deze geweigerde producten vervangen worden door andere die voldoen aan de voorwaarden van de opdracht, zonder dat deze beslissing een verlenging van de uitvoeringstermijn of enig recht op schadevergoeding tot gevolg heeft. De beslissing wordt via proces-verbaal aan de aannemer medegedeeld. Art. 28, 1 : Bevel tot uitvoering en leiding van de werken ***Begin opdracht die geen bestellingsopdracht is A De aannemer moet de wegenwerken voltooien binnen een termijn van (werkdagen of kalenderdagen) en de beplantingenswerken binnen een termijn van werkdagen te rekenen vanaf de datum voorgeschreven in het dienstbevel tot aanvang der werken.
- 52 -

lapprobation du plan de circulation pendant le chantier ; rabattement deau ; Art. 27, 1er : Rception technique Gnralits Pour les travaux dont la quantit est indique en poids prsum dans le mtr, lentrepreneur avertit temps le dlgu du pouvoir adjudicateur de la fourniture sur chantier des matriaux. La mise en uvre des matriaux non pess nest pas autorise. Tous les travaux excuts laide de ces matriaux seront refuss. Les bons de pesage seront fournis journellement au dlgu du pouvoir adjudicateur sur chantier. Le contrle du poids des matriaux se fait aux frais de lentrepreneur.

Art. 27, 2 : Modalits de rception Le pouvoir adjudicateur a le droit de procder, ses frais, tout autre essai non prescrit permettant dtablir la conformit des produits au cahier des charges. Art. 27, 5 : Rception technique Contre-essai Ne sont pas considrs comme contre-essais, des essais sur matriaux, produits ou travaux ayant fait lobjet dun remplacement, dune rectification ou dune remise en tat. Ces essais sont intgralement charge de lentrepreneur y compris les frais encourus par le matre de louvrage, qui seront facturs selon le mode de calcul dfini larticle 12.

Art. 27, 7 : Produits refuss Si lentrepreneur met en uvre des produits nayant pas t rceptionns ou ne satisfaisant pas aux prescriptions du cahier des charges, le fonctionnaire dirigeant ou son dlgu peut interdire la poursuite des travaux en cause, jusqu ce que ces produits refuss soient remplacs par dautres qui satisfont aux conditions du march, sans que cette dcision engendre une prolongation du dlai dexcution ou un droit quelconque indemnisation. La dcision est notifie lentrepreneur par procs-verbal. Art. 28, 1er : Ordre dexcution et conduite des travaux *** Dbut march non sujet commandes A. Lentrepreneur doit terminer les travaux de voirie dans un dlai de jours (ouvrables ou calendrier) et les travaux de plantations dans un dlai de jours ouvrables compter de la date prescrite dans lordre crit de commencer les travaux.

De bovenvermelde termijn is dwingend. De eerste planning der werken moet volgens de modaliteiten bepaald door de leidende ambtenaar ingediend worden binnen de 15 kalenderdagen na de betekening van de goedkeuring van de offerte en regelmatig worden bijgehouden. ***Einde opdracht die geen bestellingsopdracht is ***Begin bestellingsopdracht A. Gedurende de geldigheidstermijn van de opdracht, waarvan sprake hiervoor in hoofdstuk I, punt 3, e), zal voor elk specifiek werk in de bestelbon een partieel bevel tot aanvang der werken aan de aannemer gegeven worden door de leidende ambtenaar. De aanbestedende overheid behoudt zich de mogelijkheid voor om gelijktijdig verschillende bestelbonnen te geven. Voor dringende interventies kan het partieel bevel tot aanvang der werken zelfs mondeling gegeven worden door de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde. Dit dienstbevel wordt achteraf, binnen een termijn van 3 werkdagen, schriftelijk bevestigd door de leidende ambtenaar. Binnen de 15 kalenderdagen vanaf de verzendingsdatum van elke bestelbon is de aannemer gehouden volgende documenten in te dienen : de eerste planning der werken volgens de modaliteiten bepaald door de leidende ambtenaar de raming der werken op basis van de prijzen van zijn offerte Bij niet-naleving van deze termijn of bij een gebrek aan ernst in het opmaken van deze documenten zullen de dagelijkse straffen voorzien in artikel 20, 4 opgelegd worden.

Le dlai susmentionn est impratif. Le premier planning des travaux doit tre introduit conformment aux modalits dfinies par le fonctionnaire dirigeant dans les 15 jours calendrier de la notification de l'approbation de l'offre et tre rgulirement mis jour. *** Fin march non sujet commandes *** Dbut march sujet commandes A. Pendant le dlai de validit du march dont question au chapitre I, point 3, e), ci avant, un ordre partiel de commencer les travaux sera donn, dans le bon de commande, pour chaque travail spcifique, lentrepreneur, par le fonctionnaire dirigeant. Le pouvoir adjudicateur se rserve la possibilit de donner simultanment plusieurs bons de commande. Pour des interventions urgentes, lordre partiel de commencer les travaux peut tre donn, mme verbalement, par le fonctionnaire dirigeant ou son dlgu. Le fonctionnaire dirigeant confirmera cet ordre partiel par crit dans un dlai de 3 jours ouvrables. Dans les 15 jours calendrier de la date denvoi de chaque bon de commande, ladjudicataire sera tenu de fournir : le premier planning des travaux suivant les modalits dfinies par le fonctionnaire dirigeant ; lestimation des travaux sur base des prix de son offre. Le non respect du dlai prescrit pour la fourniture de ces documents ou labsence de srieux dans leur tablissement donnent lieu lapplication des pnalits prvues larticle 20, 4. Le planning des travaux doit en outre tre rgulirement mis jour. Chaque ordre partiel comportera un dlai partiel DP en jours ouvrables [j.o.] fix par le pouvoir adjudicateur selon la formule DP = E / N , o le dnominateur N est fonction du montant E de lestimation hors T.V.A. selon les rgles du tableau ciaprs :

De planning der werken dient bovendien regelmatig te worden bijgehouden. Voor elk gedeeltelijk dienstbevel zal er door de aanbestedende overheid een deeltermijn DT opgelegd worden in werkdagen (w.d.) volgens de formule DT = R / N, waarvan de noemer N afhankelijk is van het bedrag R van de raming exclusief BTW volgens de hiernavolgende tabel :

Raming R in ()

DT MIN (w.d.)

DT MAX (w.d.)

Estimation E en ()

DP MIN (j.o.)

DPMAX (j.o.)

0,- < 25.000 <

R R

< <

25.000 60.000

1.000 2.400

10 15

15 25
- 53 -

0,- < 25.000 <

E E

< <

25.000 60.000

1.000 2.400

10 15

15 25

60.000 < 125.000 < 250.000 < 500.000 < 1.000.000 <

R R R R R

< < < < <

125.000 250.000 500.000

4.000 5.700 9.900

25 30 35 40 60

30 35 40 60 80

60.000 < 125.000 < 250.000 < 500.000 < 1.000.000 <

E E E E E

< < < < <

125.000 250.000 500.000

4.000 5.700 9.900

25 30 35 40 60

30 35 40 60 80

1.000.000 15.000 1.500.000 17.500

1.000.000 15.000 1.500.000 17.500

Al deze bedragen zijn exclusief BTW. Voor specifieke leveringen en werken, alsook in uitzonderlijke gevallen zal een specifieke termijn vastgesteld worden in gemeenschappelijk akkoord tussen aannemer en leidende ambtenaar. Iedere wijziging van de uitvoeringstermijn zal vooraf schriftelijk goedgekeurd worden door de leidende ambtenaar. ***Einde bestellingsopdracht B. De aannemer houdt rekening met het feit dat de werken zo uitgevoerd moeten worden dat het verkeer zo weinig mogelijk verstoord wordt, wat kan inhouden dat bepaalde fasen van de werken s nachts of tijdens het weekend uitgevoerd moeten worden, mits het akkoord van de leidende ambtenaar. Hierbij zullen de gebruikelijke wettelijke en reglementaire beschikkingen nageleefd worden. Art. 28, 2 :Gelijktijdige opdrachten De aannemer mag zich niet verzetten tegen het uitvoeren, op of in de nabijheid van zijn bouwplaats, van werken die samen met zijn aanneming worden uitgevoerd. Zo zijn onder andere werken en tussenkomsten gepland van de MIVB (vernieuwen sporen), van VIVAQUA (rioleringen en huisaansluitingen) en van de vergunningshouders (SIBELGA, TELECOMBEDRIJVEN, ).

Tous ces montants sont hors T.V.A. Pour les fournitures et travaux spcifiques et pour des cas exceptionnels, un dlai spcifique sera tabli de commun accord entre lentreprise et le fonctionnaire dirigeant. Tout changement de dlai fera lobjet dun accord crit pralable du fonctionnaire dirigeant. *** Fin march sujet commandes B. Lentrepreneur tient compte du fait que les travaux doivent tre raliss de faon perturber au minimum la circulation : ce qui peut induire que certaines phases soient excuter de nuit ou pendant le week-end, moyennant accord du fonctionnaire dirigeant. A cet effet, les dispositions lgales et rglementaires en usage seront respectes. Art. 28, 2 : Marchs excuter simultanment Lentrepreneur ne peut sopposer daucune faon lexcution, sur ou proximit de ses chantiers, de travaux excuts concurremment son entreprise. Sont entre autres prvus des travaux et interventions de la STIB (remplacement de rails), de VIVAQUA (gouts et branchements habitations) et des concessionnaires (SIBELGA, SOCIETES TELECOM, ).

Zonder afbreuk te doen aan art.30,11 (Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen in het kader van de reglementering op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen) hieronder, neemt de aannemer te gepaste tijde contact op met de andere bouwheren voor de uitvoering van zijn werken en cordineert zijn werken met de werkzaamheden van de andere aannemers. Telkens er zich problemen voordoen met deze bouwheren dient de aannemer de aanbestedende overheid onmiddellijk schriftelijk in te lichten.

Sans prjudice de ce qui est stipul lart. 30,11 (Mesures de scurit et de sant dans le cadre de la rglementation sur les chantiers temporaires ou mobiles ) ci-aprs, lentrepreneur se met, pour lexcution de ses travaux et en temps opportun, directement en rapport avec les autres matres de l'ouvrage concerns et il coordonne ses travaux avec ceux des autres entrepreneurs. Chaque fois qu'il rencontre des problmes avec ces matres de l'ouvrage, il informe immdiatement par crit le pouvoir adjudicateur.

- 54 -

Indien de betrokken partijen niet tot een akkoord komen, of er tegen dit akkoord bezwaren bestaan, of indien de aanbestedende overheid de door de aannemer voorgestelde maatregelen niet kan aanvaarden, stelt de aanbestedende overheid in laatste instantie de modaliteiten van uitvoering vast, bepaalt de te treffen maatregelen en, zonodig, de financile regeling. Art. 29, 1 : Onderbreking van de werken Rekening houdend, enerzijds, met de imperatieven verbonden aan het verplicht instandhouden van het plaatselijke (en overige) verkeer en de exploitatie, in alle veiligheid, van de vervoersnetten van de MIVB, De Lijn en TEC, en zulks ondanks de uitvoering van de werken van onderhavige opdracht, en, anderzijds, met de op het ogenblik van de inaanbestedingstelling van onderhavige opdracht nog niet opgeloste cordinatieproblemen, wegens de onmogelijkheid op dat ogenblik met nauwkeurigheid de werkelijke uitvoeringstermijnen te kennen van de werken die verplicht dienen uitgevoerd te worden door openbare diensten tijdens de uitvoering van de onderhavige opdracht, behoudt de bouwheer zich het recht voor de uitvoering van de leveringen en werken van onderhavige opdracht n of meerdere malen te onderbreken. Indien een doorlopende onderbreking echter langer duurt dan 1/10e van de contractuele termijn met een minimum van 10 werkdagen of 15 kalenderdagen, indien de termijn niet in werkdagen is uitgedrukt, zal het saldo van de contractuele uitvoeringstermijn(en) met een bijkomende periode van 5 werkdagen of 7 kalenderdagen, indien de termijn niet in werkdagen is uitgedrukt, verlengd worden om de aannemer de mogelijkheid te bieden zijn bouwplaats opnieuw te installeren en volgens het normale ritme der werken te hernemen. Art. 30, 1 en 2 : Algemene organisatie van de bouwplaats Alle verplichtingen en alle kosten voortvloeiend uit de toepassing van de voorschriften en/of vereisten vermeld in artikel 30 van de algemene aannemingsvoorwaarden en in het onderhavige bijzondere bestek zijn, behoudens de hieronder voorziene speciale afwijking, ten laste van de aannemer. 1. Algemene veiligheidsvoorzorgen De aannemer treft alle gewenste voorzorgen en voert de nodige beschoeiingen en schoorwerken uit, om het verkeer op de bestaande, voorlopige of nieuwe rijwegen niet in gevaar te brengen. Hij dient elke beschadiging te vermijden aan de gebouwen, bomen en kunstwerken, die zich in de omgeving van de werken bevinden. In alle gevallen waarin de aanbestedende overheid vervolgd zou worden wegens die schade, is de aannemer ertoe gehouden, tussen te komen in het geding.

Si les parties concernes ne peuvent pas arriver un accord, ou s'il existe des griefs au sujet de cet accord, ou si les mesures proposes par l'entrepreneur ne peuvent tre agres par le pouvoir adjudicateur, celui-ci indique en dernier ressort les modalits d'excution, dtermine les mesures prendre et, si ncessaire, le rglement financier. Art. 29, 1er : Interruption des travaux Compte tenu, dune part des impratifs lis lobligatoire permanence de la circulation locale (et autre) et de lexploitation, en toute scurit, des rseaux S.T.I.B., De Lijn et Tec, et ce malgr lexcution des travaux du prsent march, et, dautre part, des problmes de coordination subsistant au moment de la mise en adjudication du prsent march, du fait de limpossibilit de connatre avec exactitude cette date les dlais rels dexcution des travaux faire excuter obligatoirement par des services publics durant lexcution du prsent march, le matre de louvrage se rserve le droit de suspendre une ou plusieurs fois lexcution des fournitures et travaux du prsent march. Si une interruption continue dure plus de 1/10me du dlai contractuel avec un minimum de 10 jours ouvrables ou 15 jours calendrier, si le dlai n'est pas exprim en jours ouvrables, le solde du ou des dlais contractuels dexcution restant encore en vigueur sera prolong dune priode supplmentaire de 5 jours ouvrables ou 7 jours calendrier si le dlai n'est pas exprim en jours ouvrables pour permettre ladjudicataire la rinstallation de son chantier et la reprise, un rythme normal, des travaux. Art. 30, 1er et 2 : Organisation gnrale du chantier Toutes les contraintes, tous les frais rsultant de lapplication des prescriptions et/ou exigences reprises dans larticle 30 du cahier gnral des charges et dans le prsent cahier spcial des charges constituent une charge pour ladjudicataire du prsent march, sauf drogation particulire prvue ci-dessous. 1. Prcautions gnrales de scurit Lentrepreneur prend toutes les prcautions voulues et excute les blindages et tanon nages ncessaires pour ne pas compromettre la circulation sur les voies existantes, provisoires ou nouvelles. Il doit viter toutes dgradations aux constructions, arbres et aux ouvrages quelconques se trouvant proximit de ses travaux. Dans tous les cas o des poursuites seraient intentes contre le pouvoir adjudicateur du chef de ces dommages, lentrepreneur est tenu dintervenir dans linstance.

- 55 -

Wat de installaties betreft die voor de werken op de aanhorigheden van de wegenis van het Gewest en de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest geplaatst moeten worden, dient de aannemer zich te houden aan de geldende politie- en andere verordeningen, alsook aan de bevelen van de leidende ambtenaar. 2. Signalisatie De verkeerssignalisatiepanelen alsook hun steunen en de verlichting nodig voor de signalisatie van de bouwplaatsen worden door de aannemer geleverd en geplaatst en vormen een aannemingslast. Dit materieel blijft eigendom van de aannemer op het einde van de aanneming. De aannemer legt op het gepaste ogenblik, vr het begin der werken en bij elk van de opeenvolgende gedeeltelijke uitvoeringsfasen, alsook op elk verzoek van de leidende ambtenaar, de plannen voor de signalisatie en de afbakening van de opeenvolgende bouwplaatsen ter goedkeuring aan de aanbestedende overheid voor. De wegsignalisatie moet voldoen aan het M.B. van 07.05.1999 en zijn aanvullingen betreffende de signalisatie van werven en verkeersbelemmeringen op de openbare weg en aan de algemene omzendbrief betreffende de signalisatie en zijn bijlagen. Deze plannen dienen anderzijds overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving, door de aannemer uit eigen beweging aan de territoriaal bevoegde politiediensten, voorgelegd te worden. De opmerkingen of aanwijzingen van deze diensten moeten op het terrein nageleefd worden. Een exemplaar van elk plan, door de politie voor akkoord ondertekend, dient permanent op de werf voorhanden te zijn, samen met de overeenstemmende toelating.

En ce qui concerne les installations tablir pour les besoins de son entreprise sur les dpendances de la voirie de la Rgion et des Communes de Bruxelles-Capitale, lentrepreneur se conforme aux rglements de police et autres en vigueur, ainsi quaux ordres du fonctionnaire dirigeant. 2. Signalisation Les panneaux de signalisation routire, ainsi que leurs supports et lclairage, ncessaires la signalisation des chantiers, sont fournis et placs par lentrepreneur et constituent une charge de lentreprise. Ce matriel reste proprit de lentrepreneur la fin de lentreprise. Lentrepreneur soumet, en temps opportun, lapprobation du pouvoir adjudicateur, avant le dbut des travaux et loccasion de chacune des phases dexcution partielles successives ainsi qu chaque demande du fonctionnaire dirigeant, des plans de signalisation et de balisage des chantiers successifs. La signalisation routire doit tre conforme lA.M. du 07.05.1999 et ses complments relatif la signalisation des chantiers et obstacles sur la voie publique et la circulaire gnrale relative la signalisation et ses annexes. Les plans, dont question ci-dessus, doivent dautre part, conformment la lgislation en vigueur, tre soumis dinitiative par lentrepreneur aux services de police territorialement comptents. Les remarques ou impositions de ces derniers devront tre respectes sur le terrain. Un exemplaire de chaque plan, sign par la police pour accord, sera maintenu tout moment sur le chantier, ainsi que lautorisation correspondante. La mise disposition, la pose, lenlvement des poteaux et panneaux de signalisation et des panneaux de pravis ncessaires, pendant les travaux, sur les itinraires de dviation, ne sont pas une charge dentreprise, et des postes sont prvus ce sujet au mtr. Ces matriaux restent la proprit lentrepreneur. 3. Eclairage et cltures des chantiers Lentrepreneur prend, ses frais, toutes les mesures voulues pour signaler tant de jour que de nuit ou par temps de brouillard, les chantiers et les dpts qui empitent sur les endroits normalement livrs la circulation tant des vhicules que des pitons.

Het ter beschikking stellen, plaatsen en verwijderen van palen, verkeerssignalisatiepanelen en waarschuwingsborden die tijdens de werken op de omleidingwegen nodig zijn, maken het voorwerp uit van stelposten in de opmetingsstaat en zijn aldus niet ten laste van de aannemer. Deze materialen blijven eigendom van de aannemer. 3. Verlichting en afsluiting van de bouwplaatsen De aannemer moet alle vereiste maatregelen nemen op zijn kosten om de bouwplaatsen en opslagplaatsen gelegen op de plaatsen die normaal voor het verkeer van voertuigen en voetgangers bestemd zijn, zowel overdag als s nachts of bij mist duidelijk zichtbaar aan te geven. Hij is ertoe gehouden zijn bouwplaatsen volledig te omheinen, overeenkomstig de Ordonnantie van 05/03/1998, betreffende de cordinatie en de organisatie van bouwplaatsen op de openbare weg, en dit zowel langs de voorlopige of definitieve voetpaden als langs de voorlopige of definitieve rijwegen voorbehouden aan het automobielverkeer. Hiervoor zijn er stelposten voorzien in de opmeting.

Il est tenu de clturer compltement ses chantiers conformment lOrdonnance du 05/03/1998 relative la coordination et lorganisation des chantiers en voie publique, et notamment tant le long des trottoirs provisoires ou dfinitifs que le long des voies provisoires ou dfinitives rserves la circulation automobile. Des postes sont prvus ce sujet au mtr.

- 56 -

De verlichting en de omheining van de bouwplaatsen die gemeenschappelijk zijn voor concessiehoudende maatschappijen of andere aannemingen in uitvoering binnen de zone van deze aanneming, alsook voor deze laatste zelf, dienen door hem uitgevoerd. 4. Voorkomen van schade aan bestaande ondergrondse installaties De praktische leidraad ter voorkoming van schade aan ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken (omzendbrief 512-107) en zijn aanvullingen en bijlagen maakt integraal deel uit van het onderhavige bestek. De aannemer is ertoe gehouden alle nuttige inlichtingen in te winnen bij de verschillende concessiehoudende maatschappijen en besturen, - met name diegene die zich hebben bekendgemaakt bij de cordinatiecommissie opgericht bij hoger vermelde Ordonnantie van 05.03.1998, - betreffende het bestaan en de ligging van de ondergrondse installaties (kabels en leidingen zowel ondergronds als zichtbaar, installaties voor de openbare verlichting en de verlichte signalisatie alsook de toebehoren, aansluitingen, ...). Hij brengt de aanbestedende overheid op de hoogte van de ingewonnen inlichtingen. Indien het op exacte wijze opsporen van de installaties noodzakelijk is en indien dit bij ontstentenis van de concessiehouder door de aannemer zelf dient te gebeuren, wordt vooraf het akkoord van de aanbestedende overheid gevraagd voor de betaling van de te leveren prestaties. De kosten voor de voorlopige en definitieve verplaatsing van de verschillende installaties vallen niet ten laste van de aannemer behalve indien deze verplaatsing genoodzaakt wordt door een door deze laatste vrij gekozen uitvoeringsmethode. In ieder geval is de aannemer ertoe gehouden op eigen risico en eigen kosten alle voorzorgen te nemen en alle maatregelen te treffen om schade aan de installaties te vermijden. Te gelegener tijd deelt de aannemer aan de aanbestedende overheid en aan de concessiehoudende maatschappijen de perioden mede tijdens dewelke de voorlopige en definitieve verplaatsingen moeten plaatsvinden. In alle gevallen neemt hij de nodige maatregelen om de cordinatie van zijn werken met deze van de concessiehoudende maatschappijen te verzekeren. Elke schade door de aannemer veroorzaakt aan de installaties wordt op zijn kosten hersteld. De aannemer heeft geen recht op herziening van de prijs wegens de aanwezigheid van kabels en leidingen of wegens schade veroorzaakt aan deze.

Lclairage et la clture des chantiers communs aux imptrants ou autres entreprises en cours dans la zone de chantier et la prsente entreprise, sont effectus par ses soins. 4. Prvention des dgts aux installations souterraines existantes Le code de bonne pratique pour la prvention des dgts aux installations souterraines l'occasion des travaux effectus proximit de celles-ci (circulaire 512 - 107) et ses complments et annexes font partie intgrante du prsent cahier des charges. Lentrepreneur est tenu de prendre toutes les informations utiles auprs des diffrents concessionnaires et administrations, - notamment ceux qui se sont dclars auprs de la commission de coordination cre par lOrdonnance prcite du 05.03.1998, - au sujet de lexistence et de la position des installations souterraines (cbles et conduites souterraines et visibles, installations pour lclairage public et signalisation claire ainsi que les accessoires, raccordements, ...). Il tient le pouvoir adjudicateur au courant des renseignements obtenus. Sil faut reprer les installations dune faon exacte et si lentrepreneur doit faire les travaux dfaut du concessionnaire, un accord pralable doit tre demand au pouvoir adjudicateur en ce qui concerne le paiement des prestations.

Les frais pour les dplacements provisoires et dfinitifs des diffrentes installations ne sont pas charge de lentrepreneur sauf si le dplacement est d au choix libre dune mthode dexcution par ce dernier. Dans tous les cas, lentrepreneur est tenu de prendre, ses risques et prils et ses frais, toutes les prcautions et toutes les mesures afin dviter la dtrioration des installations. Aux moments opportuns, lentrepreneur communique au pouvoir adjudicateur et aux concessionnaires les priodes pendant lesquelles les dplacements provisoires et dfinitifs doivent avoir lieu. Dans tous les cas, il prend les mesures ncessaires afin dassurer la coordination de ses travaux avec les travaux des concessionnaires. Tous dgts aux installations causs par lentrepreneur sont rpars ses frais. Lentrepreneur n'a pas droit une rvision des prix sur base du fait de la prsence des cbles et conduites ou du fait davoir endommag ceux-ci.

- 57 -

5. Schade aan bestaande gebouwen en installaties veroorzaakt door de uitvoering van de werken a. Voor het begin van de werken Alvorens de werken aan te vangen, moet de aannemer op zijn kosten door n of meerdere bedigde landmeters-experts de plaatsbeschrijvingen laten opmaken van de onroerende goederen van de aanpalende eigendommen, weginstallaties en kunstwerken die door het uitvoeren der werken kunnen worden beschadigd. Deze plaatsbeschrijvingen betreffen eveneens de zijwegen en de rioleringsstelsels. De bouwheer heeft het recht de lijst der op te meten goederen uit te breiden. Drie partijen dienen vertegenwoordigd te zijn bij het opstellen van de plaatsbeschrijvingen: de aannemer, de eigenaar en een afgevaardigde van de aanbestedende overheid. De plaatsbeschrijvingen moeten een nauwkeurige opgave geven van de toestand vr de werken van de dorpels, keldergaten, onderbouw, gevels en andere aanpalende elementen van de gebouwen gelegen in de zone van de werken; hetzelfde geldt indien ondergrondse kunstwerken aanwezig zijn in de invloedszone van de werken ; deze plaatsbeschrijvingen moeten telkens vergezeld gaan van een opgave van vaste onderling verbonden punten die eigen zijn aan elk onderzocht gebouw (cfr. leidende ambtenaar) en die later kunnen gecontroleerd worden, evenals van de opgave der merktekenniveaus. Uiterlijk 20 (twintig) werkdagen na het verstrijken van de termijn voor het opstellen van de plaatsbeschrijving overhandigt de aannemer de leidende ambtenaar en alle betrokken personen drie ondertekende en aanvaarde exemplaren van elke plaatsbeschrijving. b. Tijdens de werken De verschillende vaste punten en niveaus waarvan sprake onder punt a. moeten tijdens de werken gecontroleerd worden met het oog op het toezicht op de gedraging van deze gebouwen, monumenten, standbeelden, kunstwerken, enz.. die in de nabijheid van de werken liggen of erdoor benvloed worden. De verplichting beschreven onder punt a. kan tijdens de werken uitgebreid worden indien dit noodzakelijk blijkt.

5. Dgts aux constructions et installations existantes causs par lexcution des travaux

a. Avant le dbut des travaux Avant de commencer les travaux, lentrepreneur doit ses frais faire tablir, par un ou plusieurs gomtre experts asserments, des tats des lieux des biens immobiliers des proprits, des installations routires, et ouvrages dart avoisinants ou susceptibles dtre endommags par lexcution des travaux. Ces tats des lieux concernent galement les voiries latrales et les systmes dgouttage. Le matre de louvrage a le droit dtendre la liste des biens mesurer. Trois parties doivent tre reprsentes lors de ltablissement des tats des lieux : lentrepreneur, le propritaire et un dlgu du pouvoir adjudicateur.

Les tats des lieux doivent reprendre, avec prcision, ltat avant travaux des seuils, soupiraux, soubassements, faades et autres lments attenant aux immeubles situs dans la zone des travaux ; il en est de mme au cas o des ouvrages enterrs seraient prsents dans la zone dinfluence des travaux ; ces tats des lieux doivent tre accompagns, chaque fois, dun relev de points fixes solidaires et propres chaque immeuble examin (cf. le fonctionnaire dirigeant) et susceptibles dtre contrls ultrieurement ainsi que du relev des niveaux de repres. Au plus tard 20 (vingt) jours ouvrables aprs lexpiration du dlai dtablissement de ltat des lieux, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant et toutes personnes concernes trois exemplaires dment signs et accepts de chaque tat des lieux. b. Pendant les travaux Les diffrents points fixes et niveaux dont question sous le point a. doivent tre contrls durant les travaux en vue de la surveillance du comportement des immeubles, monuments, statues, ouvrages dart, etc... avoisinant les travaux ou susceptibles dtre affects par ceux-ci. Lobligation dcrite sous le point a. est susceptible dtre tendue en cours de chantier selon les ncessits.

- 58 -

Ingeval van schade, gemeld door een derde of door de aanbestedende overheid, die waarschijnlijk te wijten is aan de uitvoering der werken, gaat de aannemer over tot een tegensprekelijke opmeting en plaatsbeschrijving. Deze vindt plaats binnen de 8 kalenderdagen vanaf de dag dat de aannemer hiervan in kennis werd gesteld, hetzij door inschrijving in het dagboek der werken, hetzij per aangetekend schrijven. In gevallen die door de aanbestedende overheid als dringend worden beoordeeld, wordt de termijn van 8 kalenderdagen verminderd tot 24 uren. De aanwezigheid van de bouwheer bij de plaatsbeschrijvingen brengt voor hem geen enkele aansprakelijkheid mede, van welke aard ook, noch ten opzichte van derden, noch ten opzichte van de aannemer. Deze vaststellingen en tegensprekelijke opmetingen zijn eveneens een aannemingslast.

En cas de dgt communiqu par un tiers ou par le pouvoir adjudicateur, et probablement d lexcution des travaux, lentrepreneur procde un mtr et un tat des lieux contradictoires. Ceci se fait dans les 8 jours calendrier compter du jour o lentrepreneur en a pris connaissance par inscription dans le journal des travaux ou par recommand. Dans les cas jugs urgents par le pouvoir adjudicateur, le dlai des 8 jours calendrier sera rduit 24 heures. La prsence du matre de louvrage lors des oprations ne lui donne aucune responsabilit ni vis--vis des tiers ni vis--vis de lentrepreneur.

Ltablissement des constats et mtrs contradictoires constituent galement une charge dentreprise. c. Aprs lachvement des travaux Aprs lachvement des travaux, un nouvel tat des lieux, analogue celui davant le dbut des travaux, sera tabli aux frais de lentrepreneur. Au plus tard 60 (soixante) jours ouvrables dater de la rception provisoire de la prsente entreprise, lentrepreneur fait parvenir au fonctionnaire dirigeant, trois exemplaires des tats de rcolement quil est tenu de dresser doffice aprs travaux.

c.

Na beindiging van de werken Na de beindiging der werken wordt een nieuwe plaatsbeschrijving, overeenkomend met deze vr de aanvang der werken, opgemaakt op kosten van de aannemer. Uiterlijk 60 (zestig) werkdagen vanaf de datum van de voorlopige oplevering van onderhavige aanneming stelt de aannemer de leidende ambtenaar in het bezit van drie exemplaren van de vergelijkingsstaten die hij ambtshalve na de werken moet laten opmaken. De aannemer herstelt (of vergoedt) alle vastgestelde beschadigingen waarvoor hij aansprakelijk is. Deze herstellingen (of vergoedingen) zijn een aannemingslast.

Lentrepreneur procde la rparation (ou lindemnisation) de tous les dgts constats et dont il est responsable. Ces rparations (ou indemnisations) sont une charge dentreprise. 6. Circulation au cours des travaux Lentrepreneur est tenu dassurer le passage sur les voies publiques notamment en se conformant aux prescrits dfinis par le gestionnaire de voirie dans le cadre de lOrdonnance prcite du 05/03/1998. Il construit par priorit toutes les dviations, soit dfinitives, soit temporaires, de ces voies. Les dviations temporaires rserves aux vhicules doivent tre recouvertes dun revtement hydrocarbon dont les dnivellations, durant toute la dure de lentreprise, ne peuvent dpasser 3 cm mesurs sous une rgle de 3 m pose sur la chausse.

6. Verkeer tijdens de werken De aannemer is ertoe gehouden de doorgang over de openbare wegen te verzekeren door zich te schikken naar de voorschriften van de beheerder van de wegenis in het kader van hogervermelde Ordonnantie van 05/03/1998. Hij dient bij voorrang alle omleidingen, definitieve of tijdelijk, voor deze wegen aan te leggen. De tijdelijke omleidingen voorbehouden voor de voertuigen, dienen met een koolwaterstofverharding bedekt te worden, waarvan de oneffenheden gedurende de hele duur der aanneming niet meer dan 3 cm mogen bedragen. Deze worden gemeten met een lat van 3 m die op de rijbaan wordt gelegd.

- 59 -

a. Verkeer van het openbaar vervoer (bus en tram) De aannemer dient, zo nodig, de eventueel betrokken vervoersmaatschappijen schriftelijk en 8 dagen op voorhand te verwittigen, van de uitvoering van de werken die het voorwerp uitmaken van het onderhavige bestek. Dit bericht moet informatie verstrekken over de aard en de vermoedelijke duur van de werken, alsook over de verschillende verkeersfasen en de eventuele omleidingen die na akkoord van de politie en de leidende ambtenaar voorzien worden. Wat de speciale maatregelen betreft die moeten worden getroffen op de plaats en in de nabijheid van de tramsporen en/of de busroutes, schikt de aannemer zich naar de richtlijnen van de betrokken vervoersmaatschappijen, die vooraf door de leidende ambtenaar werden goedgekeurd. b. Voetgangersverkeer Het voetgangersverkeer moet te allen tijde mogelijk blijven via voetpaden, loopbruggen of verkeersstroken voor voetgangers, met een nuttige breedte van minimum 1,2 m, tenzij hiervan wordt afgeweken op de goedgekeurde verkeersplannen. De loopbruggen moeten voorzien zijn van handleuningen. Aan iedere halte van het openbaar vervoer moeten er toegangen vanaf de voetpaden behouden blijven. Voetpaden, loopbruggen of verkeersstroken voor voetgangers moeten slipvrij zijn en moeten tijdens de hele duur van de werken voldoende zuiver worden gehouden. De verkeersstroken voor voetgangers moeten degelijk afgebakend en van de nodige signalisatie voorzien zijn. Alle uitgebroken bestaande trottoirs in de zone langsheen de gebouwen moeten binnen de 10 kalenderdagen hersteld zijn om er het voetgangersverkeer toe te laten en dit vanaf de datum van afbraak van deze voetpaden. Minstens moet het zand-cement, dienstdoend als fundering geplaatst zijn de dag van uitbraak. Vervolgens dient de trottoirverharding geplaatst te worden binnen de 10 volgende werkdagen, m.i.v. alle afwerkingen Elke overtreding op deze voorschriften zal het voorwerp uitmaken van boetes zoals voorzien in artikel 20 van de administratieve bepalingen. c. Toegang voor omwonenden De toegang van voetgangers en voertuigen tot de aanpalende gebouwen, garages, parkings, enz., moet zonder enige onderbreking en in de best mogelijke omstandigheden tijdens de hele duur der werken mogelijk zijn. De aannemer is verplicht de omwonenden in te lichten over de uit te voeren werken, alsook over de verschillende verkeersfasen.

a. Circulation des transports en commun (bus et tramways) Lentrepreneur est tenu davertir, sil y a lieu, par crit et 8 jours lavance les socits de transports en commun ventuellement concernes, des travaux faisant lobjet du prsent cahier des charges, en prcisant la nature et la dure prsume de ces travaux, ainsi que les diverses phases de circulation prvues en mentionnant clairement les diverses dviations ventuelles envisages aprs accord de la police et du fonctionnaire dirigeant. En ce qui concerne les ventuelles mesures spciales prendre au droit et proximit des voies de tramways et/ou des itinraires de bus, ladjudicataire se conforme aux directives des socits de transports concernes, pralablement approuves par le fonctionnaire dirigeant. b. Circulation des pitons La circulation des pitons doit tre assure en tous temps sur des trottoirs, passerelles ou bandes de circulation pour pitons dau moins 1,2 m de largeur utile, sauf drogations reprises aux plans de circulation approuvs. Les passerelles sont munies de garde-corps. Des accs chacun des arrts de transport en commun, partir des trottoirs, doivent tre maintenus. Trottoirs, passerelles ou bandes de circulation pour pitons seront antidrapants et maintenus dans un tat de propret suffisant pendant toute la dure des travaux. Les bandes de circulation pour pitons devront tre dment balises et signales.

Tout trottoir existant dmont dans la zone longeant les immeubles doit tre remis en tat, pour y permettre la circulation des pitons dans les dix jours de calendrier suivant son dmontage. Au minimum le sable stabilis de fondation doit tre mis en place le jour du dmontage. Ensuite le revtement de trottoir devra tre pos dans les 10 jours ouvrables suivants, y compris toutes finitions. Toute contravention ces prescriptions fera lobjet de pnalits telles que prvues larticle 20 des clauses administratives. c. Accs pour riverains Laccs des pitons et des vhicules aux immeubles riverains, garages, parkings, etc. doit pouvoir se faire, sans aucune interruption et dans les meilleurs conditions, pendant toute la dure des travaux. Lentrepreneur est oblig dinformer les riverains des travaux qui seront raliss, ainsi que des diffrentes phases de circulation.

- 60 -

d. Autoverkeer Naargelang de fasen van de in uitvoering zijnde werken, dient het autoverkeer behouden te blijven volgens de goedgekeurde verkeersplannen. Om het verkeer zo weinig mogelijk te hinderen, dient de aannemer de werflengte op de weg zo kort mogelijk te houden (lengte vast te leggen in overleg met de leidende ambtenaar); vooral de uitgravingen moeten beperkt worden tot het strikt nodige, de aanvullingen moeten onmiddellijk na de plaatsing van de collector worden uitgevoerd en verdicht, en de wegkoffer zal onmiddellijk over de ganse breedte worden uitgevoerd (onderfundering, fundering en onderlaag uit bitumen type III). Zelfs in een tijdelijk verboden zone dienen de omliggende gebouwen, handelszaken, ambachtelijke bedrijven, parkeerplaatsen, enz. ononderbroken toegankelijk te blijven voor bedrijfsvoertuigen zodat de beroepsactiviteiten van de bewoners niet worden gehinderd. De aannemer moet rekening houden met het feit dat de werken uitgevoerd kunnen worden in verschillende opeenvolgende fasen, verenigbaar met de voorlopige verkeersplannen. De aannemer dient de leidende ambtenaar voor elke fase de verkeersorganisatieplannen te bezorgen die o.a. op basis van de voorgaande instructies zijn opgesteld. Deze plannen geven ook de inplanting en de aard van de verkeerssignalisatie aan die in de onmiddellijke omgeving en binnen de zone van de bouwplaats geplaatst moet worden, en dit voor elke verkeersfase. Deze bepalingen kunnen worden aangepast, gewijzigd of aangevuld door de leidende ambtenaar, in overleg met de territoriaal betrokken politiedienst(en).

d.

Circulation automobile Selon les phases de travaux en cours, la circulation automobile doit tre maintenue suivant les plans de circulation approuvs. Afin de gner le moins possible la circulation, lentrepreneur est tenu de rduire autant que possible la longueur de voirie en chantier (longueur dfinir en accord avec le fonctionnaire dirigeant); en particulier, les terrassements en dblai seront limits ce qui est strictement ncessaire, le remblai sera effectu et compact immdiatement aprs la pose du collecteur, et le coffre de voirie sera ralis immdiatement sur toute la largeur (sous-fondation, fondation et couche infrieure en hydrocarbon type III). Cependant, mme dans une zone temporairement interdite, laccs des vhicules utilitaires aux immeubles riverains, commerces, artisans, parkings, etc. doit tre maintenu sans interruption, de manire ne pas entraver lactivit professionnelle des occupants. Ladjudicataire doit tenir compte du fait que les travaux pourront devoir tre excuts en diffrentes phases successives compatibles avec les plans de circulation provisoires. Pour chaque phase, lentrepreneur soumet lapprobation pralable du fonctionnaire dirigeant les plans dorganisation de la circulation tablis en tenant compte des instructions prcdentes. Ces plans renseignent dautre part, limplantation et la nature des signaux routiers mettre en uvre aux abords et dans la zone du chantier, et ce, pour chaque phase de circulation. Ces dispositions peuvent tre adaptes, modifies ou compltes par le fonctionnaire dirigeant, en accord avec le(s) service(s) de police territorialement concern(s).

e. Sluiten van tunnels Voor iedere sluiting van een tunnel, moet de aannemer vooraf contact opnemen met de Wachtdienst der tunnels - Mobiris Centrum : Tel. 070/233.236. De tunnels mogen slechts afgesloten worden vanaf 23U30 en dienen ten laatste om 06U30 opengesteld te worden voor het verkeer. 7. Werk tijdens de nacht, het weekeinde, feestdagen en het bouwverlof a) OP VOORSTEL VAN DE AANNEMER 7.

e) Fermeture de tunnels Pour chaque fermeture de tunnel, lentrepreneur prend pralablement contact avec la Permanence des tunnels Centre Mobiris : Tl. 070/233.236. Les tunnels pourront tre ferms ds 23H30 et seront obligatoirement rouverts la circulation pour 06H30. Travail de nuit, les week-ends, jours fris et pendant les congs de la construction a) SUR PROPOSITION DE LENTREPRENEUR

- 61 -

De aannemer kan voorstellen s nachts, op weekends en feestdagen te werken, in het kader van de gebruikelijke wettelijke en reglementaire voorschriften, door bepaalde routes op te heffen of om te leiden, op grond van vooraf goedgekeurde verkeersplannen.

Lentrepreneur peut proposer de travailler la nuit, les week-ends ou jours fris, dans le cadre des dispositions lgales et rglementaires en usage, en supprimant ou dviant certains itinraires, sur base de plans de circulation approuvs au pralable. Cependant, aucune majoration de prix ne pourra sappliquer dans ce cas. Dans cette hypothse, il prend galement sa charge les frais rsultant de louverture, en dehors des heures normales, de plants dasphaltage, centrales bton, etc. b) SUR ORDRE DU POUVOIR ADJUDICATEUR Lentrepreneur tient compte du fait que les travaux doivent tre raliss de faon perturber au minimum la circulation. Ce qui peut induire que certaines phases soient excuter de nuit, les week-ends et jours fris, et pendant les congs de la construction, ce dont le fonctionnaire dirigeant est le seul juge. Lentrepreneur prendra tous les contacts utiles (avec les plants, les carrires, etc.) afin de sassurer tous les approvisionnements en matriaux indispensables la poursuite normale de ses activits pendant cette priode. Les dispositions lgales et rglementaires en usage seront respectes par lentreprise. Le pouvoir adjudicateur devra avertir lentrepreneur 2 mois au moins avant les travaux qui seront excuter pendant lesdits congs.

Geen enkele prijsverhoging zal in dit geval kunnen worden toegepast. In deze hypothese dient hij ook de kosten te dragen verbonden aan het open houden, buiten de normale uren, van de asfalt- en betoncentrales, enz.. b) OP BEVEL VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID De aannemer houdt rekening met het feit dat de werken zodanig dienen te worden uitgevoerd dat de verkeershinder tot een minimum wordt herleid. Dit kan impliceren dat bepaalde fasen dienen uitgevoerd te worden tijdens de nacht, het weekeinde, de feestdagen en tijdens het bouwverlof, waarover de leidende ambtenaar als enige de beslissing treft. De aannemer zal alle nuttige contacten opnemen (met de centrales, de steengroeven, enz.) om zich ervan te verzekeren over alle nodige materialen te kunnen beschikken voor een normale vooruitgang van zijn activiteiten tijdens deze periode. De gebruikelijke wettelijke en reglementaire voorschriften zullen worden nageleefd door de aannemer. De aanbestedende overheid zal de aannemer dienen te verwittigen, minstens 2 maanden vr het begin der werken die uitgevoerd moeten worden tijdens de betrokken verlofperiodes. De meerkosten die voortvloeien uit de werken die tijdens de nacht, het weekeinde, de feestdagen en het bouwverlof dienen te worden uitgevoerd, zullen aan de aannemer betaald worden op basis van een uurloonsupplement per man voorzien in de stelposten van de opmetingsstaat, volgens de hier onder vermelde tabel. Geen enkel ander supplement of vergoeding zal betaald worden door de aanbestedende overheid.

Les surcots rsultant de prestations excuter de nuit, les week-ends, jours fris et pendant les congs de la construction, seront pays lentrepreneur sur base dun supplment de salaire horaire par homme prvu aux postes du mtr suivant le tableau ci-dessous. Aucun autre supplment ou indemnit ne sera pay par le pouvoir adjudicateur.

Toegestane supplementen voor uitgevoerde werken Week Zaterdag Zaterdag zondag, feestdagen, bouwverlof nacht dag nacht dag 00U00 tot 06U00 22U00 tot 24U00 00U00 tot 06U00 22U00 tot 24U00 25% 50% 87,5% 100% - 62 Semaine Samedi Samedi

Supplments accords pour travaux excuts nuit jour nuit jour 00H00 06H00 22H00 24H00 00H00 06H00 22H00 24H00 25% 50% 87,5% 100%

dimanche, jours fris, cong de la construction

Toegestane supplementen voor uitgevoerde werken 00U00 tot 06U00 zondag, feestdagen, bouwverlof nacht 22U00 tot 24U00

150%

Supplments accords pour travaux excuts dimanche, jours fris, cong de la 00H00 06H00 nuit construction 22H00 24H00

150%

De aanbestedende overheid neemt ook de kosten ten laste verbonden aan het open houden van asfaltcentrales, betoncentrales, tijdelijk stockeren van materialen, enz..buiten de normale uren. Deze kosten vormen het voorwerp van een specifieke stelpost in de opmetingsstaat. De nachtelijke uren vallen tussen 20U00 en 6U00 voor de periodes tussen maandag 20U00 en zaterdag 6U00. De weekend-uren lopen van zaterdag 6U00 tot maandag 6U00. 8. Riolen en kolken De aannemer wordt verondersteld de toestand van de riolen in de zone van de werken en in de nabijheid ervan te hebben nagegaan. Indien beschadigingen zichtbaar zijn, verwittigt hij hiervan de bevoegde diensten en neemt zo nodig het initiatief tot een op zijn kosten uit te voeren tegensprekelijke expertise, zodat deze beschadigingen hem naderhand niet ten laste kunnen worden gelegd. Vr de uitvoering van eventuele rioleringswerken zal de aannemer op zijn kosten (behoudens afwijking) overgaan tot de systematische verkenning van de aansluitingen van de aanpalende gebouwen op de openbare riool; hij overhandigt aan de leidende ambtenaar een overzicht van de niveaus van de vertrekpunten van elk van de aansluitingen alsook, in de mate van het mogelijke, van de niveaus van uitmonding van de aansluitingen in de openbare riool en van de niveaus van de uitmonding van de openbare riool in de hoofdmoerriool. Het rioolwater moet op ieder ogenblik normaal kunnen afvloeien, ongeacht de toestand. Dit geldt eveneens voor de aansluitingen van de gebouwen op de riolen, voor de straatkolken en voor de normale regenwaterafvoer. De riolen die tijdens de uitvoering van de werken worden aangetroffen, moeten aangesloten worden hetzij op de oude in dienst te houden riolen, hetzij op de nieuwe aan te leggen riolen, overeenkomstig de plannen en/of aanduidingen van de leidende ambtenaar, desgevallend in overleg met de betrokken openbare dienst. De vertakkingen van de straatkolken en die van de aanpalende gebouwen worden eveneens aangesloten naarmate zij worden gekruist, zulks in overeenstemming met de van kracht zijnde gemeentelijke reglementen. 8.

Le pouvoir adjudicateur prend galement en charge les frais douverture des centrales dasphalte, centrales bton, de stockage temporaire de matriaux, etc., en dehors des heures normales. Ces frais feront lobjet dun poste spcifique du mtr. Les heures de nuits sont comprises entre 20H00 et 6H00 pour les priodes entre le lundi 20H00 et le samedi 6H00. Les heures de week-end sont du samedi 6H00 au lundi 6H00. Egouts et avaloirs Lentrepreneur est cens avoir constat ltat des gouts dans la zone des travaux et au voisinage de celle-ci. Si des dgradations sont visibles, il en avertit les services intresss et prend linitiative, si ncessaire, ses frais, dune expertise contradictoire de telle faon que lesdites dgradations ne puissent lui tre imputes par la suite. Pralablement lexcution dventuels travaux dgouttage, ladjudicataire procde, ses frais (sauf drogation), la reconnaissance systmatique des raccordements des riverains lgout public; il remet au fonctionnaire dirigeant un relev des niveaux de dpart de chacun des raccordements ainsi que, dans la mesure du possible, le relev des niveaux darrive des raccordements dans lgout public et le relev des niveaux darrive de lgout public dans les collecteurs principaux. A tout moment, lcoulement normal des eaux des gouts doit tre assur, quelle que soit la situation. Il en est de mme pour les raccordements dimmeubles aux gouts, les avaloirs et lcoulement normal des eaux pluviales. Les gouts rencontrs en cours dexcution doivent tre raccords soit aux gouts anciens maintenir, soit aux gouts nouveaux construire, conformment aux plans et/ou aux indications du fonctionnaire dirigeant, en accord, sil y a lieu, avec le service public concern. Les branchements davaloirs et ceux des immeubles riverains sont galement raccords, au fur et mesure de leur recoupement, le tout conformment aux rglements communaux en vigueur.

- 63 -

Indien er zich een verslijking van de riolen voordoet ten gevolge van de uitvoering van de werken, wordt het slib door de bevoegde openbare dienst verwijderd, op kosten van de aannemer, en dit na vaststelling op tegenspraak van de omvang en van de kosten van de ontslijkingswerken. Het is inzonderheid uitdrukkelijk verboden afvalwater en/of bezoedeld water, alsook allerlei afval voortkomend van de werken van de onderhavige opdracht, in de riolen te storten.

Si un envasement des gouts se produit du fait de lexcution des travaux, la vase est enleve, aux frais de lentrepreneur, par le service public adquat, aprs constatation contradictoire de limportance et du cot des travaux de dvasement.

En particulier, il est formellement interdit de verser aux gouts les eaux uses et/ou charges ainsi que les dchets de toutes sortes provenant des travaux du prsent march. Remarques : Toutes les canalisations dgouts dsaffectes, abandonnes dans le sol et mises jour du fait des travaux doivent tre dsinfectes la chaux vive et, ensuite, combles ou obstrues par de la maonnerie ou du bton selon les indications du fonctionnaire dirigeant. Ces travaux constituent une charge dentreprise, sauf drogation dans le prsent cahier des charges. En application de larticle 1er de lArrt Royal du 22/05/1970, ladjudicataire est tenu, ds quil constate la prsence de rats sur son ou ses chantiers, den assurer immdiatement la destruction, par ses soins et ses frais exclusifs. 9. Emploi des langues Lentrepreneur veille ce que la signalisation du chantier et de tous ses accs ainsi que les communications au public qui lui sont imposes par des dispositions lgales rglementaires ou contractuelles, respectent les lois coordonnes sur lemploi des langues en matire administrative. 10. Information du public Ds le dbut des travaux, lentrepreneur dsigne un membre bilingue de son personnel qui sera charg des relations avec les riverains. LInformation du public, de la population et des riverains, sur la nature, lampleur et la dure des travaux est une des conditions de russite dun chantier.

Opmerkingen : Alle buiten dienst gestelde rioolleidingen, die in de grond achtergelaten zijn en tijdens de werken ontbloot worden, moeten met ongebluste kalk worden ontsmet en daarna opgevuld of afgesloten met metselwerk of beton volgens de richtlijnen van de leidende ambtenaar.

Deze werken vallen ten laste van de aannemer, behoudens afwijking in dit bestek.

Bij toepassing van artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 22/05/1970 moet de aannemer, zodra hij op zijn bouwplaats(en) de aanwezigheid van ratten vaststelt, onmiddellijk voor de verdelging ervan zorgen, en dit door zijn toedoen en uitsluitend op zijn kosten. 9. Taalgebruik De aannemer moet ervoor zorgen dat de signalisatie van de bouwplaats en van al zijn toegangen, alsook de mededelingen aan het publiek, die hem door wettelijke, reglementaire of contractuele bepalingen worden voorgeschreven, aan de gecordineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken voldoen. 10. Informeren van het publiek De aannemer stelt vanaf het begin der werken een tweetalig personeelslid aan dat belast wordt met de contacten met de omwonenden. Het verstrekken van informatie aan het publiek, de bevolking en de omwonenden over de aard, de omvang en de duur van de werkzaamheden is een absolute voorwaarde voor het welslagen van de bouwwerken. Voor alle bouwwerken die de toegang tot de openbare weg benvloeden, de verplaatsingen van de gebruikers over voornoemde weg ingrijpend veranderen en meer dan 15 dagen zullen duren, dient een tweetalig informatiebericht (conform het model in bijlage) in de brievenbus van de betrokkenen gestoken te worden voordat men met de werken begint.

Pour tous les chantiers modifiant sensiblement les conditions de desserte, de dplacements des usagers de la voie publique et d'une dure suprieure 15 jours, un imprim bilingue dinformation (conforme au modle figurant ci-aprs) sera distribu par lentreprise avant tout dbut dexcution dans les botes aux lettres.

- 64 -

Dit bericht moet de reden en het belang van de werken, alsook hun omvang, aard, duur, enz... nader toelichten. Het moet eveneens de naam, het adres en het telefoonnummer van de met de werken belaste ondernemingen vermelden. Gaat het om werken aan de bodem of de ondergrond van openbare wegen, die meer dan 15 dagen zullen duren en gevolgen voor de mobiliteit zullen hebben, dan moet de betrokken onderneming onmiddellijk en probleemloos door het publiek te allen tijde gedentificeerd kunnen worden, ook buiten de werkuren. Bijgevolg dient de lasthebbende onderneming, die voor de volledige duur van de werken verantwoordelijk is voor de bouwplaats in haar geheel, de middelen te leveren die voor deze op informatiepanelen aan te brengen identificatie vereist zijn. Deze informatieborden moeten strikt overeenstemmen met het model hieronder. De informatiepanelen moeten de aard van de werken, hun duur alsook hun kostprijs vermelden. Ze moeten eveneens de naam, het adres en het telefoonnummer van de met de opdracht belaste onderneming en van de bouwheer vermelden.

Cet imprim prcisera la raison et lintrt des travaux, leur ampleur, leur nature, leur dure,... Il prcisera galement le nom, ladresse et le numro de tlphone des entreprises charges des travaux. Pour tout chantier intressant le sol ou le sous-sol des voies publiques d'une dure suprieure 15 jours et ayant un impact sur la mobilit, l'entreprise intresse doit pouvoir tre identifie immdiatement et sans difficult par le public, y compris en dehors des heures de travail. En consquence, lentreprise mandataire qui est rpute responsable du chantier dans son ensemble et pour toute sa dure fournira les moyens ncessaires cette identification qui devra figurer sur des panneaux dinformation. Ces panneaux dinformation devront tre strictement adapts au modle ci-dessous. Les panneaux dinformation prciseront la nature des travaux, leur dure et leur cot. Ils prciseront galement le nom, ladresse et le numro de tlphone de lentreprise mandataire qui est rpute responsable du chantier dans son ensemble ainsi que ceux du matre de louvrage. Des postes spcifiques pour linformation du public sont prvus au mtr.

Specifieke stelposten voor het informeren van het publiek zijn voorzien in de opmetingstaat.

- 65 -

- 66 -

- 67 -

11. Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen in het kader van de reglementering op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. 1. Conform artikel 15 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001, zoals gewijzigd, is de aanbestedende overheid verplicht n cordinator-verwezenlijking aan te stellen wanneer er op een zelfde plaats gelijktijdig bouwwerken of werken van burgerlijke bouwkunde worden uitgevoerd voor rekening van meerdere opdrachtgevers. Laatstgenoemden stellen vr het begin van de uitvoering van de werken n gemeenschappelijke cordinator verwezenlijking aan via een schriftelijke overeenkomst De identiteit van de cordinatorverwezenlijking zal uiterlijk bij de betekening van het bevel tot aanvang der werken aan de aannemer meegedeeld worden. 2. De opdracht van de cordinator-verwezenlijking omvat : 1 de uitvoering van de algemene preventie- en veiligheidsbeginselen cordineren op het vlak van de technische en organisatorische keuzes, teneinde de verschillende werken of werkfases die tegelijkertijd of achtereenvolgens plaatsvinden te plannen, alsook bij de raming van de duur die wordt toegekend voor de verwezenlijking van deze verschillende werken of werkfases. 2 de uitvoering van relevante maatregelen cordineren teneinde zeker te zijn dat de aannemers: a) de algemene preventiebeginselen alsook de beginselen die tijdens de verwezenlijking van de bouwplaats dienen te worden nageleefd, bedoeld in de artikelen 4, 5 en 15 van de wet van 4 augustus 1996, op een coherente wijze uitvoeren, zoals gewijzigd; b) het veiligheids- en gezondheidsplan toepassen.

11. Mesures de scurit et de sant dans le cadre de la rglementation sur les chantiers temporaires ou mobiles : 1. Conformment larticle 15 de lArrt Royal du 25 janvier 2001, tel que modifi, le pouvoir adjudicateur est tenu de dsigner un seul coordinateur-ralisation lorsque, sur un mme lieu, seffectuent simultanment des travaux de btiment ou des travaux de gnie civil pour le compte de plusieurs matres douvrage. Ces derniers dsignent, avant le dbut de lexcution des travaux, un seul coordinateur-ralisation commun par une convention crite. Lidentit du coordinateur-ralisation sera notifie ladjudicataire au plus tard loccasion de la notification de lordre de commencer les travaux.

2. La mission du coordinateur-ralisation consiste : 1 coordonner la mise en uvre des principes gnraux de prvention et de scurit lors des choix techniques ou organisationnels afin de planifier les diffrents travaux ou phases de travail qui se droulent simultanment ou successivement ainsi que lors de la prvision de la dure impartie la ralisation des ces diffrents travaux ou phases de travail. 2 coordonner la mise en uvre des dispositions pertinentes afin d'assurer que les entrepreneurs : a) mettent en uvre de faon cohrente les principes gnraux de prvention ainsi que les principes observer lors de la ralisation de l'ouvrage viss aux articles 4, 5 et 15 de la loi du 4 aot 1996 , telle que modifie ; b) appliquent le plan de scurit et de sant.

3 Het veiligheids- en gezondheidsplan aanpassen in functie van de voortgang der werken en de eventueel opgetrede wijzigingen, en o.a., in functie van de hieronder vermelde elementen en de elementen van het aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan overmaken aan de tussenkomende partijen voor zover deze elementen hen betreffen. Het veiligheids- en gezondheidsplan wordt aangepast in functie van de volgende elementen: a) in voorkomend geval, de wijzigingen in verband met de uitvoeringsmodaliteiten, overeengekomen tussen de tussenkomende partijen, waarvan de weerslag op het welzijn bij het werk dezelfde waarborgen biedt als de oorspronkelijk in het plan voorziene uitvoeringsmodaliteiten ; a)

3 Adapter le plan de scurit et de sant en fonction de lvolution des travaux et des modifications ventuelles intervenues et, notamment, en fonction des lments repris ci-aprs et transmettre les lments du plan de scurit et de sant adapt aux intervenants concern par ces adaptations. Le contenu plan de scurit et de sant est modifi en fonction des lments suivants : le cas chant, les modifications relatives aux modes d'excution, convenues entre les diffrentes intervenants, dont limpact sur le bien-tre au travail offre les mmes garanties que les modalits d'excution prvues initialement dans le plan ;

b) in voorkomend geval, de opmerkingen van de tussenkomende partijen aan wie de elementen uit het veiligheids- en gezondheidsplan die hen aanbelangen, zijn overgemaakt;
- 68 -

b) le cas chant, les remarques des intervenants qui les lments du plan de scurit et de sant qui les concernent ont t transmis ;

c)

de stand van de werken ;

c)

l'tat des travaux ;

d) het identificeren van onvoorziene risicos of onvoldoende onderkende gevaren ; e) f) het optreden of het vertrek van tussenkomende partijen ; de eventueel aan het ontwerp of de werken aangebrachte wijzigingen.

d) l'identification des risques imprvus ou des dangers sous-estims ; e) f) l'intervention ou le dpart d'intervenants ; les modifications apportes ventuellement au projet ou aux travaux.

4 Het cordinatiedagboek openen, bijhouden en aanvullen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 31 tot 33 van het koninklijk besluit van 25 januari 2001, zoals gewijzigd. 5 De tekortkomingen van de tussenkomende partijen ten opzichte van de algemene preventiebeginselen, de toepasselijke regels en de concrete maatregelen aangepast aan de specifieke kenmerken van de tijdelijke of mobiele bouwplaats, of ten opzichte van het veiligheids- en gezondheidsplan inschrijven in het cordinatiedagboek en deze aan de opdrachtgever(s) ter kennis brengen. 6 De opmerkingen van de aannemers in het cordinatiedagboek inschrijven en deze door de betrokkenen laten viseren. 7 De cordinatiestructuur voorzitten en oproepen wanneer een dergelijke structuur dient te worden opgericht overeenkomstig artikels 37 en 40 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001, zoals gewijzigd. 8 Het postinterventiedossier eventueel aanpassen in functie van het verloop van de werken en de eventueel ingetreden wijzigingen o.a. op grond van de elementen van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, die van belang zijn voor de uitvoering van de werken na de beindiging van het bouwwerk. 9 De samenwerking en de cordinatie van de activiteiten organiseren tussen de aannemers, met inbegrip van de aannemers die mekaar op de bouwplaats opvolgen, teneinde de bescherming van de werknemers en de preventie van de ongevallen en van de beroepsrisicos inzake gezondheid te verzekeren, alsook hun onderlinge informatie. 10 Het toezicht over de correcte toepassing van de werkprocedures cordineren. 11 De nodige maatregelen treffen zodat enkel de toegelaten personen toegang krijgen tot de bouwplaats. 12 Het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, het geactualiseerde cordinatiedagboek en postinterventiedossier bij de voorlopige oplevering van de werken, of bij ontstentenis, bij de oplevering van de werken, aan de aanbestedende overheid overdragen en akte nemen van deze overdracht in een proces-verbaal dat hij bij het postinterventiedossier voegt.
- 69 -

4 Tenir le journal de coordination et le complter conformment aux dispositions des articles 31 33 de l'arrt royal du 25 janvier 2001, tel que modifi. 5 Inscrire, dans le journal de coordination, les manquements des intervenants par rapport aux principes gnraux de prvention, aux rgles applicables et aux mesures concrtes adaptes aux caractristiques spcifiques du chantier temporaire ou mobile, ou par rapport au plan de scurit et de sant et les notifier au(x) matre(s) douvrage.

6 Inscrire les remarques des entrepreneurs dans le journal de coordination et les faire viser par les intresss. 7 Prsider et convoquer la structure de coordination lorsqu'une telle structure doit tre mise en place conformment aux articles 37 et 40 de l'Arrt Royal du 25 janvier 2001, tel que modifi. 8 Procder aux adaptations ventuelles au dossier d'intervention ultrieure en fonction de lvolution des travaux et des modifications ventuelles intervenues, notamment en fonction des lments du plan de scurit et de sant actualis qui prsentent un intrt pour l'excution de travaux ultrieurs l'ouvrage. 9 Organiser entre les entrepreneurs, y compris ceux qui se succdent sur le chantier, la coopration et la coordination des activits en vue d'assurer la protection des travailleurs et la prvention des accidents et des risques professionnels d'atteinte la sant, ainsi que leur information mutuelle. 10 Coordonner la surveillance de l'application correcte des procdures de travail. 11 Prendre les mesures ncessaires pour que seules les personnes autorises puissent accder au chantier. 12 Remettre au(x ) matre(s) douvrage, lors de la rception provisoire de louvrage, ou dfaut, lors de la rception de louvrage, le plan de scurit et de sant actualis, le journal de coordination actualis et le dossier d'intervention ultrieure et prendre acte de cette transmission dans un procs-verbal qu'il joint au dossier d'intervention ultrieure.

13 Ongeacht de oprichting van een cordinatiestructuur ingaan op elk op grond van de veiligheid of de gezondheid gemotiveerd verzoek van n of meer tussenkomende partijen om op de bouwplaats aanwezig te zijn. 3. De aannemer past de maatregelen ter voorkoming van de risicos toe die voorzien zijn in het veiligheids- en gezondheidsplan, in voorkomend geval aangepast. De aannemer doet zijn eventuele onderaannemers die gedeelten van het veiligheids- en gezondheidsplan toepassen die hen aanbelangen. 4. De aannemer is ertoe gehouden mee te werken aan de cordinatie zoals hierboven beschreven en is er inzonderheid toe gehouden de specifieke verplichtingen vermeld in de artikelen 50 tot 53 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001, zoals gewijzigd, na te leven. Hij geeft de cordinator-verwezenlijking spontaan of eventueel op zijn verzoek alle informatie die nodig is voor de goede uitvoering van zijn opdracht. Hij nodigt hem uit op elke vergadering waar zijn aanwezigheid noodzakelijk is voor het vervullen van zijn taken. Hij neemt deel aan de vergaderingen waarop hij uitgenodigd is door de Aanbesteden Overheid of de cordinator. Ingeval een cordinatiestructuur georganiseerd wordt, is hij ertoe gehouden deel te nemen aan de vergaderingen van deze structuur of er zich te laten vertegenwoordigen. Hij doet het nodige opdat de verschillende personen vermeld in bijlage 1, deel D van het Koninklijk Besluit van 19 januari 2005 ook deelnemen voor zover ze deel uitmaken van zijn bedrijf of van dit van zijn onderaannemers. De aannemer doet de verplichtingen vermeld in dit punt 4.ook nakomen door zijn eventuele onderaannemers. 5. In geval van een ernstig arbeidsongeval (in de zin van het artikel 94bis van voornoemde wet van 04.08.1996 en van artikel 26, 4 van het KB van 27.03.1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, zal de werkgever van het slachtoffer (opdrachtnemer of zijn onderaannemer), overeenkomstig artikel 27 van het voornoemde KB van 27.03.1998, het ongeval onmiddellijk aangeven bij de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaren, d.w.z. de ambtenaren belast met het toezicht op het welzijn op het werk van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg, bevoegd voor de plaats van het ongeval (website : http://www.werk.belgie.be/default Tab.aspx?id=6550). De kennisgeving gebeurt aan de hand van een technologisch geschikt middel met vermelding van de naam en het adres van de werkgever van het slachtoffer, de naam van het slachtoffer, de datum en de plaats van het ongeval en zijn vermoedelijke gevolgen en met een korte beschrijving van de omstandigheden.

13 Nonobstant la constitution dune structure de coordination, rpondre toute requte motive par la scurit ou la sant manant dun ou de plusieurs intervenants sollicitant sa prsence sur le chantier. 3. Ladjudicataire applique les prescriptions du plan de scurit et de sant et notamment, les mesures de prvention des risques prvues dans ce plan, adapt le cas chant. Ladjudicataire fait appliquer par ses sous-traitants ventuels les parties du plan de scurit et de sant telles quventuellement adaptes, qui les concernent. Ladjudicataire est tenu de cooprer la coordination telle que dcrite ci-dessus et est notamment tenu des obligations spcifiques mentionnes aux articles 50 53 de lA.R. du 25 janvier 2001, tel que modifi.

4.

Il donne au coordinateur-ralisation, spontanment ou sil chet sa demande, toute information indispensable au bon exercice de sa mission. Il linvitera toute runion o sa prsence est ncessaire pour laccomplissement de ses tches. Il participe aux runions auxquelles il est invit par le pouvoir adjudicateur ou par le coordinateur.

En cas de mise en place dune structure de coordination, il est tenu de participer aux runions de ladite structure ou dy tre reprsent. Il fait en sorte que les diffrentes personnes numres lannexe 1, partie D de lArrt Royal du 19 janvier 2005 y participent galement dans la mesure o ces personnes font partie de son entreprise ou de celle de ses sous-traitants. Ladjudicataire fera appliquer les obligations du prsent point 4. par ses sous-traitants ventuels. 5. En cas daccident du travail grave (au sens de larticle 94 bis de la loi du 04.08.1996 prcite et de larticle 26, 4 de lAR du 27.03.1998 relatif la politique du bien-tre des travailleurs lors de lexcution de leur travail), lemployeur de la victime (ladjudicataire ou son sous-traitant), conformment larticle 27 de lAR du 27.03.1998 prcit, dclare immdiatement laccident aux fonctionnaires chargs de la surveillance du bien-tre au travail, cest--dire les fonctionnaires chargs du Contrle du bien-tre au travail du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, comptents pour le lieu de laccident (lien internet : http://www.emploi.belgique.be/defaultTab.aspx?id=6550)

La notification est faite via un moyen technologique appropri avec mention du nom et de ladresse de lemployeur, du nom de la victime, de la date et du lieu de laccident et de ses consquences probables ainsi quune courte description des circonstances.

- 70 -

Deze verplichting voor de werkgever vangt aan vanaf het moment dat hij op de hoogte wordt gebracht van het ongeval. Art. 30, 3 : Lokalen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid Eerste optie Er wordt geen werfkeet geist. Evenwel dient een vergaderplaats dicht bij elk van de werken ter beschikking van de aanbestedende overheid gesteld te kunnen worden, indien dit door de leidende ambtenaar wordt gevraagd. Tweede optie De aannemer stelt ter beschikking en onderhoudt van bij de aanvang der werken, en tijdens de ganse duur van de opdracht, op eigen kosten, in de onmiddellijke omgeving van de werken, een werfkeet (die minstens een lokaal bevat met een oppervlakte van minimum 20 m) uitsluitend bestemd voor het personeel belast met het toezicht op de werken. Deze werfkeet wordt geplaatst en volledig uitgerust ten laatste op de datum vastgesteld voor de aanvang der werken. Na deze termijn zal een dagelijkse ondeelbare straf van 240 per dag worden toegepast conform artikel 20, 4 van onderhavig bestek. De inplantingsplaats van de werfkeet moet door de leidende ambtenaar worden goedgekeurd en dient te worden gewijzigd op kosten van de aannemer, volgens de noodwendigheden van de bouwplaats op bevel van de leidende ambtenaar. De werfkeet wordt uitgerust met metalen kantoormeubelen, goed te keuren door de leidende ambtenaar. De werfkeet bevat eveneens een toilet met WC en wastafel. De werfkeet wordt onderhouden, verwarmd, verlicht en is aangesloten op het elektriciteitsnet, het waterleidingsnet en het telefoonnet ; de aannemer betaalt alle hieraan verbonden taksen en kosten. De aansluitingen moeten uiterlijk tien kalenderdagen na de aanvangsdatum der werken verzekerd zijn. Na deze termijn zal een dagelijkse ondeelbare boete van 240 per dag zonder aansluiting toegepast worden conform artikel 20, 4 van onderhavig bestek. De werfkeet en het meubilair blijven eigendom van de aannemer, die ze moet wegnemen zodra hij hiervoor het bevel krijgt van de leidende ambtenaar. Einde van de mogelijke opties

Cette obligation pour lemployeur prend cours partir du moment o il prend connaissance de laccident. Art. 30, 3 : Locaux mis la disposition du pouvoir adjudicateur Premire option Il nest pas exig de pavillon. Cependant, un lieu de runion proche de chacun des travaux doit pouvoir tre mis la disposition du pouvoir adjudicateur, la demande du fonctionnaire dirigeant. Deuxime option Lentrepreneur met la disposition et entretient ds le dbut des travaux, et pendant toute la dure du march et ses frais, dans les environs immdiats des travaux, un pavillon (comprenant au moins un local dune superficie de 20 m minimum) lusage exclusif du personnel charg du contrle des travaux. Le pavillon doit tre mis en place et compltement quip au plus tard la date fixe pour le commencement des travaux. Pass ce dlai, une pnalit journalire indivisible de 240 par jour sera dapplication conformment larticle 20, 4 du prsent cahier des charges. Limplantation du pavillon doit tre approuve par le fonctionnaire dirigeant et est modifier aux frais de lentrepreneur, suivant les ncessits du chantier sur ordre du fonctionnaire dirigeant. Le pavillon sera pourvu dun mobilier de bureau mtallique, faire approuver par le fonctionnaire dirigeant. Le pavillon comprend galement une toilette avec WC et lave-mains. Le pavillon est entretenu, chauff, clair et reli au rseau lectrique, la distribution deau et au rseau tlphonique et lentrepreneur paie toutes les taxes et redevances en rsultant.

Les raccordements doivent tre assurs au plus tard 10 jours calendrier aprs la date de commencement des travaux. Pass ce dlai, une pnalit journalire de 240 sera applique par jour de non-raccordement conformment larticle 20, 4 du prsent cahier des charges. Le pavillon et le mobilier restent la proprit de lentrepreneur qui doit les enlever ds quil en reoit lordre du fonctionnaire dirigeant. Fin des options possibles

- 71 -

De aannemer zal 5 plaatsen - bestemd als parkeerplaatsen - op elk ogenblik toegankelijk en gelegen in de nabijheid van de werfkeet en/of van de lokalen bestemd voor het toezicht van de werken, ter beschikking stellen van de aanbestedende overheid. De aannemer stelt, op zijn kosten, al het personeel en het materiaal nodig voor de uitvoering van de volgende taken ter beschikking van de aanbestedende overheid : het opmaken van de vorderingsstaten met de desbetreffende schetsen en situatietekeningen ; het opmaken van de PV's van de werfvergaderingen ; de topografische werken ; het opstellen van ontwerpen van eventuele verrekeningen en van de eindafrekening. Deze taken dienen niet door dezelfde persoon te worden uitgevoerd. Het personeel zal aanwezig zijn voor zover de uitvoering van deze taken dit vereist en blijft ter beschikking tot de voorlopige oplevering en de beindiging van het opmaken van de eindafrekening van de aanneming. Art. 32, 1 : Terbeschikkingstelling van gronden Eerste optie De aanbestedende overheid stelt volgende gronden ter beschikking van de aannemer : Tweede optie De aannemer moet ervoor zorgen dat hij, op zijn kosten, de beschikking krijgt over alle gronden die hij nodig heeft voor de inrichting van zijn werven, voor de bevoorradingen, voor de voorbereiding en de behandeling van de materialen, alsook deze welke nodig zijn als opslagplaats voor de teelaarde, voor de gronden van uitgravingen die ongeschikt zijn voor hergebruik, voor afbraakmaterialen, voor om het even welke afval en voor de overtollige gronden. Einde van de opties Hij is verantwoordelijk tegenover de omwonenden voor alle tijdens de uitvoering der werken of bij het opbergen van materiaal door zijn fout veroorzaakte schade aan de private eigendommen. De omheiningen mogen niet voor publiciteit worden gebruikt. Geen enkele publiciteit wordt toegelaten op de werf met uitzondering van de Info-Werf borden. Art. 33 : Afbraakmaterialen De aannemer dient het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 maart 1995, zoals gewijzigd, betreffende de verplichte recyclage van bepaalde bouw- of sloopafval, na te leven dat het volgende bepaalt: Artikel 1

Lentrepreneur mettra la disposition du pouvoir adjudicateur 5 emplacements - rserv(s) au parking - accessible(s) tout moment et situ(s) proximit du pavillon et/ou des locaux destins la surveillance des travaux. Lentrepreneur met la disposition du pouvoir adjudicateur, sa charge, tout le personnel et le matriel ncessaire pour lexcution des tches suivantes : ltablissement des tats davancement avec les croquis et plans de situation y affrents ; ltablissement des PV des runions de chantier; les travaux topographiques ; ltablissement de projets de dcomptes ventuels et du dcompte final. Ces tches ne doivent pas tre remplies par la mme personne. Le personnel sera prsent quand les tches le ncessiteront et restera disposition jusqu la rception provisoire et lachvement de ltablissement du dcompte final de lentreprise.

Art. 32, 1er : Mise disposition de terrains Premire option Le pouvoir adjudicateur met la disposition de ladjudicataire les terrains suivants : Deuxime option Lentrepreneur sassure ses frais, de la disposition de tous les terrains qui lui sont ncessaires pour linstallation de ses chantiers, les approvisionnements, la prparation et la manutention des matriaux de mme que de ceux ncessaires la mise en dpt de terres arables, des terres provenant des dblais reconnues impropres leur rutilisation en remblai, des produits de dmolition, des dchets gnralement quelconques et des terres en excs. Fin des options Il est responsable, vis--vis des riverains, de tout dgt occasionn, par sa faute, aux proprits prives lors de lexcution des travaux ou de la mise en dpt des matriaux. Les palissades ne peuvent tre utilises comme support de publicit. Aucune publicit nest admise sur lemprise des chantiers, hormis les panneaux Info-Chantier . Art. 33 : Matriaux provenant des dmolitions Lentrepreneur est tenu de se conformer lArrt du Gouvernement de la Rgion de Bruxelles-Capitale du 16 mars 1995, tel que modifi, relatif au recyclage obligatoire de certains dchets de construction ou de dmolition qui stipule : Article 1

- 72 -

In dit besluit verstaat men onder : 1 bouw- of sloopafval: afvalstoffen afkomstig van de bouw, de renovatie of het slopen van gebouwen, kunstwerken, wegen of andere voorzieningen ;

Au sens du prsent arrt, on entend par : 1 dchets de construction ou de dmolition : dchets provenant de la construction, de la rnovation ou de la dmolition de btiments, douvrages dart, de routes ou dautres installations ; 2 dbris : la fraction pierreuse et sableuse des dchets de construction ou de dmolition ; 3 recyclage : la transformation des dbris en vue de leur utilisation comme matires premires secondaires. Article 2 Tout entrepreneur charg par le Matre de lOuvrage dexcuter des travaux engendrant des dbris est tenu dassurer ou de faire assurer le recyclage de ceux-ci. Il est exempt de cette obligation sil tablit quil nexiste pas dinstallation de recyclage susceptible daccueillir les dbris dans un rayon de soixante kilomtres autour du lieu dexcution des travaux. *** Dbut march non sujet commandes Les matriaux mentionns ci-dessous restent la proprit du pouvoir adjudicateur : *** Fin march non sujet commandes *** Dbut march sujet commandes Les matriaux qui resteront la proprit du pouvoir adjudicateur seront dfinis au dbut des chantiers aprs dlivrance des bons de commande. *** Fin march sujet commandes Art. 37. : Journal des travaux Ds la rception de la notification de lapprobation de loffre, lentrepreneur met le Journal des Travaux la disposition du pouvoir adjudicateur. Ds le dbut des travaux, lentrepreneur est tenu de fournir journellement et en 2 exemplaires aux reprsentants du pouvoir adjudicateur, tous les renseignements sur les ouvriers prsents sur le chantier, sur les matriaux entrs, travaux excuts etc. faire figurer dans le Journal des Travaux.

2 puin: de steenachtige en zavelachtige fractie van bouw- of sloopafval ; 3 recyclage: het verwerken van puin met het oog op het gebruik ervan als secundaire grondstof. Artikel 2 Elke aannemer die door de Bouwheer belast wordt met het verrichten van werkzaamheden waardoor puin ontstaat, moet ervoor zorgen of ervoor laten zorgen dat dit wordt gerecycleerd. Hij wordt van deze verplichting ontslagen als hij bewijst dat er binnen een straal van zestig kilometer rond de plaats waar de werkzaamheden worden verricht geen installatie voor recyclage voorhanden is die het puin kan verwerken. ***Begin opdracht die geen bestellingsopdracht is De hieronder vermelde materialen blijven eigendom van de aanbestedende overheid : ***Einde opdracht die geen bestellingsopdracht is *** Begin bestellingsopdracht De materialen die eigendom blijven van de Aanbestedende Overheid zullen aangeduid worden bij het begin van de werken na aflevering van de bestelbons. *** Einde bestellingsopdracht Art. 37. : Dagboek der Werken Vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de goedkeuring van de offerte, stelt de aannemer het Dagboek der Werken ter beschikking van de aanbestedende overheid. Vanaf het begin der werken is de aannemer verplicht dagelijks en in 2 exemplaren alle inlichtingen aangaande de arbeiders aanwezig op de werf, de aangevoerde materialen, de uitgevoerde werken, enz., die in het Dagboek der Werken dienen te worden opgetekend, mede te delen aan de vertegenwoordigers van de aanbestedende overheid.

- 73 -

Laattijdige ter beschikkingstelling van voornoemde documenten geven aanleiding tot het toepassen van de speciale straf, voorzien in artikel 20, 4. Art. 38 : Verzekeringen Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid De aannemer verbindt zich ertoe, zelf en op zijn kosten, een verzekeringspolis te onderschrijven tot dekking van zijn burgerlijke aansprakelijkheid in geval van schade van welke aard ook die aan derden (de bouwheer en al zijn afgevaardigden, de ontwerper van het project, enz. dienen als derden te worden beschouwd) berokkend wordt tijdens de uitvoering van de prestaties, opgelegd voor de verwezenlijking van de onderhavige opdracht. Eerste optie Controleverzekering (voor rioleringswerken en/of ruwbouwwerken : bruggen, enz...)

Le retard dans la mise disposition des documents susmentionns donne lieu lapplication de la pnalit spciale prvue larticle 20, 4. Art. 38 : Assurances Assurance responsabilit civile Ladjudicataire sengage souscrire, par ses soins et ses frais, une police dassurance couvrant sa responsabilit civile en cas de dommages gnralement quelconques survenant des tiers (le matre de louvrage et tous ses dlgus, lauteur de projet, etc. sont considrer comme tiers) pendant lexcution des prestations imposes pour la ralisation du prsent march. Premire option Assurance-contrle (pour des travaux d'gouttage et/ou pour des travaux de gnie civil : ponts, etc.) Les travaux suivants, soumis lorganisme de contrle, feront lobjet de cette police : Modalits de souscription : Premire sous-option Lentrepreneur souscrit une police assurance-contrle et prend sa charge lensemble des frais dassurance et de contrle qui en rsultent. Deuxime sous-option Le matre de louvrage conclut avant le dbut des travaux, une convention de contrle technique avec un organisme agr de son choix, et en prend en charge le cot. Lentrepreneur souscrit de son ct une assurance-contrle. Fin des sous-options Cette assurance couvre, dans le chef de tous les dificateurs, les catgories de risques ci-aprs dsigns : pendant lexcution des travaux, les risques deffondrement total ou partiel de louvrage; pendant lexcution des travaux, les risques de la responsabilit civile de tous les dificateurs, dcoulant de lapplication des articles 1382 1384 et 1386 du Code Civil, en raison des dommages matriels et corporels causs au matre de louvrage ou des tiers et imputables lexcution sur le chantier de louvrage assur;

De volgende werken zullen het voorwerp uitmaken van deze controleverzekeringspolis : De modaliteiten van onderschrijving : Eerste mogelijkheid De aannemer onderschrijft een controleverzekeringspolis en neemt het geheel van de kosten van de verzekering en van de controle die eruit voortvloeien, te zijnen laste. Tweede mogelijkheid Vr het begin der werken sluit de bouwheer op zijn kosten een overeenkomst van technische controle af met een erkend organisme van zijn keuze. De aannemer onderschrijft van zijn kant een controleverzekering. Einde van de mogelijkheden Deze verzekering dekt, in hoofde van alle oprichters, de volgende risicocategorien : gedurende de uitvoering van de werken, de risico's van een gehele of gedeeltelijke instorting van het bouwwerk ; gedurende de uitvoering der werken, de risico's van de burgerlijke aansprakelijkheid van alle oprichters, voortvloeiend uit de toepassing van de artikelen 1382 tot 1384 en 1386 van het Burgerlijk wetboek, uit hoofde van de stoffelijke en lichamelijke schade berokkend aan de Bouwheer of aan derden en die te wijten zijn aan de uitvoering van het verzekerde werk op de bouwplaats ;
- 74 -

 gedurende de 10 jaar die volgen op de datum van de voorlopige oplevering, de risico's van de tienjarige aansprakelijkheid van alle oprichters, zoals ze voortspruit uit de toepassing van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek, en van hun burgerlijke aansprakelijkheid (art. 1382 tot 1384 en 1386) uit hoofde van de stoffelijke en lichamelijke schade berokkend aan de bouwheer of aan derden en die te wijten zijn aan een gebeurtenis die onder de toepassing valt van de tienjarige aansprakelijkheid (waarborg B1, B2 en B3) ; gedurende de uitvoering der werken en gedurende de 10 jaar die volgen op de datum van de voorlopige oplevering, de schadeloosstellingen aan derden die te wijten zijn aan het zelfs rechtmatige gebruik dat de bouwheer maakt van zijn eigendomsrecht en voortvloeiend uit de uitvoering van het verzekerde bouwwerk op de bouwplaats (art. 544 van het Burgerlijk Wetboek). Deze waarborg beoogt de beschadigingen veroorzaakt aan naburige constructies en de directe gevolgen ervan. Het bedrag van de uitkering per schadegeval door toepassing van de waarborgen betreffende de 10-jarige aansprakelijkheid omvat de normale kosten noodzakelijk voor het herstellen of het herbouwen van de beschadigde constructie, en wordt hoogstens beperkt tot de werkelijke waarde van de constructie onmiddellijk vr het schadegeval. De schade aan de afwerkingen door incorporatie, ten gevolge van schade aan het verzekerde bouwwerk, zal verzekerd zijn in het kader van de waarborgen B2 of B3. De proportionele regel zal worden opgeheven indien de herbouwwaarde van het beschadigde bouwwerk op de dag van het schadegeval, de waarde, bekomen door de volgende formule, niet overschrijdt : W = Wo (1 + 0,075)n

pendant les 10 ans qui suivent la date de la rception provisoire, les risques lis la responsabilit dcennale de tous les dificateurs, telle quelle rsulte de lapplication des articles 1792 et 2270 du Code Civil et leur responsabilit civile (art. 1382 1384 et 1386) en raison de dommages matriels et corporels causs au matre de louvrage ou des tiers la suite dun vnement engageant la responsabilit dcennale (garanties B1, B2 et B3) ; pendant lexcution des travaux et pendant les 10 ans qui suivent la date de la rception provisoire les rparations des dommages aux tiers imputs lusage mme licite fait par le matre de louvrage de son droit de proprit et rsultant de lexcution sur le chantier de louvrage assur (art. 544 du Code Civil). Cette garantie vise les dgts causs aux constructions avoisinantes ainsi que leurs consquences directes.

Lindemnit par sinistre affectant les garanties dcennales comporte les frais normaux engager pour rparer ou reconstruire la construction en limitant ceux-ci au maximum la valeur relle de la construction immdiatement avant le sinistre.

Les dommages aux parachvements par incorporation, suite des dommages louvrage assur, seront couverts dans le cadre des garanties B2 ou B3. La rgle proportionnelle sera abroge si la valeur de reconstruction de louvrage sinistr ne dpasse pas au jour du sinistre la valeur donne par la formule : Vo (1 + 0,075)n

V =

Waarin Wo n = = de aangegeven waarde op de aanvangsdatum van de waarborg B1 het aantal jaren (afgerond tot de naaste halve eenheid) verlopen tussen de aanvangsdatum van de waarborg B1 en de datum van het schadegeval.

Dans laquelle Vo = n = la valeur dclare la date deffet de la garantie B1 le nombre dannes (arrondi la demi-unit la plus proche) entre la date de prise deffet de la garantie B1 et celle du sinistre.

De aanvangsdatum van de tienjarige waarborg is deze van de voorlopige oplevering. Tweede optie Verzekering alle bouwplaatsrisicos De aannemer dient, voor de werken en het personeel van de onderhavige aanneming, een verzekeringsovereenkomst tegen alle ongevallen te onderschrijven bij een verzekeringsmaatschappij.

La date de dpart des garanties dcennales est celle de la rception provisoire. Deuxime option Assurance tous risques chantier Lentrepreneur est tenu, pour les travaux et le personnel de la prsente entreprise, de souscrire un contrat dassurances auprs dune compagnie dassurances contre tout accident.

- 75 -

De werken maken het voorwerp uit van een verzekeringspolis ten laste van de aannemer van het type alle bouwplaatsrisico's gedurende de uitvoering der werken en gedurende de onderhoudsperiode. Deze dekt : a. de schade aan het bouwwerk, met inbegrip van materieel en bouwelementen ; b. de eventuele kosten voor de afbraak en de herstelling met betrekking tot een schadegeval aan een verzekerd bouwwerk ; c. de burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden, krachtens de artikelen 1382 tot 1384 en 1386 van het Burgerlijk Wetboek ; d. de burenhinder van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder de eventuele herstellingen vallen waartoe de bouwheer kan worden veroordeeld, onafhankelijk van een fout van zijnentwege en voortvloeiend uit de uitvoering van het verzekerde bouwwerk op de bouwplaats. Deze waarborg beoogt de beschadigingen veroorzaakt aan naburige constructies en de directe gevolgen ervan ; e. de conceptiefouten van alle oprichters zowel bij het oorspronkelijke project als bij de uitvoering (beslissingen getroffen tijdens de werken) en de daaruit voortvloeiende schade; f. de schade aan de tijdelijke werken. De aannemer zal op zijn kosten en onder zijn volledige verantwoordelijkheid alle voorzorgen nemen en alle nodige bijkomende werken uitvoeren ter bescherming en vrijwaring van de gebouwen, kunstwerken, enz. (bevoorbeeld : de toegangen tot de spoorweg, de wegverhardingen, de water- en gasleidingen, de kabels, enz.) gelegen in de nabijheid of in de buurt van de werken. De verzekering is ter algemene vrijwaring van : de bouwheer ; de ontwerper van het project ; de leidende ambtenaar en zijn vertegenwoordiger. Derde optie Verzekering alle bouwplaatsrisicos en verzekering tienjarige aansprakelijkheid . (deze laatste enkel voor riolerings-werken en/of ruwbouwwerken : bruggen, enz.).

Les travaux font lobjet dune police dassurance charge de lentrepreneur du type assurance tous risques chantier durant lexcution des travaux et pendant la priode dentretien. Elle couvre : a. les dommages la construction, y compris le matriel et les lments de construction; b. les ventuelles dpenses de dmolition et remise en tat en rapport avec un sinistre survenu un ouvrage assur; c. la responsabilit civile envers des tiers en vertu des articles 1382 1384 et 1386 du Code Civil; d. les troubles de voisinage de larticle 544 du Code Civil sous la couverture desquels tombent les rparations auxquelles peut tre condamn le Matre de lOuvrage indpendamment dune faute de sa part, rsultant de l'excution sur le chantier de l'ouvrage assur. Cette garantie vise les dgts causs aux constructions avoisinantes ainsi que leurs consquences directes; e. les erreurs de conception de tous les dificateurs intervenant aussi bien lors du projet dorigine quen cours dexcution (dcisions en cours de chantier) et les dommages en rsultant ; f. les dommages aux ouvrages provisoires. Lentrepreneur prendra, ses frais et sous son entire responsabilit toutes les prcautions et excutera tous les travaux de renfort ncessaires pour garantir la protection et la conservation des btiments, ouvrages dart, etc. (par exemple : les accs de chemin de fer, les revtements des routes, les canalisations deau et de gaz, les cbles, etc.) situs proximit ou dans le voisinage des travaux. Lassurance est la dcharge gnrale : du matre de louvrage ; de lauteur de projet ; du fonctionnaire dirigeant et son reprsentant. Troisime option Assurance tous risques chantier et assurance responsabilit dcennale (cette dernire, uniquement pour des travaux d'gouttage et/ou des travaux de gnie civil : ponts etc.) Lentrepreneur est tenu, pour les travaux et le personnel de la prsente entreprise, de souscrire un contrat dassurances auprs dune compagnie dassurances contre tout accident.

De aannemer dient, voor de werken en het personeel van de onderhavige aanneming, een verzekeringsovereenkomst tegen alle ongevallen te onderschrijven bij een verzekeringsmaatschappij.

- 76 -

De werken maken het voorwerp uit van een verzekeringspolis ten laste van de aannemer van het type alle bouwplaatsrisicos tijdens de uitvoering van de werken en tijdens de onderhoudsperiode, en van een verzekering tienjarige aansprakelijkheid voor de periode van tien jaar tijdens dewelke de aannemer aansprakelijk blijft in toepassing van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek. Deze polissen dekken de volgende risicos 1. Verzekering alle bouwplaatsrisicos a. de schade aan het bouwwerk, met inbegrip van materieel en bouwelementen ; b. de eventuele kosten voor de afbraak en de herstelling met betrekking tot een schadegeval aan een verzekerd bouwwerk ; c. de burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden, krachtens de artikelen 1382 tot 1384 en 1386 van het Burgerlijk Wetboek ; d. de burenhinder van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek waaronder de eventuele herstellingen vallen waartoe de Bouwheer kan worden veroordeeld, onafhankelijk van een fout van zijnentwege en voortvloeiend uit het uitvoeren van het verzekerde bouwwerk op de bouwplaats. Deze waarborg beoogt de beschadigingen veroorzaakt aan de naburige constructies en de directe gevolgen ervan ; e. de conceptiefouten van alle oprichters zowel bij het oorspronkelijke project als bij de uitvoering (beslissingen getroffen tijdens de werken) en de daaruit voortvloeiende schade; f. de schade van de tijdelijke werken. De aannemer zal op zijn kosten en onder zijn volledige verantwoordelijkheid alle voorzorgen nemen en alle nodige bijkomende werken uitvoeren ter bescherming en vrijwaring van de gebouwen, de kunstwerken, enz. (b.v. de toegangen tot de spoorweg, de wegverhardingen, de water- en gasleidingen, de kabels, enz.) gelegen in de nabijheid of in de buurt van de werken.

Les travaux font lobjet dune police dassurance charge de lentrepreneur du type assurance tous risques chantier durant lexcution des travaux et pendant la priode dentretien et assurance en responsabilit dcennale pour la priode de dix ans durant laquelle lentrepreneur reste responsable en application des articles 1792 et 2270 du Code Civil. Ces polices couvrent les risques suivants : 1. Assurance tous risques chantier a. les dommages la construction, y compris le matriel et les lments de construction; b. les ventuelles dpenses de dmolition et remise en tat en rapport avec un sinistre survenu un ouvrage assur; c. la responsabilit civile envers des tiers en vertu des articles 1382 1384 et 1386 du Code Civil; d. les troubles de voisinage de larticle 544 du Code Civil sous la couverture desquels tombent les rparations auxquelles peut tre condamn le Matre de lOuvrage indpendamment dune faute de sa part, rsultant de l'excution sur le chantier de l'ouvrage assur. Cette garantie vise les dgts causs aux constructions avoisinantes ainsi que leurs consquences directes; e. les erreurs de conception de tous les dificateurs intervenant aussi bien lors du projet dorigine quen cours dexcution (dcisions en cours de chantier) et les dommages en rsultant ; f. les dommages aux ouvrages provisoires. Lentrepreneur prendra, ses frais et sous son entire responsabilit toutes les prcautions et excutera tous les travaux de renfort ncessaires pour garantir la protection et la conservation des btiments, ouvrages dart, etc. (par exemple : les accs de chemin de fer, les revtements des routes, les canalisations deau et de gaz, les cbles, etc.) situs proximit ou dans le voisinage des travaux. Lassurance est la dcharge gnrale : du matre de louvrage ; de lauteur de projet ; du fonctionnaire dirigeant et son reprsentant. 2. Police responsabilit dcennale partir de la rception provisoire des travaux et durant une priode de dix ans Cette police offre les garanties B1 - B2 - B3

De verzekering is ter algemene vrijwaring van : de bouwheer, de ontwerper van het project, de leidende ambtenaar en van zijn vertegenwoordiger. 2. Polis tienjarige aansprakelijkheid vanaf de voorlopige oplevering der werken en gedurende een periode van tien jaar Deze polis biedt de waarborgen B1 - B2 - B3.

- 77 -

a. De aannemer dient bij een verzekeringsmaatschappij de risico's te dekken voortvloeiend uit de tienjarige aansprakelijkheid, overeenkomstig de toepassing van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek evenals de burgerlijke aansprakelijkheid voor de materile en lichamelijke schade veroorzaakt aan de bouwheer of aan derden ten gevolge van een voorval dat onder de toepassing valt van de tienjarige aansprakelijkheid ; b. De schade die de bouwheer kan lijden en die onder toepassing van de waarborgen vermeld in punt a. valt maar niet meer gedekt is ingevolge het juridisch verdwijnen van de aansprakelijke verzekerden (faillissement, ontzetting uit burgerrechten, vereffening, enz. ...) of in geval van overlijden van deze laatsten. c. De risico's voor de oprichters, die voortvloeien uit de toepassing van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek tijdens de duur van de tienjarige periode en het gevolg zijn van de uitvoering van het verzekerde bouwwerk op de bouwplaats. Deze waarborg is van toepassing op de lichamelijke letsels van personen, op de schade berokkend aan aanpalende gebouwen alsook op de materile schade die zou voortvloeien uit beschadigingen aan de aanpalende gebouwen en de schade berokkend aan de activiteiten in deze aangrenzende gebouwen. Het bedrag van de uitkering per schadegeval door toepassing van de waarborgen betreffende de 10-jarige aansprakelijkheid omvat de normale kosten noodzakelijk voor het herstellen of het herbouwen van de beschadigde constructie, en wordt hoogstens beperkt tot de werkelijke waarde van de constructie onmiddellijk vr het schadegeval. De schade aan de afwerkingen door incorporatie, ten gevolge van schade aan het verzekerde bouwwerk, zal verzekerd zijn in het kader van de waarborgen B2 of B3. De proportionele regel zal worden opgeheven indien de herbouwwaarde van het beschadigde bouwwerk op de dag van het schadegeval, de waarde, bekomen door de volgende formule, niet overschrijdt : W = Wo (1 + 0,075)n

a. Lentrepreneur couvrira auprs dune compagnie dassurances les risques dcoulant de la responsabilit dcennale telle quelle rsulte de lapplication des articles 1792 et 2270 du Code Civil ainsi que la responsabilit civile pour les dommages matriels et corporels causs au matre de louvrage ou des tiers suite un vnement qui tombe sous lapplication de la responsabilit dcennale. b. Les dommages que le matre de louvrage peut subir et qui tombent sous lapplication des garanties indiques ci-dessus au point a. mais pour lesquels ces garanties ne seraient plus dapplication en vertu de la disparition juridique des assurs responsables (faillite, privation de droits civils, liquidation, etc.) ou en cas de dcs de ces derniers. c. Les risques qui dcoulent pour les dificateurs de lapplication de larticle 544 du Code Civil durant la priode dcennale et qui rsultent de l'excution sur le chantier de l'ouvrage assur. Cette garantie est applicable aux dommages corporels subis par des personnes, aux dommages causs aux btiments voisins ainsi quaux dommages matriels qui rsulteraient des dommages causs aux btiments voisins et aux dommages ports aux activits dveloppes dans ces btiments voisins. Lindemnit par sinistre affectant les garanties dcennales comporte les frais normaux engager pour rparer ou reconstruire la construction en limitant ceux-ci au maximum la valeur relle de la construction immdiatement avant le sinistre.

Les dommages aux parachvements par incorporation, suite des dommages louvrage assur, seront couverts dans le cadre des garanties B2 ou B3. La rgle proportionnelle sera abroge si la valeur de reconstruction de louvrage sinistr ne dpasse pas au jour du sinistre la valeur donne par la formule : V = Vo (1 + 0,075)n dans laquelle Vo = la valeur dclare la date deffet de la garantie B1 n = le nombre dannes (arrondi la demi-unit la plus proche) entre la date de prise deffet de la garantie B1 et celle du sinistre. Les polices cites plus haut sous 1 et 2 ainsi tablies stipulent que tous les risques mentionns sont assurs et le restent pendant la priode indique mme si des dispositions provisoires pour lune ou lautre raison ne peuvent tre prises temps.

Waarin Wo = de aangegeven waarde op de aanvangsdatum van de waarborg B1 n = het aantal jaren (afgerond tot de naaste halve eenheid) verlopen tussen de aanvangsdatum van de waarborg B1 en de datum van het schadegeval. De polissen vermeld hierboven onder de punten 1 en 2, bepalen dat alle vermelde risicos verzekerd zijn en verzekerd blijven gedurende de vermelde periode, zelfs indien voorlopige maatregelen, om een of andere reden, niet op tijd kunnen worden genomen.

- 78 -

De verzekeringspolissen zullen uitdrukkelijk vermelden dat gedekt zijn : de algemene aannemer ; de onderaannemers en/of het personeel van de voornoemde ; de bouwheer ; ontwerper van het project.

Les polices dassurance prciseront expressment que sont couverts : lentrepreneur gnral ; les sous-traitants et/ou le personnel du prcit ; le matre de louvrage ; lauteur de projet.

In geen enkel geval kan de omvang van de dekking van de controleverzekeringspolis door de aannemer worden ingeroepen om een onvoldoende dekking van zijn aanneming tijdens de werken te rechtvaardigen, waar de controleverzekeringspolis niet geldt. Einde van de opties ALGEMENE BEPALINGEN De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op het feit dat al de vrijstellingen voorzien in de verzekeringspolis, alsook de uitgesloten risico's, te zijnen laste blijven in de mate van zijn aansprakelijkheid. De aannemer zal op elk ogenblik het bewijs moeten kunnen leveren dat hij in regel is met de betaling van de verzekeringspremies. Bij achterstallige betalingen mag de Bouwheer de betrokken bedragen van de vorderingsstaten aftrekken en zelf de betalingen voor de regularisatie uitvoeren. De aannemer verbindt zich ertoe, op zijn kosten, alle nodige maatregelen te nemen om de risico's gedekt door de polis te beperken en zich te schikken naar de richtlijnen van het controlebureau. Hij zal zich ook schikken, voor zover ze hem betreffen, naar de verplichtingen ten laste van de verzekerden opgenomen in de algemene voorwaarden van de verzekeringspolis. De aannemer neemt te zijnen laste de kosten voor het opstellen van de plaatsbeschrijving en inventarisatie van alle constructies en gebouwen binnen de invloedszone van deze werken, en met name van de plaatsen waar het controlebureau het eist. Er wordt nader bepaald, voor zover nodig, dat het feit dat de aannemer begunstigde is van de waarborgen van de verzekeringspolissen geen afbreuk doet aan zijn verantwoordelijkheid ten overstaan van de aanbestedende overheid. De aannemer maakt de uitvoering van de technische controle mogelijk, helpt de afgevaardigden van het controlebureau bij het onderzoek en leent zich tot alle proeven die het controlebureau nodig acht.

En aucun cas, lenvergure de la couverture donne par la police dassurance contrle ne peut tre invoque par ladjudicataire pour justifier une couverture non suffisante de son entreprise durant les travaux, l o la couverture de la police dassurance contrle nest pas oprante. Fin des options DISPOSITIONS GNRALES Lattention de lentrepreneur est attire sur le fait que toutes les franchises prvues la police dassurance ainsi que les risques exclus restent sa charge, dans la mesure de sa responsabilit. Lentrepreneur devra tout moment pouvoir faire la preuve quil est en rgle quant aux paiements de la prime dassurance. En cas de retard de paiement, le Matre de lOuvrage pourra dduire les montants correspondants des tats davancement et effectuer lui-mme les paiements de rgularisation. Lentrepreneur sengage prendre, ses frais, toutes les dispositions ncessaires pour limiter les risques couverts par la police et se conformera ce sujet aux indications qui seront donnes par le bureau de contrle. Il se conformera de mme, pour ce qui le concerne, aux obligations mises charge des assurs dans les conditions gnrales de la police. Lentrepreneur prend en charge les frais dtat des lieux et de rcolement de toutes les constructions et ouvrages se trouvant lintrieur de la zone pouvant tre influence par lexcution des travaux, et notamment l o le bureau de contrle lexige. Il est prcis, pour autant que de besoin, que le fait pour lentrepreneur dtre bnficiaire des garanties de polices dassurance, ne diminue en aucune faon sa responsabilit lgard du pouvoir adjudicateur. Ladjudicataire permet laccomplissement du contrle technique, aide les dlgus du bureau de contrle dans les investigations et se prte tous les essais que le bureau de contrle juge ncessaire de faire excuter.

- 79 -

De polis moet stipuleren dat de verzekeringsmaatschappij uitdrukkelijk afziet van elk verhaal dat ze om welke reden ook tegen de bouwheer en de verzekerden en/of hun verzekeraars zou kunnen uitoefenen. Deze laatsten zullen, voor zover nodig, als begunstigden van de waarborgen inzake burgerlijke aansprakelijkheid worden aangeduid in de polissen die de aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van de werken en tijdens de periode van de tienjarige aansprakelijkheid dekken. De verzekeringsmaatschappij geeft dekking in eerste rang, met afstand van verhaal en zonder rekening te houden met de eigen polissen beroepsaansprakelijkheid van de verzekerden. De polis moet eveneens preciseren dat in geval van discussie of betwisting, van welke aard ook, de rechtbanken van Brussel als enige bevoegd zijn en dat de verzekeringsmaatschappij elke betwisting of elke omstandigheid (bevoorbeeld : het niet betalen van de premies) die tot opschorting of opzegging van de verzekeringspolis zou kunnen leiden, aan de bouwheer zal betekenen per aangetekend schrijven, zodat deze laatste binnen een periode van n maand vanaf deze betekening, alle nuttige conservatoire maatregelen kan treffen en de aannemer eventueel de sancties kan opleggen voorzien in artikel 20 van onderhavig bestek.

La police doit prciser que la compagnie dassurances renonce explicitement tout recours quelle serait en droit dexercer quelque titre que ce soit contre le matre de louvrage et les assurs et/ou leurs assureurs. Ces derniers seront dclars bnficiaires, pour autant que de besoin, des garanties des polices qui couvrent la responsabilit pendant lexcution des travaux et pendant la garantie dcennale en rapport avec la responsabilit civile qui y est lie. La compagnie dassurances intervient donc en premier rang, avec abandon de recours et sans considration des polices personnelles en Responsabilit Civile Professionnelle des assurs. La police doit galement prciser quen cas de discussion ou de contestation, de quelque nature que ce soit, les tribunaux de Bruxelles sont seuls comptents et que la compagnie dassurances signifiera au matre de louvrage toute contestation ou toute circonstance (le fait de ne pas payer les primes, par exemple) susceptibles daboutir une suspension ou une dnonciation de la police dassurances de manire permettre au matre de louvrage de prendre dans un dlai dun mois partir de cette notification, par lettre recommande, toute mesure conservatoire utile et dappliquer ventuellement lentrepreneur les sanctions prvues larticle 20 du prsent cahier des charges. La police prcise en outre que les ddommagements qui, par lapplication des garanties lies la responsabilit dcennale, seraient dus au matre de louvrage pour tous les dommages louvrage qui fait lobjet de lassurance seront pays directement au matre de louvrage ou ses ayants-droit. Dans le mois qui suit la date de la notification de lapprobation de son offre, lentrepreneur doit remettre au matre de louvrage, par lettre recommande, un exemplaire de la police dassurance. Le cot des polices dassurance est inclus dans les prix unitaires de loffre. Les assurs sont ceux qui participent la conception et ldification de louvrage assur, cest--dire : . le matre de louvrage et ses reprsentants, le matriel et matriaux entreposs sur le chantier dont il est propritaire (vol) ; . Lentrepreneur et ses sous-traitants ; . les architectes, ingnieurs-conseils et bureaux dtudes ; . les personnes prsentes pour les besoins du chantier. La police prvoit en particulier que la compagnie dassurances sengage accorder les garanties pendant lexcution des travaux et la priode dcennale et que le matre de louvrage, les ayants-droit ou ses successeurs pourront exercer une action directe contre elle :

De polis bepaalt bovendien dat de schadevergoedingen die, bij toepassing van de waarborgen verbonden aan de tienjarige aansprakelijkheid, aan de bouwheer verschuldigd zouden zijn voor alle schade aan het bouwwerk dat het voorwerp van de verzekering uitmaakt, rechtstreeks aan de bouwheer of aan zijn rechthebbenden betaald zullen worden. Binnen de maand na de betekening van de goedkeuring van de offerte moet de aannemer de Bouwheer per aangetekend schrijven een exemplaar van de verzekeringspolis bezorgen. De kosten van de verzekeringspolissen zijn in de eenheidsprijzen van de offerte begrepen. De verzekerden zijn zij die deelnemen aan het ontwerpen en bouwen van het verzekerde bouwwerk, d.w.z. : . . . . de bouwheer en zijn vertegenwoordigers, het materieel en de materialen die zich op de werf bevinden en zijn eigendom zijn (diefstal) ; de aannemer en zijn onderaannemers ; de architecten, raadgevende ingenieurs en studiebureaus ; de personen die aanwezig zijn ten behoeve van de werf.

De polis voorziet inzonderheid dat de verzekeringsmaatschappij zich verbindt tot het toekennen van de waarborgen gedurende de uitvoering der werken en gedurende de tienjarige periode en dat de bouwheer, de rechthebbenden of zijn opvolgers een rechtstreekse vordering kunnen uitoefenen tegen haar : in geval van concordaat, van stopzetting van betaling, van uitstel van betaling, of van begeleid beheer van een of andere van de begunstigden van de polis ; na de afhandeling van de vereffening, wanneer een van de begunstigden een maatschappij is.
- 80 -

en cas de concordat, cessation de paiement, sursis de paiement, ou de gestion assiste de lun ou de lautre des bnficiaires de la police; aprs clture de la liquidation, dans le cas o un des bnficiaires est une socit.

Deze mogelijkheid van rechtstreekse vordering zal eveneens worden toegekend aan de bouwheer indien een of andere van de begunstigden van de polis overlijdt zonder erfgenamen te hebben of indien de rechthebbenden van de erfenis zouden afzien. Art. 39, 1 : Verplichtingen van de aannemer tot de definitieve oplevering Tijdens de waarborgtermijn is de aannemer verplicht de fouten en de gebreken te herstellen die werden vastgesteld als zijnde een gevolg van de uitvoering van de werken. In dit opzicht en voor de verhardingen valt het volgende te zijnen laste gedurende de waarborgtermijn :

Cette facult daction de recours sera galement reconnue au matre de louvrage si lun ou lautre des bnficiaires de la police venait dcder sans laisser dhritier ou que les ayantsdroit auraient dlaiss la succession. Art. 39, 1er : Obligations de lentrepreneur jusqu la rception dfinitive Durant le dlai de garantie, lentrepreneur a pour obligation de corriger les malfaons et les vices dment tablis comme dpendants de lexcution des travaux. A cet gard, citons les exemples suivants. Pour les revtements, lentrepreneur a, sa charge, pendant le dlai de garantie : a. Revtements en bton de ciment (sous-chapitre F1) : - remplacement des dalles de bton fissures ou casses ; - remise niveau des dalles affaisses ou souleves ; - rparation des dgradations des joints. b. Revtements hydrocarbons (sous-chapitre F2) : - renouvellement des parties de revtement qui se dtachent, se dtriorent, se faencent ou sornirent ; - rparation des dfauts dexcution, notamment le compactage, qui nauraient pas t dcels par les contrles ou ntaient pas apparents lors de la rception provisoire.

a. Cementbeton verhardingen (onderhoofdstuk F1) : - vervanging van de gebarste of gebroken betonplaten ; - op niveau brengen van verzakte of opgelichte platen ; - herstelling van beschadigingen aan de voegen. b. Bitumineuze verhardingen (onderhoofdstuk F2) : - hernieuwing van de gedeelten van de verharding die loskomen, die beschadigd zijn, waar craquel-vorming voorkomt of die rijsporen vertonen ; - herstelling van de uitvoeringsfouten, onder meer de verdichting, die niet aan het licht zouden zijn gekomen tijdens de controles of die niet zichtbaar waren bij de voorlopige oplevering. Elk gedeelte van de verharding dat minder dan een jaar vr de vervaldatum van de waarborgtermijn van de aanneming hersteld werd, maakt het voorwerp uit van een nieuwe waarborg van n jaar vanaf de datum van de herstelling, vastgesteld bij proces-verbaal van de aanbestedende overheid. De vervanging van de bomen tijdens de waarborgperiode gebeurt in november en december. De te planten boom moet een commercile afmeting hebben die groter is dan die van de geplante bomen. De beschadigde grasperken worden door het plakken van graszoden herstelt. De beschadigingen aan de beplantingen worden geraamd in functie van het verlies en van de vervangingswaarde van de planten van gelijkaardige soort en grootte, overeenkomstig het hoofdstuk K. De voorschriften van het bijzonder bestek preciseren de eventuele werken die door de aannemer uitgevoerd dienen te worden na de voorlopige oplevering. Art. 42, 2 : Wijzigingen van de opdracht Onvoorziene werken De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor andere werken of leveringen dan die voorzien in de samenvattende opmetingsstaat, door de aannemer te laten uitvoeren.

Toute section de revtement rpare moins dun an avant lexpiration du dlai de garantie de lentreprise est affecte dune nouvelle garantie dun an compter de la date de la rparation constate par procs-verbal du pouvoir adjudicateur.

Le remplacement des arbres lors de la priode de garantie se fait en novembre et dcembre. Larbre planter sera obligatoirement dune dimension commerciale suprieure ceux plants. Les surfaces de gazon endommages seront restaures par placage. Les dommages aux plantations seront estims en fonction de la perte et de la valeur de remplacement des plantes de mme essence et de mme calibre, conformment au chapitre K.

Les prescriptions du cahier spcial des charges prcisent les ventuels travaux excuter par lentrepreneur aprs la rception provisoire. Art. 42, 2 : Modifications au march - Travaux non prvus Le pouvoir adjudicateur se rserve le droit de faire excuter par lentrepreneur des travaux ou fournitures autres que ceux prvus dans le mtr rcapitulatif.

- 81 -

Deze leveringen worden aan de aannemer betaald op basis van een overeengekomen prijs, verkregen door zijn aankoopprijs te vermenigvuldigen met de factor 1,15. De multiplicator wordt toegepast op de bedragen die effectief betaald worden door de aannemer. Indien, voor een bepaalde overeen te komen prijs, bepaalde prijselementen afkomstig zijn van onderaannemers, zal de verhoging omwille van algemene kosten en winst m.b.t. deze prijselementen worden beperkt tot 10%. Op verzoek van de leidende ambtenaar legt de aannemer eerstgenoemde ter informatie de originele factuur voor en bezorgt hij hem tevens een afschrift van voornoemde factuur. De eenheidsprijzen voor de uitvoering volgens deze laatste procedure, worden vastgesteld op basis van de stelposten voorzien in de samenvattende opmetingsstaat voor gelijkaardige werken of leveringen. Indien dergelijke posten niet in de samenvattende opmetingsstaat voorkomen, zullen de eenheidsprijzen als volgt worden bepaald. Om de overeen te komen prijzen te verantwoorden, baseert de aannemer zich op de samenstelling van de prijzen van zijn offerte en bezorgt hij met name de onderverdeling van zijn eenheidsprijzen voor bepaalde referentieposten, die aangeduid worden door de aanbestedende overheid. Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de eenheidsprijzen door de aanbestedende overheid werden vastgelegd. Indien de aanbestedende overheid een dergelijke evaluatiemethode onmogelijk acht, kan ze voor de eenheidsprijzen van het materieel het gebruik van de kostenschaal CMK-2003 toelaten, rekening houdend met de modaliteiten bepaald in de omzendbrief van 11/01/2006. Zowel voor de prestaties van materieel als voor arbeid, mag de totale verhoging voor algemene kosten (zetel en werf) en winst niet hoger liggen dan 17%, wanneer er verwezen wordt naar de kostenschaal CMK-2003, en 15% in de andere gevallen. Door de eenvoudige indiening van zijn offerte aanvaardt de aannemer deze voorschriften als zijnde contractueel overeengekomen tussen de partijen. In geval van werken in regie bezorgt de aannemer iedere dag aan de afgevaardigde van de leidende ambtenaar, bij het begin van de dag, een lijst van het personeel bestemd voor het werk in regie, alsook een lijst van de te gebruiken materialen en het te gebruiken materieel. Deze lijsten worden nagezien door de afgevaardigde van de leidende ambtenaar die, desgevallend, het overtollige personeel, materiaal of materieel schrapt. In geval van levering in regie of bij stelposten met te verantwoorden som dient de aannemer minstens drie gespecialiseerde firmas om prijs te vragen en dient hij het voorstel aan de aanbestedende overheid voor te leggen, met inbegrip van de volledige offertes van de gespecialiseerde leveranciers en onderaannemers.
- 82 -

Ces fournitures sont payes lentrepreneur sur base dun prix convenu obtenu en multipliant son prix dachat par le facteur 1,15. Le multiplicateur est appliqu sur les montants effectivement pays par lentrepreneur. Si, pour un prix dtermin convenir, certains lments de prix manent de sous-traitants, la majoration pour frais gnraux et bnfice relative ces lments de prix sera plafonne 10%. A la demande du fonctionnaire dirigeant, lentrepreneur lui soumet pour information la facture originale et lui remet une copie de celle-ci. Les prix unitaires pour lexcution effectue selon cette dernire procdure, sont dtermins sur base des postes prvus au mtr rcapitulatif pour des travaux ou fournitures similaires. Si de tels postes ne figurent pas au mtr rcapitulatif, les prix unitaires se fixeront comme suit :

Pour justifier les prix convenir, lentrepreneur se base sur la composition des prix de son offre et fournit notamment la dcomposition de ses prix unitaires pour certains postes de rfrence indiqus par le pouvoir adjudicateur. Cette disposition nest pas dapplication lorsque les prix unitaires ont t dtermins par le pouvoir adjudicateur.

Si le pouvoir adjudicateur juge ce mode dvaluation impossible, il peut admettre, pour les prix unitaires des engins, lutilisation de lchelle barmique CMK-2003 compte tenu des modalits dfinies dans la circulaire du 11/01/2006. Tant pour les prestations en matriel que pour la main-duvre, la majoration totale pour frais gnraux (sige et chantier) et bnfice ne peut tre suprieure 17%, quand il est fait rfrence au barme CMK-2003 et 15% dans les autres cas. Lentrepreneur tient compte de ces prescriptions comme tant une convention tablie entre parties par le simple dpt de son offre. En cas de travaux en rgie, ladjudicataire remet chaque jour, au dlgu du fonctionnaire dirigeant, en dbut de journe, la liste du personnel affect au travail en rgie ainsi que la liste des matriaux et du matriel mettre en uvre. Ces listes sont contrles par le dlgu du fonctionnaire dirigeant qui, ventuellement, supprime le personnel, les matriaux ou le matriel surabondant. En cas de fourniture en rgie ou dans des postes avec somme justifier , lentrepreneur est tenu de demander prix au moins trois firmes spcialises et de soumettre la proposition au pouvoir adjudicateur y compris les offres compltes des fournisseurs et sous-traitants spcialiss.

Indien de aanbestedende overheid het nodig acht, kan ze de aannemer vragen twee bijkomende firmas aan te duiden door de leidende ambtenaar - te raadplegen. ***Begin bestellingsopdracht Art. 42, 4 en 6 : Wijzigingen van de opdracht Gezien de specifieke aard van de bestellingsopdracht is artikel 42, 6 niet van toepassing op onderhavige opdracht en is artikel 42, 4 enkel van toepassing ten aanzien van het minimumbedrag van de opdracht bepaald onder Hoofdstuk I, 3 d) hiervoor. ***Einde bestellingsopdracht Art. 43, 2 : Voorlopige oplevering Voor de aannemingen die werken bevatten die onderworpen worden aan proeven a posteriori, wordt de termijn van 15 kalenderdagen, waarover de aanbestedende overheid beschikt voor het toestaan of weigeren van de voorlopige oplevering, gebracht op 120 kalenderdagen. ***Begin voor werken van minimum 750.000,00 en termijnen van minimum 60 werkdagen Bij de voorlopige oplevering, moeten in het proces-verbaal van oplevering de essentile elementen van de evaluatie vermeld worden waartoe de tewerkstelling op de werf van personeel bedoeld in de sociale clausule aanleiding heeft gegeven, rekening houdend met de tewerkstellingsvoorwaarden voorzien in de bijlage bij het onderhavige bijzonder bestek. Moeten onder meer vermeld worden: het aantal werkdagen dat stagiairs werden tewerkgesteld die effectief aanwezig waren op de werf en het beroep dat ze hebben uitgeoefend. ***Einde voor werken van minimum 750.000,00 en termijnen van minimum 60 werkdagen. Art. 48, 2 : Boeten wegens laattijdige uitvoering In afwijking van art. 48, 2, 5 wordt het totale maximumbedrag van de boeten wegens laattijdige uitvoering dat op deze opdracht toegepast wordt, verhoogd tot 10% van het initieel bedrag van de opdracht, gezien de bijzondere specificiteit van de opdracht zoals expliciet omschreven in het administratief dossier.

Si le pouvoir adjudicateur le juge ncessaire, il peut demander lentrepreneur de consulter deux firmes supplmentaires dsigner par le fonctionnaire dirigeant. *** Dbut march sujet commandes Art. 42, 4 et 6 : Modifications au march Compte tenu de la nature du march sujet commandes, larticle 42, 6 ne sapplique pas au prsent march et larticle 42, 4 ne sy applique quen ce qui concerne le montant minimal du march dfini sous le chapitre I, 3, d) ci-avant. *** Fin march sujet commandes Art. 43, 2 : Rception provisoire Pour les entreprises comprenant des travaux sujets essais a posteriori, le dlai de 15 jours calendrier, dont dispose le pouvoir adjudicateur pour accorder ou refuser la rception, est port 120 jours calendrier. *** Dbut chantiers de minimum 750.000,00 et dlais de minimum 60 jours ouvrables Lors de la rception provisoire, le procs-verbal de rception fera mention des lments essentiels de lvaluation laquelle aura donn lieu loccupation sur chantier du personnel vis par la clause sociale, eu gard aux conditions doccupation prvues lannexe du prsent cahier spcial des charges. Seront notamment indiqus : le nombre de journes de travail doccupation de stagiaires effectivement prsents sur chantier et le mtier pour lequel ils ont t occups. *** Fin chantiers de minimum 750.000,00 et dlais de minimum 60 jours ouvrables

Art. 48, 2 : Amendes pour retard En drogation lart. 48, 2, 5, le montant total maximum des amendes pour retard appliqu ce march est port 10% du montant initial du march, compte tenu des spcificits particulires du march prcises explicitement au dossier administratif.

- 83 -

***Begin voor werken van minimum 750.000,00 en termijnen van minimum 60 werkdagen

*** Dbut chantiers de minimum 750.000,00 et dlais de minimum 60 jours ouvrables

HOOFDSTUK IV : CONTRACTUELE VOORWAARDEN VAN SOCIALE AARD VERBINTENIS VAN DE INSCHRIJVERS.

a) De aannemer verbindt zich er zonder voorbehoud toe zelf, of eventueel via zijn onderaannemers, in het kader van een arbeidsovereenkomst van arbeider overeenkomstig de wettelijke voorschriften en de collectieve arbeidsovereenkomsten toepasselijk op de uit te voeren prestaties op de betrokken werf, personeel aan te werven dat hem zal worden voorgesteld door de aanbestedende overheid of door het aangeduide begeleidende organisme, overeenkomstig de onderhavige administratieve bepalingen, en in navolging van de voorwaarden die in de bijlage hierna zijn opgenomen. b) De aanbestedende overheid zal zich laten bijstaan door een begeleidend organisme teneinde tijdens de uitvoering toezicht te houden op de naleving door de aannemer van de contractuele bepaling van sociale aard, bedoeld onder het punt "a", alsook in de bijlage van het onderhavige bijzonder bestek. Het begeleidende organisme is de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, gerenommeerd ACTIRIS, met maatschappelijke zetel Anspachlaan 65 te 1000 BRUSSEL. ACTIRIS zal voor deze opdracht worden vertegenwoordigd door zijn Directeur-generaal of door om het even welk personeelslid door hem aangeduid. Teneinde deze opdracht te kunnen vervullen, worden de behoorlijk gemandateerde afgevaardigden van ACTIRIS, net als de vertegenwoordigers van de aanbestedende overheid, beschouwd als zijnde belast met het toezicht op de uitvoering van de opdracht, in de zin van artikel 1 en 2 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden ; derhalve mogen zij, op eigen verantwoordelijkheid, de werf betreden om er toezicht te houden en om de begeleidingstaken die hen worden toevertrouwd, uit te voeren, zonder dat de aannemer hun de toegang tot de werf kan verbieden. Van zodra zij aankomen, dienen zij steeds de werfleider van hun aanwezigheid op de hoogte te stellen en de door de aannemer vastgestelde veiligheidsvoorschriften na te leven overeenkomstig artikel 30 van de algemene aannemingsvoorwaarden. In voorkomend geval dienen zij de aanbestedende overheid op de hoogte te stellen van de tekortkomingen die zij zouden vaststellen.

CHAPITRE IV : CONDITIONS CONTRACTUELLES A CARACTRE SOCIAL ENGAGEMENT DES SOUMISSIONNAIRES

a) Lentrepreneur sengage sans rserve occuper sur le chantier, lui-mme ou ventuellement par lintermdiaire de ses sous-traitants, dans le cadre dun contrat de travail douvrier conforme aux dispositions lgales et aux conventions collectives de travail applicables aux prestations effectuer sur ce mme chantier, le personnel qui lui sera prsent par le pouvoir adjudicateur ou par lorganisme dencadrement dsign, conformment aux prsentes clauses administratives, dans les conditions reprises lannexe ci-aprs. b) Le pouvoir adjudicateur se fera assister par un organisme dencadrement leffet dassurer le contrle, en cours dexcution, du respect par ladjudicataire de la clause contractuelle caractre social vise au point a , ainsi qu lannexe du prsent cahier spcial des charges. Lorganisme dencadrement est lOffice rgional bruxellois de lEmploi, renomm ACTIRIS, dont le sige social est tabli 65, boulevard Anspach 1000 Bruxelles. ACTIRIS sera reprsent, dans cette mission, par son Directeur gnral ou par tout autre membre du personnel dsign par lui. A leffet de pouvoir exercer cette mission, les dlgus dment mandats dACTIRIS sont, linstar des reprsentants du pouvoir adjudicateur, considrs comme chargs du contrle de lexcution du march au sens des articles 1 et 2 du cahier gnral des charges ; ils pourront ds lors, sous leur responsabilit, pntrer sur le chantier leffet dexercer le contrle et les tches dencadrement qui leur incombent, sans que lentrepreneur puisse leur en interdire laccs.

Ils informeront, dans tous les cas, ds leur arrive, le chef de chantier de leur prsence et respecteront les consignes de scurit arrtes par lentrepreneur, conformment larticle 30 du prsent cahier des charges. Ils informeront le pouvoir adjudicateur, le cas chant, des manquements quils auraient constats.

- 84 -

c) Elke tekortkoming in verband met de verbintenissen aangegaan door de aannemer zelf en/of door zijn eigen onderaannemers wat de tewerkstelling op de werf van het personeel bedoeld onder het punt a van de onderhavige administratieve bepalingen betreft, in de voorwaarden voorzien in de bijlage van het onderhavige bijzondere bestek, die tijdens de uitvoering vastgesteld wordt hetzij door de leidende ambtenaar hetzij door om het even welke persoon behoorlijk te dien einde gemandateerd, met name de afgevaardigde van ACTIRIS, zal door de aanbestedende overheid kunnen worden beschouwd als een gebrek in de uitvoering zoals bedoeld in artikel 20, 1 van de algemene aannemingsvoorwaarden. De aanbestedende overheid zal in dit geval artikel 20, 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden toepassen. Bij elke tekortkoming in verband met deze voorwaarden kan een of meer van de maatregelen voorzien in 4 en 6 van het voornoemde artikel 20, alsook in artikel 48, 3 van de algemene aannemingsvoorwaarden, aan de aannemer worden opgelegd. BIJLAGE : Toepassingsvoorwaarden van de contractuele clausule van sociale aard 1. Verplichtingen van de aannemer 1.1. De aannemer verbindt zich ertoe op de werf, in het kader van een arbeidsovereenkomst van arbeider van bepaalde duur, overeenkomstig de wettelijke, reglementaire en contractuele bepalingen eigen aan de betreffende sector, personen met de hoedanigheid van stagiair, die aan het hierna omschreven profiel beantwoorden, aan te werven. Het aantal aan te werven personen wordt bepaald in punt 4 hieronder. 1.2. Indien de aannemer bepaalde werken waarvoor, overeenkomstig de onderhavige bepalingen, stagiairs zouden moeten worden tewerkgesteld, niet zelf uitvoert, zullen de onderaannemingsovereenkomsten diezelfde verplichting aan de onderaannemers opleggen. De aannemer blijft echter alleen verantwoordelijk voor de toepassing van de onderhavige bepaling ten opzichte van de aanbestedende overheid. 1.3. De tewerkstelling dient aan te vatten : - hetzij op de datum die normaal door de aanbestedende overheid wordt bepaald voor het begin van de werken, voor de personen die de vereiste kwalificatie hebben voor een van de vereiste beroepen vanaf het begin van de werf;

c) Tout manquement aux engagements contracts par lentrepreneur, pour lui-mme et/ou pour ses propres sous-traitants, en vue de loccupation sur chantier du personnel vis au point a des prsentes conditions administratives, dans les conditions prvues lannexe du prsent cahier spcial des charges, constat, en cours dexcution, soit par le fonctionnaire dirigeant, soit par toute autre personne dment mandate cet effet, notamment par le dlgu dACTIRIS, pourra tre considr par le pouvoir adjudicateur comme un dfaut dexcution au sens de larticle 20, 1 du cahier gnral des charges. Le pouvoir adjudicateur fera, en pareil cas, application de larticle 20, 2 du cahier gnral des charges. Tout manquement constat dans ces conditions rendra ladjudicataire passible dune ou de plusieurs des mesures prvues aux 4 et 6 de larticle 20 ; prcit ainsi qu larticle 48, 3 du cahier gnral des charges. ANNEXE : Conditions dapplication de la clause contractuelle caractre social 1. Obligations de ladjudicataire 1.1. Ladjudicataire est tenu dengager sur le chantier, dans le cadre dun contrat de travail douvrier dure dtermine, dans le respect des conditions lgales, rglementaires et conventionnelles propres au secteur concern, des personnes qualifies de stagiaires et rpondant au profil dfini ci-aprs. Le nombre des personnes engager est tabli par le point 4 ci-aprs.

1.2. Dans la mesure o ladjudicataire nest pas appel excuter lui-mme certains travaux pour lesquels, conformment aux prsentes dispositions, des stagiaires devraient tre occups, les contrats de sous-traitance imposeront la mme obligation aux sous-traitants. Nanmoins, ladjudicataire reste seul responsable de lapplication de la prsente clause envers le pouvoir adjudicateur. 1.3. Loccupation doit dbuter : - soit la date normalement fixe par le pouvoir adjudicateur pour le commencement des travaux, pour les personnes disposant de la qualification requise dans un des mtiers auxquels il doit tre fait appel, ds le dbut du chantier; soit la date prvue par le planning des travaux pour le dbut des activits pour lesquelles il doit tre fait appel des personnes disposant de la qualification requise, dans un des autres mtiers prvus.

hetzij op de datum voorzien door de planning van de werken voor het begin van de werkzaamheden waarvoor een beroep dient te worden gedaan op personen die de vereiste kwalificatie hebben, in een van de andere voorziene beroepen.

- 85 -

1.4. De stagiairs dienen op de werf, tijdens de ganse duur van hun overeenkomst, te worden belast met taken behorende tot het beroep waarvoor de tewerkstelling is voorzien. Elke tewerkstelling aan andere taken, die beslist zou worden door de aannemer of door een onderaannemer van hem zonder de voorafgaande goedkeuring van de aanbestedende overheid, zal worden beschouwd als een inbreuk op de bepalingen van de overeenkomst vanwege de aannemer. 1.5. De aannemer zal aan de aanbestedende overheid een afschrift bezorgen van de onderaannemingsovereenkomsten waarvoor de onderhavige bepaling van toepassing is. 1.6. De aannemer zal leden van zijn personeel aanduiden die bijzonder gekwalificeerd zijn om de stagiairs op een gepast wijze te begeleiden en zodoende de eigen beroepservaring van deze laatsten bij te werken tijdens hun tewerkstelling op de werf. De modaliteiten van deze begeleiding zullen schriftelijk worden overeengekomen tussen de aannemer en ACTIRIS, nog voor de aanwerving van de stagiairs ; zij zullen ter kennis worden gebracht van de aanbestedende overheid. 2. Hoedanigheid van stagiair In de zin van de onderhavige overeenkomst zijn de stagiairs werkzoekenden met een kwalificerende beroepsvorming in een van de beroepen in de bouwsector, verworven na de voltooiing van een individueel inschakelingstraject gevolgd bij ACTIRIS of een van haar partners in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 3. Beroepen waarvoor tewerkstelling wordt voorzien De beroepen waarvoor de tewerkstelling van stagiairs dient te worden georganiseerd zijn met name de volgende: asfaltwerker ; bekister ; bestrater ; betonwerker ; boordsteenplaatser ; buizenlegger ; chauffeur ; freesmachinist ; grondwerker ; handlanger ; ijzervlechter ; kasseier ; kraanmachinist ;
- 86 -

1.4. Les stagiaires doivent tre affects sur le chantier pendant toute la dure de leur contrat, des tches relevant du mtier pour lequel loccupation est prvue. Toute occupation dautres tches dcide par ladjudicataire ou par un soustraitant de celui-ci sans laccord pralable du pouvoir adjudicateur sera considre dans le chef de ladjudicataire comme un manquement aux clauses du contrat. 1.5. Ladjudicataire communiquera au pouvoir adjudicateur copie des contrats de sous-traitance dans lesquels il devra tre fait application de la prsente clause.

1.6. Ladjudicataire veillera dsigner des membres de son personnel particulirement qualifis leffet de procurer aux stagiaires un accompagnement adquat qui leur permettra de parfaire leur propre formation professionnelle, la faveur de leur occupation sur le chantier. Les modalits de cet accompagnement seront convenues par crit entre ladjudicataire et ACTIRIS ds avant lengagement des stagiaires; elles seront portes la connaissance du pouvoir adjudicateur. 2. Qualit de stagiaire Les stagiaires au sens o on lentend ici sont des demandeurs demploi, munis dune formation professionnelle qualifiante dans un des mtiers de la construction, acquise au terme dun parcours individuel dinsertion suivi par ACTIRIS ou par ses partenaires dans la Rgion de Bruxelles-Capitale. 3. Mtiers pour lesquels loccupation est prvue Les mtiers pour lesquels loccupation des stagiaires doit tre organise sont notamment les suivants: asphalteur ; coffreur ; dalleur ; btonneur ; poseur de bordures ; poseur de tuyaux ; chauffeur ; machiniste pour racleuse dasphalte ; terrassier ; manuvre ; ferrailleur ; paveur ; grutier ;

machinist asfaltfinisher ; machinist slipform ; machinist bull, trax, ; machinist wals ; mecanicien ; metser ; ploegbaas ; schrijnwerker. 4. Aantal stagiairs dat op de werf dient te worden tewerkgesteld Het aantal stagiairs dat tijdens de duur van de werken dient te worden tewerkgesteld, rekening houdend met de beroepen die in aanmerking komen voor de uitvoering van de opdracht, met de werfomstandigheden en met de individuele contractuele voorwaarden, met name wat de wekelijkse en dagelijkse arbeidsduur op de werf betreft, moet overeenkomen met een minimum van (in cijfers en voluit geschreven) volledige werkdagen.

machiniste pour asphalteuse ; machiniste pour slipform ; machiniste pour bull, trax, ... ; machiniste pour rouleau compresseur ; mcanicien ; maon ; chef dquipe ; menuisier. 4. Nombre de stagiaires occuper sur le chantier Le nombre de stagiaires occuper pendant la dure des travaux, compte tenu la fois des mtiers auxquels il doit tre fait appel pour lexcution du march, des conditions du chantier et des conditions contractuelles individuelles, notamment en ce qui concerne la dure hebdomadaire et journalire du travail sur le chantier, doit correspondre un minimum de (en chiffres et en lettres) journes compltes de travail. Ladjudicataire fera connatre au pouvoir adjudicateur et ACTIRIS, au plus tt, ds la notification de la dcision dattribution du march, leffectif quil compte employer ou faire employer sur le chantier, leffet de pouvoir atteindre au moins le volume de travail minimum exprim en journes compltes de travail. Il dterminera, dun commun accord avec eux, mtier par mtier, le nombre de stagiaires qui pourront tre occups soit par lui-mme, soit par ses sous-traitants. Il communiquera en outre, au pouvoir adjudicateur et ACTIRIS, le montant de la masse salariale quil compte consacrer lui-mme ou faire consacrer par ses soustraitants lapplication de la clause sociale. 5. Dsignation des stagiaires Une liste de candidats remplissant les conditions fixes sera communique par ACTIRIS ladjudicataire, au plus tard le 15me jour ouvrable suivant la notification de la dcision dattribution du march pour les personnes appeles tre occupes ds le dbut du chantier. La liste des personnes dont loccupation ne doit intervenir que dans le cours de lexcution du march sera communique, dans les mmes conditions en fonction du planning des travaux. Il reviendra ladjudicataire de dsigner parmi les candidats proposs, dans le respect de leffectif prvu, les stagiaires quil dcide dengager, compte tenu du mtier pour lequel ceux-ci auront t forms.
- 87 -

De aannemer zal zonder verwijl, onmiddellijk na de kennisgeving van de beslissing van gunning van de opdracht de bezetting die hij op de werf wil te werk stellen of laten te werk stellen, zodat minstens het minimum werkvolume uitgedrukt in volledige werkdagen bereikt kan worden, aan de aanbestedende overheid en aan ACTIRIS mededelen. Samen met hen zal hij, beroep per beroep, het aantal stagiairs bepalen dat op de werf zal worden tewerkgesteld hetzij door hem, hetzij door zijn onderaannemers. Daarboven dient hij aan de aanbestedende overheid en ACTIRIS het bedrag van de loonmassa mede te delen dat hij of zijn onderaannemers aan de toepassing van de sociale clausule zullen besteden. 5. Aanduiding van de stagiairs Een lijst van de kandidaten die aan de vastgestelde voorwaarden beantwoorden, zal door ACTIRIS aan de aannemer worden medegedeeld, ten laatste op de 15de werkdag volgend op de kennisgeving van de gunningsbeslissing van de opdracht voor de personen die vanaf het begin van de werf tewerkgesteld worden. De lijst van de personen die pas later tijdens de uitvoering van de werf tewerkgesteld zullen worden, zal in dezelfde voorwaarden overeenkomstig de planning van de werken worden medegedeeld. De aannemer zal onder de voorgestelde kandidaten, mits naleving van de voorziene bezetting, de stagiairs die hij wenst aan te werven aanduiden, rekening houdend met het beroep waarvoor zij opgeleid werden.

De aanduiding zal geschieden binnen welberekende termijnen zodanig dat de tewerkstelling kan aanvatten zoals bepaald in punt 1.3 hiervoor. 6. Sociale planning Vervolgens dient de aannemer aan de aanbestedende overheid en ACTIRIS ten laatste vijftien kalenderdagen nadat de aanvangsdatum voor de werken werd vastgesteld, een uitvoeringsplanning van de sociale clausule, sociale planning genoemd, voor te leggen, overeenkomstig de bepalingen van het bijzondere bestek en met de vermelding van de dagen van tewerkstelling van de stagiairs rekening houdend met de termijn en de uitvoeringsplanning van de opdracht en , per dag, met het aantal stagiairs dat hij verwacht tewerk te stellen of te laten tewerkstellen, alsook telkens het desbetreffende beroep. De tewerkstelling van stagiairs moet evenredig verdeeld zijn over de hele duur van de werf.

La dsignation interviendra dans des dlais qui permettent que loccupation dbute conformment au point 1.3 ci-avant. 6. Planning social Ladjudicataire proposera ensuite au pouvoir adjudicateur et ACTIRIS, au plus tard dans les quinze jours de calendrier compter de la fixation de la date de commencement des travaux, un planning dapplication de la clause sociale appel planning social , conforme aux clauses du cahier spcial des charges, avec lindication des jours doccupation des stagiaires compte tenu du dlai et du planning dexcution du march et, pour chaque jour, du nombre de stagiaires quil compte occuper ou faire occuper, de mme que les mtiers pour lesquels cette occupation aura lieu. Loccupation des stagiaires sera quitablement rpartie sur toute la dure du chantier. Bien quaccept par le pouvoir adjudicateur, le planning social conserve un caractre indicatif. Il peut donc tre adapt en cours dexcution si les circonstances limposent, moyennant laccord du pouvoir adjudicateur ou de son dlgu. En cas de modification, ACTIRIS en sera dment inform.

Ook al wordt de sociale planning door de aanbestedende overheid aanvaard, toch blijft hij indicatief van aard en kan hij derhalve tijdens de uitvoering worden aangepast wanneer de omstandigheden dat vereisen, evenwel mits de goedkeuring van de aanbestedende overheid of diens afgevaardigde. In geval van wijziging dient ACTIRIS hiervan op regelmatige wijze genformeerd te worden. 7. Gezamenlijke evaluatie Na de beindiging van de overeenkomst zal een evaluatie van iedere tewerkgestelde stagiair plaatsvinden, in toepassing van de onderhavige bepalingen. Deze evaluatie heeft betrekking op de manier waarop de tewerkstelling is verlopen en op de nieuwe ervaring die door de stagiair werd opgedaan. De evaluatie zal gezamenlijk geschieden door ACTIRIS, de aannemer of zijn afgevaardigde en door de stagiair zelf en opgetekend worden op een evaluatieformulier, waarvan een model in bijlage. 8. Arbeidsovereenkomst Een arbeidsovereenkomst van arbeider zal door de aannemer worden opgemaakt voor elke stagiair. Deze overeenkomst zal minstens de volgende bepalingen inhouden : de wetgeving van toepassing op de overeenkomst ; de bevoegde paritaire commissie ; de verwijzing naar de opdracht en naar het onderhavige bijzondere bestek ; het beroep van de tewerkstelling ; de bepaalde duur van het contract ; de werkdagen ;
- 88 -

7. valuation conjointe Au terme du contrat, une valuation aura lieu pour chaque stagiaire occup, en application des prsentes dispositions. Cette valuation aura pour objet dapprcier la faon dont loccupation sest droule et les nouveaux acquis procurs par celle-ci au stagiaire. Elle sera ralise conjointement par ACTIRIS, par ladjudicataire ou son dlgu et par le stagiaire lui-mme, et acte dans un formulaire dvaluation dont le modle figure en annexe. 8. Contrat de travail Un contrat de travail douvrier sera tabli par ladjudicateur pour chaque stagiaire occup. Ce contrat prcisera au moins les dispositions suivantes : la lgislation applicable au contrat ; la commission paritaire comptente ; la rfrence au march et au prsent cahier spcial des charges ; le mtier pour lequel loccupation a lieu ; la dure dtermine du contrat ; les jours de travail ;

de dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur, die dezelfde dienen te zijn als voor alle andere arbeiders op de werf ; de uurregeling toepasbaar op de werf ; het bedrag van het uurloon, dat niet lager mag zijn dan het salaris uitbetaald aan de werknemers die in dezelfde voorwaarden zijn tewerkgesteld, en die dezelfde vorming en werkervaring hebben ; de bijkomende voordelen die aan het personeel van de onderneming van de aannemer worden toegekend en waarvan ook de stagiair dient te genieten ; de betalingsmodaliteiten van het salaris en de bijkomende voordelen die eraan verbonden zijn ; de sluitingsdagen van de onderneming, met name voor het jaarlijkse verlof of om enige andere reden van conventionele aard.

la dure journalire et hebdomadaire du travail, lesquelles doivent tre celles prvues pour lensemble des ouvriers du chantier ; les horaires de travail appliqus sur le chantier ; le montant du salaire horaire, lequel ne peut tre infrieur au salaire pay aux travailleurs occups dans les mmes conditions disposant de la mme formation et de la mme exprience de travail ; les avantages complmentaires accords au personnel de lentreprise de ladjudicataire et dont doit galement bnficier le stagiaire ; les modalits de paiement du salaire et des avantages complmentaires qui lui sont associs ; les jours de fermeture de lentreprise notamment pour vacances annuelles ou pour tout autre motif de nature conventionnelle.

Een afschrift van de arbeidsovereenkomsten van de stagiairs bedoeld in de onderhavige bepalingen zal aan de aanbestedende overheid of aan ACTIRIS worden bezorgd op eenvoudig verzoek van deze laatsten. Elke weigering om deze documenten te bezorgen, zal beschouwd kunnen worden als een ingebreke blijven in de zin van artikel 20, 1 van de algemene aannemingsvoorwaarden en zal, na behoorlijk te zijn vastgesteld, bestraft kunnen worden overeenkomstig de reglementaire bepalingen. 9. Beindiging van de overeenkomst De overeenkomst mag niet worden beindigd door de aannemer of door een onderaannemer van deze laatste, om welke reden ook behalve het normale aflopen van de overeenkomst, zonder dat de aanbestedende overheid of ACTIRIS er voorafgaandelijk en schriftelijk in kennis van werden gebracht. Elke beslissing van ontslag strijdig met onderhavige bepaling zal beschouwd kunnen worden als een inbreuk op de voorwaarden van de overeenkomst vanwege de aannemer, in de zin van de reglementering op de overheidsopdrachten. 10. Vervanging Elke stagiair die ontslagen wordt voor de vervaldag van zijn overeenkomst zal onmiddellijk worden vervangen. Te dien einde zal ACTIRIS verschillende kandidaten aan de aannemer voorstellen, onder dewelke de aannemer, zonder verwijl, de vervanger dient aan te duiden die hij onder dezelfde voorwaarden, ten minste voor de overblijvende duur van de initile overeenkomst, dient aan te werven.

Une copie des contrats de travail des stagiaires viss par les prsentes dispositions sera communique au pouvoir adjudicateur ou ACTIRIS sur simple demande de ceux-ci.

Tout refus de communiquer ces documents pourra tre considr comme un dfaut dexcution au sens de larticle 20, 1 du cahier gnral des charges et dment constat, pourra tre sanctionn conformment aux dispositions rglementaires.

9. Fin du contrat Quelles quen soient les raisons, hormis lexpiration normale du contrat, il ne peut tre mis fin celui-ci par ladjudicataire ou par un sous-traitant de ce dernier, sans que le pouvoir adjudicateur ou ACTIRIS en aient t pralablement aviss par crit.

Toute dcision de licenciement au mpris de la prsente disposition pourra tre considre, dans le chef de ladjudicataire, comme un manquement aux conditions du contrat au sens de la rglementation des marchs publics. 10. Remplacement Tout stagiaire licenci avant lexpiration de son contrat sera immdiatement remplac.

A cet effet, ACTIRIS proposera ladjudicataire plusieurs candidats parmi lesquels celui-ci dsignera, au plus tt, le remplaant quil devra engager dans les mmes conditions, au moins pour la dure restante du contrat initial.

- 89 -

Elke weigering van vervanging zal beschouwd kunnen worden als een in gebreke blijven, in de zin van artikel 20, 1 van de algemene aannemingsvoorwaarden en zal, na behoorlijk te zijn vastgesteld, bestraft kunnen worden overeenkomstig de reglementaire bepalingen.

Tout refus de remplacement pourra tre considr comme dfaut dexcution au sens de larticle 20, 1er du cahier gnral des charges et dment constat, pourra tre sanctionn conformment aux dispositions rglementaires.

- 90 -

ANNEXE : VALUATION DE L'OCCUPATION DES STAGIAIRES Conditions d'application de la clause contractuelle caractre social prvue dans le cahier spcial des charges relatif ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................ Adjudicataire : .............................................................................................................................................................................. ........................................................................................................................................................................................................

VALUATION DE L'OCCUPATION DES STAGIAIRES

La prsente valuation concerne l'occupation du (de la) stagiaire dont l'identit est reprise ci-dessous pendant l'excution de son contrat de travail du ...../...../..... au ...../...../..... NOM, Prnom ........................ Date de naissance ...../...../..... Fonction occupe ...........................

L'intress(e) a fait preuve au cours de ses prestations d'une - excellente qualification - bonne qualification - qualification suffisante - qualification insuffisante

dans le mtier de ...........................................................................................................................................................................

Il (elle) doit amliorer sa qualification en ce qui concerne le(s) point(s) suivant(s) : ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................

Fait ............................................................................................, le ....../....../......

Le dlgu de l'Adjudicataire,

Le stagiaire,

Le dlgu du Directeur gnral dACTIRIS,

- 91 -

ANNEXE : MODALITS D'ACCOMPAGNEMENT DES STAGIAIRES

Conditions d'application de la clause contractuelle caractre social prvue dans le cahier spcial des charges relatif ................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................ Par l'adjudicataire : ................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................

MODALITS D'ACCOMPAGNEMENT DES STAGIAIRES

L'adjudicataire prcit dsigne le(s) membre(s) de son personnel repris ci-dessous l'effet de procurer aux stagiaires un accompagnement adquat qui leur permettra de parfaire leur formation professionnelle pendant leur travail sur le(s) chantier(s) concern(s), du ...../...../..... au ...../...../.....

NOM, Prnom -

Fonction ou Mtier(s)

Responsabilits

L'accompagnement des stagiaires prvoira au moins ........................................... entretien par demi-jour/jour/semaine entre la (les) personne(s) reprise(s) ci-dessus et les stagiaires, ainsi que l'valuation la fin de leur contrat de travail.

Remarques ventuelles ................................................................................................................................................................................. .................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................

**********

*** Fin chantiers de minimum 750.000,00 et dlais de minimum 60 jours ouvrables

- 92 -

Bijlage : Evaluatie van de stages Toepassingsvoorwaarden bij de contractuele clausule van sociale aard voorzien in het bijzondere bestek met betrekking tot ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................

Aannemer : .................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................................

EVALUATIE VAN DE STAGES Deze evaluatie heeft betrekking op de tewerkstelling van de hieronder vermelde stagiair tijdens de uitoefening van zijn of haar arbeidsovereenkomst van ...../...../..... tot ...../...../..... NAAM, Voornaam ........................ Geboortedatum ...../...../..... Uitgeoefende functie ...........................

Tijdens zijn of haar prestaties gaf de betrokkene blijk van een -uitstekende vakbekwaamheid -goede vakbekwaamheid -toereikende vakbekwaamheid -ontoereikende vakbekwaamheid in het beroep van ........................................................................................................................................................................... Hij (zij) dient deze vakbekwaamheid te verbeteren op het (de) volgende punt(en): ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................ Opgemaakt te ....................................................................................................................., op ....../....../......

De afgevaardigde van de Aannemer,

De stagiair,

De afgevaardige van de Directeur-generaal van de ACTIRIS,

- 93 -

Bijlage : Begeleiding van de stagiairs Toepassingsvoorwaarden bij de contractuele clausule van sociale aard voorzien in het bijzondere bestek met betrekking tot ................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................ Door de aannemer : ...................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................................

BEGELEIDING VAN DE STAGIAIRS

De voornoemde aannemer stelt het onderstaande personeel aan om de stagiairs op een aangepaste wijze te begeleiden zodat zij tijdens het werk op de betrokken werf of werven hun beroepsopleiding kunnen vervolmaken, van ...../...../..... tot ...../...../..... NAAM, voornaam Functie of vak Verantwoordelijkheden

De begeleiding van de stagiairs omvat per halve dag/dag/week minstens ........................................... keer een onderhoud tussen de voornoemde persoon (personen) en de stagiairs, alsook een evaluatie bij de beindiging van de arbeidsovereenkomst. Eventuele opmerkingen

................................................................................................................................................................................. .................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................

**********

*** Einde voor werken van minimum 750.000,00 en termijnen van minimum 60 werkdagen

- 94 -

CCT 2011

B. 1

CHAPITRE B - NOMENCLATURE DE LA ROUTE - LEXIQUE Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
B.1 CLASSIFICATION DES VOIRIES ET CLASSES DE TRAFIC B.1.1 B.1.2 Catgories de voiries Classes de trafic

B.2

NOMENCLATURE DE LA ROUTE B.2.1 Dfinitions gnrales B.2.1.1 Emprise B.2.1.2 Route Parties de la route vues en plan B.2.2.1 Plate-forme B.2.2.2 Talus B.2.2.3 Berme Parties de la plate-forme B.2.3.1 Chausse B.2.3.2 Zone dimmobilisation B.2.3.3 Terre-plein Fosss, lments linaires et lments localiss B.2.4.1 Foss B.2.4.2 Elment linaire B.2.4.3 Elment localis Parties spcialement amnages des terre-pleins B.2.5.1 Sige spcial B.2.5.2 Piste cavalire B.2.5.3 Piste cyclable B.2.5.4 Trottoir B.2.5.5 Ilot (directionnel) Parties de la route en coupe transversale B.2.6.1 Fond de coffre B.2.6.2 Terrain de fondation B.2.6.3 Corps de la route Parties du terrain de fondation B.2.7.1 Terrain naturel B.2.7.2 Assiette B.2.7.3 Assise du remblai B.2.7.4 Remblai B.2.7.5 Couche de forme B.2.7.6 Forme B.2.7.7 Dblai B.2.7.8 Fouille Parties du corps de la chausse ou dune partie revtue B.2.8.1 Sous-fondation B.2.8.2 Fondation B.2.8.3 Revtement B.2.8.4 Traitement de surface Parties du corps du terre-plein, du talus ou de la berme B.2.9.1 Couche intermdiaire

B.2.2

B.2.3

B.2.4

B.2.5

B.2.6

B.2.7

B.2.8

B.2.9

CCT 2011

B. 2

B.2.9.2 Couverture

CCT 2011

B. 3

B.2.10 Types de revtements B.2.10.1 Revtement souple B.2.10.2 Revtement rigide B.2.10.3 Pavage et dallage

B.3

LEXIQUE B.3.1 B.3.2 B.3.3 B.3.4 B.3.5 B.3.6 B.3.7 B.3.8 B.3.9 B.3.10 B.3.11 B.3.12 Dmontage Mise en dpt Reprise de dpt Fourniture Dmolition Dmolition slective Fraisage Evacuation Terrassement Dblai Remblai Terme dfinissant les natures de terrain B.3.12.1 Terrain meuble B.3.12.2 Terrain rput rocheux

CCT 2011

B. 4

B.1 B.1.1

CLASSIFICATION DES VOIRIES ET CLASSES DE TRAFIC Catgories de voiries

Les voiries sont classes suivant diffrentes catgories. La classification est dcrite dans le Plan Rgional de Dveloppement (PRD) et comprend les catgories suivantes : 1. 2. 3. 4. 5. 6. Autoroutes Voies mtropolitaines Voies principales Voies interquartier Voies de quartier Zones 30

B.1.2

Classes de trafic

Les diffrentes classes de trafic de voiries sont dtermines par les sollicitations induites par le trafic lourd. Ces classes de trafic sont dfinies dans le document Wegstructuren Dimensionering en keuze van de verharding 1. Les diffrentes classes de trafic sont donnes dans le tableau B.1.2.a qui reprend le nombre dessieux standard de 100 kN attendu. Tableau B.1.2.a
Nombre dessieu standard 100 kN attendu (en 106) durant la dure de vie prvue (1) 128 64 32 16 8 4 Nombre dessieu standard 100 kN attendu (en 106) durant la dure de vie prvue (1) 2 1 0,5 0,25 (pistes cyclables spares physiquement de la voirie automobile)

Classe de trafic B1 B2 B3 B4 B5 B6
(1)

Classe de trafic B7 B8 B9 B10 BF

Dure de vie classiquement prvue pour les structures avec revtements bitumineux : 20 ans. Dure de vie classiquement prvue pour les structures avec revtement bitumineux et sous-couche en EME : 30 ans. Dure de vie classiquement prvue pour les structures avec revtement en bton : 30 ans. Dure de vie classiquement prvue pour les structures avec revtement en pavs : 15 ans.

Voir http://www.wegenenverkeer.be

CCT 2011

B. 5

Les documents du march indiquent la classe de trafic quil convient de prendre en compte. Sinon, les prescriptions du tableau B.1.2.b sont dapplication. Tableau B.1.2.b
Catgorie suivant PRD Autoroutes Voies mtropolitaines Voies principales Voies interquartier Voies de quartier Revtement en bton B1 B3 B5 B7 B8 Autres revtements B2 B4 B6 B7 B8

Pour les zones 30, la classe de trafic ne peut tre dtermine que par comptage sauf dans le cas o elle ne constitue quun tronon ponctuel dune voirie dune autre catgorie suivant PRD.

CCT 2011

B. 6

B.2

NOMENCLATURE DE LA ROUTE

Les dfinitions de la nomenclature sont donnes du point de vue de la construction de la route. Du point de vue de lutilisation de tout ou partie de la route, ces dfinitions ne concident que si cette utilisation n'a pas t modifie par une signalisation horizontale ou verticale.

B.2.1 B.2.1.1

Dfinitions gnrales EMPRISE

Partie du domaine public affecte la route et ses dpendances ainsi que les excdents mis provisoirement la disposition de l'entrepreneur. B.2.1.2 ROUTE

Terme gnrique dsignant l'ensemble des amnagements permettant la circulation des vhicules, des pitons et des animaux.

B.2.2 B.2.2.1

Parties de la route vues en plan PLATE-FORME

Partie de la route qui comprend la ou les chausses, les zones d'immobilisation et les terrepleins. La largeur de la plate-forme est la largeur de la projection horizontale de la plate-forme, mesure perpendiculairement l'axe de la route. La plate-forme est limite : dans une route en remblai, par les crtes des talus ; dans une route en dblai, par les pieds des talus ; dans une route de niveau, par les limites de l'assiette ; TALUS

B.2.2.2

Partie de la route dont la surface prsente une pente transversale suprieure ou gale 16,66 % ou une inclinaison infrieure ou gale 24/4. La pente du talus est la tangente de l'angle du talus avec l'horizontale. Elle est exprime en %. L'inclinaison du talus est la tangente de l'angle que fait le talus avec la verticale. Elle est exprime par une fraction dont le dnominateur est 4. On distingue : talus de remblai : talus situ dans la zone de remblai ; talus de dblai : talus situ dans une zone de dblai.

CCT 2011

B. 7

B.2.2.3

BERME

Partie de la route dont la surface prsente une pente transversale infrieure 16,66 % ou une inclinaison suprieure 24/4, situe entre un talus et la limite de l'assiette ou interrompant la pente d'un talus. Lorsque la berme est raccorde au talus par un arrondi ("doucine"), elle est limite par la projection verticale de l'intersection des tangentes. On distingue : berme en talus : berme interrompant la pente d'un talus ; berme de pied : berme situe au pied d'un talus de remblai ; berme de crte : berme situe la crte d'un talus de dblai.

B.2.3 B.2.3.1

Parties de la plate-forme CHAUSSEE

Partie revtue de la plate-forme destine la circulation des vhicules. On distingue : zone des rails : partie de la chausse occupe par une voie ferre. La zone des rails peut tre utilise par tous les vhicules ; voie de circulation : bande de chausse permettant la circulation d'une file de vhicules. Une voie de circulation peut tre rserve certains usagers ou une utilisation particulire (voie pour autobus, ...) et signale comme telle. ZONE D'IMMOBILISATION

B.2.3.2

Partie de la plate-forme contigu la chausse, spcialement renforce pour permettre l'immobilisation des vhicules. La zone d'immobilisation est aussi appele "accotement revtu" ou "accotement stabilis", lorsqu'elle est contigu un terre-plein latral. On distingue : zone de scurit (ou bande d'arrt d'urgence) : zone d'immobilisation permettant aux vhicules de quitter la chausse et de s'immobiliser en cas de besoin ; zone de stationnement : zone d'immobilisation destine au stationnement des vhicules ; zone d'arrt : zone d'immobilisation de longueur rduite permettant aux vhicules d'effectuer des arrts de courte dure.

Sur une chausse troite, une zone d'arrt permettant un vhicule de se garer en vue de laisser la voie libre un autre est appele zone d'vitement.

CCT 2011

B. 8

B.2.3.3

TERRE-PLEIN

Partie de la plate-forme situe en dehors des chausses et des zones d'immobilisation. Un terre-plein peut comporter des fosss ( B.2.4.1) et des parties amnages ( B.2.5). On distingue : terre-plein central : terre-plein sparant les chausses du milieu d'une route chausses multiples dont le nombre est pair ; terre-plein intermdiaire : terre-plein sparant deux chausses d'une route chausses multiples, autre que le terre-plein central ; terre-plein latral (ou accotement non stabilis) : terre-plein situ entre la limite de la plate-forme et la limite extrieure de la zone d'immobilisation ( dfaut, la chausse).

L'accotement est l'ensemble de la zone d'immobilisation (accotement revtu ou accotement stabilis) et du terre-plein latral (accotement non stabilis).

B.2.4 B.2.4.1

Fosss, lments linaires et lments localiss FOSS

Partie de la route formant une tranche ouverte dans le terrain pour assurer la rcolte et l'vacuation des eaux. On distingue : foss de terre-plein : foss situ dans un terre-plein ; foss de pied : foss situ dans une berme de pied ; foss de crte : foss situ dans une berme de crte. ELEMENT LINEAIRE

B.2.4.2

Elment de forme allonge en surface de la route, tel que : bordure, filet d'eau, bande de contrebutage, caniveau, glissire de scurit, ... Les lments linaires ne font pas, au sens de la prsente terminologie, partie de la chausse, sauf quand ils y sont insrs; ils font normalement partie d'un terre-plein. Quand ils sont contigus la chausse et qu'il y a une zone d'immobilisation cet endroit, ils font partie de cette zone. Quand la chausse (ventuellement la zone d'immobilisation) est borde par un terre-plein surlev, les lments linaires situs au niveau de la chausse (de la zone d'immobilisation) sont considrs comme y tant insrs. B.2.4.3 ELEMENT LOCALISE

Elment de faible dimension la surface de la route tel que : avaloir, grille, trappillon, couvercle, puisard, bouche d'incendie, borne d'incendie, poteau de signalisation, poteau d'clairage, borne, coupole lumineuse, ...

CCT 2011

B. 9

B.2.5 B.2.5.1

Parties spcialement amnages des terre-pleins SITE PROPRE

Partie du terre-plein amnage pour la circulation exclusive des vhicules affects aux transports en commun et des autres vhicules autoriss y circuler. B.2.5.2 PISTE CAVALIERE

Partie du terre-plein amnage pour la circulation des cavaliers et signale comme telle. B.2.5.3 PISTE CYCLABLE

Partie du terre-plein, surleve ou non, amnage pour la circulation des cyclistes et des cyclomotoristes, et signale comme telle. B.2.5.4 TROTTOIR

Partie du terre-plein, surlev ou non, amnage pour la circulation des pitons. B.2.5.5 ILOT (DIRECTIONNEL)

Terre-plein de longueur rduite. On distingue : refuge : lot surlev ou protg pour assurer la scurit des pitons ; lot de canalisation : lot dispos de faon guider la circulation.

B.2.6 B.2.6.1

Parties de la route en coupe transversale FOND DE COFFRE

Zone sparant le terrain de fondation et le corps de la route. B.2.6.2 TERRAIN DE FONDATION

Ensemble des matriaux naturels ou traits, en place ou rapports, tel qu'il existe aprs le terrassement, et qui supporte le corps de la route. B.2.6.3 CORPS DE LA ROUTE

Totalit des couches comprises entre la forme et la surface de la route. On distingue : corps de la chausse (ou d'une autre partie revtue) : totalit des couches comprises entre le fond de coffre et la surface de la chausse ou de la partie revtue considre comprenant du bas vers le haut, la sous-fondation, la fondation et le revtement ;

CCT 2011

B. 10

corps du terre-plein (accotement ou berme) : totalit des couches des parties non revtues, comprises entre la forme et la surface du terre-plein.

Les couches du corps de la chausse (ou d'une autre partie revtue) peuvent pntrer sous la surface du terre-plein adjacent; la limite entre le corps de la chausse (ou de la partie revtue considre) et le corps du terre-plein n'est donc pas ncessairement verticale.

B.2.7 B.2.7.1

Parties du terrain de fondation TERRAIN NATUREL

Ensemble des matriaux en place, existant avant les travaux. B.2.7.2 ASSIETTE

Partie du terrain naturel occupe par la route (chausse, talus, berme, accotement et fosss). La largeur de l'assiette est la largeur de la projection horizontale de l'assiette, mesure perpendiculairement l'axe de la route; elle correspond aux limites du terrassement. B.2.7.3 ASSISE DU REMBLAI

Partie de la route constitue de matriaux traits, en place ou rapports, entre le dblai ( dfaut, le terrain naturel) et le remblai. B.2.7.4 REMBLAI

Partie de la route constitue de matriaux rapports, pandus et compacts entre l'assise du remblai ( dfaut, le dblai) et la couche de forme ( dfaut, la forme). B.2.7.5 COUCHE DE FORME

Couche suprieure du terrain de fondation constitue de matriaux slectionns ou ralise par un traitement spcial destin amliorer le terrain. B.2.7.6 FORME

Surface du terrain de fondation. La largeur de la forme concide avec celle de l'assiette. Le fond de coffre d'une partie revtue est la partie de la forme sur laquelle est tablie la partie revtue considre. B.2.7.7 DEBLAI

Volume initialement occup par le terrain naturel et excav entre l'assiette et la forme.

CCT 2011

B. 11

B.2.7.8

FOUILLE

Volume initialement occup par le terrain naturel et excav pour la construction d'un ouvrage accessoire. La tranche est une fouille de forme allonge.

B.2.8 B.2.8.1

Parties du corps de la chausse ou dune partie revtue SOUS-FONDATION

Partie du corps de la chausse (ou d'une autre partie revtue) comprise entre le fond de coffre et la fondation, destine assurer une ou plusieurs des fonctions suivantes : anticontaminante, drainante, antigel, anticapillaire et portante. B.2.8.2 FONDATION

Partie du corps de la chausse (ou d'une autre partie revtue) comprise entre la sous-fondation ( dfaut le fond de coffre) et le revtement, et compose dune ou de plusieurs couches. B.2.8.3 REVETEMENT

Partie du corps de la chausse (ou d'une autre partie revtue) comprise entre la fondation et la surface de la chausse ou de la partie revtue considre, et compose dune ou de plusieurs couches de liaison et de la couche de roulement. On distingue : couche de liaison (ou infrieure) : couche du revtement autre que la couche de roulement ; couche de roulement (ou suprieure ou d'usure) : couche suprieure du revtement qui supporte directement la circulation. TRAITEMENT DE SURFACE

B.2.8.4

Traitement appliqu en surface d'une couche, avec ou sans apport de matriaux destin amliorer les qualits de la couche, au moment de son excution ou ultrieurement.

B.2.9 B.2.9.1

Parties du corps du terre-plein, du talus ou de la berme COUCHE INTERMEDIAIRE

Partie du corps du terre-plein, du talus de laccotement comprise entre la forme et la couche de couverture. Il peut y avoir plusieurs couches intermdiaires.

CCT 2011

B. 12

B.2.9.2

COUVERTURE

Partie suprieure du corps du terre-plein, du talus ou de laccotement, compose de terre arable (provenant de dblai ou dapport), de matriaux granuleux ou de tout autre amnagement de finition.

B.2.10 B.2.10.1

Types de revtements. REVETEMENT SOUPLE

Revtement constitu de matriaux enrobs de liants hydrocarbons. B.2.10.2 REVETEMENT RIGIDE

Revtement en bton arm ou non. Le mot "bton", employ seul, remplace les mots "bton de ciment". B.2.10.3 PAVAGE ET DALLAGE

Revtement dont la couche de roulement est constitue d'lments tels que pavs, dalles, poss suivant un appareil dtermin.

CCT 2011

B. 13

B.3 B.3.1

LEXIQUE Dmontage

La dmolition slective caractrise par une extraction sans causer de dtriorations, le nettoyage et le tri des matriaux ou objets qui rendent possible leur remploi, leur rutilisation ou leur mise en dpt.

B.3.2

Mise en dpt

Opration comprenant l'excavation ventuelle, le chargement, le transport et le dchargement de matriaux ou d'objets provenant du chantier et dont le pouvoir adjudicateur se rserve la proprit. Le dchargement est effectu soit au lieu de dpt fix par le fonctionnaire dirigeant dans la limite de la rgion de Bruxelles-Capitale, soit sur le chantier en vue de leur valorisation.

B.3.3

Reprise de dpt

Opration comprenant d'une part, au lieu de dpt, l'excavation ventuelle et le chargement, d'autre part, le transport vers le lieu d'emploi et le dchargement.

B.3.4

Fourniture

Opration comprenant l'acquisition, l'enlvement ou l'excavation ventuelle, le chargement, le transport vers et le dchargement au lieu d'emploi, en dpt dfinitif ou en dpt provisoire avec reprise ultrieure. La livraison en dpt est effectue suivant les instructions du fonctionnaire dirigeant.

B.3.5

Dmolition

Le dblai et le remblai ventuellement ncessaires sous la forme, le dterrement par tous les moyens possibles des matriaux ou objets dont le pouvoir adjudicateur ne dsire pas conserver la proprit.

B.3.6.

Dmolition slective

Dmolition organise pour rcuprer sparment sur le chantier des matriaux ou objets prsentant une homognit qui rende possible leur valorisation. Les dchets sont des produits de toute nature provenant des travaux de construction ou de dmolition et dont lentrepreneur doit dbarrasser le chantier. Les dbris sont dfinis comme la fraction pierreuse et sableuse de ces dchets.

CCT 2011

B. 14

B.3.7

Fraisage

Dmolition slective particulire consistant dsagrger la partie superficielle dun revtement laide dune machine comportant un tambour axe horizontal muni doutils de coupe. B.3.8 Evacuation (galement enlvement, hors du chantier ou du domaine public)

Le chargement , le transport et le dchargement en dehors du chantier sur des lieux de dpt que lentrepreneur prend en charge ses frais, ou vers une installation de recyclage, des dcombres, dchets, matriaux ou objets dont le pouvoir adjudicateur ne dsire pas garder la proprit. B.3.9 Terrassement

Terme dsignant les oprations relatives au dblai et au remblai. B.3.10 Dblai

Opration comprenant l'excavation suivant le profil prescrit, le chargement, le transport et le dchargement des matriaux de terrassement. Le dblai est ncessairement suivi d'un remblai, d'une constitution d'un dpt ou d'une vacuation. B.3.11 Remblai

Opration comprenant l'pandage par couches et le compactage des matriaux suivant le profil prescrit. B.3.12 B.3.12.1 Terme dfinissant les natures de terrain TERRAIN MEUBLE

Terrain dont l'excavation ne ncessite pas une dsagrgation pralable au moyen de marteaupic ou d'explosif. Les lments rocheux ventuels de plus de 0,5 m d'un seul tenant sont compts pour leur volume propre. B.3.12.2 TERRAIN REPUTE ROCHEUX

Terrain pour lequel le pouvoir adjudicateur a estim que les volumes rocheux ncessitant une dsagrgation pralable sont prpondrants.

CCT 2011

C. 1

CHAPITRE C - MATERIAUX DE CONSTRUCTION Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
C.0 PRESCRIPTIONS GENERALES

C.1

SOLS C.1.1 C.1.2 Dfinitions et classification des sols meubles Sols pour remblais C.1.2.1 Dfinition C.1.2.2 Caractristiques C.1.2.3 Essais Terre arable

C.1.3

C.2

SABLES C.2.1 C.2.2 Dfinition Sables naturels C.2.2.1 Caractristiques C.2.2.2 Essais Sables artificiels et recycls C.2.3.1 Sables de laitier granul C.2.3.2 Sables de criblage de dbris C.2.3.3 Sables de concassage de dbris C.2.3.4 Sables de mchefers de centrales lectriques charbon C.2.3.5 Sables de mchefers traits (M.I.O.M.) C.2.3.6 Sables vert C.2.3.7 Sables de concassage de scories BOF et de scories EAF C.2.3.8 Sables de concassage de scories daciries inox traites C.2.3.9 Sables de concassage de scories non-ferreux C.2.3.10 Sables de laitier granul de non-ferreux Spcifications des sables selon leur utilisation C.2.4.1 Sables de drainage C.2.4.1.1 Nature et origine C.2.4.1.2 Spcifications C.2.4.1.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.2.4.2 Sables pour sous-fondation, sables pour empierrement de fondation C.2.4.2.1 Nature et origine C.2.4.2.2 Spcifications C.2.4.2.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.2.4.3 Sables pour sable-ciment C.2.4.3.1 Nature et origine C.2.4.3.2 Spcifications C.2.4.3.3 Granularit des sables C.2.4.3.3.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GF 85) C.2.4.3.3.2 Tolrance sur la granularit des sables dclars par le producteur (catgorie GTF 25) C.2.4.3.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

C.2.3

C.2.4

CCT 2011

C. 2

C.2.4.4 Sables pour bton maigre C.2.4.4.1 Nature et origine C.2.4.4.2 Spcifications C.2.4.4.3 Granularit des sables C.2.4.4.3.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GF 85) C.2.4.4.3.2 Tolrances selon la norme NBN EN 12620 sur la granularit des sables dclars par le producteur C.2.4.4.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.2.4.5 Sables pour revtements en bton et lments linaires couls en place C.2.4.5.1 Nature et origine C.2.4.5.2 Spcifications C.2.4.5.3 Granularit des sables C.2.4.5.3.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GF 85) C.2.4.5.3.2 Tolrance selon la norme NBN EN 12620 sur la granularit des sables dclare par le producteur C.2.4.5.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.2.4.6 Sables pour bton douvrage dart C.2.4.7 Sables pour mortier C.2.4.7.1 Nature et origine C.2.4.7.2 Spcifications C.2.4.7.3 Granularit des sables C.2.4.7.3.1 Caractristiques gnrales de granularit C.2.4.7.3.2 Tolrances sur la granularit des sables dclare par le producteur C.2.4.7.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.2.4.8 Sables pour pavage ou dallage C.2.4.8.1 Nature et origine C.2.4.8.2 Sables pour couche de pose de pavage ou dallage C.2.4.8.2.1 Spcifications C.2.4.8.2.2 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GF 85) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (GTF10) C.2.4.8.3 Sables pour jointoiement C.2.4.8.3.1 Spcifications C.2.4.8.3.2 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GF 85) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTA 20) C.2.4.8.4 Sables pour couche de pose pour pavages drainants C.2.4.8.4.1 Spcifications C.2.4.8.4.2 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GF 85) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTF 10) C.2.4.8.5 Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit C.2.4.9 Sables pour mlanges bitumineux C.2.4.9.1 Nature et origine C.2.4.9.2 Spcifications C.2.4.9.2.1 Caractristiques gnrales de granularit des sables (catgorie GF85) C.2.4.9.2.2 Tolrances sur la granularit des sables dclare par le producteur (catgorie GTC10) C.2.4.9.2.3 Autres spcifications C.2.4.9.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

CCT 2011

C. 3

C.3

GRAVILLONS C.3.1 C.3.2 Dfinition Gravillons naturels C.3.2.1 Caractristiques C.3.2.2 Essais C.3.2.3 Dolomie C.3.2.3.1 Dolomie 0/6,3 C.3.2.3.2 Dolomie 0/16 C.3.2.3.3 Dolomie 6,3/16 Gravillons artificiels et recycls C.3.3.1 Laitier concass C.3.3.2 Schiste rouge C.3.3.3 Cendres C.3.3.4 Scorie BOF et scorie EAF C.3.3.2.1 Nature et origine C.3.3.4.2 Spcifications C.3.3.5 Scories daciries inox traites C.3.3.6 Mchefers traits (M.I.O.M.) C.3.3.7 Mchefers de centrale lectrique charbon C.3.3.8 Argile expanse C.3.3.8.1 Description C.3.3.8.2 Spcifications C.3.3.9 Gravillons de dbris de bton, de dbris de maonnerie, de dbris mixtes, de dbris hydrocarbons C.3.3.10 Produits de scalpage de gravillons recycls C.3.3.10.1 Nature et origine C.3.3.10.2 Spcifications Spcifications des gravillons selon leur utilisation C.3.4.1 Gravillons pour sous-fondation C.3.4.1.1 Nature et origine C.3.4.1.2 Spcifications C.3.4.1.3 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC 80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTC 20/17,5) C.3.4.1.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.3.4.2 Gravillons pour empierrement de fondation C.3.4.2.1 Nature et origine C.3.4.2.2 Spcifications C.3.4.2.3 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC 80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTC 20/17,5) C.3.4.2.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.3.4.3 Gravillons pour bton maigre et bton maigre poreux C.3.4.3.1 Nature et origine C.3.4.3.2 Spcifications C.3.4.3.3 Caractristiques gnrales de granularit C.3.4.3.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.3.4.4 Gravillons pour bton de ciment pour revtement et lment linaire excut en place C.3.4.4.1 Nature et origine C.3.4.4.2 Spcifications C.3.4.4.3 Caractristiques gnrales de granularit C.3.4.4.4 Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

C.3.3

C.3.4

CCT 2011

C. 4

C.3.4.5 Gravillons pour bton douvrage dart C.3.4.5.1 Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit C.3.4.6 Gravillons pour revtements bitumineux et grave-bitume C.3.4.6.1 Nature et origine C.3.4.6.2 Spcifications C.3.4.6.2.1 Caractristiques gnrales de granularit C.3.4.6.2.2 Autres spcifications C.3.4.6.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.3.4.7 Gravillons pour traitement de surfaces, pour enduits superficiels (sauf ESHP) et pour matriaux bitumineux couls froid (MBCF) C.3.4.7.1 Nature et origine C.3.4.7.2 Spcifications C.3.4.7.2.1 Caractristiques gnrales de granularit C.3.4.7.2.2 Autres spcifications C.3.4.7.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.3.4.8 Gravillons pour enduit superficiel haute performance (ESHP) C.3.4.9 Gravillons pour couche de pose de pavage ou dallage C.3.4.9.1 Nature et origine C.3.4.9.2 Spcifications C.3.4.9.2.1 Gravillon 2/8 C.3.4.9.2.1.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC 80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (GTC 20/15 pour le 2/6,3 et GTC 20/17,5 pour le 2/8) C.3.4.9.2.2 Gravillon 1/D (D 6,3 mm) pour couche de pose de pavages drainants C.3.4.9.2.2.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (GTC20-17,5) C.3.4.9.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

C.4

GRAVES C.4.1 C.4.2 C.4.3 Description Graves naturelles Graves issues de matriaux artificiels ou recycls C.4.3.1 Graves artificielles ou recycles C.4.3.2 Agrgats denrobs bitumineux (AEB) C.4.3.3 Graves issues du criblage de recyclage Spcifications des graves selon leur utilisation C.4.4.1 Graves pour sous-fondation C.4.4.1.1 Nature et origine C.4.4.1.2 Spcifications C.4.4.1.2.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GA75) C.4.4.1.2.2 Tolrances sur la granularit des graves dclare par le producteur (catgorie GTA20) C.4.4.1.2.3 Autres spcifications C.4.4.1.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.4.4.2 Graves pour fondation et empierrement C.4.4.2.1 Nature et origine C.4.4.2.2 Spcifications C.4.4.2.2.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GA80) suivant NBN EN 13242

C.4.4

CCT 2011

C. 5

C.4.4.2.2.2 Tolrances sur la granularit des graves dclare par le producteur (catgorie GTA20) C.4.4.2.2.3 Autres spcifications C.4.4.2.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.4.4.3 Graves pour bton maigre C.4.4.3.1 Nature et origine C.4.4.3.2 Spcifications C.4.4.3.2.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GA90) et caractristiques supplmentaires C.4.4.3.2.2 Autres spcifications C.4.4.3.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.4.4.4 Graves pour grave-bitume C.4.4.4.1 Nature et origine C.4.4.4.2 Spcifications C.4.4.4.2.1 Caractristiques gnrales de granularit C.4.4.4.2.2 Autres spcifications C.4.4.4.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.4.4.5 Graves pour matriaux bitumineux couls froid (MBCF) C.4.4.5.1 Nature et origine C.4.4.5.2 Spcifications C.4.4.5.2.1 Caractristiques gnrales de granularit C.4.4.5.2.2 Autres spcifications C.4.4.5.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit C.4.4.6 Graves 0/4 pour revtements bitumineux compacts C.4.4.6.1 Nature et origine C.4.4.6.2 Spcifications C.4.4.6.2.1 Caractristiques gnrales de granularit des graves 0/4 (catgorie GA85) C.4.4.6.2.2 Tolrances sur la granularit des graves 0/4 dclare par le producteur (catgorie GTC10) C.4.4.6.2.3 Autres spcifications C.4.4.6.3 Rception de matriaux Systme dattestation de conformit C.4.4.7 Graves 0/8 pour couche de pose de pavage ou dallage C.4.4.7.1 Nature et origine C.4.4.7.2 Spcifications C.4.4.7.2.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GA80) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (GTA20) C.4.4.7.2.2 Autres spcifications C.4.4.7.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

C.5

LIANTS HYDRAULIQUES ROUTIERS C.5.1 C.5.2 Description Spcifications C.5.2.1 Composition C.5.2.2 Exigences physiques et chimiques C.5.2.3 Exigences mcaniques C.5.2.4 Dfinition

C.6

CIMENTS C.6.1 C.6.2 Dfinition Spcifications relatives lutilisation

CCT 2011

C. 6

C.7

CHAUX C.7.1 C.7.2 Dfinition Caractristiques C.7.2.1 Chaux pour le traitement des sols C.7.2.1.1 Chaux vive classique C.7.2.1.2 Chaux mission de poussire rduite C.7.2.2 Chaux pour empierrement granularit continue, sable laitier et bton pouzzolanique Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

C.7.3

C.8

FILLERS C.8.1 Filler pour mlanges bitumineux C.8.1.1 Nature et origine C.8.1.2 Spcifications C.8.1.3 Caractristiques de granularit du filler C.8.1.4 Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

C.9

LIANTS POUR PRODUITS BITUMINEUX C.9.1 Bitume routier C.9.1.1 Dfinition C.9.1.2 Spcifications Bitume polymre neuf C.9.2.1 Dfinition C.9.2.2 Spcifications C.9.2.3 Caractristiques informatives C.9.2.4 Livraison et entreposage Bitume indice de pntration positif C.9.3.1 Dfinition C.9.3.2. Spcifications C.9.3.3 Caractristiques informatives Bitume flux C.9.4.1 Bitume routier flux volution moyenne C.9.4.1.1 Dfinition C.9.4.1.2 Spcifications C.9.4.2 Bitume flux base de bitume polymre C.9.4.2.1 Dfinition C.9.4.2.2 Spcifications Emulsion de bitume C.9.5.1 Emulsion anionique de bitume C.9.5.1.1 Dfinition C.9.5.1.2 Spcifications C.9.5.2 Emulsion cationique de bitume C.9.5.2.1 Dfinition C.9.5.2.2 Spcifications Bitume dur C.9.6.1 Dfinition C.9.6.2 Spcifications Liant base de rsine C.9.7.1 Description C.9.7.2 Spcifications

C.9.2

C.9.3

C.9.4

C.9.5

C.9.6

C.9.7

CCT 2011

C. 7

C.9.8

Emulsion base de liant synthtique clair C.9.8.1 Description C.9.8.2 Spcifications C.9.9 Liants pigmentables C.9.9.1 Description C.9.9.2 Spcifications C.9.10 Liant spcial pour joint C.9.10.1 Description C.9.10.2 Spcifications C.9.11 Additifs pour liant C.9.11.1 Polyolfines C.9.11.1.1 Description C.9.11.1.2 Spcifications C.9.11.2 Asphalte naturel C.9.11.2.1 Description C.9.11.2.2 Spcifications C.9.11.2.2.1 Asphalte naturel avec teneur en cendres leve C.9.11.2.2.2 Asphalte naturel avec teneur en cendres faible C.9.11.3 Polymres C.9.11.3.1 Description C.9.11.3.2 Spcifications C.9.12 Vernis dadhrence

C.10 ACIERS C.10.1 Goujons, barres dancrage, berceaux C.10.1.1 Goujons C.10.1.2 Barres dancrage C.10.1.3 Berceaux C.10.2 Aciers pour bton arm de construction C.10.2.1 Barres darmatures C.10.2.1.1 Spcifications pour les barres et fils machine nervures C.10.2.1.2 Spcification pour les fils crouis froid lisses et pour les fils crouis froid nervures C.10.2.2 Treillis prfabriqus C.10.2.2.1 Dfinition C.10.2.2.2 Spcifications C.10.2.3 Faonnage C.10.3 Acier galvanis et boulons galvaniss

C.11 MEMBRANE PLASTIQUE C.11.1 Dfinition C.11.2 Caractristiques

CCT 2011

C. 8

C.12 GEOSYNTHETIQUES C.12.1 Dfinition C.12.1.1 Gotextiles C.12.1.2 Gogrilles C.12.2 Caractristiques C.12.2.1 Gotextiles C.12.2.2 Gogrilles C.12.3 Mise en oeuvre C.12.4 Vrifications C.12.5 Paiement

C.13 PRODUITS DE CURE C.13.1 Dfinition C.13.2 Caractristiques

C.14 PRODUITS DE SCELLEMENT C.14.1 Produits de scellement couls C.14.1.1 Produit de scellement coul chaud C.14.1.1.1 Description C.14.1.1.2 Spcifications C.14.1.1.3 Vrifications C.14.1.1.4 Livraison et entreposage C.14.1.2 Produit de scellement coul froid C.14.1.2.1 Description C.14.1.2.2 Spcifications C.14.1.2.3 Vrifications C.14.1.2.4 Livraison et entreposage C.14.2 Bande bitumineuse prforme ou extrude pour joints dans un revtement bitumineux C.14.2.1 Bande bitumineuse (autoadhsive) prforme pour joint C.14.2.1.1 Dfinition C.14.2.1.2 Dimensions C.14.2.1.3 Caractristiques C.14.2.1.4 Vrifications C.14.2.1.5 Livraison et entreposage C.14.2.2 Bande bitumineuse extrude pour joint C.14.3 Produit de scellement prform mettre en oeuvre froid C.14.4.1 Dfinition C.14.4.2 Caractristiques C.14.4 Colle pour lments linaires

C.15 FOURRURES DE JOINTS DE DILATATION C.15.1 Dfinition C.15.2 Caractristiques

CCT 2011

C. 9

C.16 FONDS DE JOINT C.16.1 Dfinition C.16.2 Caractristiques

C.17 ADJUVANTS POUR BETONS C.17.1 Dfinition C.17.2 Caractristiques C.17.3 Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit C.18 PIGMENTS POUR MELANGES BITUMINEUX

C.19 PIERRES NATURELLES C.19.1 Gnralits C.19.1.1 Origine gologique C.19.1.2 Echantillons contracturels et rception C.19.1.3 Caractristiques C.19.1.3.1 Critres de durabilit C.19.1.3.1.1 Gel-dgel C.19.1.3.1.2 Chocs thermiques C.19.1.3.1.3 Vieillissement acclr avec le SO2 en prsence dhumidit (uniquement pour les grs et les schistes) C.19.1.3.2 Absorption deau C.19.2 Roches sdimentaires C.19.2.1 Roches sdimentaires carbonates C.19.2.1.1 Nature et origine gologique C.19.2.1.2 Caractristiques C.19.2.1.3 Dfauts entranant le rebut de la pierre C.19.2.1.4 Caractristiques particulires des pierres tailles sdimentaires carbonates C.19.2.1.5 Mesurage des pierres C.19.2.2 Roches sdimentaires carbonates crinodes C.19.2.2.1 Nature et origine gologique C.19.2.2.2 Caractristiques C.19.2.2.3 Dfauts entranant le rebut de la pierre C.19.2.2.4 Caractristiques particulires des pierres tailles sdimentaires carbonates crinodes C.18.2.2.5 Mesurage des pierres C.19.3 Porphyre C.19.4 Quartzite C.19.5 Grs C.19.6 Marbre rouge C.19.7 Granite

C.20 FIBRES UTILISEES EN TANT QUINHIBITEUR DECOULEMENT

CCT 2011

C. 10

C.21 CHLORURE DE CALCIUM EN SOLUTION C.21.1 Dfinition C.21.2 Caractristique C.21.3 Livraison et entreposage

C.22 PAVES C.22.1 Dfinition C.22.2 Pavs en pierre naturelle C.22.2.1 Pavs carrs ou oblongs en pierre naturelle C.22.2.1.1 Description C.22.2.1.2 Spcifications C.22.2.1.2.1 Caractristiques du matriau C.22.2.1.2.2 Caractristiques gomtriques C.22.2.1.2.3 Caractristiques physiques et mcaniques C.22.2.2 Pavs mosaques en pierre naturelle C.22.2.2.1 Description C.22.2.2.2 Spcifications C.22.2.2.2.1 Caractristiques du matriau C.22.2.2.2.2 Caractristiques gomtriques C.22.2.2.2.3 Caractristiques physiques et mcaniques C.22.3 Pavs en bton C.22.3.1 Prescriptions gnrales C.22.3.2 Prescriptions complmentaires relatives aux produits de pavages permables leau C.22.3.2.1 Caractristiques dimensionnelles et de forme C.22.3.2.2 Caractristiques physiques et mcaniques C.22.3.3 Rception des matriaux C.22.3.3.1 Systme dattestation de conformit C.22.3.3.2 Rception technique pralable C.22.4 Pavs en terre cuite C.22.4.1 Description C.22.4.2 Spcifications C.22.4.3 Rception des matriaux C.22.4.3.1 Systme dattestation de conformit C.22.4.3.2 Rception technique pralable

C.23 TUYAUX ETANCHES C.23.1 C.23.2 C.23.3 C.23.4 C.23.5 Dfinition Tuyaux en bton Tuyaux en bton arm me en tle Tuyaux en grs Tuyaux en matriaux synthtiques C.23.5.1 Tuyaux non soumis pression interne C.23.5.1.1 Tuyaux et raccord en polychlorure de vinyle non plastifi (PVC-U) C.23.5.1.1.1 Spcifications techniques C.23.5.1.2 Tuyaux et raccords en polythylne haute densit (PE-HD) C.23.5.1.2.1 Spcifications techniques C.23.5.1.3 Tuyaux et raccords en polypropylne (PP) C.23.5.1.3.1 Spcifications techniques C.23.5.2 Tuyaux soumis pression interne

CCT 2011

C. 11

C.23.6 Tuyaux en fonte ductile C.23.6.1 Revtements classiques C.23.6.2 Revtements particuliers C.23.7 Tuyaux en acier

C.24 GARNITURE DETANCHEITE POUR JOINTS DE CANALISATION

C.25 TUYAUX DRAINANTS ET MATERIAUX FILTRANTS C.25.1 Tuyaux drainants C.25.1.1 Dfinition C.25.1.2 Spcifications C.25.1.2.1 Spcifications complmentaires pour les tuyaux circulaires perfors et poreux en bton non arm C.25.1.2.1.1 Caractristiques gnrales des tuyaux en bton poreux et perfors C.25.1.2.1.1.1 Gnralits C.25.1.2.1.1.2 Caractristiques gomtriques C.25.1.2.1.1.3 Rsistance lcrasement C.25.1.2.1.1.4 Etanchit leau C.25.1.2.1.1.5 Armature et teneur en fibres dacier C.25.1.2.1.2 Caractristiques particulires des tuyaux en bton poreux C.25.1.2.1.2.1 Bton poreux C.25.1.2.1.2.2 Permabilit leau C.25.1.2.1.3 Caractristiques particulires des tuyaux en bton perfors C.25.1.2.1.3.1 Perforations C.25.1.2.1.4 Mthodes dessai C.25.1.2.1.4.1 Permabilit leau C.25.1.2.1.4.2 Dtermination des dimensions des perforations C.25.1.2.1.5 Evaluation de la conformit C.25.1.2.1.6 Marquage C.25.2 Matriaux filtrants C.25.2.1 Dfinition C.25.2.2 Spcifications

C.26 BRIQUES ET BLOCS DE MACONNERIES C.26.1 Dfinition C.26.2 Briques en terre cuite C.26.3 Matriaux de maonnerie en bton C.26.3.1 Blocs pleins en bton C.26.3.2 Blocs creux ou perfors en bton C.26.3.3 Blocs en silico-calcaires C.26.3.4 Blocs de coffrage en bton

C.27 DALLES C.27.1 Dalles en bton de ciment C.27.1.1 Rception des matriaux C.27.1.1.1 Systme dattestation de conformit C.27.1.1.2 Rception technique pralable C.27.2 Dalles en pierre naturelle

CCT 2011

C. 12

C.27.3 Dalles-gazon en bton C.27.3.1 Dfinition C.27.3.2 Caractristiques du bton durci C.27.3.2.1 Rsistance mcanique C.27.3.2.2 Absorption deau C.27.3.3 Caractristiques du produit C.27.3.3.1 Dimensions de fabrication C.27.3.3.2 Ecarts dimensionnels C.27.3.3.3 Caractristiques de forme C.27.3.3.4 Ecarts de planit de la face de pose C.27.3.3.5 Aspect C.27.3.3.6 Classe dexposition C.27.3.3.7 Rsistance mcanique C.27.4 Dalles-gazon en matriaux synthtiques C.27.5 Dalles en pierre reconstitue C.27.5.1 Rception des matriaux C.27.5.1.1 Systme dattestation de conformit C.27.5.1.2 Rception technique pralable C.27.6 Dalles de reprage C.27.6.1 Dalles de conduite : dalles stries C.27.6.1.1 Dfinition C.27.6.1.2 Caractristiques techniques C.27.6.2 Dalles dveil la vigilance : dalles protubrances C.27.6.2.1 Dfinition C.27.6.2.2 Caractristiques techniques C.27.6.3 Dalles dinformation : revtement souple C.27.6.3.1 Dfinition C.27.6.3.2 Caractristiques techniques C.27.7 Dalles de sol industriel

C.28 ELEMENTS EN FONTE ET EN ACIER COULE C.28.1 Avaloirs C.28.1.1 Dfinition C.28.1.2 Caractristiques C.28.1.3. Essais C.28.1.4 Identification C.28.2 Trappillons C.28.2.1 Trappillons appui priphrique C.28.2.1.1 Dfinition C.28.2.1.2 Caractristiques C.28.2.1.3 Identification et essais C.28.2.2 Trappillons triple appui C.28.2.2.1 Dfinition C.28.2.2.2 Caractristiques C.28.2.2.3 Identification et essais C.28.3 Chssis de visite C.28.3.1 Dfinition C.28.3.2 Caractristiques C.28.3.3 Identification et essais C.28.4 Fibres de fonte pour gunitage

CCT 2011

C. 13

C.29 ECHELLES ET ECHELONS C.29.1 Echelles C.29.1.1 Dfinition C.29.2 Echelons C.29.2.1 Dfinition

C.30 BORDURES C.30.1 Bordures en pierre naturelle C.30.1.1 Description C.30.1.2 Clauses techniques C.30.1.2.1 Matriaux C.30.1.2.2 Exigences dimensionnelles C.30.1.2.3 Exigences physiques et mcaniques C.30.1.2.4 Traitement de surface C.30.2 Bordures prfabriques en bton C.30.2.1 Description C.30.2.2 Clauses techniques C.30.2.3 Rception des matriaux C.30.2.3.1 Systme dattestation de conformit C.30.2.3.2 Rception technique pralable C.30.3 Bordures en bton avec couche superficielle spciale C.30.3.1 Rception des matriaux C.30.3.1.1 Systme dattestation de conformit C.30.3.1.2 Rception technique pralable C.30.4 Bordures en roche sdimentaire carbonate reconstitue C.30.4.1 Rception des matriaux C.30.4.1.1 Systme dattestation de conformit C.30.4.1.2 Rception technique pralable

C.31 BANDES DE CONTREBUTAGE ET FILETS DEAU PREFABRIQUES EN BETON

C.32 BORDURES - FILETS DEAU PREFABRIQUEES EN BETON

C.33 BARRIERES DE SECURITE EN BETON C.33.1 Description C.33.2 Clauses techniques C.33.2.1 Caractristiques du bton C.33.2.2 Caractristiques gomtriques C.33.2.3 Caractristiques daspect C.33.2.4 Rsistance mcanique C.32.3. Rception des matriaux C.32.3.1 Systme dattestation de conformit C.33.3.2 Rception technique prlable

C.34 BARRIERES DE SECURITE METALLIQUES

CCT 2011

C. 14

C.35 CHAMBRES (OU REGARDS) DE VISITE PREFABRIQUEES EN BETON POUR RESEAUX DASSAINISSEMENT ET DEGOUTTAGE

C.36 CANIVEAUX PREFABRIQUES EN BETON C.36.1 Caniveaux avec ou sans couvercle en bton C.36.1.1 Dfinition C.36.1.2 Caractristiques gomtriques C.36.1.3 Caractristiques physiques et mcaniques C.36.2 Caniveaux avec grille mtallique C.36.2.1 Dfinition C.36.2.2 Caractristiques gomtriques et aspect C.36.2.3 Caractristiques physiques et mcaniques C.36.3 Caniveaux prfabriqus en bton polyester ou en bton arm de fibres de verre C.36.3.1 Dfinition C.36.3.2 Caractristiques

C.37 GEOCOMPOSITES DRAINANTS C.37.1. Dfinition C.37.2 Caractristiques C.37.2.1 Filtres C.37.2.2 Membrane impermable C.37.2.3 Goespaceur

C.38 PIERRES DE LAVE C.38.1 Dfinition C.38.2 Caractristiques C.38.2.1 Masse volumique C.38.2.2 Absorption deau

C.39 PREDALLES EN BETON ARME

C.40 SYSTEMES DETANCHEITE DES PONTS ET TOITURES DE TUNNEL ET LEUR PROTECTION C.40.1 Systme dtanchit base de feuille bitumineuse arme pour ponts et toiture de tunnel C.40.1.1 Description C.40.1.2 Spcifications C.40.1.3 Rception des produits C.40.1.4 Livraison et stockage C.40.2 Systme dtanchit base de rsine pour ponts et toitures de tunnel C.40.2.1 Description C.40.2.2 Spcifications C.40.2.3 Rception des produits C.40.2.4 Livraison et stockage

CCT 2011

C. 15

C.40.3 Asphalte coul comme couche dtanchit de ponts et de toitures de tunnel C.40.3.1 Description C.40.3.2 Spcifications C.40.3.2.1 Matriaux C.40.3.2.2 Composition type C.40.3.2.3 Etude prliminaire C.40.3.3 Enregistrement, note justificative et fiche technique C.40.3.3.1 Enregistrement C.40.3.3.1.1 Procdure denregistrement C.40.3.3.1.2 Attribution du certificat denregistrement C.40.3.3.1.3 Validit de lenregistement C.40.3.3.1.4 Retrait de lenregistrement dun mlange C.40.3.3.2 Note justificative et fiche technique C.40.3.3.2.1 Contenu C.40.3.3.2.2 Introduction de la note justificatie et des fiches techniques C.40.3.3.2.3 Validit de la note justificative et des fiches techniques C.40.3.4 Rception des produits C.40.3.4.1 Granularit C.40.3.4.2 Teneur en liant C.40.4 Asphalte coul pour couche de protection de ltanchit C.40.4.1 Description C.40.4.2 Spcifications C.40.4.2.1 Matriaux C.40.4.2.2 Composition type C.40.4.2.3 Etudes prliminaires C.40.4.3. Enregistrement, note justificative et fiche technique C.40.4.4. Rception des produits C.40.4.4.1 Granularit C.40.4.4.2 Teneur en liant C.40.5 Mortier de ciment pour protection de ltanchit des toitures de tunnels

C.41 MATERIAUX ANTI-FISSURES C.41.1 Gotextile C.41.1.1 Description et spcifications C.41.1.2 Vrifications C.41.2 Gogrilles C.41.2.1 Description C.41.2.2 Spcifications C.41.2.2.1 Formes et dimensions C.41.2.2.2 Stabilit physique C.41.2.2.3 Stabilit chimique et biologique C.41.2.2.4 Spcifications propres aux difrentes classes de gogrilles C.41.2.2.4.1 Gogrille de fibres de verre C.41.2.2.4.2 Gogrille en polypropylne C.41.2.2.4.3 Gogrilles en polyester C.41.2.3 Vrifications C.41.2.4 Livraison et entreposage

CCT 2011

C. 16

C.41.3 Combinaison grille-gotextile C.41.3.1 Description C.41.3.2 Spcifications C.41.3.2.1 Spcifications sur le mode dassemblage gotexile/gogrille C.41.3.2.2 Spcifications sur les matriaux C.41.3.3 Vrifications C.41.3.4 Livraison et entreposage C.41.4 Treillis darmatures en acier C.41.4.1 Caractristiques C.41.4.2 Spcifications C.41.4.3 Vrifications C.41.4.5 Livraison et entreposage C.41.5 Structure alvolaire paisse

C.42 PRODUITS DE MARQUAGE

C.43 BILLES DE VERRE UTILISEES POUR LES PRODUITS DE MARQUAGE

C.44 MATERIAUX DE SIGNALISATION VERTICALE C.45 MORTIER A LIANT HYDRAULIQUE MODIFIE C.45.1 Dfinition et spcifications C.46 MORTIER A BASE DE RESINES C.46.1 Dfinition et spcifications C.47 ASPHALTE COULE POUR REPARATION DE FISSURE C.47.1 Matriaux C.47.2 Caractristiques de la composition C.47.2.1 Granularit du mlange de granulats et teneur en bitume C.47.2.2 Etude du mlange et note justificative C.47.3 Spcifications C.47.4 Vrifications C.48 ENROBE STOCKABLE C.48.1 Description C.48.2 Matriaux C.48.3 Caractristiques de la composition C.48.3.1 Granularit du mlange de granulats C.48.3.2 Etude du mlange et note justificative C.48.4 Spcifications C.48.5 Vrifications C.48.5.1 Rception technique pralable C.48.5.2 Reception technique posteriori C.48.6 Fabrication C.48.7 Stockage

CCT 2011

C. 17

C.49 ELEMENTS PREFABRIQUES EN BETON POUR REALISATION DE RAMPES DE PLATEAUX ET RALENTISSEURS DE TRAFIC C.49.1 Description C.49.2 Clauses techniques C.49.2.1 Matriaux C.49.2.2 Formes et dimensions C.49.2.3 Etude pralable C.49.2.4 Finition et couleur de la face de roulement C.49.2.5 Marquages C.49.2.6 Armatures dpassantes C.49.2.7 Fabrication C.49.2.8 Transport et stockage des lments prfabriqus C.49.2.9 Tolrances sur les carts de dimensions et de forme C.49.2.10 Tolrances sur les carts par rapport la couleur prescrite C.49.2.11 Elments non conformes C.50 PRODUITS DIMPREGNATION C.50.1 Dfinition C.50.2 Spcifications

C.51 CENDRES VOLANTES C.51.1 Description C.51.2 Spcifications C.51.3 Livraison et entreposage

CCT 2011

C. 18

CCT 2011

C. 19

C.0 PRESCRIPTIONS GENERALES Aprs leur mise en oeuvre, les matriaux sont inertes, c'est--dire qu'ils ne subissent plus de transformation physique, chimique ou biologique importante et qu'ils rpondent aux critres d'lution repris dans larrt du Gouvernement de la Rgion de Bruxelles-Capitale du 17 dcembre 2009 (Moniteur belge du 8 janvier 2010) dterminant les normes dintervention et les normes dassainissement.

CCT 2011

C. 20

C.1 C.1.1

SOLS Dfinitions et classifications des sols meubles

Les sols sont les matriaux constitutifs des terrains. Les sols meubles sont caractriss par leur granularit, leur indice de plasticit et leur teneur conventionnelle en matires organiques. La granularit se base sur l'importance relative des 7 fractions suivantes : (d tant le diamtre quivalent pour les fractions I, II et IIa ou l'ouverture des mailles de tamis pour les fractions III, IV, V et VI) Fraction I Fraction II Fraction II a Fraction III Fraction IV Fraction V Fraction VI : d 0,002 mm ; : 0,002 mm < d 0,063 mm ; : 0,002 mm < d 0,020 mm ; : 0,063 mm < d 0,200 mm ; : 0,200 mm < d 2,0 mm ; : 2,0 mm < d 20,0 mm ; : 20,0 mm < d 100,0 mm.

Les sols meubles sont classs de la faon suivante :

Dnomination Argile Argile sableuse Argile limoneuse Limon Sable argileux Sable limoneux Sable peu argileux Sable peu limoneux Sol sableux fin moyen gros Indice de Plasticit (%) Ip 25 15 Ip < 25 15 Ip < 25 5 Ip < 25 5 Ip < 15 5 Ip < 15 Ip < 5 Ip < 5 non plastique non plastique non plastique Granularit

III + IV + V 50 % III + IV + V < 50 % et II < 50 % II 50 % et III + IV 15 % III + IV + V 50 % et I IIa III + IV + V 50 % et I < IIa I IIa I < IIa III 50 % III + IV > 50 % et IV < 50 % IV 50 % V 50 % VI 50 %

Gravier et sol pierreux fins Gravier moyen et grossier, pierres

CCT 2011

C. 21

C.1.2 C.1.2.1

Sols pour remblais DEFINITION

Les sols acceptables pour remblais sont : les sols sableux et les sables peu limoneux ou peu argileux ; les sables argileux ou limoneux et les limons, dont l'indice de plasticit est infrieur ou gal 10 % et dont lindice portant immdiat est > 10 % 1 ; les mlanges homognes de sols meubles et de matriaux pierreux ou rocheux ; les sols mlangs avec un agent de traitement (sols traits). CARACTERISTIQUES

C.1.2.2

Les caractristiques des matriaux de remblais sont les suivantes : teneur conventionnelle en matires organiques 3 % ; teneur en matires calcareuses 25 % ; dimension maximale des lments : 10 cm. ESSAIS

C.1.2.3

Il est prlev un chantillon de 20 kg par tranche de 1 000 m (ou fraction restante de 1 000 m) de matriaux de remblai fournis. La moiti de l'chantillon est soumise aux essais, l'autre moiti est conserve pour un contre-essai ventuel. Lchantillonnage et la prparation des chantillons sont dcrits dans les normes NBN EN 932-1 et NBN EN 932-2. Les essais comprennent la dtermination de : la teneur en eau ; la granularit y compris, pour les mlanges, la teneur en lments suprieurs 10 cm ; les limites d'Atterberg ; les teneurs conventionnelles en matires organiques et en matires calcareuses des sols meubles ou de la fraction granulomtrique infrieure 2 mm des mlanges de sols meubles et d'lments pierreux ou rocheux ; lIPI ltat hydrique naturel ; la valeur au bleu de mthylne.

C.1.3

Terre arable

La terre arable doit tre conforme aux spcifications du K.3.1.

Lindice portant immdiat (IPI) est mesur en laboratoire sur une prouvette du type CBR, compacte lnergie du Proctor normal.

CCT 2011

C. 22

C.2 C.2.1

SABLES Dfinition

On appelle "sables", les matriaux granulaires inertes de dimensions: d = 0 et D < 6,3 mm (NBN EN 13242 : granulats pour matriaux traits aux liants hydrauliques et matriaux non traits utiliss pour les travaux de gnie civil et pour la construction des chausses) ; d = 0 et D < 4 mm (NBN EN 12620 : granulats pour bton et NBN EN 13139 : granulats pour mortier) ; d = 0 et D < 2 mm (NBN EN 13043 : granulats pour mlanges hydrocarbons et pour enduits superficiels utiliss dans la construction des chausses, arodromes et dautres zones de circulation).

Les classes granulaires sont spcifies en utilisant les dimensions de tamis donnes par les normes cites ci-dessus et comprenant la srie de base plus la srie 2 (SB+2). Les sables se divisent en sables naturels et en sables artificiels ou recycls. Les "sables naturels" rsultent : soit de la dsagrgation naturelle de roches gnralement siliceuses : ce sont les sables ronds ; soit du concassage de roches ou de gravier : ce sont les sables de concassage ; soit du mlange de sables ronds et de concassage : ce sont les sables mixtes.

Les sables de rivire et les sables de mer sont considrs comme sables naturels. Les sables artificiels sont des sables dorigine minrale rsultant dun procd industriel comprenant une modification thermique. Les sables recycls rsultent du traitement de matriaux ayant dj servi dans la construction. En cas de mlange de plusieurs sables, le mlange compos rpond aux exigences minimales du prsent cahier des charges type. C.2.2 C.2.2.1 Sables naturels CARACTERISTIQUES

Les sables naturels sont conformes aux normes NBN EN 12620, NBN EN 13043, NBN EN 13139 ou NBN EN 13242 suivant leur application. C.2.2.2 ESSAIS

Les sables naturels rpondent, selon leur utilisation, aux prescriptions minimales reprises au C.2.4. Lchantillonnage et la rduction de lchantillon dessai sont conformes aux normes NBN EN 932-1 et NBN EN 932-2.

CCT 2011

C. 23

C.2.3

Sables artificiels et recycls

Les sables artificiels et recycls sont conformes aux normes NBN EN 12620, NBN EN 13043, NBN EN 13139 ou NBN EN 13242 suivant leur application. L'utilisation de sables artificiels et recycls n'est autorise que si les clauses techniques du prsent cahier des charges-type le prvoient explicitement. Ils rpondent selon leur utilisation, aux prescriptions minimales reprises au C.2.4. Le recyclage sur place et lutilisation de ces sables se font sous la surveillance du fonctionnaire dirigeant. Si les sables recycls sont amens de lextrieur du chantier, un certificat de conformit dlivr par un organisme impartial agr est requis. Parmi les sables artificiels et recycls on distingue : C.2.3.1 C.2.3.2 C.2.3.3 C.2.3.4 C.2.3.5 C.2.3.6 C.2.3.7 C.2.3.8 C.2.3.9 C.2.3.10 Sables de laitier granul ; Sables de criblage de dbris ; Sables de concassage de dbris ; Sables de mchefers de centrales lectriques charbon ; Sables de mchefers traits (M.I.O.M) ; Sables vert ; Sables de scories BOF et EAF ; Sables de concassage de scories inox traites ; Sables de concassage de scories non-ferreux ; Sables de scories non-ferreux granules .

C.2.3.1

SABLES DE LAITIER GRANULE

Le laitier granul s'obtient par refroidissement brusque dans un excs d'eau, de laitier basique de haut fourneau. Il est exempt de matires telles que briques rfractaires, sables ou argiles; il ne peut tre ni blanc, ni mousseux, ni riche en chaux. Le laitier granul utilis en additif est conforme la norme NBN EN 14227-2 et rpond aux prescriptions suivantes : masse volumique sche 700 kg/m suivant la norme NBN EN 1097-6 ; coefficient d'activit : 20 < < 40 suivant la norme NBN EN 13286-44.

Le laitier granul utilis comme sable est conforme la norme NBN EN 13242 et rpond aux prescriptions suivantes : masse volumique sche 1 000 kg/m suivant la norme NBN EN 1097-6 ; coefficient d'activit : 20 < < 40 suivant la norme NBN EN 13286-44. SABLES DE CRIBLAGE DE DEBRIS

C.2.3.2

Ces sables proviennent du criblage de matriaux de dmolition d'ouvrages de gnie civil, de routes et de btiments.

CCT 2011

C. 24

L'indice de plasticit est infrieur ou gal 10. Le gonflement ne dpasse pas 2 % (stabilit volumique). C.2.3.3 SABLES DE CONCASSAGE DE DEBRIS

Ces sables proviennent du concassage de matriaux de dmolition d'ouvrages de gnie civil et de btiments. L'indice de plasticit est non mesurable. volumique). C.2.3.4 Le gonflement ne dpasse pas 2 % (stabilit

SABLES DE MACHEFERS DE CENTRALES ELECTRIQUES A CHARBON

Il sagit de la fraction 0/4 mm des mchefers capts dans leau sous la chaudire dune centrale lectrique charbon : -

la perte au feu est 7 % ; le pourcentage en fines est 15 %. SABLES DE MACHEFERS TRAITES (Mchefers dIncinration dOrdures Mnagres M.I.O.M.)

C.2.3.5

On appelle mchefers traits les matriaux solides produits par une installation effectuant le criblage, la sparation des mtaux et la maturation de mchefers bruts provenant dunits autorises dincinration de dchets et nayant pas t mlangs ni avec des cendres volantes ni avec des cendres sous chaudire : la perte au feu est 5 % ; la masse volumique sche du matriau en vrac est dau moins 1 000 kg/m ; la stabilit volumique est telle que le gonflement acclr 50C et en prsence dair est infrieur 2 % aprs 28 jours. SABLES A VERT

C.2.3.6

On appelle sable vert les sables de fonderie lis la bentonite et ayant subi la coule. C.2.3.7 SABLES DE CONCASSAGE DE SCORIES BOF ET DE SCORIES EAF

Il sagit de la fraction 0/2 mm de scories BOF et EAF conformes au C.3.3.4. C.2.3.8 SABLES DE CONCASSAGE DE SCORIES DACIERIES INOX TRAITEES

Il sagit de la fraction 0/2 mm des scories conformes au C.3.3.5. C.2.3.9 SABLES DE CONCASSAGE DE SCORIES NON-FERREUX

Le sable de concassage de scories non-ferreux est le produit rsultant du concassage de scories dun mtal non-ferreux refroidi lair. Le diamtre maximum des particules ne dpasse pas 4 mm.

CCT 2011

C. 25

C.2.3.10

SABLES DE LAITIER GRANULE DE NON-FERREUX

Ce laitier granul est obtenu par refroidissement brusque dans un excs deau de la scorie dun mtal non-ferreux. C.2.4 Spcifications des sables selon leur utilisation

Les prescriptions ci-dessus, valables pour toutes les applications, sont compltes par les prescriptions ci-aprs en fonction de lutilisation du matriau. C.2.4.1 C.2.4.1.1 Sont admis : les sables naturels ( C.2.2) conformes la norme NBN EN 13242 ; le sable de mchefers de centrales lectriques charbon ( C.2.3.4) et le sable de concassage de dbris ( C.2.3.3), conformes la norme NBN EN 13242. Spcifications
Prescription 3 % (1) 0/D 5 % au tamis D 20 % au tamis D/2 2,4 4,0 1,5 g/kg 60 % 5%

SABLES DE DRAINAGE Nature et origine

C.2.4.1.2

Caractristique Teneur en fines Granularit type Tolrances Module de finesse Valeur au bleu des fines Equivalent de sable Teneur en glauconie Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (2)
(1)
(2)

Catgorie f3 GF 85 GTF 20 CF MBF 1,5 SE60

Non requis

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-1 NBN EN 933-1 NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 933-8 voir chapitre M

La teneur en fines peut tre 7 % catgorie f7 pour autant que la permabilit k10C, 40 % est 5.10-5 m/s. Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.2.4.1.3

Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Le sable de drainage relve du systme dattestation de conformit 2+.

CCT 2011

C. 26

C.2.4.2 C.2.4.2.1 Sont admis : -

SABLES POUR SOUS-FONDATION, SABLES POUR EMPIERREMENT DE FONDATION Nature et origine

les sables naturels ( C.2.2) conformes la norme NBN EN 13242 ; les sables artificiels et recycls suivants, conformes la norme NBN EN 13242 : sable de laitier granul ( C.2.3.1) ; sable de concassage de dbris ( C.2.3.3) ; sable de mchefers de centrales lectriques charbon ( C.2.3.4).

Les sables de mchefers traits (M.I.OM.) ( C.2.3.5) et sables vert ( C.2.3.6) ne sont pas admis pour un empierrement non trait mais bien pour un empierrement trait ainsi quen sous-fondation. Les sables de concassage de scories BOF et EAF ( C.2.3.7), les sables de concassage de scories non-ferreux ( C.2.3.9) et les sables de laitier granul de non-ferreux ( C.2.3.10) ne sont pas admis en sous-fondation mais bien en empierrement trait ou non trait (fondation). C.2.4.2.2 Spcifications
Prescription 0/D 5 % au tamis D 20 % au tamis D/2 16 % 10 g/kg

Caractristique Granularit type Tolrances Teneur en fines Valeur au bleu des fines Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (1)
(1)

Catgorie GF 85 GTF 20 f16 MBF 10

Non requis

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-1 NBN EN 933-1 NBN EN 933-9

Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.2.4.2.3

Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les sables pour sous-fondation et empierrement de fondation relvent du systme dattestation de conformit 2+. C.2.4.3 C.2.4.3.1 Sont admis : les sables naturels ( C.2.2) conformes la norme NBN EN 13242 ; SABLES POUR SABLE-CIMENT Nature et origine

CCT 2011

C. 27

les laitiers granuls ( C.2.3.1), les sables de concassage de dbris ( C.2.3.3), les sables de mchefers traits ( C.2.3.5), les sables vert ( C.2.3.6), les sables dacieries inox traites ( C.2.3.8) les sables de concassage de scories non-ferreuses ( C.2.3.9), et les sables de scories non-ferreuses granules ( C.2.3.10) conformes la norme NBN EN 13242. Spcifications

C.2.4.3.2

Les sables rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristiques Teneur en fines Valeur au bleu Teneur en sulfates solubles dans lacide (1) Teneur en soufre total (2) Teneur en sulfate soluble dans leau (2) Teneur en chlorures Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (3)
(1) (2)
(3)

Prescription < 22 % < 2,5 g/kg < 0,8 % <1% < 0,7 % 0,10 %

Catgorie f22 MB2,5 AS0,8 S1 SS0,7 C0,1

Non requis

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1

Laitier granul. Sables artificiels et recycls. Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.2.4.3.3 C.2.4.3.3.1
Tamis mm 12,5 9 8 6,3 5,6 4 2,8 2 1,4 1

Granularit des sables CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GF 85)

Pourcentage en masse de passant 0/6,3 100 98-100 85-99 0/4 100 98-100 85-99 0/2 100 98-100 85-99 0/1 100 98-100 85-99

CCT 2011

C. 28

C.2.4.3.3.2

TOLERANCE SUR LA GRANULARITE DES SABLES DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTF25)
Pourcentage en masse de passant 0/4 0/2 + 7,5 + 25 + 7,5 + 25 +5 +5

Tamis mm 6,3 4 3,15 2 1 0,5 0,063 (1)

(1)

0/6,3 + 7,5 + 25 +5

0/1 + 7,5 + 25 +5

Sauf pour les catgories f3 et f7.

C.2.4.3.4

Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

Les sables pour sable-ciment relvent du systme 2+. C.2.4.4 C.2.4.4.1 SABLES POUR BETON MAIGRE Nature et origine

Sont admis : les sables naturels ( C.2.2), le laitier granul (au maximum 20 % de la masse totale de sable) ( C.2.3.1), les sables de mchefers traits ( C.2.3.5) et les sables de scories dacieries inox traites ( C.2.3.8) rpondant aux mmes critres que les sables naturels, conformes la norme NBN EN 12620. C.2.4.4.2 Spcifications

Les sables rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Teneur en fines Valeur au bleu Teneur en chlorures (1) Teneur en lments coquilliers (1) Teneur en sulfate soluble dans leau (2) Teneur en sulfates soluble dans lacide Teneur en soufre total Constituants augmentant le temps de prise (min.) et rduisant la rsistance du bton (%) Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 12620 (4)
(1) (2)
(3)

Prescription < 10 % < 1,5 g/kg < 0,10 % 30 % < 0,2 % < 0,8 % (3)
Valeur dclare
(2)

Catgorie f10 MB1,5 C0,10 SC30 SS0,2 AS0,8(3)

AS dclare
(4)

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 1744-1 NBN EN 933-7 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1

(3)

<1% < 120 min < 20 %

S1

Non requis

(4)

Pour les sables dorigine marine. Pour le laitier granul. Pour les sables artificiels et recyls. Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

CCT 2011

C. 29

C.2.4.4.3 C.2.4.4.3.1

Granularit des sables CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GF 85)

Pourcentage en masse de passant 0/2 100 95-100 85-99 -

Tamis mm 8 5,6 4 2,8 2 1,4 1

0/4 100 95-100 85-99 -

0/1 100 95-100 85-99

C.2.4.4.3.2

TOLERANCES SELON LA NORME NBN EN 12620 SUR LA GRANULARITE DES SABLES DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR
Pourcentage en masse de passant 0/2 + 5 (1) + 20 + 25 +5

Tamis mm 4 2 1 0,250 0,063 (2)

(1) (2)

0/4 + 5 (1) + 20 + 20 +3

0/1 + 5 (1) + 25 +5

Tout en respectant les limites des caractristiques de granularit ( C.2.4.4.3.1). Tout en respectant la teneur maximale en fines soit 10 %.

C.2.4.4.4

Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

Les sables pour bton maigre relvent du systme 2+. C.2.4.5 C.2.4.5.1 SABLES POUR REVETEMENTS EN BETON ET ELEMENTS LINEAIRES COULES EN PLACE Nature et origine

Sont admis les sables naturels ( C.2.2) conformes la norme NBN EN 12620. Seuls les sables ronds sont autoriss.

CCT 2011

C. 30

C.2.4.5.2

Spcifications

Les sables rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristiques Teneur en fines Module de finesse pour les sables 0/4 et 0/2 pour les sables 0/1 Constituants augmentant le temps de prise (min.) et rduisant la rsistance du bton Teneur en soufre total Teneur en chlorures Teneur en lments coquilliers Raction alcali-silice Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 12620 (1)
(1)

Prescription <3% 4,0 2,4 2,8 1,5 ou 2,1 0,6 < 120 min < 20 % <1% < 0,06 % < 10 %

Catgorie f3 CF MF FF

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-1

NBN EN 1744-1 S1 C0,06 SC10 Valeur dclare

Non requis

NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 933-7

Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.2.4.5.3 C.2.4.5.3.1

Granularit des sables CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GF 85)

Les prescriptions du C.2.4.4.3.1 sont dapplication. C.2.4.5.3.2 TOLERANCES SELON LA NORME NBN EN 12620 SUR LA GRANULARITE DES SABLES DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR
Pourcentage en masse de passant 0/2 +5 + 10 + 15

Tamis mm 4 2 1 0,250

0/4 +5 + 10 + 10

0/1 +5 + 15

C.2.4.5.4

Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

Les sables pour revtements en bton et lments linaires couls en place relvent du systme 2+. C.2.4.6 SABLES POUR BETON DOUVRAGE DART

Les prescriptions du C.2.4.5 sont dapplication, lexception de la clause du C.2.4.5.1 relative aux sables de concassage qui sont galement autoriss.

CCT 2011

C. 31

C.2.4.7 C.2.4.7.1

SABLES POUR MORTIER Nature et origine

Sont admis les sables naturels ( C.2.2) conformes la norme NBN EN 13139. C.2.4.7.2 Spcifications

Les sables rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Teneur en fines Valeur au bleu Masse volumique relle Teneur en chlorures Teneur en soufre total Constituants augmentant le temps de prise (min) et rduisant la rsistance du bton Absorption deau Raction alcali-silice Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13139 (1)
(1)

Prescription <5% < 1,5 g/kg < 0,06 % <1% < 120 min < 20 %

Catgorie f5 MB1,5 a C0,06 S1

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 1097-6 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1

Valeur dclare Valeur dclare Non requis

Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.2.4.7.3 C.2.4.7.3.1
Tamis mm 8 5,6 4 2,8 2 1,4 1

Granularit des sables CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE

0/4 100 95-100 85-99 Pourcentage en masse de passant 0/2 100 95-100 85-99 0/1 100 95-100 85-99

C.2.4.7.3.2
Tamis mm 4 2 1 0,250 0,063

TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DES SABLES DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR

0/4 5 20 20 3 Pourcentage en masse de passant 0/2 5 20 25 5 0/1 5 25 5

CCT 2011

C. 32

C.2.4.7.4

Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

Les sables pour mortiers relvent du systme 2+. C.2.4.8 C.2.4.8.1 SABLES POUR PAVAGE OU DALLAGE Nature et origine

Sont admis les sables naturels ( C.2.2) conformes la norme NBN EN 13242. C.2.4.8.2 Sables pour couche de pose de pavage ou dallage

Ces sables rpondent aux prescriptions suivantes : C.2.4.8.2.1 SPECIFICATIONS

Prescription <3% Catgorie f3 Non requis Norme dessai NBN EN 933-1 -

Caractristiques Teneur en fines Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (1)
(1)

Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.2.4.8.2.2

CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GF85) ET TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTF10)
Tamis mm 4 2,8 2 1 Pourcentage en masse de passant 0/2 Tolrances 100 98-100 85-99 +5 + 10

C.2.4.8.3

Sables pour jointoiement

Ces sables rpondent aux prescriptions suivantes: C.2.4.8.3.1 SPECIFICATIONS

Prescription < 10 % < 1,5 g/kg 2,1 0,6 Catgorie f10 MB1,5 FF Non requis Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 933-1

Caractristique Teneur en fines Valeur au bleu des fines Module de finesse Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (1)
(1)

Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

CCT 2011

C. 33

C.2.4.8.3.2

CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GF85) ET TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTF20)
0/2 100 98-100 85-99 Pourcentage en masse de passant 0/1 Tolrances 100 + 5(1) 98-100 85-99 + 20 (1) + 5 (2) + 20 (2)

Tamis mm 4 2,8 2 1,4 1 0,5

(1) (2)

Pour les sables 0/2 uniquement. Pour les sables 0/1 uniquement.

Le sable 0/2 nest autoris que si louverture des joints est suprieure 2 mm. C.2.4.8.4 Sables pour couche de pose pour pavages drainants

Ces sables rpondent aux prescriptions suivantes: C.2.4.8.4.1 SPECIFICATIONS

Prescription 3%
(1)

Caractristique Teneur en fines Module de finesse Valeur au bleu des fines Equivalent de sable
(1)

Catgorie f3 CF MB1,5 SE60

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 933-8
40 %

2,4 4,0 1,5 g/kg 60

La teneur en fines peut tre 7 % catgorie f7 pour autant que la permabilit k10C, 5.10-5 m/s.

est

C.2.4.8.4.2

CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GF85) ET TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTF10)
Tamis mm 4 2,8 2 1 0,063 Pourcentage en masse de passant 0/2 Tolrances 100 98-100 85-99 +5 + 10 + 3 (1)

(1)

Si la teneur en fines est < 7% (cat. f7). Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

C.2.4.8.5

Les sables pour pavage ou dallage relvent du systme 2+.

CCT 2011

C. 34

C.2.4.9 C.2.4.9.1 Sont admis : -

SABLES POUR MELANGES BITUMINEUX Nature et origine

les sables naturels ( C.2.2) conformes la norme NBN EN 13043 ; pour autant quils rpondent aux exigences spcifiques les concernant, les sables de scories BOF, de scories EAF ( C.2.3.7) , de scories daciries inox traites ( C.2.3.8) et de machefers traits ( C.2.3.5) conformes la norme NBN EN 130432. Spcifications

C.2.4.9.2

Les sables rpondent aux prescriptions suivantes : C.2.4.9.2.1 CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE DES SABLES (CATEGORIE GF85)
Pourcentage en masse de passant 0/2 0/1 100 85-99 100 85-99

Tamis mm 8 5,6 4 2 1

C.2.4.9.2.2

TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DES SABLES DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTC10)
Pourcentage en masse de passant 0/1 +5 + 10 +3

Tamis mm 4 2 1 0,5 0,063 (1)

(1)

0/2 +5 + 10 +3

Sauf pour la catgorie f3.

Ces prescriptions ne sont pas dapplication pour les MBCF (Matriaux bitumineux couls froid)

CCT 2011

C. 35

C.2.4.9.2.3

AUTRES SPECIFICATIONS
Prescription <3 < 10 < 22 < 10 g/kg Catgorie minimale f3 f10 f22 MBF10 MBFNT ECS30 ECSDclar (1)(4) PSV50 Prcisions complmentaires Les fines rpondent aux prescriptions du C.8 relatif aux fillers Si la teneur en fines est < 3 (cat. f3) Pour sables de concassage Pour sables naturels non concasss Pour couches de roulement en enrobs squelette sableux Pour couches de roulement en enrobs squelette pierreux, couches de liaison, couches de reprofilage et graves bitume Norme dessai

Caractristiques Pourcentage en masse de passant au tamis de 0,063 mm (1)

NBN EN 933-1

Valeur maximale de bleu de mthylne

NBN EN 933-9

Angularit du sable Coefficient dcoulement (2) (3)

> 30

NBN EN 933-6

Coefficient de polissage acclr de la roche mre

> 50

PSVNR (1)

NBN EN 1097-8

Autres caractristiques Non requis mentionnes la norme NBN EN 13043 (5) (1) Ces prescriptions ne sont pas dapplication pour les MBCF. (2) Lessai dcoulement sur les graves 0/4 se fait sur la fraction 0/2 mm. (3) Les sables pour enrobs squelette sableux peuvent tre utiliss en mlange avec les mmes sables rpondant la caractristique EcsDclar au lieu de Ecs30. (4) Ces prescriptions ne sont pas dapplication pour les asphaltes couls. (5) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

Pour la fabrication des enrobs bitumineux de couleur rouge la teinte de la roche mre des sables correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. Les autres teintes sont dfinies par les documents du march. C.2.4.9.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les sables pour mlanges bitumineux relvent du systme 2+.

CCT 2011

C. 36

C.3 C.3.1

GRAVILLONS Dfinition

Les gravillons sont des matriaux granulaires inertes utiliss dans la construction, de dimensions : D < 45 mm et d > 2 mm (NBN EN 13043 : granulats pour mlanges hydrocarbons et pour enduits superficiels utiliss dans la construction des chausses, arodromes et dautres zones de circulation) ; 45 mm > D > 4 mm et d > 2 mm (NBN EN 12620 : granulats pour bton) ; 45 mm > D > 4 mm (NBN EN 13139 : granulats pour mortier) ; d > 1 mm et D > 2 mm (NBN EN 13242 : granulats pour matriaux traits aux liants hydrauliques et matriaux non traits utiliss pour les travaux de gnie civil et pour la construction de chausses).

Les classes granulaires sont spcifies en utilisant les dimensions de tamis donnes par les normes cites ci-dessus et comprenant la srie de base plus la srie 2 (SB + 2). Les gravillons peuvent tre naturels, artificiels ou recycls. Un gravillon naturel est un gravillon dorigine minrale nayant subi aucune transformation autre que mcanique. Un gravillon artificiel est un gravillon dorigine minrale rsultant dun procd industriel comprenant des modifications thermiques. Un gravillon recycl est un gravillon rsultant de la transformation de matriaux inorganiques antrieurement utiliss dans la construction. On distingue parmi les gravillons naturels : tout produit rsultant de concassage et de tamisage des roches naturelles ; les produits de criblage et de scalpage des produits prcits ; les graviers rouls et concasss provenant de la mer et des rivires.

On distingue parmi les gravillons artificiels : les scories daciries inox traites ; les laitiers concasss obtenus par concassage de laitier basique de haut-fourneau ; les schistes rouges produits par la combustion spontane de schistes houillers dans les terrils ; les cendres d'usine granules, obtenues par passage la claie de mailles de 1 cm d'ouverture ; les scories, rsidus dusine mtallurgiques provenant de laffinage des mtaux ; largile expanse, obtenue par la cuisson dargile dans des fours rotatifs 1 100C ; les mchefers rsultant dun procd dincinration.

CCT 2011

C. 37

On distingue parmi les gravillons recycls : les gravillons de dbris de bton, de maonnerie ou mixtes ; les gravillons de dbris denrobs hydrocarbons ;

Les gravillons dargile expanse obtenus par la cuisson de petits morceaux dargile sont des gravillons lgers.

C.3.2 C.3.2.1

Gravillons naturels CARACTERISTIQUES

Un gravillon naturel est un gravillon dorigine minrale nayant subi aucune transformation autre que mcanique. Les gravillons sont conformes aux normes NBN EN 12620, NBN EN 13242, NBN EN 13043 et NBN EN 13139 selon leur utilisation. C.3.2.2 ESSAIS

Les gravillons rpondent, selon leur application, aux prescriptions minimales reprises au C.3.4. Lchantillonnage et la rduction de lchantillon dessai sont conformes aux normes NBN EN 932-1 et NBN EN 932-2. C.3.2.3 DOLOMIE

La dolomie est chimiquement compose de calcaire et de carbonate de magnsium min. 40 %. Il sagit dun matriau tendre dont on considre en gnral trois calibres. C.3.2.3.1 Dolomie 0/6,3

Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GF 85) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTF 10) selon la norme NBN EN 13242.
Tamis mm 12 8 6,3 4 3 2 0,063 Pourcentage en masse de passant 0/6,3 Tolrances 100 98-100 85-99 +5 80-92 + 10 25-35 4-10 +3

C.3.2.3.2

Dolomie 0/16

Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GA 85) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTA 10) selon la norme NBN EN 13242.

CCT 2011

C. 38

Tamis mm 22,4 16 8 6,3 4 2 0,063

Pourcentage en masse de passant 0/16 Tolrances 100 85-99 +5 + 10 60-70 45-55 35-45 0-10 +3

C.3.2.3.3

Dolomie 6,3/16

Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC 85-15) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTC 25/15) selon la norme NBN EN 13242.
Tamis mm 32 22,4 16 11,2 6,3 3 0,063 Pourcentage en masse de passant 6,3/16 Tolrances 100 98-100 85-99 25-80 + 15 0-15 0-5 0-3

C.3.3

Gravillons artificiels et recycls

L'utilisation des gravillons artificiels et recycls n'est autorise que si les clauses techniques du prsent cahier des charges-type le prvoient explicitement. Ces gravillons rpondent, selon leur utilisation, aux prescriptions minimales reprises au C.3.4. Les gravillons artificiels comprennent les matriaux suivants : C.3.3.1 C.3.3.2 C.3.3.3 C.3.3.4 C.3.3.5 C.3.3.6 C.3.3.7 C.3.3.8 Laitier concass ; Schiste rouge ; Cendres ; Scories BOFet scories EAF ; Scories daciries inox traites ; Mchefers traits (M.I.O.M.) ; Mchefers de centrale lectrique charbon ; Argile expanse.

Les gravillons recycls comprennent les matriaux suivants : C.3.3.9 Dbris de bton ; Dbris de maonnerie ; Dbris mixtes ; Gravillons de granulats denrobs hydrocarbons ; C.3.3.10 Produits de scalpage de gravillons recycls.

CCT 2011

C. 39

C.3.3.1

LAITIER CONCASSE

Le laitier est homogne, pur, non vitreux et peu poreux. Le rapport CaO/SiO2 ne dpasse pas 1,5. La masse volumique sche du matriau en vrac est d'au moins 1 200 kg/m. L'absorption d'eau est infrieure 4 %. Les grains ne prsentent aucune trace de dcomposition aprs immersion de 48 h dans l'eau distille. Soumis au rayonnement ultraviolet d'une lampe quartz ou de Wood, le laitier met une fluorescence violette. Cette fluorescence ne prsente ni taches isoles et nombreuses ni taches irises en grappes allant du jaune au rouge-brique sur fond violet ni taches de couleur cannelle. C.3.3.2 SCHISTE ROUGE

Le schiste rouge ne prsente pas de nuances grises ou gris-rougetres en surface ou sur la cassure. Le passant au tamis 0,063 mm ne dpasse pas 7 %. L'indice de plasticit du passant au tamis 0,400 mm est non mesurable. L'quivalent de sable, mesur sur la fraction 0/2, nest pas infrieur 30 %. La stabilit l'eau nest pas infrieure 90 %. C.3.3.3 CENDREES

Les cendres sont granules, exemptes de poussires et de substances trangres. Le passant au tamis de 0,063 mm ne dpasse pas 7 %. C.3.3.4 C.3.3.4.1 SCORIE BOF ET SCORIE EAF Nature et origine

Les scories BOF (basic oxygen furnace) sont obtenues lors de laffinage de la fonte par un procd loxygne, soit : LD (Linz Donavitz) si le soufflage sopre par le haut ; OBM (Oxygen Blown Maxhuette) si le soufflage sopre par le fond ; mixte : tout autre solution mixte entre ces deux procds,

Les scories EAF proviennent de la gangue obtenue lors de la fusion des ferrailles prtraites et, dans certains cas de fonte, dans le four lectrique arc. C.3.3.4.2 Spcifications

La teneur en chaux libre des scories BOF et EAF est 4,5 % au moment de la production (aprs concassage et dferrisation). La stabilit volumique est mesure aprs conditionnement au calibre voulu et vieillissement. Elle est < 1 % aprs 7 jours de traitement la vapeur.

CCT 2011

C. 40

C.3.3.5

SCORIES DACIERIES INOX TRAITEES

Les scories daciries inox traites sont obtenues lors de la production et de laffinage de lacier inoxydable, initialement produit par fusion dans un four lectrique arc. Les scories sont spares de lacier en phase liquide et sont par la suite refroidies leau et lair avant dtre concasses et dtre traites dans une installation de dferraillage. Le gonflement est < 1 % aprs 7 jours de traitement la vapeur. Cette valeur est atteinte la sortie du matriau du centre de traitement. C.3.3.6 MACHEFERS TRAITES (M.I.O.M.)

Les gravillons de mchefers traits sont conformes au C.2.3.5. Le gonflement est mesur sur un mlange de gravillons et de fines dun calibre 0/10 ou 0/20. C.3.3.7 MACHEFERS DE CENTRALE ELECTRIQUE A CHARBON

Il sagit de la fraction > 4 mm des mchefers dcrits au C.2.3.4. C.3.3.8 ARGILE EXPANSEE

Ces gravillons sont conformes aux normes NBN EN 13055-1 et NBN EN 13055-2. C.3.3.8.1 Description

Largile expanse est un gravillon lger obtenu par la cuisson de petits morceaux dargile dans des fours rotatifs, une temprature denviron 1 100C. C.3.3.8.2 Spcifications

Les gravillons sont de calibre 8/16 mm ou 4/10 mm. Le produit ne contient pas plus de 5 % en masse de particules passant au tamis de 0,160 mm. La masse volumique sche en vrac est de 420 (+ 10 %) kg/m maximum. La rsistance lcrasement est au moins de 0,5 N/mm. Lors de lessai dabsorption deau, la teneur en eau ne dpasse pas 40 % aprs 24 heures et la masse volumique nexcde pas 600 kg/m au mme moment. C.3.3.9 GRAVILLONS DE DEBRIS DE BETON, DE DEBRIS DE MACONNERIE, DE DEBRIS MIXTES, DE DEBRIS HYDROCARBONES

Ces gravillons rpondent aux prescriptions du tableau C.3.3.a.

CCT 2011

C. 41

Tableau C.3.3.a - Gravillons de dbris de dmolition et/ou de construction ( C.3.3.9)

Gravillons de dbris de bton Gravillons de dbris mixtes Gravillons de dbris de maonnerie Gravillons de granulats recycls denrobs hydrocarbons Teneur Catgorie non requis RcNR

Composition (NBN EN 13242 + A1)

Teneur Rc > 70

Catgorie Rc70

Teneur non requis

Catgorie RcNR

Teneur non requis

Catgorie RcNR

Rc + Ru + Rg

> 90

Rcug90

> 50

Rcug50

< 50

RcugDclare

< 50

RcugDclare

Rb

< 10

Rb10-

< 50

Rb50-

> 50

RbDclare

< 10

Rb10-

Ra

<5

Ra5-

<5

Ra5-

<5

Ra5-

> 50

Ra50-

Rg

<2

Rg2-

<2

Rg2-

<2

Rg2-

<2

Rg2-

<1

X1-

<1

X1-

<1

X1-

<1

X1-

FL

<5

FL5-

<5

FL5-

<5

FL5-

<5

FL5-

CCT 2011

C. 42

Composition (NBN EN 12620 + A1)

Gravillons de dbris de bton Teneur > 70 Catgorie Rc70

Gravillons de dbris mixtes Teneur Non requis Catgorie RcNR

Gravillons de dbris de maonnerie Teneur Non requis Catgorie RcNR

Rc

Rc + Ru

> 90

Rcu90

> 50

Rcu50

< 50

RcuDclare

Rb

< 10

Rb10-

< 50

Rb50-

> 50

RbDclare

Ra

<5

Ra5-

<5

Ra5-

<5

Ra5-

X + Rg

<1

XRg1-

<1

XRg1-

<1

XRg1-

FL

<2

FL2-

<2

FL2-

<2

FL2-

Rc Ru Rb Ra Rg FL X

= = = = = = =

Bton, produits en bton, mortier, lments en bton Granulats non lis, pierre naturelle, granulats traits aux liants hydrauliques Elments en argile cuite (ex : briques et tuiles), lments en silicate de calcium, bton cellulaire non flottant Matriaux bitumineux Verre Matriau flottant en volume Autres : matriaux cohrents (ex : argile, sol) Divers : mtaux (ferreux et non ferreux), bois, matire plastique et caoutchouc non flottant, pltre.

(Selon NBN EN 933-11).

CCT 2010 C.3.3.10 C.3.3.10.1 PRODUITS DE SCALPAGE DE GRAVILLONS RECYCLES Nature et origine

C. 43

Les matriaux sont issus du prcriblage dune installation de traitement de dchets inertes de construction ; ceux-ci ont un calibre de type 0/D avec D 40 mm, et proviennent du prcriblage primaire. C.3.3.10.2 Spcifications

Le matriau prsente une granularit de type continu. La stabilit volumique : le gonflement est < 5 % aprs 28 jours 50C, mesur sur une prouvette du matriau 0/20. La teneur conventionnelle en matire organique est 1 %, en masse, sur la fraction 0/2. La teneur en matriaux non pierreux (gypse, caoutchouc, plastique, isolant, verre, mtaux, ) est < 1 % en masse de la fraction 2/D. C.3.4 C.3.4.1 C.3.4.1.1 Sont admis : les gravillons naturels ( C.3.2) conformes la norme NBN EN 13242 ; les gravillons artificiels suivants, conformes la norme NBN EN 13242 : laitier concass ( C.3.3.1) ; schiste rouge ( C.3.3.2) ; cendres ( C.3.3.3) ; argile expanse ( C.3.3.8) ; scories BOF et scories EAF ( C.3.3.4) : mchefers traits (M.I.OM.) ( C.3.3.6) ; mchefers de centrales lectriques charbon ( C.3.3.7) ; les gravillons recycls ( C.3.3.9, C.3.3.10), sauf les dbris denrobs hydrocarbons, et conformes la norme NBN EN 13242. Spcifications des gravillons selon leur utilisation GRAVILLONS POUR SOUS-FONDATION Nature et origine

CCT 2010 C.3.4.1.2 Spcifications

C. 44

La dimension des gravillons est limite 150 mm maximum.

Caractristique Teneur en fines Matires organiques Stabilit dimensionnelle Coefficient Micro-Deval Coefficient Los Angeles MDE + LA Sensibilit au gel-dgel Sulfate soluble dans leau (3) Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (4)
(1) (2) (3)
(4)

Prescription 4% 1% 3 % (1) (2) 35 40 65 2% 0,7 % -

Catgorie f4 V3 MDE 35 LA40

-

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1097-1 NBN EN 1097-2 NBN EN 1367-1 NBN EN 1744-1 -

F2 SS0,7 Non requis

La stabilit dimensionnelle des mchefers traits (M.I.OM.) est dfinie par le gonflement aprs 28 jours, mesure sur une prouvette 50C et en contact avec lair ambiant (voir chapitre M). Gravillons recycls. Gravillons recycls lis au liant hydraulique. Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.3.4.1.3

Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTC20/17,5)
Tamis mm 2D 1,4D D D/2 D d/2 Pourcentage en masse de passant d/D Tolrances 100 98-100 80-99 20-70 + 17,5 0-20 0-5

C.3.4.1.4

Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les gravillons pour sous-fondation relvent du systme dattestation de conformit 2+. C.3.4.2 C.3.4.2.1 Sont admis : les gravillons naturels conformes la norme NBN EN 13242 ; les gravillons artificiels suivants, conformes la norme NBN EN 13242 : laitier concass ( C.3.3.1) ; scories BOF et scories EAF ( C.3.3.4) ; les gravillons recycls ( C.3.3.9) suivants conformes la norme NBN EN 13242 : dbris de bton ; GRAVILLONS POUR EMPIERREMENTS DE FONDATION Nature et origine

CCT 2010 -

C. 45 dbris mixtes ; dbris denrobs hydrocarbons (uniquement dans les empierrements traits au ciment). Spcifications
Prescription 4% des 90 % semi-concasss max. 3 % rouls 35 % 0,5 % 1% non glive < 1 % de perte en masse 25 35 55 0,7 % 1% Catgorie f4 C90/3 FI35 V1 F1 MDE25 LA35
-

C.3.4.2.2

Caractristique Teneur en fines Degr de concassage gravillons alluvionnaires Coefficient daplatissement Matires organiques Stabilit dimensionnelle Sensibilit au gel/dgel Coefficient Micro-Deval Coefficient Los Angeles MDE + LA Sulfates solubles dans leau (1) Soufre total (2) Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (3)
(1) (2) (3)

Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-5 NBN EN 933-3 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1367-1 NBN EN 1097-1 NBN EN 1097-2

SS0,7 S1 Non requis

NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1

Pour gravillons recycls. Pour gravillons artificiels et recycls. Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.3.4.2.3

Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTC20/17,5)
Tamis mm 2D 1,4D D D/2 1 0,5 Pourcentage en masse de passant 1/D Tolrances 100 98-100 80-99 20-70 + 17,5 0-20 0-5

C.3.4.2.4

Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les gravillons pour fondation en empierrement relvent du systme dattestation de conformit 2+ .

CCT 2010 C.3.4.3

C. 46 GRAVILLONS POUR BETON MAIGRE ET BETON MAIGRE POREUX

Les gravillons sont conformes la norme NBN EN 12620. C.3.4.3.1 Sont admis : les gravillons naturels ( C.3.2) ; les gravillons artificiels et recycls suivants : cendres ( C.3.3.3) ; dbris de bton ( C.3.3.9); dbris denrobs hydrocarbons ( C.3.3.9) ; dbris mixtes ( C.3.3.9) ; scories traites dacier inox ( C.3.3.5). Nature et origine

Dans le cas des btons maigres poreux, les gravillons recycls ne sont pas autoriss. C.3.4.3.2 Spcifications

Les gravillons rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Pourcentage en masse de grains semi-concasss Pourcentage en masse de grains entirement rouls Rsistance lusure (MicroDeval) Rsistance la fragmentation (Los Angeles) Teneur en matires organiques Coefficient daplatissement pour D < 8 mm pour 8 < D < 16 mm pour D > 16 mm Teneur en fines Masse volumique relle Sensibilit au gel-dgel Constituants augmentant le temps de prise (min.) et rduisant la rsistance du bton (%) Teneur en sulfates solubles dans lacide (1) Teneur en soufre total (1) Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 12620 (2)
(1) (2)

Prescription 90-100 % 03% < 25 < 30 < 0,5 % < 50 % 35 % 35 % <4% 2,00 Mg/m <2% < 120 min < 20 % < 0,8 % <1% -

Catgorie C90/3

Norme dessai NBN EN 933-5

MDE25 LA30 Fl50 FI35 FI35 f4 a F2 Valeur de seuil AS0,8 S1 Non requis

NBN EN 1097-1 NBN EN 1097-2 NBN EN 1744-1 NBN EN 933-3

NBN EN 933-1 NBN EN 1097-6 NBN EN 1367-1 NBN EN 1744-1

NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 -

Uniquement pour les gravillons recycls. Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

La somme MDE + LA est < 45. La stabilit dimensionnelle des gravillons artificiels et recycls est < 5 %. Cet essai ne sapplique pas aux gravillons de dbris hydrocarbons et bitumineux.

CCT 2010 C.3.4.3.3 Caractristiques gnrales de granularit

C. 47

Le diamtre maximum D est < 32 mm. La granularit des diffrentes fractions rpond aux prescriptions du tableau C.3.4.a ou du tableau C.3.4.b. Le mlange de fractions provenant des deux tableaux est interdit.

Tableau C.3.4.a
Tamis mm 63 45 40 31,5 28 20 14 12,5 10 9 8 7,1 6,3 5,6 5 4 3,15 2 1 Catgorie Pourcentage en masse de passant 6,3/10 6,3/14 6,3/20

2/4

2/6,3

4/6,3

10/14

14/20

20/31,5 100 98 - 100 85 - 99

100 100 98 - 100 90 - 99 25 - 70 (1) 98 - 100 90 - 99 25 70 (1) 100 98 - 100 85 - 99 0 - 20

100 98 - 100 85 - 99 0 - 20

100 98 - 100 100 98 - 100 100 100 85 - 99 98 - 100

0 - 20

0-5

0-5 85 - 99 98 - 100 0-5 85 - 99 0 - 20 0-5 Gc85/20 0 - 20 0-5 Gc85/20 0 - 20 0-5 0-5 Gc85/20 Gc85/20 Gc90/15 Gc90/15 Gc85/20 Gc85/20 Gc85/20 0-5 0-5 85 - 99 0 - 20 0 - 15 0 - 15

GT15 GT15 Tolrance (1) La tolrance sur la granularit dclare par le producteur est de + 15 (catgorie de tolrance GT15).

CCT 2010 Tableau C.3.4.b

Tamis mm 63 45 40 31,5 28 20 16 14 11,2 10 8 7,1 5,6 4 2 1 Catgorie Pourcentage en masse de passant 4/8 8/14 8/20

C. 48

2/4

2/8

14/20

20/31,5 100 98 - 100 85 - 99

100 100 98 - 100 100 98 - 100 100 98 - 100 85 - 99 0 - 20 0-5 Gc85/20 85 - 99 100 85 - 99 98 - 100 25 70 (1) 98 - 100 90 - 99

100 98 - 100 85 - 99 0 - 20 0-5

0 - 20

85 - 99

0 - 20

0 - 15 0-5

0 - 20 0-5 Gc85/20

0 - 20 0-5 Gc85/20

0-5

0-5

Gc85/20

Gc90/15

Gc85/20

Gc85/20

GT15 Tolrance (1) La tolrance sur la granularit dclare par le producteur est de + 15 (catgorie de tolrance GT15)

C.3.4.3.4

Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les gravillons pour bton maigre et bton maigre poreux relvent du systme 2+. C.3.4.4 GRAVILLONS POUR BETON DE CIMENT POUR REVETEMENT ET ELEMENT LINEAIRE EXECUTE EN PLACE Nature et origine

C.3.4.4.1 -

Sont interdits : les gravillons artificiels et les gravillons naturels non concasss. Sont admis : les gravillons naturels ( C.3.2) conformes la norme NBN EN 12620. Taux de concassage des gravillons (selon la norme NBN EN 13043).

CCT 2010 C.3.4.4.2 Spcifications

C. 49

Les gravillons rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Coefficient daplatissement pour D < 8 mm pour 8 < D < 16 mm pour D > 16 mm Teneur en fines pour D > 8 mm pour D < 8 mm Rsistance la fragmentation (Coefficient Los Angeles) Couches de roulement Couches infrieures ; lments linaires et couches de roulement des routes rurales et forestires Rsistance lusure (Coefficient Micro-Deval) Couches de roulement Couches infrieures ; lments linaires et couches de roulement des routes rurales et forestires (1) Masse volumique relle Prescription < 30 % 25 % 20 % < 1,5 % <4% Catgorie Fl30 FI25 FI20 f1,5 f4 Norme dessai NBN EN 933-3

NBN EN 933-1

< 25 < 30

LA25 LA30

NBN EN 1097-2

< 20 < 25

MDE20 MDE25 a

NBN EN 1097-1

Constituants augmentant le temps de prise (min) et rduisant la rsistance Valeur de seuil NBN EN 1744-1 du bton (%) < 20 % Teneur en soufre total <1% S1 NBN EN 1744-1 Teneur en chlorures < 0,03 % C0,03 NBN EN 1744-1 Teneur en lments coquilliers < 10 % SC10 NBN EN 933-7 Sensibilit des gravillons au gel <1% F1 NBN EN 1367-1 dgel Rsistance au polissage (PSV) Couches de roulement > 50 PSV50 NBN EN 1097-8 Couches infrieures et lments PSVNR linaires Raction alcali-silice Valeur dclare Autres caractristiques mentionnes Non requis la norme NBN EN 12620 (2) (1) Si le cahier spcial des charges lautorise. (2) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

Valeur dclare (Mg/m) < 120 min.

NBN EN 1097-6

La somme MDE + LA est < 30 pour les couches de roulement. Elle est < 45 pour les couches infrieures et les lments linaires. Les teintes des gravillons sont dfinies par les documents du march. Taux de concassage :
Pourcentage de grains entirement concasss ou semi concasss, en masse 100 90 100 Pourcentage de grains entirement rouls, en masse 0 03 Catgorie C

Pourcentage de grains entirement concasss, en masse 90 100 30 100

C100/0 C90/3

Les catgories C100/0 et C90/3 sont dfinies la norme NBN EN 13043.

CCT 2010 C.3.4.4.3 Caractristiques gnrales de granularit

C. 50

La granularit des diffrentes fractions rpond aux prescriptions du C.3.4.3.3. C.3.4.4.4 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les gravillons pour revtement en bton et lments linaire en bton relvent du systme 2+. C.3.4.5 GRAVILLONS POUR BETON DOUVRAGE DART

Les prescriptions du C.3.4.4 sont d'application, sauf pour les prescriptions ci-dessous : les gravillons rouls sont autoriss; pas de critre pour la rsistance au polissage (PSVNR) ; rsistance la fragmentation (coefficient Los Angeles) < 30 (LA30) ; rsistance l'usure (coefficient Micro-Deval) < 25 (MDE25). Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

C.3.4.5.1

Les gravillons pour en bton douvrage dart relvent du systme 2+. C.3.4.6 GRAVILLONS POUR REVETEMENTS BITUMINEUX ET GRAVE-BITUME

Les gravillons sont conformes la norme NBN EN 13043. C.3.4.6.1 Sont admis : les gravillons naturels concasss ( C.3.2) ; les agrgats denrobs ( C.4.3.2) ; les scories BOF et EAF ( C.3.3.4) ; les scories daciries inox traites ( C.3.3.5). Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE Nature et origine

C.3.4.6.2 C.3.4.6.2.1

La granularit des diffrentes fractions rpond aux prescriptions du tableau C.3.4.c ou du tableau C.3.4.d. Le mlange de fractions provenant des deux tableaux est interdit.

CCT 2010 Tableau C.3.4.c

Tamis mm 63 45 40 31,5 28 20 16 14 12,5 11,2 10 9 8 7,1 6,3 5,6 5 4,5 4 3,15 2,8

C. 51

Pourcentage en masse de passant

2/4 2/6,3 4/6,3 6,3/10 6,3/14 6,3/20 10/14 14/20 20/31,5 100 98 100 85 99 100 98 100 100 100 85 99 98 100 100 05 85 99 98 100 05 20 70 25 80 (1) 85 99 0 20 85 -99 0 20 0 20 0 20 98 100 20 70 25 80 (1) 0 20 05 100 98 100 85 99 98 100 85 99 20 70 25 80 (1) 100 98 100 85 99 98 100 85 99 0 20 0 20

100

100

05 05 05 20 70 25 80 (1) 0 20 0 20 2 05 05 05 1 GC85/20 GC85/20 GC85/20 GC85/20 GC85/20 GC85/20 GC85/20 catgorie G20/15 G20/15 G20/15 G20/15 tolrance G25/15 (1) G25/15 (1) G25/15 (1) G25/15 (1) (1) Les catgories de tolrances G20/15 et G25/15 au tamis intermdiaire sont toutes deux autorises. La tolrance sur la granularit dclare par le producteur est de + 15 %.

GC85/20

GC85/20

CCT 2010 Tableau C.3.4.d

Tamis mm 63 45 40 31,5 28 20 16 14 12,5 11,2 10 9 8 7,1 6,3 5,6 5 4,5 4 3,15 2,8 2 1 catgorie tolrance
(1)

C. 52

2/4

2/8

Pourcentage en masse de passant 4/8 8/14 8/20

14/20

20/31,5 100 98 - 100 85 - 99

100 100 98 100 100 100 85 99 98 - 100 98 - 100 20 70 25 80 (1) 98 - 100 85 - 99

100 98 - 100 85 - 99 0 - 20

0 - 20

0-5 100 85 - 99 85 - 99 0 20 0 - 20 0-5 98 - 100 20 70 25 80 (1)

85 - 99 20 70 25 80 (1) 0 - 20 0-5 GC85/20 G20/15 G25/15 (1)

20 70 (2)

0 - 20

05

0-5

0 - 20 05 GC85/20 G20/17,5(2)

05 GC85/20 G20/15 G25/15 (1) GC85/20 GC85/20 G20/15 G25/15 (1) GC85/20 GC85/20

(2)

Les catgories de tolrances G20/15 et G25/15 au tamis intermdiaire sont toutes deux autorises. La tolrance sur la granularit dclare par le producteur est de 15 %. La tolrance sur la granularit dclare par le producteur est de 17,5 %.

CCT 2010 C.3.4.6.2.2

Caractristique Teneur en fines (f) Coefficient daplatissement (Fl)

C. 53 Autres spcifications
Prescription <2% < 20 % Catgorie minimale f2 Fl20 Prcisions complmentaires Norme dessai NBN EN 933-1

Couches de roulement avec 8 < D < 16 Couches de liaison et de reprofilage et gravesbitumes avec D > 16 Couches de roulement avec D 8 Couches de liaison et de reprofilage et gravesbitume avec 8 < D 16 Couches de liaison et de reprofilage et gravesbitume avec D 8 Enrobs squelette pierreux NBN EN 933-5 Enrobs squelette sableux Enrobs squelette pierreux NBN EN 933-5 Enrobs squelette sableux Enrobs squelette pierreux NBN EN 933-5 Enrobs squelette sableux Enrobs squelette pierreux pour classe de trafic B1, B2, B3, B4 et B5 Enrobs squelette sableux pour couche de roulement Enrobs squelette sableux pour couches de liaison et de reprofilage et graves-bitumes Enrobs squelette pierreux pour classe de trafic B1, B2, B3, B4 et B5 Enrobs squelette sableux pour couche de roulement Enrobs squelette sableux pour couches de liaison et de reprofilage et graves-bitumes Couches de roulement toutes classes de trafic Couches de roulement sur zones accidentognes (changeurs, ronds-points, zones dapproche, ) pour les classes de trafic B1, B2, B3, B4 et B5 Couches de liaison et de reprofilage et gravesbitumes NBN EN 1097-6 NBN EN 1097-1 NBN EN 1097-2 NBN EN 933-3

< 25 %

Fl25

30 % Pourcentage de grains entirement concasss, en masse Pourcentage de grains entirement concasss ou semi-concasss, en masse Pourcentage de grains entirement rouls, en masse Rsistance la fragmentation (Los Angeles) 90 100 30 100 100 90 100 0 01 < 20 < 25 < 30 Rsistance lusure (Micro-Deval ) < 15

Fl30 C100/0 C90/1 C100/0 C90/1 C100/0 C90/1 LA20 LA25 LA30 MDE15

< 20 < 25 Masse volumique Coefficient de polissage acclr (PSV) > 50 > 56

MDE20 MDE25 Valeur dclare PSV50 PSV56

NBN EN 1097-8

PSVNR

Basalte coup de soleil <8 SBLA NBN EN 1367-3 Stabilit dimensionnelle < 3,5 % V3,5 NBN EN 1744-1 des scories daciries Autres caractristiques Non mentionnes la norme requis (1) NBN EN 13043 (1) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

CCT 2010

C. 54

Pour les revtements bitumineux bitumineux de couleur rouge, la teinte de la roche mre des gravillons correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3013, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. Les autres teintes sont dfinies par les documents du march. C.3.4.6.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les gravillons pour mlanges bitumineux relvent du systme 2+. C.3.4.7 GRAVILLONS POUR TRAITEMENTS DE SURFACES, POUR ENDUITS SUPERFICIELS (SAUF ESHP) ET POUR MATERIAUX BITUMINEUX COULES A FROID (MBCF)

Les gravillons sont conformes la norme NBN EN 13043. C.3.4.7.1 Sont admis : les gravillons naturels concasss ( C.3.2) ; les scories BOF et EAF ( C.3.3.4) ; les scories daciries inox traites ( C.3.3.5). Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE Nature et origine

C.3.4.7.2 C.3.4.7.2.1

La granularit des diffrentes fractions rpond aux prescriptions du tableau C.3.4.c.

CCT 2010 C.3.4.7.2.2 AUTRES SPECIFICATIONS

Prescription <1% <2% Coefficient daplatissement (Fl) Pourcentage de grains entirement concasss, en masse Pourcentage de grains entirement concasss ou semi-concasss, en masse Pourcentage de grains entirement rouls, en masse Rsistance la fragmentation (Los Angeles) Rsistance lusure (Micro-Deval ) Masse volumique Coefficient de polissage acclr (PSV) < 20 % < 25 % 90 100 Catgorie minimale f1 f2 Fl20 Fl25 Prcisions complmentaires Traitements de surface et enduits superficiels Matriaux bitumineux couls froid (MBCF) D > 6,3 D < 6,3

C. 55

Caractristiques Teneur en fines (f)

Norme dessai NBN EN 933-1

NBN EN 933-3

100

C100/0

NBN EN 933-5

< 20 < 15 > 50 > 56

LA20 MDE15 Valeur dclare PSV50 PSV56 (1) Toutes classes de trafic Zones accidentognes (changeurs, rondspoints, zones dapproche, )

NBN EN 1097-2 NBN EN 1097-1 NBN EN 1097-6

NBN EN 1097-8

Stabilit dimensionnelle < 3,5 % V3,5 NBN EN 1744-1 des scories daciries (1) Autres caractristiques mentionnes la norme Non requis NBN EN 13043 (2) (1) Pas dapplication pour les MBCF. (2) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

La somme LA + MDE est < 25 (1). La valeur PSV (MDE + LA) est > 30 (1).

Pour les enduits et MBCF de couleur rouge, la teinte des gravillons correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. Les autres teintes sont dfinies par les documents du march. C.3.4.7.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les gravillons pour traitement de surface, enduits superficiels et MBCF relvent du systme 2+.

CCT 2010 C.3.4.8

C. 56 GRAVILLONS POUR ENDUIT SUPERFICIEL A HAUTE PERFORMANCE (ESHP)

Le gravillon est une bauxite calcine de qualit rfractaire ou un gravillon de qualit quivalente rpondant aux prescriptions du C.3.4.7 modifies comme suit : granularit :
Ouvertures des mailles (mm) 6,3 4 2 1 0,063
-

Pourcentage en masse de passant (masse sche) 98 100 90 99 0 20 05 01

autres caractristiques :
Caractristique Prescription Catgorie minimale MDE10 FI25 PSV70 Norme dessai NBN EN 1097-1 NBN EN 933-3 NBN EN 1097-8 NBN EN 101

Rsistance lusure (Micro-Deval) < 10 Coefficient daplatissement (FI) 25 % Coefficient de polissage acclr (PSV) 70 Duret sur lchelle de Mohs 9 Autres caractristiques mentionnes la Non requis norme NBN EN 13242 (1) (1) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

C.3.4.9 C.3.4.9.1

GRAVILLONS POUR COUCHE DE POSE DE PAVAGE OU DALLAGE Nature et origine

Sont admis les gravillons naturels ( C.3.2) conformes la norme NBN EN 13242. C.3.4.9.2 C.3.4.9.2.1 Spcifications GRAVILLON 2/8
Prescription < 35 % Valeur dclare (Mg/m) <2% < 30 < 25 <2% Catgorie FI35 a f2 LA30 MDE25 F2 Non requis Norme dessai NBN EN 933-3 NBN EN 1097-6 NBN EN 933-1 NBN EN 1097-2 NBN EN 1097-1 NBN EN 1367-1 -

Caractristique Coefficient daplatissement Masse volumique relle Teneur en fines Rsistance la fragmentation (Coefficient Los Angeles) Rsistance lusure (Coefficient MicroDeval) Sensibilit des gravillons au gel dgel Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (1)
(1)

Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

La somme MDE + LA est < 45.

CCT 2010

C. 57

C.3.4.9.2.1.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (GTC20/15 pour le 2/6,3 et GTC20/17,5 pour le 2/8)
Tamis mm 16 11,2 8 6,3 4 2 1
(1) (2)

Pourcentage en masse de passant 2/8 Tolrances 100 98-100 85-99 20-70 15 (1) 20-70 17,5 (2) 0-20 0-5

Pour un calibre 2/6,3. Pour un calibre 2/8.

C.3.4.9.2.2

GRAVILLON 1/D (D < 6,3 mm) POUR COUCHE DE POSE DE PAVAGES DRAINANTS
Prescription 3% 1,5 g/kg Catgorie f3 MB1,5 Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9

Caractristique Teneur en fines Valeur au bleu des fines

C.3.4.9.2.2.1 Caractristiques gnrales de granularit (catgorie GC80-20) et tolrances sur la granularit dclare par le producteur (catgorie GTC20/17,5)
Tamis mm 2D 1,4D D D/2 1 0,5 Pourcentage en masse de passant 1/D Tolrances 100 98-100 80-99 20-70 + 17,5 0-20 0-5

C.3.4.9.3

Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les gravillons pour couche de pose de pavage ou dallage relvent du systme 2+.

CCT 2010 C.4 C.4.1 GRAVES Description

C. 58

Les graves sont des matriaux granulaires inertes utiliss dans la construction. Elles peuvent tre naturelles, artificielles ou recycles. Les graves peuvent rsulter dun mlange de sable ( C.2) et de gravillons ( C.3). Grave est lappellation donne aux granulats de dimensions : d = 0 et D < 45 mm (NBN EN 13043: granulats pour mlanges hydrocarbons et pour enduits superficiels utiliss dans la construction des chausses, arodromes et dautres zones de circulation) ; D < 90 mm (NBN EN 13108-8 : mlanges bitumineux spcifications de matriaux partie 8 : agrgats denrobs) ; D > 6,3 mm (NBN EN 13242 : granulats pour matriaux traits aux liants hydrauliques et matriaux non traits utiliss our les travaux de gnie civil et pour la construction de chausses et NBN EN 12620 : granulats pour bton).

Elles ne peuvent pas contenir des lments dont la nature, la forme, la dimension et la teneur peuvent tre nuisibles lusage, tels que : grumeaux dargile, charbon, lignite, cokes matires vgtales, dchets organiques, sels nuisibles solubles ou insolubles, schistes houillers, etc. Les graves naturelles et issues de matriaux artificiels ou recycls sont conformes aux exigences du prsent cahier des charges type et rpondent, selon leur utilisation, aux prescriptions minimales reprises au C.4.4. C.4.2 Graves naturelles

Les graves naturelles sont des granulats dorigine minrale nayant subi aucune transformation autre que mcanique. Elles reprennent les matriaux repris aux C.2.2 (sables naturels) et C.3.2 (gravillons naturels).
Note : Certains produits de scalpage (obtenus par criblage de produits bruts issus du gisement gnralement avant ou immdiatement aprs concassage primaire) peuvent rpondre aux exigences des graves.

C.4.3 C.4.3.1

Graves issues de matriaux artificiels ou recycls GRAVES ARTIFICIELLES OU RECYCLEES

Une grave issue de matriaux artificiels est une grave dorigine minrale rsultant dun procd industriel comprenant des modifications thermiques ou autres. Une grave issue de matriaux recycls est une grave rsultant de la transformation de matriaux inorganiques antrieurement utiliss dans la construction. Les graves issues de matriaux artificiels et recycls comprennent des matriaux repris aux C.2.3 (sables artificiels et recycls) et C.3.3 (gravillons artificiels et recycls). Ces graves comprennent galement les graves issues dun mlange dau moins deux des composants suivants : granulats artificiels, granulats recycls et granulats naturels.

CCT 2010 C.4.3.2 AGREGATS DENROBES BITUMINEUX (AEB)

C. 59

Les agrgats denrobs bitumineux utiliss comme constituants des mlanges bitumineux sont conformes la norme NBN EN 13108-8. Ils sont dsigns par labrviation U RA 0/D o U est la dimension des agrgats et D la dimension des granulats de lenrob, et rpondent aux prescriptions suivantes : le concassage ou le fraisage doit tre effectus de manire telle que les matriaux recycler prsentent un calibre apparent (U) de maximum 40 mm pour le recyclage froid et de 63 mm pour le recyclage chaud ; lors du stockage, les mesures ncessaires sont prises en vue dviter la sgrgation et lagglomration des matriaux concasss ou fraiss ; lenrob recycler doit tre enlev, transport et stock de manire viter toute souillure ; sont interdits, les gravillons de granulats recycls hydrocarbons et les fraisats qui contiennent du goudron ou un bitume trs vieilli et/ou trs oxyd sauf si lutilisation dun rjuvnant peut lui rendre les caractristiques dun bitume permettant dobtenir les performances auxquelles doit rpondre lenrob (notamment la rsistance aux dformations permanentes) ; un lot dagrgats denrobs bitumineux est considr comme homogne si aucun rsultat danalyse ne scarte, en valeur absolue en plus ou en moins, de la valeur moyenne, de plus de : 0,8 % pour la teneur en liant ; 15 % pour la teneur en gravillons passant 10 mm ; 15 % pour la teneur en gravillons passant 6,3 mm ; 10 % pour la teneur en gravillons passant 2 mm ; 2,5 % pour la teneur en fines ; 10 diximes de mm pour la pntrabilit de bitume rcupr ; La frquence de ces essais est celle inscrite dans la NBN EN 13108-8, savoir : 1/2000 T pour une utilisation limite 20 % (proportion de liant provenant de lAEB) ; 1/500 T pour une utilisation suprieure 20 % (proportion de liant provenant de lAEB)3 ; teneur en matriaux trangers : lagrgat denrob bitumineux est class en catgorie Fdec ; proprits du liant : catgorie Pdec. La pntrabilit calcule, diminue de 5, ne peut tre plus basse que celle du bitume prvu dans les documents du march. lorigine des agrgats denrobs doit tre dclare (famille denrobs, nature des granulats) ; lexception de la granularit les caractristiques du granulat de lagrgat denrob bitumineux rpondent la catgorie Non requis .

Lhomognit des agrgats denrobs bitumineux est contrle par le prlvement dun chantillon par 1 000 Mg, avec un minimum de 5, selon le mode opratoire dcrit au 7.2 des Modes opratoires pour lchantillonnage des mlanges hydrocarbons - Recommandations CRR R27/64. Chaque chantillon doit peser au moins 15 kg (ventuellement aprs rduction par la mthode des quarts).

1/1000 T en ce qui concerne la pntrabilit du bitume rcupr.

CCT 2010 C.4.3.3 GRAVES ISSUES DU CRIBLAGE DE RECYCLAGE

C. 60

Graves issues du criblage de granulats recycls. C.4.4 C.4.4.1 Spcifications des graves selon leur utilisation GRAVES POUR SOUS-FONDATION

Les graves sont conformes la norme NBN EN 13242. C.4.4.1.1 Nature et origine

Sont admises : les graves naturelles, artificielles ou recycles constitues des matriaux repris au C.2.4.2 et C.3.4.1 ; les agrgats denrobs bitumineux ( C.4.3.2). C.4.4.1.2 C.4.4.1.2.1
Tamis mm 125 80 63 40 31,5 28 20 16 14 10 8 Catgorie

Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GA75)

0/8 0/10 Pourcentage en masse de passant 0/14 0/20 0/31,5 0/40 100 100 100 75 - 99 100 100 100 75 99 75 - 99 75 - 99 GA75 GA75 GA75 GA75 GA75 GA75 GA75 GA75 75 - 99 75 - 99 75 - 99 0/63 100 0/80 100 75 - 99

C.4.4.1.2.2

TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DES GRAVES DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTA20)
Pourcentage en masse de passant 0/14 0/20 0/31,5 0/40 0/63 5 5 5 5 20 5 20 20 20 20 20 0/80 5

Tamis mm 0/8 0/10 80 63 40 31,5 20 16 14 5 10 5 8 7,1 20 5 20 4 0,063 (1) 4 4 (1) Sauf pour les catgories f3, f5 et f7.

CCT 2010 C.4.4.1.2.3 AUTRES SPECIFICATIONS

Prcisions complmentaires

C. 61

Les graves rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Prescription Catgorie minimale Teneur en fines < 15 % f15 Qualit des fines (MB) < 2,5 g/kg Rsistance lusure (Micro< 35 MDE35 NBN EN 1097-1 Deval) Rsistance la fragmentation < 40 LA40 NBN EN 1097-2 (Los Angeles) NBN EN 1367-1 Sensibilit au gel-dgel <2% F2 Stabilit volumique <3% Pour le C.3.3.4 NBN EN 1744-1 Autres caractristiques Non requis NBN EN 13242 (1) (1) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales. Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9

La somme MDE + LA est < 65. Les sulfates solubles dans leau (suivant la norme NBN EN 1744-1 10) sont < 0,7 % dans le cas de graves recycles. La stabilit volumique est < 5 % pour les graves et gravillons recycls et pour le C.3.3.6. Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

C.4.4.1.3

Les graves pour sous-fondation relvent du systme 2+. C.4.4.2 GRAVES POUR FONDATION EN EMPIERREMENT

Les graves sont conformes la norme NBN EN 13242. C.4.4.2.1 Nature et origine

Sont admises : les graves naturelles, artificielles ou recycles constitues des matriaux repris au C.2.4.2 et C.3.4.2 ; les agrgats denrobs bitumineux ( C.4.3.2). C.4.4.2.2 C.4.4.2.2.1 Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GA80) suivant NBN EN 13242
Tamis mm 80 63 40 31,5 28 20 16 14 10 8 Catgorie 0/8 Pourcentage en masse de passant 0/10 0/14 0/20 0/31,5 100 98 - 100 80 - 99 0/40 100 98 - 100 80 - 99

100 100 98 - 100 80 - 99 98 - 100 80 - 99

100 100 98 - 100 80 - 99 GA80 98 - 100 80 - 99 GA80

GA80

GA80

GA80

GA80

CCT 2010 C.4.4.2.2.2

C. 62 TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DES GRAVES DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTA20)

Les tolrances sur la granularit rpondent aux prescriptions du C.4.4.1.2.2. C.4.4.2.2.3 AUTRES SPECIFICATIONS

Les graves rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Teneur en fines Qualit des fines (MB) Coefficient daplatissement Pourcentage en masse de grains semi-concasss ou entirement concasss Pourcentage en masse de grains entirement rouls Rsistance lusure (Micro-Deval) Rsistance la fragmentation (Los Angeles) Stabilit volumique Sensibilit au gel-dgel Sulfates solubles dans leau Soufre total Prescription <9% < 2,5 g/kg < 50 % 35 % 90-100 Catgorie minimale f9 Fl50 FI35 Prcisions complmentaires D8 D >8 NBN EN 1097-2 <3% <2% < 0,7 % <1% F2 SS0,7 S1 Pour C.3.3.4 et C.3.3.5 Graves recycles Graves artificielles et recycles NBN EN 1744-1 NBN EN 1367-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 933-3

C90/3 03 < 25 < 30 MDE25 LA30

NBN EN 933-5

NBN EN 1097-1

Autres caractristiques mentionnes la norme Non requis NBN EN 13242 (1) (1) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

Teneur en matires organiques (suivant la norme NBN EN 1744-1) : lessai doit donner un rsultat ngatif. La stabilit volumique est < 5% pour les gravillons recycls et pour le C.3.3.6. Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

C.4.4.2.3

Les graves pour fondation en empierrement relvent du systme 2+. C.4.4.3 GRAVES POUR BETON MAIGRE

Les graves sont conformes la norme NBN EN 12620. C.4.4.3.1 Nature et origine

Sont admises les graves naturelles, artificielles ou recycles constitues des matriaux repris au C.2.4.4 et C.3.4.3.

CCT 2010 C.4.4.3.2 C.4.4.3.2.1 Spcifications

C. 63

CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GA90) ET CARACTERISTIQUES SUPPLEMENTAIRES

Tamis mm 63 40 31,5 28 20 16 14 10 8 4 2 1 Catgorie Pourcentage en masse de passant 0/10 0/14 0/20 100 100 98 - 100 90 - 99 70 + 20 70 + 20 70 + 20 40 + 20 40 + 20 GA90 40 + 20 GA90 GA90 40 + 20 GA90 GA90 40 + 20 98 - 100 90 - 99 70 + 20 98 - 100 90 - 99

0/8

0/31,5 100 98 - 100 90 - 99

100 100 98 - 100 90 - 99 70 + 20

C.4.4.3.2.2

AUTRES SPECIFICATIONS

Les graves rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Teneur en fines Qualit des fines (MB) Coefficient daplatissement Masse volumique relle Prescription < 11 % < 1,5 g/kg < 50 % 35 % 2,00 Mg/m < 25 Catgorie minimale f11 Fl50 FI35 MDE25 LA30 F2 Valeur de seuil SS0,2 S1 NR Prcisions complmentaires D8 D>8 Norme dessai NBN EN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 933-3 NBN EN 1097-6 NBN EN 1097-1 NBN EN 1097-2 NBN EN 1367-1 NBN EN 1744-1 Grave recycle Grave recycle Pour le C.3.3.8 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 -

Rsistance lusure (MicroDeval) Rsistance la fragmentation < 30 (Los Angeles) Sensibilit au gel-dgel <2% Constituants augmentant le < 120 min temps de prise et rduisant la < 20 % rsistance du bton Sulfates solubles dans leau < 0,2 % Soufre total <1% Stabilit volumique <3% Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 12620 (1) (1) Les documents du march prcisent les catgories pour des applications spciales.

minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques

La stabilit volumique est < 5 % pour les gravillons recycls et pour le C.3.3.6.

CCT 2010
-

C. 64

Taux de concassage :
Pourcentage de grains entirement concasss ou semi concasss, en masse 100 90 100 Pourcentage de grains entirement rouls, en masse 0 03

Pourcentage de grains entirement concasss, en masse 90 100 30 100

Catgorie C C100/0 C90/3

Les catgories C100/0 et C90/3 sont dfinies la norme NBN EN 13043. C.4.4.3.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les graves pour bton maigre relvent du systme 2+. C.4.4.4 GRAVES POUR GRAVE-BITUME

Les graves sont conformes la norme NBN EN 13043. C.4.4.4.1 Sont admises : les graves naturelles constitues des matriaux repris au C.2.2 (Sables naturels) et C.3.2 (gravillons naturels) ; les graves artificielles ou recycles constitues des matriaux repris au C.2.3.5 (Sables de mchefers traits), C.2.3.7 (Sable de concassage de scories BOF et de scories EAF), C.2.3.8 (Sable de concassage de scories dacirie inox traites), C.3.3.4 (Scories BOF et scories EAF) et C.3.3.5 (Scories traites dacier inoxydable) ; les agrgats denrobs bitumineux ( C.4.3.2). Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE Nature et origine

C.4.4.4.2 C.4.4.4.2.1

Caractristiques gnrales de granularit : catgorie GA85. Spcifications supplmentaires :

Tamis mm 40 28 20 14 10 8 4 2 1 0,5 0,063 Pourcentage en masse de passant 0/20 0/14 Spcification Spcification 100 98 100 100 85 99 98 100 85 99 55 85 55 85 35 65 35 65 22 50 22 50 15 40 15 40 10 35 10 35 0 10 0 10

CCT 2010 C.4.4.4.2.2 AUTRES SPECIFICATIONS

C. 65

Les graves rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Qualit des fines (MBF) Prescripti on < 10 g/kg Catgorie minimale MBF10 (2) MBFNT Prcisions complmentaires Si la teneur en fines est < 3 Norme dessai NBN EN 933-9

Rsistance la LA30 NBN EN 1097-2 fragmentation (Los < 30 Angeles) Rsistance lusure < 25 MDE25 NBN EN 1097-1 (Micro-Deval) Coefficient < 20 % D > 16 FI20 NBN EN 933-1 daplatissement < 25 % 8 < D < 16 FI25 Stabilit dimensionnelle < 3,5 % V3,5 NBN EN 1744-1 des scories daciries Autres caractristiques mentionnes la norme Non requis NBN EN 13043 (1) (1) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales. (2) NT : Il nest pas ncessaire de faire un essai.

C.4.4.4.3

Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

Les graves pour grave-bitume relvent du systme 2+. C.4.4.5 GRAVE POUR MATERIAUX BITUMINEUX COULES A FROID (MBCF)

Les graves sont conformes la norme NBN EN 13043. C.4.4.5.1 Nature et origine

Sont admises les graves naturelles constitues des matriaux repris au C.2.2 (Sables naturels) et au C.3.2 (gravillons naturels). C.4.4.5.2 C.4.4.5.2.1 Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE

Caractristiques gnrales de granularit : catgorie GA85 Tolrances : GTC10.

CCT 2010 Spcifications supplmentaires :

Tamis mm 20 14 12,5 10 9 8 6,3 5,6 5 4 3,15 2 1 0,5 0,125 0,063 Pourcentage en masse de passant 0/6,3 0/4 100 98 100 100 85 99 98 100 85 99 55 85 50 80 25 55 15 45 07 07

C. 66

0/10 100 98 100 85 99 55 85 20 50 07

0/2 100 85 99 50 70 20 60 0 20 07

C.4.4.5.2.2

AUTRES SPECIFICATIONS

Les graves rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Qualit des fines (MBF) Prescription < 10 g/kg Coefficient daplatissement < 20 % < 25 % Catgorie minimale MBF10 MBFNT Fl20 Fl25
(2)

Prcisions complmentaires Si la teneur en fines est < 3 D > 6,3 D < 6,3

Norme dessai NBN EN 933-9 NBN EN 933-9 NBN EN 933-3

Rsistance la fragmentation < 20 LA20 NBN EN 1097-2 (Los Angeles) Rsistance lusure < 15 MDE15 NBN EN 1097-1 (Micro-Deval) Masse volumique Valeur dclare NBN EN 1097-6 Coefficient de polissage > 50 PSV50 NBN EN 1097-8 acclr Autres caractristiques Non requis mentionnes la norme NBN EN 13043 (1) (1) Les documents du march prcisent les catgories auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales. (2) NT : Il nest pas ncessaire de faire un essai.

Pour les MBCF de couleur rouge, la teinte de la roche-mre des graves correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. Les autres teintes sont dfinies par les documents du march.

CCT 2010 C.4.4.5.3 Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

C. 67

Les graves pour MBCF relvent du systme 2+. C.4.4.6 GRAVES 0/4 POUR REVETEMENTS BITUMINEUX COMPACTES

Les graves sont conformes la norme NBN EN 13043. C.4.4.6.1 Sont admises : les graves naturelles constitues des matriaux repris aux C.2.2 et C.3.2; les graves artificielles ou recycles constitues des matriaux repris aux C.2.3.7, C.2.3.8, C.3.3.4 et C.3.3.5 ; les agrgats denrobs bitumineux ( C.4.3.2). Nature et origine

Les agrgats denrobs bitumineux ne sont admis que pour la fabrication des enrobs de type AC-base3. C.4.4.6.2 C.4.4.6.2.1 Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE DES GRAVES 0/4 (CATEGORIE GA85)

Les graves 0/4 pour revtements bitumineux rpondent aux prescriptions suivantes :
Tamis mm 8 5,6 4 2 1 Pourcentage en masse de passant 0/4 100 98 - 100 85-99

C.4.4.6.2.2

TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DES GRAVES 0/4 DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (CATEGORIE GTC10)
Tamis mm 4 2 1 0,5 0,063 (1)
(1)

Pourcentage en masse de passant 0/4 +5 + 10 +3

Sauf pour la catgorie f3

C.4.4.6.2.3

AUTRES SPECIFICATIONS

Les graves 0/4 pour revtements bitumineux rpondent aux prescriptions du C.2.4.9.2.3. Lessai dcoulement sur les graves 0/4 se fait sur la fraction 0/2 mm.

CCT 2010 C.4.4.6.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

C. 68

Les graves pour revtements bitumineux relvent du systme 2+ C.4.4.7 C.4.4.7.1 GRAVES 0/8 POUR COUCHE DE POSE DE PAVAGE OU DALLAGE Nature et origine

Sont admis les graves naturelles ( C.4.2) conformes la norme NBN EN 13242. C.4.4.7.2 C.4.4.7.2.1 Spcifications CARACTERISTIQUES GENERALES DE GRANULARITE (CATEGORIE GA80) ET TOLERANCES SUR LA GRANULARITE DECLAREE PAR LE PRODUCTEUR (GTA20)
Pourcentage en masse de passant 0/6,3 Tolrances 100 98-100 + 5 (1) 80-99 + 5 (2) + 20 (1) + 20 (2)

Tamis mm 16 12,5 11,2 9 8 6,3 4 3,15

(1) (2)

0/8 100 98-100 80-99

Pour les graves 0/8 uniquement. Pour les graves 0/6,3 uniquement.

C.4.4.7.2.2

AUTRES SPECIFICATIONS
Prescription Valeur dclare (Mg/m) <3% < 30 < 25 <2% Catgorie a f3 LA30 MDE25 F2 Non requis Norme dessai NBN EN 1097-6 NBN EN 933-1 NBN EN 1097-2 NBN EN 1097-1 NBN EN 1367-1 -

Caractristique Masse volumique relle Teneur en fines Rsistance la fragmentation (Coefficient Los Angeles) Rsistance lusure (Coefficient Micro-Deval) Sensibilit gel-dgel Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13242 (1)
(1)

Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

La somme MDE + LA est < 45. C.4.4.7.3 Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les graves pour couche de pose de pavage et dallage relvent du systme 2+.

CCT 2010 C.5 C.5.1 LIANTS HYDRAULIQUES ROUTIERS Description

C. 69

Les liants hydrauliques routiers (LHR) sont des produits finis, produits en usine et distribus prts lemploi dont les proprits sont spcifiquement adaptes au traitement des sols ou des granulats pour la ralisation de terrassements, de sous-fondations et de fondations. Ils se prsentent sous forme de poudre rsultant du mlange en usine de diffrents constituants. Leur composition est statistiquement homogne. Un LHR mlang de leau, durcit aussi bien lair que sous eau et reste solide mme sous eau. Les LHR sont conformes la EN(V) 13282.

C.5.2 C.5.2.1

Spcifications COMPOSITION

La composition des LHR ne doit pas tre spcifiquement dfinie mais les constituants principaux conformes larticle 5 de prEN 197-1 doivent faire partie de la liste ci-dessous : clinker Portland (K) ; laitier granul de haut fourneau (S) ; matriaux pouzzolaniques : pouzzolanes naturelles (P) ; argiles et schistes argileux activs thermiquement (Q) ; cendres volantes : siliceuses (V) ; calciques (W) ; calciques non teintes (Wa) ; schistes calcins (T) ; chaux conformes la norme NBN EN 459-1 ; ciments.

Les constituants secondaires nexcderont pas 5 % en masse. Il sagit de minraux naturels ou issus de la fabrication du clinker. Les LHR peuvent comprendre galement du sulfate de calcium et des additifs (moins de 1 % en masse).

CCT 2010 C.5.2.2 EXIGENCES PHYSIQUES ET CHIMIQUES

C. 70

Les proprits physiques et chimiques du LHR doivent rpondre aux exigences du tableau suivant :
Caractristiques Finesse % de refus en masse 90 m Temps du dbut de prise Stabilit Teneur en sulfates Prescription 15 % 120 min 10 mm 4% Commentaires pr EN 196-6 3 NBN EN 196-3 NBN EN 196-3 NBN EN 196-2 8

C.5.2.3

EXIGENCES MECANIQUES

Les LHR sont caractriss par une classe de rsistance suivant la norme NBN EN 196-1 (rsistance la compression dtermine 28 jours). Aucune exigence minimale nest prvue mais le LHR livr doit correspondre au produit propos par ltude pralable de traitement du sol (tude de formulation) ralise conformment aux D.5.4 et E.2.3 et selon les procdures prvues dans le guide du CRR (complment n 3 au Code de bonne pratique R81/10). C.5.2.4 DEFINITION

La dfinition technique du liant hydraulique routier repose sur la dsignation normalise comprenant : une dclaration de composition en rapport au type de liant hydraulique routier (normal ou rapide) ; une dfinition li la classification mcanique (selon la norme NBN EN 196-1) ; lorigine du liant hydraulique routier ; ventuellement complte par lappellation commerciale.

Une fiche technique devra dcrire compltement le liant hydraulique routier pour lensemble des paramtres normaliss (composition, exigences mcaniques, exigences physiques, exigences chimiques). Le producteur pourra galement inclure dans cette fiche technique des lments quil jugera pertinent pour aider lemploi du liant hydraulique routier (choix, optimisation du dosage employer en fonction de lobjectif performantiel atteindre).

CCT 2010 C.6 C.6.1 CIMENTS Dfinition

C. 71

Les ciments ordinaires sont conformes la norme NBN EN 197-1. En outre, les ciments spciaux sont conformes : la NBN B12-108 : ciments haute rsistance aux sulfates (HSR) ; la NBN B12-109 : ciments teneur limite en alcalis (LA) ; la NBN B12-110 : ciments haute rsistance initiale.

C.6.2

Spcifications relatives lutilisation A dfaut dindication, les

Les documents du march dfinissent les ciments utiliser. prescriptions suivantes sont dapplication : -

en cas dutilisation de concasss de dbris de bton, le ciment est haute rsistance aux sulfates (HSR) ; pour tout bton coul en place dans un milieu humide, seul lemploi dun ciment LA est autoris. Pour les ouvrages intervenant dans un rseau dgout, les ciments utiliss prsenteront galement une haute rsistance aux sulfates (HSR).

CCT 2010 C.7 C.7.1 CHAUX Dfinition

C. 72

La chaux rsulte dune cuisson 900C dun calcaire haute teneur en carbonate de calcium. On distingue : la chaux arienne vive qui est compose principalement doxyde de calcium. Selon la norme NBN EN 459-1 elle est qualifie par la dnomination CL pour dfinir la chaux calcique et Q pour dfinir la chaux vive ; la chaux arienne teinte, ou hydrate, qui est compose principalement dhydroxyde de calcium. Elle est obtenue par hydratation, ou extinction, de la chaux vive (les chaux ariennes sont dites grasses si elles proviennent dun calcaire pur et maigres si elles sont fabriques partir dun calcaire contenant un certain pourcentage de magnsie ou de silice). Selon la norme NBN EN 459-1, elle est qualifie par la dnomination CL pour la chaux calcique et S pour la chaux hydrate ; la chaux hydraulique naturelle, contenant un certain pourcentage (jusqu 22 %), dargile ce qui lui confre des proprits de prise hydraulique. Selon la norme NBN EN 459-1, elle est qualifie par la dnomination NHL.

Les chaux utilises en construction sont conformes la norme NBN EN 459-1 (dfinitions, spcifications, critres de conformit).

C.7.2

Caractristiques

Les chaux font lobjet dune rception technique pralable. Les caractristiques ci-aprs font lobjet dun rapport dessais qui doit tre fourni pralablement toute mise en uvre. C.7.2.1 C.7.2.1.1 CHAUX POUR LE TRAITEMENT DES SOLS Chaux vive classique

La chaux vive classique utilise pour le traitement des sols rpond aux prescriptions suivantes : granularit : refus 2 mm < 5 % et passant 0,090 mm 30 %, selon la norme NBN EN 459-2 ; composition chimique : chaux selon la dsignation normalise NBN EN 459-1 CL90-Q, vitesse dhydratation : une temprature de 60C doit tre atteinte en moins de 8 minutes, selon la norme NBN EN 459-2 ; teneur en oxyde de calcium disponible : 88 % selon la norme NBN EN 459-2. Chaux mission de poussire rduite

C.7.2.1.2

La chaux vive utilise pour le traitement des sols en zones sensibles lmission de poussires rpond aux prescriptions du C.7.2.1.1. En outre, cette chaux permet une rduction effective du taux dmission de poussires au cours des oprations courantes dun chantier de traitement (dchargement des camions dans les silos de

CCT 2010

C. 73

chantier, chargement des pandeurs, pandage et malaxage par les engins habituels de traitement). Le mode opratoire et le seuil de prescription repris pour caractriser cette chaux faible mission de poussires sont prciss aux documents du march. Lagrment dfinitif est donn par le fonctionnaire dirigeant aprs excution de planches dessais et constat que le produit propos permet de ramener les missions de poussires une niveau acceptable. C.7.2.2 CHAUX POUR EMPIERREMENT A GRANULARITE CONTINUE, SABLE LAITIER ET BETON POUZZOLANIQUE

La chaux vive classique rpond aux prescriptions du C.7.2.1.1.

C.7.3

Rception des matriaux Systme dattestation de conformit

Les chaux de construction relvent du systme 2+. Le marquage CE couvre les aspects de la norme NBN EN 459-1. Les critres supplmentaires sont dfinis au C.7.2.

CCT 2010 C.8 C.8.1 C.8.1.1 FILLERS Fillers pour mlanges bitumineux NATURE ET ORIGINE

C. 74

Le filler pour mlanges bitumineux pour revtements est un granulat poudreux utilis dans des mlanges bitmineux pour revtements. Sont admis : les fillers dapport conformes la norme NBN EN 13043. Les fillers dapport composites sont constitus des matriaux suivants : fines de sable de concassage ; cendres volantes AVI provenant dunits autorises dincinration de dchets mnagers non mlangs aux rsidus de lavage des fumes ; cendres volantes SVI (cendres volantes provenant de la co-combustion en centrale thermique de boues de station dpuration, non mlanges aux rsidus de lavage des fumes) ; cendres volantes conformes aux prescriptions du C.51 ; les fillers provenant dun sable de concassage, rcuprs et rutiliss directement dans le plant, et rpondant aux prescriptions du C.8.1.2 et du C.8.1.3 relatives aux fillers provenant des sables fillriss. les fillers provenant dun seul sable de concassage, rcuprs et stocks dans un silo qui leur est propre, et rpondant toutes les prescriptions des paragraphes C.8.1.2 et C.8.1.3 relatives aux fillers (y compris les essais qui ne sont normalement pas dapplication pour les sables fillriss).

Les silos sont tanches leau. Le filler dapport et le filler de rcupration sont stocks dans des silos spars. Le stockage en silos de mlanges de fillers provenant de diffrents sables est interdit. Le filler ne contient aucun matriau dont la nature, la forme ou la teneur peut nuire lutilisation : argile, craie, etc. Le filler dapport et le mlange de filler dapport et de filler rcupr doivent avoir un pourcentage de vides qui se situe dans les limites dun mme type de filler Les types de filler sont dfinis dans le tableau ci-dessous.
Proprit Vides Anneau & Bille Sensibilit leau Teneur en Ca(OH)2 Teneur en CaCO3 Nombre bitume Valeur bleu de mthylne Type Ia V28/38 Type Ib V28/38 Type IIa Type IIb V28/45 of V44/55 V28/45 of V44/55 R&BNR Valeur donner par le fabricant KaNR KaNR Ka20 CC70 CCNR CCNR BN28/39, BN40/52, of BN53/62, MBF10 NBN EN 13043 5.3.3.1 5.3.3.2 5.4.2 5.4.4 5.4.3 5.5.2 4.1.5

KaNR CCNR

CCT 2010 C.8.1.2 SPECIFICATIONS

C. 75

Les fillers rpondent aux prescriptions suivantes :

Caractristique Masse volumique relle Porosit (Rigden) Nombre bitume du filler dapport (1) Solubilit leau Teneur en fines nocives Teneur en eau (2)(3) Teneur en carbonate des granulats calcaires (2) Prescription 28 45 44 55 28 39 40 52 < 10 < 10 g/kg <1% > 70 % Catgorie minimale Valeur dclare V28/45 V45/55 BN28/39 BN40/52 WSDclare WS10 MBF10 CC70 Prcisions complmentaires Norme dessai NBN EN 1097-7 NBN EN 1097-4 NBN EN 13179-2 NBN EN 1744-1 art.16 NBN EN 933-9 NBN EN 1097-5 NBN EN 196-21

Valeur dclarer Valeur dclarer Pour asphaltes couls En cas dimposition dun filler calcaire et pour les asphaltes couls En cas daddition de chaux

Teneur en chaux teinte du filler additiv (2)

Autres caractristiques mentionnes la norme NBN EN 13043 (4) (1) Utilis uniquement pour le controle de la rgularit du filler dapport. Lessai de porosit (Ridgen) reste la rfrence. (2) Cet essai nest pas dapplication pour les MBCF. (3) Cet essai nest pas dapplication sur les fillers de rcupration. (4) Les documents du march prcisent les catgories minimales auxquelles doivent rpondre ces caractristiques pour des applications spciales.

< 10 % > 10 % > 20 % -

CCNR KaDclar Ka10 Ka20 NR

NBN EN 459-2

Les fillers dapport composites rpondent aux spcifications suivantes : cendres volantes AVI : max 20 % (m/m)4 ; cendres volantes SVI : max 40 % (m/m) ; (AVI + SVI) 40 % (m/m). CARACTERISTIQUES DE GRANULARITE DU FILLER

C.8.1.3

Mthode dessai selon la norme NBN EN 933-10. Pourcentage en masse de passant Etendue maximale de Limites infrieures et suprieures pour les granularit dclare par le rsultats individuels fournisseur 100 85 100 10 (1) 70 100 10 (1)

Tamis mm 2 0,125 0,063

(1)

20 pour les fillers de rcupration.

C.8.1.4

RECEPTION DES MATERIAUX - SYSTEME DATTESTATION DE CONFORMITE

Les fillers pour mlanges hydrocarbons relvent du systme 2+.

4

Masse/masse

CCT 2010 C.9 LIANTS POUR PRODUITS BITUMINEUX

C. 76

Un bitume est un matriau pratiquement non volatil, adhsif et hydrophobe, driv du ptrole brut ou prsent dans lasphalte naturel. Il est entirement soluble dans le tolune ou presque, et trs visqueux ou presque solide la temprature ambiante. Par extension, les liants base de rsine et les liants synthtiques clairs utiliss pour la ralisation de revtements bitumineux ou de traitement de surface bitumineux pour voirie sont galement traits dans cette partie. Lchantillonnage seffectue selon la norme NBN EN 58 et la rparation de lchantillon suivant la norme NBN EN 12594.

C.9.1 C.9.1.1

Bitume routier DEFINITION

Les bitumes routiers sont des bitumes utiliss pour lenrobage des granulats destins la construction et lentretien des chausses, et qui sont obtenus par des procds de raffinage des ptroles bruts. C.9.1.2 SPECIFICATIONS

Les bitumes routiers rpondent aux prescriptions de la norme NBN EN 12591. Les spcifications des bitumes routiers utiliss en Rgion Bruxelloise sont reprises au tableau cidessous :
Caractristique Pntrabilit 25 C, 5 s Ramollissement A & B Indice de pntrabilit Viscosit cinmatique 135 C Point de fragilit Fraass, maximum Solubilit Point dclair Rsistance au durcissement 163C : - variation de masse (en plus ou en moins) - pntrabilit restante - point de ramollissement aprs durcissement - augmentation du point de ramollissement, maximum Units 0,1 mm C mm/s C % (m/m) C % % C C Classes 50/70 70/100 50-70 70-100 46-54 43-51 - 1,5 -1,5 + 0,7 + 0,7 295 230 -8 - 10 99,0 99,0 230 230 0,5 50 48 11 0,8 46 45 11 Norme dessai NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12591 NBN EN 12595 NBN EN 12593 NBN EN 12592 NBN EN 22592 NBN EN 12607-1 NBN EN 12607-1 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 1427

20/30 20-30 55-63 - 1,5 + 0,7 530 99,0 240 0,5 55 57 10

35/50 35-50 50-58 - 1,5 + 0,7 370 -5 99,0 240 0,5 53 52 11

160/220 160-220 35-43 - 1,5 + 0,7 135 - 15 99,0 220 1,0 37 37 12

CCT 2010 C.9.2 C.9.2.1 Bitume polymre neuf Dfinition

C. 77

Un bitume polymre neuf est un bitume fabriqu en usine et prt lemploi5. Il consiste en une dispersion homogne constitue en partie largement prpondrante (> 90 % en masse) de bitume de ptrole et en partie restante dun ou plusieurs polymres caractre lastomrique et/ou plastomrique. Les lastomres sont des polymres ayant des proprits caoutchouteuses. Un matriau lastique revient sa forme initiale aprs la disparition dune sollicitation (de courte dure) externe, tant que celle-ci se trouve dans le domaine critique. Un thermoplastique est un matriau synthtique qui ramollit lorsquil est soumis une forte chaleur, contrairement aux thermodurcisseurs, qui conservent leur duret lorsquils sont chauffs. Les lastomres thermoplastiques (TPE) sont une famille de produits synthtiques qui sont lastiques temprature ambiante et thermoplastiques lorsquils sont chauffs. Sauf prescription contraire au cahier spcial des charges, un ou plusieurs lastomres sont utiliss dans le cas denrobs bitumineux compacts chaud de mme que pour un enduit bitumineux ou un MBCF. Dans le cas dun asphalte coul, et pour les autres produits bitumineux si cela est explicitement indiqu au cahier spcial des charges, un plastomre neuf peut tre utilis. Les donnes suivantes sont fournies par le fournisseur :
-

les tempratures recommandes pour le mlange de lenrob pour la confection des tablettes Marshall ; les tempratures recommandes pour le compactage de lenrob pour la confection des prouvettes PCG ; le pourcentage de solubilit du bitume modifi au polymre avec le solvant utiliser lors des contrles ; les tempratures recommandes pour lenrobage en centrale ; les tempratures recommandes pour la mise en uvre sur chantier. SPECIFICATIONS

C.9.2.2

Les bitumes polymre(s) neuf(s) rpondent aux prescriptions de la norme NBN EN 14023. Les spcifications des bitumes polymre(s) neuf(s) utiliss en Rgion Bruxelloise sont reprises aux tableau ci-dessous.

Les bitumes routiers auxquels un additif est ajout la centrale denrobage lors de la fabrication de lenrob ne sont pas des bitumes polymre neuf au sens du C.9.2.

CCT 2010
Bitume polymre neuf 45/80 50 45/80 65 75/130 75 45 80 45 80 75 130 50 65 75 10 35 50 TBR (15C) TBR (5C) 10 60 235 12 80 235 TBR (5C) 15 80 235

C. 78

Caractristique Pntrabilit 25C, 5 s Ramollissement A & B Ductibilit 5C Cohsion par force-ductilit (vitesse de traction : 50 mm/min) Point de fragilit Fraass Retour lastique 25C Point dclair Rsistance au durcissement (RTFOT/RFT) - Pntrabilit restante - Augmentation du point de ramollissement A & B Variation de masse Retour lastique

Units 0,1 mm C cm J/cm C % C

Norme dessai NBN EN 1426 NBN EN 1427 CME 8.36 NBN EN 13589 NBN EN 13703 NBN EN 12593 NBN EN 13398 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12607-1 ou NBN EN 12607-3 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12607-1 ou NBN EN 12607-3 NBN EN 13398

% C % %

TBR TBR TBR TBR

TBR TBR TBR TBR

TBR TBR TBR TBR

C.9.2.3

CARACTERISTIQUES INFORMATIVES
Caractristiques performantielles Units 45/80 - 50 45/80 65 75/130 - 75

DSR (52C ; 1,6 Hz) suivant la norme NBN EN 14470 - G* kPa TBR (4) TBR TBR TBR TBR TBR - BBR (2): suivant NBN EN 14771 Temprature critique la plus leve (3) C TBR TBR TBR Viscosit cinmatique 135C mm/s TBR TBR TBR suivant NBN EN 12595 (1) Dynamic shear rheometer (DSR). (2) Bending beam rheometer (BBR). (3) La temprature critique la plus leve pour lessai BBR est la plus leve des tempratures suivantes : - temprature laquelle la rigidit S aprs 60 s = 300 MPa ; - temprature laquelle la pente m aprs 60 s (courbe rigidit/temps) = 0,3. (4) TBR = (to be reported) : valeur dclarer par le fabricant.

(1)

C.9.2.4

LIVRAISON ET ENTREPOSAGE

Les produits fournis en citerne sont entreposs en citernes calorifuges, spares, de capacit totale suprieure la consommation d'une demi-journe de travail. Le liant est rchauff et maintenu temprature adquate au moyen d'un systme de chauffe thermostatis (tolrance 10C) en vitant toute surchauffe locale. Un dispositif de circulation assure une circulation continuelle du liant l'intrieur des cuves et dans les canalisations d'amene la pompe doseuse. Un thermostat de scurit, raccord une alarme, est plac en srie avec le premier thermostat pour que la temprature de brlage du liant ne soit pas atteinte.

CCT 2010 C.9.3 C.9.3.1 Bitume indice de pntration positif DEFINITION

C. 79

Le bitume indice de pntration positif est un produit obtenu par modification chimique du bitume au cours de sa production. Ce bitume ainsi modifi a un indice de pntration (Ip) plus lev qui indique une susceptibilit thermique plus faible. C.9.3.2 SPECIFICATIONS
Units 0,1 mm C mm/s % C 20/30 20 - 30 64 - 72 1 500 TBR(1) 99,0 -8 + 0,1 1,3 Classes 35/50 35 - 50 57 - 66 700 TBR(1) 99,0 -10 + 0,1 1,3 50/70 50 - 70 54 - 63 600 TBR 99,0 -15 + 0,1 1,3 Norme dessai NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12595 NBN EN 15326 NBN EN 12592 NBN EN 12593 NBN EN 12591

Caractristique Pntrabilit 25C, 5 s Ramollissement A & B Viscosit cinmatique 135C Masse volumique relative Solubilit Point de fragilit Fraass Indice de pntration
(1)

TBR = (to be reported) : valeur dclarer par le fabricant.

C.9.3.3

CARACTERISTIQUES INFORMATIVES
Caractristique Units kPa C 20/30 TBR (4) TBR TBR Classes 35/50 TBR TBR TBR 50/70 TBR TBR TBR

(1) (2) (3)

DSR (1) (52C ; 1,6 Hz) suivant la norme NBN EN 14470: - lG *l - BBR (2) suivant la norme NBN EN 14771 : - temprature critique la plus leve (3) Dynamic shear rheometer (DSR). Bending beam rheometer (BBR).

(4)

La temprature critique la plus leve pour lessai BBR est la plus leve des tempratures suivantes : - temprature laquelle la rigidit S aprs 60 s = 300 MPa ; - temprature laquelle la pente m aprs 60 s (courbe rigidit/temps) = 0,3. TBR = (to be reported) : valeur dclarer par le fabricant.

C.9.4 C.9.4.1 C.9.4.1.1

Bitume flux BITUME ROUTIER FLUXE A EVOLUTION MOYENNE Dfinition

Les bitumes fluxs sont des liants composs de bitume de ptrole fluxs par lajout dhuiles de ptrole ou vgtales.

CCT 2010 C.9.4.1.2 Spcifications

C. 80

Les bitumes fluxs rpondent aux prescriptions de la NBN EN 15322 et plus particulirement celles du tableau ci-dessous :
Caractristique Bitume flux - Viscosit dynamique 60C - Point dclair - Solubilit - Distillation totale 360C - Distillation - 225C - 315C Liant rsiduel aprs stabilisation - Pntrabilit 25C, 5s
(1)

Units Pa.s C % % % % 0,1 mm

Classe Fm 5 B2 10-50 > 65 > 99 < 20 < 15 TBR (1) 330

Norme dessai NBN EN 13302 NBN EN ISO 2719 NBN EN 12592 NBN EN 13358 NBN EN 13358 NBN EN 13358 NBN EN 1426

TBR = (to be reported) : valeur dclarer par le fabricant.

C.9.4.2 C.9.4.2.1

BITUME FLUXE A BASE DE BITUME POLYMERE Dfinition

Un bitume flux base de bitume(s) polymre(s) est un liant compos dun bitume polymre(s) neuf(s) flux par lajout dhuiles de ptrole ou dhuile vgtale. C.9.4.2.2 Spcifications

Les bitumes fluxs base de bitume(s) polymre(s) rpondent aux prescriptions de la norme NBN EN 15322 et plus particulirement celles du tableau ci-dessous :
Caractristique Bitume flux : - Viscosit temps dcoulement (10 mm, 40C) - Distillation total 360C - Distillation - 225C - 315C Liant rsiduel aprs stabilisation : - Pntrabilit 25C, 5 s - Ramollissement A & B - Force-ductilit 5C - Retour lastique 25C
(1)

Units s % % % 0,1 mm C cm %

Classe Fm4 PB 2 50-500 < 20 < 15 TBR (1) < 150 50 TBR > 50

Norme dessai NBN EN 12846-2 NBN EN 13358 NBN EN 13358 NBN EN 13358 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12589 et NBN EN 13703 NBN EN 13398

TBR = (to be reported) : valeur dclarer par le fabricant.

C.9.5

Emulsion de bitume

Les mulsions de bitume sont des mulsions dans lesquelles le bitume constitue la phase disperse. Elles sont travailles froid ou lgrement chauffes. Elles sont divises en mulsions anioniques et mulsions cationiques.

CCT 2010

C. 81

Par temps de gel, il convient de prendre les dispositions ncessaires pour viter quelles ne glent. C.9.5.1 C.9.5.1.1 EMULSION ANIONIQUE DE BITUME Dfinition

Une mulsion anionique de bitume est une dispersion trs fine de bitume de ptrole dans de leau, additionne dun mulsifiant anionique. Les diffrents types dmulsions anioniques de bitume se distinguent par une lettre, suivant leur vitesse de rupture. C.9.5.1.2 Spcifications
Caractristique Emulsion de bitume : - Indice de rupture - Polarit - pH - Temps dcoulement 2mm 40C Teneur en liant (mesure de teneur en eau) - Finesse de dispersion (Rsidu sur tamis de 0,16 mm) Liant rsiduel : - Pntrabilit 25 C, 5 s - Masse volumique relative - Solubilit
(1)

Units

Classes A B

Norme dessai

s % %

TBR (1)
ngative 8

TBR
ngative 8

TBR
55 0,5

TBR
55 0,5

NBN EN 13075-1 NBN EN 1430 NBN EN 12850 NBN EN 12846 NBN EN 1428 NBN EN 1429

0,1 mm %

50 - 250 1,00 1,06 99,0

50 250 1,00 1,06 99,0

NBN EN 1426 NBN EN 15326 NBN EN 12592

TBR = (to be reported) : valeur dclarer par le fabricant.

C.9.5.2 C.9.5.2.1

EMULSION CATIONIQUE DE BITUME Dfinition

Une mulsion cationique de bitume est une dispersion trs fine de bitume de ptrole dans de leau additionne dun mulsifiant cationique. Le bitume de base est soit un bitume routier, soit un bitume polymre neuf. C.9.5.2.2 Spcifications

Les mulsions cationiques de bitume rpondent aux prescriptions de la NBN EN 13808. Les codes CxxB(P)y((AA)) doivent tre lus comme suit :
-

C : mulsion cationique ; xx : teneur en bitume (%) ; B : bitume routier; BP : bitume polymre neuf; y : classe de lindice de rupture ; AA : anti-adhrente.

CCT 2010

C. 82

Les diffrents types dmulsions cationiques dapplication en Rgion Bruxelloise et leurs applications courantes sont repris dans le tableau ci-dessous.
Dnomination CCT2010 Dnomination NBN EN 13808 Enduit Couche de collage X X X C60BP1 X X X C60B1(AA) C60BP1(AA) C65BP4 X C67B1 C67BP1 X X C69BP1 X X X X X X X X X Utilisation recommande pour Couche collage Couche de Couche visqueuse collage sur de rupture rapide bton jeune collage RUMG Interface antifissure MBCF

A1 A2 A3 B1 B2 B3 C D E F1 F2 F3 G1 G2 G3 H1 H2 H3

C60B1

Le producteur adapte lindice de rupture lutilisation prvue. Les spcifications sont reprises au tableau ci-aprs :
C60BP1(AA ) C60B1(AA) C65BP4 (2) C60BP1
C67BP1 C69BP1

C60B1

Caractristique

Units

C67B1

Norme d essai

Emulsion

Polarit pH, maximum Teneur en liant (par teneur en eau) Indice de rupture Proprits perceptibles Rsidu au tamis de 0,5mm Temps dcoulement 2 mm 40C Temps dcoulement 4 mm 40C Pntrabilit 25C, 5 s Ramollissement A&B Retour lastique 25C
(1) (2)

% % s

+ 6 (1) 58-62 TBR TBR 0,2 TBR

+ 6 (1) 58-62 TBR TBR 0,2 TBR

+ 6 (1) 58-62 TBR TBR 0,2 TBR

+ 6 58-62 TBR
TBR 0,2

+ 6 63-67 70-130
TBR 0,1

+ 6 (1) 65-69 TBR TBR 0,2 NR

+ 6 (1) 65-69 TBR TBR 0,2 20-60

+ 6 (1) 67-71 TBR TBR 0,2 20-60

NBN EN 1430 NBN EN 12850 NBN EN 1428 NBN EN 13075-1 NBN EN 1425 NBN EN 1429 NBN EN 12846

TBR

NR

s 0,1 mm C %

NR TBR TBR NR

NR 220 55 50

NR 100 TBR NR

NR
100

10-45
150 43

30-70 TBR TBR NR

NR 150 55 50

10-45 150 55 50

NBN EN 12846 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 13398

Liant rsiduel

TBR
30

TBR

Pour une mulsion pour couche de collage sur bton jeune, cette prescription est remplace par pH 4,5.
Emulsion au latex pour RUMG

Avec : NR (= No Requirement) : pas de valeur impose TBR (= To be reported) : intervalle (ferm ou semi-ouvert) communiquer par le fabriquant. Le fabriquant doit communiquer cet intervalle sur la fiche technique.

CCT 2010

C. 83

Les exigences pour la caractristique Temps dcoulement 2 mm 40C valent seulement dans le cas dune mulsion utilise pour raliser une couche de collage ou un MBCF. Les exigences pour la caractristique Temps dcoulement 4 mm 40C valent seulement dans le cas dune mulsion utilise pour la ralisation dun enduit. Lors de la prise dchantillons dmulsion cationique de bitume polymre, il doit tre tenu compte de la note reprise au tableau 3 de la norme NBN EN 13808. Le dlai dans lequel les essais doivent tre raliss aprs le prlvement dchantillon sont donns dans la fiche technique. Ce dlai (communiqu dans la fiche technique) doit tre au minimum de 36 heures. Si le fabriquant estime quun matriel spcifique est ncessaire pour une prise dchantillon correcte, il le met lui-mme disposition.

C.9.6 C.9.6.1

Bitume dur DEFINITION

Les bitumes durs sont des bitumes destins la construction et lentretien des chausses, et qui prsentent des performances permettant leur usage dans des enrobs module lev (EME) et les asphaltes couls. C.9.6.2 SPECIFICATIONS

Les bitumes durs rpondent aux prescriptions de la norme NBN EN 13924-1. Les spcifications propres aux bitumes dapplication courante en Rgion Bruxelloise sont reprises au tableau ci-aprs.
Caractristique Pntrabilit 25C, 5 s Ramollissement A & B (1) Indice de pntrabilit Viscosit cinmatique 135C Point de fragilit Fraass Solubilit Point dclair Rsistance au durcissement 163C : - variation de masse (en plus ou en moins) - pntrabilit restante - augmentation du point de ramollissement aprs durcissement - augmentation du point de ramollissement
(1)

Units 0,1 mm C mm/s C % m/m C

1/10 1-10 60-130 -1,5 1200 3 99,0 245 0,5 55 2 10

Classes 10/20 10-20 58-78 -1,5 900 3 99,0 245 0,5 55 2 10

15/25 15-25 55-72 -1,5 600 0 99,0 245 0,5 55 2 10

Norme dessai NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 13924-1 NBN EN 12595 NBN EN 12593 NBN EN 12592 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12607-1 NBN EN 12607-1 ou -3 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 1427

% % C C

La variation de la temprature A&B est de maximum 5C en plus ou en moins par rapport la valeur dclare par le producteur, tout en restant dans les limites spcifies dans le tableau ci-dessus. Le point de ramollissement A&B aprs mise en uvre du revtement sera suprieur dau moins 2C la valeur minimale communique par le fabriquant pour le bitume non mis en uvre.

CCT 2010 C.9.7 C.9.7.1 Liant base de rsine DESCRIPTION

C. 84

Ces liants sont des liants synthtiques contenant une ou plusieurs rsine(s). Les rsines base de bitume brai sont interdites. C.9.7.2 SPECIFICATIONS
Caractristique Rsistance la traction Allongement la rupture, minimum Unit MPa % Prescription 10,5 24 30 Norme dessai CME 08.37 CME 08.37

C.9.8 C.9.8.1

Emulsion base de liant synthtique clair DESCRIPTION

Lmulsion base de liant synthtique clair est une mulsion cationique surstabilise et rupture controle, base de liant synthtique clair modifi par des polymres. C.9.8.2 SPECIFICATIONS
Caractristique Emulsion : - pH - Teneur en eau Liant rsiduel : - Pntrabilit 25C, 5 s - Point de ramollissement A & B - Ductilit 5C - Point de Fraass - Retour lastique 25C 0,1 mm C cm C % 50 170 45 35 -14 50 NBN EN 1426 NBN EN 1427 CME 08.36 NBN EN 12593 NBN EN 13398 % 6,0 45 NBN EN 12850 NBN EN 1428 Units Prescription Norme dessai

C.9.9 C.9.9.1

Liants pigmentables DESCRIPTION

Les liants pigmentables sont soit des bitumes pigmentables, soit des liants synthtiques clairs pigmentables, modifis ou non par des polymres.

CCT 2010 C.9.9.2 SPECIFICATIONS

Bitume pigmentable (1) Units 35/50 50/70 70/100 0,1 mm 35 50 50 70 70 100

C. 85

Norme dessai NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12592 NBN EN ISO 2592

Caractristique 100/150 160/220 Pntrabilit 25C, 5 s 100 150 160 220 Point de ramollissement C 47 60 43 56 40 51 39 48 34 43 A&B Solubilit % 99,0 99,0 99,0 99,0 99,0 Point dclair C 240 230 230 230 220 (1) A nutiliser que pour la prparation denrobs rouges foncs ou verts Liant synthtique clair Units 20/30 35/50 0,1 mm 20 30 35 50 C C C 48 56 230 -2 45 53 230 -4

Norme dessai 50/70 50 70 41 49 230 -8 70/100 70 100 38 46 230 -10 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12593 Norme dessai 70/100 70 100 44 56 25 230 -12 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 13398 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12593

Caractristique Pntrabilit 25C, 5 s Point de ramollissement A&B Point dclair Point de Fraass

Liant synthtique clair, modifi par des polymres Caractristique Units 20/30 35/70 Pntrabilit 25C, 5 s 0,1 mm 20 30 35 70 Point de ramollissement C 56 66 46 63 A&B Retour lastique % 25 25 25C Point dclair C 230 230 Point de Fraass C -6 -8

C.9.10 C.9.10.1

Liant spcial pour joint DESCRIPTION

Le liant spcial pour joint est un liant bitumineux destin la ralisation de joints transversaux entre revtements hydrocarbons et revtements en bton ( L.11). C.9.10.2 SPCIFICATIONS
Caractristique Pntrabilit 25C, 5 s Fluage 60C, angle 75, 5 h Allongement 28C, 3,2 mm/h Dilatation Reprise de forme -25C Temprature de fusion Temprature dinflammation Poids spcifique Units 0,1 mm mm % mm cycle C C g/cm Prescription < 90 <5 > 50 > 70 5 90 < 250 1,1

CCT 2010 C.9.11 C.9.11.1 C.9.11.1.1 Additifs pour liant POLYOLEFINES Description

C. 86

Les polyolfines sont des fibres synthtiques obtenues partir de polymres hydrocarbons. C.9.11.1.2 Spcifications
Caractristique Teneur en eau, maximum Teneur en parties mtalliques Teneur en PVC Teneur en polythylne Passant au tamis de 4 mm Passant au tamis de 2 mm Pourcentage 2 15 10 75 85 10 40 Norme dessai NBN EN 1097-5 CME 08.38 CME 08.40 CME 08.39 NBN EN 933-1 NBN EN 933-1

C.9.11.2 C.9.11.2.1

ASPHALTE NATUREL Description

Lasphalte naturel est un mlange dorigine naturelle de bitume et de matriaux fins prsent dans des dpts naturels et trait pour liminer les composants indsirables tels que leau et les matires vgtales. Il rpond aux prescriptions de la norme NBN EN 13108-4. C.9.11.2.2 Spcifications

C.9.11.2.2.1 ASPHALTE NATUREL AVEC TENEUR EN CENDRES ELEVEE

Caractristique Pntrabilit 25C Point de ramollissement Solubilit Teneur en cendres en masse Masse volumique 25C Units 0,1 mm C % en masse % en masse Prescription 04 93 99 52 55 35 39 1,39 1,42 Norme dessai NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12592 IP 223 NBN EN ISO 3838

N.B. Lasphalte de Trinidad respecte habituellement ces exigences. IP : International Petroleum standard test methods

CCT 2010 C.9.11.2.2.2 ASPHALTE NATUREL AVEC TENEUR EN CENDRES FAIBLE

Caractristique Pntrabilit 25C Point de ramollissement Solubilit Teneur en cendre en masse Masse volumique 25C Units 0,1 mm C % en masse % en masse Prescription 01 160 182 > 95 02 1,01 1,09

C. 87

Norme dessai NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12592 IP 223 NBN EN ISO 3838

N.B. La gilsonite respecte habituellement ces exigences IP : International Petroleum standard test methods

C.9.11.3 C.9.11.3.1

POLYMRES Description

Des plastomres en formes de granuls peuvent tre utiliss comme additifs pour bitumes routiers uniquement dans le cadre de la fabrication dasphalte coul. Ils sont ajouts directement dans le malaxeur pour amliorer les caractristiques des bitumes routiers. C.9.11.3.2 Spcifications

Les polymres sont conformes aux spcifications mentionnes dans la fiche technique du fournisseur.

C.9.12

Vernis dadhrence

Les caractristiques du vernis dadhrence sont les suivantes : le produit est homogne, de couleur uniforme dans toute la masse et exempt de dpt, entre 5C et 25C, le vernis dadhrence la fluidit dune laque ; composition base de bitume, dhuiles lgres de ptrole, ventuellement dun activant qui dplace lhumidit superficielle du support ; un film appliqu sur tle en aluminium ou acier galvanis raison de 50 g/m doit tre sec au toucher en moins de 3 h, 20C.

CCT 2010 C.10 ACIERS

C. 88

Les aciers sont conformes aux normes suivantes : NBN A24-301 NBN A24-302 NBN A24-303 NBN A24-304 Gnralits et prescriptions communes ; Barres lisses et barres adhrence amliore ; Fils ; Treillis en acier.

C.10.1

Goujons, barres dancrage, berceaux

Le transport, la manipulation et lentreposage sont raliss de manire viter la dformation ou la souillure des lments. C.10.1.1 GOUJONS

Les goujons assurent le transfert des charges, lemplacement des joints transversaux, entre les dalles dun revtement en bton de ciment. Ils sont conformes la norme NBN EN 13877-3. Le diamtre nominal est de 22 ou 25 mm et la longueur nominale est de 500 ou 600 mm. Les goujons sont en acier lisse de nuance BE 220 S. Les goujons sont droits ; tout goujon pli est refus. Les extrmits sont obligatoirement meules. Pour les joints de dilatation, les goujons sont munis de capuchons mtalliques ou en plastique, coulissant sur les goujons. Lespace entre le goujon et le fond de capuchon est rempli de matire compressible (sciure de bois, coton, papier) dpaisseur au moins gale lpaisseur de la fourrure compressible, de manire permettre la dilatation du bton. C.10.1.2 BARRES DANCRAGE

Les barres dancrage assurent la liaison, lemplacement des joints longitudinaux, entre deux bandes de btonnage contigus. Le diamtre nominal est de 12 ou 16 mm et la longueur nominale est de 600, 800 ou 1 000 mm. Les barres dancrage pour joints longitudinaux sont de nuance BE 220 S, BE 400 S ou BE 500 S ou BE 500 TS. C.10.1.3 BERCEAUX

Les berceaux sont les supports des goujons ou des barres dancrage. Les berceaux sont en acier trfil de nuance DE 500 BS ou en acier lamin de nuance BE 500 S ou BE 500 TS.

CCT 2010 C.10.2 C.10.2.1 Aciers pour bton arm de construction BARRES DARMATURES

C. 89

Les barres lisses sont de la nuance BE 220 S. Les barres adhrence amliore sont de la nuance BE 400 S, BE 500 S ou BE 500 TS. C.10.2.1.1 Spcifications pour les barres et fils machine nervures

Le tableau 1 de la norme NBN A24-302 est remplac par les tableaux suivants : Tableau C.10.2a Proprits mcaniques spcifies
Limite Rsistan dlasticit ce la traction R m Rm Re Re N/mm min min Allongement total sous la charge maxi male (1) A gt % min Pliage 180 diamtre du mandrin pour d

Barre ou fil machine

Nuance dacier

Allongement aprs rupture (2)

Pliage - dpliage diamtre du mandrin pour d

A5 % min

A 10 % min

12 mm > 12 mm 12 mm > 12 mm > 16 mm > 25 mm 16 mm 25 mm 50 mm

Lisse

BE 220 S BE 400 S BE 500 S et BE 500 TS

220 400 500

330 440 550

1,08 1,08 1,08

5,0 5,0 5,0

24 14 14

18 10 10

0,5 d -

1d -

5d 5d

6d 6d

8d 8d

10 d 10 d

A nervures
(1)

(2)

L'allongement total sous la charge maximale Agt est la somme de l'allongement lastique et de l'allongement plastique avant striction. En cas de litige, l'allongement aprs rupture prendre en considration est celui dtermin sur une longueur entre repres gale 5 d.

Notations : Agt : A5 : A10 : Rm : Re : R'm : R' e : d:

Allongement total sous la charge maximale (appel At dans la norme A24-302). Allongement aprs rupture dtermin sur prouvette prsentant une longueur entre repres gale 5 d. Allongement aprs rupture dtermin sur prouvette prsentant une longueur entre repres gale 10 d. Rsistance la traction. Limite d'lasticit. Valeur de la rsistance la traction dtermine lors de l'essai de traction. Valeur de la limite d'lasticit dtermine lors de l'essai de traction. Diamtre nominal de la barre ou du fil machine.

CCT 2010 Tableau C.10.2.b - Proprits chimiques

C max % Analyse sur jet de coule Analyse sur produit
(1)

C. 90

P max % 0,050 0,055

S max % 0,050 0,055

N2 (1) max % 0,012 0,013

Cq (2) (3) max % 0,50 0,52

0,22 0,24

Des teneurs en azote plus leves sont permises si les quantits en lments fixant l'azote sont suffisantes.

(2)

(3)

Les teneurs en Cu, Ni, Cr, Mo, V peuvent tre celles de l'analyse sur jet de coule.

C.10.2.1.2

Spcifications pour les fils crouis froid lisses et pour les fils crouis froid nervures

Le tableau 1 de la norme NBN A24-303, amend par l'addendum 1 de cette norme est remplac par les tableaux suivants : Tableau C.10.2.c - Proprits mcaniques spcifies
Diamtre (mm) Nuance dacier Limite d'lasticit Rsistance la traction R'm/R'e Allongement total sous la charge maximale Agt (1) PliageDpliage

Re

Rm

Diamtre du mandrin

N/mm N/mm (%) min min min min 5d<6 DE500BS 500 550 1,03 2,0 5d 6 d 12 DE500BS 500 550 1,05 2,5 5d 12 < d 16 DE500BS 500 550 1,05 2,5 6d (1) L'allongement total sous la charge maximale Agt est la somme de lallongement lastique et de l'allongement plastique avant striction. Notations : Agt : allongement total sous la charge maximale (appel At dans la norme A24-303). Rm: rsistance la traction. Re : limite d'lasticit. R'm : valeur de rsistance la traction dtermine lors de l'essai de traction. R' e : valeur de la limite d'lasticit dtermine lors de l'essai de traction. d: diamtre nominal du fil.

CCT 2010 Tableau C.10.d - Proprits chimiques

C max % 0,22 0,24 P max % 0,050 0,055 S max % 0,050 0,055 N2 (1) max % 0,012 0,013 Cq (2) (3) max % 0,50 0,52

C. 91

analyse sur jet de coule analyse sur produit

(1) (2)

Des teneurs en azote plus leves sont permises si les quantits en lments fixant l'azote sont suffisantes.

(3)

Les teneurs en Cu, Ni, Cr, Mo, V peuvent tre celles de l'analyse sur jet de coule.

C.10.2.2 C.10.2.2.1

TREILLIS PREFABRIQUES Dfinition

Un treillis soud est un rseau plan ou (par la suite) pli mailles rectangulaires ou carres, constitu dans chaque direction de fils dun mme type et dune mme nuance, qui sont souds entre eux lectriquement par rsistance en usine spcialise dans la fabrication de treillis souds dite usine productrice . Par usine productrice de treillis, on entend un local abrit des intempries, disposant du personnel qualifi et du matriel permettant la ralisation de soudures correctes et le contrle des proprits des produits finis. Par direction, les fils sont de mme origine et de mme diamtre. C.10.2.2.2 Spcifications

Les aciers mettre en oeuvre sont de la nuance BE 500 S ou DE 500 BS ou BE 500 TS. Le cintrage ventuel a lieu conformment aux prescriptions de la norme NBN B 15-002. Toute soudure est situe en dehors des zones plies des armatures. Chaque paquet de treillis identiques est muni dune tiquette reprenant le nom de lusine productrice et la nuance garantie du fil par direction. Les treillis souds dun mme lot proviennent de la mme usine productrice. Ils sont constitus, par direction, de fils de mme origine, de mme nuance et de mme diamtre. Pour les treillis constitus darmatures simples, la condition suivante doit tre remplie : dmin 0,60 dmax o dmax = diamtre nominal du fil le plus pais; dmin = diamtre nominal du fil le plus mince.

CCT 2010

C. 92

Pour les treillis constitus dune armature ddouble dans une direction, la condition suivante doit tre remplie : 0,70 ds dT 1,25 ds o ds = dT = diamtre nominal du fil simple; diamtre nominal d'un fil constitutif de l'armature ddouble.

Rsistance au cisaillement des soudures La rsistance au cisaillement des soudures des treillis ne peut tre infrieure 0,3.Re.A, o Re = A = la valeur caractristique spcifie de la limite d'lasticit (500 N/mm) ; la section nominale (mm) de : - soit du fil du plus gros diamtre pour les treillis de fils simples, - soit d'un des doubles fils pour les treillis constitus de double fils dans un seule direction. FAONNAGE

C.10.2.3

Les prsentes spcifications ont pour but de fixer les exigences pour que l'acier, soumis pliage et faonnage conserve ses proprits gomtriques et mcaniques (rsistance et ductilit). Elles sappliquent aux produits suivants : armatures faonnes : partir de barres lamines, fils lamins, lamins tirs ou trfils, redresss, plis et coups dimension, treillis ; armatures assembles ou cages d'armatures (tridimensionnelles ou planes) : partir d'armatures faonnes, assembles par ligatures ou par soudures technologiques par point.

Le soudage des aciers bton est limit la soudure par point destins remplacer les ligatures par fil (soudures technologiques). Les soudures structurelles, telles que les soudures transmettant un effort longitudinal bout bout ou par recouvrement, ne sont pas couvertes par les prsentes prescriptions. Les soudures de montage par recouvrement sur les aciers lamins sont autorises en toute section et sur les aciers trfils ou lamins tirs uniquement aux extrmits des barres. Redressage des aciers pour bton Le redressage des aciers pour bton s'effectue au moyen d'une machine de redressage en bon tat de marche et bien rgle. Les diffrents paramtres qui dterminent les proprits des aciers pour bton aprs le redressage sont : la machine de redressage : type ( galets ou cadre) ; marque et modle ; paramtres de dpart ;

CCT 2010 les aciers redresss : nuance dacier ; diamtre du fil ; producteur du fil.

C. 93

Soudage des aciers En cas de soudage, les aciers pour bton sont secs et propres au droit des soudures raliser. Les procds de soudage doivent tre mis en oeuvre de manire judicieuse (paramtres de soudage appropris) de telle sorte que les armatures soudes conservent leurs proprits de rsistance et d'allongement au droit des assemblages par soudage. Les travaux de soudage sont excuts labri des intempries et du courant dair, une temprature ambiante dau moins 5C. Les fils de soudage sont propres et exempts de rouille, de dpts, de matires grasses et dhumidit. Les lectrodes basiques ou rutiles sont conserves dans un endroit sec. Aciers pour bton aprs faonnage Aprs le redressage et/ou le soudage par point, la limite dlasticit Re, la rsistance la traction Rm, le rapport R'm/R'e et l'allongement total sous charge maximale Agt des aciers pour bton faonns ne sont pas infrieurs aux valeurs spcifies dans les normes NBN A 24-302 et NBN A 24-303. Aciers redresss La hauteur de nervure des aciers pour bton aprs redressage est mesure comme suit : effectuer au moins 6 mesures, avec un minimum de 2 mesures par chant. La moyenne des 6 mesures constitue la valeur de la mesure. Pour chaque armature, la hauteur aprs redressage n'est pas infrieure aux valeurs spcifies dans le tableau 5 de la norme NBN A24-303 et du tableau 6 de la de la norme NBN A24-302 : 0,045 d pour d 12 mm; 0,060 d pour d > 12 mm ; 90 % de la hauteur de nervure des mmes aciers avant le redressage.

Aciers coups La tolrance sur longueur est de 20 mm pour les longueurs 4 m et 5 mm/m pour les longueurs > 4 m. Rgle complmentaire pour aciers pour bton souds par point La limite d'lasticit R'e et la rsistance la traction R'm des aciers pour bton souds par point ne sont respectivement pas infrieures 90 % de la limite d'lasticit et 95 % de la rsistance la traction des mmes aciers pour bton avant le soudage par point. Dans tous les cas, l'aspect doit tre acceptable (dimensions des points de soudure, absence de morsures ...).

CCT 2010 C.10.3 Acier galvanis et boulons galvaniss

C. 94

Les proprits mcaniques de lacier qui sont considrer sont les suivantes :
-

la limite lastique fke ou la limite conventionnelle dlasticit Rp0,2 ; la limite de rupture fu (appele aussi rsistance la traction Rm) ; la dformation la rupture .

Lacier utilis doit satisfaire lune des normes suivantes : aciers de construction : aciers noirs : NBN EN 10025-1 6 ; aciers revtus : NBN EN 10326 aciers haute limite lastique : aciers noirs lamins chaud : NBN EN 10149-1 3 ; aciers noirs lamins froid : NBN EN 10268 aciers revtus : NBN EN 10292

On ajoutera les exigences suivantes qui sappliquent tous les aciers considrs : rsistance la traction/limite conventionnelle dlasticit 1,2 ; la rsistance 0C ne peut tre infrieure 27 J ; seuls les aciers qui prsentent une limite lastique suprieure ou gale 235 MPa sont accepts.

Les boulons et les crous utiliss pour assembler les plaques doivent satisfaire respectivement aux normes NBN EN ISO 4017 et NBN EN ISO 4032. Ils doivent tre galvaniss. La galvanisation doit satisfaire la norme NBN EN ISO 4042. Les caractristiques mcaniques doivent satisfaire la classe 8.8 de la norme NBN EN ISO 898-1. La galvanisation des aciers et boulons est conforme aux normes NBN EN ISO 14713, NBN EN ISO 1460 ainsi qu la norme NBN EN ISO 1461.

CCT 2010 C.11 C.11.1 MEMBRANE PLASTIQUE Dfinition

C. 95

La membrane plastique de protection est un film mince continu d'paisseur uniforme d'une matire synthtique, impermable et imputrescible.

C.11.2

Caractristiques

Les caractristiques de la membrane plastique sont les suivantes : paisseur 0,05 mm, mesure conformment aux dispositions de la norme NBN B 46-201 ; masse surfacique 45 g/m.

CCT 2010 C.12 GEOSYNTHETIQUES

C. 96

Pour les applications au sein des couches de roulement, voir C.41 (matriaux anti-fissures). C.12.1 C.12.1.1 Dfinitions GEOTEXTILES

Les gotextiles sont des matriaux tisss, non tisss ou tricots, permables, base de polymre. La fonction remplie par le gotextile ou le produit apparent dans la construction peut tre : renforcement, filtration, drainage, sparation des couches, protection dune barrire dtanchit ou une combinaison de ces fonctions ou encore interface antifissure. C.12.1.2 GEOGRILLES

Les gogrilles sont des structures planes, base de polymre, constitues dun rseau ouvert dlments rsistants la traction, relis entre eux selon un motif rgulier, permettant le confinement et le renforcement des matriaux au sein desquels elles sont mises en uvre.

C.12.2 C.12.2.1

Caractristiques GEOTEXTILES

Les gotextiles sont conformes, selon leur application (c.-.-d. le type dactivit de construction dans laquelle ils sont appliqus), aux normes NBN EN harmonises reprises au tableau ci-aprs :
NBN EN 13249 NBN EN 13250 NBN EN 13251 NBN EN 13252 NBN EN 13253 NBN EN 13254 NBN EN 13255 NBN EN 13256 NBN EN 13257 NBN EN 13265 Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans la construction de routes et autres zones de circulation ( lexclusion des voies ferres et des couches de roulement). Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans la construction des voies ferres. Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans les travaux de terrassement, fondations et structures de soutnement. Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans les systmes de drainage. Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans les ouvrages de lutte contre lrosion (protection ctire et revtement de berge). Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans la construction de rservoirs et de barrages. Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans la construction de canaux. Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans la construction de tunnels et de structures souterraines. Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans les ouvrages denfouissement des dchets solides. Gotextiles et produits apparents Caractristiques requises pour lutilisation dans les projets de confinement de dchets liquides.

CCT 2010

C. 97

Les caractristiques requises pour lutilisation des gotextiles et produits apparents dans la construction des routes et autres zones de circulation ( lexclusion des voies ferres et des couches de roulement) sont dcrites en particulier dans la norme NBN EN 13249. Les gotextiles ou produits apparents, utiliss dans une des applications dcrites dans le tableau ci-dessus, doivent satisfaire aux exigences spcifies dans la norme pertinente cette application. Si le produit est utilis dans plusieurs applications, p.ex. routes et voies ferres, il doit satisfaire aux exigences de chacune des normes en question. Le fabriquant doit indiquer quelle(s) fonction(s) son produit peut remplir dans la (les) application(s) concerne(s). Le fabriquant mettra, conformment la (aux) norme(s) pertinente(s), la disposition de lutilisateur des donnes relatives aux proprits caractristiques la combinaison fonction(s)/application, telle quindique dans le tableau appropri de lannexe ZA.1 de la (des) norme(s) pertinente(s). Pour ces proprits les valeurs minimales (ou maximales) cites dans les tableaux (C.12.2.a, b, c) ci-aprs sont dapplication. Ces valeurs sont dfinies comme la valeur moyenne dclare par le fabriquant moins (ou plus) la tolrance qui correspond lintervalle de fiabilit de 95 %.
NOTE

Les valeurs minimales ou maximales dfinies dans ces tableaux donnent une exigence gnrale pour une application donne. Pour des applications spcifiques, la spcification technique de louvrage peut imposer dautres exigences au produit, aussi bien dans le domaine des valeurs minimales et maximales quau niveau des proprits dterminer mmes. La durabilit des produits sera value et dcrite conformment la procdure spcifie dans lannexe normative B et lannexe informative D de la norme pertinente. La rsistance rsiduelle aprs un essai de vieillissement conforme la NBN EN 12224 doit tre au minimum de 80 % pour une dure dexposition maximale de 1 mois (annexe B.1 de la norme). Le gotextile doit prsenter une dure de vie de 25 ans pour une utilisation dans un sol naturel dont le pH est compris entre 4 et 9 et dune temprature infrieure 25C (annexes B.3.1 et B.3.2 de la norme). Le gotextile doit galement prsenter une dure de vie de 25 ans pour une utilisation dans un sol naturel ou trait dont le pH est compris entre 9 et 12,5 et dune temprature infrieure 25C (annexe B.4 de la norme). La rsistance microbiologique du gotextile est teste conformment la NBN EN 12225, pour toutes les applications o il entre en contact avec le sol ou des granulats. Le cahier spcial des charges prcise le type de gotextile prvoir selon la fonction principale qui lui est attribue :

CCT 2010 -

C. 98

protection avant pose des couches de sous-fondation et fondation (voir E.2) : gotextile pour fond de coffre de routes et chemins daccs selon le tableau C.12.2.a. Ce gotextile a une fonction anti-contaminante et agit galement comme renforcement pour les types 4, 5 et 6 du tableau ; renforcement de lassise compressible dun remblai (voir D.5.2.) : gotextile pour remblai sur sol compressible selon le tableau C.12.2.b ; renforcement des talus dun remblai : gotextile pour renforcement des talus selon le tableau C.12.2.b ; systme de drainage (voir G.1 et chapitre K) : gotextile selon le tableau C.12.2.c. interface antifissure (voir C.41.1).

Le comportement au fluage des gotextiles dont la fonction principale est le renforcement est dtermin selon la NBN EN 13431 une temprature de 15C. La rsistance la traction long terme utiliser dans les calculs de dimensionnement est au minimum gale 45 % de la rsistance la traction court terme.

CCT 2010

C. 99 Tableau C.12.2.a Exigences pour les gotextiles et produits apparents utiliss dans la construction des routes
Application Construction de routes et autres zones de circulation ( lexclusion des voies ferres et des couches asphaltiques de roulement) NBN EN 13249 Gotextile de sparation (renforcement) pour routes et chemins daccs

Remarques

Proprit

Mthode dessai

Units

M1 17 MN/m

11< M1 < 17 MN/m et particules fines (< 63 m) 5 % Type 2

11< M1 < 17 MN/m et particules fines (< 63 m) > 5 % Type 3

7 < M1 < 11 MN/m et particules fines (< 63 m) 5 % Type 4

7 < M1 < 11 MN/m et particules fines (< 63 m) > 5 % Type 5

M1 < 7 MN/m

Type 1 A Rsistance la traction Allongement la rupture Rsistance la perforation (statique) Rsistance la perforation (dynamique) Dimensions des pores NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 12236 NBN EN ISO 13433 NBN EN ISO 12956 NBN EN ISO 11058 NBN EN ISO 12958 kN/m % kN mm m
10-3 m/s (= l/m.s)

Type 6 B A 50 (1) 10 3 14 O90/d90 2 16 B 50 (1) 10 4 11 O90/d90 2 16 Avec O90 minimum 63 m

B 15 20 1,75 21 O90/d90 2 16

A 15 20 1,75 21 O90/d90 2 16

B 15 20 2 17 O90/d90 2 16

A 20 20 2,25 17 O90/d90 2 16

B 20 20 2,75 15 O90/d90 2 16

A 20 20 2,25 17 O90/d90 2 16

B 20 20 2,75 15 O90/d90 2 16

A 25 20 2,75 15 O90/d90 2 16

15 20 1,50 27 O90/d90 2 16

25 20 3,25 13 O90/d90 2 16

Permabilit leau Permabilit leau dans le plan

m/s

Information donner seulement pour des combinaisons avec des systmes de drainage. Comme prvu dans la norme NBN EN ISO 12958 les rsultats ( 20C) seront donns sous des pressions de 20, 100 et 200 kPa et des gradients hydrauliques de 0,1 et 1,0. Des valeurs minimales ne sont pas imposes.

Remarques : Dmax est la dimension maximale des grains du matriau mis en contact avec le gotextile. A = Dmax < 40 mm. B = Dmax 40 mm. M1 est coefficient de compressibilit mesur sur le fond de coffre selon le chapitre M Mthodes dessais . (1) Valeur minimum absolue, il est vivement recommand de dterminer la rsistance minimale de traction selon lapplication et sur base dune tude spcifique.

CCT 2010

C. 100 Tableau C.12.2.b Exigences pour les gotextiles et produits apparents utiliss dans les travaux de terrassement
Units Application Travaux de terrassement, fondations et structures de soutnement NBN EN 13251 Prvention de lrosion des talus (avec empierrement mis en uvre sur le gotextile) Sparation Type 2 25 Remblai sur sol compressible Remarques

Renforcement des talus (2) Proprit Mthode dessai Fonction(s) principale(s) => Rsistance la traction Rsistance 2 % dallongement Rsistance 5 % dallongement Allongement la rupture Rsistance la perforation (statique) Rsistance la perforation (dynamique) Permabilit leau Dimensions des pores Permabilit leau dans le plan NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 12236 NBN EN 918 NBN EN ISO 11058 NBN EN ISO 12956 kN/m kN/m kN/m % kN mm 10 m/s (= l/m.s) m
-3

M1 11 MN/m Sparation Type 3 15

M1 < 11 MNm Sparation et renforcement Type 4 A 25 Type 4 B 25

Renforcement Type 1 50 (1) 5 12,5 10 27 16 O90/d90 2

20 3,25 13 25 O90/d90 2

20 1,5 27 16 O90/d90 2

20 2,75 15 16 O90/d90 2

20 3,25 13 16 O90/d90 2

NBN EN ISO 12958

m/s

Avec O90 minimum 63 m Information donner seulement pour des combinaisons avec des systmes de drainage. Comme prvu dans la norme NBN EN ISO 12958 les rsultats ( 20C) seront donns sous des pressions de 20, 100 et 200 kPa et des gradients hydrauliques de 0,1 et 1,0. Des valeurs minimales ne sont pas imposes.

Remarques : M1 est le coefficient de compressibilit mesur sur le fond de coffre selon le chapitre M Mthodes dessais . Dmax est la dimension maximale des grains du matriau mis en contact avec le gotextile. A = Dmax < 40 mm. B = Dmax 40 mm. (1) Valeur minimum absolue, il est vivement recommand de dterminer la rsistance minimale de traction selon lapplication et sur base dune tude spcifique. (2) Le gotextile est toujours mis en uvre avec la direction de fabrication perpendiculaire la pente du talus.

CCT 2010

C. 101

Tableau C.12.2.c Exigences pour les gotextiles et les produits apparents utiliss dans les systmes de drainage
Application Systmes de drainage et systmes dinfiltration NBN EN 13252 Systmes de drainage Systmes dinfiltration (Systmes de drainage et filtration) (Dispositions souterraines) Drainer (dans le plan) Filtrer Filtrer Type 1 Types 2 Type 3 10 20 1 27 O90/d90 2 34 Information fournir obligatoirement. Comme prvu dans la norme NBN EN ISO 12958, les rsultats ( 20C) seront donns sous des pressions de 20, 100 et 200 kPa et des gradients hydrauliques de 0,1 et 1,0. Des valeurs minimales ne sont pas imposes. 10 20 1 27 O90/d90 2 34 25 20 3 14 O90/d90 2 34 Avec O90 minimum 63 m Remarques

Proprit

Mthode dessai

Units

Rsistance la traction Allongement la rupture Rsistance la perforation (statique) Rsistance la perforation (dynamique) Dimensions des pores Permabilit leau

NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 12236 NBN EN ISO 13433 NBN EN ISO 12956 NBN EN ISO 11058

kN/m % kN mm m 10-3 m/s (= l/m.s)

Permabilit leau dans le plan

NBN EN ISO 12958

m/s

CCT 2010 C.12.2.2 GEOGRILLES

C. 102

Les prescriptions relatives aux gotextiles ( C.12.2.1) sont dapplication. Les gogrilles sont utilises principalement dans le domaine routier pour la fonction renforcement du fond de coffre ou de lassise de remblai (voir D.5.2). Sauf prescriptions contraires du cahier spcial des charges, pour cet usage, la gogrille est du type bi-oriente en polypropylne ou polymre semblable, fabrique partir dun film perfor par extrusion et tirement dans les deux sens (afin dorienter le polymre dans le sens de la traction), selon les procdures dassurance qualit. Le polyester est formellement exclu. Les jonctions entre les mailles font donc intgralement partie de la structure de la gogrille et ne peuvent tre obtenues par soudage, aiguilletage ou autre procd. La gogrille rpond aux caractristiques mcaniques suivantes : rsistance la traction la rupture : rsistance la traction 2 % dallongement : allongement la rupture : 30 kN/m ; 10 kN/m ; 12 % ;

Dans le cas de gogrilles destines au renforcement des talus de remblai, les prescriptions sont prcises au cahier spcial des charges selon le cas dapplication rencontr. La forme et louverture des mailles des gogrilles dpendent de lapplication prvue (armature uni- ou biaxiale) et du matriau dans lequel elles doivent tre insres. Plus spcifiquement, louverture des mailles doit tre suffisamment grande par rapport la granularit maximale de ce matriau pour obtenir un bon ancrage du sol pierreux ou de lempierrement dans la grille. Pour une utilisation en tant quarmature dans un empierrement, une ouverture des mailles minimale denviron 35 mm est suffisante. Les gogrilles sont stables aux tempratures normales de mise en uvre et dutilisation. Elles rsistent aux agents chimiques et biologiques prsents dans le milieu routier. Elles doivent tre rsistantes aux rayons UV par addition optimale de noir de carbone ( 2 %). Les gogrilles sont galement utilises comme interface antifissure. Pour cette application les prescritions sont donnes au C.41.2. C.12.3 Mise en uvre

Lassemblage des gosynthtiques par recouvrement est autoris lexception des gotextiles de renforcement qui doivent obligatoirement tre cousus pour assurer la continuit de la rsistance du gotextile selon la (ou les) direction(s) o les efforts de traction sont appliqus. Pour lassemblage de recouvrement, les valeurs minimales cites ci-aprs sont respecter : recouvrement de 0,50 m pour les gotextiles filtrants et anticontaminants quand les tassements attendus sont plus petits que 0,30 m ; recouvrement de 1,00 m pour les gotextiles de filtration et de sparation quand les tassements attendus sont plus grands que 0,30 m ;

CCT 2010

C. 103

recouvrement de 1,00 m pour les gotextiles de renforcement selon la direction non concerne par leffort de traction (si cette direction existe).

Lassemblage des gogrilles par recouvrement est de minimum 0,50 m. La circulation des engins ou vhicules sur le gosynthtique est interdite. Afin dviter tout dommage, le dchargement des matriaux ne peut se faire directement sur le gosynthtique. Lempierrement est mis en place lavancement par poussage sur le gosynthtique ; cette mthode permet la circulation des engins de transport sur la couche de matriau approvisionn et assure en outre la protection immdiate du gosynthtique. Les prescriptions du fabricant sont respecter.

C.12.4

Vrifications

Les gosynthtiques font lobjet dun marquage CE, clair et indlbile (EN ISO 10320 + annexe ZA NBN EN 13249 et suivantes). Ladjudicataire fournit les fiches techniques des produits utiliss ainsi que les attestations de conformit dlivres par un organisme indpendant agr. A dfaut, ladjudicataire ralise ses frais les essais de rception pralable. La liste des essais de rception raliser est prcise dans le cahier spcial des charges en fonction du type et de lapplication du gosynthtique mettre en uvre sur base des exigences indiques aux tableaux C.12.2.a, C.12.2.b et C.12.2.c. Ces essais se ralisent selon les modes opratoires dcrits dans les normes NBN EN cites au C.12.2.1.

C.12.5

Paiement

La rmunration se fait au mtre carr de sol couvert en place comme indiqu au plan (comprend la fourniture, la mise en uvre et tous les accessoires). Les recouvrements et les coutures sont une charge de lentrepreneur. Pour le paiement, seule la superficie couverte du sol sera prise en compte.

CCT 2010 C.13 C.13.1 PRODUITS DE CURE Dfinition

C. 104

Le produit de cure est un vernis liquide qui cre la surface du revtement une membrane impermable destine rduire l'vaporation d'eau et la dessiccation du bton. Il est pigmentation blanche ou mtallise. Il est conforme la norme NBN B 15-219.

C.13.2

Caractristiques

Les caractristiques du produit de cure sont les suivantes : efficacit 75 % ; teneur en solvant ne s'cartant pas de plus de 5 % en valeur relative de la valeur inscrite sur le certificat d'origine ; viscosit mesure au moyen de l'ajutage de 2,5 mm 80 s, 25 1C (selon la norme NBN EN ISO 3219) ; temps de schage 1 h.

CCT 2010 C.14 PRODUITS DE SCELLEMENT

C. 105

Les produits de scellement sont livrs avec la marque de conformit dlivre par un organisme impartial admis par le pouvoir adjudicateur.

C.14.1

Produits de scellement couls

Les produits de scellement couls sont des produits qui sont couls dans des gorges de scellement ou, dfaut, dans les joints au sein mme dun revtement bitumineux ou en bton ou entre revtements de natures diffrentes. Lobjectif du scellement est, principalement, dempcher la pntration dans le joint deau, de sels dissous et dlments durs. En cas de dchargement, transbordement et stockage intensif dhydrocarbure (par exemple, pompes essence, lieux de ravitaillement des avions,), des produits de scellement couls froid et rsistants aux hydrocarbures sont exigs. C.14.1.1 C.14.1.1.1 PRODUIT DE SCELLEMENT COULE A CHAUD Description

Les produits de scellement couls chaud peuvent tre utiliss dans les joints au sein dun revtement (ou lment linaire) en bton, au sein dun revtement (ou lment linaire) bitumineux ou dans les joints entre revtement (ou lment linaire) en bton et revtement (ou lment linaire) bitumineux. Ils peuvent galement tre utiliss :
-

dans les joints entre revtement en bton et lments linaires en bton ; dans les joints entre revtements bitumineux et lments linaires bitumineux ; dans les joints entre revtement bitumineux ou en bton et lments mtalliques (avaloirs, couvercles de chambre de visite, rails,.) ;

Le produit de scellement coul chaud est un mlange de bitume de ptrole ou de liant synthtique clair additionn de polymres et dadjuvants ventuels. Les produits de scellement clairs sont additionns de pigments leur confrant une teinte proche de celle de la surface de pose. C.14.1.1.2 Spcifications

Les produits de scellement couls chaud sont conformes la norme NBN EN 14188-1. Ils rpondent aux prescriptions relatives au type N2 (tableau 2 de la norme). Pour ce qui concerne la cohsion, seules les prescriptions du paragraphe 11.1. du tableau 2 sont dapplication.

CCT 2010

C. 106

Pour les utilisations spcifiques (rails de tram, joints plus larges que 2,5 cm,) ils peuvent scarter des exigences relatives au type N2. Des prescriptions particulires doivent alors tre reprises au cahier spcial des charges. Pour les parkings, les aroports et les revtements sur lesquels des hydrocarbures sont stocks et/ou distribus, les produits de scellement doivent satisfaire aux exigences du type F1 de la norme NBN EN 14188-1. La temprature de mise en oeuvre est comprise entre 150 et 200C. C.14.1.1.3 Vrifications

Les caractristiques sont vrifies sur des chantillons pralablement maintenus pendant 6 heures la temprature de scurit indique par le producteur et renseigne sur le certificat dorigine et les emballages. La temprature de scurit dpasse au moins de 10C la temprature recommande de mise en oeuvre. Pour ces vrifications, il est procd un chantillonnage. Chaque quantit totale de produit de scellement couler de mme type et de mmes caractristiques est divise en parties gales qui sont aussi grandes que possible sans tre plus grandes que 1000 litres. C.14.1.1.4 Livraison et entreposage

La livraison sur chantier se fait dans l'emballage d'origine. Des prcautions d'entreposage sont prises pour ne pas altrer ou souiller le produit restant dans des emballages non entirement vids. C.14.1.2 C.14.1.2.1 PRODUIT DE SCELLEMENT COULE A FROID Description

Le produit de scellement lastique coul froid est constitu pour l'essentiel de polymres de type polyurthane ou polysulfure. Le scellement est obtenu in situ, dans la saigne du joint, par raction chimique des constituants pralablement mlangs. Les produits de scellement lastiques couls froid peuvent seulement tre utiliss dans les joints au sein dun revtement en bton ou entre deux revtements en bton. C.14.1.2.2 Spcifications

Les produits de scellement lastiques couls froid sont conformes la norme NBN EN 14188-2. Ils sont du type ns (tableau 2 dans la norme NBN EN 14188-2). La classe de produit (tableau 3 dans la norme NBN EN 14188-2) est donne dans le tableau ci-dessous en fonction de lapplication :

CCT 2010

C. 107

Classe A B C D

Application Routes Aroports Parkings et lieux o sont stocks et/ou distribus des hydrocarbures Rsistance des produits chimiques spcifiques (par exemple zones de stockage de solvants). Le fabricant doit communiquer sur la fiche technique quels produits chimiques, le produit de scellement est rsistant.

Si une rsistance aux hydrocarbures est explicitement exige, seules des masses de scellement coules froid lastiques et rsistantes aux hydrocarbures sont autorises. C.14.1.2.3 Vrifications

Il est vrifi que les produits rpondent aux spcifications de la norme NBN EN 14188-2. Pour les vrifications, il est procd un chantillonnage. Chaque quantit totale de produit de scellement couler de mme type et de mmes caractristiques est divise en parties gales qui sont aussi grandes que possible sans tre plus grandes que 1 000 litres. Concernant le 5.10 (cohsion) de la norme NBN EN 14188-2, les essais sont excuts suivant le tableau 4, ligne 10.1. C.14.1.2.4 Livraison et entreposage

La livraison se fait dans les emballages d'origine. Le plus souvent, les constituants sont fournis en deux emballages distincts dont les contenus, prdoss, sont mlanger immdiatement avant la pose. Dans certains cas, le mlange en emballage unique est prt l'emploi. Un mode d'emploi dtaill est prsent sur le chantier. L'entreposage est tel que le produit ne s'altre pas et que la date limite d'utilisation soit lisible.

C.14.2

Bande bitumineuse prforme ou extrude pour joints dans un revtement bitumineux BANDE BITUMINEUSE (AUTOADHESIVE) PREFORMEE POUR JOINT Dfinition

C.14.2.1 C.14.2.1.1

La bande bitumineuse (autoadhsive) prforme pour joint est un profil de section rectangulaire compos de bitume de ptrole additionn d'lastomre(s), de rsines et dadjuvants ventuels sans addition de fibres dasbeste. C.14.2.1.2 Dimensions

Les dimensions de la bande bitumineuse prforme sont les suivantes : paisseur du profil : 10 mm dans le cas dun revtement neuf ; 10 mm dans le cas de rparations ;

CCT 2010 -

C. 108

hauteur : paisseur de la couche de revtement sceller plus dpassement prvu en fonction du type dapplication (voir chapitre F), avec un maximum de 50 mm. Caractristiques

C.14.2.1.3

Les caractristiques de la bande bitumineuse pour joint sont les suivantes :

Caractristiques Point de ramollissement A&B Pntration au cne Pntrabilit et retour lastique Essai de pliage 0 Unit C 1/10 mm % Exigence 90 20 50 10 30 Plie sans rupture, sans fissuration, sans gerure et sans scission 10 1 Mthode dessai NBN EN 1427 NBN EN 13880-2 NBN EN 13880-3 CME 13.06 NBN EN 13880-13 NBN EN 13880-13

Elasticit (-10C) Adhsivit (-10C)

% N/mm

C.14.2.1.4

Vrifications

La quantit totale de bandes bitumineuses prformes est divise en lots de 1 000 m. Pour chaque lot, 3 chantillons sont prlevs alatoirement. Sur chaque chantillon les essais prescrits doivent pouvoir tre excuts. Pour la dtermination de llasticit et de ladhsivit (NBN EN 13880-13) la temprature est de -10C. C.14.2.1.5 Livraison et entreposage

Le produit est livr sur chantier dans l'emballage d'origine. Un mode d'emploi dtaill est prsent sur le chantier. L'entreposage est tel que le produit ne s'altre pas et que la date limite d'utilisation soit lisible. C.14.2.2 BANDE BITUMINEUSE EXTRUDEE POUR JOINT

La bande bitumineuse extrude pour joint satisfait aux prescriptions du C.14.2.1, tant entendu quelle est extrude chaud sur chantier. Pour les vrifications, la quantit totale est divise en lots de 1 000 m de bandes extruder. Pour chaque lot, 3 chantillons sont prlevs alatoirement. Sur chaque chantillon les essais prescrits doivent pouvoir tre excuts.

CCT 2010 C.14.3 C.14.3.1 Produit de scellement prform mettre en oeuvre froid DEFINITION

C. 109

Le produit de scellement lastique prform est un profil de section particulire, base de caoutchouc naturel ou de synthse. C.14.3.2 CARACTERISTIQUES

Les profils prforms sont conformes la norme NBN EN 14188-3. Les dimensions de la section du profil sont telles que le produit est toujours comprim en cas d'ouverture maximale de la gorge de scellement.

C.14.4

Colle pour lments linaires

Colle possdant un haut pouvoir de collage et destine au collage de bordures sur revtement en bton ou hydrocarbon. Elle peut tre de 2 types diffrents : soit une pte base de rsines synthtiques deux composants (rsine + durcisseur) prdoss en usine et mlanger sur site avant lapplication ; soit un mortier solide prdos et prt lemploi.

La colle utilise pour fixer des lments linaires un revtement possde les caractristiques physiques et mcaniques suivantes : insensibilit l'eau, aux hydrocarbures et aux huiles ; insensibilit au gel ; pas de retrait ni expansion lors du durcissement ; rsistance larrachement par traction > 1,5 MPa 7 jours dge.

CCT 2010 C.15 C.15.1 FOURRURES DE JOINTS DE DILATATION Dfinition

C. 110

Les fourrures de joints de dilatation sont soit des planchettes en bois de pin ou de sapin imprgn contre la putrfaction, soit des feutres bitumineux souples. Lemploi de fourrures en polystyrne expans nest pas autoris.

C.15.2

Caractristiques

Les fourrures rpondent aux exigences suivantes : les fourrures en bois sont scies artes vives mais ne sont pas rabotes; elles sont exemptes de noeuds et d'aubier. Elles sont traites contre la putrfaction et les insectes ; elles ont une longueur gale la largeur de la bande de roulement ralise, une largeur gale lpaisseur du revtement excut moins 3 cm et une paisseur nominale de 10 20 mm. La tolrance sur lpaisseur nominale est de 2 mm, par excs ou par dfaut.

CCT 2010 C.16 C.16.1 FONDS DE JOINT Dfinition

C. 111

Le fond de joint est un ruban de faible paisseur (quelques mm), une bande de section rectangulaire ou un cordon section cylindrique, dont le double rle est : d'empcher l'adhrence du produit de scellement au fond de la saigne ; d'ajuster, le cas chant, la hauteur du volume remplir.

C.16.2

Caractristiques

Les rubans ou les cordons sont structure alvolaire compressible, imputrescible et sans action nocive sur le produit de scellement. Les dimensions des rubans ou des cordons sont adaptes la largeur et la profondeur de la saigne du joint. Pour les produits de scellement chaud, le fond de joint n'est pas altr par le produit fondu.

CCT 2010 C.17 C.17.1 ADJUVANTS POUR BETON Dfinition

C. 112

La norme NBN EN 934-2 dfinit les diffrentes classes d'adjuvants pour mortiers, btons et coulis. Parmi ces classes, celles qui trouvent application dans les revtements routiers sont essentiellement les suivantes : entraneurs d'air, plastifiants/rducteurs deau, acclrateurs de durcissement, retardateurs de prise. Outre ces adjuvants, on utilise galement dans les btons en gnral les acclrateurs de prise, les superplastifiants/hauts rducteurs deau, les hydrofuges de masse, les rtenteurs deau et les adjuvants multifonctions.

C.17.2

Caractristiques

La fiche technique reprend la dsignation complte de l'adjuvant ainsi que toute donne technique complmentaire. Elle prcise plus particulirement : toutes les prescriptions ou limitations relatives lutilisation ; les effets secondaires engendrs par ladjuvant en particulier au dosage maximum indiqu (p. ex. superplastifiant ayant pour effet de retarder la prise ou un hydrofuge ayant pour effet d'entraner de l'air); les variations ventuelles de comportement lies au type de ciment utilis (le marquage CE est fond sur des essais avec un ciment CEM I - 42,5 avec 7 11 % de C3A et une surface spcifique de 320 400 m/kg).

C.17.3

Rception des matriaux - Systme dattestation de conformit

Les adjuvants pour bton relvent du systme 2+.

CCT 2010 C.18 PIGMENTS POUR MELANGES BITUMINEUX

C. 113

Les pigments utiliss pour la coloration des enrobs bitumineux, asphaltes couls et MBCF (matriaux bitumineux couls froid) dans la masse sont des pigments dorigine minrale. Ils doivent :
-

tre stables la lumire et aux intempries ; tre stables aux tempratures de fabrication et de mise en uvre des enrobs bitumineux, asphalte couls et MBCF (matriaux bitumineux couls froid). Leur couleur ne peut changer aux tempratures de fabrication des mlanges bitumineux.

Ils ne peuvent pas entraner de dgradation du liant. Les fiches produits devront confirmer la compatibilit chimique des pigments avec les enrobs bitumineux et asphaltes couls.

CCT 2010 C.19 PIERRES NATURELLES

C. 114

Les documents du march indiquent si les pavs, dalles ou bordures sont en roches carbonates, porphyre, quartzite, grs dur ( texture non feuillete), marbre rouge ou granite. Le matriau est choisi par le matre douvrage. Il doit tre spcifi dans le cahier spcial des charges.

C.19.1 C.19.1.1

Gnralits ORIGINE GEOLOGIQUE

Les pierres mettre en oeuvre dans un mme ouvrage ou dans une mme partie d'ouvrage, proviennent dune mme entit gologique (formation ou horizon stratigraphique) Pour assurer une bonne homognit des caractristiques, elles proviennent toutes dun mme banc, dun mme gisement et sont extraites sans utilisation dexplosif. Le certificat d'origine qui accompagne chaque fourniture fournit obligatoirement les renseignements suivants : la nature lithologique prcise de la pierre (selon la norme NBN EN 12670), dtermine par une analyse ptrographique (selon la norme NBN EN 12407) ; la classification macroscopique selon la note dinformation technique NIT 228 (Pierres naturelles) dite par le CSTC; le nom commercial de la pierre ; l'origine gologique de la pierre (donnes stratigraphiques) ; lorigine gographique prcise (localit ou lieu dextraction). ECHANTILLONS CONTRACTUELS ET RECEPTION

C.19.1.2

Pralablement la commande, et pour garantir laspect gnral, l'entrepreneur fournit au fonctionnaire dirigeant un chantillon contractuel reprsentatif, accepter par les deux parties, comportant au moins trois lments de pierre, donnant dune part laspect moyen du matriau et dautre part les extrmes de variabilit. Ces lments montrent la finition de surface requise par le cahier spcial des charges et sont de dimensions suffisantes pour bien apprcier cette finition et la texture du matriau. La rception technique pralable des produits s'effectue par le fonctionnaire dirigeant ou par son mandataire dment qualifi en prsence du fournisseur et de lentrepreneur, en carrire, sur le lieu de transformation ou sur le lieu de stockage en Belgique pour les pierres importes. Le protocole de rception est tabli conformment aux NIT 228 et NIT 220 (dites par le CSTC), qui fixent les particularits de structure admissibles des pierres et les causes de rebut. La rception tablit la conformit de nature et daspect de la fourniture avec lchantillon contractuel. Caractristiques structurelles complmentaires pour les roches sdimentaires carbonates Outre les NIT 228 et 220, le tableau ci-aprs reprend les caractristiques structurelles qui sont accepter ou rebuter pour les roches sdimentaires carbonates (niveau 2.2 du classement macroscopique des roches sdimentaires suivant la NIT 228).

CCT 2010

C. 115

Particularit de structure
Zone daltration (1)(2) Gode
(1)

Face vue
Rebuter Rebuter Rebuter Rebuter Rebuter Rebuter Accepter Rebuter Rebuter

Face non vue

Rebuter Rebuter Rebuter Accepter Rebuter Rebuter Accepter Accepter Accepter

Veine retenant leau Veine contenant des impurets altrables Veine-Fil cassant Fossile non adhrent Tache - minral non altrable Tache - minral altrable Tache - Composant minral avec une duret diffrente qui donne suite une altration et usure diffrentielle (p.e. chert)

Terrasses obliques : A rebuter si lm > 1 mm (lm = largeur moyenne mesure en 10 points rgulirement espacs)

Accepter

Continus ou discontinus

Accept si d > 40 mm

Terrasses parallles ( 5 %) la stratification : A rebuter si em > 1 mm (em = paisseur moyenne mesure en 10 points rgulirement espacs)

Terrasses perpendiculaires ( 5%) la stratification : Equivaut une contrepasse => rebuter

A accepter si elles ont une dimension maximale de : - 2 mm pour les finitions lisses (3) - 5 mm pour les tailles fines (3) - 20 mm pour les tailles grossires (3) Accepter

(1)

(2) (3)

En Belgique, les termes courants pour les caractristiques structurelles sont : bousin pour zone daltration, godes et moies pour godes, terrasses et noirures pour stylolithes. Une zone daltration est une zone montrant une porosit plus leve, une dcohsion plus importante. Types de tailles et finitions courantes : - finition lisse : sci, meul, cur, adouci, poli ; - taille fine : givr, taille ancienne, cisel 20 coups (ou plus), sbattu fin, bouchard fin, grenaill ; - taille grossire : piquet, clat, cisel 12 coups, sbattu gros, bouchard gros, gradin, sclyp, flamm, stri.

CCT 2010 C.19.1.3 C.19.1.3.1 CARACTERISTIQUES Critres de durabilit

C. 116

C.19.1.3.1.1 GEL-DEGEL Lessai de gel-dgel est excut conformment la mthode dessai de la norme NBN EN 12371. Aprs lessai, la perte de masse est infrieure 1 % et il y a moins de 20 % de modification de : la rsistance en flexion pour les dalles et bordures ; la rsistance en compression pour les pavs.

C.19.1.3.1.2 CHOCS THERMIQUES Lessai est excut conformment la mthode dessai de la norme NBN EN 14066. Aprs lessai, les chantillons ne doivent montrer aucune dcoloration non souhaite (p.ex. oxydation) ou dgts. Les rsultats dessai dcrivent lvolution de couleur, la formation de taches ventuelles, loxydation et les dgts. Pour la description de la couleur et de la dcoloration avant et aprs un essai, on utilise un talon de couleurs objectif (par exemple NCS Natural Color System Scandinavian colour institute AB, Sweden). C.19.1.3.1.3 VEILLISSEMENT ACCELERE AVEC LE SO2 EN PRESENCE DHUMIDITE (UNIQUEMENT POUR LES GRES ET LES SCHISTES) Lessai est excut conformment la mthode dessai de la norme NBN EN 13919. Aprs lessai, les chantillons ne doivent montrer aucune dcoloration non souhaite (p.ex. oxydation) ou dgts et la perte de masse est infrieure 1 %. Les rsultats dessai dcrivent lvolution de couleur, la formation de taches ventuelles, loxydation et les dgts. Pour la description de la couleur et de la dcoloration avant et aprs un essai, on utilise un talon de couleurs objectif (par exemple NCS Natural Color System Scandinavian colour institute AB, Sweden). C.19.1.3.2 Absorption deau

Labsorption deau est dtermine conformment la mthode dessai de la norme NBN EN 13755. Labsorption deau nest individuellement pas suprieure 0,50 % en masse.

CCT 2010 C.19.2 Roches sdimentaires

C. 117

Remarque : lutilisation des termes pierre bleue dsigne les roches sdimentaires carbonates crinodes ou non. Lutilisation des termes pierre bleue crinodes dsigne les roches sdimentaires carbonates crinodes. En cas de contradiction entre diffrents documents constituant les documents du march (le cahier spcial des charges, les plans, etc.), cest le mtr rcapitulatif qui fait foi. C.19.2.1 C.19.2.1.1 ROCHES SEDIMENTAIRES CARBONATEES Nature et origine gologique

Classification macroscopique des roches sdimentaires carbonates selon la NIT 228 : roche sdimentaire carbonate, type calcaire fossilifre. C.19.2.1.2 Caractristiques

La NIT 228 est dapplication. La pierre peut prsenter des tranes fossiles, des gros coquillages durs, pleins, disperss, bien adhrents et des petits coquillages vids et disperss. Le matriau rpond aux exigences du C.19.1.3. En outre, la rsistance moyenne la compression est suprieure ou gale 100 MPa. C.19.2.1.3 Dfauts entranant le rebut de la pierre

Les prescriptions du C.19.1.2 sont dapplication. C.19.2.1.4 Caractristiques particulires des pierres tailles sdimentaires carbonates

Dans l'tendue de tout carr de parement de 1 m de ct, la surface totale des taches de calcite n'excde pas 3 dm. Les pierres sont exemptes d'paufrures, fissures ou clats. Le genre de taille est indiqu dans les documents du march. Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, la taille la machine est autorise. Les artes des parements sont exemptes d'cornures. C.19.2.1.5 Mesurage des pierres

Les dispositions suivantes ne sont dapplication que si elles sont expressment prvues au CSC : Le volume dune pierre, fournie au m, quelle que soit la forme de cette pierre, est gal celui du plus petit paralllpipde rectangle qui enveloppe la pierre. Les dimensions sont arrondies au cm suprieur . La surface dune pierre fournie au m est prise gale celle du plus petit rectangle qui circonscrit le parement de la pierre. Les dimensions sont arrondies au cm suprieur.

CCT 2010

C. 118

A dfaut de prescriptions prvues au cahier spcial des charges, la surface porte en compte pour la fourniture est gale la surface pose. C.19.2.2 C.19.2.2.1 ROCHES SEDIMENTAIRES CARBONATEES A CRINODES Nature et origine gologique

Classification macroscopique des roches sdimentaires carbonates crinodes selon la NIT 228 : roche sdimentaire carbonate, type calcaire fossilifre, crinodes. C.19.2.2.2 Caractristiques

Les NIT 228 et 220 sont dapplication. La pierre peut prsenter des tranes fossiles, des gros coquillages durs, pleins, disperss, bien adhrents et des petits coquillages vids et disperss. Le matriau rpond aux exigences du C.19.1.3. compression est suprieure ou gale 100 MPa. C.19.2.2.3 Dfauts entranant le rebut de la pierre En outre, la rsistance moyenne en

Les prescriptions du C.19.1.2 sont dapplication. C.19.2.2.4 Caractristiques particulires des pierres tailles sdimentaires carbonates crinodes

Les prescriptions du C.19.2.1.4 sont dapplication. C.19.2.2.5 Mesurage des pierres

Les prescriptions du C.19.2.1.5 sont dapplication.

C.19.3

Porphyre

Il sagit dune pierre pte fine et fonce, gris bleu, gris vert ou lie-de-vin, ponctue par de trs nombreux petits cristaux clairs de feldspath. La rsistance moyenne en compression est suprieure ou gale 130 MPa.

C.19.4

Quartzite

Pierre calcaire grains fins, provenant de calcaires dvoniens, nayant pas t touche par des chocs provenant dexploitations antrieures au moyen dexplosifs. La rsistance moyenne en compression est suprieure ou gale 130 MPa.

CCT 2010 C.19.5 Grs

C. 119

Les pierres de grs sont constitues de grains de silice agglomrs par un liant base de silice, de calcaire ou de matires ferrugineuses. Ces pierres prsentent une gamme de teintes trs varies, vives (jaune, vert, rouge, brun rouille) ou sourdes (gris, gris vert, gris bleu, lie de vin). La rsistance moyenne en compression est suprieure ou gale 130 MPa.

C.19.6

Marbre rouge

Pierre calcaire grains fins, provenant de calcaires dvoniens. La rsistance moyenne en compression est suprieure ou gale 130 MPa.

C.19.7

Granite

Le granite est une pierre dure, sans structure feuillete, cristalline, dont les minraux essentiels sont des feldspaths et du quartz, et les minraux secondaires des micas, des pyroxnes et des amphiboles. Les granites sont des roches dures, grenues, de couleur gnralement claire (gris clair, rose, rougetre ou bleute) et daspect mouchet suivant la teneur des constituants. La rsistance moyenne en compression est suprieure ou gale 130 MPa.

CCT 2010 C.20

C. 120 FIBRES UTILISEES EN TANT QU'INHIBITEUR D'ECOULEMENT

Les fibres sont d'origine organique. Les fibres organiques sont des fibres de cellulose rpondant aux caractristiques suivantes : teneur en cellulose pH longueur : 75 %, suivant CME 35.01 ; : 6 8,5, suivant CME 35.02 ; : 5 mm (valeur dclare), suivant CME 35.03.

CCT 2010 C.21 C.21.1 CHLORURE DE CALCIUM EN SOLUTION Dfinition

C. 121

La solution de chlorure de calcium 33 % de concentration (S.33) est une solution chimiquement stable, incongelable jusqu' une temprature de -20C.

C.21.2

Caractristiques

La teneur en CaCl2 anhydre dans la solution, dtermine par titration, est de 32 34 %.

C.21.3

Livraison et entreposage

Le produit est livr en camion-citerne. La solution est entrepose en citernes ou en rservoirs ferms.

CCT 2010 C.22 PAVES

C. 122

Pralablement la commande, et pour garantir laspect gnral, lentrepreneur fournit au fonctionnaire dirigeant un chantillon contractuel reprsentatif, accepter par les deux parties, comportant au moins trois lments de pierre, donnant dune part laspect moyen du matriau et dautre part les extrmes de variabilit daspect. Aprs acceptation des chantillons, lentrepreneur pourra passer la fourniture dfinitive.

C.22.1

Dfinition

Les pavs sont des blocs en pierre naturelle, en bton ou en terre cuite qui, juxtaposs sur une aire prpare, forment revtement.

C.22.2

Pavs en pierre naturelle

Pour les pavs en pierre naturelle, on distingue les pavs carrs ou oblongs poser en ligne et les pavs mosaqus. Les pavs en pierre naturelle sont des petits lments de pavage dont les dimensions nominales sont comprises entre 50 et 300 mm, dont aucune des dimensions en plan ne dpasse deux fois lpaisseur et dont lpaisseur minimale est de 70 mm. C.22.2.1 C.22.2.1.1 PAVES CARRES OU OBLONGS EN PIERRE NATURELLE Description

Les pavs sont conformes la norme NBN EN 1342. Le cahier spcial des charges indique si les pavs sont en roche sdimentaire carbonate, porphyre, quartzite, grs dur ( texture non feuillete), marbre rouge ou granite. Ils sont de grain serr et de texture homogne, sans bousin, fil ou lim retenant leau. Tout pav de teinte jauntre, provenant des parties altres, argileuses ou de la crote extrieure des roches, est refus. La pose dlments en dlit nest pas autorise. C.22.2.1.2 Spcifications

C.22.2.1.2.1 CARACTERISTIQUES DU MATERIAU Le matriau pierre naturelle doit rpondre aux exigences du C.19. C.22.2.1.2.2 CARACTERISTIQUES GEOMETRIQUES Les caractristiques gomtriques des pavs sont renseignes au cahier spcial des charges. A dfaut de prescriptions au cahier spcial des charges: les pavs oblongs ont les dimensions suivantes (l x L x H): 12 x 18 x 12 cm ;

CCT 2010 -

C. 123

les pavs carrs ont les dimensions suivantes (l x L x H) : 14 x 14 x 7 cm en trottoir et 14 x 14 x 12 cm en voirie. Sauf prescriptions contraires au cahier spcial des charges: les pavs oblongs appartiennent lun des types ci-aprs (dimensions de tte, en cm): 14x20, 13x19, 12x18, 11x17, 10x16 ; les pavs carrs appartiennent lun des types ci-aprs (dimensions de tte, en cm): 25 x 25, 15x15, 14x14, 13x13, 12x12.

Les pavs rpondent aux exigences dimensionnelles dfinies dans la norme NBN EN 1342. Sauf prescriptions contraires aux documents du march, les carts admissibles sur lpaisseur appartiennent la classe T2. C.22.2.1.2.3 CARACTERISTIQUES PHYSIQUES ET MECANIQUES Rsistance la compression La rsistance mesure sur cube sci de 5 cm de ct, selon la norme NBN EN 1926, est conforme au tableau ci-dessous et, en fonction du type de roche, suprieure ou gale aux valeurs reprises au C.19.
Rsistance en compression en MPa Pas dexigences > 100 Classe dutilisation 0 1 2 3 4 Usage (pour information Dcoration Pavs poss sur mortier, usage pitonnier uniquement Zones pitonnires et cyclables ; jardins, balcons Accs occasionnel de vhicules automobiles, de vhicules lgers et de motocyclettes ; entres de garage Zones de circulation pitonnire, places de marchs empruntes occasionnellement par les vhicules de livraison et de secours Zones de circulation pitonnire frquemment empruntes par des poids lourds Routes et rues ; stations-service

5 > 160 6

Rsistance lusure La rsistance lusure est dtermine conformment la mthode dessai de la norme NBN EN 1342. La rsistance lusure nest individuellement pas infrieure 24 mm. Rsistance au glissement La rsistance au glissement est dtermine conformment la mthode dessai de la norme NBN EN 1342. La rsistance au glissement nest individuellement pas infrieure 35 (valeur USRV6).

Unpolished Skid Resistance Value

CCT 2010 C.22.2.2 C.22.2.2.1 PAVES MOSAQUES EN PIERRE NATURELLE Description

C. 124

Les pavs sont conformes la norme NBN EN 1342. Le cahier spcial des charges indique si les pavs mosaques sont en porphyre, quartzite, grs dur ( texture non feuillete) granite ou marbre rouge. Ils sont de grain bien serr et homogne, sans bousin, ni fils, ni lims retenant leau et ne prsentent pas de tte de diamant. La pose dlments en dlit nest pas autorise. C.22.2.2.2 Spcifications

C.22.2.2.2.1 CARACTERISTIQUES DU MATERIAU Le matriau pierre naturelle doit rpondre aux exigences du C.19. C.22.2.2.2.2 CARACTERISTIQUES GEOMETRIQUES Sauf prescriptions contraires au cahier spcial des charges, les pavs mosaques appartiennent lun des types ci-aprs (dimensions de tte, en cm): 7x7, 8x8, 9x9, 10x10 et 11x11. La hauteur de queue minimale des pavs mosaques est de 9 cm. A dfaut de prescriptions au cahier spcial des charges, les pavs ont les dimensions suivantes (l x L x H) : 9 x 9 x 9 cm. Les pavs rpondent aux exigences dimensionnelles dfinies dans la norme NBN EN 1342. Sauf prescriptions contraires au au cahier spcial des charges, les carts admissibles sur lpaisseur appartiennent la classe T2. C.22.2.2.2.3 CARACTERISTIQUES PHYSIQUES ET MECANIQUES Les prescriptions du C.22.2.1.2.3 sont dapplication.

C.22.3 C.22.3.1

Pavs en bton PRESCRIPTIONS GENERALES

Les pavs sont conformes aux normes NBN EN 1338 et NBN B 21-311. Le cahier spcial des charges prcisera : le type, les dimensions, formes, texture et couleurs des pavs ; si les pavs sont munis dune couche de roulement.

Sauf prescriptions contraires aux cahier spcial des charges, les pavs en bton appartiennent la catgorie dapplication Ia ou IIa de la norme NBN B 21-311. Si tel nest pas le cas, le cahier spcial des charges prcisera : la classe de rsistance aux agressions climatiques ; la classe de rsistance labrasion.

CCT 2010 C.22.3.2

C. 125 PRESCRIPTIONS COMPLEMENTAIRES RELATIVES AUX PRODUITS DE PAVAGES PERMEABLES A LEAU

Les produits de pavage permables leau sont subdiviss comme suit en fonction de leurs caractristiques de forme ou de la structure du bton : 1. produits de pavage permables leau avec ouvertures de drainage : produits de pavage munis douvertures passantes et/ou de semi-ouvertures sur les faces latrales, donnant des ouvertures verticales sur le revtement du sol ; produits de pavage permables leau joints largis : produits de pavage munis de larges tenons dcartement et/ou dencoches sur les faces latrales, donnant des joints largis en continu ou localement sur le revtement de sol ; produits de pavages poreux : produits de pavage en bton poreux granulomtrie ouverte.

2.

3.

Le cahier spcial des charges spcifie, le cas chant, la nature des pavs permables leau (avec ouvertures de drainage et/ou joints largis et/ou en bton poreux), la texture et la couleur. C.22.3.2.1 Caractristiques dimensionnelles et de forme

Pour les pavs ouvertures de drainage et joints largis, la projection horizontale de la surface des ouvertures de drainage et/ou des joints largis est de minimum 10 % de la surface pave occupe par le produit de pavage permable leau. La surface de la projection horizontale des ouvertures de drainage et des joints largis est dtermine par calcul laide des dimensions de fabrication de cette projection. C.22.3.2.2 Caractristiques physiques et mcaniques

Rsistance aux agressions climatiques Les prescriptions de la norme NBN EN 1338 sont dapplication, tant entendu que pour les produits de pavage poreux, la rsistance aux agressions climatiques correspond au moins la classe 1 ; pour les produits de pavage permables leau non poreux, la rsistance aux agressions climatiques correspond au moins la classe 2.

Rsistance mcanique Les prescriptions de la norme NBN EN 1338 sont dapplication, tant entendu que : pour les produits de pavage poreux, la rsistance caractristique la rupture nest pas infrieure 2,5 MPa (aucun rsultat ntant infrieur 2,0 MPa) et la charge de rupture nest pas infrieure 175 N/mm de longueur de rupture.

CCT 2010 Rsistance lusure Les prescriptions de la norme NBN EN 1338 sont dapplication, tant entendu que : -

C. 126

pour les produits de pavage poreux, la rsistance lusure correspond au moins la classe 1 ; pour les produits de pavage permables leau non poreux, la rsistance lusure correspond au moins la classe 3.

Permabilit leau des produits de pavage poreux Le facteur de permabilit des produits de pavage nest pas infrieur aux valeurs suivantes : individuel : 5,0.10-5 m/s ; moyen : 5,4.10-5 m/s. RECEPTION DES MATERIAUX Systme dattestation de conformit

C.22.3.3 C.22.3.3.1

Les pavs en bton relvent du systme 4. C.22.3.3.2 Rception technique pralable

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de lannexe A de la norme NBN B 21-311 ainsi que celles de lannexe B de la norme NBN EN 1338.

C.22.4 C.22.4.1

Pavs en terre cuite DESCRIPTION

Les pavs en terre cuite sont des pavs de forme et de dimensions adaptes, utiliss pour le revtement des chausses. Ils sont fabriqus base dargile ou dautres matriaux argileux, avec ou sans ajout, qui, aprs avoir revtu la forme souhaite, sont schs et cuits temprature suffisamment leve pour former un produit cramique durable. En fonction du mode de formation pendant le processus de production, on distingue les briques presses et les briques tires. C.22.4.2 SPECIFICATIONS

Les briques de voirie en terre cuite sont conformes la norme NBN EN 1344. Le cahier spcial des charges spcifie le type de pavs (presss ou tirs).

CCT 2010 Absorption deau

C. 127

Labsorption deau par immersion doit tre dtermine. Lessai est ralis sur 5 pavs, prlevs de manire alatoire dans un lot, conformment la mthode dcrite dans lannexe C de la norme NBN EN 771-1. La valeur moyenne et la valeur minimale sont dtermines et une classe est dclare sur la base de ces valeurs conformment au tableau ci-dessous. Pour des pavs ayant subi un traitement chimique, labsorption deau doit tre value sur des pavs non traits.
Classe W0 W1 W2 W3 Valeur moyenne Aucune exigence 7% 5% 3% Valeur individuelle Aucune exigence 9% 6% 4%

Classes dutilisation Le cahier spcial des charges spcifie la classe dutilisation laquelle doivent rpondre les pavs. Si tel nest pas le cas, la classe dutilisation A est dapplication.
Classe minimale de rsistance au glissement de pavs non-polis U3 U3 U2 U1 U0

Classe dutilisation

Tolrance admissible

Classe minimale de rsistance au gel/dgel FP 100 FP 100 FP 100 FP 100 FP 0

Classe minimale de charge de rupture transversale T4(1) T4(1) T3 T2 T1

Classe minimale de rsistance labrasion A3 A2(3) A2 A2 A1

Absorption deau maximale

A B C D E
(1) (2)

R1 R1 R1 R1 R1

W3(2) W2 W1 W1 W0

Une charge de rupture transversale minimale plus leve peut tre dclare ou prescrite. Dans la classe dutilisation A, une valeur plus basse peut tre prescrite pour la valeur moyenne et la valeur individuelle dabsorption deau (p.ex. moyenne 2 %, individuelle 3 %). (3) Dans la classe dutilisation B, la valeur moyenne doit tre infrieure 750 mm.

C.22.4.3 C.22.4.3.1

RECEPTION DES MATERIAUX Systme dattestation de conformit

Les pavs en terre cuite relvent du systme 4. C.22.4.3.2 Rception technique pralable

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de lannexe A de la norme NBN EN 1344.

CCT 2010 C.23 C.23.1 TUYAUX ETANCHES Dfinitions

C. 128

Les tuyaux tanches non soumis pression interne sont des lments circulaires, ovodes et elliptiques prfabriqus, de diverses longueurs, assembls au moyen de joints tanches. Les tuyaux tanches soumis pression interne sont des lments circulaires prfabriqus, de diverses longueurs, assembls au moyen de joints tanches et de verrouillage selon le cas.

C.23.2

Tuyaux en bton

Les tuyaux en bton non arm, les tuyaux en bton arm, les tuyaux en bton renforcs de fibres dacier et les tuyaux de fonage en bton arm sont conformes aux normes NBN EN 1916 et NBN B 21-106. Les tuyaux d'gouttage de diamtre 1600 mm sont fournis avec joint incorpor au collet. Les tuyaux de diamtre suprieur ont des joints glissants sur l'about mle. Les documents du march peuvent imposer un bton haute rsistance aux sulfates. Ce bton est base de ciment de type HSR conforme aux normes NBN EN 197-1 et NBN B 12-108 ou est un bton performance quivalente au sens du 5.2.5.3 de la norme NBN EN 206-1.

C.23.3

Tuyaux en bton arm me en tle

Les tuyaux d'gouttage en bton arm me en tle sont conformes la norme harmonise NBN EN 641.

C.23.4

Tuyaux en grs

Les tuyaux et accessoires en grs et assemblages de tuyaux sont conformes aux normes de la srie NBN EN 295 et vernisss au moins lintrieur. Les systmes d'assemblage de la norme NBN EN 295-1 sont du type C, CV, VE, E ou F. Les tuyaux de fonage en grs sont conformes la norme NBN EN 295-7, en ce compris les tuyaux de fonage en grs enrobs de bton.

C.23.5 C.23.5.1

Tuyaux en matriaux synthtiques TUYAUX NON SOUMIS A PRESSION INTERNE

Les tuyaux en matriaux synthtiques appartiennent la classe de rigidit annulaire minimale SN 4 ou une classe plus leve.

CCT 2010 C.23.5.1.1 Tuyaux et raccords en polychlorure de vinyle non plastifi (PVC-U)

C. 129

Les systmes de canalisations en plastique pour les branchements et les collecteurs dassainissement enterrs sans pression en PVC-U sont conformes la norme NBN EN 1401-1 et aux spcifications ci-aprs. Les pices de branchement sont conformes la norme NBN T 42-604 (PVC-U sur PVC-U) et NBN T-42-605 (PVC-U sur bton). C.23.5.1.1.1 SPCIFICATIONS TECHNIQUES Diamtre extrieur des tubes : voir 6.2.1 de la norme NBN EN 1401 Les diamtres autoriss sont DN 110, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500 et 630. Marquage : voir 12 de la norme NBN EN 1401 Les codes suivants de la zone dapplication sont utiliss pour le marquage des tubes: Rouge-brun avec surimpression en noir. UD-RIOOL EGOUT (gout enterr eaux uses, utilisation lintrieur et lextrieur des btiments) U-RIOOL EXT - EGOUT (gout enterr eaux uses, uniquement lextrieur des btiments) Gris avec surimpression en noir. UD-RIOOL EGOUT (gout mixte enterr, utilisation lintrieur et lextrieur des btiments) U-RIOOL EXT - EGOUT (gout mixte enterr, uniquement lextrieur des btiments) Les raccords sont pourvus du marquage du domaine dapplication U ou UD selon le cas. Echantillonnage - groupes de diamtres : dapplication pour les tubes et les raccords.
Groupe de diamtres 1 2 3 Diamtre nominal, DN (mm) 110-125-160-200 250-315-400 500-630

- groupes de composants: dapplication pour les raccords

Groupe de composants 1 2 3 Type Coudes Culottes Rductions, bouts mles, manchons de raccordement

CCT 2010

C. 130

Prescriptions techniques pour les tubes

Proprit contrler Teneur en PVC Aspect Dimensions (1) Vicat temprature de ramollissement Rsistance au dichloromthane Rsistance aux chocs Rigidit annulaire (2) Exigences NBN EN 1401 80 % NBN EN 1401 NBN EN 1401 NBN EN 1401 77 C NBN EN 1401 Aucune corrosion sur la surface de la pice teste NBN EN 1401 TIR (% rel de rupture) 10 % NBN EN 1401 2kN/m => classe SDR51 4kN/m => classe SDR41 8kN/m => classe SDR34 NBN EN 1401 5% NBN EN 1401 60C 10 MPa 1000 h NBN EN 1401 1,38 X 1,48 g/cm Rouge brun : RAL 8023 Gris : RAL 7037 DN110 : Amin = 40 mm DN125 : Amin = 43 mm DN160 : Amin = 50 mm Pour les autres DN : tableau 5 de la NBN EN 1401 Limite dlasticit 45 MPa Allongement la rupture 70 % Mthode dessai NBN EN 1905 NBN EN 1401 NBN EN 1401 NBN EN 727 NBN EN 580 NBN EN 744 NBN EN ISO 9969 1/compound 1/groupe de diamtre 1/dimension nominale 1/compound 1/compound 1/groupe de diamtres 1/compound 1/groupe de diamtres Frquence

Dtermination du retrait longitudinal chaud Essai de pression interne Marquage Densit Couleur Dimensions profondeur insertion manchon : (Amin)

NBN EN ISO 2505 NBN EN 921 NBN EN 1401 NBN EN ISO 1183-1 ./. NBN EN 1401

1/groupe de diamtres 1/groupe de diamtres 1/groupe de diamtres 1/compound 1/groupe de diamtres 1/dimension nominale

Essai de traction
(1) (2)

ISO 6259-1/2

1/dimension nominale

Pour les dimensions des assemblages bague dtanchit: voir galement Amin. Pour les raccords avec la mme paisseur de paroi que le tube correspondant, la rigidit annulaire doit tre suprieure ou identique celle du tube. La rigidit annulaire des raccords correspond donc celle du tube correspondant. Les valeurs relles de la rigidit annulaire pour des raccords sont dtermines selon la norme ISO/DIS 13967 (annexe la norme NBN EN 1401).

CCT 2010 Prescriptions techniques pour les raccords

Proprit contrler Teneur en PVC Dimensions (1) (a) diamtre intrieur bout mle et emboture (b) paisseur paroi bout mle/ emboture/corps Vicat temprature de ramollissement Essai ltuve (2) Rsistance aux chocs Rsistance mcanique Etanchit leau Pression interne Marquage Dimensions / Profondeur insertion manchon : (Amin) NBN EN 1401 85 % NBN EN 1401 Exigences

C. 131

Mthode dessai NBN EN 1905 NBN EN 1401 1/compound

Frquence

1/groupe de diamtres 1/groupe de composants

NBN EN 1401 77C ( 79C domaine dapplication D 200) NBN EN 1401 NBN EN 1401 Aucune rupture NBN EN 1401 NBN EN 1401 NBN EN 1401 60C 6,3 MPa 1000 h. NBN EN 1401 DN110 Amin = 40 mm DN125 Amin = 43 mm. DN160 Amin = 50 mm. Pour les autres DN : tableau 5 de la NBN EN 1401 Rouge brun : RAL 8023 Gris : RAL 7037

NBN EN 727 NBN EN ISO 580 NBN EN 12061 NBN EN 12256 NBN EN 1053 NBN EN 921 NBN EN 1401 NBN EN 1401

1/ compound 1/groupe de diamtres 1/groupe de composants 1/groupe de diamtres 1/groupe de composants 1/groupe de diamtres 1/groupe de composants 1/groupe de diamtres 1/groupe de composants 1/compound 1/groupe de diamtres 1/groupe de composants 1/groupe de diamtres 1/groupe de composants

Aspect / couleur
(1) (2)

./.

1/groupe de diamtres 1/groupe de composants

Pour les dimensions des assemblages bague dtanchit: voir galement Amin. Seulement pour raccords mouls par injection.

CCT 2010 Prescriptions techniques pour laptitude lemploi (1)

Proprit contrler Etanchit combine (eau et air) Exigences

C. 132

Mthode dessai NBN EN 1277

Frquence 1/groupe de diamtres et type de manchon

NBN EN 1401 Aucune fuite Perte maximale de pression durant lessai : 0,03 bar

(1)

Essais effectuer tant par le fabricant du tube que celui des raccords. Le fabricant qui produit uniquement les raccords ou les tubes indiquera les tubes ou les raccords externes ncessaires aux tests.

CCT 2010 C.23.5.1.2 Tuyaux et raccords en polythylne haute densit (PE-HD)

C. 133

Les systmes de canalisations en plastique pour les branchements et les collecteurs dassainissement enterrs sans pression en PE-HD sont conformes la norme NBN EN 12666-1 et aux spcifications ci-aprs. C.23.5.1.2.1 SPCIFICATIONS TECHNIQUES Les points mentionns ci-aprs (en italique) sont dcrits en dtail dans la norme NBN EN 12666-1. Diamtre extrieur des tubes : voir 6.2.1 de la norme NBN EN 12666-1 Les diamtres autoriss sont : DN 110 - 125 - 160 - 200 - 250 - 315 - 355 - 400 - 450 - 500 630 - 800 - 1000 - 1200 - 1400 1600. Epaisseur de paroi et domaine dapplication : voir 6.2.4 de la norme NBN EN 12666-1 Les tubes de la srie S16 ne peuvent tre utiliss que pour le domaine dapplication B. Pour le domaine dapplication BD, sont uniquement autoriss les tubes de la srie S 12,5 et S 10 (utilisables lintrieur des btiments et enterrs dans la structure des btiments). Systmes dassemblage et pices dassemblage Seules la soudure bout bout des tubes et lutilisation de manchons lectro soudables sont autorises comme systme dassemblage pour les tubes et raccords. Dimensions des assemblages bague dtanchit et des embotures : voir 6.4.1 de la norme NBN EN 12666-1 Les assemblages bague dtanchit ne sont utiliss que comme joints de dilatation dans des installations fixes. Marquage : Voir 11 de la norme NBN EN 12666-1 Pour les tubes, le marquage est le suivant : UD-RIOOL EGOUT (gout enterr eaux uses, utilisation lintrieur et lextrieur des btiments) ; U-RIOOL EXT - EGOUT (gout enterr eaux uses, uniquement lextrieur des btiments).

Les raccords sont pourvus du marquage du domaine dapplication U ou UD selon le cas.

CCT 2010 Echantillonnage Groupes de diamtres dapplication pour les tubes et les raccords.
Groupe de diamtres 1 2

C. 134

Diamtre nominal, DN (mm) 110 - 125 - 160 - 200 - 250 - 315 - 355 - 400 - 450 -500 - 630 800 - 1000 - 1200 - 1400 - 1600

Groupes de composants dapplication pour les raccords

Groupe de composants 1 2 3 Type Coudes Culottes Rductions, bouts mle, manchons de raccordement

CCT 2010 Prescriptions techniques pour les tubes

Proprit contrler MFR (1) (indice de fluidit chaud en masse) Essai de pression hydraulique interne (1) Essai de pression hydraulique interne (1) Stabilit thermique OIT (temps dinduction loxydation) Aspect/ Coloris Dimensions (2) Rigidit annulaire Retrait chaud Marquage
(1) (2)

C. 135

Exigences NBN EN 12666-1 0,2g/10' < MFR(190/5) <1,4g/10' NBN EN 12666-1 80C 4,0 MPa 165 h NBN EN 12666-1 80C 2,8 MPa 1 000 h NBN EN 12666-1 > 20 min. (200C) NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 S 16 > 2 kN/m - S 12,5 > 4 kN/m S 10 > 8 kN/m NBN EN 12666-1 3% NBN EN 12666-1

Mthode dessai NBN EN ISO 1133 NBN EN 921 NBN EN 921 NBN EN 728 NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 NBN EN ISO 9969 1 / compound 1 / compound 1 / compound 1 / compound

Frquence

1 / groupe de diamtres 1 / dimension nominale 1 / classe SN/ compound

NBN EN ISO 2505 NBN EN 12666-1

1 / groupe de diamtres 1 / groupe de diamtres

Sur le plus petit diamtre. 1 diamtre / groupe de diamtres est contrl dans le laboratoire indpendant. Les autres diamtres doivent tre vrifis par le fabricant.

CCT 2010 Prescriptions techniques pour les composants

Proprit contrler MFR (indice de fluidit chaud en masse) Essai de pression hydraulique interne (1) (2) Essai de pression hydraulique interne (2) Stabilit thermique OIT (1) (temps dinduction loxydation) Aspect/ Coloris Dimensions (3) Dformabilit ou rsistance mcanique (4) Essais de chute (5) Essai ltuve (110 C) (6) Marquage Crush test ou Peel test (pour les raccords lectrosoudables) Essai de pression interne pour raccords lectro-soudables et souds bout bout
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (1)

C. 136

Exigences NBN EN 12666-1 0,2g/10' < MFR(190/5) < 1,4g/10' NBN EN 12666-1 80C 4,0 MPa 165 h NBN EN 12666-1 80C 2,8 MPa 1 000 h NBN EN 12666-1 > 20 min. (200C) NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 <200: n = 5 pices > 200: n = 3 pices NBN EN 12666-1 20 % NBN EN 12666-1 ISO 13954 33 % ISO 1167 80C - = 4 MPa > 165 h

Mthode dessai NBN EN ISO 1133 NBN EN 921 NBN EN 921 NBN EN 728 NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 NBN EN 12256 NBN EN 12061 1 / compound 1 / compound 1 / compound 1 / compound

Frquence

1 / groupe de diamtres et groupe de composants 1 / groupe de diamtres et groupe de composants 1 / groupe de diamtres et groupe de composants 1 / groupe de diamtres et groupe de composants

1 / groupe de diamtres et groupe de composants NBN EN 12666-1 1 / groupe de diamtres et groupe de composants ISO 13955 et ISO 13954 1 / groupe de diamtres

NBN EN ISO 580

ISO 1167

1 / groupe de diamtres et groupe de composants

A tester uniquement si le manchon du raccord est diffrent du manchon du tube. Sur le plus petit diamtre. Un diamtre / groupe de diamtres est contrl dans le laboratoire indpendant. Les autres diamtres doivent tre vrifis par le fabricant. Seulement pour des raccords composs de plusieurs lments. Seulement pour des raccords dont la bague dtanchit est maintenue par un anneau de retenue ou une calotte. Pas pour manchons lectrosoudables.

CCT 2010 Prescriptions techniques pour les composants (suite)

Proprit contrler Essais de traction pour soudage bout bout (tubetube, tube-raccord avec bout mle) Rupture ductile Exigences

C. 137

Mthode dessai ISO 13953

Frquence 1 / groupe de diamtres

Prescriptions techniques pour laptitude lemploi (1)

Proprit contrler Etanchit de lassemblage de la bague dtanchit en lastomre (2) Rsistance un cycle de temprature leve (2) (3) (4) Mthode d'essai pour la performance long terme des assemblages avec bague d'tanchit en TPE (5)
(1) (2) (3) (4) (5)

Exigences NBN EN 12666-1 Aucune fuite Ecart de dpression: 0,03 bar NBN EN 12666-1 Aucune fuite autorise Flexion admise: 50 : 3 mm > 50: 0,05

Mthode dessai NBN EN 1277

Frquence 1 / groupe de diamtres et type de manchon 1/ type dtanchit et type de manchon

NBN EN 1055 Montage B Figure 2 de la norme

NBN EN 12666-1
Aucune fuite

NBN EN 1053

1 / groupe de diamtres et type de manchon, lment dtanchit incl.

Essais effectuer tant par le fabricant du tube que celui des raccords. Le fabricant qui produit uniquement les raccords ou les tubes indiquera les tubes ou les raccords externes ncessaires aux tests. Un type de joint contient au moins : le concept de la matire, la forme de lencolure et la duret de la matire ( 5 IRHD International Rubber Hardness Degree). Pas en cas de soudure bout bout. Essai uniquement pour tuyaux et raccords avec code dapplication D et DN 200. Seulement pour des raccords composs de plusieurs lments.

CCT 2010 C.23.5.1.3 Tuyaux et raccords en polypropylne (PP)

C. 138

Les systmes de canalisations en plastique pour les branchements et les collecteurs dassainissement enterrs sans pression en PP sont conformes la norme NBN EN 1852-1 et aux spcifications ci-aprs. C.23.5.1.3.1 SPCIFICATIONS TECHNIQUES Les points mentionns ci-aprs (en italique) sont dcrits en dtail dans la norme NBN EN 1852-1 et la NBN EN 1852-1 A1. Diamtre extrieur des tubes : voir le 6.2.1 de la norme NBN EN 1852-1 Les diamtres autoriss sont DN 110, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500 et 630 mm. Epaisseur et domaine dapplication : voir le 6.2.4 de la norme NBN EN 1852-1 Seules les sries: SDR 33 et SDR 23,4 pour le PP-C et la srie SDR 27,6 pour le PP-HM sont retenues. Dimensions des assemblages avec bague dtanchit et des embotures : voir le point 6.4.1 Voir tableau 5 de la norme NBN EN 1852-1 Systmes dassemblage par soudage Seules la soudure bout bout et lutilisation de manchons lectrosoudables sont autorises. La soudure dextrusion nest autorise que pour les bifurcations. Marquage : voir le 11 de la norme NBN EN 1852-1 Les codes suivants de la zone dapplication sont utiliss pour le marquage des tubes: Rouge-brun avec surimpression noire : UD-RIOOL EGOUT (gout enterr eaux uses, utilisation lintrieur & extrieur des btiments) ; U-RIOOL EXT - EGOUT (gout enterr eaux uses, seulement lextrieur des btiments). Gris avec surimpression en noir : UD-RIOOL EGOUT (gout mixte enterr, utilisation lintrieur et lextrieur des btiments) ; U-RIOOL EXT - EGOUT (gout mixte enterr, uniquement lextrieur des btiments).

La catgorie MFR doit toujours tre mentionne sur le tube, soit en relief, soit en surimpression. Les raccords sont pourvus du marquage du domaine dapplication U ou UD.

CCT 2010 Echantillonnage Groupes de diamtres dapplication pour les tubes et les raccords.
Groupe de diamtres 1 2 3 Diamtre nominal, DN (mm) 110 125 160 200 250 315 400 450 500 630

C. 139

Groupes de composants dapplication pour les raccords.

Groupe de composants 1 2 3 Type Coudes Culottes Rductions, bouts mle, manchons de raccordement

CCT 2010 Prescriptions techniques pour les tubes

Proprit contrler Dimensions (1) Aspect/Couleur Exigences NBN EN 1852-1 NBN EN 1852-1 rouge-brun: RAL 8023 gris: RAL 7037 NBN EN 1852-1 classe A: MFR < 0,3 g/10 min classe B: 0,3 < MFR < 0,6 g/10 min classe C: 0,6 < MFR < 0,9 g/10 min classe D: 0,9 < MFR < 1,5 g/10 min NBN EN 1852-1 8 min ( 200) NBN EN 1852-1 TIR (% rel de rupture) NBN EN 1852-1 NBN EN 1852-1 2% NBN EN 1852-1 > 2kN/m --> classe S20 /SN2 > 4kN/m --> classe SDR33/S16 > 8kN/m --> classe SDR23,4/S11,2 NBN EN 1852-1 95C - 2,5 MPa > 1 000 h pas de rupture NBN EN 1852-1 80C - 4,2 MPa > 140 h pas de rupture NBN EN 1852-1

C. 140

Mthode dessai NBN EN 1852 NBN EN 1852

Frquence 1 / diamtre 1 / groupe de diamtres

MFR (indice de fluidit chaud en masse) Stabilit thermique OIT (2) (temps dinduction loxydation) Rsistance aux chocs (mthode du cadran) Rsistance aux chocs (3) (mthode en escalier) Retrait longitudinal chaud

(2)

NBN EN ISO 1133 Condition M

1/compound et groupe de diamtres

NBN EN 728 NBN EN 744 NBN EN 1411 NBN ISO 2505 NBN EN ISO 9969

1 / compound 1 / groupe de diamtres/ compound 1 / groupe de diamtres/ compound 1 / groupe de diamtres/ compound 1 / classe de rigidit/ compound

Rigidit annulaire initiale Essai de pression hydraulique interne (4) Essai de pression hydraulique interne Marquage (1)
(1) (2) (3) (4)

NBN EN 921 NBN EN 921 NBN EN 1852

1 / groupe de diamtres/ compound 1 / compound 1 / groupe de diamtres

Un diamtre / groupe de diamtres est contrl dans le laboratoire indpendant. Les autres diamtres doivent tre vrifis chez le fabricant. Si la matire du raccord est identique celle du tube et est dj teste, cet essai ne doit pas tre rpt. Uniquement pour des tubes exposs des tempratures infrieures -10C. Si cet essai est requis, la rsistance aux chocs selon EN744 ne doit alors pas tre teste. Essai raliser sur un tube extrud partir de 50.

CCT 2010 Prescriptions techniques pour les raccords

Proprit contrler Aspect/Couleur Dimensions (1) Stabilit thermique OIT (2) (temps dinduction loxydation) MFR (2) (indice de fluidit chaud en masse) Dformabilit ou rsistance mcanique (3) Essai de pression interne (2) (4) Essai ltuve (150C) (5) Rsistance aux chocs Marquage (6)
(1) (2) (3) (4) (5) (6)

C. 141

Exigences NBN EN 1852-1 NBN EN 1852-1 NBN EN 1852-1 8 min ( 200) NBN EN 1852-1 classe A: MFR < 0,3 g/10 min classe B: 0,3 < MFR < 0,6 g/10 min classe C: 0,6 < MFR < 0,9 g/10 min classe D: 0,9 < MFR < 1,5 g/10 min NBN EN 1852-1 NBN EN 1852-1 95C 2,5 Mpa > 1000 h NBN EN 1852-1 20 % NBN EN 1852-1 NBN EN 1852-1

Mthode dessai NBN EN 1852 NBN EN ISO 3126 NBN EN 728 NBN EN 1133

Frquence 1 / type de raccord 1 / type de raccord 1 / compound 1/compound

NBN EN 12256 ISO 1167 NBN ISO EN 580 NBN EN 12061 NBN EN 1852

1 / groupe de diamtres 1 / groupe de composants 1 / compound 1 / groupe de diamtres 1 / groupe de composants 1 / groupe de diamtres 1 / groupe de composants 1 / type de raccord

Une mesure / groupe de composants est contrle dans le laboratoire indpendant. Les autres mesures doivent tre vrifies chez le fabricant. Si la matire du raccord est identique celle du tube et est dj teste, cet essai ne doit pas tre rpt. Seulement pour des raccords composs de plusieurs lments. Essai raliser sur un tube extrud partir de 50. En cas de raccords composs, lessai de retrait chaud sur les tubes doit avoir (dj) t effectu. Seulement pour raccords mouls par injection.

CCT 2010 Prescriptions techniques pour laptitude lemploi (1)

Proprit contrler Etanchit de lassemblage de la bague dtanchit en lastomre Exigences NBN EN 1852-1 Aucune fuite Ecart de dpression: 0,03 bar NBN EN 1852-1 Aucune fuite Flexion admise: 50: 3 mm > 50: 0,05 NBN EN 1852-1

C. 142

Mthode d essai NBN EN 1277

Frquence 1 /groupe de diamtres / type de joint (2)

NBN EN 1055

Rsistance un cycle de temprature leve (3) Performance long terme pour joints TPE
(1)

1 / type de joint dans classe de rigidit la plus basse (2)

NBN EN 1989

1 /groupe de diamtres / composition/ groupe de composants/ type de joint (2)

(2)

(3)

Essais effectuer tant par le fabricant du tube que celui des raccords. Le fabricant qui produit uniquement les raccords ou les tubes indiquera les tubes ou les raccords externes ncessaires aux tests. Un type de joint contient au moins : le concept de la matire, la forme de lencolure et la duret de la matire ( 5 IRHD International Rubber Hardness Degree). Uniquement pour le groupe de diamtres 1. Si le fabricant de tubes ne produit que des extrmits droites (sans emboture), cet essai ne doit alors pas tre ralis.

CCT 2010 C.23.5.2 TUYAUX SOUMIS A PRESSION INTERNE

C. 143

Les tuyaux tanches soumis pression sont des tuyaux en polythylne haute densit (PEHD) utiliss pour la ralisation des branchements secondaires. Il sagit de tuyaux et accessoires pour lgouttage sous pression. Les normes NBN EN 13244-1 7 sont dapplication. Les tuyaux et accessoires sont de srie SDR 17-PE80 ou 100 et sont assembls entre eux par des manchons lectrosoudables. Les tuyaux sont marqus dune ligne brune (refoulement).

C.23.6

Tuyaux en fonte ductile

Les tuyaux et raccords en fonte ductile pour assainissement sont conformes la norme NBN EN 598. Les jonctions sont ralises par embotement, les performances dtanchit des assemblages telles que dfinies par la norme NBN EN 598 tant assures par la mise en uvre de garnitures dtanchit en nitrile7 HR (=NBR) de type WG/70 selon la norme NBN EN 681-1. En outre, les bagues de joint NBR de forme alvole permettant un embotement ais sont admises. Les dispositions pour les canalisations en fonte ductile non soumises pression interne sont galement d'application pour les conduites de refoulement. Les documents du march dfinissent les ventuelles prescriptions additionnelles et sujtions relatives au verrouillage des courbes et des tuyaux en vue d'assurer leur autobutage. En cas de raccordement avec des appareils ou accessoires (ex. : vannes, clapets anti-retour, ventouses, joints de dmontage, ...), la jonction est de type brides. C.23.6.1 REVTEMENTS CLASSIQUES

Dans le cas de pose de tuyaux ne ncessitant pas de revtement particulier, la finition standard est la suivante : Tuyaux :

revtement intrieur : mortier de ciment alumineux ; revtement extrieur : couche de zinc mtallis > 150 g/m + peinture bouche-pores poxy rouge-brun ; lintrieur de lembotement ainsi que lextrieur du bout-uni sont recouverts de peinture poxy dpaisseur renforce.

Raccords :

revtement poxy intrieur et extrieur suivant 4.5 de la norme NBN EN 598.

Compos lastomre labor partir de composs organiques insaturs par raction de cyanure d'hydrogne

CCT 2010 C.23.6.2 REVTEMENTS PARTICULIERS

C. 144

Suivant lapplication, les documents du march peuvent prvoir des finitions particulires : Tuyaux :

revtement intrieur : peinture polyurthane en cas de transport deffluents particulirement agressifs ; revtement extrieur : une protection spciale est prvue lorsque la canalisation se situe dans un environnement susceptible dinduire des risques de corrosion sur la paroi du tuyau.

Les dispositions de protection contre lapparition de corrosion sur les parois du tuyau sont fonction des mesures in situ de rsistivit, de diffrence de potentiel et dintensit des courants. Ces mesures de protection prendre face lapparition de corrosion sont dcrites dans les documents du mach et sont choisies parmi les mesures suivantes :

pose sur chantier dune manche polythylne autour de la conduite, suivant la norme NBN EN 14628; pose de tuyaux revtus dune couche de protection en polythylne co-extrud en usine, suivant la DIN 30674 Teil 1 ; pose de tuyaux revtus de bandes de protection en polyurthane en usine, suivant la norme NBN EN 15189 ; pose de tuyaux revtus dune couche de protection ralise en usine au moyen de mortier de ciment renforc de fibres suivant la norme NBN EN 15542.

Les zones de jonction prsentent une protection aux performances identiques celles du revtement du ft du tuyau. Raccords :

revtement poxy intrieur et extrieur suivant le 4.5 de la norme NBN EN 598.

Le principe de lembotement est repris la figure C.23.6.a.

CCT 2010

C. 145

C ordon de soudure Bague de joint Jonc de verrouillage

Figure C.23.6.a Dans le cas de la pose dune canalisation en fonte ductile laide de la technique du forage dirig, les tuyaux sont revtus dune couche extrieure de mortier de ciment suivant la DIN 30674 Teil 2. Les tuyaux prsentent un embotement sans collet double gorge permettant de verrouiller et solidariser le train de tuyaux. La premire gorge reprend la bague de joint garantissant ltanchit. La seconde sert de logement au jonc de verrouillage qui transmet leffort de traction en prenant appui sur un cordon de soudure ralis en usine sur le bout uni du tuyau suivant.

C.23.7

Tuyaux en acier

Les tuyaux et raccords en acier pour assainissement sont conformes la norme NBN EN 10224. Les jonctions entre tuyaux sont ralises

par embotement automatique, par soudage : bout bout ; slip joint ; joint isotherme (revtement poxy).

Les revtements intrieurs peuvent tre raliss en ciment ou en poxy. Les revtements extrieurs peuvent tre raliss en : polythylne ; polypropylne ; polythylne + ciment.

Une protection cathodique est conseille.

CCT 2010 C.24

C. 146 GARNITURE DETANCHEITE POUR JOINTS DE CANALISATION

Pour les tuyaux en bton, les anneaux, joints et bagues dtanchit sont conformes la norme NBN EN 681-1. Pour les tuyaux en grs, les anneaux, joints et bagues dtanchit sont conformes aux normes NBN EN 681-1 et NBN EN 681-4. Pour les tuyaux en matriaux synthtiques, les anneaux, joints et bagues dtanchit sont conformes aux normes NBN EN 681-1 et NBN EN 681-2.

CCT 2010 C.25 C.25.1 C.25.1.1 TUYAUX DRAINANTS ET MATERIAUX FILTRANTS Tuyaux drainants DEFINITION

C. 147

Les tuyaux drainants sont des tuyaux en bton, en grs ou en matriaux synthtiques (PVC, HDPE ou PP) entours ou non de dispositifs filtrants. C.25.1.2 SPECIFICATIONS

Ces tuyaux sont conformes aux normes et spcifications techniques ci-aprs.

Tuyaux circulaires perfors et poreux en bton non arm Tuyaux et accessoires en grs perfors Tuyaux en polythylne haute densit Tuyaux annels en PVC non plastifi (PVC-U) Tuyaux en polypropylne NBN EN 1916 / NBN B 21-106 NBN EN 295-5 NBN T 42-112 NBN T 42-113 NBN EN 1852-1

Les tuyaux en matriaux synthtiques appartiennent la classe de rigidt annulaire minimale SN 4 ou la classe plus leve. C.25.1.2.1 Spcifications complmentaires pour les tuyaux circulaires perfors et poreux en bton non arm

Les prsentes spcifications sappliquent aux :

tuyaux circulaires en bton non arm poreux avec ou sans embase ; tuyaux perfors circulaires en bton non arm avec ou sans embase.

destins aux canalisations de drainage et dinfiltration. Selon les caractristiques des tuyaux en bton poreux ou perfors, ceux-ci entrent ou non en ligne de compte pour tre utiliss dans les canalisations de drainage et/ou dinfiltration (voir C.25.1.2.1.2.1). Les prsentes spcifications ne sappliquent pas aux pices complmentaires. C.25.1.2.1.1 CARACTERISTIQUES GENERALES DES TUYAUX EN BETON POREUX ET PERFORES

C.25.1.2.1.1.1 Gnralits Les tuyaux en bton poreux et perfors satisfont aux prescriptions de la norme NBN B 21-106, lexception des prescriptions drogatoires et/ou complmentaires suivantes. C.25.1.2.1.1.2 Caractristiques gomtriques Les dispositions de la norme NBN B 21-106, 4.3.3.1 sappliquent, tant entendu que la longueur intrieure du tuyau ne peut pas tre infrieure 1 m.

CCT 2010 C.25.1.2.1.1.3 Rsistance lcrasement

C. 148

Les dispositions de la norme NBN B 21-106, 4.3.5 relatives aux classes de rsistance standard et les charges dcrasement minimales correspondantes des lments circulaires en bton non arm sappliquent aux tuyaux perfors circulaires. Les classes de rsistance standard et les charges dcrasement minimales correspondantes des tuyaux circulaires en bton poreux sont indiques dans le tableau C.25.1.a.
Tableau C.25.1.a - Classe de rsistance standard et charge dcrasement minimale des tuyaux circulaires en bton poreux Dimension nominale DN (mm) Classe de rsistance Charge dcrasement minimale Fn (kN/m)* 150 135 20 200 115 23 300 90 27 400 80 32 500 75 38 600 65 39 700 60 42 800 60 48 900 55 50 1000 55 55

* Pour les lments avec embase, ces valeurs sont augmentes de 2,5 %

C.25.1.2.1.1.4 Etanchit leau Les dispositions de la norme NBN B 21-106, 4.3.7 ne sappliquent pas. C.25.1.2.1.1.5 Armature et teneur en fibres dacier Les tuyaux en bton poreux et perfors ne comportent pas darmature ni de fibres dacier. C.25.1.2.1.2 CARACTERISTIQUES PARTICULIERES DES TUYAUX EN BETON POREUX C.25.1.2.1.2.1 Bton poreux Caractristiques La granularit des granulats et la composition du bton poreux sont telles que les tuyaux satisfont aux C.25.1.2.1.1.3 et C.25.1.2.1.2.2. Rpartition Sur toute sa longueur, le tuyau doit tre constitu de bton poreux soit sur la moiti soit sur la totalit du pourtour. Absorption deau Les dispositions de la norme NBN B 21-106, 4.2.6 ne sappliquent pas sur la partie du tuyau poreux constitue de bton poreux. C.25.1.2.1.2.2 Permabilit leau La permabilit leau du bton poreux est dtermine selon le C.25.1.2.1.4.1. Le coefficient de permabilit leau k est de minimum 2,5 . 10-4 m/s.

CCT 2010

C. 149

C.25.1.2.1.3 CARACTERISTIQUES PARTICULIERES DES TUYAUX EN BETON PERFORES C.25.1.2.1.3.1 Perforations Fabrication Les perforations sont formes dans le bton frais au cours de la fabrication du tuyau. Caractristiques gomtriques Les perforations sont constitues dorifices ronds dont les dimensions de fabrication sont fixes par le fabricant et sont comprises entre 10 et 15 mm. Une tolrance de -1 et +3 mm est permise sur les dimensions de fabrication du diamtre des orifices. La surface projete totale effective des perforations, compte tenu de la tolrance admise sur le diamtre, est de minimum 20 cm2 par mtre de longueur utile du tuyau. Le schma des perforations est fix par le fabricant tant entendu que les perforations sont rparties rgulirement :

dans une zone reprsentant au moins 1/3 du pourtour du tuyau, avec un maximum de 2/3, situe soit dans la partie suprieure de la conduite (canalisation de drainage), soit dans la partie infrieure de la conduite (canalisation dinfiltration) (cf. figure C.25.1.a); sur au moins trois ranges dans le sens longitudinal du tuyau.

Si le tuyau remplit la fonction de tuyau dinfiltration, les perforations se trouvant dans langle douverture indiqu dans le tableau C.25.1.b, ne sont pas prises en compte pour la dtermination de la surface totale des perforations et du nombre de ranges dans le sens longitudinal. Les dispositions possibles des perforations pour un tuyau de drainage ou dinfiltration sont reprsentes la figure C.25.1.a.
1/3 2/3 2/3 1/3

2/3 1/3 a- T uyau perfor pour canalisation de drainage

1/3 2/3 b- T uyau perfor pour canalisation d'infiltration

Figure C.25.1.a - Disposition de perforations dans un tuyau perfor pour une canalisation de drainage et dinfiltration

CCT 2010
Tableau C.25.1b - Angle douverture Dimension nominale DN (mm) 150 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 Angle () 60 55 50 45 40 35 30 30 30 30

C. 150

Aspect Les perforations sont de forme et de dimensions rgulires et ne prsentent pas de bavures ni dartes en saillie sur la paroi. C.25.1.2.1.4 METHODES DESSAI C.25.1.2.1.4.1 Permabilit leau Lessai de permabilit leau pour les tuyaux en bton poreux est effectu conformment au chapitre M (Mthodes dessais). C.25.1.2.1.4.2 Dtermination des dimensions des perforations La dtermination des dimensions des perforations est effectue conformment au chapitre M (Mthodes dessais). C.25.1.2.1.5 EVALUATION DE LA CONFORMITE Des essais de type initiaux et des contrles priodiques sappliquent la gomtrie des perforations des tuyaux en bton perfors et la permabilit leau des tuyaux en bton poreux. Les dispositions de la norme NBN B21-106, 7 sappliquent, de mme que les contrles complmentaires suivants (cf. tableau C.25.1.c), tant entendu que les contrles qui nont pas trait aux caractristiques pertinentes pour les tuyaux en bton poreux ou perfors ne sappliquent pas. Les dispositions des annexes G et H de la norme NBN EN 1916 sont informatives. Tableau C.25.1.c - Contrle du produit final complmentaire au tableau H.1 de la norme NBN EN 1916
Exigence et aspect Gomtrie des perforations ( C.25.1.2.1.3.1) Permabilit leau ( C.25.1.2.1.2.2) Essai de type initial 3W 3W Contrle priodique 1 par 500 lments 1 par 500 lments

W est lessai par type, par dimension nominale et par paisseur de paroi

CCT 2010 C.25.1.2.1.6 MARQUAGE Les dispositions de la norme NBN B21-106, 8 sappliquent.

C. 151

En outre, chaque tuyau doit porter lindication de la position de la crte en cas dutilisation comme tuyau pour canalisation de drainage ou dinfiltration.

C.25.2 C.25.2.1

Matriaux filtrants DEFINITION

Les matriaux filtrants sont des nappes en fibres de polypropylne ou de coco, enroules autour des tuyaux drainants. C.25.2.2 SPECIFICATIONS

Les filtres prenrobs entourant les drains sont constitus d'un enrobage homogne d'paisseur uniforme. Le filtre entoure le drain et est maintenu celui-ci. La couture ventuelle est ferme. Le filtre livr ne prsente ni dchirures ni irrgularits.
Caractristique nominale Epaisseur (e) Unit mm Filtre en fibre de coco enom = 7 emin enom emoy 5 Masse surfacique (ms) Rsistance la traction par longueur de 10 cm (T) g/m N/10 cm msnom = 750 msmoy 560 Tnom = 50 Tmin Tnom Filtre en fibre de polypropylne enom = 5 emin enom emoy 3 msnom = 450 msmoy 340 Tnom = 200 Tmin Tnom

Les indices nom, moy et min reprsentant respectivement la valeur nominale, moyenne et minimale.

CCT 2010 C.26 C.26.1 BRIQUES ET BLOCS DE MACONNERIES Dfinition

C. 152

Les briques et blocs destins aux ouvrages maonns sont des lments paralllpipdiques rectangles assembler l'aide de mortier. Les briques sont en terre cuite; les blocs sont des lments agglomrs, vibrs ou couls. Ils peuvent tre compacts ou poreux.

C.26.2

Briques en terre cuite

Les briques en terre cuite pour maonneries sont conformes la norme NBN EN 771-1. Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, les briques rpondent aux prescriptions suivantes de la norme NBN EN 771-1: elles appartiennent la catgorie I ; elles sont reprises sous la classification HD.

Les briques sont rsistantes au gel ; la classe de rsistance au gel exige est renseigne dans le cahier spcial des charges. A dfaut, elles sont du type trs rsistantes au gel , cette caractristique tant dtermine par la mthode dcrite dans la norme NBN B27-009. Dommages Une brique est considre comme tant endommage si des dgts sur ses angles, ses artes, ses nervures, sa couche de surface (maillage) ou des fissures visibles ou encore un sablage poli par endroit, affectent les faces visibles de la brique de faon gnante. Le diamtre minimal de lclat est de 10 mm pour des briques tires ou presses et de 15 mm pour des briques faites la main. Pour les briques destines la maonnerie dcorative, au moins 90 % des briques auront une panneresse et une boutisse non endommages. Les briques pour lesquelles un effet vieilli, par des cornures notamment, a t leffet spcialement recherch, ne sont pas considres comme ayant des dfauts. Dfauts On considre comme un dfaut: la prsence de nodules dont lexpansion peut entraner un caillement de la surface de la brique; des fissures de largeur 0,2 mm.

Le nombre de briques prsentant un ou des dfauts ne peut pas dpasser 5 % de la livraison totale.

CCT 2010

C. 153

Lessai defflorescence est obligatoire et est ralis suivant la mthode dcrite dans la norme NBN B 24-209. Un certificat dessais sera exig de lentrepreneur. Les briques ne peuvent prsenter aucune efflorescence.

C.26.3 C.26.3.1

Matriaux de maonnerie en bton BLOCS PLEINS EN BETON

Les blocs de maonnerie pleins en bton sont conformes la NBN EN 771-3. Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, les blocs appartiennent la catgorie I. Les blocs livrs sur chantier ont au moins 28 jours dge. C.26.3.2 BLOCS CREUX OU PERFORES EN BETON

Les blocs creux ou perfors en bton sont conformes la NBN EN 771-3. Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, les blocs appartiennent la catgorie I. Les blocs livrs sur chantier ont au moins 28 jours dge. C.26.3.3 BLOCS EN SILICO-CALCAIRES

Les blocs en silico-calcaires sont conformes la NBN EN 771-2. C.26.3.4 BLOCS DE COFFRAGE EN BETON

Les blocs creux en bton sont destins tre empils sec, en tant embots les uns aux autres, pour servir de coffrage perdu au bton coul en seconde phase. Les blocs sont pourvus de tenons et mortaises permettant leur embotement les uns aux autres. Ils sont galement pourvus dencoches qui permettent la mise en place darmatures tant horizontales que verticales. Les dimensions des blocs sont prciss aux documents du march.

CCT 2010 C.27 C.27.1 DALLES Dalles en bton de ciment

C. 154

Les dalles en bton de ciment sont conformes aux normes NBN B 21-211 et NBN EN 1339. Elles rpondent galement aux conditions suivantes : la longueur hors-tout ne peut dpasser 1 m ; le rapport longueur hors-tout/paisseur est suprieur 4.

Le cahier spcial des charges spcifiera : le type, le format, la forme, la texture et la couleur des dalles.

Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, les dalles rpondent aux catgories dapplication IIa ou IIIa de la norme NBN B 21-211. Si tel nest pas le cas, le cahier spcial des charges prcisera : la classe laquelles les carts de dimensions de fabrication doivent satisfaire ; la classe laquelles les carts dimensionnels sur les diagonales doivent satisfaire ; la classe de rsistance aux agressions climatiques ; la classe de rsistance labrasion. RECEPTION DES MATERIAUX Systme dattestation de conformit

C.27.1.1 C.27.1.1.1

Les dalles en bton de ciment relvent du systme 4. C.27.1.1.2 Rception technique pralable

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de lannexe A de la norme NBN B 21-211 ainsi que celles de lannexe B de la norme NBN EN 1339.

C.27.2

Dalles en pierre naturelle

Les dalles en pierre naturelle sont des lments de revtement dont la largeur nominale dpasse 15 cm et est gnralement gale au moins deux fois lpaisseur. Les dalles sont en pierre rpondant au C.19. Les dalles en pierre naturelle pour le dallage extrieur rpondent aux prescriptions de la norme NBN EN 1341.

CCT 2010 Dimensions

C. 155

Les classes suivantes pour les carts admissibles sont en vigueur (voir 4.1.2.1 et 4.1.2.2 de la norme NBN EN 1341) : dimensions dans le plan : P2 pour dimensions 400 mm, P1 pour dimensions > 400 mm et/ou dalles clives ; diagonale : D2 pour dimensions 400 mm, D1 pour dimensions > 400 mm ; paisseur : T2.

Rsistance en flexion et classes dutilisation La rsistance en flexion est dtermine conformment la mthode dessai NBN EN 12372. Elle est dtermine en tenant compte du sens de dcoupe par rapport la stratification. En fonction de la charge de rupture calcule conformment lannexe B de la norme NBN EN 1341, la dalle appartient une des classes dutilisation suivantes :
Charge de rupture (kN) pas d'exigences > 0,75 > 3,50 > 6,00 > 9,00 > 14,00 > 25,00 Classe d'utilisation 0 1 2 3 4 5 6 Usage Dcoration Dalles poses sur mortier, usage pitonnier uniquement Zones pitonnires et cyclables, jardins, balcons Accs occasionnel de vhicules automobiles, de vhicules lgers et de motocyclettes, entre de garages Zones de circulation pitonnires, places de marchs empruntes occasionnellement par les vhicules de livraison et de secours Zones de circulation pitonnire frquemment empruntes par des poids lourds Routes et rues, stations-service

Sauf prescriptions contraires dans les documents du march, la classe dutilisation 6 est dapplication.

Le fournisseur donne, par format, la classe dutilisation calcule. Rsistance lusure La rsistance lusure est dtermine conformment la mthode dessai de lannexe C de la norme NBN EN 1341. Les valeurs individuelles ne sont pas suprieures 24 mm. Rsistance au glissement La rsistance au glissement est dtermine conformment la mthode dessai de lannexe D de la norme NBN EN 1341 Annexe D. Les valeurs individuelles ne sont pas infrieures 35 (valeur USRV).

CCT 2010 C.27.3 C.27.3.1 Dalles-gazon en bton DEFINITION

C. 156

Produit prfabriqu en bton non arm en forme de dalle et muni douvertures de drainage et ventuellement dvidements pour favoriser la pousse du gazon. C.27.3.2 C.27.3.2.1 CARACTERISTIQUES DU BETON DURCI Rsistance mcanique

La rsistance mcanique du bton est caractrise par la rsistance la compression mesure sur des cubes mouls fabriqus avec le bton des dalles-gazon en bton. La rsistance minimale la compression est de 40 N/mm. C.27.3.2.2 Absorption deau

Labsorption deau par immersion du bton est dtermine sur des prouvettes prleves dans les dalles-gazon en bton. Labsorption deau maximale est de 6 %. C.27.3.3 C.27.3.3.1 CARACTERISTIQUES DU PRODUIT Dimensions de fabrication

Les dimensions de fabrication caractristiques de la dalle-gazon en bton sont : la longueur de fabrication et la largeur de fabrication du plus petit rectangle inscrit dans la dalle au droit de la face de pose ; lpaisseur de fabrication, mesure entre la face suprieure et la face de pose de la dalle.

Lpaisseur de fabrication des dalles-gazon en bton est de minimum 80 mm, et est un multiple de 10 mm. Lpaisseur est mesure aux quatre coins de la dalle. C.27.3.3.2 Ecarts dimensionnels

Les carts dimensionnels admis des dimensions relles individuelles par rapport aux dimensions de fabrication caractristiques sont de + 5 mm. Aucun cart en moins nest autoris sur la profondeur minimum des videments et les dimensions minimales des chanfreins. C.27.3.3.3 Caractristiques de forme

Les dalles-gazon en bton sont munies douvertures continues dans le sens de lpaisseur. Les faces latrales des dalles peuvent tre munies de profils formant galement des ouvertures lors de la pose bout bout des dalles ou permettant demboter les dalles lune dans lautre lors de la pose. La surface totale projete des ouvertures nest pas infrieure 25 % de la surface brute des dalles-gazon en bton.

CCT 2010

C. 157

Si les dalles-gazon en bton sont munies dvidements du ct suprieur, leur profondeur minimale est de 20 mm. Les videments de plus petite profondeur ne sont pas considrs comme des videments. Les artes de la face suprieure sont munies de chanfreins dont les projections horizontales et verticales sont de minimum 3 mm. La surface totale projete des ouvertures et des videments des dalles munies dvidements du ct suprieur nest pas infrieure 60 % de la surface brute des dalles-gazon en bton. La surface brute de la dalle est dtermine par calcul sur base du pourtour extrieur de la dalle hauteur de la face de pose. C.27.3.3.4 Ecarts de planit de la face de pose

Les carts concave et convexe maximal de la planit de la face de pose sont vrifis selon les deux directions diagonales. La mesure a lieu 0,5 mm prs laide dune rgle droite indformable et dun set de jauges. Ils sont conformes au tableau ci-dessous.
Longueur de la diagonale (mm) 300 400 500 800 Ecart convexe maximal (mm) 1,5 2,0 2,5 4,0 Ecart concave maximal (mm) 1,0 1,5 1,5 2,5

C.27.3.3.5

Aspect

Les dalles-gazon ne prsentent pas de dfauts de structure comme les nids de gravier ou les fissures. Les bulles dair qui sont propres aux produits en bton vibr, les fissures superficielles et lcaillage sont autoriss, sauf dans la face suprieure. La face suprieure : a une texture lisse et ne prsente pas de dfauts nuisibles pour laspect des dalles poses ; ne prsente ni paufrures ni bavures sur les bords.

Laspect des dalles est vrifi visuellement. Laspect de la face suprieure des dalles est valu hauteur dhomme une distance de 2 m et sous la lumire du jour. C.27.3.3.6 Classe dexposition

En labsence de prescriptions contraires au cahier spcial des charges, la classe dexposition 2b est dapplication. C.27.3.3.7 Rsistance mcanique

La rsistance mcanique dune dalle-gazon en bton est caractrise par la charge de rupture lors dun essai de flexion.

CCT 2010 Droulement de lessai (voir aussi chapitre M Mthodes dessais)

C. 158

Les prouvettes sont conserves sous eau une temprature de 20C 2C durant une priode de 4 5 heures prcdant lessai. Lprouvette est place dans la machine dessai de flexion, face de pose reposant sur les rouleaux dappui. Les axes des rouleaux dappui sont symtriques par rapport la section mdiane transversale de la dalle et une distance rciproque correspondant la plus petite des valeurs suivantes : le triple de lpaisseur de fabrication de la dalle ; la longueur de fabrication diminue de 100 mm.

La charge dessai agit mi-porte sur un dispositif de rpartition en acier indformable dont la largeur est gale 100 mm et la longueur est au moins de 10 mm plus grande que la largeur de la dalle. La charge de rupture est exprime par unit de largeur de la dalle-gazon en bton et est conventionnellement dtermine en divisant la charge de rupture (N) obtenue avec lessai de charge par la largeur de fabrication de la dalle-gazon (mm). La charge de rupture est exprime avec une dcimale. Charge de rupture La dalle-gazon rectangulaire en bton doit rsister, selon la classe de rsistance choisie, la charge de rupture suivante :
Classe de rsistance 5 10 20 Type de trafic Zones pitonnires Parkings pour vhicules lgers Zones dlimitant une bande de circulation routire Charge de rupture (N/mm) 12,5 25,0 50,0

Sauf prescriptions contraires dans les documents du march, la classe de rsistance 10 et dapplication.

C.27.4

Dalles-gazon en matriaux synthtiques

Ces dalles-gazon sont composes de matriaux synthtiques. Elles sont rsistantes aux produits chimiques, insensibles aux conditions atmosphriques et chimiquement inertes pour lenvironnement. La base des dalles prsente une surface de vide suffisante pour permettre un drainage efficace de leau de pluie et un enracinement profond de lherbe. Les dalles sont prvues avec des dispositifs de liaison assurant leur maintien en place sous la circulation des vhicules la charge desquels elles doivent rsister sans dommage. Le cahier spcial des charges spcifie la couleur des dalles-gazon. A dfaut, elles sont de couleur verte.

CCT 2010 C.27.5 Dalles en pierre reconstitue

C. 159

Ces dalles sont composes dune couche de base et dune couche suprieure spciale lies lune lautre en une tape ; elles peuvent tre colores dans la masse. Lpaisseur minimum de la couche dusure est de 1 cm. Le cahier spcial des charges spcifiera : le type de finition, le format, la forme, la texture et la couleur des dalles.

Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, les dalles rpondent aux catgories dapplication IIa ou IIIa de la norme NBN B 21-211. Si tel nest pas le cas, le cahier spcial des charges prcisera : la classe laquelle les carts de dimensions de fabrication doivent satisfaire ; la classe laquelle les carts dimensionnels sur les diagonales doivent satisfaire ; la classe de rsistance aux agressions climatiques ; la classe de rsistance labrasion.

Ces lments sont conformes aux normes NBN EN 1339 et NBN B 21-211. C.27.5.1 C.27.5.1.1 RECEPTION DES MATERIAUX Systme dattestation de conformit

Les dalles en pierre reconstitue relvent du systme 4. C.27.5.1.2 Rception technique pralable

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de lannexe A de la NBN B 21-211 ainsi que celles de lannexe B de la norme NBN EN 1339.

C.27.6 C.27.6.1 C.27.6.1.1

Dalles de reprage DALLES DE CONDUITE : DALLES STRIEES DEFINITION

Dalles qui ont pour but dorienter la personne aveugle ou malvoyante. Ces dalles sont dtectables au pied, la canne et visuellement. Laxe des stries mne lendroit o on souhaite guider la personne (voir CEN/TS 15209).

CCT 2010 C.27.6.1.2 Caractristiques techniques

C. 160

Sauf prescriptions contraires dans les documents du march, les dalles sont de couleur blanche et dune paisseur minimale de 80 mm. Les reliefs ont des largeurs comprises entre 16 et 18 mm. La rainure entre deux reliefs est comprise entre 18 et 20 mm. La hauteur des reliefs est comprise entre 4,5 et 5,5 mm. La dalle commence obligatoirement par rainure des deux cts. Les reliefs sont en saillie par rapport au niveau fini.
18/20 mm 16/18 mm

4,5/5,5 mm

C.27.6.2 C.27.6.2.1

DALLES DEVEIL A LA VIGILANCE : DALLES A PROTUBERANCES Dfinition

Dalles qui ont pour but dveiller la vigilance de la personne aveugle ou malvoyante lapproche dun danger. Ces dalles sont dtectables au pied, la canne et visuellement. C.27.6.2.2 Caractristiques techniques

La couleur des dalles est dfinie dans les documents du march, dfaut, elle est blanche et dune paisseur minimale de 80 mm. Les plots ont une hauteur comprise entre 4,5 et 5,5 mm. Le diamtre des plots est compris entre 23 et 27 mm. La distance entre les axes des plots est comprise entre 50 et 60 mm, ceux-ci sont disposs en quinconce. Les plots sont en saillie par rapport au niveau fini.
23 /2 7 m m 50 /6 0 0 /6 50

Hauteur des plots: 4,5/5,5 mm

CCT 2010 C.27.6.3 C.27.6.3.1 DALLES DINFORMATION : REVETEMENT SOUPLE Dfinition

C. 161

Dalles signalant la personne aveugle ou malvoyante, la prsence dune information ou un changement de direction dans sa ligne de conduite. Ces dalles sont dtectables au pied, la canne et visuellement. C.27.6.3.2 Caractristiques techniques

Les dalles prsentent une souplesse suffisante pour contraster avec la rigidit des revtements existants. La couleur des dalles est dfinie dans les documents du march, dfaut, elle est noire ou brune. La surface est non glissante mme par temps de pluie. Le revtement souple utilis rsiste aux conditions normales extrieures sans modification importante des proprits (gel, pluie, UV, variation de temprature). Le revtement souple rsiste au passage des vhicules lgers. C.27.7 Dalles de sol industriel

Les dalles de sol industriel sont des lments de forme carre de grandes dimensions (ct > 1 m), en bton arm ou non arm, et pourvus de points de levage permettant leur manutention. Les documents du mach spcifient si les artes des dalles sont chanfreines ou protges par des cornires en acier lamin chaud. A dfaut, les bords des dalles sont chanfreins. Les documents du march spcifient les dimensions, lpaisseur et les charges dessieux auxquelles les dalles doivent rsister.

CCT 2010 C.28 C.28.1 ELEMENTS EN FONTE ET EN ACIER COULE Avaloirs

C. 162

Les avaloirs doivent tre livrs avec une fiche technique et un certificat dorigine mentionnant lensemble des caractristiques du C.28.1.2. C.28.1.1 DEFINITION

Les avaloirs doivent prsenter les caractristiques mentionnes ci-aprs. Seuls les avaloirs avec obturateur hydraulique sont autoriss. Les grilles des avaloirs doivent satisfaire aux exigences de la norme NBN EN 124 et ce qui suit. C.28.1.2 CARACTERISTIQUES

Le matriau utilis pour la confection du bac de lavaloir et de lobturateur hydraulique doit satisfaire aux exigences en vigueur pour une des classes suivantes: fonte graphite lamellaire selon la EN GJL 200 (NBN EN 1561); fonte graphite sphrodal selon la EN GJS 500-7 (NBN EN 1563);

La garde deau doit avoir une hauteur minimale de 60 mm. Si lon utilise de la fonte selon la EN GJL 200 pour les avaloirs, ceux-ci doivent avoir une paisseur minimale de 12 mm. Si lon utilise de la fonte selon la EN GJS 500-7, lpaisseur minimale doit tre de 8 mm. Les dimensions des avaloirs doivent figurer dans le cahier spcial des charges. La largeur doit tre adapte la largeur des bandes de contrebutage et des filets deau utiliss. Les largeurs usuelles sont:
Dimensions de lavaloir (mm) LxlxH 750x290x450 750x290x660 665x230x570 665x230x570 665x230x570 750x297x605 755x293x400 650x350x600
(1)

Largeur grille/avaloir partie suprieure (mm) 269/290 269/290 173/195 173/195 195/230 263/295 263/295 282/350

Largeur du filet deau (mm) 300 300 200 200 250 (1) 300 300 350

Sauf prescriptions contraires aux documents du march, le modle avec une largeur de filet deau de 250 mm est utilis.

Le diamtre de lorifice dvacuation doit correspondre la canalisation qui doit y tre raccorde. La longueur de lvacuation doit tre dau mois 70 mm.

CCT 2010

C. 163

Pour la confection des grilles, seule la fonte graphite sphrodal selon la EN GJS 500-7 (NBN EN 1563) est autorise. Les grilles doivent tre au minimum de la classe D400. Les grilles mobiles doivent tre dotes de barres qui forment un angle de 45 ou de 90 par rapport au sens de la circulation. Les grilles doivent tre fixes aux avaloirs au moyen daxes darticulation. Le poids minimal de la grille est de 15 kg. C.28.1.3 ESSAIS

Ltanchit doit tre contrle en obturant les ouvertures de lavaloir et en remplissant lavaloir deau jusquau dessous de la grille. Il ne peut y avoir aucune fuite aprs le remplissage. La rsistance des avaloirs est teste sur un bac quip de sa grille. C.28.1.4 IDENTIFICATION

Identification de lavaloir Les mentions suivantes doivent tre reprises: la charge maximale autorise selon les classes prvues dans la norme NBN EN 124; le nom et/ou le logo du fabricant et une dsignation de lunit de production; le cas chant, la marque de lorganisme de certification.

Des mentions relatives lapplication, au matre douvrage et/ou une identification du produit sont optionnelles. Tous les lments qui peuvent soxyder doivent tre recouverts dun enduit, principalement pour des raisons esthtiques. Celui-ci doit satisfaire aux exigences cologiques et toxicologiques en vigueur. Identification de la grille Les mentions suivantes doivent tre reprises: rfrence la norme europenne en application (NBN EN 124); la classification selon cette norme; le nom et/ou le logo du fabricant et une dsignation de lunit de production; la marque de lorganisme de certification, comme cela est prvu dans la norme NBN EN 124.

Des mentions relatives lapplication, au matre douvrage et/ou une identification du produit sont optionnelles. Tous les lments qui peuvent soxyder doivent tre recouverts dun enduit, principalement pour des raisons esthtiques. Celui-ci doit satisfaire aux exigences cologiques et toxicologiques en vigueur.

CCT 2010 C.28.2 Trappillons

C. 164

Les trappillons destins au recouvrement des chambres doivent satisfaire la norme NBN EN 124 et aux exigences formules ci-aprs. C.28.2.1 C.28.2.1.1 TRAPPILLONS A APPUI PERIPHERIQUE Dfinition

Les trappillons sont destins au recouvrement des chambres de visite. C.28.2.1.2 Caractristiques

Seule la fonte graphite sphrodal selon la EN GJS 500-7 (NBN EN 1563) est autorise pour la confection des trappillons et des cadres. En fonction de lapplication, les trappillons doivent au minimum satisfaire aux exigences des classes de rsistance mentionnes ci-aprs: applicable en chausse: classe D400 (masse minimale de 77 kg); applicable en trottoir: classe C250 (masse minimale de 67 kg); applicable en dehors de toute zone de circulation: classe B125 (masse minimale de 58 kg).

Les ouvertures daration des trappillons satisfont aux dispositions de la norme NBN EN 124. Les trappillons non ars peuvent possder quatre ouvertures dun diamtre de 25 mm et une ouverture de 25 50 mm pour pouvoir tre manipuls. Les trappillons fermeture tanche ne peuvent prsenter aucune ouverture daration ni dautre sorte. Ils doivent tre pourvus de dispositifs permettant de les soulever verticalement, de les dplacer et de les remettre en place facilement. On prvoira de prfrence des trappillons dots de charnires. Ceux-ci peuvent tre dots dun blocage de scurit. Pour les trappillons des classes D400, E600 et F900, la hauteur du cadre est de 200 mm, que celui-ci soit ou non enrob de bton ou quil soit ou non dot dancrages. Les trappillons sont circulaires et ont une ouverture minimale de 700 mm. Les attaches destines verrouiller ou ancrer le trappillon sont en acier inoxydable qualit A2 selon la norme NBN EN ISO 3506; les brides sont constitues dun matriau rsistant la corrosion. Si le trappillon et le cadre sont livrs avec un enrobage prfabriqu en bton, celui-ci doit tre ancr au cadre en fonte. Le bton doit tre arm (armature classique ou dosage minimal en fibres dacier de 20 kg/m). Tous les lments qui peuvent soxyder doivent tre recouverts dun enduit, principalement pour des raisons esthtiques. Celui-ci doit satisfaire aux exigences cologiques et toxicologiques en vigueur.

CCT 2010

C. 165

Lpaisseur des lments en fonte graphite sphrodal ne peut jamais tre infrieure 7 mm. En attente dune mthode permettant de tester la stabilit du trappillon dans le cadre ainsi que linsonorisation, seuls des siges de soutien avec anneaux en caoutchouc sont autoriss. Ceuxci ont les caractristiques suivantes: lanneau en caoutchouc doit satisfaire la norme NBN EN 681-1; lanneau en caoutchouc a une largeur minimale de 15 mm; lanneau est coll et ne peut pas pouvoir tre enlev manuellement.

Si lpaisseur des lments est de 10 mm ou plus, le sige avec anneau en caoutchouc doit satisfaire aux conditions suivantes: les surfaces de contact entre le cadre et le trappillon doivent tre finies et prsenter un tat de surface de 12,5 selon la norme NBN EN ISO 1302 (degr de finition de la surface single surface texture requirement ); lanneau en caoutchouc doit satisfaire la norme NBN EN 681-1 avec une duret de 70 5 IRHD8 ; lanneau en caoutchouc a une largeur minimale de 15,5 mm; lanneau en caoutchouc a une paisseur minimale de 9,5 mm; lanneau est encastr dans une rainure en queue daronde et dpasse au minimum de 2,5 mm de celle-ci. Identification et essais

C.28.2.1.3

Les trappillons doivent au minimum porter les mentions qui figurent dans la norme NBN EN 124. Plus particulirement, les mentions suivantes doivent tre reprises: rfrence de la norme europenne en application (NBN EN 124); la classification selon cette norme; le nom et/ou le logo du fabricant et une dsignation de lunit de production; la marque de lorganisme de certification, comme cela est prvu dans la norme NBN EN 124.

Des mentions relatives lapplication, au matre douvrage et/ou une identification du produit sont optionnelles. C.28.2.2 C.28.2.2.1 TRAPPILLONS A TRIPLE APPUI Dfinition

Ces trappillons sont constitus dun cadre carr ouverture circulaire qui se ferme laide de deux couvercles. Ces trappillons servent barrer laccs aux chambres de visites des chausses trafic lourd et rapide, et doivent satisfaire la norme NBN EN 124 ainsi quaux exigences formules ci-aprs.

International Rubber Hardness Degree (selon la mthode dcrite dans la norme NBN EN ISO 48)

CCT 2010

C. 166

Les trappillons triple appui sont constitus dun couvercle double avec charnires et un blocage de scurit. Le triple appui assure la stabilit des couvercles. Deux des trois siges au moins sont en forme de V. C.28.2.2.2 Caractristiques

Seuls les couvercles et les cadres des classes D400 et suprieures sont autoriss. Seule la fonte graphite sphrodal selon la EN GJS 500-7 (NBN EN 1563) est autorise pour la confection des trappillons et des cadres. La hauteur des cadres est de 200 mm, que ceux-ci soient ou non enrobs de bton ou quils soient ou non dots dancrages. Louverture minimale est de 700 mm. Lpaisseur des lments nest jamais infrieure 7 mm. Lenrobage prfabriqu en bton doit tre fix laide dancrages au cadre en fonte. Le bton doit tre arm au moyen dune armature classique ou de fibres dacier (dosage minimal de 20 kg/m). Chaque couvercle doit peser au minimum 45 kg. C.28.2.2.3 Identification et essais

Les trappillons doivent au minimum porter les mentions qui sont prescrites dans la norme NBN EN 124. Plus particulirement, les mentions suivantes doivent tre reprises: rfrence de la norme europenne en application (NBN EN 124); la classification selon cette norme; le nom et/ou le logo du fabricant et une dsignation de lunit de production; la marque de lorganisme de certification, comme cela est prvu dans la norme NBN EN 124.

Des mentions relatives lapplication, au matre douvrage et/ou une identification du produit sont optionnelles.

CCT 2010 C.28.3 C.28.3.1 Chssis de visite DEFINITION

C. 167

Ces chssis de visite sont destines recouvrir les regards de visite. Ils doivent satisfaire la norme NBN EN 124. C.28.3.2 CARACTERISTIQUES

Seuls les cadres et couvercles carrs ou rectangulaires sont autoriss. Seule la fonte graphite sphrodal selon la EN GJS 500-7 (NBN EN 1563) est autorise pour la confection des couvercles et des cadres. Selon lapplication, les chssis de visite doivent au minimum satisfaire aux exigences des classes mentionnes ci-aprs: application en chausse: classe D400; application en trottoir: classe C250; application en dehors de toute zone de circulation: classe B125.

Les chssis de visite ont: une garde hydraulique ; ou des assises entre le(s) couvercle(s) et le cadre qui sont adaptes de telle sorte que le chssis de visite est impermable au gaz et leau (par ajout dune couche de graisse sur les surfaces de contact usines) ; ou des couvercles articuls triple appui.

Tous les lments qui peuvent soxyder doivent tre recouverts dun enduit, principalement pour des raisons esthtiques. Celui-ci doit satisfaire aux exigences cologiques et toxicologiques en vigueur. C.28.3.3 IDENTIFICATION ET ESSAIS

Les chssis de visite doivent au minimum porter les mentions prvues dans la norme NBN EN 124. Plus particulirement, les mentions suivantes doivent tre reprises: rfrence de la norme europenne en application (NBN EN 124); la classification selon cette norme; le nom et/ou le logo du fabricant et une dsignation de lunit de production; la marque de lorganisme de certification, comme cela est prvu dans la norme NBN EN 124.

Des mentions relatives lapplication, au matre douvrage et/ou une identification du produit sont optionnelles.

CCT 2010 C.28.4 Fibres de fonte pour gunitage

C. 168

La fibre de fonte est obtenue grce la trempe dun jet de mtal en fusion (alliage de fer et de chrome) : en tombant sur une roue refroidie leau et tournant grande vitesse, ce mtal est fig dans son tat amorphe. Les fibres ainsi obtenues se prsentent sous forme de rubans trs fin, flexibles et brillants. La quantit minimale de fibres de fonte par mtre cube de bton est fixe 15 kg/m pour autant que les caractristiques gomtriques suivantes soient respectes : longueur de la fibre : 20 mm ; largeur de la fibre : 1,6 mm ; paisseur de la fibre : 29 m (microns).

La contrainte de traction avant rupture des fibres avoisine les 1 700 MPa. Toute autre caractristiques de fibres dpendront dune note de calcul prsenter par le fournisseur afin de rencontrer les exigences de stabilit de louvrage renforcer, garantie pour le mlange prconis ci-dessus.

CCT 2010 C.29 C.29.1 C.29.1.1 ECHELLES ET ECHELONS Echelles DEFINITION

C. 169

Les chelles doivent satisfaire aux exigences de la norme NBN EN 14396. Seuls les types ayant deux appuis placs paralllement sont autoriss (type A ou D). Le producteur de lchelle doit fournir les informations ncessaires linstallation et lutilisation de lchelle.

C.29.2 C.29.2.1

Echelons DEFINITION

Les chelons doivent satisfaire aux exigences de la norme NBN EN 13101. Seuls les chelons doubles sont autoriss.

CCT 2010 C.30 C.30.1 C.30.1.1 BORDURES Bordures en pierre naturelle DESCRIPTION

C. 170

Elments linaires en pierre naturelle, poss en saillie ou enterrs, dlimitant un revtement. Les bordures sont en pierre rpondant aux prescriptions du C.19. Les bordures courbes possdent une face arrire plane. Dans ce cas, la largeur est mesure sur la section transversale qui constitue l'extrmit. C.30.1.2 C.30.1.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les bordures en pierre naturelle rpondent aux prescriptions du C.19, et sont conformes la norme NBN EN 1343. C.30.1.2.2 Exigences dimensionnelles

Les dimensions de la section transversale droite des diffrents types de bordures standard en pierre naturelle sont donnes la figure et au tableau ci-dessous :
a a

e Coupe en travers XX

Profil transversal standard des bordures en pierre naturelle

CCT 2010 Bordures de trottoir standard

Type h (hauteur totale) cm 25 30 25 30 25 30 30 25 30 25 30 15 20 a (chanfrein) cm 2 2 10 10 2 2 15 0 0 0 0 2 2 e (largeur totale) cm 15 15 15 15 20 20 20 8 8 10 10 30 30

C. 171

A I 1 A I 2 A II 1 A II 2 B I 1 B I 2 B II C I 1 C I 2 C II 1 C II 2 D I D II

Les documents du march peuvent prciser dautres dimensions. Pour les carts dimensionnels admissibles, la classe 2 de la norme NBN EN 1343 est dapplication. Les bordures courbes possdent une face arrire plane. Pour les pices spciales, le mesurage est ralis suivant le volume capable (volume du plus petit paralllpipde dans lequel sinscrit llment).

Les longueurs des diffrents types de bordures sont les suivantes: types A, B et D : bordures droites : longueur comprise entre 80 et 120 cm; bordures courbes : longueur dveloppe maximale de la face vue : 120 cm ; type C : bordures droites : longueur comprise entre 30 et 75 cm.

Les sections transversales aux extrmits des bordures sont planes et perpendiculaires la face suprieure.

CCT 2010 Les faces vues sont tailles comme suit : -

C. 172

types AII et BII : toutes les faces sont scies ; types AI, BI et D : les faces verticales sont scies et la face suprieure est taille mcaniquement (dans le sens de la longueur, nombre de traits/dcimtre comme le cahier spcial des charges le spcifie) ; type C : les faces verticales sont scies, la face suprieure brute est dresse au marteau. Exigences physiques et mcaniques

C.30.1.2.3

Les exigences sont dtermines en tenant compte du sens de dcoupe tabli par rapport la stratification (voir C.19). Rsistance en flexion Les bordures appartiennent la classe dutilisation 6 suivant lannexe B de la norme NBN EN 1343. Rsistance lusure La rsistance lusure, dtermine conformment la mthode dessai NBN EN 1341 Annexe C, nest pas suprieure 24 mm. Rsistance au glissement La rsistance au glissement, dtermine conformment la mthode dessai NBN EN 1341 Annexe D, nest individuellement pas infrieure 35 mm (valeur USRV). C.30.1.2.4 Traitement de surface

Sauf mention contraire dans le cahier spcial des charges, la face suprieure des bordures est cisele paralllement la face arrire (12 traits/dcimtre). Toutes les autres faces sont scies. Caractristiques des bordures tailles brutes en roche sdimentaire carbonate Ces bordures comportent quatre faces verticales scies et la face suprieure vue est clive mcaniquement. Les particularits d'aspect ne peuvent nuire la rsistance du matriau. Les dimensions sont les suivantes : longueur : entre 30 et 40 cm ; hauteur : 20, 25 ou 30 cm, avec une tolrance de 1 cm ; largeur : 8, 10, 12 ou 15 cm, avec une tolrance de 0,5 cm.

Ces dimensions sont prcises dans les documents du march.

CCT 2010 Caractristiques des bordures rustiques en grs dur

C. 173

La finition comporte une face verticale et 2 retours pincs sur 20 cm avec une tolrance de 2 cm. Les particularits d'aspect ne peuvent nuire la rsistance du matriau. Les dimensions sont les suivantes : longueur : entre 25 et 60 cm ; hauteur : 20 ou 30 cm, avec une tolrance de 2 cm ; largeur : 8 10 cm ou 10 12 cm, avec une tolrance de 1 cm.

Ces dimensions sont prcises dans les documents du march. Procdure de rception La qualit de la pierre, les dimensions et laspect des bordures sont vrifis sur chantier. Les lments qui prsentent des clats, de l'caillage ou des cornures sur plus de 4 cm d'une face vue sont refuss. Les particularits inhrentes la pierre sont admises pour les parties non vues.

C.30.2 C.30.2.1

Bordures prfabriques en bton DESCRIPTION

Elments linaires en bton prfabriqu dlimitant un revtement. C.30.2.2 CLAUSES TECHNIQUES

Les lments prfabriqus sont conformes aux normes NBN B 21-411 et NBN EN 1340. Sauf mention contraire au cahier spcial des charges : les bordures appartiennent la catgorie dapplication Ia ou IIa suivant la norme NBN B 21-411. Si tel nest pas le cas, le cahier spcial des charges prcisera : la classe de rsistance aux agressions climatiques ; la classe de rsistance labrasion ; la classe de rsistance la flexion ; les bordures de type ID4 sont prvues dembotements de type tenon mortaise ; les dimensions des bordures standards rpondent aux prescriptions des figures et tableaux C.30.2.a repris ci-aprs ; les dimensions des bordures de dmarcation rpondent aux prescriptions des figures C.30.2.b ci-aprs.

CCT 2010
20 20 20 20

C. 174

20

350

300

300

150

200

150

300

150

type IA

type IB

type IC1

type IC2

300

200

250

100

100

80

200

60

type ID1
100

type ID2

type ID3

type ID4

200 50 150 30

270

200

200

300

170

250

type IE

type IF1

type IF2

Dimensions en mm.

Figure C.30.2.a Profils transversaux standards des bordures Tableau C.30.2.a Bordures de trottoir standard
Type IA IB IC1 IC2 ID1 1D2 ID3 ID4 IE IF1 IF2 Dimensions de fabrication en mm b c 150 20 200 20 150 150 20 100 100 80 60 200 50 300 30 250 25

H 350 300 300 300 300 200 250 200 270 200 170

d 20 20 20 100 200 150

25

20

CCT 2010
Type A Type C

C. 175

20

18

39,5

10

39,5

35

50

Longueur: 1 m

Longueur: 1 m

Type B

13 12 15

39,5

40

Longueur: 1 m

Dimensionsen cm.

Figure C.30.2.b Bordures de dmarcation C.30.2.3 C.30.2.3.1 RECEPTION DES MATERIAUX Systme dattestation de conformit

Les bordures en bton relvent du systme 4. C.30.2.3.2 Rception technique pralable

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de lannexe A de la norme NBN B 21-411 ainsi que celles de lannexe B de la norme NBN EN 1340.

C.30.3

Bordures en bton avec couche superficielle spciale

Ces bordures ont une couche superficielle spciale de min. 1 cm dpaisseur, dont la couleur est obtenue en faisant usage uniquement de matriaux naturels, excluant ainsi tout changement de couleur. Cette couche superficielle subira, aprs production, un traitement de finition (grenaillage de la couche superficielle) en vue daccentuer les agrgats utiliss. Sauf mention contraire dans le cahier spcial des charges, les bordures appartiennent la catgorie dapplication Ia ou IIa suivant la norme NBN B 21-411. Si tel nest pas le cas, le cahier spcial des charges prcisera :

10

CCT 2010 la classe de rsistance aux agressions climatiques ; la classe de rsistance labrasion ; la classe de rsistance la flexion.

C. 176

Ces lments sont conformes la norme NBN B 21-411. C.30.3.1 C.30.3.1.1 RECEPTION DES MATERIAUX Systme dattestation de conformit

Les bordures en bton avec couche superficielle spciale relvent du systme 4. C.30.3.1.2 Rception technique pralable

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de lannexe A de la norme NBN B 21-411.

C.30.4

Bordures en roche sdimentaire carbonate reconstitue

Ces bordures sont composes dune couche de base et dune couche suprieure spciale lies lune lautre en une tape ; elles peuvent tre colores dans la masse. Lpaisseur minimum de la couche dusure est de 1,5 cm. Aprs durcissement, la partie visible de la bordure sera taille mcaniquement selon les documents du march. Les accessoires (pices dangle, bordures pour passages handicaps) sont traits de la mme manire. Sauf mention contraire au cahier spcial des charges, les bordures appartiennent la catgorie dapplication Ia ou IIa suivant la norme NBN B 21-411. Si tel nest pas le cas, le cahier spcial des charges prcisera : la classe de rsistance aux agressions climatiques ; la classe de rsistance labrasion ; la classe de rsistance la flexion.

Ces lments sont conformes la norme NBN B 21-411. C.30.4.1 C.30.4.1.1 RECEPTION DES MATERIAUX Systme dattestation de conformit

Les bordures en roche sdimentaire carbonate reconstitue relvent du systme 4. C.30.4.1.2 Rception technique pralable

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de lannexe A de la norme NBN B 21-411.

CCT 2010 C.31

C. 177 BANDES DE CONTREBUTAGE ET FILETS D'EAU PREFABRIQUES EN BETON

Les prescriptions du C.30.2 sont dapplication. En outre, le profil correspond l'un des types repris dans tableau ci-aprs.
b d b d

10 %
H2 c

H1

Profils transversaux standards des bandes de contrebutage et filets deau

Bandes de contrebutage et filets deau standard

Type II A1 II B1 II C1 II D1 II E1 IRIS II A2 II B2 II C2 II D2 II E2 IRIS H 200 200 200 200 200 150 200 200 200 200 200 150 Dimensions de fabrication en mm b c 500 0 750 0 1000 0 200 0 300 0 250 0 500 35 750 50 1000 60 200 20 300 20 250 0 d 0 0 0 0 0 0 50 75 100 30 30 0

Bande de contrebutage

Filet deau

CCT 2010 C.32 BORDURES - FILETS DEAU PREFABRIQUEES EN BETON

C. 178

Les prescriptions du C.30.2 sont dapplication. En outre, le profil correspond lun des types repris au tableau ci-aprs :
b g V1 ( 5 % e f ) V2 V3 ( P d c h i

10 %)

Profil transversal standard des bordures-filets deau

H2

H1

Type III A III B III C III D III E

H1 200 200 220 300 200

b 450 450 500 450 500

c 150 150 150 200 150

Dimensions de fabrication en mm d e f 130 70 130 70 140 20 60 180 100 20 140 60

g 130 80 100 130 110

h 20 70 100 20 90

i 300 300 300 300 300

CCT 2010 C.33 C.33.1 BARRIERES DE SECURITE EN BETON Description

C. 179

Elments linaires en bton prfabriqus destins dlimiter la chausse ou retenir et redresser la trajectoire des vhicules.

C.33.2

Clauses techniques

Ces lments sont conformes aux normes NBN EN 1317-1, NBN EN 1317-2 et NBN ENV 1317-4. Le cahier spcial des charges mentionne : la capacit de retenue minimale exige, conformment au 3.2 de la norme NBN EN 1317-2. A dfaut de prescriptions dans le cahier spcial, la capacit de retenue est au minimum : H2 pour les barrires de scurit permanentes ; T3 pour les barrires de scurit temporaires, utilises uniquement dans le cadre de chantiers ou en situations durgence. la largeur de fonctionnement maximale, conformment au 3.4 et au tableau 4 de la norme NBN EN 1317-2. A dfaut de prescriptions dans le cahier spcial des charges, la largeur de fonctionnement est au maximum : W6 (W7 dans le cas de barrires jumeles) pour les barrires de scurit permanentes ; W5 pour les barrires de scurit temporaires.

En outre, le cahier spcial des charges peut galement prciser : lindice de svrit de choc exig, conformment au 3.3 de la norme NBN EN 1317-2. A dfaut de prescriptions dans le cahier spcial des charges, seuls les indices de svrit de choc A et B sont autoriss ; sil est interdit dancrer des barrires de scurit, dans le sol ou un ouvrage dart ; dventuelles dispositions complmentaires relatives aux formes et dimensions des bordures. CARACTERISTIQUES DU BETON

C.33.2.1

Composition du bton Le rapport eau-ciment du bton sans entraneur dair est 0,40. entraneur dair, le rapport E/C est 0,45. En cas dajout dun

Si un entraneur dair est utilis, la teneur en air du bton frais dtermine selon la norme NBN EN 12350-7 nest pas infrieure 4 %.

CCT 2010 Rsistance la compression

C. 180

Les barrires ne peuvent tre mises en place quaprs vrification que la rsistance en compression exige pour la mise en service est atteinte : Sans entraneur dair : 50 MPa. Avec entraneur dair : 40 MPa.

Absorption deau Labsorption deau du bton durci est conforme aux exigences suivantes : Sans entraneur dair : 5,5 %. Avec entraneur dair : 6,5 %.

Rsistance aux sels de dverglaage La rsistance aux sels de dverglaage des barrires dont la conformit de labsorption deau par immersion nest pas dmontre est vrifie selon la mthode de la NTN 018 sur la face vue dune prouvette prleve dans le produit. La perte de masse moyenne nest pas suprieure 1 kg/m. La perte de masse individuelle nest pas suprieure 1,5 kg/m. C.33.2.2 CARACTERISTIQUES GEOMETRIQUES

Dimensions de fabrication Les dimensions de fabrication caractristiques de la barrire concernent : la longueur L ; les dimensions du profil transversal, dont la hauteur h et la largeur b qui correspondent la hauteur et la largeur du plus petit rectangle inscrit du profil transversal ; les dimensions qui fixent clairement la disposition des dispositifs dassemblage et/ou la forme des profilages sur les faces dabout.

Dimensions de fabrication des profils transversaux standard Les caractristiques dimensionnelles et de forme des barrires munies dun profil transversal standard sont indiques la figure C.33.2.a. Les dimensions de fabrication sont mentionnes au tableau C.33.2.a.

CCT 2010
b2 b2 b1 P3 P3 P3 x b1 x

C. 181

x = b 1/2 P4

h3

h3

P2

P2

P2

P2

h2

P1 h1

P1 h1

h2

P1

P1

b3 b

Profil standard double

Profil standard simple

Figure C.33.2.a Dimensions de fabrication des profils transversaux standard Tableau C.33.2.a - Dimensions de fabrication et carts admissibles des profils transversaux standard
Profil B1 simple B1 double B2 simple B2 double b 480 10 600 10 360 10 500 10 Dimensions de fabrication et carts admissibles (mm) b1 b2 b3 h h1 h2 150 5 220 7 300 9 800 10 80 5 250 8 150 5 250 8 800 10 80 5 250 8 150 5 220 7 250 8 700 10 80 5 250 8 150 5 250 7 700 10 80 5 250 8

h3 470 10 470 10 370 10 370 10

Les bords P1 et P4 peuvent tre raliss avec un arrondi dun rayon de courbure maximal de 30 mm ou un chanfrein de projection horizontale et verticale de maximum 20 mm. Les bords P2 sont raliss avec un arrondi ayant un rayon de courbure de 250 mm. Les bords P3 sont raliss avec un arrondi ayant un rayon de courbure de 30 mm ou un chanfrein ayant une projection horizontale et verticale de 20 mm. Longueur de fabrication standard La longueur de fabrication standard des barrires est un multiple de 0,50 m avec un minimum de 1,00 m.

CCT 2010 Ecarts dimensionnels Gnralits

C. 182

Les carts dimensionnels admissibles des dimensions relles par rapport aux dimensions de fabrication caractristiques sont dclars par le fabricant mais tiennent compte des exigences ci-dessous. Profil transversal Les carts dimensionnels admis par rapport aux dimensions de fabrication caractristiques du profil transversal sont de plus ou moins 10 mm. Les carts dimensionnels admissibles des profils transversaux standards sont fixs dans le tableau C.33.2.a. Longueur Lcart dimensionel admissible de la longueur relle par rapport la longueur de fabrication est de 1 % en plus ou en moins sans toutefois tre suprieur 15 mm en moins et 30 mm en plus. Lcart admissible dcoulant de la valeur en pourcentage est exprim 1 mm prs. Caractristiques de forme Les faces dabout des barrires qui ne sont pas munies de dispositifs mcaniques et dassemblage sont au moins munies de profilages pour lembotement de barrires adjacentes. Ecarts de forme Les carts de forme admissibles sont fixs par le fabricant. Lcart admissible de lquerrage des faces dabout dans le plan vertical est de 5 mm. Lcart admissible de la planit de chacune des faces latrales, mesur selon laxe longitudinal de la face latrale considre, est de 0,5 % de la longueur de la face latrale, avec un maximum de 10 mm. Lcart admissible de la planit de chacune des faces dabout, mesur selon la gnratrice verticale de la face dabout considre ayant la dimension verticale maximale est de 5 mm. C.33.2.3 CARACTERISTIQUES DASPECT

Les faces vues sont lisses et de teinte uniforme (les efflorescences ne sont pas juges significatives). Leurs artes sont exemptes de bavures et dpaufrures perturbant laspect, la pose ou lutilisation. Les bulles dair spcifiques aux produits en bton vibr et les fissures de retrait superficielles sont admises pour autant quelles ninfluencent pas dfavorablement laspect des faces vues.

CCT 2010

C. 183

Les lments ne prsentent pas de dfauts de structure tels que les nids de gravier, cavits, fissures ou caillage. C.33.2.4 RESISTANCE MECANIQUE

Si le rapport entre la longueur et la hauteur de la barrire est suprieur 3, la rsistance mcanique de la barrire par rapport aux charges induites par la manutention, le transport et la mise en place est vrifie par calcul conformment la norme NBN EN 1992-1-1.

C.33.3 C.33.3.1

Rception des matriaux SYSTEME DATTESTATION DE CONFORMITE

Les bordures de scurit en bton relvent du systme 1. C.33.3.2 RECEPTION TECHNIQUE PREALABLE

Le programme de rception technique pralable est ralis conformment aux directives de la norme NBN EN 1317-5, compltes comme suit : contrle des proprits du dispositif de retenue (proprits conformes la norme NBN EN 1317-2) laide du rapport complet des essais dimpact. Ce rapport doit tre disponible en franais et/ou en nerlandais; contrle des caractristiques des matriaux (des lments finis) : contrle des caractristiques de dimension, de forme et daspect: longueur ( 1 %, max. -15/+30 mm); profil transversal (plus petit rectangle circonscrit, 3 %, max. -5/+10 mm; dimensions caractristiques des raccords; dfauts de forme (tolrances du producteur); contrle du bton et de larmature: rsistance la compression sur cylindre for; absorption deau sur cylindre for; rsistance aux sels de dverglaage; contrle de la prsence et de la disposition de larmature; classe dexposition/classe denvironnement (donnes sur la composition du bton ou bon de livraison du bton).

CCT 2010 C.34 (voir H.5). BARRIERES DE SECURITE METALLIQUES

C. 184

CCT 2010 C.35

C. 185 CHAMBRES (OU REGARDS) DE VISITE PREFABRIQUES EN BETON POUR RESEAUX DASSAINISSEMENT ET DEGOUTTAGE

Les chambres (ou regards) de visite en bton sont conformes aux normes NBN EN 1917 et NBN B 21-101. Les chambres (ou regards) de visite doivent satisfaire aux exigences du tableau 1 de la norme NBN B 21-101, selon quelles (ou ils) se trouvent dans ou hors chausses (classes de trafic 1 et 2). La forme intrieure et extrieure et les dimensions de fabrications des diffrents lments constitutifs des chambres et/ou regards sont fixs dans les documents dusine du producteur, en respectant les prescriptions de la norme NBN EN 1917 4.3.3.1 et 4.3.3.2, ainsi que les spcifications des 3.3.3.1.2 3.3.3.1.6 et du tableau 4 de la norme NBN B 21-101. Lpaisseur minimale des parois est de 100 mm (avec les carts dimensionnels admissibles de +10 -5 mm).

CCT 2010 C.36 C.36.1 CANIVEAUX PREFABRIQUES EN BETON Caniveaux avec ou sans couvercle en bton

C. 186

Les caniveaux en bton ou bton de rsine synthtique sans grille sont conformes la norme NBN EN 1433. C.36.1.1 DEFINITION

Conduit en bton ou bton de rsine synthtique section rectangulaire, semi-circulaire ou trapzodale. On distingue les caniveaux ouverts (sans couvercle), les caniveaux avec fente et les caniveaux couverts (avec couvercle). C.36.1.2 CARACTERISTIQUES GEOMETRIQUES

Les dimensions sont conformes : la figure C.36.1.a pour la section rectangulaire ; la figure C.36.1.b pour la section trapzodale ; au cahier spcial des charges pour les caniveaux fente ; aux dimensions des tuyaux en bton non arm de diamtre quivalent pour la section semi-circulaire.

Caniveau rectangulaire couvercle

Type a h Dimensions de fabrication en mm 20 10 20 15 20 20 20 25 30 20 30 30 30 40 30 50 40 30 40 40 40 50 40 60 50 30 50 40 50 50 50 60 60 30 60 40 60 50 60 60

e e

h e

e 3 + 0,05a

Figure C.36.1.a

A1 A2 A3 A4 B1 B2 B3 B4 C1 C2 C3 C4 D1 D2 D3 D4 E1 E2 E3 E4

CCT 2010 Caniveau trapzodal

A B

C. 187

Perspective

c b a

Type 1 2

a 40 65

b 30 50

c 20 40

A 53 84

B 43 68

d 5 8

h 20 34

H 25 43

I 8 10

L 83 100

Dimensions de fabrication en mm

Vue en plan

H d l L

Coupe A-A

Figure C.36.1.b C.36.1.3 CARACTERISTIQUES PHYSIQUES ET MECANIQUES

Le cahier spcial des charges fixe la classe de rsistance (A 15, B 125, C 250, D 400 ou E 600) des caniveaux. Celle-ci doit correspondre aux exigences du lieu dutilisation. Les caniveaux de type I et de type M sont autoriss (selon la norme NBN EN 1433). L'absorption d'eau ne dpasse pas : individuellement : 7,0 % ; en moyenne sur 4 mesures : 6,5 %.

CCT 2010 C.36.2 Caniveaux avec grille mtallique

C. 188

Les caniveaux avec grille mtallique sont conformes la norme NBN EN 1433. C.36.2.1 DEFINITION

Conduit en bton ou en bton de rsine synthtique section extrieure rectangulaire et section intrieure en forme de U couvert d'une grille mtallique. Le profil intrieur est ralis avec ou sans pente d'coulement. C.36.2.2 CARACTERISTIQUES GEOMETRIQUES ET ASPECT

Les parties suprieures sont munies d'une cornire en acier galvanis fixe lors de la fabrication et servant de support la grille mtallique. La grille, en acier galvanis ou en fonte, est fixe au moyen de boulons en acier inoxydable. La longueur nominale des lments est de 1 m. C.36.2.3 CARACTERISTIQUES PHYSIQUES ET MECANIQUES

L'absorption d'eau et la rsistance la compression sont conformes aux prescriptions du C.36.1.3. Le cahier spcial des charges fixe la classe de rsistance (A 15, B 125, C 250, D 400 ou E 600) des caniveaux et ventuellement des grilles. Celle-ci doit correspondre aux exigences du lieu dutilisation. Les caniveaux de type I et de type M sont autoriss (selon la norme NBN EN 1433).

C.36.3 C.36.3.1

Caniveaux prfabriqus en bton polyester ou en bton arm de fibres de verre DEFINITION

Le bton polyester est compos de quartz granuleux qui est chimiquement propre et inerte, li la rsine de polyester, sans aucune autre matire. Le bton arm de fibres de verre est compos de sable quartzeux non absorbant. Le caniveau a la forme de U , et les bords longitudinaux suprieurs sont pourvus selon le type d'un cadre qui est fix dans le bton. Les lments des caniveaux seront ferms latralement l'aide d'un lment prfabriqu, dans la mme matire que le caniveau ou en acier galvanis. Lcoulement du caniveau est prvu soit verticalement soit latralement au moyen dune perforation et dun raccord en PVC ou en PEHD9.
9

PVC : chlorure de polyvinyle

CCT 2010

C. 189

Les lments latraux ainsi que le bton de fondation, le bton d'paulement, les accessoires pour lcoulement et les grilles sont compris dans le prix des caniveaux. Avant la livraison sur chantier, l'entrepreneur soumet au fonctionnaire dirigeant un chantillon du matriel propos. Les grilles sont soit en fonte nodulaire ou en acier galvanis et seront parfaitement ancres au caniveau. C.36.3.2 CARACTERISTIQUES

La force de contrle du caniveau muni de sa grille est conforme la norme NBN EN 124 : classe applicable en chausse : D 400 ; classe applicable en trottoir : C 250 ; classe applicable en dehors de toute zone de circulation : B 125.

Absorption d'eau : moins de 1 %. Caractristiques chimiques : rsistant aux saumures, eaux rsiduaires, acidits du sol, huiles de combustion, essences, krosne, etc...Les matriaux seront inaltrables, rsistants au gel et aux solutions salines de dgel. Les dimensions intrieures et les hauteurs sont prcises dans le cahier spcial des charges.

PEHD : polythylne haute densit

CCT 2010 C.37 C.37.1 GEOCOMPOSITES DRAINANTS Dfinition

C. 190

Les gocomposites drainants sont des gotextiles et produits apparents utiliss dans les systmes de drainage.

C.37.2

Caractristiques

Les gocomposites drainants rpondent aux prescriptions de la norme NBN EN 13252. Les gocomposites drainants sont des produits synthtiques en PA, PE, PET, PP, PVC10 ou un assemblage de ces matriaux, fabriqus en usine et fournis sur chantier en rouleaux. Ils se composent d'un goespaceur impermable ou non, muni soit d'un ou deux filtres gotextiles, soit d'un filtre gotextile et d'une membrane impermable. Pour l'vacuation d'eau, une cunette est incorpore en usine ou un tuyau drainant en PVC ou PE est assembl au gocomposite sur chantier. Les gocomposites drainants rsistent aux agents chimiques et biologiques prsents dans le milieu routier. Les documents du march indiquent pour les gotextiles et produits apparents : la durabilit (dure de vie en service) requise (jusqu 5 ans, jusqu 25 ans, suprieure 25 ans) ou d'autres conditions dutilisation ; la dure maximale dexposition.

Les documents du march indiquent le nombre de faces recouvertes d'un filtre en gotextile et la prsence ventuelle d'une membrane impermable. Ce nombre de faces peut varier dun produit lautre en tenant compte du type de goespaceur et de la nature de lapplication. Dans le cas d'enrobage partiel des gocomposites en vue de leur assemblage sur chantier, les filtres et la membrane impermable prsentent des surlargeurs afin d'assurer leur continuit aprs installation. Les documents du march indiquent aussi la hauteur et l'paisseur du gocomposite, ainsi que sa capacit de dbit dans le plan (en m/sec et rduite 10C), pour le gradient hydraulique et la contrainte verticale long terme dfinis par le projet.

10

PA : polyamide PE : polythylne PET : polythylne trphtalate PP : polypropylne PVC : chlorure de polyvinyle

CCT 2010

C. 191

En outre, les caractristiques informatives suivantes sur les produits fournis sont donnes par le fabricant : a) dtermination selon la norme NBN EN ISO 12958, de la capacit de dbit dans le plan en m/s : pour un gradient hydraulique de 1,0 et des contraintes de 20 kPa, 50 kPa, 100 kPa ou 200 kPa ; pour un gradient hydraulique et une contrainte correspondant au projet; dtermination de l'paisseur rsiduelle long terme sous 20 kPa et sous une contrainte dfinie par le projet, suivant la norme NBN EN 1897.

b)

Les documents du march indiquent galement le type et le nombre d'accessoires pour complter le systme de drainage (pices d'obturation amont, exutoires, siphons pour traverser des zones avec cbles et canalisations, pices de jonction entre rouleaux, ...). C.37.2.1 FILTRE

Les filtres en gotextile sont conformes aux prescriptions du C.12.2.1 pour les dispositifs drainants (tableau C.12.2.c), moyennant les modifications suivantes : rsistance en traction 7 kN/m ; rsistance la perforation dynamique 45 mm ; CBR 1100 kN ; ouverture de filtration comprise entre 80 et 150 m. MEMBRANE IMPERMEABLE

C 37.2.2

Les membranes impermables plastiques rpondent aux prescriptions du C.11. Les membranes impermables base de bitume rpondent aux prescriptions de la norme NBN B 46-003. Les documents du march indiquent l'paisseur et la masse surfacique du produit. C.37.2.3 GEOESPACEUR

Les documents du march indiquent la rsistance la compression court terme des goespaceurs. A dfaut, les prescriptions suivantes sont d'application : pour les goespaceurs dont le diagramme contrainte-dformation prsente un maximum, la rsistance la compression court terme est suprieure 100 kPa ; pour les autres goespaceurs, la dformation relative sous la contrainte de service est limite 50 %.

CCT 2010 C.38 C.38.1 PIERRE DE LAVE Dfinition

C. 192

La pierre de lave est un matriau naturel (roche volcanique) compos principalement daugite, olivine, limonite et biotite. Les documents du march prcisent la granulomtrie utiliser, et les proportions du mlange ventuel de la pierre de lave avec un substrat minral ou organique.

C.38.2 C.38.2.1

Caractristiques MASSE VOLUMIQUE

La masse volumique sche (en vrac) est comprise entre 1 250 et 1 400 kg/m. C.38.2.2 ABSORPTION DEAU

Labsorption deau est de 3 % maximum.

CCT 2010 C.39 PREDALLES EN BETON ARME

C. 193

Elment de structure prfabriqu mince en forme de dalle muni, sur toute sa longueur, une partie de sa longueur ou aux extrmits, dun ou de plusieurs treillis raidisseurs et destin former la partie infrieure et collaborante dune dalle en bton portante compose de ces lments et dune couche de bton coule en place. (Voir cahier spcial des charges).

CCT 2010 C.40 C.40.1 C.40.1.1 SYSTEMES DETANCHEITE DES PONTS ET TOITURES DE TUNNEL ET LEUR PROTECTION

C. 194

Systme d'tanchit base de feuille bitumineuse arme pour ponts et toitures de tunnel DESCRIPTION

Le systme d'tanchit base de feuille bitumineuse arme est un systme qui, appliqu sur un tablier de pont ou une toiture de tunnel, supprime le passage d'eau et de solutions aqueuses vers le tablier ou la toiture. Un systme dtanchit est constitu d'un primaire et d'une feuille. Ces deux lments forment un couple indissociable. Le systme d'tanchit fait l'objet d'une documentation technique fournir par lentrepreneur et reprenant les lments suivants : Description Dnomination commerciale. Composition. Epaisseur de la feuille et paisseur sous armature. Caractristiques de l'armature et du liant de surfaage (masse d'enrobage). Finition des faces suprieure et infrieure.

Utilisation prvue Type(s) de couches de protection avec lesquelles le systme d'tanchit est compatible. On distingue les couches de protection suivantes: Asphalte coul. Enrobs bitumineux type AC AC-6,3base3-x , AC-10base3-x ou AC-14base 3-x.

Conditions d'utilisation Prparation du support (planit, texture de surface, ). Accessibilit aux vhicules de chantier. Pente maximale admissible du support. Classe(s) de support. On distingue les classes suivantes : classe I : bton ordinaire ; classe II : bton ou mortier de rparation du type PC, conforme la norme NBN EN 1504-3 ; classe III : bton ou mortier de rparation du type PCC, conforme la norme NBN EN 1504-3. Fissuration admissible du support.

Mise en uvre

CCT 2010 C.40.1.2 SPECIFICATIONS

C. 195

Le systme d'tanchit base de feuille bitumineuse arme (primaire + feuille) rpond aux spcifications de la norme NBN EN 14695 et du 4 du guide d'agrment UBAtc n G0001 "Feuilles bitumineuses armes pour l'tanchit des ponts et autres surfaces en bton circulables par les vhicules". C.40.1.3 RECEPTION DES PRODUITS

Le pouvoir adjudicateur ou son dlgu procde, pour chaque lot, aux vrifications et aux contrles prvus par le guide G0001 en son 4. Le cot de ces vrifications est charge de l'adjudicataire. Le systme couvert par une certification volontaire pertinente est dispens des contrles de rception technique pralable; dans ce cas, la conformit aux exigences du march est vrifie sur base des documents produits par l'organisme de certification. La pertinence de la certification volontaire est juge par le pouvoir adjudicateur sur base d'un dossier technique fourni par l'adjudicataire. Ce dossier doit tablir : que le produit est certifi conforme des prescriptions et exigences quivalentes celles du 4 du guide G0001; qu'un organisme indpendant du fabricant a procd des vrifications et contrles quivalents ceux prvus par le guide G0005 Feuilles armes base de bitumepolymre utilises comme tanchit des ponts et toitures parking Contrle de qualit . LIVRAISON ET STOCKAGE

C.40.1.4

La livraison et le stockage des produits sont tels que leur conformit est prserve.

C.40.2

Systme d'tanchit base de rsine liquide pour ponts et toitures de tunnel DESCRIPTION

C.40.2.1

Le systme d'tanchit base de rsine liquide est un systme qui, appliqu sur un tablier de pont ou une toiture de tunnel, supprime le passage d'eau et de solutions aqueuses vers le tablier ou la toiture. Il est constitu : d'une couche d'accrochage au support; d'une couche d'tanchit; d'une ou plusieurs couches d'accrochage la couche de protection.

CCT 2010

C. 196

Le systme d'tanchit fait l'objet d'une documentation technique, fournir par lentrepreneur, reprenant les lments suivants : Description Dnomination commerciale. Composition. Epaisseur nominale de la couche d'tanchit.

Utilisation prvue Type de couche de protection avec laquelle le systme d'tanchit est compatible. On distingue la couche de protection suivantes: asphalte coul.

Conditions d'utilisation Prparation du support (planit, texture de surface, ). Accessibilit aux vhicules de chantier. Pente maximale admissible du support. Classe(s) de support. On distingue les classes suivantes : classe I : bton ordinaire ; classe II : bton ou mortier de rparation du type PC, conforme la norme NBN EN 1504-3 ; classe III : bton ou mortier de rparation du type PCC, conforme la norme NBN EN 1504-3. Fissuration admissible du support.

Mise en uvre Application. Dlai entre couches. SPECIFICATIONS

C.40.2.2

Le systme d'tanchit base de rsine rpond aux spcifications des 9 et 10 du guide d'agrment UBAtc n G0003 "Systmes de rsines liquides utilises comme tanchit des ponts et toitures parking". C.40.2.3 RECEPTION DES PRODUITS

Le pouvoir adjudicateur ou son dlgu procde, pour chaque lot, aux vrifications et aux contrles prvus par les 9 et 10 du guide G0003. Le cot de ces vrifications est charge de l'adjudicataire.

CCT 2010

C. 197

Le systme couvert par une certification volontaire pertinente est dispens des contrles de rception technique pralable; dans ce cas, la conformit aux exigences du march est vrifie sur base des documents produits par l'organisme de certification. La pertinence de la certification volontaire est juge par le pouvoir adjudicateur sur base d'un dossier technique fourni par l'adjudicataire. Ce dossier doit tablir : que le produit est certifi conforme des prescriptions et exigences quivalentes celles des 9 et 10 du guide G0003; qu'un organisme indpendant du fabricant a procd des vrifications et contrles quivalents ceux prvus par le guide technique G0006 Systmes de rsines liquides utilises comme tanchit des ponts et toitures-parking Contrle de qualit . LIVRAISON ET STOCKAGE

C.40.2.4

La livraison et le stockage des produits sont tels que leur conformit est prserve. C.40.3 C.40.3.1 Asphalte coul comme couche dtanchit de ponts et de toitures de tunnel DESCRIPTION

L'asphalte coul comme couche d'tanchit est un mlange de sable, de filler et de liant bitumineux coul en 10 mm d'paisseur (pose monocouche) ou en 15 mm d'paisseur (pose bicouche avec, par couche, un minimum de 5 mm), une temprature maximale de 230C. Il est du type 1 selon la norme NBN EN 12970. C.40.3.2 SPECIFICATIONS

Les spcifications ci-aprs portent uniquement sur les asphaltes couls poss en nonadhrence. C.40.3.2.1 Matriaux

Sables Les sables rpondent aux spcifications du C.2.4.9. Gravillons Les gravillons rpondent aux spcifications du C.3.4.6 Filler Le filler rpond aux spcifications du C.8.1 (la teneur en carbonates est CC70). Liant Le liant est du type : x=1 x=2 x=8 x=9 x = 11 bitume routier 20/30, 35/50 ou 50/70 (NBN EN 12591); bitume PmB (NBN EN 14023) ; bitume dur 10/20 ou 15/25 (NBN EN 13924); bitume routier 20/30, 35/50 ou 50/70 modifi Uintate (annexe B de la norme NBN EN 13108-4); bitume avec additifs ( dclarer par le fabricant).

CCT 2010 -

C. 198

Voile de verre pour tanchits en asphalte coul. Le voile de verre est un matriau non-tiss en fibres de verre, destin assurer la nonadhrence de la chape en asphalte coul sur le support. Caractristiques Masse nominale (minimum) selon la norme NBN EN 1849-1 : 50 g/m. Charge la rupture (minimum) selon la norme NBN EN 12311-1 : sens longitudinal : 160 N ; sens transversal : 80 N. Composition type

C.40.3.2.2 -

Granularit :
Ouverture des mailles (mm) 10 6,3 4,0 2,0 0,500 0,250 0,063 Passant (%) 100 97 - 100 95 - 100 90 - 100 64 - 88 54 - 76 40 - 50

Teneur en liant : Bmin14. Etude prliminaire

C.40.3.2.3

Le fabricant effectue sur la composition de consigne (la composition nominale), les essais de type pertinents. Le rsultat de ces essais rpond aux spcifications suivantes :
Caractristiques Rsistance l'indentation Prescription INR ; IncNR Prcisions complmentaires Selon NBN EN 12697-20 [type d'prouvette C, surface du poinon 500 mm, (22 1) C] valeur dclarer Selon NBN EN 12697-8 Epaisseur 18 mm, plac en 2 couches NBN EN 12697-22, 1kN Voir chapitre M NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39

Teneur en vides (%) Retrait contrari (C) Rsistance l'ornirage

3 -20 Classes de trafic B1 B2 : P5 Classes de trafic B3 : P7,5 Classes de trafic B4 B5 : P10 Classes de trafic B6 B10 : PNR Conforme la composition type 14

Granulomtrie Teneur en liant (%)

CCT 2010 C.40.3.3 C.40.3.3.1

C. 199 ENREGISTREMENT, NOTE JUSTIFICATIVE ET FICHE TECHNIQUE Enregistrement

C.40.3.3.1.1 PROCEDURE DENREGISTREMENT La Direction Gestion et Entretien des voiries11 procde lenregistrement de toutes les compositions dasphalte coul. Lenregistrement par le pouvoir adjudicateur des routes dune autre rgion ou communaut belge permet lenregistrement par la Direction Gestion et Entretien des Voiries sur simple transmission des documents authentifis ainsi que de la note justificative et de la fiche technique correspondantes. Dans les autres cas, la procdure denregistrement dun asphalte coul est la suivante : Lentrepreneur fait certifier ltude prliminaire sur la composition nominale quil propose par un organisme impartial de certification agr par la Direction Gestion et Entretien des voiries. Cette tude prliminaire, effectue aux frais de lentrepreneur, est ensuite valide par la Direction Gestion et Entretien des voiries. C.40.3.3.1.2 ATTRIBUTION DU CERTIFICAT DENREGISTREMENT La Direction Gestion et Entretien des voiries attribue un certificat denregistrement lasphalte coul test (celui-ci est identifi de faon univoque par le numro didentification de la note justificative et celui de la fiche technique). Le certificat denregistrement spcifie le domaine dutilisation (classe de trafic). La Direction Gestion et Entretien des voiries dispose pour lenregistrement de 30 jours aprs rception de lensemble des documents complets, dfinitifs et certifis relatifs la note prliminaire, la note justificative et la fiche technique. C.40.3.3.1.3 VALIDITE DE LENREGISTREMENT Le F.6.2.5.1.3 est dapplication. C.40.3.3.1.4 RETRAIT DE LENREGISTREMENT DUN MELANGE Le F.6.2.5.1.4 est dapplication. C.40.3.3.2 Note justificative et fiche technique

La note justificative reprend la composition de lasphalte coul et les rsultats de ltude prliminaire. La fiche technique est un rsum de la note justificative. Son code est identique celui de la note justificative correspondante et est suivie dun numro de version.
11

Ministre de la Rgion de Bruxelles Capitale Bruxelles Mobilit Direction Gestion et Entretien des voiries CCN rue du progrs, 80 bte 1 B-1035 Bruxelles

CCT 2010 C.40.3.3.2.1 CONTENU La note justificative comprend au moins les renseignements suivants : -

C. 200

le numro d'identification de la note justificative; le nom et l'adresse du fabricant des mlanges bitumineux; le nom et l'adresse de la centrale; tous les documents de rfrence applicables : norme(s) europenne(s), cahier des charges-type, cahier spcial des charges; la dnomination du mlange bitumineux selon le document de rfrence applicable; la composition de consigne du mlange (pourcentage de chaque fraction de gravillons, de sables, de filler, de liant, des additifs); les fiches techniques des matires premires le composant; la teneur en liant retrouver l'analyse ( justifier si elle diffre de la teneur en liant de consigne); les rsultats des essais de type; les carts tolrs par rapport la composition de consigne; les fourchettes de temprature prconises pour la fabrication et le transport.

En annexe la note justificative sont joints : la copie du certificat de marquage CE pour le fabricant concern; l'tiquette CE du mlange concern (obligatoire pour tous les produits soumis au marquage CE); les documents attestant d'une ventuelle certification volontaire.

Les fiches techniques des matires premires composant le mlange, contiennent au moins les donnes suivantes : le nom et l'adresse du fabricant de la matire premire; le lieu d'origine; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif d'application sur la matire premire; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison; toutes les caractristiques qui sont d'application sur la matire premire dans le cahier des charges; les valeurs dclares (rsultat moyen d'une srie d'essais); la date de ralisation de la fiche technique.

C.40.3.3.2.2 INTRODUCTION DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES Le F.6.2.5.2.4 est dapplication. C.40.3.3.2.3 VALIDITE DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES Le F.6.2.5.2.5 est dapplication.

CCT 2010 C.40.3.4 RECEPTION DES PRODUITS

C. 201

Seuls des mlanges enregistrs par la Direction Gestion et Entretien des voiries et convenant pour la classe de trafic adquate peuvent tre poss. Les documents attestant lenregistrement, la note justificative et les fiches techniques des asphaltes couls utiliss doivent tre fournis par lentrepreneur au fonctionnaire dirigeant au plus tard 15 jours ouvrables avant le dbut de la mise en uvre. Sur chantier, il est contrl que la composition livre correspond bien la composition de lasphalte coul approuv. Ce contrle est effectu en comparant le code de lasphalte coul livr (bon de livraison) avec le code de lasphalte coul enregistr et approuv par le pouvoir adjudicateur. Le producteur dasphalte coul tient les bons de livraison de tous les matriaux utiliss pour confectionner le mlange la disposition de le pouvoir adjudicateur la centrale denrobage et ce jusqu la rception dfinitive. Complmentairement au contrle des bons de livraison, on procde au contrle de la composition de lasphalte coul, comme indiqu ci-dessous. Toute fourniture dasphalte coul est divise en lots. Un lot est dfini par la fourniture journalire dun mme type dasphalte coul en provenance dune mme centrale denrobage. Les caractristiques se mesurent sur des chantillons en vrac prlevs selon le matriel de mise en uvre utilis, dans la brouette, la sortie du dumper ou la sortie du ptrin raison de 1 chantillon par 20 t. Le nombre dchantillons prlevs par lot ne peut tre infrieur 3. Les mthodes dessai pour la dtermination de la granularit et de la teneur en liant sont respectivement dcrites dans les normes NBN EN 12697-2 et NBN EN 12697-1 ou -39. Les exigences concernant les rsultats de ces essais sont explicits en C.40.3.4.1 et C.40.3.4.2. Le transport des chantillons vers le laboratoire et les cots de ralisation des essais (granularit et teneur en liant) sont charge de ladjudicataire. Toutefois, le systme couvert par une certification volontaire pertinente est dispens des contrles de rception technique pralable; dans ce cas, la conformit aux exigences du march est vrifie sur base des documents produits par l'organisme de certification. La pertinence de la certification volontaire est juge par le pouvoir adjudicateur sur base d'un dossier technique fourni par l'adjudicataire. Ce dossier doit tablir : que le produit est certifi conforme des prescriptions et exigences quivalentes celles du C.40.3.2; qu'un organisme indpendant du fabricant, agr par le pouvoir adjudicateur, a procd des vrifications et contrles rguliers de la production de lasphalte coul concern.

CCT 2010 C.40.3.4.1 Granularit

C. 202

Divergences sur les rsultats individuels Pour chaque chantillon prlev, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative) et le passant individuel sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac lors de lpandage), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes :
Ouverture des mailles (mm) 2 0,500 0,250 0,063 Asphalte coul type 1 5 5 5 3,5

Divergences sur la moyenne Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative) et le passant moyen (moyenne des passants individuels) sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac lors de lpandage), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes : divergences sur la moyenne de 3 9 rsultats dessais :
Ouverture des mailles (mm) 2 0,500 0,250 0,063 Asphalte coul type 1 3,5 3,5 3,5 2,5

divergences sur la moyenne de 10 rsultats dessai ou plus :

Ouverture des mailles (mm) 2 0,500 0,250 0,063 Asphalte coul type 1 2,5 2,5 2,5 2

CCT 2010 C.40.3.4.2 Teneur en liant

C. 203

La teneur en liant est la teneur mesure aprs extraction du liant en laboratoire (NBN EN 12697-1 ou -39). Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre la teneur en liant fixe pour la composition propose (reprise dans la note justificative et la fiche technique) et les teneurs mesures (sur chantillons en vrac prlevs lors de lpandage) moyennes et individuelles en liant rcupr rpond aux prescriptions suivantes :
Caractristiques (%) Teneur moyenne en liant Teneur individuelle en liant Ecart maximal admis en plus ou en moins (en %) 1 2,5

C.40.4 C.40.4.1

Asphalte coul pour couche de protection de ltanchit DESCRIPTION

L'asphalte coul pour couche de protection est un mlange de pierres, de sable, de filler et de liant bitumineux coul en une seule couche de (30 5) mm d'paisseur, une temprature maximale de 240C. Il est du type MA 6,3-x selon la norme NBN EN 13108-6. x dsigne le type de liant. C.40.4.2 C.40.4.2.1 SPECIFICATIONS Matriaux

Sables Les sables rpondent aux spcifications du C.2.4.9. Gravillons Les gravillons rpondent aux spcifications du C.3.4.6. Filler Le filler rpond aux spcifications du C.8.1 (la teneur en carbonates est CC70). Liant Le liant est du type : bitume routier 20/30, 35/50 ou 50/70 (NBN EN 12591); bitume PmB (NBN EN 14023); bitume dur 10/20 ou 15/25 (NBN EN 13924); bitume routier 20/30, 35/50 ou 50/70 modifi Uintate (annexe B de la norme NBN EN 13108-4); - x = 11 bitume avec additifs ( dclarer par le fabricant). x=1 x=2 x=8 x=9

CCT 2010 C.40.4.2.2 Composition type

C. 204

Granularit La granularit est du type MA 6,3.

Ouverture des mailles (mm) 10 6,3 2 0,5 0,063 Passant (%) 100 90 100 50 65 35 50 22 30

Teneur en liant : Bmin8,0. Etudes prliminaires

C.40.4.2.3

Le fabricant effectue sur la composition de consigne les essais de type pertinents. Le rsultat de ces essais rpond aux spcifications suivantes :
Caractristiques Rsistance l'indentation Selon NBN EN 13108-6 Prescription Classes de trafic B1 - B2 : Imin NR ; Imax 3 ; Inc 0,8 Classe de trafic B3 : Imin NR ; Imax 5 ; Inc 0,8 Classes de trafic B4 B5 : Imin NR ; Imax 8 ; Inc 0,8 Classes de trafic B6 B10 : Imin NR ; Imax 11 ; IncNR 3 -25 Classes de trafic B1 - B2 : P5 Classe de trafic B3 : P7.5 Classes de trafic B4 B5 : P10 Classes de trafic B6 B10 : PNR Conforme la composition type 8 Prcisions complmentaires

Selon NBN EN 12697-20 [type d'prouvette C, surface du poinon 500 mm, (40 1)C], valeur dclarer

Teneur en vides (%) Retrait contrari (C) Rsistance l'ornirage

Selon NBN EN 12697-8 Epaisseur 30 mm Selon CME 58.11 NBN EN 12697-22, 1kN Voir chapitre M NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-1 ou -39

Granulomtrie Teneur en liant (%)

C.40.4.3

ENREGISTREMENT, NOTE JUSTIFICATIVE ET FICHE TECHNIQUE

Le C.40.3.3 est dapplication.

CCT 2010 C.40.4.4 RECEPTION DES PRODUITS

C. 205

Le C.40.3.4 est dapplication lexception de la rfrence au C.40.3.2, qui devient une rfrence au C.40.4.2. Les C.40.3.4.1 et C.40.3.4.2 sont remplacs par les C.40.4.4.1 et C.40.4.4.2 ci-dessous. C.40.4.4.1 Granularit

Divergences sur les rsultats individuels Pour chaque chantillon prlev, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative) et le passant individuel sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac lors de lpandage), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes :
Ouverture des mailles (mm) 14 10 6,3 4 2 0,500 0,063 Asphalte coul type MA 6,3 0 2 -8/+5 8 8 8 4

Divergences sur la moyenne Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative) et le passant moyen (moyenne des passants individuels) sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac lors de lpandage), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes : divergences sur la moyenne de 3 9 rsultats dessais :
Ouverture des mailles (mm) 14 10 6,3 4 2 0,500 0,063 Asphalte coul type MA 6,3 0 2 -6/+5 6 6 5 4

CCT 2010 divergences sur la moyenne de 10 rsultats dessai ou plus :

Ouverture des mailles (mm) 20 14 10 6,3 4 2 0,500 0,063 0 2 4 4 3 3 2 Asphalte coul type MA 6,3

C. 206

C.40.4.4.2

Teneur en liant

La teneur en liant est la teneur mesure aprs extraction du liant en laboratoire (NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39 (voir ci-dessous)). Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre la teneur en liant fixe pour la composition propose (reprise dans la note justificative et la fiche technique) et les teneurs mesures (sur chantillons en vrac prlevs lors de lpandage) moyennes et individuelles en liant rcupr rpond aux prescriptions suivantes :
Caractristiques (%) Ecart maximal admis en plus ou en moins (en %) 0,25 0,5

Teneur moyenne en liant Teneur individuelle en liant

C.40.5

Mortier de ciment pour protection de ltanchit des toitures de tunnels

Ce matriau ne peut tre utilis que lorsque la couche de mortier de 50 mm dpaisseur arme dun treillis est surmonte par une structure routire dau moins 500 mm dpaisseur. Le treillis rpond aux prescriptions du C.10.2.2. Les fils en acier ont un diamtre minimal de 0,5 mm et louverture des mailles ne dpasse pas 150 mm. Le mortier est du type M15 et est conforme au I.7.

CCT 2010 C.41 C.41.1 C.41.1.1 MATERIAUX ANTI-FISSURES Gotextile DESCRIPTION ET SPECIFICATIONS

C. 207

Le gotextile utilis comme matriau anti-fissures est un matriau non-tiss en polyester ou polypropylne, conforme la norme NBN EN 13249. Ce gotextile satisfait aux exigences du tableau ci-dessous.
Caractristique Poids minimum suivant norme NBN EN 965 Epaisseur minimale suivant la norme NBN EN 964-1 Quantit minimale de bitume retenu Rsistance la rupture par extension minimale suivant NBN EN ISO 10319 Allongement la rupture minimal dans le sens longitudinal et dans le sens tranversal suivant la norme NBN EN ISO 10319 Temprature de ramollissement Vicat minimale suivant la norme NBN EN ISO 306 Unit kg/m mm kg/m kN/m % C Matriau Polypropylne Polyester 0,14 0,14 2,0 2,0 0,9 0,9 6 40 148 6 40 200

Le polypropylne ne peut tre utilis que si la temprature du gotextile ne dpasse en aucun moment 120C. C.41.1.2 VERIFICATIONS

Pour lchantillonnage, chaque quantit totale de gotextile de mme type et de mmes caractristiques est divise en parties gales les plus grandes possibles sans tre suprieures 10 000 m. Trois rouleaux sont choisis de faon alatoire dans chaque lot. Sur chaque rouleau choisi, sur toute la largeur du rouleau et au moins 2 m des extrmits, trois chantillons sont prlevs. Leurs dimensions sont telles que tous les essais de dtermination des caractristiques puissent tre raliss. Sur chaque chantillon dcoup, la direction longitudinale est indique. Les chantillons sont emballs par trois. Chaque emballage est marqu et scell.

C.41.2 C.41.2.1

Gogrilles DESCRIPTION

Les gogrilles sont des structures planes constitues dlments rsistants la rupture (polypropylne, polyester, fibres de verre,). Les gogrilles sont conues suivant une structure de grille obtenue par lun des modes de fabrication suivants :

CCT 2010
-

C. 208

dformation sous haute temprature dune plaque perfore de matriau polymre, en long ou successivement en long ou en travers ; extrusion de matriau polymre ; ordonnancement de faisceau de fibres, lis entre eux leurs points de jonction par un processus chimique ou physique.

Les gogrilles peuvent tre pourvues dun produit de collage base de bitume ou de polymre. Les gogrilles en polypropylne sont obtenues par perforation dune feuille de polypropylne et tirement de celle-ci haute temprature. Les gogrilles en polyester sont fabriques au moyen de fibres en polyester haute tenacit. Les fibres sont lies les unes aux autres en faisceaux plat. Les gogrilles de fibres de verre sont ralises avec des fibres qui sont assembles en faisceau. Ceux-ci sont rpartis transversalement et longitudinalement entredistance rgulire. Dans chaque faisceau (longitudinal ou transversal), les fibres sont parfaitement parallles. Aux nuds, les fibres ne sont pas tisses. Les faisceaux transversaux et les faisceaux longitudinaux sont lis par des fils complmentaires. C.41.2.2 SPECIFICATIONS

Pour les gogrilles utilises pour raliser des interfaces antifissure, les spcifications ci-aprs sont dapplication suivant la norme NBN EN 15381 (y compris lannexe B):
Caractristique Rigidit des noeuds Poids minimum en fibres de verre Rsistance minimale transversalement la traction la longitudinalement rupture suivant NBN EN 15381 Dformation la transversalement rupture suivant longitudinalement NBN EN 15381 Force minimale pour transversalement une dformation de longitudinalement 5 % suivant NBN EN 15381 Force minimale pour transversalement une dformation de longitudinalement 1,5 % suivant NBN EN 15381 Temprature Vicat de ramollissement suivant NBN EN ISO 306 Unit kg/m kN/m Classe A Polypropylne Totalement rigide 20 20 Classe B Polyester Non rigide 50 35 Classe C1 Fibres de verre Non rigide 0,14 50 35 Classe C2 Fibres de verre Non rigide 0,28 100 70

8 15

10 15

1,5 4

1,5 4

kN/m

9 -

9 -

30 15

60 30

kN/m -

148

200

La dtermination des caractristiques mcaniques (rsistance la traction, allongement la rupture, force pour une dformation de 5 % et de 1,5 %), dpend du matriau et du type de grille et de la rigidit des nuds (voir C.41.2.2.4).

CCT 2010

C. 209

La rsistance rsiduelle aprs un essai de vieillissement conforme la norme NBN EN 12224 doit tre au minimum de 80 % pour une dure dexposition maximale de 1 mois (annexe B.1 de la norme). Le fluage est dtermin selon la norme NBN EN 13431 une temprature de 15C. La rsistance la traction long terme est au minimum gale 45 % de la rsistance la traction court terme demande. C.41.2.2.1 Formes et dimensions

La largeur de la maille est suffisamment grande afin dassurer un accrochage suffisant des matriaux bitumineux la couche situe sous la grille. La dimension des mailles est adapte la granulomtrie des gravillons de lenrob bitumineux utilis pour raliser la couche de revtement pose juste au dessus de linterface. La maille doit tre de 2 2,5 fois suprieure au diamtre du granulat le plus grand. C.41.2.2.2 Stabilit physique

Les grilles sont stables aux tempratures normales de mise en uvre et dutilisation. C.41.2.2.3 Stabilit chimique et biologique

Les grilles rsistent aux agents chimiques et biologiques prsents dans les voiries. C.41.2.2.4 Spcifications propres aux diffrentes classes de gogrilles

C.41.2.2.4.1 GEOGRILLE DE FIBRES DE VERRE La gogrille a une surface vide suprieure 75 %. Le poids minimum en fibres de verre est dduit du poids total dtermin par la mthode dessai NBN EN 995, tenant compte de la perte au feu suivant la norme NBN EN ISO 1172. C.41.2.2.4.2 GEOGRILLE EN POLYPROPYLENE La dimension des mailles ne dpasse pas 70 mm. Le polypropylne peut seulement tre utilis lorsque la temprature de la grille ne doit pas dpasser 120C. C.41.2.2.4.3 GEOGRILLES EN POLYESTER La gogrille a une surface vide suprieure 75 %. Si le cahier spcial des charges le prcise, les faisceaux de fibres sont imbibs et recouverts dun produit dimprgnation base de bitume lastomre compatible avec tous types de bitume amliorant ladhrence aux matriaux bitumineux utiliss pour la confection de linterface et pour la ralisation du revtement.

CCT 2010 C.41.2.3 VERIFICATIONS

C. 210

Les prescriptions du C.41.1.2 sont dapplication. Pour les gogrilles en fibres synthtiques avec des nuds compltement rigides (polypropylne), le rsistance la traction la rupture et lallongement la rupture sont dtermines au moyen dessais de traction raliss suivant la norme NBN EN ISO 10319. Les rsultats dessais pour lesquels une rupture ou un glissement sest produit au droit des mors ne peuvent pas tre pris en compte. Pour viter de tels problmes, les chantillons peuvent ventuellement tre colls aux mors laide dune colle poxy. Pour les gogrilles en fibres synthtiques qui ne sont pas rigides (polyester) aux nuds et pour les gogrilles de fibres de verre, la rsistance la traction et la dformation la rupture sont dtermines grce des essais de traction sur des faisceaux de fibres suivant la mthode dcrite ci-dessous : -

lessai est excut temprature ambiante ; des tests sont excuts sur au moins cinq chantillons, tant dans le sens longitudinal que dans le sens transversal ; la longueur de lchantillon au dbut de lessai est de 150 mm ; la vitesse de traction est de 75 mm/min (= 50 % de la longueur initiale/minute) ; la tension au dbut de lessai est de maximum 1 % de la tension de traction maximale ; il est fait usage de mors de traction ; la rsistance la traction (en kN/m), f, (pour le sens longitudinal et pour le sens transversal) est dduite de la force de traction, Ff tenant compte du nombre de faisceaux de fibres par unit de longueur, N, respectivement dans le sens longitudinal et dans le sens transversal : f = Ff . N ; lallongement est dtermin laide dun extensomtre ; les rsultats dessais pour lesquels une rupture sest produite au droit des mors ne peuvent pas tre pris en compte. Il ne peut par ailleurs se produire de glissement au mors.

Le poids minimum en fibres de verre est dduit du poids total dtermin par la mthode dessai NBN EN 995, tenant compte de la perte au feu suivant la norme NBN EN ISO 1172. C.41.2.4 LIVRAISON ET ENTREPOSAGE

Les gogrilles sont livres en rouleaux pourvus des tiquettes originales de lusine. Les rouleaux sont entreposs sur une surface propre ne comportant pas dobjets coupants. Durant lentreposage, les gogrilles sont protges de la lumire du soleil.

C.41.3 C.41.3.1

Combinaison grille-gotextile DESCRIPTION

Le gotextile utilis dans ce type de combinaison est un matriau non-tiss en polyester ou polypropylne. La gogrille est constitue dlments rsistants la rupture en polypropylne, polyester, fibres de verre.

CCT 2010 Les interfaces antifissure combinaison grille/gotextile sont de trois types : -

C. 211

type I : superposition dun gotextile (polypropylne (PP) ou polyester) et dune gogrille en polypropylne. Les deux composants sont lis ponctuellement ou de faon continue ; type II : combinaison dune gogrille en polyester colle de faon continue ou insre de faon continue dans un gotextile (PP ou polyester) ; type III : solidarisation par couture de faisceaux de fibres de verre sur un gotextile (polypropylne (PP) ou polyester).

Si le cahier spcial des charges le prcise, la gogrille est imbibe et recouverte dun produit dimprgnation base de bitume lastomre compatible avec tous types de bitume amliorant ladhrence aux matriaux bitumineux utiliss pour la confection de linterface et pour la ralisation du revtement. C.41.3.2 C.41.3.2.1 SPECIFICATIONS Spcifications sur le mode dassemblage gotextile/gogrille

Pour les combinaisons de type I et de type II, la solidarisation de la gogrille et du gotextile doit tre suffisamment continue et rigide pour que :
-

la gogrille ne bouge pas horizontalement (aprs pose) par rapport au gotextile par exemple lors de la mise en uvre du liant bitumineux de linterface ou lors de la pose de lenrob bitumineux ; la pose puisse tre ralise sans apparition de plis ou dondulations du gotextile par rapport la gogrille. Spcifications sur les matriaux

C.41.3.2.2

Les spcifications suivantes sont dapplication : la gogrille (ou les faisceaux de fibres constitutifs) doit satisfaire aux exigences du C.41.2. ; les spcifications ci-dessous sont dapplication sur la combinaison :
Caractristique Quantit minimale de bitume retenu par la combinaison suivant NBN EN 15381-Annexe C Temprature de ramollissement Vicat minimale du gotextile suivant NBN EN ISO 306 Unit kg/m C Matriau du gotextile Polypropylne Polyester 0,9 148 0,9 200

C.41.3.3

VERIFICATIONS

Les prescriptions du C.41.1.2 sont dapplication. Pour les combinaisons de type III, les vrifications sont menes, aprs dsolidarisation et sparation du gotextile et des faisceaux constituant la gogrille, suivant le C.41.1.2 (vrification des gotextiles) et le C.41.2.3 (vrification des gogrilles).

CCT 2010 Pour les combinaisons de type I et II les vrifications sont effectues comme suit : -

C. 212

combinaison de type I : vrification suivant le C.41.2.3 sur la gogrille dbarrasse autant que faire se peut du gotextile. Les lments constitutifs de la gogrille ne peuvent tre endommags lors de ce travail prparatoire ; combinaison de type II : vrification suivant le C.41.2.3 sur les faisceaux constituant la gogrille. Les faisceaux de fibres sont isols par dcoupage de la combinaison de part et dautre de ces faisceaux. LIVRAISON ET ENTREPOSAGE

C.41.3.4

Les combinaisons grilles-gotextiles sont livres en rouleaux pourvus des tiquettes originales de lusine. Les rouleaux sont entreposs sur une surface propre ne comportant pas dobjets coupants. Durant lentreposage, les gogrilles sont protges de la lumire du soleil. C.41.4 C.41.4.1 Treillis darmatures en acier CARACTERISTIQUES

Les grillages darmatures mtalliques sont des treillis maille hexagonale fabriqus partir dun fil de tissage en acier galvanis ou recouvert dun alliage de Zn-AL. Les mailles sont formes par torsion complte des fils les uns autour des autres. Le treillis est renforc par des lments transversaux (fils plats torsads ou paire de fils indpendants) insrs dans les parties torsades du treillis, rpartis intervalle rgulier, raison d'au moins 4 par mtre courant. Deux exemples sont donns ci-dessous :

CCT 2010 C.41.4.2 SPECIFICATIONS

C. 213

Les dimensions des mailles sont comprises en 75 et 120 mm. La rsistance la traction du treillis est suprieure 160 kN/m dans le sens transversal et 40 kN/m dans le sens longitudinal. Les spcifications suivantes sont dapplication :
Type de treillis darmature suivant type de renfort transversal Type 1 Type 2 Type 3 Fil de tissage Renfort Fil de Renfort Fil de 2 fils transversal tissage transversal tissage indpendants Fil plat torsad Fil plat torsad 2,45 0,06 7,00 x 3,00 2,20 0,06 3,00 0,12 2,70 0,06 3,40 0,07 (7,00 0,20) x (3,00 0,07) 250 150 240 150 260 200 (alliage (alliage Zn-Al) (alliage (alliage (zinc) (zinc) Zn-Al) Zn-Al) Zn-Al) 1 800 12 000 1450 7500 2100 14 500 (par fil)

Caractristiques

Diamtre du fil (mm) Galvanisation (g/m de surface du fil) Charge de rupture (N)

C.41.4.3

VERIFICATIONS

Les prescriptions du C.40.1.2 sont dapplication. C.41.4.4 LIVRAISON ET ENTREPOSAGE

Les grillages darmature pour revtements bitumineux sont livrs en rouleaux dau moins 25 m. Les rouleaux sont entreposs de faon prvenir des dgradations et ne pas mettre en danger la bonne adhsion entre les grillages darmatures et la couche daccrochage/revtement bitumineux.

C.41.5

Structure alvolaire paisse

La structure mtallique est constitue de panneaux en acier dune largueur suprieure 1 m avec des mailles hexagonales dune largeur comprise entre 17 et 20 cm douverture. Lpaisseur de la structure est 2,5 cm . Lpaisseur des cloisons de chaque hexagone est de 1,5 mm minimum . La liaison entre lments mtalliques est assure par un systme de tenons et mortaises. Le module dlasticit de lacier est denviron 2,4.105 MPa.

CCT 2010 C.42 (voir J.2). PRODUITS DE MARQUAGE

C. 214

C.43

BILLES DE VERRE UTILISEES POUR LES PRODUITS DE MARQUAGE

(voir J.2).

C.44 (voir J.1).

MATERIAUX DE SIGNALISATION VERTICALE

CCT 2010 C.45 C.45.1 MORTIER A LIANT HYDRAULIQUE MODIFIE Dfinition et spcifications

C. 215

Les mortiers base de liants hydrauliques modifis rpondent aux spcifications du guide d'agrment UBAtc n G0007 Mortiers de ragrage base de liants hydrauliques .

CCT 2010 C.46 C.46.1 MORTIER A BASE DE RESINES Dfinition et spcifications

C. 216

Le mortier amlior est un mortier de ciment auquel sont ajouts des polymres (rsines non ractives) afin damliorer ladhrence du mortier durci. La teneur en polymres (matires sches) doit tre comprise entre 5 et 20 % de la teneur en ciment. La teneur en ciment slve, sauf contre-indication du producteur de rsine, 450 kg/m minimum. La consistance du mortier est semi-liquide. Les exigences relatives la rsistance en compression et autres caractristiques ventuelles sont mentionnes dans les documents du march.

CCT 2010 C.47 ASPHALTE COULE POUR REPARATION DE FISSURE

C. 217

Lasphalte coul pour rparation (mastic dasphalte coul) est un mlange de sable, de filler et de liant bitumineux. Il est conforme au type 1 de la NBN EN 12970. Lasphalte coul pour rparation est livr sous forme de pains ou de granules dasphalte coul (petites quantits) ou en vrac (grandes quantits). Un traitement spcial empche le collage des granules mme en priode de chaleur. Le caractre thermoplastique de ce mlange permet la fonte (ou refonte) dans un malaxeur appropri, sans que ses proprits soient altres. Lasphalte coul pour rparation est coul en une ou deux couches, une temprature maximale de 240C suivant le type de liant utilis.

C.47.1

Matriaux

Les matriaux rpondent aux prescriptions des paragraphes les concernant : sables pour mlanges bitumineux : C.2.4.9 ; gravillons pour revtements bitumineux : C.3.4.6 ; fillers pour mlanges bitumineux : C.8.1 ; bitumes routiers 20/30, 35/50 ou 50/70 : C.9.1 ; bitumes durs 10/20 et 15/25 : C.9.6 ; bitumes polymre neuf : C.9.2 ; liants pigmentables : C.9.9 ; bitumes avec additifs ( prciser dans les documents du march) ; asphaltes naturels : C.9.11.2 ; pigments : C.18.

Lutilisation dagrgats bitumineux est interdite dans lasphalte coul. Si lutilisation de polymres est prescrite, les matriaux rpondent aux prescriptions du cahier spcial des charges.

CCT 2010 C.47.2 C.47.2.1 Caractristiques de la composition GRANULARITE DU MELANGE DE GRANULATS ET TENEUR EN BITUME

C. 218

Lasphalte coul pour rparation doit satisfaire aux caractristiques suivantes : Granularit des granulats
Tamis (mm) 4 2 0,500 0,063 Passant au tamis (% en masse) MA-type 1 100 90 100 50 80 30 40

Teneur en liant La teneur en liant rpond aux critres suivants : pour les granules dasphalte coul : entre 18 et 24 % (par rapport la masse totale du mlange liant compris) ; pour lasphalte coul en pains et en vrac : entre 14 et 18 % (par rapport la masse totale du mlange liant compris).

C.47.2.2

ETUDE DU MELANGE ET NOTE JUSTIFICATIVE

Lentrepreneur dtermine la composition et choisit le type de liant, en tenant compte des lments suivants: le mlange des granulats et la teneur en liant doivent tre conformes au C.47.2.1 ; le mlange doit satisfaire aux spcifications du C.47.3 ; les granules ne peuvent coller lune lautre mme en priode de chaleur.

Lentrepreneur doit justifier chacune de ses compositions dans une note justificative. Celle-ci reprend entre autres :
-

les caractristiques des matriaux ; la granularit du mlange de granulats dans le mlange bitumineux avec une prcision de 0,1 % en masse ; les rsultats des essais repris au C.47.3 ; les valeurs de consigne pour la fabrication ; elles doivent tre affiches de faon permanente la centrale denrobage ; le nom et lemplacement de la centrale denrobage.

Chaque fois que lentrepreneur modifie sa composition, il prsente avant modification une nouvelle note justificative.

CCT 2010 C.47.3 Spcifications

C. 219

Composition : Le matriau rpond aux prescriptions du C.47.2.

Indentation (selon la norme NBN EN 12697-20, type dprouvette C, surface du poinon 500 mm, 22 1C).
Indentation (mm) Prescription Catgorie Minimum Maximum Augmentation maximum aprs 30 min. Valeur dclare IncNR

Valeur dclare Imin NR

8,0 Imax8,0

C.47.4

Vrifications

Pour les asphaltes couls pour rparation, le prlvement dchantillons est fait alatoirement la goulotte du camion malaxeur lors de la livraison sur chantier raison de 3 chantillons par malaxeur. Il est procd sur 1 de ces chantillons au contrle (les 2 autres sont conserver pour des contre-essais ventuels)
-

de la composition. Mthode dessai : teneur en liant : NBN EN 12697-1 ou -39 ; granulomtrie : NBN EN 12697-2 ; de lindentation. Mthode dessai : NBN EN 12697-20 type dprouvette C, surface du poinon 500 mm, 22 1C).

Chaque pollution de camion constitue un motif de refus des matriaux.

CCT 2010 C.48 C.48.1 ENROBE STOCKABLE Description

C. 220

Lenrob stockable est un produit rsultant du mlange de matriaux tels que des pierres, du sable, du filler, un liant bitumineux et des additifs ventuels. Les enrobs stockables sont destins la rparation provisoire de dgradations localises. Ils existent sous deux types : les enrobs semi-ferms ; les enrobs ouverts.

C.48.2

Matriaux

Les matriaux rpondent aux prescriptions des paragraphes les concernant : sables pour mlanges bitumineux : C.2.4.9 ; gravillons pour revtements bitumineux : C.3.4.6 ; fillers pour mlanges bitumineux : C.8.1 ; liants : C.9. Le liant est essentiellement constitu de bitume.

C.48.3 C.48.3.1

Caractristiques de la composition GRANULARITE DU MELANGE DE GRANULATS

La granularit du mlange des granulats sinscrit dans les limites fixes dans le tableau cidessous :
Type de mlange Caractristiques 20 mm Passant au tamis (%) 14 mm 10 mm 6,3 mm 4 mm 2 mm Passant (0,063 mm) Liant rsiduel (%) Semi-ferm 0/4 100 80-100 5-50 0-7 4-7 0/6,3 100 85-100 5-50 0-7 4-7 0/10 100 80-100 15-40 15-20 0-5 4-6 Ouvert 0/14 100 85-100 35-88 15-40 16-20 0-5 4-6

Le type de liant est laiss au choix de lentrepreneur

CCT 2010 C.48.3.2 ETUDE DU MELANGE ET NOTE JUSTIFICATIVE

C. 221

Lentrepreneur dtermine la composition et choisit le type de liant, en tenant compte des lments suivants: le mlange des granulats doit tre conforme au C.48.3.1 ; le mlange doit satisfaire aux spcifications de C.48.4 ; les enrobs, aprs trois mois de stockage (en vrac ou en sac), doivent pouvoir tre mis en oeuvre une temprature suprieure 2C.

Lentrepreneur doit justifier chacune de ses compositions dans une note justificative. Celle-ci reprend entre autres :
-

les caractristiques des matriaux ; la granularit du mlange de granulats dans le mlange bitumineux avec une prcision de 0,1 % en masse ; les rsultats des essais repris en C.48.5 ; les valeurs de consigne pour la fabrication ; elles doivent tre affiches de faon permanente la centrale denrobage ; le nom et lemplacement de la centrale denrobage.

Chaque fois que lentrepreneur modifie sa composition, il prsente avant modification une nouvelle note justificative.

C.48.4 -

Spcifications

Composition : le matriau rpond aux prescriptions du C.48.3. Capacit de durcissement : la perte de masse est infrieure ou gale aux valeurs suivantes : enrobs au bitume fluidifi : V1 2,5 % ; enrobs lmulsion de bitume : V1 8 %. Stabilit : pas de dformation ou lgres dformations aprs 10 jours de mise en uvre ; temps de rupture par flexion sous poids propre suprieur 45 s. Sensibilit au gel : pas de dcollement sous pression latrale ; lors de lessais de la traction, la rupture se produit dans lenrob. Rsistance au dsenrobage : pas de dsenrobage ou lger dsenrobage.

CCT 2010 C.48.5 C.48.5.1 Vrifications RECEPTION TECHNIQUE PREALABLE

C. 222

Composition : mthodes dessais : teneur en liant : NBN EN 12697-1 aprs vaporation de leau et des huiles de fluxage ; granularit du mlange de granulats : NBN EN 12697-2. Capacit de durcissement : mthode dessai suivant CME 54.32. Stabilit : mthode dessai suivant CME 54.36. Sensibilit au gel : mthode dessai suivant CME 54.33. Rsistance au dsenrobage : mthode dessai suivant CME 54.35. RECEPTION TECHNIQUE A POSTERIORI

C.48.5.2

Pour les enrobs stockables, le prlvement dchantillons est faite dans le camion lors de la livraison sur chantier raison dun chantillon par 15 tonnes ou fraction de 15 tonnes. Il est procd sur ces chantillons au contrle de la composition. Chaque pollution de camions constitue un motif de refus des matriaux.

C.48.6

Fabrication

Les prescriptions du F.2.2.6 sont dapplication lexception des tempratures. Les tempratures de mlange sont adaptes au type de liant (bitume flux ou mulsion).

C.48.7

Stockage

Les enrobs stockables sont entreposs, en sacs ou en vrac, sur une aire excute en matriaux lis, propre et plane, abrite des intempries.

CCT 2010 C.49

C. 223 ELEMENTS PREFABRIQUES EN BETON POUR REALISATION DE RAMPES DE PLATEAUX ET RALENTISSEURS DE TRAFIC Description

C.49.1

Les lments prfabriqus en bton reprenant les profils imposs par la rglementation permettent de raliser aisment des rampes de plateaux et ralentisseurs de trafic dont la forme est conforme la rglementation. Leur mise en uvre doit cependant tre particulirement tudie pour obtenir un rsultat durable car la face infrieure de ces lments est rarement parfaitement plane. Il est difficile de faire se correspondre la forme de la face suprieure dune fondation compacte sur place et celle de la face infrieure des lments prfabriqus. Les couches de pose en mortier ou en sable stabilis sont, elles, rapidement dstructures. Les prescriptions correspondant la mthode de pose de ces lments sont dcrites au F.7.1

C.49.2 C.49.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C ou I les concernant :

-

ciment : C 6. Le ciment utilis est un ciment LA ; bton : I.2 Le bton utilis pour raliser les lments prfabriqus est de classe de rsistance C35/45 et de classe denvironnement EE4. Les coffrages sont mtalliques ; acier : C.10.2 ; adjuvants pour mortiers, bton et coulis : C.17. FORMES ET DIMENSIONS

C.49.2.2

Les dispositions des arrts royaux du 9 octobre 199812 et du 3 mai 200213 sont dapplication. La forme des lments est telle que le profil en long impos par la rglementation puisse tre obtenu en posant la base de llment paralllement la surface de roulement du revtement contigu. Au point le moins pais, llment possde une paisseur suprieure ou gale 12 cm. A lexception des pices spciales et des lments dcoups, tous les lments ont une largeur dun mtre.

12

13

Arrt royal fixant les conditions dimplantation des dispositifs surlevs sur la voie publique et les prescriptions techniques auxquelles ceux-ci doivent satisfaire. Arrt royal modifiant larrt royal du 9 octobre 1998 fixant les conditios dimplantation des dispositifs surlevs sur la voie publique et les prescriptions technique auxquelles ceux-ci doivent satisfaire.

CCT 2010

C. 224

Les 4 artes de la face de roulement sont chanfreines. La dimension du chanfrein est infrieure ou gale 10 mm x 10 mm et suprieure 4 mm x 4 mm. C.49.2.3 ETUDE PREALABLE

Les armatures et les lments eux-mmes sont dimensionns pour viter toute dgradation lors des manutentions, des stockages temporaires et lors de la pose. Au minimum, deux treillis 15 x 15, 10 sont poss : lun en partie infrieure et lautre en partie suprieure. Si le marquage est ralis par des pavs en bton, le dimensionnement tient compte de la discontinuit introduite par ces pavs. Une note de calcul est fournie par lentrepreneur au fonctionnaire dirigeant avant fabrication. C.49.2.4 FINITION ET COULEUR DE LA FACE DE ROULEMENT

La surface de roulement peut tre brute de dcoffrage. Elle peut galement tre rendue rugueuse par un traitement mcanique. Le cahier spcial des charges prcise le type de finition exig. A dfaut, la finition est de type brute de dcoffrage . Les teintes de la surface de roulement sont fixes au cahier spcial des charges en rfrence des teintes RAL Les documents du march fixent la teinte des btons colors en tenant compte des sables de couleur et des gravillons de couleur disponibles sur le march. A dfaut, ils sont noirs. Pour les btons de couleur rouge, suivant langle de vue et de la luminosit, la couleur de lasphalte coul correspond lune des teintes RAL suivanes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3013, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. La teinte est homogne sur lensemble du chantier. Les btons colors sont obtenus, suivant la teinte exige au cahier spcial des charges en utilisant des composants appropris: liant hydraulique: le cas chant, un ciment blanc est utilis ; autres composants: gravillons de teinte adquate gravillons possdant la teinte prescrite pour le bton ; si des gravillons de la teinte prescrite pour le bton ne sont pas disponibles sur le march : des gravillons de teinte gris clair pour les btons de teinte claire ; des gravillons de teinte fonce et proche de la teinte prescrite pour le bton dans le cas de btons de couleur fonce ; sables possdant la teinte prescrite pour le bton ; pigments fabriqus partir doxydes mtalliques.

CCT 2010 C.49.2.5 MARQUAGES

C. 225

Les marquages sont conformes lannexe 1 de larrt royal du 9 octobre 1998 parue au moniteur du 28 octobre 1998. Les marquages sont raliss soit en bton color blanc dans la masse soit en pavs de bton blanc. C.49.2.6 ARMATURES DEPASSANTES

Des armatures dpassent sous la face infrieure des lments de faon pouvoir solidariser ceux-ci avec la fondation en bton autonivelant (voir F.7 et E.4.7) dune paisseur suprieure ou gale 20 cm. Les armatures dpassent de 13 cm (mesur perpendiculairement la face infrieure de llment). Elles sont coudes afin dassurer un ancrage maximal de llment. Leur diamtre est de 16 mm. Elles sont soit visses dans des douilles intgres dans la face infrieure de llment lors de la fabrication soit scelles laide dun ancrage chimique dans des trous fors dans cette face infrieure aprs fabrication. La longueur dancrage des barres dpassantes dans llment prfabriqu et le nombre darmatures sont tels quils permettent dviter tout arrachement des barres au passage des vhicules sur llment. Pour les lments de 240 cm de long, le nombre darmature dpassante est de 8 au minimum rparties comme repris sur le schma suivant.

100

28

28

18

18

18

68

68 240

68

18

12

Fondation bton autonivellant

24

CCT 2010

C. 226

Pour les lments de 120 cm de long, le nombre darmatures dpassantes est de 6 rparties suivant le schma ci-dessous.

100

28

28

18

18

18

42 120

42

18

12

Fondation bton autonivellant

Pour les lments de 85 cm de long, le nombre darmatures dpassantes est de 4 rparties suivant les schma ci-dessous.
18

100

18

18

49 85

18

12

Fondation bton autonivellant

C.49.2.7

FABRICATION

Les lments sont prfabriqus en usine. Un laps de temps suprieur 6h scoule entre la mise en uvre du bton et le dcoffrage. Les lments sont pourvus des accessoires de manutention ncessaires au stockage et la mise en uvre. Ces accessoires sont disposs de manire ne pas endommager les lments durant les manutentions. Aprs mise en uvre, ces accessoires sont rendus invisibles.

22

24

CCT 2010 C.49.2.8 TRANSPORT ET STOCKAGE DES ELEMENTS PREFABRIQUES

C. 227

Toutes les dispositions sont prises pour viter les dgradations (fissuration, paufrurage des artes, ) et souillures lors des oprations de manutention, de transport et de stockage des lments lusine ou sur chantier. Les lments sont transports et stocks sur chantier face vue vers le haut. C.49.2.9 TOLERANCES SUR LES ECARTS DE DIMENSIONS ET DE FORME

Tolrances sur la longueur : 2 mm en plus ou en moins. Tolrances sur la largeur : 2 mm en plus ou en moins. Tolrances sur lpaisseur des lments : 2,0 mm en plus ou en moins par rapport aux paisseurs nominales. Tolrance sur la largeur des diagonales : la diffrence entre diagonales ne peut excder 4 mm. Tolrance sur le paralllisme entre cots des lments : les cots opposs de la surface de roulement sont parfaitement parallles. Tolrances sur le gauchissement : le gauchissement des faces infrieures et suprieures ne peut excder 3 mm. TOLERANCES SUR LES ECARTS PAR RAPPORT A LA COULEUR PRESCRITE

C.49.2.10

Un contrle est effectu en tous endroits o ltat de la surface laisse supposer que la couleur nest pas conforme aux prescriptions. C.49.2.11 ELEMENTS NON CONFORMES

Tout lment non-conforme est refus.

CCT 2010 C.50 C.50.1 PRODUIT DIMPREGNATION Dfinition

C. 228

Le produit dimprgnation est un hydrofuge de surface incolore utiliss pour la protection des revtements en bton de ciment contre le gel et les sels de dverglaage et contre les salissures.

C.50.2

Spcifications

Sa composition est base d'oligomre-siloxane ou d'mulsions base d'alcayle - alkoxy silanes. La perte de masse cumule aprs 30 cycles gel - dgel en prsence de sels de dverglaage sur tranches de bton est infrieure 10 g/dm. Le produit est livr et stock en bidons ou rservoirs ferms et tiquets. Le certificat d'origine mentionne : la nature du produit ; les nom et adresse du fabricant/fournisseur ; la consommation employer ; les modes et prcautions d'emploi ; la date de fabrication ; le mode de conservation ; la date limite d'utilisation.

CCT 2010 C.51 C.51.1 CENDRES VOLANTES Description

C. 229

Les cendres volantes rsultent de la combustion de charbon broy (CVC) et sont silicoalumineuses. Elles proviennent du dpoussirage sec des fumes de centrales lectriques thermiques utilisant le charbon broy comme combustible principal. Lorsque les cendres volantes sont utilises comme addition dans le bton de ciment, elles sont conformes la NBN EN 450.

C.51.2

Spcifications

Les caractristiques des cendres volantes sont les suivantes : pourcentage dimbrls (perte au feu) : 7 % selon NBN EN 196-2; teneur en ions SO4 (exprime en SO3 ) : 1,5 % selon NBN EN 196-2.

La constance de la qualit des cendres volantes est vrifie au moins une fois par jour.

C.51.3

Livraison et entreposage

Les cendres volantes sont fournies soit ltat sec (en vrac, par citernes), soit lgrement humidifes (par camions benne basculante) et entreposes. Le bon de livraison mentionne la teneur en eau au dpart de la centrale. La teneur en eau nexcde pas 10 % durant lentreposage. Les tas de cendres volantes et les dpts sont recouverts ou humidifs par arrosage superficiel pour viter toute nuisance due la poussire. Les cendres volantes prsentant une teneur mesurable en chaux libre (teneur conventionnelle en oxyde de calcium suprieure 0,1 %) ne sont pas humidifies plus dun mois avant la mise en uvre.

CCT 2011

D. 1

CHAPITRE D - TERRASSEMENTS Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
D.0 REMARQUES IMPORTANTES D.0.1 D.0.2 Rglementation des sols pollus Canalisations enterres

D.1

TRAVAUX PREPARATOIRES D.1.1 Implantation des ouvrages D.1.1.1 Description et clauses techniques D.1.1.2 Vrifications et paiement Dmontage et dmolition D.1.2.1 Remarque gnrale D.1.2.2 Description D.1.2.3 Remarques D.1.2.4 Paiement

D.1.2

D.2

TRAVAUX PREALABLES AUX TERRASSEMENTS D.2.1 Rabattement provisoire de la nappe aquifre D.2.1.1 Description D.2.1.2 Paiement Rabattement dfinitif de la nappe phratique D.2.2.1 Description D.2.2.2 Paiement Terrassements pour localisation dinstallations existantes D.2.3.1 Description D.2.3.2 Reprage par fouilles de reconnaissance en zones non revtues D.2.3.3 Reprage par fouilles de reconnaissance en zones revtues D.2.3.4 Remblayage de fouilles de reconnaissance D.2.3.5 Paiement Fouilles de reconnaissance en vue de la dtermination des fondations de constructions riveraines D.2.4.1 Description D.2.4.2 Paiement Rempitements des constructions riveraines

D.2.2

D.2.3

D.2.4

D.2.5

D.3

DEBLAIS DE TERRES ARABLES D.3.1 D.3.2 D.3.3 D.3.4 Description Clauses techniques Vrifications Paiement

CCT 2011

D. 2

D.4

DEBLAIS GENERAUX D.4.1 D.4.2 Description Clauses techniques D.4.2.1 Excution D.4.2.2 Parachvement D.4.2.3 Portance naturelle du fond de coffre D.4.2.4 Rsultats Vrifications Paiement

D.4.3 D.4.4

D.5

REMBLAIS D.5.1 Remblai de terre arable D.5.1.1 Description D.5.1.2 Clauses techniques D.5.1.3 Vrifications D.5.1.4 Paiement Travaux prparatoires aux remblais D.5.2.1 Pose d'un gotextile ou d'une gogrille D.5.2.1.1 Description D.5.2.1.2 Clauses techniques D.5.2.1.3 Vrifications et paiement D.5.2.2 Remplacement de sols impropres constituer l'assise des remblais D.5.2.2.1 Description D.5.2.2.2 Clauses techniques D.5.2.2.3 Vrifications et paiement Remblais gnraux par voie sche D.5.3.1 Description D.5.3.2 Clauses techniques D.5.3.2.1 Matriaux D.5.3.2.2 Excution D.5.3.2.3 Rsultats D.5.3.3 Vrifications D.5.3.3.1 Vrifications a priori D.5.3.3.2 Contrles dexcution D.5.3.3.3 Vrification a posteriori D.5.3.4 Paiement Traitement des sols pour remblais

D.5.2

D.5.3

D.5.4

D.6

TERRASSEMENTS PARTICULIERS D.6.1 Dblais pour ralisation de fosss D.6.1.1 Description D.6.1.2 Clauses techniques D.6.1.2.1 Excution D.6.1.2.2 Rsultats D.6.1.3 Vrifications et paiement Mise au gabarit de fosss existants D.6.2.1 Description D.6.2.2 Clauses techniques D.6.2.3 Vrifications et paiement

D.6.2

CCT 2011

D. 3

D.6.3

D.6.4

D.6.5

Terrassements pour ouvrages dart, fouilles de fondation, travaux souterrains et fouilles blindes D.6.3.1 Dblais D.6.3.1.1 Fouilles de fondations D.6.3.1.2 Terrassements en fouilles blindes D.6.3.2 Remblais D.6.3.2.1 Description D.6.3.2.2 Clauses techniques D.6.3.2.2.1 Matriaux D.6.3.2.2.2 Excution D.6.3.2.2.3 Rsultats D.6.3.2.3 Vrifications D.6.3.2.4 Mode de mesurage et paiement Terrassements canalisations et chambres de visite D.6.4.1 Dblais D.6.4.1.1 Description D.6.4.1.2 Clauses techniques D.6.4.1.3 Vrifications D.6.4.2 Remblais D.6.4.2.1 Description D.6.4.2.2 Clauses techniques D.6.4.2.3 Vrifications D.6.4.3 Paiement Remblais laide de matriaux autocompactants rexcavables (MAR) D.6.5.1 Clauses techniques D.6.5.2 Matriaux D.6.5.3 Formulation D.6.5.4 Excution D.6.5.5 Spcifications D.6.5.6 Vrifications D.6.5.7 Paiement

CCT 2011

D. 4

CCT 2011

D. 5

D.0 D.0.1

REMARQUES IMPORTANTES Rglementation des sols pollus

La rglementation pour les sols pollus dans la Rgion de Bruxelles-Capitale est gre par lInstitut Bruxellois pour la Gestion de lEnvironnement (IBGE). La lgislation est traite par lordonnance du 5 mars 2009 de la Rgion de Bruxelles Capitale relative la gestion et lassainissement des sols pollus (Moniteur belge du 10 mars 2010) et de lArrt du 17 dcembre 2009 du Gouvernement de la Rgion de Bruxelles-Capitale fixant les normes dintervention et dassainissement (Moniteur belge du 8 janvier 2010), entr en vigueur le 1er janvier 2010. La problmatique des sols pollus est une charge du matre de louvrage qui, par une tude prliminaire, sur base de sondages, dtermine si les travaux de terrassement seront confronts des sols pollus ou non. Les documents du march reprennent toutes les informations ncessaires et des postes spcifiques concernant lvacuation et le traitement des sols pollus sont prvus au mtr. Dans le cas o lentrepreneur transporte des sols excavs vers une autre rgion que la Rgion de Bruxelles-Capitale, il doit se conformer la rglementation en vigueur dans cette rgion.

D.0.2

Canalisations enterres

L'attention du soumissionnaire est spcialement attire sur la prsence ventuelle dans le sol de conduites et canalisations de toute nature. Sauf dispositions contraires au mtr descriptif, le personnel respectif des diffrentes entits gestionnaires de ces installations d'utilit publique procde lui-mme aux diffrents ripages et transformations qui s'imposent pour assurer la scurit du chantier et des riverains ainsi que pour pouvoir mener bien la poursuite des travaux. Les prestations de l'entrepreneur se limitent dans ce cas l'excution de terrassements et d'aide aux entits prcites, prestations prvues d'ailleurs dans des postes du mtr. Les canalisations susceptibles d'tre maintenues en place, c'est--dire, soit ne prsentant pas de risques de rupture de nature mettre en pril le personnel, les riverains, les fouilles et ouvrages (notamment conduites en acier, cbles,...) soit extrieures aux volumes des ouvrages ou n'entravant pas profondment le mode d'excution, seront provisoirement suspendues au travers des fouilles ou longitudinalement celles-ci, maintenues sur chevalets ou attaches des supports provisoires fixs aux faades des immeubles et aprs construction des ouvrages enterrs, assujetties aux remblais ou dposes sur le toit des ouvrages termins ou encore incorpores ceux-ci. Seul le fonctionnaire dirigeant est habilit dfinir quelles sont les canalisations maintenir. La protection ventuelle des canalisations au moyen de gaines entires ou formes de demicoquilles fait ventuellement l'objet d'un poste du mtr. Le soumissionnaire est responsable des dgradations quil pourrait provoquer aux installations souterraines par l'utilisation d'engins de terrassements mcaniques dans les zones des canalisations enterres qui lui sont connues.

CCT 2011

D. 6

D.1 D.1.1 D.1.1.1

TRAVAUX PREPARATOIRES Implantation des ouvrages DESCRIPTION ET CLAUSES TECHNIQUES

L'implantation des ouvrages s'effectue conformment aux prescriptions de l'article 31 des clauses administratives du Cahier Gnral des Charges. Elle prcde le dbut des travaux de faon permettre les contrles sans gner l'avancement normal des travaux. Les documents du march fournissent les repres d'implantation des ouvrages. A dfaut, ceuxci sont fixs par le fonctionnaire dirigeant et consigns au journal des travaux. Si des repres dj contrls doivent tre remplacs, leur enlvement n'a lieu qu'aprs contrle des nouveaux repres. Les erreurs et incompatibilits ventuelles dans les caractristiques gomtriques fournies par les documents du march et dcouvertes lors de l'implantation sont signales immdiatement au fonctionnaire dirigeant et consignes au journal des travaux. D.1.1.2 VERIFICATIONS ET PAIEMENT

Le fonctionnaire dirigeant contrle l'implantation des ouvrages et fait procder aux adaptations ventuelles. L'implantation des ouvrages est une charge d'entreprise.

D.1.2 -

Dmontage et dmolition

Dmolition : opration comprenant lexcavation et si ncessaire lextraction par tous procds, des matriaux ou objets spcifis dans les documents du march. Le cas chant, lopration comprend le remblai de lexcavation sous la forme. Dmolition slective : dmolition organise pour rcuprer sparment sur le chantier des matriaux ou objets prsentant une homognit qui rende possible leur valorisation. Dmontage : dmolition slective caractrise par une extraction sans dgts, un nettoyage et un triage des matriaux ou objets qui rendent possible leur remploi, leur rutilisation ou leur mise en dpt. REMARQUE GENERALE

D.1.2.1

Sauf spcification contraire du poste concern du mtr, le dmontage et la dmolition comprennent lvacuation.

CCT 2011

D. 7

D.1.2.2

DESCRIPTION

Font partie de ces travaux : 1. Le dboisement qui comprend : a) b) c) l'abattage et le dessouchage des arbres dont le primtre, mesur 1,00 m hors sol, est compris entre 30 et 100 cm ; l'abattage et le dessouchage des arbres dont le primtre, mesur 1,00 m hors sol, est suprieur 100 cm ; le dbroussaillement comportant lextraction ou la destruction des taillis, buissons, haies, broussailles et arbustes dont le primtre mesur 1,50 m du sol est gal ou infrieur 30 cm ;

y compris l'vacuation des bois et des dchets. 2. Le dmontage d'ouvrages existants qui comprend : a) b) c) d) e) f) le dmontage de pavages de toute nature revtus ou non de matriaux hydrocarbons ; le dmontage d'lments linaires, tels que bandes de contrebutage, filets d'eau, bordures, petits caniveaux ; le dmontage d'lments localiss tels qu'avaloirs, trappillons, grilles, y compris l'obturation des raccordements ; le dmontage de parties d'ouvrages d'art tels que dalle flottante, cules, piles, semelles, garde-corps, pierres de taille, ponceaux, dalots, murs, ; le dmontage de cltures ; le dmontage de dispositifs de signalisation ou de scurit tels que panneaux, tubes de support, potelets de balisage, bordures, barrires de scurit, bornes ;

y compris la dmolition de leurs fondations. En cas de rcupration de ces matriaux et objets par le pouvoir adjudicateur, le nettoyage, le tri et le transport des matriaux dans un entrept situ l'intrieur du domaine de la Rgion de Bruxelles-Capitale sont compris dans le poste du mtr. 3. La dmolition d'ouvrages existants qui comprend : a) la dmolition de chausses, zones d'immobilisation, lments linaires ou localiss, trottoirs, lots, pistes cyclables et autres voies non carrossables y compris le dcoupage des revtements existants par sciage vertical sur toute leur paisseur ; la dmolition d'ouvrages d'art ; la dmolition de cltures ; la dmolition de dispositifs de signalisation et de scurit ;

b) c) d)

y compris la dmolition de leurs fondations.

CCT 2011

D. 8

4.

La dmolition d'immeubles, isols ou non, et/ou de leurs fondations jusqu'au niveau prescrit par les documents du march, non compris le parachvement des murs mitoyens maintenir. REMARQUES

D.1.2.3 1.

Lentrepreneur nabat que les arbres qui gnent les travaux et qui sont dsigns par le fonctionnaire dirigeant. Il prend toutes les prcautions ncessaires la protection des plantations conserver conformment aux Chapitres A et K. Avant dentamer un travail de dmontage ou de dmolition, lentrepreneur est oblig de commencer par la ralisation des travaux ncessaires pour assurer chaque instant la stabilit des ouvrages existants et lcoulement des eaux de la zone dans laquelle il devra excuter les travaux de dmolition ou de dblai. Le pompage ventuel deau aux endroits o lcoulement ne se produit pas, cause dune trop faible diffrence de niveau, est une charge dentreprise. Dans la dmolition des revtements routiers, sont compris lenlvement de la fondation et lvacuation en dehors du domaine public, sauf mentionn diffremment dans le poste du mtr ainsi que les mesures destines assurer la stabilit des ouvrages en place et lcoulement des eaux de la zone.

2.

3.

La dmolition ventuelle de tuyaux ou conduites, dun diamtre strictement infrieur 30 cm et de cbles pendant le dblai est comprise dans le poste des terrassements. PAIEMENT

D.1.2.4

Quand les documents du march ne prcisent pas lpaisseur totale du revtement et de la fondation dmonter ou dmolir, il est convenu conventionnellement que celle-ci est limite : 45 cm pour chausses, zones de stationnement et lots directionnels ; 30 cm pour trottoirs, chemins de service et berme revtues.

Si lpaisseur totale est infrieure aux valeurs susmentionnes, la diffrence est porter en compte dans les dblais. Si lpaisseur totale excde les valeurs susmentionnes, la diffrence est porter en compte dans le poste supplment pour dmolition par tranche de 5 cm de profondeur prvu au mtr. Les documents du march fixent le mode de paiement de ces travaux et comportent le cas chant plusieurs postes cet effet. Le poste du mtr relatif au raclage porte uniquement sur le remplacement dune couche de surface sans le renouvellement de la fondation ou des pavs sous-jacents.

CCT 2011

D. 9

D.2 D.2.1 D.2.1.1

TRAVAUX PREALABLES AUX TERRASSEMENTS Rabattement provisoire de la nappe aquifre DESCRIPTION

Le rabattement de la nappe aquifre par puits filtrants, aiguilles filtrantes et/ou drains horizontaux comprend : les dispositifs de rabattement, calculs par ladjudicataire sur base des documents du march; ces dispositifs assurent la continuit de lopration en cas de dfectuosits locales ; les travaux dinstallation, le lanage, le fonage ou la mise en place des puits et aiguilles, le fonctionnement des installations et leur surveillance, les dispositifs de ralimentation ventuelle de la nappe, lvacuation des eaux, le dmontage des installations et la remise en tat des lieux ; la vrification du niveau de la nappe, par pizomtres ou par puits. PAIEMENT

D.2.1.2

Le rabattement provisoire de la nappe aquifre, si ncessaire, fait lobjet dun poste du mtr, sous la forme d'une somme justifier, sauf si une tude pralable a dtermin le volume de terres rabattre. Cette tude pralable fait partie des documents du march.

D.2.2 D.2.2.1

Rabattement dfinitif de la nappe phratique DESCRIPTION

Pour linstallation dfinitive de rabattement, ltude et le calcul sont fournis par le pouvoir adjudicateur. Les prestations de lentrepreneur se limitent la fourniture, la mise en place et lessai de fonctionnement du dispositif ainsi qu toutes les obligations rsultant de la garantie et comprennent lentretien de linstallation jusqu la rception provisoire. D.2.2.2 PAIEMENT

Le rabattement dfinitif fait lobjet dun poste du mtr, sous la forme d'une somme justifier, sauf si une tude pralable a dtermin le volume de terres rabattre. Cette tude pralable fait partie des documents du march. D.2.3 D.2.3.1 Terrassements pour localisation dinstallations existantes DESCRIPTION

La localisation des installations existantes non indiques de faon prcise dans les documents du march seffectue par terrassements, pour localiser sans dgradation des installations souterraines existantes, avec fourniture d'un croquis prcisant la nature, le type, les dimensions et la localisation des conduites, cbles, gaines et installations existantes. Cette localisation est propose par l'entrepreneur et soumise l'approbation du fonctionnaire dirigeant.

CCT 2011

D. 10

D.2.3.2

REPERAGE PAR FOUILLE DE RECONNAISSANCE EN ZONES NON REVETUES

Par fouille de reconnaissance, il faut entendre un terrassement localis destin dcouvrir une installation souterraine. Le terrassement se fait dans des terrains de toutes natures et avec les moyens adquats pour ne pas endommager les installations souterraines. Ces fouilles de reconnaissance sont ralises en prsence du fonctionnaire dirigeant. D.2.3.3 REPERAGE REVETUES PAR FOUILLE DE RECONNAISSANCE EN ZONES

Cette opration comprend, outre les prestations du D.2.3.2, le dcoupage du revtement par sciage et la dmolition du revtement de toute nature en paisseur variable dans les limites ncessaires lexcution du reprage. D.2.3.4 REMBLAYAGE DE FOUILLES DE RECONNAISSANCE

Le remblayage se fait suivant les indications du fonctionnaire dirigeant. D.2.3.5 PAIEMENT

Pour le reprage par fouille de reconnaissance, le volume port en compte est celui rellement excut quels que soient la nature et le nombre dinstallations souterraines dcouvertes. Le paiement seffectue sur base du volume excut, quel que soit le mode de ralisation. Lvacuation des terres non rutilises sur place, leur mise en dcharge y compris les ventuelles taxes de dversage et/ou leur traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr, en fonction du type de pollution. Le remblayage excut l'aide des matriaux excavs est une charge d'entreprise. Tout autre type de remblayage fait l'objet de postes spcifiques prvus au mtr.

D.2.4

Fouilles de reconnaissance en vue de la dtermination des fondations de constructions riveraines DESCRIPTION

D.2.4.1

Ces fouilles de reconnaissance, blindes ou non, sont ralises pour localiser sans dgradation les fondations des constructions riveraines, avec fourniture d'un croquis prcisant la nature, le type, les dimensions et la localisation des fondations. D.2.4.2 PAIEMENT

Seuls les travaux ayant reu l'accord pralable du fonctionnaire dirigeant seront ports en paiement. Le volume port en compte est celui calcul lintrieur du blindage augment conventionnellement de 50 cm tout autour de la paroi du blindage. Dans le cas de lutilisation de palplanches, seul le volume intrieur est pris en compte.

CCT 2011

D. 11

D.2.5

Rempitements des constructions riveraines

Les dblais ne pourront tre excuts proximit des constructions riveraines qu'aprs un examen minutieux des fondations existantes. En cas de place insuffisante et de risque d'branlement d'immeubles l'occasion de l'excution de murs, gouts et/ou passages de nappe, il est procd avec l'accord du fonctionnaire dirigeant au rempitement des constructions riveraines. a) Les fouilles, le blindage et l'taiement des ouvrages rempiter doivent tre excuts conformment aux prescriptions du D.6.3 Terrassements pour ouvrages dart, fouilles de fondation, travaux souterrains et fouilles blindes . L'entrepreneur est tenu de soumettre son programme d'excution l'approbation pralable du fonctionnaire dirigeant et aux organismes de contrle dsigns par le matre de louvrage ou approuvs par celui-ci. b) Les rempitements seront excuts en bton ou en maonnerie sur une paisseur minimale de 40 cm ou au moyen de pieux segmentaires foncs hydrauliquement ou selon tout autre moyen appropri soumettre l'agrment du fonctionnaire dirigeant et aux organismes de contrle. En cas de rempitement en bton, la face de la fouille ct construction rempiter sera blinde au moyen de plaques en bton arm formant coffrage perdu. Les remblais de la fouille s'excutent en sable stabilis. Aucun lment de blindage ni saillie de mur ne seront tolrs dans la zone situe sous le domaine public. Les fosses de travail pour excuter les rempitements seront blindes verticalement. Les rempitements s'excuteront par tranches alternes (une sur cinq) de 1,50 m maximum, les diffrentes tranches tant imbriques les unes dans les autres au moyen de reliefs crer dans les faces latrales. Les parties de fondations existantes, faisant saillie du ct voirie, seront dmolies et la surface ragre par un lissage au mortier de ciment. c) Les murs de rempitement seront mis en charge au fur et mesure de l'excution des tranches. Le joint sera mat refus au moyen d'un mortier riche en ciment sans retrait, mis en place trs sec. Mode de mesurage : Rempitement : au m3 de maonnerie ou bton mis en place (le volume des coffrages perdus n'tant pas port en compte). Dblais : la largeur maximale du mur construire plus 70 cm.

Paiement : Les dmolitions et rfections de voiries et trottoirs, dmolitions enterres, fouilles de recherche, etc. sont portes en compte dans les postes correspondants. Les dblais blinds, remblais au sable stabilis et fondations, font l'objet de postes spars.

CCT 2011

D. 12

D.3 D.3.1

DEBLAIS DE TERRES ARABLES Description

Enlvement de la terre arable (voir K.1 et K.3.1) couvrant l'assiette des ouvrages. Les documents du march prcisent la destination des terres. Les terres de couverture autres que les terres arables sont comprises dans les dblais gnraux ( D.4).

D.3.2

Clauses techniques

Les documents du march fixent l'paisseur de terres arables. A dfaut, elle est de 30 cm. Lorsque le pouvoir adjudicateur se rserve la proprit des terres arables non utilises sur chantier, l'entrepreneur les transporte vers les lieux de dpt fixs dans les documents du march.

D.3.3

Vrifications

La vrification de la quantit de terres arables enleve s'effectue au moyen de piquets tmoins, et la vrification du volume des dpts s'effectue par oprations topographiques. Si le mesurage se fait sur dpts, le coefficient de foisonnement des terres est, par convention, gal 1,5.

D.3.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base du volume de terres arables dblayes et suivant leur destination : remblais ; mise en dpt ; vacuation.

CCT 2011

D. 13

D.4 D.4.1

DEBLAIS GENERAUX Description

Il sagit du dblai des matriaux ncessaire pour raliser les profils prescrits de toutes les surfaces comprises lintrieur de la limite des travaux et les profils des fonds de coffre, y compris le compactage et le profilage de ceux-ci (routes, pistes cyclables, trottoirs et bermes).

D.4.2 D.4.2.1.

Clauses techniques EXECUTION

Les moyens dexcution sont laisss au choix de lentrepreneur qui en prend lentire responsabilit. D.4.2.2 PARACHEVEMENT

Pour la plate-forme, les rglages ventuels se font par dcoupage et/ou par apport de matriaux conformes, aprs scarification de la surface. Pour les talus, le rglage des dblais se fait par dcoupage et non par apport de matriaux. D.4.2.3 PORTANCE NATURELLE DU FOND DE COFFRE

Aprs achvement des dblais, il est procd immdiatement la vrification de la portance naturelle du fond de coffre au moyen d'essais la plaque1. Si le trafic de chantier emprunte la forme, l'entrepreneur prend toutes les dispositions pour que les matriaux gardent leurs caractristiques mcaniques, notamment du point de vue portance, et dans ce cas, la restitution de la portance naturelle est une charge d'entreprise. D.4.2.4 RESULTATS

Les tolrances locales sur les caractristiques gomtriques du profil en travers sont les suivantes : pour le fond du coffre : + 3 cm pour la forme au droit des bermes et terre-pleins : + 5 cm pour les talus : + 10 cm

La plaque de 200 cm est utilise sur : - les sols limoneux ou argileux ne contenant pas dlments de dimension suprieure 40 mm ; - les graves et les empierrements de calibre infrieur 40 mm. La plaque de 750 cm est obligatoirement utilise sur : - les sables ; - les sols et autres matriaux contenant des lments de dimension suprieure 40 mm, - les graves et les empierrements de calibre suprieur 40 mm.

CCT 2011

D. 14

D.4.3

Vrifications

Les caractristiques gomtriques sont vrifies par mesurages topographiques. Les corrections s'excutent conformment au D.4.2.2. La portance est vrifie par essais la plaque. Le nombre dessais effectuer est au minimum 1 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m, avec un minimum de 3 par zone de travail dun seul tenant. Le coefficient de compressibilit M1 est suprieur ou gal 17 MPa. Si la valeur minimale de la portance ne peut tre atteinte par compactage, il est procd au traitement ou au remplacement du matriau constituant le fond de coffre suivant une des techniques du E.2. Cette opration nest effectue quavec laccord du fonctionnaire dirigeant et est charge du matre de louvrage. D.4.4 Paiement

Les travaux susmentionns de dblais, le stockage, lintrieur des limites de lentreprise, des terres dblayes et le transport de celles-ci vers les lieux de remblai lintrieur des limites de lentreprise sont compris dans le poste dblai. Lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites ainsi que lanalyse de ces terres font lobjet de postes spcifiques au mtr. Dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr. Lors de lexcution des travaux, lentrepreneur peut tre amen dmolir des massifs rocheux, des massifs en bton arm ou non ou des massifs en maonnerie non renseigns aux plans (voir ce sujet les postes spciaux prvus au mtr descriptif). Dans ce cas, tout massif dmolir dun volume dun seul tenant gal ou suprieur 0,5 m est pris en compte dans le ou les postes prvus au mtr descriptif, tandis que tout massif dun volume infrieur 0,5 m fait partie intgrante des postes correspondants de dblai. Sauf dispositions contraires du cahier spcial des charges, dans lun et lautre cas, le cubage des dmolitions nest pas dduit du cubage des dblais. Lvacuation des produits de dmolition des massifs, la mise en dcharge y compris les ventuelles taxes de dversage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr, en fonction du type de pollution. Les massifs sont dgags au cours de la fouille et signals ensuite au fonctionnaire dirigeant qui, avant dmolition, effectue le mesurage contradictoire, avec le dlgu de lentrepreneur, du volume rel porter en compte. Les paiements s'effectuent, selon la destination et la nature des dblais, sur base des volumes dblays et mesurs par oprations topographiques :

CCT 2011

D. 15

avant le dbut des dblais gnraux ; chaque fois que la nature des matriaux change ; pour l'tablissement de chaque tat d'avancement ; aprs achvement de l'ensemble des dblais.

Les prcautions prendre aux abords de la zone des racines des arbres, y compris le traitement de celles-ci, font lobjet dun supplment au prix des dblais.

CCT 2011

D. 16

D.5 D.5.1 D.5.1.1

REMBLAIS Remblais de terre arable DESCRIPTION

Recouvrement de terre arable des surfaces gazonner ou planter. D.5.1.2. CLAUSES TECHNIQUES

La terre arable rpond aux prescriptions des K.1 et K.3.1. Les documents du march prcisent qui fournit les terres arables et, le cas chant, indiquent lemplacement des dpts. Ils fixent l'paisseur des remblais. A dfaut, elle est de 30 cm lexception des talus o elle est limite 20 cm. D.5.1.3 VERIFICATIONS

Les vrifications portent sur le respect des profils prescrits, sur l'paisseur et le volume des remblais de terre arable. Elles s'effectuent par mesurages topographiques. D.5.1.4 PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base du volume de terre arable pandue et profile : provenant des dblais ; provenant de dpts ; fournie par l'entrepreneur.

D.5.2

Travaux prparatoires aux remblais

Les travaux prparatoires peuvent comprendre les travaux ci-aprs : exceptionnellement, la pose d'un gotextile et/ou dune gogrille ; le remplacement de terrains impropres constituer l'assise des remblais. POSE DUN GEOTEXTILE OU DUNE GEOGRILLE Description

D.5.2.1 D.5.2.1.1

Pose d'un gotextile ou dune gogrille avant la mise en uvre des remblais. Dans ce cas, le gosynthtique remplit la fonction de renforcement de lassise compressible. D.5.2.1.2 Clauses techniques

Les gosynthtiques rpondent aux prescriptions du C.12 (tableau C.12.2.b).

CCT 2011

D. 17

Un gotextile anticontaminant peut galement tre requis dans le cas, par exemple, dun horizon drainant en base de remblai (voir tableau C.12.2.a) ou dun matriau de remplacement en assise de remblai (voir D.5.2.2). Dans le cas o la gogrille est place avec un gotextile anticontaminant, le gotextile doit tre plac sous la gogrille. D.5.2.1.3 Vrifications et paiement

Les vrifications portent sur le respect des recouvrements. Le paiement s'effectue sur base de la surface ralise sans tenir compte des recouvrements. D.5.2.2 REMPLACEMENT DE SOLS IMPROPRES A CONSTITUER LASSISE DES REMBLAIS Description

D.5.2.2.1

Remplacement de sols impropres par des matriaux susceptibles de fournir la portance dsire. Sont considrs comme impropres les sols dont le coefficient de compressibilit est infrieur 17 MPa ou considrs par le fonctionnaire dirigeant comme ne convenant pas comme assise pour les remblais. D.5.2.2.2 Clauses techniques

Les matriaux utiliss rpondent aux mmes prescriptions que les matriaux destins aux remblais gnraux. L'paisseur du terrain impropre remplacer est fixe dans les documents du march ou dtermine par l'entrepreneur et soumise l'approbation du fonctionnaire dirigeant. D.5.2.2.3 Vrifications et paiement

Les contrles d'excution portent sur l'paisseur du terrain remplacer. La vrification de la portance est effectue par des essais la plaque. Le nombre dessais effectuer est au minimum de 3 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m. Le coefficient de compressibilit M1 doit tre gal ou suprieur 17 MPa. Si la valeur impose n'est pas atteinte, la couche est recompacte ou remplace jusqu' obtention de la portance prescrite. Le paiement s'effectue sur base du volume de terres remplaces. Lvacuation et la mise en dcharge y compris les ventuelles taxes de dversage, et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr, en fonction du type de pollution. Les remblais correspondants (matriaux de remplacement) sont repris dans un poste spcifique du mtr.

CCT 2011

D. 18

D.5.3 D.5.3.1

Remblais gnraux par voie sche DESCRIPTION

Opration destine raliser les profils de la forme par pandage et compactage de matriaux. Les documents du march prcisent qui fournit les matriaux de remblais. D.5.3.2 D.5.3.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux de remblais sont : des sols acceptables pour remblais rpondant aux prescriptions du C.1.2 ; des sables naturels rpondant aux prescriptions du C.2.2 ; des sables artificiels et recycls rpondant aux prescriptions du C.2.3 ; des gravillons naturels rpondant aux prescriptions du C.3.2 ; des gravillons artificiels et recycls et rpondant aux prescriptions du C.3.3 ; des graves naturelles rpondant aux prescriptions du C.4.2 ; des graves artificielles et recycles rpondant aux prescriptions du C.4.3 ; des matriaux acceptables en sous-fondation et fondation rpondant aux prescriptions des E.3 et E.4. Excution

D.5.3.2.2

L'pandage s'effectue en couches successives qui ont, aprs compactage, une paisseur uniforme sous une pente transversale suffisante pour viter la stagnation des eaux. Cette paisseur dpend des caractristiques des matriaux ainsi que des caractristiques des engins de compactage de l'entrepreneur. Elle ne dpasse pas 40 cm sauf pour les couches infrieures d'un remblai ralis par mlange de terrain meuble et rocheux, o cette paisseur est limite 90 cm. Les irrgularits de surface sont corriges aprs scarification. Si le trafic de chantier emprunte la forme, l'entrepreneur prend toutes les dispositions pour que les matriaux gardent leurs caractristiques mcaniques naturelles, notamment du point de vue portance. Le cas chant, la restitution de la portance naturelle est une charge d'entreprise. La rparation des glissements et des affouillements des remblais est une charge d'entreprise. Les terres qui ont gliss, sont enleves jusqu' la surface de glissement. Les matriaux provenant des glissements et affouillements sont remplacs par des matriaux acceptables provenant de dblais en excs ou fournis par l'entrepreneur.

CCT 2011

D. 19

D.5.3.2.3 1.

Rsultats

Caractristiques gomtriques Les tolrances locales sur les caractristiques gomtriques de la forme, mesures par un relev topographique, sont les suivantes : pour le fond de coffre : + 3 cm ; pour la forme au droit des bermes et terre-pleins : + 5 cm ; pour les talus : + 10 cm.

2.

Portance Le coefficient de compressibilit M1 de chaque couche du remblai est suprieur ou gal 11 MPa, et celui du fond de coffre est suprieur ou gal 17 MPa.

D.5.3.3 D.5.3.3.1

VERIFICATIONS Vrifications a priori

La conformit des matriaux de remblai est vrifie. D.5.3.3.2 Contrles dexcution

L'paisseur et la pente transversale des couches sont contrles. D.5.3.3.3 Vrifications posteriori

Les caractristiques gomtriques sont vrifies par mesurages topographiques. La vrification de la portance est effectue par essais la plaque. Le nombre dessais effectuer est au minimum 1 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m, avec un minimum de 3 par zone de travaux d'un seul tenant. Si la valeur impose n'est pas atteinte, les remblais sont recompacts jusqu' obtention de la portance prescrite. D.5.3.4 PAIEMENT

Les documents du march fixent le mode de paiement des travaux de remblais. En cas de bordereau de prix, les paiements s'effectuent, selon l'origine des remblais, sur base des volumes remblays et mesurs par oprations topographiques : avant le dbut des remblais ; pour l'tablissement de chaque tat d'avancement ; aprs achvement des remblais.

Sont compris dans les volumes des remblais gnraux, les volumes limits par l'assiette dgarnie des terres arables d'une part, la forme d'autre part. Ne sont pas compris, la mise en uvre des terres arables sur les talus et le remplacement des sols impropres constituer lassise des remblais (voir D.5.2.2.3).

CCT 2011

D. 20

D.5.4

Traitement des sols en remblais

Le traitement des sols a pour but damliorer les conditions de mise en uvre et de compactage dun sol rutiliser en remblai. Le sol est mlang avec ladditif le plus appropri afin de lui donner certaines proprits de portance immdiate ou court terme. Ce traitement est destin au corps de remblai. Le dernier mtre correspond au fond de coffre (voir E.2.3). Les prescriptions du E.2.3 sont dapplication lexception du rsultat de portance requis : le coefficient de compressibilit M1 du corps de remblai doit tre gal ou suprieur 11 MPa.

CCT 2011

D. 21

D.6 D.6.1 D.6.1.1

TERRASSEMENTS PARTICULIERS Dblais pour ralisation de fosss DESCRIPTION

Opration d'excavation de matriaux destine raliser des nouveaux fosss. Les documents du march fixent les pentes et les sections transversales des fosss. D.6.1.2 D.6.1.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Excution

Le dblai s'effectue d'aval en amont. D.6.1.2.2 Rsultats

Les tolrances sur les caractristiques gomtriques sont les suivantes : pour la pente longitudinale : + 5 mm/m, pour autant que cette tolrance ne provoque ni stagnation d'eau, ni affouillement ; sur la section transversale d'un foss : + 10 % pour les fosss raliss en terrain ne contenant pas d'lments rocheux ; + 15 % pour les fosss raliss en terrain contenant des lments rocheux. VERIFICATIONS ET PAIEMENT

D.6.1.3

Les vrifications portent sur la pente longitudinale, le niveau et la section transversale des fosss et sont effectues par mesurages topographiques. Le paiement s'effectue sur base de la longueur excute, suivant la section transversale. Les travaux susmentionns de dblais, le stockage, lintrieur des limites de lentreprise, des terres dblayes et le transport de celles-ci vers les lieux de remblai lintrieur des limites de lentreprise sont compris dans le poste dblai. Lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites ainsi que lanalyse de ces terres font lobjet de postes spcifiques au mtr. Dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr.

CCT 2011

D. 22

D.6.2 D.6.2.1

Mise au gabarit de fosss existants DESCRIPTION

Amnagement d'un foss existant par enlvement de matriaux pour tablir une section transversale conforme une section-type figurant aux documents du march.

D.6.2.2

CLAUSES TECHNIQUES

Les matriaux excdentaires sont vacus. La tolrance sur la section transversale d'un foss est de + 10 %. D.6.2.3 VERIFICATIONS ET PAIEMENT

La section est vrifie au moyen d'un gabarit. Le paiement s'effectue sur base de la longueur de foss mis gabarit. Les travaux susmentionns de dblais, le stockage, lintrieur des limites de lentreprise, des terres dblayes et le transport de celles-ci vers les lieux de remblai lintrieur des limites de lentreprise sont compris dans le poste dblai. Lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites ainsi que lanalyse de ces terres font lobjet de postes spcifiques au mtr. Dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr.

D.6.3

Terrassements pour ouvrages dart, fouilles de fondation, travaux souterrains et fouilles blindes DEBLAIS Fouilles de fondations

D.6.3.1 D.6.3.1.1

Les fouilles sont ralises de telle faon que, tant au cours de l'excution des fondations et des murs qu'au cours de l'excution des travaux souterrains, la scurit des constructions riveraines soit assure au maximum. Les terres provenant des dblais sont soit remployes directement en remblais, soit stockes temporairement, soit vacues en dehors du domaine public. Aucun dpt de terre n'est autoris sur l'emprise de la voirie sans l'autorisation du fonctionnaire dirigeant. L'entrepreneur doit galement prendre toutes les dispositions voulues pour ne pas abmer le fond des fouilles avec des engins d'excavation et d'excution.

CCT 2011

D. 23

Dans le cas o l'entrepreneur descend les fouilles une profondeur plus grande que celle prescrite, il ne peut pas rtablir le niveau voulu au moyen d'un simple rehaussement de terre, mais il doit rtablir le niveau prescrit en augmentant la hauteur des fondations sans que, cependant, il lui soit tenu compte de ce surcrot de dpenses. Si l'excs de terrassements se situe un endroit pouvant mettre en danger la bonne tenue des ouvrages dj excuts ou des ouvrages voisins, il en supporte toutes les consquences quelles qu'elles soient. Remarque En aucun cas, l'entrepreneur ne peut commencer les fondations sans y avoir t autoris par le fonctionnaire dirigeant qui, aprs l'ouverture des fouilles, juge, si en raison de la nature constate du terrain, il y a lieu d'apporter ou non des modifications aux fouilles de fondations prvues. Les modifications, prises de commun accord entre l'entrepreneur et le fonctionnaire dirigeant, ne peuvent en aucun cas dplacer, charge du fonctionnaire dirigeant, une part quelconque des responsabilits assumer par l'entrepreneur. D.6.3.1.2 Terrassements en fouilles blindes

Ceux-ci s'excutent l'abri d'un blindage continu tant en parois longitudinales qu'en parois frontales. Les blindages sont raliss soit en lments rcuprables, soit en plaques de bton abandonner, parfaitement jointifs. Tout videment rencontr l'extrieur des parois blindes est soigneusement bourr au sable stabilis au fur et mesure de la mise en place du blindage. La prsence ventuelle de cavits souterraines importantes (notamment d'anciennes carrires exploites en galeries) ne modifie pas le prix unitaire des dblais blinds. Les travaux ncessaires pour le remplissage de la totalit ou d'une partie de ces vides font lobjet dun poste spcifique au mtr. Au demeurant, l'tanonnement des blindages doit tre ralis en conformit avec les conditions de calcul. Les blindages, les tanons et les cadres d'tanonnement, filires ou chanages, pour travaux en fouilles blindes, en "galerie souterraine" ou " ciel ouvert" dtermins par l'entrepreneur sont compris dans les prix unitaires des terrassements sauf indications contraires au mtr descriptif. La concordance des conditions de calcul et de leur ralisation fait l'objet d'observations constantes. Remarques 1. Si le cahier des charges ne prvoit pas de dispositions particulires, les blindages abandonns dans le sol doivent, aprs achvement des travaux, tre recps jusqu' 2 mtres sous le niveau final du terrain ou de la voirie. Un poste spar du mtr est prvu cet effet. Si des matriaux de blindage putrescibles sont utiliss, ils ne peuvent tre abandonns dans le sol et doivent obligatoirement tre rcuprs au fur et mesure du btonnage, selon un processus soumettre l'agration du fonctionnaire dirigeant.

2.

CCT 2011

D. 24

3.

Les surfaces de blindage qui doivent servir de coffrage perdu sont dbarrasses de toutes souillures avant btonnage. L'entrepreneur n'est pas ddommag pour les boulements, glissements, branlements et en gnral pour tous terrassements supplmentaires dont la cause est considre comme lui tant imputable. Il est tenu de rparer les dgts ses frais. En particulier, il doit combler tous les hors-profils avec blocage, remblais, maonnerie ou bton, comme prescrit par le fonctionnaire dirigeant. Si la base des fouilles blindes atteint un niveau infrieur au niveau prescrit aux plans, il est interdit de compenser ces dblais excdentaires par un apport de remblai, fut-il compact. La surprofondeur ralise ne pourra tre comble que par du bton de mme nature que le bton de fondation. L'entrepreneur remettra avant excution des fouilles blindes, au fonctionnaire dirigeant, aux frais de l'entrepreneur, une note de calcul justifiant la stabilit de celles-ci. REMBLAIS Description

4.

5.

6.

D.6.3.2 D.6.3.2.1

Opration d'apport, d'pandage et de compactage de matriaux contre les fondations et parties enterres des ouvrages d'art. D.6.3.2.2 D.6.3.2.2.1 Clauses techniques MATERIAUX

Les matriaux provenant des dblais sont des matriaux acceptables pour remblais conformes au C.1.2 lexclusion de matriaux pierreux. Les matriaux dapport ventuels sont des sables conformes aux C.2.2 et C.2.3. D.6.3.2.2.2 EXECUTION

Les documents du march prescrivent la forme et les dimensions du ou des massifs de remblai particuliers et les impositions d'excution. D.6.3.2.2.3 RESULTATS

A la partie suprieure du remblai le coefficient de compressibilit M1 est suprieur ou gal 17 MPa. Sur la profondeur du remblai, au moyen dune sonde de battage CRR, la pntration moyenne par tranche de 10 cm est limite : 20 mm par coup pour les sols fins; 40 mm par coup pour les sols sablonneux plus grossiers.

CCT 2011

D. 25

D.6.3.2.3

Vrifications

A la surface du remblai, la portance est vrifie par essais la plaque. Sur la profondeur du remblai, et par tranches de maximum 2 mtres la qualit du compactage est contrle au moyen dune sonde de battage CRR. Pour chaque massif de remblai, il est procd au moins deux essais complets. Un essai complet comprend un essai la plaque et un essai au moyen dune sonde de battage CRR. Si les valeurs imposes ne sont pas atteintes, le remblai est recompact et les essais sont recommencs. Dans le cas dun essai situ sous le niveau de la nappe phratique, le rabattement doit tre maintenu jusqu la fin du contrle final. D.6.3.2.4 Mode de mesurage et paiement

Le volume en dblai et remblai sera calcul comme suit, sauf autres modalits fixes dans les documents du march. 1. Dblai Le cubage des dblais porter en compte est calcul conventionnellement en considrant les limites suivantes : a) en hauteur : 1. Le niveau infrieur de la fondation de la voirie et/ou du trottoir existant pour les ouvrages raliser depuis le niveau de cette voirie et/ou de ce trottoir et dans tous les autres cas, le niveau de travail repris aux plans. Les niveaux infrieurs de poutres, murs, dalles, radiers, citernes ou bton de propret et drainage des diffrents ouvrages ou le niveau infrieur des fouilles en cas de fouilles de recherche.

2.

b)

en largeur et en longueur : Les faces les plus extrieures des ouvrages compte tenu des tolrances dfinies ciaprs. La tolrance doit tre la plus grande des deux valeurs tires des tableaux D.6.3.a et D.6.3.b ci-aprs. Les tolrances sont dfinies dune part en fonction de la dimension transversale extrieure de louvrage DT selon le tableau D.6.3.a suivant :

CCT 2011

D. 26

Tableau D.6.3.a - Largeur de fouille en fonction de la dimension transversale de louvrage DT

Dimension transversale minimale de la fouille (DT + X) en m DT (m) DT < 0,225 0,225 < DT < 0,350 0,350 < DT < 0,700 0,700 < DT < 1,200 1,200 < DT Fouille blinde DT + 0,40 DT + 0,50 DT + 0,70 DT + 0,85 DT + 1,00 Fouille non blinde > 60 < 60 DT + 0,40 DT + 0,50 DT + 0,40 DT + 0,70 DT + 0,40 DT + 0,85 DT + 0,40 DT + 1,00 DT + 0,40

Dans les valeurs DT + X, lespace de travail entre la face extrieure de louvrage et la paroi de fouille ou le blindage est gal X/2 o : DT est la dimension transversale extrieure de louvrage, en mtres ; est langle de paroi de fouille non blinde mesur par rapport lhorizontale. Les dimensions maximales prises en compte pour le paiement sont celles du tableau D.6.3.a augmentes de 0,20 m.

X/2

DT

X/2

Pr

Pr

Dautre part, la dimension transversale de la fouille est dfinie en fonction de la profondeur de celle-ci selon le tableau ci-aprs. Tableau D.6.3.b - Largeur de fouille en fonction de la profondeur Pr
Profondeur de la fouille Pr (m) < 1,00 1,00 < Pr < 1,75 1,75 < Pr < 4,00 4,00 < Pr Dimension transversale minimale de la fouille (m) (DT + X) DT DT + 0,80 DT + 0,90 DT + 1,00

Pour une profondeur > 1,75 m, la dimension transversale prise en compte pour le paiement est gale (DT + 1,20 mm).

CCT 2011

D. 27

Remarques a) Si au moment des terrassements, lentrepreneur constate que certains dblais ont dj t effectus dans lemprise du chantier par un tiers ou par lui-mme dans le cadre dun autre poste repris au mtr, il en avertit immdiatement le fonctionnaire dirigeant. Dans ce cas, les dblais ne sont pas ports en compte; il est par consquent procd un mesurage contradictoire des fouilles prexistantes. Evacuation Les travaux susmentionns de dblais, le stockage, lintrieur des limites de lentreprise, des terres dblayes et le transport de celles-ci vers les lieux de remblai lintrieur des limites de lentreprise sont compris dans le poste dblai. Lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites ainsi que lanalyse de ces terres font lobjet de postes spcifiques au mtr. Dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr. c) Dans le cas douvrages souterrains (stross), le volume considrer est le volume engendr par le contour intrieur des ouvrages tel que repris aux plans, sauf pour le radier pour lequel la surface extrieure est prise en compte.

b)

2.

Remblai Le cubage des remblais porter en compte est calcul conventionnellement en considrant le mme cubage que celui des dblais conventionnels, diminu du cubage correspondant au volume calcul en prenant les contours extrieurs des diffrents ouvrages tels quindiqus aux plans et limits aux niveaux infrieurs des radiers (bton de propret) et du drainage. Mme sils ne sont pas spcifis, les frais de compactage et de nivellement sont inhrents tous les postes de remblais.

D.6.4 D.6.4.1 D.6.4.1.1

Terrassements pour canalisations et chambres de visite DEBLAIS Description

Ralisation des tranches pour les canalisations et leur fondation ventuelle ainsi que les fouilles pour chambres de visite .

CCT 2011

D. 28

D.6.4.1.2

Clauses techniques

Une tranche n'est ouverte que lorsque les tuyaux destins y tre poss sont approvisionns. Le remplacement de sols impropres constituer le fond de la tranche est effectu sur ordre du fonctionnaire dirigeant. Les ttes de roches et lments de maonnerie ou de bton rencontrs dans le fond de la tranche sont dsagrgs jusqu' 10 cm sous le tuyau. Les documents du march peuvent prvoir une largeur maximale de tranche (calcule notamment en fonction de la rsistance des tuyaux). D.6.4.1.3 Vrifications

En cas de surprofondeur du fait de l'entrepreneur par rapport au niveau raliser, le remblai est effectu au moyen du matriau de fondation ou au sable si aucune fondation n'est prvue. En cas d'excution de tranches d'une largeur suprieure la largeur maximale prvue, l'ventuelle modification du type de pose et/ou de la classe de rsistance du tuyau doit tre approuve par le fonctionnaire dirigeant. D.6.4.2 D.6.4.2.1 REMBLAIS Description

Voir G.2.3.1. Comblement de la tranche aprs pose et enrobage des tuyaux ou aprs ralisation des chambres de visite ou d'appareils, y compris les remblais de terre arable des zones engazonner. Dans ce dernier cas, un poste spcifique est prvu au mtr. D.6.4.2.2 Clauses techniques

Les terrassements en remblai de tranches pour les tuyaux rigides et non-drainants doivent rpondre aux prescriptions suivantes : le remblayage des tranches, sous les voiries, pistes cyclables, trottoirs et zones revtues se fait au moyen de sables conformes aux C.2.2 et C.2.3 ou au moyen de sols traits. Le choix et le dosage de lagent de traitement est dtermin selon les procdures prvues dans le guide pratique du Centre de Recherches routires Amlioration des sols pour le remblayage des tranches dgouts et de lenrobage des tuyaux (complment n 1 au Code de bonne pratique R81/10 ce document peut tre tlcharg du site www.crr.be); le remblayage des autres tranches se fait avec des matriaux acceptables pour remblais conformes au C.1.2, ou par des sables conformes au C.2 ; le remblayage peut seffectuer au moyen de matriaux autocompactants rexcavables (MAR) selon le D.6.5 ci-aprs.

CCT 2011

D. 29

A la partie suprieure de la tranche le coefficient de compressibilit M1 est suprieur ou gal 17 MPa. Sur la profondeur du remblai de la tranche, au moyen dune sonde de battage CRR, la pntration moyenne par tranche de 10 cm est limite : 20 mm par coup pour les sols fins; 40 mm par coup pour les sols sablonneux plus grossiers. Vrifications

D.6.4.2.3

A la surface du remblai sous voiries, pistes cyclables, trottoirs et zones revtues, la portance est vrifie par essais la plaque. Sur la hauteur du remblai (mesure partir du niveau suprieur de lenrobage du tuyau) et par tranches de maximum 2 m, la compaction est contrle au moyen dune sonde de battage CRR. Si la tranche suprieure a une paisseur infrieure 2,00 m, l'essai est ralis sur une profondeur gale l'paisseur de cette tranche. Un essai complet comprend un essai la plaque en surface et un essai au moyen dune sonde de battage type CRR. Si les valeurs imposes ne sont pas atteintes, le remblai est recompact ou remplac. Dans la cas dun essai situ sous le niveau de la nappe phratique, le rabattement doit tre maintenu, jusquau contrle final. Le nombre dessais complets effectuer est au minimum dun par tronon entre deux chambres de visite et les essais sont tout au plus distants entre eux de 40 m ou fraction restante de 40 m. D.6.4.3 PAIEMENT

Les paiements sont effectus suivant les G.2.3.3, G.3.4 et G.5.4. Remarque Dans les cas dont question au D.6.4.1.3, lentrepreneur na droit aucun payement sur les dblais excdentaires ni sur les remblais supplmentaires. 1. Les terrassements de dblais et remblais pour canalisations sont pays en volume, sur base dun volume conventionnel de tranches parois verticales calcul en fonction des diamtres des canalisations, des profondeurs de pose et/ou de conditions particulires d'excution. Longueurs : elles sont mesures entre les chambres en suivant le trac de la canalisation. Largeurs : elles sont dfinies conformment la norme NBN EN 1610. La largeur doit tre la plus grande des deux valeurs tires des tableaux D.6.4.a et D.6.4.b ci-aprs.

CCT 2011

D. 30

Tableau D.6.4.a - Largeur de tranche en fonction du diamtre nominal DN

Largeur minimale de tranche (OD + X) (m) Tranche Tranche non blinde blinde > 60 < 60 OD + 0,40 OD + 0,40 OD + 0,50 OD + 0,50 OD + 0,40 OD + 0,70 OD + 0,70 OD + 0,40 OD + 0,85 OD + 0,85 OD + 0,40 OD + 1,00 OD + 1,00 OD + 0,40

DN (mm) DN < 225 225 < DN < 350 350 < DN < 700 700 < DN < 1200 1200 < DN

Dans les valeurs OD + X, lespace de travail minimal entre le tuyau et la paroi de tranche ou le blindage est gal X/2 o : OD est le diamtre extrieur du tuyau (collet non compris), en mtres ; est langle de paroi de tranche non blinde mesure par rapport lhorizontale ; DN est le diamtre nominal selon NBN EN 1610. Les largeurs prises en compte pour le paiement sont celles du tableau D.6.4.a augmentes de 0,20 m.

Tableau D.6.4.b - Largeur minimale de tranche en fonction de la profondeur de tranche Pr

Profondeur de tranche Pr (m) < 1,00 1,00 < Pr < 1,75 1,75 < Pr < 4,00 4,00 < Pr Largeur minimale de tranche (OD + X) (m) Pas de largeur minimale prescrite OD + 0,80 OD + 0,90 OD + 1,00

Profondeurs Pr : elles sont mesures depuis le niveau du terrain naturel ou le niveau du fond de coffre de la voirie ou du trottoir jusquau niveau du radier des semelles des tuyaux d'gouttage ou jusqu'au fond de la tranche pour les canalisations de distribution d'eau. Pour une profondeur > 1,75 m, la largeur X prise en compte pour le paiement est gale (OD + 1,20 m).

CCT 2011

D. 31

2.

Les terrassements des chambres d'appareils et des chambres de visite se mesurent sur base d'un volume conventionnel dfini comme tant le produit de la profondeur de la fouille par une surface qui : dans le cas dune chambre circulaire est dtermine sur base du rayon dassise de la chambre augment de 60 cm ; dans le cas dune chambre rectangulaire ou carre est dtermine sur base dune largeur et dune longueur dassise de la chambre augmentes de 80 cm.

3.

Le volume des terrassements de remblai est obtenu en dfalquant du volume de dblai, le volume de la canalisation et de son enrobage. Sont galement pays sur base dun volume conventionnel de tranche parois verticales comme dfini ci-dessus, les volumes de dblai et remblai pour le remplacement de sols impropres constituer le fond de fouille, si le fonctionnaire dirigeant les juge insuffisamment portants. Lorsque le terrain n'est pas rput rocheux, l'extraction d'lments rocheux ou de massifs de maonnerie ou de bton faisant partie d'lments d'au moins 0,5 m est rmunre par un supplment sappliquant au volume effectif du rocher ou massif dsagrg. Les travaux susmentionns de dblais, le stockage, lintrieur des limites de lentreprise, des terres dblayes et le transport de celles-ci vers les lieux de remblai lintrieur des limites de lentreprise sont compris dans le poste dblai. Lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites ainsi que lanalyse de ces terres font lobjet de postes spcifiques au mtr. Dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr.

4.

5.

6.

D.6.5

Remblais laide de matriaux autocompactants rexcavables (MAR)

Le but de ce matriau est de permettre la mise en uvre dun remblai rpondant aux spcifications du D.6.4 dans des situations difficiles en assurant des performances optimales : remblais de tranches troites, daccs difficile ou inaccessibles, sans blindage ; prsence de parois irrgulires ; prsence de nombreuses installations telles que cbles, tuyaux,

En fonction du degr de difficult dexcavabilit, il existe deux classes de MAR :

Classe Rc28 jours Excavabilit MAR-1 < 0,7 MPa Facile Manuelle MAR-2 < 2,0 MPa Moyennement facile Manuelle ou lgrement mcanise

CCT 2011

D. 32

D.6.5.1

CLAUSES TECHNIQUES

Il existe deux types de produits choisir suivant la permabilit du milieu environnant : essorable (drainage naturel du milieu) ; non essorable (terrain impermable non drainant). MATERIAUX

D.6.5.2

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : -

sols pour remblai: C.1.2 ; sable : C.2 ; gravillons : C.3 ; graves : C.4 ; ciment : C.6; chaux : C.7 ; liants hydrauliques routiers : C.5 ; cendres volantes : C.51 ; filler : C.8 ; adjuvant : C.17 ; bentonite : La bentonite est une argile qui peut tre considre comme une smectite, tant essentiellement constitue de montmorillonite et d'argile. On trouve galement d'autres minraux comme le quartz, le mica, le feldspath, la pyrite ou la calcite. Les gisements de bentonites sont d'origines volcanique et hydrothermale. Le dbouch le plus important de la bentonite se situe dans les techniques du gnie civil, particulirement dans l'tanchit des difices, la construction de digues, la pose de canalisations, l'dification de tunnels, l'injection de sols, la ralisation de fondations spciales (parois moules, barrettes, pieux)... :

Composition : montmorillonite : 70 75 % ; quartz : 6 9 % ; feldspath : 1 2 % ; kaolinite : 1 2 % ; autres minraux : 5 10 %. Les donnes ci-dessus sont mesures suivant DIN dans une eau dminralise 20 pendant 24 heures. Spcifications : Absorption au bleu de mthylne : 320 20 mg/kg (VDG P 69) Teneur en eau : 9 3 % (DIN 18121) Valeurs type : Masse volumique : ca. 2,65 t/m (DIN 18124) Densit : ca. 0,75 t/m Pouvoir absorption en eau : min. 500 % (DIN 18132) Volume de gonflement : min. 25 ml/2 g Refus 63 m : max. 20 %

CCT 2011

D. 33

Refus 75 m : max. 4 % Perte au feu : 8 14 %

Rception des matriaux : Ce produit ne possde pas de systme dattestation de conformit. Livraison et entreposage : le produit est livr en vrac par camion, en big bag ou en sacs papiers ; sil nest utilis immdiatement, le produit sera protg de la pluie et du gel jusqu' sa mise en uvre. D.6.5.3 FORMULATION

Une note justificative pralable lutilisation du MAR est transmise pour approbation au fonctionnaire dirigeant 15 jours ouvrables au moins avant le dbut des travaux. La note justificative comprend au moins les informations suivantes : la courbe granulomtrique du mlange ; les caractristiques et le dosage des constituants : sable(s), gravillons, sol ; ciment, chaux ou LHR ; eau ; adjuvants ventuels ; ventuellement cendres volantes ou filler ou bentonite( utilise comme adjuvant ; cette dernire ne peut plus revenir ltat liquide lors de la prise du MAR) ; les performances du mlange : essorable ou non essorable ; louvrabilit du matriau mesur au cne dAbrams ; le dlai maximum douvrabilit du MAR (aprs introduction des additifs ventuels) ; le dlai partir duquel une empreinte de chaussure nest presque plus visible (dlai de restitution de la circulation pitonne) ; la rsistance Rc 28 jours. EXECUTION

D.6.5.4

Ce matriau est prpar en centrale de malaxage assurant un dosage des constituants suivi du malaxage de ceux-ci. Le transport ventuel se fait par camions malaxeurs. Certains additifs peuvent tre introduits sur site avant mise en uvre. Il faut veiller assurer un blocage des canalisations afin dempcher celle-ci de subir des dplacements verticaux. Lors du versage direct du MAR, les mesures sont prises pour viter toute sgrgation du produit. La mise en uvre est interdite lorsque la temprature de lair mesur sous abri, 1,5 m audessus du sol, est 5C 8 h du matin.

CCT 2011

D. 34

D.6.5.5

SPECIFICATIONS

Le matriau utilis reste excavable, suivant sa classe, aprs sa mise en uvre, tant court terme qu long terme. Il rpondra aux caractristiques suivantes selon le type choisi :
Classe Rc 28 jours MAR-1 < 0,7 MPa MAR-2 de 0,7 2,0 MPa

D.6.5.6

VERIFICATIONS

Le contrle de la compacit sur chantier peut tre mesur directement sur le remblai. Ce contrle de compactage est excut au moyen dune sonde du type CRR de faon obtenir les performances du D.6.4.2.2. La classe de rsistance (Rc) 28 jours est effectue sur cube de 15 cm de ct. Ceux-ci sont raliss sur chantier pendant la mise en uvre. Ils sont conservs sur chantier pendant un minimum de 72h. Les spcifications du D.6.5.5 doivent tre respectes. D.6.5.7 PAIEMENT

Le MAR est pay au m de remblai mis en uvre.

CCT 2011

E. 1

CHAPITRE E - SOUS-FONDATIONS ET FONDATIONS Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
E.1 E.2 TRAVAUX PREALABLES TRAVAUX PREPARATOIRES E.2.1 Pose dun gotextile E.2.1.1 Description E.2.1.2 Clauses techniques E.2.1.3 Vrifications et paiement Prparation du fond de coffre par compactage E.2.2.1 Description E.2.2.2 Clauses techniques E.2.2.2.1 Excution E.2.2.2.2 Rsultats E.2.2.3 Vrifications et paiement Traitement du sol de fond de coffre par des additifs E.2.3.1 Description E.2.3.2 Clauses techniques E.2.3.2.1 Matriaux E.2.3.2.2 Excution E.2.3.2.3 Protection du sol de fond de coffre trait E.2.3.2.4 Rsultats E.2.3.3 Vrifications E.2.3.3.1 Vrifications a priori E.2.3.3.2 Contrles dexcution E.2.3.3.3 Vrifications a posteriori E.2.3.4 Paiement Remplacement de sols impropres constituer le fond de coffre E.2.4.1 Description E.2.4.2 Clauses techniques E.2.4.3 Vrifications E.2.4.4 Paiement

E.2.2

E.2.3

E.2.4

E.3

SOUS-FONDATIONS E.3.1 E.3.2 Description Clauses techniques E.3.2.1 Matriaux E.3.2.2 Composition et granularit E.3.2.3 Excution E.3.2.4 Rsultats Vrifications E.3.3.1 Vrifications a priori E.3.3.2 Contrles dexcution E.3.3.3 Vrifications a posteriori Paiement

E.3.3

E.3.4

CCT 2011

E. 2

E.4

FONDATIONS E.4.1 Remise en tat de la sous-fondation existante E.4.1.1 Description E.4.1.2 Clauses techniques E.4.1.2.1 Matriaux E.4.1.2.2 Excution E.4.1.2.3 Rsultats E.4.1.3 Vrifications E.4.1.4 Paiement Fondations en empierrement E.4.2.1 Description E.4.2.2 Clauses techniques E.4.2.2.1 Matriaux E.4.2.2.2 Excution E.4.2.2.3 Rsultats E.4.2.3 Vrifications E.4.2.3.1 Vrifications a priori E.4.2.3.2 Contrles dexcution E.4.2.3.3 Vrifications a posteriori E.4.2.4 Paiement Fondations en sable-ciment E.4.3.1 Description E.4.3.2 Clauses techniques E.4.3.2.1 Matriaux E.4.3.2.2 Excution E.4.3.2.3 Rsultats E.4.3.3 Vrifications E.4.3.3.1 Vrifications a priori E.4.3.3.2 Contrles dexcution E.4.3.3.3 Vrifications a posteriori E.4.3.4 Rfactions E.4.3.5 Paiement Fondation en bton maigre E.4.4.1 Description E.4.4.2 Clauses techniques E.4.4.2.1 Matriaux E.4.4.2.2 Excution E.4.4.2.3 Rsultats E.4.4.3 Vrifications E.4.4.3.1 Vrifications a priori E.4.4.3.2 Contrles dexcution E.4.4.3.3 Vrifications a posteriori E.4.4.4 Rfactions E.4.4.5 Paiement Fondation en bton maigre poreux E.4.5.1 Description E.4.5.2 Clauses techniques E.4.5.2.1 Matriaux E.4.5.2.2 Excution E.4.5.2.3 Rsultats E.4.5.3 Vrifications E.4.5.3.1 Vrifications a priori E.4.5.3.2 Contrles dexcution E.4.5.3.3 Vrifications a posteriori

E.4.2

E.4.3

E.4.4

E.4.5

CCT 2011

E. 3

E.4.6

E.4.7

E.4.5.4 Rfactions E.4.5.5 Paiement Fondation en bton maigre ouvertures de drainage E.4.6.1 Description E.4.6.2 Clauses techniques E.4.5.2.1 Matriaux E.4.5.2.2 Excution E.4.5.2.3 Rsultats E.4.6.3 Vrifications E.4.6.4 Rfactions E.4.6.5 Paiement Fondation en bton autoplaant E.4.7.1 Description E.4.7.2 Clauses techniques E.4.7.2.1 Matriaux E.4.7.2.2 Type de bton et caractristiques E.4.7.2.3 Composition du bton E.4.7.2.4 Fabrication E.4.7.2.5 Transport E.4.7.2.6 Mise en uvre E.4.7.2.6.1 Travaux prparatoires E.4.7.2.6.2 Armatures E.4.7.2.6.3 Mise en uvre du bton E.4.7.2.6.4 Conditions atmosphriques E.4.7.2.6.4.1 Btonnage par temps froid E.4.7.2.6.4.2 Btonnage par temps chaud E.4.7.2.6.5 Joints E.4.7.2.6.6 Cure du bton frais E.4.7.2.7 Mise en service E.4.7.3 Renseignements fournir par lentrepreneur E.4.7.4 Exigences sur le rsultat (spcifications) E.4.7.4.1 Caractristiques de masse E.4.7.4.1.1 Viscosit (essai dcoulement V-funnel) E.4.7.4.1.2 Etalement (Slumpflow) E.4.7.4.1.3 Rsistance la sgrgation (Slumpflow) E.4.7.4.1.4 Stabilit (Slumpflow) E.4.7.4.1.5 Epaisseur E.4.7.4.1.6 Rsistance la compression E.4.7.4.1.7 Absorption deau E.4.7.4.2 Caractristiques de surface E.4.7.4.2.1 Profil de la surface E.4.7.4.2.2 Planit E.4.7.4.2.3 Constance de lpaisseur laisse pour le revtement E.4.7.4.2.4 Texture (cas dun revtement en asphalte coul) E.4.7.4.2.5 Fissures E.4.7.5 Vrifications E.4.7.5.1 Vrification a priori E.4.7.5.2 Contrles dexcution E.4.7.5.2.1 Contrles avant btonnage E.4.7.5.2.2 Contrles en cours de btonnage E.4.7.5.2.2.1 Contrle de la viscosit du bton (essai dcoulement V funnel) E.4.7.5.2.2.2 Mesure de ltalement, de la rsistance la sgrgation et de la stabilit au moyen de lessai Slumpflow (slump modifi)

CCT 2011

E. 4

E.4.8

E.4.7.5.3 Vrifications a posteriori E.4.7.5.3.1 Caractristiques de masse du bton durci E.4.7.5.3.1.1 Epaisseur E.4.7.5.3.1.2 Rsistance la compression E.4.7.5.3.1.3 Absorption deau E.4.7.5.3.2 Caractristiques de surface E.4.7.5.3.2.1 Profil de la surface E.4.7.5.3.2.2 Planit et constance de lpaisseur laisse pour le revtement E.4.7.5.3.2.3 Texture de surface E.4.7.6 Paiement Fondation en grave-bitume E.4.8.1 Description E.4.8.2 Clauses techniques E.4.8.2.1 Matriaux E.4.8.2.2 Dnominations et compositions-type E.4.8.2.3 Spcifications des graves-bitume E.4.8.2.4 Etude prliminaire du mlange E.4.8.2.5 Enregistrement E.4.8.2.6 Fabrication E.4.8.2.7 Transport E.4.8.2.8 Mise en uvre E.4.8.3 Exigences sur le rsultat (spcifications) E.4.8.3.1 Exigences sur les caractristiques de masse de la grave-bitume mise en uvre E.4.8.3.2 Exigences sur les caractristiques de surface de la fondation en gravesbitume E.4.8.3.3 Exigences sur le profil de la surface de la fondation E.4.8.4 Vrifications E.4.8.5 Paiement

CCT 2011

E. 5

E.1

TRAVAUX PREALABLES

Pralablement la mise en uvre dun gotextile ou de la sous-fondation, toute irrgularit du fond du coffre qui dpasse les tolrances admises au chapitre D des Terrassements est nivele et recompacte. Le fond de coffre est dbarrass de toute trace deau stagnante et de matriaux indsirables.

E.2

TRAVAUX PREPARATOIRES

Les travaux prparatoires peuvent comprendre les travaux suivants :

-

la pose dun gotextile; la prparation du fond de coffre par compactage; le traitement du sol par des additifs; le remplacement de terrains impropres constituer le fond de coffre.

E.2.1 E.2.1.1

Pose dun gotextile DESCRIPTION

Le gotextile doit permettre dviter la remonte de particules fines dans la sous-fondation (gotextile anticontaminant). E.2.1.2 CLAUSES TECHNIQUES

Le gotextile rpond aux prescriptions du C.12.2 (tableau C.12.2.a). E.2.1.3 VERIFICATIONS ET PAIEMENT

Les vrifications portent sur le respect des recouvrements et de la qualit du gotextile. Le paiement de la pose dun gotextile seffectue sur base de la surface recouverte du fond de coffre sans tenir compte des recouvrements. Les mesures sont excutes de faon contradictoire avant la pose de la sous-fondation.

E.2.2 E.2.2.1

Prparation du fond de coffre par compactage DESCRIPTION

Amlioration de la portance du fond du coffre par compactage avant la pose ventuelle dun gotextile.

CCT 2011

E. 6

E.2.2.2 E.2.2.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Excution

Le fond de coffre n'est compact que sur ordre du fonctionnaire dirigeant, aprs vrification de la portance naturelle. L'entrepreneur prend toutes les dispositions pour ne pas endommager la portance du sol. La restitution ventuelle de la portance lorsqu'elle est endommage par lentrepreneur, est une charge d'entreprise. Lorsque la portance du fond de coffre est insuffisante (< 17 MPa) un compactage complmentaire ne peut tre appliqu que par un compactage statique (sans vibrations). E.2.2.2.2 Rsultats

Le coefficient de compressibilit M1 du fond de coffre est gal ou suprieur 17 MPa. Si la portance ne peut tre atteinte par suite des caractristiques du sol, l'entrepreneur soumet lapprobation du fonctionnaire dirigeant une technique damlioration de la portance du fond de coffre. E.2.2.3 VERIFICATIONS ET PAIEMENT

La portance du fond de coffre est vrifie par des essais la plaque 1. Le nombre dessais effectuer est 1 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m, avec un minimum de 3 par zone de travaux d'un seul tenant. Le paiement de la prparation du fond de coffre s'effectue sur base de la surface compacte.

E.2.3 E.2.3.1

Traitement du sol de fond de coffre par des additifs DESCRIPTION

Traitement du sol de fond de coffre en vue damliorer ses caractristiques de compactage et de portance immdiate ou court terme. E.2.3.2 E.2.3.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

L'additif utilis est : 1

de la chaux vive ou teinte conforme au C.7 pour les sols limoneux et argileux;
La plaque de 200 cm est utilise sur : - les sols limoneux ou argileux ne contenant pas d'lments de dimension suprieure 40 mm; - les graves et les empierrements de calibre infrieur 40 mm. La plaque de 750 cm est obligatoirement utilise sur : - les sables; - les sols et autres matriaux contenant des lments de dimension suprieure 40 mm; - les graves et les empierrements de calibre suprieur 40 mm.

CCT 2011

E. 7

du ciment conforme au C.6 pour les sols sableux; un liant hydraulique routier conforme au C.5.

Le choix et le dosage de lagent de traitement sont dtermins selon les procdures prvues dans le guide pratique du Centre de recherches routires (complment n 3 au Code de bonne Pratique R81/10). Ce document peut tre tlcharg gratuitement du site www.crr.be). E.2.3.2.2 A) In situ A.1 Epandage L'additif est pandu mcaniquement de manire uniforme par bandes longitudinales successives. Chaque bande recouvre la prcdente sur une largeur de 10 cm. La quantit de ladditif ajoute ne s'carte pas de plus de 20 % du dosage prescrit. La rgularit du dosage est obtenue indpendamment de la vitesse des engins. Les engins d'pandage sont pourvus de dispositifs spciaux pour rduire au maximum la production de poussire. En cas de pluie soudaine intervenant en cours d'excution, l'pandage est immdiatement arrt. Un premier malaxage et un lissage des surfaces dj traites sont effectus. A la reprise des travaux, le malaxage est achev, avec pandage complmentaire d'additif, rendu ncessaire par la nouvelle teneur en eau. Les sols non traits, le sont avec des dosages compatibles avec la teneur en eau. A.2 Malaxage Le sol et ladditif sont malaxs immdiatement de faon homogne sur une paisseur dtermine par le cahier spcial des charges. A dfaut, cette paisseur est fixe 30 cm. Tant que le mlange nest pas homogne (couleur et structure uniforme sur toute lpaisseur), le malaxage doit tre poursuivi par des passages complmentaires du malaxeur. A.3 Compactage Le compactage est ralis en deux phases. Dans un premier temps, le mlange est compact au rouleau vibrant jusqu refus et dans un deuxime temps le compactage est finalis par un compacteur pneus ou quivalent (statique) aprs un nivelage ou profilage ventuel. Les mlanges au ciment ou aux liants hydrauliques routiers sont compacts dans un dlai maximal de 2 heures tandis que les mlanges la chaux peuvent profiter dun temps sec daration jusqu 4 heures. En fin de journe de travail, toutes les zones traites doivent tre compactes. Excution

CCT 2011

E. 8

A.4 Conditions mtorologiques En cas de vent fort, de pluie persistante ou lorsque la temprature au sol est infrieure 4C, le traitement est interrompu. En cas de gel, les couches ventuellement dcompactes lors du dgel sont racles jusquau sol dur et sont vacues du chantier. Dans aucun cas, elles ne peuvent tre rutilises ou retraites. B) En centrale B.1 Malaxage Linstallation de malaxage doit permettre lalimentation en produit de traitement de manire respecter le dosage envisag. Le dosage ne peut diffrer de 20 % de la valeur prescrite. Le mlange doit tre homogne en couleur et en structure. B.2 Stockage du mlange Les mlanges la chaux peuvent tre stocks en tas sur le lieu de traitement pendant une priode maximale de 3 mois. La surface extrieure du tas est lgrement lisse afin de le protger contre les prcipitations et dassurer un coulement des eaux superficielles pendant la priode de stockage. Le stockage des mlanges au ciment ou aux liants hydrauliques routiers est interdit. Ils sont mis en uvre dans un dlai de maximum 2 heures. B.3 Compactage Les mlanges sont compacts en couches de 40 cm dpaisseur maximale. Les prescriptions du E.2.3.2.2.A.3 sont dapplication. B.4 Conditions mtorologiques Les prescriptions du E.2.3.2.2.A.4 sont dapplication. E.2.3.2.3 Protection du sol de fond de coffre trait

La protection consiste en l'application, au plus tard en fin de journe, d'une mulsion de bitume type C60B1 conforme au C.9.5.2, raison de 0,7 l/m, suivie d'un sablage au sable conforme au C.2.2, raison de 3 kg/m. E.2.3.2.4 Rsultats

Le coefficient de compressibilit M1 du fond du coffre est, au plus tard 24h aprs le compactage, gal ou suprieur 17 MPa.

CCT 2011

E. 9

E.2.3.3 E.2.3.3.1

VERIFICATIONS Vrifications a priori

La conformit des additifs est vrifie. E.2.3.3.2 Contrles dexcution

Ces contrles portent sur : l'paisseur de la couche traite; le temps s'coulant entre le malaxage et le compactage; le respect des prescriptions d'excution complmentaires (conditions mtorologiques, pandage, malaxage, mesures de scurit, protection contre la dessiccation). Vrifications a posteriori

E.2.3.3.3

La portance est vrifie par des essais la plaque. Le nombre dessais effectuer est de 1 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m, avec un minimum de 3 par zone de travaux d'un seul tenant. Si la valeur impose n'est pas atteinte, le sol est recompact (en cas d'utilisation de chaux) ou remplac et compact (en cas d'utilisation de ciment ou de liant hydraulique routier). E.2.3.4 PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base du volume de terres traites et de la quantit d'additifs utilise conformment au dosage fix ou modifi aprs essais en laboratoire. La pose de la protection est incluse dans le prix.

E.2.4 E.2.4.1

Remplacement de sols impropres constituer le fond de coffre DESCRIPTION

Remplacement de sols impropres par des matriaux susceptibles de fournir la portance dsire. E.2.4.2 CLAUSES TECHNIQUES

Les matriaux de remplacement sont proposs par lentrepreneur pour autant que la portance aprs compactage soit suffisante. La proposition est soumise lapprobation du fonctionnaire dirigeant. L'paisseur du terrain impropre remplacer est fixe de commun accord entre le fonctionnaire dirigeant et lentrepreneur. Le coefficient de compressibilit M1 est gal ou suprieur 17 MPa. En cas dchec, le matriau doit tre remplac charge de lentrepreneur.

CCT 2011

E. 10

E.2.4.3

VERIFICATIONS

Les contrles d'excution portent sur l'paisseur du terrain remplacer. La vrification de la portance est effectue par des essais la plaque, conformment aux prescriptions dcrites dans le E.2.2.3. Le nombre dessais effectuer est de 1 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m, avec un minimum de 3 par zone de travaux d'un seul tenant. E.2.4.4 PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base du volume de terres remplaces. L'vacuation et la mise en dcharge y compris les ventuelles taxes de dversage, et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr, en fonction du type de pollution. Les remblais correspondants (matriaux de remplacement) sont repris dans un poste spcifique du mtr.

CCT 2011

E. 11

E.3 E.3.1

SOUS-FONDATIONS Description

La sous-fondation appartient lun des 3 types suivants : - type 1 : sous-fondation en sable. En vue damliorer la portance et la traficabilit, la couche suprieure de ce type de sous-fondation peut tre compose dun mlange homogne de sable et de gravillons. Le calibre de ce mlange est de 0/40. - type 2 : sous-fondation en mlange homogne de sable et de gravillons pour sousfondations. La granulomtrie est du type continu de calibre 0/56. - type 3 : sous-fondation en sol stabilis. Il sagit dun sol trait in situ ou en centrale. Le sol traiter peut tre mis disposition par le pouvoir adjudicateur ou peut tre proprit de lentrepreneur.

E.3.2 E.3.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sol trait : C.1.2 ; sables naturels : C.2.2 ; sables artificiels et recycls : C.2.3 ; gravillons naturels : C.3.2 ; gravillons artificiels et recycls : C.3.3 ; ciment : C.6 ; chaux pour traitement des sols : C.7.2.1 ; liant hydraulique routier : C.5.

Matriaux artificiels et recycls autoriss dans les sous-fondations : sables : C.2.4.2.1 ; gravillons : C.3.4.1.1. COMPOSITION ET GRANULARITE

E.3.2.2 -

Sous-fondation type 1 : Dans le cas o la sous-fondation est ralise en 1 couche : le sable est un sable de sous-fondation suivant les prescriptions du C.2.4.2.

CCT 2011

E. 12

Dans le cas o la sous-fondation est ralise en 2 couches : la couche infrieure est un sable de sous-fondation, tandis que la couche suprieure est un mlange homogne rpondant aux prescriptions suivantes :
Ouvertures des mailles (mm) 80 40 20 16 2 0,063 Passants cumuls (% de la masse sche) 100 75 99 47 87 30 75 15 75 07

Ce mlange correspond au type 0/40 UF7 OC75 GV de la norme NBN EN 13285. La teneur en matires organiques du mlange est infrieure 1 %. Si la portance (35 MPa) ne peut pas tre atteinte, la couche peut tre, charge de lentrepreneur, traite au ciment raison de 3 % en masse. Sous-fondation type 2 : Les couches sont composes dun mlange homogne de sable pour sous-fondation et de gravillons. La granularit rpond au tableau repris ci-aprs :
Ouvertures des mailles (mm) 80 56 31,5 16 8 0,063 Passants cumuls (% de la masse sche) 100 85 99 50 90 30 75 15 60 07

Ce mlange correspond au type 0/56 UF7 OC85 Gu de la norme NBN EN 13285. Sous-fondation type 3 : Les caractristiques du sol et la nature et le dosage de lagent de traitement sont dtermins par une tude en laboratoire conformment aux procdures dcrites dans le guide pratique du Centre de Recherches routires (complment n 2 au Code de bonne Pratique R81/10 ce document peut tre tlcharg gratuitement du site www.crr.be). Les prescriptions du E.2.3.2.2.A) et B) et du E.2.3.2.3 sont dapplication. E.3.2.3 EXECUTION

Les matriaux sont pandus par couches et compacts mcaniquement. La dimension de llment pierreux le plus gros ne peut tre suprieure aux 2/3 de lpaisseur des couches mises en uvre.

CCT 2011

E. 13

Si une sgrgation des matriaux est constate, au cours de lpandage, ceux-ci sont remlangs. Larrosage ventuel des matriaux se fait pendant les oprations, de faon obtenir une teneur en eau homogne. Le profilage de la sous-fondation se ralise en surpaisseur, suivi dun nivellement final. E.3.2.4 1. Portance RESULTATS

Le coefficient de compressibilit M1, doit tre gal ou suprieur 35 MPa. 2. Niveau de surface

Les niveaux de surface de la sous-fondation respectent les profils en long et en travers prescrits. Des tolrances locales de + 2 cm sont admises pour autant qu'elles soient compatibles avec les tolrances en moins des couches sus-jacentes. 3. Rgularit de surface

Les dfauts de planit ne peuvent dpasser 2 cm.

E.3.3 E.3.3.1

Vrifications VERIFICATIONS A PRIORI

La conformit des matriaux et des mlanges est vrifie. E.3.3.2 CONTROLES D'EXECUTION

Ces contrles portent sur : la propret de la surface de pose; l'paisseur des couches mises en uvre; l'homognit des matriaux pandus. VERIFICATIONS A POSTERIORI

E.3.3.3 1. Portance

La vrification de la portance est effectue par des essais la plaque, conformment aux prescriptions dcrites dans le E.2.2.3. Le nombre dessais effectuer est de 1 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m, avec un minimum de 3 par zone de travaux d'un seul tenant.

CCT 2011

E. 14

Si la valeur impose n'est pas atteinte, la sous-fondation est recompacte (sauf pour la sousfondation de type 3). 2. Niveau de surface

Les niveaux sont vrifis par mesurages topographiques. Lorsque les niveaux raliss ne correspondent pas aux niveaux prescrits ou lorsque les tolrances autorises sont dpasses, la sous-fondation est reprofile et recompacte. 3. Rgularit de surface

Les dfauts de planit sont mesurs la rgle de 3 m. Aux endroits o la tolrance est dpasse, la sous-fondation est rectifie par reprofilage et compactage.

E.3.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base du volume des couches de sous-fondation ralises. Les surfaces des trappillons ou autres accessoires ne sont pas dfalques.

CCT 2011

E. 15

E.4 E.4.1 E.4.1.1

FONDATIONS Remise en tat de la sous-fondation existante DESCRIPTION

Ces travaux ne sont effectus que lorsqu'une sous-fondation est maintenue aprs dmolition de la fondation d'une chausse ou de toute autre partie revtue existante. E.4.1.2 E.4.1.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux ou mlanges de matriaux fournir rpondent aux prescriptions du E.3.2.1. E.4.1.2.2 Excution

Aprs dmolition de la fondation existante, la portance de la sous-fondation est vrifie par des essais la plaque, conformment aux prescriptions dcrites dans le E.3.3.3. Si les valeurs requises ne sont pas atteintes, une solution est fixe de commun accord entre le fonctionnaire dirigeant et lentrepreneur. Dans le cas de sous-fondations lies, la remise en tat consiste en un reprofilage et compactage. La fourniture ventuelle de matriaux neufs due un excs de dmolition de la fondation et entamant la sous-fondation, est une charge d'entreprise. E.4.1.2.3 Rsultats

Les prescriptions du E.3.2.4 sont d'application. E.4.1.3 VERIFICATIONS

Les prescriptions du E.3.3 sont d'application. E.4.1.4 PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base de la surface excute. Les surfaces des trappillons ou autres accessoires ne sont pas dfalques.

CCT 2011

E. 16

E.4.2 E.4.2.1 1.

Fondations en empierrement DESCRIPTION

Empierrements granularit continue de type I ou II non-traits La granulomtrie des mlanges est donne dans le tableau ci-dessous :
Ouvertures des mailles (mm) 56 40 20 10 4 2 1 0,500 0,063 Passants cumuls (% de la masse sche) granulomtrie Type I (0/40 mm) Type II (0/20 mm) 100 90 99 100 55 85 80 99 35 65 55 85 22 50 35 65 15 40 22 50 10 35 15 40 0 20 10 35 07 07

Ces compositions granulomtriques correspondent respectivement aux types 0/40 UF7 OC90 GA et 0/20 UF7 OC80 GA de la norme NBN EN 13285. Ils sont composs d'une ou plusieurs couches d'un mlange : de gravillons naturels ou artificiels ou recycls concasss; de sable naturel ( C.2.2) ou artificiel ou recycl; d'lments fins de dimension infrieure ou gale 0,063 mm; d'eau conforme la norme NBN EN 1008.

Matriaux artificiels et recycls autoriss dans les fondations en empierrements : sables : C.2.4.2.1. Les sables de concassage peuvent sutiliser comme matriau de remplissage ou en remplacement du sable; gravillons : C.3.4.2.1.

Les agrgats denrobs bitumineux sont admis une teneur maximum de 30 % de la masse des granulats. Lutilisation de concasss de dbris de maonnerie est interdite. 2. Empierrements granularit continue de type I ou II traits Ils sont composs d'une ou plusieurs couches d'un mlange : de gravillons naturels ou artificiels ou recycls concasss; de sable naturel ou artificiel ou recycl; d'lments fins de dimension infrieure ou gale 0,063 mm;

CCT 2011

E. 17

d'eau conforme la norme NBN EN 1008 ; de ciment.

Matriaux artificiels et recycls autoriss dans les fondations en empierrements stabiliss : sables : C.2.4.2.1 ; gravillons : C.3.4.2.1.

La dose en ciment est de 3 4,5 % de la masse sche des granulats. En cas dutilisation de concasss de dbris de concasss mixtes, lemploi de ciment HSR et LA est conseill. 3. Empierrement granulomtrie discontinue de type III G (empierrement discontinu trait en pntration) La couche dempierrement granulomtrie discontinue de type III G (empierrement discontinu trait en pntration) est compose : de pierres concasses de calibre 20/31,5 ; de pierres concasses de calibre 4/6,3 (paisseur 6 cm); de liant bitumineux : mulsion D1 (mulsion cationique C 67 B1 pour enduit) ou bitume flux. CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

E.4.2.2 E.4.2.2.1

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant. Le mlange des lments infrieurs 0,400 mm ( l'exception des additifs) prsente des limites d'Atterberg non mesurables. E.4.2.2.2 Excution

Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, lpaisseur compacte est de 22 cm. 1. Empierrement granularit continue type I ou II non traits

Les mlanges sont effectus en centrale ou dans une installation de concassage de dbris. L'entrepreneur prend toutes les mesures ncessaires lors du transport et du dchargement sur chantier pour assurer la teneur en eau de l'empierrement lors de sa mise en uvre. Les couches sont pandues mcaniquement, en paisseur uniforme et sont compactes immdiatement.

CCT 2011

E. 18

2.

Empierrement granularit continue type I ou II trait au ciment

Les mlanges sont effectus et rpandus comme les empierrements non traits. Une protection est ncessaire conformment aux prescriptions du E.2.3.2.3, directement aprs compactage. 3. Empierrement granulomtrie discontinue de type III G (empierrement discontinu trait en pntration) Pour lexcution de lempierrement granulomtrie de type III G, les tapes successives suivantes sont excutes : 3.1. Excution de la couche dempierrement discontinu traiter en pntration Epandage et compactage dune couche dempierrement 20/31,5. Epandage et compactage dune couche de gravillons 4/6,3 uniformment pandus mcaniquement raison de 5 kg/m. Cette couche dempierrement discontinu est compacte. Elle possde, aprs compactage, une paisseur nominale de 6 cm.

3.2. Traitement en pntration Traitement en pntration raison de minimum 4 kg/m de liant rsiduel rpandu mcaniquement et de 15 kg/m de gravillons 4/6,3 pandus mcaniquement et immdiatement cylindrs. E.4.2.2.3 1. Portance Rsultats

Le coefficient de compressibilit M1 est suprieur ou gal 110 MPa. Pour les voiries non soumises au trafic automobile (pistes cyclables, chemins pitonniers), le coefficient M1 peut tre ramen 80 MPa au minimum. 2. Niveau de surface

Les niveaux de surface de la fondation respectent les profils en long et en travers prescrits. Des tolrances locales de + 1 cm sont admises pour autant qu'elles soient compatibles avec les tolrances en moins des couches sus-jacentes. 3. Rgularit de surface

Les dfauts de planit ne peuvent dpasser 1,5 cm.

CCT 2011

E. 19

E.4.2.3 E.4.2.3.1

VERIFICATIONS Vrification a priori

La conformit des matriaux et des additifs est effectue. E.4.2.3.2 Contrles dexcution

Les contrles portent sur : la propret de la surface de pose; l'paisseur des couches mises en uvre; l'homognit des matriaux pandus; le dosage et la granularit des mlanges contrls en laboratoire suivant les spcifications de la norme NBN EN 933-1. Vrifications a posteriori

E.4.2.3.3 1. Portance

La vrification de la portance est effectue par des essais la plaque, conformment aux prescriptions dcrites dans le E.4.2.2.3. Ces essais sont effectus au plus tard dans les 72 heures qui suivent la mise en uvre des fondations traites au ciment. Le nombre dessais effectuer est de 1 par 1 000 m ou fraction restante de 1 000 m, avec un minimum de 3 par zone de travaux d'un seul tenant. Aux endroits o la valeur impose n'est pas atteinte, la fondation est retraite jusqu obtention du rsultat demand. 2. Niveau de surface

Les niveaux sont vrifis par mesurages topographiques. Lorsque les niveaux raliss ne correspondent pas aux niveaux prescrits ou lorsque les tolrances locales sont dpasses, la fondation est rectifie et recompacte. En cas d'apport de matriaux, la fondation sans additifs est scarifie sur une profondeur de 6 cm avant le recompactage. En cas de fondation stabilise au ciment, un raclage et une substitution sur 6 cm prcdent la restauration de la fondation. 3. Rgularit de surface

Les dfauts de planit sont mesurs la rgle de 3 m. Aux endroits o la tolrance est dpasse, la fondation est rectifie comme dfini au point 2 ci-dessus. E.4.2.4 PAIEMENT

Le paiement seffectue sur base du volume des couches de fondation ralises. Les surfaces des trappillons ou autres accessoires ne sont pas dfalques.

CCT 2011

E. 20

E.4.3 E.4.3.1

Fondations en sable-ciment DESCRIPTION

Fondation compose d'un mlange homogne de sable, de ciment, et deau. E.4.3.2 E.4.3.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sables naturels : C.2.2 ; sables artificiels et recycls : C.2.4.3.1 ; ciment : C.6 ; mulsion type C60B1 : C.9.5.2 ; eau : conforme la norme NBN EN 1008. Excution

E.4.3.2.2 1.

Fabrication

Le mlange se fait obligatoirement dans une centrale de malaxage. La teneur en eau du mlange est comprise entre 6 et 11 % de la masse sche des constituants. 2. Mise en uvre

L'entrepreneur prend toutes les mesures ncessaires lors du transport et du dchargement sur chantier pour assurer la teneur en eau du sable-ciment lors de sa mise en uvre. La mise en uvre est interdite lorsque la temprature de lair mesure sous abri, 1,5 m du sol, est 1C 8 heures du matin ou -3C durant la nuit. La fondation est excute en couches dpaisseur maximale de 20 cm. Sauf prescriptions contraires dans le cahier des charges, lpaisseur nominale est de 15 cm en trottoir et de 20 cm en voirie. Sous les revtements bitumineux, une prfissuration est requise avec un intervalle, par dfaut, de 20 m. Le mode de prfissuration est soumis laccord du fonctionnaire dirigeant au moins 15 jours avant le dbut des travaux. En fin de journe, la fondation est limite par un plan vertical au moyen dun coffrage ou dun dispositif similaire contre lequel vient buter le sable stabilis. 3. Protection

La protection contre la dessiccation du sable-ciment compact doit toujours tre ralise, sauf pour les trottoirs, et ce conformment aux prescriptions du E.2.3.2.3 et directement aprs compactage.

CCT 2011

E. 21

Cette protection peut, pour les sables stabiliss, tre remplace par le maintien humide de la surface pendant 72 heures. En cas de gel, la protection est assure efficacement pendant 7 jours aprs la mise en uvre du sable stabilis. La temprature au niveau suprieur de la fondation ne peut descendre en dessous de +1C. 4. Mise en service

Toute circulation sur le sable-ciment est interdite pendant les 7 jours qui suivent la mise en uvre, sauf accord ou demande explicite du fonctionnaire dirigeant. E.4.3.2.3 1. Rsultats

Rsistance la compression

Sur le chantier, partir dun chantillon alatoire dune production journalire donne (not dans le journal des travaux), sont fabriques six prouvettes dessai du type Proctor normal. Ces chantillons seront immdiatement transports au laboratoire o ils seront dmouls et conservs dans une chambre humide. Aprs 7 jours, la rsistance la compression sera dtermine sur 3 prouvettes. La rsistance moyenne la compression (des 3 essais) aprs 7 jours devra tre au minimum de 3 MPa. Au cas o la rsistance la compression est insuffisante, lentrepreneur a droit un contreessai. Comme contre-essai, la rsistance la compression sera dtermine sur base des 3 prouvettes restantes, aprs 28 jours. La rsistance moyenne la compression doit tre au minimum de 4,5 MPa. 2. Niveau de surface

Les prescriptions du E.4.2.2.3.2 sont dapplication. 3. Rgularit de la surface

Les prescriptions du E.4.2.2.3.3 sont dapplication. 4. Epaisseur

Lpaisseur individuelle doit tre au minimum gale 90 % de lpaisseur nominale. Lpaisseur moyenne est suprieure ou gale lpaisseur nominale. E.4.3.3 E.4.3.3.1 VERIFICATIONS Vrification a priori

La conformit des matriaux et des additifs.

CCT 2011

E. 22

E.4.3.3.2 -

Contrles dexcution

La propret de la surface de pose. Lpaisseur des couches mises en uvre. Le niveau de surface. La rgularit de surface. Vrifications a posteriori

E.4.3.3.3 1.

Rsistance la compression

La vrification porte sur les rsultats des essais du E.4.3.2.3. 2. Niveau de surface

Les niveaux sont vrifis par mesurages topographiques. Lorsque les niveaux raliss ne correspondent pas aux niveaux prescrits la fondation est dmonte. 3. Rgularit de la surface

Les prescriptions du E.4.2.3.3.3 sont dapplication. E.4.3.4 1. REFACTIONS

Rsistance la compression

Si la valeur moyenne nest pas obtenue, mais est quand mme plus leve que 60 % de la rsistance moyenne la compression exige, une rfaction sera applique sur la production journalire reprsentative comme suit : entre 60 % et 100 % de la rsistance la compression demande, le nouveau prix unitaire sera calcul linairement de 0 % (0,00 ) 100 % du prix de la soumission. Si la moyenne obtenue est plus petite que 60 % de la rsistance la compression exige, le travail de cette journe ne sera pas accept et la couche de sable-ciment sera dmolie et remplace aux frais de lentrepreneur (y compris les matriaux poss, par exemple les pavs en bton, les pavs naturels ou les autres revtements ventuels). E.4.3.5 PAIEMENT

Le paiement seffectue sur base du volume mis en uvre. Les surfaces des trappillons ou autres accessoires ne sont pas dfalques.

CCT 2011

E. 23

E.4.4 E.4.4.1

Fondation en bton maigre DESCRIPTION

Le bton maigre est obtenu par mlange de : gravillons naturels, artificiels ou recycls; sables naturels ou sables artificiels ; ciment : en cas dutilisation de concasss mixtes, lutilisation de ciment haute rsistance aux sulfates (HSR) et teneur limite en alcalis (LA) est conseille. eau; (ventuellement) adjuvants.

Les btons maigres sont ventuellement arms dun treillis en acier de la qualit BE 500S : 6 x 75 x 75 mm; ou 8 x 100 x100 mm; ou 10 x 150 x 150 mm. CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

E.4.4.2 E.4.4.2.1

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sables naturels : C.2.2 ; sables artificiels : C.2.3 ; gravillons : C.3.2 et C.3.3 ; ciment : C.6 ; chaux : C.7 ; mulsion type C60B1 : C.9.5.2; chlorure de calcium : C.21 ; eau : conforme la NBN EN 1008.

Matriaux artificiels et recycls autoriss dans les fondations en bton maigre : sables : C.2.4.4.1 ; gravillons : voir C.3.4.3.1.

Lutilisation de concasss de dbris de maonneries et de scories BOF est interdite. E.4.4.2.2 1. Excution

Fabrication

Les mlanges sont effectus en centrale dont la capacit est suffisante pour suivre la cadence du chantier. Pour les btons maigres, la teneur en eau ne dpasse pas 8 % de la masse du mlange sec.

CCT 2011

E. 24

L'entrepreneur prend toutes les mesures ncessaires lors du transport et du dchargement sur chantier pour assurer la teneur en eau du bton maigre lors de sa mise en uvre. 2. Mise en uvre

La mise en uvre est interdite lorsque la temprature de lair mesure sous abri, 1,5 m du sol, est 1C 8 heures du matin ou -3C durant la nuit. La mise en uvre du bton maigre est faite en une seule couche. Sauf prescriptions contraires dans le cahier des charges, lpaisseur nominale est de 20 cm. Le compactage doit tre termin le plus rapidement possible (dans les quatre heures dater de la fabrication du mlange). A la fin de la journe de travail, l'entrepreneur limite la fondation excute par un plan vertical. Les documents du march prcisent si une prfissuration est requise et fixent le pas de celleci. Le mode de prfissuration est soumis laccord du fonctionnaire dirigeant au moins 15 jours avant le dbut des travaux. 3. Protection

Les prescriptions complmentaires pour la protection contre la dessiccation du E.2.3.2.3 sont dapplication. Cette protection n'est pas obligatoire pour les fondations des lments linaires et des trottoirs. 4. Mise en service

Toute circulation sur le bton est interdite pendant les 7 jours qui suivent la mise en uvre, sauf accord ou demande explicite du fonctionnaire dirigeant. E.4.4.2.3 1. Rsultats

Rsistance la compression simple

La rsistance nominale exige est : Rnom = 12 MPa. La rsistance moyenne Rm des carottes de 100 cm de section (les carottes et leur prlvement sont conformes la NBN EN 12504-1), au moins 90 jours, sont au moins gales Rnom. La rsistance individuelle Ri des carottes de 100 cm de section (lancement conforme la NBN EN 12504-1), au moins 90 jours, est au moins gale 9 MPa. 2. Niveau de surface

Les niveaux de surface de la fondation doivent respecter les profils en long et en travers prescrits. Des tolrances locales de + 1 cm sont admises.

CCT 2011

E. 25

3.

Rgularit de surface

Les dfauts de planit ne peuvent dpasser 1 cm. 4. Epaisseur

Lpaisseur individuelle doit tre au minimum gale 90 % de lpaisseur nominale. Lpaisseur moyenne est suprieure ou gale lpaisseur nominale. E.4.4.3 E.4.4.3.1 VERIFICATIONS Vrifications a priori

La conformit des btons est vrifie. E.4.4.3.2 Contrles dexcution

Les contrles portent sur : le matriel; la propret du fond de coffre; l'alignement et la fixation des coffrages ou des fils de guidage ainsi que sur leur niveau; les paisseurs du bton; la prise en compte des conditions atmosphriques; le dosage des matriaux; la protection du bton; le niveau de surface; la rgularit de surface. Vrifications a posteriori

E.4.4.3.3 1.

Rsistance la compression simple

Cette vrification s'effectue sur les carottes fores. Il est prlev alatoirement une srie de carottes de section 100 cm raison dune carotte par 200 m pour les fondations dlments linaires avec un minimum de trois carottes; et de une carotte par 1 000 m pour les fondations de revtements, avec un minimum de trois carottes. Les carottes sont conserves en laboratoire, en atmosphre humide sature, une temprature de 20C pendant au moins 10 jours avant les essais. 2. Niveau de surface

Les niveaux sont vrifis par mesurages topographiques. Lorsque les niveaux raliss ne correspondent pas aux niveaux prescrits la fondation est dmonte. 3. Rgularit de surface

Les dfauts de planit sont mesurs la rgle de 3 m.

CCT 2011

E. 26

4.

Epaisseur

Le contrle de lpaisseur est ralis sur les carottes prleves pour la vrification des rsistances la compression. E.4.4.4 REFACTIONS

Rsistance la compression simple non conforme : Rw Rnom Rnom ind Ri Rm P V N = = = = = = = = Rfaction rsistance nominale rsistance nominale individuelle rsistance individuelle rsistance moyenne prix unitaire de la soumission volume total de la journe nombre dchantillons prlevs

Lorsque la rsistance moyenne est infrieure la rsistance nominale, une rfaction est applique sur le volume total de la journe selon la ou les formules ci-aprs : 1. Si 0,8 . Rnom Rm < Rnom

R W = 25 P . V . (1
2. Si Rm < 0,8 . Rnom
R W =P . V

Rm 2 ) R nom

Lorsque la rsistance individuelle est infrieure la rsistance nominale, une rfaction est V applique, pour chaque chantillon insuffisant, sur la fraction du volume de la journe N suivant les formules ci-aprs. :
1. Si 0,7 . Rnom ind Ri < 0,9 . Rnom ind

R
2.

= 25

Ri P.V (0,9 )2 N R nom ind

Si Ri < 0,7 . Rnom ind R W =P V N

E.4.4.5

PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base des volumes excuts, dduction faite de la rfaction applique conformment aux prescriptions ci-avant. La rfaction applique est la plus stricte des deux rfactions obtenues par le calcul des valeurs moyennes et individuelles.

CCT 2011

E. 27

E.4.5 E.4.5.1

Fondation en bton maigre poreux

DESCRIPTION

Le bton maigre poreux est un bton de ciment trs permable dont le squelette pierreux est de granulomtrie discontinue.

E.4.5.2 E.4.5.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les fondations en bton maigre poreux sont composes dun mlange de matriaux qui rpondent aux prescriptions du chapitre C : gravillons : C.3.4.3 ; sable : C.2.4.4 ; ciment : C.6, type CEM I ou CEM III/A classe de rsistance 42,5 ; eau : conforme la norme NBN EN 1008. Excution

E.4.5.2.2
1.

Fabrication

Les mlanges sont effectus en centrale dont la capacit est suffisante pour suivre la cadence du chantier. 2. Mise en uvre

La mise en uvre est interdite lorsque la temprature de lair mesure sous abri, 1,5 m du sol, est 1 C 8 heures du matin ou -3 C durant la nuit. La mise en uvre du bton et la finition de la surface sont excutes mcaniquement en une seule couche. Sauf prescriptions contraires dans le cahier des charges, lpaisseur nominale est de 20 cm. Lpandage seffectue en continu par une machine qui rgle la hauteur du matriau foisonn au niveau qui permettra, aprs compactage, datteindre la cote dsire. Le compactage doit tre termin le plus rapidement possible (dans les quatre heures dater de la fabrication du mlange). Pour les trottoirs en bordure de btiments, lemploi du bton maigre poreux est interdit afin dviter dventuels problmes dinfiltration. Les documents du march prcisent si une prfissuration est requise et fixent le pas de celleci. Le mode de prfissuration est soumis laccord du fonctionnaire dirigeant au moins 15 jours avant le dbut des travaux. A la fin de la journe de travail, l'entrepreneur limite la fondation excute par un plan vertical.

CCT 2011

E. 28

3.

Protection

Les prescriptions complmentaires pour la protection contre la dessiccation du E.4.3.2.2.3 sont dapplication. 4. Mise en service

Toute circulation sur le bton est interdite pendant les 7 jours qui suivent la mise en uvre, sauf accord ou demande explicite du fonctionnaire dirigeant.

E.4.5.2.3
1.

Rsultats

Rsistance la compression simple

La rsistance nominale exige est : Rnom = 12 MPa. La rsistance moyenne Rm des carottes de 100 cm de section (les carottes et leur prlvement sont conformes la NBN EN 12504-1), au moins 90 jours, sont au moins gales Rnom. La rsistance individuelle Ri des carottes de 100 cm de section (lancement conformes la norme NBN EN 12504-1), au moins 90 jours, est au moins gale 9 MPa. 2. Permabilit

La permabilit, mesure sur carottes de 100 cm extraites de la fondation, est suprieure 4.10-4 m/s sur toutes les carottes. 3. Niveau de surface

Les niveaux de surface de la fondation doivent respecter les profils en long et en travers prescrits. Des tolrances locales de + 1 cm sont admises. 4. Rgularit de surface

Les dfauts de planit ne peuvent dpasser 1 cm. 5. Epaisseur

Lpaisseur individuelle doit tre au minimum gale 90 % de lpaisseur nominale. Lpaisseur moyenne est suprieure ou gale lpaisseur nominale.

E.4.5.3 E.4.5.3.1

VERIFICATIONS Vrifications a priori

La conformit des btons est vrifie.

CCT 2011

E. 29

E.4.5.3.2

Contrles dexcution

Les contrles portent sur : le matriel; la propret du fond de coffre; l'alignement et la fixation des coffrages ou des fils de guidage ainsi que sur leur niveau; les paisseurs du bton; la prise en compte des conditions atmosphriques; le dosage des matriaux; la protection du bton; le niveau de surface; la rgularit de surface. Vrifications a posteriori

E.4.5.3.3
1.

Rsistance la compression simple

Cette vrification seffectue sur les carottes fores. Il est prlev une carotte par 1000 m de fondation, avec un minimum de 3 carottes. Les carottes sont conserves en laboratoire, en atmosphre humide sature, une temprature de 20C pendant au moins 10 jours avant les essais. 2. Permabilit

La permabilit, mesure sur carottes de 100 cm extraites de la fondation, est suprieure 4.10-4 m/s sur toutes les carottes. 3. Niveau de surface

Les niveaux sont vrifis par mesurages topographiques. Lorsque les niveaux raliss ne correspondent pas aux niveaux prescrits la fondation est dmonte. 4. Rgularit de surface

Les dfauts de planit sont mesurs la rgle de 3 m. 5. Epaisseur

Le contrle de lpaisseur est ralis sur les carottes prleves pour la vrification des rsistances la compression.

CCT 2011

E. 30

E.4.5.4
1.

REFACTIONS

Rsistance la compression

Les prescriptions du E.4.4.4 sont dapplication. 2. Permabilit

Le fonctionnaire dirigeant peut refuser un bton dont la permabilit nest pas satisfaisante.

E.4.5.5

PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base des volumes excuts, dduction faite de la rfaction applique conformment aux prescriptions ci-avant.

E.4.6 E.4.6.1

Fondation en bton maigre ouvertures de drainage

DESCRIPTION

La fondation en bton maigre ouvertures de drainage est une fondation en bton maigre dans laquelle des carottes ont t fores sur toute son paisseur et remplies dun matriau granulaire squelette discontinu afin de permettre lvacuation des eaux vers les couches sous-jacentes. Contrairement aux fondations en bton maigres classiques , le bton maigre ouvertures de drainage ne peut pas tre arm.

E.4.6.2 E.4.6.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les prescriptions du E.4.4.2.1 sont dapplication.

E.4.6.2.2

Excution

Les prescriptions du E.4.4.2.2 sont dapplication. Les ouvertures de drainage sont ralises par carottage (d = 113 mm) dans la fondation. La localisation et le nombre douvertures de drainage sont prciss dans les documents du march. A dfaut, ils sont raliss suivant une maille de 2 x 2 m. Les ouvertures sont ensuite remplies de gravillons de granulomtrie 2/8. La teneur en fines est infrieure 2 %.

E.4.6.2.3

Rsultats

Les prescriptions du E.4.4.2.3 sont dapplication.

E.4.6.3

VERIFICATIONS

Les prescriptions du E.4.4.3 sont dapplication.

CCT 2011

E. 31

E.4.6.4

REFACTIONS

Les prescriptions du E.4.4.4 sont dapplication.

E.4.6.5

PAIEMENT

Les prescriptions du E.4.4.5 sont dapplication.

E.4.7 E.4.7.1

Fondation en bton autoplaant

DESCRIPTION

Du bton autoplaant est mis en uvre pour raliser la fondation des lments prfabriqus en bton utiliss, par exemple, comme revtement de rampes de plateaux ou de ralentisseurs de vitesse; ou comme revtement de voies mixtes tram/bus.

Le bton est pomp ou coul sous les lments aprs que ceux-ci aient t (provisoirement) poss. Le bton autoplaant pouse alors parfaitement la forme de leur face infrieure ce qui assure une stabilit durable de louvrage. De plus le bton scelle galement les lments et/ou leurs armatures dpassantes. Dans certains cas (comme, par exemple, pour certaines voies de tram), le bton autoplaant est utilis sur une surface plus grande que celle de la seule face infrieure des lments prfabriqus et peut servir de support des revtements en enrobs bitumineux (en 2 couches), en asphalte coul (en 2 couches) ou en bton. Une attention particulire doit alors tre apporte (au stade de la conception, de la composition du bton et de la ralisation du chantier) la matrise de la fissuration dans la fondation et la remonte dventuelles fissures dans le revtement.

E.4.7.2 E.4.7.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : ciment : C.6, types : CEM I 52,5 N ou R LA, ou CEM III/A 42,5 N LA conformes aux normes NBN EN197-1 et NBN B12-109 ; sables pour bton douvrage dart : C.2.4.6, type : sable bton conforme la norme NBN EN 12620 ; gravillons pour bton douvrage dart : C.3.4.5, type : gravillons 2/8 conformes la norme NBN EN 12620 ; adjuvants pour mortier, bton et coulis : C.17, type : - superplastifiant/hautement rducteur deau conforme la norme NBN EN 934-2 ; - adjuvants spciaux pour satisfaire aux exigences sur la consistance, sur la rsistance la sgrgation et sur la stabilit ; eau : conforme la norme NBN EN 1008 ;

CCT 2011

E. 32

acier pour bton arm de construction: C.10 ; barres dancrage : C.10 ; membranes plastiques : C.11 ; mulsion bitumineuse cationique : C.9.5.2. Lutilisation de matriaux de recyclage est interdite. Lenrob bitumineux AC-10surf 4-1 rpond aux prescriptions du F.2 le concernant.

E.4.7.2.2

Type de bton et caractristiques

La prparation, la spcification et les caractristiques du bton autoplaant ainsi que le contrle de la production satisfont aux exigences et aux directives des normes NBN EN 206-1 et NBN B 15-001. Le bton est de type performances spcifies , ce qui implique que lentrepreneur a la responsabilit de livrer un bton qui rpond aux exigences de base et aux exigences complmentaires requises par le prsent cahier des charges type et par les deux normes cites ci-dessus : classe de rsistance : C30/37 (rsistance caractristique 37,0 N/mm mesure aprs 28 jours sur des cubes de contrle de 150 mm de ct) ; rsistance 48h : 20 N/mm (voir E.4.7.4.1.6) ; domaine dutilisation : BA (bton arm) ; classe denvironnement : EE2 classe de consistance : S5 ( 220 mm) aprs ajout de superplastifiant hautement rducteur deau et des adjuvants spciaux (pour augmenter la fluidit, la viscosit et la stabilit) ; Dmax : 8 mm ; exigences supplmentaires : teneur en ciment : C 350 kg/m ; fluidit (Slumpflow2) : Etalement D 650 mm ; viscosit (V-funnel3) : temps dcoulement 4 s t 10 s ; rsistance la sgrgation (Slumpflow2) : M 5 mm ; stabilit (Slumpflow2) ; une quantit suffisante de gros granulats doivent tre visibles la surface du mlange ; la rpartition des gros granulats doit tre uniforme sur toute la surface du mlange; il ne peut y avoir daurole de laitance sur le pourtour de la galette. Composition du bton

E.4.7.2.3

Le bton autoplaant est compos de gravillons, de ciment, de sable, de filler, deau et dadjuvants. Lentrepreneur choisit la composition du bton en respectant les prescriptions reprises au E.4.7.2.1 et E.4.7.2.2.

2 3

Voir E.4.7.5.2.2.2. Voir E.4.7.5.2.2.1.

CCT 2011

E. 33

Les caractristiques du bton font lobjet dun procs-verbal dessai de laboratoire. Ltude tient compte du mode de mise en uvre du bton.

E.4.7.2.4

Fabrication

Le bton est fabriqu dans une centrale fabriquant et livrant des btons rsistance garantie (conformment la norme NBN EN 206-1) et dune capacit suffisante pour assurer une mise en uvre continue. Lors du dosage de leau la centrale, il est tenu compte : de la limite suprieure autorise pour le rapport E/C ; de la teneur en eau des matriaux ; des effets prvisibles des adjuvants.

Les dispositifs de vidange du malaxeur vitent la sgrgation des constituants.

E.4.7.2.5

Transport

Lentrepreneur prend les mesures ncessaires pour garantir la qualit du bton pendant le transport sur chantier suivant la norme NBN ENV 13670-1. Le transport est effectu en camion-malaxeur. Les adjuvants prvus dans ltude de composition sont introduits, au plus tard, avant la priode de malaxage prcdant le dversement du bton.

E.4.7.2.6

Mise en uvre

Lentrepreneur prend les mesures ncessaires pour garantir la qualit du bton pendant la mise en uvre sur chantier suivant la norme NBN ENV 13670-1. La remise du bordereau de livraison est pralable tout dchargement sur chantier.

E.4.7.2.6.1
-

TRAVAUX PREPARATOIRES

Le profil en long est matrialis sur le terrain laide dinstruments topographiques de prcision. La surface sur laquelle le bton est mis en uvre est nettoye, dbarrasse de toute trace de boue ou de laitance, matire organique, pierrailles errantes ou matriau tranger ; toute irrgularit ou ornire dans la sous-fondation est aplanie ou compacte. Lvacuation de leau superficielle est assure. La prparation du coffre et la pose des coffrages prcdent le btonnage de manire assurer une excution continue.

CCT 2011

E. 34

Une couche dimpermabilisation visant empcher quune partie de leau contenue dans le bton autoplaant de fondation ne sinfiltre dans la sous-fondation est mise en uvre sur la sous-fondation. Pour les plateaux et ralentisseurs de vitesse, il sagit dune couche denrob AC-10surf4-1. Pour les voies de tram, il sagit dune membrane plastique (avec recouvrement de 5 cm au minimum). Le cahier spcial des charges peut prescrire en lieu et place de cet enrob ou de cette membrane lapplication dune couche dmulsion de bitume applique de faon uniforme raison de 400 g de liant rsiduel par m. Lmulsion est alors de type A1 (C60B1 pour couche de collage) dans le cas dune sous-fondation en empierrement ou de type A3 (C60B1 pour couche de collage sur bton jeune) dans le cas dune sousfondation en bton maigre jeune. Cette couche dimpermabilisation fait lobjet dun poste spar au mtr. Si le cahier spcial des charges prvoit quaucune couche dimpermabilisation nest mise en uvre, le sol ou la sous-fondation sont arross, aprs compactage et immdiatement avant btonnage, de manire humidifier lgrement la couche suprieure de lassiette ou de la fondation, sans quil ne subsiste aucune flaque deau.

E.4.7.2.6.2

ARMATURES

Dans le cas o la fondation en bton autoplaant sert de support un revtement bitumineux, le cahier spcial des charges spcifie si des armatures sont mises en uvre afin de limiter les risques de dveloppement de fissures dans le bton et dventuelles fissures rflectives4 dans le revtement : au droit des joints de construction, des barres darmatures 16 mm crneles sont mises en uvre en attente en partie haute du bton (6 cm sous la surface suprieure du bton) avant mise en uvre du bton. Les armatures sont solidement fixes afin de ne pas subir de dplacement ou de dformation durant le btonnage ; Lentre distance entre ces barres dancrage est de 750 mm pour les joints de construction longitudinaux et de 300 mm pour les joints de construction transversaux. Elles sont conformes au F.1.2.9.4. En lieu et place dune mise en uvre pralable au btonnage de la 1re phase, les armatures peuvent tre scelles chimiquement avant btonnage de la deuxime phase ; dans les zones btonner de forme complexe5 (rtrcissements, angles, ), des treillis sont poss en partie haute du bton (6 cm sous la surface suprieure du bton) pralablement au btonnage ;

4 5

Dans le cas o des fissures risquent de se dvelopper dans la fondation et dans le cas o des joints y sont prsents, les revtements poss en indpendance sont privilgis. La priorit sera toujours donne une conception qui nentrane pas la cration de telles surfaces de forme complexe. La continuit et labsence d accident ou de point particulier (rtrcissements, angles,) seront toujours privilgies.

CCT 2011

E. 35

le cahier spcial des charges prcise les zones o des treillis doivent tre poss. La maille de ces treillis est de 150/150. Le diamtre des barres constitutives est de 10 mm. Les treillis sont solidement fixs afin de ne pas subir de dplacement ou de dformation durant le btonnage. Leur recouvrement est de 5 cm au minimum. Les treillis ne sont pas coups lors du sciage de joints ventuels. MISE EN UVRE DU BETON

E.4.7.2.6.3

Lentrepreneur fournit au fonctionnaire dirigeant un document tabli par la centrale bton indiquant la dure maximale pouvant scouler entre la fabrication du bton et la fin de la mise en uvre. Pass ce dlai, le bton est rebut et vacu. En outre, aucun endroit lexception des joints de fin de journe, le bton en place ne peut avoir plus de deux heures lors de la mise en uvre du bton livr par le camion-malaxeur suivant. Sauf drogation crite et signe du responsable qualit de la centrale bton, tout ajout deau dans le camion malaxeur ou sur chantier, tout arrosage du bton pour en faciliter la mise en uvre et tout rechargement superficiel au mortier sont interdits. Lentrepreneur est tenu de garantir en permanence la possibilit de communication directe entre la centrale productrice et latelier de btonnage. Les ouvertures latrales sont obtures jusquau niveau suprieur prvu du bton de faon viter toute fuite du bton autoplaant. Les coffrages sont ancrs solidement dans le sol ou la sous-fondation de manire ne subir aucune dformation au cours des oprations de btonnage. Le bton autoplaant de scellement est pomp ou coul sur la couche dimpermabilisation de la sous-fondation. Le bton remplit totalement lespace compris entre cette couche impermable et la face infrieure des lments prfabriqus. Tous les vides doivent tre remplis. Le bton est mis en uvre sans vibration. La mise en uvre du bton est faite en une seule couche. Dans le cas dune fondation en bton autoplaant mise en uvre sous un revtement en lments prfabriqus (par exemple lments prfabriqus pour plateaux ou ralentisseurs de vitesse ou modules prfabriqus de voie et revtement pour voies mixtes trams/bus) : un vent est prvu dans la face suprieure du revtement en lments prfabriqus ; le bton est pomp laide dune conduite souple de 60 mm de diamtre. Cette conduite souple est glisse sous llment prfabriqu jusqu lextrmit de celui-ci. Elle est retire au fur et mesure et du remplissage.

Dans le cas o la fondation en bton autoplaant sert de support un revtement bitumineux : si la fondation, dune part, scelle des poutres-rail et, dautre part, sert de support un revtement bitumineux, la face suprieure du bton est rgle (pour respecter les prescriptions des E.4.7.4.2.1, E.4.7.4.2.2 et E.4.7.4.2.3) laide dun gabarit dplac en sappuyant sur le rail et/ou la poutre-rail ;

CCT 2011

E. 36

si la fondation sert de support un revtement en asphalte coul, le bton est liss au moyen dune rgle rigide et ensuite, si cela savre ncessaire pour rpondre aux exigences du E.4.7.4.2.3, laide dune taloche lisseuse large.

A la fin de la journe de travail, lentrepreneur limite la fondation excute par un plan vertical.

E.4.7.2.6.4

CONDITIONS ATMOSPHERIQUES

E.4.7.2.6.4.1 Btonnage par temps froid

Sauf prcautions particulires (ciment prise rapide, isolation, ) agrer par le fonctionnaire dirigeant, le btonnage nest autoris que lorsque la temprature de lair sous abri 1,50 m du sol, mesure 8h du matin, est suprieure ou gale 5C et que le minimum nocturne nest pas descendu sous -2C.

E.4.7.2.6.4.2 Btonnage par temps de pluie

Le dversement du bton est interrompu en cas de pluie ou daverse. Le bton dj en place est protg de la pluie.

E.4.7.2.6.4.3 Btonnage par temps chaud

Sauf prcautions particulires (retardateur de prise, curing spcial,) agrer par le fonctionnaire dirigeant, le btonnage nest autoris que lorsque la temprature de lair sous abri, 1 m 50 du sol est infrieure 25C.

E.4.7.2.6.5

JOINTS

Dans le cas o la fondation en bton autoplaant sert de support un revtement bitumineux, le cahier spcial des charges spcifie si des joints sont raliss dans le bton. Ces joints ont pour rle de localiser et rpartir les fissures dues aux variations dimensionnelles du bton dans le cas de fondation de grande longueur. Le cas chant, le cahier spcial des charges indique la distance entre ces joints et leur localisation. Ils sont raliss conformment au F.1.2.9.1.1.

E.4.7.2.6.6

CURE DU BETON FRAIS

Lentrepreneur prend, sur chantier, les mesures de cure ncessaires (pour garantir la qualit du bton) suivant la norme NBN ENV 13670-1. Dans le cas o la fondation en bton autonivellant sert de support un revtement autre quun revtement en bton prfabriqu : toute surface de la fondation au contact de lair est protge contre la dessiccation, immdiatement aprs traitement de surface ;

CCT 2011

E. 37

la surface du bton frais, tant pour le bton dvers dans le coffre et non encore liss que pour le bton frachement parachev, est protge contre le dlavage de la pluie ; la surface de la fondation est protge efficacement contre le gel de manire telle que, pendant 48 h aprs la mise en uvre du bton, la temprature au niveau suprieur de la fondation ne descende pas en dessous de 1C.

Les dispositions de cure du bton autoplaant de fondation doivent tre compatibles avec la pose du revtement. En particulier, si un revtement bitumineux doit tre pos en adhrence sur le bton, lpandage dun produit de cure est proscrit. Dautres moyens de cure du bton sur chantier doivent alors tre pris pour garantir la qualit du bton.

E.4.7.2.7

Mise en service

Pour autant que la rsistance mesure lors de lcrasement dun cube en bton (cube de 150 mm de ct ralis sur chantier lors du btonnage de la fondation) g de 48 heures et conserv dans les conditions de chantier ( une temprature 10 C) est suprieure 20 N/mm, la circulation est autorise sur les lments prfabriqus ou sur le revtement bitumineux (pour autant que la temprature du revtement bitumineux soit suffisamment basse) 72 heures aprs la fin de la mise en uvre du bton autoplaant (voir E.4.7.5.3.1.2 et E.4.7.4.1.6). La mise en service nest pas autorise tant que cette valeur de 20 N/mm nest pas atteinte lors de lcrasement dun cube de mme caractristiques gomtriques, ralis en mme temps et conserv dans les mmes conditions que le premier cube cras.

E.4.7.3

RENSEIGNEMENTS A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

Au moins quinze jours ouvrables avant le dbut du btonnage, lentrepreneur fournit un dossier technique comprenant : les rfrences du ou des laboratoire(s) propos(s) par lentrepreneur pour raliser les prlvements et les essais prvus sur le bton (soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant) ; les fiches techniques des composants (gravillons, sable, filler, ciment, additions et adjuvants,) ; une note de la centrale bton indiquant et justifiant la dure maximale pouvant scouler entre la fabrication du bton et la fin de sa mise en uvre ; les fiches techniques des produits de cure ventuels ; une tude de la composition du bton, tablie par un laboratoire reconnu par le fonctionnaire dirigeant, reprenant : la composition en masse des gravillons et du sable ; la quantit de ciment et deau par m de bton ; la rsistance la compression 2, 7 et 28 jours sur 2 sries de 3 cubes de 150 mm de ct ; la viscosit du bton (essai dcoulement V-funnel) ; la fluidit du bton (essai slumpflow - talement du bton) ; la stabilit du bton (essai slumpflow) ; la rsistance la sgrgation du bton (essai slumpflow) ;

CCT 2011

E. 38

la nature et les courbes granulomtriques des composants inertes (sable, fractions granulomtriques des gravillons) ; la masse volumique du bton ltat sec ; le type, les caractristiques et le dosage des adjuvants ; lemplacement de la centrale bton ; les moyens utiliss pour le transport ; les moyens utiliss pour la mise en uvre ; les moyens utiliss pour la cure du bton ; le procs-verbal de laboratoire.

En cas de modification de la composition du bton, lentrepreneur introduit un nouveau dossier technique comme dcrit ci-avant.

E.4.7.4 E.4.7.4.1 E.4.7.4.1.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Caractristiques de masse VISCOSITE (ESSAI DECOULEMENT - V-FUNNEL)

Temps dcoulement : 4 s t 10 s.

E.4.7.4.1.2
D 650 mm.

ETALEMENT (SLUMPFLOW)

E.4.7.4.1.3
M 5 mm.

RSISTANCE LA SGRGATION (SLUMPFLOW)

E.4.7.4.1.4

STABILIT (SLUMPFLOW)

Les 3 conditions suivantes doivent tre remplies : les gros granulats doivent tre apparents la surface du mlange ; les gros granulats doivent tre uniformment rpartis ; il ne peut y avoir daurole de laitance sur le pourtour de la galette. EPAISSEUR

E.4.7.4.1.5

Lpaisseur moyenne Em de la fondation et lpaisseur individuelle Ei de chaque carotte sont au moins gales lpaisseur nominale E. Les valeurs moyennes et individuelles sont exprimes en mm et arrondies au mm le plus proche.

CCT 2011

E. 39

E.4.7.4.1.6
-

RESISTANCE A LA COMPRESSION

Contrle de la classe de rsistance (voir procdure au E.4.7.5.3.1.2) La moyenne de 3 rsultats conscutifs doit tre suprieure ou gale 45 N/mm (= fck,cube + 8). Chaque rsultat doit tre suprieur ou gal 33 N/mm (= fck,cube - 4). Les rsultats qui ne font pas partie dun groupe de 3 rsultats conscutifs (comme les derniers rsultats dune srie qui nest pas un multiple de 3) doivent tre tous suprieurs ou gaux 42 N/mm (= fck,cube + 5).

Contrle de la rsistance sur cube 48 heures (voir E.4.7.5.3.1.2) La rsistance mesure lors de lcrasement dun cube de bton (cube de 150 mm de ct ralis sur chantier lors du btonnage de la fondation) g de 48 heures et conserv dans les conditions de chantier ( une temprature 10C) doit tre suprieure 20 N/mm.

E.4.7.4.1.7

ABSORPTION DEAU

Les prescriptions sappliquent labsorption deau par immersion de la tranche suprieure du bton autoplaant. Les prescriptions concernent, par lot, labsorption deau moyenne Wm et les absorptions deau individuelles Wi.

W =
m

i=n i =1

wi

o n est le nombre dchantillons. Labsorption deau individuelle Wi et labsorption moyenne Wm de la tranche suprieure de la fondation sont respectivement infrieures 6,8 % et 6,3 %.

E.4.7.4.2

Caractristiques de surface

L o la fondation en bton autoplaant sert de support un revtement autre quun revtement prfabriqu, sa face suprieure doit rpondre aux exigences suivantes.

E.4.7.4.2.1

PROFIL DE LA SURFACE

Pour les zones non revtues par des lments en bton prfabriqus, les pentes de la fondation mise en uvre sont identiques celles que le revtement doit prsenter.

E.4.7.4.2.2

PLANEITE

Les irrgularits de surface sont infrieures aux valeurs suivantes : mesure la rgle de 3 m : 6 mm ; mesure la rgle de 0,30 m : 3 mm

CCT 2011

E. 40

E.4.7.4.2.3

CONSTANCE DE LEPAISSEUR LAISSEE POUR LE REVETEMENT

La tolrance sur lpaisseur laisse pour le revtement est de 5 mm en plus ou en moins

E.4.7.4.2.4

TEXTURE (CAS DUN REVETEMENT EN ASPHALTE COULE OU EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES)

Dans le cas o la fondation est revtue dun revtement en asphalte coul ou en enrobs bitumineux compacts, la texture de surface du support doit rpondre au critre suivant : 0,5 < MTD 2 La valeur MTD (profondeur moyenne de texture) est mesure par la mthode de la tache de sable (NBN EN 13036-1, avec des billes de verre).

E.4.7.4.2.5

FISSURES

Si le projet est tudi de faon viter la formation de toute fissure dans le bton autoplaant, le cahier spcial des charges peut prvoir quaucune fissure nest tolre pour les parties de la fondation servant de support un revtement bitumineux. Lentrepreneur prvient le fonctionnaire dirigeant du dveloppement de fissures dans le bton autoplaant avant de poser la premire couche de revtement.

E.4.7.5 E.4.7.5.1

VERIFICATIONS Vrification a priori

La vrification de la conformit des matriaux et du bton est effectue aux lieux de production ou sur chantier

E.4.7.5.2 E.4.7.5.2.1

Contrles dexcution CONTROLES AVANT BETONNAGE

Les contrles avant btonnage portent sur : le matriel ; les niveaux de repre de rglage ; la qualit de lassise du btonnage (rgularit, propret, absence deau ruisselante et deau stagnante) ; lalignement, la fixation et le niveau des coffrages ; les paisseurs probables de la fondation en bton autoplaant ; la stabilit et la qualit de pose ( en attente ) des lments prfabriqus ; le relev des tempratures minimales nocturnes ; la prsence du matriel de protection et de cure du bton frais ; la qualit, la propret et le positionnement des armatures ventuelles.

CCT 2011

E. 41

E.4.7.5.2.2

CONTROLES EN COURS DE BETONNAGE

Les contrles en cours de btonnage portent sur : le relev de la temprature de lair ; la mise en uvre de la couche dimpermabilisation ; la qualit de mise en uvre des armatures ventuelles, leur propret et leur positionnement ; les dispositions prises pour assurer le remplissage complet de lespace situ sous les lments prfabriqus ; les caractristiques du bton autoplaant telles que prvues au procs-verbal de ltude en laboratoire : la viscosit du bton (essai V-funnel) ; la fluidit du bton (essai slumpflow - talement) ; la stabilit du bton (essai slumpflow) ; la rsistance la sgrgation du bton (essai slumpflow) ; lapprovisionnement en bton autoplaant ; le temps coul entre la production et la fin de la mise en uvre du bton autoplaant, lge du bton autoplaant mis en uvre lors du btonnage prcdent ; la qualit du bton autoplaant (origine, heure de fabrication, signes de sgrgation, dbut de prise) ; labsence dajout deau au bton dans les camions malaxeurs ou en cours de mise en uvre (sauf drogation crite et signe du responsable qualit de la centrale bton) ; lpaisseur de la couche de bton autoplaant mise en uvre ; la rgularit de surface du bton frais et sa qualit apparente en surface ; le sciage, en temps opportun, des joints de retrait ventuels; la protection immdiate du bton autoplaant frais (film plastique, produit de cure, isolation, mesures spciales,) ; lefficacit de la protection du bton ; la ralisation de cubes de 150 mm de ct en vue de la ralisation des essais a posteriori (cubes conservs sur chantier pour la dtermination de la rsistance aprs 48h et cubes conservs dans des conditions normalises pour la dtermination de la rsistance 28 jours) ; le prlvement de bton au malaxeur pour ralisation des essais de contrle.

Lentrepreneur doit conserver la trace chronologique des oprations de btonnage (composition, quantits et contrles effectus) en les mentionnant au journal des travaux. En outre, il doit sassurer de la conformit du bton avec les exigences par des contrles rguliers. Ces contrles doivent tre effectus par un laboratoire dont le choix doit tre approuv par le fonctionnaire dirigeant. Ils portent sur tous les facteurs pouvant affecter la qualit du bton. Les rapports crits des contrles effectus et des rsultats obtenus doivent pouvoir tre transmis au fonctionnaire dirigeant sur simple demande.

E.4.7.5.2.2.1 Contrle de la viscosit du bton (Essai dcoulement V-funnel)

Lessai dcoulement (V-funnel) permet de caractriser la viscosit du bton autoplaant et de vrifier que la mise en place du bton ne sera pas contrarie par des phnomnes de blocage . Lappareillage ncessaire et le mode opratoire sont dcrits au chapitre M - Mthodes dessais.

CCT 2011

E. 42

Ces mesures sont effectues aux mmes frquences que celles de la rsistance la compression 28 jours (voir E.4.7.5.3.1.2).

E.4.7.5.2.2.2 Mesure de ltalement, de la rsistance la sgrgation et de la stabilit au moyen de lessai Slumpflow (slump modifi)
Ltalement, la rsistance la sgrgation et la stabilit sont mesurs grce lessai Slumpflow (slump modifi). Ces mesures sont effectues aux mmes frquences que celles de la rsistance la compression 28 jours (voir E.4.7.5.3.1.2). La norme NBN EN 12350-2 dcrit le matriel ncessaire et le mode opratoire appliquer pour lessai daffaissement standard (Slump). Le mode de mesure est modifi comme dcrit ci-dessous4 Le cne dAbrams pralablement huil est pos au centre dune plaque lisse de 1 m sur 1 m bien horizontale et pralablement huile par pulvrisation dune huile de dcoffrage. Le cne est rempli en une seule fois sans agitation et sans piquage laide dun entonnoir et est liss en surface. Le dmoulage est effectu aprs 30 s en levant progressivement le cne. Le bton prend la forme dun disque dont laspect et le diamtre varie en fonction des caractristiques du mlange. Les mesures sont effectues aprs que ltalement du bton soit termin. On distingue alors une galette de bton et une aurole de laitance (ou mortier). Mesure de ltalement La consistance est estime par lessai dtalement avec D = (D1 + D2)/2. Sur la galette de bton sont mesurs deux diamtres perpendiculaires entre eux (D1 et D2). Si les deux valeurs diffrent de plus de 5 cm, lessai doit tre rejet et reconduit. On exprime le rsultat final en terme de moyenne des deux valeurs obtenues, en arrondissant au centimtre suprieur. Mesure de la sgrgation La sgrgation est value par une mesure du bord de mortier ou de laitance autour du disque de bton qui rsulte de la mesure de ltalement. Sur laurole de bton sont mesures quatre largeurs dauroles (m1, m2, m3 et m4). M = (m1 + m2 + m3 + m4)/4. Mesure de la stabilit La stabilit est vrifie par des contrles visuels effectus sur le disque de bton qui rsulte de la mesure dtalement.
4

Lessai daffaissement modifi( Slumpflow ) est dcrit dans le Dossier ciment n 36 ( Les btons autoplaants ) daot 2005 publi par Febelcem.

CCT 2011

E. 43

E.4.7.5.3 E.4.7.5.3.1

Vrifications a posteriori CARACTERISTIQUES DE MASSE DU BETON DURCI

E.4.7.5.3.1.1 Epaisseur
La subdivision de la surface de fondation et le nombre de mesures effectuer sont dtermines comme suit : Chaque surface totale de fondation dau moins 1500 m est divise en surfaces de 1 000 m et une surface restante (plus petite que 1 000 m). Cette surface est jointe la surface contige de 1000 m si sa surface est de moins de 500 m. Dans le cas contraire, elle est considre comme une surface part entire. Chaque surface ainsi obtenue (de moins de 1500 m) est dnomme section. Chaque section est divise en trois lots aussi grands que possible (donc pas plus grands que 500 m). Afin de dterminer lpaisseur de la fondation en bton autoplaant, il est prlev dans chaque lot un endroit dtermin alatoirement, en dehors des joints et fissures, une carotte de 100 cm. Trois carottes au minimum sont prleves sur chaque chantier. Les trous crs par le prlvement de ces carottes sont remplis de bton directement aprs leur extraction. Lpaisseur individuelle du bton dans un lot est donne par lpaisseur du bton mesur sur la carotte prleve dans ce lot. Lpaisseur moyenne du bton dans une section est obtenue en calculant la moyenne des paisseurs individuelles de la fondation dans les lots de cette section.

E.4.7.5.3.1.2

Rsistance la compression

La rsistance la compression est mesure conformment la norme NBN EN 12390-1. La rsistance la compression sera mesure 48 heures et 28 jours. La rsistance est mesure 48 h sur un cube de 150 mm de ct conserv dans des conditions de chantier une temprature +10 C. Ce cube sera protg de faon ce que le bton de ce cube subisse le mme cycle thermique que le bton mis en place La rsistance 28 jours sera mesure sur des cubes de contrle conservs dans des conditions normalises. En ce qui concerne la classe de rsistance dun bton, les modalits de contrle sont les suivantes : lentrepreneur confiera ses frais, lensemble des oprations de contrle de rsistance du bton un laboratoire accrdit approuv par le fonctionnaire dirigeant, et ce, depuis le prlvement du bton sur le chantier jusqu lcrasement des prouvettes ;

CCT 2011

E. 44

les prlvements se feront toujours sur chantier. La frquence de ces prlvements est dau moins 1 prlvement par jour de livraison de bton pour chaque type de bton et chaque classe de rsistance livre. Si la quantit livre en un jour dpasse les 75 m par type de bton et par classe de rsistance, la frquence est porte un prlvement par tranche de 75 m. Toute tranche entame donne lieu un prlvement ; chaque prlvement doit provenir dune gche ou dun camion-mixer diffrent. Il donnera lieu la confection de 3 prouvettes cubiques de 150 mm de ct. A 28 jours, les prouvettes sont soumises un essai dcrasement. Le rsultat qualifiant le prlvement est la moyenne des 3 prouvettes. Le contrle porte sur chaque groupe de 3 rsultats conscutifs, chaque rsultat ne faisant partie que dun seul groupe.

E.4.7.5.3.1.3 Absorption deau

Labsorption deau par immersion est mesure sur la tranche suprieure des carottes de 100 cm prleves pour le contrle des paisseurs au moins 60 jours dge rel. Les conditions de conservation des carottes et les modalits de lessai sont prcises au chapitre M Mthodes dessais.

E.4.7.5.3.2 E.4.7.5.3.2.1

CARACTERISTIQUES DE SURFACE Profil de la surface

Le contrle est ralis par relev topographique.

E.4.7.5.3.2.2

Planit et constance de lpaisseur laisse pour le revtement

Les mesures de planit sont ralises suivant la norme NBN EN 13036-7. Les contrles sont effectus la rgle de 3 m raison de 10 par 1000 m ainsi quen tout point o ltat de surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions. Les contrles la rgle de 0,30 m sont raliss en tout point ou ltat de surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions. Les contrles sont effectus ds que ltat de prise du bton le permet sans risque de dtrioration de sa surface.

E.4.7.5.3.2.3

Texture de surface

Le contrle de la profondeur de la macrotexture de la surface de la fondation est mesur, ds que ltat de surface du bton le permet, laide de la technique volumtrique la tache (NBN EN 13036-1). Les mesures sont ralises raison de 1 par 1000 m de fondation ainsi quen tout point o ltat de surface laisse supposer que la texture nest pas conforme aux prescriptions.

CCT 2011

E. 45

E.4.7.6

PAIEMENT

Le paiement de la fondation en bton autoplaant seffectue sur base des volumes excuts (m). Le cot des coffrages est inclus dans le prix du bton. Le cot des aciers fait lobjet dun poste spcifique au mtr.

E.4.8 E.4.8.1

Fondation en grave-bitume
DESCRIPTION

La grave-bitume est compose soit d'un mlange chaud de gravillons, de sables, de filler et de bitume, soit dun mlange chaud de graves et de bitume.

E.4.8.2

CLAUSES TECHNIQUES

Les clauses techniques du chapitre F. 2 relatives lAC-20 base3-1 (dans le cas d'une gravebitume 0/20) ou lAC-14 base3-1 (dans le cas d'une grave-bitume 0/14) sont d'application, si elles ne sont pas modifies ou compltes par les prescriptions ci-dessous.

E.4.8.2.1

Matriaux

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sables pour mlanges bitumineux: C.2.4.9 ; gravillons pour revtements bitumineux et pour grave-bitume : C.3.4.6 ; graves pour grave-bitume : C.4.4.4 ; fillers pour mlanges bitumineux : C.8.1 ; bitume routier : C.9.1. Dnominations et compositions-type
Type Granularit Passant (%) au - tamis de 31,5 mm - tamis de 20 mm - tamis de 14 mm - tamis de 6,3 mm - tamis de 2 mm - tamis de 0,25 mm - tamis de 0,063 mm Type de liant Teneur minimum en liant (%) Epaisseur nominale (cm) GB-20-1 0/20 100 90-100 50 80 25 35 5 15 6,0 8,5 35/50 3,8 10 15 GB-14-1 0/14 100 90 100 50 80 25 35 5 15 6,0 8,5 35/50 4,0 8 12

E.4.8.2.2

Les graves bitumes peuvent contenir des agrgats denrobs bitumineux.

CCT 2011

E. 46

Les agrgats denrobs bitumineux sont conformes aux prescriptions du C.4.3.2. Dans le cas de recyclage chaud, les agrgats denrobs bitumineux sont prchauffs jusqu au moins 110C avant dtre mis en contact avec les nouveaux matriaux. Dans le cas de recyclage froid, les agrgats denrobs sont ajouts aux nouveaux matriaux sans prchauffage. Le taux de recyclage (masse des agrgats denrobs bitumineux par rapport la masse totale du produit) ne dpasse pas les valeurs suivantes :
Recyclage froid Type Toutes classes de trafic Graves-bitume 10 Recyclage chaud AEB homognes Toutes classes de trafic 50 AEB non-homognes Toutes classes de trafic 20

E.4.8.2.3
GB-20-1

Spcifications des graves-bitume

Paramtre Pourcentage de min. vides de lenrob max. (%) Vides Marshall Sensibilit leau min. Pourcentages de min. vides de lenrob max. (%) Essai la presse giratoire5 Ornirage max.

Prescription Prescription

B1 et B2 NR NR

B3 NR NR

B4 et B5 NR NR

B6 et B7 NR NR

Autres NR NR

Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie

ITSR50
Vmin4,0 Vmax9,0

ITSR50
Vmin4,0 Vmax9,0

ITSR50
Vmin2,5 Vmax10,0

ITSR50
Vmin2,5 Vmax11,0

ITSR50
Vmin2,5 Vmax11,0

P7,5

P5

PNR

PNR

PNR

Avec NR (= No requirement) : pas de valeur impose. -

GB-14-1
Prescription Prescription B1 et B2 NR NR B3 NR NR B4 et B5 NR NR B6 et B7 NR NR Autres NR NR

Paramtre Pourcentage de min. vides de lenrob max. (%) Vides Marshall Sensibilit leau min. Pourcentages de min. vides de lenrob max. (%) essai la 1 presse giratoire Ornirage max.

Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie

ITSR70
Vmin5,0 Vma10,0

ITSR70
Vmin5,0 Vmax10,0

ITSR70
Vmin3,5 Vmax11,0

ITSR70
Vmin3,5 Vmax12,0

ITSR70
Vmin3,5 Vmax12,0

P7,5

P10,0

PNR

PNR

PNR

Avec NR (= No requirement) : pas de valeur impose.

Les pourcentages de vides (minimum et maximum) sont mesurs sur prouvettes de 10 cm de diamtre pour les GB-14-1 et de 15 cm de diamtre pour les GB-20-1 fabriques au moyen du compacteur giratoire. La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Les prescriptions doivent tre satisfaites 100 girations pour les GB-14-1 et 120 girations pour les GB-20-1.

CCT 2011

E. 47

E.4.8.2.4

Etude prliminaire du mlange

Les prescriptions relatives aux enrobs squelette sableux pour couches de liaison et de reprofilage (AC-base) du F.2.2.4 sont dapplication.

E.4.8.2.5

Enregistrement

Les prescriptions relatives aux enrobs squelette sableux pour couches de liaison et de reprofilage (AC-base) du F.2.2.5 sont dapplication.

E.4.8.2.6

Fabrication

Les prescriptions du F.2.2.6 sont dapplication.

E.4.8.2.7

Transport

Les prescriptions du F.2.2.7 sont dapplication.

E.4.8.2.8

Mise en uvre

Les prescriptions du F.2.2.8 pour les enrobs squelette sableux pour couches de liaison et de reprofilage sont dapplication, lexception : du F.2.2.8.2 (paisseur de pose des diffrents types denrobs) ; du F.2.2.8.8.2.2 (joints de reprise dans la couche de roulement), du F.2.2.8.9.2 (joint entre une couche de roulement en enrob bitumineux non color et un autre revtement ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail) ; du F.2.2.8.9.3 (joint entre une couche de roulement en enrob bitumineux color et un autre revtement ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail) ; et du F.2.2.8.10 (bords extrieurs des revtements en enrobs bitumineux compacts chaud). EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Exigences sur les caractristiques de masse de la grave-bitume mise en uvre

E.4.8.3 E.4.8.3.1

Les spcifications du F. 2.3.1 relatives aux enrobs squelette sableux (AC) 0/20 et 0/14 sont respectivement dapplication pour les GB-20-1 et les GB-14-1.

E.4.8.3.2

Exigences sur les caractristiques de surface de la fondation en graves-bitume

Les spcifications du F.2.3.2.1 (rgularit de surface) et du F.2.3.2.2 (planit longitudinale lAPL) sont dapplication.

E.4.8.3.3

Exigences sur le profil de la surface de la fondation

Les spcifications du F.2.3.3 sont dapplication.

CCT 2011

E. 48

E.4.8.4

VERIFICATIONS

Les spcifications du F.2.4 sont dapplication.

E.4.8.5

PAIEMENT

Pour les fondations en grave-bitume poses en paisseur constante, les paiements sont effectus sur base de la surface rellement excute. Les trapillons et autres accessoires de voire ne sont pas dduits. Pour les revtements poss en paisseur variable, les paiements sont effectus la tonne, sur base des bons de livraison. Le cot des couches de collage et, celui du traitement des joints de reprise sont compris dans le prix de la couche de grave-bitume.

CCT 2011

F. 1

CHAPITRE F - REVETEMENTS DE CHAUSSEES Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
F.1 REVETEMENTS EN BETON DE CIMENT F.1.0 F.1.1 F.1.2 Prliminaires Description Clauses techniques F.1.2.1 Matriaux F.1.2.2 Travaux prparatoires F.1.2.3 Coffrage ou fils de guidage F.1.2.3.1 Pose des coffrages fixes F.1.2.3.2 Fils de guidage pour machines coffrages glissants F.1.2.4 Prparation de lassise de btonnage contre les pertes deau F.1.2.5 Composition du bton F.1.2.5.1 Cas particuliers Bton color et/ou lav (dsactiv) F.1.2.6 Fabrication, transport et mise en uvre F.1.2.6.1 Fabrication F.1.2.6.2 Transport F.1.2.6.3 Mise en uvre F.1.2.6.3.1 Cas particuliers Bton color et/ou lav (dsactiv) F.1.2.7 Conditions atmosphriques F.1.2.7.1. Btonnage par temps froid F.1.2.7.2 Btonnage par temps de pluie F.1.2.7.3 Btonnage par temps chaud F.1.2.8 Traitement de surface F.1.2.8.1 Brossage transversal F.1.2.8.2 Dnudage chimique F.1.2.8.3 Bton imprim F.1.2.9 Joints F.1.2.9.1 Joints transversaux F.1.2.9.1.1 Joints de retrait F.1.2.9.1.2 Joints de construction transversaux F.1.2.9.1.3 Joints de dilatation F.1.2.9.2 Joints longitudinaux F.1.2.9.2.1 Joints de construction longitudinaux F.1.2.9.2.2 Joints de flexion F.1.2.9.3 Goujons F.1.2.9.4 Barres dancrage F.1.2.9.5 Scellement des joints F.1.2.10 Protection du bton frais F.1.2.10.1 Protection contre la dessiccation F.1.2.10.2 Protection contre la pluie F.1.2.10.3 Protection contre le gel F.1.2.11 Marquage des dalles F.1.2.12 Mise en service du revtement Rsultats F.1.3.1 Caractristiques de masse du bton F.1.3.1.1 Epaisseur F.1.3.1.2 Rsistance la compression F.1.3.1.3 Absorption deau F.1.3.1.4 Rsistance au gel

F.1.3

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 2

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 3

F.1.3.2 Caractristiques de surface F.1.3.2.1 Planit F.1.3.2.2 Planit longitudinale APL (analyseur de profil en long) F.1.3.2.3 Coefficient de frottement transversal (SFCS) F.1.3.2.4 Coefficient de frottement longitudinal (LFCG) F.1.3.2.5 Texture de surface F.1.4 Vrifications F.1.4.1 Vrifications a priori F.1.4.2 Contrles dexcution F.1.4.2.1 Contrles avant btonnage F.1.4.2.2 Contrles en cours de btonnage F.1.4.2.3 Contrle de la teneur en air occlus du bton frais F.1.4.2.4 Tenue des bords du bton F.1.4.2.5 Planit F.1.4.3 Vrifications a posteriori F.1.4.3.1 Caractristiques de masse du bton (paisseur, rsistance en compression, absorption deau, rsistance au gel) F.1.4.3.2 Caractristiques de surface F.1.4.3.2.1 Planit F.1.4.3.2.2 Planit de surface lAPL (analyseur de profil en long) F.1.4.3.2.3 Coefficient de frottement transversal (SFCS) F.1.4.3.2.4 Coefficient de frottement longitudinal (LFCG) Paiement F.1.5.1 Rfaction pour manquements F.1.5.1.1 Epaisseur non conforme F.1.5.1.2 Rsistance la compression simple non conforme F.1.5.1.3 Absorption deau F.1.5.1.4 Planit F.1.5.2 Mesurage

F.1.5

F.2

REVETEMENTS HYDROCARBONES BITUMINEUX COMPACTES F.2.1 F.2.2 Description Clauses techniques F.2.2.1 Matriaux F.2.2.2 Dnomination et composition-type des diffrents enrob bitumineux compacts F.2.2.2.1 Produits pour couche de roulement F.2.2.2.1.1 Btons bitumineux F.2.2.2.1.2 Enrobs squelette pierreux F.2.2.2.2 Couches de liaison et de reprofilage F.2.2.2.2.1 Btons bitumineux F.2.2.2.2.2 Enrobs module lev (EME) F.2.2.3 Caractristiques et performances des diffrents types denrobs bitumineux compacts F.2.2.3.1 Btons bitumineux pour couches de roulement F.2.2.3.2 Btons bitumineux grenus forte teneur en mastic (SMA) F.2.2.3.3 Btons bitumineux pour couches de liaison et couches de profilage F.2.2.4 Etude du mlange F.2.2.4.1 Etude thorique du mlange par le producteur denrobs F.2.2.4.2 Recherche exprimentale mene par le producteur denrobs en laboratoire

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 4

F.2.2.5 Enregistrement des enrobs bitumineux compacts F.2.2.5.1 Enregistrement F.2.2.5.1.1 Procdure denregistrement F.2.2.5.1.1.1 Validation de ltude prliminaire du mlange F.2.2.5.1.1.2 Apprciation du comportement in situ de lenrob bitumineux F.2.2.5.1.2 Attribution du certificat denregistrement F.2.2.5.1.3 Validit de lenregistrement F.2.2.5.1.4 Retrait de lenregistrement dun mlange F.2.2.5.2 Note justificative et fiches techniques F.2.2.5.2.1 Contenu dune note justificative dun enrob bitumineux F.2.2.5.2.2 Contenu de la fiche technique dun enrob bitumineux F.2.2.5.2.3 Contenu de la fiche technique des matires premires F.2.2.5.2.4 Introduction de la note justificative et des fiches techniques F.2.2.5.2.5 Validit de la note justificative et des fiches techniques F.2.2.6 Fabrication des enrobs bitumineux compacts F.2.2.7 Transport des enrobs bitumineux compacts F.2.2.8 Excution du revtement - Mise en uvre des enrobs bitumineux compacts F.2.2.8.1 Enrob enregistr utilis pour lexcution du revtement F.2.2.8.2 Epaisseur de pose des diffrents types denrobs F.2.2.8.2.1 Epaisseur des couches de roulement F.2.2.8.2.2 Epaisseur des couches de liaison F.2.2.8.2.3 Epaisseur des couches de profilage F.2.2.8.3 Conditions climatiques lors de la mise en uvre F.2.2.8.4 Temprature des enrobs lors de la mise en uvre F.2.2.8.5 Travail prparatoire F.2.2.8.5.1 Prparation de la surface de la couche sous-jacente F.2.2.8.5.1.1 Rgle applicable tous les cas F.2.2.8.5.1.2 Cas de pose denrob sur une couche denrob fraise F.2.2.8.5.1.3 Cas de pose denrob sur un bton jeune non circul F.2.2.8.5.2 Couche de collage F.2.2.8.6 Epandage et prcompactage F.2.2.8.7 Compactage F.2.2.8.8 Joints dans un revtement en enrobs bitumineux compacts F.2.2.8.8.1 Joint dexcution simultane F.2.2.8.8.2 Joint de reprise F.2.2.8.8.2.1 Joints de reprise dans les couches de base F.2.2.8.8.2.2 Joints de reprise dans la couche de roulement F.2.2.8.9 Joint avec un revtement dun autre type ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail pos pralablement F.2.2.8.9.1 Joint entre une couche de base en enrob bitumineux et un autre revtement ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail F.2.2.8.9.2 Joint entre une couche de roulement en enrob bitumineux non color et un autre revtement ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail F.2.2.8.9.2.1 Joint avec un revtement en bton ralis pralablement F.2.2.8.9.2.2 Joint avec des lments linaires enterrs en bton ou en acier poss pralablement F.2.2.8.9.2.3 Joint avec des lments linaires en saillie en bton mois en uvre pralablement F.2.2.8.9.2.4 Joint avec un pavage dj raliss

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 5

F.2.3

F.2.4

F.2.2.8.9.2.5 Joint transversal avec des lments prfabriqus dj mis en uvre pour ralisation de rampes de plateaux ou ralentisseurs de vitesse F.2.2.8.9.2.6 Joint avec un revtement (ou filet deau) en asphalte coul dj ralis F.2.2.8.9.2.7 Joint entre revtement en enrob bitumineux compact et accessoires de chausse F.2.2.8.9.2.8 Joint avec un rail F.2.2.8.9.3 Joint entre une couche de roulement en enrob bitumineux color et un autre revtement ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail F.2.2.8.10 Bords extrieurs des revtements en enrobs bitumineux compacts chaud F.2.2.8.11 Traitement de surface des couches de roulement F.2.2.8.12 Mise en service Exigences sur le rsultat (spcifications) F.2.3.1 Exigences sur les caractristiques de masse de lenrob mis en uvre F.2.3.1.1 Exigences concernant les caractristiques dpendant de la formulation, de la fabrication, du transport et de la mise en uvre de lenrob F.2.3.1.1.1 Granularit F.2.3.1.1.2 Teneur en liant F.2.3.1.1.3 Pourcentage de vides F.2.3.1.2 Exigences concernant les caractristiques dpendant uniquement de la mise en uvre de lenrob F.2.3.1.2.1 Epaisseur F.2.3.1.2.2 Compacit relative F.2.3.2 Exigences sur les caractristiques de surface du revtement en enrobs bitumineux compacts chaud F.2.3.2.1 Planit F.2.3.2.2 Planit longitudinale lAPL (Analyseur de profil en long) F.2.3.2.2.1 Spcifications F.2.3.2.3 Ornirage F.2.3.2.4 Coefficient de frottement transversal (SFCS) F.2.3.2.5 Coefficient de frottement longitudinal (LFCG) F.2.3.2.6 Texture de surface F.2.3.2.7 Couleur des enrobs bitumineux F.2.3.3 Exigences sur le profil de la surface du revtement Vrifications F.2.4.1 Vrifications a priori et documents fournir par lentrepreneur F.2.4.2 Contrles de la mise en uvre et du rsultat F.2.4.2.1 Contrles avant la mise en oeuvre des enrobs bitumineux F.2.4.2.2 Contrle en cours de mise en oeuvre des enrobs bitumineux F.2.4.2.2.1 Contrle de la conformit de la composition des enrobs fournis avec la composition de lenrob enregistr et approuv F.2.4.2.2.2 Contrle de la granularit et de la teneur en liant de lenrob pandu F.2.4.2.2.3 Temprature des enrobs F.2.4.2.2.4 Planit F.2.4.2.3 Contrles aprs lexcution F.2.4.2.3.1 Caractristiques de masse F.2.4.2.3.1.1 Epaisseurs F.2.4.2.3.1.2 Pourcentage de vides F.2.4.2.3.1.3 Compacit relative

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 6

F.2.5

F.2.4.2.3.2 Caractristiques de surface F.2.4.2.3.2.1 Planit F.2.4.2.3.2.2 Planit de surface lAPL (Analyseur de profil en long) F.2.4.2.3.2.3 Ornirage F.2.4.2.3.2.4 Coefficient de frottement transversal (SFCS) F.2.4.2.3.2.5 Coefficient de frottement longitudinal (LFCG) F.2.4.2.3.2.6 Couleur des enrobs bitumineux F.2.4.2.3.3 Profil de la surface du revtement Paiement

F.3

PAVAGES F.3.1 Pavages en pierres naturelles F.3.1.1 Clauses techniques F.3.1.1.1 Matriaux F.3.1.1.2 Excution F.3.1.1.2.1 Travaux prparatoires F.3.1.1.2.2 Fondations et sous-fondations F.3.1.1.2.3 Contrebutage F.3.1.1.2.4 Lit de pose F.3.1.1.2.4.1 Lit de pose en sable F.3.1.1.2.4.2 Lit de pose en sable stabilis F.3.1.1.2.4.3 Lit de pose en gravillon 2/8 F.3.1.1.2.4.4 Lit de pose au mortier F.3.1.1.2.4.5 Lit de pose au mortier amlior F.3.1.1.2.5 Pose des pavs F.3.1.1.2.5.1 Pavs poss en lignes ( joints alterns) F.3.1.1.2.5.2 Pavs mosaques F.3.1.1.2.6 Jointoiement F.3.1.1.2.6.1 Joints en sable F.3.1.1.2.6.2 Joints en sable stabilis F.3.1.1.2.6.3 Joints en mortier F.3.1.1.2.6.4 Joints en mortier amlior F.3.1.1.2.6.5 Joints en coulis de mortier F.3.1.1.2.6.6 Joints au mortier bitumineux F.3.1.1.2.6.7 Soufflage des joints F.3.1.1.2.7 Filets deau F.3.1.1.2.8 Compatibilit couche de pose/type de joints F.3.1.2 Vrifications F.3.1.2.1 Vrification priori F.3.1.2.2 Contrles dexcution F.3.1.2.3 Vrification posteriori F.3.1.2.3.1 Profils en long et en travers F.3.1.2.3.2 Planit F.3.1.2.3.3 Contrles visuels F.3.1.2.3.4 Rsistance la compression du sable stabilis F.3.1.3 Paiement F.3.1.3.1 Rfactions

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 7

F.3.2

F.3.3

F.3.4

Pavages en pavs de bton F.3.2.1 Clauses techniques F.3.2.1.1 Matriaux F.3.2.1.2 Excution F.3.2.1.2.1 Sous-fondations, fondations et contrebutage F.3.2.1.2.2 Matriaux pour la couche de pose et mise en uvre F.3.2.1.2.3 Mise en place des pavs en bton F.3.2.1.2.3.1 Appareil de pose F.3.2.1.2.3.2 Pose des pavs en bton F.3.2.1.2.3.3 Serrage des pavs en bton et remplissage des joints F.3.2.1.2.3.4 Mise en service F.3.2.1.2.4 Filets deau F.3.2.2 Rsultats F.3.2.2.1 Profil du revtement F.3.2.2.2 Planit du revtement F.3.2.2.3 Pente transversale du revtement F.3.2.3 Vrifications F.3.2.3.1 Contrles dexcution F.3.2.3.2 Vrification posteriori F.3.2.3.2.1 Profil du revtement F.3.2.3.2.2 Planit du revtement F.3.2.4 Paiement Pavages en pavs de terre cuite F.3.3.1 Clauses techniques F.3.3.1.1 Matriaux F.3.3.1.2 Excution F.3.3.1.2.1 Sous-fondations, fondations et contrebutage F.3.3.1.2.2 Matriaux pour la couche de pose et mise en oeuvre F.3.3.1.2.3 Mise en place de pavs en terre cuite F.3.3.1.2.3.1 Appareillage de pose F.3.3.1.2.3.2 Pose des pavs en terre cuite F.3.3.1.2.3.3 Serrage des pavs en terre cuite F.3.3.1.2.3.4 Mise en service F.3.3.1.2.4 Filets deau F.3.3.2 Rsultats F.3.3.2.1 Profil du revtement F.3.3.2.2 Planit du revtement F.3.3.2.3 Pente transversale du revtement F.3.3.3 Vrifications F.3.3.4 Paiement Pavages permables en pavs de bton F.3.4.1 Clauses techniques F.3.4.1.1 Matriaux F.3.4.1.2 Excution F.3.4.1.2.1 Sous-fondations, fondations et contrebutage F.3.4.1.2.2 Matriaux pour la couche de pose et mise en uvre F.3.4.1.2.3 Mise en place des pavs en bton F.3.4.2 Rsultats F.3.4.2.1 Profil du revtement F.3.4.2.2 Planit du revtement F.3.4.2.3 Pente transversale du revtement F.3.4.3 Vrifications F.3.4.3.1 Contrles dexcution F.3.4.3.2 Vrification a posteriori

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 8

F.3.4.4

F.3.4.3.2.1 Profil du revtement F.3.4.3.2.2 Planit du revtement F.3.4.3.2.3 Permabilit de la surface Paiement

F.4

DALLAGES F.4.1 Dallage de bton et en pierre reconstitue F.4.1.1 Description F.4.1.2 Clauses techniques F.4.1.2.1 Matriaux F.4.1.2.2 Excution F.4.1.2.2.1 La couche de pose F.4.1.2.2.2 Pose des dalles en bton F.4.1.3 Vrifications F.4.1.4 Paiement Dallage en pierre naturelle F.4.2.1 Dalles en roche sdimentaire F.4.2.1.1 Clauses techniques F.4.2.1.1.1 Matriau F.4.2.1.1.2 Produits F.4.2.1.1.3 Excution F.4.2.1.2 Vrification F.4.2.1.3 Paiement Dallage gazon en bton ou en matriaux synthtiques F.4.3.1 Description F.4.3.2 Clauses techniques F.4.3.2.1 Matriaux F.4.3.2.2 Excution F.4.3.3 Vrifications F.4.3.4 Paiement

F.4.2

F.4.3

F.5

REVETEMENTS EN DOLOMIE F.5.1 Revtement en dolomie non lie F.5.1.1 Matriaux F.5.1.2 Clauses techniques F.5.1.3 Rsultats F.5.1.4 Vrifications F.5.1.5 Paiement F.5.2 Revtement en dolomie traite au ciment F.5.2.1 Matriaux F.5.2.2 Clauses techniques F.5.2.3 Rsultats F.5.2.4 Vrifications F.5.2.5 Paiement

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 9

F.6

REVETEMENTS EN ASPHALTE COULE ROUTIER F.6.1 F.6.2 Description Clauses techniques F.6.2.1 Matriaux F.6.2.2 Dnomination et composition-type des diffrents types dasphalte coul routier pour revtement F.6.2.3 Caractristiques et performances des diffrents types dasphalte coul routier pour revtement F.6.2.3.1 Prescriptions sur les caractristiques et performances des asphaltes couls routiers pour circulation de vhicules automobiles F.6.2.3.2 Prescriptions sur les caractristiques et performances des asphaltes couls pour circulation exclusivement pitonne et/ou cycliste F.6.2.3.3 Prescriptions complmentaires en cas de pose sur surface en forte pente F.6.2.4 Etude du mlange F.6.2.4.1 Etude prliminaire du mlange F.6.2.4.2 Etude exprimentale complmentaire en cas de pose sur une surface en forte pente F.6.2.5 Enregistrement des asphaltes couls routiers pour revtement, note justificative et fiche technique F.6.2.5.1 Enregistrement F.6.2.5.1.1 Procdure denregistrement F.6.2.5.1.1.1 Validation de ltude prliminaire du mlange F.6.2.5.1.1.2 Apprciation du comportement in situ de lasphalte coul F.6.2.5.1.2 Attribution du certificat denregistrement F.6.2.5.1.3 Validit de lenregistrement F.6.2.5.1.4 Retrait de lenregistrement dun mlange F.6.2.5.2 Note justificative et fiches techniques F.6.2.5.2.1 Contenu de la note justificative dun asphalte coul F.6.2.5.2.2 Contenu de la fiche technique dun asphalte coul F.6.2.5.2.3 Contenu de la fiche technique des matires premires F.6.2.5.2.4 Introduction de la note justificative et des fiches technique F.6.2.5.2.5 Validit de la note justificative et des fiches techniques F.6.2.6 Fabrication F.6.2.7 Transport F.6.2.8 Excution du revtement - Mise en uvre des asphaltes couls routiers pour revtement F.6.2.8.1 Asphaltes couls enregistrs utiliss pour la mise en oeuvre du revtement F.6.2.8.2 Epaisseur de pose des diffrents types dasphalte coul routier F.6.2.8.3 Conditions climatiques lors de la mise en uvre F.6.2.8.4 Temprature des asphaltes couls lors de la mise en uvre F.6.2.8.5 Travail prparatoire F.6.2.8.5.1 Prparation du support F.6.2.8.5.1.1 Rgle applicable tous les cas F.6.2.8.5.1.2 Cas de la pose dun asphalte coul sur une couche denrob ou dasphalte coul fraise F.6.2.8.5.2 Liaison avec le support F.6.2.8.6 Epandage et rglage de lasphalte coul F.6.2.8.7 Traitement de surface des couches de roulement en asphalte coul F.6.2.8.7.1 Cas des revtements pour circulation exclusivement pitonne et/ou cycliste F.6.2.8.7.2 Cas des revtements pour circulation de vhicules automobiles F.6.2.8.8 Joints de reprise dans un revtement en asphalte coul

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 10

F.6.2.8.8.1 Prescriptions sur les mthodes de traitement des joints de reprise F.6.2.8.8.2 Mthode de traitement des joints de reprise utiliser F.6.2.8.8.2.1 Joints de reprise dans une couche de liaison F.6.2.8.8.2.2 Joints de reprise dans une couche de roulement F.6.2.8.8.2.2.1 Cas des asphaltes couls non colors ( asphalte coul noir ) F.6.2.8.8.2.2.1.1 Revtement pour circulation de vhicules automobiles F.6.2.8.8.2.2.1.2 Revtement exclusivement rserv la circulation de pitons et/ou cyclistes F.6.2.8.8.2.2.2 Cas des asphaltes couls colors F.6.2.8.8.2.2.2.1 Revtement pour circulation de vhicules automobiles F.6.2.8.8.2.2.2.2 Revtement exclusivement rserv la circulation de pitons et/ou cyclistes F.6.2.8.9 Joint avec un revtement dun autre type, ou un lment (lment linaire, accessoire de voirie ou avec rail) pos pralablement F.6.2.8.9.1 Traitement du joint au niveau dune couche de liaison en asphalte coul F.6.2.8.9.2 Traitement du joint au niveau dune couche de roulement en asphalte coul F.6.2.8.9.2.1 Cas des revtements en asphalte coul non colors F.6.2.8.9.2.2 Cas des revtements en asphalte coul colors F.6.2.8.10 Mise en service Exigences sur le rsultat (spcifications) F.6.3.1 Exigences sur les caractristiques de masse du revtement en asphalte coul routier

F.6.3

F.6.3.1.1 Granularit
F.6.3.1.2 Teneur en liant F.6.3.1.3 Indentation F.6.3.1.4 Epaisseur et rgularit du revtement F.6.3.2 Exigences sur les caractristiques de surface du revtement en asphalte coul routier F.6.3.2.1 Profil de la surface F.6.3.2.2 Planit F.6.3.2.3 Planit longitudinale lAPL (analyseur de profil en long) F.6.3.2.4 Ornirage F.6.3.2.5 Coefficient de frottement transversal (SFCS) F.6.3.2.6 Coefficient de frottement longitudinal (LFCG) F.6.3.2.7 Texture de surface F.6.3.2.8 Couleur des revtements en asphalte coul colors Vrifications F.6.4.1 Vrifications a priori et documents fournir par lentrepreneur F.6.4.2 Contrles de la mise en uvre et du rsultat F.6.4.2.1 Contrles avant la pose de lasphalte coul F.6.4.2.2 Contrles en cours de pose des asphaltes couls F.6.4.2.2.1 Contrle de la conformit de la composition des asphaltes couls fournis avec la composition de lasphalte coul et approuv F.6.4.2.2.2 Contrle de la granularit et de la teneur en liant de lasphalte coul pandu F.6.4.2.2.3 Temprature des asphaltes couls mis en oeuvre F.6.4.2.2.4 Planit F.6.4.2.3 Vrifications a posteriori

F.6.4

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 11

F.6.5

F.6.4.2.3.1 Caractristiques de masse F.6.4.2.3.1.1 Epaisseurs F.6.4.2.3.1.2 Indentation F.6.4.2.3.2 Caractristiques de surface F.6.4.2.3.2.1 Profil de la surface F.6.4.2.3.2.2 Rgularit de la surface F.6.4.2.3.2.3 Planit de surface lAPL (analyseur de profil en long) F.6.4.2.3.2.4 Ornirage F.6.4.2.3.2.5 Coefficient de frottement transversal (SFCS) F.6.4.2.3.2.6 Coefficient de frottement longitudinal (LFCG) F.6.4.2.3.2.7 Couleur des asphaltes couls Paiement

F.7

REVETEMENTS EN ELEMENTS PREFABRIQUES EN BETON F.7.1 Ralisation de rampes de plateaux et de ralentisseurs de vitesse en lments prfabriqus en bton F.7.1.1 Description F.7.1.2 Documents fournir par ladjudicataire F.7.1.2.1 Note de calcul F.7.1.2.2 Plan de pose F.7.1.3 Clauses techniques F.7.1.3.1 Matriaux F.7.1.3.2 Excution F.7.1.3.2.1 Travaux prparatoires F.7.1.3.2.2 Fondation en bton maigre F.7.1.3.2.3 Couche dimpermabilisation F.7.1.3.2.4 Mise en uvre des lments prfabriqus F.7.1.3.2.5 Mise en service F.7.1.4 Paiement

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 12

F.1 F.1.0

REVETEMENTS EN BETON DE CIMENT Prliminaires

Les prescriptions ci-aprs couvrent les revtements discontinus en bton non arm. Certaines prescriptions spcifiques ont nanmoins t prvues pour les dalles armes de treillis (armatures technologiques) pour les cas particuliers suivants : dalles de forme spciale et/o avec angle(s) aigu(s); localisation de contraintes.

Si une piste cyclable et/ou un filet d'eau, adjacents la chausse ou une zone d'immobilisation sont excuter d'un seul tenant avec le revtement, les prescriptions fixes pour ce dernier leur sont applicables.

F.1.1

Description

Les revtements en bton des chausses et zones d'immobilisation sont constitus d'une ou de plusieurs bandes contigus, spares par des joints longitudinaux parallles l'axe de la chausse. Chaque bande est une succession de dalles; chaque dalle est situe entre deux joints transversaux successifs de retrait, de dilatation ou de construction. Les joints transversaux sont perpendiculaires l'axe de la chausse. Pour des bandes contigus, ils se trouvent dans le prolongement l'un de l'autre. Les caractristiques gomtriques des dalles sont les suivantes : paisseur nominale (Enom) : fixe dans les documents du march, sans tre infrieure 16 cm; pente transversale : 2 % en alignement droit; longueur nominale : fixe dans les documents du march mais sans dpasser 5 m. La longueur des dalles nexcde pas 25 fois lpaisseur nominale. Pour les classes de trafic B1 B10, on veillera, en outre, maintenir le rapport longueur/largeur des dalles infrieur ou gal 1,5; largeur nominale : fixe dans les documents du march mais sans dpasser 4,5 m. Pour les revtements excuts en une seule passe sur une largeur suprieure 4,5 m, un joint longitudinal de flexion est ralis. Dans les courbes, la tolrance sur la largeur des dalles est de 5 cm par rapport la largeur nominale.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 13

F.1.2 F.1.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sables : C.2.2 ; gravillons : C.3.2 ; ciment CEM I (LA) ou ciment CEM III/A (LA) de classe de rsistance 42,5 : C.6 ; goujons, barres d'ancrage, berceaux : C.10.1 ; membranes plastiques : C.11.1 ; produits de cure : C.13 ; produits de scellement : C.14 ; fourrures de joints de dilatation : C.15 ; fonds de joint : C.16 ; adjuvants pour bton : C.17 ; vernis d'adhrence : C.9.12 ; eau : conforme la norme NBN EN 1008 ; produit dimprgnation : C.50 ; treillis darmatures : C.10.2.2. TRAVAUX PREPARATOIRES

F.1.2.2

Le trac du profil en long est matrialis sur le terrain l'aide d'instruments topographiques de prcision. Les niveaux prescrits sont reprs sur des piquets plants solidement en dehors du coffre des intervalles maximaux de 50 m de faon constituer un profil longitudinal rigoureusement parallle au profil du revtement de chausse raliser. L'installation des piquets et le nivellement devancent d'au moins une journe les travaux de btonnage. Sauf impossibilit locale admise par le fonctionnaire dirigeant, la prparation des joints et la mise en place ventuelle des berceaux et des goujons prcde le btonnage d'une distance denviron 50 m de manire assurer une excution continue. La surface sur laquelle le bton est mis en oeuvre est nettoye, dbarrasse de toute trace de boue, matire organique ou matriau tranger; toute irrgularit ou ornire dans la fondation est aplanie et compacte. L'vacuation de l'eau superficielle de l'assiette est assure. Lorsqu'un systme de drainage de l'assiette est prvu dans les documents du march, l'entrepreneur le ralise avant la prparation de celle-ci. F.1.2.3 COFFRAGES OU FILS DE GUIDAGE

La prparation du coffre, la pose, l'alignement et le nivellement des coffrages ou des fils de guidage prcdent le btonnage de manire assurer une excution continue.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 14

Lutilisation de machines coffrages glissants ne ncessitant pas de fil de guidage est galement autorise. Dans ce cas, les prescriptions du F.1.2.3.2 ne sont pas dapplication. F.1.2.3.1 Pose des coffrages fixes

Les coffrages sont mtalliques et ancrs solidement dans le sol ou la fondation, de manire ne subir aucune dformation au cours des oprations de btonnage. Le niveau des coffrages est dtermin au moyen d'un nivellement s'appuyant sur les points de repre. La tolrance dans le plan horizontal est de 0,5 cm mesure la rgle de 3 mtres. La longueur des lments des coffrages est limite de faon permettre des variations angulaires en plan et en hauteur afin d'pouser la forme du profil en long et du trac en plan prescrits pour le revtement. Le mode d'assemblage de ces lments est tel qu'il s'adapte aisment ces variations. Les faces des coffrages en contact avec le bton sont lisses et enduites d'un produit destin viter leur adhrence au bton. Afin de s'assurer de la stabilit des coffrages, on fait circuler sur ceux-ci, avant mise en oeuvre du bton et l'un derrire l'autre, le rpartiteur de bton et la machine vibro-finisseuse; aucun affaissement par rapport au profil prescrit ni aucun dplacement latral des coffrages de plus de 0,5 cm n'est tolr. Si un tel affaissement est constat, les coffrages sont dmonts et le profil en long et le trac en plan sont rtablis; ensuite un nouveau contrle est effectu. F.1.2.3.2 Fils de guidage pour machines coffrages glissants

L'implantation des piquets sur lesquels les fils de guidage sont fixs, ainsi que la tension de ces fils de guidage, sont raliss de faon viter leur affaissement. En aucun cas la distance entre les piquets ne pourra excder 6 m. Dans les courbes les piquets sont rapprochs les uns des autres afin de suivre exactement le profil prescrit. F.1.2.4 PREPARATION DE LASSISE DE BETONNAGE CONTRE LES PERTES DEAU

Si le revtement est pos sur une fondation ou sur un sol susceptible d'absorber l'eau du bton, le sol ou la fondation est arros, aprs compactage et immdiatement avant le btonnage, de manire humidifier lgrement la couche suprieure de l'assiette ou de la fondation, sans qu'il ne subsiste aucune flaque d'eau.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 15

F.1.2.5

COMPOSITION DU BETON

Le bton est compos de gravillons, de ciment, de sable, d'eau et d'adjuvants ventuels. Lentrepreneur choisit la composition du bton en respectant les prescriptions suivantes :
Quantit de ciment (kg/m) Rapport eau/ciment E/C 0,45 0,45 0,45 0,45 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,55 Teneur en air (% -v)

Dmax du granulat (mm)

Couche suprieure (mono ou bicouche) Couche infrieure (bicouche) Couche suprieure (mono ou bicouche) Couche infrieure (bicouche) Couche suprieure (mono ou bicouche) Couche infrieure (bicouche)

Classes de trafic B1 B5 > 20 400 6,3 < Dmax 20 400 6,3 425 20 375

3v6 5v8 3v6

Classes de trafic B6 B7 > 20 350 6,3 < Dmax 20 375 6,3 400 20 350 Classes de trafic B8 B10, BF > 20 325 6,3 < Dmax 20 350 6,3 375 20 325

3v6 5v8 3v6

3v6 5v8 3v6

En cas de mlange de plusieurs sables, le module de finesse du mlange correspond la catgorie CF (4,0 2,4). La dimension maximale du calibre nominal des granulats est limite 31,5 mm (20 mm dans le cas o les goujons sont enfoncs par vibration). Lajout de cendres volantes au bton est interdit. Les documents du march peuvent imposer lutilisation dun entraneur dair pour Dmax > 20 mm. Par ailleurs, lincorporation dun entraneur dair est obligatoire dans tous les cas o une teneur en air occlus est impose dans le tableau ci-dessus. En cas dexcution de type bicouche, le mme type de ciment est utilis pour chacune des couches. Au moins deux semaines avant le dbut du btonnage, lentrepreneur fournit un dossier technique comprenant : les fiches techniques des composants (gravillons, sable, ciment, aciers, additions et adjuvants ventuels,); les fiches techniques des retardateurs de prise, produit de cure, mortier de scellement, ;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 16

une tude de la composition du bton, certifie par un laboratoire agr, reprenant : - la composition en masse des gravillons et du sable; - la quantit de ciment et deau par m de bton; - la consistance et louvrabilit mesures au cne dAbrams et au consistomtre VeBe; - la teneur en air occlus du bton frais; - la nature et les courbes granulomtriques des composants inertes (sable, fractions granulomtriques des gravillons); - la rsistance la compression, 7 et ventuellement 28 jours dge, sur deux sries de trois carottes de 100 cm; - la masse volumique apparente du bton frais compact; - le type, les caractristiques et le dosage des adjuvants; lemplacement de la centrale bton; les moyens utiliss pour le transport; les moyens utiliss pour la mise en uvre et le compactage; pour le bton, le bilan global des ions chlore provenant de tous les composants entrant dans la fabrication du bton (pierres, sable, ciment, eau, additions et adjuvants ventuels).

En cas de modification par lentrepreneur de la composition du bton, celui-ci introduit un nouveau dossier technique comme dcrit ci-avant. F.1.2.5.1 Cas particuliers Bton color et/ou lav (dsactiv)

Granulats : la dimension maximale des granulats est fixe aux documents du march. La composition du bton respecte les prescriptions du tableau repris au F.1.2.5. Dans le cas du bton lav, les granulats peuvent tre colors. Les documents du march prcisent, le cas chant, les prescriptions y relatives. Dans tous les cas, les granulats sont soumis lapprobation pralable du fonctionnaire dirigeant. Colorant : un colorant peut tre prvu pour donner au mortier une teinte particulire se rapprochant ventuellement de celle choisie pour les granulats. Le cahier spcial des charges dcrit la teinte du colorant. Ce colorant est soumis lapprobation pralable du fonctionnaire dirigeant. Le colorant peut tre introduit dans le camion malaxeur. Une planche dessai de 0,5 m est ralise en laboratoire et dnude chimiquement dans les conditions de chantier pour attester de lhomognit de la teinte et de ltat de surface. Dans le cas de ralisation de revtements dans une zone voisine dun revtement existant de teinte dtermine, la teinte obtenir sera semblable la teinte existante, ce dont le fonctionnaire dirigeant est seul juge. FABRICATION, TRANSPORT ET MISE EN OEUVRE Fabrication

F.1.2.6 F.1.2.6.1

La fabrication est faite dans des installations conformes aux normes NBN EN 206-1 et NBN B 15-001 et d'une capacit suffisante pour assurer une mise en oeuvre continue.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 17

Lors du dosage de leau la centrale, il est tenu compte : de la limite suprieure autorise pour le rapport E/C; de la teneur en eau des matriaux; des effets prvisibles des adjuvants.

Les dispositifs de vidange du malaxeur vitent la sgrgation des constituants. F.1.2.6.2 Transport

Le transport et la livraison du bton sont conformes aux normes NBN EN 206-1 et NBN B 15-001. Le bton frais est transport par camions quips d'une benne hydraulique ou d'un dispositif qui assure un dchargement rgulier du bton. Tout autre moyen de transport n'est autoris qu'avec l'accord du fonctionnaire dirigeant. Si le transport par camion-malaxeur a t autoris, le malaxeur doit tourner en vitesse de malaxage pendant au moins 2 minutes avant le dversement du bton. Les adjuvants prvus dans ltude de composition sont introduits, au plus tard, avant la priode de malaxage prcdant le dversement du bton. F.1.2.6.3 Mise en oeuvre

La remise du bordereau de livraison est pralable tout dchargement sur chantier. Les dispositions ncessaires pour protger les autres lments de voiries (caniveaux, bordures, etc.) contre les salissures dues au btonnage, sont prises pralablement. Le btonnage seffectue en une seule couche, sauf le cas o les documents du march prvoient sur lpaisseur du revtement lutilisation de btons de compositions diffrentes (nature des matriaux, granulomtrie, coloration,) pour lequel le btonnage se ralise en deux couches, frais sur frais. Lorsque le revtement comporte plusieurs voies de circulation dans chaque sens de trafic, lentrepreneur est tenu de btonner au moins deux voies de circulation simultanment. La mise en oeuvre s'effectue : soit entre coffrages fixes, laide dun train compos au moins dun rpartiteur et dun vibro-finisseur, complt ventuellement dune poutre correctrice; soit entre lments linaires pralablement poss laide du mme train, mais les prescriptions du F.1.2.3 ne sont pas dapplication; soit par machine coffrages glissants, quipe d'un systme de vibration et de rglage automatique tant en plan horizontal que vertical.

La finition au moyen de lhlicoptre est interdite.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 18

Dans le cas dun btonnage par coffrage glissant, la machine progresse sans arrt et de manire continue. Une machine adquate doit veiller la rpartition uniforme du bton frais devant la machine coffrages glissants. Pour les voiries de classe de trafic B1 B10, la machine est quipe, larrire, dune poutre lisseuse de minimum 3 mtres de longueur, place paralllement laxe de la route et qui se dplace transversalement en suivant un mouvement longitudinal de va-et-vient. La machine est galement quipe dun systme de vibration et de commande automatique du dispositif de rglage de niveau du bton, tant sur le plan longitudinal que vertical, permettant dassujettir le profil en long de chacun des bords un repre extrieur indpendant de la couche poser. Dans le cas dun btonnage en deux couches frais sur frais laide de deux machines coffrages glissants, la distance sparant ces deux machines en cours de btonnage ne peut tre suprieure 20 mtres. Seule la deuxime machine est quipe dune poutre lisseuse. Cette machine doit progresser sans arrt et de manire continue. Pour les voiries de classe de trafic B1 B10, la mise en place est ralise laide de deux machines indpendantes : la premire assure lapprovisionnement et la rpartition uniforme du bton; la seconde assure le serrage et la mise en forme du bton.

Lentrepreneur est tenu de garantir en permanence la possibilit de communication entre la centrale productrice et latelier de btonnage. Il ne peut s'couler plus de 2 h entre la fabrication du bton et la fin de la mise en oeuvre. Pass ce dlai, le bton est rebut et vacu. En outre, si le bton en place a plus de 2 heures lors de la mise en uvre du bton livr par le camion suivant, un joint de construction doit tre ralis. Tout arrosage du bton pour en faciliter la mise en oeuvre et tout rechargement superficiel au mortier sont interdits. Aux endroits particuliers tels qu'largissements locaux, raccordements en sifflet ou en pattes d'oie, la mise en oeuvre peut se faire manuellement et le bton est vibr par une poutre vibrante manuelle et aiguille(s) vibrante(s). Le joint de fin de journe est plan et perpendiculaire la surface du revtement. F.1.2.6.3.1 CAS PARTICULIERS - BETON COLORE ET/OU LAVE (dsactiv)

Pralablement au btonnage, tous les accessoires de voiries apparents (filets deau, bordures, pavs, ...) sont protgs de la coloration au moyen dun produit protecteur incolore et lgrement collant. Il sera dlav lors de lenlvement de la laitance superficielle (dnudage). Le produit de protection sera soumis lapprobation pralable du fonctionnaire dirigeant.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 19

Le btonnage seffectue en une seule couche ou en deux couches, bton frais sur bton frais. Le bton est compact nergiquement par damage manuel pour les zones pitonnes. La vibration mcanique est obligatoire pour les aires soumises la circulation. Lattention de lentrepreneur est attire sur la ncessit dun compactage et dune vibration strictement homognes sur toute ltendue de la surface. Les coffrages ne peuvent tre dplacs lors du coulage du bton. Aprs compactage, le bton est liss au moyen dune rgle rigide reposant sur les coffrages et ensuite laide dune taloche lisseuse large monte sur un manche double articulation. Le bton prsente alors une surface bien lisse, exempte de cavits apparentes et de vagues. F.1.2.7 F.1.2.7.1 CONDITIONS ATMOSPHERIQUES Btonnage par temps froid

Le btonnage n'est autoris que lorsque la temprature de l'air sous abri 1,50 m du sol, mesure 8 h du matin, est suprieure ou gale 1C et que le minimum nocturne n'est pas descendu sous -3C. En outre, lentrepreneur est tenu, le cas chant, de protger efficacement la surface du bton afin dviter que la temprature en cet endroit ne descende sous 1C pendant les 72 heures qui suivent la mise en uvre du bton. F.1.2.7.2 Btonnage par temps de pluie

Le dversement du bton est interrompu en cas de pluie ou daverse. En outre, lentrepreneur prend toutes les dispositions ncessaires pour viter le dlavage tant du bton venant dtre mis en uvre que du bton dvers et non encore compact. F.1.2.7.3 Btonnage par temps chaud

Sauf prcautions particulires, agrer par le fonctionnaire dirigeant , le btonnage nest autoris que lorsque la temprature de lair sous abri, 1,50 m du sol, est infrieure 25C. F.1.2.8 TRAITEMENT DE SURFACE

Le traitement de la surface des revtements est soit : un brossage transversal de la surface du bton frais; un dnudage du squelette pierreux; une impression du bton.

Sauf prescriptions contraires aux documents du march, le traitement de surface est le suivant : classes de trafic B1 B5 : dnudage chimique; classes de trafic B6 B10, BF : brossage transversal.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 20

F.1.2.8.1

Brossage transversal

Le traitement de la surface du revtement est effectu par brossage transversal de la surface du bton frais, immdiatement aprs achvement du profilage, au moyen de brosses dures fibres jointives. F.1.2.8.2 Dnudage chimique

Le dnudage du squelette pierreux consiste pulvriser un retardateur de prise sur la surface du bton ds sa mise en uvre et liminer ultrieurement le mortier ainsi retard. La profondeur du dnudage est prcise dans les documents du march. Le retardateur de prise est pulvris de faon uniforme sur la surface du bton frais au maximum 15 minutes aprs la mise en uvre du bton. Ce retardateur contient un pigment lui assurant en permanence une couleur franche. Il ne peut, en aucun cas, scouler naturellement sur la surface bton frais quelle quen soit sa pente. Pour viter tout excs local de retardateur lors de larrt de la machine dpandage , un dispositif de rcolte du produit est mont sur celle-ci et plac sous les gicleurs lors de chaque arrt. La rampe de pulvrisation est protge des effets du vent par un carnage descendant jusqu 10 15 cm de la surface du bton. Dans des cas particuliers, une pulvrisation manuelle du retardateur est autorise, sous rserve daccord du fonctionnaire dirigeant. Immdiatement aprs la pulvrisation du retardateur, la surface est protge au moyen dune membrane tanche maintenue en place jusquau moment de llimination du mortier retard. En cas de membrane tanche prfabrique, la zone limite par la rampe de pulvrisation du retardateur et le systme de droulement de ladite membrane est entirement couverte. Le mortier retard est limin par brossage leau. En rgle gnrale, cette opration est ralise au plus tard 24 heures aprs la mise en uvre du bton. Ce dlai maximum est prolong lorsque le durcissement du bton nest pas suffisant pour admettre, sans dgradation, lopration de brossage. La brosse munie de rampe darrosage est fixe entre les essieux de lengin porteur. Elle est rglable en hauteur et en angle et dborde latralement dau moins 30 cm de part et dautre du gabarit extrieur des pneus. Toute disposition diffrente est soumise lapprobation pralable du fonctionnaire dirigeant. Le mortier retard peut galement tre limin au moyen dun jet deau sous pression. La membrane tanche est enleve par tronon de maximum 100 m au fur et mesure de lavancement de lengin de brossage ou de dnudage sous pression, et est vacue. Lentrepreneur prend toutes les dispositions ncessaires en vue dviter que le mortier vacu ne saccumule, soit dans le systme dvacuation deau (filets deau et avaloirs), soit dans tout autre quipement proche de la voirie (drains, gaines, etc.).
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 21

Cas particuliers : bton color et/ou lav Environ 4 semaines aprs mise en oeuvre, le bton est protg au moyen dun produit dimprgnation raison de 250 grammes de produit par m. Ce produit est agrer par le fonctionnaire dirigeant. Le produit est appliqu sur une surface propre et sche. Les traces de produit de cure sont enleves avant traitement. Les prescriptions du F.1.2.10 sont dapplication. F.1.2.8.3 Bton imprim

Dans le cas du bton imprim, le cahier des charges prcisera si le bton doit tre teint dans la masse. Si tel est le cas, les tapes 2 et 3 du mode opratoire ci-dessous sont supprimes. Le traitement de surface consiste imprimer le bton de la manire dcrite ci-aprs : 1. Aprs compactage, le bton est liss au moyen dune rgle rigide, roul au moyen dun double rouleau de treillis mtallique afin denfoncer les agrgats de surface et ensuite reliss laide dune taloche lisseuse large monte sur un manche double articulation. Le bton prsente alors une surface bien lisse, exempte de cavits apparentes et de vagues. Un durcisseur (colorant si le bton na pas t color dans la masse) est rpandu de faon rgulire sur toute la surface du bton raison de min. 3 kg/m. Aprs cet pandage, le bton est nouveau liss laide de la taloche lisseuse. Une poudre dmoulante ventuellement colorante est alors applique sur la surface raison de min. 150 g/m. Elle a pour effet dempcher ladhrence des moules dimpression au bton frais. Immdiatement aprs, la surface est imprime au moyen des moules adquats qui confrent au bton les motifs dsirs. Les formes choisies sont fixes aux documents du march. Pour limpression, les moules sont poss dlicatement lun ct de lautre la surface du bton et ensuite dams de manire homogne au moyen dune dame carre denviron 0,05 m de surface. Le bton est ensuite protg contre le dessiccation au moyen dune membrane tanche prfabrique maintenue en place pendant au moins 72 heures. La largeur de la membrane est celle de la surface protger plus 1 mtre. Lemplacement des joints de retrait est dterminer dans la mesure du possible en tenant compte des motifs choisis pour limpression du bton. Les joints seront, autant que possible, dcoups dans les joints des motifs sur une profondeur quivalent au tiers de lpaisseur de la dalle ralise. Aprs durcissement complet du bton, la surface est nettoye leau. Une fois cette surface bien sche, une rsine acrylique est pulvrise ou rpandue la brosse ou au rouleau. Celle-ci a pour effet dimpermabiliser et de protger correctement le bton de mme que confrer un aspect esthtique lensemble. La rsine acrylique peut tre fournie mate, satine ou brillante. Rsistance la glissance : aprs un minimum de 14 jours de schage du bton, une couche de protection compose de particules solides de polyurthane et dacrylique en solution de solvant aromatique et/ou aqueuse, laquelle est destine fixer les granulats anti-drapants, est applique uniformment sur toute la surface au moyen dun pulvrisateur airless et raison de minimum 400 g/m. Lapplication du vernis est

2. 3. 4.

5.

6.

7.

8.

9.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 22

ralise en deux couches entre lesquelles un agrgat concass, de haute densit, dun diamtre nominal de 300 et dune duret quivalente mininum 9 units sur lchelle Mohs, est saupoudr mcaniquement en surface raison de 100 g/m afin dobtenir aprs 7 jours une rsistance la glissance gale ou suprieure 50 units mesures sur le Pendulum Slip Resistance Tester of the Transport Research Laboratory (UK) (Rf. British Standards 8204 : Part 3). Une priode de schage de 1 jour sera prise en compte avant ouverture au trafic pdestre, porte 3 jours pour le trafic de vhicules. Un premier test de rsistance la glissance est effectu alatoirement sur la surface ralise avant sa mise en service et ensuite tous les trois mois pendant la priode de garantie. Remarque gnrale : le choix des poudres (durcissantes et dmoulantes) de mme que la rsine acrylique et tous les produits et matriels spcifiques utiliss par lentrepreneur sont agrer par le fonctionnaire dirigeant avant le dbut des travaux. Les prescriptions du F.1.2.10 sont dapplication. F.1.2.9 F.1.2.9.1 JOINTS Joints transversaux

Les joints transversaux sont de trois types : de retrait ; de construction ; de dilatation.

Pour les classes de trafic B1 B5, les joints transversaux sont toujours goujonns. F.1.2.9.1.1 JOINTS DE RETRAIT

Ils sont conformes l'un des types de la figure F.1.2.a.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 23

Amorce de fissuration dans le bton durci

E/3 max. 4 E Goujon Gorge de scellement chanfreine Amorce de fissuration dans le bton durci E/3 max. 4 E E/2 25 600

Figure F.1.2.a Leur entredistance est conforme au F.1.1. L'amorce de fissuration est ralise par sciage du bton durci. La profondeur de l'amorce est d'au moins 1/3 de l'paisseur de la dalle. Le sciage du bton est ralis suffisamment tt afin d'viter la fissuration en dehors des joints, et en tous cas dans les 24 heures qui suivent la mise en oeuvre. En cas de prsence dune membrane prfabrique de protection de surface, le sciage est ralis au travers de celle-ci. La protection cet endroit est immdiatement rtablie par une nouvelle bande de membrane prfabrique et leste. A la demande, sous la responsabilit de lentrepreneur, et moyennant accord pralable du fonctionnaire dirigeant , le joint de retrait peut galement tre sci endans les 2 3 heures, aprs la mise en place du bton, une profondeur minimum de 2 cm laide dun appareillage de sciage spcifique, sans endommager les lvres du joint. Pour les joints non fissurs, ces amorces sont compltes par sciage dans le bton durci jusqu au moins 1/3 de lpaisseur de la dalle et ce endans les 24 heures qui suivent la mise en uvre du bton. Cas particulier des dalles armes dun treillis darmatures Dans le cas particulier de dalles de forme complexe et/ou de contraintes ncessitant la prsence darmatures dans le revtement en bton, celui-ci peut tre arm dun treillis darmatures dont le diamtre des barres et les mailles sont dfinies dans les documents du march. Le treillis est positionn dans le tiers suprieur du revtement, en respectant un recouvrement de 5 cm minimum. En cas de contradiction entre ces deux critres, cest le recouvrement
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 24

minimum qui sera prioritairement respect ; les joints de retrait seront scis plus profondment afin dassurer le sciage du treillis darmatures. Le treillis sera sci lors du sciage des joints de retrait. Si ceux-ci sont goujonns, le treillis sera interrompu de part et dautre des joints de retrait. Le joint est conforme la figure F.1.2.b.
Amorce de fissuration dans le bton durci

E/3 max. 4 E Goujon Gorge de scellement chanfreine Amorce de fissuration dans le bton durci E/3 max. 4 E E/2 25 600

Figure F.1.2.b F.1.2.9.1.2 JOINTS DE CONSTRUCTION TRANSVERSAUX

Un joint de construction est tabli la fin de chaque production journalire ( joint de fin de journe ) ou en cas d'interruption du btonnage ( joint de reprise ) ne permettant pas la mise en oeuvre du bton dans le dlai de 2 h dont question ci-avant. Les joints de construction sont toujours goujonns. La face de ce joint est plane et perpendiculaire la surface du revtement. Lors de la reprise, le btonnage est effectu directement bton contre bton. La vibration du bton est complte de part et dautre du joint au moyen dune aiguille vibrante indpendante. Ils sont conformes la figure F.1.2.c.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 25

Goujon

Gorge de scellement chanfreine

E E/2 25

600

Figure F.1.2.c Leur emplacement correspond celui d'un joint de retrait dans la bande adjacente. Si ce joint concide avec un joint de dilatation, il est conforme la figure F.1.2.e. Les joints transversaux de construction et les joints entre le revtement en bton de ciment et revtement existant en enrob sont fraiss et chanfreins aprs ouverture du joint. Cas particulier des dalles armes dun treillis darmatures Dans le cas particulier de dalles de forme complexe et/ou de contraintes ncessitant la prsence darmatures dans le revtement en bton, celui-ci peut tre arm dun treillis darmatures dont le diamtre des barres et les mailles sont dfinies dans les documents du march. Le treillis est positionn dans le tiers suprieur du revtement, en respectant un recouvrement de 5 cm minimum. Le treillis sera interrompu au droit des joints de construction. Le joint est conforme la figure F.1.2.d.
Goujon Gorge de scellement chanfreine

E E/2 25

600

Figure F.1.2.d

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 26

F.1.2.9.1.3

JOINTS DE DILATATION

Ils sont conformes la figure F.1.2.e.

Goujon Gorge de scellement chanfreine Matire compressible

30 E E/2 25 Capuchon d'au moins 60 Fourrure compressible 15 600

Figure F.1.2.e La largeur de la gorge de scellement est au moins gale lpaisseur de la fourrure compressible. Leur emplacement est indiqu dans les documents du march. Tous les capuchons recouvrant la matire compressible sont placs du mme ct du joint de dilatation. Cas particulier des dalles armes dun treillis darmatures Dans le cas particulier de dalles de forme complexe et/ou de contraintes ncessitant la prsence darmatures dans le revtement en bton, celui-ci peut tre arm dun treillis darmatures dont le diamtre des barres et les mailles sont dfinies dans les documents du march. Le treillis est positionn dans le tiers suprieur du revtement, en respectant un recouvrement de 5 cm minimum. Le treillis sera interrompu au droit des joints de dilatation. Le joint est conforme la figure F.1.2.f.
Goujon Gorge de scellement chanfreine Matire compressible

30 E E/2 25

Fourrure compressible 15 600

Figure F.1.2.f
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 27

F.1.2.9.2

Joints longitudinaux

Les joints longitudinaux sont de deux sortes : de construction (entre bandes contigus btonnes successivement); de flexion, si le btonnage de plusieurs bandes contigus est excut en une seule largeur.

Les joints de construction sont toujours ancrs pour les classes de trafic B1 B5. Pour les classes de trafic B6 B10, les ancrages ventuels doivent tre prvus au cahier spcial des charges. Dans les largissements locaux, les raccordements en sifflet et les pattes d'oie, les joints longitudinaux sont ancrs. F.1.2.9.2.1 JOINTS DE CONSTRUCTION LONGITUDINAUX

Ils sont conformes l'un des deux types repris la figure F.1.2.g.
TYPE 1 Barre d'ancrage 16 ventuelle Gorge de scellement chanfreine

E E/2

750
cotes en mm

TYPE 2 Barre d'ancrage 16 ventuelle Gorge de scellement chanfreine 30 25 E E/2 150 750 var.

cotes en mm

Figure F.1.2.g Les joints de construction et les joints entre revtement en bton de ciment et revtement existant en enrob sont scis et scells aprs ouverture du joint. Si les documents du march prescrivent l'emploi de barres d'ancrage, aucune barre n'est place moins de 750 mm d'un joint transversal. La distance entre les barres dancrages est dun mtre.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 28

Cas particulier des dalles armes dun treillis darmatures Dans le cas particulier de dalles de forme complexe et/ou de contraintes ncessitant la prsence darmatures dans le revtement en bton, celui-ci peut tre arm dun treillis darmatures dont le diamtre des barres et les mailles sont dfinies dans les documents du march. Le treillis est positionn dans le tiers suprieur du revtement, en respectant un recouvrement de 5 cm minimum. Le treillis est interrompu de part et dautre du joint de construction. Le joint est conforme la figure F.1.2.d, dans laquelle le goujon est remplac par la barre dancrage ventuelle. F.1.2.9.2.2 JOINTS DE FLEXION

Les joints sont scis dans le bton durci jusqu'au 1/3 de l'paisseur. Le sciage est ralis suffisamment tt pour viter la fissuration en dehors des joints, et en tous cas au plus tard 24 heures aprs la mise en uvre du bton. Ils sont conformes la figure F.1.2.h.

Barre d'ancrage 16 ventuelle

Gorge de scellement chanfreine

E/3 E E/2

max. 4

750
cotes en mm

Figure F.1.2.h Cas particulier des dalles armes dun treillis darmatures Dans le cas particulier de dalles de forme complexe et/ou de contraintes ncessitant la prsence darmatures dans le revtement en bton, celui-ci peut tre arm dun treillis darmatures dont le diamtre des barres et les mailles sont dfinies dans les documents du march. Le treillis est positionn dans le tiers suprieur du revtement, en respectant un recouvrement de 5 cm minimum. Le treillis est interrompu de part et dautre du joint de flexion. Le joint est conforme la figure F.1.2.d, dans laquelle le goujon est remplac par la barre dancrage ventuelle.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 29

F.1.2.9.3

Goujons

Les goujons sont conformes au C.10.1.1. Ils ont un diamtre de 25 mm et une longueur de 600 mm. Le stockage et la manipulation des goujons sur chantier sont effectus de manire viter toute souillure et dgradations de ces derniers. Les goujons sont galvaniss ou traits par tout autre systme agr par le fonctionnaire dirigeant. Ceci est destin viter ladhrence du bton aux goujons. Ils sont placs et maintenus dans une position parallle la surface et laxe de la dalle. La distance entre goujons est de 300 mm, la distance par rapport au bord de la dalle est de 250 mm minimum. Dans les joints de dilatations les goujons sont munis dun capuchon avec matire compressible. Tous les capuchons recouvrant la matire compressible sont placs du mme ct du joint de dilatation. Les goujons sont mis en uvre de la faon suivante : pralablement au btonnage, au moyen de berceaux ; pendant le btonnage, au moyen dun systme dintgration par vibrations approuv par le fonctionnaire dirigeant. En cas de btonnage en 2 couches frais sur frais laide de deux machines distinctes, la mise en uvre des goujons par vibration est excute par la premire machine.

Dans le cas de berceaux, ceux-ci sont assembls en usine ou ligaturs sur place. Les berceaux sont conus de manire empcher le dplacement des goujons et ne pas entraver le bon fonctionnement du joint. Les ventuelles soudures ou tirants de blocage sont dcoups avant le dversement du bton. Les berceaux ne subissent aucune dformation rmanente sous une charge ponctuelle de 100 kg, ni lors du dversement du bton. Tout berceau dform est remplac. F.1.2.9.4 Barres dancrage

Le stockage et les manipulations des barres dancrage sur chantier sont effectus de manire viter toute souillure de ces dernires. Lalimentation en carburant et lentretien des machines de mise en uvre du bton sont assurs tout en protgeant soigneusement les barres dancrage contre tout rpandage dhuile ou dautres matires susceptibles de rompre ladhrence acierbton. Les barres dancrage sont conformes la figure F.1.2.g et ne sont pas enduites. Elles sont places paralllement la surface du revtement. Dans le cas des joints de construction, elles sont mises en place par forage dans le bton durci ou insres par fonage dans le bton frais par un quipement appropri, approuv par le

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 30

fonctionnaire dirigeant, immdiatement aprs le passage du coffrage et avant le passage de la poutre lisseuse. En cas de mise en place des barres dancrage par forage, et dutilisation dun foret percussion, un guidage tubulaire de minimum 100 mm de long est appliqu contre la tranche du bton pour assurer le maintien correct de loutil au moment de lattaque du forage. Aprs forage, les ancrages sont scells dans le bton existant sur la moiti de leur longueur. La rsistance en traction sur ces ancrages est suprieure 100 kN aprs 24 heures. Dans le cas de joints de flexion, les barres dancrage sont places sur des berceaux ou intgrs par vibrations, au moyen dun quipement spcialis soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. F.1.2.9.5 Scellement des joints

Pour les classes de trafic B1 B10, les joints sont toujours scells et la gorge de scellement est toujours chanfreine et conforme la figure F.1.2.i. Pour les joints de dilatation, la largeur de la gorge de scellement est au moins gale la largeur de la fourrure compressible. En cas de scellement la masse, un fond de joint est pos dans le fond de la gorge. Les profils en noprne sont colls aux lvres du joint et ont une largeur minimum de 1,6 fois celle de la gorge de scellement.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011
Masse chaud
5 10 5

F. 31
Masse froid
5 7 5

30

20

20

Joints de construction

Masse chaud
5 10 5

Masse froid
5 7 5

20

30

30

20

Masse de scellement

Trait de scie

Fond de joint

E/3 4 cotes en mm E

E/3

Joints de retrait ou de flexion

Figure F.1.2.i

_________________________________________________________________________________________

Fond de joint

30

Masse de scellement

CCT 2011

F. 32

F.1.2.10 F.1.2.10.1

PROTECTION DU BETON FRAIS Protection contre la dessiccation

Toute surface de revtement au contact de l'air est protge contre la dessiccation, immdiatement aprs traitement de surface. La protection est ralise par pulvrisation mcanique et homogne, raison d'au moins 200 g/m sur la surface du bton, d'un produit de cure pigmentation blanche ou mtallise. Les pulvrisateurs sont munis dune coiffe de protection. En cas de dnudage, la pulvrisation du produit de cure a lieu immdiatement aprs dnudage et au plus tard 1 heure aprs enlvement de la membrane tanche. Dans le cas du bton color ou lorsque les documents du march le prvoient, cette protection est ralise immdiatement aprs le traitement de surface, par une membrane tanche prfabrique maintenue en place au moins 72 heures. F.1.2.10.2 Protection contre la pluie

La surface du bton frais, tant pour le bton dvers dans le coffre et non encore vibr que pour le bton frachement parachev, est protge contre le dlavage par la pluie. F.1.2.10.3 Protection contre le gel

La surface du revtement est protge efficacement contre le gel de manire telle que pendant 72 h aprs la mise en oeuvre du bton, la temprature au niveau suprieur du revtement ne descende pas en dessous de 1C. F.1.2.11 MARQUAGE DES DALLES

La premire dalle de chaque production journalire porte la date de sa ralisation avec lindication du sens de progression des travaux, au moyen dune flche, par exemple. F.1.2.12 MISE EN SERVICE DU REVETEMENT

La circulation n'est autorise sur le revtement que 7 jours aprs la mise en oeuvre du bton et aprs relev contradictoire des fissures. Un revtement de moins de 7 jours peut tre livr la circulation si l'entrepreneur apporte la preuve que la rsistance moyenne (sur base de 3 carottes ou de cubes de 15 cm de ct isols thermiquement) du bton atteint au moins : 40 MPa pour les classes de trafic B1 B7; 35 MPa pour les classes de trafic B8 B10 et BF.

Aux croisements, aux entres carrossables et partout o l'entrepreneur est tenu d'assurer le passage, il prend les mesures pour viter toute dgradation de surface et toute cause pouvant nuire la qualit du bton.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 33

F.1.3 F.1.3.1 F.1.3.1.1

Rsultats CARACTERISTIQUES DE MASSE DU BETON Epaisseur

Lpaisseur individuelle du revtement pour un lot est obtenue par mesurage de lpaisseur de la carotte fore dans ce lot. Lpaisseur moyenne du revtement pour une section est obtenue par calcul de la moyenne des paisseurs individuelles du revtement des lots de cette section. Lpaisseur moyenne du revtement dune section et lpaisseur individuelle de chaque lot satisfont aux conditions du tableau ci-dessous : Classe de trafic Epaisseur moyenne minimale Emoy,min Epaisseur individuelle minimale Ei,min
avec Enom : paisseur nominale.

B1 B5 Enom 0,95 x Enom

B6 B10, BF Enom 0,90 x Enom

Les valeurs moyenne et individuelles sont exprimes en mm et arrondies au mm le plus proche. F.1.3.1.2 Rsistance la compression

Les rsistances sont mesures sur carottes de 100 cm au moins 90 jours dge. Les carottes sont conserves en laboratoire, en atmosphre humide sature, une temprature de 20C pendant au moins 10 jours avant les essais. Les prescriptions concernent, par lot, la rsistance moyenne Rbm et les rsistances individuelles Rbi. Classes de trafic B1 B5 Rsistance moyenne 70 MPa (60 MPa)* minimum Rbm,min Rsistance individuelle 60 MPa (50 MPa)* minimum Rbi,min *en cas dincorporation dun entraneur dair. B6 B7
60 MPa (50 MPa)* 50 MPa (40 MPa)*

B8 B10, BF
50 MPa (40 MPa)* 40 MPa (30 MPa)*

Les valeurs moyennes et individuelles sont calcules 0,5 MPa prs, par excs ou par dfaut. F.1.3.1.3 Absorption deau

Labsorption deau est mesure sur la tranche suprieure des carottes de 100 cm au moins 60 jours dge. Les prescriptions concernent, par lot, labsorption deau moyenne Wm et les absorptions deau individuelles Wi.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 34

Couche suprieure (mono ou bicouche) Couche infrieure (bicouche) Couche suprieure (mono ou bicouche) Couche infrieure (bicouche) Couche suprieure (mono ou bicouche) Couche infrieure (bicouche)

Dmax Absorption deau du granulat individuelle maximum (mm) Wi, max (%-m) Classes de trafic B1 B5 > 20 (sans air entran) 6,5 6,3 < Dmax 20 6,8 6,3 6,8 20 -

Absorption deau moyenne maximum Wm, max (%-m) 6,0 6,3 6,3 6,0 6,3 6,3 6,3 6,5 6,5 -

Classes de trafic B6 B7 > 20 (sans air entran) 6,5 6,3 < Dmax 20 6,8 6,3 6,8 20 B8 B10, BF > 20 (sans air entran) 6,3 < Dmax 20 6,3 20 6,8 7,0 7,0 -

; n n = nombre dchantillons ; Wi,max et Wm,max sont exprimes en % avec une dcimale, 0,05 % prs par excs ou par dfaut. Rsistance au gel

Wm=

i=n i =1

wi

F.1.3.1.4

Cet essai est ralis lorsque les rsultats dabsorption deau sont insuffisants. La rsistance au gel en prsence de sels de dverglaage est mesure sur des prouvettes dau moins 90 jours dge qui subissent 30 cycles de gel-dgel suivant le projet de norme ISO/DIS 4846.2. La perte cumule maximum aprs 30 cycles est de : 5 g/dm pour les classes de trafic B1 B5; 10 g/dm pour les classes de trafic B6 B10, BF. CARACTERISTIQUES DE SURFACE Planit

F.1.3.2 F.1.3.2.1

Les irrgularits de surface, vrifies la rgle de 3 m, sont infrieures : 4 mm pour les classes de trafic B1 B5; 5 mm pour les classes de trafic B6 B10, BF.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 35

F.1.3.2.2

Planit longitudinale lAPL (analyseur de profil en long)

Les prescriptions concernent, par bloc de dpouillement, les coefficients de planit (CP) pour chaque fraye calculs pour des bases de 40 m, 10 m et 2,5 m, des vitesses imposes. Pour chaque hectomtre et pour chaque bande de circulation, les exigences sont les suivantes :
Types de voirie (1) Caractristiques CP2,5 m CP10 m CP40 m
(1)

Autoroutes 35 70 140

Voiries mtropolitaines et voiries principales 40 80 160

Voiries interquartier et voiries de quartier 45 90 Pas dapplication

Voir B.1.

DISPOSITIONS PARTICULIERES

Les prescriptions relatives au CP10 m ne sont pas dapplication sur les routes o la vitesse autorise est limite 50 km/h. Les ronds-points de rayon intrieur infrieur 20 m ne font pas lobjet dun contrle lAPL. Les parties comportant un ou des plateau(x), ralentisseur(s) de vitesse ou chicane(s) ne font pas lobjet dun contrle lAPL. Coefficient de frottement transversal (SFCS)

F.1.3.2.3

Les exigences suivantes sont dapplication jusqu la rception dfinitive. mesure au SCRIM : SFCS 0,48.

Pour les chantiers de longueur infrieure 500 m, en cas de prsence de giratoire(s) et/ou de ralentisseur(s), ..., dans les zones dapproche des ronds-points et des carrefours, toute section dcamtrique doit prsenter, jusqu rception dfinitive, une : mesure au SCRIM : SFCS 0,58. Coefficient de frottement longitudinal (LFCG)

F.1.3.2.4

Dans les zones qui prsentent des caractristiques ne permettant pas de raliser correctement un essai au SCRIM (tronons de longueur infrieure 100 m, pitonniers, pistes cyclables indpendantes, etc.), les mesures sont ralises laide du Grip Tester. Durant la priode de garantie, toute section hectomtrique de chaque lot rpond aux prescriptions suivantes : Caractristique LFCG > 55

Dans le cas des giratoires, les prescriptions sont dapplication pour toute section dcamtrique.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 36

F.1.3.2.5

Texture de surface

Des prescriptions relatives la texture de surface peuvent tre prcises aux documents du march.

F.1.4 F.1.4.1

Vrifications VERIFICATION A PRIORI

La vrification de la conformit des matriaux est effectue aux lieux de production ou sur chantier. F.1.4.2 F.1.4.2.1 CONTROLES DEXECUTION Contrles avant btonnage

Les contrles portent sur : le matriel; les niveaux de repres de rglage; lpaisseur probable de la couche par mesure du niveau par rapport aux repres ou aux filets deau; la rgularit, la propret et ltat de scheresse du support; le cas chant, les caractristiques des chemins de roulement de la machine; la prsence et la conformit du matriel prvu aux documents du march; la qualit, la propret et le positionnement des goujons ventuels; le relev des tempratures minimales nocturnes; la prsence du matriel de protection du bton frais. Contrles en cours de btonnage

F.1.4.2.2

Les contrles portent sur : le matriel; le relev de la temprature de lair; lapprovisionnement; la qualit du bton (origine, heure de fabrication, signes de sgrgation, dbut de prise, ouvrabilit du bton mis en oeuvre manuellement); labsence dajout deau au bton dans les camions ou en cours de mise en uvre ; le fonctionnement correct de latelier de mise en uvre; la conformit et la propret des joints de construction et/ou de reprise; la vibration complmentaire des joints de construction et/ou de reprise; la teneur en air occlus; la bonne tenue des bords du bton; la protection immdiate du bton frais; la conformit de lpandage du retardateur ventuel; le sciage, en temps opportun, des joints de retrait; le brossage/dnudage, dans les dlais prescrits, en cas dutilisation dun retardateur

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 37

les caractristiques gomtriques des dalles; l'entredistance des goujons et ancrages; le temps coul entre la production et la fin de la mise en oeuvre du bton; la planit du bton frais et sa qualit apparente en surface et sur les bords latraux; l'efficacit de la protection du bton; l'existence et la conformit des marquages. Contrle de la teneur en air occlus du bton frais

F.1.4.2.3

Ces contrles s'effectuent contradictoirement toutes les 2 h le premier jour du btonnage ensuite au moins deux fois par jour, lors de toute modification de la composition et tout moment requis par le fonctionnaire dirigeant. Les mesures sont effectues suivant la norme NBN EN 12350-7. Les rsultats pris en considration sont constitus de la moyenne des mesures effectues sur trois prlvements. Tout rsultat hors des limites prescrites entrane l'arrt immdiat du btonnage. La reprise de celui-ci n'est autorise quaprs adaptation par lentrepreneur qui doit prouver le pouvoir adjudicateur que le bton rpond aux critres imposs pour la teneur en air. En cas de litige quant au volume d'air entran, un contrle sur bton durci peut tre demand. Ce contrle est effectu selon la norme NBN EN 480-11. Les frais de ce contrle sont charge du pouvoir adjudicateur lorsque les rsultats de lessai sont satisfaisants. F.1.4.2.4 Tenue des bords du bton

La tenue des bords du bton est contrle en tout point la sortie du coffrage glissant, au moyen dun gabarit appropri. Ce gabarit a une forme dquerre dont une des branches a une longueur de 0,60 m, et lautre une longueur gale lpaisseur nominale du bton mis en oeuvre. Tout cart significatif tant en surface que sur la tranche, entrane larrt du btonnage, la recherche de lorigine du dfaut et la correction de celui-ci. F.1.4.2.5 Planit

Ds que ltat de prise du bton le permet sans risque de dtrioration de sa surface, un contrle est effectu en tous endroits o ltat de la surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions. F.1.4.3 F.1.4.3.1 VERIFICATION A POSTERIORI Caractristiques de masse du bton (paisseur, rsistance en compression, absorption deau, rsistance au gel)

Une srie de carottes est prleve alatoirement raison de 3 carottes par 1000 m ou fraction restante de 1 000 m de revtement.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 38

Sont exclues de l'chantillonnage : les zones au droit des joints et des fissures; les zones o la mise en oeuvre a t faite manuellement; les zones o une insuffisance de niveau de la fondation a ncessit une surpaisseur du revtement, pour autant que ces zones aient t localises avant la pose du revtement. Caractristiques de surface

F.1.4.3.2

Le revtement est subdivis en une ou plusieurs sections, chaque section tant une zone homogne dun seul tenant. Chaque section est divise en lots, chaque lot tant constitu dune voie de circulation. Les documents du march prcisent si une zone dimmobilisation constitue galement un lot. Un rond-point est toujours considr comme une section. F.1.4.3.2.1 PLANEITE

Un contrle est effectu en tous endroits o ltat de la surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions. La mthode dessai est dcrite par la norme NBN EN 13036-7. F.1.4.3.2.2 PLANEITE DE SURFACE A LAPL (ANALYSEUR DE PROFIL EN LONG)

La vrification de la planit longitudinale lAPL ne doit tre effectue que si elle est prvue dans le cahier spcial des charges. En vue dintgrer les joints de dbut et de fin de travaux dans les mesures, le dbut dun lot est fix conventionnellement la borne ou repre, hectomtrique ou kilomtrique, le plus proche, situ 50 m minimum avant le joint. De mme, la fin dun lot est fixe conventionnellement la borne ou repre, hectomtrique ou kilomtrique, le plus proche, situ 50 m minimum aprs le joint. Les vrifications concernent, par bloc de dpouillement, les coefficients de planit (CP) calculs pour des bases de 10 m et 2,5 m, des vitesses de mesure imposes, cest--dire : 72 km/h sur les autoroutes1 et les voiries mtropolitaines1 54 km/h sur les voies principales1 21,6 km/h sur les voiries de quartier et interquartier1, sur les sous-couches, dans les ronds-points ou en cas dimpositions particulires des documents du march.

Si, lors de lexcution de mesures 72 ou 54 km/h, il est constat que des dfauts dtectables visuellement ou mesurables la rgle de 3 m ne sont pas mis en vidence par lAPL, une mesure complmentaire 21,6 km/h peut tre demande par le fonctionnaire dirigeant.
1

Suivant classification des voiries par le Plan Rgional de Dveloppement (voir B.1).

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 39

En cas de prescriptions particulires relatives aux grandes longueurs dondes, prvues aux documents du march, un coefficient de planit calcul pour une base de 40 m, une vitesse de mesure de 72 km/h, est impos. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue de lessai. La mthode dessai est dcrite dans le chapitre M Mthodes dessais. F.1.4.3.2.3 COEFFICIENT DE FROTTEMENT TRANSVERSAL (SFCS)

Les mesures sont ralises laide du SCRIM, conformment la spcification technique CEN/TS 15901-6, ou dun appareillage similaire pour autant que la reproductibilit des mesures soit au minimum gale celle du SCRIM et quune corrlation soit tablie avec ce dernier. Les prescriptions concernent, par lot, le coefficient de frottement transversal (SFCS) mesur sur revtement mouill, une temprature de rfrence de 20 C, et la vitesse de 80 km/h sur les autoroutes1 I, de 50 km/h pour les autres catgories de route et de 30 km/h dans les giratoires. Lessai ne peut tre ralis que si la temprature du revtement est comprise entre 5 et 35C. Dans le cas o le revtement comporte des salissures (terre, hydrocarbures, etc.), lopration de nettoyage, en vue de lessai, est assure par ladjudicataire. Elle est charge de ce dernier la rception provisoire et charge du pouvoir adjudicateur la rception dfinitive. F.1.4.3.2.4 COEFFICIENT DE FROTTEMENT LONGITUDINAL (LFCG)

Dans les zones qui prsentent des caractristiques ne permettant pas de raliser correctement un essai au SCRIM (tronons de longueur infrieure 100 m, pitonniers, pistes cyclables indpendantes, etc.), les mesures sont ralises laide du Grip Tester conformment la spcification technique CEN/TS 15901-7. Les prescriptions concernent, par lot, le coefficient de frottement longitudinal fixe (LFCG) mesur sur revtement mouill, une temprature de rfrence de 20C, et la vitesse de 30 km/h. Lessai ne peut tre ralis que si la temprature du revtement est comprise entre 5 et 35C. F.1.5 Paiement

Le paiement s'effectue sur base de la surface excute, dduction faite des rfactions appliques conformment aux prescriptions ci-aprs. Dans le cas o deux rfactions sont calcules par rapport un mme critre technique (valeurs individuelle et moyenne), seule la rfaction la plus pnalisante est applique. F.1.5.1 F.1.5.1.1 REFACTIONS POUR MANQUEMENTS Epaisseur non conforme

Dans le paragraphe ci-aprs :

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 40

N REi REm P S S Ei Ei,min Enom Emoy Emoy,min Ei,r

est le nombre dchantillons prlevs ; est la rfaction pour cause dpaisseur individuelle insuffisante () ; est la rfaction pour cause dpaisseur moyenne insuffisante () ; est le prix unitaire du revtement (/m) ; est la surface du lot (m) (= S/N); est la surface de la section (m) ; est lpaisseur individuelle du revtement (cm) ; est lpaisseur individuelle minimum (cm) ; est lpaisseur nominale du revtement (cm) ; est lpaisseur moyenne du revtement (cm) ; est lpaisseur moyenne minimum du revtement (cm) ; est lpaisseur individuelle entranant le refus du lot, gale 0,95 x Enom (B1 B5) et 0,90 x Enom (B6 B10,BF) (cm).

Lorsque, pour un lot, lpaisseur individuelle Ei est infrieure lpaisseur individuelle minimum Ei,min tout en tant suprieure la valeur de refus Ei,r, le lot peut tre accept moyennant application dune rfaction calcule comme suit : pour les routes de classe de trafic B1 B5 :
i REi = P . S . i ,min 0,10.E nom pour les routes de classe de trafic B6 B10, BF : i REi = P . S . i ,min 0,15.E nom
2 2

F.1.5.1.2

Rsistance la compression simple non conforme

Dans le paragraphe ci-aprs : N est le nombre dchantillons prlevs ; RRi est la rfaction applique pour rsistance individuelle insuffisante () ; P est le prix unitaire du revtement suivant le mtr () ; S est la superficie du lot (m) (= S/N) ; S est superficie de la section (m) ; Rbi est la rsistance individuelle la compression (MPa) ; Rbi,min est la rsistance individuelle minimum la compression (MPa). Lorsque, pour un lot, la rsistance individuelle la compression,Rbi est infrieure la rsistance individuelle minimum Rbi,min tout en tant suprieure la valeur de refus (Rbi,min 0,15 x Rbm,min), le lot peut tre accept moyennant application dune rfaction calcule suivant la formule suivante :

R Rbi RRi = P . S . bi ,min 0,15.R bm ,min

Lorsque, pour une section, la rsistance moyenne la compression Rm est infrieure la rsistance moyenne minimum Rm,min tout en tant suprieure la valeur de refus
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 41

(0,85 x Rm,min), la section peut tre accepte moyennant application dune rfaction calcule suivant la formule suivante :

R Rbm RRm = P . S . bm,min 0,15.R bm ,min

Dans le cas dun revtement bi-couche, les formules ci-avant sont utilises tant pour la couche infrieure que suprieure. Dans ce cas, P est remplac par : pour la couche suprieure : 0,25 . le prix unitaire du revtement (/m); pour la couche infrieure : 0,75 . le prix unitaire du revtement (/m). Absorption deau

F.1.5.1.3

Dans le paragraphe ci-aprs : N RWi RWm P S S Wi Wi,max Wmoy Wmoy,max est le nombre dchantillons prlevs ; est la rfaction pour cause dabsorption deau individuelle insatisfaisante () ; est la rfaction pour cause dabsorption deau moyenne insatisfaisante () ; est le prix unitaire du revtement (/m) ; est la surface du lot (m) (= S/N) ; est la surface de la section (m) ; est labsorption deau individuelle du revtement (%) ; est labsorption deau individuelle maximum (%) ; est labsorption deau moyenne du revtement (%) ; est labsorption deau moyenne maximum du revtement (%).

Si la perte de masse cumule obtenue par essai gel-dgel est conforme aux exigences, le lot considr est accept. Si tel nest pas le cas, les rfactions sont appliques suivant les formules suivantes. Si, pour un lot, labsorption deau individuelle Wi est suprieure labsorption deau individuelle maximale Wi,max tout en tant infrieure Wi,max + 1,5, le lot considr peut tre accept moyennant lapplication dune rfaction calcule comme suit :

Wi Wi , max RWi = P . S . 1,5 Si, pour une section, labsorption deau moyenne Wm est suprieure labsorption deau moyenne maximale Wm,max tout en tant infrieure Wm,max + 1,5, la section considr peut tre accept moyennant lapplication dune rfaction calcule comme suit :
2

Wmoy Wmoy ,max RWm = P . S . 1,5

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 42

F.1.5.1.4

Planit

Lorsquune irrgularit di est suprieure di,max et infrieure di,max + 5, lirrgularit peut tre accepte moyennant lapplication dune rfaction calcule comme suit :

d i d i ,max Rdi = P . 5
o Rdi P di,max di

la rfaction pour dfaut de planit () ; le prix du revtement pour 9 m ; lirrgularit maximale admissible, suivant F.1.3.2.1 (mm) ; chaque irrgularit, dans la section considre, suprieure aux tolrances (mm). MESURAGE

F.1.5.2

Les surfaces des trappillons ou autres appareils ne sont pas dfalques.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 43

F.2 F.2.1

REVETEMENTS EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES Description

Les revtements en enrobs bitumineux compacts sont obtenus par la mise en oeuvre et le compactage denrobs bitumineux fabriqus par mlange chaud de gravillons, de sable, de filler, de liant bitumineux et dventuels additifs. Par extension, les enrobs fabriqus par mlange chaud de gravillons, de sables, de filler, de liant synthtique et dventuels additifs sont galement traits dans ce chapitre. Les couches de reprofilage et de liaison sont ralises en bton bitumineux AC-base3-x, AC14bindT-x ou en EME-B. La couche de roulement est constitue soit dun bton bitumineux de type AC-14Surf1, AC10Surf4, AC-6,3Surf4 ou AC-6,3Surf5, soit dun bton bitumineux grenus forte teneur en mastic (SMA). Sauf prescription contraire au cahier spcial des charges ou au plan ou accord du fonctionnaire dirigeant, la pente transversale des chausses et zones dimmobilisation est de 2 %.
N.B. Les spcifications (exigences sur le rsultat) sur les revtements bitumineux poss en overlay ou en inlay sur des structures existantes sont reprises au L.8.

F.2.2 F.2.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant, savoir : sables pour mlanges bitumineux : C.2.4.9. La teneur en sable de concassage est suprieure 50 % dans les enrobs squelette sableux et gale 100 %, dans les enrobs squelette pierreux. Pour les enrobs squelette sableux, la granularit de la fraction comprise entre 0,063 et 2 mm rpond aux prescriptions suivantes, si le sable est constitu dun mlange de sable de concassage et de sable naturel :
Dimension de tamis, en mm 2 1 0,5 0,25 0,125 0,063 Pourcentage en masse passant 100 55 100 30 90 5 60 0 25 0

gravillons pour revtements bitumineux : C.3.4.6 ; graves 0/4 pour revtements bitumeux compacts : C.4.4.6; gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 44

scories : C.3.3.4 (BOF et EAF), C.3.3.5 (scories daciries inox); fillers pour mlanges bitumineux : C.8.1; pigments pour mlanges bitumineux : C.18; bitumes 35/50, 50/70, 70/100 : C.9.1; bitumes indice de pntration positif : C.9.3; bitumes durs 10/20 et 15/25 : C.9.6; bitumes polymre neuf: C.9.2; liants pigmentables : C.9.9; additifs pour liant : C.9.11; mulsion cationique de bitume : C.9.5.2; fibres utilises en tant quinhibiteur dcoulement : C.20; agrgats denrobs bitumineux : C.4.3.2; bande bitumineuse prforme pour joint : C.14.2.1; bande bitumineuse extrude pour joint : C.14.2.2; produit de scellement coul chaud : C.14.1.1. DENOMINATION ET COMPOSITION-TYPE DES DIFFERENTS ENROBES BITUMINEUX COMPACTES

F.2.2.2

Les graves 0/4 ne sont admises que dans les enrobs squelette sableux. La teneur en liant est la masse du liant par rapport lensemble de la masse de lensemble du mlange. Dans la composition en masse, les gravillons constituent la fraction > 2 mm, le sable est la fraction comprise entre 2 et 0,063 mm et le filler est la fraction 0,063 mm. Si la masse volumique des composants scarte des valeurs :

2,65 2,75 Mg/m pour les granulats (gravillons, sable ou filler), 1,00 1,06 Mg/m pour les bitumes,

les compositions sont corriges de manire maintenir le mme rapport volumique. Par ailleurs, lorsque la masse volumique relle du mlange de granulats (gravillons, sables et fillers) scarte de 2,65 Mg/m, la teneur minimum en liant doit tre corrige en la multipliant par le facteur = 2,65 / d o d est la masse volumique relle du mlange des granulats exprime en Mg/m. Lorsquil y a lieu damliorer ladhsivit liant-granulat, il est fait usage dun filler du type additivit (Ka20, Ka10 ou Ka dclar) suivant apprciation du fabricant.

F.2.2.2.1 F.2.2.2.1.1

Produits pour couches de roulement2 BETONS BITUMINEUX

Les enrobs squelette sableux sont conformes la NBN EN 13108-1.

2

Les types de couche sont dfinis dans le code de bonne pratique du CRR pour le choix du revtement bitumineux lors de la conception ou de lentretien des chausses (annexe 1 de ldition R 78/06). Le domaine dutilisation et les limitations des diffrents types denrobs y sont galement renseigns (chapitre 10 de ldition R 78/06).

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 45

Btons Bitumineux Granularit Composition en masse Gravillons Sable Filler

(1)

AC-14Surf1-x
(BB-1B)

AC-10Surf4-x
(BB-4C)

AC6,3Surf4-x
(BB-4D)

AC6,3Surf5-x
(BB-5D)

0/14 53 58 6,0 8,5 100 90 100 55 85 42 47 15 30 6,0 8,5 5,4

(5,7)

0/10 55 60 6,0 8,5 100 90 -100 65 95 40 45 15 30 6,0 8,5 5,6

(5,93)

0/6,3 55 60 6,0 8,5 100 90 100 45 75 40 45 15 30 6,0 8,5 5,6

(5,93)

0/6,3 45 55 4,5 8,5 100 90 100 50 80 45 55 20 35 4,5 8,5 5,6

(5,93)

Enveloppe de granularit Tamis 20 mm Tamis 14 mm Tamis 10 mm Tamis 6,3 mm Tamis 4 mm Tamis 2 mm Tamis 0,25 mm Tamis 0,063 mm Teneur corrige(2) en liant minimale - par rapport au total du mlange - par rapport au granulat sec Type de bitume
(1)

x(3)

Epaisseur nominale en mm 50 40 30 25 La composition en masse est exprime en % de la masse de granulats secs. (2) Voir remarque au F.2.2.2. (3) La valeur de x dfinit le type de liant utilis. Celui-ci est fix par les documents du march de faon satisfaire aux critres performantiels, et notamment aux prescriptions relatives lessai au simulateur de trafic (mthode dessai NBN EN 12697-22). x = 1 dsigne un bitume routier 35/50, 50/70 ou 70/100 conforme aux prescriptions du C.9.1. x = 2 dsigne un bitume polymre (lastomre) conforme aux prescriptions du C.9.2. x = 7 dsigne un bitume indice de pntration positif conforme aux prescriptions du C.9.3. x = 9 dsigne un bitume routier 35/50, 50/70 ou 70/100 additionn dasphalte naturel avec teneur en cendres faible conforme aux prescriptions du C.9.11.2.2.2. x = 10 dsigne un liant pigmentable conforme aux prescriptions du C.9.9. x = 11 dsigne un liant avec additif(s).

Si les documents du march ne prcisent pas le type de liant utiliser, le choix standard repris dans les tableaux suivants est dapplication en fonction du type de mlange : AC-14surf1-x
Classe de trafic B1, B2 et B3 Choix standard 50/70 Autres choix courants Bitume polymre (lastomre) 35/50 ou 50/70 additionn de bitume naturel 35/50 indice de pntration positif Nant 70/100 70/100

B4 et B5 B6 et B7 B8, B9, B10 et BF

50/70 50/70 50/70

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 46

AC-10Surf4-x et AC-6,3Surf4-x
Classe de trafic B4 et B5 B6 et B7 B8, B9, B10 et BF Choix standard 50/70 70/100 70/100 Autres choix courants 70/100 Nant Nant

Classe de trafic B6 et B7 B8, B9, B10 et BF Choix standard 70/100 70/100

AC-6,3Surf5-x
Autres choix courants Nant Nant

UTILISATION DAGREGATS DENROBES DANS LES BETONS BITUMINEUX POUR COUCHE DE ROULEMENT
Les enrobs bitumineux pour couche de roulement AC-10Surf1-x, AC-10Surf4-x, AC-6,3Surf4-x et AC-6,3Surf5-x ne peuvent contenir des agrgats denrobs.

ENROBES COLORES A SQUELETTE SABLEUX

Les teintes sont fixes au cahier spcial des charges par rfrence une gamme de teinte RAL. Les documents du march fixent la teinte des enrobs colors en tenant compte des sables de couleur et des gravillons de couleur disponibles sur le march. Des btons bitumineux colors sont obtenus, suivant la teinte exige au cahier spcial des charges et les autres exigences remplir, en utilisant des composants appropris: liant : liant synthtique pigmentable ( C.9.9) modifi par des polymres, bitume routier pigmentable3 ( C.9.9) ou bitume routier4 ( C.9.1) ou bitume polymre ( C.9.2) ; Autres composants: gravillons de teinte adquate : gravillons possdant la teinte prescrite pour lenrob (voir prescription sur les gravillons pour enrobs colors au C.3.4.6) ; si des gravillons de la teinte prescrite pour lenrob ne sont pas disponibles sur le march : des gravillons de teinte gris clair pour les enrobs de teinte claire, des gravillons de teinte fonce et proche de la teinte prescrite pour lenrob dans le cas denrobs colors foncs ; sables possdant la teinte prescrite pour lenrob (voir C.2.4.9) ; pigments fabriqus partir doxydes mtalliques (voir C.18) en remplacement dune partie des fillers.

3 4

Par exemple pour des revtements rouge grenat de pistes cyclables. Par exemple pour des revtements grenat trs fonc.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 47

F.2.2.2.1.2 ENROBES A SQUELETTE PIERREUX

Les btons bitumineux grenus forte teneur en mastic (SMA) sont conformes la norme NBN EN 13108-5. Lutilisation dagrgats denrobs est interdite pour tous les SMA.
Splittmastixasphalt TYPE Granularit Composition en masse : (1) Gravillons Sables Filler Fibres(2) Enveloppe de granularit Tamis 14 mm Tamis 10 mm Tamis 6,3 mm Tamis 4 mm Tamis 2 mm Tamis 1 mm Tamis 0,063 mm Teneur corrige(3) en liant minimale - par rapport au total du mlange - par rapport au granulat sec Type de liant Epaisseur nominale en mm
(1) (2)

SMA-10-x (SMA-C) 0/10 71 76 7,5 10,0 0 0,3 100 90 100 35 55 25 - 40 24 29 16 26 7,5 10,0 6,2 (6,61) x (4) 40

SMA-6,3-x (SMA-D) 0/6,3 68 73 7,0 10,0 0 0,3 100 90 -100 28 50 27 - 32 18 28 7,0 10,0 6,2 (6,61) 30

(3) (4)

La composition en masse est exprime en % de la masse de granulats secs. Lajout dun inhibiteur dcoulement est laiss lapprciation de lentrepreneur sur base de lessai dgouttage du liant. Le pourcentage maximum de liant goutt est de 0,3 %. (catgorie D0,3). Voir remarque au F.2.2.2. La valeur de x dfinit le type de liant utilis. Celui-ci est fix par les documents du march de faon satisfaire aux critres performantiels, et notamment aux prescriptions relatives lessai au simulateur de trafic selon la norme NBN EN 12697-22 : x = 1 dsigne un bitume routier conforme aux prescriptions du C.9.1. x = 2 dsigne un bitume polymre neuf (lastomre) conforme aux prescriptions du C.9.2. x = 7 dsigne un bitume indice de pntration positif conforme aux prescriptions du C.9.3. x = 9 dsigne un bitume routier 50/70 additionn dasphalte naturel avec teneur en cendres faible conforme aux prescriptions du C.9.11.2.2.2. x = 10 dsigne un liant pigmentable conforme aux prescriptions du C.9.9. x = 11 dsigne un liant avec additif(s).

Si les documents du march ne prcisent pas le type de liant utiliser, le choix standard repris dans le tableau ci-dessous est dapplication :

Classe de trafic B1, B2 et B3 B4 et B5

Choix standard Bitume polymre 50/70

Autres choix courants

Nant Bitume polymre neuf (lastomre)

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 48

ENROBES COLORES A SQUELETTE PIERREUX

Les teintes sont fixes au cahier spcial des charges par rfrence une gamme de teinte RAL. Les documents du march fixent la teinte des enrobs colors en tenant compte des gravillons de couleur et des sables de couleur disponibles sur le march. Des SMA colors de la teinte exige au cahier spcial des charges sont obtenus: en utilisant comme liant un liant synthtique pigmentable (voir C.9.9) modifi par des polymres, et en utilisant des gravillons possdant la teinte prescrite pour lenrob (voir prescription sur les gravillons pour enrobs colors au C.3.4.6), en utilisant des sables de teinte adquate : sables possdant la teinte prescrite pour lenrob (voir prescription sur les sables pour enrobs colors au C.2.4.9) ; ou si des sables de la teinte prescrite pour lenrob ne sont pas disponibles sur le march : des sables de teinte gris clair pour les enrobs de teinte claire, des sables de teinte fonce et proche de la teinte prescrite pour lenrob dans le cas denrobs colors foncs. en remplaant une partie des fillers par des pigments fabriqus partir doxydes mtalliques (voir C.18).

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 49

F.2.2.2.2 F.2.2.2.2.1

Couches de liaison et de reprofilage5 BETONS BITUMINEUX

Les enrobs squelette sableux sont conformes la NBN EN 13108-1

Btons Bitumineux TYPE Usage : AC-20 base3-x BB-3A AC-14 base3-x AC-10 base3-x AC-6,3 base3-x BB-3B BB-3C BB-3D Couche de liaison ou de reprofilage AC-14 bindT-x ABT-B1 Couche sous revtement en bton 0/14 55 60 5,5 7,5 100 90 -100 60 90 40 45 10 25 5,0 7,5 100 90 -100 50 - 80 40 45 10 25 5,0 7,5 100 90 100 50 80 40 45 10 25 5,5 -7,5

Granularit Composition en masse(1): Gravillons Sables Filler Enveloppe de granularit Tamis 31,5 mm Tamis 20 mm Tamis 14 mm Tamis 10 mm Tamis 6,3 mm Tamis 4 mm Tamis 2 mm Tamis 0,25 mm

0/20

0/14 55 60 5,0 7,5

0/10

0/6,3

100 90-100 50 - 80 40 - 45 10 - 25 5,0 - 7,5

100 90 100 50 80 40 45 10 25 5,0 7,5

Tamis 0,063 mm Teneur corrige(2) en liant minimale pour classes de trafic B1 B5 inclus - par rapport au total du mlange - par rapport au granulat sec Teneur corrige(2) minimale en liant pour classes de trafic B6 BF inclus - par rapport au total du mlange - par rapport au granulat sec Type de bitume Epaisseurs nominales des couches de liaison en mm Epaisseur de reprofilage en mm
(1) (2) (3)

4,20
(4,38)

4,40
(4,60)

4,40
(4,60)

4,40
(4,60)

4,80
(5,04)

4,40
(4,60)

4,60
(4,82)

4,60
(4,82)

4,60
(4,82)

4,80
(5,04)

x (3) 60 ou 70 ou 80 60 80 40 ou 50 ou 60 40 60 40 30 50 30 15 40 50 40 60

La composition en masse est exprime en % de la masse de granulats secs Voir remarque au F.2.2. La valeur de x dfinit le type de liant utilis. Celui-ci est fix par les documents du march de faon satisfaire aux critres performantiels, et notamment aux prescriptions relatives lessai au simulateur de trafic (NBN EN 12697-22). x = 1 dsigne un bitume routier conforme aux prescriptions du C.9.1. x = 2 dsigne un bitume polymre neuf (lastomre) conforme aux prescriptions du C.9.2. x = 7 dsigne un bitume indice de pntration positif conforme aux prescriptions du C.9.3. x = 8 dsigne un bitume dur conforme aux prescriptions du C.9.6. x = 9 dsigne un bitume routier 35/50, 50/70 ou 70/100 additionn dasphalte naturel avec teneur en cendres faible conforme aux prescriptions du C.9.11.2.2.2. x = 11 dsigne un liant avec additif(s)

Les types de couche sont dfinis dans le code de bonne pratique du CRR (R78/06) pour le choix du revtement bitumineux lors de la conception ou de lentretien des chausses. Le domaine dutilisation et les limitations des diffrents types denrobs y sont galement indiqus.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 50

Si les documents du march ne prcisent pas le type de liant utiliser, le choix standard repris dans les tableaux suivants est dapplication en fonction du type de mlange : AC-20base3-x et AC-14base3-x
Classe de trafic B1, B2 et B3 Choix standard 35/50 Autres choix courants 50/70 35/50 ou 50/70 additionn de bitume naturel 35/50 indice de pntration positif 50/70 ou 70/100 70/100 70/100

B4 et B5 B6 et B7 B8, B9, B10 et BF

35/50 50/70 50/70

AC-10base3-x et AC-6,3base3-x
Classe de trafic B1, B2 et B3 B4 et B5 B6 et B7 B8, B9, B10 et BF Choix standard 50/70 50/70 50/70 50/70 Autres choix courants Nant 70/100 70/100 70/100

AC-14bindT-x
Classe de trafic B1 B10 et BF Choix standard 50/70 Autres choix courants 70/100

UTILISATION DAGREGATS DENROBES BITUMINEUX (AEB) DANS LES BETONS BITUMINEUX POUR COUCHES DE LIAISON OU COUCHES DE PROFILAGE
Les enrobs AC-14bindT-x ne peuvent pas contenir des agrgats denrob. Les enrobs AC-20 base 3-x, AC-14 base 3-x, AC-10 base 3-x et AC 6,3 base 3-x peuvent contenir des agrgats denrobs bitumineux. Les agrgats denrobs sont conformes au C.4.3.2. Dans le cas de recyclage chaud, les agrgats bitumineux sont prchauffs jusqu au moins 110C avant dtre mis en contact avec les nouveaux matriaux. Dans le cas de recyclage froid, les agrgats denrobs sont ajouts aux nouveaux matriaux sans prchauffage.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 51

Le taux de recyclage (masse de bitume provenant des agrgats denrobs bitumineux par rapport la masse totale de bitume) ne dpasse pas les valeurs suivantes :
-

Cas 1 : Enrobs au bitume routier contenant des agrgats denrobs au bitume routier
Recyclage chaud Type Recyclage froid B1 B10 et BF AC-20 base 3-x AC-14 base 3-x AC-10 base 3-x AC 6,3 base 3-x 10 % 20 % 20 % 20 % AEB homognes B1 B5 B6 B10 et BF AEB non-homognes B1 B10 et BF

Dans le cas dutilisation dAEB homognes suivant les prescriptions et les frquences du C.4.3.2, la proportion maximale de liant provenant des agrgats denrobs bitumineux en cas de recyclage chaud peut tre porte 50 % si les conditions suivantes sont respectes : Cas A Dans le cas dincorporation dun AEB dj stock et identifi sur le site de protection 1. Une fiche didentification du AEB qui va tre utilis est transmise 15 jours avant le dbut du chantier au fonctionnaire dirigeant. Cette fiche comprend lidentification du tas, les caractristiques (granularit, teneur en liant et pntration du liant rcupr) ainsi que les rsultats statistiques de ces essais. Ce dlai de 15 jours est dfini pour permettre au pouvoir adjudicateur de venir prlever sil le souhaite et ainsi vrifier les valeurs annonces par le producteur. De plus, la dclaration du tas permet galement au pouvoir adjudicateur de venir vrifier lors de la production que le tas utilis est bien le tas dclar. La centrale denrobage est quipe dun tambour parallle ou dune ligne de recyclage quivalente.

2.

Cas B Dans le cas dincoporation dun AEB issu du chantier concern 1. Lentrepreneur introduit le mme dossier que dans le cas de stock existant, mais au dpart de mesures faites sur carottes prleves ( charge de lentrepreneur) avec laccord du fonctionnaire dirigeant. La centrale denrobage est quipe dun tambour parallle ou dune ligne de recyclage quivalente.

2.

Le type de bitume non rcupr ajouter dpend de la quantit dagrgats bitumineux denrobs et de la pntration du bitume des agrgats denrobs bitumineux. Si le liant des agrgats denrobs bitumineux est un bitume routier, le calcul des caractristiques du bitume rsultant peut seffectuer suivant les rgles suivantes :

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011
a lg pen1 + b lg pen2 a+b

F. 52

lg penmix =

TR & Bmix = a TR & B1 + b TR & B 2

o :

penmix : est la valeur calcule de la pntrabilit du liant dun mlange contenant des

agrgats denrobs bitumineux; est la pntrabilit du liant rcupr partir des agrgats denrobs bitumineux; est la pntrabilit du liant ajout ; est la proportion en masse du liant issu des agrgats denrobs bitumineux ajouts dans le mlange ; b : est la proportion en masse du liant ajout dans le mlange ; TR & Bmix : est la valeur calcule du point de ramollissement du liant mlang contenant des agrgats denrobs bitumineux; TR & B1 : est le point de ramollissement du liant rcupr partir des agrgats denrobs bitumineux; TR & B 2 : est le point de ramollissement du liant ajout.

pen1 : pen2 : a :

Les points de ramollissement du liant ajout et du liant rcupr doivent tre dtermins conformment la NBN EN 1427. Le liant obtenu par mlange du liant rcupr et du liant ajout doit satisfaire aux valeurs de pntration ( pen ) et de point de ramollissement ( TR & B ) du bitume neuf utilis pour la fabrication de lenrob correspondant.
-

Cas 2 : Enrobs au bitume routier contenant des agrgats denrobs bitumineux au bitume polymre
Recyclage chaud Type Recyclage froid B1 B10 et BF AC-20 base 3-x AC-14 base 3-x AC-10 base 3-x AC 6,3 base 3-x 10 % 20 % 20 % 20 % AEB homognes B1 B5 B6 B10 et BF AEB non-homognes B1 B10 et BF

Cette quantit dagrgats denrobs bitumineux avec bitume polymre peut tre complt par des agrgats denrobs bitumineux ne contenant pas de bitume polymre suivant un taux

maximum de 30 %. Puisque le liant de lenrob recycler est un bitume polymre, la dtermination des caractristiques du bitume rsultant se fait sur base dessais de laboratoire.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 53

Cas 3 : Enrobs au bitume polymre contenant des agrgats denrobs bitumineux au bitume polymre
Recyclage chaud Type Recyclage froid B1 B10 et BF AC-20 base 3-x AC-14 base 3-x AC-10 base 3-x AC 6,3 base 3-x 10 % 20 % 20 % 20 % AEB homognes B1 B5 B6 B10 et BF AEB non-homognes B1 B10 et BF

Puisque le liant de lenrob recycler est un bitume polymre, la dtermination des caractristiques du bitume rsultant se fait sur base dessais de laboratoire.

F.2.2.2.2.2

ENROBES A MODULE LEV (EME)

Les compositions des granulats sont choisies librement par lentrepreneur de manire ce que le mlange et le revtement satisfassent toutes les exigences en vigueur. Lutilisation dagrgats denrobs bitumineux est autorise dans les mmes conditions que pour les btons bitumineux pour couche de liaison ou couches de profilage. La granularit et la teneur en liant sont donnes dans le tableau ci-dessous :
Enrob module lev Usage Teneur corrige en liant minimale pour classes de trafic B1 B5 inclus - par rapport au total du mlange - par rapport au granulat sec Enveloppe de granularit Tamis 31,5 mm Tamis 20 mm Tamis 14 mm Tamis 10 mm Tamis 6,3 mm Tamis 4 mm Tamis 2 mm Tamis 0,25 mm Tamis 0,063 mm Epaisseur nominale des couches de liaison en mm
(1)

EME - B Couches de liaison

(1)

5,20
(5,50)

100 90 - 100 40 - 70 25 - 50 10 - 25 5,0 - 7,5 70 ou 80 ou 90 ou 100 ou 110

Voir remarque au F.2.2.2.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 54

Pour les EME-B, seul un bitume routier avec indice de pntration positif de type IP + 20/30 selon le C.9.3 ou un bitume routier dur selon le C.9.6 peuvent tre utiliss comme liant.

F.2.2.3

CARACTERISTIQUES ET PERFORMANCES DES DIFFERENTS TYPES DENROBES BITUMINEUX COMPACTES

Les caractristiques des enrobs bitumineux compacts satisfont aux prescriptions des tableaux ci-dessous. Dans ces tableaux : NR signifie quaucune exigence nest impose pour la caractristique et la classe de trafic concernes. / signifie que le type denrob ne convient pas pour la classe de trafic concerne. Btons bitumineux pour couches de roulement

F.2.2.3.1
-

AC-14Surf1-x

Paramtre B1 et B2 B3 B4 et B5 B6 et B7 Autres Pourcentage de vides Catgorie Vmin3,0 Vmin3,0 Vmin2,5 Vmin2,0 Vmin2,0 de lenrob (%) max. Catgorie Vmax5,0 Vmax5,0 Vmax5,0 Vmax4,5 Vmax4,5 Vides Marshall Pourcentage de vides Catgorie VFBminNR VFBminNR VFBminNR VFBmin72,0 VFBmin72,0 du granulat occups max. Catgorie VFBmaxNR VFBmaxNR VFBmaxNR VFBmax86,0 VFBmax86,0 par le bitume (%) Sensibilit leau (1) Catgorie ITSR80 ITSR80 ITSR80 ITSR80 ITSR80 Pourcentages de min. Prescription NR NR NR NR NR vides de lenrob (%) essai la presse max. Prescription NR NR NR NR NR giratoire (2) Ornirage Catgorie P5 P7,5 P10 PNR PNR (1) Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. (2) La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA.

AC-10Surf4-x et AC-6,3Surf4-x
Paramtre B4 et B5 B6 et B7 Autres Pourcentage de vides min. Catgorie Vmin2,5 Vmin2,0 Vmin2,0 de lenrob (%) max. Catgorie Vmax5,0 Vmax4,5 Vmax4,5 Vides Marshall Pourcentage de vides min. Catgorie VFBminNR VFBmin72,0 VFBmin72,0 du granulat occups max Catgorie VFBmaxNR VFBmax86,0 VFBmax86,0 par le bitume (%) Sensibilit leau (1) Catgorie ITSR80 ITSR80 ITSR80 Pourcentages de min. Prescription NR NR NR vides de lenrob (%) essai la presse max. Prescription NR NR NR giratoire (2) Ornirage Catgorie P10 PNR PNR (1) Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. (2) La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, Les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 55

AC-6,3Surf5-x
Paramtre B6 et B7 Autres Pourcentage de vides min. Catgorie Vmin2,0 Vmin2,0 de lenrob (%) max. Catgorie Vmax4,5 Vmax4,5 Vides Marshall Pourcentage de vides min. Catgorie VFBmin72,0 VFBmin72,0 du granulat occups max Catgorie VFBmax93,0 VFBmax93,0 par le bitume (%) Sensibilit leau (1) Catgorie ITSR80 ITSR80 Pourcentages de min. Prescription NR NR vides de lenrob (%) essai la presse max. Prescription NR NR giratoire (2) Ornirage Catgorie PNR PNR (1) Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. (2) La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA.

F.2.2.3.2
SMA

Btons bitumineux grenus forte teneur en mastic (SMA)

Paramtre B1 et B2 B3 B4 et B5 Pourcentage de vides min. Prescription NR NR NR de lenrob (%) max. Prescription NR NR NR Vides Marshall Pourcentage de vides min. Catgorie VFBmin71,0 VFBmin71,0 VFBmin71,0 du granulat occups max VFBmax83,0 VFBmax83,0 Catgorie VFBmax83,0 par le bitume (%) Sensibilit leau (1) Catgorie ITSR80 ITSR80 ITSR80 Pourcentages de min. Catgorie Vmin5,0 Vmin5,0 Vmin5,0 vides de lenrob (%) essai la max. Catgorie Vmax10,0 Vmax10,0 Vmax10,0 presse giratoire (2) Ornirage Catgorie P5 P7,5 P10 Ecoulement Catgorie D0,3 D0,3 D0,3 (1) Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. (2) La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 56

F.2.2.3.3
-

Btons bitumineux pour couches de liaison et couches de profilage

AC-20base3-x et AC-14base3-x
Paramtre
Pourcentage de vides de lenrob (%) Vides Marshall Pourcentage de vides du granulat occups par le bitume (%) (1) Sensibilit leau Pourcentages de vides de lenrob (%) essai (2) la presse giratoire Ornirage
(1) (2)

B1 et B2
Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie Prescription Prescription Catgorie

B3

B4 et B5

B6 et B7

Autres

min. max. min. max

Vmin3,5 Vmax5,5 VFBminNR VFBmaxNR ITSR70

NR NR

Vmin3,5 Vmax5,5 VFBminNR VFBmaxNR ITSR70

NR NR

Vmin3,0 Vmax6,0 VFBminNR VFBmaxNR ITSR70

NR NR

Vmin2,5 Vmax5,5 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70

NR NR

Vmin2,5 Vmax5,5 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70

NR NR

min. max.

P5

P7,5

P10

PNR

PNR

Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA.

AC-10base3 et AC-6,3base3-x
Paramtre
Pourcentage de vides de lenrob (%) Vides Marshall Pourcentage de vides du granulat occups par le bitume (%) (1) Sensibilit leau Pourcentages de vides de lenrob (%) essai (2) la presse giratoire Ornirage
(1) (2)

B1 et B2
min. max. min. max Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie Prescription Prescription Catgorie

B3

B4 et B5

B6 et B7

Autres

Vmin3,5 Vmax5,5 VFBminNR VFBmaxNR ITSR70 NR NR P5

Vmin3,5 Vmax5,5 VFBminNR VFBmaxNR ITSR70 NR NR P7,5

Vmin3,0 Vmax6,0 VFBminNR VFBmaxNR ITSR70 NR NR P10

Vmin2,5 Vmax6,0 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70 NR NR PNR

Vmin2,5 Vmax6,0 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70 NR NR PNR

min. max.

Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA.

AC-14bindT-x
Paramtre
Pourcentage de vides de lenrob (%) Vides Marshall Pourcentage de vides du granulat occups par le bitume (%) (1) Sensibilit leau Pourcentages de vides de lenrob (%) essai la presse (2) giratoire Ornirage
(1) (2)

B1 et B2
Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie Catgorie Prescript. Prescript. Catgorie

B3

B4 et B5

B6 et B7

Autres

min. max. min. max

Vmin2,5 Vmax5,5 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70

NR NR

Vmin2,5 Vmax5,5 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70

NR NR

Vmin2,5 Vmax5,5 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70

NR NR

Vmin2,5 Vmax5,5 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70

NR NR

Vmin2,5 Vmax5,5 VFBmin65,0 VFBmax83,0 ITSR70

NR NR

min. max.

PNR

PNR

PNR

PNR

PNR

Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 57

EME B
B1 et B2 Catgorie ITSR80 min. Catgorie Vmin2,0 max Catgorie Vmax6,0 Ornirage Catgorie P5 Rigidit (30C, 10 Hz) min. Prescription 1 4000 MPa Fatigue (6) max. Prescription 100 strain (1) Pour la sensibilit leau, les prescriptions doivent tre satisfaites 25 girations. (2) La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Pour les pourcentages de vides, les prescriptions doivent tre satisfaites 60 girations pour les enrobs squelette sableux (AC), 100 girations pour les EME et 120 girations pour les SMA. Paramtre Sensibilit leau (1) Pourcentage de vides de lenrob (%) essai la presse giratoire (2)

F.2.2.4

ETUDE DU MELANGE

Lentrepreneur dtermine la composition du mlange. Ltude prliminaire comporte une tude thorique et une recherche exprimentale en laboratoire. Le but est de choisir sur base de lexprience du producteur et des rsultats de la recherche en un mlange optimal qui satisfait toutes les caractristiques du F.2.2.3. Lentrepreneur motive son choix dune teneur en bitume optimale pour offrir la meilleure garantie pour la qualit du mlange et sa dure de vie. Pour tablir la composition de son mlange, lentrepreneur tient compte notamment des faits suivants : les caractristiques des matriaux doivent tre en accord avec les dispositions concernes ( F.2.2.1) ; les caractristiques de fabrication, de transport et de mise en uvre doivent tre conformes avec les spcifications des F.2.2.6, F.2.2.7 et F.2.2.8 ; les proportions du mlange doivent respecter les prescriptions reprises au F.2.2.2 ; le mlange doit satisfaire toutes les caractristiques du F.2.2.3.

Lentrepreneur doit justifier chacune de ses compositions dans une note justificative. Son contenu est dcrit au F.2.2.5.2.

F.2.2.4.1

Etude6 thorique du mlange par le producteur denrobs

Ltude dun mlange comporte tout dabord une tude analytique thorique visant obtenir un mlange optimal. Lentrepreneur tablit la composition de chaque type denrob quil doit mettre en oeuvre sur base dune tude ralise suivant une mthode officiellement reconnue. Il est de prfrence fait usage de la mthode analytique telle que celle dcrite dans le Code de bonne pratique pour la formulation des enrobs bitumineux (Recommandations CRR R69/97 ou une dition ultrieure complte par le logiciel PRADOWIN).

Il est important de prendre en compte les mmes matriaux qui ceux qui seront utiliss lors de la fabrication en centrale denrobage.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 58

F.2.2.4.2

Recherche7 exprimentale mene par le producteur denrobs en laboratoire

F.2.2.4.2.1 A partir de lanalyse granulomtrique des granulats choisis et sur base de ltude thorique et de lexprience du producteur, la composition en granulat est dtermine. La composition est fixe dans une courbe granulomtrique reprenant les passants (ou refus) sur les tamis fixs aux F.2.2.2.1.1, F.2.2.2.1.2, F.2.2.2.2.1 ou F.2.2.2.2.2 suivant le type denrob fabriquer.
En fonction de ces lments et de son exprience, le fabricant choisit la teneur en liant de consigne du mlange.

F.2.2.4.2.2 La vrification du mlange dtermin est ralise soit par le fabricant dans ses installations soit dans un laboratoire externe accrdit ou reconnu. Cette vrification comprend les essais suivants.
Pour les AC et SMA la recherche exprimentale ralise par le producteur comporte :

la dtermination du pourcentage de vides pour 3 teneurs en bitume diffrentes8 Le pourcentage de vides est dtermin sur les prouvettes PCG ou Marshall (mthode dessai NBN EN 12697-8) ; la dtermination du pourcentage de vides du granulat occups par le liant pour 3 teneurs en bitume diffrentes8 Le pourcentage de vides du granulat occup par le bitume est dtermin pour 3 teneurs en bitume diffrentes : pour tous les SMA ; pour tous les AC-14bindT-x ; pour les autres AC destins aux classes de trafic B6, B7, B8, B9, B10 et BF ; la ralisation de lessai anneau et bille sur le mastic pour 3 teneurs en bitume diffrentes8 . Pour les AC et les SMA utiliss en couche de roulement, un essai anneau et bille est ralis sur le mlange de bitume et de filler (ou, le cas chant le mlange de filler dapport et de filler de rcupration) pour les 3 teneurs en bitume diffrentes (mthode dessai CME 54.37) ; une recherche de la sensibilit leau pour 3 teneurs en bitume diffrentes9. Pour tous les AC et les SMA, la sensibilit leau est dtermine aux 3 teneurs en bitume diffrentes (mthode dessai NBN EN 12697-12 partie A); une recherche de lcoulement du bitume pour 3 teneurs en bitume diffrentes.

Il est important de prendre en compte les mmes matriaux qui ceux qui seront utiliss lors de la fabrication en centrale denrobage. Les essais sont raliss, avec la composition en granulat dtermine auparavant, pour 3 teneurs en bitume diffrentes (exprimes en pourcentage en masse du mlange bitumineux). La diffrence entre 2 teneurs en bitume est voisine de 0,3 %. 5 prouvettes sont fabriques au moyen de la presse giratoire suivant la NBN EN 12697-31 (ventuellement au moyen du compacteur impact suivant la NBN EN 12697-30). 4 prouvettes sur les 5 sont retenues pour chaque teneur en bitume. Ces essais sont raliss avec la composition en granulat dtermine auparavant, pour 3 teneurs en bitume diffrentes (exprimes en pourcentage en masse du mlange bitumineux). La diffrence entre 2 teneurs en bitume est voisine de 0,3 %. 5 prouvettes sont fabriques au moyen de la presse giratoire suivant la NBN EN 12697-31 (ventuellement au moyen du compacteur impact suivant le NBN EN 12697-30). 4 prouvettes sur les 5 sont retenues pour chaque teneur en bitume.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 59

Pour les SMA, un essai dcoulement est ralis pour les 3 teneurs en bitume diffrentes (mthode dessai NBN EN 12697-18);

une recherche de lornirage au simulateur de trafic. A lexception des AC-14bindT-x, tous les SMA et les AC destins au revtement de voirie correspondant une classe de trafic B1, B2, B3, B4 ou B5, sont soumis, un essai dornirage au simulateur de trafic (mthode dessai NBN EN 12697-22). Cet essai est ralis la teneur en liant de consigne.

Pour les EME, la recherche exprimentale ralise par le producteur comporte :

une recherche la presse giratoire (mthode dessai NBN EN 12697-31) pour les 3 teneurs en bitume diffrentes10; une recherche de la sensibilit leau (mthode dessai NBN EN 12697-12 partie A) pour les 3 teneurs en bitume diffrentes10; une recherche de lornirage au simulateur de trafic (mthode dessai NBN EN 126597-22) la teneur en liant de consigne ; une recherche de la rigidit (mthode dessai NBN EN 12697-26, annexe A) la teneur en liant de consigne ; une recherche de la fatigue (mthode dessai NBN EN 12697-24, annexe A) la teneur en liant de consigne.

F.2.2.4.2.3 Si les rsultats des essais pour la composition choisie ne satisfont pas aux exigence du F.2.2.3, lentrepreneur adapte sa composition et excute les essais suivant le F.2.2.4.2.2. F.2.2.5 F.2.2.5.1
ENREGISTREMENT DES ENROBES BITUMINEUX COMPACTES Enregistrement

Lenregistrement des enrobs bitumineux ne dcharge pas lentrepreneur ni de sa responsabilit, ni de la bonne excution du revtement, ni de lobligation dobtenir les caractristiques imposes lors du contrle des travaux.

F.2.2.5.1.1

PROCEDURE DENREGISTREMENT

La Direction Gestion et Entretien des voiries11 enregistre la composition de lenrob bitumineux. Lenregistrement par ladministration des routes dune autre rgion ou communaut belge sur base des prescriptions identifiques celles des F.2.2.1, F.2.2.2, F.2.2.3 et F.2.2.4 permet lenregistrement par la Direction Gestion et Entretien des voiries de lAED sur simple
10

11

Ces essais sont raliss avec la composition en granulat dtermine auparavant, pour 3 teneurs en bitume diffrentes (exprimes en pourcentage en masse du mlange bitumineux). La diffrence entre 2 teneurs en bitume est voisine de 0,3 %. 5 prouvettes sont fabriques au moyen de la presse giratoire suivant la NBN EN 12697-31 (ventuellement au moyen du compacteur impact suivant le NBN EN 12697-30). 4 prouvettes sur les 5 sont retenues pour chaque teneur en bitume. Ministre de la Rgion de Bruxelles-Capitale Bruxelles Mobilit - AED Direction Gestion et Entretien des voiries CCN rue du Progrs 80 bt1 1035 Bruxelles

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 60

transmission des documents authentifis ainsi que de la note justificative et de la fiche technique. Dans les autres cas, la procdure denregistrement dun enrob bitumineux comporte :

la validation de ltude prliminaire du mlange. lapprciation du comportement in situ de lenrob.

F.2.2.5.1.1.1 Validation de ltude prliminaire du mlange

Les objectifs et le contenu de ltude prliminaire sont dcrits au F.2.2.4.1. Une validation de ltude prliminaire du mlange est exige si le mlange nest pas enregistr sur base des prescriptions identiques celles des F.2.2.1, F.2.2.2, F.2.2.3 et F.2.2.4, par ladministration des routes dune autre rgion ou communaut belge. Lentrepreneur peut faire valider ltude prliminaire du mlange de deux faons : soit en faisant certifier ses frais la prtude par un organisme impartial de certification agr par la Direction Gestion et Entretien des voiries ; soit en faisant dterminer ses frais et sa demande par un laboratoire externe accrdit ou reconnu impos par la Direction Gestion et Entretien des voiries les caractristiques de lenrob bitumineux reprises au F.2.2.4.2.2.

La conformit de la prtude est ensuite vrifie par la Direction Gestion et Entretien des voiries.

F.2.2.5.1.1.2 La procdure denregistrement comporte galement une apprciation du comportement in situ de lenrob bitumineux (voir F.2.2.5.1.4). F.2.2.5.1.2
ATTRIBUTION DU CERTIFICAT DENREGISTREMENT

Sur base des rsultats des essais effectus, la Direction Gestion et Entretien des voiries attribue un certificat denregistrement au mlange bitumineux test (celui-ci est identifi de faon univoque par le numro didentification de la note justificative et celui de la fiche technique). Le certificat denregistrement spcifie le domaine dutilisation (classe de trafic). La Direction Gestion et Entretien des voiries dispose pour lenregistrement de 30 jours aprs rception de lensemble des documents complets, dfinitifs et valids reprenant les conclusions des diffrentes tudes, essais et recherches exiges ainsi que la note justificative et la fiche technique.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 61

F.2.2.5.1.3

VALIDITE DE LENREGISTREMENT

La dure de validit dun enregistrement est en principe de 5 ans dater de sa dlivrance. Toutefois dans le cas o lenregistrement est accord sur base de lenregistrement attribu par une autre administration rgionale ou communautaire belge, la dure de validit est limite celle accorde dans cette autre rgion. Si une ou plusieurs autres matires premires sont employes pour la production ou si les caractristiques dune matire premire sont modifies, lquivalence du nouveau mlange doit tre dmontre. En fonction de la nature des modifications, il peut tre ncessaire dintroduire une nouvelle demande denregistrement. Si des modifications doivent tre introduites dans la note justificative, comme le remplacement dune matire premire avec pour consquence la ncessit de la vrification des caractristiques volumtriques, la demande de prolongation doit tre introduite au moins 3 mois avant lexpiration du dlai de validit. Un mois suffit si seule la date de validit doit tre adapte sur lenregistrement

F.2.2.5.1.4

RETRAIT DE LENREGISTREMENT DUN MELANGE

Lenregistrement dun enrob bitumineux peut tre retir par la Direction Gestion et Entretien des voiries sil savre par exemple que : ltude na pas t correctement excute ; la recherche exprimentale na pas t correctement excute ; des difficults apparaissent lors de la mise en uvre dont lorigine se situe dans la composition du mlange et qui peuvent conduire un rsultat qui ne rpond pas aux objectifs ; des dgradations prcoces qui peuvent avoir un rapport avec la composition propose apparaissent sur un ou plusieurs chantiers. Note justificative et fiches techniques

F.2.2.5.2

La note justificative reprend la justification de la composition et les rsultats de ltude prliminaire. Chaque note justificative est identifie par un numro unique. Les caractristiques de lenrob bitumineux sont rassembles dans une fiche technique qui est base sur la note justificative. Une fiche technique est un rsum de la note justificative. Elle est donc directement lie cette note justificative. Son code est identique celui de la note justificative correspondante et est suivie dun numro de version.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 62

F.2.2.5.2.1

CONTENU DUNE NOTE JUSTIFICATIVE DUN ENROBE BITUMINEUX

La note justificative comprend au moins les renseignements suivants :

le numro didentification de la note justificative (chaque note est identifie par un numro unique) ;. le nom et ladresse du fabricant des mlanges bitumineux ; le nom et lemplacement de la centrale denrobage ; la dnomination du mlange bitumineux selon le document de rfrence applicable ; tous les documents de rfrence applicables (norme(s) europenne(s), version du cahier des charges-type en vigueur,) ; le domaine dapplication du mlange bitumineux (notamment classe de trafic) ; la composition du mlange de granulats 0,1 % (pourcentage de fraction de gravillons, de fraction de(s) sable(s) et de fraction de filler, la teneur ventuelle en fibres,) ; la teneur en liant de consigne (masse du liant par rapport la masse de lensemble du mlange) ; la teneur en liant aprs extraction ( justifier si elle diffre de la teneur en liant de consigne) + indiquer la mthode dextraction et le solvant utilis ; la pntration et le point de ramollissement A&B du liant extrait. Ces valeurs doivent tre compatibles avec les valeurs donnes par le fournisseur de liant. matires premires : pour toutes les matires premires : le pourcentage, le type de matriau et sa nature, lorigine, le fournisseur, la masse volumique relle; gravillons et sables : calibre et granularit ; fillers12 : porosit + composition et caractristiques du mlange de filler ; liants13 : TR & B , pen , composition et caractristiques du mlange de liant ; agrgats denrobs bitumineux: homognit, dsignation de la taille des agrgats denrobs bitumineux (U, O/D), granularit, nature des gravillons, masse volumique relle des granulats, pourcentage des constituants (bitume et fractions filler, sable et gravillons), type (routier ou modifi), masse volumique et pntration du bitume ; la masse volumique relle du mlange de filler; la granularit du mlange de sables ; la pntration du mlange de bitume ; la composition de la fraction des granulats du mlange bitumineux ; la granularit du mlange bitumineux ; ltude qui est lorigine de la composition ; les caractristiques de lenrob (suivant le F.2.2.5.1.1.1 les caractristiques sont dtermines par un laboratoire externe certifi ou reconnu impos par la Direction Gestion et Entretien des voiries si, la fois, ltude prliminaire nest pas certifie et le mlange nest pas enregistr dans une autre administration rgionale ou communautaire belge) : pourcentage de vides de lenrob (pour tous les AC et les SMA quelque soit la classe de trafic) ;

12

13

Pour le filler dapport, filler de rcupration, fines provenant des granulats de dbris bitumineux, Trinidad et additifs. Pour le bitume neuf, bitume provenant des granulats de dbris bitumineux, bitume naturel et additifs.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 63

pourcentage de vides des granulats occups par le liant (Marshall) : pour les AC base et AC - surf : pour les classes de trafic B6, B7, B8, B9, B10 et BF, ; pour les AC-14bindT-x : pour toutes les classes de trafic ; pour les SMA : pour toutes les classes de trafic ; sensibilit leau (pour tous les types denrobs quelque soit la classe de trafic) ; pourcentage de vides de lenrob (presse giratoire ) : pour tous les types denrob quelque soit la classe de trafic ; ornirage ( pour tous les types denrobs - sauf les AC-14bindT-x - pour les classes de trafic B1, B2, B3, B4 et B5) ; rigidit (pour les EME) ; fatigue (pour les EME) ; rsultats de lessai anneau et bille ralis sur le mlange de liant et de filler (ou, le cas chant le mlange de filler dapport et de filler de rcupration) ; la teneur en vides actifs des enrobs contenant des scories dacirie ; les rsultats dautres essais, ventuellement excuts ; les intervalles de temprature pour granulats, liant, agrgats denrobs bitumineux et mlange bitumineux respecter lors de la production ; les fourchettes de temprature prconises pour la fabrication, lpandage et le compactage de lenrob ; les caractristiques de lagent rjuvnant ventuellement propos ; la description du processus de recyclage la centrale.

Les pages de la note justificative sont numrotes de faon continue. Le code de la note justificative est repris sur chaque page. En annexe la note justificative : -

la copie du certificat de marquage CE pour le fabricant concern ; ltiquette CE du mlange concern (obligatoire pour tous les produits soumis au marquage CE) ; les documents attestant dune certification volontaire (le cas chant) ; la composition du mlange, base sur une tude ralise suivant une mthode pertinente officiellement reconnue telle que PRADOWIN ou une autre mthode adquate ; les fiches techniques des composants (gravillons, sables, filler, liant, additifs, ). Ces fiches techniques datent de moins dun an ; les rapports des essais raliss dans le cadre de ltude prliminaire (suivant le F.2.2.4.2.2) certifis le cas chant par un organisme impartial de certification agr par la Direction Gestion et Entretien des voiries ; les rapports des essais raliss par un laboratoire externe certifi ou reconnu impos par la Direction Gestion et Entretien des voiries ( F.2.2.5.1.1.1) lorsque le mlange nest pas enregistr par ladministration des routes dune autre rgion ou communaut belge et que la prtude nest pas certifie par un organisme impartial de certification agr par la Direction Gestion et Entretien des voiries.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 64

F.2.2.5.2.2

CONTENU DE LA FICHE TECHNIQUE DUN ENROBE BITUMINEUX

La fiche technique de lenrob bitumineux comprend au moins les renseignements suivants :

le numro didentification de la note justificative sur laquelle la fiche technique est base ; le numro didentification de la fiche technique ; le nom et ladresse du fabricant des mlanges bitumineux ; le nom et lemplacement de la centrale denrobage ; tous les documents de rfrence applicables (norme(s) europenne(s), version du cahier des charges-type en vigueur,); la dnomination du mlange bitumineux selon le document de rfrence applicable ; le domaine dapplication du mlange bitumineux (classe de trafic); la teneur en liant de consigne (masse de liant par rapport la masse de lensemble du mlange) ; la composition du mlange (pourcentage de fraction de gravillons, fraction de sable, fraction de filler) ; les matires premires utilises (le pourcentage ajout, la sorte/la nature, le calibre, la marque de conformit) ; la granularit du mlange bitumineux ; les rsultats des essais effectus sur lenrob bitumineux dans cadre de ltude prliminaire (suivant le F.2.2.4) et, le cas chant de la validation de cette tude (suivant le F.2.2.5.1.1.1). CONTENU DE LA FICHE TECHNIQUE DES MATIERES PREMIERES

F.2.2.5.2.3

Les fiches techniques des matires premires utilises dans la formulation comprennent au moins les renseignements suivants :

le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; les valeurs dclares sont le rsultat moyen dune srie dessais ; la date de ralisation de la fiche technique. INTRODUCTION DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES

F.2.2.5.2.4

La note justificative, les annexes et les fiches techniques bases sur ce document sont introduites en 2 exemplaires auprs de la Direction Gestion et Entretien des voiries lors de la demande denregistrement. Aprs attribution de lenregistrement, le demandeur de lenregistrement et la Direction Gestion et Entretien des voiries de lAED sont en possession dun exemplaire estampill de ces documents.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 65

Les fiches techniques des matires premires sont toujours introduites en deux exemplaires auprs de la Direction Gestion et Entretien des voiries.

F.2.2.5.2.5

VALIDITE DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES

La note justificative reste valable aussi longtemps que lenregistrement est valable. La dure de validit de la fiche technique est communique sur la fiche technique, mais est en tout les cas limite par la dure de validit de lenregistrement. En cas de modification dun ou plusieurs composants ou en cas de modification des caractristiques de ceux-ci, les dispositions du document de rfrence Modifications admises au sein dune mme note justificative pour enrobs bitumineux sont dapplication. Une nouvelle note justificative et/ou une nouvelle fiche technique devront ventuellement tre tablies. En fonction de la nature des modifications, il peut tre ncessaire dtablir et dintroduire une nouvelle demande denregistrement. Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, le fabricant transmet immdiatement la nouvelle fiche technique au fonctionnaire dirigeant et la Direction Gestion et Entretien des voiries.

F.2.2.6

FABRICATION DES ENROBES BITUMINEUX COMPACTES

Les centrales d'enrobage sont fonctionnement automatique depuis le dosage des matriaux jusqu' la sortie des produits. Elles sont quipes d'un systme d'enregistrement digital en continu des tempratures et du dosage des diffrents constituants, ainsi que de la temprature des mlanges. La centrale est quipe d'un systme d'alarme ou d'un mcanisme d'arrt qui ragit automatiquement en cas de fausse manoeuvre ou de dfectuosit survenant dans le processus de fabrication. Les diffrents granulats, graves, liants, fillers d'apport et de rcupration sont entreposs sparment de manire viter tout mlange et toute salissure. Les rservoirs liant sont calorifugs avec maintien automatique temprature par chauffage indirect. Dans le cas de tambours scheurs-enrobeurs, lentreposage et le dosage sont raliss de manire limiter la sgrgation et empcher le mlange des diffrents granulats. Sont lisibles : la temprature du liant dans les rservoirs liant, celle d'au moins une des fractions granulomtriques entreposes dans les silos chaud (centrales discontinues), celle des AEB et celle des mlanges bitumineux directement aprs le malaxage. Lors du schage, le dbit d'apport des granulats ou le rglage du brleur sont adapts en continu la teneur en eau des matriaux. Dans le cas d'une centrale discontinue, les granulats sont enrobs une temprature comprise entre 145 et 200C.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 66

En cas de recyclage chaud de granulats de dbris bitumineux, lajout peut se faire par un des deux systmes suivants : dans une centrale discontinue aprs prchauffage dans un tambour parallle ; dans un tambour-scheur muni dune entre pour matriaux recycls, en dehors dun contact direct avec la flamme sans prchauffage pralable.

Dans le cas dutilisation de granulats de dbris bitumineux non prchauffs, la temprature des granulats neufs nexcde pas 210C. Linhibiteur ventuel est introduit dans le malaxeur en mme temps que les granulats. La temprature et la dure de malaxage sont adaptes de manire obtenir un produit final homogne compltement enrob et sec (teneur en eau infrieure 0,5 % en masse). A la sortie de la centrale, la temprature du mlange est comprise entre 155 et 190C si le liant est un bitume 35/50, 145 et 180C si le liant est un bitume 50/70, entre 140 et 180C sil sagit de bitume 70/100 et, pour les autres liants (bitumes polymre(s)), bitumes indice de pntration positifs, bitume durs), dans lintervalle de temprature fix par le fournisseur de bitume. La temprature des agrgats denrobs doit tre comprise entre 110C et 160C la sortie du tambour-scheur parallle. Les instruments de mesure et les bascules de la centrale sont rgulirement talonns (au moins une fois par an). Dans le cas de tambours scheurs-enrobeurs, le dbit du liant doit sadapter automatiquement au dbit des lments minraux mesur en continu; la teneur en eau des granulats est mesure rgulirement et le dbit des lments minraux est adapt sur la base des rsultats de mesure. Le gasoil est interdit comme couche anticollante. Lentreposage des enrobs bitumineux est ralis, de manire limiter la sgrgation, maintenir une temprature uniforme et viter une oxydation excessive du liant.
FABRICATION DES ENROBES COLORES

Pour la fabrication des enrobs colors :

soit la centrale sera quipe dun circuit dalimentation en liant pigmentable, distinct de celui en bitume, soit le circuit dalimentation est minutieusement nettoy.

Les citernes bitume ventuellement utilises pour stocker le liant synthtique clair sont le cas chant soigneusement rinces ainsi que toutes les conduites. Le malaxeur est nettoy en malaxant plusieurs gches dagrgat secs (sans liant) et chauds avant la fabrication des enrobs colors. Par la suite, la centrale sera exclusivement rserve pour le chantier. Si ce nest pas le cas, la phase de nettoyage sera renouvele avant tout redmarrage de la fabrication des enrobs colors.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 67

F.2.2.7

TRANSPORT DES ENROBES BITUMINEUX COMPACTES

Les enrobs bitumineux sont transports par camions benne basculante ou quips d'un dispositif permettant un dchargement rgulier dans le finisseur ou via un dispositif tampon (alimentateur) assurant une alimentation rgulire de celui-ci. L'emploi de gasoil, de sable ou de poussier comme couche anticollante est interdit. Seule la pulvrisation en couche trs mince dun produit anticollant appropri est autorise. Les parois de la benne doivent tre isoles thermiquement. Les bches de protection sont tendues avec dpassant par l'extrieur et maintenues par des tendeurs ou des boucles. Dans le cas denrobs colors, les bches utilises seront soit neuves, soit dbarrasses de toute trace de bitume par un nettoyage au jet deau chaude haute pression. Le nombre de camions mis en service permet un approvisionnement rgulier pour viter tout arrt de mise en oeuvre. Aucune sgrgation ne peut tre perceptible larrive sur chantier. Si lutilisation dun dispositif tampon est exig par le fonctionnaire dirigeant, cette prestation sera paye sparment.

F.2.2.8 F.2.2.8.1

EXECUTION DU REVETEMENT - MISE EN OEUVRE DES ENROBES BITUMINEUX COMPACTES Enrob enregistr utilis pour la mise en uvre du revtement

Seuls des enrobs du type impos par le cahier spcial des charges et enregistrs peuvent tre utiliss. Le mlange approuv peut tre utilis durant toute la dure du chantier, mme si la dure de validit de lenregistrement expire durant lexcution de ce chantier. Lenrob ne peut plus tre utilis si son enregistrement est retir et ce mme sil a t approuv pour un chantier dtermin. Lutilisation dun enrob enregistr doit se faire en accord avec le tableau ci-dessous :
Enregistrement pour la classe de trafic B1, B2 B3 B4 et B5 B6, B7, B8, B9, B10 et BF B1, B2 Oui Non Non Non A utiliser pour les classes de trafic B3 B4, B5 B6, B7, B8, B9, B10 et BF Oui Oui Non Oui Oui Non Non Oui Non Non Non Oui

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 68

F.2.2.8.2 F.2.2.8.2.1

Epaisseur de pose des diffrents types denrobs EPAISSEUR DES COUCHES DE ROULEMENT
Nom de la couche AC-14surf1-x AC-10surf4-x AC-6,3surf4-x AC-6,3surf5-x SMA-10 SMA-6,3 Epaisseur nominale de la couche 50 mm 40 mm 30 mm 25 mm 40 mm 30 mm

F.2.2.8.2.2

EPAISSEUR DES COUCHES DE LIAISON

Nom de la couche AC-20base3-x AC-14base3-x AC-14bindT-x EME-B Epaisseur nominale de la couche 60, 70 ou 80 mm 40, 50 ou 60 mm 50 mm 70 ou 80 ou 90 ou 100 ou 110 mm

Lpaisseur mettre en uvre est prcise dans le dossier dadjudication.

F.2.2.8.2.3

EPAISSEUR DES COUCHES DE PROFILAGE

Nom de la couche AC-20base3-x AC-14base3-x AC-10base3-x AC-6,3base3-x AC-14bindT-x Epaisseur nominale de la couche 60 80 mm 40 60 mm 30 50 mm 20 40 mm 40 60 mm

F.2.2.8.3

Conditions climatiques lors de la mise en oeuvre

La mise en oeuvre des couches de revtement en enrob bitumineux compact est interdite lorsque la temprature de lair est infrieure : + 2C pour les couches de liaison ou de profilage AC-20base3-x, AC-14base3-x et AC-14bindT-x et pour les couches de liaison en EME ; + 5C pour les couches dusure AC-14Surf1-x et AC-10Surf4-x et AC-6,3Surf4-x ; + 5C pour les couches de liaison ou de profilage AC-10base3-x ; + 8C pour les couches de liaison ou de profilage AC-6,3base3-x ; + 8C pour les SMA.

Les tempratures sont lues au thermomtre jouxtant le pavillon de chantier. En cas de pluie, lentrepreneur doit interrompre la pose de lenrob sauf en cas de drogation accorde par le fonctionnaire dirigeant.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 69

Lentrepeneur adapte son organisation14 et son atelier de compactage aux conditions climatiques (vitesse du vent, temprature de lair, temprature du support, ) afin datteindre les performances prescrites notamment au F.2.3 et au F.2.2.8.5.2.

F.2.2.8.4

Temprature des enrobs lors de la mise en oeuvre

Au dbut de l'pandage, les enrobs bitumineux ont une temprature comprise entre 150 et 180C pour les enrobs bitumineux fabriqus avec des bitumes purs. Au dbut du compactage, pour les enrobs fabriqus avec des bitumes purs, les enrobs bitumineux ont une temprature comprise entre 120 et 170C (180C pour les EME). En fonction du type de bitume utilis, et en fonction de lpaisseur de la couche, de la temprature de lair, de celle du support et de la vitesse du vent, la temprature minimale de lenrob en dbut de compactage doit, le cas chant tre augmente (notamment vitesse du vent leve, enrob pos en couche mince,). Dans le cas des autres liants, les tempratures de compactage mentionnes dans la note justificative sont respectes. La temprature de lenrob au dbut de lpandage est mesure dans la trmie de la finisseuse et juste derrire la table de finition. La temprature de lenrob au dbut du compactage est contrle juste avant le passage du rouleau, en des endroits correspondant approximativement au dbut et la fin du dversement dun camion. Si lcart est de plus de 20C par rapport aux limites prcites, le revtement est immdiatement dmoli et reconstruit.

F.2.2.8.5 F.2.2.8.5.1

Travail prparatoire PREPARATION DE LA SURFACE DE LA COUCHE SOUS-JACENTE

F.2.2.8.5.1.1 Rgle applicable tous les cas

Lentrepreneur prend les dispositions ncessaires pour assurer la bonne adhrence de lenrob sur le support et les couches denrob entre elles. Avant la pose dune couche denrobs, la surface de la couche sous-jacente est nettoye. Elle doit tre exempte de poussires, d'eau stagnante ou ruisselante.

14

Il est possible de fixer un ordre de grandeur du temps disponible pour compacter lenrob bitumineux en fonction de la temprature de lenrob au dbut du compactage, de la vitesse du vent, de la temprature du support et de la temprature de lair grce au programme Viatemps du Centre de recherches routires (joint au rapport de recherche CR 42/06 Evaluation de la temprature dune couche denrob bitumineux nouvellement pose ).

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 70

F.2.2.8.5.1.2 Cas de la pose denrob sur une couche denrob fraise

Lorsque une ou plusieurs couches dun revtement bitumineux existant sont fraises en vue de la ralisation dun inlay, les dispositions prescrites au L.5 concernant le fraisage et le nettoyage de surface fraise sont dapplication. Si la surface fraise et dj nettoye est ouverte au trafic avant pose de lenrob, un nettoyage complmentaire est excut avant pose de lenrob.

F.2.2.8.5.1.3 Cas de la pose denrob sur un bton jeune non circul

Dans de nombreux cas, une bonne adhrence est obtenue en appliquant les rgles suivantes :

le support en bton doit rpondre aux exigences en matire de planit ; la macrotexture du support en bton doit tre importante. La valeur MTD dtermine par lessai la tache de sable doit tre comprise entre 0,5 et 2 ; si la valeur MTD est infrieure 0,5, la surface du bton est grenaille ou sable jusqu ce que la valeur MTD soit suprieure 0,5 ; si la valeur MTD est suprieure 0,5 mais infrieure 1,0, la surface du bton est dbarrasse de la laitance de ciment et du mortier soit par un brossage efficace laide de brosses mtalliques, soit par grenaillage ou par sablage jusqu ce que les granulats soient apparents ; le support en bton est toujours nettoy leau sous haute pression puis sch avant mise en uvre de la couche de collage. COUCHE DE COLLAGE

F.2.2.8.5.2

L'application d'une couche de collage sur la couche prcdente est prescrite sauf si la surface sur laquelle l'enrob est pos est constitue d'un empierrement ou de bton maigre. Cette couche est obtenue par lpandage mcanique et de manire uniforme d'une mulsion de liant. La couche de collage doit assurer ladhrence entre les 2 couches successives. Ceci signifie notamment que, aprs rupture de lmulsion, laspect en surface doit tre uniformment noir (sauf en cas dutilisation dun finisseur rampe intgre). Lentrepreneur choisit les matriaux et moyens quil utilise pour assurer ladhrence. Dans de nombreux cas, ceci est obtenu en appliquant une mulsion de type A1 (C60B1 avec vitesse de rupture approprie) ou F2 (C67B1 avec vitesse de rupture approprie) laissant 100 300 g/mde bitume rsiduel. Une mulsion anti-adhrente du type C (C60B1 (AA) avec vitesse de rupture approprie) peut galement tre utilise. En cas de support poreux ou fissur, lutilisation dune mulsion de bitume polymre(s) (par exemple de type B1 (C60BP1 avec vitesse de rupture approprie) ou de type D (C60BP1 (AA) avec vitesse de rupture approprie) peuvent tre ncessaire ainsi que lapplication de quantits plus importantes.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 71

En cas de support frais ou de support trs rugueux, lutilisation dune mulsion plus visqueuse et vitesse de rupture plus leve est la plupart du temps ncessaire (par exemple mulsion de type F2, G2 ou H2 ou mulsion au latex). Dans le cas dun support en bton routier rcemment mis en uvre, le pH de lmulsion utilise pour raliser la couche de collage doit tre suprieur 4,5 (mulsion de type A3). En cas de pose dun enrob color, la couche de collage peut tre ralise laide dune mulsion de liant synthtique pigmentable. Pour les RUMG, lutilisation dun finisseur rampe intgr est obligatoire. Toute circulation sur la couche recouverte d'mulsion est interdite, except celle des camions destins l'approvisionnement des finisseurs. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions pour viter que cette couche nadhre aux pneus des camions ou ne soit souille par ceux-ci. Les prescriptions concernant le traitement des faces verticales des revtements existants, des lments linaires, des accessoires, des rails et des bords verticaux des zones fraises, qui sont en contact avec les enrobs bitumineux sont reprises dans les articles consacrs aux joints ( F.2.2.8.8 et F.2.2.8.9).

F.2.2.8.6

Epandage et prcompactage

La mise en uvre des enrobs bitumineux compacts nest autorise que sur une surface exempte deau stagnante ou ruisselante. Les enrobs bitumineux compacts sont mis en oeuvre au moyen de finisseurs comprenant les dispositifs ncessaires d'pandage, de rpartition et de prcompactage des produits enrobs sur une largeur au moins gale celle d'une voie de circulation. Ces machines sont quipes d'un systme de commande automatique du dispositif de rglage de la surface des couches poser. Ce systme permet, en fonction des circonstances locales et des rgles de lart, d'assujettir le profil en long des deux bords de la bande en cours de pose soit un repre extrieur indpendant des couches existantes, soit un ski glissant sur la bande adjacente. La longueur de ce ski est de 13 m minimum sur les routes classes autoroutes et de 6 m minimum sur les routes dune autre classification. Si la pente transversale est commande en cours de pose par un dispositif automatique et si la largeur dpandage est infrieure ou gale 4 m, il suffit qu'un seul des deux cts soit assujetti. Tout autre systme de commande automatique doit recevoir lapprobation du fonctionnaire dirigeant avant utilisation. La couche de roulement peut tre pose vis cale si la couche de liaison prsente le profil impos.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 72

Pour la couche dusure, la largeur et/ou le nombre de finisseurs sont tels quils permettent lexcution simultane et parallle de lensemble des bandes de roulement. Si cela savre impossible, par exemple pour des questions de mobilit, le cahier spcial des charges indique le nombre de bandes revtues en une passe du finisseur. Un ou des joints longitudinaux de reprise sont alors raliss suivant le F.2.2.8.8. Ces joints de reprise sont situs en dehors des frayes et, si possible, au droit des futurs marquages longitudinaux. Lenrob est pandu et prcompact avec la porte latrale en position basse de manire offrir un contrebutage de lenrob au droit du joint longitudinal et ainsi obtenir un enrob suffisamment compact en bordure du joint longitudinal. Les accessoires du finisseur doivent tre nettoys rgulirement de faon notamment ce que la porte la porte latrale puisse coulisser vers le haut et vers le bas en fonction des variations du support. Les finisseurs sont aliments en continu. Les longs arrts du finisseur sont limits des cas de force majeure. Si un arrt ne peut tre vit et sil dure plus de 10 minutes, le finisseur doit avancer pour permettre le compactage des enrobs dj poss et un joint transversal de reprise est confectionn suivant le F.2.2.8.8.2. Aux endroits particuliers, convenus de commun accord avec le fonctionnaire dirigeant avant le dbut de la pose de lenrob, tels qu'largissements locaux, raccordements en sifflet et en patte d'oie, l'emploi d'un finisseur n'est pas obligatoire.

F.2.2.8.7

Compactage

Aussitt aprs lpandage et pour autant que les tempratures prescrites soient respectes, le mlange est compact de manire uniforme au moyen de compacteurs. Latelier de compactage est conu de faon atteindre les performances prescrites au F.2.3. Le compactage doit tre totalement achev avant que la temprature de lenrob ne descende en dessous de 100C. Pendant la mise en oeuvre des produits hydrocarbons, deux rouleaux compacteurs au moins sont en permanence sur chantier, sauf si la quantit de produits hydrocarbons poser est infrieure 2 000 m par couche et par jour. Lentrepreneur dispose sur chantier dau moins deux compacteurs par finisseur utilis. La masse linaire statique d'au moins un cylindre du rouleau statique est suprieure 25 kg/cm de gnratrice. Pour le rouleau vibrant, la masse linaire statique d'au moins un cylindre est suprieure 20 kg/cm de gnratrice. Pendant le compactage, la ou les roues motrices de l'engin compacteur sont diriges vers le finisseur. Sur la couche de roulement, les dernires passes sont effectues par un rouleau jante lisse, jusqu' effacement des traces de compactage.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 73

Pour le compactage, les rgles suivantes sont dapplication : pour les btons bitumineux AC-14Surf1-x, AC-base3-x, AC-10Surf4-x, AC-14bindT-x et les EME-B. : en cas d'utilisation d'un compacteur vibrant, la premire et les deux dernires passes sont effectues sans vibration ; pour le SMA : utilisation dun rouleau lisse travaillant statiquement. Les rouleaux pneus sont interdits.

Toute dgradation occasionne une couche denrob frachement pose par un engin circulant sur le revtement bitumineux est immdiatement rpare. Dans le prix des couches de revtements bitumineux est galement compris la pose contre toutes taques diverses se trouvant dans la voirie. La mise hauteur et l'ajustement des taques font l'objet d'un poste spar. Pour le compactage des enrobs colors, les cylindres doivent tre nettoys. Notamment, toute trace de rouille doit tre enleve.

F.2.2.8.8 F.2.2.8.8.1

Joints dans un revtement en enrobs bitumineux compacts JOINT D'EXECUTION SIMULTANEE

Pareil joint existe lorsque deux bandes adjacentes ont t compactes simultanment. La temprature de lenrob dj pos doit tre suprieure 80 C lors de la pose de la bande adjacente. Les joints d'excution simultane sont dcals de 15 cm au moins d'une couche l'autre. L'excution des joints d'excution simultane ne fait pas l'objet d'un poste spar.

F.2.2.8.8.2

JOINT DE REPRISE

Pareil joint existe lorsque deux bandes adjacentes ou dans le prolongement lune de lautre nont pas t compactes simultanment et que la temprature de lenrob dj pos est ds lors infrieure 80C. Cest le cas :

lorsque les deux bandes de revtement nont pas t poses lors de la mme entreprise ou lorsque lon nutilise pas deux ou plusieurs finisseurs en parallle pour poser les deux bandes de revtement ou lorsque la distance entre les finisseurs en parallle est trop importante.

Les joints de reprise transversaux sont dcals longitudinalement d'au moins 1 m d'une couche l'autre; ils sont perpendiculaires l'axe de la chausse. Avant dentamer la pose, l'enrob en place est enlev par sciage ou fraisage sur au moins 30 cm. Les joints de reprise longitudinaux sont dcals transversalement d'au moins 15 cm d'une couche l'autre ; ils doivent tre nets, rectilignes et parallles l'axe de la chausse. Ils
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 74

doivent tre situs en dehors des frayes et, si possible, au droit des futurs marquages longitudinaux. Si le profil longitudinal du bord de la bande pose en premier lieu a t abm ou dform en cours ou aprs la pose, ce bord est dcoup mcaniquement, avant la pose de la couche adjacente, sur une longueur au moins gale la longueur dgrade et sur une largeur dau moins 5 cm.

F.2.2.8.8.2.1 Joints de reprise dans les couches de base

La tranche du revtement dj existant est traite au bitume ou lmulsion de bitume avant de poser la bande juxtapose. Le traitement des joints de reprise dans couche de base ne fait pas lobjet dun poste spar au mtr.

F.2.2.8.8.2.2 Joints de reprise dans la couche de roulement

Le cahier spcial des charges peut imposer la dcoupe (et lvacuation) de lenrob dj pos sur une largeur de 15 cm (enlvement de lenrob moins bien compact) avant que ne soit pos la nouvelle bande denrob . Ceci fait lobjet dun post spar au mtr.
A. Cas des enrobs colors

Dans le cas de revtements en enrobs colors, la teinte rsultant du traitement des joints de reprise transversaux et longitudinaux doit tre la mme que celle des enrobs. Pour cela :

la tranche du revtement existant est traite au liant synthtique pigmentable ou lmulsion claire ; le traitement en surface des joints de reprise consiste en un scellement, sur une largeur de 15 cm : soit par une mulsion claire raison dau moins 200 g/m de liant rsiduel et recouverts, sur la mme largeur, par 1,5 2 kg/m de sable ou de gravillons concasses 2/4. Ce sable ou ces gravillons possdent la mme teinte que celle des enrobs ; soit avec un coulis possdant la mme teinte que celle des enrobs.

L'enduisage au liant, l'pandage des gravillons et la mise en uvre du coulis se font bords latraux nets l'aide d'un gabarit. La longueur totale du joint est rduite autant que faire se peut.
B. Autres cas

Les joints de reprise longitudinaux et transversaux sont traits par application pralable dune bande bitumineuse pour joint forme sur chantier par extrusion et mise en place au moyen dune machine spcialement conue cet effet. Lorsque la longueur du joint est infrieure 250 m, et pour les joints transversaux, lutilisation dune bande (autocollante) bitumineuse pour joint prforme en usine et colle sur chantier est autorise.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 75

La tranche de la bande de revtement existante (contre laquelle la bande bitumineuse pour joint doit tre place) doit tre verticale, nette, propre, exempte de poussire et sche. Elle est enduite dun primer daccrochage appropri livr par le producteur de bande bitumineuse pour joint. Aprs schage de ce primer, la bande bitumineuse pour joint est extrude chaud contre la tranche de la couche de roulement existante. Le profil de la bande doit dpasser de +/- 7 mm en hauteur le niveau suprieur de cet ancien revtement. La bande bitumineuse est mise en uvre une distance de moins de 75 m devant la machine de pose de la couche de roulement. Dans tous les cas, les parties dgrades (par exemple par lventuel passage des roues du charroi de chantier) doivent tre remplaces. Aprs pose de la couche de roulement, la premire passe du compacteur passe sur la bande bitumineuse pour joint. Le traitement en surface des joints de reprise consiste en un scellement, sur une largeur de 15 cm, par une mulsion de bitume raison d'au moins 200 g/m de liant rsiduel et recouverts, sur la mme largeur, par 1,5 2 kg/m de gravillons concasses 2/4. L'enduisage au liant et l'pandage des gravillons se fait bords latraux nets l'aide d'un gabarit. Le traitement des joints de reprise dans la couche de roulement fait lobjet dun poste spar au mtr : si les bandes de revtement ne sont pas ralises dans la mme entreprise ; si les bandes de revtement juxtaposes sont ralises dans la mme entreprise mais que les joints sont imposs par la gomtrie de la surface revtir ou par des contraintes de mobilit.

A lexception de ces dernires contraintes, la priorit est toujours donne la ralisation avec un finisseur large (absence de joint longitudinal) ou la pose avec deux ou plusieurs finisseurs en parallle travaillant simultanment trs courte distance lun de lautre (joint dexcution simultane).

F.2.2.8.9 F.2.2.8.9.1

Joint avec un revtement dun autre type ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail pos pralablement JOINT ENTRE UNE COUCHE DE BASE EN ENROBE BITUMINEUX ET UN AUTRE REVETEMENT OU UN ELEMENT LINEAIRE OU UN ACCESSOIRE DE VOIRIE OU UN RAIL

Dans le cas de joints entre une couche de base dun revtement en enrobs bitumineux compacts et un revtement dun autre type (ou un lment linaire, ou un accessoire de voirie ou un rail) dj pos, le traitement du joint est ralis en appliquant (avant mise en uvre de la couche en enrob bitumineux compact) une mulsion de bitume sur la tranche verticale (nette et propre) du revtement (ou lment linaire) dj existant. Si les documents du march le prcisent, le liant est non dilu. Le liant est de mme nature que celui de lenrob mis en uvre.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 76

F.2.2.8.9.2

JOINT ENTRE UNE COUCHE DE ROULEMENT EN ENROBE BITUMINEUX NON COLORE ET UN AUTRE REVETEMENT OU UN ELEMENT LINEAIRE OU UN ACCESSOIRE DE VOIRIE OU UN RAIL

Le traitement du joint entre le revtement (ou llment linaire ou laccessoire de voirie ou le rail) existant et la couche de roulement du revtement bitumineux non color est ralis, suivant les cas, avec lune ou lautre des 4 mthodes suivantes : traitement de type I : par sciage (aprs mise en uvre de la couche de roulement en enrob bitumineux), au droit de la jonction des 2 revtements juxtaposs, dune rainure dune largeur de 10 mm de large et dune profondeur de 20 mm. Cette rainure est remplie dune masse de scellement de joint (voir C.14.1) jusqu un niveau situ quelques mm sous la surface ; traitement de type II : pose (avant mise en uvre de la couche de roulement en enrob bitumineux compact) dune bande bitumineuse pour joint forme sur chantier par extrusion (voir C.14.2.2) et mise en place au moyen dune machine spcialement conue cet effet sur la tranche verticale du revtement (ou lment linaire) dj existant . traitement de type III : pose (avant mise en oeuvre de la couche de roulement en enrob bitumineux compact) dune bande (autocollante) bitumineuse pour joint prforme en usine (voir C.14.2.1) et colle sur chantier sur la tranche verticale du revtement (ou lment linaire) dj existant. traitement de type IV : application (avant mise en uvre de la couche de roulement en enrob bitumineux compact) dmulsion de bitume sur la tranche verticale (nette et propre) du revtement (ou lment linaire) dj existant. Si les documents du march le prcisent, le liant est non dilu. Le bitume est de mme nature que celui de lenrob mis en uvre. La ou les mthodes appliquer suivant le type de matriau (revtement ou lment linaire ou accessoire de voirie ou rail) auquel lenrob compact est juxtapos sont renseignes aux F.2.2.8.9.2.1 F.2.2.8.9.2.8 ci-dessous. Le cahier spcial des charges peut imposer la mthode appliquer. Dans le cas de traitement de type I, la rainure doit tre sche avant de couler la masse de scellement. Le remplissage la masse de scellement ne peut tre ralis par temps de pluie. Les prescriptions ci-dessous sont communes aux traitements de type II et de type III.

Lpaisseur de la bande bitumineuse pour joint prforme en usine ou forme sur chantier est de 10 mm. La tranche du revtement existant (contre laquelle la bande bitumineuse pour joint doit tre place) doit tre verticale, nette, propre, exempte de poussire et sche. Elle est enduite dun primer daccrochage livr par le producteur de bande bitumineuse pour joint.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 77

Aprs schage de ce primer,

Cas dune bande bitumineuse pour joint forme sur chantier par extrusion chaud : la bande bitumineuse pour joint est extrude chaud contre la tranche du revtement (ou de llment linaire ou de laccessoire de voirie) existant. Cas dune bande bitumineuse autocollante prforme en usine : la bande de joint est colle (application froid en exerant une lgre pression) sur la tranche du revtement (ou de llment linaire ou de laccessoire de voirie) existant.

Sauf indication contraire ci-dessous, le profil de la bande doit dpasser en hauteur le niveau suprieur du revtement ou lment dj existant. Si lenrob nest pas compact jusquau niveau suprieur du revtement (ou de llment) dj pos, la partie dpassante de la bande bitumineuse pour joint est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle aprs compactage de lenrob. La bande bitumineuse est mise en uvre une distance de moins de 75 m devant la machine de pose de la couche de roulement. Sur les longueurs o la bande a t dgrade, par exemple par le passage des roues du charroi de chantier, elle est remplace. Aprs pose de la couche de roulement, la premire passe du compacteur passe sur la bande bitumineuse pour joint.

Les prestations en rapport avec le traitement des joints de la couche de roulement avec des revtements de nature diffrentes sont spcifies dans les documents du march et font lobjet de postes spars du mtr.

F.2.2.8.9.2.1 Joint avec un revtement en bton ralis pralablement

Les joints transversaux entre revtement en enrobs bitumineux compacts et revtement en bton (chausse, piste cyclable) dj existant ou mis en uvre pralablement au cours de la mme entreprise sont traits par un traitement de type I15 , II15 ou III16 . Pour le joints transversaux, dans le cas des traitements de type II ou III, afin de ne pas endommager le joint par le passage du finisseur, celui-ci est tout dabord positionn sur la surface de la couche bitumineuse infrieure recouvrir et avanc de quelques mtres afin de pouvoir mettre la bande de joint bitumineuse en uvre. Aprs mise en uvre de la bande bitumineuse pour joint, le finisseur est recul pour pouvoir poser lenrob bitumineux partir du joint. Dans le cas dutilisation de bandes bitumineuses pour joint, le profil de la bande dpasse de 7 mm par rapport au niveau suprieur du bton. Si lenrob nest pas compact jusquau niveau suprieur du revtement en bton, la partie de la bande bitumineuse pour joint dpassant du bton aprs cylindrage est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle aprs compactage de lenrob.

15

16

Suivant les cas rencontrs pour les joints transversaux : revtement pos sur lentiret de la largeur de la chausse ou par chausse, prsence de bordures en saillies ou non, Pour les longueurs infrieures 250 m seulement.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 78

F.2.2.8.9.2.2 Joint avec des lments linaires enterrs (filets deau, bordure ou caniveau enterr par exemple) en bton ou en acier poss pralablement
Si le joint nest pas destin tre emprunt par un trafic le traversant, le revtement bitumineux recouvre le joint. Son niveau suprieur dpasse le niveau de llment linaire enterr dune hauteur comprise entre 7 mm au minimum et 20 mm au maximum. Cette rgle vaut galement pour les accs des garages de maisons particulires. Si le joint est destin tre emprunt par un trafic le traversant (sauf accs garage de maison particulire), la diffrence de niveau entre revtement bitumineux et lment linaire doit tre infrieure 5 mm. Le niveau du revtement bitumineux est suprieur au niveau de llment linaire. Les joints entre revtement en enrobs bitumineux compacts et lments linaires enterrs en bton ou en acier existants ou mis en uvre pralablement au cours de la mme entreprise sont traits par un traitement de type I17, II17 ou III18 . Dans le cas dutilisation de bandes bitumineuses pour joint, le profil de la bande dpasse de 3 mm par rapport au niveau suprieur du bton. Si lenrob nest pas compact jusquau niveau suprieur de llment linaire, la partie de la bande bitumineuse pour joint dpassant du bton aprs cylindrage est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle aprs compactage de lenrob. Pour les joints transversaux, dans le cas des traitements de type II ou III, afin de ne pas endommager le joint par le passage du finisseur, celui-ci est tout dabord positionn sur la surface de la couche bitumineuse infrieure recouvrir et avanc de quelques mtres afin de pouvoir mettre la bande de joint bitumineuse en uvre. Aprs mise en uvre de la bande bitumineuse pour joint, le finisseur est recul pour pouvoir poser lenrob bitumineux partir du joint. Dans le cas o un matelas antivibratile est pos entre un lment linaire (en bton ou en acier) et lasphalte coul, le matelas antivibratile est arrt 20 mm sous le niveau fini de la couche de roulement. Un traitement de joint de type I (rainure, obtenue par sciage, dune largeur gale lpaisseur du matelas) est ralis entre la couche de roulement en enrob bitumineux et lment linaire. Une masse de scellement compatible avec le matriau constitutif du matelas antivibratile est mise en uvre dans la rainure ralise. Le niveau fini de la masse de scellement est lgrement infrieur au niveau du revtement et lgrement suprieur au niveau fini de llment linaire.

F.2.2.8.9.2.3 Joint avec des lments linaires en saillie (bordure en saillie par exemple) en bton mis en oeuvre pralablement
Pour les joints entre revtement en enrobs bitumineux compacts et lments linaires transversaux en saillie existants ou mis en uvre pralablement au cours de la mme entreprise, le cahier spcial des charges prcise si les joints sont traits
17

18

Suivant les cas rencontrs pour les joints transversaux : revtement pos sur lentiret de la largeur de la chausse ou par chausse, prsence de bordures en saillies ou non, Pour les longueurs infrieures 250 m seulement.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 79

par un traitement de type IV, ou par un traitement de type II19 ou III20 , au choix de lentrepreneur.

A dfaut de prescriptions dans le cahier spcial des charges, le joint est trait par un traitement de type II ou III au choix de lentrepreneur. Dans le cas dutilisation de bandes bitumineuses pour joint, le profil de la bande dpasse de 3 mm par rapport au niveau final du revtement bitumineux. La partie de la bande bitumineuse pour joint dpassant ventuellement encore du revtement bitumineux aprs compactage de lenrob, est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle. Dans le cas o un matelas antivibratile est pos entre un lment linaire (en bton ou en acier) et lasphalte coul, le matelas antivibratile est arrt 20 mm sous le niveau fini de la couche de roulement. Un traitement de joint de type I (rainure, obtenue par sciage, dune largeur gale lpaisseur du matelas) est ralis entre la couche de roulement en enrob bitumineux et lment linaire. Une masse de scellement compatible avec le matriau constitutif du matelas antivibratile est mise en uvre dans la rainure ralise. La masse de scellement est lisse un niveau lgrement suprieur au niveau du revtement bitumineux.

F.2.2.8.9.2.4 Joint avec un pavage (revtement ou filet deau) dj ralis

Suivant la nettet et la caractre rectiligne ou non du bord du pavage et des pavs, le traitement des joints est obtenu :

soit, dans le cas de bords nets et rectilignes, par un traitement de type II19 ou III20 ; Dans le cas dutilisation de bandes bitumineuses pour joint, le profil de la bande dpasse de 7 mm par rapport au niveau suprieur du pavage. Si lenrob nest pas compact jusquau niveau suprieure du revtement (ou de llment dj pos), la partie de la bande bitumineuse pour joint dpassant du pavage aprs cylindrage est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle aprs compactage de lenrob. soit, dans le cas de bords irrguliers, par un traitement de type IV.

F.2.2.8.9.2.5 Joint transversal avec des lments prfabriqus dj mis en uvre pour ralisation de rampes de plateaux ou ralentisseurs de vitesse
Les joints transversaux entre lments en bton prfabriqu dj poss et revtement en enrobs bitumineux compacts sont traits par un traitement de type I19 , II19 ou III20 . Dans le cas dutilisation de bandes bitumineuses pour joint, le profil de la bande dpasse de 7 mm par rapport au niveau suprieur du bton. Si lenrob nest pas compact jusquau niveau suprieur de llment prfabriqu, la partie de la bande bitumineuse pour joint dpassant du bton aprs cylindrage est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle aprs compactage de lenrob.

19

20

Suivant les cas rencontrs pour les joints transversaux : revtement pos sur lentiret de la largeur de la chausse ou par chausse, prsence de bordures en saillies ou non, Pour les longueurs infrieures 250 m seulement.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 80

F.2.2.8.9.2.6 Joint avec un revtement (ou filet deau) en asphalte coul dj ralis
Les joints entre revtement (ou filet deau) en asphalte coul dj ralis et revtement en enrob bitumineux compacts sont traits par un traitement de type I21 , II21 ou III2218. Dans le cas dutilisation de bandes bitumineuses pour joint, le profil de la bande dpasse de 7 mm (pose de lenrob au-dessus de lasphalt coul et dpassement de 3 mm dans le cas du filet deau prexistant) par rapport au niveau suprieur de lasphalte coul. La partie de la bande bitumineuse pour joint dpassant de lasphalte coul aprs cylindrage est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle aprs compactage de lenrob.

F.2.2.8.9.2.7 Joint entre revtement en enrob bitumineux compact et accessoires de chausse

Le joint entre un revtement en enrobs bitumineux compact et des accessoires de chausse tels que avaloirs, couvercles de chambre de visite, est trait laide dune bande bitumineuse prforme autocollante froid (traitement de type III). La surface de laccessoire est nettoye et sche puis traite laide dun primer adquat fourni par le fournisseur de bandes bitumineuses pour joint. Une fois le primer sec, la bande bitumineuse prforme pour joint est applique froid en exerant une lgre pression. Lenrob bitumineux est mis en uvre et compact contre la bande bitumineuse pour joint. Dans le cas dutilisation de bandes bitumineuses pour joint, le profil de la bande dpasse de 3 mm par rapport au niveau suprieur de laccessoire de chausse. Si lenrob nest pas compact jusquau niveau suprieur de laccessoire de chausse, la partie de la bande bitumineuse pour joint dpassant de laccessoire aprs cylindrage est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle aprs compactage de lenrob.

F.2.2.8.9.2.8 Joint avec un rail

Dans le cas dun joint avec un rail, seuls les traitements de type I peuvent tre utiliss. Pour cette application, la rainure possde des dimensions de 30 mm x 30 mm. Elle est obtenue par fraisage. Le bord vertical du rail est dbarrass de toute trace de rouille et prtrait par application dune couche de primer fourni par le fabricant de la masse de scellement. Ce primer assure ladhrence de la masse sur le rail. La masse de scellement doit avoir fait ses preuves pour ce type dutilisation (adhrence au support, tanchit, lasticit permettant de reprendre les dplacements verticaux et horizontaux du rail, rsistance au cisaillement, non-adhrence au pneus,). Lentrepreneur fournit une proposition justifie par des tests ou des rfrences dutilisation montrant que la masse de scellement propose convient lutilisation qui doit en tre faite. La masse de scellement est lisse au mme niveau que celui du revtement bitumineux.
21

22

Suivant les cas rencontrs pour les joints transversaux : revtement pos sur lentiret de la largeur de la chausse ou par chausse, prsence de bordures en saillies ou non, Pour les longueurs infrieures 250 m seulement.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 81

F.2.2.8.9.3

JOINT ENTRE UNE COUCHE DE ROULEMENT EN ENROBE BITUMINEUX COLORE ET UN AUTRE REVETEMENT OU UN ELEMENT LINEAIRE OU UN ACCESSOIRE DE VOIRIE OU UN RAIL

Dans le cas dun enrob bitumineux compact color, le traitement du joint entre le revtement existant (ou llment linaire, ou laccessoire de voirie, ou le rail) et la couche de roulement du revtement en enrob bitumineux color compact est de type I (voir F.2.2.8.9.2.1). Le cahier spcial des charges prcise si la masse de scellement est incolore ou si elle doit avoir la mme teinte (fabrication par ajout une masse de scellement incolore dune quantit approprie de pigments de teinte approprie ou pandage sur la masse de scellement dun sable de mme couleur que lenrob) que celle de lenrob color auquel il est juxtapos.

F.2.2.8.10

Bords extrieurs des revtements en enrobs bitumineux compacts chaud

Les tranches des bords extrieurs non contrebuts du revtement sont enduites en appliquant une mulsion ou un liant non dilu de mme nature que celui de lenrob mis en uvre. Ces prestations sont spcifies dans les documents du march et font lobjet de postes spars du mtr.

F.2.2.8.11

Traitement de surface des couches de roulement

Type de couches de roulement AC-10surf4-x AC-14surf1-x AC-6,3surf4-x 4/6,3 6,3/10 (1) 4/6,3 1,5 2 3,5 5 1,5 2

Caractristique Granularit Taux dpandage t0 (kg/m)

(1)

SMA 2/4 12

Uniquement sur autoroutes.

Au cas o la masse volume des gravillons scarte de 2,65 2,75 t/m, le taux dpandage t0
est corrig comme suit : t (en kg/m) = t0 . (/2,70).

Les gravillons destins au traitement de surface des couches de roulement et des couches de roulement provisoires sont prenrobs laide de 0,5 1,5 % en masse de liant identique celui de lenrob trait (sauf pour le SMA o les gravillons sont nus) ; ils sont pandus mcaniquement pralablement au cylindrage.

F.2.2.8.12

Mise en service

La circulation dengins de chantier sur une couche denrob bitumineux nest autorise que lorsque la couche est suffisamment refroidie. Les couches denrobs ne peuvent tre circules par le trafic de chantier ou le trafic automobile avant que la temprature de surface moyenne (dtermine en au moins 3 points reprsentatifs du tronon ouvrir) soit infrieure :
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 82

35C pour des mlanges bitumineux avec bitume routier ; 40C pour tous les autres types de mlange.

Les temps dattente jusqu mise en service peuvent tre calculs avec le rapport de recherche CR 42/06 du Centre de recherches routires Evolution de la temprature dune couche denrob bitumineux nouvellement pose. Lorsque deux couches bitumineuses sont poses lune sur lautre, le temps dattente avant pose de la deuxime couche est suprieur 24 heures.

F.2.3 F.2.3.1

Exigences sur le rsultat (Spcifications)23

EXIGENCES SUR LES CARACTERISTIQUES DE MASSE DE LENROBE MIS EN OEUVRE

Lorsque, en raison de la configuration des lieux, des dispositions figurant au cahier spcial des charges ou des instructions du fonctionnaire dirigeant, les moyens dexcution dfinis au F.2.2.8.6 (pandage et prcompactage) ou au F.2.2.8.7 (compactage) ne peuvent tre mis en uvre, les prescriptions relatives aux caractristiques moyennes (paisseur, pourcentages de vides et compacit relative) ne sont pas dapplication. Les impositions sur les valeurs individuelles sont, elles, dapplication.

F.2.3.1.1 F.2.3.1.1.1

Exigences concernant les caractristiques dpendant de la formulation de la fabrication, du transport et de la mise en uvre de lenrob GRANULARITE

Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative et la fiche technique) et le passant moyen sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac derrire la table du finisseur), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes :
Ouverture des mailles (mm) 31,5 20 14 10 6,3 4 2 0,250 0,063 0/20 0 5 5 5 3,5 1,5 0 5 5 3,5 3,5 1,5 0 5 5 3,5 3,5 1,5 0 5 5 3,5 3,5 1,5 0/14 AC et EME 0/10 0/6,3

23

Les spcifications sur les revtements bitumineux poss en overlay ou en inlay sur des structures existantes sont reprises au L.8.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 83

Ouverture des mailles (mm) 14 10 6,3 4 2 0,500 0,063

SMA 0/10 0 5 5 5 3,5 3,5 1,5 0/6,3 0 5 5 3,5 3,5 1,5

Si le nombre dchantillons est infrieur 10, les valeurs 5 - 3,5 - 1,5 deviennent respectivement 6 - 4 - 2.

F.2.3.1.1.2

TENEUR EN LIANT

La teneur en liant est la teneur mesure aprs rcupration du liant en laboratoire suivant la

norme suivant la norme NBN EN 12697-1 ou la norme NBN EN 12697-39. Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre la teneur en liant fixe pour la composition propose (reprise dans la note justificative et la fiche technique) et les teneurs (mesures sur chantillon en vrac prlev derrire la table du finisseur) moyennes et individuelles en liant rcupr rpond aux prescriptions suivantes :
Caractristiques (%) Teneur moyenne en liant pour n 8 Teneur moyenne en liant pour n < 8 Teneur individuelle en liant 0,2 0,4 0,8

o n est le nombre dchantillons prlevs.

F.2.3.1.1.3

POURCENTAGE DE VIDES

Pour chaque lot, et par type denrob, le pourcentage de vides (mesur sur chantillon prlev par carottage suivant la norme NBN EN 12697-8) rpond aux prescriptions suivantes :
Classes de trafic B1-B10 et BF AC-10Surf4-x AC-6,3Surf5-x AC-6,3Surf4-x Classes de trafic B1-B5 SMA-C SMA-D

AC-14Surf1-x Pourcentage de vides (%)

Vm pour n 8 Vm pour n < 8 Vi O

2 Vm 5 2 Vm 6 1 Vi 8

2 Vm 6 2 Vm 7 1 Vi 9

2 Vm 7 2 Vm 8 1 Vi 10

AC-20base3-x AC-14base3-x AC-10base3-x AC-6,3base3-x AC-14bindT-x EME-B 3 Vm 7 3 Vm 8 1 Vi 10

3 Vm 7 2 Vm 8

3 Vm 8 2 Vm 9

1 Vi 10 1 Vi 11

Vm = pourcentage de vides moyen dun lot Vi = pourcentage de vides individuel dune carotte.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 84

Ces prescriptions ne sont pas dapplication pour les couches denrobs poses en paisseur variable sur supports discontinus (pavages dgrads, revtements ornirs, revtements en bton dgrads,). Pour les enrobs contenant des scories, il y a lieu de prendre en compte la teneur en vides actifs.

F.2.3.1.2 F.2.3.1.2.1

Exigences concernant les caractristiques dpendant uniquement de la mise en uvre de lenrob EPAISSEUR

Toute couche de reprofilage est exclue de la mesure des paisseurs. Les valeurs moyennes et individuelles sont exprimes en mm et arrondies au mm le plus proche. A. EPAISSEUR TOTALE DU REVETEMENT Pour chaque lot, lpaisseur totale individuelle et lpaisseur totale moyenne du revtement qui comporte au moins 2 couches poses en couche nominale satisfont aux exigences suivantes (suivant la norme NBN EN 12697-36):
Classe de trafic Valeur moyenne exige Valeur individuelle exige
O
t,nom mt,min it,min

Emt,min Eit,min

B1-B5 Et,nom 0 ,95 x Et,nom

B6-B10 et BF Et,nom 0,90 x Et,nom

= somme des paisseurs nominales = paisseur totale moyenne minimale des couches poses = paisseur totale individuelle minimale des couches poses de chacune des n carottes

B. EPAISSEUR ET REGULARITE DUNE COUCHE

Pour les couches poses en paisseur nominale, les tolrances individuelles par rapport lpaisseur moyenne effective de la couche sont reprises dans le tableau ci-dessous :
Position de la couche Premire couche de liaison pose sans couche de profilage Premire couche de liaison pose sur une couche de profilage Autres couches Tolrances individuelles en MOINS 10 mm 10 mm 6 mm Tolrances individuelles en PLUS Illimit 10 mm 6 mm

Lpaisseur moyenne de la couche de roulement est au moins gale lpaisseur nominale Enom1.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 85

F.2.3.1.2.2

COMPACITE RELATIVE

Pour chaque couche denrob, la compacit relative individuelle Ci dune carotte (exprime en %) rpond aux prescriptions suivantes :
AC Classe de trafic B1-B5 Classe de trafic B6-B7 Classe de trafic B8-B10, BF 98 97 SMA 97 -

Ces prescriptions ne sont pas dapplication pour les enrobs poss en paisseur variable sur supports discontinus (pavages dgrads, revtements ornirs, revtements en bton dgrads,).

F.2.3.2 F.2.3.2.1

EXIGENCES SUR LES CARACTERISTIQUES DE SURFACE DU REVETEMENT EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES A CHAUD Planit

Les irrgularits de surface sont infrieures aux valeurs suivantes : Autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales24 : -

7 mm pour la premire couche pose ; 4 mm pour les autres couches ;

Voiries de quartier et voiries interquartier24: -

7 mm pour la premire couche pose ; 5 mm pour les autres couches.

Les pistes cyclables sont considres comme des voiries de quartier.

F.2.3.2.2 F.2.3.2.2.1

Planit longitudinale lAPL (Analyseur de profil en long) SPECIFICATIONS

Les prescriptions concernent, par bloc de dpouillement, les coefficients de planit (CP) pour chaque fraye calculs pour des bases de 40 m, 10 m et 2,5 m, des vitesses imposes. Pour chaque hectomtre et pour chaque bande de circulation, les exigences sont les suivantes :
Types de voirie Caractristiques CP2,5 m CP10 m CP40 m
24

Autoroutes 35 70 140

Voiries mtropolitaines et voiries principales 40 80 160

Voiries interquartier et voiries de quartier 45 90 Pas dapplication

Suivant classification des voiries par le Plan Rgional de Dveloppement (voir B.1).

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 86

DISPOSITIONS PARTICULIERES

Les prescriptions relatives au CP10 autorise est limite 50 km/h.

ne sont pas dapplication sur les routes o la vitesse

Les ronds-points de rayon intrieur infrieur 20 m ne font pas lobjet dun contrle lAPL. Les parties comportant un ou des plateau(x), ralentisseur(s) de vitesse ou chicane(s) ne font pas lobjet dun contrle lAPL.

F.2.3.2.3

Ornirage

Visuellement, l'ornirage se marque par un ou plusieurs creux, longitudinalement continus, la surface du revtement, creux localiss le plus souvent dans les frayes principales de la circulation. Toute section hectomtrique de chaque lot prsente une ornire caractristique < 6 mm la rception provisoire et < 8 mm la rception dfinitive.

F.2.3.2.4

Coefficient de frottement transversal (SFCS)

Les exigences suivantes sont dapplication jusqu la rception dfinitive dans chaque fraye pour toute section hectomtrique de chaque lot: mesure au SCRIM : SFCS 0,48 ; pour les chantiers de longueur infrieure 500 m, en cas de prsence de giratoire(s) et/ou de ralentisseur(s), ..., dans les zones dapproche des ronds-points et des carrefours, toute section dcamtrique doit prsenter, jusqu rception dfinitive, une mesure au SCRIM : SFCS 0,58. Coefficient de frottement longitudinal (LFCG)

F.2.3.2.5

Dans les zones qui prsentent des caractristiques ne permettant pas de raliser correctement un essai au SCRIM (tronons de longueur infrieure 100 m, pitonniers, pistes cyclables indpendantes, etc.), les mesures sont ralises laide du Grip Tester. Durant la priode de garantie, toute section hectomtrique de chaque lot rpond aux prescriptions suivantes dans chaque fraye:

Caractristique LFCG

> 55

Dans le cas des giratoires, les prescriptions sont dapplication pour toute section dcamtrique.

F.2.3.2.6

Texture de surface

Des prescriptions relatives la texture de surface peuvent tre prcises aux documents du march.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 87

F.2.3.2.7

Couleur des enrobs bitumineux

Les documents du march fixent la teinte des enrobs colors par rfrences une gamme de teinte RAL. Pour les enrobs de couleur rouge, suivant langle de vue et la luminosit, la couleur de lenrob correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3011, 3013, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. La teinte du revtement doit tre homogne sur lensemble du chantier, y compris au droit des joints de reprise au sein du revtement en enrob bitumineux color. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue du contrle. Celui-ci est effectu sur revtement sec. Ces exigences doivent tre remplies la rception provisoire et durant toute la priode de garantie.

F.2.3.3

EXIGENCES SUR LE PROFIL DE LA SURFACE DU REVETEMENT

Pour un profil choisi alatoirement, les tolrances en plus (cart au dessus du profil) ou en moins (cart en dessous du profil) sur les niveaux relevs sur chantier par rapport aux niveaux dduits des profils prvus dans les documents du march sont de 1 cm. Les tolrances en plus ou en moins en ce qui concerne la pente en travers est de :

F.2.4

0,3 % pour les autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales ; 0,6 % pour les voiries de quartier et voiries interquartier.

Vrifications
VERIFICATIONS A PRIORI ET DOCUMENTS A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

F.2.4.1

Le contrle de la conformit des matriaux est effectu aux lieux de production ou sur chantier. Le fonctionnaire dirigeant vrifie le systme dattestation de conformit (les enrobs bitumineux relvent du systme 2+). Le fonctionnaire dirigeant vrifie lenregistrement et la note justificative des enrobs proposs. Les documents attestant lenregistrement, la note justificative et les fiches techniques des enrobs utiliss doivent tre fournis par lentrepreneur au fonctionnaire dirigeant au plus tard deux semaines ouvrables avant le dbut de la mise en uvre du revtement bitumineux.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 88

Pour les chantiers de plus de 1000 m de revtement, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant, avant le dbut de la mise en uvre du revtement bitumineux, une note prcisant les mesures prises pour assurer la qualit de la mise en uvre quant : la coordination de lapprovisionnement du ou des finisseur(s), ladquation permanente de latelier de compactage, lexcution des travaux prparatoires. Cette note doit tre en possession du fonctionnaire dirigeant au plus tard deux semaines ouvrables avant le dbut de la mise en uvre du revtement bitumineux.

Si le cahier spcial des charges le prvoit (notamment pour des raisons esthtiques ou techniques), lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant dans un dlai fix par le cahier spcial des charges un plan de pose reprenant limplantation et le type (joint dexcution simultane, joint de reprise) des diffrents joints ainsi que limplantation des zones o une mise en uvre au finisseur savre impossible et le cas chant, la chronologie de pose des diffrents types de revtement (bton, pavages, enrobs compacts , asphalte coul,) et lments linaires. CONTROLES DE LA MISE EN UVRE ET DU RESULTAT Les contrles avant la mise en uvre des enrobs bitumineux portent sur :

F.2.4.2 F.2.4.2.1

la prsence de la fiche technique des enrobs bitumineux mettre en uvre ; la bonne adquation entre les fiches techniques, ltude prliminaire et les enrobs prescrits ; le matriel de transport et de mise en uvre (notamment nombre et conformit des finisseurs et compacteurs); les niveaux des repres de rglage ; l'paisseur probable de la couche par mesure du niveau par rapport aux repres ou aux lments linaires ; le relev des tempratures minimales nocturnes ; la rgularit et la propret du support de la couche bitumineuse ; labsence deau de ruissellement ou stagnante sur le support ; l'application de la couche de collage sur le support (notamment aspect uniformment noir) ; les travaux prparatoires pour le traitement des joints (badigeonnage, mise en uvre des bandes bitumineuses pour joints,) ; les dispositions prvues pour assurer la coordination de lapprovisionnement du ou des finisseur(s), ladquation de latelier de compactage et lexcution des travaux prparatoires (notamment le nombre et la conformit des finisseurs, compacteurs et camions) ;. .

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 89

F.2.4.2.2

Les contrles en cours de mise en uvre des enrobs bitumineux portent sur :

le matriel ; le relev de la temprature sous abri ; le relev de la vitesse du vent ; le relev de la temprature du support ; la conformit de lenrob livr (vrification des bons de livraison et de leur correspondance avec la fiche technique des enrobs bitumineux) ; le fonctionnement correct des finisseurs (notamment absence de ligne longitudinale la limite entre la table principale et les allonges du finisseur) et des compacteurs ; labsence deau stagnante ou ruisselante sur la couche daccrochage ; la pose des bandes bitumineuses pour joint (notamment distance par rapport lquipe de pose des enrobs, dpassement par rapport au niveau du revtement ou lment existant) ; l'absence de circulation sur la couche d'accrochage l'exception des camions approvisionnant les finisseurs sans rampe intgre ; les tempratures des produits avant leur pandage, au dbut du compactage et la fin du compactage (mesures de la temprature dans la trmie du finisseur, entre vis sans fin et poutre vibrante et en cours de compactage) ; vrification de la ralisation du compactage suivant les principes essentiels et le schma de compactage ; lorganisation en cas darrt du finisseur (dplacement ventuel de machines, ralisation ventuel dun joint transversal) ; la temprature de lenrob proximit du joint en cas de pose chaud sur chaud ; le temps scoulant entre lpandage de lenrob et la premire passe des compacteurs ; la dure du compactage et le nombre de passes ; les paisseurs des couches en cours de compactage ; la planit ; la pente transversale ; le prlvement dchantillons en vrac derrire la poutre vibrante de la finisseuse) pour vrification de la composition des enrobs; la compacit (sonde radioactive) ; CONTROLE DE LA CONFORMITE DE LA COMPOSITION DES ENROBES FOURNIS AVEC LA COMPOSITION DE LENROBE ENREGISTRE ET APPROUVE

F.2.4.2.2.1

Seuls des mlanges enregistrs par la Direction Gestion et Entretien des voiries (AED) et convenant pour la classe de trafic adquate peuvent tre poss. Le producteur denrobs tient les bons de livraison de tous les matriaux utiliss pour confectionner le mlange la disposition du pouvoir adjudicateur la centrale denrobage et ce jusqu la rception dfinitive. Sur chantier, il est contrl que la composition livre correspond bien la composition de lenrob approuv. Ce contrle est effectu en comparant le code de lenrob livr (bon de livraison) avec le code de lenrob enregistr et approuv par ladministration.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 90

F.2.4.2.2.2

CONTROLE DE LA GRANULARITE ET DE LA TENEUR EN LIANT DE LENROBE EPANDU

Toute fourniture denrobs bitumineux est divise en lots. Un lot est dfini par la fourniture journalire dun mme type denrob en provenance dune mme centrale denrobage. Les caractristiques se mesurent sur des chantillons en vrac prlevs au sortir du finisseur (derrire la table vibrante) raison de 1 chantillon par 100 t. Le prlvement est ralis suivant le mode opratoire NBN EN 12697-27. Le nombre dchantillons prlevs par lot ne peut tre infrieur 3. Le transport des chantillons vers le laboratoire et les cots de ralisation des essais sont charge du pouvoir adjudicateur. Les mthodes dessais pour la dtermination de la granularit et de la teneur en liant sont respectivement dcrites das les normes NBN EN 12697-2 et NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39 (thermoanalyse). Tout enrob bitumineux non conforme est refus.

F.2.4.2.2.3

TEMPERATURE DES ENROBES

La temprature de lenrob au dbut de lpandage est mesure dans la trmie de la finisseuse. La temprature au dbut du compactage est contrle juste avant le passage du rouleau, en des endroits correspondant approximativement au dbut et la fin du dversement dun camion. Des contrles supplmentaires sont effectus chaque incident. Mthode de mesure suivant la norme NBN EN 12697-13.

F.2.4.2.2.4

PLANEITE

Les contrles sont effectus la rgle de 3 m immdiatement aprs compactage raison de 10 par 1000 m, ainsi que en tous points o ltat de surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions. Les dfauts de planit hors tolrance sont corrigs. Mthode de mesure suivant la norme NBN EN 13036-7

F.2.4.2.3

Vrifications aprs lexcution

Les contrles aprs mise en uvre des enrobs bitumineux portent sur : le traitement des bords extrieurs non contrebuts ; le traitement de joints par sciage (ou fraisage) et remplissage la masse de scellement ; le traitement superficiel des joints de reprise au sein du revtement en enrobs bitumineux ; la surveillance de la temprature du revtement avant ouverture au trafic ;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 91

le forage de carottes pour la dtermination des paisseurs, de la compacit relative, des pourcentages de vides et de ladhrence des couches entre elles; la dtermination des caractristiques de masse ; la dtermination des caractristiques de surface ; CARACTERISTIQUES DE MASSE

F.2.4.2.3.1

Sauf dispositions contraires des documents du march, sont exclues de l'chantillonnage : les zones au droit des joints, les zones localises avant la pose du revtement (accord pralable du fonctionnaire dirigeant requis), o la mise en oeuvre ne pouvait tre faite que manuellement, les zones localises avant la pose du revtement (accord pralable du fonctionnaire dirigeant requis), o l'insuffisance de niveau de la fondation a ncessit une surpaisseur du revtement.

La subdivision en lots et le nombre de mesures effectuer sont dtermines comme suit :

Gnralits

Chantier de catgorie A : la surface du chantier est 5000 m La surface est subdivise en une ou plusieurs sections. Toute section de surface 10 000 m est divise en un ou plusieurs lots de 10 000 m. Le reste de la division par 10 000 de la surface de la section constitue un lot distinct ou est ajout au dernier lot suivant que sa valeur atteint ou non 5 000 m. Toute section de surface 5000 m est considre comme un lot. Une section de surface < 5 000 m est considre comme un lot de catgorie B.

Lorsque le fonctionnaire dirigeant constate que certaines parties du revtement nont pas t excutes conformment aux rgles de lart, il peut assimiler chacune de ces parties un lot et le traiter comme tel. Les caractristiques dun lot se dfinissent par rapport des mesures excutes en 10 points de la surface choisis alatoirement. Chantier de catgorie B : la surface du chantier est < 5000 m La surface constitue un seul lot. Les caractristiques du lot se dfinissent par rapport des mesures excutes raison dun point par 1000 m choisis alatoirement. Pour les chantiers de moins de 3000 m, les caractristiques du lot se dfinissent par rapport des mesures excutes en 3 points de la surface, choisis alatoirement.
Au droit des joints dexcution simultane et/ou de reprise

Les caractristiques de chaque joint se dfinissent par rapport des mesures excutes :
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 92

pour les joints transversaux, raison dun point par voie de circulation ; ces points sont choisis alatoirement sur la longueur des joints ; pour les joints longitudinaux, raison de 5 points par 1000 m linaire excuts.

F.2.4.2.3.1.1 Epaisseurs
Les paisseurs sont mesures sur carottes (mthode dessai NBN EN 12697-36). Le nombre de carottes prleves est conforme au nombre fix au F.2.4.2.3.1 ci-dessus.

F.2.4.2.3.1.2 Pourcentage de vides

Cette vrification (mthode dessai NBN EN 12697-8) s'effectue sur les carottes prleves pour la dtermination de l'paisseur.

F.2.4.2.3.1.3 Compacit relative

Les compacits relatives sont mesures (mthode dessai CME 54.08) sur des chantillons prlevs par carottage. Le nombre de carottes prleves est conforme au nombre fix au F.2.4.2.3.1 ci-dessus.

F.2.4.2.3.2

CARACTERISTIQUES DE SURFACE

Le revtement est subdivis en une ou plusieurs sections, chaque section tant une zone homogne dun seul tenant. Chaque section est divise en lots, chaque lot tant constitu dune voie de circulation. Un rond-point est toujours considr comme une section.

F.2.4.2.3.2.1 Planit
Les contrles sont effectus la rgle de 3 m raison de 10 par 1000 m, ainsi que en tous points o ltat de surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions. La mthode dessai est dcrite la norme NBN EN 13036-7.

F.2.4.2.3.2.2 Planit de surface lAPL (Analyseur de profil en long)

La vrification de la planit longitudinale lAPL ne doit tre effectue que si elle est prvue dans le cahier spcial des charges. En vue dintgrer les joints de dbut et de fin de travaux dans les mesures, le dbut dun lot est fix conventionnellement la borne ou repre, hectomtrique ou kilomtrique, le plus proche, situ 50 m minimum avant le joint. De mme, la fin dun lot est fixe conventionnellement la borne ou repre, hectomtrique ou kilomtrique, le plus proche, situ 50 m minimum aprs le joint.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 93

Les vrifications concernent, par bloc de dpouillement, les coefficients de planit (CP) calculs pour des bases de 10 m et 2,5 m, des vitesses de mesure imposes, cest--dire : 72 km/h sur les autoroutes25 et les voiries mtropolitaines25 54 km/h sur les voies principales25 21,6 km/h sur les voiries de quartier et interquartier25, sur les sous-couches, dans les ronds-points ou en cas dimpositions particulires des documents du march.

En cas de prescriptions particulires relatives aux grandes longueurs dondes, prvues aux documents du march, un coefficient de planit calcul pour une base de 40 m, une vitesse de mesure de 72 km/h, est impos. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue de lessai. La mthode dessai est dcrite au chapitre M Mthodes dessais (voir F.2, point 7 des informations complmentaires).

F.2.4.2.3.2.3 Ornirage
Lexamen visuel est ralis sur une tranche de 20 cm de large, prleve par sciage sur toute la longueur du profil en travers et sur toute lpaisseur des revtements bitumineux. Par examen visuel sur tranche, il est constat pour quelles couches il y a eu refoulement latral de matire. L'entrepreneur est responsable de l'ornirage si une malfaon est constate, par procs-verbal, dans la fabrication ou la mise en oeuvre des enrobs bitumineux ou si les essais au simulateur de trafic raliss sur carottes de 400 cm extraites du revtement donnent des valeurs suprieures celles de ltude. La responsabilit de lentrepreneur nest pas engage si l'ornirage est d un sousdimensionnement du corps de la chausse, sous-dimensionnement qui se traduit par une dformation rmanente de la fondation, ou si lornirage trouve son origine dans une couche non mise en oeuvre par lentrepreneur.

F.2.4.2.3.2.4 Coefficient de frottement transversal (SFCS)

Les mesures sont ralises laide du SCRIM, conformment la spcification technique CEN/TS 15901-6, ou dun appareillage similaire pour autant que la reproductibilit des mesures soit au minimum gale celle du SCRIM et quune corrlation soit tablie avec ce dernier. Les prescriptions concernent, par lot, le coefficient de frottement transversal (SFCS) mesur sur revtement mouill, une temprature de rfrence de 20C, et la vitesse de 80 km/h sur les autoroutes25 I, de 50 km/h pour les autres catgories de route et de 30 km/h dans les giratoires. Lessai ne peut tre ralis que si la temprature du revtement est comprise entre 5 et 35C.
25

Suivant classification des voiries par le Plan Rgional de Dveloppement (voir B.1).

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 94

Dans le cas o le revtement comporte des salissures (terre, hydrocarbures, etc.), lopration de nettoyage, en vue de lessai, est assure par ladjudicataire. Elle est charge de ce dernier la rception provisoire et charge du pouvoir adjudicateur la rception dfinitive.

F.2.4.2.3.2.5

Coefficient de frottement longitudinal (LFCG)

Dans les zones qui prsentent des caractristiques ne permettant pas de raliser correctement un essai au SCRIM (tronons de longueur infrieure 100 m, pitonniers, pistes cyclables indpendantes, etc.), les mesures sont ralises laide du Grip Tester conformment la spcification technique CEN/TS 15901-7. Les prescriptions concernent, par lot, le coefficient de frottement longitudinal fixe (LFCG) mesur sur revtement mouill, une temprature de rfrence de 20C, et la vitesse de 30 km/h. Lessai ne peut tre ralis que si la temprature du revtement est comprise entre 5 et 35C.

F.2.4.2.3.2.6 Couleur des enrobs bitumineux

Dans le cas o le revtement comporte des salissures (terre, hydrocarbures, ) lopration de nettoyage en vue de lessai est assure par ladjudicataire. Elle est charge de ce dernier la rception provisoire et charge du pourvoir adjudicateur la rception dfinitive. Le contrle est effectu sur revtement sec. Le nombre de mesures est conforme au nombre fix au F.2.4.2.3.1 ci-dessus. Des mesures complmentaires peuvent en outre tre ralise partout o la couleur du revtement semble scarter des prescriptions.

F.2.4.2.3.3

PROFIL DE LA SURFACE DU REVTEMENT

Les vrifications sont menes sur base de relevs topographiques.

F.2.5

Paiement

Pour les revtements poss en paisseur constante, les paiements sont effectus sur base de la surface rellement excute. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Pour les revtements poss en paisseur variable, les paiements sont effectus la tonne, sur base des bons de livraison. Le cot du nettoyage et de la couche de collage sont compris dans le prix de la couche denrob. Le cot des traitements de joint dans les couches de liaison et de profilage est compris dans le prix de la couche.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 95

Le cot du traitement des joints de reprise dans les couches de roulement est compris dans le prix de la couche sauf : si les bandes juxtaposes de revtement bitumineux ne sont pas ralises dans la mme entreprise ; si les bandes de revtement juxtaposes sont ralises dans le mme entreprise mais que les joints sont une consquence de la gomtrie de la surface revtir ou de contraintes de mobilit.

Dans ces cas, le paiement du traitement des joints est effectu sur base de la longueur de joint trait. Si le cahier spcial des charges impose la dcoupe (et lvacuation) de lenrob dj pos (sur une largeur de 15 cm) avant que ne soit pose la bande denrob suivante, cette dcoupe fait lobjet dun poste spar au mtr. Lexcution des joints dexcution simultane ne fait pas lobjet dun poste spar. Le paiement du traitement des joints entre une couche de roulement bitumineuse et les autres revtements dun autre type est effectu sur base de la longueur de joint trait. Le paiement du traitement au liant de la tranche des bords non contrebute est effectu sur base de la longueur de bord trait. Dans le prix des couches de revtement bitumineux est galement compris la pose contre toutes taques diverses se trouvant dans la voirie. La mise hauteur et lajustement des taques font lobjet dun poste spar.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 96

F.3 F.3.1 F.3.1.1 F.3.1.1.1

PAVAGES Pavages en pierres naturelles

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : pavs en pierre naturelle : C.22.2 ; sables : C.2.2 ; ciment : C.6 ; eau de gchage : NBN EN 1008.

Le sable de concassage de dbris C.2.3.3 peut remplacer le sable naturel.

F.3.1.1.2 F.3.1.1.2.1

Excution TRAVAUX PREPARATOIRES

Les pavs sont tris par sorte, type, hauteur et origine conformment au C.22.2.

F.3.1.1.2.2

FONDATIONS ET SOUS-FONDATIONS

Les fondations et sous fondations rpondent aux prescriptions du chapitre E. La fondation est dresse paralllement la surface du revtement. Toute irrgularit de surface de la fondation suprieure 1 cm est corrige avec un matriau adquat en veillant respecter homognit du support. En alignement droit, sa pente transversale est au moins 2,5 %. Afin dviter la stagnation deau dans lpaisseur du pavement et du lit de pose, la fondation sera drainante si les joints entre les pavs sont ouverts. Si les joints entre les pavs sont ferms, la fondation peut tre impermable.

F.3.1.1.2.3

CONTREBUTAGE

Les lments linaires de contrebutage sont obligatoires. Ils font lobjet dun poste distinct au mtr. Ils sont poss avant la ralisation des pavages. Si lorganisation ncessite une ralisation par phase, un contrebutage provisoire est plac la limite des phases.

F.3.1.1.2.4

LIT DE POSE

Le lit de pose aura une paisseur de 3 6 cm pour les pavs mosaques en fonction de lpaisseur des pavs, mais infrieure la moiti de la hauteur des pavs. Le lit de pose aura une paisseur de 6 8 cm pour les autres types de pavs en fonction de lpaisseur des pavs, mais infrieure la moiti de la hauteur des pavs.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 97

La couche de pose est constitue soit de sable, de sable-ciment, dempierrement, de mortier ou de mortier amlior. Les documents du march prcisent la nature de la couche de pose. La pose plein bain de mortier est interdite en cas de trafic lourd.

F.3.1.1.2.4.1 Lit de pose en sable

Le sable rpond aux prescriptions du C.2.4.8.2.

F.3.1.1.2.4.2 Lit de pose en sable stabilis

Le sable stabilis est obtenu en mlangeant mcaniquement le ciment au sable de pose, conforme au F.3.1.1.2.4.1 ci-dessus. Le mlange se fait obligatoirement dans une centrale de malaxage. Lentrepreneur dtermine la composition du sable stabilis, mais la teneur en eau du mlange est comprise entre 6 et 11 % de la masse sche des constituants. La mise en oeuvre est interdite lorsquun risque de gel existe pour les 24 heures suivant la mise en oeuvre, ou lorsque les prcipitations sont telles quelles risquent de dlaver le sable ciment.

F.3.1.1.2.4.3 Lit de pose en gravillon 2/8

Le gravillon 2/8 est conforme au C.3.4.9.2.1.

F.3.1.1.2.4.4 Lit de pose au mortier

Le dosage du ciment est compris entre 300 et 350 kg par m de sable (identique au F.3.1.1.2.4.1 ci-dessus) et est fix dans les documents du march. Le mortier est fabriqu par malaxage mcanique et approvisionn au fur et mesure de lavancement des travaux. La quantit deau doit tre la plus faible possible, compatible avec la maniabilit. La mise en oeuvre par temprature diurne infrieure 5C est interdite. La pose au mortier est interdite en cas de trafic lourd.

F.3.1.1.2.4.5 Lit de pose au mortier amlior

Le mortier amlior est un mortier de ciment auquel sont ajouts des polymres (rsines non ractives) afin damliorer ladhrence du mortier durci. La teneur en polymres (matires sches) doit tre comprise entre 5 et 20 % de la teneur en ciment. La teneur en ciment slve, sauf contre-indication du producteur de rsine, 450 kg/m minimum. La consistance du mortier est semi-liquide. Les exigences relatives la rsistance en compression et autres caractristiques ventuelles sont mentionnes dans les documents du march.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 98

F.3.1.1.2.5

POSE DES PAVES

La chausse doit prsenter un bombage dont le rayon est compris entre 50 et 70 m ou une pente transversale minimale de 2,5 %.

F.3.1.1.2.5.1 Pavs poss en lignes ( joints alterns)

Les ranges de pavs sont disposes perpendiculairement la chausse. Les pavs sont choisis de manire ce que, dans une ligne, les pavs largeur maximum avec saillie de flanc ne viennent pas se juxtaposer avec ceux de la range suivante. Les pavs sont placs au cordeau, avec dcalage du tiers la moiti de la longueur du pav. Ceux-ci sont serrs en bout et en rives, de manire raliser des joints ne dpassant nulle part 10 mm. Le pavage est tabli un niveau tel quaprs laffermissement, il ne prsente plus aucune dformation et se trouve environ 10 mm au-dessus du niveau voulu.

F.3.1.1.2.5.2 Pavs mosaques

Les appareillages sont les suivants : en ranges droites ; joints alterns ; en arcs de cercles ou spires concentriques ; en queue de paon ou en coquille ; en ventail ; en cailles.

Les pavs sont poss suivant lappareillage prescrit aux documents du march. Ils aboutissent orthogonalement aux bordures, aux filets deau ou aux bandes de contrebutage. Dans tous les cas, la pose est ralise au cordeau pour vrifier lalignement des modules. La largeur des joints est adapte la dimension des pavs et est comprise entre 5 et 15 mm.

F.3.1.1.2.6

JOINTOIEMENT

Suivant la nature de la couche de pose, on distingue le jointoiement au sable, au sable stabilis, au mortier, au mortier amlior, au coulis de mortier et au mortier bitumineux. Un jointoiement rigide est interdit pour des pavs poss sur une couche de pose souple.

F.3.1.1.2.6.1 Joints en sable

Le sable rpond aux prescriptions du C.2.4.8.3. Les sables homomtriques (sable de dune par exemple) sont rigoureusement interdits.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 99

Les pavs sont recouverts dune couche de sable qui, par balayage nergique conjoint un arrosage suffisant, pntre et remplit les joints refus. Le sable restant en surface est limin au plus tard deux semaines aprs la pose. Les pavs sont ensuite compacts au moyen dune plaque vibrante en partant des bords de la chausse. Tous les pavs qui clatent lors du compactage sont immdiatement remplacs. Ces oprations successives (pandage dune couche de sable, arrosage, balayage refus et compactage) sont rptes jusqu ce que les pavs soient totalement stables.

F.3.1.1.2.6.2 Joints en sable stabilis

Le sable stabilis mis en oeuvre a la mme composition que celui du lit de pose. Le compactage se fait en mme temps que le remplissage des joints. Cette opration est poursuivie jusqu lobtention dun remplissage complet des joints et doit tre termine au plus tard deux heures aprs la prparation du mlange. La surface du pavage est maintenue humide de faon empcher le desschement des joints en surface. Lenlvement du sable stabilis excdentaire est effectu par brossage quand les joints sont suffisamment durcis.

F.3.1.1.2.6.3 Joints en mortier

Le mortier est conforme aux spcifications du mortier de pose ( F.3.1.1.2.4.4), mais le dosage en ciment CEM II 32,5 doit tre au minimum de 400 kg/m de sable sec. Lajout dadditifs ventuels est autoris. Le remplissage des joints doit se faire par temps sec. Aprs soufflage, comme indiqu au F.3.1.1.2.6.7, sur une profondeur de 4 cm, la surface du pavage est humidifie et les joints sont remplis de mortier. Les joints peuvent tre couls. Directement aprs leur mise en oeuvre, les joints sont protgs contre la dessiccation pendant 72 heures minimum. Lenlvement du mortier excdentaire se fait par brossage avec apport de sable gros aprs que le mortier soit suffisamment durci. Toute circulation est interdite pendant les 10 premiers jours aprs la pose, sauf accord du fonctionnaire dirigeant.

F.3.1.1.2.6.4 Joints en mortier amlior

Le mortier amlior est un mortier de ciment auquel sont ajouts des polymres (rsines non ractives) afin damliorer ladhrence du mortier durci. La teneur en polymres (matires sches) doit tre comprise entre 5 et 20 % de la teneur en ciment.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 100

La teneur en ciment slve, sauf contre-indication du producteur de rsine, 450 kg/m minimum. La consistance du mortier est semi-liquide. Les exigences relatives la rsistance en compression et autres caractristiques ventuelles sont mentionnes dans les documents du march. Le remplissage des joints doit se faire par temps sec. Aprs soufflage, comme indiqu au F.3.1.1.2.6.7, sur une profondeur de 4 cm, la surface du pavage est humidifie et les joints sont remplis de mortier. Les joints peuvent tre couls. Directement aprs leur mise en oeuvre, les joints sont protgs contre la dessiccation pendant 72 heures minimum. Lenlvement du mortier excdentaire se fait par brossage avec apport de sable gros aprs que le mortier soit suffisamment durci. Toute circulation est interdite pendant les 10 premiers jours aprs la pose, sauf accord du fonctionnaire dirigeant.

F.3.1.1.2.6.5 Joints en coulis de mortier

La granularit du sable est de 0/2 mm. Le dosage en ciment est de minimum 400 kg par m de sable sec. Afin de pouvoir mettre en oeuvre le coulis avec une quantit deau faible (rapport eau sur ciment de 0,3 0,4 maximum), lemploi de fluidifiant est requis. Toute circulation est interdite pendant les 10 premiers jours aprs la pose, sauf aux accs riverains moyennant la mise en place de protections adquates.

F.3.1.1.2.6.6 Joints au mortier bitumineux

Les joints sont scells en deux phases, la seconde phase intervenant aprs rupture de l'mulsion et premier retrait du mlange. Le mortier bitumineux est compos d'un volume de liant pour deux volumes de sable grossier ou de laitier granul. Le liant est soit une mulsion de bitume rupture retarde, soit une mulsion base de liants synthtiques pigmentables. Le liant peut tre teint dans la masse. Ces lments doivent tre spcifis au cahier spcial des charges. Le mortier est ralis sur le pavage en mlangeant le sable ou le laitier par brossage dans l'mulsion.

F.3.1.1.2.6.7 Soufflage des joints

Le soufflage lair comprim est obligatoire avant lexcution des joints au coulis de mortier ou au mortier bitumineux. Il prcde d'au moins 20 m l'endroit o le jointoiement est excuter.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 101

L'entrepreneur prend toutes les dispositions souhaites en vue d'viter que le sable projet lors du soufflage des joints n'incommode les usagers de la route et les riverains. La profondeur du soufflage est de 25 mm minimum pour les pavs de dimensions infrieures 10/16 ou 13/13 poss en mosaque ou en ligne et de 40 mm pour les pavs oblongs de dimensions 10/16 ou 13/13 ou suprieures poss en ligne.

F.3.1.1.2.7

FILETS DEAU

Si les filets deau sont raliss en pavs, ceux-ci sont maonns sur la fondation sous-jacente. Les joints entre les pavs adjacents de ce filet deau et les pavs adjacents des parkings ou chausses, seront remplis lors de la pose avec du mortier de ciment. Le mortier de ciment excdentaire sera enlev et les joints seront nettoys de sorte que la surface suprieure du filet deau soit ferme et bien gale. Le mortier rpond aux prescriptions de la norme NBN EN 998-2 et est du type M15. Aucune trace de mortier ne pourra tre visible sur les pavs aprs excution. La couche de mortier, le rejointoyage avec du mortier de ciment et tous les travaux complmentaires pour ces filets deau sont compris dans le poste supplment sur le revtement en pavs pour la ralisation du profil des filets deau .

F.3.1.1.2.8

COMPATIBILITE COUCHE DE POSE/TYPE DE JOINTS

Tableau synoptique : compatibilit couche de pose/type de joints

Couche de pose Sable Gravillon 2/8 Sable stabilis Joints Sable Mortier bitumineux Sable stabilis Coulis de mortier Mortier de ciment Mortier de ciment amlior Mortier bitumineux Mortier de ciment Mortier de ciment amlior Mortier bitumineux

Mortier (amlior ou non)

F.3.1.2 F.3.1.2.1

VERIFICATIONS Vrification priori

La vrification de la conformit des matriaux est effectue aux lieux de production ou sur le chantier.

F.3.1.2.2

Contrles dexcution

Ces contrles portent sur : le matriel;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 102

l'excution des travaux prparatoires; le respect des tolrances de niveau et de planit de la fondation; le respect de l'paisseur de la couche de pose et de sa granularit; la fourniture et rception des lots de pavs; la pose des pavs; le sablage, le compactage, le soufflage et le jointoiement; la protection des joints contre la dessiccation; le dlai de mise en service du revtement.

Les zones pour lesquelles une paisseur excdentaire de la couche de pose est constate sont dmontes et recommences.

F.3.1.2.3

Vrification posteriori

Les contrles portent sur : le profil en long et en travers; la planit; la diffrence de hauteur entre les bords et la surface suprieure des ttes de pavs; lhomognit de la pose; la largeur des joints; la qualit du remplissage des joints. PROFILS EN LONG ET EN TRAVERS

F.3.1.2.3.1

Le contrle des profils en long et en travers est ralis par lev topographique.

F.3.1.2.3.2

PLANEITE

La vrification de la planit s'effectue la rgle de 3 m dans la longueur de la chausse et mesure sur le point le plus haut de la surface de roulement du pav. Toute partie du revtement prsentant des dnivellations de plus de 10 mm est dmont et remis niveau. Les surfaces o il y a stagnation deau en cas de pluie sont dmontes et reconstruites.

F.3.1.2.3.3

CONTROLES VISUELS

Lhomognit de la pose (respect de lappareillage notamment), la largeur des joints et la qualit du remplissage sont contrls visuellement.

F.3.1.2.3.4

RESISTANCE A LA COMPRESSION DU SABLE STABILISE

Sur le chantier, partir dun chantillon alatoire dune production journalire donne, (not dans le Journal des Travaux), sont fabriques six prouvettes dessai du type Proctor normal. Ces chantillons seront immdiatement transports au laboratoire, o ils seront dmouls et conservs dans une chambre humide.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 103

Aprs 7 jours, la rsistance la compression sera dtermine sur 3 prouvettes. La rsistance moyenne la compression (des 3 essais) aprs 7 jours devra tre au minimum de 3 MPa. Au cas o la rsistance la compression est insuffisante, lentrepreneur a droit un contreessai. Comme contre-essai, la rsistance la compression sera dtermine sur base des 3 prouvettes restantes, aprs 28 jours. La rsistance moyenne la compression doit tre au minimum de 4,5 MPa. La confection et la conservation des prouvettes constituent une charge dentreprise.

F.3.1.3

PAIEMENT

Le paiement des pavages s'effectue sur base de la surface excute. Les surfaces des trappillons ou autres appareils de voirie ne sont pas dfalques.

F.3.1.3.1

Rfactions

Lorsque la rsistance moyenne en compression du sable-ciment Rb,m < 3 MPa et Rb,m > 2 MPa, alors le sable stabilis peut tre accept moyennant application de la rfaction calcule comme suit : 2 3 R 'b , m RR ' b, m = P. S . 1 o RRb,m P S Rb,m est la rfaction exprime en est le prix unitaire du lit de pose en sable stabilis, exprim en /m est la surface du lit de pose en sable stabilis, en m est la rsistance moyenne en compression du sable-ciment, en MPa.

F.3.2 F.3.2.1 F.3.2.1.1

Pavages en pavs de bton

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : pavs en bton : sables : ciment : gravillons : C.22.3 ; C.2.2 ; C.6 ; C.3.2.

Le sable de concassage de dbris C.2.3.3 peut remplacer le sable naturel.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 104

F.3.2.1.2 F.3.2.1.2.1

Excution SOUS-FONDATIONS, FONDATIONS ET CONTREBUTAGE

Les sous-fondations et fondations rpondent aux prescriptions du chapitre E et sont parallles la surface pave. En cas de fondations en empierrement, celles-ci sera granularit continue type II lie ou pas au ciment. La surface de la fondation doit tre plane et prsenter une structure ferme. Il est absolument ncessaire : dliminer les ingalits suprieures 1 cm, mesures la rgle de 3 m; de prvoir la pente ncessaire. Les pavages en voirie ont habituellement une pente minimale de 2,5 %. Pour les trottoirs, par contre, on veillera limiter si possible la pente transversale 1,5 % afin de ne pas gner lvolution des personnes mobilit rduite et de garantir la praticabilit des trottoirs par mauvaises conditions climatiques.

La fondation doit tre dresse paralllement au revtement fini, de manire assurer la constance de lpaisseur de la couche de pose. La fondation doit donc suivre les volutions des profils en long et en travers dcids pour le revtement. Des erreurs de niveaux ou de profilage de la fondation ne peuvent en aucun cas tre rsolus en variant lpaisseur de la couche de pose. En cas de fondation peu permable en voirie (bton maigre ou empierrement stabilis au ciment, par exemple), leau risque de saccumuler dans la couche de pose. Un systme de drainage adquat sera plac au(x) point(s) bas du profil en travers pour assurer lvacuation des eaux infiltres. En cas de revtements permables (pavs permables, ouvertures de drainage ou joints larges), les sols en place, sous-fondation et fondation devront prsenter une permabilit suprieure 5.10-5 m/s. Si le sol est insuffisamment permable, un systme de drainage devra tre prvu en consquence.

F.3.2.1.2.2

MATERIAUX POUR LA COUCHE DE POSE ET MISE EN OEUVRE

La couche de pose est compose : en trottoir : gravillon 2/8, conformment aux prescriptions du C.3.4.9.2.1. en voirie : soit dun mlange contenant au moins 40 % de sable de concassage 0/2 et au plus 60 % de gravillons 2/8, conformment aux prescriptions du C.2.4.8.2 et C.3.4.9.2.1; soit dune grave 0/8 contenant au moins 40 % de passant 2 mm, conformment aux prescriptions du C.4.7.7; soit de gravillon 2/8, conformment aux prescriptions du C.3.4.9.2.1.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 105

Si la couche de pose est mise en oeuvre sur une fondation en empierrement, la face suprieure de celle-ci doit tre de structure bien ferme, ce qui peut tre obtenu par la vibration dun matriau fin et/ou par lavage. La couche de pose a une paisseur de 3 4 cm aprs compactage. La couche de pose nest pas directement compacte, mais le compactage est obtenu lors de la vibration des pavs placs. Pour la construction de routes fortes pentes, du sable stabilis sera utilis. Dans ce cas, toute dessiccation du mlange doit tre vite ; les pavs doivent tre vibrs immdiatement aprs la mise en place de la couche de pose, et en tout cas avant le dbut de la prise du mlange. Le sable stabilis doit tre prpar comme dcrit au F.3.1.1.2.4.2. Toutes les oprations de mise en oeuvre doivent tre ralises endans les trois heures qui suivent la fabrication du sable stabilis et en tout cas avant la prise du mlange. La mise en oeuvre du sable-ciment est interdite lorsque la temprature de lair, mesure sous abri 1,5 m du sol, est infrieure ou gale 1C 8 h du matin ou -3C durant la nuit. Il est interdit au trafic lourd (+ de 3,5 t) de circuler sur les pavs avant 7 jours. Pour la construction de dispositifs ralentisseurs surlevs, lutilisation du sable stabilis pour le lit de pose est proscrite. En cas de revtements permables (pavs permables, ouvertures de drainage ou joints larges), la couche de pose devra prsenter une permabilit suprieure 5.10-5 m/s.

F.3.2.1.2.3

MISE EN PLACE DES PAVES EN BETON

Dans le cas particulier des revtements permables, les pavs utiliss devront tre de lun des types suivants : pavs permables; pavs ouvertures de drainage; pavs joints largis.

F.3.2.1.2.3.1 Appareillage de pose

Lappareillage est fix aux documents du march. A dfaut, il est ralis joint en ligne brise (en artes de poisson, btons rompus ou en pis) pour les chausses et joints alterns pour les zones pitonnes. Remarque : Appareillage des pavs en bton 20 x 20 cm Sauf spcifications contraires du fonctionnaire dirigeant, lappareillage des pavs 20 x 20 cm poss en trottoir sera conforme aux schmas de principe suivants (alignement ct faade et cts bordures et finitions autour des taques et bacs arbres) :

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 106

FINITION TROTTOIRS
aux bordures: - en alignement droit et en courbe des demi-pavs poss en long aux faades: - pavs scis; pas de range en long

NON

FINITION TROTTOIRS
aux bordures: - en alignement droit: pavs 20x20 cm ou 10x20 cm entiers - en courbe: pavs scis aux faades: - pavs scis; pas de range en long

NON

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 107

FINITION TROTTOIRS
aux bordures: - en alignement droit: pavs 20x20 cm ou 10x20 cm entiers - en courbe: demi-pavs poss en long aux faades: - pavs scis; pas de range en long

OK

FINITION AUTOUR DES TAQUES ET DES BACS A ARBRES

Avec des demi-pavs poss en long sur le pourtour

NON

FINITION AUTOUR DES TAQUES ET DES BACS A ARBRES

Pavs bton scis sur le pourtour + remplissage au bton de couleur identique aux pavs

OK

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011
FINITION AUTOUR DES TAQUES ET DES BACS A ARBRES

F. 108

Pavs bton scis sur le pourtour

OK

F.3.2.1.2.3.2 Pose des pavs en bton

Les pavs sont placs bord bord de manire obtenir des joints ferms infrieurs 2 mm. La pose commence par les bords en disposant longitudinalement des pavs entiers et/ou des pices spciales. Si certains appareils de pose lignes directrices marques sont utiliss, il est opportun de contrler rgulirement lalignement des pavs avec une ficelle pour pouvoir apporter les corrections ncessaires. Pour viter toute accumulation deau sur les rives, les pavs doivent tre placs de telle faon que leur niveau dpasse celui des bordures (ou de filets deau) de 5 10 mm aprs le compactage. Autour des points singuliers (chambres de visite, avaloirs, grilles,...) sont mis en oeuvre soit une range de pavs entiers, soit du micro-bton de haute qualit. Le long des lments constituants les bords extrieurs des trottoirs (faades, murets, cltures,...), du micro-bton est coul et sa largeur ne dpasse pas 3 cm. Composition du micro-bton (mise en oeuvre manuelle)
En kg de matriaux sec/m
Matriaux Concasss de porphyre ou grs Sable de rivire Fractions granulomtriques (mm) 2/8 4/7 0/2 0/5 Dosage (kg/m) 1 050 1 000 700 750 450 200 2 400

Ciment CEM I ou CEM III/A 42,5 LA Eau totale (E/C < 0,45) avec plastifiant ou superplastifiant Total :

En cas de raccordement des revtements en pavs de bton aux revtements monolithes en bton ou en asphalte, le cahier spcial des charges spcifie, le cas chant, une bordure

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 109

enterre entre les deux revtements, sur une fondation spare en bton C16/20. Un joint souple est prvu entre la bordure et le revtement monolithe. Aux endroits o il est impossible de poser des pavs entiers, des demi pavs ou des pavs spciaux, les pavs sont scis leau (et non clivs ou casss). Le sciage des pavs se fait de sorte quil y ait uniquement des bords droits. Des pavs avec des bords casss sont refuss. Les morceaux de pavs de dimension infrieure un demi pav sont refuss.

F.3.2.1.2.3.3 Serrage des pavs en bton et remplissage des joints

Avant dentamer la vibration, la surface des pavs et la plaque vibrante doivent tre nettoyes. Aprs le remplissage des ouvertures ventuelles laide du sable de remplissage (conforme au C.2.4.8.3), les pavs sont serrs au moyen dune plaque vibrante quipe dune semelle en caoutchouc ou en rsine. Les pavs sont ainsi vibrs dans la couche de pose, et les ingalits sont limines. La vibration seffectue toujours du bord vers le milieu du revtement. Aprs plusieurs passages de la plaque vibrante, les joints sont ferms au moyen de sable sec rpandu par brossage refus sur la surface du revtement. La planit du revtement est mesure au moyen dune rgle de 3 m. Les ingalits de plus de 5 mm ne sont pas admises et doivent tre limines en replaant les pavs. La diffrence de hauteur entre deux pavs adjacents ne peut pas excder 2 mm. Les ventuels pavs endommags sont immdiatement remplacs.

F.3.2.1.2.3.4 Mise en service

La circulation est permise sur les pavages immdiatement aprs la pose et le serrage, sauf lorsque la couche de pose est constitue de sable stabilis. Dans ce cas, le trafic lourd est interdit pendant 10 jours sauf autorisation du fonctionnaire dirigeant et sauf aux accs riverains moyennant la mise en place de protections adquates.

F.3.2.1.2.4

FILETS DEAU

Si les filets deau seuls sont raliss en pavs, ils sont maonns sur la fondation sous-jacente. Lappareillage des pavs pour les filets deau est indiqu sur les plans dadjudication. Les joints entre les pavs adjacents de ce filet deau et les pavs adjacents des parkings ou chausses, seront remplis lors de la pose avec du mortier de ciment. Le mortier de ciment dbordant sera enlev et les joints seront polis de sorte que la surface suprieure du filet deau soit ferme et bien gale. Le mortier rpond aux prescriptions de la norme NBN EN 998-2 et est du type M15. Aucune trace de mortier ne pourra tre visible sur les pavs aprs excution.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 110

La couche de mortier, le rejointoyage avec du mortier de ciment et tous les travaux complmentaires pour ces filets deau sont compris dans le poste supplment sur le revtement en pavs pour la ralisation du profil des filets deau .

F.3.2.2 F.3.2.2.1

RESULTATS Profil du revtement

La tolrance en plus ou en moins sur les niveaux dfinis dans les documents du march est de 1 cm.

F.3.2.2.2

Planit du revtement

Les irrgularits du revtement, mesures la rgle de 3 m, slvent 5 mm maximum.

F.3.2.2.3

Pente transversale du revtement

La pente transversale est mentionne dans les documents du march. Si tel nest pas le cas, la pente par dfaut est de 2,5 % en voirie et de 1,5 % en trottoir. Dans le cas particuliers des revtements permables, pour lesquels la volont est de maximiser la quantit deau sinfiltrant dans la structure, la pente peut-tre rduite 0,5 %.

F.3.2.3 F.3.2.3.1

VERIFICATIONS Contrles dexcution

Ces contrles portent sur : le matriel; le dosage en ciment des produits utiliss; l'excution des travaux prparatoires; le respect des tolrances de planit de la fondation; le respect de l'paisseur de la couche de pose et de sa granularit; la fourniture et la rception des lots de pavs; la pose des pavs; le damage, sablage et cylindrage. Vrification posteriori PROFIL DU REVETEMENT

F.3.2.3.2 F.3.2.3.2.1

Ce contrle seffectue par lev topographique.

F.3.2.3.2.2

PLANEITE DU REVETEMENT

Les zones o les ingalits, mesures avec une latte de 3 m, sont plus grandes que 5 mm sont dmontes et remises niveau. Des flaques d'eau ne peuvent se former. Toutes les poches retenant leau de pluie sont dmontes et reconstruites.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 111

F.3.2.4

PAIEMENT

Le paiement des pavages s'effectue sur base de la surface excute. Les surfaces des trappillons ou autres appareils de voirie ne sont pas dfalques. Dans les postes des pavs en bton, sont compris toutes les fournitures, la couche de pose, la pose, le sciage mcanique, tous les raccordements, la fondation en bton maigre autour des chambres de visite, le cylindrage ou la vibration, le rejointoyage au sable fin sec. Sont galement compris dans le prix de fourniture et pose des pavs : ladaptation autour des taques, soupiraux, gargouilles, poteaux de toutes sortes, armoires lectriques, etc.. La fourniture et la pose obligatoires de demi pavs et pavs en forme de mitre pour amorcer les appareils de pose sont une charge de lentreprise.

F.3.3 F.3.3.1 F.3.3.1.1

Pavages en pavs de terre cuite

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : pavs en terre cuite : C.22.4. Les dimensions, formes et couleurs sont prcises dans le cahier spcial des charges ; C.2.2 ; C.6 ; C.3.2 ; C.12.

sables ciment gravillons gotextiles

: : :

Le sable de concassage de dbris (voir C.2.3.3) peut remplacer le sable naturel. Lpaisseur des pavs est de minimum 10 cm pour les chausses et 8 cm pour les trottoirs et zones de stationnement.

F.3.3.1.2 F.3.3.1.2.1

Excution SOUS FONDATIONS, FONDATIONS ET CONTREBUTAGE

Les prescriptions du F.3.2.1.2.1 sont dapplication.

F.3.3.1.2.2

MATERIAUX POUR LA COUCHE DE POSE ET MISE EN OEUVRE

Les prescriptions du F.3.2.1.2.2 sont dapplication.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 112

F.3.3.1.2.3

MISE EN PLACE DES PAVES EN TERRE CUITE

F.3.3.1.2.3.1 Appareillage de pose

A dfaut de prescriptions dans le cahier spcial des charges, les prescriptions suivantes sont dapplication : trottoir : pavs poss plat; zone de stationnement : en pi, pavs poss sur chant; chausse : en pi, pavs poss sur chant.

F.3.3.1.2.3.2 Pose des pavs en terre cuite

Les pavs sont placs bord bord de manire obtenir des joints ferms infrieurs 2 mm. La pose commence par les bords en disposant longitudinalement des pavs entiers et/ou des pices spciales. Si certains appareils de pose lignes directrices marques sont utiliss, il est opportun de contrler rgulirement lalignement des pavs avec une ficelle pour pouvoir apporter les corrections ncessaires. Pour viter toute accumulation deau sur les rives, les pavs doivent tre placs de telle faon que leur niveau dpasse celui des bordures (ou de filets deau) de 5 10 mm aprs le compactage. Autour des points singuliers (chambres de visite, avaloirs, grilles,...) sont mis en oeuvre soit une range de pavs entiers, soit du micro-bton de haute qualit. Le long des lments constituants les bords extrieurs des trottoirs (faades, murets, cltures,...), du micro-bton est coul et sa largeur ne dpasse pas 3 cm. Composition du micro-bton (mise en oeuvre manuelle)
En kg de matriaux sec/m
Matriaux Concasss de porphyre ou grs Sable de rivire Fractions granulomtriques (mm) 2/8 4/7 0/2 0/5 Dosage (kg/m) 1 050 1 000 700 750 450 200 2 400

Ciment CEM I ou CEM III/A 42,5 LA Eau totale (E/C < 0,45) avec plastifiant ou superplastifiant Total :

Aux endroits o il est impossible de poser des pavs entiers, des demi pavs ou des pavs spciaux, les pavs sont scis leau (et non clivs ou casss). Le sciage des pavs se fait de sorte quil y ait uniquement des bords droits. Des pavs avec des bords casss sont refuss. Les morceaux de pavs de dimension infrieure un demi pav sont refuss.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 113

Si possible, une pente de minimum 3 % doit tre prvue pour vacuer les eaux.

F.3.3.1.2.3.3 Serrage des pavs en terre cuite

Avant dentamer la vibration, la surface des pavs et la plaque vibrante doivent tre nettoyes. Aprs le remplissage des ouvertures ventuelles laide du sable de remplissage (conforme au C.2.4.8.3), les pavs sont serrs au moyen dune plaque vibrante quipe dune semelle en caoutchouc ou en rsine. Les pavs sont ainsi vibrs dans la couche de pose, et les ingalits sont limines. La vibration seffectue toujours du bord vers le milieu du revtement. Aprs plusieurs passages de la plaque vibrante, les joints sont ferms au moyen de sable sec rpandu par brossage refus sur la surface du revtement. Les engins vibrateurs doivent rester loigns dau moins 1 m des endroits o la pose doit encore se poursuivre. Les pavs dj placs sont nouveau recouverts dune couche de sable qui est brosse sec dans les joints. Les ingalits des pavs poss, mesures la latte de 3 m, ne peuvent pas tre plus grandes que 5 mm. Des flaques deau ne peuvent pas se former. Les affaissements et ingalits de plus de 5 mm doivent tre limins en enlevant les pavs et en les remettant au bon niveau aprs profilage de la sous-couche.

F.3.3.1.2.3.4 Mise en service

La circulation est permise sur les pavages immdiatement aprs la pose et le serrage, sauf lorsque la couche de pose est constitue de sable stabilis. Dans ce cas, le trafic lourd est interdit pendant 10 jours sauf autorisation du fonctionnaire dirigeant.

F.3.3.1.2.4

FILETS DEAU

Les prescriptions du F.3.2.1.2.4 sont dapplication.

F.3.3.2 F.3.3.2.1

RESULTATS Profil du revtement

La tolrance en plus ou en moins sur les niveaux dfinis dans les documents du march est de 1 cm.

F.3.3.2.2

Planit du revtement

Les irrgularits du revtement, mesures la rgle de 3 m, slvent 5 mm maximum.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 114

F.3.3.2.3

Pente transversale du revtement

La pente transversale est mentionne dans les documents du march. Si tel nest pas le cas, la pente par dfaut est de 3 % en voirie et de 1,5 % en trottoir.

F.3.3.3

VERIFICATIONS

Les prescriptions du F.3.2.3 sont dapplication.

F.3.3.4

PAIEMENT

Les prescriptions du F.3.2.4 sont dapplication.

F.3.4 F.3.4.1 F.3.4.1.1

Pavages permables en pavs de bton

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : pavs permables (en bton poreux, joints largis ou avec ouvertures de drainage): C.22.3.2 ; sables : C.2.4.8.4 ; gravillons : C.3.4.9 ; ciment : C.6. Excution SOUS-FONDATIONS, FONDATIONS ET CONTREBUTAGES

F.3.4.1.2 F.3.4.1.2.1

Les sous-fondations et fondations rpondent aux prescriptions du chapitre E et sont parallles la surface pave. En cas de fondation en empierrement, celle-ci sera granularit continue type II non lie. La surface de la fondation doit tre plane et prsenter une structure ferme. Il est absolument ncessaire dliminer les ingalits suprieures 1 cm, mesures la rgle de 3 m. La fondation doit tre dresse paralllement au revtement fini, de manire assurer la constance de lpaisseur de la couche de pose. La fondation doit donc suivre les volutions des profils en long et en travers dcids pour le revtement. Des erreurs de niveaux ou de profilage de la fondation ne peuvent en aucun cas tre rsolus en variant lpaisseur de la couche de pose. Les sous-fondation et fondation existantes devront prsenter une permabilit suprieure 5,4.10-5 m/s. Celle-ci est vrifie par lopen-end test (sol en place), sur carotte (bton maigre

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 115

poreux) ou par lessai au double anneau (autres fondations permables). Ces essais sont charge du matre douvrage. Si le sol est insuffisamment permable, un systme de drainage devra tre prvu en consquence. Ce systme de drainage fait lobjet dun poste spcifique au mtr.

F.3.4.1.2.2

MATERIAUX POUR LA COUCHE DE POSE ET MISE EN OEUVRE

Outre les prescriptions du F.3.2.1.2.2, la couche de pose doit rpondre aux exigences du C.2.4.8.4 ou C.3.4.9. La couche de pose est constitue : soit dun sable de concassage 0/2 : C.2.4.8.4.1; soit dun gravillon 1/D avec D < 6,3 mm : C.3.4.9.2.2. MISE EN PLACE DES PAVES EN BETON

F.3.4.1.2.3

Les prescriptions du F.3.2.1.2.3 sont compltes comme suit : Les documents du march prcisent le type de pavs utiliser (pavs permables, ouvertures de drainages ou joints largis). La pente du pavage permable est infrieure ou gale 5 %, afin de garantir une infiltration maximale des eaux dans la structure. RESULTATS Profil du revtement

F.3.4.2 F.3.4.2.1

La tolrance en plus ou en moins sur les niveaux dfinis dans les documents du march est de 1 cm.

F.3.4.2.2

Planit du revtement

Les irrgularits du revtement, mesures la rgle de 3 m, slvent 5 mm maximum.

F.3.4.2.3

Pente transversale du revtement

La pente transversale est mentionne dans les documents du march. Si tel nest pas le cas, la pente par dfaut est de 0,5 %.

F.3.4.3 F.3.4.3.1

VERIFICATIONS Contrles dexcution

Ces contrles portent sur : le matriel ; l'excution des travaux prparatoires ;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 116

la conformit des matriaux utiliss ; le respect des tolrances de planit de la fondation ; le respect de l'paisseur de la couche de pose et de sa granularit ; la fourniture et la rception des lots de pavs ; la pose des pavs ; le damage, sablage et cylindrage. Vrifications a posteriori PROFIL DU REVETEMENT

F.3.4.3.2 F.3.4.3.2.1

Ce contrle seffectue par lev topographique.

F.3.4.3.2.2

PLANEITE DU REVETEMENT

Ces vrifications s'effectuent la rgle de 3 m. Tout revtement prsentant des dnivellations de plus de 5 mm est dmont et remis niveau.

F.3.4.3.2.3

PERMEABILITE DE LA SURFACE

La permabilit de la surface est contrle par un essai au double anneau (voir mode opratoire au chapitre M Mthodes dessais). Une permabilit minimale de 5,4.10-5 m/s doit tre atteinte. Pour chaque lot, 3 mesures de contrle sont effectues.

F.3.4.4

PAIEMENT

Le paiement des pavages s'effectue sur base de la surface excute. Les surfaces des trappillons ou autres appareils de voirie ne sont pas dfalques. Les zones o les ingalits, mesures avec une latte de 3 m, sont plus grandes que 5 mm sont dmontes et remises niveau. Dans les postes des pavs en bton, sont compris toutes les fournitures, la couche de pose, la pose, tous les raccordements, le sciage des pavs, le cylindrage ou la vibration, le rejointoyage. Les travaux lis au nivellement de toute fondation existante font lobjet dun poste spcifique au mtr. La fourniture et la pose obligatoires de demi pavs et pavs en forme de mitre pour amorcer les appareils de pose sont une charge de lentreprise.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 117

F.4 F.4.1 F.4.1.1

DALLAGES Dallage en bton et en pierre reconstitue

DESCRIPTION

Un dallage est un revtement form par la juxtaposition de dalles en bton ou en pierre reconstitue. Les raccords avec d'autres lments ou revtements se ralisent sans dcrochage. La dcoupe des dalles est effectue mcaniquement.

F.4.1.2 F.4.1.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant :

Dalles en bton
- sable : - ciment : - dalles en bton : C.2.2 C.6 C.27.1

Dalles en pierre reconstitue

- sable : - ciment : - dalles en pierre reconstitue : C.2.2 C.6 C.27.5

Remarques gnrales pour toutes les sortes de dalles Les dalles rpondent aux normes NBN B 21-211 et NBN EN 1339. Les documents du march mentionnent le type, les dimensions, la texture et la couleur des dalles. Sauf prescriptions contraires dans le cahier spcial des charges, les dalles rpondent aux catgories dapplication IIa ou IIIa de la NBN B 21-211. Les dalles rpondent aux exigences de la classe 3 (marquage D) de la NBN EN 1339 en ce qui concerne la rsistance au gel-dgel avec sels de dverglaage. Avant toute commande par lentrepreneur, des chantillons des dalles utiliser doivent tre soumis au fonctionnaire dirigeant pour approbation et une surface dessai doit tre dpose sur place. Aprs acceptation des chantillons, lentrepreneur pourra passer la commande dfinitive. Sortes de dalles en bton a) b) Dalles normalises avec surface unie Dalles en bton avec couche superficielle spciale Les dalles ont une couche superficielle spciale de min. 1 cm dpaisseur dont la couleur provient de lusage uniquement de matriaux naturels, de sorte quun changement de couleur ultrieur est exclu. Cette couche superficielle subira aprs production un traitement de finition en vue daccentuer les agrgats utiliss.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 118

La composition granulomtrique et le traitement de finition (surface grenaille, lave ou obtenue par tout autre procd), devront garantir une rugosit exceptionnelle des dalles.

F.4.1.2.2 F.4.1.2.2.1

Excution La couche de pose

La couche de pose est soit en empierrement non li, soit du mortier, soit du sable stabilis. a) Couche de pose en empierrement non li : La couche de pose est constitue : soit du mlange contenant au moins 40 % de sable de concassage 0/2 et au plus 60 % de gravillons 2/8 ; soit dune grave 0/8 contenant au moins 40 % de passant 2 mm.

La couche de pose a une paisseur de 2 3 cm. Le sable 0/2 est conforme au C.2.4.8.2. Le gravillon 2/8 est conforme au C.3.4.9.2.1. La grave 0/8 est conforme au C.4.4.7. b) Couche de pose en mortier Le mortier de ciment est de la catgorie M15 dcrit la NBN EN 998-2. c) Couche de pose en sable stabilis Comme au F.3.1.1.2.4.2.

F.4.1.2.2.2

Pose des dalles en bton

Type de pose A Les dalles sont poses sur une couche de pose, en sable ou en sable stabilis, place sur la fondation. Les dalles en bton seront poses avec des joints troits de 2 mm de largeur lesquels seront remplis avec du sable fin. Aprs remplissage des joints, la surface sera encore brosse avec du sable. Le sable fin est un sable 0/1 sec avec moins de 20 % dlments infrieurs 63 microns. Type de pose B Les dalles sont poses plein bain de mortier sur la fondation. Dans ce cas, il sera prvu des joints au mortier dune largeur de 5 6 mm. Le coulis de ciment est compos en volume dune partie de ciment pour 2 de sable.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 119

Remarque Lors de la pose des dalles, un joint de dilatation, dune largeur de 10 15 mm, sera prvu tous les 20 m. Ce joint est colmat laide dune masse de scellement jusqu 1 cm en dessous de la surface.

F.4.1.3

VERIFICATIONS

Les vrifications s'effectuent en cours d'excution et a posteriori la rgle de 3 m. Tout revtement prsentant une dnivellation de plus de 5 mm est dmont et remis niveau. Les dalles qui dbordent de plus de 2 mm de la surface par rapport la surface plane seront dmontes et reposes.

F.4.1.4

PAIEMENT

Le paiement des dallages s'effectue sur base de la surface excute du revtement. Les surfaces des trappillons ou autres appareils ne sont pas dfalques. En cas de contrebutage par des bordures ou des dalles poses sur champ, celles-ci sont reprises dans un poste spar. Sont galement compris dans le prix de fourniture et pose des dalles : ladaptation autour des taques, soupiraux, gargouilles, poteaux de toutes sortes, etc... ainsi que des lments incorporer dans le revtement du trottoir, la ralisation des joints, la pose de la masse de scellement.

F.4.2 F.4.2.1 F.4.2.1.1 F.4.2.1.1.1

Dallage en pierre naturelle

DALLES EN ROCHE SEDIMENTAIRE Clauses techniques MATERIAU

La roche sdimentaire est conforme au C.19.2. Le cahier spcial des charges prcise sil sagit de roche sdimentaire carbonate crinodes ou non.

F.4.2.1.1.2
Dimensions

PRODUITS

Les classes suivantes pour les carts admissibles sont en vigueur (voir 4.1.2.1 et 4.1.2.2 de la NBN EN 1341) : dimensions dans le plan : P2 pour dimensions 400 mm, P1 pour > 400 mm et dalles clives; diagonale : D2 pour 400 mm, D1 pour > 400 mm; paisseur : T2.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 120

Rsistance en flexion et classes dutilisation La rsistance en flexion est dtermine conformment la mthode dessai NBN EN 12372. Elle est dtermine en tenant compte du sens de dcoupe par rapport la stratification. En fonction de la charge de rupture calcule conformment lannexe B de la NBN EN 1341, la dalle appartient une des classes dutilisation suivantes :
Charge de rupture (kN) pas d'exigences > 0,75 > 3,50 > 6,00 > 9,00 > 14,00 > 25,00 Classe d'utilisation 0 1 2 3 4 5 6 Usage Dcoration Dalles poses sur mortier, usage pitonnier uniquement Zones pitonnires et cyclables, jardins, balcons Accs occasionnel de vhicules automobiles, de vhicules lgers et de motocyclettes, entre de garages Zones de circulation pitonnires, places de marchs empruntes occasionnellement par les vhicules de livraison et de secours Zones de circulation pitonnire frquemment empruntes par des poids lourds Routes et rues, station service

Sauf prescriptions contraires dans les documents du march, la classe dutilisation 6 est dapplication. Le fournisseur donne, par format, la classe dutilisation calcule. Rsistance lusure La rsistance lusure est dtermine conformment la mthode dessai de lannexe C de la NBN EN 1341. Les valeurs individuelles ne sont pas infrieures 24 mm. Rugosit26 La rsistance au glissement est dtermine conformment la mthode dessai de lannexe D de la NBN EN 1341. Les valeurs individuelles ne sont pas infrieures 35 (valeur USRV).

F.4.2.1.1.3

EXECUTION

La pose des dalles se fait plein bain de mortier amlior, sur un lit de sable stabilis soigneusement dam et nivel. Le rejointoyage seffectue sur toute la profondeur du joint, au mortier amlior. La largeur des joints est de maximum 9 mm. Sauf prescriptions contraires au cahier spcial des charges, les joints au mortier sont couls. Le rejointoyage au moyen de coulis est proscrit.

26

La norme NBN EN 1341 utilise cet effet le terme rsistance au glissement .

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 121

Le mortier amlior est un mortier de ciment auquel sont ajouts des polymres (rsines non ractives) afin damliorer ladhrence du mortier durci. La teneur en polymres (matires sches) doit tre comprise entre 5 et 20 % de la teneur en ciment. La teneur en ciment slve, sauf contre-indication du producteur de rsine, 450 kg/m minimum. La consistance du mortier est semi-liquide. Les exigences relatives la rsistance en compression et autres caractristiques ventuelles sont mentionnes dans les documents du march.

F.4.2.1.2

Vrification

Les vrifications seffectuent en cours dexcution et a posteriori la rgle de 3 m. Tout revtement prsentant une dnivellation de plus de 5 mm est dmont et remis niveau.

F.4.2.1.3

Paiement

Le paiement des dallages seffectue sur base de la surface excute du revtement. Les surfaces des trappillons ou autres appareils ne sont pas dfalques. Le prix unitaire doit comprendre la fourniture, la pose, le mortier de pose et de rejointoyage, la dcoupe ventuelle des lments pour taques, bouches clefs, soupiraux, poteaux, etc. , le triage et le choix des lments constitutifs, lappareillage, les plans de pose, tous les moyens dexcution, ainsi que tous les moyens de protection durant la pose compte tenu de la circulation pitonne.

F.4.3 F.4.3.1

Dallage gazon en bton ou en matriaux synthtiques

DESCRIPTION

Le dallage est form par la juxtaposition de dalles gazon en bton ou en matriaux synthtiques. Les raccords avec dautres lments ou revtements se ralisent sans dcrochage. La dcoupe des dalles gazon est effectue mcaniquement.

F.4.3.2 F.4.3.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant: sable 0/2 : C.2.4.8.2.1 ; gravillons 2/8: C.3.4.9.2.1 ; grave 0/8: C.4.4.7 ; dalles gazon en bton: C.27.3 ; dalles gazon en matriaux synthtiques : C.27.4 ; pierres de lave C.38.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 122

F.4.3.2.2

Excution

Lorsque les dalles sont destines tre engazonnes, elles sont remplies dun mlange compos de 60 % de pierre de lave, de 30 % damendement organique (terreau) et de 10 % de terre arable. Lorsque les dalles ne sont pas destines tre engazonnes, elle sont remplies de gravillons 2/8. Les dalles sont places jointivement sur une couche de pose constitu comme suit : soit du mlange contenant au moins 40 % de sable de concassage 0/2 et au plus 60 % de gravillons 2/8 ; soit dune grave 0/8 contenant au moins 40 % de passant 2 mm.

Cette couche est dresse paralllement la surface du revtement. Les dalles sont places bord bord. Aux endroits o il est impossible de poser des dalles entires, des demi-dalles ou des dalles dcoupes sont places, les dalles sont scies (et non casses). Les dalles avec bords casss sont refuses. De lhumus, de composition sablo-argileuse, est pandu par brossage raison dau moins 50 l/m dans le creux de dalles remplir, lhumus restant uniformment de 1,5 2 cm en dessous des saillies des dalles.

F.4.3.3

VERIFICATIONS

Les vrifications seffectuent en cours dexcution et a posteriori la rgle de 3 m. Tout revtement prsentant une dnivellation de plus de 5 mm est dmont et remis niveau.

F.4.3.4

PAIEMENT

Le paiement des dallages seffectue sur base de la surface excute du revtement. Les surfaces des trappillons ou autres appareils ne sont pas dfalques.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 123

F.5 F.5.1

REVETEMENTS EN DOLOMIE Revtement en dolomie non lie

Le revtement en dolomie non lie est uniquement autoris pour les chemins rservs aux pitons (parcs et zones vertes) et dans les cas o la pente longitudinale ne dpasse pas 2 %.

F.5.1.1

MATERIAUX

La dolomie correspond aux prescriptions du C.3.2.3.. Le calibre et la couleur principale (gristre ou jauntre) doivent tre dfinis au pralable par le matre de louvrage.

F.5.1.2
-

CLAUSES TECHNIQUES

Pralablement la pose du revtement, chaque irrgularit dans la couche de fondation, ou autre couche de support, est rectifie pour assurer la planit. Le revtement en dolomie non lie est pos en une ou plusieurs couches, chacune ayant au max 10 cm dpaisseur et est retenu entre lments linaires de contrebutage. Toutes les mesures sont prises pour assurer lhomognit du matriau. Le compactage est assur par rouleau statique (viter lcrasement des grains). Un traitement de surface au chlorure de calcium peut tre appliqu comme technique anti-poussire. Si le cahier spcial des charges le prvoit, il indiquera le taux et la forme du chlorure de calcium; lorsque ce traitement est prvu et non spcifi, par dfaut, il sera en saumure 30 % raison de un litre par mtre carr. RESULTATS

F.5.1.3
-

Lpaisseur nominale de la couche est donne dans les documents du march. La tolrance en moins est de 15 % pour les paisseurs individuelles. Sur lpaisseur moyenne, aucune tolrance nest admise. La tolrance en moins ou en plus sur les profils est de 1 cm. Les dfauts de planit (mesure la rgle de 3 m) doivent tre infrieurs 1 cm. VERIFICATIONS

F.5.1.4
-

Contrle sur la conformit de la dolomie au moyen du certificat de production et/ou du bon de livraison. Lpaisseur de la couche est vrifie par des mesures in situ raison dune mesure par section de 50 m. Le profil de surface est vrifi par des mesures topographiques.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 124

La planit de la surface est contrle laide de la rgle de 3 m. La portance nest pas mesure, tant donn que la circulation de vhicules est interdite. PAIEMENT

F.5.1.5

Le revtement en dolomie non lie est pay en m ltat compact.

F.5.2

Revtement en dolomie traite au ciment

Le traitement au ciment de la dolomie est obligatoire pour toutes surfaces circulables pour un trafic lger (passage de poids lourds interdit ou trs exceptionnel).

F.5.2.1
-

MATERIAUX

Dolomie 0/16 selon le C.3.2.3.2. La couleur doit tre dfinie au pralable par le matre de louvrage. Ciment selon le C.6. Eau de gchage selon NBN EN 1008. CLAUSES TECHNIQUES

F.5.2.2
-

Pralablement la pose du revtement, chaque irrgularit de la fondation est rectifie et tout objet tranger (y compris les flaques deau) est limin. La fondation est du type li ou non li granularit continue et en paisseur minimale de 20 cm. La portance de la fondation est au moins 110 MPa en moyenne et au moins 80 MPa pour chaque valeur individuelle. Lpaisseur du revtement est spcifie dans les documents du march. Par dfaut elle est de 10 cm. La dolomie est traite au ciment en centrale. On utilisera le ciment de haut fourneau CEM III/A 32,5 LA. Une tude pralable (essai Proctor modifi) indiquera la teneur en eau optimale et la densit maximale du mlange. Pour assurer le maintien de la teneur en eau de fabrication, les mlanges seront transports en camions bchs. Ces mlanges seront immdiatement mis en uvre au moyen dune finisseuse. Le compactage immdiat se passe laide dun compacteur vibrant jusqu refus. Le compactage est finalis par un nombre important de passes au compacteur statique.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 125

La surface est protge vis--vis de la pluie et de lasschement, immdiatement aprs la fin du compactage. Toute circulation est interdite pendant 7 jours. RESULTATS

F.5.2.3
-

La teneur en eau de la dolomie-ciment la mise en uvre est gale sa valeur optimale (WOpt) 1 %. Lpaisseur nominale de la couche est donne dans les documents du march. La tolrance en moins est de 10 % pour les paisseurs individuelles. Sur lpaisseur moyenne, aucune tolrance nest admise. La tolrance en moins ou en plus sur les profils est de 1 cm. Le profil en travers dpasse llment linaire de contrebutage de 1 cm et prsente une pente de 2 %. Les dfauts de planit (mesure la rgle de 3 m) doivent tre infrieurs 1 cm. La portance de la couche de revtement doit tre 110 MPa. La densit (masse volumique sche) du matriau compact doit tre au moins gale 98 % de la densit maximale du Proctor modifi. La rsistance la compression 90 jours mesure sur des prouvettes fabriques dans les 2 heures aprs malaxage, doit tre 20 MPa en moyenne. La rsistance la compression mesure sur des carottes prleves in situ 90 jours, est suprieure ou gale 15 MPa pour les valeurs individuelles et est suprieure ou gale 17 MPa pour la valeur moyenne. VERIFICATIONS

F.5.2.4
-

Contrle sur la conformit de la dolomie au moyen du certificat de production et/ou du bon de livraison. Dtermination des caractristiques de compactage par un essai Proctor modifi sur des mlanges dolomie-ciment-eau raison de 14 % de ciment par rapport la masse sche de la dolomie. Lors de la mise en uvre, on prendra un chantillon du mlange en quantit suffisante pour pouvoir dterminer la teneur en eau et fabriquer 6 prouvettes Proctor du type sable-ciment, compactes dans les 2 heures aprs malaxage selon lessai Proctor modifi. Trois de ces prouvettes sont soumises des essais pour la dtermination de la rsistance la compression aprs 90 jours 20C. Les trois autres sont destines des contre-essais.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 126

Lpaisseur du revtement, la densit obtenue et la rsistance la compression in situ sont mesures sur des carottes, prleves aprs au moins 90 jours et raison de 1 carotte par section de 500 m avec un minimum de 3 prouvettes en total. Le profil de surface est vrifi par des mesures topographiques. La planit de la surface est contrle laide de la rgle de 3 m. La portance de la fondation et du revtement est mesure laide de lessai la plaque de 200 cm. Lessai sur le revtement est excut dans un dlai de 72 heures qui suit la priode de 7 jours pendant laquelle tout trafic est interdit. Le nombre dessais est de 1 par 500 m avec un minimum de 3 essais au total. PAIEMENT

F.5.2.5

Le revtement en dolomie li au ciment est pay par m ltat compact. La rfaction pour manque de rsistance la compression mesure sur carottes est calcule daprs les formules suivantes (seule la valeur la plus pnalisante est retenue) : Pour une rsistance individuelle insuffisante :
15 Wi 2 R wi = P S '( ) 5 Pour une rsistance moyenne insuffisante : 17 Wm 2 ) Rwm = P S ( 5 dans lesquelles : Rwi P S Wi RWm S Wm la rfaction pour une rsistance individuelle insuffisante le prix unitaire du revtement en EUR/m la surface de la section en m la rsistance la compression individuelle en MPa la rfaction pour une rsistance moyenne insuffisante la surface (totale) en m la rsistance la compression moyenne en MPa

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 127

F.6 F.6.1

REVETEMENTS EN ASPHALTE COULE ROUTIER Description

Les revtements en asphalte coul sont obtenus par la mise en oeuvre sans compactage denrobs bitumineux squelette de filler composs de pierres, de sable, de filler, de liant bitumineux et dventuels additifs. Par extension, les asphaltes couls composs de pierres, de sables, de filler, de liant synthtique et dventuels additifs sont galement traits dans ce chapitre. Les asphaltes couls routiers peuvent tre utiliss pour la couche de roulement et ventuellement pour la couche de liaison suprieure. La notation suivante est utilise : MA-T-x avec : - T = le calibre des granulats (4 = 0/4, 6,3 = 0/6,3 et 10 = 0/10) ; - x = type de liant x = 1 : bitume routier 20/30 ou 35/50 ou 50/70 ; x = 2 : bitume polymre ; x = 7 : bitume indice de pntration positif ; x = 8 : bitume dur 10/20 ou 15/25 ; x = 9 : bitume additionn de bitume naturel (Uintate, ) ; x = 10 : liant pigmentable ; x = 11 : bitume avec additif ( dcrire dans le cahier spcial des charges). Sauf prescription contraire au cahier spcial des charges ou au plan ou accord du fonctionnaire dirigeant, la pente transversale des chausses et zones dimmobilisation est de 2 %.

F.6.2 F.6.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant, savoir : sables pour mlanges bitumineux : C.2.4.9; sables pour traitements de surface : sable de quartz tamis, lav et sch, normalis M31 ou M32 (sable de sablage) ; gravillons pour revtements bitumineux : C.3.4.6; gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7 ; filler pour mlanges bitumineux : C.8.1. Le filler est un filler de type Ib; pigments pour mlanges bitumineux: C.18 bitumes routiers 20/30, 35/50 ou 50/70: C.9.1; bitumes durs 10/20 et 15/25 : C.9.6 ; bitumes polymres : C.9.2; bitumes indice de pntration positif : C.9.3;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 128

asphaltes naturels : C.9.11.2; liants pigmentables : C.9.9; additifs pour liant : C.9.11; mulsion cationique de bitume : C.9.5.2; mulsion base de liant synthtique clair : C.9.8; vernis dadhrence: C.9.12; bande bitumineuse pour joint prforme: C.14.2.1; bande bitumineuse pour joint extrude sur chantier: C.14.2.2; masse de scellement base de liant synthtique clair ; produits de scellement couls : C.14.1; voile de verre : C.40.3.2.1; asphalte coul pour rparation de fissures : C.47.

Dans le cas o leur utilisation est impose, les bitumes avec additifs doivent tre dcrits au cahier spcial des charges. Le primer daccrochage de bandes bitumineuses pour joint est le produit recommand par le fabricant de bandes.

F.6.2.2

DENOMINATION ET COMPOSITION-TYPE DES DIFFERENTS TYPES DASPHALTE COULE ROUTIER POUR REVETEMENT

La teneur en liant est la masse du liant par rapport la masse de lensemble du mlange (liant compris). Si la masse volumique des composants scarte des valeurs : 2,65 2,75 Mg/m pour les agrgats (gravillon, sable ou filler) ; 1,00 1,06 Mg/m pour les bitumes,

les compositions sont corriges de manire maintenir le mme rapport volumique. Par ailleurs, lorsque la masse volumique du mlange de granulats (gravillons, sables et fillers) scarte de 2,65 Mg/m, la teneur minimum en liant doit tre corrige en la multipliant par le facteur = 2,65 / d o d est la masse volumique relle du mlange des granulats exprime en Mg/m. Lorsquil y a lieu damliorer ladhsivit liants-granulats, il est fait usage dun filler du type additiv (Ka20, Ka10 ou Kadclar) suivant apprciation du fabricant. Lutilisation dagrgats denrob bitumineux est interdite dans lasphalte coul. Les asphaltes couls routiers pour revtement sont conformes la norme NBN EN 13108-6. Ils rpondent aux prescriptions suivantes :

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 129

Asphalte coul Granularit Enveloppe de granularit Tamis 14 mm Tamis 10 mm Tamis 6,3 mm Tamis 4 mm Tamis 2 mm Tamis 0,5 mm Tamis 0,063 mm Teneur corrige (1)en liant minimale (par rapport au total du mlange) Type de bitume Epaisseur nominale en mm
(1)

MA-10-x 0/10 100 90 - 100 70 - 90 50 - 65 35 - 50 20 - 28 Bmin6,5 30 ou 35 ou 40

MA-6,3-x 0/6,3

MA-4-x 0/4 100 90 - 100 50 - 65 25 50 24 - 32 Bmin7,5 20 (3)

100 90 - 100 50 - 65 35 - 50 22 - 30 Bmin7,0 X 20 (3) ou 25 ou 30

(2)

(2)

(3)

Voir remarque en F.2.2.2. x = 1 : bitume routier 20/30, 35/50 ou 50/70 x = 2 : bitume polymre x = 3 : bitume avec asphalte naturel x = 7 : bitume indice de pntration positif x = 8 : bitume dur 10/20, 15/25 x = 9 : bitume routier 20/30, 35/50 ou 50/70 additionn de bitume naturel x = 10 : liant pigmentable x = 11 : bitume avec additif ( dcrire dans le cahier spcial des charges). Uniquement utilis en trottoir.

ASPHALTE COULE COLORE

Le cahier spcial des charges fixe la teinte de lasphalte coul color par rfrence dune gamme de teinte RAL. Le cahier spcial des charges prcise si la coloration est obtenue dans la masse de lasphalte coul et/ou par le traitement de la surface. Dans ce dernier cas, le traitement de surface sera ralis avec du sable de couleur si le revtement est destin une circulation exclusivement pitonne ou avec des gravillons de couleur si le revtement est destin la circulation de vhicules.

F.6.2.3

CARACTERISTIQUES ET PERFORMANCES DES DIFFERENTS TYPES DASPHALTE COULE ROUTIER POUR REVETEMENT Prescriptions sur les caractristiques et performances des asphaltes couls pour circulation de vhicules automobiles

F.6.2.3.1

Les caractristiques et performances des asphaltes couls routiers pour circulation de vhicules satisfont aux prescriptions du tableau ci-dessous.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 130

Paramtre Pourcentage de vides (%) Indentation Essai de fissuration (retrait contrari) Ornirage max max Catgorie Catgorie Prescription Catgorie

B1 et B2 Vmax3,0 Imax7,0 -25C P5

B3 Vmax3,0

Classe de trafic B4 et B5 B6 et B7 Vmax3,0 Vmax3,0 Imax7,0 -25C P10 Imax7,0 -25C PNR

Autres

Vmax3,0 Imax7,0 -25C PNR

Imax7,0 -25C P7,5

max

Dans ce tableau PNR correspond la catgorie pour laquelle aucune exigence nest impose pour la caractristique et la classe de trafic concerne

F.6.2.3.2

Prescriptions sur les caractristiques et performances des asphaltes couls pour circulation exclusivement pitonne et/ou cycliste

Les caractristiques et performances des asphaltes couls pour circulation exclusivement pitonne et/ou cycliste satisfont aux prescriptions du tableau ci-dessous :
Paramtre Pourcentage de vides (%) max. Indentation max Essai de fissuration (retrait contrari) Ornirage max. MA-6,3-x et MA-10-x Vmax 3,0 Imax 7,0 -25C PNR MA-4-x Vmax 3,0 Imax 8,0 -25C PNR

Catgorie Catgorie Prescription Catgorie

F.6.2.3.3

Prescriptions complmentaires en cas de pose sur une surface en forte pente

Dans le cas o lasphalte coul est pos sur une ou des surfaces prsentant une pente transversale ou longitudinale suprieure 6 %, le mlange doit satisfaire aux exigences suivantes concernant le fluage lors de la mise en uvre de lasphalte coul (voir chapitre M Mthodes dessais lessai est ralis sans membrane dtanchit et avec la composition dasphalte coul tester) sur une pente gale la pente maximale rencontre pour le chantier considr :
-

lpaisseur moyenne de lasphalte coul au point bas ne dpasse pas 110 % de lpaisseur moyenne de rfrence ; lpaisseur moyenne de lasphalte coul au point haut nest pas infrieure 90 % de lpaisseur moyenne de rfrence ; en aucun point lpaisseur (valeur individuelle) ne peut scarter de plus de 30 % de lpaisseur moyenne de rfrence. ETUDE DU MELANGE Etude prliminaire du mlange

F.6.2.4 F.6.2.4.1

Lentrepreneur dtermine la composition du mlange. Ltude prliminaire comporte une tude thorique et une recherche exprimentale en laboratoire. Le but est de choisir sur base de lexprience du producteur et des rsultats de la
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 131

recherche en laboratoire un mlange optimal qui satisfait toutes les caractristiques du F.6.2.3.1 ou du F.6.2.3.2 (suivant lapplication). Lentrepreneur motive son choix dune teneur en bitume optimale et (le cas chant) de la teneur en polymre pour offrir la meilleure garantie pour la qualit du mlange et sa dure de vie. Pour tablir la composition de son mlange, lentrepreneur tient compte notamment des faits suivants : les caractristiques des matriaux doivent tre en accord avec les dispositions concernes (voir F.6.2.1) les caractristiques de fabrication, de transport et de mise en uvre doivent tre conformes avec les spcifications des F.6.2.6, F.6.2.7 et F.6.2.8 ; les proportions du mlange doivent respecter les prescriptions reprises en F.6.2.2 ; le mlange doit satisfaire toutes les caractristiques du F.6.2.3.1 ou du F.6.2.3.2 suivant lapplication.

Lentrepreneur doit justifier chacune de ses compositions dans une note justificative. Son contenu est dcrit au F.6.2.5.2. La vrification la teneur en liant de consigne est ralise soit par le fabricant dans ses installations soit dans un laboratoire accrdit. Cette vrification comprend les essais suivants. le pourcentage de vides (mthode dessais NBN EN 12697-8) ; lindentation (mthode dessai NBN EN 12697-20) ; la rsistance la fissuration (retrait contrari) (mthode dessai CME 58.11) ; la rsistance lornirage si une spcification est prescrite pour la classe de trafic concerne (voir F.6.2.5).

Les diffrentes caractristiques sont mesures sur le nombre dprouvettes prvu par la mthode dessai. Si rien nest prvu, les mesures sont faites sur 3 prouvettes et chaque rsultat est constitu de la moyenne des 3 essais. Les rsultats satisfont aux exigences des F.6.2.3.1 ou F.6.2.3.2 suivant les cas.

F.6.2.4.2

Etude exprimentale complmentaire en cas de pose sur une surface en forte pente

Dans le cas o lasphalte coul est pos sur des surfaces prsentant une pente transversale ou longitudinale suprieure 6 %, le fluage subi dans le cas de la pente maximale rencontre sur le chantier concern par le cahier spcial des charges doit tre vrifi (voir chapitre M Mthodes dessais lessai est ralis sans membrane dtanchit et avec la composition dasphalte coul tester); lessai est ralis avec la pente maximale rencontr sur le chantier par un laboratoire externe approuv par le fonctionnaire dirigeant. Le rsultat satisfait aux exigences du F.6.2.3.3.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 132

F.6.2.5

ENREGISTREMENT DES ASPHALTES COULES ROUTIERS POUR REVETEMENT, NOTE JUSTIFICATIVE ET FICHE TECHNIQUE Enregistrement

F.6.2.5.1

Lenregistrement des asphaltes couls ne dcharge pas lentrepreneur ni de sa responsabilit, ni de la bonne excution du revtement ni de lobligation dobtenir les caractristiques imposes lors du contrle des travaux.

F.6.2.5.1.1

PROCEDURE DENREGISTREMENT

La Direction Gestion et Entretien des voiries27 procde lenregistrement de toutes les compositions dasphalte coul routier pour revtement. Lenregistrement par ladministration des routes dune autre rgion ou communaut belge permet lenregistrement par la Direction Gestion et Entretien des voiries sur simple transmission des documents authentifis ainsi que de la note justificative et de la fiche technique. Dans les autres cas, la procdure denregistrement dun asphalte coul comporte : la validation de ltude prliminaire du mlange ; une apprciation du comportement in situ de lasphalte coul.

F.6.2.5.1.1.1 Validation de ltude prliminaire du mlange28

Les objectifs et le contenu de ltude prliminaire sont dcrits au F.6.2.4.1. Une validation de ltude prliminaire est exige si le mlange nest pas enregistr sur base de prescriptions identiques celles du F.6.2.1, F.6.2.2, F.6.2.3 et F.6.2.4 par ladministration des routes dune autre rgion ou communaut belge. Lentrepreneur peut faire valider ltude prliminaire du mlange de deux faons : soit en faisant certifier ses frais la prtude par un organisme impartial de certification agr par la Direction Gestion et Entretien des voiries ; soit en faisant dterminer ses frais et sa demande, par un laboratoire externe certifi impos par la Direction Gestion et Entretien des voiries24, les caractristiques de lasphalte coul reprises au F.6.2.4.1.

La conformit de la prtude est ensuite vrifie par la Direction Gestion et Entretien des voiries.

27

28

Ministre de la Rgion de Bruxelles Capitale Bruxelles Mobilit AED Direction Gestion et Entretien des voiries CCN - rue du progrs, 80 bte 1 B-1035 Bruxelles. Lenregistrement ne tient pas compte des caractristiques de fluage en cas de pose sur une surface en forte pente. Le cas chant, cette caractristique sera communique sur un document joint au certificat denregistrement et la note justificative avant mise en uvre de lasphalte coul (voir F.6.4.1).

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 133

F.6.2.5.1.1.2 Apprciation du comportement in situ de lasphalte coul

Voir F.6.2.5.1.4.

F.6.2.5.1.2

ATTRIBUTION DU CERTIFICAT DENREGISTREMENT

Sur base des rsultats des essais effectus, la Direction Gestion et Entretien des voiries attribue un certificat denregistrement lasphalte coul test (celui-ci est identifi de faon univoque par le numro didentification de la note justificative et celui de la fiche technique). Le certificat denregistrement spcifie le domaine dutilisation (classe de trafic). La Direction Gestion et Entretien des voiries dispose pour lenregistrement de 30 jours aprs rception de lensemble des documents complets, dfinitifs et valids reprenant les conclusions des diffrentes tudes, essais et recherches exiges ci-dessus ainsi que la note justificative et la fiche technique.

F.6.2.5.1.3

VALIDITE DE LENREGISTREMENT

La dure de validit dun enregistrement est de 5 ans dater de sa dlivrance. Toutefois dans le cas o lenregistrement est accord sur base de lenregistrement attribu par une autre administration rgionale ou communautaire belge, la dure de validit est limite celle accorde dans cette autre rgion. Chaque fois que lentrepreneur modifie la composition du mlange (notamment sil utilise dautres matires premires), il introduit une nouvelle demande denregistrement.

F.6.2.5.1.4

RETRAIT DE LENREGISTREMENT DUN MELANGE

Lenregistrement dun asphalte coul peut tre retir par la Direction Gestion et Entretien des voiries sil savre par exemple que :

ltude thorique na pas t correctement excute ; la recherche exprimentale en laboratoire na pas t correctement excute ; des difficults apparaissent lors de la mise en uvre dont lorigine se situe dans la composition du mlange et qui peuvent conduire un rsultat qui ne rpond pas aux objectifs ; des dgradations prcoces qui peuvent avoir un rapport avec la composition propose apparaissent sur un ou plusieurs chantier. Note justificative et fiches techniques

F.6.2.5.2

Dans la note justificative, la composition est taye par les rsultats de ltude prliminaire. Chaque note justificative est identifie par un numro unique. Les caractristiques de lasphalte coul sont rassembles dans une fiche technique qui est base sur la note justificative.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 134

La fiche technique est un rsum de la note justificative. Elle est donc directement lie cette note justificative. Son code est identique celui de la note justificative correspondante et est suivie dun numro de version.

F.6.2.5.2.1

CONTENU DE LA NOTE JUSTIFICATIVE DUN ASPHALTE COULE

La note justificative comprend au moins les renseignements suivants :

le numro didentification de la note justificative (chaque note est identifie par un numro unique) ; le nom et lemplacement du fabricant des mlanges bitumineux ; le nom et lemplacement de la centrale denrobage ; tous les documents de rfrence applicables (norme(s) europenne(s), version du cahier des charge-type en vigueur, ) ; la dnomination de lasphalte coul selon le document de rfrence applicable ; le domaine dapplication de lasphalte coul (notamment classe de trafic) ; la composition du mlange de granulats 0,1 % (pourcentage de fraction de gravillons, de fraction de(s) sable(s) et de fraction de filler) ; la teneur en liant de consigne (masse du liant par rapport la masse de lensemble du mlange) ; la teneur en liant aprs extraction ( justifier si elle diffre de la teneur en liant de consigne) ainsi que la mthode dextraction et le solvant utilis ; les teneurs de consigne en additifs (masse de ladditif par rapport la masse de lensemble des granulats secs et par rapport lensemble du mlange) ; la pntration, le point de ramollissement A&B, la temprature Fraass du liant extrait. Ces valeurs doivent tre compatibles avec les valeurs donnes par le fournisseur de liant ; matires premires : pour toutes les matires premires : le pourcentage dans le mlange, le type de matriau et sa nature, lorigine, le fournisseur, la masse volumique ; gravillons et sables : calibre et granularit ; fillers : porosit, composition et caractristiques du mlange de filler ; liants : TA&B, pntration, temprature Fraass ; polymre : type, spectre IR ; la composition de la fraction des agrgats du mlange bitumineux ; la granularit de lasphalte coul ; ltude prliminaire qui est lorigine de la composition ; les rsultats de ltude exprimentale complte (valeurs dtermines par le producteur ou par un laboratoire externe accrdit ou reconnu si lasphalte coul jouit dun enregistrement dans une autre rgion ou communaut belge ou si la prtude a t certifie par un organisme impartial ; valeurs dtermines par un laboratoire externe impos par la Direction Gestion et Entretien des voiries dans le cas contraire) : le pourcentage de vides ; lindentation ; la rsistance la fissuration. les rsultats de lessai au simulateur de trafic (valeurs reprises dans le certificat denregistrement dans une autre rgion ou communaut belge si lasphalte coul jouit dun enregistrement dans une autre rgion ou communaut belge ; valeurs obtenues par

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 135

un laboratoire externe impos par la Direction Gestion et Entretien des voiries dans le cas contraire) si celui-ci est prescrit pour la classe de trafic concerne, les instructions pour la fabrication et notamment les fourchettes de temprature prconises pour la fabrication, les fourchettes de temprature prconises pour le transport et la mise en oeuvre de lasphalte coul.

Les pages de la note justificative sont numrotes de faon continue. Le code de la note justificative est repris sur chaque page. En annexe la note justificative : -

la copie du certificat de marquage CE pour le fabricant concern. ltiquette CE de lasphalte coul concern ; les fiches techniques des composants (gravillons, sables, filler, liant, additifs, ). Ces fiches techniques datent de moins dun an ; les rapports dessais excuts (pourcentage de vides, indentation, rsistance la fissuration, simulateur de trafic si prescrit) ; les documents attestant dune certification volontaire (le cas chant). CONTENU DE LA FICHE TECHNIQUE DUN ASPHALTE COULE

F.6.2.5.2.2

La fiche technique de lasphalte coul comprend au moins les renseignements suivants :

le numro didentification de la note justificative sur lequel la fiche technique est bas ; le numro didentification de la fiche technique ; le nom et ladresse du fabricant de lasphalte coul ; le nom et lemplacement de la centrale denrobage ; tous les documents de rfrence applicables (norme(s) europenne(s), version du cahier des charge-type en vigueur, cahier spcial des charges,) ; la dnomination de lasphalte coul selon le document de rfrence applicable. la composition du mlange (pourcentage de fraction de gravillons, fraction de sable, fraction de filler) ; la teneur en liant de consigne (masse du liant par rapport la masse de lensemble du mlange) ; la teneur en additif (masse du polymre et/ou de la cire, par rapport la masse de lensemble du mlange) ; les matires premires utilises (le pourcentage ajout, la sorte/la nature, le calibre, la marque de conformit) ; la granularit de lasphalte coul ; les rsultats des essais effectus sur lasphalte coul dans le cadre de ltude prliminaire (suivant le F.6.2.4) et, le cas chant, de la validation de cette tude suivant le F.6.2.5.1.1.1.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 136

F.6.2.5.2.3

CONTENU DE LA FICHE TECHNIQUE DES MATIERES PREMIERES

Les fiches techniques des matires premires utilises dans la formulation comprennent au moins les renseignements suivants :

le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; les valeurs dclares sont le rsultat moyen dune srie dessais ; la date de ralisation de la fiche technique.

Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, le fabricant transmet immdiatement la nouvelle fiche technique.

F.6.2.5.2.4

INTRODUCTION DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES

La note justificative, les annexes et les fiches techniques bases sur ce document sont introduites en 2 exemplaires auprs de la Direction Gestion et Entretien des voiries lors de la demande denregistrement. Aprs attribution de lenregistrement, le demandeur de lenregistrement et la Direction Gestion et Entretien des voiries sont en possession dun exemplaire estampill de ces documents. Les fiches techniques des matires premires sont toujours introduites en deux exemplaires auprs de la Direction Gestion et Entretien des voiries.

F.6.2.5.2.5

VALIDITE DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES

La dure de validit de la note justificative est la mme que celle de lenregistrement. La dure de validit de la fiche technique est communique sur la fiche technique, mais est en tout les cas limite par la dure de validit de lenregistrement. Chaque fois que lentrepreneur modifie la composition du mlange (notamment sil utilise dautres matires premires), il rdige et introduit une nouvelle note justificative et une nouvelle fiche technique.

F.6.2.6

FABRICATION

Lasphalte coul est fabriqu dans des centrales denrobage discontinues adaptes. Les centrales d'enrobage sont fonctionnement automatique depuis le dosage des matriaux jusqu' la sortie des produits. Elles sont quipes d'un systme d'enregistrement digital en continu des tempratures et du dosage des diffrents constituants, ainsi que de la temprature des mlanges.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 137

La centrale est quipe d'un systme d'alarme ou d'un mcanisme d'arrt qui ragit automatiquement en cas de fausse manoeuvre ou de dfectuosit survenant dans le processus de fabrication. Les diffrents granulats, liants, fillers d'apport et de rcupration sont entreposs sparment de manire viter tout mlange et toute salissure. Les rservoirs liant sont calorifugs avec maintien automatique temprature par chauffage indirect. Sont lisibles : la temprature du liant dans les rservoirs liant, celle d'au moins une des fractions granulomtriques entreposes chaud dans les trmies et celle des asphaltes couls directement aprs le malaxage. Lors du schage, le dbit d'apport des granulats ou le rglage du brleur sont adapts en continu la teneur en eau des matriaux. La temprature et la dure de malaxage sont adaptes de manire obtenir un produit final homogne compltement enrob et sec (teneur en eau infrieure 0,5 % en masse). Lorsquun bitume routier est utilis, les tempratures du mlange mesures doivent tre infrieures aux valeurs indiques dans le tableau ci-dessous. Cette temprature maximale sapplique tous les points de la centrale denrobage.
Grade du bitume pur 20/30 35/50 50/70 Temprature maximale en C 250 240 230

Pour les autres types de liants, ainsi que pour les asphaltes couls basse temprature elle est infrieure la temprature maximale fixe par le fabricant. Il convient de respecter les prescriptions du fournisseur en ce qui concerne les tempratures maximales autorises. Les tempratures doivent alors tre documentes et dclares. Les instruments de mesure et les bascules de la centrale sont rgulirement talonns (au moins une fois par an). Immdiatement aprs la production, lasphalte coul est transfr dans un malaxeur calorifug en vue du tranport.

F.6.2.7

TRANSPORT

Lasphalte coul est transport jusquau chantier dans des malaxeurs calorifugs et chauffs qui permettent lobtention dun mlange homogne. Le mlange est malax une temprature comprise dans les fourchettes reprises dans la note justificative. La thermostatisation du malaxeur est effective quelque soit le niveau de mlange dans le ptrin. Le malaxeur est quip dun dispositif denregistrement en continu de la temprature de lasphalte coul. Les dispositions sont prises pour viter lencrassement de la sonde. Dans le cas des malaxeurs horizontaux, le systme de mesure de la temprature est calibr. Un thermomtre talonn permet de contrler le bon fonctionnement du systme de mesure de la temprature.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 138

F.6.2.8 F.6.2.8.1

EXECUTION DU REVETEMENT - MISE EN OEUVRE DES ASPHALTES COULES ROUTIERS POUR REVETEMENT Asphaltes couls enregistrs utiliss pour la mise en uvre du revtement.

Seuls des asphaltes couls routiers du type impos par le cahier spcial des charges et enregistrs peuvent tre utiliss. En outre, dans les cas o lasphalte coul est pos sur une surface en forte pente (pente suprieure 6 %), seul un asphalte coul qui a subi avec succs les vrifications reprises au F.6.2.3.3 peut tre utilis. Le mlange approuv peut tre utilis durant toute la dure du chantier, mme si la dure de validit de lenregistrement expire durant lexcution de ce chantier. Lasphalte coul ne peut plus tre utilis si son enregistrement est retir et ce mme sil a t approuv pour un chantier dtermin. Lutilisation dun asphalte coul enregistr doit se faire en accord avec le tableau ci-dessous.
Enregistrement pour la classe de trafic B1, B2 B3 B4, B5 B6, B7, B 8, B9, B10 et BF B1, B2 Oui Non Non Non A utiliser pour les classes de trafic B3 B4, B5 B6, B7, B 8, B9, B10 et BF Oui Oui Non Oui Oui Non Non Oui Non Non Non Oui

F.6.2.8.2

Epaisseur de pose des differents types dasphalte coule routier

Nom du mlange MA 10 MA 6,3 MA 4 Epaisseur nominale de la couche 30 ou 35 ou 40 mm 20 ou 25 ou 30 mm 20 mm

Lpaisseur de pose est prcise dans les documents du march.

F.6.2.8.3

Conditions climatiques lors de la mise en oeuvre

La mise en uvre des asphaltes couls nest autorise que une temprature ambiante suprieure + 3C ; sur une surface exempte dhumidit, de givre et de verglas.

Lapplication de lasphalte doit tre interrompue en cas de pluie. La temprature est mesure 25 cm de la surface de travail un endroit abrit du rayonnement solaire.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 139

Lentrepreneur adapte lorganisation de ses quipes aux conditions climatiques (vitesse du vent, temprature de lair, temprature du support, ) afin datteindre les performances prescrites notamment au F.6.3.

F.6.2.8.4

Temprature des asphaltes couls lors de la mise en oeuvre

En cours de mise en uvre, les asphaltes couls ont une temprature infrieure 230C pour les asphaltes couls fabriqus avec des bitumes routiers. Dans le cas des autres liants, les tempratures de mise en uvre mentionnes dans la note justificative sont respectes. La temprature de lasphalte coul est mesure, juste avant pandage, dans la brouette ou la sortie du dumper. Elle est mesure conformment la norme NBN EN 12697-13, sous rserve de lutilisation dune sonde dune longueur approprie.

F.6.2.8.5 F.6.2.8.5.1

Travail prparatoire PREPARATION DU SUPPORT

F.6.2.8.5.1.1 Rgle applicable tous les cas

Lentrepreneur vrifie, avant dentamer la mise en uvre de la couche de collage et de lasphalte coul que le support permet bien dobtenir le rsultat attendu. Sont ainsi notamment vrifis les lments suivants : lpaisseur disponible pour la pose de lasphalte coul ; la planit du support : les dfauts de planit du support ne peuvent tre suprieurs : rgle de 3 m : 6 mm en plus ou en moins ; rgle de 0,2 m : 3 mm en plus ou en moins ; le profil et la pente du support ; la texture de surface du support : 0,25 < MTD 2 (mthode dessai suivant la norme NBN EN 13036-1 mthode de la tache de sable) lessai est ralis avec des billes de verre ; le schage suffisant du bton de support ; le caractre vertical, net et rectiligne des dcoupes des revtements existants jouxtant le revtement en asphalte coul raliser.

Le cas chant, lentrepreneur informe le fonctionnaire dirigeant des corrections ncessaires pour rendre le support conforme. Le support doit tre propre. Il convient de le dbarrasser, entre autres, de toutes traces de boue, poussires, taches dhuile ou de mazout (nettoyage au dtergent puis leau), produit de cure ou autres matires trangres. Tous les fers bton et tuyaux mtalliques doivent tre recoups environ 30 mm sous le niveau suprieur du bton. Le bton est rpar avec un produit conu pour ce type dutilisation. Lentrepreneur justifie le choix de ce produit par des tests ou des rfrences dutilisation montrant que le produit correspond lutilisation qui doit en tre faite.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 140

Avant la pose dune couche dasphalte coul, la surface de la couche sous-jacente est exempte d'eau stagnante ou ruisselante. Le support ne peut tre ni mouill, ni givr, ni verglac. Le support doit tre rendu sec aprs la pluie. Au besoin, il est sch au chalumeau. On vrifiera notamment, dans le cas dun support en bton, que celui-ci ne change pas de couleur au passage de la flamme du chalumeau ou de lair chaud. Les cots du nettoyage, du schage et de la prparation du support sont compris dans le prix de la premire couche pose du revtement en asphalte coul.

F.6.2.8.5.1.2 Cas de la pose dun asphalte coul sur une couche denrob ou dasphalte coul fraise
Lorsque une ou plusieurs couches dun revtement bitumineux existant sont fraises en vue de la ralisation dun inlay, les dispositions prescrites au L.5.2. concernant ltat du support aprs fraisage sont dapplication. La surface fraise doit tre nettoye en deux tapes conformment aux prescriptions du L.5.1.3. Le nettoyage fait lobjet dun poste spar au mtr.

F.6.2.8.5.2

LIAISON AVEC LE SUPPORT

Le cahier spcial des charges prcise si la pose doit tre faite en adhrence, en indpendance ou en semi-adhrence. Cas dune pose en adhrence sur support en bton Lentrepreneur doit assurer ladhrence de lasphalte coul sur le support en bton. Une couche de collage est applique sur le support en bton. Cette couche de collage est obtenue par lpandage dun vernis. Lentrepreneur choisit le type et la quantit de vernis quil met en uvre de faon assurer ladhrence. Ceci signifie notamment que la quantit de vernis applique est telle que, aprs vaporation du solvant du vernis, la surface est uniformment noire et brillante. Dans des conditions normales, cette couche est obtenue par lpandage uniforme dun vernis bitumineux laissant, en gnral, 150 g/m de liant rsiduel. Lpandage est ralis par pulvrisation ou la raclette. Dans les deux cas, il est immdiatement suivi dun passage de rouleau peau de mouton. Les zones dlaves par la pluie doivent tre retraites. Il est indispensable que tous les composants volatils du vernis soient limins avant la mise en uvre de lasphalte coul. Le vernis doit tre sec au toucher (pas dadhsion) avant pose de lasphalte coul. Toute circulation sur la couche recouverte de vernis est interdite, except celle des camions destins l'approvisionnement en asphalte coul. La couche de collage fait lobjet dun poste spar au mtr.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 141

Cas dune pose en adhrence sur support bitumineux Lentrepreneur doit assurer ladhrence de lasphalte coul sur le support bitumineux. Lorsquune couche de collage est mise en uvre dans ce but, elle est obtenue par lpandage mcanique et uniforme d'une mulsion de liant. Lentrepreneur choisit le type (viscosit, vitesse de rupture, ) et la quantit dmulsion quil met en uvre de faon assurer ladhrence. Ceci signifie notamment que, aprs rupture de lmulsion, laspect en surface doit tre uniformment noir (aprs rupture) dans le cas dune mulsion de bitume. Dans des conditions normales, cette couche est obtenue par lpandage uniforme dune mulsion bitumineuse ou de vernis bitumineux laissant en gnral, 0 (si le support bitumineux est neuf et riche en bitume) et 150 (si le support a dj t soumis la circulation) g/m de liant rsiduel. Les surpaisseurs et lpandage dune deuxime couche sont proscrire. Les accumulations dans les creux sont prohibes. La finition est assure la brosse poils souples. Lasphalte coul est mise en uvre aprs rupture totale de lmulsion. Il est indispensable que leau initialement comprise dans lmulsion soit limine avant la mise en uvre de lasphalte coul. Le liant doit tre sec au toucher (pas dadhsion) avant pose de lasphalte coul. Dans le cas dun asphalte coul color, lmulsion utilise peut tre de type mulsion de liant synthtique clair. Les zones dlaves par la pluie doivent tre retraites. Toute circulation sur la couche recouverte dmulsion est interdite, except (aprs schage complet) celle des camions destins l'approvisionnement en asphalte coul. La couche de collage fait lobjet dune poste spar au mtr.

Cas dune pose en indpendance29 Dans le cas o lasphalte coul doit tre pose en indpendance par rapport au support en bton, un papier Kraft de minimum 45 g/m, un voile de verre de minimum 70 g/m ou un papier entre-deux sans fil (constitu de deux papiers lis entre eux par une couche de bitume : poids total = environ 140 g/m) est interpos entre le support et lasphalte coul.

29

Souvent utilis en cas de pose sur fondation en bton, en trottoir ou en pitonnier.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 142

Les matriaux utiliss devront avoir t stocks labri et seront exempts de trace dhumidit. Les ls seront drouls paralllement laxe de la voirie en prenant soin de ne pas former de plis et de ne pas provoquer de dchirures. Les recouvrements latraux auront au moins 0,10 m. Les crans mouills ou dchirs sont systmatiquement limins et remplacs en vitant toute discontinuit de la couche dindpendance. Une couche de collage approprie nest pose que le long des bords de la surface revtir et ce sur une largeur de 20 cm. Toute circulation est interdite sur le matriau utilis pour former cran. Le matriau pos pour assurer lindpendance fait lobjet dun poste spar au mtr. Cas dune pose en semi-adhrence Dans le cas o lasphalte coul doit tre pos en semi-adhrence par rapport au support, une grille de verre, une grille en polyester ou un voile de verre perfor est interpos entre le support et lasphalte coul. Les matriaux utiliss devront avoir t stocks labri et seront exempts de trace dhumidit. Les ls seront drouls paralllement laxe de la voirie en prenant soin de ne pas former de plis et de ne pas les dchirer. Les recouvrements latraux seront de lordre de 0,10 m. Il y a lieu dviter les chevauchements trop important qui pourront nuire lindpendance partielle. Le recouvrement transversal est de 0,5 m au maximum. Toute circulation est interdite sur les grilles ou voiles perfors. Le matriau pos pour assurer la semi-adhrence fait lobjet dun poste spar au mtr.

F.6.2.8.6

Epandage et rglage de lasphalte coul

Aprs versage sur le support, lasphalte coul est directement pandu et rgl lpaisseur souhaite. Les quipes de pose sont constamment alimentes en asphalte coul et en gravillons ou sable destins au traitement de surface et les travaux prparatoires sont toujours raliss suffisamment lavance afin de permettre la ralisation sans temps darrt des travaux de pose de lasphalte coul. Lapplication de lasphalte coul peut tre faite manuellement ou mcaniquement. Mise en uvre manuelle La mise en uvre manuelle est excute par une quipe comprenant au moins un applicateur et un verseur.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 143

Lasphalte coul est transport dans des seaux, des brouettes et/ou des dumpers, du malaxeur de transport au lieu dapplication. Le profil est obtenu par la mise en place de rgles mtalliques qui servent de butes et permettent de dresser lasphalte la cote voulue. Lasphalte coul est mis en uvre la main laide de raclettes (planches munies dun manche) et de palettes (ou taloches en bois). Lasphalte coul mis en uvre la main est toujours taloch (serrage la palette) afin dviter le bullage et dassurer un fini de qualit la surface du revtement mis en uvre. Dans le cas dasphalte color, tout loutillage servant la mise en uvre doit tre neuf ou rserv un coloris unique. Lapprovisionnement de lasphalte du malaxeur de transport au lieu dapplication entrane un refroidissement du matriau en fonction de la distance, des moyens de transports lintrieur du chantier et des conditions climatiques. La chute de temprature ainsi observe devra tre compense dans le malaxeur afin que le matriau prsente au moment de lapplication, une temprature suprieure ou gale la temprature minimale dapplication telle quelle est dfinie pour le type dasphalte utilis sans toutefois dpasser la temprature maximale autorise (dcantation entranant un aspect de surface trs lisse en cas de dpassement de la temprature maximale). Mise en uvre au finisseur Lorsque le support le permet, lasphalte peut tre appliqu avec un finisseur (poutre de rpartition ou finisseur spcial pour asphalte coul) capable de le rpartir sans produire de sgrgation en respectant lalignement, les profils et les paisseurs fixs. Le nombre de malaxeurs sera prvu en quantit suffisante pour assurer un approvisionnement continu du finisseur, en tenant compte galement de la capacit et de lloignement de la centrale de fabrication. Avant lapprovisionnement du finisseur, chaque malaxeur fera lobjet dun contrle de temprature sur prise dchantillon. La temprature constate ne devra pas prsenter un cart suprieur + 10C par rapport la temprature optimale dapplication dfinie pour le chantier.

F.6.2.8.7

Traitement de surface des couches de roulement en asphalte coul

Le traitement de surface a pour but datteindre la rugosit ncessaire et le coefficient de frottement transversal impos. Les quipes de pose sont constamment alimentes en gravillons ou sable destins au traitement de surface de faon ce que le sable ou les gravillons puissent tre pandus et enfoncs dans lasphalte encore chaud juste aprs le rglage de lasphalte coul de faon tre bien scells dans celui-ci. Le traitement de surface fait lobjet dun poste spar au mtr.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 144

F.6.2.8.7.1

CAS DES REVETEMENTS POUR CIRCULATION EXCLUSIVEMENT PIETONNE ET/OU CYCLISTE

Le cahier spcial des charges prescrit si la couche suprieure des revtements en asphalte coul doit tre trait en surface. Dans laffirmative, ce traitement de surface consiste en lpandage de sable de quartz raison de minimum 2 kg/m. Le sable est pandu et enfonc (par brossage) dans lasphalte coul encore chaud juste aprs le rglage de lasphalte coul. Lexcdent de sable est enlev par brossage et aspiration aprs refroidissement de lasphalte coul. Dans le cas dasphalte coul color le sable est choisi en fonction de la teinte obtenir.

F.6.2.8.7.2

CAS DES REVETEMENTS POUR CIRCULATION DE VEHICULES AUTOMOBILES

Le traitement de surface des couches de roulement et des couches de roulement provisoires de chausses en asphalte coul consiste en lpandage de minimum 6 kg/m de gravillons pour traitement de surface (calibre 2/4 ou 4/6,3). Les gravillons destins au traitement de surface sont prenrobs laide de 1 0,3 % en masse de liant identique celui de lasphalte coul traiter. Dans le cas dasphaltes couls colors, les gravillons de couleur sont prenrobs avec le mme liant synthtique pigmentable que celui qui est utilis pour fabriquer lasphalte coul color. Les gravillons sont pandus et enfoncs dans lasphalte coul juste aprs le rglage de lasphalte coul. Lenchassement des gravillons est obtenu au moyen dun rouleau statique lger manuel de minimum 50 kg et dune largeur denviron 50 cm. Les gravillons doivent couvrir 100 % de la surface. Le gravillonnage et son enchassement dans lasphalte coul doivent tre raliss lorsque lasphalte coul est encore suffisamment chaud pour que les gravillons adhrent lasphalte coul. Le passage du rouleau ne peut entraner de dformation de lasphalte coul. Les gravillons restent scells durablement dans lasphalte coul. Dans ce but, leur adhsivit avec le liant utilis, leur propret et la temprature de lasphalte au moment o ils sont pandus et enfoncs en surface du revtement sont particulirement tudies. Lentrepreneur procde rgulirement (notamment avant mise en circulation) lvacuation des pierres en excs par brossage et aspiration.

F.6.2.8.8

Joints de reprise dans un revtement en asphalte coul

A la fin de chaque journe de travail et/ou de chaque tronon ou encore lorsque le revtement doit tre ralis par demi chausse (voir une fraction encore infrieure) pour des questions de mobilit ou encore lorsque la largeur des bandes raliser est suprieure 3 m, lasphalte coul est arrt par un coffrage mtallique ralis au moyen de rgles mtalliques dune hauteur gale lpaisseur dasphalte coul poser.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 145

Pareil joint existe galement lorsque les deux bandes de revtement nont pas t poses lors de la mme entreprise. Les joints de reprise transversaux sont dcals longitudinalement d'au moins 0,30 m d'une couche l'autre; ils sont nets, rectilignes et perpendiculaires l'axe de la chausse. Les joints de reprise longitudinaux sont dcals transversalement d'au moins 0,15 m d'une couche l'autre. Ils doivent tre nets, rectilignes et parallles l'axe de la chausse. Ils doivent tre situs en dehors des frayes et, si possible, au droit des futurs marquages longitudinaux. Si le bord de la bande dasphalte coul pose en premier lieu a t abm ou dform en cours ou aprs la pose, ce bord est dcoup mcaniquement, avant la pose de la couche adjacente, sur une longueur au moins gale la longueur dgrade et sur une largeur dau moins 5 cm. Les joints de reprise sont tanches. Les mthodes de traitement des joints de reprise dans une couche dasphalte coul sont les suivantes : A. B. C. D. E. Rchauffement (avant pose de la bande suivante) au chalumeau de la tranche de la bande en asphalte coul dj mise en uvre. Application pralable dune bande bitumineuse pour joint. Mise en uvre dune masse de scellement dans une rainure cre au droit du joint. Rchauffement de lasphalte coul mis en uvre de part et dautre du joint (aprs pose de la deuxime bande dasphate coul). Mise en uvre dun asphalte coul de type asphalte coul pour rparation de fissure dans une rainure dune largeur de 25 mm.

Le F.6.2.8.8.2 indique les types de traitement qui peuvent tre utiliss pour les diffrentes applications (couche de roulement ou couche de liaison, asphalte coul color ou asphalte noir, circulation de vhicules automobiles ou circulation exclusivement rserve la circulation de pitons et de cyclistes).

F.6.2.8.8.1

PRESCRIPTIONS SUR LES METHODES DE TRAITEMENT DES JOINTS DE REPRISE

Les prescriptions qui sappliquent aux 5 mthodes de traitement mentionnes ci-dessous sont les suivantes : A. Rchauffement (avant pose de la bande suivante) au chalumeau de la tranche de la bande en asphalte coul dj mise en uvre

La tranche du revtement en asphalte coul dj mis en oeuvre est rchauffe au chalumeau et ainsi quelque peu fluidifie de faon obtenir une fusion complte avec la surface dasphalte coul encore mettre en uvre. Les joints de reprise sont represss et lisss manuellement la palette (talochage). Un traitement de surface du mme type que celui appliqu sur les revtements juxtaposs est mis en uvre sur le joint.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 146

B.

Application pralable dune bande bitumineuse pour joint

Les joints de reprise sont traits par application pralable dune bande bitumineuse pour joint forme sur chantier par extrusion et mise en place chaud contre la tranche de la couche de roulement existante au moyen dune machine spcialement conue cet effet. Lorsque la longueur du joint est infrieure 250 m, et pour les joints transversaux, lutilisation dune bande (autocollante) bitumineuse pour joint prforme en usine et colle sur chantier est autorise. Ce type de bande est appliqu froid sur la tranche de la couche de roulement existante et colle en exerant une lgre pression. Les prescriptions suivantes sont communes au traitement par bande extrude sur chantier et au traitement par bande prforme en usine :

la tranche du revtement existant (contre lequel la bande bitumineuse pour joint doit tre place) doit tre verticale, cohrente, nette, propre, exempte de poussire et sche. Elle est enduite dun primer daccrochage fourni par le fabricant des bandes bitumineuses mises en uvre ; aprs schage de ce primer et suivant le type de bande bitumineuse pour joint utilise, la bande bitumineuse pour joint est extrude chaud ou colle (application froid en exerant une lgre pression) sur la tranche du revtement existant ; lpaisseur de la bande bitumineuse est de 10 mm ; le niveau suprieur de la bande bitumineuse pour joint dpasse de 3 mm le niveau suprieur du futur revtement en asphalte coul mettre en oeuvre. Aprs mise en uvre de lasphalte coul, la partie dpassante de la bande bitumineuse pour joint est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle ; lors du traitement des joints longitudinaux, la bande bitumineuse est mise en uvre une distance de moins de 50 m en avance par rapport la pose de lasphalte coul. Dans tous les cas, les parties dgrades par lventuel passage des roues du charroi de chantier doivent tre remplaces. Mise en uvre dune masse de scellement dans une rainure cre au droit du joint

C.

Les joints de reprise sont traits par mise en uvre dune masse de scellement (voir C.14.1) dans une rainure dune largeur de 10 mm au minimum. Cette rainure de 10 mm de large est obtenue par lune des deux mthodes suivantes : soit une languette de 10 mm de large est pose contre la tranche de lasphalte coul dj pos et refroidi avant pose de lasphalte coul sur la surface contigu. Aprs refroidissement de lasphalte coul pos en deuxime lieu, cette languette est retire ou brle; soit la rainure de 10 mm de large est obtenue par fraisage au droit du joint aprs que le retrait se soit produit. Cette rainure est soigneusement nettoye par soufflage la lance thermique. Les dcombres provenant du fraisage sont immdiatement vacus hors du domaine public.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 147

La masse de scellement est mise en uvre dans la rainure : aprs retrait complet de lasphalte coul constituant le revtement ; aprs nettoyage la lance thermique et schage de la rainure ;

La rainure est remplie par un produit de scellement laide dun appareil verseur et ce sans occlusion dair. En cas de pluie, les oprations sont arrtes et ne sont reprises quaprs nettoyage et schage de la gorge. La face suprieure du produit de scellement mis en place se trouve entre 3 et 5 mm sous le niveau suprieur du revtement. Ds que la surface du scellement ne colle plus au toucher, la circulation peut tre rtablie. D. Rchauffement de lasphalte coul mis en uvre de part et dautre du joint (aprs pose de la deuxime bande dasphate coul)

Aprs refroidissement de lasphalte coul, la zone situe de part et dautre du joint (sur une largeur totale de +/- 20 cm) est rchauffe laide dune rampe infrarouge ralisant un chauffage indirect sans flamme. Cette rampe chauffante reste en place pendant quelques minutes et est ensuite dplace progressivement en fonction de lavancement du traitement. Le rchauffement doit se faire sur toute lpaisseur du revtement en asphalte coul sans toutefois brler la surface. Ensuite le revtement est retaloch la taloche en bois afin dobtenir un profil uni de lensemble (partie courante et joint). Aprs dplacement de lappareil de chauffe, lasphalte coul est nergiquement dcohsionn, remlang, serr et liss la palette (talochage) sur la bande de +/- 20 cm et sur toute lpaisseur avec pour objectif de reconstituer un mlange homogne dasphalte coul aprs lopration. Aprs rglage de lasphalte coul, un traitement de surface identique celui qui a t appliqu sur le reste du revtement (par exemple pandage de sable de quartz de couleur raison de minimum 2 kg/m) est, le cas chant appliqu sur la zone retravaille. Le cas chant, lexcdent de sable est limin par brossage aprs refroidissement. E. Mise en uvre dun asphalte coul de type asphalte coul pour rparation de fissure dans une rainure dune largeur de 25 mm

Les joints de reprise sont traits en mettant un asphalte coul de type asphalte coul pour rparation (suivant le L.4.1.2.2.3.1) en uvre dans une rainure dune largeur de 25 mm au minimum. Cette rainure de 25 mm de large est obtenue par lune des deux mthodes suivantes :

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 148

soit une languette de 25 mm de large est pose contre la tranche de lasphalte coul dj pos et refroidi avant pose de lasphalte coul sur la surface contigu. Aprs refroidissement de lasphalte coul pos en deuxime lieu, cette languette est retire ou brle (suivant le matriau constitutif); soit la rainure de 25 mm de large est obtenue par fraisage au droit du joint aprs que le retrait se soit produit. Cette rainure est soigneusement nettoye par soufflage la lance thermique.

Lasphalte coul de type asphalte coul pour rparation de fissure est mis en uvre dans la rainure :

aprs retrait complet de lasphalte coul constituant le revtement ; aprs nettoyage de la rainure ; aprs application dune couche de collage dans le fond de la rainure ; Une couche de collage de type mulsion de bitume est badigeonne sur le fond de la rainure. Lasphalte coul ne peut tre mise en uvre avant rupture totale de lmulsion et vaporation complte de leau contenue initialement dans lmulsion (liant sec au toucher) ; aprs rchauffage des tranches des revtements en asphalte coul dj raliss . Les bords de la rainure (tranches des revtements en asphalte coul raliss) sont rchauffs au chalumeau. Ces bords sont ainsi quelque peu fluidifis de faon obtenir une fusion complte avec lasphalte coul de type rparation de fissure coul dans la rainure. Lasphalte coul est serr manuellement et liss la palette (talochage).

Pour le cas des revtements en asphalte coul color, lasphalte coul de type rparation de fissure utilis pour le remplissage de la rainure est de la mme teinte que lasphalte coul utilise pour le reste du revtement et subit le mme traitement de surface que celui appliqu sur le reste du revtement.

F.6.2.8.8.2

METHODE DE TRAITEMENT DES JOINTS DE REPRISE A UTILISER

Une ou plusieurs des mthodes de traitement dcrites au F.6.2.8.8.1 peuvent tre utilises en fonction du type dapplication.

F.6.2.8.8.2.1 Joints de reprise dans une couche de liaison

Le traitement des joints de reprise dans une couche de liaison se fait par rchauffement (avant pose de la bande suivante) au chalumeau de la tranche de la bande en asphalte coul dj mise en uvre et repressage et lissage la palette (talochage). Le traitement des joints de reprise dans une couche de liaison ne fait pas lobjet dun poste spar au mtr.

F.6.2.8.8.2.2 Joints de reprise dans une couche de roulement

Le traitement dun joint de reprise dans la couche de roulement en asphalte coul ne fait pas lobjet dun poste spar au mtr sauf dans le cas dun joint avec un revtement en asphalte coul prexistant lentreprise.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 149

F.6.2.8.8.2.2.1 CAS DES ASPHALTES COULES NON COLORES ( ASPHALTE COULE NOIR ) F.6.2.8.8.2.2.1.1 Revtement pour circulation de vhicules automobiles
Les joints de reprise longitudinaux et transversaux dans les revtements en asphalte coul non color ( asphalte coul noir ) pour circulation de vhicules automobiles sont traits : soit par application pralable dune bande bitumineuse pour joint ; soit par mise en uvre dune masse de scellement dans une rainure cre au droit du joint ; soit par rchauffement de lasphalte coul mis en uvre de part et dautre du joint ; soit par mise en uvre dun asphalte coul de type asphalte coul pour rparation de fissures dans une rainure dune largeur de 25 mm.

Le cahier spcial des charges spcifie laquelle de ces mthodes doit tre applique. En labsence de prescription dans le cahier spcial des charges, le choix est laiss lentrepreneur en fonction des circonstances et en vue de garantir la durabilit de lasphalte coul et du traitement tanche du joint. Les prescriptions dapplication pour ces 4 mthodes sont reprises au F.6.2.8.8.1.

F.6.2.8.8.2.2.1.2 Revtement exclusivement rserv la circulation de pitons et/ou cyclistes

Dans le cas dun revtement en asphalte coul non color (asphalte coul noir) exclusivement rserv la circulation pitonne et/ou cyclistes, le joint de reprise dans la couche de roulement est ralis : soit par rchauffement (avant pose de la deuxime bande) au chalumeau de la tranche de la bande en asphalte coul dj mise en uvre ; soit par application pralable dune bande bitumineuse pour joint ; soit par mise en uvre dun asphalte coul de type asphalte coul pour rparation de fissure dans une rainure ; soit par rchauffement de lasphalte coul mis en uvre de part et dautre du joint (aprs pose de la deuxime bande dasphalte coul).

Le cahier spcial des charges spcifie laquelle de ces 4 mthodes doit tre mise en uvre. En labsence de prescription dans le cahier spcial des charges, le choix est laiss lapprciation de lentrepreneur en fonction des circonstances et en vue de garantir la durabilit de lasphalte coul et du traitement tanche du joint. Les prescriptions dapplication pour ces 4 mthodes sont reprises au F.6.2.8.8.1.

F.6.2.8.8.2.2.2

CAS DES ASPHALTES COULES COLORES

Dans le cas de revtements en asphalte coul color, la teinte et la texture rsultant du traitement des joints de reprise transversaux et longitudinaux doit tre la mme que celle du revtement en asphalte coul color. La longueur de joint est rduite autant que faire se peut.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 150

F.6.2.8.8.2.2.2.1 Revtement pour circulation de vhicules automobile

Dans le cas dun revtement en asphalte coul color pour circulation de vhicules automobile, le joint de reprise dans la couche de roulement est ralis :

soit par la mise en uvre dun asphalte coul de type rparation de fissure ; soit par rchauffement de lasphalte coul mis en uvre de part et dautre du joint.

Le cahier spcial des charges spcifie laquelle de ces 2 mthodes doit tre applique. En labsence de prescription dans le cahier spcial des charges, le choix est laiss lapprciation de lentrepreneur en fonction de circonstances et en vue de garantir la durabilit de lasphalte coul et du traitement tanche du joint. Les prescriptions dapplication pour ces 2 mthodes sont reprises au F.6.2.8.8.1

F.6.2.8.8.2.2.2.2 Revtement exclusivement rserv la circulation de pitons et/ou cyclistes

Dans le cas dun revtement en asphalte coul color exclusivement rserv la circulation de pitons et/ou cyclistes, le joint de reprise dans la couche de roulement est ralis : soit par rchauffement de lasphalte coul situ de part et dautre du joint aprs pose de la deuxime bande dasphalte coul ; soit par rchauffement au chalumeau de la tranche de la bande dasphalte coul dj mise en uvre (avant pose de la deuxime bande) et repressage et lissage la palette (talochage).

Le cahier spcial des charges spcifie laquelle de ces 2 mthodes doit tre mise en uvre. En labsence de prescription dans le cahier spcial des charges, le choix est laiss lapprciation de lentrepreneur en fonction des circonstances en vue de garantir la durabilit de lasphalte coul et du traitement tanche du joint. Les prescriptions dapplication pour ces 2 mthodes sont reprises au F.6.2.8.8.1.

F.6.2.8.9

Joint avec un revtement dun autre type, ou un lment (lment linaire30, accessoire de voirie ou rail) pos pralablement

Les joints avec un revtement dun autre type, avec un lment linaire, avec un accessoire de voirie ou un rail pos pralablement sont tanches.

F.6.2.8.9.1

TRAITEMENT DU JOINT AU NIVEAU DUNE COUCHE DE LIAISON EN ASPHALTE COULE

Dans le cas de joints entre un revtement en asphalte coul et un revtement dun autre type (ou un lment linaire, accessoire de voirie ou rail) dj pos, le traitement du joint avec la couche de liaison en asphalte coul est ralis en appliquant (avant mise en uvre de la couche de liaison en asphalte coul) :
30

La notion dlments linaires est ici prise au sens large. Elle englobe notamment les lments linaires en
bton prfabriqus ou couls en place, et les lments linaires mtalliques tels que des profils ou plats mtalliques.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 151

cas dun revtement en enrob bitumineux compact : application dune mulsion de bitume sur la tranche verticale (nette et propre) du revtement (ou lment linaire) dj existant. Si les documents du march le prcisent, le liant est non dilu ; dans le cas o une mulsion est applique, la rupture de celle-ci doit tre totale et leau doit avoir totalement disparue avant mise en uvre de lasphalte coul (liant sec au toucher) ; cas dun revtement ou dun lment linaire en bton ou en pavs : application dun vernis bitumineux sur la tranche verticale (nette et propre) du revtement (ou lment linaire) dj existant. Tous les solvants du vernis doivent tre totalement vapors avant mise en uvre de lasphalte coul (vernis sec au toucher) ; cas dun lment mtallique (avaloir, couvercle de chambre de visite, rail, profil mtallique, ) : application dun vernis bitumineux sur les bords verticaux nettoys de llment mtallique. Tous les solvants du vernis doivent tre totalement vapors avant mise en uvre de lasphalte coul (vernis sec au toucher).

Les prestations en rapport avec le traitement des joints entre une couche de liaison en asphalte coul et des revtements (ou un lment linaire, accessoire de voirie ou rail) de nature diffrente ne font pas lobjet de postes spars au mtr.

F.6.2.8.9.2

TRAITEMENT DU JOINT AU NIVEAU ROULEMENT EN ASPHALTE COULE

DUNE

COUCHE

DE

Les prestations en rapport avec le traitement des joints entre une couche de roulement en asphalte coul et des revtements de nature diffrentes (ou un lment linaire, accessoire de voirie ou rail) sont spcifies dans les documents du march et font lobjet de postes spars du mtr.

F.6.2.8.9.2.1 Cas des revtements en asphalte coul non colors

Le traitement du joint entre le revtement existant (ou llment linaire, ou laccessoire de voirie, ou le rail) et la couche de roulement du revtement en asphalte coul non color est ralis, suivant les cas, avec lune ou lautre des 5 mthodes suivantes :

traitement de type I : par sciage (aprs mise en uvre de la couche de roulement en asphalte coul) au joint des 2 revtements juxtaposs (ou au joint entre asphalte coul et lment linaire enterr, accessoire de voirie ou rail) dune rainure dune largeur de 10 mm de large et dune profondeur de 20 mm. La rainure est alors nettoye la brosse mtallique mcanique, lair sous haute pression ou par aspiration. La rainure doit tre parfaitement propre et dpoussire. La rainure est remplie dune masse de scellement de joint (voir C.14.1.1) coule chaud jusqu un niveau situ entre 3 et 5 mm sous la surface du revtement. Dans le cas dun joint avec un rail la largeur de la rainure est de 30 mm et la profondeur de la rainure est de 30 mm. traitement de type II : pose (avant mise en uvre de la couche suprieure en asphalte coul) dune bande bitumineuse pour joint forme sur chantier par extrusion (voir C.14.2.2) et mise en place sur la tranche verticale du revtement (ou lment linaire ou accessoire de voirie) dj existant au moyen dune machine spcialement conue cet effet ;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 152

traitement de type III : pose (avant mise en oeuvre de la couche de roulement en asphalte coul) dune bande (autocollante) bitumineuse pour joint prforme en usine (voir C.14.2.1) et colle sur chantier sur la tranche verticale du revtement (ou lment linaire ou accessoire de voirie) dj existant ; traitement de type IV : pose dune languette de 10 mm (30 mm dans le cas dun rail) de large contre la tranche du revtement (ou lment linaire ou accessoire de voirie ou rail) dj mis en uvre avant mise en uvre de lasphalte coul. Aprs refroidissement de lasphalte coul cette languette est retire ou brle (suivant le type de matriau utilis), la rainure ainsi mnage est nettoye et une masse de scellement de joint (voir C.14.1.1) est coule chaud jusqu un niveau situ entre 3 et 5 mm sous la surface du revtement. Dans le cas dun joint avec un rail, la languette (et donc la rainure) possde une largeur de 30 mm et une hauteur gale lpaisseur de la couche de roulement en asphalte coul ; traitement de type V : application (avant mise en uvre de lasphalte coul) sur les tranches de pavs dun vernis bitumineux. Le traitement de type V est exclusivement rserv au cas du joint avec un revtement en pavs dont les artes ne sont pas rectilignes.

Le cahier spcial des charges peut imposer le type de traitement. A dfaut, le choix du traitement est laiss lapprciation de lentrepreneur en tenant compte des lments suivants : les traitements de types I et II ne sont pas applicables dans tous les cas de joints transversaux ; le traitement de type I ne peut pas tre appliqu dans le cas dune pose dun revtement en asphalte coul contre un lment linaire en saillie ; dans le cas dun joint avec un revtement en pavs dont les artes ne sont pas rectilignes, seul le traitement de type V peut tre appliqu. dans le cas dun joint avec un rail, seuls les traitements de type I et IV peuvent tre utiliss. Le bord vertical du rail est dbarrass de toute trace de rouille et prtrait par application dune couche de primer fourni par le fabricant de la masse de scellement. Ce primer assure ladhrence de la masse sur le rail. La masse de scellement doit avoir fait ses preuves pour ce type dutilisation (adhrence au support, tanchit, lasticit permettant de reprendre les dplacements verticaux et horizontales du rail, rsistance au cisaillement, non adhrence aux pneus, ). Lentrepreneur fournit une proposition justifie par des tests ou des rfrences dutilisation montrant que la masse de scellement propose convient lutilisation qui doit en tre faite ; dans le cas o un matelas antivibratile est pos entre un lment linaire (en bton ou en acier) et lasphalte coul, le matelas antivibratile est arrt 20 mm sous le niveau suprieur de lasphalte coul. Un traitement de joint de type IV (rainure rserve par pose dune languette) est ralis entre asphalte coul et lment linaire. Une masse de scellement compatible avec le matriau constitutif du matelas antivibratile est mise en uvre dans la rainure ralise ; dans le cas de traitement de type I ou de type IV, la rainure doit tre sche avant de couler la masse de scellement. Le remplissage la masse de scellement ne peut tre ralis par temps de pluie.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 153

Les prescriptions ci-dessous sont communes au traitement de type II et de type III.

la tranche du revtement existant (ou lment linaire ou accessoire de voirie ) contre laquelle la bande bitumineuse pour joint doit tre place doit tre verticale, cohrente, nette, propre, exempte de poussire et sche. Elle est enduite dun primer daccrochage livr par le producteur de bande bitumineuse pour joint ; aprs schage de ce primer : cas dune bande bitumineuse pour joint forme sur chantier par extrusion chaud : la bande bitumineuse pour joint est extrude chaud contre la tranche du revtement existant ; cas dune bande bitumineuse autocollante prforme en usine : la bande de joint est colle (application froid en exerant une lgre pression) sur la tranche du revtement existant ; le niveau suprieur de la bande bitumineuse pour joint dpasse de 3 mm le niveau suprieur du futur revtement en asphalte coul mettre en oeuvre. Aprs mise en uvre de lasphalte coul, la partie dpassante de la bande bitumineuse pour joint est chauffe au chalumeau et crase avec une spatule ou une truelle ; la bande bitumineuse est mise en uvre une distance de maximum 50 m devant lquipe de pose de la couche de roulement. Sur les longueurs o la bande a t dgrade, par exemple par le passage des roues du charroi de chantier, elle est remplace.

F.6.2.8.9.2.2 Cas des revtements en asphalte coul colors

Dans le cas dun asphalte coul color, le traitement du joint entre le revtement existant (ou llment linaire, ou laccessoire de voirie, ou le rail) et la couche de roulement du revtement en asphalte coul color est de type I ou de type IV (voir F.2.6.8.9.2.1).

Revtement exclusivement rserv la circulation de pitons et/ou de cyclistes La masse de scellement ( C.14.1) est une masse de scellement fabrique base de liant de synthse pigmentable ( C.9.9). Elle est traite en surface avec le mme sable de couleur que celui utilis pour traiter le reste du revtement en asphalte coul color. La masse de scellement est recouverte par le sable sur toute la surface visible de faon ce que la couleur du remplissage du joint soit la mme que la couleur de lasphalte coul color auquel il est juxtapos.

Revtement pour circulation de vhicules automobiles Pour les teintes claires, il est fait usage dune masse de scellement ( C.14.1) incolore fabrique base de liant de synthse pigmentable (suivant le C.9.9). Cette masse est traite en surface avec un sable de mme couleur que les gravillons utiliss pour traiter la surface du revtement en asphalte coul. Pour les teintes fonces, la masse de scellement doit avoir la mme teinte (fabrication au coup par coup par ajout de pigments de teinte approprie et en quantit approprie dans le fondoir) que celle de lasphalte coul color auquel il est juxtapos.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 154

F.6.2.8.10

Mise en service

La circulation dengin de chantier sur un asphalte coul nest autorise que lorsque la couche est suffisamment refroidie. Les couches dasphalte coul ne peuvent tre circules par le trafic de chantier ou autre trafic avant que la temprature de surface en tout point soit infrieure : +35C pour des asphaltes couls avec bitume routier ; +40C pour tous les autres types de mlange.

F.6.3 F.6.3.1

Exigences sur le rsultat (spcifications)

EXIGENCES SUR LES CARACTERISTIQUES REVETEMENT EN ASPHALTE COULE ROUTIER Granularit DE MASSE DU

F.6.3.1.1
-

Divergences sur les rsultats individuels Pour chaque chantillon prlev, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative) et le passant individuel sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac lors de lpandage), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes :
Ouverture des mailles (mm) 20 14 10 6,3 4 2 0,500 0,063 0/10 0 2 -8/+5 8 8 8 4 Asphalte coul 0/6,3 0 2 -8/+5 8 8 8 4 0/4 0 2 -8 / +5 8 8 4

Divergences sur la moyenne Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative) et le passant moyen (moyenne des passants individuels) sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac lors de lpandage), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes :

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 155

Divergences sur la moyenne de 3 9 rsultats dessais :

Ouverture des mailles (mm) 20 14 10 6,3 4 2 0,500 0,063 Asphalte coul 0/6,3 0 2 -6/+5 6 6 5 4

0/10 0 2 -6/+5 6 6 5 4

0/4 0 2 -6/+5 6 5 4

Divergences sur la moyenne de 10 rsultats dessai ou plus :

Ouverture des mailles (mm) 20 14 10 6,3 4 2 0,500 0,063 Asphalte coul 0/6,3 0 2 4 4 3 3 2

0/10 0 2 4 4 3 3 2

0/4 0 2 4 3 3 2

F.6.3.1.2

Teneur en liant

La teneur en liant est la teneur mesure aprs extraction du liant en (mthode dessai NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39). Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre la teneur en liant fixe pour la composition propose (reprise dans la note justificative et la fiche technique) et les teneurs mesures (sur chantillons en vrac prlevs lors de lpandage) moyennes et individuelles en liant rcupr rpond aux prescriptions suivantes :
Caractristiques (%) Ecart maximal admis en plus ou en moins (en %) 0,25 0,5

Teneur moyenne en liant Teneur individuelle en liant

F.6.3.1.3

Indentation

Lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre lindentation individuelle mesure sur les chantillons prlevs sur chantier (rsultats individuels) et lindentation mesure lors de la prtude (reprise dans la note justificative et la fiche technique) est de 2 mm.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 156

F.6.3.1.4

Epaisseur et rgularit du revtement

Les paisseurs sont dtermines suivant le norme NBN EN 12697-36. Le contrle porte sur lpaisseur de lensemble des couches poses en paisseur nominale. Les valeurs moyennes et individuelles sont exprimes en mm et arrondies au mm le plus proche. Les tolrances individuelles par rapport lpaisseur nominale sont reprises dans le tableau ci-dessous :
Tolrances individuelles en MOINS 15 % de lpaisseur nominale Tolrances individuelles en PLUS 15 % de lpaisseur nominale

Lpaisseur moyenne de lasphalte coul (toutes couches confondues) est au moins gale lpaisseur nominale. EXIGENCES SUR LES CARACTERISTIQUES DE SURFACE DU REVETEMENT EN ASPHALTE COULE ROUTIER Profil de la surface

F.6.3.2

F.6.3.2.1

Pour un profil choisi alatoirement, les tolrances en moins (cart en dessous du profil) ou en plus (cart au dessus du profil) sur les niveaux relevs sur chantier par rapport aux niveaux dduits des profils repris dans les documents du march sont de 1 cm.

F.6.3.2.2

Planit

Les irrgularits de surface sont infrieures aux valeurs suivantes : autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales31 : 4 mm ; voiries de quartier et voiries interquartier28 : 5 mm ; trottoirs et pitonniers : 7 mm.

De plus, aucune formation de flaque nest tolre. Les pistes cyclables sont considres comme des voiries de quartier. Les conditions de vrification sont prcises au F.6.4.2.2.4 et au F.6.4.2.3.2.2

F.6.3.2.3

Planit longitudinale lAPL (analyseur de profil en long)

Les spcifications reprises au F.2.3.2.2.1 sont dapplication. Les conditions de vrification sont prcises au F.2.4.2.2.2.

31

Suivant classification des voiries par le Plan Rgional de Dveloppement (voir B.1)

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 157

F.6.3.2.4

Ornirage

Toute section hectomtrique de chaque lot prsente une ornire maximale < 6 mm la rception provisoire et < 8 mm la rception dfinitive. Les conditions de vrification sont prcises au F.6.4.2.3.2.4.

F.6.3.2.5

Coefficient de frottement transversal (SFCS)

Les spcifications reprises au F.2.3.2.4 sont dapplication. Les conditions de vrification sont prcises au F.2.4.2.3.2.4.

F.6.3.2.6

Coefficient de frottement longitudinal (LFCG)

Les spcifications reprises au F.2.3.2.5 sont dapplication. Les conditions de vrification sont prcises au F.2.4.2.3.2.5.

F.6.3.2.7

Texture de surface

Des prescriptions relatives la texture de surface peuvent tre prcises aux documents du march.

F.6.3.2.8

Couleur des revtements en asphalte coul color

Les documents du march fixent la teinte des asphaltes couls colors par rfrence une gamme de teinte RAL. Pour les asphaltes couls de couleur rouge, suivant langle de vue et la luminosit, la couleur de lasphalte coul correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3011, 3013, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. La teinte du revtement doit tre homogne sur lensemble du chantier, y compris au droit des joints de reprise au sein du revtement en asphalte coul color. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue. Celui-ci est effectu sur revtement sec. Ces exigences doivent tre remplies la rception provisoire et durant toute la priode de garantie.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 158

F.6.4 F.6.4.1

Vrifications
VERIFICATIONS A PRIORI ET DOCUMENTS A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

Le contrle de la conformit des matriaux est effectu aux lieux de production ou sur chantier. Documents fournir : les documents attestant lenregistrement, la note justificative et les fiches techniques des asphaltes couls utiliss doivent tre fournis par lentrepreneur au fonctionnaire dirigeant au plus tard quinze jours ouvrables avant le dbut de la mise en uvre du revtement en asphalte coul. Le fonctionnaire dirigeant vrifie lenregistrement, la note justificative et la fiche technique des asphaltes couls proposs ; dans le cas o lasphalte coul doit tre pos sur des surfaces dont la pente est suprieure 6 %, lentrepreneur soumet laccord du fonctionnaire dirigeant en mme temps que la note justificative les rsultats de lessai de fluage (voir F.6.2.5) excut par un laboratoire externe approuv par le fonctionnaire dirigeant, pour la pente maximale rencontre, de lasphalte coul quil utilisera sur les tronons concerns ; pour les chantiers de plus de 1000 m de revtement, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant, avant le dbut de la mise en uvre du revtement en asphalte coul, une note prcisant les mesures prises pour assurer la qualit de la mise en uvre quant : la coordination de lapprovisionnement des quipes de pose en asphalte coul et en sables ou gravillons pour traitement de surface ; ladquation permanente des quipes de pose ; lexcution des travaux prparatoires. Cette note doit tre en possession du fonctionnaire dirigeant au plus tard quinze jours ouvrables avant le dbut de la mise en uvre du revtement en asphalte coul. si le cahier spcial des charges le prvoit (notamment pour des raisons esthtiques ou techniques), lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant dans un dlai fix au CSC un plan de pose reprenant limplantation et le type des diffrents joints ainsi que, le cas chant, la chronologie de pose des diffrents types de revtement (bton, pavages, enrobs compacts , asphalte coul,) et lments linaires. Le nombre de joints est toujours rduit au strict minimum. CONTROLES DE LA MISE EN UVRE ET DU RESULTAT Contrles avant la pose de lasphalte coul

F.6.4.2 F.6.4.2.1

Les contrles portent sur : la prsence de la fiche technique des asphaltes couls mettre en uvre ; la bonne adquation entre les fiches techniques, ltude prliminaire et lasphalte coul prescrit ;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 159

le systme dattestation de conformit (les asphaltes couls relvement du systme 2+) ; le matriel et loutillage ; le nombre et la conformit des poutres de rpartitions ou des finisseurs ventuels ; les niveaux des repres de rglage ; l'paisseur probable de la (ou des) couche(s) par mesure du niveau par rapport aux repres ou aux filets d'eau ; les dispositions prvues pour assurer la coordination de lapprovisionnement des quipes de pose, ladquation de ces quipes (nombre dhommes et matriel disposition) et lexcution des travaux prparatoires ; le relev des tempratures minimales nocturnes ; la rgularit, la propret et l'tat du support de la couche dasphalte coul; labsence dhumidit, de givre ou de verglas sur le support ; l'application de la couche de collage ventuelle sur le support (notamment aspect uniformment noir) ; les travaux prparatoires pour le traitement des joints au sein du revtement en asphalte coul (suivant les cas : sciage, fraisage, nettoyage, schage, badigeonnage de la tranche du revtement existant, mise en uvre des bandes bitumineuses pour joints, pose de languettes, ) ; les travaux prparatoires pour le traitement des joints entre un revtement en asphalte coul et un revtement dun autre type (ou un lment linaire, accessoire de voirie ou rail) dj pos (suivant les cas : sciage, fraisage, nettoyage, schage, badigeonnage de la tranche du revtement existant, mise en uvre des bandes bitumineuses pour joints, pose de languettes, ). Contrles en cours de pose des asphaltes couls

F.6.4.2.2

Les contrles portent sur : la conformit de lasphalte coul livr (vrification des bons de livraison et de leur correspondance avec la fiche technique des asphaltes couls mis en uvre) ; le matriel (malaxeur, dumper, poutre de rpartition et finisseur ventuel) ; le relev de la temprature sous abri ; le relev de la temprature du support ; la vitesse du vent ; lvaporation totale des solvants du vernis (vernis sec au toucher) ; la rupture totale de lmulsion et lvaporation totale de leau (liant sec au toucher) ; labsence dhumidit, de givre et de verglas sur la couche daccrochage ; l'absence de circulation sur la couche d'accrochage l'exception des dumpers ou ptrin approvisionnant lasphalte coul ; labsence totale de circulation sur les crans utiliss pour la pose en indpendance ou en semi-adhrence (papier Kraft, ); la composition de lasphalte coul (prlvement dchantillons en vrac la sortie du dumper ou dans la brouette) ; le calibrage de la temprature de lasphalte coul dans le malaxeur (cas des malaxeurs axe horizontal) ; les tempratures des produits avant leur pandage (mesures de la temprature dans la brouette ou la sortie du dumper ou du ptrin dans le cas dune pose avec poutre de rpartition ou par finisseur) ; le fonctionnement correct des poutres de rpartition ou des finisseurs ventuels ;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 160

les paisseurs des couches en cours dpandage et de rglage ; le traitement des joints ; le traitement de surface des couches de roulement ; la planit. CONTROLE DE LA CONFORMITE DE LA COMPOSITION DES ASPHALTES COULES FOURNIS AVEC LA COMPOSITION DE LASPHALTE COULE ENREGISTRE ET APPROUVE

F.6.4.2.2.1

Seuls des mlanges enregistrs par la Direction Gestion et Entretien des voiries et convenant pour la classe de trafic adquate peuvent tre poss. Le producteur dasphalte coul tient les bons de livraison de tous les matriaux utiliss pour confectionner le mlange la disposition du pouvoir adjudicateur la centrale denrobage et ce jusqu la rception dfinitive. Sur chantier, il est contrl que la composition livre correspond bien la composition de lasphalte coul approuv. Ce contrle est effectu en comparant le code de lasphalte coul livr (bon de livraison) avec le code de lasphalte coul enregistr par la Direction Gestion et Entretien des voiries et approuv par le fonctionnaire dirigeant.

F.6.4.2.2.2

CONTROLE DE LA GRANULARITE ET DE LA TENEUR EN LIANT DE LASPHALTE COULE EPANDU

Toute fourniture dasphalte coul est divise en lots. Un lot est dfini par la fourniture journalire dun mme type dasphalte coul en provenance dune mme centrale denrobage. Les caractristiques se mesurent sur des chantillons en vrac prlevs selon le matriel de mise en uvre utilis, dans la brouette, la sortie du dumper ou la sortie du ptrin raison de 1 chantillon par 20 Mg. Le prlvement est ralis dans des raviers en aluminium dun contenu dau moins de litre. Ces raviers sont placs un endroit o toute contamination du contenu est exclue. Une fois lasphalte coul refroidi, ces raviers sont ferms avec un couvercle. Le nombre dchantillons prlevs par lot ne peut tre infrieur 3. Le transport des chantillons vers le laboratoire et les cots de ralisation des essais sont charge du pouvoir adjudicateur. Les mthodes dessais pour la dtermination de la granularit et de la teneur en liant sont dcrites au chapitre M Mthodes dessais. Tout asphalte coul non conforme est refus.

F.6.4.2.2.3

TEMPERATURE DES ASPHALTES COULES MIS EN OEUVRE

La temprature de lasphalte coul est mesure, juste avant pandage, dans la brouette ou la sortie du dumper.
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 161

La temprature est mesure conformment la norme NBN EN 12697-13, sous rserve de lutilisation dune sonde dune longueur approprie.

F.6.4.2.2.4

PLANEITE

Les contrles sont effectus la rgle de 3 mtres immdiatement aprs refroidissement de lasphalte coul raison de 10 par 1000 m, ainsi que en tous points o ltat de surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions. La mthode de mesure est dcrite au chapitre M Mthodes dessais.

F.6.4.2.3 F.6.4.2.3.1

Vrifications posteriori CARACTERISTIQUES DE MASSE

F.6.4.2.3.1.1 Epaisseurs
La subdivision de la surface dasphalte coul et le nombre de mesures effectuer sont dtermines comme suit : Chaque surface totale dasphalte coul dau moins 1500 m est divise en section. Chaque division possde une surface de 1000 m. Le restant de la division est joint la surface contigu de 1000 m si sa surface est de moins de 500 m. Dans le cas contraire, elle est considre comme une surface part entire. Chaque surface totale de moins de 1500 m est considre comme une section. Chaque section est divise en trois lots aussi grands que possible (donc pas plus grands que 500 m). Afin de dterminer lpaisseur de lasphalte coul, il est prlev dans chaque lot un endroit dtermin alatoirement, en dehors des joints et fissures, une carotte de 100 cm. Trois carottes au minimum sont prleves sur chaque chantier. Les trous crs par le prlvement de ces carottes sont remplis dasphalte coul de mme composition directement aprs leur extraction. Lpaisseur individuelle de lasphalte coul dans un lot est donne par lpaisseur de lasphalte coul mesur sur la carotte prleve dans ce lot. Lpaisseur moyenne de lasphalte coul dans une section est obtenue en calculant la moyenne des paisseurs individuelles du revtement dans les lots de cette section.

F.6.4.2.3.1.2 Indentation
Lindentation est mesure suivant la NBN EN 12697-20 sur des chantillons prlevs en vrac sur chantier. La subdivision en lots est effectue suivant les prescriptions du F.6.4.2.2.2.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 162

F.6.4.2.3.2

CARACTERISTIQUES DE SURFACE

Le revtement est subdivis en une ou plusieurs sections, chaque section tant une zone homogne dun seul tenant. Chaque section est divise en lots, chaque lot tant constitu dune voie de circulation. Un rond-point est toujours considr comme une section.

F.6.4.2.3.2.1 Profil de la surface

Le contrle est ralis par relev topographique.

F.6.4.2.3.2.2 Planit
Le contrle est ralis la rgle de 3 m. La mthode dessai est dcrite dans la norme NBN EN 13036-7. Les contrles sont effectus raison de 10 par 1000 m, ainsi que en tous points o ltat de surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions.

F.6.4.2.3.2.3 Planit de surface lAPL (analyseur de profil en long)

La vrification de la planit longitudinale lAPL ne doit tre effectue que si elle est prvue dans le cahier spcial des charges. Les dispositions prvues au F.2.4.2.3.2.2 sont dapplication. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue de lessai. La mthode dessai est dcrite au chapitre M Mthodes dessais.

F.6.4.2.3.2.4 Ornirage
Visuellement, lornirage se marque par un ou plusieurs creux, longitudinalement continus, la surface du revtement, creux localiss la plupart du temps dans les frayes principales de la circulation. Lornirage se mesure : soit ponctuellement laide dune rgle dune longueur au moins gale la largeur dune demi-bande de circulation, soit, de manire systmatique, laide du TUS, du RUTMETER, de lARAN ou du transversoprofilographe.

Lorsque les spcifications reprises au F.6.3.2.4 ne sont pas respectes, un examen visuel est ralis afin de dterminer les causes de lornirage sur une tranche de +/- 20 cm de large,
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 163

prleve par sciage sur toute la longueur du profil en travers et sur toute lpaisseur des revtements en asphalte coul. Par examen visuel, il est constat pour quelles couches (asphalte coul, support, fondation, ) il y a eu refoulement latral de matire.

F.6.4.2.3.2.5 Coefficient de frottement transversal (SFCS)

La mthode dessai est dcrite au F.2.4.2.3.2.4 . Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue de lessai.

F.6.4.2.3.2.6 Coefficient de frottement longitudinal (LFCG)

Les conditions de vrifications sont prcises au F.2.4.2.3.2.5.

F.6.4.2.3.2.7 Couleur des asphaltes couls

La couleur des asphaltes couls nest vrifie quau niveau de la surface finie du revtement.

F.6.5

Paiement

Les couches de revtement en asphalte coul sont payes la surface mise en uvre (m) en fonction du type dasphalte coul (MA-10-x MA-6 ,3-x MA-4-x) et de lpaisseur (mm) pour les couches de roulement et les couches de liaison suprieures. Les cots du nettoyage, du schage et de la prparation du support sont compris dans le prix de la couche du revtement en asphalte coul pose en premier lieu sauf en cas de fraisage. La couche de collage, les crans pour pose en indpendance ou en semi-adhrence et le traitement de suface font lobjet dun poste spar au mtr. Le traitement des joints de reprise dans les couches de liaison en asphalte coul ne font pas lobjet dun post spar du mtr. Le traitement des joints de reprise dans la couche de roulement en asphalte coul ne font pas lobjet dun poste spar au mtr sauf dans le cas dun joint avec un revtement en asphalte coul prexistant lentreprise. Les prestations en rapport avec le traitement des joints entre une couche de liaison en asphalte coul et des revtements (ou un lment linaire, accesoire de voirie ou rail) de nature diffrente ne font pas lobjet de postes spars au mtr. Le traitement des joints dune couche de roulement en asphalte coul avec un revtement dun autre type ou un lment (lment linaire, accessoire de voirie, rail, ) pos pralablement fait lobjet dun poste spar au mtr. Le traitement de surface des couches de roulement en asphalte coul fait lobjet dun poste spar au mtr.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 164

F.7 F.7.1

REVETEMENTS EN ELEMENTS PREFABRIQUES EN BETON Ralisation de rampes de plateaux et de ralentisseurs de vitesse en lments prfabriqus en bton
DESCRIPTION

F.7.1.1

Les rampes de plateaux et ralentisseurs sont raliss laide dlments en bton prfabriqu pourvus sur la face infrieure darmatures dpassantes. Un bton autonivellant est coul ou pomp sous les lments aprs mise en place des lments sur des cales. Ce bton joue la fois le rle de fondation et de couche de pose. Cette mthode assure une stabilit durable des lments prfabriqus grce aux deux faits suivants : le bton autonivellant pouse parfaitement la forme de la face infrieure des lments ; le bton scelle les armatures dpassant sous les lments.

Les dispositions optimales doivent cependant tre recherches dans chaque cas particulier pour grer au mieux les discontinuits introduites au niveau du revtement et de la fondation du fait de lutilisation pour la ralisation du plateau ou ralentisseur dun autre matriau que celui utilis pour le reste de la voirie.

F.7.1.2 F.7.1.2.1

DOCUMENTS A FOURNIR PAR LADJUDICATAIRE Note de calcul

Une note de calcul dmontrant que les armatures et les lments eux-mmes sont dimensionns pour viter toute dgradation lors des manutentions, des stockages temporaires et lors de la pose est fournie par ladjudicataire au fonctionnaire dirigeant au moins 15 jours ouvrables avant commande des lments prfabriqus

F.7.1.2.2

Plan de pose

Un plan de pose est dress avec pour objectif : de limiter autant que possible : la surface de resserage en bton color (de mme teinte que les lments) et/ou , le nombre de pices spciales ; dviter lutilisation de trop petits lments ; de prciser la mthode utilise pour raccorder louvrage la voirie existante ;

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 165

de prciser la mthode utilise pour assurer, aprs ralisation du plateau ou ralentisseur, lvacuation des eaux de ruissellement.

Ce plan de pose est dress et fourni par lentrepreneur au fonctionnaire dirigeant pour accord au plus tard 15 jours ouvrables avant commande des lments prfabriqus.

F.7.1.3 F.7.1.3.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : lments prfabriqus en bton pour rampes de plateaux ou ralentisseurs de vitesse : C.49 ; produits de scellement couls : C.14.1 ; membrane plastique : C.11 ; mulsion cationique de bitume : C.9.5.2. Lmulsion est de type A1 (C60B1 pour couche de collage) dans le cas dune sousfondation en empierrement ou de type A3 (C60B1 pour couche de collage sur bton jeune) dans le cas dune sous-fondation en bton maigre jeune.

Le bton autonivellant de scellement rpond aux prescriptions du chapitre E le concernant : fondation en bton autonivellant pour lments prfabriqus : E.4.7. Excution TRAVAUX PREPARATOIRES

F.7.1.3.2 F.7.1.3.2.1

Les revtements existants ou dj raliss dans le cadre de la mme entreprise sont dcoups prcisment laplomb des extrmits des rampes. Les terrassements rpondent aux prescriptions du chapitre D. Les terrassements sont finaliss manuellement si ncessaire.

F.7.1.3.2.2

FONDATION EN BETON MAIGRE

La fondation en bton maigre rpond aux prescriptions du chapitre E. Les tolrances sur la planit sont dcrites au E.4.4.2.3. Les dfauts de planit mesurs la rgle de 0,3 m sont toutefois limits 6 mm. Les diverses limites de la fondation en bton maigre se situent dans le mme plan vertical que les limites du bton autonivellant de scellement.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 166

F.7.1.3.2.3

COUCHE DIMPERMEABILISATION

Une couche dimpermabilisation visant empcher quune partie de leau contenue dans le bton autonivellant de scellement ne sinfiltre dans la fondation en bton maigre est mise en uvre sur le bton maigre. Cette couche dimpermabilisation est dcrite au E.4.7.2.6.1.

F.7.1.3.2.4

MISE EN UVRE DES ELEMENTS PREFABRIQUES

Toutes les dispositions sont prises pour viter les dgradations (fissuration, paufrurage des artes, ) et souillures lors des oprations de manutention. Lespace laiss entre les lments prfabriqus en bton et la couche dimpermabilisation mise en uvre sur la fondation en bton maigre possde une hauteur de minimum 20 cm. Des lments de calage (blocs, cales, ) sont poss sur le dispositif impermable prvu au F.7.1.3.2.3 mis en uvre sur la fondation en bton maigre. Le dispositif de calage doit permettre : la pose en attente des lments prfabriqus (munis de leurs armatures dpassantes) lendroit o ils doivent tre scells ; de supporter temporairement, mais de faon stable, les lments prfabriqus du dispositif surlev pendant la mise en uvre du bton autonivellant ; deffectuer correctement le rglage en plan et en altimtrie des diffrents lments du dispositif surlev.

Toutes les dispositions sont prises de faon viter que les cales ne constituent des points durs aprs mise en service en cas de retrait significatif du bton. Par exemple, dans le cas o le calage est ralis avec des blocs en bton, les cales situes juste en dessous des lments prfabriqus sont en bois tendre sur toute la surface de calage. La largeur des joints entre lments prfabriqus est de 10 mm (tolrance 2 mm en plus et en moins). La diffrence de niveau entre lments prfabriqus ne dpasse pas 3 mm. Les armatures ne peuvent en aucun cas reposer sur la fondation en bton maigre. Une protection (par exemple feuille PE) est place sur la face suprieure des lments prfabriqus de faon a viter toute salissure et toute dgradation de ces lments pendant la mise en uvre du bton et des revtements juxtaposs. Les coffrages raliss sont parfaitement tanches et remontent jusquau niveau bas de la surface de roulement des lments prfabriqus. Les diverses limites de la fondation en bton autonivellant se situent dans le mme plan vertical que les limites de la fondation en bton maigre et celles des rampes en lments prfabriqus lorsque cela est ralisable. A dfaut, lorsque le revtement est de type bitumineux, le joint entre bton autonivellant de scellement et fondation dun autre type est
_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

F. 167

marqu dans le revtement par un joint impermabilis par le placement pralable dune bande bitumineuse pour joint.

Le bton autonivellant de scellement est pomp ou coul sur la couche dimpermabilisation de la fondation en bton maigre. Le bton remplit totalement lespace compris entre cette couche impermable et la face infrieure des lments prfabriqus. Tous les vides doivent tre remplis. Le bton autonivellant remonte dans les joints jusqu un niveau situ 3 cm (tolrance 1 cm) sous le niveau fini des lments prfabriqus au point bas de la rampe. Les joints sont nettoys lair comprim aprs mise en uvre et durcissement du bton autonivellant. Ils sont ensuite resserrs, directement aprs ce nettoyage, avec un produit de scellement coul. Une couche dapprt (primer) est applique sur le bton si cette application est incluse dans la description du systme du fabricant. Le produit de scellement descend jusquau fond du joint (jusquau niveau suprieur du bton autonivellant). En partie suprieure du joint, le remplissage doit tre arrt 4 mm sous le niveau de la surface de roulement. La couleur du scellement du joint est la mme que celle de la surface des lments prfabriqus. La surface de roulement est nettoye aprs travaux.

F.7.1.3.2.5

MISE EN SERVICE

Les prescriptions pour la mise en service du revtement en lments prfabriqus sont reprises au E.4.7.2.7.

F.7.1.4

PAIEMENT

Les rampes de plateau et de ralentisseurs de vitesse en bton prfabriqus sont pays sur base de la largeur mise en uvre (M) en fonction de la longueur des lments. Le cot des ancrages, du scellement des joints et de la pose sur cales est compris dans le prix. Les cots de la fondation en bton maigre, de la couche de protection de la sous-fondation et du bton autonivellant de scellement sont compris dans dautres postes au mtr.

_________________________________________________________________________________________

CCT 2011

G. 1

CHAPITRE G - DRAINAGE ET EGOUTTAGE Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
G.0 PRESCRIPTIONS COMMUNES

G.1

DRAINAGE G.1.1 Description G.1.2 Clauses techniques G.1.2.1 Matriaux G.1.2.2 Excution G.1.2.2.1 Drainage de type 1 G.1.2.2.2 Drainage de type 2 G.1.2.2.3 Drainage de type 3 G.1.2.2.4 Drainage de type 4 G.1.3 Vrifications G.1.4 Paiement

G.2

EGOUTS ET EVACUATION DEAU POSES EN TRANCHEES OUVERTES G.2.1 Description G.2.2 Pose des tuyaux G.2.2.1 Description G.2.2.2 Clauses techniques G.2.2.2.1 Matriaux G.2.2.2.2 Excution G.2.2.3 Vrifications G.2.2.3.1 Caractristiques gomtriques G.2.2.3.2 Contrle visuel des ouvrages G.2.2.3.3 Etanchit des canalisations G.2.3 Appui, enrobage et remblai G.2.3.1 Description G.2.3.2 Clauses techniques G.2.3.3 Paiement

G.3

BRANCHEMENTS ET RACCORDEMENTS AU RESEAU DEGOUT G.3.1 Description G.3.2 Clauses techniques G.3.2.1 Matriaux G.3.2.2 Excution G.3.2.2.1 Prescriptions communes G.3.2.2.2 Branchements publics davaloirs, de caniveaux, de chambres dappareil G.3.2.2.3 Branchements privatifs dimmeubles G.3.3 Rsultats et vrifications G.3.4 Paiement

CCT 2011

G. 2

G.4

FORAGE ET FONAGE DE TUYAUX G.4.1 Dfinitions G.4.2 Fonage G.4.2.1 Description G.4.2.2 Clauses techniques G.4.2.2.1 Matriaux G.4.2.2.2 Excution G.4.2.3 Spcifications G.4.2.3.1 Tolrances verticales par rapport au trac G.4.2.3.2 Tolrances horizontales par rapport au trac G.4.2.4 Vrifications G.4.2.5 Paiement G.4.2.5.1 Mesurage G.4.2.5.2 Rfactions pour manquement G.4.3 Forage dirig G.4.3.1 Description G.4.3.2 Clauses techniques G.4.3.2.1 Matriaux G.4.3.2.2 Excution G.4.3.3 Vrifications G.4.3.3.1 Vue en plan G.4.3.3.2 Etanchit G.4.4 Paiement G.4.4.1 Mesurage G.4.3.2 Rfactions pour manquement

G.5

CHAMBRES DE VISITE ET REGARDS DINSPECTION G.5.1 Description G.5.2 Clauses techniques G.5.2.1 Matriaux G.5.2.2 Excution G.5.3 Vrifications G.5.3.1 Examen visuel G.5.3.2 Ballottement du couvercle G.5.3.3 Etanchit G.5.4 Paiement G.5.4.1 Chambres de visite et regards dinspection (hors branchement) G.5.4.2 Regards dinspection sur branchement

G.6

AVALOIRS G.6.1 Description G.6.2 Clauses techniques G.6.2.1 Matriaux G.6.2.2 Excution G.6.3 Paiement

CCT 2011

G. 3

G.7

CANIVEAUX G.7.1 Description G.7.2 Clauses techniques G.7.2.1 Matriaux G.7.2.2 Excution G.7.3 Vrifications G.7.4 Paiement

G.8

REPARATION ET RENOVATION DE CANALISATIONS G.8.1 Description G.8.2 Chemisage continu polymris en place (relining ou Tuyau durci sur site aprs placement (TDSP)) G.8.2.1 Description G.8.2.2 Clauses techniques G.8.2.2.1 Matriaux G.8.2.2.2 Excution G.8.2.2.2.1 Confection de la chemise G.8.2.2.2.2 Introduction de la chemise dans la canalisation existante G.8.2.2.2.3 Traitement des raccordements G.8.2.3 Spcifications G.8.2.3.1 Prescriptions particulires G.8.2.3.2 Valeurs dclarer G.8.2.4 Vrifications G.8.2.5 Paiement G.8.3 Chemisage partiel polymris en place (manchette) G.8.3.1 Description G.8.3.2 Clauses techniques G.8.3.2.1 Matriaux G.8.3.2.2 Excution G.8.3.2.2.1 Confection de la manchette G.8.3.2.2.2 Installation de la manchette dans la canalisation existante G.8.3.2.2.3 Traitements des raccordements G.8.3.3 Spcifications G.8.3.4 Vrifications G.8.3.5 Paiement G.8.4 Coques et cunettes en polyester renforc de fibres de verre (PRV) G.8.4.1 Description G.8.4.2 Clauses techniques G.8.4.2.1 Matriaux G.8.4.2.2 Excution G.8.4.2.2.1 Installation des coques/cunettes G.8.4.2.2.2 Traitements des raccordements G.8.4.3 Spcifications G.8.4.4 Vrifications G.8.4.5 Paiement

CCT 2011

G. 4

G.8.5 Tubage avec espace annulaire au moyen de tuyaux continus ou courts G.8.5.1 Description G.8.5.2 Clauses techniques G.8.5.2.1 Matriaux G.8.5.2.2 Excution G.8.5.3 Spcifications G.8.5.4 Vrifications G.8.5.5 Paiement G.8.6 Tubage par enroulement hlicodal en PVC rigide G.8.6.1 Description G.8.6.2 Clauses techniques G.8.6.2.1 Matriaux G.8.6.2.2 Excution G.8.6.3 Spcifications G.8.6.4 Vrifications G.8.6.5 Paiement G.8.7 Panneaux prfabriqus en grs (dalles cramiques) G.8.7.1 Description G.8.7.2 Clauses techniques G.8.7.2.1 Matriaux G.8.7.2.2 Excution G.8.7.2.2.1 Travaux prliminaires G.8.7.2.2.2 Ralisation sans coffrage G.8.7.2.2.3 Ralisation avec coffrage G.8.7.3 Spcifications G.8.7.4 Vrifications G.8.7.4.1 Adhrence des plaques G.8.7.4.2 Adhrence de la rsine dpoxy sur les flancs des plaques G.8.7.4.3 Planit de surface G.8.7.5 Paiement G.8.8 Rnovation par projection de matriaux hydrauliques (gunitage) G.8.8.1 Description G.8.8.2 Clauses techniques G.8.8.2.1 Matriaux G.8.8.2.2 Excution G.8.8.3 Spcifications G.8.8.4 Vrifications G.8.8.4.1 Essais de rception technique pralable G.8.8.4.2 Contrles en cours dexcution G.8.8.5 Paiement G.8.9 Rparation ou rnovation au moyen dun mortier G.8.9.1 Description G.8.9.2 Clauses techniques G.8.9.2.1 Matriaux G.8.9.2.2 Excution G.8.9.2.2.1 Support G.8.9.2.2.2 Mise en place du mortier de rparation G.8.9.3 Spcifications G.8.9.4 Vrifications G.8.9.4.1 Essais de rception technique pralable G.8.9.4.2 Contrles en cours dexcution G.8.9.5 Paiement

CCT 2011

G. 5

G.8.10 Injections ponctuelles dtanchement G.8.10.1 Description G.8.10.2 Clauses techniques G.8.10.2.1 Matriaux G.8.10.2.2 Excution G.8.10.2.2.1 Cas des conduites non visitables G.8.10.2.2.2 Cas des conduites visitables G.8.10.3 Spcifications G.8.10.4 Vrifications G.8.10.4.1 Essai prliminaire linjection G.8.10.4.2 Contrles pendant les travaux G.8.10.5 Paiement G.8.11 Protection contre la corrosion au moyen de rsine poxy arme de fibres G.8.11.1 Description G.8.11.2 Clauses techniques G.8.11.2.1 Matriaux G.8.11.2.2 Excution G.8.11.3 Spcifications G.8.11.4 Vrifications G.8.11.5 Paiement G.8.12 Techniques destructives G.8.12.1 Description G.8.12.2 Clauses techniques G.8.12.2.1 Matriaux G.8.12.2.2 Excution G.8.12.3 Spcifications G.8.12.4 Vrifications G.8.12.5 Paiement G.8.13 Rparations ponctuelles G.8.14 Tubage sans espace annulaire au moyen de tuyaux PEHD continus pr- dforms ( close-fit lining ) G.8.14.1 Description G.8.14.2 Clauses techniques G.8.14.2.1 Matriaux G.8.14.2.2 Excution G.8.14.3 Spcifications G.8.14.4 Vrifications G.8.14.5 Paiement G.8.15 Injections pour stabilisation du sol et/ou comblement de cavits G.8.15.1 Description G.8.15.2 Clauses techniques G.8.15.2.1 Matriaux G.8.15.2.2 Excution G.8.15.2.2.1 Injections de coulis de ciment depuis la surface G.8.15.2.2.2 Injections au travers des parois de lgout G.8.15.3 Spcifications G.8.15.4 Vrifications G.8.15.5 Paiement

CCT 2011

G. 6

G.9

EXAMEN VISUEL DES OUVRAGES G.9.1 Description G.9.2 Clauses techniques G.9.2.1 Travaux prliminaires G.9.2.2 Excution G.9.3 Spcifications G.9.4 Paiement

G.10 CURAGE G.10.1 Description G.10.2 Nettoyage hydromcanique G.10.2.1 Description G.10.2.2 Spcifications G.10.2.3 Paiement G.10.3 Hydrocurage haute pression G.10.3.1 Description G.10.3.2 Spcifications G.10.3.3 Paiement

G.11 TUYAUX HORS SERVICE

CCT 2011

G. 7

G.0 PRESCRIPTIONS COMMUNES Domaine dapplication : Le prsent chapitre sapplique aux rseaux dvacuation et dassainissement fonctionnant principalement coulement libre, allant du point o leffluent quitte le btiment ou le rseau pluvial, ou pntre dans un avaloir de chausse, jusquau point o il est dvers dans une station de traitement ou dans le milieu rcepteur. Si la confection des joints tanches en caoutchouc ne fait pas lobjet de postes spciaux au cahier spcial des charges, elle est comprise dans le prix unitaire de ces lments. Tous les terrassements font lobjet de postes spcifiques au mtr. Les normes de la srie NBN EN 752 et la norme NBN EN 476 sont dapplication. Les pertuis couls en place sont dvelopps au I.1. Le choix des longueurs des tuyaux utiliss sera fait de manire minimiser lutilisation de pices spciales dassemblage.

CCT 2011

G. 8

G.1 G.1.1

DRAINAGE Description

Le drainage est ralis selon l'un des quatre types suivants : type 1 : des tuyaux perfors ou rainurs, entours de matriaux filtrants et drainants ; type 2 : des tuyaux perfors ou rainurs enrobs de matriaux filtrants ; type 3 : un gocomposite drainant ; type 4 : des tuyaux rainurs en polypropylne dur, sans enrobage de matriaux filtrants.

G.1.2 G.1.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sable pour drainage : C.2.4.1 ; matriau drainant : C.3.2 : gravillons naturels rouls ou concasss de dimensions comprises entre 8 et 32 mm ; gotextile: C.12 (tableau C.12.2.c) ; tuyaux drainants : C.25.1 : la nature et le diamtre sont dfinis par les documents du march ; matriaux filtrants : C. 25.2 ; gocomposites drainants : C.37 ; garniture dtanchit pour joints de canalisation : C.24. EXECUTION Drainage de type 1

G.1.2.2 G.1.2.2.1

Dans la mesure du possible, les drains sont construits daval en amont. La tranche de drainage est excute suivant une section trapzodale aux dimensions suivantes : hauteur totale : DI + 30 cm, avec un minimum de 40 cm ; largeur la base : DI + 20 cm, avec un minimum de 30 cm.

DI tant le diamtre intrieur du tuyau. Les parois de la tranche sont tapisses d'un gotextile d'une largeur telle que le recouvrement suprieur de l'enveloppe du drain soit d'au moins 20 cm. La continuit entre deux nappes est assure par simple recouvrement de 40 cm. Les tuyaux sont poss dans l'axe de la tranche. Ils sont assembls par embotement ou l'aide de manchons. Les extrmits amont sont pourvues d'un bouchon. Sauf prescription contraire aux documents du march, les tuyaux de drainage sont raccords dans les chambres de visite. La section drainante de la tranche est comble par le matriau drainant qui est recouvert par le gotextile.

CCT 2011

G. 9

G.1.2.2.2

Drainage de type 2

Ce drainage est ralis au moyen d'un engin assurant en une seule passe les dblais, la pose du drain la profondeur indique aux documents du march, et les remblais. G.1.2.2.3 Drainage de type 3

Les tranches sont ralises sur la largeur juste suffisante pour l'installation du gocomposite et prcise dans les documents du march. Si les moyens de mise en oeuvre ne permettent pas la ralisation d'une telle tranche, une surlargeur d'au moins 10 cm est ralise pour permettre le compactage des remblais. Sauf prescription contraire, le ct le plus permable des gocomposites est orient vers la structure routire. Les accessoires sont installs conformment aux indications du fabricant et de faon assurer la continuit et l'tanchit des filtres et membranes impermables. Les gocomposites installs dans une tranche avec surlargeur sont maintenus en position verticale contre la paroi ct route par des supports ou par un dispositif spcial de l'engin, en cas d'installation mcanique ou semi-mcanique. Sauf prescription contraire, les remblais sont raliss avec les matriaux de dblais, l'exclusion de tout lment de calibre suprieur 40 mm. Le compactage des remblais se fait la dame mcanique ou l'aide d'un dispositif spcialement conu pour ce travail (roue vibrante, ...). Pour les gocomposites installs dans une tranche sans surlargeur, le compactage s'effectue de part et d'autre de la tranche, complt, le cas chant, par celui des remblais au-dessus du gocomposite. Les gocomposites utiliss au niveau de et juxtaposs la sous-fondation ou la fondation, sont poss contre la paroi verticale du coffre et maintenus en place jusqu'au remblayage, par des supports qui ne les endommagent pas. Le compactage des 20 cm de la sous-fondation ou de la fondation longeant directement les gocomposites, se fait la dame mcanique ou l'aide d'un dispositif spcialement conu pour ce travail. G.1.2.2.4 Drainage de type 4

Systme de drainage compos dun ensemble de tuyaux en polypropylne et accessoires en polythylne ou polypropylne (raccords, coudes, embranchements, etc.), assembls par des raccords mcaniques sans bague dtanchit. Les tuyaux sont quips sur leur face infrieure et sur toute leur longueur dun canal intrieur dont le sommet est pourvu de perforations de drainage. Les dimensions de ces perforations sont suffisantes (> 44 cm/m dimension nominale de 10 x 60 mm) pour viter le colmatage du tuyau mme en labsence de tout filtre.

CCT 2011

G. 10

Figure G.1.2.a - Drainage de type 4 Les tuyaux drainants sont placs au niveau le plus bas de la zone drainer, et selon une pente continue dau moins 5 mm par m (0,5 %) afin dassurer une vitesse suffisante de leau vacue. Les tuyaux drainants sont placs dans une tranche dont le fond est stable, rsistant, rgulier et dont le profil en long est conforme la pente requise, sur une couche denviron 100 mm de gravillons de granularit 4/8, classe F, ayant une faible teneur en matires fines (classe f 0,5). Etant donn la forme particulire de la section du tuyau et le fait quil nest pas pourvu de petites ouvertures rgulirement rparties sur tout son pourtour et sur toute sa longueur, il faut les placer avec louverture centrale vers le bas, sur les supports fournis cet effet, placer tous les 4 mtres. Ces supports contribuent galement la raideur du tuyau. De mme, il est impratif dutiliser les manchons, raccords en T ou en Y fournis par le fabricant afin que lembotement assure la continuit de la forme de la section, sans entre deau autre que par les ouvertures prvues au sommet du canal infrieur. Avant de raccorder chaque tronon de tuyau (que ce soit un lment entier ou un lment coup) au suivant via un manchon, un raccord T ou un raccord Y, il y a lieu de placer chaque extrmit de chaque tronon un bouchon pour le canal infrieur, afin dempcher toute fuite deau ces endroits vers lextrieur du tuyau. De mme, le systme de drainage doit tre ferm par un bouchon lextrmit amont de chaque branche du systme. Pendant les travaux dinstallation, le systme ne peut pas tre soumis des sollicitations non prvues.

CCT 2011

G. 11

Les tuyaux doivent tre entours de matriaux drainants permettant une percolation rapide de leau vers les tuyaux. Ils consistent en granulats de classe granulaire 4/16 ayant une faible teneur en matires fines (classe f0,5). Les dimensions des plus gros granulats ne peuvent excder 20 mm. Le niveau du remblai au dessus du tuyau doit tre dtermin en fonction de la charge que peut accepter ce dernier.

G.1.3

Vrifications

Les profils, niveaux et alignements sont vrifis en continu. La portance des remblais des tranches est vrifie au pntromtre dynamique. Pour les remblais des gocomposites installs dans une tranche avec surlargeur, la pntration moyenne rpond aux critres du D.6.3.2.2.3. Les remblais des gocomposites utiliss au niveau de et juxtaposs la sous-fondation ou la fondation rpondent aux prescriptions des E.3 et E.4 pour ces couches.

G.1.4

Paiement

Le paiement des drains (tuyau, matriau drainant, gotextile) s'effectue sur base de la longueur excute, selon le type de drainage, y compris les matriaux drainants.

CCT 2011

G. 12

G.2

EGOUTS ET EVACUATION DEAU - POSES EN TRANCHEES OUVERTES Description

G.2.1

Canalisations gravitaires constitues de tuyaux circulaires, ovodes et/ou elliptiques, dlments de pertuis rectangulaires prfabriqus en bton arm, assembls par des joints tanches.

G.2.2 G.2.2.1

Pose des tuyaux DESCRIPTION

La mise en uvre des canalisations dgouttage et des collecteurs est conforme la norme NBN EN 1610 et aux prescriptions ci-aprs, compltant et modifiant certains points de la norme. G.2.2.2 G.2.2.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions des C.23 et C.24 et des documents du march qui prcisent: la nature du matriau ; les dimensions nominales des tuyaux ; le type des tuyaux ; la classe de rsistance. Excution

G.2.2.2.2

Les tuyaux sont placs en ligne droite entre les chambres de visite et respectent les pentes et/ou les niveaux prescrits. Sauf drogation accorde par le fonctionnaire dirigeant, les tuyaux sont poss d'aval en amont, les embotements femelles tant dirigs vers l'amont. Chaque tuyau est serr contre le prcdent au moyen d'un appareil exerant une force axiale sur le tuyau, sans quaucun contact mtallique ne soit exerc directement sur le tuyau. Les tuyaux reposent sur toute la longueur de leur corps. G.2.2.3 G.2.2.3.1 VERIFICATIONS Caractristiques gomtriques

Les profils, niveaux et alignements sont vrifis en continu.

CCT 2011

G. 13

G.2.2.3.2

Contrle visuel des ouvrages

L'entrepreneur effectue le curage des canalisations contrler. Le contrle visuel des canalisations non visitables s'effectue par camra mobile introduite l'intrieur de la conduite, avec retransmission instantane sur cran vido et enregistrement des observations (localisation, identification, nature,...) afin de vrifier l'tanchit, les pentes, les joints, l'absence de fissures et autres dfauts. Ce contrle visuel est excut conformment au G.9. Le contrle visuel des ouvrages peut tre complt d'essais locaux d'tanchit des joints chaque fois que ltat dun joint laisse supposer que ltanchit de celui-ci nest pas assure. G.2.2.3.3 Etanchit des canalisations

Les essais d'tanchit ( lair ou leau) sont raliss conformment la norme NBN EN 1610 sur des tronons reliant deux chambres de visite successives, la chambre d'extrmit amont tant comprise dans l'essai. L'entrepreneur fournit les systmes d'tanchit destins isoler le tronon soumis essai. Il fournit le matriel de mesure et les moyens de mise sous pression. Les documents du march fixent la mthodologie de lessai ( leau ou lair), le nombre dessais. Sauf prescription contraire, les essais sont effectus aprs la ralisation des raccordements. Le fonctionnaire dirigeant dsigne les tronons contrler. En cas de rsultat d'essai non conforme, l'entrepreneur procde ses frais la rparation des dfectuosits constates.

G.2.3 G.2.3.1

Appui, enrobage et remblai DESCRIPTION

Remblai proprement dit

Remblai initial Enrobage Remblai latral Appui Assise Lit de pose

Collet

b a Sol naturel

Fond de tranche

Figure G.2.3.a - Dfinition de lappui et de lenrobage (NBN EN 1610) Appui : Partie de louvrage qui soutient le tuyau entre le fond de la tranche et le remblai latral ou le remblai initial. Lappui est constitu par le lit de pose et lassise.

CCT 2011

G. 14

Remblai initial : Couche de matriau de remblai situe juste au dessus de la gnratrice suprieure du tuyau. Remblai latral : Matriau entre lappui et le remblai initial. Enrobage : Remblai situ autour du tuyau et comprenant lappui, le remblai latral et le remblai initial. Remblai proprement dit : Remblai entre le dessus de lenrobage et la surface du sol, le sommet du remblai indfini, ou, le cas chant, la base du corps de chausse ou du ballast de chemin de fer. Les largeurs minimales de tranche sont dfinies conformment la norme NBN EN 1610 (tableaux D.6.4.a et D.6.4.b du D.6.4). G.2.3.2 CLAUSES TECHNIQUES

Lappui, lenrobage et le remblai sont excuts conformment au D.6.4. Les documents du march prcisent le type dappui, la valeur de c et la valeur de b ou de k, o k dsigne le rapport de lpaisseur b de lassise et du diamtre extrieur OD du tuyau (sans collet), en millimtres. Lpaisseur minimale a et les matriaux constitutifs du lit de pose sont fixs dans les documents du march. L'enrobage est effectu par couches uniformes d'une paisseur maximale de 15 cm avant compactage. Celui-ci s'effectue au moyen d'engins manuels ou mcaniques lgers ne provoquant ni dplacement latral, ni dgradation de la canalisation. A dfaut a = c = 20 cm. Les espaces libres aprs enlvement des blindages sont combls au moyen du matriau prescrit pour l'enrobage de la canalisation. Des prcautions sont prises pour viter les boulements susceptibles de contaminer les matriaux d'enrobage. G.2.3.3 PAIEMENT

Le diamtre, la classe et la nature des tuyaux, le type denrobage ainsi que le type de pose constituent les paramtres de base dont chaque ensemble correspond un poste spar du mtr. Ces postes sont subdiviss en tranches de profondeur d'un mtre. Le prix unitaire comprend : les terrassements de dblais et remblais au moyen de terres, juges rutilisables, provenant du dblai ; lenrobage : appui en bton C 16/20, remblai latral et remblai initial en sable ciment; la pose et la fourniture des canalisations ; les fournitures et autres sujtions.

CCT 2011

G. 15

Le prix unitaire ne comprend pas les lments suivants, qui font lobjet de postes spars du mtr : le supplment ventuel pour la ralisation des remblais latral et initial dans un autre matriau que le sable ciment ; le matriau dapport ventuel ; lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites, lanalyse de ces terres et, dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement ; le raccordement de la canalisation au rseau existant ; les dmolitions et rfections de voirie ou de trottoir, y compris leurs fondations ; le contrle visuel par camra et le curage pralable imposs par le pouvoir adjudicateur, les essais dtanchit; le supplment ventuel pour le remplacement de sols impropres constituer le fond de fouille si le fonctionnaire dirigeant les juge insuffisamment portant ; lorsque le terrain n'est pas rput rocheux, l'extraction d'lments rocheux ou de massifs de maonnerie ou de bton faisant partie d'lments d'au moins 0,5 m est rmunre par un supplment sappliquant au volume effectif du rocher ou massif dsagrg.

CCT 2011

G. 16

G.3 G.3.1

BRANCHEMENTS ET RACCORDEMENTS AU RESEAU DEGOUT Description

Un raccordement dsigne le point de jonction dune canalisation avec une autre canalisation, ou un regard de visite ou une chambre dinspection. Un branchement est une canalisation et un raccordement en gnral enterr, destin vhiculer les eaux uses et/ou les eaux de surfaces depuis lorigine jusqu lgout public ou au collecteur. Ce paragraphe concerne comprend les branchements publics (d'avaloirs, de caniveaux, de chambres dappareil) et les branchements privatifs d'immeubles sur la canalisation principale effectus au moyen de canalisations continues ou soudes et de pices spciales, dun diamtre minimal de 150 mm.

G.3.2 G.3.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions des C.23 et C.24. Les documents du march prcisent : la nature, la classe de rsistance et le diamtre nominal des tuyaux ; la nature du matriau d'enrobage. EXECUTION Prescriptions communes

G.3.2.2 G.3.2.2.1

Les branchements sont excuts suivant le trac rectiligne le plus court et une pente minimale de 2 %, sauf si certains obstacles locaux ne le permettent pas. Ils ne prsentent ni contrepente, ni tronons horizontaux, ni siphons. Le matriau d'enrobage des canalisations rpond aux prescriptions du G.2.3.2. Il est dam et cal contre les parois des fouilles. Son paisseur minimale est de 10 cm sur tout le pourtour de la canalisation. Tout raccordement sur une canalisation principale s'effectue au moyen d'une pice de piquage scelle dans une ouverture amnage lors de la fabrication du tuyau ou ralise sur place par forage sans dtriorer le tuyau. Elle est fixe l'gout au moyen d'un joint souple tanche et elle sera pntrante dans lgout avec une saillie maximum de 5 cm. Sauf prescription contraire, le raccordement la canalisation principale se ralise dans le tiers suprieur de ce tuyau. Les documents du march prcisent le type et la localisation de la pice de piquage. L'axe du branchement et l'axe de la canalisation principale forment, en plan, un angle, mesur en suivant le sens de l'coulement, qui ne peut tre infrieur 90.

CCT 2011
VUE EN PLAN

G. 17

Ecoulement

> 90

Figure G.3.2.a - Raccordements au rseau dgout Le type de raccord est soumis l'approbation du fonctionnaire dirigeant. G.3.2.2.2 Branchements publics davaloirs, de caniveaux, de chambres dappareil

Les raccordements s'effectuent au moyen de pices spciales tanches. Les avaloirs, les caniveaux et chambres dappareils sont, sauf prescription contraire au cahier spcial des charges ou impossibilit technique approuve par le fonctionnaire dirigeant, raccords dans les chambres de visite au-dessus de la gnratrice suprieure de la canalisation principale. G.3.2.2.3 Branchements privatifs dimmeubles

Ltablissement de branchements lensemble constitu par les gouts communaux et ceux dont HYDROBRU est propritaire est assur exclusivement par HYDROBRU qui en garantit la gestion et la prennit. Ces branchements s'effectuent conformment aux figures G.3.2.b et G.3.2.c. Sauf prescription contraire, aucun branchement privatif n'est excut l'intrieur d'une chambre de visite. La distance minimale entre deux raccordements successifs est de 1 m. Les branchements sont excuts jusqu'aux limites fixes sur place par le fonctionnaire dirigeant (limite du domaine public, intrieur des immeubles ...). Lorsque la profondeur de l'gout le permet, ils sont excuts avec une pente minimale de 2 %. Pour les maisons sans cave, le fonctionnaire dirigeant fixe le niveau des raccordements; la hauteur minimale de couverture est de 1,30 m. Lorsque le branchement s'effectue jusqu' l'intrieur de l'immeuble, le dernier tuyau traverse le mur de cave ou la fondation et s'arrte une distance minimale de 15 cm l'intrieur du btiment. Au droit de la faade, une pice spciale destine recevoir les eaux de toiture peut tre prvue. Si le branchement passe sous la fondation du btiment, le trou autour du tuyau est obtur par du bton C 25/30 sur la largeur de l'assise du mur. Si le placement des tuyaux est raliser en partie par l'intrieur de l'immeuble, l'entrepreneur prvient l'habitant au moins 48 h avant d'entamer le raccordement. L'extrmit amont des branchements en attente est obture par un bouchon tanche et est repre au moyen d'un profil mtallique descendant jusqu'au tuyau et dpassant le sol de 30 cm.

CCT 2011

G. 18

Dans le cas de branchements sur canalisation non visitable, un tuyau de regard, de section circulaire ou carre, peut tre plac la limite de proprit, en domaine public sur un raccord T (90) ou une chambre de regard pour autant que la prsence des installations des imptrants le permette. Sur le tuyau de regard est fix un dispositif de fermeture de type Trottoir . Les documents du march prcisent la nature et la section du tuyau de regard ainsi que le type dlment sur lequel il est plac.
Longueur conventionnelle de paiement des terrassements

Enrobage

Sans cave ou vide ventil

Lit de pose suivant prescriptions du CSC

Pice de piquage

Egout public

Limite d'entreprise + Limite de proprit

Longueur conventionnelle de paiement des terrassements

Cave ou vide ventil min 1 m

Chambre de visiste avec couvercle tanche (facultatif)

Pice de piquage Enrobage

Lit de pose suivant prescriptions du CSC Egout public Limite d'entreprise + Limite de proprit

Figure G.3.2.b - Branchement privatif sur gout visitable

CCT 2011

G. 19

Longueur conventionnelle de paiement des terrassements Dispositif de fermeture type trottoir

Emplacement dfinir en fonction des imptrants (facultatif) Enrobage Sans cave ou vide ventil

Lit de pose suivant prescriptions du CSC

Pice de piquage

Limite d'entreprise + Limite de proprit

Egout public

Longueur conventionnelle de paiement des terrassements

Cave ou vide ventil

Chambre de visiste avec couvercle tanche (facultatif) Pice de piquage Enrobage

Lit de pose suivant prescriptions du CSC

Egout public

Limite d'entreprise + Limite de proprit

Figure G.3.2.c - Branchement privatif sur gout non visitable

G.3.3

Rsultats et vrifications

Le branchement satisfait aux mmes prescriptions que la canalisation principale.

CCT 2011

G. 20

G.3.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base et des longueurs de tranches mesures horizontalement en surface, dcomposes comme suit : un tronon droit entre lavaloir ou la limite de proprit et laxe du coude ; un tronon droit entre laxe du coude et laxe de lgout.

Les largeurs minimales de tranche sont dfinies conformment la norme NBN EN 1610 (voir tableaux D.6.4.a et D.6.4.b du D.6.4). Le diamtre, la classe et la nature des tuyaux ainsi que le type de pose constituent les paramtres de base dont chaque ensemble correspond un poste spar du mtr. Ces postes sont subdiviss en tranches de profondeur d'un mtre. Chaque profondeur hi,moy prendre en considration correspond la valeur moyenne, pour le tronon droit considr, de la hauteur entre le terrain naturel ou le fond de coffre, et le fond de la tranche.
L2 L1

Tranche i

1m h 1, moy

Tranche i + 1

h 2, moy

Figure G.3.4.a - Principe de dcomposition en tranches pour le paiement des branchements Le prix unitaire comprend : les terrassements de dblais et remblais au moyen de terres juges rutilisables provenant des dblais ; lenrobage en sable ciment; la pose et la fourniture des canalisations ; les fournitures et autres sujtions.

CCT 2011

G. 21

Le prix unitaire ne comprend pas les lments suivants, qui font lobjet de postes spars du mtr : les pices spciales sont comptes comme si ctait un mtre de tuyau de mme diamtre. Le choix des longueurs des tuyaux utiliss sera fait de manire minimiser lutilisation de pices spciales dassemblage. le matriau dapport ventuel ; lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites ainsi que lanalyse de ces terres font lobjet de postes spcifiques au mtr. Dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr. le supplment ventuel pour la ralisation de lenrobage dans un autre matriau que le sable ciment ; les traverses et rfections de murs ou passage sous leurs fondations, payes en rgie (ou somme justifier) ; les fouilles et dmolitions lintrieur dun btiment ou dun ouvrage et lvacuation des dchets, le remblai et les rparations ventuelles ; le percement et le raccordement du branchement la canalisation principale ou une chambre de visite ; le raccordement du tuyau linstallation situe en partie privative ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris le reprage en surface ; le tuyau de regard ou la chambre ventuel(le) la limite de proprit ; les dmolitions et rfections de voirie ou de trottoir, y compris leurs fondations ; le contrle visuel par camra et le curage pralable imposs par le pouvoir adjudicateur ; les essais dtanchit ; le supplment ventuel pour le remplacement de sols impropres constituer le fond de fouille si le fonctionnaire dirigeant les juge insuffisamment portant ; lorsque le terrain n'est pas rput rocheux, l'extraction d'lments rocheux ou de massifs de maonnerie ou de bton faisant partie d'lments d'au moins 0,5 m est rmunre par un supplment sappliquant au volume effectif du rocher ou massif dsagrg.

CCT 2011

G. 22

G.4 G.4.1 Fonage

FORAGE ET FONAGE DE TUYAUX Dfinitions

Le fonage consiste la mise en uvre de tuyaux pousss par un dispositif mcanique adquat avec vacuation des dblais lavancement. On distingue : les procds en bouclier ferm, compltement automatiss, pilots au dpart dun poste de commande externe et permettant le contrle des paramtres (effort de pousse, tolrances, ) appels tunnelling ou micro-tunnelling ; les procds en bouclier ouvert semi-automatiques avec oprateur en front de taille ; les forages la tarire .

Forage dirig Le forage dirig consiste la mise en uvre dune canalisation, assemble en surface, par traction dans un tunnel pralablement excut par forage hydraulique.

G.4.2

Fonage

Les documents du march prcisent la technique dexcution et le diamtre minimum. A dfaut, le choix de la technique de fonage est laiss l'entrepreneur. G.4.2.1 DESCRIPTION

Le fonage comporte : les terrassements pour l'excution des puits de travail et de rcupration jusqu' la profondeur ncessaire, y compris les blindages ncessaires, le maintien sec du fond de la fouille, le stockage et/ou le chargement des dblais, y compris le remblaiement ; lvacuation hors des limites de lentreprise des terres non pollues ; l'installation des dispositifs d'appui et de pousse, les stations intermdiaires ventuelles et le dmontage de ces dispositifs aprs achvement des travaux ; la fourniture, la mise en uvre des tuyaux en terrain meuble, lassemblage des joints et le chargement des matriaux excavs ; l'injection ventuelle d'un produit lubrifiant pour rduire la friction entre les tuyaux et le terrain ; la dmolition des constructions en avant du front de travail et lexcavation des matriaux restants ; la remise en tat du site l'issue des travaux ; toutes sujtions ncessaires la bonne excution.

Dans le cas de pollution des terres, lvacuation et la mise en dcharge y compris les ventuelles taxes de dversage et/ou le traitement des matriaux excdentaires font lobjet de postes spcifiques au mtr.

CCT 2011

G. 23

Les documents du march fournissent les essais gotechniques et prcisent si le fonage est excut dans la nappe aquifre. G.4.2.2 G.4.2.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : tuyaux en bton arm : C.23.2 ; tuyaux en bton arm avec me tle : C. 23.3 ; tuyaux en grs : C. 23.4 ; tuyaux en grs enrobs de bton : C. 23.2 et C. 23.4 ; tuyaux en acier : C. 23.7 ; tuyaux en matriaux synthtiques simples ou enrobs de bton : C. 23.5 ; joints, anneaux et bagues d'tanchit : C.24.

Les tuyaux sont sans collet et peuvent tre pourvus de trous destins l'injection de produit lubrifiant. Pour les fonages en courbe, des tuyaux avec faces d'extrmit obliques sont admis. Les documents du march prcisent la nature des tuyaux, le type de joint, la classe de rsistance, les dimensions et la forme de la section d'coulement. Ils peuvent prvoir un anneau de rpartition de pousse. G.4.2.2.2 Excution

En fonction de ltude gotechnique et des zones demprises rserves pour les puits, l'entrepreneur soumet lapprobation, 30 jours calendrier avant le dbut des travaux, une description complte de ses moyens d'excution y compris : l'emplacement et les dimensions des puits de travail et de rcupration ; la pousse admissible sur les tuyaux ; les caractristiques pour la station principale, les stations intermdiaires et le guidage ; le procd d'injection entre le terrain et la canalisation ; la faon de raccorder les conduits et regards de visite sur les tuyaux foncs ; les dtails dexcution des joints ; la description de linjection du produit lubrifiant ; la classe de rsistance des tuyaux ; la note de calcul dmontrant la faisabilit du fonage ; la description de la mthode de blindage, ainsi que la note de calcul des diffrents puits.

Dans le cas d'un fonage sous air comprim, l'entrepreneur dcrit en plus : le nombre et le type de compresseurs ; l'installation de filtres air ; le systme de rglage pour le maintien de la pression ; le sas (au moins 2 portes).

Si les moyens d'excution proposs par l'entrepreneur ncessitent une section plus grande que prvue, une autre classe de rsistance, un autre matriau et/ou un autre type de joint, ces

CCT 2011

G. 24

modifications sont soumises l'accord du fonctionnaire dirigeant et ralises sans supplment de prix. La trousse coupante est conue de manire empcher tout boulement ou venue d'eau. Elle est rglable l'aide d'un systme de guidage. Les joints sont tels qu'ils rsistent aux diffrentes sollicitations dexcution et dexploitation. En cas de ncessit, les tuyaux sont pourvus d'ouvertures pour linjection afin de lubrifier l'espace compris entre le sol et la paroi extrieure des tuyaux l'aide d'un fluide thixotropique ou quivalent, afin de rduire le frottement entre le tuyau et le sol et de limiter la force du fonage. Aprs le fonage, il convient de procder la stabilisation des conduites dans le terrain par l'injection du vide annulaire et le remplissage des cavits restantes avec du mortier. A la fin du fonage, les trous d'injection sont bouchonns et obturs par un matriau soumettre l'approbation du fonctionnaire dirigeant de manire assurer ltanchit de lensemble. Dans le cas d'un fonage sous air comprim, l'entrepreneur assure l'tanchit l'endroit o le tuyau de fonage pntre dans le blindage. Il amorce le fonage sous air comprim et conoit le puits de travail en consquence. En cas de risque d'boulement ou de venue d'eau, la surpression est maintenue de faon continue. Des compresseurs de rserve ainsi qu'un groupe lectrogne sont disponibles sur le chantier. Le rglage de la pression se fait en dehors de la chambre de travail. G.4.2.3 SPECIFICATIONS

Sauf stipulation contraire des documents du march, les tolrances suivantes sont d'application. G.4.2.3.1 Tolrances verticales par rapport au trac

Il est fait une distinction entre les ouvrages : dont le profil en long est d'importance primordiale pour le bon fonctionnement de l'ouvrage (gouttage) ou pour le maintien d'un gabarit sur toute la longueur de l'ouvrage (tunnel de guidage). Dans ce cas : les dviations sont admises jusqu' une valeur limite de 5 % du diamtre intrieur, une rfaction de prix est applique pour chacune des longueurs o l'cart par rapport l'axe thorique du fonage est suprieur 5 % du diamtre intrieur du tuyau. De plus, pour les conduites gravitaires, toutes les contre-pentes sont limines avec un bton de remplissage rsistance gale contre les agressions chimiques et mcaniques. Aprs durcissement du bton de remplissage, les extrmits sont paracheves avec un bton base de ciment HSR ; les ouvrages dont les fonctions technique et hydraulique ne sont plus garanties sont refuss. Ils sont remis en conformit par et aux frais de lentrepreneur ;

CCT 2011

G. 25

dont le profil en long n'est pas d'importance primordiale pour l'ouvrage. Dans ce cas : les dviations sont admises jusqu' une valeur limite de 30 % du diamtre intrieur ; une rfaction de prix est applique pour chacune des longueurs o l'cart par rapport l'axe thorique du fonage est suprieur 30% du diamtre intrieur du tuyau ; les ouvrages dont la fonction technique nest plus garantie sont refuss. Ils sont remis en conformit par et aux frais de lentrepreneur. Tolrances horizontales par rapport au trac

G.4.2.3.2

Il est fait distinction entre les ouvrages : dont les points darrive et de dpart sont d'importance primordiale pour la fonction de l'ouvrage. Dans ce cas, la tolrance horizontale maximale est de 50 % du diamtre intrieur du fonage du tuyau. Dans le cas dcarts plus importants, une rfaction de prix est applique ; dont le trac n'est pas d'importance primordiale pour la fonction de l'ouvrage. Dans ce cas, les documents du march fixent la tolrance au cas par cas. VERIFICATIONS

G.4.2.4

Aprs excution des puits de dpart et avant le dmarrage du fonage, les alignements et le niveau du dispositif de forage sont contrls par le fonctionnaire dirigeant. Les profils, niveaux et alignements et paramtres de fonage sont vrifis en continu et inscrits journellement au journal des travaux. Toute anomalie susceptible dentraner un problme dexcution est signale au fonctionnaire dirigeant et les mesures prendre sont dfinies dun commun accord. Les vrifications suivantes sont effectuer par l'entrepreneur. Elles sont communiques au fonctionnaire dirigeant : les vrifications portant sur le rabattement de la nappe ; les vrifications portant sur les tassements ; le relev du trac et des niveaux de fonage, effectu avec une prcision minimale de 10 mm dans un systme d'axes indpendant du mur de pression de fonage et des tuyaux. Les rsultats de la vrification sont reprsents sur une vue en plan et un profil en long ; les relevs automatiques et continus des pressions de fonage des vrins principaux et des vrins de la station intermdiaire de fonage, traduits sur un graphique (temps pression de fonage).

Ces prestations constituent une charge dentreprise.

CCT 2011

G. 26

G.4.2.5 G.4.2.5.1

PAIEMENT Mesurage

Le paiement du fonage des tuyaux s'effectue sur base de la longueur totale des tuyaux foncs. Le paiement des puits de travail et de rcupration ainsi que le paiement de linstallation de fonage seffectuent prix global. Les documents du march prvoient, le cas chant, les postes suivants : dmolition de maonneries ; dmolition de bton non arm et d'lments rocheux ; dmolition de bton arm et de pices mtalliques ; arrt de fonage en rgie ; extraction de dbris infranchissables, en rgie.

Sont inclus dans les prix : le colmatage des cavits ventuelles au front d'exploitation ; la mise en place de stations intermdiaires de pousse ; l'injection ventuelle de produits lubrifiants ; l'injection, la fin du fonage, de matriaux de remplissage de l'espace autour de la canalisation. Rfactions pour manquement

G.4.2.5.2

Dans le cas d'un trac ralis avec un cart vertical suprieur la tolrance, il est fait application des formules de rfaction suivantes : Si Nr > 0,05 . Di pour les profils en long dune importance primordiale :
Rn = p . l . Nr (Di . 0,05) .2 Di

Si Nr > 0,3 . Di pour les profils en long dune importance non primordiale : Rn = p . l . Nr (Di . 0,3) .2 Di

Dans le cas d'un trac ralis avec un cart horizontal suprieur la tolrance, il est fait application de la formule de rfaction suivante : Si Nr > 0,5 . Di pour les tracs dimportance primordiale :

Rn = p . l . o

Nr (Di . 0,5) 2 . Di

Rn = rfaction pour manquement () ; p = prix unitaire du tuyau (/m) ; l = longueur du tronon droit concern (m) ; Nr = cart moyen du tronon (mm) ; Di = diamtre intrieur du tuyau (mm).

CCT 2011

G. 27

G.4.3 G.4.3.1

Forage dirig
DESCRIPTION

Le forage dirig comprend : les terrassements des puits de dpart et de rception jusqu la profondeur ncessaire, y compris le stockage des dblais, le maintien sec du fond de fouille et linstallation, la mise en service, le dmontage et lenlvement des matriels ; la livraison, lassemblage et la pose des tuyaux ; la fourniture de boues thixotropiques ; les travaux dpendant directement des travaux prcits pour autant quils ne soient pas prvus explicitement dans un autre poste du mtr rcapitulatif comme : les injections permettant dviter les cavits entre le sol et la conduite ; les injections de produit lubrifiant permettant de rduire les efforts de frottement entre le sol et la canalisation pendant lexcution. CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

G.4.3.2 G.4.3.2.1

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant :

tuyaux en matriaux synthtiques : C.23.5 ; tuyaux en fonte ductile : C.23.6.

Les documents du march prcisent la nature et les dimensions des tuyaux, la classe de rsistance et le type de joint.

G.4.3.2.2

Excution

En fonction de ltude gotechnique et des zones demprises rserves pour les puits, l'entrepreneur joint son offre une description complte de ses moyens d'excution y compris :

les notes de calculs de la conduite dans les conditions intermdiaires (pose sur appuis provisoires avant mise en uvre, pendant la mise en uvre) et dfinitives (en fonction notamment de la profondeur et du rayon de courbure) ; le mode dexcution proprement dit avec description complte de la tte de forage, son accouplement au tube dalimentation, la prsence ventuelle dun systme de rinage, les caractristiques de la boue thixotropique permettant de stabiliser la section fore, le rinage de cette section, son alsage et la mthode de traction de la conduite ; le descriptif de linstallation de chantier ; la destination du mlange constitu des dblais et de la boue thixotropique ; le raccordement de la conduite aux tronons adjacents excuts en fouille ouverte.

Lassemblage des tuyaux en PE est excut par soudure au miroir conformment aux prescriptions du C.23.5. Il est soumis un test dtanchit la pression de 0,6 MPa avant mise en uvre.

CCT 2011

G. 28

Le forage rpond aux principes suivants :

la tte de forage est conduite dans le sol par une double action de rotation et de pousse ; le fluide de forage compos dun mlange deau et de boue thixotropique est amen la tte de forage par la ligne dalimentation accouple la tte ; le fluide de forage est inject haute pression dans le sol par la tte de forage de manire raliser un conduit stable ; un systme de commande appropri permet dorienter la tte de forage dans la direction souhaite ; la tte de forage est quipe dune sonde mettrice transmettant en surface les donnes relatives sa position en plan et en profil en long ; une fois le forage excut, le tunnel ainsi cr est als au diamtre souhait ; la canalisation pr-assemble est accouple lalseur et tire dans le tunnel ; lalseur a un diamtre adapt la canalisation mettre en uvre.

Les paramtres (pression sur la tte de forage, effort de traction sur la conduite, avancement de la ligne) sont enregistrs pendant lexcution de manire continue et automatique. Ils font lobjet dun rapport destination du fonctionnaire dirigeant.

G.4.3.3

VERIFICATIONS

Les vrifications et contrles suivants sont raliss :

contrle de la vue en plan (coordonnes X-Y) ; tanchit de la conduite. Vue en plan

G.4.3.3.1

Le contrle des coordonnes est effectu au moyen de mesures topographiques. La tolrance par rapport aux coordonnes thoriques X-Y est de 1 mtre maximum, sauf dispositions contraires des documents du march.

G.4.3.3.2

Etanchit

La pression de contrle est de 0,6 MPa.

G.4.4 G.4.4.1

Paiement
MESURAGE

La mise en uvre des puits de forage et de rception, le forage de la tte (tir pilote ) et la mise en uvre de la canalisation par traction font lobjet de postes spcifiques au mtr rcapitulatif, y compris lvacuation. Seule la longueur effective de forage est prise en compte et paye au mtre. Lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites ainsi que lanalyse de ces terres font lobjet de postes spcifiques au mtr. Dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres,

CCT 2011

G. 29

lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr.

G.4.4.2

REFACTIONS POUR MANQUEMENT

En cas dcart du trac suprieur la tolrance admise et pour autant que la canalisation rponde aux autres prescriptions, la mise en conformit est accepte sauf dispositions contraires des documents du march. Les prestations de mise en conformit sont excutes par et aux frais de lentrepreneur et comprennent les prestations relatives aux raccordements concerns par les imprcisions dexcution.

CCT 2011

G. 30

G.5 G.5.1

CHAMBRES DE VISITE ET REGARDS DINSPECTION Description

Ralisation d'accs aux canalisations par assemblage en place d'lments prfabriqus ou dlments de tuyaux. Les regards dinspection sur les branchements privatifs sont prconiss dans le cas de raccordement sur un gout non visitable, et en labsence dun regard dinspection situ en partie privative. Les trappillons sont des cadres avec couvercle, destins au recouvrement des regards et chambres de visite. Les documents du march dfinissent le type de trappillon et ses caractristiques.

G.5.2 G.5.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : trappillons : C.28.2 ; chelles et chelons : C.29.1 et C.29.2 ; chambres de visite prfabriques : C.35.

Le bton de fondation C 16/20 est conforme au I.2.

G.5.2.2

EXECUTION

Llment de base (ou culot) repose sur une fondation en bton C 16/20 d'une paisseur de 15 cm. Les lments de la chambre sont excuts en alignement vertical et respectent l'tanchit prescrite. Le trappillon n'empite pas sur le filet d'eau ou la bordure. Le cadre du trappillon est contrebut ou ancr et pouse le profil du revtement. Les documents du march prcisent le type de regard dinspection et le mode dexcution.

G.5.3 G.5.3.1

Vrifications
EXAMEN VISUEL

Le contrle visuel des chambres de visite et regards dinspection est excut conformment au G.9.

CCT 2011

G. 31

G.5.3.2

BALLOTTEMENT DU COUVERCLE

S'il y a ballottement du couvercle dans son chssis, l'entrepreneur remplace lensemble du chssis et du couvercle.

G.5.3.3

ETANCHEITE

Pour les ovodes 80/120 et pour les gouts dont le diamtre des tuyaux est gal ou suprieur 1 m, un essai dtanchit sera ralis sur une chambre sur cinq excutes ou par fraction restante de cinq. Le fonctionnaire dirigeant dsigne les chambres contrler. L'entrepreneur fournit le systme de tampons tanches destins obturer les canalisations aboutissant dans la chambre. Le niveau de remplissage au dbut de l'essai est celui du trappillon. Aprs une priode de 24 h, le niveau de l'eau est ramen son niveau suprieur. Ds ce moment, l'abaissement du niveau dans les 4 h qui suivent est infrieur 1 % de la hauteur. Si les rsultats de l'essai sont non conformes, l'entrepreneur procde ses frais la rparation des fuites et un nouvel essai de contrle.

G.5.4 G.5.4.1

Paiement
CHAMBRES DE VISITE BRANCHEMENT) ET REGARDS DINSPECTION (HORS

La fourniture et pose de chambres de visite prfabriques en bton arm sont payes en fonction du diamtre de la conduite principale qui vient sy raccorder, en fonction de la profondeur. Le prix comprend : les dblais ; le bton de propret ; lappui en bton C 16/20 ; le remblai initial et latral en sable ciment (jusqu 10 cm au-dessus de lextrado de la conduite principale) ; les embases adaptes au diamtre de la conduite principale qui vient se raccorder aux chambres de visites ; les fts en bton arm ; le remblai en terre saine ; la dalle rductrice ventuelle ; le cadre.

CCT 2011

G. 32

Les lments suivants font lobjet de postes spcifiques au mtr : lvacuation vers un lieu de stockage temporaire hors des limites de lentreprise des terres non rutilises lintrieur de ces limites, lanalyse de ces terres et, dans le cas o cette analyse rvle une pollution des terres, lvacuation, la mise en dcharge, y compris les ventuelles taxes de versage et/ou le traitement; les dispositifs de fermeture ; les trappillons ; les chelles ; les chelons ; le revtement spcial ventuel du fond de chambre ; le supplment ventuel pour des chambres de visite dangle ; le supplment ventuel pour des chambres de visite de chute ; le supplment ventuel pour le remplacement de sols impropres constituer le fond de fouille si le fonctionnaire dirigeant les juge insuffisamment portant ; lorsque le terrain n'est pas rput rocheux, l'extraction d'lments rocheux ou de massifs de maonnerie ou de bton faisant partie d'lments d'au moins 0,5 m est rmunre par un supplment sappliquant au volume effectif du rocher ou massif dsagrg.

Les essais d'tanchit sont pays la pice.

G.5.4.2

REGARDS DINSPECTION SUR BRANCHEMENT

Les regards dinspection sur branchement sont pays la pice, toutes sujtions comprises. Des postes spcifiques, tenant compte de la profondeur et du type de regard sont prvus au mtr. Les essais d'tanchit sont pays la pice.

CCT 2011

G. 33

G.6 G.6.1

AVALOIRS Description

Ouvrages destins assurer la rcolte des eaux de pluie et leur vacuation vers la canalisation tout en servant de rceptacle aux boues et dtritus. Les documents du march dfinissent le type d'avaloir et ses caractristiques. La grille prsente le mme profil que le filet d'eau.

G.6.2 G.6.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Les avaloirs rpondent aux prescriptions du C.28.1. Le bton de fondation C 16/20 est conforme au I.2. Les fourrures de joints de dilatation sont conformes aux C.15. Les produits de scellement sont conformes au C.14.

G.6.2.2

EXECUTION

Les avaloirs sont poss sur une fondation en bton C 16/20 d'une paisseur minimale de 10 cm et dbordant dau moins 10 cm sur le primtre du puisard. Ils sont poss un niveau tel que la face suprieure de la grille soit 0,5 cm plus basse que le filet d'eau qui y aboutit. Les grilles articules se ferment dans le sens du trafic. Des joints de dilatation souples sont poss entre lavaloir et les lments linaires. S'il y a ballottement entre le chssis, la cuve ou la grille, l'entrepreneur y remdie.

G.6.3

Paiement

Le paiement des avaloirs s'effectue la pice, y compris terrassements et fondations et toutes sujtions comprises.

CCT 2011

G. 34

G.7 G.7.1

CANIVEAUX Description

Ouvrages destins assurer la rcolte et l'vacuation des eaux de ruissellement.

G.7.2 G.7.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Les caniveaux prfabriqus en bton, en bton polyester ou en bton arm de fibres rpondent aux prescriptions du C.36. Le bton de fondation est conforme au I.2. Les produits de scellement sont conformes au C.14.

G.7.2.2

EXECUTION

Le caniveau est pos sur une fondation en bton maigre C 16/20 de 10 cm d'paisseur minimum.

G.7.3

Vrification

Le profil du caniveau s'intgre dans celui des revtements situs de part et d'autre. Les lments sont poss suivant un trac continu. La tolrance est de 1 cm par rapport au trac. Les lments hors tolrances d'alignement ou prsentant une contre-pente sont dmonts et reposs. Les joints ne perturbent pas l'coulement des eaux.

G.7.4

Paiement

Le paiement des caniveaux s'effectue sur base de la longueur des lments poss, mesure dans l'axe, toutes sujtions comprises. Les coupe-odeurs et bacs sable sont compts sparment et font lobjet de postes spcifiques du mtr.

CCT 2011

G. 35

G.8 G.8.1

REPARATION ET RENOVATION DE CANALISATIONS Description

Remise en tat et/ou tanchisation structurante ou non de canalisations d'gouts, visitables ou non, ralise partir des chambres et/ou regards de visite, dun puits dintervention ou douvertures ponctuelles sur la canalisation et sans ouverture de tranches, ayant pour but de restaurer ou damliorer les performances dun rseau dvacuation et dassainissement existant. Dans le cas de rectification de dfauts localiss, on parle de rparation . Dans le cas de mesures concernant la totalit ou une importante portion dun tronon, on parle de rnovation . Les diffrentes techniques de rparation et/ou rnovation (rhabilitation) des gouts peuvent entraner des amliorations tant au niveau de la rsistance structurelle, de l'tanchit qu'au niveau hydraulique sans oublier l'effet anticorrosion et/ou anti-abrasion. Certains systmes permettent galement de reprendre des sollicitations exerces sur les tuyaux. La rnovation de canalisations ncessite au pralable un examen de celles-ci par examen visuel ou endoscopique ( G.9) prcd dun ventuel curage ( G.10). Les techniques de rparation et de rnovation sont :

le chemisage continu polymris en place (relining) G.8.2 ; le chemisage partiel polymris en place G.8.3 ; les coques et cunettes en polyester arm de fibres de verre G.8.4 ; le tubage avec espace annulaire au moyen de tuyaux continus ou courts - G.8.5 ; tubage par enroulement hlicodal en PVC rigide G.8.6 ; les panneaux prfabriqus en grs (dalles cramiques) G.8.7 ; la rnovation par projection de matriaux hydrauliques (gunitage) G.8.8 ; la rnovation au moyen dun mortier de rparation G.8.9 ; les injections ponctuelles dtanchement G.8.10 ; la protection contre la corrosion au moyen de rsine poxy arme de fibres G.8.11 ; les techniques destructives G.8.12 ; les rparations ponctuelles G.8.13 ; le tubage sans espace annulaire au moyen de tuyaux PEHD continus pr dforms (Close-Fit Lining) G.8.14 ; les injections pour comblement de cavits G.8.15.

Pralablement lexcution des travaux, et selon les impratifs techniques des procds mis en oeuvre, les effluents devront ventuellement tre dtourns, pomps ou retenus de manire assurer le maintien sec des zones de travail ainsi que leur propret pendant toute la dure des travaux. Il pourrait galement savrer ncessaire de procder une drivation des coulements provenant de branchements privs ou davaloirs. Il sera ventuellement procd un curage des parties dgout concernes, conformment au G.10, les raccordements pntrants seront arass, les saillies inscrites dans le gabarit traiter seront dcapes et les retombes de dbris vacues.

CCT 2011

G. 36

Rhabilitation

Rparation

Rnovation

Remplacement

Chemisage partiel polymris en place (Manchette) Injections ponctuelles d'tanchement Mortier de rparation Injections pour comblement de cavits Rparations ponctuelles Robots multifonctions Rparation des raccordements

Tubage avec espace annulaire par tubes continus Coques / Cunettes en PRV Tubage avec espace annulaire par tubes continus ou courts Tubage PEHD pr-dform (Close-Fit lining) Tubage par enroulement hlicodal en PVC rigide Panneaux prfabriqus en grs / Dalles cramiques Gunitage Protection contre la corrosion (rsine poxy arme de fibres)

Pose en tranche ouverte Techniques destructives

Par clatement

Par broyage

Figure G.8.1.a - Techniques de rparation et de rnovation

Tous les travaux prparatoires (drivation pompage ou retenue des effluents, et curage) font lobjet de postes spars au mtr.

G.8.2 G.8.2.1

Chemisage continu polymris en place (relining ou TDSP1)

DESCRIPTION

La chemise est un tube flexible constitu dun matriau absorbant (matrice fibreuse) imprgn de rsine liquide thermo- ou photodurcissable et tout autre revtement et/ou renfort. La chemise souple imprgne de rsine est introduite par traction ou par inversion l'eau ou l'air dans la canalisation rnover.
1

TDSP. : Tuyau Durci sur Site aprs Placement

CCT 2011

G. 37

Une fois introduite dans la canalisation rnover, le durcissement de la chemise s'effectue par polymrisation de la rsine par accroissement de temprature ( l'eau ou vapeur chaude) ou sous rayonnement ultraviolet.

G.8.2.2 G.8.2.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux utiliss sont soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Il sagit de :

rsine synthtique (liant) : thermo- ou photodurcissable (poxy, polyester, vinylester, etc.) ; matriel de support (armature, matire absorbante) (fibre de verre ou polyester, tiss ou non tiss avec ou sans renfort) ; chemise ; membrane intrieure (PVC, PEBD, PEMD, PU, etc.)2 ; preliner (PVC, PEBD, PEMD, etc.).

Les matriaux rpondent aux prescriptions suivantes : Rsine La rsine est thermo- ou photodurcissable et contient les agents polymrisant et tout autre lment de remplissage, agent d'talement et additif. Les rsines utilises dans la fabrication de la chemise sont des rsines polyester insatures, vinylester ou poxydes conformes la norme NBN EN 13566-4. Les rsines polyester liquide ont un indice d'acidit infrieur ou gal 24 suivant la norme NBN EN ISO 2114 et une valeur hydroxyde infrieure 30 suivant la norme NBN EN ISO 2554. Matriau absorbant Le matriau absorbant et/ou renfort est compos d'un tube constitu entirement de fibres de polyester et/ou de fibres de polythylne teraphthalate. Le matriau absorbant est compos d'une ou plusieurs couches rattaches l'une l'autre et formant un feutre. Dans le cas o plusieurs couches sont rattaches, les joints longitudinaux dassemblage de ces couches ne peuvent se superposer, et sont dcals rgulirement afin dviter un paississement ponctuel excessif de la chemise finie. Tous les constituants du matriau absorbant sont compatibles avec la rsine utiliser.

PVC PEBD PEMD PU

polychlorure de vinyle polythylne basse densit polyethylene moyenne densit polyurthane

CCT 2011

G. 38

Revtement intrieur La chemise est pourvue d'un revtement intrieur constitu d'une membrane impermable (en PVC, PEBD, PEMD, PU etc.) soude au matriau absorbant. Cette membrane est compatible avec la rsine et n'engendre donc aucun effet contraire sur cette dernire. Le revtement intrieur a une paisseur minimale de 0,6 mm. Le revtement intrieur adhre au composite. Prliner Le prliner est un film synthtique protecteur tanche qui est introduit dans la canalisation avant la chemise et dans lequel la chemise est inverse, empchant ainsi leau rsiduelle ou dinfiltration dentrer en contact avec la chemise. Le prliner a une longueur au moins gale la longueur de la chemise inverser. Aprs son introduction, le prliner ne peut prsenter ni trous ni dchirures. Composite Le composite est la partie de la chemise constitu de rsine liquide thermodurcissable et tout autre revtement et/ou renfort.

G.8.2.2.2 G.8.2.2.2.1

Excution CONFECTION DE LA CHEMISE

La chemise est fabrique dans une longueur bien spcifie pour quelle couvre au moins entirement la longueur de la canalisation traiter et, dans un diamtre bien spcifi pour quelle prenne place troitement contre la paroi de la canalisation existante lors de linversion. Sont mentionns sur la chemise : le diamtre nominal, l'paisseur et le code du fabricant pour son identification. Epaisseur Dans le cas dun chemisage structurant, l'paisseur de la chemise est calcule par l'entrepreneur et est fonction de l'intgralit des charges supportes par l'ancienne canalisation et de la prsence de la nappe phratique. La chemise est conue pour une longvit minimale de 50 ans. Les documents du march prcisent les sollicitations mcaniques et hydrauliques auxquelles la chemise doit rsister afin de permettre lentrepreneur de calculer lpaisseur de la chemise. Dans le cas dun chemisage non structurant, la dtermination de lpaisseur de la chemise fait lobjet dun calcul suivant la mthode WRC3 type II rnovation, soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant.

Sewerage Rehabilitation Manual, third edition, Water Research Centre (WRC), 1994.

CCT 2011

G. 39

Dans le cas dun chemisage structurant circulaire, la dtermination de lpaisseur de la chemise fait lobjet dun calcul suivant la mthode allemande ATV.M127-2 4 5, la mthode franaise AGHTM 6 ou toute autre mthode reconnue que ladjudicataire sera tenu dexpliquer et de soumettre lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Pour les chemisages non circulaires, la dtermination de lpaisseur de la chemise est effectue par la mthode aux lments finis ou suivant une mthode reconnue et soumise lapprobation du fonctionnaire dirigeant. L'paisseur de la chemise est dtermine par lentrepreneur de telle sorte que l'paisseur minimale calcule du composite soit respecte en tenant compte notamment de toute longation longitudinale et priphrique de la chemise lors de son installation. Des diminutions locales dpaisseur dues des irrgularits dans la canalisation existante sont cependant admises si elles ninfluencent pas ngativement les conditions fonctionnelles du nouveau tuyau (chemise). Imprgnation Lorsque la chemise est confectionne laide de rsine polyester ou vinylester, elle est imprgne en usine. Dans le cas de rsine poxy, limprgnation peut se faire sur site. La rsine doit avoir une viscosit et thixotropie telles que le matriau absorbant en soit compltement imprgn et que durant lemplacement et le durcissement de la chemise aucune fluctuation ou migration de rsine napparaisse. L'injection de la rsine dans le matriel de support est excute jusqu' l'obtention d'une chemise entirement imprgne de rsine. Le volume de la rsine employe pour l'imprgnation ne peut pas tre plus petit que le volume des pores (vides) du matriau absorbant lorsque celui-ci est comprim son paisseur nominale. Cette imprgnation sera sature sous vide entre 0,5 et 0,8 bar. Elle passe ensuite sous les rouleaux dune calandreuse. La quantit de rsine doit suffire au remplissage de chaque cavit du matriau absorbant. Une quantit supplmentaire sera prvue afin de subvenir dventuelles modifications de volume provoques par la polymrisation. Cette opration est excute selon les recommandations du fabricant de rsine.

G.8.2.2.2.2

INTRODUCTION EXISTANTE

DE

LA

CHEMISE

DANS LA CANALISATION

La chemise pr-imprgne est transporte en respectant les tempratures prescrites afin dviter une altration de la qualit du produit. Lorsque la temprature est suprieure 20C et/ou que limprgnation a eu lieu plus de 24 heures avant linversion, lenveloppe imprgne est conserve et transporte pied duvre par camion frigorifique dans un dlai conforme aux prescriptions du fabricant.

4 5

ATV : Allgemeine Technische Vorschriften. ATV-M 127-2 : Statische Berechnung zur Sanierung von Abwasserkanlen und Leitungen mit Liningund Montageverfahren; Deutsche Vereinigung fr Wasserwirtschaft, Abwasser und Abfall e.V. (DWA), Januar 2000. AGHTM : Association Gnrale des Hyginistes et Techniciens municipaux. Actuellement, lappellation lAGHTM est remplace par lASTEE (Association Scientifique et Technique pour l'Eau et l'Environnement).

CCT 2011

G. 40

La mise en place de la chemise s'effectue en introduisant la chemise souple imprgne de rsine par traction, ou par inversion. Le gonflage l'eau ou l'air sous pression assure le contact avec la canalisation existante. Installation L'entrepreneur joint son offre un document spcifiant la mthode d'installation dcrivant :

la prparation de la canalisation existante (ncessit de nettoyage, mise hors service du tronon rparer avec drivation ou stockage des effluents) ; le conditionnement de la chemise lors du transport ; le matriel de chauffe (boiler et autres installations) ; la mthode d'introduction du prliner et de la chemise ; le principe de durcissement (polymrisation leau chaude, la vapeur ou sous rayonnement UV) ; ltanchisation entre la chemise et les chambres de visite ou ouvrages dart ; la rouverture des raccordements ; la mthode de comblement des espaces libres subsistant ventuellement entre la canalisation et le chemisage ; tout vide > 10 mm entre la structure existante et la paroi extrieure de la chemise doit faire lobjet dune injection ; la mthode de suppression des plis subsistant ventuellement sur la surface interne du chemisage ; le systme de maintien de la chemise dans les chemines de visite intermdiaires ; les valeurs dclarer spcifies au G.8.2.3.2.

Dans les 30 jours calendrier suivant lexcution, lentrepreneur fournit la liste des rapports remis aprs l'excution de la chemise (par exemple le registre des tempratures au moyen de thermocouples). L'entrepreneur tient compte des exigences de qualit suivantes lors de l'introduction de la chemise :

maintenir une pression intrieure suffisante dans la chemise afin d'viter toute dformation provenant de la pression provoque par la nappe phratique ou par des infiltrations aux joints ; respecter les rgles ncessaires pour viter que les infiltrations d'eau charge dans le tuyau existant ne corrodent la chemise lors de son introduction ; respecter les conditions d'installation ; rendre les jonctions tanches entre la chemise et les chambres de visite (puits d'entre, puits intermdiaires et le puits terminal) ; inversion des chemises si possible damont en aval dans la canalisation prpare ; le chemisage pouse parfaitement la paroi de la canalisation existante.

Dans le cas de fortes infiltrations deau dans la canalisation, un prliner est recommand dans le cas dutilisation de rsines poxydes ; un prliner est obligatoire dans tous les cas o des rsines polyester ou vinylester sont utilises.

CCT 2011

G. 41

G.8.2.2.2.3

TRAITEMENTS DES RACCORDEMENTS

Pralablement au chemisage d'un tronon, l'entrepreneur repre dans la canalisation existante les raccordements sur cette dernire. Aprs la rouverture des raccordements, l'entrepreneur procde si ncessaire au curage et l'tanchisation de ces derniers. Les raccordements sont tanchiss sur une longueur minimum de 10 15 cm au moyen de pices spciales ( chapeaux ) compatibles avec la rsine utilise. Ces pices font lobjet dun poste spcifique au mtr. Sauf prescriptions contraires des documents du march, les raccordements sont rouverts depuis l'intrieur, manuellement dans les canalisations visitables ou au moyen de robots dans les canalisations non visitables.

G.8.2.3 G.8.2.3.1

SPECIFICATIONS Prescriptions particulires

La chemise durcie aura les caractristiques mcaniques conformes la norme NBN EN 13566-4. Mise longueur La chemise est dcoupe et ouverte ses extrmits dans les chemines de dpart et de fin. Les surfaces coupes de la chemise dans les chemines de visite de dpart et de fin sont parfaitement lisses et ne prsentent aucune barbe ou bavure. Polymrisation leau chaude ou la vapeur Des mesures de temprature sont effectues entre la chemise et la canalisation existante pendant le durcissement de la chemise. Au minimum deux mesures sont effectues au dpart et larrive de la chemise. En cas d'emploi de rsine polyester ou vinylester, le gradient de temprature en cas d'chauffement et de refroidissement est infrieur ou gal 1C/min. Sauf dans le cas de rsines poxydes, leau de polymrisation doit tre traite sur charbon actif. Des chantillons doivent tre prlevs avant et aprs traitement et le lch des eaux ne peut tre effectu tant que la teneur en styrne est suprieure 1 mg/l et que la temprature de ces eaux est suprieure 40C. Les tableaux reprenant les mesures de temprature sont fournis au fonctionnaire dirigeant directement aprs la ralisation du chemisage.

CCT 2011

G. 42

Polymrisation sous rayonnement U.V. La puissance lectrique dlivre la source et la vitesse d'avancement de celle-ci sont enregistres. Les tableaux reprenant la puissance lectrique et la vitesse d'avancement sont fournis au fonctionnaire dirigeant directement aprs la ralisation du chemisage. Plis Les plis engendrant des excroissances suprieures 1 cm sont limins par et aux frais de lentrepreneur. Etanchit des chemines de visite L'tanchit entre le chemisage et les chemines de visite est assure. L'attention de lentrepreneur est attire sur le fait que la canalisation existante au droit des parois des chemines peut galement tre rode suivant la gnratrice infrieure et donc prsenter une section qui n'est pas parfaitement circulaire. Ltanchisation peut tre ralise par un joint en bentonite (rsistant aux eaux uses) ou par injection de rsine polyurthane entre lancienne canalisation et le chemisage. Chemines de visite intermdiaires Dans toutes les chemines de visite intermdiaires, la chemise est maintenue suprieurement par un demi capot circulaire de la longueur de la chemine de visite et d'un diamtre gal au diamtre intrieur de la canalisation existante de manire conserver dans les chemines des conditions identiques celles de la canalisation. Dmolition de chemines de visite Les chemines de visite endommages ou dmontes du fait de la technique utilise sont rpares ou reconstruites par et aux frais de lentrepreneur suivant un procd approuv par le fonctionnaire dirigeant.

G.8.2.3.2

Valeurs dclarer

Les diffrentes valeurs et caractristiques du chemisage dclarer, et soumises lapprobation du fonctionnaire dirigeant sont :

la rigidit spcifique annulaire initiale, S0 ; le coefficient de fluage 50 ans en condition sche, (x,dry) ; la contrainte ultime en traction longitudinale, 1 ; l'allongement ultime, l ; le module d'lasticit court terme, E0 ; la rsistance la flexion, fM :(> 25 MPa). ; la dformation en flexion fM (> 0,75%) ; le module d'lasticit long terme, E50 ; le facteur de fluage, F50 (> 0,2).

CCT 2011

G. 43

G.8.2.4 -

VERIFICATIONS

Contrle de la temprature des eaux de polymrisation. Contrle de la teneur en styrne des eaux de polymrisation (sauf rsines poxy). Inspection visuelle ou endoscopie partielle ou totale de lgout rnov, effectue conformment au G.9. Contrle de la prsence ventuelle de vides entre lancienne structure et la paroi extrieure de la chemise mise en place, suivant une mthode soumise lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Contrle de ltanchit 0,5 bar. Contrle des caractristiques dclares. PAIEMENT

G.8.2.5

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.3 G.8.3.1

Chemisage partiel polymris en place (manchette)

DESCRIPTION

Une manchette imprgne de rsine est applique au droit dun dfaut ponctuel (fissures, infiltration, ) au moyen dun manchon gonflable. Une fois introduite dans la canalisation rnover, le durcissement de la manchette seffectue par polymrisation de la rsine.

G.8.3.2 G.8.3.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux utiliss sont agrs par le fonctionnaire dirigeant. Il sagit de :

rsine synthtique (liant) : thermo- ou photodurcissable (poxy, polurthane, ) ; matriel de support (armature, matire absorbante) / fibre de verre ou polyester, tiss ou non tiss ; feuille de protection pour le manchon gonflable.

Les matriaux sont conformes aux prescriptions du G.8.2.2.1.

G.8.3.2.2 G.8.3.2.2.1

Excution CONFECTION DE LA MANCHETTE

Type de manchette Le type de manchette utilis est propos par lentrepreneur et approuv par le fonctionnaire dirigeant.

CCT 2011

G. 44

Les documents du march prcisent les sollicitations mcaniques et hydrauliques auxquelles la manchette doit rsister afin de permettre lentrepreneur de calculer lpaisseur de la manchette. Dans le cas o le matriel de support est constitu de plusieurs couches de feutre, les joints de ces couches ne peuvent en aucun cas se superposer. Imprgnation Limprgnation de la rsine dans le matriel de support est excute jusqu lobtention dune chemise entirement imprgne de rsine : le volume de la rsine employe pour limprgnation ne peut tre plus petit que le volume des pores dans le matriel de support.

G.8.3.2.2.2

INSTALLATION DE LA MANCHETTE DANS LA CANALISATION EXISTANTE

Le support est imprgn de rsine puis plac sur le manchon gonflable. Le manchon est pouss au droit du dfaut. Il est ensuite gonfl dair ou deau de manire pouser la forme de la canalisation rnover. Il est laiss en place le temps suffisant pour permettre la manchette dadhrer la paroi. Le gonflage leau ou lair assure le contact avec la canalisation existante. Lentrepreneur joint son offre un document spcifiant la mthode dinstallation, y compris :

la prparation de la conduite existante (ncessit de nettoyage, mise hors service ventuelle du tronon rparer avec drivation ou stockage des effluents) ; la mthode dintroduction.

Les documents du march prcisent si lcoulement des effluents doit tre maintenu pendant lexcution des travaux.

G.8.3.2.2.3

TRAITEMENTS DES RACCORDEMENTS

Sauf spcification contraires des documents du march, les raccordements sont rouverts depuis lintrieur, manuellement dans les canalisations visitables ou au moyen de robot dans les canalisations non visitables.

G.8.3.3

SPECIFICATIONS

Les prescriptions du G.8.2.3.1 sont dapplication.

G.8.3.4

VERIFICATIONS

Inspection visuelle ou endoscopie partielle ou totale de lgout rnov, effectue conformment au G.9. Contrle de ltanchit 0,5 bar.

CCT 2011

G. 45

G.8.3.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.4 G.8.4.1

Coques et cunettes en polyester renforc de fibres de verre (PRV)

DESCRIPTION

Introduction dlments autoportants coques/cunettes en polyester renforc de fibres de verre, prfabriqus en usine suivant les dimensions et la forme de lgout existant. L'espace entre la canalisation existante et l'ouvrage neuf est rempli par injection de mortier de remplissage (coulis). On distingue :

les cunettes en PRV pour les rparations partielles de l'gout, par exemple dans le cas de cunettes uses ou corrodes ; les coques en PRV pour la rparation totale de l'gout qui peuvent tre de forme ronde, ovode ou autres.

La technique s'applique pour des canalisations gravitaires et visitables.

G.8.4.2 G.8.4.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux utiliss sont soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Les coques et cunettes sont conformes aux normes NBN EN ISO 1172 et NBN T 41-012. La rsine polyester est de type isophtalique rsistant la corrosion. La rsine est arme de fibres de verre conforme aux normes NBN suivantes :

NBN EN ISO 1186 ; NBN ISO 1887 et 1888 ; NBN ISO 1889 et 1890 ; NBN EN ISO 2078 ; NBN EN 3374 ; NBN S22-008 ; NBN ISO 2559 ; NBN ISO 2113 ; NBN EN ISO 3344 ; NBN ISO 3341

La partie extrieure des tuyaux est traite laide dun agent inerte (gros sable) servant la fois de protection pendant les manipulations et daccrochage pour le mortier de remplissage (grout).

CCT 2011

G. 46

Les coques et cunettes rpondent aux prescriptions suivantes. Rsine La rsine polyester est de type isophtalique rsistant la corrosion (type B) et est arme de fibres de verre conformes aux normes cites ci-dessus. Coques et cunettes La fabrication des tuyaux en PRV (polyester renforc de fibres de verre) est conforme aux spcifications de la note d'information et de guidance n4-34-02 publie par le WRC en avril 1986 (spcifications WIS/CEN) "specification for glassfibre reinforced plastics (GRP) sewer linings". La paroi des tuyaux est constitue comme suit :

la partie extrieure des tuyaux est traite l'aide d'un agent inerte (sable gros) servant la fois de protection pendant les manipulations et d'accrochage pour le mortier de remplissage (surface rugueuse) ; le corps des tuyaux est constitu d'une paroi renforce de fibres de verre ; la partie intrieure des tuyaux est revtue d'une couche riche en rsine et lisse formant une barrire la pntration d'eau.

Pour la dtermination des caractristiques mcaniques du matriau, on peut prendre en compte une dformation maximale ( Strain ) de 0,5% (suivant WRC 1994 volume III, pages 21 et 22, Mechanical Properties). Les spcifications pour les coques et cunettes sont : Rsistance la traction long terme S : Rsistance la traction court terme : Rsistance la flexion long terme : Rsistance la flexion court terme : Module dlasticit long terme EL : Module dlasticit court terme Es : Facteur de fluage :

25 MPa (test sur la section active) ; 80 MPa (test sur la section active) ; 40 MPa ; 95 MPa ; 2.500 MPa ; 8 000 MPa ; < 3,5.

Les coques rsistent au minimum aux charges ponctuelles gnres par la pousse verticale que subiront les lments suite aux oprations de remplissage avec le grout.

G.8.4.2.2 G.8.4.2.2.1

Excution INSTALLATION DES COQUES/CUNETTES

Les coques/cunettes sont introduites une une partir du puits de travail. Elles sont munies dembotements mle/femelle ou tenon-mortaise dans le cas de coques. Le raccord est plac dans le sens de lcoulement. Les cunettes sont mises en place, positionnes et assembles. La cunette ralise doit tre tanche, de profil continu et sans dcalage.

CCT 2011

G. 47

L'embotement est pourvu d'un systme assurant l'tanchit, compos d'un caoutchouc mou avec structure cellulaire ouverte, de mortier polyurthane, de rsines synthtiques poxy ou de laminage PRV ou de joints pr-colls sur le bout mle de la coque, laide dune masse de colmatage poxy. Outre l'embotement, les cunettes sont fixes la paroi du tuyau rnover au moyen dancrages. Ceux-ci sont composs de chevilles en acier inoxydable aux dimensions appropries, scelles chimiquement laide de rsine poxyde. A partir des chambres de visite, louverture entre la coque/cunette et le tuyau rnover est comble au moyen dun coulis de ciment. Ensuite, tout l'espace compris entre l'gout rnover et la coque/cunette est rempli au moyen d'un mortier pompable, de grande fluidit et retrait compens. Linjection du mortier se fait de manire gravitaire ou sous trs lgre pression. Lors de lopration de grouting, lentrepreneur veillera effectuer le remplissage de manire viter tout mouvement ou dformation des coques ou cunettes. Le mode opratoire du remplissage sera soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Ce mortier est compos de ciment additionn de matire pouzzolanique, de sable et ventuellement dagents stabilisateurs et fluidifiants. Les documents du march prcisent : la classe du mortier ; la technique de rouverture des raccordements particuliers. TRAITEMENTS DES RACCORDEMENTS

G.8.4.2.2.2

Les raccordements sont traits soit :

par lextrieur : une fouille est ralise la hauteur du raccordement. Ce dernier alors est dconnect. Ensuite, une ouverture suffisamment grande est ralise dans le tuyau rnover de manire permettre ultrieurement le placement dune selle de branchement ; par lintrieur, suivant un plan de dtail fourni dans les documents du march. SPECIFICATIONS

G.8.4.3
Dimensions

Les dimensions des lments (longueur, largeur, paisseur, rayon de courbure, ) sont dtermines dans les documents du march en fonction du rsultat souhait, structurant ou non, des disponibilits pratiques pour leur introduction et des capacits hydrauliques souhaites de louvrage rnov. On veillera ce que :

les coques/cunettes soient de forme similaire louvrage existant ; la longueur des lments soit adapte aux dimensions des puits dintroduction ; lpaisseur des coques/cunettes soit au minimum 8 mm (sablage non compris) ; la face extrieure des lments soit couverte dun sable, granulomtrie 1 3 mm ;

CCT 2011

G. 48

les coques/cunettes soient munies dorigine dembotements mle/femelle ou tenonmortaise.

Dans tous les cas, la dtermination de lpaisseur des lments fait lobjet dun calcul WRC7 soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Coulis de ciment La rsistance la compression du coulis de ciment ( 28 jours, T > 5 C) est 12 MPa. Pression extrieure Les coques/cunettes devront rsister au minimum :

aux charges ponctuelles gnres par la pousse verticale que subiront les lments suite aux oprations dinjection : pression uniforme du mortier inject : > 35 kPa ; pression maximum en fin dinjection : 50 kPa ; aux charges de roulage et de sol (sauf dans le cas des cunettes) : calcul suivant la mthode WRC type I rnovation, en appliquant un facteur de scurit 2 ; la pression exerce par la nappe phratique (sauf dans le cas des cunettes): calcul suivant la mthode WRC type II rnovation.

Flottabilit Les lments de la cunette sont fixs au moyen de fixations mcaniques en acier inoxydable ; les lments de coques au moyen de coins. Tous les lments doivent rsister aux charges ponctuelles gnres par la pousse verticale que subiront les lments suite aux oprations d'injection. Les fixations seront suffisamment rsistantes et places de manire viter toute dformation et tout dbotement des joints (cf. WRC SRM 1994 VOL III, page 29). Caractristiques long terme Les caractristiques long terme (50 ans) du matriau sont estimes de la manire suivante :

le produit ne peut donner lieu une absorption deau conduisant la dissolution de certains composants. La perte en poids aprs immersion de 3 000 h 75C sera de 2 % maximum ; le produit ne peut donner lieu un dveloppement microbiologique.

Rsistance aux attaques chimiques Le produit prsente des garanties de rsistance aux lments chimiques suivants :

effluents domestiques et industriels ; solvants organiques ; pH 1 9 (temprature maximum 35C en continu) ; corrosion sous linfluence combine de charges appliques et dun environnement acide.
Sewerage Rehabilitation Manual, third edition, Water Research Centre (WRC), 1994.

CCT 2011

G. 49

Une note technique justifiant le choix de la rsine polyester utilise et prcisant la rsistance la corrosion de la rsine polyester en fonction du milieu existant, est remise au fonctionnaire dirigeant avant excution. Rsistance labrasion La perte de poids relative du matriau ne dpasse pas 0,4 % test suivant la mthode WRC Abrasive Wheel Test - Materials group report n011 ou prsente un indice dabrasion maximum I de 1,2 (suivant le test de la CNR [Compagnie Nationale du Rhne]). Couche protectrice La couche protectrice intrieure riche en polyester est prsente, conforme la norme WAA No4-34-02-ISSN 0267-0305. Lpaisseur minimum de la couche est de 1,5 mm.

G.8.4.4 -

VERIFICATIONS

Inspection visuelle ou endoscopie partielle ou totale de lgout rnov, effectue conformment au G.9. Contrle de la prsence ventuelle de vides entre lancienne structure et la paroi extrieure de la coque/cunette mise en place, suivant une mthode soumise lapprobation du fonctionnaire dirigeant ; Contrle de la rsistance la compression du coulis de ciment par rapport aux prescriptions des documents du march. PAIEMENT

G.8.4.5

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.5 G.8.5.1

Tubage avec espace annulaire au moyen de tuyaux continus ou courts

DESCRIPTION

Il sagit soit de lintroduction de tuyaux (ou lments courts de tuyaux) assemblage tanche, par poussage ou traction, soit de la traction dun tube long (une seule pice) prfabriqu en usine ou sur site. L'espace entre la canalisation existante et le nouveau tuyau est gnralement rempli par injection dun coulis de ciment (grout). La technique s'applique en canalisations gravitaires ou sous pression, visitables et non visitables.

G.8.5.2 G.8.5.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux utiliss sont le plus souvent les matires plastiques : polythylne haute densit (PEHD), polychlorure de vinyl (PVC), polyester renforc de fibres de verre (PRV), Ils sont conformes aux prescriptions du C.23.5.

CCT 2011

G. 50

Le cahier spcial des charges fixe la classe de rsistance du coulis, conformment au tableau G.8.5.a ci-dessous.

Tableau G.8.5.a - Classes et exigences minimales pour les coulis de ciment

Classe I II III IV V
(1)
(2)

Rsistance la compression 28 jours suivant NBN EN 1015-11 > 1 MPa > 9 MPa > 12 MPa > 25 MPa Autres (1)

Retrait et gonflement 28 jours (20C-90 % HR (2)) suivant NBN EN 480-3 Max. 1,5 % Max. 1,5 % Max. 1,5 % Max. 1,5 % /

Rsistance prcise dans les documents du march. HR : humidit relative.

Classe I : Coulis de ciment uniquement destin obturer les vides et cavits ventuelles entre la nouvelle construction et lgout existant. Classe II, III et IV : Coulis de ciment destin obturer les vides et cavits ventuelles entre la nouvelle construction et lgout existant, mais qui intervient dans la stabilit de la nouvelle structure. Classe V : Tous les autres coulis de ciment.

G.8.5.2.2

Excution

Mise en uvre

Mise hors service du tronon rhabiliter avec drivation ou stockage des effluents. Ouverture simultane dau minimum deux regards de visite. Mise en adquation des lieux et des fosses de travail en fonction du procd retenu : aire de stockage des lments, placement du treuil de traction, fosses de dimension adapte pour lintroduction et lassemblage des tuyaux (ventuellement soudure), Ouverture de fouilles au droit des dfauts ponctuels excessifs (ovalisation, effondrement, dbotements importants, rductions de sections,).

Injection de coulis de ciment A partir des chambres de visite et par les tubulures prpares cet effet, tout l'espace compris entre l'gout rnover et le nouveau tuyau est rempli au moyen d'un coulis de ciment pompable, de grande fluidit et retrait compens. Linjection du coulis se fait de manire gravitaire ou sous trs lgre pression afin dviter tout mouvement ou dformation de la nouvelle canalisation place. La tubulure daration, gnralement place au plus haut du ct amont, permet de contrler le degr de remplissage. Le cahier spcial des charges prcise la classe du coulis de ciment.

CCT 2011

G. 51

Finitions Aprs durcissement du coulis de ciment, les tubulures dinjection et daration sont retires et les extrmits sont paracheves avec un bton base de ciment HSR. Les chambres de visite sont remises en leur tat original et la cunette dcoulement est adapte au nouveau fil deau. Traitement des raccordements Les raccordements sont traits soit :

par lextrieur : une fouille est ralise la hauteur du raccordement. Ce dernier est alors dconnect. Ensuite, une ouverture suffisamment grande est ralise dans le tuyau rnover de manire permettre ultrieurement le placement dune selle de branchement ; par lintrieur, soit au moyen dun robot, soit manuellement dans les cas accessibles. SPECIFICATIONS

G.8.5.3
Calculs

Dans tous les cas, le choix du profil (rapport largeur/paisseur) fait lobjet dune note de calcul (AGHTM ou ATV M 127-2) soumise pour approbation au fonctionnaire dirigeant.

G.8.5.4 -

VERIFICATIONS

Inspection visuelle partielle ou totale de l'gout rnov. Contrle de l'tanchit 0,5 bar (en labsence de branchements particuliers). Contrle de la rsistance la compression du coulis de ciment par rapport aux prescriptions du cahier spcial des charges. PAIEMENT

G.8.5.5

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.6 G.8.6.1

Tubage par enroulement hlicodal en PVC rigide

DESCRIPTION

Introduction d'un tuyau fabriqu mcaniquement sur site par lenroulement hlicodal d'un profil spcial en PVC assembl par clipsage dans la canalisation rnover, partir dun puits de regard. Deux systmes sont possibles :

diamtre fixe : Dans ce cas, le diamtre du nouveau tuyau est fix lavance. Ce diamtre est toujours plus petit que celui du tuyau existant (gnralement, de lordre de 10 %). Lespace entre la canalisation existante et le nouveau tuyau est rempli par injection dun coulis de ciment (grout) ;

CCT 2011

G. 52

diamtre adapt celui de la structure existante (Close-Fit) : Dans ce cas, le profil en PVC est press contre la paroi du tuyau existant durant la phase de fabrication du nouveau tuyau par enroulement.

Plusieurs types de profils sont disponibles qui permettent de couvrir la plupart des diamtres des canalisations rhabiliter (de 200 mm 2 500 mm).

G.8.6.2 G.8.6.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions suivantes :

le profil est form dun PVC rigide (conforme la norme DIN 8061), sans plastifiant ni matire de remplissage, seulement les produits ncessaires (stabilisateurs, pigments,) au bon fonctionnement du processus de fabrication sont ajouts ; le choix du profil est dtermin en fonction du rsultat souhait, structurant ou non, du tuyau rnover et de lespace que lon peut laisser entre lancien et le nouveau tuyau. Ce choix dtermine galement le diamtre extrieur de du tuyau hlicodal fabriqu.

e0 ew

ea de W

Figure G.8.6.a - Exemple de section transversale dun profil PVC pour enroulement hlicodal Tableau G.8.6.a - Caractristiques des profils PVC pour enroulement hlicodal
Caractristique Epaisseur totale Epaisseur tanchit Axe neutre Largeur Surface spcifique Moment dinertie Symbole eo ew ea w Aw Iw Unit mm mm mm mm mm mm Prescription Valeur dclare (> 4,5 mm) Valeur dclare (> 1,5 mm) Valeur dclare Valeur dclare Valeur dclare Valeur dclare

Caractristiques mcaniques Densit : 1,42 +/- 0,05 g/cm (NBN EN ISO 1183-3) ; Module dlasticit : 2 000 MPa (NBN EN ISO 527-2) ; Rsistance la traction : 35 MPa (NBN EN ISO 527-1) ; Impact : 10 kJ/m (NBN EN ISO 179-1) ; Rsistance aux U.V. : le profil nest pas sensible la lumire du jour pendant la dure des travaux pralables son utilisation.

CCT 2011

G. 53

Le PVC est lisse lintrieur et renforc lextrieur par des raidisseurs en formes de T. Ces lments en T donnent une rigidit importante au tuyau. Pendant le travail, les bandes de PVC sembotent les unes dans les autres et les joints assurent une parfaite tanchit. Rsistance aux attaques chimiques Il est tenu compte des eaux domestiques et industrielles. En dehors dexigences particulires, le tuyau rsiste aux eaux uses circulants dans le rseau ayant un pH variant de 1 9 avec une temprature maximum de 35C (suivant ISO/TR 10358).

G.8.6.2.2

Excution

Enroulement hlicodal

Le profil est plac dans la machine et le bon fonctionnement de lappareil est test. La machine est ensuite place la hauteur de la canalisation (dans la chambre dinspection) et lenroulement commence. Un oprateur spcialis contrle en permanence lopration. Lenroulement se fait en continu, de chambre dinspection chambre dinspection. Si ncessaire (dviations angulaires importantes, tassements diffrentiels,), des chambres dinspection complmentaires sont ralises. Dans le cas de la prsence dun vide annulaire, les ouvertures entre lancien et le nouveau tuyau sont fermes provisoirement aux deux extrmits (normalement dans les chambres de visite) de chaque section rnove, par injection de mousse polyurthane, en veillant placer les tubulures ncessaires pour linjection du coulis de ciment et pour les vents.

Injection de coulis A partir des chambres et/ou regards de visite et par les tubulures prpares cet effet, tout l'espace compris entre l'gout rnover et le nouveau tuyau est rempli au moyen d'un coulis de ciment, de grande fluidit et retrait compens. Linjection du coulis se fait de manire gravitaire ou sous trs lgre pression afin dviter tout mouvement ou dformations de la nouvelle canalisation place. Lvent, gnralement plac au plus haut du ct amont, permet de contrler le degr de remplissage. Les documents du march prcisent la classe du coulis. Finitions Aprs durcissement du coulis de ciment, les tubulures dinjection et les vents sont retires et les extrmits sont paracheves avec un bton base de ciment HSR. Les chambres de visite sont remises en leur tat original et leur cunette dcoulement est adapte au nouveau fil deau.

CCT 2011

G. 54

Traitement des raccordements Les raccordements sont traits soit :

par lextrieur : une fouille est ralise la hauteur du raccordement. Ce dernier alors est dconnect. Ensuite, une ouverture suffisamment grande est ralise dans le tuyau rnover de manire permettre ultrieurement le placement dune selle de branchement ou pice de piquage ; par lintrieur, soit au moyen dun robot fraiseur, soit manuellement dans les cas accessibles. SPECIFICATIONS

G.8.6.3

Dans tous les cas, le choix du profil (rapport largeur/paisseur) fait lobjet dune note de calcul (AGHTM ou ATV M-127) soumise pour approbation au fonctionnaire dirigeant.

G.8.6.4

VERIFICATIONS

Les prescriptions du G.8.5.4 sont dapplication.

G.8.6.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.7 G.8.7.1

Panneaux prfabriqus en grs (dalles cramiques)

DESCRIPTION

Rnovation ou rparation de tout ou partie dune section de canalisation par mise en place dlments prfabriqus en grs. Les lments cramiques sont composs de dalles assembles en usine au moyen de rsine dpoxy (joints primaires). Sur chantier, les joints entre les plaques sont remplis dune rsine dpoxy similaire (joint secondaire). Une rsine base de polyurthane est utilise pour la confection des joints de dilatation. Lespace ventuel entre la canalisation existante et louvrage en grs est rempli, si ncessaire, par un coulis de ciment ou du bton pompable. Le systme convient galement pour la rnovation des chambres de visites. Domaines dapplication Rseaux visitables et accessibles. Convient pour la rnovation de cunettes et de radiers. Nature de leffluent : eaux uses pluviales industrielles.

CCT 2011

G. 55

G.8.7.2 G.8.7.2.1
Dalles

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les dalles cramiques utilises satisfont la norme NBN EN 14411. Les dalles sont munies de nervures sur la face arrire de manire obtenir une bonne adhrence mcanique avec le support. Elles rpondent aux prescriptions suivantes :

contrainte de flexion et de traction : > 25 MPa (NBN EN ISO 10545-4) ; rsistance l'abrasion en profondeur : < 300 mm de matire enleve selon NBN EN ISO 10545-6 ; rsistance au choc thermique : pas de dgts aprs 10 chocs sur 5 chantillons (NBN EN ISO 10545-9) ; duret selon Mohs : > 7 (NBN EN 101) ; stabilit chimique aux produits chimiques mnagers, aux produits de nettoyage, aux acides et aux bases, lexception du fluorure dhydrogne et de ses composs. Rsistant aux acides biognes dH2SO4 (ph 0,5 ou une solution 7 % dH2SO4. Les tests se font selon EN ISO 10545-13, c.--d. pas de dgts lors des tests avec des solutions aqueuses de : produits mnagers dentretien : solution de chlorure dammonium 100 g/l ; sels de piscine : solution dhypochlorite de sodium 20 mg/l ; desprit de sel 3 % (volume) et 18 % (volume) ; dacide citrique 100 g/l ; dhydroxyde de potassium 30 g/l et 100 g/l ; dacide lactique 5 % (volume) essai dadhrence : > 55 MPa8 selon la norme NBN EN ISO 10545-4 ; rsistance lusure : profondeur drosion < 0,5 mm aprs 100 000 cycles de charge (selon la norme NBN EN 295-3).

Rsines Les joints primaires sont raliss en usine au moyen dune rsine poxy. Les joints secondaires sont raliss au moyen dune rsine poxy similaire celle utilise pour le joint primaire. Les joints de dilatation ncessitent lemploi dune rsine de type polyurthane deux composants.

Comme valeur moyenne dun essai de flexion sur 10 chantillons. Les chantillons se composent de 2 dalles avec joint longitudinal intermdiaire. Lessai est effectu selon EN ISO 10545-4. Les deux points de contact sont positionns entre deux nervures de faon ce que la charge applique agisse au centre de lchantillon et hauteur du joint. Cette charge est transmise par un ruban dacier plat de 4 mm dpaisseur qui dpasse de 2 mm aux deux cts du joint. Entre ce ruban et lchantillon, un ruban de caoutchouc de 4 mm dpaisseur est prvu. La vitesse de charge est de 0,5 kN/s.

CCT 2011

G. 56

Les rsines rpondent aux prescriptions suivantes :

rsistance la traction : > 20 MPa (NBN EN ISO 527-1 et 2) ; rsistance la flexion : > 50 MPa 9 (NBN EN ISO 10545-4) ; module de flexion E : > 4 500 MPa (NBN EN 14411) ; stabilit chimique : conformment la norme la norme NBN EN 295-3 10 ; duret Shore D : 88 +/- 5 selon la norme NBN EN ISO 868 ; coefficient de dilatation thermique : entre 60 et 80 10-6 1/K selon ISO 11359-2.

Mortier On utilise un mortier de ciment ayant de bonnes proprits anticorrosion, haute thixotropie, modifi aux produits synthtiques, et avec un retrait faible conforme aux prescriptions des documents du march. Le ciment utilis est de type HSR conformment la norme NBN B12-108. Le mortier de pose rpond aux prescriptions complmentaires suivantes :

granulomtrie : < 1 mm ; consistance : adquate au pompage ; hautement alcalin : pH > 12,5 ; adhrence11 : sur 5 chantillons ladhrence mesure lors de lessai de traction doit tre en moyenne > 2 N/mm. la rsistance la traction du mortier doit rpondre au moins la valeur de EN 12004 type C1 et haut niveau dadhrence lors de lessai de traction ( 1 N/mm2), caractristique optionnelle 1 D et ceci selon la procdure dessai de la norme NBN EN 1348. Excution TRAVAUX PRELIMINAIRES

G.8.7.2.2 G.8.7.2.2.1

La technique ncessite la mise hors service de louvrage. Avant excution, les gouts sont nettoys ou curs si ncessaire.
9

10

11

Comme valeur moyenne de 10 prouvettes de rsine poxy. Lessai est effectu selon EN ISO 10545-4. Les prouvettes sont poses et charges via des bandelettes rondes de 20 mm de diamtre et des plaquettes en caoutchouc de 2 mm dpaisseur. Lcart entre les points de contact est de 80 mm. Les prouvettes ont une section de 30 x 30 mm et une longueur de 100 mm. La vitesse de charge est de 0,5 kN/s. Avant lessai, les prouvettes doivent tre gards 2 heures au minimum la temprature ambiante du local. La stabilit chimique est garantie pour les produits chimiques que lon rencontre gnralement dans les canalisations. Un essai est effectu sur 10 chantillons laide dacide sulfurique pH 0 et de soude caustique pH 14, conformment la EN 295-3. La modification de volume admissible est de 2 %. Des segments carrs, dcoups de plaques (50 mm x 50 mm), colls laide de mortier dadhrence sur un support en bton dge suprieur 28 jours. Le test est effectu sur une surface de bton sable, mise sous eau pendant 20 heures. On applique tout dabord 12 mm de mortier sur le bton. Ensuite, 2x8 mm sur la face arrire de la plaquette de test ; une premire couche tant applique plat dans le sens des nervures, une seconde couche tant applique transversalement par rapport ces nervures. . Ensuite, la plaquette de test est applique dans le mortier, frais sur frais avec un mouvement de glissement et charge 600 N/m pendant 1 minute selon la procdure dessai de la norme NBN EN 1348 8,2. Lchantillon est conserv 20C et une humidit relative de 95 % durant 28 jours.

CCT 2011

G. 57

Les arrives d'eau sont tanches l'aide de mortier d'arrt prise rapide, les fissures de surface et les trous importants sont colmats. Les raccordements trop pntrants ou endommags sont dcaps, fraiss ou rpars, les racines pntrantes sont coupes. Si ncessaire, la paroi est reprofile avant application.

G.8.7.2.2.2

REALISATION SANS COFFRAGE

Les lments cramiques assembler sont introduits via un puits de travail ou par une chambre de visite. Les lments sont assembls l'un l'autre l'aide de rsine poxy. La largeur des joints est comprise entre 6 et 10 mm. Un mortier d'adhrence est appliqu la fois sur la paroi de l'gout ou du collecteur et sur la face arrire des lments cramiques. Les lments sont appliqus avec frottement sur le mortier de pose, frais sur frais. Aprs un temps d'attente conforme aux prescriptions du fournisseur des produits utiliss ou, dfaut, aprs un temps d'au moins 24 heures, les joints secondaires entre les plaques sont rejointoys l'aide d'une rsine poxy. Les documents du march peuvent imposer lexcution de joints de dilatation. La distance entre deux joints de dilatation est comprise entre 8 et 10 m. Les joints de dilatation ont une largeur de 10 mm + 1 mm et une profondeur de 15 mm + 1 mm. On injecte d'abord comme couche de fond un primer. Aprs un temps minimum de 60 minutes (idalement 120 minutes), les joints sont rejointoys l'aide d'une rsine de polyurthane par application au pistolet d'injection.

G.8.7.2.2.3

REALISATION AVEC COFFRAGE

Dans le cas o un coffrage est ralis, l'espace entre les plaques cramiques et la paroi de la canalisation existante est combl au moyen d'un coulis. Dans le cas d'une rnovation structurante, l'espace est garni d'armatures (voir gunitage). Le coulis est introduit par voie gravitaire ou sous une lgre pression. Il faut veiller viter tout mouvement des dalles assembles lors de linjection. La pose des dalles cramiques est identique celle dcrite au G.8.7.2.2.2.

G.8.7.3

SPECIFICATIONS

Les dalles cramiques ne sont pas structurantes en soi. Les caractristiques structurantes ou non sont fonction de la sous-structure. Les dimensions des lments sont dtermines en fonction du rsultat souhait et des conditions daccessibilit des tronons rnover.

CCT 2011

G. 58

On veillera en particulier ce que :

les lments prfabriqus ne soient pas endommags la rception ; lpaisseur des carrelages de grs soit au minimum de 15 mm ; les lments prfabriqus ne contiennent que du grs et de la rsine poxy ; la face de pose des dalles soit strie. VERIFICATIONS Adhrence des plaques

G.8.7.4 G.8.7.4.1

La rsistance la traction est dtermine in situ, aprs pose, sur des carottes fores sans remaniement jusquau sein de la construction originale. Les carottes sont laisses en place. Elles sont sollicites en traction en prsence de lentrepreneur au moins 28 jours aprs la pose des plaques cramiques. Les chantillons ont un diamtre dau moins 70 mm mesur sur une plaque. Le test dadhrence est excut en collant des ttes de traction. Temporairement les ttes sont tenues en place jusquau durcissement de la colle. La force dadhrence est monte linairement et continuellement avec un droulement de 100 N/s jusque la rupture. La force de traction doit tre exerce perpendiculairement sur la tte de traction. Apprciation : la force de traction ne peut pas tre suprieure la rsistance la traction du matriau de la construction originale :

si la rupture se situe dans le support ancien, le test est considr comme concluant ; si la rupture est mixte (partiellement dans le support ancien et dans le mortier d'adhrence et mortier de profilage = faille de cohsion), le test est considr comme concluant ; si la rupture se situe uniquement dans le mortier d'adhrence ou dans le mortier de profilage mais avec une force de traction suprieure ou gale 1,0 MPa, le test est considr comme concluant ; si la rupture se situe uniquement dans le mortier d'adhrence avec une force de traction infrieure 1,0 MPa, le test n'est pas concluant.

Nombre de mesures pour le test dadhrence : 3 mesures par : ouvrage de plus de 200 m2 ; 10 regards dinspection ; 200 m2 de surface de plaques ; 500 m linaire de canalisation. Adhrence de la rsine dpoxy sur les flancs des plaques

G.8.7.4.2

Essais effectus selon la norme NBN EN ISO 10545-4. L'chantillon se compose de deux dalles avec joint longitudinal intermdiaire.

G. 8.7.4.3

Planit de surface

Lors du test de planit de surface, les diffrences entre les plaques cramiques ne peuvent pas dpasser 5 mm.

CCT 2011

G. 59

G.8.7.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.8 G.8.8.1

Rnovation par projection de matriaux hydrauliques (gunitage)

DESCRIPTION

Rnovation au moyen d'un bton de gunitage base de liant hydraulique. Le bton peut tre appliqu sur du bton ou des briques. Le bton gunit est un mlange de liants, d'agrgats, d'eau et ventuellement d'additifs, d'adjuvants et de fibres, transport dans une conduite rsistant la pression et projet sur le support par une lance; la force de projection assure le compactage. On distingue le gunitage : par voie sche : technique par laquelle les composants solides sont au pralable mlangs, puis transports secs par air comprim jusqu' la lance, o de l'eau est ajoute au mlange, qui est alors projet de manire continue sur le support. Les composants solides peuvent tre prmouills ; par voie humide : technique par laquelle le mlange homogne des composants solides et de l'eau est pomp jusqu' la lance, o des adjuvants ou additifs liquides sont ajouts, et ensuite projets par air comprim de manire continue sur le support. CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

G.8.8.2 G.8.8.2.1

Le bton gunit et ses constituants rpondent aux prescriptions du guide dagrment UBAtc n G0019 Btons de gunitage : 4.1.1.7 Exigences sur les matires premires pour le bton ; 4.1 pour les exigences du bton de base ; annexe 2 pour les armatures conventionnelles ; 6.10.3 pour lidentification du produit appliqu.

En outre, les documents du march prcisent : lpaisseur donner la couche de bton ; la catgorie du bton ; la classe dexposition ; la classe de rsistance du bton ; le cas chant, le diamtre maximal des granulats Dmax ; le cas chant, la nature et le type des fibres utilises (y compris la quantit par m), ou le type darmatures conventionnelles (quantit et diamtre).

Ces notions sont explicites au 3 du guide dagrment UBAtc n G0019. Les fibres en fonte pour bton gunit sont conformes au C.28.4.

CCT 2011

G. 60

G.8.8.2.2

Excution

La mise en uvre du produit est ralise suivant le 5 du guide d'agrment UBAtc n G0019, tenant compte du caractre confin des zones de travail, et la prsence dagents agressifs.

G.8.8.3

SPECIFICATIONS

En particulier, les conditions respecter sont les suivantes, en ce qui concerne la prparation du support : la temprature est suprieure ou gale 5C ; bouchage pralable des entres d'eau l'aide d'un mortier prise rapide ; toutes les parties non stables sont dtaches et vacues ; nettoyage de la paroi avec de l'eau sous pression (> 300 bar) ; dans le cas d'une rparation locale, le support est bouchard ; bouchage des fissures l'aide d'un mortier prise rapide ou par injection ; remplissage des dfauts les plus importants l'aide d'un mortier de ragrage ; pose d'une couche d'accrochage pour les supports critiques (adhrence < 1,5 MPa). Ladhrence est dtermine par un essai de traction ; en cas de support en maonnerie, les joints sont combls.

En cas de travaux de gunitage avec armatures, l'enrobage doit tre au minimum de 20 mm. Sauf indication contraire des documents du march, le lissage des parois n'est pas prvu.

G.8.8.4 G.8.8.4.1

VERIFICATIONS Essais de rception technique pralable

Les modalits de rception technique pralables sont dcrites dans les documents du march.

G.8.8.4.2

Contrles en cours dexcution

Trois mesures de l'paisseur de la couche et une mesure d'adhrence sont ralises par tronons denviron 200 m. Contrle visuel : la surface est exempte de trous et les fissures prsentes ont une ouverture maximale selon la norme NBN B14-210. Epaisseur de la couche : le contrle de l'paisseur de la couche est ralis par le prlvement de carottes de diamtre 50 mm dans la surface traite. L'paisseur moyenne de 3 mesures est suprieure ou gale l'paisseur minimale exige. Chaque mesure d'paisseur individuelle ne peut prsenter une dviation de plus de 5 mm par rapport l'paisseur minimale exige. Dans le cas o ces conditions ne sont pas remplies, l'entrepreneur poursuit, ses frais les travaux de gunitage jusqu' ce que l'paisseur exige soit atteinte (contrle l'aide d'un nouveau prlvement de minimum 3 carottes par tronon de 200 m). L'paisseur du bton gunit est dfinie la figure G.8.8.a.

CCT 2011

G. 61

Epaisseur nominale du bton gunit

cavit support > 50 dm

9cm

Figure G.8.8.a
Toutes les cavits sont remplir pralablement de bton gunit. Par cavit, on entend tout volume individuel suprieur 50 dm et ayant une profondeur gale ou suprieure 9 cm. Adhrence : le contrle est effectu conformment la norme NBN EN 1542. L'essai est ralis aprs un temps de durcissement d'au moins 28 jours une temprature suprieure 5C. Les valeurs individuelles sont suprieures 1,5 MPa. Ces spcifications ne sont pas d'application lorsque les ruptures sont de type "cohsives dans le support". Le contrle de l'adhrence n'est pas d'application pour les rnovations structurantes (c'est--dire pour lesquelles on ne tient pas compte dans les calculs de stabilit de la contribution du matriau en place). PAIEMENT

G.8.8.5

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.9 G.8.9.1

Rparation ou rnovation au moyen dun mortier

DESCRIPTION

Rparation ou rnovation au moyen d'un mortier appliqu par projection ou la main. Le mortier peut tre appliqu sur du bton, des briques ou une surface mtallique. Le mortier utilis est base de ciment auquel sont ajouts : soit des polymres ; soit d'autres produits tels que adjuvants, fibres, ; soit les deux de manire en amliorer les caractristiques.

Le produit peut se prsenter sous deux formes diffrentes : deux composants : un liquide (polymre) et un solide (ciment et sable) ; un composant solide mlanger de l'eau.

En rnovation, on distingue les oprations de ragrage et de surfaage. L'paisseur d'une couche de surfaage peut varier de 2 8 mm.

CCT 2011

G. 62

Dans le cas d'utilisation d'armatures, l'entrepreneur fait approuver par le pouvoir adjudicateur la note de calcul des armatures avant le dbut des travaux.

G.8.9.2 G.8.9.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

On distingue 2 catgories de mortier :

catgorie I : mortier destin au ragrage de dfauts ou dgradations superficielles, en vue de restituer l'aspect gomtrique ou esthtique de la structure ; catgorie II : mme domaine d'emploi que la catgorie I mais pour des rparations structurelles. Le ragrage vise alors restituer ou amliorer la portance de l'lment considr.

Les exigences sont les suivantes :

Tableau G.8.9.a - Exigences pour les mortiers de rparation

Caractristique Rsistance en compression 1 jour (MPa) (NBN EN 1015-11) Rsistance en compression 28 jours (MPa) (NBN EN 1015-11) Rsistance en flexion 28 jours (MPa) (NBN EN 1015-11) Adhrence (MPa) (NBN EN 1542) Diamtre maximal Dmax des granulats (mm) (NBN EN 933-1) Mortier prise rapide minimum 20 Mortier de ragrage Mortier d'galisation -

minimum 40

minimum 40

minimum 40

minimum 8

minimum 8 minimum 2 (sur bton) minimum 1,5 (sur briques et acier) maximum 1/3 de l'paisseur rparer

minimum 8

minimum 1,5 maximum 1/3 de l'paisseur rparer

minimum 1,5 maximum de l'paisseur rparer

En outre, les documents du march prcisent : l'paisseur de la couche de mortier ; le type de mortier ; la classe d'environnement (selon les normes NBN EN 206 et NBN B 15-001) ; le cas chant, le diamtre maximal des granulats Dmax [le Dmax est donn par l'ouverture de tamis pour lequel le refus maximum est de 2 % (Dmax 2 mm), 5 % (Dmax de 4 mm) ou 10 % (Dmax < 8 mm)].

En ce qui concerne les applications sur support en bton, les exigences sont conformes au guide dagrment UBAtc n G0007 "Mortiers de rparation base de liants hydrauliques", l'exception ventuelle de la classe d'environnement.

CCT 2011

G. 63

G.8.9.2.2 G.8.9.2.2.1

Excution SUPPORT

Les conditions respecter en ce qui concerne la prparation du support sont conformes celles du G.8.8.2.2.

G.8.9.2.2.2

MISE EN PLACE DU MORTIER DE REPARATION

La surface traiter est pralablement humidifie jusqu' saturation. Le mortier de rparation est appliqu par couches comprises entre 5 et 40 mm. Dans le cas o des nouvelles armatures sont places, le mortier est ajout en deux couches jusqu' l'obtention d'une paisseur totale de 40 mm.

G.8.9.3

SPECIFICATIONS

Epaisseurs appliquer :

application sans armature : minimum 5 mm par opration ; maximum 40 mm par opration ; localement jusque 100 mm pour une surface < 0,1 m ; application avec armatures : couvrir les armatures avec une couche de minimum 20 mm.

Sauf prescriptions contraires des documents du march, le polissage des parois n'est pas prvu.

G.8.9.4 G.8.9.4.1

VERIFICATIONS Essais de rception technique pralable

Les modalits de rception technique pralables sont dcrites dans les documents du march.

G.8.9.4.2

Contrle en cours dexcution

Les prescriptions du G.8.8.4.2 sont d'application.

G.8.9.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.10 G.8.10.1

Injections ponctuelles dtanchement

DESCRIPTION

Ltanchement par injection de rsines traite localement la dfaillance des joints et des fissures circulaires. Cette technique permet de contrler avant et aprs injection ltanchit

CCT 2011

G. 64

de chaque joint. La rparation nest pas structurante, mais elle permet de reconstituer ltanchit du rseau.

G.8.10.2 G.8.10.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Deux rsines sont frquemment utilises : une rsine acrylique deux composants (avec catalyseur) et une rsine polyurthane aquaractive un composant. Les produits rpondent aux critres de performances associs sa catgorie dutilisation et ses caractristiques dapplicabilit du guide dagrment n G0010 Coulis dinjection 12 de lUBAtc. Les fiches techniques reprenant les caractristiques des produits mis en uvre sont fournies avant le dmarrage du chantier et sont soumises lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Les caractristiques techniques de ces produits sont compatibles avec les matriaux constitutifs des tuyaux et/ou des joints.

G.8.10.2.2

Excution

G.8.10.2.2.1 CAS DES CONDUITES NON VISITABLES

Afin de garantir une bonne adhrence du produit dinjection sur les parois de la fissure, un nettoyage pralable des surfaces traiter est effectu avant lintervention et, si ncessaire, les effluents sont drivs par pompage. Linjection seffectue laide dun manchon spcial, de la manire suivante : le positionnement sur le dfaut : un manchon dinjection est introduit dans la canalisation par un regard de visite. Il est tract et positionn, sous le contrle dune camra, face au dfaut potentiel. Les deux cellules gonflables situes lextrmit du manchon sont alors mises sous pression afin disoler la zone traiter. Un test dtanchit est effectu pour sassurer de lexistence dune dfaillance avant dinjecter la rsine ; linjection de rsine : linjection est pratique par lintermdiaire le plus souvent dune pompe volumtrique double corps et dbit rglable. Les solutions sont prpares et pompes sparment, elles se mlangent la sortie du manchon. Une fois inject, le mlange traverse les parties non tanches de la canalisation et se rpartit dans le proche terrain environnant ; la formation de lanneau tanche : les rsines injectes se glifient. La raction du mlange des deux composants aboutit la formation dun bourrelet lextrieur de la canalisation. Un nouveau test dtanchit permet de vrifier le succs de linjection. En cas de besoin, un complment de rsine est inject. Lopration peut tre ainsi rpte jusqu lobtention dune pression stable.

Linjection ne peut tre excute une temprature infrieure la temprature minimale des essais dhomologation.

12

http://qc.met.wallonie.be/fr/normes/doc/g0010.pdf

CCT 2011

G. 65

G.8.10.2.2.2 CAS DES CONDUITES VISITABLES

Les injections dtanchement de fissures, dans le cas des conduites visitables est ralis comme suit : lopration consiste amnager par fraisage, la surface du revtement, une gorge qui suit la trace de la fissure et colmater cette gorge avec un produit de scellement. Ce traitement est rserv aux fissures douverture infrieure 3 mm, non ramifies, dont les bords ne prsentent ni paufrure, ni dnivellation ; le fraisage de la gorge de scellement est excut sec et suit la trace de la fissure, sans llargir au-del de 20 mm, sur une profondeur comprise entre 20 et 30 mm. Aprs le fraisage, la fissure apparat dans le fond de la gorge sur tout son parcours. Lespace entre les lvres de la fissure est dbarrass des matriaux quil contient. Les lvres sont nettoyes laide dune brosse mtallique et sches sous laction dun jet dair comprim ; si ncessaire, un vernis dadhrence est appliqu sur les faces de la gorge de scellement et un fond de joint compressible dont les dimensions correspondent au fond de la gorge est ensuite mis en place. Le produit de scellement est coul laide dun appareil verseur en vitant toute occlusion dair. Tous les dbordements de masse en surface sont limins. SPECIFICATIONS

G.8.10.3

La mise en uvre doit tre conforme aux spcifications techniques donnes par le fournisseur des produits et/ou aux spcifications complmentaires dfinies dans les documents du march.

G.8.10.4

VERIFICATIONS

Le fonctionnaire dirigeant se rserve le droit de prlever des chantillons dans un ou tous les lots pour raliser ses frais des essais figurant au guide d'agrment et de procder des contrles pendant et aprs les travaux.

G.8.10.4.1

Essai prliminaire linjection

Il y a lieu de procder un essai pralable in situ afin de dfinir ou de valider une mthode d'injection. Cet essai est destin fournir des informations sur le comportement du produit d'injection envisag (injectabilit dans les fissures de la structure, durcissement et adhrence dans les conditions in situ,), la pression d'injection, l'absorption du produit, la prvision des volumes ncessaires. Il convient de considrer cet essai comme faisant partie intgrante de la reconnaissance initiale de la structure. Si ce n'est pas le cas, il faut le raliser pendant la premire partie de la phase d'excution.

G.8.10.4.2

Contrles pendant les travaux

Ils portent entre autres sur la largeur des fissures, leur taux d'humidit, l'appareillage pour l'injection, la pression d'injection, la conduite de l'injection et les conditions de temprature.

CCT 2011

G. 66

G.8.10.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.11 G.8.11.1

Protection contre la corrosion au moyen de rsine poxy arme de fibres

DESCRIPTION

Protection contre la corrosion par application dune rsine poxy sans solvant et renforce par des fibres. Le produit garantit une adhsion parfaite mme sur un fond humide. Aprs durcissement, on obtient une couche de finition sans joint d'une haute qualit, mme sur des briques.

G.8.11.2 G.8.11.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

La rsine poxy renforce par des fibres et sans solvant est une rsine poxy deux composants prdose par le fabricant.

G.8.11.2.2

Excution

La protection en rsine poxy est applique sur une couche dadhrence de mme type (primer) et provenant obligatoirement du mme fabricant. Les matriaux sont prdoss avec des matriaux de remplissage inertes et des fibres, intgrs dans des rsines poxy sans solvant. Sauf prescriptions contraires aux documents du march, lpaisseur 3 mm. La surface protger doit : minimum est de

avoir une temprature minimum de 5C ; tre sable (grenaille) de manire approfondie, enlvement de toutes les parties effrites et abmes ; une adhrence de minimum de 1,5 MPa peut tre garantie sur un support en bton ; tre nettoye haute pression et les parties qui se dtachent doivent tre enleves.

Application du revtement Les tapes suivantes sont excutes les unes aprs les autres :

la surface traiter doit tre rince leau claire ou souffle lair sous pression ; le lissage des irrgularits seffectue comme suit : jusqu 10 mm : utilisation du produit lui-mme ; de 10 50 mm : avec du mortier hydraulique ; au-del de 50 mm : la construction est ramene sa forme originale en utilisant le matriau du support mme (maonnerie, bton,..) ;

CCT 2011

G. 67

lapplication dune couche dadhrence, aussi appele primer, sur une paisseur qui varie de 10 20 microns ; lapplication de la rsine poxy renforce par des fibres sur une paisseur minimale de 3 mm.

Des couches plus paisses peuvent tre prvues dans les documents du march pour des travaux particuliers (ex : pression deau externe leve, protection de structure en maonnerie,...). Dans ce cas, lentrepreneur fournira une note de calcul justifiant lpaisseur requise en fonction des pressions externes. La surface finie doit tre sans fissures, sans trous et sans cratres (= trous visibles rsultant de lvacuation dune bulle dair). Dans certains cas, lapplication peut-tre excute manuellement. Le bton et le mortier doivent avoir un ge minimum de 14 jours avant dtre revtus de rsines poxy. Lentrepreneur soumettra obligatoirement un descriptif dtaill du produit et de sa mise en uvre lapprobation du fonctionnaire dirigeant.

G.8.11.3

SPECIFICATIONS

Tableau G.8.11.a - Spcifications pour la protection contre la corrosion au moyen de rsine poxy arme de fibres
Caractristique Prescriptions Sur des prouvettes de 6 mm paisseur: moyenne de 8 MPa. Sur des prouvettes de 12 mm paisseur: moyenne de 14 MPa. Suivant NBN ISO 527. Suivant ASTM D 790: moyenne 25 MPa. Voir galement NBN EN 196-1. 4 %. Suivant NBN EN ISO 527. Suivant NBN EN 196-1 : moyenne 44 MPa. Suivant test dabrasion de la CNR (Compagnie Nationale du Rhne), indice dabrasion : I = maximum 0,95. L'adhrence minimale est de 1,5 MPa. Tremp durant 12 jours 20C dans une solution liquide dun PH 1 le produit ne montre aucune dfaillance. Voir galement NBN EN ISO 2812-1. Pour des liquides max. 40C continu. Pour gaz max. 125C continu. Suivant ISO/TR-10358. Suivant NBN EN 12390-8 : compltement impermable une pression de (500 50) kPa durant 72 h 2 h.

Rsistance la traction

Rsistance la flexion Allongement la traction Rsistance la compression Rsistance labrasion Adhrence Rsistance chimique

Rsistance la temprature Porosit

CCT 2011

G. 68

G.8.11.4

VERIFICATIONS

Contrle visuel La surface doit tre sans fissures et sans trous. Epaisseur de la couche Ce contrle seffectue en carottant dans la surface. Lpaisseur de la couche est mesure pour chaque carotte 4 endroits. La moyenne arithmtique de ces mesures donne lpaisseur individuelle de la couche. Chaque paisseur individuelle doit correspondre minimum 90 % de lpaisseur prescrite limite 1,1 fois la valeur nominale. Test de traction (adhrence) Ce test est excut pour mesurer ladhrence de lpoxy renforce par des fibres la surface rnove. Il ne peut tre excut quaprs une priode de durcissement de 7 jours 10C minimum. Le test de traction comprend les tapes suivantes :

nettoyage approfondi de la surface tester ; schage lactone, si la surface est humide ; collage des ttes brocher de 4 cts de 5 x 5 cm. Cela comprend : ponage de la tte brocher en mtal (aluminium) avec du papier de verre gros grain ; nettoyage de la tte brocher ; utilisation dune colle deux composants mthyle mthacrylate ; le collage de la tte brocher pralablement sable et parfaitement dpoussire ; limmobilisation momentane de la tte brocher grce un ruban adhsif solide ou une latte en bois jusquau durcissement de la colle (24 h) ; polissage de lpoxy renforc par des fibres autour de la tte brocher, jusqu 5 mm au moins lintrieur du matriau sous-jacent grce une meule diamante ; lapplication dune traction de 0 2 MPa, linaire et sans interruption, pour une dure qui varie de 10 20 secondes. Le test se poursuit au mme rythme jusqu la rupture. Il faut sassurer que la traction sapplique horizontalement sur la tte brocher.

Conditions requises La valeur dadhrence au support de la rsine poxyde renforce par des fibres atteint individuellement au moins 1,5 MPa ou dpasse la cohsion du support. Apprciation

La traction lors de la rupture dpasse 1,5 MPa, le test est concluant ;

CCT 2011

G. 69

La traction lors de la rupture est infrieure 1,5 MPa : - la surface de la rupture est situe au niveau de la colle, le test nest pas valable et doit tre recommenc ; - la surface de la rupture est dans le support, le test est satisfaisant ; - la surface de la rupture se situe plusieurs niveaux, la surface doit comprendre un quart du support pour que le test soit concluant.

Test dabrasion Suivant le test dabrasion de la CNR (Compagnie Nationale du Rhne), lindice dabrasion vaut : I = maximum 0,95.

G.8.11.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.12 G.8.12.1

Techniques destructives
DESCRIPTION

Les techniques destructives permettent de tuber une conduite usage, quel que soit son tat, avec un tube (PVC, PE, PEHD, PRV, ) de mme diamtre ou de diamtre suprieur, partir des regards de visites et/ou de fouilles. Par clatement : Destruction de lancienne conduite par une tte dclatement, avec pousse ou traction simultane du tubage, laide dun dispositif mcanique adquat. Par broyage : Destruction de lancienne conduite par un outil mchoires actionnes hydrauliquement, avec pousse ou traction simultane du tubage.

G.8.12.2 G.8.12.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux utiliss sont le plus souvent les matires plastiques : polythylne (PE), polythylne haute densit (PEHD), polychlorure de vinyl (PVC), polyester renforc de fibres de verre (PRV), conformes au C.23.5.

G.8.12.2.2

Excution

Une tte est pousse ou tracte partir des regards de visite ou fouilles, et clate la conduite existante. Cette tte peut consister en un cne dclatement fixe, ou en un largisseur-clateur en ptales , ventuellement percussion, pouvant tre contract/dilat hydrauliquement ou pneumatiquement. Le train de tubes constituant la nouvelle conduite est mis en place lavancement.

CCT 2011

G. 70

Le tuyau existant est clat et comprim dans le sol environnant, laissant la place la conduite neuve. La reprise des branchements se fait par lextrieur : une fouille est ralise la hauteur du raccordement. Ce dernier alors est dconnect. Ensuite, une ouverture suffisamment grande est ralise dans le tuyau rnover de manire permettre ultrieurement le placement dune selle de branchement.

G.8.12.3

SPECIFICATIONS

Dans tous les cas, le choix du profil (rapport largeur/paisseur) fait lobjet dune note de calcul (AGHTM 13ou ATV M 127) soumise pour approbation au matre de louvrage.

G.8.12.4

VERIFICATIONS

Les prescriptions du G.8.5.4 sont dapplication.

G.8.12.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.13

Rparations ponctuelles

Il existe de nombreux autres procds de rparation (robots multifonctions, pices spciales de rparation dassemblage ou de raccordement) qui permettent de traiter des dgradations ponctuelles. Ces techniques permettent, seules ou en combines avec dautre techniques, dagir plusieurs niveaux. Il sagit de :

limination des obstacles au bon fonctionnement hydraulique de la canalisation, tels que les racines, les dpts de ciment, les concrtions dorigines diverses, les branchements pntrants, les joints sortis de leurs logements, etc. ; colmatage de fissures et tanchifications des branchements par injection de rsine ; consolidation mcanique restructurante des parties les plus endommages des canalisations par la pose de tles ou de plaques, ou par des techniques de colmatage prise rapide ; rparation ponctuelle de branchements ou dassemblages, par lintrieur ou par lextrieur de la canalisation.

Les documents du march prcisent les clauses techniques, ainsi que les modalits en matire de vrification et de paiement. Toute technique propose par lentrepreneur est soumise lapprobation du fonctionnaire dirigeant.

13

AGHTM : Association Gnrale des Hyginistes et Techniciens municipaux. Actuellement, lappellation lAGHTM est remplace par lASTEE (Association Scientifique et Technique pour l'Eau et l'Environnement).

CCT 2011

G. 71

G.8.14 G.8.14.1

Tubage sans espace annulaire au moyen de tubes en PEHD continus pr-dforms ( close-fit lining )
DESCRIPTION

Le tube PEHD circulaire extrud est pli chaud en forme de C dans le sens longitudinal. Aprs refroidissement, le tube pli est enroul sur un touret et transport sur chantier. La diminution de section induite par le pliage atteint 30 %. Grce cette rduction du diamtre apparent, le tube peut facilement tre introduit par tractage dans la canalisation existante. Le tube insr dans la conduite est ensuite rchauff laide de vapeur, de manire ractiver leffet mmoire du tube qui tend reprendre sa forme circulaire initiale. Laccroissement de pression interne pendant la phase de refroidissement du tube entrane un plaquage complet du tube contre les parois de lancienne conduite ( close-fit ).

Figure G.8.14.a - Effet mmoire des tubes PEHD pr-dforms par pliage G.8.14.2 G.8.14.2.1
CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les tuyaux sont en polythylne haute-densit et satisfont aux spcifications ci-aprs.

G.8.14.2.2

Excution

Mise en uvre Pour la mise en uvre de tubage sans espace annulaire continu au moyen de tubes en PEHD continus pr dforms ( close-fit lining ) les travaux suivants sont successivement excuts :

curage haute pression pralable suivi dune inspection par vido camra ; fraisage ou dcapage des obstacles ventuels (racines, raccordements trop pntrants) ; positionnement du touret avec le tuyau en PEHD au niveau du puits dentre ; positionnement au niveau du puits de rcupration dun treuil dune capacit de traction dau moins 10 tonnes, pourvu dun dispositif de limitation automatique de la force de traction ;

CCT 2011

G. 72

insertion par tractage du tube pr-dform dans la canalisation existante, avec une vitesse maximale de 20 m/min ; raccordement du tube pr-dform au systme de chauffe et rchauffement de lintrieur du tube la vapeur. Leffet mmoire permet au tube de retrouver sa forme circulaire dorigine. Durant le processus de dpliage du tube, les tempratures intrieure et extrieure chaque extrmit du tube, ainsi que la pression sont mesures et affiches en continu, et sont archives pour une valuation ultrieure ; refroidissement et dilatation du tube lair. De ce fait, le tube est plaqu contre la paroi de lancienne structure ( close-fit ) ; traitement des extrmits du tube et contrle du diamtre, du processus de dpliage et de lpaisseur de paroi ces extrmits ; pose des points fixes comme prescrit par le fabricant ; rtablissement des raccordements.

Traitement des raccordements Les raccordements sont traits soit :

par lextrieur : une fouille est ralise la hauteur du raccordement. Ce dernier est alors dconnect. Ensuite, une ouverture suffisamment grande est ralise dans le tuyau rnover de manire permettre ultrieurement le placement dune selle de branchement ; par lintrieur, soit au moyen dun robot, soit manuellement dans les cas accessibles. SPECIFICATIONS

G.8.14.3

Le matriau de base des tuyaux doit au minimum tre du PE 80 (MRS14 = 8 MPa). Les caractristiques du composite base de PE, sous forme de granulats doivent satisfaire aux prescriptions reprises au tableau G.8.14.a ci-dessous.

Tableau G.8.14.a Caractristiques des composites base de PE, sous forme de granulats, utiliss pour les close-fit linings
Caractristiques Densit Rsistance la traction (sens longitudinal) jusqu la limite de fluage Allongement la rupture Stabilit thermique Temps dinduction loxydation (OIT) Indice de fluidit chaud, en masse (MFR) Teneur en matire volatile Prescriptions > 930 kg/m > 15 MPa Paramtres dessais cf. ISO 1183 e < 12 mm : 100 + 10 mm/min e > 12 mm : 25 + 2,5 mm/min ISO 527-2, type 1B 200 C 190C ; m = 5 kg Cf. NBN EN 12099 Mthodes dessais ISO 1183 NBN EN ISO 6259-1

> 350 % > 20 min. 0,2 < MFR < 1,1 g/10 min. < 350 mg/kg

NBN EN ISO 6259-1 NBN EN 728 NBN EN ISO 1133 cond. T NBN EN 12099

14

Minimum Required Strength = Valeur minimum de la rsistance hydrostatique 20C long terme (50 ans selon ISO DIS9080 SEM).

CCT 2011

G. 73

Les caractristiques du composite base de PE, sous forme de tuyaux doivent satisfaire aux prescriptions reprises au tableau G.8.14.b ci-dessous.

Tableau G.8.14.b - Caractristiques pour les composites base de PE, sous forme de tubes, utiliss pour les close-fit linings
Caractristiques Rsistance la pression interne Prescriptions Pas de rupture Paramtres dessais 80C : t > 165 h PE 80 : = 4,6 MPa 80C : t > 10 005 h PE 80 : = 4,0 MPa Mthodes dessais

NBN EN ISO 1167-1 -3

Aspect :

Enroulement : Stockage :

lexamen visuel, sans systme dagrandissement, les faces intrieure et extrieure du tuyau doivent tre lisses, sans boursouflure, rainure ou autre dfaut de surface. le tuyau est enroul sur un touret et est livr ainsi sur chantier, suivant les prescriptions du fabricant. lentreposage du tuyau ne peut dpasser 24 mois, de la date de fabrication la date dinstallation.

Caractristiques gomtriques : voir tableaux G.8.14.c et G.8.14.d ci-dessous.

Tableau G.8.14.c - Dimensions avant pliage des tubes en PEHD utiliss pour les close-fit linings
Diamtre nominal dn (1) (mm) Dimensions des tuyaux produits avant pliage (2) (3) (mm suivant NBN EN ISO 3126) Diamtre extrieur Epaisseur de paroi d fab. (mm) SDR 26 SDR 17,6 97 121 145 194 241 289 340 385 436 485 6,3 < e < 7,6 8,4 < e < 9,9 10,5 < e < 12,3 12,6 < e < 14,6 14,6 < e < 16,9 16,8 < e < 19,3 18,8 < e < 21,6 20,8 < e < 23,8 6,2 < e < 7,4 7,7 < e < 9,1 9,3 < e < 10,9 12,3 < e < 14,3 15,5 < e < 17,9 18,6 < e < 21,3 21,5 < e < 24,6 24,8 < e < 28,3 -

100 125 150 200 250 300 350 400 450 500
(1) (2)

Les diamtres nominaux ci-dessus correspondent aux cas les plus frquents, dautres diamtres sont possibles. Les proportions SDR ci-dessus correspondent aux cas les plus frquents, dautres rapports de tailles sont possibles. (3) Tolrance complmentaire sur lpaisseur de la paroi, en accord avec NBN EN 13566-3 em,max = (1,12 emin + 0,5) mm, arrondi au 0,1 mm suprieur.

CCT 2011

G. 74

Tableau G.8.14.d - Dimensions aprs dpliage des tubes en PEHD utiliss pour les close-fit linings Diamtre nominal dn (mm) Srie de diamtres extrieurs (mm)
97 104 121 129 145 155 194 208 241 258 289 309 340 364 385 412 435 467 485 519

Epaisseur minimale de paroi (mm relativement au diamtre nominal (1)) SDR 26 SDR 17,6
5,8 7,7 9,7 11,6 13,5 15,4 17,4 19,3 5,7 7,1 8,6 11,4 14,2 17,1 20,0 22,8 -

100 125 150 200 250 300 350 400 450 500
(1)

Pour dautres diamtres nominaux et/ou proportions SDR (voir tableau G.8.14.c) les exigences en matire dpaisseur de paroi sont calcules suivant : e min = dn/SDR ; arrondi au 0,1 mm suprieur.

Caractristiques physiques : voir tableau G.8.14.e ci-dessous.

Tableau G.8.14.e - Caractristiques physiques des tubes en PEHD utiliss pour les close-fit linings
Caractristiques Retrait (longitudinal) Prescriptions < 3,5 % Le tuyau ne peut prsenter de bulle dair ou de fissure PE 80 : h > 0,75 d fab. (1) Paramtres dessais Temprature : 110C Temps dimmersion pour : e min < 8 mm : 60 min 8 < e min < 16 mm : 120 min e min > 16 mm : 240 min Temprature : 120C Temps de conditionnement : 60 1 min. Mthodes dessais NBN EN ISO 2505

Effet mmoire

NBN EN 14409-3 (2)

(1) (2)

Valeurs pour d fab. suivant tableau G.8.14.c. Comme chantillon, prlever un tuyau de minimum 50 mm. Celui-ci doit tre plac dans un four pour permettre le dpliage par effet mmoire. Aprs refroidissement, mesurer H comme indiqu la figure G.8.14.b.

Figure G.8.14.b - Mesure de leffet mmoire des tubes PEHD pr-dforms par pliage

CCT 2011

G. 75

Caractristiques mcaniques : voir tableau G.8.14.f ci-dessous.

Tableau G.8.14.f - Caractristiques mcaniques des tubes en PEHD utiliss pour les close-fit linings
Caractristiques Rigidit annulaire Taux de fluage Prescriptions SDR 26 : > 4 kN/m SDR 17,6 : > 16 kN/m <5 Paramtres dessais cf. NBN EN 12666-1 Mthodes dessais NBN EN ISO 9969

cf. NBN EN ISO 9967

G.8.14.4 -

VERIFICATIONS

Inspection visuelle partielle ou totale de l'gout rnov. Contrle de l'tanchit 0,5 bar (en labsence de branchements particuliers). PAIEMENT

G.8.14.5

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

G.8.15 G.8.15.1

Injections pour stabilisation du sol et/ou comblement de cavits

DESCRIPTION

Injection ventuelle de cavits qui seraient dcouvertes l'extrieur de l'gout principal ou sous la voirie lors des travaux de reconstruction des branchements latraux. Le but est le simple remplissage de la cavit rencontre aprs que le pouvoir adjudicateur ait pu constater la chose et accepter le principe du remplissage de cette cavit sous son contrle. Ces injections peuvent tre effectues : depuis la surface ; depuis lintrieur de lgout. CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

G.8.15.2 G.8.15.2.1

Coulis de ciment Le remplissage des cavits depuis la surface sera ralis l'aide d'un coulis (grout) grande fluidit. Il est compos de ciment additionn de matire pouzzolanique, de sable et ventuellement d'agents stabilisateurs et fluidifiants. Sa rsistance la compression sur cube 28 jours sera de minimum 2 MPa. Ce coulis doit pouvoir s'couler par simple gravit.

CCT 2011

G. 76

Rsine de polyurthane Il sagit dune rsine 2 composants sans solvant pour tanchement dans les constructions souterraines, rpondant aux spcifications suivantes : basse viscosit ; durcissement sous leau ; trs flexible aprs durcissement ; injectable de 0 50C ; agrment pour eau potable ; rsiste une pression constante deau ; pores ferms en contact avec leau, effet durable dtanchit. Excution

G.8.15.2.2

G.8.15.2.2.1 INJECTIONS DE COULIS DE CIMENT DEPUIS LA SURFACE

Le volume inject sera dtermin en considrant que une tonne de matire d'injection sche donne 0,8 m de coulis en place. Ces injections se font basse pression (1 bar maximum) et sous contrle strict du fonctionnaire dirigeant.

G.8.15.2.2.2 INJECTIONS AU TRAVERS DES PAROIS DE LEGOUT

Injections au travers des parois de lgout, de part et dautres, une hauteur fixe par les documents du march. Les tronons injecter sont dtermins par le fonctionnaire dirigeant. Les injections sont ralises raison de trois par mtre courant dgout.

G.8.15.3

SPECIFICATIONS

Rsines polyurthane : cf. G.8.10.3.

G.8.15.4

VERIFICATIONS

Les prescriptions du G.8.10.4 sont dapplication.

G.8.15.5

PAIEMENT

Le mode de paiement est prcis au cahier spcial des charges.

CCT 2011

G. 77

G.9 G.9.1

EXAMEN VISUEL DES OUVRAGES Description

Ds que les dimensions des canalisations permettent l'entre d'une personne mandate cet effet (soit une hauteur minimum denviron 1 200 mm), l'inspection est faite pied. En dessous de ces dimensions et jusqu un diamtre de 200 mm, linspection est excute au moyen dune camra vido autotracte (inspection endoscopique) permettant la visualisation des joints et de la canalisation sur tout le pourtour, avec retransmission instantane sur cran vido et enregistrement des observations. Pour les canalisations de diamtre infrieur 200 mm, linspection est excute par des techniques particulires.

G.9.2 G.9.2.1

Clauses techniques
TRAVAUX PRELIMINAIRES

Les documents du march fournissent les renseignements dinventaire suivants :

la localisation prcise (commune, rues, nom du chantier) ; les longueurs totales inspecter, par type de canalisations ; les types de canalisations (circulaires, ovodes,...), y compris les diamtres et les matriaux constitutifs des tuyaux ; le caractre neuf ou existant des ouvrages inspecter ; la nature des effluents (eaux uses, pluviales, mixtes, industrielles, etc.) ; le nombre de regards et chambres de visite ; le nombre de chambres de chute ; les plans utiles, avec les rfrences (et/ou coordonnes Lambert) des regards ou des chambres de visite, ou les rfrences des tronons.

Les documents du march prcisent les dispositions prendre pour permettre linspection endoscopique. Les gouts inspecter sont libres de tout obstacle (pierres, dbris de forage, racines, raccordements dpassants, dchets, dpt de boue) dont la hauteur ne permet pas le passage de la camra). Dans le cas contraire ou selon le but recherch, un curage pralable (voir G.10) est effectu. Le curage doit alors tre soigneusement effectu et la cunette compltement dgage.

G.9.2.2

EXECUTION

Les documents du march dfinissent le but et les critres de ralisation de lendoscopie (codes obligatoires et optionnels des observations, modes de quantification, etc.). A dfaut dindications contraires des documents du march, les chambres de visite et autres ouvrages particuliers font lobjet dune inspection visuelle distincte.

CCT 2011

G. 78

G.9.3

Spcifications

Lexamen visuel des nouvelles installations ainsi que des canalisations, des regards et chambres de visite existants est ralis conformment aux mthodes dcrites au Communiqu 514-A/93-1 du SPF Economie, PME, Classes moyennes & Energie (Qualit de la Construction Agrment et Spcifications). Les diffrentes mthodes dexamen visuel sont : examen visuel dune conduite neuve ou existante depuis lintrieur de la canalisation : par camra vido autotracte ; par tre humain lintrieur de la canalisation (cas de conduites visitables) ; examen visuel dun regard ou dune chambre de visite, neuf ou existant, par accs dun tre humain lintrieur du regard ; examen visuel du regard ou de la chambre de visite, neuf ou existant, depuis le niveau du sol (surface) par camra vido descendue dans le regard ; examen visuel de lintrieur dune canalisation existante depuis un regard de visite.

Les donnes dinventaire et les observations relatives lexamen visuel des conduites et branchement, ainsi que des chambres de visite ou regards dinspection sont enregistres conformment la norme NBN EN 13508-2. Le rapport dinspection ainsi que les photos, cassettes vido, CD ou DVD sont fournis, sauf dispositions particulires dans les documents du march, en deux exemplaires au fonctionnaire dirigeant. Les donnes rcoltes lors de lexamen visuel doivent pouvoir tre changes de manire lectronique conformment au BEFDSS (Belgian Exchange Format for Drain and Sewer Systems) sous la forme dun fichier .xml (Extensible Mark-up Language).

G.9.4

Paiement

Les travaux prliminaires linspection font lobjet de postes spcifiques au mtr. Les examens visuels des canalisations sont pays au mtre courant. Sauf stipulations contraires aux documents du march, les examens visuels spcifiques des regards et chambres de visite et autres ouvrages particuliers sont pays la pice. Au cas o les prestations dinspection par camra doivent tre interrompues pour des raisons techniques nincombant pas lorganisme charg de lexamen visuel, un forfait horaire est factur par ce dernier (1/2 journe en cas dinterruption intervenant dans les 4 premires heures de travail, 1 journe en cas dinterruption au-del de ces 4 premires heures). Lorsque la totalit du tronon ne peut tre inspecte malgr le curage ralis, aprs une tentative depuis la chambre amont et une tentative partir de la chambre aval, la totalit du mtr du tronon dont question pourra tre facture quelle que soit la longueur relle inspecte.

CCT 2011

G. 79

G.10 G.10.1

CURAGE Description

Enlvement de tout obstacle tel que prcis au G.9.2.1 de faon rtablir un fonctionnement (capacit dcoulement, dbit) normal de louvrage ou, dans le cadre particulier de lendoscopie, de permettre le passage dune camra.

G.10.2 G.10.2.1

Nettoyage hydromcanique
DESCRIPTION

Procd de nettoyage et/ou de rhabilitation utilisant lauto-propulsion dun outil et garantissant le respect de la protection intrieure de la canalisation (le natural lining ). Le nettoyage hydromcanique peut sappliquer pour des conduites sous pression afin denlever les incrustations telles que oxyde de fer, ferro-manganse, calcaire Pour les conduites en acier, on peut nettoyer au mtal (par exemple pour chemisage). Par ce procd, la canalisation retrouve ses capacits hydrauliques originelles.

G.10.2.2

SPECIFICATIONS

Enlvement des dpts dans les canalisations de toutes natures, gravitaires ou sous pression :

diamtres traitables : partir de 50 mm ; possibilit de traiter plusieurs tronons en un seul passage sans ouverture intermdiaire (en fonction du diamtre de la canalisation, de lpaisseur, de la qualit du dpt et de la quantit deau disponible) ; applicable jusqu des rductions de section de 65 %. PAIEMENT

G.10.2.3

Le nettoyage hydromcanique est pay au mtre courant de canalisation. Les documents du march prvoient, le cas chant, un poste au cas o des difficults locales ou des obstacles particuliers ncessitent le recours des techniques spciales et/ou onreuses. Lenlvement des obstacles, et notamment ceux prciss au G.9.2.1 fait lobjet de postes spcifiques au mtr. Les boues et les dcombres doivent tre immdiatement vacus en dehors du chantier, au moyen de vhicules benne tanche ou camions citernes. Ils ne peuvent en aucune faon tre stocks, mme provisoirement, sur la voie publique ou dans lenceinte du chantier. Lvacuation des boues et dcombres ainsi que les matriaux non rutiliss, la mise en dcharge y compris les ventuelles taxes de versage, font lobjet de postes spcifiques du mtr, en fonction du type de pollution.

CCT 2011

G. 80

G.10.3 G.10.3.1

Hydrocurage haute pression

DESCRIPTION

Lorsqu'une conduite est fortement obstrue (> 65 %) ou obstrue par des dpts particuliers (qui ne peuvent tre limins par un nettoyage hydromcanique), un nettoyage haute pression de la conduite est effectu. En fonction de la nature de la canalisation, de son tat et du type dencrassement rencontr, le meilleur rapport dbit/pression et les outils adquats sont choisis de faon viter toute dgradation louvrage existant.

G.10.3.2

SPECIFICATIONS

Pour des canalisations en bton, asbeste, PVC, PEHD, , la pression maximum est de 20 000 kPa (200 bar). Le dbit idal de travail est de 400 l/min. Le matriel ncessaire dans une unit mobile est compltement autonome. Les accessoires sont adapts la forme de la canalisation et au type de dpt.

G.10.3.3

PAIEMENT

Les prescriptions du G.10.2.3 sont dapplication.

CCT 2011

G. 81

G.11

TUYAUX HORS SERVICE

Les tuyaux hors service rencontrs dans le sol sont limins. En cas dimpossibilit, ceux-ci sont obligatoirement combls conformment aux prescriptions ci-dessous :

toute prsence dair dans la conduite aprs remplissage est viter imprativement ; prcautions prendre avant de dbuter le remplissage : prvoir les vents ncessaires afin dviter la formation de poches dair ; contrler que les vides combler sont exempts deau et de boue ; vrifier si la continuit des vides combler est assure (dimensions des communications) ; le remplissage se fera avec un mortier de remplissage qui rpond aux qualits suivantes : mortier base de ciment et de sable ventuellement additionn des agents, conforme la norme NBN T61-001, sans risque de sgrgation ; consistance du mortier frais mesur par talement la table est gale minimum 2,5 (norme NBN EN 1015-3) ; rsistance 90 jours : au moins gale 2 MPa (sur cubes de 10 cm de ct) ; tous travaux de dmontage, de terrassements et les autres travaux ncessaires pour le remplissage du tuyau sont compris dans le poste ;

Llimination et le comblement font lobjet de postes spars au mtr.

CCT 2011

H. 1

CHAPITRE H - ELEMENTS LINEAIRES Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
H.0 PRESCRIPTIONS GENERALES

H.1

BORDURES, FILETS DEAU, BORDURES-FILETS DEAU ET BANDES DE CONTREBUTAGE EN BETON H.1.1 Elments prfabriqus H.1.1.1 Description H.1.1.2 Clauses techniques H.1.1.2.1 Matriaux H.1.1.2.2 Excution H.1.1.3 Rsultats et vrifications H.1.1.4 Paiement H.1.2 Elments couls en place H.1.2.1 Description H.1.2.2 Clauses techniques H.1.2.2.1 Matriaux H.1.2.2.2 Excution H.1.2.2.2.1 Profil H.1.2.2.2.2 Composition du bton H.1.2.2.2.3 Fabrication, transport et mise en uvre du bton H.1.2.2.2.4 Protection du bton frais H.1.2.2.2.5 Joints H.1.2.3 Rsultats et vrifications H.1.2.3.1 Rsistance la compression H.1.2.3.2 Rgularit de surface H.1.2.3.3 Alignement et pente H.1.2.3.4 Fissures et autres dgradations H.1.2.3.5 Absorption deau H.1.2.4 Paiement H.1.2.4.1 Rfactions pour manquements H.1.2.4.1.1 Rsistance la compression insuffisante

H.2

BORDURES ET FILETS DEAU EN PIERRE NATURELLE H.2.1 Description H.2.2 Clauses techniques H.2.2.1 Matriaux H.2.2.2 Excution H.2.3 Rsultats et vrifications H.2.4 Paiement

H.3

BARRIERES DE SECURITE EN BETON H.3.1 Barrires de scurit prfabriques H.3.1.1 Description H.3.1.2 Clauses techniques

CCT 2011

H. 2

H.3.1.2.1 Matriaux H.3.1.2.2 Excution H.3.1.3 Rsultats et vrifications H.3.1.4 Paiement H.3.2 Barrires de scurit excutes en place H.3.2.1 Description H.3.2.2 Clauses techniques H.3.2.2.1 Matriaux H.3.2.2.2 Excution H.3.2.2.2.1 Profil H.3.2.2.2.2 Composition du bton H.3.2.2.2.3 Aciers pour bton H.3.2.2.2.4 Fabrication, transport et mise en uvre du bton H.3.2.2.2.5 Protection du bton frais H.3.2.2.2.6 Ancrage, liaisonnement ou paulement H.3.2.2.2.7 Joints H.3.2.3 Rsultats et vrifications H.3.2.1.1 Rsistance la compression H.3.2.1.2 Rgularit de surface H.3.2.1.3 Alignement H.3.2.1.4 Fissures et autres dgradations H.3.2.1.5 Absorption deau H.3.2.4 Paiement

H.4

FILETS DEAU EN ASPHALTE COULE ROUTIER H.4.1 Description H.4.2 Clauses techniques H.4.2.1 Matriaux H.4.2.2 Dnomination et composition-type des asphaltes couls pour filets deau H.4.2.3 Caractristiques et performances des diffrents types dasphaltes couls routiers pour filets deau H.4.2.4 Etude prliminaire du mlange H.4.2.5 Enregistrement des asphaltes couls routiers pour filets deau H.4.2.5.1 Enregistrement H.4.2.5.1.1 Procdure denregistrement H.4.2.5.1.2 Attribution du certificat denregistrement H.4.2.5.1.3 Validit de lenregistrement H.4.2.5.1.4 Retrait de lenregistrement dun mlange H.4.2.5.2 Note justificative et fiches techniques H.4.2.5.2.1 Contenu dune note justificative dun asphalte coul H.4.2.5.2.2 Contenu de la fiche technique dun asphalte coul H.4.2.5.2.3 Contenue de la fiche technique des matires premires H.4.2.5.2.4 Introduction de la note justificative et des fiches techniques H.4.2.5.2.5 Validit de la note justificative et des fiches techniques H.4.2.6 Fabrication H.4.2.7 Transport H.4.2.8 Mise en uvre de lasphalte coul H.4.2.8.1 Asphaltes couls enregistrs utiliss pour la mise en oeuvre des filets deau H.4.2.8.2 Epaisseur H.4.2.8.3 Conditions climatiques lors de la mise en uvre H.4.2.8.4 Temprature des asphaltes couls lors de la mise en oeuvre H.4.2.8.5 Travail prparatoire

CCT 2011

H. 3

H.4.2.8.5.1 Prparation du support H.4.2.8.5.2 Liaison avec le support H.4.2.8.6 Epandage et rglage de lasphalte coul H.4.2.8.7 Joints de reprise et joints avec un revtement, avec un autre lment linaire ou avec un accessoire de voirie pralablement pos H.4.3 Exigences sur le rsultat (spcifications) H.4.3.1 Exigences sur les caractristiques de masse de lasphalte coul pour filet deau H.4.3.1.1 Granularit H.4.3.1.2 Teneur en liant H.4.3.1.3 Indentation H.4.3.1.4 Epaisseur H.4.3.2 Exigences sur les caractristiques de surface du filet deau H.4.3.2.1 Pente H.4.3.2.2 Rgularit de surface H.4.3.2.3 Niveau H.4.3.2.4 Alignement H.4.3.2.5 Fissures et autres dgradations H.4.3.2.6 Couleur de filets deau en asphalte coul color H.4.4 Vrifications H.4.4.1 Vrifications a priori et documents fournir H.4.4.2 Contrles de la mise en uvre et du rsultat H.4.4.2.1 Contrles avant la pose de lasphalte coul H.4.4.2.2 Contrles en cours de pose des asphaltes coul H.4.4.2.2.1 Contrle de la conformit de la composition des asphaltes couls fournis avec la composition de lasphalte coul enregistr et approuv H.4.4.2.2.2 Contrle de la granularit et de la teneur en liant H.4.4.2.2.3 Temprature des asphaltes couls mis en oeuvre H.4.4.2.3 Vrifications a posteriori H.4.4.2.3.1 Vrification des caractristiques de masse H.4.4.2.3.1.1 Epaisseurs H.4.4.2.3.1.2. Indentation H.4.4.2.3.2 Vrification des caractristiques de surface du filet deau H.4.4.2.3.2.1 Rgularit de surface H.4.4.2.3.2.2 Couleur des filets deau en asphalte coul color H.4.5 Paiement

H.5

BARRIERES DE SECURITE EN ACIER H.5.1 Description H.5.2 Clauses techniques H.5.2.1 Matriaux H.5.2.2 Protection contre la corrosion H.5.2.3 Excution H.5.3 Contrles et vrifications H.5.4 Paiement

CCT 2011

H. 4

CCT 2011

H. 5

H.0

PRESCRIPTIONS GENERALES

Le profil en travers-type indique notamment : les sortes et types d'lments ; les dimensions et caractristiques de la fondation et du contrebutage ventuel, excuts en bton C 16/20 sauf spcifications contraires au cahier spcial des charges.

Les terrassements complmentaires aux terrassements gnraux ncessaires la pose des lments, l'vacuation des dblais, ainsi que la confection des joints sont compris dans le prix unitaire de ces lments. La fondation et le contrebutage ventuel en bton font lobjet dun poste spcifique du mtr. Des joints de dilatation sont raliss de part et d'autre des ouvrages d'art et des avaloirs ainsi que dans les courbes dont le rayon de courbure est infrieur 15 m. Ces joints sont constitus d'une fourrure et remplis d'un produit de scellement. Le mortier de jointoiement est de la catgorie M1 et conforme au I.7. Les autres matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : produits de cure : C.13 ; produits de scellement : C.14 ; fourrures compressibles de joints de dilatation : C.15 ; colle pour lments linaires : C.14.4.

Toutes les adaptations dlments linaires se font exclusivement par sciage.

CCT 2011

H. 6

H.1

BORDURES, FILETS D'EAU, BORDURES-FILETS BANDES DE CONTREBUTAGE EN BETON Elments prfabriqus DESCRIPTION

D'EAU

ET

H.1.1 H.1.1.1

Elments linaires en bton prfabriqu dlimitant un revtement. H.1.1.2 H.1.1.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux rpondent aux spcifications du C.30.2, C.30.3, C.30.4, C.31 et C.32. H.1.1.2.2 Excution

Les documents du march indiquent notamment : les sortes et types dlments prvus ; les dimensions de la fondation et du contrebutage ventuel, excuts en bton maigre ; le collage ou ancrage ventuel des lments ; le niveau des lments linaires par rapport au revtement fini ; les ventuelles pices dangle ou de forme spciale devant tre utilises.

Dans les courbes dont le rayon de courbure est infrieur 10 m, des lments courbes sont utiliss. Les lments sont poss sur toute leur surface d'assise. La coupe ventuelle des lments seffectue obligatoirement par sciage. Au cas o les lments sont colls, la surface de pose est nettoye de manire obtenir une surface propre, exempte d'impurets. La pose est ralise sur un support sec. La consommation de colle est d'au minimum 2 kg par m, pose en cordon continu sur toute la longueur de l'lment. Au moment de la pose, la face latrale encore libre est enduite de mortier sur une paisseur quivalente la largeur du joint. Les joints des lments linaires ont une largeur comprise entre 10 et 15 mm et doivent tre excuts au jour le jour. Le joint longitudinal entre bordure et filet d'eau ou bande de contrebutage peut tre rempli d'un produit de scellement. Dans ce cas, un poste spcifique est prvu au mtr. Le jointoiement entre lments linaires successifs seffectue au mortier compos de 300 kg de ciment par m de sable de rivire. Les joints des bordures seront remplis, tous les 10 m, dune fourrure compressible. Cette fourrure se trouvera 2 cm de la face suprieure et de la face dalignement. Les 2 cm suprieurs de la partie visible seront remplis dune masse de scellement lastique.

CCT 2011

H. 7

H.1.1.3

RESULTATS ET VERIFICATIONS

Lcart entre deux lments contigus en plan et en hauteur ne peut tre suprieur 2 mm, mesur sur les faces visibles. Pour les filets deau, aucune contre-pente nest admise. Sauf impossibilit technique lie la topographie des lieux, une pente longitudinale de 3 mm par mtre sera assure. Les lments hors tolrance sont dmonts et reposs. H.1.1.4 PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base de la longueur excute et comprend le sciage, le remplissage des joints, le mortier ou la colle de pose. La longueur est mesure dans laxe. Pour les filets deau et bordures-filets deau, la longueur des avaloirs nest pas dduite. Les pices spciales (angles et autres) sont comptes la pice.

H.1.2 H.1.2.1

Elments excuts en place DESCRIPTION

Elments linaires en bton coul en place dlimitant un revtement. H.1.2.2 H.1.2.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux sont : bton prt lemploi de classe denvironnement EE4 suivant les normes NBN B 15-001 et NBN EN 206-1 ; sable : C.2.2 et C.2.4.5 ; gravillons : C.3.2 et C.3.4.4 ; ciment CEM I-LA ou ciment CEM III/A-LA de classe de rsistance 42,5 suivant le C.6 ; adjuvants pour bton : C.17 ; eau de gchage suivant NBN EN 1008 ; produits de cure : C.13 ; membrane plastique : C.11 ; aciers pour bton arm : C.10.2.

Si des exigences complmentaires sont ncessaires pour laspect et/ou la couleur du bton, celles-ci sont spcifies dans le cahier spcial des charges.

CCT 2011

H. 8

H.1.2.2.2 H.1.2.2.2.1

Excution PROFIL

Sauf stipulation contraire au cahier spcial des charges, les dimensions des lments linaires rpondent aux prescriptions des figures et tableaux repris ci-dessous.
20 20 20 20

20

350

300

300

150

200

150

300

150

type IA

type IB

type IC1

type IC2

300

200

250

100

100

80

200

60

type ID1
100

type ID2

type ID3

type ID4

200 50 150 30

270

200

200

300

170

250

type IE

type IF1

type IF2
Dimensions en mm

Figure H.1.2.a Profils transversaux standards des bordures Tableau H.1.2.a Bordures de trottoir standard Type IA IB I C1 I C2 I D1 I D2 I D3 I D4 1E I F1 I F2
Dimensions de fabrication (mm)

H 350 300 300 300 300 200 250 200 270 200 170

b 150 200 150 150 100 100 80 60 200 300 250

c 20 20 20 50 30 25

25

20

d 20 20 20 100 200 150

CCT 2011

H. 9

b d
10 %

b d

H2

H1

Figure H.1.2.b - Profils transversaux standards des bandes de contrebutage et filets deau Tableau H.1.2.b Bandes de contrebutage et filets deau standard
Type II A1 II B1 II C1 II D1 II E1 IRIS II A2 II B2 II C2 II D2 II E2 IRIS H 200 200 200 200 200 150 200 200 200 200 200 150 Dimensions de fabrication (mm) b c 500 0 750 0 1000 0 200 0 300 0 250 0 500 35 750 50 1000 60 200 20 300 20 250 0
b g V1 ( 5 % e f ) V2 V3 ( P d c h i

Bande de contrebutage

Filet deau

d 0 0 0 0 0 0 50 75 100 30 30 0

10 %)

Figure H.1.2.c Profil transversal standard des bordures-filets deau Tableau H.1.2.c Bordures-filets deau standard
Type III A III B III C III D III E Dimensions de fabrication (mm) d e f 130 70 130 70 140 20 60 180 100 20 140 60

H 200 200 220 300 200

b 450 450 500 450 500

H2

H1

c 150 150 150 200 150

g 130 80 100 130 110

h 20 70 100 20 90

i 300 300 300 300 300

CCT 2011
Type A Type C

H. 10

20

18

39,5

10

39,5

35

50

Longueur: 1 m

Longueur: 1 m

Type B

13 12 15

39,5

40

Longueur: 1 m

Dimensionsen cm.

Figure H.1.2.d Dimensions des bordures de dmarcation H.1.2.2.2.2 COMPOSITION DU BETON

La composition du bton rpond aux caractristiques suivantes : teneur en ciment minimale : 350 kg/m ; dimension maximale du calibre des granulats : 31,5 mm suivant la norme NBN EN 12620 ; absorption deau : absorption deau individuelle Wi,max 6,8 % ; absorption deau moyenne Wm,max 6,3 % ; classe de consistance S1 ; pour le btonnage en continu (coffrages glissants), le bton prsente un affaissement (slump) < 25 mm ; la rsistance en compression moyenne minimale exige est de 50 MPa. FABRICATION, TRANSPORT ET MISE EN OEUVRE DU BETON

H.1.2.2.2.3

Le bton est malax mcaniquement dans une centrale bton, dont le systme de dversement vite la sgrgation. Le transport du bton seffectue par camions malaxeurs. Le profilage du terrain et de la fondation, ainsi que la pose des coffrages fixes ou du fil de guidage des machines coffrages glissants sont raliss de faon permettre l'excution en continu. La mise en uvre dun film plastique tanche sous les lments linaires couler en place est obligatoire, sauf dans le cas dune fondation en bton, bton maigre, sable-ciment ou mlange bitumineux. La pose de ce film plastique, et la mise en uvre des coffrages quand il nest pas fait recours des coffrages glissants, doit prcder le btonnage dune distance minimale de 50 m.

10

CCT 2011

H. 11

Sauf indication contraire dans le cahier spcial des charges, l'entrepreneur a le choix entre la mise en oeuvre au moyen de coffrages fixes ou glissants. Les oprations de btonnage, de vibration et de protection du bton contre la dessiccation doivent se succder directement et tre excutes sans interruption. Les prescriptions du F.1.2.7 relatives aux conditions atmosphriques sont d'application. Lentrepreneur ne peut recourir lemploi dun retardateur de prise sans demander laccord pralable du fonctionnaire dirigeant. Sauf mention contraire dans le cahier spcial des charges, le btonnage seffectue en une couche. Tout arrosage du bton pour en faciliter la mise en uvre, et tout rechargement superficiel au mortier est interdit. H.1.2.2.2.4 PROTECTION DU BETON FRAIS

Les lments linaires en bton coul en place sont protgs contre la dessiccation par rpandage, raison dau moins 200 g/m sur la surface du bton, dun produit de cure pigmentation blanche dont le mode de mise en uvre est soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Le laps de temps entre la prparation du bton et la protection contre la dessiccation de celui-ci est de maximum 2 h. La surface du bton frais est protge contre le dlavage par la pluie. Les lments linaires sont protgs efficacement contre le gel de manire telle que pendant 48 h aprs la mise en uvre du bton, la temprature en surface du bton ne descende pas en dessous de 1C. H.1.2.2.2.5 JOINTS

Les joints de retrait sont excuts un intervalle de 4 m. Cependant, lorsque les lments sont contigus une chausse en dalles de bton, leurs joints correspondent ceux de la chausse. Les joints de retrait sont raliss jusqu'au 1/3 de la hauteur de l'lment par sciage dans le bton durci (le plus tt possible de manire viter toute fissuration intempestive). Pour les filets d'eau et ou les bandes de contrebutage, les joints de retrait sont remplis d'un produit de scellement. Le joint longitudinal entre bordure et filet d'eau ou bande de contrebutage peut tre rempli d'un produit de scellement. Dans ce cas, un poste spcifique est prvu au mtr. Des joints de dilatation sont prvus : la jonction entre bordures, filets deau, bordures-filets deau, bandes de contrebutage dune part et ouvrages fixes dautre part ; au droit des joints de dilatation douvrages contigus ou sous-jacents ; contre tous les accessoires de voirie, tels les avaloirs, etc. ; aux extrmits des tronons droits lorsque les rayons de courbure des lments sont infrieurs 15 m.

Ces joints sont constitus dune fourrure compressible et remplie dun produit de scellement.

CCT 2011

H. 12

H.1.2.3

RESULTATS ET VERIFICATIONS

Le cas chant, le contrle de la teneur en air du bton frais est effectu conformment au F.1.4.2.3. Pour la vrification des autres caractristiques, il est prlev alatoirement au moins une carotte par 200 m ou fraction restante de 200 m, avec un minimum de 3 carottes. Les chantillons sont prlevs plus de 5 m des avaloirs. Sont exclus de l'chantillonnage : l'emplacement des joints et des fissures ventuelles ; les zones o une surpaisseur a t excute pour compenser une irrgularit de la fondation. Rsistance la compression

H.1.2.3.1

La rsistance la compression est contrle au moins 90 jours de calendrier. Les rsistances moyenne Rm et individuelles Ri sont respectivement au moins gales 50 MPa et 42,5 MPa. Ces valeurs sont exprimes en MPa 0,5 MPa prs. H.1.2.3.2 Rgularit de surface

La rgularit de surface de toutes les faces visibles est vrifie la rgle de 3 m. Les irrgularits de surface dpassant 10 mm, sont corriges. A dfaut, la zone concerne est dmolie et reconstruite. H.1.2.3.3 Alignement et pente

La tolrance de pose est de 1 cm par rapport au trac prescrit. Pour les filets d'eau, aucune contre-pente n'est admise. Sauf impossibilit technique lie la topographie des lieux, une pente longitudinale de 3 mm par mtre est assure. Les parties d'ouvrage hors tolrance sont dmolies et reconstruites. H.1.2.3.4 Fissures et autres dgradations

Celles-ci sont rpares. A dfaut, la zone concerne est dmolie et reconstruite. H.1.2.3.5 Absorption deau

Labsorption deau est dtermine au plus tt 60 jours. Les contrles sont raliss sur la srie de carottes prleves.

CCT 2011

H. 13

H.1.2.4

PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base de longueur excute, mesure dans laxe. Pour les filets d'eau et bordures-filets d'eau, la longueur des avaloirs n'est pas dfalque. Les rfactions ventuelles sont calcules selon les formules du H.1.2.4.1. H.1.2.4.1 H.1.2.4.1.1 Rfactions pour manquements RESISTANCE A LA COMPRESSION INSUFFISANTE

Dans le paragraphe ci-aprs : Rm : Ri : Rnom : Rw : P: L: L : N: la rsistance moyenne de la srie de carottes la rsistance individuelle d'une carotte rsistance impose soit 50 MPa rfaction prix unitaire de la soumission longueur totale excute L/N nombre dchantillons prlevs conformment au H.1.2.3.

Lorsque la rsistance moyenne est infrieure la rsistance nominale, une rfaction est applique sur la longueur totale selon la ou les formules ci-aprs. 1. Cas o Rm est infrieure Rnom sans tre infrieure 0,8 R nom

R W = 25 P . L .(1
2.

Rm 2 ) R nom

Cas o Rm est infrieure 0,8 Rnom

R W = P. L

Lorsque la rsistance individuelle est infrieure la rsistance nominale, une rfaction est L applique sur la fraction ( L'= ) de louvrage concerne suivant les formules ci-aprs. : N
1. Cas o Ri est infrieure 0,9 R sans tre infrieure 0,7 Rnom

R W = 25
2.

Ri 2 P.L (0,9 ) N R nom

Cas o Ri est infrieure 0,7 Rnom R W =P L N

CCT 2011

H. 14

H.2 H.2.1

BORDURES ET FILETS DEAU EN PIERRE NATURELLE Description

Elments linaires en pierre naturelle, dlimitant un revtement.

H.2.2 H.2.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux spcifications du C.30.1.

H.2.2.2

EXECUTION

Les dimensions de la section transversale droite des diffrents types de bordures standard en pierre naturelle sont donnes la figure et au tableau ci-dessous :
X a a

e Coupe en travers XX

Profil transversal standard des bordures en pierre naturelle Bordures de trottoir standard
Type A I 1 A I 2 A II 1 A II 2 B I 1 B I 2 B II C I 1 C I 2 C II 1 C II 2 D I D II h (hauteur totale) cm 25 30 25 30 25 30 30 25 30 25 30 15 20 a (chanfrein) cm 2 2 10 10 2 2 15 0 0 0 0 2 2 e (largeur totale) cm 15 15 15 15 20 20 20 8 8 10 10 30 30

Les documents du march peuvent prciser dautres dimensions.

CCT 2011

H. 15

Les bordures en pierre naturelle de types A, B et D ne sont poses quen saillie. Dans les courbes dont le rayon de courbure est infrieur 10 m, des bordures courbes sont utilises. Les lments sont poss sur toute leur surface d'assise. Au moment de la pose, la face latrale encore libre est enduite de mortier sur une paisseur quivalente la largeur du joint. Les joints entre les lments ont une largeur comprise entre 10 et 15 mm et doivent tre excuts au jour le jour. Les joints entre les lments seront remplis, tous les 10 m, dune fourrure compressible. Cette fourrure se trouvera 2 cm de la face suprieure et de la face dalignement. Les 2 cm suprieurs de la partie visible seront remplis dune masse de scellement lastique. Le joint longitudinal entre bordure et filet d'eau est rempli d'un produit de scellement. Le jointoiement entre lments successifs seffectue au mortier compos de 300 kg de ciment par m de sable de rivire.

H.2.3

Rsultats et vrifications

La tolrance de pose est de 1 cm par rapport au trac prescrit. Les lments hors tolrance d'alignement sont dmontes et reposes.

H.2.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base de la longueur excute, mesure dans l'axe, toutes oprations comprises. Les lments courbes et les pices spciales (angles et autres) sont payes au m3 sur base du volume capable (volume du plus petit paralllpipde dans lequel sinscrit llment).

CCT 2011

H. 16

H.3 H.3.1 H.3.1.1

BARRIERES DE SECURITE EN BETON Barrires de scurit prfabriques

DESCRIPTION

Elments linaires en bton prfabriqus destins dlimiter la chausse ou retenir et redresser la trajectoire des vhicules.

H.3.1.2 H.3.1.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux rpondent aux spcifications du C.33.

H.3.1.2.2

Excution

Les barrires contrles par un organisme indpendant reconnu, peuvent tre livres sur chantier ds que lge pour lequel elles sont dclares prtes lutilisation par le fabricant est atteint. Dans le cas contraire, les barrires ne pourront tre livres sur chantier au plus tt 28 jours. Les barrires sont places, liaisonnes, ancres ou paules suivant les prescriptions du fabricant et des documents du march. Au minimum sept jours avant la pose des barrires, lentrepreneur apporte la preuve que la manire dont celles-ci seront places, liaisonnes, ancres ou paules est semblable la manire dont les barrires taient places, liaisonnes, ancres ou paules durant les tests dont question au C.33.2, en tenant compte de la nature du sol support (compactage, teneur en eau et variation de ces facteurs dans le temps et dans lespace notamment). La mise en uvre en courbes dlments de barrires droites est uniquement autorise si langle form par deux barrires successives est infrieur ce que le systme de liaison entre barrires permet. Les joints entre lments sont situs dans un plan vertical perpendiculaire laxe de la chausse. Sauf indication contraire dans les instructions du fabricant, les joints entre lments ne sont pas remplis. Lorigine de la barrire de scurit est ralise en biseau (coupe en sifflet) sur une longueur de 3,50 m. A lextrmit, la hauteur de la barrire par rapport au revtement est de 8 cm. Cette longueur de 3,50 m peut tre ramene 1,50 m dans le cas dun obstacle local devant tre protg. La fin de la barrire de scurit est ralise en biseau (coupe en sifflet) sur une longueur de 1,50 m. Si lextrmit de la barrire peut tre heurte par des vhicules roulant en sens inverse, cette longueur est porte 3,50 m.

CCT 2011

H. 17

H.3.1.3

RESULTATS ET VERIFICATIONS

Les barrires sont poses suivant un trac continu. La tolrance est de 1 cm par rapport au trac prescrit. Les lments hors tolrance dalignement sont dmonts et reposs.

H.3.1.4

PAIEMENT

Les prescriptions du H.1.1.4 sont dapplication.

H.3.2 H.3.2.1

Barrires de scurit excutes en place

DESCRIPTION

Elments linaires en bton coul en place, arms ou non, destins dlimiter la chausse ou retenir et redresser la trajectoire des vhicules.

H.3.2.2 H.3.2.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux sont : bton prt lemploi de classe denvironnement EE4 suivant les normes NBN B 15-001 et NBN EN 206-1 ; sable : C.2.2 et C.2.4.5 ; gravillons : C.3.2 et C.3.4.4 ; ciment CEM I-LA ou ciment CEM III/A-LA de classe de rsistance 42,5 suivant C.6 ; adjuvants pour bton : C.17 ; eau de gchage suivant NBN EN 1008 ; produits de cure : C.13 ; membrane plastique : C.11 ; aciers pour bton arm : C.10.2.

Si des exigences complmentaires sont ncessaires pour laspect et/ou la couleur du bton, celles-ci sont spcifies dans les documents du march.

H.3.2.2.2 H.3.2.2.2.1

Excution PROFIL

Au minimum sept jours avant lexcution des barrires, lentrepreneur apporte la preuve que les barrires quil va btonner sur place sont conformes aux normes NBN EN 1317-1, NBN EN 1317-2 et NBN ENV 1317-4. Lentrepreneur prsente ce titre des rsultats dessais pour les barrires de scurit coules en place, raliss conformment la norme NBN EN 1317-1. Les rapports dessai doivent obligatoirement mentionner les coordonnes de lorganisme ayant procd aux essais.

CCT 2011

H. 18

Les documents du march prcisent : le niveau de retenue minimal exig, conformment la norme NBN EN 1317-2. En labsence de prescriptions dans le cahier spcial des charges, le niveau de retenue minimal sera : H2 pour les barrires de scurit permanentes ; T3 pour les barrires de scurit temporaires, uniquement utilises pendant lexcution de travaux ou en situation durgence ; la largeur de fonctionnement maximale, conformment la norme NBN EN 1317-2. En labsence de prescriptions dans le cahier spcial des charges, la largeur de fonctionnement ne pourra tre suprieure W6 (W7 dans le cas dune configuration en double range) pour les barrires de scurit permanentes ; W5 pour les temporaires.

En outre, les documents du march peuvent prciser : le niveau de svrit de choc exig, conformment la norme NBN EN 1317-2. En labsence de prescriptions dans le cahier spcial des charges, seuls les niveaux de svrit de choc A et B de la norme NBN EN 1317-2 sont autoriss ; si une barrire de scurit devant tre ancre dans le sol ou un ouvrage dart est autorise ou non ; dventuelles dispositions complmentaires relatives aux formes et dimensions des barrires. COMPOSITION DU BETON

H.3.2.2.2.2

La composition du bton rpond aux caractristiques suivantes : teneur en ciment minimale : 350 kg/m ; dimension maximale du calibre des granulats : 31,5 mm suivant la norme NBN EN 12620 ; absorption deau : absorption deau individuelle Wi,max 6,8 % ; absorption deau moyenne Wm,max 6,3 % ; classe de consistance S1. Pour le btonnage en continu (coffrages glissants), le bton prsente un affaissement (slump) < 25 mm ; la rsistance en compression moyenne minimale exige est de 50 MPa. ACIERS POUR BETON

H.3.2.2.2.3

Les barrires de scurit sont armes ou renforces aux fibres mtalliques conformment aux barrires dont question dans les rapports dessais.

H.3.2.2.2.4

FABRICATION, TRANSPORT ET MISE EN UVRE DU BETON

Le bton est malax mcaniquement dans une centrale bton, dont le systme de dversement vite la sgrgation. Le transport du bton seffectue par camions malaxeurs.

CCT 2011

H. 19

La mise en uvre seffectue : soit entre coffrages fixes ; soit par machine coffrages glissants, quipe dun systme de vibration et de rglage automatique tant en plan horizontal que vertical.

La mise en uvre dun film plastique tanche sous la barrire couler en place est obligatoire, sauf dans le cas dune fondation en bton, bton maigre, sable-ciment ou mlange bitumineux. La pose de ce film plastique, et la mise en uvre des coffrages quant il nest pas fait recours des coffrages glissants, doit prcder le btonnage dune distance minimale de 50 m. Les oprations de btonnage, de vibration et de protection du bton contre la dessiccation doivent se succder directement et tre excutes sans interruption. Lentrepreneur ne peut recourir lemploi dun retardateur de prise sans demander laccord pralable du fonctionnaire dirigeant. Sauf mention contraire dans le cahier spcial des charges, le btonnage seffectue en une couche. Les prescriptions du F.1.2.7 relatives aux conditions atmosphriques sont dapplication. Le cimentage au mortier ou larrosage du bton pour en faciliter la mise en uvre sont strictement interdits. La date dexcution est imprime sur le premier mtre de barrire ralis. Lorigine de la barrire de scurit est ralise en biseau (coupe en sifflet) sur une longueur de 3,50 m. A lextrmit, la hauteur de la barrire par rapport au revtement est de 8 cm. Cette longueur de 3,50 m peut tre ramene 1,50 m dans le cas dun obstacle local devant tre protg. La fin de la barrire de scurit est ralise en biseau (coupe en sifflet) sur une longueur de 1,50 m. Si lextrmit de la barrire peut tre heurte par des vhicules roulant en sens inverse, cette longueur est ramene 3,50 m.

H.3.2.2.2.5

PROTECTION DU BETON FRAIS

La barrire en bton coule en place est protge contre la dessiccation par rpandage, raison dau moins 200 g/m sur la surface du bton, dun produit de cure pigmentation blanche dont le mode de mise en uvre est soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. Le laps de temps entre la prparation du bton et la protection contre la dessiccation de celui-ci est de maximum 2 h. La surface du bton frais est protge contre le dlavage par la pluie. La barrire est protge efficacement contre le gel de manire telle que pendant 48 h aprs la mise en uvre du bton, la temprature en surface du bton ne descende pas en dessous de 1C.

CCT 2011

H. 20

H.3.2.2.2.6

ANCRAGE, LIAISONNEMENT OU EPAULEMENT

Les barrires de scurit sont paules, liaisonnes ou ancres de faon au moins quivalente celle renseigne dans les rapports dessai, tenant compte du sol support (compactage, teneur en eau et variation de ces facteurs dans le temps et dans lespace notamment).

H.3.2.2.2.7

JOINTS

Sauf prescription contraire du cahier spcial des charges, des joints de retrait sont scis intervalle maximal de 4 m. Les caractristiques du trait de scie sont les suivantes : profondeur minimale : 40 mm ; largeur minimale : 3 mm.

Des joints de dilatation sont prvus la jonction entre barrires de scurit et ouvrages fixes, ainsi quau droit des joints de dilatation douvrages contigus ou sous-jacents.

H.3.2.3

RESULTATS ET VERIFICATIONS

Les tolrances sur les caractristiques gomtriques dun profil quelconque sont de + 1 cm par rapport au profil raliser. Le cas chant, le contrle de la teneur en air du bton frais est effectu conformment au F.1.4.2.3. Pour la vrification des autres caractristiques, il est prlev alatoirement une carotte par 200 m ou fraction restante de 200 m, avec un minimum de 3 carottes. Sont exclus de l'chantillonnage : l'emplacement des joints et des fissures ventuelles ; les zones o une surpaisseur a t excute pour compenser une irrgularit de la fondation. Rsistance la compression

H.3.2.3.1

La rsistance la compression est contrle aprs au moins 90 jours de calendrier. Les rsistances moyenne Rm et individuelles Ri sont respectivement au moins gales 50 et 42,5 MPa. Ces valeurs sont exprimes en MPa 0, 5 MPa prs.

H.3.2.3.2

Rgularit de surface

La rgularit de surface de toutes les faces visibles est vrifie la rgle de 3 m en cours d'excution et a posteriori. Les irrgularits de surface dpassant 1 cm sont corriges suivant un procd soumis l'approbation du fonctionnaire dirigeant.

CCT 2011

H. 21

H.3.2.3.3

Alignement

La tolrance par rapport au trac prescrit est de 1 cm en plan. Les parties d'ouvrages prsentant des dfauts d'alignement hors tolrance sont dmolies et reconstruites.

H.3.2.3.4

Fissures et autres dgradations

Celles-ci sont rpares suivant un procd soumis lapprobation du fonctionnaire dirigeant. A dfaut, la zone concerne est dmolie et reconstruite.

H.3.2.3.5

Absorption deau

Labsorption deau est dtermine au plus tt 60 jours calendrier. Les contrles sont raliss sur la srie de carottes prleves.

H.3.2.4

PAIEMENT

Les prescriptions du H.1.2.4 sont d'application. La ralisation des joints de dilatation au droit des ponts fait lobjet dun poste spar.

CCT 2011

H. 22

H.4 H.4.1

FILETS D'EAU EN ASPHALTE COULE ROUTIER Description

Les filets deau en asphalte coul sont obtenus par la mise en oeuvre denrobs bitumineux squelette de filler composs de gravillons, de sable, de filler, de liant bitumineux et dventuels additifs. Par extension, les filets deau en asphalte coul composs de gravillons, de sables, de filler, de liant synthtique pigmentable et dventuels additifs sont galement traits dans ce chapitre. Les filets deau en asphalte coul ont normalement une largeur de 20, 25, 30, 50 ou 75 cm. Ils sont raliss en une ou plusieurs couches dasphalte coul routier. Lpaisseur nominale minimale est de 30 mm. Lpaisseur individuelle minimale de lasphalte coul est de 20 mm. La pente longitudinale des filets deau est de minimum 0,4 %. Les dfauts de planit du support (mesurs la rgle de 3 m) ne peuvent tre suprieurs 6 mm en plus ou en moins.

H.4.2 H.4.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : liant : C.9.1 Bitume 20/30 ou 35/50 ventuellement avec additif ; liants synthtiques pigmentables : C.9.9; sables pour mlanges bitumineux : C.2.4.9 ; gravillons pour mlanges bitumineux : C.3.4.6 ; fillers pour mlanges bitumineux : C.8. Le filler est un filler type Ib ; pigments : C.18 ; additifs pour liant : C.9.11; mulsion de bitume : C.9.5 ;. mulsion base de liant synthtique clair : C.9.8 ; vernis : C.9.8; bande bitumineuse prforme pour joint : C.14.2.1 ; bande bitumineuse extrude sur chantier pour joint : C.14.2.2; masse de scellement bitumineuse : C.14.1 ; masse de scellement base de liant synthtique clair : C.14.2 et C.9.9.

Dans le cas o leur utilisation est impose, les bitumes avec additifs doivent tre dcrits au cahier spcial des charges. Le primer daccrochage de bandes bitumineuses pour joint est le produit recommand par le fabricant des bandes.

CCT 2011

H. 23

H.4.2.2

DENOMINATION ET COMPOSITION-TYPE DES ASPHALTES COULES POUR FILETS DEAU

La notification suivante est utilise : MA-T-x avec : - T = le calibre des granulats (4 = 0/4) - x = type de liant Les asphaltes couls pour filets deau sont conformes la NBN EN 13108-6. Ils rpondent aux prescriptions suivantes :
Asphalte coul Granularit Passant au - tamis de 6,3 mm - tamis de 4 mm - tamis de 2 mm - tamis de 0,500 mm - tamis de 0,063 mm Teneur corrige(1) en liant minimale (par rapport au total du mlange) Type de liant Epaisseur nominale en mm
(1)

MA-4-x 0/4 100 90 100 50 65 35 50 24 32 Bmin7,5 Bitume 20/30 ou 35/50 ventuellement avec additif 30 ou 40

Voir remarque au F.2.2.2.

Lentrepreneur dterminera le type de liant quil utilisera de manire atteindre les caractristiques et performances exiges.

H.4.2.3

CARACTERISTIQUES ET PERFORMANCES DES ASPHALTES COULES POUR FILETS DEAU

Les caractristiques et performances des asphaltes couls routiers pour filets deau satisfont aux prescriptions du tableau ci-dessous.
Paramtre max min max min

Pourcentage de vides (%) Indentation Essai de fissuration (retrait contrari)

Catgorie Catgorie Catgorie Prescription

Vmax3,0 Imin3,0 Imax9,0 -25C

CCT 2011

H. 24

H.4.2.4

ETUDE PRELIMINAIRE DU MELANGE

Lentrepreneur dtermine la composition du mlange. Ltude prliminaire comporte une tude thorique et une recherche exprimentale en laboratoire. Le but est de choisir sur base de lexprience du producteur et des rsultats de la recherche en laboratoire un mlange optimal qui satisfait toutes les caractristiques du H.4.2.3. Lentrepreneur motive son choix dune teneur en bitume optimale et (le cas chant) de la teneur en polymre pour offrir la meilleure garantie pour la qualit du mlange et sa dure de vie. Pour tablir la composition de son mlange, lentrepreneur tient compte notamment des faits suivants : les caractristiques des matriaux doivent tre en accord avec les dispositions concernes (voir H.4.2.1) ; les caractristiques de fabrication, de transport et de mise en uvre doivent tre conformes avec les spcifications concernes aux H.4.2.6, H.4.2.7 et H.4.2.8 ; les proportions du mlange doivent respecter les prescriptions reprises au H.4.2.2 ; le mlange doit satisfaire toutes les caractristiques du H.4.2.3.

Lentrepreneur doit justifier chacune de ses compositions dans une note justificative. Son contenu est dcrit au H.4.2.5.2. Pour lasphalte coul pour filets deau, les caractristiques suivantes sont dtermines par le producteur la teneur en liant de consigne du mlange tudi : le pourcentage de vides (mthode dessais NBN EN 12697-8) ; lindentation (mthode dessai NBN EN 12697-20) ; la rsistance la fissuration (mthode dessai CME 58.11). ENREGISTREMENT DES ASPHALTES COULES ROUTIERS POUR FILETS DEAU Enregistrement

H.4.2.5

H.4.2.5.1

Lenregistrement des asphaltes couls ne dcharge pas lentrepreneur ni de sa responsabilit, ni de la bonne excution du filet deau ni de lobligation dobtenir les caractristiques imposes lors du contrle des travaux

H.4.2.5.1.1

PROCEDURE DENREGISTREMENT

La Direction Gestion et Entretien des voiries1 procde lenregistrement de toutes les compositions dasphalte coul routier pour filet deau. Lenregistrement par ladministration des routes dune autre rgion ou communaut belge permet lenregistrement par la direction Gestion et Entretien des voiries sur simple
1

Ministre de la Rgion de Bruxelles Capitale Bruxelles Mobilit - AED Direction Gestion et Entretien des voiries CCN - rue du progrs, 80 bte 1 B-1035 Bruxelles

CCT 2011

H. 25

transmission des documents authentifis ainsi que de la note justificative et de la fiche technique. Pour les autres cas, la procdure denregistrement comporte une validation de ltude prliminaire et une apprciation du comportement in situ de lasphalte coul. Cette procdure est dcrite au F.6.2.5.1. Les caractristiques dterminer sont : le pourcentage de vides (mthode dessai NBN EN 12697-8) ; lindentation (suivant la mthode dessai NBN EN 12697-20) ; la rsistance la fissuration (mthode dessai CME 58.11) ; ATTRIBUTION DU CERTIFICAT DENREGISTREMENT

H.4.2.5.1.2

Les prescriptions du F.6.2.5.1.2 sont dapplication.

H.4.2.5.1.3

VALIDITE DE LENREGISTREMENT

Les prescriptions du F.6.2.5.1.3 sont dapplication.

H.4.2.5.1.4

RETRAIT DE LENREGISTREMENT DUN MELANGE

Les prescriptions du F.6.2.5.1.4 sont dapplication.

H.4.2.5.2

Note justificative et fiches techniques

La note justificative reprend la justification de la composition et les rsultats de ltude prliminaire. Les caractristiques de lasphalte coul sont rassembles dans une fiche technique qui est base sur la note justificative. Une fiche technique est un rsum de la note justificative. Elle est donc directement lie cette note justificative. Son code est identique celui de la note justificative correspondante et est suivie dun numro de version.

H.4.2.5.2.1

CONTENU DUNE NOTE JUSTIFICATIVE DUN ASPHALTE COULE

Les prescriptions du F.6.2.5.2.1 sont dapplication. Les rsultats de ltude exprimentale complte (valeurs dtermines par le producteur ou par un laboratoire certifi si lasphalte coul jouit dun enregistrement dans une autre rgion ou communaut belge ou si la prtude a t certifie par un organisme impartial ; valeurs dtermines par un laboratoire externe certifi impos par la direction Gestion et Entretien des voiries dans le cas contraire) doivent reprendre les rsultats des essais suivants: le pourcentage de vides ; lindentation ; la rsistance la fissuration.

CCT 2011

H. 26

H.4.2.5.2.2

CONTENU DE LA FICHE TECHNIQUE DUN ASPHALTE COULE

Les prescriptions du F.6.2.5.2.2 sont dapplication.

H.4.2.5.2.3

CONTENU DE LA FICHE TECHNIQUE DES MATIERES PREMIERES

Les fiches techniques des matires premires comprennent au moins les renseignements repris au F.6.2.5.2.3.

H.4.2.5.2.4

INTRODUCTION DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES

Les prescriptions du F.6.2.5.2.4 sont dapplication.

H.4.2.5.2.5

VALIDITE DE LA NOTE JUSTIFICATIVE ET DES FICHES TECHNIQUES

La dure de validit de la note justificative est la mme que celle de lenregistrement. La dure de validit de la fiche technique est communique sur la fiche technique, mais est en tous les cas limite par la dure de validit de lenregistrement. Chaque fois que lentrepreneur modifie la composition du mlange (notamment sil utilise dautres matires premires), il rdige une nouvelle note justificative et une nouvelle fiche technique et introduit une nouvelle demande denregistrement.

H.4.2.6

FABRICATION

Les prescriptions du F.6.2.6 sont dapplication.

H.4.2.7

TRANSPORT

Les prescriptions du F.6.2.7 sont dapplication.

H.4.2.8 H.4.2.8.1

MISE EN UVRE DE LASPHALTE COULE Asphaltes couls enregistrs utiliss pour la mise en uvre des filets deau

Seuls des asphaltes couls routiers du type impos et enregistrs peuvent tre utiliss. Le mlange approuv peut tre utilis durant toute la dure du chantier, mme si la dure de validit de lenregistrement expire durant lexcution de ce chantier. Lasphalte coul ne peut plus tre utilis si son enregistrement est retir et ce mme sil a t approuv pour un chantier dtermin.

H.4.2.8.2

Epaisseur

Lpaisseur nominale est prcise dans les documents du march. Si elle est de 30 ou 40 mm, le filet deau est ralis en une seule couche. Si elle est de 50, 60, 70 ou 80 mm, le filet deau est ralis en deux couches.

CCT 2011

H. 27

H.4.2.8.3

Conditions climatiques lors de la mise en oeuvre

La mise en uvre des asphaltes couls nest autorise que une temprature ambiante suprieure + 3C ; sur une surface exempte dhumidit, de givre et de verglas.

Lapplication de lasphalte coul doit tre interrompue en cas de pluie. La temprature est mesure 0,25 m de la surface de travail un endroit abrit du rayonnement solaire.

H.4.2.8.4

Temprature des asphaltes couls lors de la mise en oeuvre

En cours de mise en uvre, les asphaltes couls ont une temprature infrieure 230C pour les asphaltes couls fabriqus avec des bitumes routiers. Dans le cas des autres liants, les tempratures de mise en uvre mentionnes dans la note justificative sont respectes.

H.4.2.8.5 H.4.2.8.5.1

Travail prparatoire PREPARATION DU SUPPORT

Les dfauts de planit du support (mesurs la rgle de 3 m) ne peuvent tre suprieurs 6 mm en plus ou en moins. Le niveau des avaloirs ainsi que la pente et la planit du revtement existant contigu au filet deau doivent tre tels quils permettent thoriquement de raliser le filet deau : sans contrepente ; avec un niveau fini infrieur de 10 mm (voir tolrances au H.4.3.2.3) par rapport au niveau du revtement contigu ; sans apparition de flaque deau (voir tolrances au H.4.3.2.2) ; dans le respect des pentes, de la planit et des paisseurs imposes aux H.4.3.1.4, H.4.3.2.1, H.4.3.2.2 et H.4.3.2.3.

Le bord du revtement existant contigu au filet deau raliser doit tre rectiligne, vertical et net. Le support doit tre propre. Il convient de le dbarrasser, entre autres, de toutes traces de boue, poussires, taches dhuile ou de mazout (nettoyage au dtergent puis leau) ou autres matires trangres. Tous les fers bton et tuyaux mtalliques doivent tre recoups environ 30 mm sous le niveau suprieur du support. Le support est rpar avec un produit conu pour ce type dutilisation. Lentrepreneur justifie le choix de ce produit par des tests ou des rfrences dutilisation montrant que le produit correspond lutilisation qui doit en tre faite.

CCT 2011

H. 28

Avant la pose dune couche dasphalte coul, la surface de la couche sous-jacente est exempte d'eau stagnante ou ruisselante. Le support ne peut tre ni mouill, ni givr, ni verglac. Le support doit tre rendu sec aprs la pluie. Au besoin, il est sch au chalumeau. On vrifiera notamment, dans le cas dun support en bton, que celui-ci ne change pas de couleur au passage de la flamme du chalumeau ou de lair chaud. Lentrepreneur vrifie, avant dentamer la mise en uvre de la couche de collage et de lasphalte coul que le support permet bien dobtenir le rsultat attendu. Sont ainsi notamment vrifis : lpaisseur disponible pour la pose de lasphalte coul ; la pente du support ; la planit du support ; le niveau des avaloirs par rapport au niveau du revtement contigu au filet deau ; la pente longitudinale du revtement adjacent au filet deau raliser ; le caractre vertical, net et rectiligne des dcoupes des revtements existants jouxtant le filet deau en asphalte coul raliser ; le trac du bord du revtement contigu au filet deau raliser. le schage suffisant du support ;

Le cas chant, lentrepreneur informe le fonctionnaire dirigeant des corrections ncessaires pour rendre le support conforme.

H.4.2.8.5.2

LIAISON AVEC LE SUPPORT

Lentrepreneur assure ladhrence de lasphalte coul sur son support. Dans ce but, il applique si ncessaire une couche de collage bitumineuse. Une telle couche de collage doit toujours tre applique dans le cas de support (horizontal ou vertical) en bton. Lentrepreneur choisit le type et la quantit dmulsion ou de vernis quil met en uvre de faon assurer ladhrence. Ceci signifie notamment que, aprs rupture de lmulsion, laspect en surface doit tre uniformment noir (aprs rupture) dans le cas dune mulsion de bitume. Lasphalte coul est mis en uvre aprs rupture totale de lmulsion. Il est indispensable que leau initialement comprise dans lmulsion soit limine avant la mise en uvre de lasphalte coul. Dans le cas de lutilisation dun vernis, tous les solvants doivent tre vapors. Le liant doit tre sec au toucher (pas dadhsion) avant pose de lasphalte coul. Les solvants contenus dans le vernis bitumineux ne peuvent dissoudre le bitume contenu dans le revtement bitumineux contigu au filet deau. Dans le cas dun asphalte coul color et dans le cas o une mulsion doit tre mise en uvre pour assurer ladhrence, lmulsion utilise est de type mulsion de liant synthtique clair. Les zones dlaves par la pluie doivent tre retraites. Toute circulation sur la couche de collage est interdite.

CCT 2011

H. 29

H.4.2.8.6

Epandage et rglage de lasphalte coul

Aprs versage sur le support, l'asphalte coul est directement pandu et rgl l'paisseur voulue. Il est immdiatement et nergiquement taloch. Les quipes de pose sont constamment alimentes en asphalte coul et les travaux prparatoires sont toujours raliss suffisamment lavance afin de permettre la ralisation sans temps darrt des travaux de pose de lasphalte coul.

H.4.2.8.7

Joints de reprise et joints avec un revtement, avec un autre lment linaire ou avec un accessoire de voirie pralablement pos

Les joints de reprise et les joints avec un autre revtement, avec un autre lment linaire ou avec un accessoire de voirie doivent tre traits de faon telle quils soient tanches. Les joints de reprise au sein du filet deau en asphalte coul, les joints au contact avec dautres matriaux constitutifs de filets deau et les joints au contact avec des accessoires de voirie sont traits avec une bande bitumineuse pour joint prforme en usine (voir traitement de type III au F.6.2.8.9.2.1) ou une masse de scellement coule dans une rainure rserve grce au placement dune languette pose pralablement la mise en uvre de lasphalte coul (traitement de type IV suivant le F.6.2.8.9.2.1). Les joints longitudinaux de part et dautre du filet deau en asphalte coul sont traits avec une bande bitumineuse pour joint (traitement de type II ou III du F.6.2.8.9.2.1) ou avec une masse de scellement coule dans une rainure scie ou rserve dans lasphalte coul (traitement de type I ou IV du F.6.2.8.9.2.1). Dans le cas de rainures remplies de masse de scellement (traitement de type I ou IV suivant le F.6.2.8.9.2.1: la rainure a une profondeur dau moins 20 mm ; la masse de scellement est coule jusquau niveau suprieur de lasphalte coul constituant le filet deau.

Lentrepreneur choisit le type de traitement de joint utilis (I, II III ou IV) afin dtanchiser le joint.

H.4.3 H.4.3.1

Exigences sur le rsultat (Spcifications)

EXIGENCES SUR LES CARACTERISTIQUES LASPHALTE COULE POUR FILET DEAU Granularit DE MASSE DE

H.4.3.1.1

Les spcifications du F.6.3.1.1 sont dapplication.

H.4.3.1.2

Teneur en liant

Les spcifications du F.6.3.1.2 sont dapplication.

CCT 2011

H. 30

H.4.3.1.3

Indentation

Les spcifications du F.6.3.1.3 sont dapplication.

H.4.3.1.4

Epaisseur

Le filet deau suit le niveau de la couche de roulement contigu moins 10 mm. La tolrance sur les paisseurs individuelles est de 10 mm en plus ou en moins par rapport lpaisseur nominale pour la 1re couche pose sur le support. Elle est de 6 mm en plus ou en moins par rapport lpaisseur nominale prescrite pour les autres couches. Les paisseurs individuelles sont suprieures 20 mm.

H.4.3.2

EXIGENCES SUR LES CARACTERISTIQUES DE SURFACE DU FILET DEAU Pente

H.4.3.2.1

Pour les filets d'eau, aucune contre-pente n'est admise.

H.4.3.2.2

Rgularit de surface

Les irrgularits de surface dpassant 10 mm, sont corriges. De plus, il ne peut y avoir de stagnation deau de plus de 10 mm de profondeur, mesur la rgle de 3 m.

H.4.3.2.3

Niveau

Le niveau du filet deau suit celui du revtement adjacent moins 10 mm. La tolrance est de 5 mm en plus ou en moins.

H.4.3.2.4

Alignement

Les filets deau ont un trac continu en plan.

H.4.3.2.5

Fissures et autres dgradations

Les fissures et dgradations sont rpares. A dfaut, la zone concerne est dmolie et reconstruite.

H.4.3.2.6

Couleur des filets deau en asphalte coul color

Les prescriptions du F.6.3.2.8 sont dapplication.

CCT 2011

H. 31

H.4.4 H.4.4.1

Vrifications
VERIFICATIONS A PRIORI, DOCUMENTS A FOURNIR

Le contrle de la conformit des matriaux est effectu aux lieux de production ou sur chantier.

Documents fournir Les documents attestant lenregistrement, la note justificative et les fiches techniques des asphaltes couls utiliss doivent tre fournis par lentrepreneur au fonctionnaire dirigeant au plus tard 15 jours ouvrables avant le dbut de la mise en uvre du filet deau en asphalte coul. Le fonctionnaire dirigeant vrifie lenregistrement, la note justificative et la fiche technique des asphaltes couls proposs.

H.4.4.2 H.4.4.2.1
-

CONTROLE DE LA MISE EN UVRE ET DU RESULTAT Les contrles avant la pose de lasphalte coul portent sur :

le matriel et loutillage ; les niveaux des repres de rglage ; l'paisseur probable de la (ou des) couche(s) ; le niveau des avaloirs ; la pente du support et du reprofilage ventuel ; la planit du support et du reprofilage ventuel ; lalignement du bord du revtement ralis ; le relev des tempratures minimales nocturnes ; la rgularit et la propret et l'tat du support du filet deau ; labsence dhumidit, de givre ou de verglas sur le support ; le caractre vertical, net et rectiligne du bord des revtements existants jouxtant le filet deau en asphalte coul raliser ; l'application de la couche de collage ventuelle sur le support (notamment aspect uniformment noir dans le cas dun liant bitumineux) ; les travaux prparatoires pour le traitement des joints au sein du filet deau en asphalte coul ; les travaux prparatoires pour le traitement des joints entre un filet deau en asphalte coul et un revtement (ou lment linaire, ou accessoire de voirie) dj pos (suivant les cas : sciage, fraisage, nettoyage, schage, badigeonnage de la tranche du revtement existant, mise en uvre des bandes bitumineuses pour joints, pose de gabarits, ) ; les dispositions prvues pour assurer la coordination de lapprovisionnement des quipes de pose, ladquation de ces quipes (nombre dhommes et matriel disposition) et lexcution des travaux prparatoires. Les contrles en cours de pose de lasphalte coul portent sur :

H.4.4.2.2
-

la conformit de lasphalte coul livr (comparaison des bons de livraison avec la fiche technique) ; le matriel (malaxeur, dumper) et loutillage ;

CCT 2011

H. 32

le relev de la temprature sous abri ; le relev de la temprature du support ; lvaporation totale des solvants du vernis (vernis sec au toucher) ; la rupture totale de lmulsion et lvaporation totale de leau (liant sec au toucher) ; labsence dhumidit, de givre et de verglas sur la couche de collage ; l'absence de circulation sur la couche de collage ; la composition de lasphalte coul (prlvement dchantillons en vrac la sortie du dumper ou dans la brouette) et son indentation ; les tempratures des produits avant leur pandage (mesures de la temprature dans la brouette ou la sortie du dumper) ; la qualit de la mise en uvre, par examen visuel ; les paisseurs des couches en cours dpandage et de rglage ; la conformit et la propret des joints longitudinaux et/ou de reprise ; la rgularit de surface. CONTROLE DE LA CONFORMITE DE LA COMPOSITION DES ASPHALTES COULES FOURNIS AVEC LA COMPOSITION DE LASPHALTE COULE ENREGISTRE ET APPROUVE

H.4.4.2.2.1

Seuls des mlanges enregistrs par la direction Gestion et Entretien des voiries peuvent tre poss. Le producteur dasphalte coul tient les bons de livraison de tous les matriaux utiliss pour confectionner le mlange la disposition du pouvoir adjudicateur la centrale denrobage et ce jusqu la rception dfinitive. Sur chantier, il est contrl que la composition livre correspond bien la composition de lasphalte coul approuv. Ce contrle est effectu en comparant le code de lasphalte coul livr (bon de livraison) avec le code de lasphalte coul enregistr et approuv par le pouvoir adjudicateur.

H.4.4.2.2.2

CONTROLE DE LA GRANULARITE ET DE LA TENEUR EN LIANT

Toute fourniture dasphalte coul est divise en lots. Un lot est dfini par la fourniture journalire dun mme type dasphalte coul en provenance dune mme centrale denrobage. Les caractristiques se mesurent sur des chantillons en vrac prlevs selon le matriel de mise en uvre utilis, dans la brouette, la sortie du dumper ou la sortie du ptrin raison de 1 chantillon par 20 t. Le prlvement est ralis suivant le mode opratoire dcrit au F.6.4.2.2.2. Le nombre dchantillons prlevs par lot ne peut tre infrieur 3. Le transport des chantillons vers le laboratoire et les cots de ralisation des essais sont charge du pouvoir adjudicateur. Les mthodes dessai pour la dtermination de la teneur en liant et de la granularit sont respectivement dcrites dans les normes NBN EN 12697-1 ou 39 et NBN EN 12697-2.

CCT 2011

H. 33

H.4.4.2.2.3

TEMPERATURE DES ASPHALTES COULES MIS EN UVRE

La temprature de lasphalte coul est mesure, juste avant pandage, dans la brouette ou la sortie du dumper. Elle est mesure conformment la norme NBN EN 12697-13, sous rserve de lutilisation dune sonde dune longueur approprie.

H.4.4.2.3 H.4.4.2.3.1

Vrifications a posteriori VERIFICATIONS DES CARACTERISTIQUES DE MASSE

H.4.4.2.3.1.1 Epaisseurs
Les contrles sont effectus sur des carottes fores dans le filet deau. Les trous laisss par les carottages sont immdiatement remplis avec un asphalte coul de mme type et de mme teinte. La subdivision de la longueur de filet deau en asphalte coul et le nombre de mesures effectuer sont dtermines comme suit : chantier de catgorie A : la longueur de filet deau et dasphalte coul est 1000 m. La longueur est subdivise en une ou plusieurs sections : toute section de longueur 2000 m est divise en un ou plusieurs lots de 2000 m. Le reste de la division par 2000 de la longueur de la section constitue un lot distinct ou est ajout au dernier lot suivant que sa valeur atteint ou non 1000 m ;. toute section de longueur 1000 m est considre comme un lot ; une section de longueur < 1000 m est considre comme un lot de catgorie B.

Les documents du march peuvent prvoir le regroupement de plusieurs sections. Lorsquil constate que certaines parties des lments linaires nont pas t excutes conformment aux rgles de lart, le fonctionnaire dirigeant peut assimiler chacune de ces parties un lot et la traiter comme tel. Les caractristiques dun lot se dfinissent par rapport des mesures excutes en 10 points de la surface, choisi alatoirement. chantier de catgorie B : la longueur du chantier est < 1000 m. La longueur constitue un seul lot. Les caractristiques du lot se dfinissent par rapport des mesures excutes raison dun point par 200 m, avec un minimum de 3, choisis alatoirement.

CCT 2011

H. 34

H.4.4.2.3.1.2 Indentation
Lindentation est mesure suivant la NBN EN 12697-20 sur des chantillons prlevs en vrac sur chantier. Le nombre dchantillons est fix suivant les modalits dcrites au H.4.4.2.3.1.1.

H.4.4.2.3.2

VERIFICATION DES CARACTERISTIQUES DE SURFACE DU FILET DEAU

H.4.4.2.3.2.1 Rgularit de surface

Le contrle est ralis la rgle de 3 m. La mthode dessai est dcrite en NBN EN 13036-7 Les contrles sont effectus raison de 10 par 100 m de filet deau, ainsi que en tous endroits o ltat de surface laisse supposer que la planit nest pas conforme aux prescriptions.

H.4.4.2.3.2.2 Couleur des filets deau en asphalte coul color

La couleur des asphaltes couls nest vrifie quau niveau de la surface finie du filet deau.

H.4.5

Paiement

Le paiement seffectue sur base de la surface pose selon lpaisseur dasphalte coul. Il nest pas fait de distinction entre les filets deau droits et courbes. La surface des avaloirs nest pas dfalque. Dans le cas davaloirs mis en oeuvre pralablement aux travaux faisant lobjet du chantier, leur mise niveau ventuelle fait lobjet dun poste spar. Dans le cas dun revtement contigu prexistant aux travaux faisant lobjet du chantier, la dcoupe ventuelle du bord du revtement et la mise niveau ventuelle du revtement font lobjet de postes spars. Dans le cas dun support du filet deau prexistant aux travaux faisant lobjet du chantier, sa mise niveau ventuelle et un ventuel reprofilage font lobjet dun poste spar. Si la mise niveau et/ou le reprofilage sont raliss en asphalte coul, celui-ci est pay sur base de la masse (tonne) mise en uvre. Le nettoyage du support et le schage au chalumeau sont compris dans le prix. Le traitement des joints fait lobjet de postes spars, sauf pour les joints de reprise au sein du filet deau mme.

CCT 2011

H. 35

H.5 H.5.1

BARRIERES DE SECURITE EN ACIER Description

Les barrires de scurit en acier sont des lments linaires destins corriger la trajectoire des vhicules. Bien quelles constituent elles-mmes un obstacle, leurs caractristiques spcifiques leur permettent de limiter la gravit de la collision pour le trafic et pour les passagers du vhicule. Les barrires de scurit en acier comprennent : la fourniture des profils en acier et des supports en acier; les travaux prparatoires, les travaux lis au sol et tous les autres travaux ncessaires pour garantir une construction quivalente celle ralise lors des essais de choc; lassemblage de ces diffrents composants selon les instructions du fabricant et du pouvoir adjudicateur; tous les travaux ncessaires aux travaux sus-mentionns.

H.5.2 H.5.2.1

Clauses techniques
MATRIAUX

Les barrires de scurit et leurs diffrents composants doivent tre pralablement approuvs par le pouvoir adjudicateur. Elles doivent tre soumises des essais conformes aux normes de la srie NBN EN 1317-1 et NBN EN 1317-2. Le rapport complet dessai doit tre remis au pouvoir adjudicateur avant le dbut des travaux. Dans les courbes, lutilisation dlments rectilignes est admise pour autant que le rayon de la courbe soit suprieur 30 m. Si ce nest pas le cas, les lments doivent tre courbs selon le rayon de la courbe. Le cahier spcial des charges doit au minimum mentionner les lments suivants : la capacit de retenue minimale, en fonction de la vitesse et du poids du vhicule (voir les prescriptions y affrentes dans la norme NBN EN 1317-2). Si le cahier spcial des charges ne donne aucun dtail ce propos, les exigences minimales pour la capacit de retenue sont : H2 pour les constructions permanentes; T3 pour les constructions temporaires ; la largeur de fonctionnement maximale autorise, en fonction de lespace libre disponible entre la barrire de scurit et lobstacle (voir les prescriptions y affrentes dans la norme NBN EN 1317-2). Si le cahier spcial des charges ne donne aucun dtail ce propos, les exigences minimales pour la largeur de fonctionnement sont: W6 pour les constructions permanentes (W7 pour les barrires doubles); W5 pour les constructions temporaires.

CCT 2011

H. 36

Le cahier spcial des charges peut galement: prescrire lindice de choc (voir les prescriptions y affrentes dans la norme NBN EN 1317-2). Si le cahier spcial des charges de donne aucun dtail ce propos, seules les classes A et B sont autorises; autoriser ou non un ancrage dans le sol ou sur un ouvrage dart; mentionner des dispositions relatives aux protections pour motocyclistes; mentionner des dispositions gnrales sur les mesures de fabrication, les formes et les aspects esthtiques. PROTECTION CONTRE LA CORROSION

H.5.2.2

Les composants en acier doivent tre galvaniss de tous les cts conformment aux spcifications de la NBN EN ISO 1461.

H.5.2.3

EXECUTION

Les barrires de scurit sont places et relies entre elles selon les instructions du producteur et du pouvoir adjudicateur. Si lentrepreneur dsire placer les barrires dune autre faon, il doit, ses frais, dmontrer que les barrires de scurit, places selon cette mthode alternative, peuvent garantir les mmes performances que celles obtenues lors des essais de choc. Les extrmits et les raccordements doivent satisfaire la NBN ENV 1317-4. Les performances de ces parties doivent tre compatibles avec la barrire de scurit laquelle elles sont fixes. En alignement droit, les barrires ne prsentent pas de dfaut d'alignement de plus de 1 cm mesur la rgle de 3 m. La construction mise en place doit correspondre la description qui figure dans le rapport de lessai de choc.

H.5.3

Contrles et vrifications

Pour le contrle de la protection contre la corrosion, un ensemble de barrires de scurit du mme type est rparti en quantits de 500 m (= lots). Si la dernire partie est infrieure ou gale 250 m, celle-ci peut tre couple au dernier lot complet. Si la dernire partie est suprieure 250 m, elle peut tre considre comme un lot part entire. Par lot, trois chantillonnages alatoires sont raliss pour le contrle de lpaisseur de la couche de zinc, comme indiqu au H.5.2.2. Le premier chantillon est destin aux essais, tandis que les deux autres chantillons sont conservs pour dventuels contre-essais. Aprs la mise en place, il faut contrler que les barrires de scurit ont t poses selon les instructions du producteur et du pouvoir adjudicateur et si elles correspondent la description du rapport dessai. Si une mthode alternative de placement a t accepte, il faut contrler que la mise en place effective correspond cette alternative.

CCT 2011

H. 37

Les lments endommags doivent tre remplacs.

H.5.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base de la longueur de barrires poses distinction tant faite entre les lments rectilignes et courbes. Les dispositifs d'extrmit sont pays la pice.

CCT 2011

I. 1

CHAPITRE I - PETITS OUVRAGES DART Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
I.1 CHAMBRES DE VISITE ET DAPPAREILS CONSTRUITES EN PLACE I.1.1 I.1.2 Description Clauses techniques I.1.2.1 Matriaux I.1.2.2 Excution Rsultats et vrifications Paiement

I.1.3 I.1.4

I.2

BETON ET BETON ARME I.2.1 I.2.2 Description Clauses techniques I.2.2.1 Matriaux I.2.2.2 Excution I.2.2.2.1 Coffrage I.2.2.2.2 Armature I.2.2.2.4 Mise en uvre du bton I.2.2.3 Rsultats I.2.2.3.1 Rsistance la compression I.2.2.3.2 Aspect du bton Vrifications I.2.3.1 Echantillonnage I.2.3.2 Rception technique pralable I.2.3.3 Contrle dexcution I.2.3.4 Essais a posteriori I.2.3.4.1 Aspect du bton I.2.3.4.2 Rsistance la compression Paiement I.2.4.1 Mesurage I.2.4.2 Rfactions pour manquements

I.2.3.

I.2.4.

I.3

MAONNERIES AGGLOMERES I.3.1 I.3.2

EN

BRIQUES

DE

TERRE

CUITE

ET

EN

MATERIAUX

I.3.3

I.3.4

Description Clauses techniques I.3.2.1 Matriaux I.3.2.2 Excution I.3.2.3 Rsultats Vrifications I.3.3.1 Essais a priori I.3.3.2 Contrles dexcution I.3.3.3 Vrifications a posteriori Paiement

CCT 2011

I. 2

I.4

MACONNERIES EN PIERRE NATURELLE I.4.1 I.4.2 Description Clauses techniques I.4.2.1 Matriaux I.4.2.2 Excution I.4.2.2.1 Maonnerie de moellons I.4.2.2.2 Maonnerie de pierres de roches sdimentaires carbonates appareilles I.4.2.2.3 Parements en pierres de roches sdimentaires carbonates Vrifications Paiement

I.4.3 I.4.4 I.5

IMPERMEABILISATION DES MACONNERIES ET DU BETON I.5.1 I.5.2 Description Clauses techniques I.5.2.1 Matriaux I.5.2.2 Excution I.5.2.2.1 Mise en uvre de lmulsion I.5.2.2.2 Excution du cimentage I.5.2.2.3 Drainage vertical I.5.2.3 Rsultats Vrifications Paiement

I.5.3 I.5.4 I.6

COUVRE-MURS I.6.1 I.6.2 Description Clauses techniques des couvre-murs non mtalliques I.6.2.1 Matriaux I.6.2.2 Excution Vrifications Paiement

I.6.3 I.6.4 I.7 I.8

MORTIERS ETANCHEITE DES PONTS ET DES TOITURES DE TUNNELS I.8.1 I.8.2 Description Clauses techniques I.8.2.1 Produits I.8.2.1.1 Systmes dtanchit I.8.2.1.2 Couches de protection I.8.2.1.3 Autres produits I.8.2.2 Excution I.8.2.2.1 Considrations gnrales I.8.2.2.2 Caractristiques du support bton I.8.2.2.3 Surfaces en acier I.8.2.2.4 Mise en uvre du systme dtanchit I.8.2.2.5 Elments singuliers I.8.2.2.6 Raccordements entre systmes dtanchit diffrents I.8.2.2.7 Mise en uvre de la couche de protection

CCT 2011

I. 3

I.8.3 I.8.4

Spcifications Vrifications I.8.4.1 Contrle pendant les travaux I.8.4.2 Contrle aprs les travaux

I.9

DRAINAGE ET EVACUATION DES EAUX DES PONTS I.9.1 I.9.2 Description Clauses techniques I.9.2.1 Produits I.9.2.2 Excution I.9.2.2.1 Considrations gnrales I.9.2.2.2 Placement des exutoires I.9.2.2.3 Placement des drains I.9.2.2.4 Filets deau I.9.2.2.5 Placement des tuyaux dvacuation Spcifications Vrifications

I.9.3 I.9.4

CCT 2011

I. 4

CCT 2011

I. 5

I.1 I.1.1

CHAMBRES DE VISITE ET D'APPAREILS CONSTRUITES EN PLACE Description

Ouvrages raliss en maonnerie de briques, de blocs en bton, en bton ou en bton arm conformment aux prescriptions des documents du march. Si ceux-ci le prvoient, les chambres peuvent comporter des lments prfabriqus (chambres mixtes). Les documents du march fixent : les caractristiques gomtriques et mcaniques des chambres et de leur fondation ; les dispositions pour en assurer l'tanchit (colmatage et lissage des joints de maonnerie, cimentage, impermabilisation,...) ; les lments limitant la vitesse de l'eau ou ses effets (dispositifs brise-jets, revtement ou renforcement du radier,...) ; les dispositifs d'accs (chelles ou chelons) et de fermeture (trappillons) ; les caractristiques dun ventuel revtement spcial du fond de la chambre.

Si ces informations sont manquantes ou si les documents du march ne comportent pas dindications suffisantes, lentrepreneur propose lapprobation du fonctionnaire dirigeant les dispositions compltes des ouvrages quil compte raliser.

I.1.2 I.1.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : briques : C.26.2 ; blocs pleins en bton : C.26.3.1 ; blocs de coffrage : C.26.3.4 ; trappillons : C.28.2 ; chelles : C.29.1 ; chelons : C.29.2 ; lments prfabriqus : C.35 ; aciers darmature : C.10.

Lutilisation de ciment haute rsistance aux sulfates (HSR) est impose. Le bton de propret est de classe de rsistance C12/15. Le bton maigre prsente au minimum une classe de rsistance C16/20 et est conforme au I.2. Lutilisation dun retardateur de prise est autorise Les maonneries sont conformes au I.3. Les blocs pleins en bton prsentent une rsistance la compression au moins gale la classe f20.

CCT 2011

I. 6

Le bton est excut conformment au I.2. Le bton arm est de classe de rsistance C 40/50; le bton non arm est de classe de rsistance C 30/37 ou C 40/50. Le taux normal darmatures est denviron 100 kg/m de bton. Si le taux darmatures calcul est plus lev, les armatures font lobjet dun poste spcifique du mtr. I.1.2.2 EXECUTION

Le radier des chambres excutes en place est construit sur une couche de bton C 16/20. L'lment de base des chambres excutes en place ou mixtes repose sur une fondation en bton maigre d'une paisseur de 15 cm. Le profilage ventuel de la cunette se fait laide de bton de classe de rsistance C30/37. Les lments de la chambre sont excuts en alignement vertical et respectent l'tanchit prescrite. La hauteur totale des lments dajustement est infrieure 200 mm. Les documents du march prcisent, le cas chant, les autres lments prfabriqus. Les joints de maonnerie recevant un cimentage sont vids sur une profondeur de 2 cm. Les maonneries en contact avec les terres reoivent une impermabilisation conforme au I.5 y compris le cimentage. Les parements intrieurs non enduits sont jointoys au fur et mesure de l'lvation. Les chelons sont placs en alignement vertical et espacs de 30 cm. Les documents du march prcisent, le cas chant, les prescriptions relatives au revtement du fond des chambres de visite. Le trappillon nempite pas sur le filet deau ou la bordure. Le cadre du trappillon est contrebut ou ancr laide dun bton C 30/37 ou dun mortier haute rsistance et retrait compens, et pouse le profil du revtement.

I.1.3

Rsultats et vrifications

Les prescriptions du G.5.3 sont d'application.

I.1.4

Paiement

Sauf si les documents du march en disposent autrement, le paiement des chambres s'effectue par postes spars en fonction des divers matriaux mis en oeuvre : le bton de propret (au m) ; le bton maigre (au m) ; les enduits d'impermabilisation (au m) ; le revtement spcial du fond de la chambre (au m) ;

CCT 2011

I. 7

le bton arm (au m) ; les armatures (au kg) ; le bton de reprofilage (si ncessaire) (au m) ; les maonneries (au m, dduction faite du volume des tuyaux de diamtre intrieur 70 cm) ; les trappillons ( la pice) ; les chelons ( la pice) ; les chelles (au m - mesures entre la partie suprieure de la banquette et le niveau du trapillon) ; les lments prfabriqus ventuels ( la pice).

Les essais d'tanchit sont pays la pice en fonction du diamtre de la canalisation aval.

CCT 2011

I. 8

I.2 I.2.1

BETON ET BETON ARME Description

Ralisation de blocs monolithes de toutes dimensions et formes, avec ou sans l'aide de coffrages, avec ou sans armatures. Le bton est constitu de gravillons, de sable, de ciment, d'eau et, le cas chant, d'armatures et d'adjuvants. Chaque bton est spcifi dans les documents du march conformment aux normes NBN EN 206-1 et NBN B 15-001.

I.2.2 I.2.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sables : gravillons : ciments : armatures : adjuvants : prdalles en bton arm : C.2.2 ; C.3.2 ; C.6 ; C.10.2 ; C.17 ; C.39.

Le bton est conforme aux normes NBN EN 206-1 et NBN B 15-001. Le ciment utilis est teneur limite en alcalis (LA) et est conforme la norme NBN B12-109. Pour les ouvrages intervenant dans un rseau dgout, les ciments utiliss prsenteront galement une haute rsistance aux sulfates (HSR) conforme la norme NBN B12-108. I.2.2.2 I.2.2.2.1 EXECUTION Coffrage

Les coffrages subissent sans dformation les efforts rsultant du poids du bton et de son serrage. Les coffrages pour bton lisse sont constitus de plaques de bois lamell, de plaques mtalliques raidies, de prdalles en bton arm ou de tout autre matriau soumettre l'approbation du fonctionnaire dirigeant. I.2.2.2.2 Armature

L'excution du ferraillage, les travaux prparatoires et les prcautions prendre lors du btonnage sont dcrits dans la norme NBN B 15-002. L'enrobage des armatures est d'au moins 3 cm.

CCT 2011

I. 9

Les plans d'excution des cages d'armature doivent mentionner toutes les indications de position, longueur, forme courbure, entredistance, longueur de recouvrement, etc. imposes par la norme NBN B15-002. Les dimensions indiques sur les plans d'excution doivent tre respectes compte tenu des tolrances appropries (vis--vis de la scurit de la structure, de la durabilit ou de l'excution). La tolrance s'exprime par des carts admissibles (L+; L-) par rapport la valeur nominale L (ou mentionne au plan). Les cas o des tolrances doivent tre fixes sur les plans sont ceux o l'implantation, la scurit (stabilit) ou la fonction (assemblage, aspect, ...) de la construction et de ses composants sont en jeu : dimensions principales des sections; hauteur utile des sections: dimensions d'lments intervenant dans des assemblages (longueur totale, longueur entre les appuis, ouvertures dans des lments, ...).

Pour l'enrobage minimal des armatures, aucun cart en moins n'est admis. Toute drogation par rapport au plan d'excution doit faire l'objet d'une confirmation crite du bureau d'tudes joindre au bordereau d'expdition. Le contrle du positionnement des armatures est effectu l'aide d'un mtre en mtal ou avec tout autre instrument adquat prsentant une prcision de 1 mm ou mieux. Le contrle du positionnement et du faonnage des armatures est effectu en conformit avec un plan approuv par le matre d'ouvrage. I.2.2.2.3 Mise en uvre du bton

Le bton doit obligatoirement tre mis en oeuvre endans les 120 minutes compter partir du dpart de la centrale, sauf autorisation du fonctionnaire dirigeant. Le serrage du bton se fait exclusivement par vibration dans la masse et par couche d'une paisseur maximale de 30 cm. Pour le bton auto-compactant, la vibration nest pas ncessaire. Les surfaces destines la reprise sont rugueuses, nettoyes et enduites d'un lait de ciment consistant d'paisseur uniforme. Le btonnage est interdit par pluie abondante ou lorsque la temprature est infrieure 5C. Les ouvrages termins ou dont la construction est interrompue sont protgs contre la dessiccation, les intempries et le gel.

CCT 2011

I. 10

I.2.2.3 I.2.2.3.1

RESULTATS Rsistance la compression

Les documents du march fixent la classe de rsistance du bton. I.2.2.3.2 Aspect du bton

Les surfaces apparentes ne prsentent ni cavit, ni bavure, ni excroissance de plus de 1 cm. Sont considrs comme dfauts entranant le refus de louvrage : les fissures (ouverture 0,15 mm) sur les surfaces intrieure et extrieure ( lexception des petites fissures de retrait ou de faenage) ; des dfauts de surface (tels que bulles dair, cavits,) dpassant au moins un des maxima suivants : une profondeur de 10 mm ; un volume de 5 cm ; le volume est conventionnellement dtermin comme tant le produit de la profondeur maximale et de la surface du plus petit rectangle circonscrit du dfaut.

Les btons servant de support une feuille d'tanchit rpondent aux prescriptions suivantes : planit : texture : les dnivellations de la dalle vrifies la rgle de 3 m ne dpassent pas 10 mm et 3 mm par rapport une base de 10 cm ; les carts par rapport au plan environnant sont limits 2 mm pour les asprits et 3 mm pour les creux.

I.2.3 I.2.3.1

Vrifications ECHANTILLONNAGE

Les contrles portent sur la nature et la qualit des matriaux. Lchantillonnage dune fourniture est ralis conformment la NBN EN 12350-1. I.2.3.2 RECEPTION TECHNIQUE PREALABLE

Pour rceptionner une fourniture, les essais (ou dterminations) suivant(e)s doivent tre ralis(e)s (les documents du march prcisent la frquence de chacun des essais et dterminations) : Critres de conformit pour les proprits autres que la consistance Rsistance la compression : NBN EN 12390-3 Rapport eau/ciment : NBN EN 206-1 Teneur en ciment : NBN EN 206-1 Teneur en air du bton frais contenant de lair entran : NBN EN 12350-7 Teneur en chlorure du bton : NBN EN 206-1

CCT 2011

I. 11

Critres de conformit applicables la consistance Examen visuel.

Outre lexamen visuel, la classe de consistance est vrifie par lun des quatre essais suivants : affaissement : NBN EN 12350-2 ; Vb : NBN EN 12350-3 ; degr de compactabilit : NBN EN 12350-4 ; talement : NBN EN 12350-5. CONTROLES D'EXECUTION

I.2.3.3

Ces contrles portent sur : la qualit des armatures et du ferraillage ; le maintien de la propret des constituants (bton, coffrage et acier) ; la sgrgation du bton ; le temps de malaxage ; le dlai de mise en uvre ; le respect des prescriptions du I.2.2. ESSAIS A POSTERIORI Aspect du bton

I.2.3.4 I.2.3.4.1

Toute cavit ou nid de gravier sera rpar ou obtur par un produit de rparation faire agrer par le fonctionnaire dirigeant. Si les nids de graviers sont trop nombreux, la partie de louvrage sera dmolie et recommence. Pour les surfaces de bton apparentes, toute trace de bavure et toute excroissance de plus de un cm sont enleves par ponage, rabotage ou meulage. I.2.3.4.2 Rsistance la compression

En cas de doute sur la qualit dune phase de btonnage, le fonctionnaire dirigeant peut procder la vrification de la rsistance la compression sur cubes ou sur base de carottes prleves dans louvrage aprs excution. Le nombre de cubes ou de carottes est de minimum 3. La rsistance la compression est vrifie sur base des cubes conformment la norme NBN EN 12390-3. Ces essais complmentaires sont charge du pouvoir adjudicateur. Si les rsultats savrent infrieurs la rsistance individuelle prescrite, la rfaction est applique sur la partie douvrage concerne.

CCT 2011

I. 12

I.2.4 I.2.4.1

Paiement MESURAGE

Le paiement du bton et du bton arm s'effectue sur base du volume ralis, y compris le coffrage. Les armatures font lobjet dun poste spcifique au mtr. Les cavits dont le volume individuel ne dpasse pas 50 dm ne sont pas dcomptes. I.2.4.2 REFACTIONS POUR MANQUEMENTS

Lorsque la rsistance individuelle sur cube Ri est infrieure la rsistance individuelle impose R sans tre infrieure 0,8 R, la partie de louvrage correspondant lchantillon peut tre accepte moyennant lapplication dune rfaction calcule comme suit :

V R' R'i Rfaction = P. . n 0,2.R'

o

V est le volume du lot de bton concerns par les cubes dessais (m) n est le nombre dchantillons prlevs Ri est la rsistance individuelle dun cube (MPa) R est la rsistance individuelle impose. Elle est gale fck,cube 1 (MPa) P est le prix unitaire (/m) fck,cube est la rsistance caractristique la compression, mesure sur cube

Si Ri < 0,8 R, la partie de louvrage correspondant lchantillon est refuse.

CCT 2011

I. 13

I.3

MAONNERIES EN BRIQUES DE TERRE CUITE ET EN MATERIAUX AGGLOMERES Description

I.3.1

Ouvrages constitus de mortier et de blocs artificiels : briques de terre cuite, blocs pleins en bton et blocs de laitier.

I.3.2 I.3.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : briques en terre cuite : C.26.2 ; blocs pleins en bton : C.26.3 ; blocs de coffrage : C.26.3.4.

Le mortier est de la catgorie M15 suivant la norme NBN EN 998-2. L'impermabilisation des maonneries est excute conformment au I.5. I.3.2.2 EXECUTION

Les briques et blocs en bton sont poss bain fluant de mortier et sont appareills joints dcals. Sauf contre-indication formelle du fournisseur, les matriaux absorption d'eau par capillarit leve (suprieure 20 g/dm par minute suivant la norme NBN B 24-202) sont humidifis, except dans le cas o on utilise un rtenteur d'eau. Les briques de terre cuite sont humidifies lgrement sans que l'eau s'en coule. Les parements restant nus sont jointoys en une seule fois. Les joints de maonnerie recevant un cimentage sont vids sur une profondeur de 2 cm. Lexcution de la maonnerie est conforme la norme NBN B 24-401. I.3.2.3 RESULTATS

Le hors plomb, ou lcart par rapport au fruit, est au maximum gal a (en cm) avec : a = 0,25 h1/3 pour les maonneries en lvation ; a = 0,50 h1/3 pour les maonneries enterres ; a 4 cm dans les deux cas.

h tant la hauteur du mur exprime en cm.

CCT 2011

I. 14

Les assises horizontales de maonnerie ne s'cartent pas de l'horizontalit de plus de 1/8 d tant la longueur de l'assise exprime en cm.

d,

I.3.3 I.3.3.1

Vrifications ESSAIS A PRIORI

Ces essais portent sur la vrification des caractristiques des matriaux. I.3.3.2 CONTROLES D'EXECUTION

Les contrles oprs portent sur le respect des prescriptions du I.3.2.2. I.3.3.3 VERIFICATIONS A POSTERIORI

Le contrle porte sur la planit des parements, la rectitude et l'aplomb des artes. Toute maonnerie ne rpondant pas aux prescriptions est refuse.

I.3.4

Paiement

Le paiement seffectue (rejointoyage compris): pour les parements : au m ; pour les autres maonneries : au m.

Lenduisage et sa protection font lobjet dun ou de plusieurs poste(s) spar(s).

CCT 2011

I. 15

I.4 I.4.1

MAONNERIES EN PIERRE NATURELLE Description

Maonneries constitues de moellons bruts, de moellons bruts et de parement ou de moellons de parement relis un mur ou une fondation de bton.

I.4.2 I.4.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Les pierres naturelles rpondent aux prescriptions du C.19. Les documents du march prescrivent la nature et le type de pierres. Le mortier pour maonnerie est de la catgorie M15 suivant la norme NBN EN 998-2. I.4.2.2 I.4.2.2.1 EXECUTION Maonnerie de moellons

Les moellons sont poss plein bain de mortier. La mise en oeuvre se fait en lit ou en dlit. Les moellons doivent apparatre "bien gisants" et les joints verticaux sont en dcoupe. Les moellons de longue queue alternent avec ceux de queue plus courte afin d'assurer une bonne liaison avec le reste de la maonnerie. Les documents du march prcisent le mode de mise en oeuvre : 1. Moellons non monts par assises rgles (moellons non quarris et non pincs)

La maonnerie est monte par assises sensiblement horizontales mais non rgles, sans recherche d'appareillage ni souci d'une rectitude et d'une continuit parfaites des lits. Les joints verticaux sont dcals autant qu'il est possible et en tout cas ne se prolongent jamais audel de deux hauteurs de moellons. L'paisseur des lits et des joints ne dpasse pas 3 cm. 2. Moellons monts par assises rgles (moellons quarris et pincs)

Pour les moellons assises irrgulires, la maonnerie est conduite par assises horizontales rgles joints verticaux dcals, la hauteur pouvant varier d'une assise l'autre. Les joints sont aussi rguliers que possible. Leur paisseur ne dpasse gnralement pas 2 cm. Il peut tre pos quelques moellons de la hauteur de deux assises, rpartis irrgulirement pour obtenir un effet dcoratif. Pour les moellons assises rgulires, la maonnerie est conduite par assises horizontales de mme hauteur rgles joints verticaux dcals. Les joints sont aussi rguliers que possible. Leur paisseur ne dpasse pas 2 cm. La pose des moellons appareiller est faite suivant un dessin d'appareil prciser par les documents du march.

CCT 2011

I. 16

I.4.2.2.2

Maonnerie de pierres de roches sdimentaires carbonates appareilles

La maonnerie est monte suivant un plan d'appareil prciser selon les cas par les documents du march. Ceux-ci dfinissent galement le mode de liaison du parement au reste de louvrage. Toute pierre corne ou dont les artes sont paufres est remplace. En gnral, le lit d'assise des pierres est parallle au lit de carrire. Lorsque cette rgle ne peut pas tre suivie, les documents du march prcisent le lit de pose. A dfaut, l'entrepreneur consulte le fonctionnaire dirigeant avant la commande des pierres. La pose est faite sur cales rgles l'paisseur du joint, de manire ce que l'assise suprieure prsente une assiette plane. Les cales sont places aux angles et au moins 5 cm des artes. La pose est faite bain de mortier. Lors du montage, les joints des parements sont vids. Les parements sont jointoys en une seule fois aprs montage. Les documents du march dfinissent le type de joint raliser. Les lits et les joints ont 8 mm d'paisseur compte tenu d'un cart admissible de 2 mm sur les dimensions des pierres. Les pierres ciseles sont toutes poses dans un mme sens de taille. I.4.2.2.3 Parements en pierres de roches sdimentaires carbonates

La maonnerie est monte suivant un plan d'appareil prciser selon les cas par les documents du march. Les ancrages ou pattes de scellement ventuels sont en acier inoxydable avec 3 % de molybdne. Le jointoiement se fait l'aide de mastic plastique ou de mortier de rsine. Les joints ont 1 cm d'paisseur. a) Parements de 4 5 cm d'paisseur

Les pierres sont poses soit avant l'excution de la maonnerie, soit en mme temps que celleci. Elles sont accoles au support. Les pierres sont poses au mortier sur cales en bois en parfaite liaison avec la maonnerie, les charges tant reprises verticalement par des parpaings ou par une adaptation de la structure. Lors de la pose, le mortier ne remplit pas entirement le joint. b) Parements de 8 cm d'paisseur

Le parement peut tre ralis comme au a) ci-dessus mais plus gnralement on prvoit un matelas d'air entre le parement et le support. Les lments de parement sont disposs et ancrs pour permettre les dilatations, contractions et tassements des pierres, indpendamment des mouvements de l'ossature ou du contre-mur.

CCT 2011

I. 17

Des joints sont laisss ouverts pour permettre l'coulement des eaux de condensation et assurer la ventilation. c) Parements de 10 cm d'paisseur

Les pierres sont solidement ancres l'aide de pattes de scellement. Les pattes, agrafes, et attaches sont en acier inoxydable. Elles sont accroches et scelles aux pierres. Elles sont scelles dans les maonneries. Le travail comprend la formation de toutes les entailles ncessaires pour les ancrages, toutes les dcoupes, les calages provisoires en bois, les calages dfinitifs au plomb ainsi que les scellements.

I.4.3

Vrifications

Elles portent sur les prescriptions du I.3.2.3 et du I.4.2.2 ainsi que sur les caractristiques gomtriques des maonneries. Toute maonnerie ne rpondant pas aux prescriptions est refuse.

I.4.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base du volume pour les maonneries, sur base de la surface pour les murs de parement. Les vides sont dduits et les retours sont compts sans supplment pour moellons d'angle.

CCT 2011

I. 18

I.5 I.5.1

IMPERMEABILISATION DES MAONNERIES ET DU BETON Description

Protection des faces des murs en contact avec les terres l'aide d'un enduit prcd, le cas chant, d'un cimentage. Cette protection est ventuellement complte par un matelas drainant vertical scoulant dans un drain horizontal (cunette ou tuyau drainant) en pied de paroi. Les documents du march prcisent si un cimentage et/ou un drainage vertical sont prvus.

I.5.2 I.5.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions des chapitres C et G les concernant : mulsion cationique de bitume : mulsion C60B1 surstabilise avec un pH > 4,5 ; gocomposite drainant : C.37 ; drainage horizontal : G.1.

Le mortier pour cimentage est un mortier denduit conforme la NBN EN 998-1. I.5.2.2 I.5.2.2.1 EXECUTION Mise en uvre de lmulsion

La surface enduire est brosse, afin de la dbarrasser de toute trace de sable, de terre, de poussire, .... Les surfaces ne devant pas tres traites sont, le cas chant, protges afin den viter le salissement. Lapplication de lmulsion est ralise en 3 couches, raison de 500 g/m par couche. Le laps de temps entre lapplication de deux couches successives est de minimum 24 h. La mise en uvre de lmulsion est interdite : lorsque la temprature est infrieure 5C ; lorsque la surface traiter est humide. Excution du cimentage

I.5.2.2.2

Le cimentage comprend la mise en uvre successive dune couche daccrochage et dune couche de cimentage. Avant lapplication de la couche daccrochage, la surface protger est nettoye et humidifie. Les paisseurs des couches sont les suivantes : couche daccrochage : 1 2 mm ; cimentage : 1,5 cm minimum

Toute irrgularit de surface du cimentage est infrieure 5 mm.

CCT 2011

I. 19

Lexcution du cimentage est interdite en cas de temprature infrieure 1C. Le recouvrement du cimentage (remblai) nest autoris quaprs accord du fonctionnaire dirigeant. I.5.2.2.3 Drainage vertical

Le gocomposite drainant est accol la paroi de la maonnerie ou du bton. Les documents du march prcisent : la nature et les modalits de mise en uvre du gocomposite drainant ; la nature et le profil de la cunette ou la nature du tuyau drainant ; les modalits de mise en uvre et de raccordement de la cunette ou du tuyau drainant. RESULTATS

I.5.2.3

L'paisseur minimale du cimentage est de 1,5 cm.

I.5.3

Vrifications

Les contrles portent sur la rgularit des surfaces, lpaisseur du cimentage et le nombre de couches de lenduit. Toute irrgularit de surface du cimentage ne peut dpasser 5 mm.

I.5.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base des surfaces ralises, sauf pour lventuel drain linaire en pied de paroi, pay au m.

CCT 2011

I. 20

I.6 I.6.1

COUVRE-MURS Description

Elments de protection du sommet des murs contre les intempries. Ils sont pente simple, pente double ou avec plat pour fixation de garde-corps. Chaque dbordement a une largeur minimale de 5 cm et est pourvu dun larmier. Les documents du march prcisent le matriau constitutif, laspect, la finition de surface, la teinte et les dimensions des lments. Les matriaux constitutifs usuels sont : pierre naturelle, bton, grs verniss, mtal. En ce qui concerne les couvre-murs mtalliques, les documents du march prciseront les clauses techniques adquates.

I.6.2 I.6.2.1

Clauses techniques des couvre-murs non mtalliques MATERIAUX

Les matriaux de base des lments rpondent aux prescriptions suivantes : pierres naturelles : C.19 ; sables : C.2.2 ; gravillons : C.3.2 ; ciment : C.6 ; mortier : il est du type M15 suivant la NBN EN 998-2.

Le mastic de jointoiement est souple et ne comporte aucun liquide ou solvant pouvant tacher les lments. Il assure une excellente adhrence au bton et la pierre. Il a les caractristiques dun caoutchouc lastique et est capable de subir des allongements est des contractions rptes sans se fendiller ni perdre ses qualits dadhrence. I.6.2.2 EXECUTION

Avant la mise en uvre du mortier de pose, chaque joint entre lments une bande de protection (PVC renforc ou fibre de verre bitume) est pose sur la maonnerie afin dviter dventuelles infiltrations. Les lments sont poss sur un lit de mortier. Les documents du march prcisent si une mulsion plastique synthtique est mlange au mortier frais. Toute remonte du mortier dans les joints verticaux entre lments est vite. Les joints verticaux entre lments sont ferms par un joint de mousse souple ou de polystyrne de 12 mm dpaisseur pousant la section des lments en rservant un vide de 15 mm de profondeur qui est rejointoy au mastic. Le mastic est mis en uvre sur des surfaces propres et sches suivant les instructions du fabricant.

CCT 2011

I. 21

Le bton des lments couls en place est conforme au I.2.

I.6.3

Vrifications

Elles portent sur les caractristiques des matriaux et leur mise en oeuvre.

I.6.4

Paiement

Le paiement s'effectue sur base : du volume ralis, sil sagit de pierre naturelle ou de bton ; de la surface ralise dans les autres cas.

CCT 2011

I. 22

I.7

MORTIERS

Les mortiers sont conformes : la norme NBN EN 998-1 pour les mortiers denduits ; la norme NBN EN 998-2 pour les mortiers de montage.

Si la catgorie du mortier n'est pas impose, l'entrepreneur choisit parmi les catgories et les types de ciments recommands (tableaux 1 et 2 de la norme) ceux qui correspondent l'utilisation prvue.

CCT 2011

I. 23

I.8 I.8.1

ETANCHEITE DES PONTS ET DES TOITURES DE TUNNELS Description

L'tanchit des ponts et des toitures de tunnels est assure par un complexe tanchitprotection constitu d'un systme d'tanchit et d'une couche de protection prsentant les caractristiques suivantes : Continuit : la couche d'tanchit est continue jusqu'aux rives de l'ouvrage et raccorde tous les quipements (joints, avaloirs, etc.) ou dispositifs de fixation de ces quipements. A cet effet : soit ces dispositifs sont placs avant l'application du systme d'tanchit et celuici s'y raccorde par recouvrement et adhrence; soit des dispositifs de fixation particuliers sont prvus pour permettre une tanchit par des moyens complmentaires (douilles d'ancrage avec collerette, rondelles en noprne, etc.). Un soin particulier est apport la finition de l'tanchit autour de ces lments ainsi quautour de tous les dispositifs de fixation des quipements. Adhrence : la couche de protection adhre au systme d'tanchit. Le systme d'tanchit adhre au support, sauf lorsqu'il est base d'asphalte coul pos en nonadhrence.

L'tanchit doit tre complte par un systme de drainage et d'vacuation des eaux retenues par la couche d'tanchit et le cas chant par la couche de protection lorsqu'elle est en asphalte coul (voir I.9.).

I.8.2 I.8.2.1 I.8.2.1.1

Clauses techniques PRODUITS Systmes dtanchit

Le cahier spcial des charges prcise le type de systme dtanchit : systme d'tanchit base de feuille bitumineuse arme : il rpond aux spcifications du C.40.1 ; systme d'tanchit base de rsines : il rpond aux spcifications du C.40.2 ; systme d'tanchit base d'asphalte coul : il rpond aux spcifications du C.40.3. Ce systme ne peut tre utilis que sur des supports dont la pente rsultante est infrieure ou gale 6 %.

Le systme d'tanchit propos par lentrepreneur doit tre appropri la classe de trafic de la voirie concerne et est compatible avec la couche de protection et, le cas chant, avec les produits de rparation du support en bton.

CCT 2011

I. 24

I.8.2.1.2

Couches de protection

Le cahier spcial des charges prcise le type de couche de protection : couche de protection en asphalte coul : elle rpond aux spcifications du C.40.4 ; couche de protection en enrob types AC-6,3 base 3-x (BB-3D), AC-10 base 3-x (BB3C) ou AC-14 base 3-x (BB-3B) ( prciser au cahier spcial des charges) : elle rpond aux spcifications du F.2 ; couche de protection en mortier de ciment (uniquement dans le cas des toitures de certains tunnels) : elle rpond aux spcifications du C.40.5.

La couche de protection propose par lentrepreneur doit tre approprie la classe de trafic de la voirie concerne et est compatible avec le systme dtanchit I.8.2.1.3 Autres produits

Voile de verre : il rpond aux spcifications du C.40.3. Produit de scellement Le produit de scellement rpond aux spcifications suivantes : produit de scellement coul chaud : C.14.1.1; produit de scellement coul froid (rsine poxy souple,) : C.14.1.2; produit de scellement prform pour enrobs hydrocarbons : C.14.2.1.

Profil de protection : en acier inoxydable de qualit AISI 316, en 0,8 mm d'paisseur minimale et 3 m de longueur maximale. Le profilage aux dimensions appropries est effectu la plieuse. Fixation mcanique du profil de protection : vis inoxydable type A2 selon les normes NBN EN ISO 3506-1 et 3506-2, avec collerette et rondelle en caoutchouc. Imprgnation pare-vapeur ( la surface du bton) dans le cas dune feuille bitumineuse dtanchit : elle rpond aux spcifications du cahier spcial des charges. EXECUTION Considrations gnrales

I.8.2.2 I.8.2.2.1

Des documents d'excution sont tablis et soumis l'approbation du fonctionnaire dirigeant au moins 30 jours calendrier avant l'excution. Ces documents d'excution prcisent : les moyens en personnel et en matriel ; les matriaux proposs : systme d'tanchit, couche de protection ; tous les dtails d'excution, notamment le dtail des raccords aux lments singuliers du support (relevs, joints de dilatation, ancrages perant ltanchit, dispositifs dvacuation des eaux, ). Ces dtails, conformes la fiche technique du systme dtanchit concern, concrtisent les schmas (et dispositions) de principe reprises au code de bonne pratique R60/87 du CRR (ou sa mise jour).

CCT 2011

I. 25

les procdures de mises en uvre. Les prescriptions suivantes sont d'application : le rejet des eaux vers les rives de l'ouvrage est interdit sauf si des dispositions particulires sont prises pour viter le ruissellement des eaux de percolation sur les faces verticales de celui-ci, tant vues que caches (blocs d'abouts, etc.); des avaloirs double effet sont prvus pour rcolter les eaux au niveau de la couche d'tanchit; les parties verticales d'tanchit restant visibles aprs pose des revtements sont protges contre les sollicitations; un produit de scellement doit tre utilis aux interfaces verticales entre produits de nature diffrente exposs aux influences atmosphriques. Pour les produits de scellement couls, une gorge de 30 mm de profondeur et de largeur approprie au produit de scellement est ralise. Pour les produits de scellement prforms (utiliss avec les enrobs hydrocarbons et les asphaltes couls), une bande de 30 mm de hauteur minimale et 10 mm d'paisseur minimale est applique au pralable sur l'interface avec l'enrob et les asphaltes couls; la couche d'tanchit doit toujours tre protge. La protection peut tre : une couche d'asphalte coul; une couche d'enrob AC-6,3 base 3-x (BB-3D), AC-10 base 3-x (BB-3C) ou AC-14 base 3-x (BB-3B); une 2me couche d'tanchit sur les relevs et zones non accessibles au trafic pitonnier, cycliste ou automobile; un profil mtallique sur les relevs; une couche d'usure associe une couche d'tanchit base de rsine sur les zones uniquement accessibles au trafic pitonnier. Le cas chant, cette couche est dcrite dans le cahier spcial des charges; une couche en mortier de ciment : uniquement dans le cas de certaines toitures de tunnel ; pour les relevs, les dispositions constructives doivent empcher tout contact direct entre les relevs et les vhicules. Caractristiques du support bton

I.8.2.2.2

Au moment de la pose de ltanchit, lge du support et/ou de ses ragrages ventuels doit au moins tre gal au minimum prvu aux fiches techniques des produits concerns. A dfaut, le support doit avoir au moins 28 jours. Avant application d'un systme d'tanchit adhrent, le support doit tre grenaill, afin d'obtenir les caractristiques dfinies ci-aprs. Les zones non accessibles la grenailleuse sont sables avant le grenaillage. Afin dviter le cloquage entre la couche dtanchit et le support en bton, lutilisation dune imprgnation pare-vapeur peut tre ncessaire (dans le cas de feuilles bitumineuses armes dtanchit). Au cas o le support ne rpond pas aux exigences sur les caractristiques reprises ci-aprs, il doit tre rpar.

CCT 2011

I. 26

Dans le cas o il sagit dun support existant, les rparations du support sont charge du pouvoir adjudicateur; par contre, lorsque le support est ralis dans le cadre de lentreprise, les ventuelles rparations (propositions de lentreprise approuver par le pouvoir adjudicateur) sont charge de lentrepreneur. Dans tous les cas, la compatibilit de ltanchit avec les produits et procds de rparation ou de ragrage doit tre dmontre. Ceci constitue une charge de lentreprise. Caractristiques gomtriques Le support prsente en tout point les caractristiques reprises au tableau ci-aprs.
Feuilles 10 3 3 e (4) 0,25 PMT 0,25 e(4) Rsines 10 Sans objet 4 2 0,25 PMT 1 Asphaltes couls 10 4 4 4 0,25 PMT 2

Profondeur de stagnation d'eau (mm) Planit (mm) (1) Creux (mm) (2) Asprits et escaliers (mm) (2) Texture de surface (3) (PMT) (mm)
(1) (2)

(3)

(4)

Planit : Variation graduelle du niveau de surface, affectant des zones de 0,1 m 1 m de long. Discontinuit de surface : Variation brutale du niveau de la surface, telles que trace de pas, strie, La discontinuit de surface est une singularit observe sur une surface, par rapport la texture. Les discontinuits de surface sont caractrises par la profondeur des creux, et la hauteur des asprits et escaliers. Texture : Rugosit de la surface, perue lorsqu'on la parcourt du bout des doigts. La texture est caractrise par la PMT (profondeur moyenne de texture). e : paisseur de liant de surfaage sous armature (en mm).

Rsistance la traction en surface La rsistance la traction en surface doit tre suprieure 1,5 MPa, pour les systmes d'tanchit poss en adhrence. Nanmoins, dans le cas des systmes d'tanchit base de feuilles bitumineuses prfabriques, une rsistance comprise entre 1,0 et 1,5 MPa peut tre accepte, pour autant qu'il y ait rupture dans la masse du support. En cas de rupture superficielle du support, un essai de convenance est ralis au pralable, avec le systme d'tanchit prvu. Les valeurs obtenir par cet essai dadhrence sont au moins celles indiques au I.8.3. Propret Le support doit tre exempt de particules non adhrentes et de tout produit susceptible d'altrer l'adhrence de la couche d'tanchit. Angles rentrants ou saillants Les angles rentrants ou saillants doivent tre chanfreins 45 ou arrondis, sur une longueur minimale de 20 mm. Les chanfreins sont raliss par coffrage.

CCT 2011

I. 27

Fissuration du support La largeur maximale admissible des fissures est prcise dans le dossier technique du fabricant de la couche d'tanchit. Ceci est sans objet dans le cas dune tanchit du type asphalte coul pos en non-adhrence. Busettes de dcompression En cas de pose d'un systme d'tanchit en non-adhrence, des busettes de dcompression de 20 mm 30 mm de diamtre traversent verticalement toute l'paisseur de la dalle-support; ces busettes sont implantes aux points bas du pourtour de chaque zone de non-adhrence. I.8.2.2.3 Surfaces en acier

Toutes les surfaces en acier ventuellement apparentes reoivent leur propre traitement anticorrosion, lequel est compatible avec la couche d'accrochage et la couche d'tanchit. Les lments corrods sont traits pralablement par un sablage au degr SA 2.5 pour les lments pouvant tre dmonts ou par un dcapage au degr ST 2 pour les lments devant rester en place. I.8.2.2.4 Mise en uvre du systme d'tanchit

Les diffrentes couches du systme d'tanchit doivent tre appliques sur support sec et propre, sauf mention contraire dans le dossier technique du fabricant du systme d'tanchit. Elles ne peuvent tre appliques sur support mouill ou couvert de givre ou de neige. Le cas chant, l'application pralable d'un produit bouche-pores est dcrite dans le cahier spcial des charges. Systme d'tanchit base de feuille bitumineuse arme Le systme d'tanchit, conforme au C.40.1, est mis en uvre comme dcrit dans le dossier technique du fabricant du systme dtanchit. Les principes gnraux suivants sont d'application : Pose du primaire L'application du primaire (associ la feuille bitumineuse arme) ne peut tre effectue en dehors des conditions limites de temprature reprises dans le dossier technique du fabricant du systme dtanchit. Les conditions hygrothermiques de l'air et du support sont telles que toute formation de rose est exclue pendant l'application et le schage/durcissement du primaire. L'application doit tre effectue de manire rgulire; il convient d'liminer tout produit excdentaire, afin d'viter le pigeage de solvants qui pourraient tre librs lors de l'application de la feuille, et influencer ngativement l'adhrence.

CCT 2011

I. 28

Pose de la feuille bitumineuse arme La feuille est place en adhrence totale, sans tension. La pose est effectue au chalumeau de manire obtenir un bain de bitume au pied du rouleau. La pose est suivie d'un marouflage immdiat au rouleau souple et pesant de manire obtenir cette adhrence totale. La pose mcanique est autorise pour autant qu'elle rponde aux mmes conditions et que la machine utilise ait t pralablement soumise l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Cette approbation est fonde sur l'excution d'une plage d'essai. Des essais d'adhrence sont raliss comme dcrit au I.8.4.2 de manire dmontrer non seulement le respect des critres d'adhrence mais galement l'existence d'un collage efficace sur la totalit de chaque pastille d'essai. Le recouvrement des ls est de 100 mm au minimum, aussi bien dans le sens longitudinal que transversal. Les diffrents ls doivent tre dcals de 500 mm au minimum. La jonction se fait par soudage la flamme sur toute la largeur du recouvrement, lequel est ensuite soigneusement comprim, afin d'assurer la continuit de l'tanchit et de raliser un chanfrein diminuant ainsi les discontinuits brusques d'paisseurs gnratrices de fissures dans le revtement. Il a lieu d'viter les contre-joints en commenant par les points bas de manire assurer un recouvrement amont sur aval. Ce critre peut ne pas tre pris en considration lorsque la couche de protection est en asphalte coul. Les ls sont placs paralllement l'axe du trafic et de manire ce que jamais plus de deux joints ne se chevauchent.

Systme d'tanchit base de rsine Le systme d'tanchit, conforme au C.40.2, est mis en uvre comme dcrit dans le dossier technique du fabricant. La couche d'tanchit est obtenue par au moins deux applications. Suivant le type de produits, ces 2 applications peuvent se suivre immdiatement. Systme d'tanchit base d'asphalte coul Vernis d'adhrence Le vernis d'adhrence est celui prvu dans le dossier technique relatif la feuille utilise pour les remontes et autres points singuliers ou dfaut, rpond aux prescriptions du C.9.12. Le vernis est appliqu sur le tablier en bandes de 200 mm de largeur disposes le long des discontinuits du support et des points singuliers et en quantit suffisante pour obtenir aprs schage un aspect brillant uniforme.

CCT 2011

I. 29

L'application doit tre effectue de manire rgulire; il convient d'liminer tout produit excdentaire, afin d'viter le pigeage de solvants qui pourraient tre librs lors de l'application de l'asphalte coul, et provoquer du bullage. Voile de verre Le voile de verre conforme au C.40.3 est mis en uvre en respectant les points suivants : recouvrement (longitudinal et transversal) : 250 mm; le voile de verre est arrt 200 mm des discontinuits du support et des points singuliers (la bande de support laisse dcouvert est revtue de vernis d'adhrence); le voile de verre ne peut avoir subi ni dgts, ni dformations lors des oprations de manutention et de pose; le voile de verre est imprativement sec au moment de la pose de l'asphalte coul.

Asphalte coul L'asphalte coul, conforme au C.40.3, est transport dans des malaxeurs fonctionnant mcaniquement et permettant le rglage du chauffage, de manire obtenir un mlange homogne sans surchauffe. Asphalte coul bicouche L'asphalte coul est mis en uvre en deux couches d'paisseurs sensiblement gales (l'paisseur totale tant de 15 mm). La seconde couche est pose immdiatement aprs la premire, les joints tant dcals de 500 mm par rapport ceux de la premire couche. La temprature lors de la pose est au maximum de 230C. Asphalte coul monocouche L'asphalte coul est mis en uvre en une couche en 10 mm d'paisseur. Dans ce cas, l'utilisation d'une couche de protection en asphalte coul est obligatoire. La couche d'tanchit en asphalte coul est releve sur les chanfreins, pente maximum de 45 %, dont la hauteur ne dpasse pas 30 mm. Lorsque les relevs dpassent cette hauteur, leur tanchit est assure par une feuille d'tanchit prfabrique conforme au C.40.1. Les joints de la couche suprieure sont colmats par rchauffement sur une largeur de 100 mm et lisss la truelle.

I.8.2.2.5

Elments singuliers

Le raccord aux (ou le traitement des) lments singuliers du support (relev de corniche, joint de dilatation, ancrages perant ltanchit, dispositifs dvacuation des eaux, ) doit tre conforme aux dtails dexcution du systme dtanchit (cf. I.8.2.2.1). Des dispositions alternatives peuvent tre proposes par l'entrepreneur moyennant accord du fonctionnaire dirigeant.

CCT 2011

I. 30

I.8.2.2.6

Raccordements entre systmes d'tanchit diffrents

Raccordement feuille bitumineuse arme/rsine Au cas o des systmes diffrents sont utiliss pour l'tanchisation de la chausse et de la zone des accessoires, la jonction est ralise de telle manire que la feuille recouvre la rsine, sur une largeur de 200 mm. Des exceptions cette rgle peuvent tre consenties lorsque la protection est en asphalte coul ou pour des raisons techniques telles que : risque de dgradation de la rsine par la flamme du chalumeau au cas o la jonction est proche d'un relev, risque d'infiltration d'eau stagnante si la couche rsineuse est en partie suprieure de pente, caractristiques particulires de la feuille, Dans ce cas, la compatibilit du systme "rsine applique sur feuille" doit tre dmontre, via par exemple un essai de convenance. Raccordement asphalte coul/feuille bitumineuse arme Au cas o une feuille est utilise en complment d'une tanchit en asphalte coul (par exemple dans le cas de l'tanchisation de parties verticales ou fortement inclines), la jonction entre les deux est ralise de telle manire que la feuille recouvre la 1re couche en asphalte coul sur une largeur de 200 mm. La 2me couche d'asphalte coul (bicouche d'tanchit) ou la couche de protection en asphalte coul est place sur la feuille. I.8.2.2.7 Mise en uvre de la couche de protection

La couche de protection est pose dans les 10 jours calendrier qui suivent l'achvement ou l'excution d'un lot de systme d'tanchit en feuille bitumineuse arme. L'utilisation d'engins de chantier susceptibles de blesser l'tanchit est interdite. Couche de protection en asphalte coul Ce matriau ne peut tre utilis que dans le cas d'un support sensiblement horizontal. La couche de protection, de composition conforme au C.40.4 est ralise en une couche de 30 mm d'paisseur moyenne avec un minimum de 25 mm. La temprature la pose est au maximum de 230C. Les joints de reprise sont raliss comme suit : la tranche et la face suprieure de l'asphalte coul sont rchauffes de manire assurer une fusion entre l'ancien et le nouvel asphalte coul. Aprs ralisation du joint, la surface est rchauffe et taloche. Lorsque la couche d'tanchit est en asphalte coul, les joints de reprise sont dcals de 150 mm minimum dans le sens transversal par rapport ceux de la couche immdiatement infrieure.

CCT 2011

I. 31

Couche de protection en enrob type AC-6,3 base 3-x (BB-3D), AC-10 base 3-x (BB-3C) ou AC-14 base 3-x (BB-3B) Ces matriaux ne peuvent tre utiliss que dans le cas d'un support prsentant une pente rsultante infrieure ou gale 15 %. Leur composition et mise en uvre sont en tous points conformes aux prescriptions du F.2. Les joints de reprise sont dcals de 150 mm minimum dans le sens transversal par rapport ceux de la couche immdiatement infrieure. Le AC-6,3 base 3-x (BB-3D) a une paisseur nominale de 30 mm. Un lger reprofilage est tolr : aprs pose l'paisseur de la couche est comprise entre 20 et 40 mm. Le AC-10 base 3-x (BB-3C) a une paisseur nominale de 40 mm. Un lger reprofilage est tolr : aprs pose l'paisseur de la couche est comprise entre 30 et 50 mm. Le AC-14 base 3-x (BB-3B) a une paisseur nominale de 50 mm. Un lger reprofilage est tolr : aprs pose l'paisseur de la couche est comprise entre 40 et 60 mm. La couche est rpandue mcaniquement l'aide d'une finisseuse sur pneus ou muni de chenilles protges par des patins en caoutchouc. Le compactage par rouleaux vibrants est interdit. Les granulats provenant du mlange ne peuvent se trouver sur le chemin de roulement de la finisseuse. Les manuvres brusques et les virages courts des vhicules approvisionnant la finisseuse sont interdits. Lorsque la couche de protection doit tre pose contre un relev d'tanchit, le compactage sera ralis l'aide d'engins de petites dimensions afin de ne pas endommager la couche d'tanchit de l'lment singulier. Couche de protection en mortier de ciment Le mortier de ciment est excut en 2 couches dgale paisseur. Un treillis mtallique est pos immdiatement sur la premire couche, de faon pouser la forme de la couche dtanchit. La deuxime couche est mise en oeuvre avant la prise de la premire et est lisse la truelle. Cette deuxime couche est protge du vent et du soleil.

I.8.3 Aspect

Spcifications

La couche d'tanchit doit tre continue la surface du support, jusqu'aux rives de l'ouvrage et raccorde tous les quipements (joints, avaloirs, gargouilles, etc.) ou dispositifs de fixation de ces quipements. Elle ne peut prsenter de dgradations (poinonnement, arrachages, perforations) conscutives aux manuvres et stationnement de vhicules de chantier. Le traitement des points singuliers doit tre conforme aux indications du I.8.2.2.5.

CCT 2011

I. 32

Pour les systmes d'tanchit base de feuille bitumineuse arme, la ralisation des jonctions doit tre conforme aux indications du I.8.2.2.4. Adhrence La couche d'tanchit ne peut prsenter de zones de non-adhrence dtectables par observation visuelle ou thermographie infrarouge, sauf en des zones trs localises n'excdant pas 1 000 mm. La surface cumule de ces zones de non-adhrence ne peut dpasser 0,1 % de la surface totale. Systme d'tanchit base de feuille bitumineuse arme : toutes les valeurs individuelles de mesure Ai,min doivent tre suprieures ou gales aux valeurs reprises ci-dessous.
Temprature mesure l'interface de rupture au moment de l'essai (C) Ai,min (MPa) 8 0,73 10 0,64 15 0,45 20 0,30 25 0,19 30 0,11

Les spcifications aux tempratures intermdiaires sont obtenues par interpolation linaire entre les 2 tempratures mentionnes au tableau. Le fabricant peut nanmoins avancer d'autres valeurs pour les tempratures diffrentes de 20C, fondes sur des essais raliss en laboratoire. Systmes d'tanchit base de rsines : toutes les valeurs individuelles de mesure Ai,min doivent tre suprieures ou gales 0,8 MPa. Les spcifications ci-dessus sont galement d'application lorsque les ruptures sont cohsives dans la couche d'tanchit. Elles ne sont pas d'application lorsque les ruptures se font dans le support. Epaisseur (systmes d'tanchit base de rsines et d'asphalte coul) L'paisseur moyenne est gale ou suprieure l'paisseur nominale. Les valeurs individuelles sont toutes suprieures l'paisseur minimale. Caractristiques en traction (systmes d'tanchit base de rsines) Les caractristiques en traction (rsistance en traction, allongement la rupture) (moyennes de 3 mesures) aprs 7 jours doivent tre gales ou suprieures : tm,min = valeur minimale dclare par le fabricant, Am,min = valeur minimale dclare par le fabricant, figurant dans le dossier technique fourni par le fabricant.

CCT 2011

I. 33

I.8.4 I.8.4.1

Vrifications CONTROLE PENDANT LES TRAVAUX

Caractristiques du support bton Les contrles effectus ont pour but de vrifier que toutes les impositions dcrites au I.8.2.2.2 sont satisfaites. inspections visuelles; respect du profil; profondeur de stagnation d'eau : au mtre, aprs un arrosage abondant du tablier; planit : mesure, la rglette d'paisseur (ou autre instrument adquat), des carts du support par rapport une rgle de 200 mm pos sur celui-ci; creux, asprits, escaliers : au profilomtre aiguilles (ou tout autre instrument adquat); texture de surface : la profondeur moyenne de texture est mesure comme dcrit dans la NBN EN 13036-1 (mthode de la tache de sable); rsistance la traction en surface : la rsistance la traction en surface est mesure par rfrence la NBN EN 1542 en faisant usage de pastilles de (100 x 100) mm. L'adhsif utilis aura cependant un trs faible pouvoir de pntration dans le support, afin d'viter un renforcement de la couche superficielle par imprgnation du support.

Mise en uvre du systme d'tanchit Les contrles effectus ont pour objet de vrifier que toutes les impositions dcrites aux I.8.2.2.4, I.8.2.2.5 et I.8.2.2.6 sont satisfaites. Contrle des caractristiques mcaniques des mlanges Pour les couches d'tanchit base de rsines, le contrle des caractristiques mcaniques des mlanges raliss sur chantier s'effectue par mesure des caractristiques en traction. Les prouvettes de traction sont prleves partir de films obtenus par application sur support non adhrent. Les films sont conservs dans les conditions les plus proches possibles de 21C et 60 % d'humidit relative. Les prouvettes sont testes en laboratoire l'ge d'au moins 7 jours, comme dcrit dans la norme NBN EN ISO 527-2. I.8.4.2 CONTROLE APRES LES TRAVAUX

Les contrles ont pour but de vrifier que toutes les spcifications du I.8.3 sont satisfaites. Ces contrles ont lieu dans les 3 jours ouvrables aprs l'achvement du lot considr.

CCT 2011

I. 34

Inspection visuelle Auscultation par thermographie infrarouge L'auscultation par thermographie infrarouge est effectue par rfrence la norme ASTM D 4788. Epaisseur (couche d'tanchit base de rsines) Le contrle de l'paisseur a lieu par rfrence la NBN EN ISO 2808 soit in situ, soit dans un laboratoire agr sur prouvettes 50 mm obtenues par carottage, soit sur les prouvettes ayant fait l'objet des essais d'adhrence. Le fonctionnaire dirigeant dtermine le nombre d'essais faire pour le lot concern. Les valeurs individuelles de mesure sont obtenues comme suit : lorsque la mesure est effectue par une sonde, dont la rponse intgre les rponses des diffrents points de la surface de mesure de la sonde, la valeur individuelle est la lecture sur l'appareil; lorsque la mesure est effectue l'aide d'observations au microscope, une valeur individuelle est dfinie comme tant moyenne de 10 mesures rgulirement rparties sur le pourtour de la carotte.

Adhrence (systmes adhrents) Le contrle de l'adhrence a lieu soit in situ, soit dans un laboratoire agr, comme dcrit dans la NF P 98-282. Pour les essais il convient de faire usage de pastilles carres de (100 x 100) mm. Un minimum de 6 essais en section courante, et 3 essais sur les jonctions sont raliss pour chaque lot. Les emplacements des zones d'essais sont rgulirement rparties sur toute la surface du lot, et se situent en dehors des zones rparer, localises par la thermographie infrarouge. Lors des essais sur feuilles prfabriques, il y a lieu de mesurer la temprature de la surface de rupture, immdiatement aprs l'essai. Lorsque les ruptures ont lieu dans le voile de surface dont sont pourvues certaines feuilles bitumineuses, il y a lieu de recommencer l'essai (sauf si la valeur est satisfaisante).

CCT 2011

I. 35

I.9 I.9.1

DRAINAGE ET EVACUATION DES EAUX DES PONTS Description

Les eaux de ruissellement sont collectes par des filets d'eau, raccords des avaloirs. Les eaux percolant travers les couches suprieures et retenues par la couche d'tanchit sont rcoltes par un dispositif de drainage constitu de drains et d'exutoires (gargouilles de drainage, avaloirs double effet). Lorsqu'un coulement libre n'est pas possible, les eaux recueillies sont vacues par des tuyaux d'vacuation. I.9.2 I.9.2.1 Clauses techniques PRODUITS

Drain en microbton poxydique Le drain est confectionn sur chantier partir d'un mlange malax constitu de : gravillons rouls 4/8 propres et secs fournis en sacs premballs; rsine poxy bicomposante non charge et sans solvants, suffisamment fluide pour enrober les granulats et suffisamment visqueuse pour ne pas s'goutter.

Le dosage en rsine est d'au moins 3 % en poids des granulats. Filet d'eau Le filet d'eau est en asphalte coul, rpondant aux spcifications du H.4. Avaloir L'avaloir pour ouvrage d'art rpond aux spcifications du C.28.1 et est conu de manire satisfaire aux exigences suivantes : tre double effet, c'est--dire assurer la collecte des eaux de ruissellement et de drainage; le support de grille comprend un dispositif empchant la pntration directe des eaux de ruissellement dans le dispositif de drainage; permettre un raccord correct de l'tanchit; autoriser un rglage en hauteur de la grille de l'avaloir ;. permettre le raccord aux drains et aux tuyaux d'vacuation; tre pourvu d'une tubulure d'vacuation jusqu' la face infrieure de la dalle de tablier; tre pourvu d'un panier.

Gargouille de drainage La gargouille de drainage est au moins constitue d'un tuyau de collecte de minimum 25 mm de diamtre intrieur et d'une platine permettant un raccord correct de l'tanchit. Le tuyau de collecte est pourvu d'un casse-goutte s'il est arrt la face infrieure de tablier ou est

CCT 2011

I. 36

prolong de 20 cm en dessous de la face infrieure du tablier. La gargouille doit pouvoir tre raccorde aux drains et aux tuyaux d'vacuation ventuels. La compatibilit du matriau constituant la gargouille avec la couche d'tanchit doit tre dmontre. La gargouille doit tre en matriau non-corrodable. Tuyaux d'vacuation Les tuyaux d'vacuation pour avaloirs et gargouilles sont en polythylne haute densit ou en polypropylne. Les dispositifs de fixation sont en acier inoxydable de qualit AISI 316. I.9.2.2 I.9.2.2.1 EXECUTION Considrations gnrales

Les prescriptions suivantes sont d'application : des drains longitudinaux sont placs aux points les plus bas du profil transversal et l'amont de tout obstacle l'vacuation des eaux; des drains transversaux sont prvus aux points les plus bas du profil longitudinal et l'amont de tout obstacle l'vacuation des eaux (par exemple joint de dilatation) ou de tout autre point faible (par exemple dalle souple); les eaux rejetes ne peuvent tomber sur l'ossature de l'ouvrage (poutre, pile, cule, caissons) et sur les voies infrieures, en tenant compte galement de l'effet du vent. L'coulement de l'eau la surface infrieure du bton doit tre vit, en quipant la partie infrieure des gargouilles ou des tuyaux d'vacuation d'un larmier, ou en faisant dpasser leur partie infrieure de 20 cm au moins de la face infrieure de la dalle; les drains sont placs sur la couche d'tanchit et ont une largeur de 100 mm; leur paisseur correspond l'paisseur de la couche de protection, mais ne peut tre infrieure 25 mm; en vacuation directe, le tuyau de collecte des gargouilles doit tre quip d'un larmier ou prolong de 20 cm au moins de la face infrieure du tablier. La tubulure d'vacuation des avaloirs doit tre prolong de 200 mm au minimum sous la face infrieure du tablier, les projections d'eau sur l'infrastructure et les poutres sont interdites. les raccords entre tuyaux doivent tre tanches. les joints de dilatation ne peuvent pas constituer un obstacle l'vacuation des eaux. Placement des exutoires

I.9.2.2.2

Gargouilles de drainage Les gargouilles de drainage sont places : au droit des drains ; aux points bas des profils transversaux et longitudinaux ; avec un intervalle de pose d'environ 10 m ; en tenant compte des considrations du I.9.2.2.1.

Toutefois, lorsque les conditions d'vacuation des eaux sont mauvaises (pente transversale ou longitudinale < 1 %), cet intervalle est rduit 5 m.

CCT 2011

I. 37

Les avaloirs double effet peuvent remplacer les gargouilles l'endroit o ils se trouvent. La platine doit toujours tre place de telle manire que la couche d'tanchit, une fois pose, ne prsente aucun point haut l'entre de la gargouille. Avaloirs Les avaloirs sont placs dans les filets d'eau, et ce comme repris dans les plans d'excution. Des avaloirs doivent en outre tre poss en amont du pont et de tout obstacle. La partie suprieure des ailes de l'avaloir doit toujours tre place de telle manire que la couche d'tanchit ne prsente aucun point haut l'entre de l'avaloir. Un drain en microbton poxydique doit tre pos sur le pourtour de l'avaloir. Un produit de scellement (ou une couche de collage) doit tre utilis aux interfaces entre l'avaloir et le filet d'eau. Pour les produits de scellement couls, une gorge de 30 mm de profondeur et de largeur approprie au produit de scellement est ralise, ventuellement l'aide d'une fourrure amovible. Pour les produits de scellement prforms (utiliss avec les enrobs hydrocarbons et les asphaltes couls), une bande de 30 mm de hauteur minimale et 10 mm d'paisseur minimale est applique au pralable sur l'interface. L'coulement de l'eau la surface infrieure du bton est interdit. La figure I.9.2.a montre la ralisation. Au niveau de la tubulure d'vacuation, la figure prsente sur la gauche le cas d'une tubulaire fixe via un raccord, et sur la droite le cas d'une tubulure raccorde en seconde phase.
Drain en microbton poxydique Couches suprieures
(chelle non respecte)

Produit de scellement

Couche de protection
(chelle non respecte)

Trottoir

Bordure

Support Grille

Filet d'eau Drain en microbton poxydique

Couche de protection Couche d'tanchit Cuve Dalle de tablier Panier Tubulure d'vacuation fixe
(chelle non respecte)

Couche d'tanchit

Tubulure d'vacuation Mousse de blocage

Figure I.9.2.a - Placement d'un avaloir

CCT 2011

I. 38

I.9.2.2.3

Placement des drains

Le placement du microbton poxydique doit tre effectu des tempratures 5 C. Lors de la polymrisation de la rsine poxy, le drain doit tre protg de la pluie et de la condensation. Au droit des gargouilles de drainage, il y a lieu de prendre toutes les mesures adquates pour viter l'coulement du microbton poxydique dans le tuyau de collecte. Lorsque la protection de l'tanchit est assure par une deuxime couche d'tanchit (c'est-dire en zone non soumise au trafic) le drain en microbton poxydique peut tre remplac par un autre type de drain. Ce drain, ainsi que le raccordement aux gargouilles de drainage, doit tre soumis l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Lorsque les couches suprieures sont en bton de ciment, le drain doit tre protg du colmatage par les couches suprieures, selon une procdure soumise l'approbation du fonctionnaire dirigeant (gotextile,). En ce qui concerne les drains en amont des joints de dilatation, les dispositions suivantes sont d'application : de manire gnrale, le drain est pos sur la couche d'tanchit horizontale et en amont de la couche tanche verticale (relev de couche d'tanchit ou couche d'asphalte coul); joint pos avant le revtement, btonn au niveau du tablier ou du revtement : drain en microbton poxydique plac au point bas; joint pos aprs le revtement, btonn au niveau du tablier ou au niveau du revtement, joints en rsine et joints bitumineux : l'entrepreneur soumet sa proposition l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Cette proposition doit comprendre un plan de pose dtaill, les caractristiques du drain et des matriaux associs, la description des moyens d'excution, et le raccordement du drain aux exutoires. Cette proposition doit tre cohrente avec le dossier technique du fabricant du joint. Pour les joints bitumineux, la pose du drain l'interface entre le revtement et le joint bitumineux est interdite, tant donn que le fonctionnement de ce type de joint exige une excellente adhrence entre le revtement et le joint.

CCT 2011

I. 39

La figure I.9.2.b montre le placement d'un drain en amont d'un joint de dilatation btonn au niveau du tablier, avant pose du revtement.
Matriau de remplissage
(chelle non respecte)

Produit de scellement

Produit de scellement Drain en microbton poxydique

Couches suprieures
(chelle non respecte)

Couche de protection

200 mm 300 mm Gargouille Joint de dilatation Couche d'tanchit pose longitudinalement au joint (feuille prfabrique) Couche d'tanchit (feuille prfabrique)

Figure I.9.2.b - Pose de drain le long d'un joint de dilatation btonn au niveau du tablier I.9.2.2.4 Filets d'eau

Les dispositions du H.4 sont d'application. I.9.2.2.5 Placement des tuyaux d'vacuation

Les raccords entre exutoires et tuyaux d'vacuation doivent tre tanches. L'intervalle entre les dispositifs de fixation est d'environ 1 m. Toutes les dispositions ncessaires doivent tre prises pour permettre la dilatation sans dformation des tuyaux.

I.9.3

Spcifications

Rsistance en compression du microbton poxydique La valeur de rsistance en compression (moyenne de 6 mesures) aprs 7 jours doit tre gale ou suprieure cm,min = 10 MPa selon la norme NBN EN 12190.

CCT 2011

I. 40

Drainabilit Le niveau de drainabilit rpond aux prescriptions suivantes : (selon la norme NBN EN 13036-3) drainabilit individuelle : drainabilit moyenne : Di 60 s Dm 40 s

L'eau doit s'couler par les gargouilles de drainage.

I.9.4

Vrifications

Les contrles (inspection visuelle) ont pour but de vrifier que les spcifications des I.9.2 et I.9.3 sont satisfaites. Le contrle des caractristiques du microbton poxydique s'effectue par mesure de la rsistance en compression sur barrettes 40 mm x 40 mm x 160 mm par rfrence la NBN EN 12190 aprs conservation de 2 jours sur chantier et 5 jours en laboratoire (21 2)C. Six barrettes 40 mm x 40 mm x 160 mm sont confectionnes dans des moules mtalliques fournir par l'entrepreneur. Les barrettes sont ralises par la personne mettant effectivement en uvre le drain sur le chantier et dans des conditions identiques au chantier. Trois barrettes sont destines aux essais de flexion-compression et trois barrettes sont conserves pour un ventuel contre-essai. La drainabilit du microbton poxydique est mesure avant le recouvrement comme dcrit dans la norme NBN EN 13036-3.

CCT 2011

J. 1

CHAPITRE J - SIGNALISATION Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
J.1 SIGNALISATION VERTICALE J.1.1 J.1.2 J.1.3 Cadre lgislatif Description Clauses techniques J.1.3.1 Gnralits J.1.3.1.1 Matriaux pour la face du panneau J.1.3.1.1.1 Matriaux non rtrorflchissants J.1.3.1.1.2 Matriaux rtrorflchissants J.1.3.1.1.3 Rsistance au choc J.1.3.1.1.4 Systme antigraffiti J.1.3.1.2 Aspects de construction J.1.3.1.3 Support J.1.3.1.4 Panneaux J.1.3.1.5 Elments de fixation J.1.3.1.6 Bton pour le socle de fondation Essais pour le contrle pralable J.1.4.1 Echantillonnage J.1.4.1.1 Elments en acier J.1.4.1.2 Elments en aluminium J.1.4.1.3 Bton pour fondations J.1.4.1.4 Films J.1.4.2 Contrle J.1.4.2.1 Poteaux en acier J.1.4.2.2 Poteaux en aluminium J.1.4.2.3 Elments de fixation J.1.4.2.4 Protection contre la corrosion J.1.4.2.5 Films J.1.4.3 Dtermination de la surface du panneau Dtails lis la construction J.1.5.1 Support J.1.5.2 Panneaux

J.1.4

J.1.5

J.2

SIGNALISATION HORIZONTALE - MARQUAGES J.2.1 J.2.2 Description Clauses techniques J.2.2.1 Matriaux J.2.2.1.1 Type de produits de marquage J.2.2.1.2 Produits incorpors aux marquages J.2.2.1.3 Exigences relatives aux produits de marquage J.2.2.1.3.1 Exigences relatives aux peintures routires J.2.2.1.3.2 Exigences relatives aux thermoplastiques J.2.2.1.3.3 Exigences relatives aux enduits froid J.2.2.1.3.4 Exigences relatives aux marquages prforms J.2.2.1.3.5 Exigences relatives aux microbilles de prmlange J.2.2.1.3.6 Exigences relatives aux microbilles de verre et aux granulats antidrapants de saupoudrage ainsi qu un mlange des deux

CCT 2011

J. 2

CCT 2011

J. 3

J.2.3

J.2.4

J.2.2.2 Mise en oeuvre J.2.2.2.1 Gnralits J.2.2.2.2 Mise en oeuvre J.2.2.2.2.1 Signalisation des travaux J.2.2.2.2.2 Dosages J.2.2.2.2.3 Caractristiques gomtriques J.2.2.2.3 Enlvement des marquages J.2.2.2.3.1 Enlevalibilit des marquages provisoires prforms lors de travaux J.2.2.2.3.2 Enlvement dautres marquages J.2.2.2.3.3 Enlvement de marquages renouveler Rsultats et vrifications J.2.3.1 Tolrances sur les caractristiques gomtriques J.2.3.1.1 Largeur des nouveaux marquages longitudinaux J.2.3.1.2 Longueur des nouveaux marquages longitudinaux J.2.3.1.3 Nouveaux marquages divers J.2.3.1.4 Largeur des marquages longitudinaux refaire J.2.3.1.5 Longueur des marquages longitudinaux refaire J.2.3.1.6 Divers marquages existants J.2.3.1.7 Marquages stris J.2.3.1.8 Epaisseur des marquages J.2.3.2 Vrifications J.2.3.2.1 Contrles en cours dexcution J.2.3.2.2 Contrles a posteriori J.2.3.2.2.1 Visibilit de jour J.2.3.2.2.2 Visibilit de nuit J.2.3.2.2.3 Visibilit de nuit et avec revtement humide J.2.3.2.2.4 Rugosit J.2.3.2.3 Contrles aprs excution: suivi J.2.3.3 Dlai de garantie Paiement J.2.4.1 Amendes et rfactions

CCT 2011

J. 4

J.1 J.1.1

SIGNALISATION VERTICALE Cadre lgislatif

Les principales dispositions lgislatives et rglementations ainsi que leurs modifications qui sappliquent au prsent chapitre, sont: la loi du 16 mars 1968 relative la police de la circulation routire; larrt royal du 1er dcembre 1975 portant rglement gnral sur la police de la circulation routire ( Code de la route ); larrt ministriel du 11 octobre 1976 fixant les dimensions minimales et les conditions particulires de placement de la signalisation routire ( Code du gestionnaire routier ); larrt ministriel du 7 mai 1999 relatif la signalisation des chantiers et des obstacles sur la voie publique; les arrts royaux et ministriels du 1er fvrier 1991 relatifs la signalisation des endroits ou amnagements dintrt gnral ou de nature touristique; larrt royal du 9 octobre 1998, modifi par larrt royal du 3 mai 2002, fixant les conditions d'implantation des dispositifs surlevs sur la voie publique et les prescriptions techniques auxquelles ceux-ci doivent satisfaire. Description

J.1.2

Un signal routier est compos: dun support suffisamment rsistant aux diffrentes sollicitations; dun panneau suffisamment rsistant aux diffrentes sollicitations; dune face de panneau suffisamment visible, constitue dun film portant les diffrents symboles et indications; de tous les accessoires dassemblage des diffrentes parties, de sorte que lensemble rsiste suffisamment aux diffrentes sollicitations; dun socle de fondation.

La fonctionnalit de lensemble et des diffrentes parties doit tre assure pendant toute la priode de garantie. La ralisation dun signal routier comprend sa fabrication, sa livraison et son placement, y compris le contrle requis ventuel de sa stabilit et la ralisation des terrassements requis. La forme, les symboles, les couleurs et les indications figurant sur la face de panneau satisfont aux clauses du code de la route et du code du gestionnaire routier fixant les dimensions minimales et les conditions particulires de placement de la signalisation routire. J.1.3 Clauses techniques

Le texte de la partie VIII Matriaux de signalisation (dition 02/84) de la Circulaire Gnrale sur la Signalisation Routire est modifi et complt par ce qui suit: les articles 4.1 (panneaux), 4.2 (accessoires), 4.3 (poteaux), 4.4 (panneaux et poteaux), 4.5 (poteaux et fondations) et 4.6 (hauteur des signaux), sont remplacs par les prescriptions figurant cidessous.

CCT 2011

J. 5

J.1.3.1

GENERALITES

Les diffrentes parties des panneaux et lensemble assembl satisfont la norme NBN EN 12899-1 et ce qui suit. Tous les matriaux utiliss et les dtails de construction doivent pralablement tre approuvs par le matre de louvrage, qui les confronte au cahier spcial des charges en application. J.1.3.1.1 Matriaux pour la face du panneau

Les couleurs, les formes et les symboles des panneaux et des panneaux additionnels satisfont aux lois et rglements mentionns au J.1.1. Les symboles gris et noirs figurant sur les panneaux sont excuts avec des matriaux non rtrorflchissants. La face du panneau est toujours recouverte dun film qui satisfait aux prescriptions qui suivent. Les couleurs du film utilis satisfont au code de la route et la circulaire gnrale sur la signalisation routire. Les textes, les symboles et les lettres satisfont aux dispositions de la circulaire gnrale sur la signalisation routire et aux indications du pouvoir adjudicateur. J.1.3.1.1.1 MATERIAUX NON RETROREFLECHISSANTS

Des matriaux non rtrorflchissants peuvent tre poss sur tous les types de films rtrorflchissants pour finaliser le panneau (figures, symboles, etc.). Les matriaux non rtrorflchissants pour la signalisation verticale comprennent entre autres: des films gris et noirs avec lidentification du fabricant; des films overlay; des encres dimprimerie non transparentes.

Les matriaux non rtrorflchissants ne sont pas fluorescents. Les films non rtrorflchissants doivent tre colors dans la masse. Larrire doit tre autocollant. Le film de protection de la surface autocollante porte toujours lidentification du fabricant. Couleur et facteur de luminance Les coordonnes chromatiques et le facteur de luminance des films gris non rtrorflchissants neufs satisfont aux exigences de la classe NR2 de la norme NBN EN 12899-1. Tout au long de leur priode dutilisation, la couleur et le facteur de luminance doivent satisfaire aux exigences de la classe NR1 de la norme NBN EN 12899-1. Les coordonnes chromatiques et le facteur de luminance des films noirs non rtrorflchissants satisfont aux exigences de la classe NR1 de la norme NBN EN 12899-1.

CCT 2011

J. 6

Durabilit La durabilit des performances visuelles des matriaux non rtrorflchissants doit tre dmontre comme cela est dcrit dans la norme. J.1.3.1.1.2 MATERIAUX RETROREFLECHISSANTS

La partie imprime du film doit tre lisse et brillante. En fonction du type de film, ce ct a un aspect uniforme ou une structure qui est propre au fabricant. Larrire des films rtrorflchissants doit tre autocollant. Le film de protection de la surface autocollante porte toujours lidentification du fabricant. Films avec microbilles de verre Lautorit adjudicatrice indique dans le cahier spcial des charges la classe de coefficient de rtrorflexion qui est dapplication. Le coefficient de rtrorflexion doit satisfaire aux exigences de la classe prescrite pendant toute la priode de garantie. Les coordonnes chromatiques et le facteur de luminance doivent, aussi bien dans le cas de films neufs que pendant toute la priode de garantie, rester dans les limites de la classe CR2 de la norme NBN EN 12899-1. Pour les films orange, ce sont les valeurs de la classe CR1 qui sont dapplication. Aprs les essais de vieillissement, les coordonnes chromatiques et le facteur de luminance doivent satisfaire aux exigences en vigueur pour les films neufs. Le coefficient de rtrorflexion ne peut pas tre infrieur 80 % de la valeur limite pour les films neufs. Films avec matriaux microprismatiques Le coefficient de rtrorflexion satisfont aux exigences des tableaux en application de la CUAP 01.06/04:2002 Microprismatic Retroflective Sheeting1 Il doit satisfaire pendant toute la priode de garantie aux exigences en vigueur pour la classe prescrite. Les coordonnes chromatiques et le facteur de luminance doivent, aussi bien dans le cas de films neufs que pendant toute la priode de garantie, rester dans les limites de la classe B2 de la CUAP 01.06/04:2002 Microprismatic Retroflective Sheeting. Aprs les essais de vieillissement, les coordonnes chromatiques et le facteur de luminance doivent satisfaire aux exigences en vigueur pour les films neufs. Le coefficient de rtrorflexion ne peut pas tre infrieur 80 % de la valeur limite pour les films neufs. Cette exigence de durabilit ne sapplique pas aux films de couleur brune et orange.

CUAP: Common Understanding of Assessment Procedure ou mini procdure pour lagrment technique dun produit spcifique pour lequel il nexiste pas de norme harmonise.

CCT 2011

J. 7

J.1.3.1.1.3

RESISTANCE AU CHOC

Une prouvette, teste selon la norme NBN EN ISO 6272-1 avec une masse tombante de 450 g, une hauteur de chute de 220 mm et une surface de contact de 50 mm, ne peut prsenter aucune fissure ni dlaminage en dehors dun cercle dun rayon de 6 mm et ayant le point dimpact comme centre. Le support de lprouvette doit tre reprsentatif de la ralit. Si cela nest pas possible, le support doit alors laisser un espace libre dau moins 100 x 100 mm. J.1.3.1.1.4 SYSTEMES ANTIGRAFFITI

Il doit tre prvu un systme antigraffiti pour tous les panneaux. Les systmes antigraffiti sont constitus dune couche transparente qui est pose sur la surface du panneau. Ils protgent la surface de manire ce que la peinture ou dautres substances puissent tre limines sans que la surface ne soit atteinte. La couche protectrice doit tre transparente. La diminution du coefficient de rtrorflexion par rapport au nouveau matriau non recouvert doit rester limite 10 % au maximum. La couche protectrice ne peut pas provoquer de coloration de la surface. Les coordonnes chromatiques des surfaces recouvertes doivent rester dans les limites de la couleur dorigine. Ces caractristiques doivent tre garanties pendant toute la priode de garantie. J.1.3.1.2 Aspects de construction

Seuls lacier ou laluminium (ou une combinaison des deux) sont autoriss pour les composantes des panneaux de signalisation. Les constructions en acier satisfont la norme NBN EN 1993-1-1. Les constructions en aluminium satisfont la norme NBN ENV 1999-1-1. Les parties spares et lensemble assembl doivent rsister toutes les charges qui se produisent sans que les dformations et contraintes soient trop importantes. La dformation des panneaux est dtermine par rapport au support. La dformation des poteaux est dtermine sparment. Toutes les dformations sont dtermines lendroit o elles sont les plus importantes. Les proprits de construction (dformations et contraintes qui surviennent suite aux charges exerces) des lments et de lensemble assembl peuvent tre dmontres par calcul selon le 5.4.3 de la norme NBN EN 12899-1 ou par essai selon le 5.4.4 de la norme NBN EN 12899-1. Si les dformations sont dtermines par calcul, les ordonnances des Eurocodes en vigueur sappliquent (NBN EN 1993-1-1 pour lacier et NBN ENV 1999-1-1 pour laluminium). Les contraintes produites dans le matriau par les diffrentes charges en jeu doivent rester dans le domaine lastique.

CCT 2011

J. 8

Charges Charge du vent On suppose une rpartition rgulire de la charge du vent sur toute la surface du panneau. La force rsultante totale (pression du vent x superficie du panneau) touche toujours le milieu du panneau (excentricit = 0). La superficie du panneau est calcule conformment au J.1.4.3. Pour ce qui est de la charge du vent, les calculs sont raliss avec les valeurs de la norme NBN EN 12899-1 selon le tableau suivant.
h 4,5 m h > 4,5 m WL3 WL4

h: hauteur du centre de gravit gomtrique des diffrentes surfaces du panneau

Charge dynamique due des projections de neige Lors de la dtermination des dformations, il ne faut pas tenir compte de cette charge (classe DSL0 de la norme NBN EN 12899-1). Charge ponctuelle Pour les charges concentres, on tient compte de la valeur de la classe PL3 de la norme NBN EN 12899-1. Une seule charge ponctuelle est exerce sur lensemble de la structure. Pour chaque condition connexe (tensions, torsion, etc.), cette charge est exerce lendroit le moins favorable. Charge statique La charge statique est la somme du poids propre des diffrents lments. Facteurs de calcul Facteurs de scurit pour les charges Lautorit adjudicatrice indique dans le cahier spcial des charges le facteur partiel de scurit qui doit tre appliqu sur les charges. Si rien nest mentionn ce sujet, ce sont les facteurs de la classe PAF1 de la norme NBN EN 12899-1 qui sont dapplication. Facteurs de scurit pour les matriaux Ce sont les facteurs de scurit du 5.2 de la norme NBN EN 12899-1 qui sappliquent pour les matriaux. Facteur de forme pour les panneaux La charge du vent est toujours multiplie par un facteur de forme. Pour les panneaux plats, on tient compte dun facteur de forme de 1,5. Coefficient de la charge du vent Pour la dtermination de la dformation temporaire due la charge du vent, cette charge est multiplie par le coefficient qui est mentionn au 5.4.1 de la norme NBN EN 12899-1 (0,56). Diffrents cas de charges Les charges sexercent selon lannexe A de la norme NBN EN 12899-1.

CCT 2011

J. 9

Dformations Dformation des panneaux par rapport au support Dformation temporaire Pour la dformation temporaire, seule la charge du vent est prise en compte. La charge du vent est multiplie par un facteur de 0,56. Aucun facteur de scurit nest pris en compte. A moins que le cahier spcial des charges ne stipule autre chose, la dformation temporaire par rapport au support doit rester limite la valeur limite de la classe TDB5 de la norme NBN EN 12899-1. Dformation permanente La dformation permanente est dtermine sous leffet combin des diffrentes charges. Il faut tenir compte des facteurs de scurit en vigueur (voir ci-avant sous Facteurs de calcul). Les dformations permanentes du panneau par rapport au support ne sont pas autorises. Les tensions qui sexercent doivent rester dans les limites du domaine lastique. Dformation du support par rapport lancrage Dformation temporaire Seule la charge du vent est prise en compte pour la dformation temporaire. La charge du vent est multiplie par un facteur de 0,56. Aucun facteur de scurit nest pris en compte. A moins que le cahier spcial des charges ne stipule autre chose, la dformation maximale du support par rapport lancrage en cas de flexion pure doit rester limite la valeur limite de la classe TDB4 de la norme NBN EN 12899-1. Pour les panneaux nayant quun seul poteau charg asymtriquement, il faut en outre dmontrer que la torsion reste limite la valeur de la classe TDT4 de la norme NBN EN 12899-1. Dformation permanente La dformation permanente est dtermine sous leffet combin des diffrentes charges. Il faut tenir compte des facteurs de scurit en vigueur (voir ci-avant sous Facteurs de calcul). Les dformations permanentes du support par rapport lancrage ne sont pas autorises. Les tensions qui sexercent doivent rester dans les limites du domaine lastique. J.1.3.1.3 Support

Les supports creux doivent tre obturs au sommet pour empcher la pntration dhumidit. Scurit passive Le niveau requis de scurit passive selon la norme NBN EN 12767 est donn dans le cahier spcial des charges. Si cela nest pas mentionn de manire explicite, aucune exigence ne sapplique.

CCT 2011

J. 10

Rsistance la corrosion Tous les supports doivent tre protgs contre la corrosion (classe SP1 ou classe SP2 de la norme NBN EN 12899-1). Les parties souterraines des constructions en aluminium doivent tre pourvues dun enduit protecteur.
Classe SP1 SP2 Exigences Revtements protecteurs prvus Protection inhrente aux surfaces prvue

J.1.3.1.4

Panneaux

La forme, les dimensions et les couleurs des panneaux satisfont aux exigences des lois et rglements mentionns au J.1.1. Il nest pas permis de perforer les panneaux (classe P3 de la norme NBN EN 12899-1). Les bords de tous les panneaux sont pourvus dun bord protecteur (classe E2 ou E3 de la norme NBN EN 12899-1).
Classe E2 E3 Exigences Protecteur, le bord est embouti, form ou recouvert dun profil de bordure Protecteur, la protection est assure par la structure du montage

Pour ce qui est de la rsistance la corrosion des panneaux, ce sont les mmes exigences que celles pour le support qui sappliquent. A moins que le cahier spcial des charges ne stipule autre chose, les angles doivent avoir un rayon dau moins 10 mm. J.1.3.1.5 Elments de fixation

Les lments de fixation sont en acier inoxydable. Les boulons et crous satisfont la norme NBN EN ISO 4017 et la norme NBN EN ISO 4032. J.1.3.1.6 Bton pour le socle de fondation

Le bton satisfait la norme NBN EN 206-1, classe dexposition XC2. La classe minimale de rsistance la compression est C25/30.

J.1.4

Essais pour le contrle pralable

Le fournisseur des panneaux doit dmontrer au moyen dune note de calcul ou dun rapport dessai que son produit satisfait aux exigences susmentionnes. Les spcifications des diffrents lments du signal routier doivent figurer dans une documentation technique. Le contrle de rception des panneaux routiers se fait en deux phases:

CCT 2011

J. 11

rception de la documentation technique (rapport dessai ou note de calcul); contrle des lments (correspondance avec ce qui est mentionn dans la documentation technique). ECHANTILLONNAGE

J.1.4.1

Lchantillonnage se fait lusine ou dans latelier du fabricant. Si ncessaire, des produits finis peuvent tre chantillonns. Un chantillonnage comprend toujours deux sries dchantillons: une premire srie pour les essais, une deuxime srie pour les ventuels contre-essais. La deuxime srie est conserve par lautorit adjudicatrice. Les chantillonnages mentionns ci-aprs remplacent ceux qui sont prvus dans les documents normatifs. J.1.4.1.1 Elments en acier

Les diffrents lments en acier sont chantillonns par fraction: de 500 m de poteau; de cinquante semelles; de cinq cents lments de fixation; selon le J.1.4.2.3 pour les vis, les rondelles dcrou et les crous.

Le nombre de pices par chantillonnage est de: trois pices ou trois lments dau moins 10 cm de long pour la dtermination des dimensions et de la composition chimique; trois pices ou trois lments dau moins 30 cm de long pour la dtermination des caractristiques mcaniques. Elments en aluminium

J.1.4.1.2

Les diffrents lments en aluminium sont chantillonns par fraction: de 100 m de tle et par paisseur et par alliage; de 100 m de profil de fixation et par type; de 500 m de profil de couvre-chant et par type; de 250 m de profil de fixation; de 500 m de poteau de 76 mm et de 89 mm de diamtre; de 100 m de poteau de 114 mm et de 140 mm de diamtre; de cinq cents colliers de fixation et par diamtre; de cinq cents demi-colliers et par type.

Le nombre de pices par chantillonnage est de: trois pices ou trois lments dau moins 10 cm de long et de la largeur du profil ou de 10 cm de large au moins pour une tle, pour la dtermination de la composition chimique;

CCT 2011

J. 12

trois pices de 20 cm de long au moins et de la largeur du profil ou de 10 cm de large au moins pour une tle, pour le contrle de la planit dune pice et de ses caractristiques mcaniques. Bton pour fondations

J.1.4.1.3

La rsistance la compression du bton est dtermine sur des cubes dessai de 15 x 15 x 15 cm. Un chantillon est constitu de trois cubes par fraction de cinquante socles de fondation. J.1.4.1.4 Films

Les chantillons sont prlevs sur le rouleau, par couleur et par fraction de dix rouleaux. Le fonctionnaire dirigeant dtermine quel rouleau est chantillonn. Les prouvettes sont confectionnes et conditionnes selon la norme NBN EN ISO 139. Chaque chantillon est identifi. Le tableau ci-aprs indique combien dprouvettes par essai de contrle sont ncessaires.
Nombre requis dprouvettes Essai Couleur Coefficient de rtrorflexion Rsistance aux chocs Vieillissement acclr Nombre 3 3 5 5

J.1.4.2 J.1.4.2.1

CONTRLE Poteaux en acier

Les proprits dclares par le fournisseur sont contrles. Les poteaux en acier souds doivent satisfaire la norme NBN EN 10296-1 ou NBN EN 10296-2. La soudure est contrle selon les parties de la norme qui sy rapportent. J.1.4.2.2 Poteaux en aluminium

Les proprits dclares par le fournisseur sont contrles. J.1.4.2.3 Elments de fixation

Tous les lments de fixation sont rpartis en groupes avec des lments de mme provenance et de mme dimension. Deux sries dessais sont ralises par groupe et par deux cents cinquante pices. Lors de chaque srie, la rsistance la corrosion est contrle: aprs une heure dimmersion dans une solution de 10 % de NaCl et de 10 % de H2O2, les lments tests ne peuvent prsenter aucune corrosion visible.

CCT 2011

J. 13

J.1.4.2.4

Protection contre la corrosion

La galvanisation des lments en acier est contrle selon les normes NBN EN ISO 1461 et NBN EN ISO 14713. J.1.4.2.5 Films

Les contrles suivants sont effectus selon la norme NBN EN 12899-1: coordonnes chromatiques et facteur de luminance; coefficient de rtrorflexion; rsistance aux chocs; vieillissement acclr. DTERMINATION DE LA SURFACE DU PANNEAU

J.1.4.3

La surface S des panneaux de signalisation est dtermine laide des formules ci-dessous, o B est la largeur et H la hauteur du panneau.
Panneaux triangulaires Panneaux octogonaux Panneaux rhombiques Panneaux circulaires Panneaux hexagonaux Panneaux rectangulaires Flches directionnelles S S S S S S S = = = = = = = BxH/2 2 B tg 22,5 0,5 B 0,25 x B B cos 30 BxH BxH (rectangle circonscrit) = = = = 0,433 B 0,828 B 0,785 B 0,866 B

J.1.5

Dtails lis la construction

Outre les exigences gnrales du cahier des charges type, ladministration rgionale souhaite galement tablir des exigences pour les dtails de construction, afin de garantir autant que faire se peut luniformit de la signalisation au sein de la Rgion de Bruxelles-Capitale. Les exigences particulires ont t confrontes aux exigences gnrales de stabilit du cahier des charges type. Cela ne dispense toutefois ni le pouvoir adjudicateur, ni le soumissionnaire des essais et/ou des calculs qui sont ncessaires pour vrifier la stabilit dune solution spcifique. Le fabricant doit toujours prsenter lensemble des donnes pour le contrle des exigences gnrales du cahier des charges type et des exigences du cahier spcial des charges. Pour rdiger le cahier spcial des charges, on peut choisir entre autres parmi les clauses qui suivent. La description de la solution choisie doit tre reprise dans le cahier spcial des charges, naturellement avec les adaptations requises par les spcificits de la situation.

CCT 2011

J. 14

J.1.5.1

SUPPORT

Poteaux standard (type A) Les poteaux standard sont de forme cylindrique, en aluminium anodis (couleur champagne) avec une paroi ctele et un diamtre extrieur de 76 mm ou 89 mm pour les panneaux devant tre placs une hauteur minimale de 3,4 m (figure J.1.5.f). Le nombre de supports dpend des dimensions horizontales du panneau. La distance entre deux poteaux est infrieure 1,5 m. La distance entre le poteau et le bord du panneau est gale la moiti de la distance entre deux poteaux successifs. La longueur du poteau au dessus du sol est gale : x . 250 mm + 10 mm + hauteur au-dessus du sol o x: nombre de profils de 250 mm. Autres poteaux (types B et C) Les autres poteaux sont en acier ou en aluminium.
Diamtre extrieur D (mm) 76 89
(1)

Epaisseur minimale (1) (mm) 2,9 3,2

Selon la superficie du panneau, la charge rsultante totale et la hauteur laquelle cette charge sexerce sur le poteau, une paisseur plus importante peut tre ncessaire, pour rester dans les valeurs limites autorises.

La partie visible des poteaux cylindriques est en une seule partie. La partie situe dans le socle de fondation peut tre fixe laide de soudures. La partie soude ne peut pas dpasser 300 mm. Les poteaux creux doivent tre obturs au sommet, afin dviter les infiltrations deau. La couleur des pices dobturation est identique celle du support. Les flches et les panneaux rectangulaires dun minimum de 900 mm sont toujours placs sur deux poteaux au moins. Pour en garantir la stabilit, des poteaux supplmentaires peuvent tre utiliss. Sur un support (avec un ou plusieurs poteaux), il est possible de placer plusieurs panneaux. A lexception des flches, les panneaux sont toujours placs symtriquement sur le support. Aux lments localiss ou lorsque un panneau de grande taille doit tre plac sur un petit passage pour pitons, le pouvoir adjudicateur peut opter pour un autre emplacement et/ou une autre mthode de fixation. Un support en treillis est une construction qui est constitue dacier galvanis ou de tubes daluminium et dune plaque dappui avec des ouvertures pour les boulons dancrage. Les tubes ont les mmes caractristiques gomtriques que les poteaux ronds (voir ci-avant). Pour

CCT 2011

J. 15

les raccordements transversaux, des tubes de profil longitudinal plus restreint peuvent tre utiliss. Les tubes sont attachs entre eux par des soudures, aprs quoi la construction est galvanise chaud. J.1.5.2 PANNEAUX

Panneaux de grande taille (figure J.1.5.h) Les panneaux de grande taille sont carrs ou rectangulaires et ont une hauteur minimale de 600 mm. Ils sont constitus de profils en aluminium anodis et extrud sembotant les uns dans les autres, avec une rainure au dos (figure J.1.5.a) et une hauteur utile de 250 mm. A partir de 900 mm, la longueur est toujours un multiple de 300 mm. La face du panneau est une plaque en aluminium plane dau moins 2 mm dpaisseur, qui est fixe de manire durable sur les profils. Pour une largeur de panneau allant jusqu 2 m, la face de panneau est en une seule pice. Pour une largeur de panneau allant de 2 4 m, un joint vertical est autoris. Les joints horizontaux ne sont pas autoriss. Le panneau est entour dun couvre-chant en aluminium extrud dont les angles sont coups onglet (figure J.1.5.b). Le couvre-chant est fix au dos des profils laide de vis tte ronde autotaraudeuse, de rivets en aluminium ou dune autre mthode de fixation qui garantit une rsistance similaire aux contraintes pouvant sexercer. La distance entre deux vis ou rivets est au maximum de 500 mm. Dans le bord infrieur du couvre-chant, un trou de 5 mm de diamtre est for, afin de permettre leau de scouler. Lorsquune clisse liaison sy trouve, il faut forer un trou dvacuation de 5 mm de diamtre des deux cts de celle-ci. Il nest pas permis de peindre les matriaux. Le couvre-chant nest pos que lorsque la face de panneau est totalement recouverte. Panneaux de petite taille (figure J.1.5.g) Les panneaux de petite taille ont une superficie infrieure 1,00 m. On en distingue trois types. Sauf mention contraire dans le cahier spcial des charges, cest le premier type (type A) qui est utilis. Type A Les panneaux de type A sont constitus de profils en aluminium anodis (couleur champagne) avec une rainure au dos (figures J.1.5.a, J.1.5.c en J.1.5.d). La face du panneau est une plaque en aluminium plane dau moins 2 mm dpaisseur, qui est fixe de manire durable sur les profils.

CCT 2011

J. 16

La face de panneau est en une seule pice. Le panneau est entour dun couvre-chant en aluminium anodis. Le couvre-chant suit prcisment la circonfrence du panneau. Les parties avant et arrire du couvre-chant sont toujours totalement planes, quelle que soit la forme du panneau. Pour les panneaux ronds et octogonaux, le couvre-chant est en une seule pice. Pour les panneaux carrs et rectangulaires ainsi que les flches, il peut au maximum tre constitu de deux pices et pour les panneaux triangulaires, il peut au maximum tre constitu de trois pices. Les parties du couvre-chant sont bien raccordes entre elles et sont relies laide dclisses ou par une autre mthode de fixation qui garantit une rsistance similaire aux contraintes pouvant sexercer. Dans le bord infrieur du couvre-chant, un trou de 5 mm de diamtre est for, afin de permettre leau de scouler. Lorsquune clisse sy trouve, il faut forer un trou dvacuation de 5 mm de diamtre des deux cts de celle-ci. Le couvre-chant est anodis en usine avant le prformage. Il nest pas permis de peindre le couvre-chant et le panneau. Le couvre-chant nest pos que lorsque la face de panneau est totalement recouverte. Type B Les panneaux du type B sont constitus dune plaque de 2 mm dpaisseur au minimum, entoure dun couvre-chant qui satisfait la figure J.1.5.i pour le modle courant et la figure J.1.5.j pour le type urbain. La plaque est glisse dans la rainure. Pour viter que le panneau ne se dtache ou ne pivote, le bord le plus lintrieur de la rainure est press mcaniquement et de manire continue jusqu ce quil se trouve une distance de moins de 3 cm des angles et des clisses contre larrire du panneau. Cette opration ne peut laisser aucune trace sur la face du panneau. Les parties du couvre-chant sont bien raccordes entre elles et sont relies laide dclisses ou par une autre mthode de fixation qui garantit une rsistance similaire aux contraintes. Lemplacement des clisses est choisi de sorte que les panneaux puissent tre confectionns sans que napparaisse de dformations ou de lignes prsentant une rsistance moindre. Ds lors, ils ne sont pas placs sur la mme perpendiculaire et les panneaux rectangulaires sont attachs aux cts les plus longs. Si cela est prescrit dans les documents du march, un trou dun diamtre de 9 mm est for et biseaut dans le bord infrieur du couvre-chant, afin de permettre lvacuation de leau. Lorsque le bord infrieur dpasse les 900 mm, plusieurs trous dvacuation sont fors. La distance entre deux trous est au maximum de 700 mm. Lorsquune clisse sy trouve, il faut forer un trou dvacuation de 5 mm de diamtre des deux cts de celle-ci. Le couvre-chant en aluminium est anodis avant le prformage. Il ne peut pas tre peint. Si ncessaire, le panneau peut tre renforc.

CCT 2011

J. 17

Le couvre-chant nest pos que lorsque la face de panneau est totalement recouverte. Le fonctionnaire dirigeant du pouvoir adjudicateur doit approuver pralablement les lments de fixation. Type C Les panneaux du type C sont constitus dune plaque en aluminium dune paisseur minimale de 1,5 mm. La face de panneau et le couvre-chant forment un ensemble. Les finitions du couvre-chant sont ralises avec soin, ce qui signifie: il est plane, droit, sans barbures et sans bords tranchants. Les angles du panneau sont totalement ferms. Les joints ventuels des angles sont colmats, de sorte que le matriau forme un ensemble solide. Il nest pas permis de colmater les joints laide de peinture. Des rainures de 60 mm x 10 mm sont ralises ou des trous dun diamtre de 9 mm sont fors dans le couvre-chant, afin de permettre lvacuation de leau. Le nombre de rainures ou de trous est le suivant: dans tous les bords suprieurs ou infrieurs horizontaux: une rainure par largeur de 500 mm, arrondie vers le haut. Sil ny a quune seule rainure, celle-ci est ralise au milieu. Sil y en a plusieurs, celles-ci sont ralises des distances gales et aussi grandes que possible les unes des autres; dans les panneaux triangulaires: un trou est for dans le sommet de langle suprieur ou infrieur; dans les panneaux losangiques: un trou est for dans le sommet de langle suprieur ou infrieur; dans les panneaux ronds: un trou est for au-dessus ou en dessous.

Le fonctionnaire dirigeant du pouvoir adjudicateur doit approuver pralablement les lments de fixation.

CCT 2011

J. 18

15

13,2

Epaisseur non marque: 2 mm

2,5

45

8,5 3,5

0.5x45 (3x)

R4

9 125

9 125 250

Figure J.1.5.a - Profil avec une rainure au dos, pour des panneaux de grande taille et des panneaux de petite taille de type A
30 1,5

1,5

15

R1

(4 x)

Figure J.1.5.b - Couvre-chant dont les angles sont coups onglet, pour des panneaux de grande taille
15

13,2

Epaisseur non marque: 2 mm

2

45

8,5 3,5

0.5x45 (3x)

R4

7,5

9 75

9 75 150

Figure J.1.5.c - Profil avec une rainure au dos, pour des panneaux de petite taille de type A
Epaisseur non marque: 2 mm
45
2

0.5x45 (2x)

9 100

Figure J.1.5.d Profil de fixation pour les panneaux de petite taille de type A

8.95 7.1

25

8.95

8.95 7.1

25

8.95

8.95 7.1

25

8.95

CCT 2011

J. 19

Vue suivant X
16 9 15 3 1 3 24

Boulon M8 x 30 DIN 912

25
30

46

45

45

A
102 2
76

11

20

30

56

94 10 114

4 60 100 9

Coupe A - A
M

44 10

30

10

19

10

65 130

65

Figure J.1.5.e - Collier pour la fixation dun panneau au poteau

15

15

CCT 2011

J. 20

12 (x

) 30

45

R3

76 .1

68

Figure J.1.5.f Poteau standard (type A)

CCT 2011

J. 21

Coupe A - A A

735

250

235

735

250

30 30

A
834

25 1.5

Figure J.1.5.g Panneau de signalisation de petite taille

2000
R

A
250

45

Coupe A - A

250

250

250

2000

250

2000

250

250

250

250

30

25 1.5 30

Figure J.1.5.h - Panneaux de signalisation grande taille

15

15

45

250

CCT 2011

J. 22

A. Pour grands panneaux de signalisation

25
R 0. 5

27

Alliage anodis: 15 mic. Teinte gris aluminium Tolrance: Din 1748

0. R 5

30

26 28

B. Pour petits panneaux de signalisation

3 0. 0. 75

1
R R R 2

3.5

10

Alliage anodis: 10 mic. Tolrance: Din 1748

4.0

4.5

3.7 2.6 2.4

15.3 28

4.0

Figure J.1.5.i Couvre-chant pour panneaux de type B (modles courants)

1
1 R R R 1 2 R

10

3.5

4.5

4.0

4.0 2.6 2.4

15 34

2.0 4.0

4.0

Figure J.1.5.j Couvre-chant pour panneaux de type B ( type urbain )

14
2

14
2
2

CCT 2011

J. 23

16.6 -0.2

+0.1

16.6 -0.2
R

+0.1

60

15.6 -0.2

+0.1

1 1 1

1.4

1.5

0.51

15.2 -0.2

+0.1

16.6 -0.2

+0.1

Figure J.1.5.k - Eclisse

2 0. x) (8

CCT 2011

J. 24

J.2 J.2.1

SIGNALISATION HORIZONTALE - MARQUAGES Description

Le marquage routier aussi appel marquage horizontal est constitu de lignes continues ou discontinues, de stries ou de tout autre symbole appliqus de faon uniforme sur la surface de la chausse afin den dlimiter les diffrentes zones, voies ou de prvenir lusager des modifications ou des dangers pouvant survenir. Il peut tre permanent ou temporaire. Dans ce dernier cas, il doit ventuellement pouvoir tre enlev la fin de la priode dutilisation sans laisser de traces gnantes sur la chausse ni abmer le revtement de la route. Le dlai de pose des marquages aprs la pose des enduits hydrocarbons doit tre tel que les enduits sont suffisamment stabiliss pour viter une raction, entre les revtements et les produits de marquage, qui modifierait laspect du marquage. Lapplication des produits liquides est immdiatement suivie dun saupoudrage rgulier (mcanique ou manuel) de billes de verre mlanges ou non avec des produits antidrapants. Tous les matriaux sont appliqus de faon obtenir un dosage uniforme. Les couleurs usuelles sont le blanc, le jaune et lorange. Dautres couleurs telles que le vert, le bleu et le rouge sont parfois appliques. La surface sur laquelle sera appos le marquage doit tre propre. Si les travaux effectuer dans ce cadre dpassent le simple nettoyage lair comprim (maximum 300 litres /min.), ils seront considrs comme des travaux supplmentaires. Le marquage ne peut tre appos sur un revtement humide ni sur un revtement couvert de sel de dverglaage. Lors de lapplication des produits de marquage, il y a lieu de suivre les consignes indiques dans le cahier des charges, ainsi que les recommandations du producteur (pour autant que les secondes ne soient pas en contradiction avec les premires).

J.2.2 J.2.2.1

Clauses techniques MATERIAUX

Les exigences des normes NBN EN 12802, NBN EN 1423, NBN EN 1424, NBN EN 1790, NBN EN 1871 sont bases sur les nouvelles normes europennes en la matire, encore en cours dapprobation. La DAV (date of availibility) prvue est fin 2011. J.2.2.1.1 Type de produits de marquage

On peut distinguer diffrentes sortes de marquages: les marquages peints: ils sont excuts laide dun produit liquide contenant des matires solides supportes par un solvant organique ou un solvant base deau.

CCT 2011

J. 25

La peinture routire se prsente sous la forme dun produit un ou plusieurs composants. Applique la brosse, au rouleau ou au pistolet, la peinture routire forme un film cohrent par vaporation du solvant et/ou par raction chimique ; les marquages plastiques froid: ils sont excuts laide dune substance de marquage sans solvant comprenant un ou plusieurs composants. Les composants sont mlangs en diverses proportions dpendant du type de produit et mis en uvre avec lappareillage adquat ; les marquages thermoplastiques: ils sont excuts laide dun produit de marquage sans solvant fourni sous forme de blocs, granuls ou poudre. Le produit est liqufi par chauffage et est appliqu laide de moyens appropris, manuels ou mcaniques ; les marquages prforms: ils sont excuts laide dun marquage prfabriqu en matire plastique, en thermoplastique ou en plastique froid. Les marquages prfabriqus se prsentent sous la forme de bandes, de feuilles ou en rouleau ou encore dcoups sous forme de symboles, signes, inscriptions, etc. Les marquages prforms sont appliqus au sol par collage, par pression ou chauffage, avec ou sans application dun primer. Produits incorpors aux marquages

J.2.2.1.2 a)

Billes de verre

On distingue deux sortes de billes de verre utilises pour la ralisation des marquages: les billes de prmlange: billes traites, fabriques en verre blanc, dont la granulomtrie et lindice de rfraction peuvent tre diffrents en fonction du produit de marquage dans lequel elles sont pralablement incorpores (prmlange); les billes de saupoudrage: billes traites, fabriques en verre blanc, ayant subi un traitement en vue de lamlioration de la flottaison et de ladhrence la surface de marquage. De mme, la granulomtrie et lindice de rfraction peuvent tre diffrents en fonction du produit de marquage sur lequel elles sont projetes pendant la phase liquide du produit de marquage. Autres produits :

b)

Dans le but damliorer la rugosit des surfaces de marquage, on peut utiliser des produits dadhrence constitus de grains durs dorigine naturelle ou synthtique, ou bien de type cramique. Les produits dadhrence peuvent tre saupoudrs lors du placement des marquages ou bien tre poss lors du processus de production des marquages prforms. Des billes cramiques sont utilises pour la rtrorflexion de certains produits de marquage. Certains marquages peuvent prsenter une texture superficielle, dans le but dviter la formation dun film deau qui rduit le pouvoir rflecteur du marquage. Cette visibilit du marquage par temps de pluie peut galement tre obtenue par lutilisation de billes de verre de gros diamtre. Des structures superficielles des marquages sont parfois destines produire des effets acoustiques et/ou de vibrations afin daugmenter la scurit du trafic.

CCT 2011

J. 26

J.2.2.1.3

Exigences relatives aux produits de marquage

La mthode dchantillonnage et les essais qui doivent tre raliss pour chaque type de produit sont dcrits au chapitre M. J.2.2.1.3.1 EXIGENCES RELATIVES AUX PEINTURES ROUTIERES
Paramtre

Exigences Il faut satisfaire aux spcifications du 4.1.1 de la norme Coordonnes trichromatiques x, y NBN EN 1871. Une des classes donnes au 4.1.1 de la norme NBN EN 1871 est prescrite: peinture blanche: o classe I: > 0,75; Facteur de luminance o classe II: > 0,80; o classe III: > 0,85; peinture jaune: o classe I: > 0,40; o classe II: > 0,50. Classe minimale HP2 pour la peinture blanche et classe Pouvoir couvrant minimale HP1 pour la peinture jaune (voir 4.1.2. de la norme NBN EN 1871). Rugosit 45 selon la norme NBN EN 1436. Temps de schage Est mentionn titre dinformation pour lutilisateur. Vieillissement au rayonnement ultraviolet Classe minimale UV1 (voir 4.1.4 de la norme NBN EN 1871). Rsistance aux cycles de gel-dgel avec Aprs vingt cycles, la couche de peinture ne peut prsenter immersion dans des sels de dverglaage aucune altration du type craquelures, cloques ou fissuration. Rsistance au ressuage Classe minimale BR2 (voir 4.1.5 de la norme NBN EN 1871). Il faut satisfaire aux spcifications poses dans le 4.1.6 de la Rsistance aux alcalis norme NBN EN 1871. Exigences de composition La peinture est analyse et les rsultats sont prsents conformment aux dispositions de la norme NBN EN 12802. Il faut satisfaire aux exigences de composition donnes ci-aprs. Les tolrances sont celles qui figurent au 5.8 de la norme susmentionne. Il faut galement sassurer que les valeurs les plus basses comprises dans les limites de tolrance satisfont aux exigences donnes ci-aprs. Teneur en charges (**) 68 % (Annexe A de la norme NBN EN 12802) Teneur en dioxyde de titane (% de lextrait 19 % (Annexe D) sec) (***) Teneur en microbilles de verre (*) 16 % (Annexe E) Teneur en solvants aromatiques 3 % (Annexe F) Consistance (K.U.) (**) 70 (Annexe G) Teneur en liant (**) 15 (Annexe B) Les pourcentages, tels que mentionns dans les exigences de composition, sont exprims par rapport au poids de la peinture totale. (*): pour les peintures contenant des microbilles de prmlange. (**): des formules alternatives peuvent tre proposes moyennant justification technique du producteur. (***): pour les peintures blanches. Exigences didentification Les principales bandes dabsorption doivent correspondre en Identification du liant position et en intensit relative (Annexe B). Identification du pigment et des manires Les principales bandes dabsorption doivent correspondre en inorganiques position et en intensit relative (Annexe C). Le contenu effectif de dix conditionnements ne peut pas tre infrieur en moyenne la quantit nominale. Contenu des conditionnements Aucun conditionnement ne peut prsenter un cart en moins suprieur 5 % du volume annonc.

CCT 2011

J. 27

J.2.2.1.3.2

EXIGENCES RELATIVES AUX THERMOPLASTIQUES

Exigences performantielles avant lessai de stabilit thermique Paramtre Exigences Il faut satisfaire aux spcifications du 4.2.1.1 de la norme Coordonnes trichromatiques x, y NBN EN 1871. Les classes suivantes, spcifies au 4.2.1.1 de la norme NBN EN 1871, sont prescrites: Facteur de luminance thermoplastiques blancs: classe LF6: > 0,80; thermoplastiques jaunes: classe LF1: > 0,40. Classe minimale SP2 selon le 4.2.1.2 de la norme Point de ramollissement NBN EN 1871. Il faut satisfaire aux spcifications du 4.2.1.3 de la norme NBN EN 1871. Rsistance aux alcalis Cet essai est uniquement ralis sur les thermoplastiques qui doivent tre directement poss sur du bton de ciment. Classe minimale Cl 1 selon le 4.2.1.4 de la norme Rsistance au froid NBN EN 1871. La valeur SRT sur revtement humide doit tre au minimum de Rugosit 50. Exigences performantielles aprs lessai de stabilit thermique Il faut satisfaire aux spcifications du 4.2.3.1 de la norme Coordonnes trichromatiques x, y NBN EN 1871. Il faut satisfaire aux spcifications du 4.2.3.1 de la norme Facteur de luminance NBN EN 1871. Il faut satisfaire aux spcifications du 4.2.3.2 de la norme Point de ramollissement NBN EN 1871. La dure de pntration moyenne doit tre au minimum de la Pntration classe IN3 ( 4.2.2.3 de la norme NBN EN 1871). Voir 4.2.3.5 de la norme NBN EN 1871: classe minimale UV1 pour le facteur de luminance ; Rsistance au rayonnement ultraviolet les coordonnes chromatiques doivent satisfaire lexigence pose. Exigences de durabilit Aprs vingt cycles, le thermoplastique ne peut prsenter aucune Rsistance aux cycles de gel-dgel avec altration du type craquelures, cloques ou fissuration. immersion dans des sels de dverglaage Ltat aprs vieillissement est compar ltat initial sur base de clichs photographiques avant et aprs vieillissement. Exigences de composition Le thermoplastique est analys et les rsultats sont prsents conformment aux dispositions de la norme NBN EN 12802. Il faut satisfaire aux exigences de composition donnes ci-aprs. Les tolrances sont celles qui figurent au 5.8 de la norme susmentionne. Il faut galement sassurer que les valeurs les plus basses comprises dans les limites de tolrance satisfont aux exigences donnes ci-aprs. 10 % (Annexe D) Teneur en dioxyde de titane (*) Teneur en microbilles de verre 25 % (Annexe E) Teneur en liant (**) 16 % (Annexe B) Les pourcentages, tels que mentionns dans les exigences de composition, sont exprims par rapport au poids total du thermoplastique. (*): pour les thermoplastiques blancs. (**): des formules alternatives peuvent tre proposes moyennant justification technique du producteur. Exigences didentification Les principales bandes dabsorption doivent correspondre en Identification du liant position et en intensit relative. Identification du pigment et des manires Les principales bandes dabsorption doivent correspondre en inorganiques position et en intensit relative. Le contenu effectif de dix conditionnements ne peut pas tre infrieur en moyenne la quantit nominale. Contenu des conditionnements Aucun conditionnement ne peut prsenter un cart en moins suprieur 5 % du volume annonc.

CCT 2011

J. 28

J.2.2.1.3.3

EXIGENCES RELATIVES AUX ENDUITS A FROID

Paramtre

Exigences Il faut satisfaire aux spcifications du 4.3.2 de la norme Coordonnes trichromatiques x, y NBN EN 1871. Une des classes spcifies au 4.3.2 de la norme NBN EN 1871 est prescrite: enduits blancs: o classe LF5: > 0,75; Facteur de luminance o classe LF6: > 0,80; enduits jaunes: o classe LF1: > 0,40; o classe LF2: > 0,50. Il faut satisfaire aux spcifications du 4.3.3 de la norme Durabilit NBN EN 1871. La valeur SRT sur revtement humide doit tre au minimum de 50 Rugosit (norme NBN EN 1436). La dure de vie en pot aprs mlange des composants (en minutes) Dure de vie en pot doit tre communique. La finesse de broyage des enduits froid appliqus par Finesse de broyage pulvrisation (sprays) doit tre communique et conditionne le type dappareil utiliser pour lapplication. Exigences de durabilit Aprs vingt cycles, lenduit froid ne peut prsenter aucune Rsistance aux cycles de gel-dgel avec altration du type craquelures, cloques ou fissuration. immersion dans des sels de dverglaage Ltat aprs vieillissement est compar ltat initial sur base de clichs photographiques avant et aprs vieillissement. Les essais dadhrence sont effectus sur les prouvettes soumises aux cycles de gel-dgel avec immersion dans des sels de dverglaage, avant et aprs lessai. Adhrence avant et aprs cycles de gel-dgel Aprs les cycles de gel-dgel, la valeur moyenne et les valeurs individuelles doivent valoir au minimum 80 % des valeurs correspondantes avant les cycles de gel-dgel. Rsistance au rayonnement ultraviolet Voir 4.2.4 de la norme NBN EN 1871: classe minimale UV1 pour le facteur de luminance ; les coordonnes chromatiques doivent satisfaire lexigence pose. Il faut satisfaire aux spcifications du 4.3.5 de la norme NBN EN Rsistance aux alcalis 1871. Exigences de composition Lenduit froid est analys et les rsultats sont prsents conformment aux dispositions de la norme NBN EN 12802. Il faut satisfaire aux exigences de composition donnes ci-aprs. Les tolrances sont celles qui figurent au 5.8 de la norme susmentionne. Il faut galement sassurer que les valeurs les plus basses comprises dans les limites de tolrance satisfont aux exigences donnes ci-aprs. Spray Extrusion et application manuelle Teneur en dioxyde de titane (*) 10 % 8% Teneur en microbilles 15 % Teneur en liant (**) 15 % 16 % Les pourcentages, tels que mentionns dans les exigences de composition, sont exprims par rapport au poids total de lenduit. (*): pour les enduits froid de couleur blanche. (**): en cas dinjection de microbilles de verre enrobes de durcisseur, le fabricant dclare la teneur en microbilles du produit fini.

Identification du liant

Contenu des conditionnements

Exigences didentification Les principales bandes dabsorption doivent correspondre en position et en intensit relative. Le contenu effectif de dix conditionnements ne peut pas tre infrieur en moyenne la quantit nominale. Aucun conditionnement ne peut prsenter un cart en moins suprieur 5 % du volume annonc.

CCT 2011

J. 29

J.2.2.1.3.4

EXIGENCES RELATIVES AUX MARQUAGES PREFORMES

Paramtre Exigences Il faut satisfaire aux spcifications du 5.4.2 de la norme NBN EN 1790. Une des classes, spcifies au 5.4.1 de la norme NBN EN 1790, est prescrite. La valeur SRT sur revtement humide doit tre au minimum de 50 (norme NBN EN 1436). Les conditions denlevabilit des marquages prforms temporaires reprises au 5.6 de la norme EN 1790 sont dapplication. Classe UV2 selon le 5.7 de la norme NBN EN 1790. Identification Est dtermine conformment au 6.2 de la norme NBN EN 1790. Est ralis conformment au 6.1 de la norme NBN EN 1790.

Coordonnes trichromatiques x, y Facteur de luminance Rugosit Enlevabilit Rsistance au rayonnement ultraviolet Teneur en cendres Fingerprinting

J.2.2.1.3.5

EXIGENCES EN MATIERE DE MICROBILLES DE VERRE DE PREMELANGE

Paramtre Exigences Doit satisfaire aux spcifications du 4.1 de la norme NBN EN 1424 et de laddendum NBN EN 1424/A1. Classe minimale A (voir 4.2 de la norme NBN EN 1424). Il faut satisfaire aux spcifications du 4.3 de la norme NBN EN 1424. Il faut satisfaire aux spcifications du 4.4 de la norme NBN EN 1424. Si le fabricant indique la prsence dun traitement de surface, il doit tre prouv conformment au 4.6 de la norme NBN EN 1423.

Granularit Indice de rfraction Rsistance leau, lacide chlorhydrique, au chlorure de calcium et au sulfure de sodium Exigences de qualit Traitements de surface

Classes de granularit standard pour les microbilles de verre de prmlange Les classes de granularit qui suivent sont proposes comme normes. Dautres classes peuvent tre proposes pour amliorer les caractristiques performantielles, pour autant quelles soient techniquement justifies. Microbilles de verre de prmlange pour peinture et enduits froid: classe 300 m 53 m
Dimension des mailles (en m) 425 300 250 150 90 53 Refus cumulatif (en masse-%) < 0,1 0 10 0 30 40 80 80 100 95 - 100

CCT 2011

J. 30

Microbilles de verre de prmlange pour thermoplastiques: classe 600 m -125 m

Dimension des mailles (en m) 850 600 355 212 125 Refus cumulatif (en masse-%) < 0,1 0 - 10 30 -70 70 -100 95 -100

Microbilles de verre de prmlange pour thermoplastiques: classe 1 000 m -355 m

Dimension des mailles (en m) 1,4 mm 1,00 mm 850 m 600 m 425 m 355 m Refus cumulatif (en masse-%) 0 0 - 10 0 20 40 80 80 100 95 - 100

J.2.2.1.3.6

EXIGENCES RELATIVES AUX MICROBILLES DE VERRE ET AUX GRANULATS ANTIDERAPANTS DE SAUPOUDRAGE AINSI QUA UN MELANGE DES DEUX
Paramtre

Exigences Billes de verre Classe 2 telle qutablie au 5.1.2 de la norme NBN EN 1423. Substances dangereuses Voir 4.2 de la norme NBN EN 1423. Granularit Classe minimale A selon le 4.3 de la norme NBN EN 1423. Indice de rfraction Il faut satisfaire aux spcifications du 4.4 de la norme Rsistance aux produits chimiques NBN EN 1423. Il faut satisfaire aux spcifications du 4.5 de la norme Exigences de qualit NBN EN 1423. Si le fabricant indique la prsence dun traitement de surface, il doit tre prouv conformment au 4.6 de la norme Traitements de surface NBN EN 1423. Paramtre Exigences Granulats antidrapants Est dtermine selon la mthode dcrite au 5.1.1 de la norme NBN EN 1423 et satisfait lexigence pose dans ce Valeur pH paragraphe. Classe 2 telle qutablie au 5.1.2 de la norme NBN EN 1423. Substances dangereuses Est dtermin selon le 5.2 de la norme NBN EN 1423. Coefficient de friabilit Facteur de luminance et coordonnes de Satisfaire aux spcifications du 5.3 de la norme NBN EN 1423. chromaticit Est dtermine selon le 5.4 de la norme NBN EN 1423. Mlanges de microbilles de verre et de granulats antidrapants Les mlanges de microbilles de verre et de granulats antidrapants doivent satisfaire aux spcifications du 6 de la norme NBN EN 1423. Granularit

CCT 2011

J. 31

Granularits des microbilles de verre et des granulats antidrapants Granularit des microbilles de verre La granularit des microbilles de verre doit satisfaire aux prescriptions du 4.2 de la norme NBN EN 1423. Pour chaque produit propos (caractris par la classe granulaire, D-d), le producteur doit dclarer le refus minimal et maximal pour chaque ouverture de mailles. Les classes de granularit suivantes sont proposes (dimensions en m, mme lorsque les tamis sont dfinis en mm): 600-125 (voir ci-aprs), 710-125, 1000-355, 850-425, 1400-600, 1700-710, 1700-1000, 1180-125, 1700-355. Dautres classes peuvent tre proposes pour amliorer les caractristiques performantielles, pour autant quelles soient techniquement justifies. Granularit des microbilles de verre 600-125 de saupoudrage
Dimension des mailles (en m) 710 600 355 212 125 Refus cumulatif (en masse-%) 02 0 10 30 70 70 100 95 100

Granularit des granulats antidrapants La granularit des granulats antidrapants doit satisfaire aux prescriptions du 5.4 de la norme NBN EN 1423. Pour tre efficaces, les granulats antidrapants contenir moins de 1 % (en masse) de composants infrieurs 90 m. Pour chaque produit propos (caractris par la classe granulaire, d/D), le fabricant doit respecter le refus minimal et maximal pour chaque ouverture de mailles, conformment au 5.2 de la norme NBN EN1423. J.2.2.2 J.2.2.2.1 MISE EN OEUVRE Gnralits

Outre la livraison des produits et leur mise en uvre, les postes marquages comprennent galement les fournitures et travaux qui en dpendent ou qui sy rapportent, tels que: le nettoyage pralable de la surface sur laquelle les marquages doivent tre appliqus; lincorporation dans les marquages frachement excuts de billes de verre et ventuellement dun produit antidrapant;

CCT 2011

J. 32

les mesures prendre, pendant lexcution des marquages et jusqu ce quils soient compltement secs, pour assurer en toute scurit une circulation routire fluide, tel que dtermin dans le cahier spcial des charges; la scurisation des usagers et du personnel occup au marquage, tel que dtermin dans le cahier spcial des charges.

Le traage sur la surface des marquages y apporter, quand les nouveaux marquages ne correspondent pas avec le marquage existant et les produits daccrochage suivant les exigences dapplication du produit et la nature du support, font lobjet de postes spcifiques au mtr. J.2.2.2.2 Mise en oeuvre

Le support sur lequel les marquages sont poss est caractris par: sa nature: bton de ciment, enrob bitumineux ou ancien marquage, ; sa texture; son degr dhumidit; sa temprature.

Sur simple demande de lentrepreneur et pour autant quelles soient disponibles, le gestionnaire routier fournit les informations suivantes: lintensit du trafic; la nature du support.

Outre la pose dun marquage sur un revtement neuf ou sur une zone prcdemment non marque dun revtement plus ancien, on ralise galement, dans la pratique, des marquages des endroits o sont dj prsents des anciens marquages. Si lancien marquage est suffisamment stable et propre, il peut servir de support au nouveau marquage. Lentrepreneur veille ce que le nouveau produit de marquage soit compatible avec lancien marquage. Lorsque lancien marquage est en mauvais tat (effritement, caillement), il doit tre enlev, mais uniquement de manire telle que ladhrence du nouveau marquage puisse tre garantie. Lors de la pose de marquages sur un revtement, il peut savrer ncessaire de poser un primer avant de raliser le marquage pour viter que le produit de marquage routier ne soit attaqu suite une raction chimique avec le revtement. Cela vaut surtout pour les marquages en peinture routire, les thermoplastiques et les enduits froid appliqus sur des surfaces en bton rcentes. Il est de la responsabilit de lentrepreneur de distinguer ce risque et de prendre les mesures qui simposent. Les conditions poses au J 2.3.1.8 doivent tre respectes. Les marquages routiers sont mis en uvre par pulvrisation, par coulage, par extrusion, ou fixs au sol par collage, par incrustation, par rchauffage et pression. Le revtement au droit des marquages doit tre propre et sec. La temprature minimale de la surface doit tre de 5C. Lors de lapplication des produits de marquage, il faut tenir compte des recommandations du producteur, pour autant quelles ne contredisent pas les prescriptions du cahier des charges.

CCT 2011

J. 33

Le traage pralable doit tre agr par le fonctionnaire dirigeant. Le saupoudrage doit tre rparti uniformment sur la surface marque. J.2.2.2.2.1 SIGNALISATION DES TRAVAUX

La signalisation des travaux satisfait aux prescriptions de lArrt ministriel du 07.05.1999 (MB 21.05.1999) relatif la signalisation des chantiers et des obstacles sur la voie publique. J.2.2.2.2.2 DOSAGES

Si le cahier spcial des charges ne mentionne aucune prescription pour lapplication des produits, les dosages minimaux suivants sont respects :
Types Peinture avec solvant (avec billes de prmlange) Peinture avec solvant (sans billes de prmlange) Thermoplastiques pulvriss chaud Thermoplastiques extruds ou couls chaud
(1)

Dosage Produits de marquage 800 g/m 800 g/m 3000 g/m 6000 g/m

Billes de saupoudrage(1) 300 g/m 350 g/m 250 g/m 250 g/m

Consommation nette, telle que dfinie dans la norme NBN EN 1824

Pour les autres matriaux, il y a lieu de suivre les indications des fabricants. Lorsque lapplication de grosses billes est prvue, il y a lieu de saupoudrer les grosses billes en premier lieu avant dappliquer les billes standard. Il est interdit de mlanger les deux produits. Lorsque des exigences particulires sont retenues pour la rugosit des marquages, il y a lieu de saupoudrer un mlange de billes et de produits antidrapants dans une proportion de 80/20 comme prescrit au J.2.2.1.3.6. J.2.2.2.2.3 CARACTERISTIQUES GEOMETRIQUES

Les caractristiques gomtriques des marques figuratives (flches, stries, triangles, sigles ou lettres, passages pour pitons, etc.) doivent tre conformes lannexe de lArrt Ministriel du 11 octobre 1976 (code du gestionnaire routier). J.2.2.2.3 J.2.2.2.3.1 Enlvement des marquages ENLEVABILITE DES MARQUAGES PROVISOIRES PREFORMES LORS DE TRAVAUX

Le matriau doit pouvoir tre enlev sans endommager le revtement et sans laisser de trace ni de rsidu. La quantit totale de liant ou de colle par m de surface de marquage ne peut pas dpasser 10 % et doit naturellement pouvoir disparatre sous leffet du trafic. Les traces ou rsidus distincts peuvent avoir une taille maximale de 10 mm. Lutilisation dun brleur, dun sableur ou dautres moyens chimiques ou mcaniques nest pas autorise. Il est possible de droger cette rgle moyennant autorisation crite du fonctionnaire dirigeant.

CCT 2011

J. 34

J.2.2.2.3.2

ENLEVEMENT DAUTRES MARQUAGES

Lenlvement des peintures, thermoplastiques, enduits froids et marquages permanents prforms se fait de manire ne laisser aucune dgradation anormale sur le revtement. A moins que les documents du march ne mentionnent autre chose, les conditions suivantes sappliquent: le niveau de la surface de la chausse sous le marquage effac ne peut diffrer que de 1 mm au maximum de la surface adjacente; le pourcentage de matriau enlev de la surface de la chausse ne peut pas tre visible lil nu; les granulats suprieurs 4 mm ne peuvent pas tre arrachs de la surface de la chausse. En dautres mots, il ne peut y avoir aucun refus sur un tamis de 4 mm; la quantit maximale de marquage non enlev ne peut pas dpasser 0,1 % par m de surface de marquage; les parties restantes individuelles ne peuvent pas dpasser 10 mm. ENLEVEMENT DE MARQUAGES A RENOUVELER

J.2.2.2.3.3

Les peintures, thermoplastiques, enduits froid et marquages prforms qui sont enlevs pour faire place un nouveau marquage doivent tre enlevs de manire garantir ladhrence du nouveau marquage, moins que les documents du march ne spcifient autre chose.

J.2.3 J.2.3.1 J.2.3.1.1

Rsultats et vrifications TOLRANCES SUR LES CARACTRISTIQUES GOMTRIQUES Largeur des nouveaux marquages longitudinaux

La largeur des marquages longitudinaux est mesure dans le sens transversal de la route. Les carts autoriss sur la largeur sont de 1 cm. La moyenne de 10 mesures est au minimum l et au maximum l + 1 cm ; . 1 est la largeur impose, en cm. J.2.3.1.2 Longueur des nouveaux marquages longitudinaux

Pour les marquages longitudinaux, la longueur de chaque partie est mesure dans le sens longitudinal de la route. Les carts autoriss sur la longueur de chaque partie de marquage sont de 5 % de L, avec un cart maximal de 10 cm. La moyenne de 10 mesures est au minimum L et au maximum L + 5 %, avec un cart maximal de 10 cm. L est la longueur impose, en cm. J.2.3.1.3 Nouveaux marquages divers

A moins que les documents du march ne stipulent autre chose, les dimensions des figures des planches 16, 17, 20 et 21 de lArrt Ministriel du 11 octobre 1976 (code du gestionnaire routier) doivent tre rduites proportionnellement de manire toujours obtenir une largeur de

CCT 2011

J. 35

passage de 0,5 m entre les bords du signal marqu dune part et le marquage longitudinal de la voie de circulation dautre part. Les carts autoriss sur la longueur totale et sur la largeur totale ainsi sur toutes les mesures intermdiaires sont de -1 cm et +2 cm. Sont considrs comme longueur les dimensions mesures dans le sens longitudinal de la route, comme largeur les dimensions mesures dans le sens transversal de la route, sur laquelle le marquage a t appos. J.2.3.1.4 Largeur des marquages longitudinaux refaire

La largeur des marquages longitudinaux est mesure dans le sens transversal de la route. Lcart autoris sur la largeur est de 1 cm. La moyenne de 10 mesures est au minimum B et au maximum B + 1 cm. B est la largeur impose, en cm. J.2.3.1.5 Longueur des marquages longitudinaux refaire

Pour les marquages longitudinaux, la longueur de chaque partie est mesure dans le sens longitudinal de la route. Lcart autoris sur la longueur de chaque partie de marquage est de 5 cm par rapport la partie de marquage existante. Si la longueur de la partie de marquage existante dpasse de 5 % les mesures rglementaires prvues, alors le nouveau marquage est appos sur la partie de marquage existante avec un cart maximal autoris de 5 % par rapport aux mesures rglementaires, avec un cart maximal de 10 cm. J.2.3.1.6 Divers marquages existants

Les carts autoriss sur la longueur totale et sur la largeur ainsi que sur les mesures intermdiaires sont de 1 cm par rapport la partie de marquage existante. Si les mesures de la partie de marquage existante scartent de plus de 5 % des mesures rglementaires, alors le nouveau marquage est appos sur le marquage existant avec un cart maximal de 5 % par rapport toutes les mesures existantes. J.2.3.1.7 Marquages stris

Lcart autoris sur la largeur de la strie est de 0,5 cm. Lcart autoris sur la distance entre les stries est de 1 cm. J.2.3.1.8 Epaisseur des marquages

Lpaisseur sche (toutes les couches comprises) doit tre au minimum de 300 m et au maximum de 3 mm.

CCT 2011

J. 36

Les ingalits sur les marquages manuels sont, en tenant compte des paisseurs sches requises, au maximum de 1 mm, de sorte viter les accumulations de salets ou, par temps de pluie, les flaques deau importantes sur ou le long du marquage. Le contrle est effectu avec la rgle de 3 m (NBN EN 13036-7). Les stries transversales du marquage stri dpassent au minimum de 3 mm en hauteur du reste du marquage. La largeur dune strie est de 5 cm sur toute la longueur de la strie et la distance entre deux stries est de 15 cm pour les routes o la vitesse maximale est infrieure ou gale 90 km/h et 20 cm pour les routes o la vitesse maximale est suprieure 90 km/h. Pour les autres systmes (par ex. le crpi), il faut suivre les consignes du fabricant et/ou du fonctionnaire dirigeant. J.2.3.2 J.2.3.2.1 VRIFICATIONS Contrles en cours dexcution

Le pouvoir adjudicateur se rserve le droit de procder des prlvements de produits sur chantier, au cours de lapplication, afin de sassurer que les produits mis en uvre correspondent bien ceux prsents suivant rception. A cette occasion, il pourra galement tre procd au contrle des conditions de mise en uvre pour sassurer que celles-ci sont toujours conformes aux clauses techniques du cahier spcial des charges. Le fonctionnaire dirigeant pourra galement faire procder des prlvements de plaquettes, au moment de lapplication, destines au contrle des quantits mises en uvre. Ces chantillons pourront galement servir au contrle de la couleur en laboratoire. J.2.3.2.2 Contrles a posteriori

Les vrifications a posteriori font lobjet de mesures dynamiques ralises en continu au moyen dun appareil grand rendement et/ou de mesures statiques sur des sections dfinies par chantillonnage. Le marquage est subdivis en tronons suivant les modalits ci-dessous. Un passage pour pitons sur la largeur totale de la chausse (les deux sens de circulation de la chausse principale y compris les routes parallles ventuelles) forme un tronon. Pour les autres marquages, un tronon correspond : 200 m pour les marquages longitudinaux; 20 m2 pour les marquages autres que les marquages longitudinaux et les passages pour pitons.

Le reste de la division de la longueur du marquage (en m) par 200 (pour les marquages longitudinaux) ou de la superficie du marquage (en m) par 20 (pour les marquages autres que longitudinaux et que les passages pour pitons) constitue un tronon part entire, ou est ajout au dernier tronon sil est infrieur 100 m ou 10 m respectivement.

CCT 2011

J. 37

Un contrle rapide des marquages sera dabord fait pour vrifier leur tat gnral et pour reprer les parties ventuellement moins bonnes. Ce contrle rapide se fait visuellement et/ou laide dun appareil de mesure grand rendement. Si ltat gnral est uniforme, le contrle seffectue par coups de sonde. Les rsultats obtenus de cette manire sont extrapols pour tout le marquage. Les parties en moins bon tat sont contrles par tronon. Chaque tronon est divis en 10 parties gales et dans chaque partie une mesure est excute un endroit choisi au hasard. A lendroit des mesures locales, il est permis lentreprise de nettoyer le marquage avec une brosse, de leau et du savon incolore. Un contre essai ventuel ncessite 10 nouvelles mesures par tronon. Le rsultat prendre en considration par tronon est la moyenne de 10 mesures qui sont effectues. J.2.3.2.2.1 VISIBILIT DE JOUR

Il sagit de mesurer le coefficient de luminance en clairage diffus (Qd) exprim en mcd.m-2.lx-1. Ces mesures seffectuent dans des conditions qui simulent la visibilit de jour pour un usager de la route dans une voiture de tourisme observant les marquages en lumire du jour par temps couvert (voir NBN EN 1436). Le tableau ci-aprs donne les valeurs minimales. Classes du coefficient Qd pour marquages ltat sec
Couleur Blanc Blanc Jaune Orange Type de revtement Bton asphaltique Bton de ciment Les deux types Les deux types Niveau Q2 Q3 Q3 Q4 Q1 Q2 Q0 Q1 Q2 Minimum de Qd (mcd.m-2.lx-1) 100 130 130 160 80 100 Aucune exigence 80 100

A ltat neuf, le coefficient Qd doit au moins atteindre les valeurs du niveau maximal indiqu. Pendant la priode de garantie contractuelle, cette valeur ne peut tre infrieure 100 (niveau Q2) pour un bton asphaltique, 130 (niveau Q3) pour un bton de ciment et 80 (niveau Q1) pour la peinture orange et jaune sur les deux types de revtement.

CCT 2011

J. 38

J.2.3.2.2.2

VISIBILIT DE NUIT

Il sagit de mesurer le coefficient de rtrorflexion RL, exprim en mcd.m-2.lx-1. Cette mesure simule les conditions pour un usager de la route dans une voiture de tourisme, observant le marquage sous lclairement par les projecteurs de son vhicule (voir NBN EN 1436). Le tableau ci-aprs donne les valeurs minimales pour le coefficient de rtrorflexion RL. Coefficient de rtrorflexion RL pour marquages ltat sec
Utilisation Marquage permanent Couleur Niveau R0 R2 R3 R4 R5 R0 R1 R3 R4 R0 R1 R2 R3 R0 R3 R5 Valeur minimale RL (mcd.m-2.lx-1) Aucune exigence 100 150 200 300 Aucune exigence 80 150 200 Aucune exigence 80 100 150 Aucune exigence 150 300

Blanc

Jaune

Orange

Marquage temporaire

Orange

Le cahier spcial des charges doit dterminer quelle classe est dapplication. Sil ne mentionne rien ce sujet, les exigences suivantes sappliquent: pour les marquages permanents blancs et jaunes ltat neuf (entre une semaine et un mois dge): R4; pour les marquages permanents ou temporaires orange ltat neuf (entre une semaine et un mois dge): R3; pour les marquages permanents durant toute la priode de garantie: R2 (blanc) ou R1 (jaune ou orange). VISIBILIT DE NUIT ET AVEC REVTEMENT HUMIDE

J.2.3.2.2.3

Le tableau ci-dessous donne les valeurs minimales du coefficient de rtrorflexion RL lorsque le revtement est humide.
Niveau RW0 RW1 RW2 RW3 RW4 75 Valeur minimale RL (mcd.m-2.lx-1) Aucune exigence 25 35 50

CCT 2011

J. 39

Le cahier spcial des charges doit dterminer quelle classe est dapplication. Sil ne mentionne rien ce sujet, il ny a pas dexigence (RW0). J.2.3.2.2.4 RUGOSIT

La rugosit est exprime en units SRT (NBN EN 1436). Le tableau ci-aprs donne les niveaux atteindre. Rugosit des marquages en units SRT
Niveau S0 S1 S2 S3 Valeur minimale SRT Aucune exigence 45 50 55

A moins que le cahier spcial des charges nen dispose autrement, la rugosit doit tre suprieure 45 SRT. Pour les passages pour pitons, elle doit tre suprieure 50 SRT. Ces niveaux doivent tre atteints pendant toute la priode de garantie des marquages. J.2.3.2.3 Contrles aprs excution: suivi

Au cours de la priode de garantie, le pouvoir adjudicateur peut effectuer un suivi des paramtres dcrits au J.2.3.2.2. Il faut satisfaire aux exigences du J.2.3.2.2 pendant toute la priode de garantie. Si ce nest pas le cas, lentrepreneur recommence alors ses frais les parties de marquage qui ne sont plus satisfaisantes. La priode de garantie initiale reste toutefois dapplication. J.2.3.3 DELAI DE GARANTIE

Sauf indication contraire au cahier spcial des charges, la dure de vie fonctionnelle des marquages est de: une anne pour les peintures ; trois annes pour les produits plastiques chaud ou les enduits froid ; trois annes pour les produits prforms.

Le dlai de garantie prend cours la date de mise en uvre des marquages telle que reprise aux rapports journaliers. A dfaut, le dlai prend cours la rception provisoire du chantier. Pour les marquages temporaires, le dlai de garantie est fix six mois si aucun autre dlai nest mentionn au cahier spcial des charges. Si au cours du dlai de garantie, au moins un essai nest pas conforme aux exigences du cahier des charges pour tout ou partie du chantier, le marquage des zones litigieuses doit tre recommenc aux frais de lentrepreneur. La priode de garantie initiale nest pas modifie.

CCT 2011

J. 40

J.2.4

Paiement

Les prix unitaires du mtr se rapportant aux oprations de marquage comprennent les fournitures et les prestations telles que dfinies au J.2.1. Les marquages sont comptabiliss selon 3 units diffrentes : les marquages longitudinaux sont comptabiliss en mtres courants (seules les surfaces marques sont payes) ; les symboles sont comptabiliss la pice ; pour les lignes stries, les marquages en damier et pour les passages pitons, cest la surface totale demprise de lhachurage ou du passage pitons qui compte et non la partie de surface rellement marque.

En particulier : le marquage dune zone de livraison est comptabilise sur la longueur de la zone et non sur la longueur du marquage en zig-zag ; le marquage de triangle de priorit (50/70) est comptabilis en mtre linaire ; chaque triangle est comptabilis pour une longueur conventionnelle de 0,50 m.

Pour le calcul des prix, le soumissionnaire tient compte de la longueur et/ou de la surface utile. Sauf si une autre couleur est spcifie au cahier spcial des charges, les marquages sont de couleur blanche. Tous les marquages blancs sont mis en uvre sur bton asphaltique sauf spcification contraire du cahier spcial des charges. Dans le cas dune pose sur bton de ciment, des postes spcifiques sont prvus au mtr. Quand le nettoyage ne consiste pas uniquement en un brossage de la surface du revtement ni un simple nettoyage lair comprim (max 300 l/min), il fait lobjet dun poste du mtr. J.2.4.1 AMENDES ET REFACTIONS

Pendant la priode de garantie, pour chaque tronon non conforme aux exigences, si lentrepreneur refuse de recommencer le marquage, une pnalit gale au prix de cette section augmente de 25 % est applique. Si, pour la largeur, la tolrance est dpasse, seule la surface relle est porte en compte et une pnalit gale 10 % de ce montant est applique. Si la largeur est infrieure 90 % de la dimension prescrite, lentrepreneur devra recommencer, ses frais, le marquage de la section non conforme. Si au terme de la priode de garantie au moins une des caractristiques visibilit de jour (Qd), visibilit de nuit (RL) ou rugosit natteint pas le niveau requis et pour autant que la valeur moyenne soit suprieure 90 % de la valeur minimale prescrite pour cette caractristique, la rception dfinitive pourra tre donne moyennant lapplication dune rfaction calcule suivant la formule:

CCT 2011

J. 41

Vmin V R = p.S. 0,1.Vmin

dans laquelle : R p S V Vmin

est la rfaction calcule en est le prix unitaire en par m ou par m est la surface en m ou la longueur en m du tronon concern est la valeur moyenne de la caractristique pour ce tronon est la valeur minimale prescrite de la caractristique

CCT 2011

K. 1

CHAPITRE K - PLANTATIONS ET ENGAZONNEMENT Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
K.1 DEFINITIONS

K.2

ESTIMATION DE LA VALEUR DES DEGATS AUX PLANTATIONS K.2.1 Dgts aux pelouses K.2.1.1 Ensemencement K.2.1.2 Pose de gazon en rouleaux K.2.2 Dgts aux plantations K.2.2.1 Evaluation de la valeur de larbre K.2.2.1.1 Valeur de base (B) K.2.2.1.2 Coefficient de lespce (E) K.2.2.1.3 Coefficient de situation (S) K.2.2.1.4 Coefficient de ltat sanitaire (ES) K.2.2.1.5 Coefficient du type de plantation (P) K.2.2.2 Endommagement partiel de larbre K.2.2.2.1 Tronc K.2.2.2.2 Couronne K.2.2.2.3 Racines K.2.2.2.4 Frais dlagages et de soins K.2.2.2.5 Frais gnraux K.2.3 Destruction totale de larbre K.2.3.1 Enlvement et vacuation K.2.3.2 Fosse de plantation K.2.3.3 Fourniture et apport de terre arable (40 /m) K.2.2.4 Livraison de larbre planter (comprend le transport partir de la ppinire) K.2.3.5 Plantation et tuteurage K.2.3.6 Cot des soins durant les deux premires annes de croissance K.2.3.7 Frais gnraux K.2.3.8 Larbre ne peut tre remplac K.2.4 Conifres, baliveaux, arbustes dornement, plants forestiers, rosiers K.2.4.1 Endommagement partiel des plantes K.2.4.1.1 Frais de rparation K.2.4.1.2 Frais gnraux K.2.4.2 Destruction totale des plantes K.2.4.2.1 Enlvement et vacuation K.2.4.2.2 Etablissement de la fosse de plantation K.2.4.2.3 Terre arable K.2.4.2.4 Livraison de plantes K.2.4.2.5 Plantation et tuteurage K.2.4.2.6 Cot des soins durant les deux premires annes de croissance K.2.5.2.7 Frais gnraux

K.3

MATERIAUX K.3.1 Terre arable K.3.1.1 Texture K.3.1.2 Taux dhumus K.3.1.3 Acidit

CCT 2011

K. 2

K.3.1.4 Puret K.3.1.5 Conformit K.3.2 Engrais, amendements du sol et substrats de culture K.3.2.1 Amendements organiques du sol K.3.2.1.1 Fumier sch K.3.2.1.2 Amendements organiques mlangs K.3.2.1.3 Compost K.3.2.1.4 Terre de tourbires K.3.2.2 Amendements physiques du sol K.3.2.2.1 Perlite expanse K.3.2.2.2 Silicium collodal K.3.2.3 Substrats de culture organique K.3.2.3.1 Terreau K.3.2.4 Substrats de culture minraux K.3.2.5 Engrais K.3.3 Paillis et mulch K.3.4 Granulats dargile expanse

K.4

PRODUITS PHYTOPHARMACEUTIQUES K.4.1 Gnralits K.4.2 Dsherbage systmique K.4.3 Insecticides et fongicides

K.5

TRAVAUX DAMENAGEMENTS K.5.1 Critres de qualit des vgtaux fournis K.5.1.1 Arbre de haute tige K.5.1.2 Arbustes K.5.1.3 Plantes vivaces et plantes tapissantes K.5.2 Plantation darbres haute tige K.5.2.1 Plantations en zones revtues (trottoirs, zones de stationnement) avec ou sans grilles K.5.2.2 Implantation de parcelles de plantation K.5.2.3 Creusement des fosses K.5.2.4 Fourniture et pose de fixation des arbres K.5.2.4.1 Pose de tuteurs K.5.2.4.2 Ancrage souterrain K.5.2.5 Plantation et pose de drains K.5.2.6 Pose de liens K.5.2.7 Fourniture de bois rond et de lattis pour arbres palisss K.5.2.8 Soins aux arbres aprs plantation K.5.2.8.1 La taille de formation raisonne K.5.2.8.2 Finition de surface la fosse de plantation K.5.2.8.3 Arrosages K.5.2.9 Amlioration des conditions de croissance in situ K.5.2.9.1 Aration et fertilisation des sols K.5.2.9.2 Renouvellement des sols K.5.2.10 Soins et traitement des plaies K.5.3 Plantation de haies K.5.4 Plantations de bulbes K.5.5 Entretien

CCT 2011

K. 3

CCT 2011

K. 4

K.6

ENGAZONNEMENT K.6.1 Engazonnement par semis K.6.1.1 Excution K.6.1.2 Rsultats requis K.6.2 Engazonnement par plaques K.6.3 Entretien

K.7

TAILLE DES ARBRES K.7.1 K.7.2 K.7.3 K.7.4 K.7.5 K.7.6 K.7.7 Prliminaires Taille de formation Taille dentretien Taille de rduction de volume de couronne Taille dclaircie ou dclaircissage Taille de reformation Formes artificielles

K.8

AMENAGEMENTS ET TRAVAUX DIVERS K.8.1 Chemins K.8.1.1 Chemins en dolomie et en gravier dcoratif K.8.1.2 Entretien permanent des chemins destruction des mauvaises herbes K.8.1.3 Desherbage thermique ou mcanique ou manuel K.8.2 Amnagement des pieds darbres K.8.2.1 Grille darbre K.8.2.1.1 Grille en fonte K.8.2.1.2 Grille en acier K.8.2.2 Revtement pour pieds darbres en gravier et rsine poxy K.8.3 Protection des arbres K.8.3.1 Corset ou corselet K.8.3.2 Arceau de protection K.8.4 Clture pour palisser la haie

K.9

TRAVAUX DENTRETIEN K.9.1 Tonte des gazons K.9.2 Ramassage des feuilles K.9.3 Bchage et binage K.9.3.1 Bchage des massifs plants K.9.3.2 Binages K.9.4 Taille des plantes K.9.4.1 Taille des haies et plantes couvre-sol K.9.4.2 Taille des arbustes K.9.4.3 Taille des rosiers

CCT 2011

K. 5

K.10 ABATTAGE D'ARBRE K.10.1 Abattage avec essouchage K.10.2 Abattage sans essouchage

K.11 CHANTIERS : MESURES DE PROTECTION

CCT 2011

K. 6

K.1

DEFINITIONS

Amendement : produit minral, chimique ou organique destin amliorer les conditions physiques du sol ou du substrat auquel il est incorpor. Arbre : vgtal ligneux caractris par la possession dune tige principale (ou tronc) laquelle se ramifie en branches formant un houppier. Arbre de haute tige : arbre dont le tronc mesure au moins 40 cm de circonfrence 1,50 m de hauteur et qui atteint au moins 4 m de hauteur. Arbre d'alignement de haute tige : arbre dont les ramifications dbutent une hauteur minimale de 2,50 m. Le long des lignes de tram, les ramifications commencent 3,50 m. Il peut tre drog cette condition par le Cahier Spcial des Charges. Arbre flch : arbre qui prsente un axe apical prdominant ou flche. Arbrisseau : vgtal ligneux de moins de 4 m de hauteur ramifi ds la base et donc dpourvu de tronc net. Arbuste : vgtal ligneux de moins de 7 m de hauteur mais offrant par ailleurs tous les caractres dun arbre. Cest en fait un petit arbre. Baliveau : Plant greff ou obtenu par semis, bouturage ou marcottage, et ayant au moins deux ans dge en ppinire. Le baliveau prsente une tige gnralement munie de branches et une flche verticale. Bchage : action de retourner la terre sur une profondeur de 10 20 cm. Binage : opration qui a pour but de casser la crote du sol, dameublir et arer la couche superficielle du sol nu entre les plantes pour liminer les petites mauvaises herbes. Si ce binage est ralis en parterres, on parle aussi de sarclage. Cannis : lattes de bambou ou de roseau le plus souvent prsentes sous forme de rouleaux et destines protger le tronc des plantes contre un excs de soleil. Charpentire : branche principale, porte par le tronc, constituant la charpente d'un arbre.

CCT 2011

K. 7

Chicot : morceau de branche, moignon, gnralement dessch et ncros, rsultant d'une cassure ou dune coupe mal ralise. Col d'une branche : renflement la base d'une branche, marquant la limite infrieure entre les tissus de cette branche et ceux du tronc ou de la branche porteuse. Collet : Jonction entre le systme racinaire et le tronc, situ au niveau du sol. Compost de dchets verts : matire organique en dcomposition arobie, provenant de dchets d'origine vgtale, ayant termin la phase de fermentation haute temprature et qui sera mlange au substrat de plantation. Couronne / Houppier : ensemble des ramifications (branches et rameaux) dun arbre ; drageons et gourmands exclus. Cime : extrmit suprieure dun arbre. Cuvette : dpression mnage au pied dun arbre de telle sorte que leau darrosage sy concentre. Dfourchage : suppression son point d'insertion d'une pousse qui concurrence la flche principale ou qui prsente un angle trs faible avec l'axe de l'arbre. Damage / Roulage : oprations qui ont pour but de comprimer superficiellement (moins de 10 N/m) les mottes, de les briser, de permettre une certaine portance des sols, d'activer ou de rtablir la capillarit ou de favoriser le tallage. Dsherbage : opration qui consiste enlever manuellement les mauvaises herbes. Drageon : pousse feuille, ayant pour origine un bourgeon adventif, issue dune racine (rejet naissant partir des racines). Echenillage : opration qui consiste dbarrasser les vgtaux des chenilles et qui s'opre soit par la coupe et le brlage des rameaux attaqus ou portant les nids, soit par pulvrisation ou poudrage de produits toxiques autoriss par les dispositions lgales en vigueur. Ecimer / Etter : couper la partie suprieure dun vgtal ou cime pour lamener se dvelopper en paisseur et non pas en hauteur. Cette pratique est fortement dconseille dans la plupart des cas.

CCT 2011

K. 8

Eclaircissage : taille visant rduire lopacit de la couronne et permettre un plus grand passage de la lumire au travers delle. Elle consiste en lenlvement d'une partie des rameaux ports par les charpentires afin d'augmenter la transparence de la couronne (par cette opration, les dimensions de la couronne restent inchanges). Emondage : pratique destine supprimer tous les gourmands se trouvant sur le tronc, du collet au dpart du houppier. Engrais : produits minraux, chimiques ou organiques destins procurer aux plantes, par le sol ou substrat, des lments nutritifs et constitutifs du vgtal. Fraisage : opration mcanique d'miettement ou d'ameublissement du sol une profondeur minimum de 20 cm comprenant l'incorporation au sol d'amendements, fertilisants, engrais ou autres matires. Fongicide : tout produit qui dtruit ou prvient le dveloppement des cryptogames parasites. Gourmand : pousse vigoureuse issue d'un bourgeon dormant ou noform qui se dveloppe directement sur le tronc ou les grosses branches. Herbicide : tout produit qui dtruit, tout ou partie des plantes, slectivement ou totalement. Hersage : opration qui a pour but soit d'mietter superficiellement le sol, soit d'enfouir superficiellement des graines ou autres matires. Houppier : voir couronne. Humus : matire rsultant de la minralisation par les micro-organismes de matires organiques d'origine vgtale ou animale. Insecticide : tout produit qui vise dtruire les insectes nuisibles. Jauge (mise en) : faon de disposer provisoirement les plantes cte cte, les racines recouvertes de terre ou autre substrat de manire les conserver momentanment. Labourer : opration manuelle ou mcanique de retournement du sol, une profondeur minimum de 10 cm pouvant comprendre l'enfouissement de vgtaux, fumier, amendements, engrais ou autres matires.

CCT 2011

K. 9

Mulch : la paille, les feuilles, la tourbe, les corces ou toute autre couverture de dchets vgtaux rpartis sur le sol autour des plantes pour prvenir lvaporation de leau et protger les racines du froid ainsi que pour viter la prolifration des mauvaises herbes ou le tassement occasionn par larrosage. Pesticide : produit destin assurer la destruction ou prvenir l'action des animaux, vgtaux, microorganismes ou virus nuisibles. Pralin : mlange trs pais d'eau et de terre forte teneur d'argile avec ou sans addition de fertilisants, amendements, engrais et/ou hormones spcifiques destin enduire le systme racinaire et favoriser la reprise des arbres et arbustes. Ravalement : opration qui consiste recouper un maximum de branches, le plus prs possible du tronc et des grosses branches charpentires. Ride d'corce : bourrelet plus ou moins apparent marquant la limite suprieure entre les tissus de la branche et du tronc ou de la branche porteuse. Sarclage : sil sagit de binage de parterres, on parle aussi de sarclage. Substrat : Support de culture des plantes. Taille / Elagage : pratique destine donner ou rendre un vgtal ligneux sa forme spcifique ou toute autre forme dfinie, liminer toutes branches indsirables, pour des motifs de scurit, de prophylaxie ou d'esthtique. Taillis : vgtaux ligneux qui peuvent tre taills en vue de leur repousse. Terre arable : terre cultivable. Tte de chat : excroissance forme par l'accumulation de bourrelets de cicatrisation issus de la taille rpte de rameaux au mme endroit. Tire-sve : jeune rameau laiss en place pour assurer la monte de la sve. Tourbe : matire organique provenant de l'accumulation de couches de sphaigne en dcomposition.

CCT 2011

K. 10

Tourbe blonde : matire organique provenant de l'accumulation de couches de sphaigne et ayant subi une dcomposition arobie. Matire sche : 80%. Matire organique : 30 %. pH : 4 5. Conductivit : 300 S/cm. Rsistivit : 3330 Ohm x cm. Rtention en eau : 1000 %. Tourbe noire : matire organique provenant de l'accumulation de couches de sphaigne et ayant subi une dcomposition anarobie. Matire sche : 65 %. Matire organique : 60 %. pH : 3,5 4. Conductivit : 105 S/cm. Rsistivit : 9520 Ohm x cm. Rtention en eau : 300 %. Tuteur : perche, poteau ou armature qui soutient une ou des plantes.

CCT 2011

K. 11

K.2

ESTIMATION DE LA VALEUR DES DEGATS AUX PLANTATIONS

Remarques concernant la mthode d'estimation des dgts aux plantations Il est fait application de la mthode dfinie par l'Association Bruxelloise des Gestionnaires de Plantations (A.B.G.P.) reprise in extenso ci-aprs (version 2009). La dernire version de la mthode et des valeurs destimation des dgts sont consulter sur le site www.abgp.be. Tous les ans, l'A.B.G.P. proposera une actualisation de la valeur du prix unitaire de base (/cm de la superficie de la section du tronc) en fonction de l'volution des prix pratiqus par le secteur horticole. Les valeurs indexes sont disponibles sur le site www.abgp.be Dans certains cas particuliers, cette mthode ne saura tre applique; le fonctionnaire gestionnaire des plantations s'appliquera dterminer le prjudice sur base d'autres critres objectifs. Afin d'viter toute quivoque propos du montant du dommage, le responsable des dgts peut user du droit de faire procder lui-mme la rparation du dommage et ceci conformment aux directives et la satisfaction du pouvoir adjudicateur. Dans les estimations, la T.V.A. n'est pas comprise.

K.2.1

Dgts aux pelouses

Les prix tablis ci-aprs ne prennent en compte que le rensemencement ou la pose de gazon en rouleaux. Les mthodes bases sur le gazon arm seront estimes par devis. La faon de rparer les dgts est dtermine par le fonctionnaire tablissant le devis. K.2.1.1 A. ENSEMENCEMENT

Prix tabli par mtre carr :

Dans ces prix sont compris: prparation du terrain, fumure, ensemencement. Superficie 100 m 4,00 /m 100 m < Superficie 500 m 3,25 /m 2,50 /m 500 m < Superficie 1.000 m Superficie > 1.000 m 2,00 /m B. Frais gnraux :

Ces frais comportent la surveillance, les dplacements, les tches administratives Ils slvent 15 % des prix tablis par m avec un minimum de 125 . Le cot total rsulte de la somme des prix tablis par mtre carr (A) et des frais gnraux (B).

CCT 2011

K. 12

K.2.1.2 A.

POSE DE GAZON EN ROULEAUX

Prix tablis par mtre carr :

Dans ces prix sont compris : prparation du terrain, fumure, pose de gazon en rouleaux. Superficie 100 m 7,50 /m 100 m < Superficie 1.000 m 5,00 /m Superficie > 1.000 m 4,00 /m B. Frais gnraux :

Ces frais comportent la surveillance, les dplacements, les tches administratives Ils slvent 15 % des prix tablis par m avec un minimum de 125 . Le cot total rsulte de la somme des prix tablis par mtre carr (A) et des frais gnraux (B).

K.2.2

Dgts aux plantations

Les spcifications ci-aprs concernent les arbres, y compris les conifres dune hauteur suprieure 350 cm ou en plantation d'alignement. K.2.2.1 EVALUATION DE LA VALEUR DE L'ARBRE

La valeur totale de l'arbre est dtermine par la formule suivante : B x E x S x ES x P dans laquelle les facteurs sont dtermins comme suit : K.2.2.1.1 Valeur de base (B)

Elle se dtermine par le produit de la section du tronc (O) 1,30 m de hauteur et de la valeur du prix unitaire de base. O = 3,14 x d/4 ou O = c / (4 x 3,14) (c = circonfrence en cm 1,30 m) ou, si le tronc n'est pas rond, Le diamtre moyen = (d1+d2) / 2 = d* O = 3,14 x (d* / 2 ) Le prix de base devient : B () = prix unitaire (/cm) x O (cm). (dl = diam. le plus petit, d2 = diam. le plus grand) (d = diamtre en cm 1,30 m)

CCT 2011

K. 13

K.2.2.1.2

Coefficient de l'espce (E)

Il est dtermin en fonction de la difficult de croissance ou la raret de l'espce (nomenclature : H.J. van de Laar 1989). Par ordre alphabtique : Pour toutes les essences tailles de manire architecture (pyramide, sphre, cube, marquise), le coefficient est fix 2. A. Les feuillus :
Laburnum anagyrodes (L. vulgare) (0,6). Laburnum watereri 'Vossii' (0,7). Liquidambar styraciflua (1). Liquidambar styraciflua cv(1). Liquidambar sp(1). Liriodendron tulipifera (1). Liriodendron tulipifera cv(1). Magnolia kobus (1). Magnolia loebneri Dr. Mervel(1) Magnolia (sp, cv) (1). Malus (sp, ssp,var, cv) (0,8). Morus alba (0,6). Morus sp (0,6). Nothofagus antarctica (1). Nyssa sylvatica (1). Ostrya carpinifolia (1). Parrotia persica (1). Paulownia tomentosa (0,6). Phellodendron amurense (0,7). Photinia fraseri Red Robin (1). Platanus x acerifolia (0,5). Platanus x acerifolia cv (0,7). Platanus orientalis cv(0,7). Populus alba 'Nivea' (0,4). Populus balsamifera (0,5). Populus berolinensis (0,5). Populus candicans 'Aurora' (0,5). Populus canescens (0,5) Populus canescens cv (0,5). Populus euramericana 'Robusta' (0,2). Populus interamericana 'Unal' (0,2). Populus lasiocarpa (0,8).

Acer campestre (0,6). Acer campestre 'Elsrijk' (0,9). Acer campestre 'Red Shine' (0,9). Acer campestre cv (0,9). Acer capillipes (1). Acer cappadocicum cv (1). Acer ginnala (0,7). Acer negundo(0,4). Acer negundo'Aureomarginatum' (0,9). Acer negundo 'Aureovariegatum' (0,9). Acer negundo 'Variegatum' (0,9). Acer negundo cv (0,9). Acer platanodes (0,4). Acer platanodes 'Drummondii' (0,8). Acer platanodes 'Faassens's Black' (0,8). Acer platanodes 'Globosum' (0,9). Acer platanodes 'Schwedleri' (0,8). Acer platanoides cv (0,8). Acer pseudoplatanus (0,4). Acer pseudoplatanus 'Atropurpureum' (A.ps. spaethii HORT.) (0,7). Acer pseudoplatanus 'Leopoldii' (0,7). Acer pseudoplatanus 'Negenia' (0,7). Acer pseudoplatanus 'Prinz Handjery' (0,7). Acer pseudoplatanus 'Rotterdam' (0,7). Acer pseudoplatanus cv (0,7) Acer rubrum (0,7). Acer rubrum Red Sunset (1). Acer rubrum Scanlon (1). Acer rubrum cv (1). Acer ruffinerve (1). Acer saccharinum (A. darlycarpum) (0,4). Acer saccharinum ' Laciniatum Wieri'(A.s. wieri)(0,6). Acer saccharinum ' Pyramidalis (0,6). Acer saccharinum ' cv (0,6). Acer sp. (1). Aesculus x carnea (0,8). Aesculus x carnea 'Briotii' (1). Aesculus x carnea 'cv' (1). Aesculus hippocastanum (0,4). Aesculus hippocatanum 'Baumannii' (0,8). Aesculus hippocastanum cv (0,8). Aesculus sp (0,8). Ailanthus altissima (A. glandulosa) (0,5).

CCT 2011

K. 14

Albizia julibrissin cv (1). Alnus cordata (0,5). Alnus glutinosa (0,3). Alnus glutinosa 'Imperialis' (1). Alnus glutinosa 'Laciniata' (1). Alnus incana (0,3). Alnus incana 'Aurea' (1). Alnus incana 'Laciniata' (1). Alnus spaethii (0,8). Alnus sp (0,8) Amelanchier laevis (0,6). Amelanchier laevis cv (0,6). Amelanchier lamarckii (A. canadensis HORT.);(0,9) Amelanchier lamarckii 'Robin Hill' (0,8). Betula albosinensis (0,7). Betula ermanii (0,7). Betula nigra (0,7). Betula papyrifera (0,4). Betula pendula (B. alba L.p.p.; B. verrucosa) (0,3). Betula pendula 'Crispa' (B.p. dalecarlica HORT.) (0,8). Betula pendula 'Laciniata' (0,8). Betula pendula 'Purpurea' (0,7). Betula pendula 'Youngii' (0,8). Betula pendula 'cv' (0,8). Betula pubescens (B. alba L.p.p.) (0,3). Betula utilis subsp jacquemontii (B. util. 'Doorenbos'; B. utilis HORT.)(0,7). Betula sp (0,7). Broussonetia papyrifera (1). Caragana arborescens (0,5). Caragana arborescens 'Pendula' (0,7). Carpinus betulus (0,5). Carpinus betulus 'Columnaris' (0,8). Carpinus betulus 'Fastigiata' (0,8). Carpinus betulus 'Frans Fontaine' (0,8). Carpinus betulus 'cv' (0,8). Carpinus sp (0,8) Castanea sativa (0,7). Castanea sativa cv(1). Catalpa bignonioides (0,5). Catalpa bignonioides 'Aurea' (0,8). Catalpa bungei (0,8). Celtis australis (0,7). Celtis occidentalis (0,7). Cercidiphyllum japonicum (1). Cercis siliquastrum (1). Cercis sp (1).

Populus nigra 'Italica'(P.n. pyramidales) (0,2). Populus tremula (0,6). Populus sp. (0,6). Prunus Accolade (0,6) Prunus avium (cv) (0,6). Prunus cerasifera 'Atropurpurea'(P.c. pissardii; P. pissardii) (0,7). Prunus cerasifera 'Woodii (P.c. Nigra HORT.) (0,7) Prunus fruticosa 'Globosa' (0,7). Prunus maackii 'Amber Beauty' (0,9). Prunus padus 'Colorata' (0,7). Prunus padus 'cv' (0,7). Prunus sargentii (0,7). Prunus serrulata 'Amanogawa' (0,8). Prunus serrulata 'Kanzan'(P.s. 'Hizakura' HORT.; P.s. 'Kwanzan') (0,7). Prunus serrulata 'Kiku-shidare-zakura' (0,7). Prunus serrulata 'cv' (0,7). Prunus sp., cv (0,7). Pterocarya fraxinifolia (0,8). Pyrus calleryana 'Chanticleer' (0,9). Pyrus calleryana 'cv' (0,9). Pyrus caucasica (0,9). Pyrus salicifolia 'Pendula' (0,9). Pyrus sp. (0,9). Quercus cerris (0,9). Quercus coccinea (0,9). Quercus frainetto (cv)(0,9). Quercus palustris (0,9). Quercus petraea (0,9). Quercus robur (0,7). Quercus robur 'Fastigiata' (0,9). Quercus robur 'cv' (0,9). Quercus rubra (0,7). Quercus turneri Pseudoturneri (1). Quercus sp , cv (1). Robinia pseudoacacia (0,4). Robinia pseudoacacia 'Bessoniana' (0,6). Robinia pseudoacacia 'Frisia' (0,8). Robinia pseudoacacia 'Lombarts' (0,8). Robinia pseudoacacia 'Pyramidalis' (0,8). Robinia pseudoacacia 'Umbraculifera' (0,8). Robinia pseudoacacia 'Unifoliola'(R.p. monophylla) (0,8). Robinia pseudoacacia 'cv' (0,8). Robinia sp (0,8) Salix acutifolia 'Pendulifolia' (0,4). Salix alba 'Liempde' (0, 4). Salix alba 'cv' (0, 4). Salix babylonica (S. pendula) (0,5). Salix caprea (0,5). Salix matsudana 'Tortuosa' (0,5). Salix sepulcralis 'Chrysocoma (S. s. Tristis, S. alba tristis) (0,5).

CCT 2011

K. 15

Cladastris kentukea (1). Clerodendron trichotomum (1). Corylus colurna (0,7). Crataegus cruss-galli (0,8). Crataegus laevigata Carrierei (C. lavallei 'carrierei'. ;C. carierai HORT.; C. lavallei HORT.)(0,8). Crataegus laevigata'Paul's Scarlet'(C.1. 'William Paul'; C.1. paulii) (0,7). Crataegus lavallei (0,7). Crataegus monogyna 'Stricta' (0,9). Crataegus sp (0,7). Davidia involucrata (1). Fagus sylvatica (0,8). Fagus sylvatica 'Asplenifolia' (1). Fagus sylvatica 'Atropunicea ( F. s. Purpurea') (1). Fagus sylvatica 'Dawyck Gold (1). Fagus sylvatica 'Dawyck Purple (1). Fagus sylvatica 'Penduta' (1). Fagus sylvatica 'cv (1). Fraxinus americana (0,8) Fraxinus americana cv(0,8) Fraxinus angustifolia 'Raywood'(F.a. wollastonii) (0,6). Fraxinus angustifolia 'cv (0,6). Fraxinus excelsior (0,4). Fraxinus excelsior 'Altena' (0,5). Fraxinus excelsior 'Atlas' (0,5). Fraxinus excelsior 'Diversifolia'(F.e. monophylla; F. veltheimii HORT.) (0,6). Fraxinus excelsior 'Jaspidea' (0,6). Fraxinus excelsior 'Nana'(F.e. globosa HORT.) (0,7). Fraxinus excelsior 'Pendula' (0,6). Fraxinus excelsior 'Westhofs Glorie' (0,6). Fraxinus excelsior 'cv' (0,6). Fraxinus ornus (0,6). Fraxinus ornus Arie Peters(0,7). Fraxinus ornus Meczek(1). Fraxinus ornus Obelisk(0,7). Fraxinus ornus cv(0,7). Fraxinus pennsylvanica cv. (1). Fraxinus sp. (0,7) Ginkgo biloba (0,8). Gleditsia triacanthos (0,8). Gleditsia triacanthos Shademaster(0,9). Gleditsia triacanthos 'Inermis' (0,9). Gleditsia triacanthos 'Skyline' (1). Gleditsia triacanthos 'Sunburst' (1). Gleditsia triacanthos cv(1). Hippophae salicifolia (0,8).

Salix sp. (0,5). Sophora japonica (0,8). Sophora japonica cv(0,8). Sophora sinensis (0,8). Sophora sp. (0,8). Sorbus americana 'Belmonte' (0,6). Sorbus americana 'cv' (0,6). Sorbus aria (0,6). Sorbus aria 'Magnifica'(S.a. decaisneana) (0,6). Sorbus aria 'Majestica' (0,6). Sorbus aria 'cv' (0,6). Sorbus arnoldiana (cv) (0,6). Sorbus aucuparia (0,4). Sorbus aucuparia 'Asplenifolia' (0,7). Sorbus aucuparia 'Fastigiata' (0,7). Sorbus aucuparia 'Rossica Major' (0,7). Sorbus aucuparia 'cv' (0,7). Sorbus intermedia (0,6). Sorbus intermedia cv(0,6). Sorbus thuringiaca (0,6). Sorbus thuringiaca 'Fastigiata'(S. hybrida HORT.) (0,7). Sorbus sp , cv . (0,7) Tilia americana 'Nova' (0,8). Tilia cordata (T.parviflora) (0,6). Tilia cordata,'Greenspire' (0,8). Tilia cordata,'cv' (0,8). Tilia euchlora (T. dasystyla) (0,9). Tilia europaea Euchlora (0,9) Tilia europaea Pallida (0,9) Tilia europaea cv (0,9) Tilia 'Petiolaris'(T. tomentosa 'Petiolaris') (0,9). Tilia platyphyllos (0,6). Tilia platyphyllos 'Fastigiata' (0,8). Tilia platyphyllos 'cv' (0,8). Tilia tomentosa (0,8). Tilia tomentosa 'Brabant' (0,9). Tilia tomentosa 'cv' (0,9). Tilia vulgaris 'Pallida'(T.v. 'Koningslinde') (0,8). Tilia sp. (0,9) Ulmus carpinifolia (cv) (0,8). Ulmus glabra 'Exoniensis'(U.g. fastigiata) (0,8). Ulmus glabra 'Horizontalis'(U.g. pendula, U. m. pendula LOUD) (0,8). Ulmus hollandica 'Commelin' (0,6). Ulmus hollandica 'Vegeta' (0,6). Ulmus hollandica 'Wredei (0,6). Ulmus procera (U. campestris L.p.p.) (0,5). Ulmus cv. (0,8) Zelkova serrata (0,8). Zelkova serrata cv (0,9).

Autres essences (1).

Ilex aquifolium (var, cv) (1).

CCT 2011

K. 16

Juglans nigra (0,8). Juglans regia (0,8). Juglans sp. (0,8). Koelreuteria paniculata (1).

B.

Les conifres :
Pinus leucodermis (1). Pinus nigra subsp. Nigra (0,8). Pinus strobus (0,6). Pinus sylvestris (0,8). Pinus wallichiana (0,8). Pinus sp. (0,8). Pseudotsuga menziesii (0,8). Sequoiadendron giganteum (2). Taxodium distichum (1). Taxus baccata (0,6). Taxus media Hicksii (0,7). Taxus sp. (1). Thuja occidentalis cv (0,5). Thuja plicata cv (0,4). Thuja sp., cv (0,5). Tsuga canadensis (0,5). Tsuga sp. (0,5).

Abies concolor (1). Abies koreana (1). Abies nordmanniana (1,2). Abies sp. (1). Araucaria araucana (2). Calocedrus decurrens (Libocedrus d.) (1,2). Cedrus atlantica Glauca (1). Cedrus atlantica cv (1). Cedrus deodara (0,7). Cedrus sp., cv (1). Chamaecyparis lawsoniana (0,5). Chamaecyparis sp., cv (0,5). Juniperus communis cv (0,4). Juniperus virginiana cv (0,8). Juniperus sp. Cv. (0,5). Larix decidua (0,5). Larix kaempferi (0,5). Metasequoia glyptostroboides (0,6).

Autres essences (1).

Picea omorika (0,6). Picea pungens (0,6). Picea pungens Koster (1). Picea sp. (0,5).

K.2.2.1.3

Coefficient de situation (S)

La valeur de l'arbre dpend de l'environnement dans lequel il est situ. 1,0 = centre urbain. 0,9 = habitat dense 0,8 = habitat semi-dense ou ouvert. 0,7 = zone transitoire : rgion rurale habite. 0,6 = zone rurale. Pour les plantations en voiries rgionales, le coefficient de situation est de 1,0. Le fonctionnaire dirigeant peut choisir une valeur infrieure 1,0.

CCT 2011

K. 17

K.2.2.1.4

Coefficient de l'tat sanitaire (ES)

Ce coefficient tient galement compte de l'esprance de vie de l'arbre. 0,0 = arbre mort. 0,1 = limite extrme avant la mort de l'arbre. 0,2 0,5 = arbre dprissant qui peut mourir dans les 2 6 ans qui suivent. 0,6 0,9 = arbre sain prsentant certaines malformations ou troubles de croissance. 1,0 = arbre sain. K.2.2.1.5 Coefficient du type de plantation (P)

1,5 = arbre remarquable ou class (*). 1,0 = arbre solitaire. 0,8 = plantation d'alignement. 0,7 = en groupe de 2 5 arbres. 0,5 = en groupe suprieur 5 arbres.
(*) liste consulter auprs de lAdministration de lAmnagement, du Territoire et du Logement (A.A.T.L.) Direction des Monuments et Sites (D.M.S.) : inventaire, sauvegarde et classement (http://www.monument.irisnet.be).

K.2.2.2

ENDOMMAGEMENT PARTIEL DE L'ARBRE

Si l'endommagement ne met pas en cause la stabilit, la reprise vgtative et laspect esthtique, l'arbre peut tre maintenu. La diminution de la valeur de l'arbre cause d'un endommagement du tronc, de la couronne et des racines est estime en tenant compte des coefficients suivants. K.2.2.2.1 A. Tronc

Plaie superficielle :

Endommagement par arrachage de l'corce jusqu' l'aubier. Il faut tenir compte du rapport entre la largeur de la plaie et la circonfrence du tronc. Endommagement = (largeur plaie x 100) / circonfrence tronc. Endommagement 50 % 40 49 % 30 39 % 20 29 % 10 19 % < 10 % B. Diminution en valeur 100 % 80 % 60 % 40 % 20 % 10 %

Plaie profonde (adaptation du calcul prcdent) :

Afin dintroduire la profondeur de la plaie dans la diminution de valeur, il y a lieu de multiplier le % dendommagement calcul ci-dessus par le coefficient correcteur dont voici le dtail :

CCT 2011

K. 18

1) mesurer la profondeur maximale de la plaie = r 2) le rayon R de larbre au niveau de la plaie est donn par la circonfrence du tronc divis par 6,28 (circonfrence=2 x 3,14 x R) 3) calculer le % du rayon atteint par la plaie: T (%) = r / R x 100 4) introduire la valeur T dans le tableau ci-aprs qui fournit la valeur du coefficient correcteur.
Valeur T 0 25 % 26 50 % 51 75 % 76 % Coefficient correcteur 1 1,5 2 2,5

5) Multiplier le coefficient correcteur par le pourcentage dendommagement calcul pour une plaie superficielle (point A.). La perte de valeur est ds lors adapte. Remarque: une diminution de valeur de 100 % correspond la perte totale de larbre. K.2.2.2.2 Couronne Diminution en valeur 100 % - perte totale 60 % 30 %

Dgts (estimation visuelle) > 45 % 20-45 % < 20 % K.2.2.2.3 Racines

Dgts (estimation visuelle) > 50 % 31-50 % 11-30 % 0-10 % K.2.2.2.4

Diminution en valeur 100 % = perte totale 75 % 50 % 25 %

Frais d'lagage et de soins

Dans le cas o les dgts occasionns la couronne de l'arbre exigent une taille et des soins de blessures, les frais sont estims : a) arbre ne ncessitant pas d'lvateur : b) arbre ncessitant un lvateur : circonfrence de l'arbre 50 cm 50 cm < circonfrence 100 cm 100 cm < circonfrence 200 cm circonfrence > 200 cm 40 (forfait) prix forfaitaire 75 101 124 174

Dans ces prix sont compris llvateur, les produits cicatrisants et les heures de travail. K.2.2.2.5 Frais gnraux.

Surveillance, dplacements, amortissement du matriel, administration 15 % du poste K.2.2.2.4 avec un minimum de 125 .

CCT 2011

K. 19

K.2.3

Destruction totale de l'arbre

Si les dgts sont tels que larbre doit tre considr comme perdu, il doit tre abattu et remplac. Si larbre peut tre remplac par un arbre quivalent en vente sur le march, lors de l'tablissement du devis, il y a lieu de tenir compte des postes suivants ( K.2.3.1 K.2.3.7). Si larbre ne peut tre remplac, il y a lieu de sen rfrer au K.2.3.8. K.2.3.1 ENLEVEMENT ET EVACUATION

Enlvement et vacuation de l'arbre endommag : 50 . circonfrence 16 cm: 16 cm < circonfrence 30 cm 100 . 30 cm < circonfrence 70 cm 150 . 200 . 70 cm < circonfrence 100 cm 100 cm < circonfrence 200 cm 300 . circonfrence > 200 cm selon devis. K.2.3.2 FOSSE DE PLANTATION

Creusement de la fosse de plantation et vacuation de la terre : 30 /m. Les dimensions de la fosse de plantation sont en corrlation avec la dimension de l'arbre planter. La grandeur de la fosse est galement fonction des circonstances. Formule appliquer : largeur x longueur x profondeur (m). Largeur, longueur et profondeur minimales souhaitables en fonction de la circonfrence du tronc 1,3 m de hauteur : circonfrence du tronc 20 cm : largeur = longueur = 1,20 m profondeur = 0,60 m soit dimensions de la fosse de plantation : 1,20 x 1,20 x 0,60 = 0,864 m. largeur = longueur = 2,00 m profondeur = 1,00 m soit dimensions de la fosse de plantation : 2,00 x 2,00 x 1,00 = 4m.

20 cm < circonfrence du tronc 40 cm :

circonfrence de l'arbre > 40 cm :

largeur = longueur = 2,50 m profondeur = 1,00 m (ou 2,00 si possible) soit dimensions de la fosse de plantation : 2,50 x 2,50 x 1,00 = 6,25 m. FOURNITURE ET APPORT DE TERRE ARABLE (40 /m)

K.2.3.3

Fosses de plantation : volume (du point K.2.3.2) x 40 /m.

CCT 2011

K. 20

K.2.3.4

LIVRAISON DE L'ARBRE A PLANTER (COMPREND LE TRANSPORT A PARTIR DE LA PEPINIERE)

Valeur commerciale actuelle. K.2.3.5 PLANTATION ET TUTEURAGE 75 150 300 500 650

circonfrence de l'arbre 10 cm 10 cm < circonfrence 20 cm 20 cm < circonfrence 30 cm 30 cm < circonfrence 40 cm circonfrence > 40 cm K.2.3.6

COUT DES SOINS DURANT LES DEUX PREMIERES ANNEES DE CROISSANCE

25 % de la somme des postes dcrits aux K.2.3.2 K.2.3.5. K.2.3.7 FRAIS GENERAUX

Surveillance, dplacement, administration... : 15 % de la somme des postes des K.2.3.1 K.2.3.6 avec un minimum de 125 et un maximum de 250 . K.2.3.8 L'ARBRE NE PEUT ETRE REMPLACE

Lorsque l'arbre ne peut tre remplac par son quivalent en raison de sa valeur de prsence importante (circonfrence, ge, emplacement, espce...), l'estimation sera tablie comme suit : La perte en valeur de prsence est la valeur de prsence de l'arbre dtruit diminue de la valeur de prsence du nouvel arbre (= prix catalogue). (La valeur de prsence de l'arbre dtruit voir K.2.2.1). L'arbre peut tre remplac par le plus gros sujet en vente sur le march. Les frais de remplacement (enlvement de l'arbre dtruit, tablissement de la fosse de plantation, fourniture et apport de terre arable, plantation et tuteurage, garantie et soins, frais gnraux) sont tablis en concordance avec les prix numrs aux K.2.3.1 K.2.3.6.

K.2.4

Conifres (hauteur < 350 cm et non plants en alignement), baliveaux, arbustes d'ornement, plants forestiers, rosiers ENDOMMAGEMENT PARTIEL DES PLANTES

K.2.4.1

Dans cette optique, les plantes peuvent tre maintenues. L'estimation est tablie sur base des paragraphes ci-aprs.

CCT 2011

K. 21

K.2.4.1.1

Frais de rparation

Les frais rsultant de rparations ventuelles seront dpendants de la nature du dommage. Il y a lieu de tenir compte des postes suivants : Travail du sol (par m) (dgager, bcher, sarcler, galiser...) : 5 /m Superficie 200 m Superficie > 200 m 3 /m Taille des plantes endommages (par m de surface au sol) : Superficie 200 m 3 /m Superficie > 200 m 2,5 /m K.2.4.1.2 Frais gnraux

Surveillance, dplacements, amortissement du matriel, administration... 15 % du poste K.2.4.1.1 avec un minimum de 125 . K.2.4.2 DESTRUCTION TOTALE DES PLANTES

Les plantes endommages doivent tre considres comme perdues et doivent tre enleves et remplaces. L'estimation tiendra compte des postes suivants : K.2.4.2.1 Enlvement et vacuation

Enlvement et vacuation des plantes endommages : plantes tapissantes, rosiers, plantes annuelles, bisannuelles et vivaces : 3 /m2. plantes d'une hauteur 1 m : 4 /pice 10 /pice plantes d'une hauteur > 1 m et 2 m : plantes d'une hauteur > 2 m et 3 m : 25 /pice plantes d'une hauteur > 3 m : 50 /pice haies de hauteur maximale 50 cm : 5 /m haies de hauteur maximale > 50 cm et 100 cm : 8 /m haies de hauteur maximale > 100 cm : 12,5 /m Etablissement de la fosse de plantation

K.2.4.2.2

Etablissement de la fosse de plantation et vacuation de la terre : 25 /m. Les dimensions des fosses de plantation sont fonction de l'espce planter. Plantes de petites dimensions (plantes tapissantes, plants forestiers, rosiers) : - 25 cm x 25 cm x 25 cm = 0,016 m conifres, baliveaux et arbustes en groupes : - 50 cm x 50 cm x 50 cm = 0,125 m grands conifres ( partir dune hauteur de 175 cm / 200 cm), grands baliveaux et arbustes solitaires : - 80 cm x 80 cm x 50 cm = 0,320 m

CCT 2011

K. 22

conifres et baliveaux ( partir de 200 cm de hauteur) : - 120 cm x 120 cm x 60 cm = 0,864 m K.2.4.2.3 Terre arable (cf. K.3.1)

Fourniture et apport de terre arable (40 /m). Pour des fosses de plantations de : - 25 cm x 25 cm x 25 cm = 0,016 m - 50 cm x 50 cm x 50 cm = 0,125 m - 80 cm x 80 cm x 50 cm = 0,32 m - 120 cm x 120 cm x 60 cm = 0,864 m K.2.4.2.4 Livraison de plantes

Valeur commerciale actuelle. K.2.4.2.5 Plantation et tuteurage

Plantes tapissantes, plants forestiers et rosiers : 1 /pice Arbustes de maximum 1 mtre de hauteur : racines nues 2,5 /pice avec motte 4 /pice Arbustes de 1 2 mtres de hauteur : racines nues avec motte baliveaux de maximum 175 cm de hauteur baliveaux de 175 200 cm de hauteur Arbustes de plus de 2 mtres de hauteur : racines nues avec motte baliveaux de plus de 200 cm de hauteur Conifres : conifres de moins de 300 cm de hauteur : conifres de plus de 300 cm de hauteur : Haies : hauteur < ou = 50 cm hauteur > 50 cm et 100 cm hauteur > 100 cm K.2.4.2.6 6 /pice 10 /pice 10 /pice 15 /pice 17,5 /pice 25 /pice 12,5 /pice

voir arbustes avec motte 62 /pice

8 /mtre 10 /mtre 15 /mtre

Cot des soins durant les deux premires annes de croissance

25 % de la somme des postes dcrits aux K.2.4.2.2 K.2.4.2.5. K.2.4.2.7 Frais gnraux

Surveillance, dplacements, amortissement du matriel, administration... 15 % de la somme des postes dcrits aux K.2.4.2.1 K.2.4.2.5 avec un minimum de 125 .

CCT 2011

K. 23

K.3

MATERIAUX

Les matriaux fournir sont mesurs en mtres cubes pour la terre arable et les fragments dcorce, en tonnes pour tous les autres. Le Cahier Spcial des Charges dfinit ce que comprennent les paiements effectuer ; par dfaut, les prix comprennent la fourniture et la mise en uvre. K.3.1 Terre arable

Le Cahier Spcial des Charges prvoit une analyse de la terre. Cette analyse, date de moins de trois mois, pourra tre demande tout moment en cours de chantier (cf. K.3.1.5). On entend par terre arable la terre qui correspond aux exigences suivantes, avant l'apport d'amendements : K.3.1.1 TEXTURE

A dfaut de spcification particulire dans le Cahier Spcial des Charges, la texture du sol ne peut tre prleve plus de 30 cm de profondeur. La texture granulomtrique de la terre arable doit respecter les conditions suivantes dans le triangle granulomtrique (la somme de ces trois fractions galant toujours 100 %) : Sables : Limons : Argiles (passant < 0,002 mm) : < 82,5 % 15 85 % < 25 %

Cela signifie que les textures du sol argileux lourd ou sableux ne peuvent tre acceptes. En cas de manquement ces exigences concernant la texture, la terre arable est refuse et remplace aux frais de l'adjudicataire, par de la terre qui satisfait aux exigences mentionnes.
0 100 %

15 80

35

ALO
60
AR

SA

55

45

AS LSA

AL

35 30

80

LAS SL LMS LLS

LA
17,5

LM
7,5

S
100 % 0 20

SL

LL
100 %

45 50 65 85 LIMONS Positionnement d'un chantillon dont A = 35 % et LT = 50 %

Textures sableuses S sable SL sable limoneux SA sable argileux Textures limono-sableuses LLS limon lger sableux LS limon sableux LMS limon moyen sableux LSA limon sablo argileux LAS limon argilo sableux Textures limoneuses LT limons totaux LL limon lger LM limon moyen LA limon argileux Textures argilo sableuses AS argile sableuse Textures argileuses A argile AL argile limoneuse Textures trs argileuses ALO argile lourde

BL ES

Triangle granulomtrique [Guide des analyses en pdologie, D. Blaize, INRA Editions, 2000]

LE GI

CCT 2011

K. 24

K.3.1.2

TAUX D'HUMUS

Celui-ci varie suivant la texture du sol et doit reprsenter au minimum les taux suivants : Dans le sol limoneux ou argilo-sableux Dans le sol sablo-limoneux Dans le sol argileux : : : 4,3 % 2,6 % 3,4 %

Si l'analyse de l'humus rvle un cart infrieur 1 %, la diffrence pourra tre compense par un apport de 100 litres de tourbe noire par m de terre et de 10 kg d'engrais organique contenant au moins 5N, 6P, 7K. La tourbe et la terre seront intimement mlanges. Une variation de plus de 1 % vers le bas du taux d'humus induit le refus de la terre arable. Une variation vers le haut ne donne pas lieu indemnisation sur base de ces chiffres, ni une diminution de la quantit fournir. K.3.1.3 ACIDITE

L'acidit de la terre arable varie et doit se situer, pour le pH (H2O), dans les zones optimales suivantes : Dans le sol limoneux ou argilo-sableux Dans le sol sablo-limoneux Dans le sol limoneux Dans le sol argileux : : : : 5,5 6,4 5,9 7,2 6,5 7,6 6,5 8,0

Si le taux d'acidit diffre jusqu' une unit de pH vers le bas, la diffrence doit tre compense par une valeur neutralisante en rapport avec la texture de la terre arable. Une variation en moins de plus dune unit de pH entrane le refus de la terre et son remplacement. K.3.1.4 PURETE

La terre arable livre ne peut pas contenir des pierres d'un diamtre suprieur 15 mm pour les engazonnements et suprieur 40 mm pour les plantations, ni dchets quelconques ou lments phytotoxiques, ni vgtaux nuisibles : chiendent, orties, renoues du Japon K.3.1.5 CONFORMITE

Un chantillon d'environ 3 kg est pris et rparti en trois quantits gales dont lune est remise au fonctionnaire dirigeant, une l'entrepreneur et une pour l'analyse. L'analyse se fait dans un laboratoire agr par le fonctionnaire dirigeant aux frais de l'entrepreneur. L'chantillonnage se fait contradictoirement avant l'pandage et l'apport ventuel d'amendement. La quantit prleve doit tre reprsentative pour la terre arable fournie. La terre arable qui n'est pas conforme est refuse.

CCT 2011

K. 25

K.3.2

Engrais, amendements du sol et substrats de culture

Ceux-ci doivent tre conformes la lgislation en vigueur : A.R. du 07/01/1998 relatif au commerce des engrais, des amendements du sol et des substrats de culture (tel que modifi par les arrts royaux du 18/05/1998, du 28/05/2003, du 15/06/2004 et du 16/01/2006). Le Cahier Spcial des Charges prescrit le type dengrais, damendement du sol et de substrat de culture, ainsi que les critres de qualit et de fourniture. K.3.2.1 AMENDEMENTS ORGANIQUES DU SOL

Mlangs avec le sol, ils procurent un apport en matires organiques ce qui permet daugmenter la capacit dabsorption deau du sol. Les microorganismes transforment la matire organique en humus et permettent ainsi la production de nutriments (N, P, K, Ca, Mg). K.3.2.1.1 Fumier sch

La dnomination du fumier doit comprendre l(les) espce(s) animale(s) dont il provient (fumier sch de ). Ce produit est obtenu par dshydratation thermique et est constitu exclusivement par les excrments solides et liquides danimaux et ventuellement de la litire. Il doit contenir au moins 40 % de matires organiques. K.3.2.1.2 Amendements organiques mlangs

Ceux-ci sont obtenus par le mlange de deux ou plusieurs amendements du sol tel que dcrit dans lA.R. du 07/01/1998 relatif au commerce des engrais, des amendements du sol et des substrats de culture. Le mlange doit contenir au moins 10 % de matires organiques (et au moins 22 % sil sagit dun amendement organique mlang riche en matire organique). Les teneurs maximales autorises en mtaux lourds (en mg/kg de matire sche) sont : cadmium : 2,5 mercure : 2,5 chrome : 100 nickel : 50 cobalt : 10 plomb : 500 cuivre : 250 zinc : 750 K.3.2.1.3 Compost

Le compost de dchets verts rpond aux exigences lgales en la matire telles que les Arrts du Gouvernement du 16/11/2000 et du 07/11/2002 relatifs la lutte contre le lpidoptre Cameraria ohridella infestant les marronniers. Le degr de dcomposition des matires organiques doit tre dau moins 50 %. Le rsidu de calcination de lextrait aqueux de la matire sche est au maximum de 1,5 % de la matire sche. Le compost dcorces de bois feuillus est obtenu par le compostage dcorce de bois feuillus et doit contenir au moins 40 % de matire sche, laquelle doit tre constitue dau moins 55 % de matires organiques. La teneur en chlore de la matire sche est au maximum de 0,025 %.

CCT 2011

K. 26

La capacit dabsorption deau aprs schage est au moins gale 5 fois la teneur en matires organiques de la matire sche. Le compost dcorce darbres rsineux est obtenu partir dcorces darbre rsineux enrichies en lments fertilisants adquats et compostes dans des conditions telles que les rsines phytotoxiques sont dcomposes. Il doit contenir au moins 30 % de matire sche, laquelle doit tre constitue dau moins 70 % de matires organiques. La teneur en chlore de la matire sche est au maximum 0,1 %. La capacit dabsorption deau aprs schage est au moins de 150 g par 100 g de matire sche. K.3.2.1.4 Terre de tourbires

La dnomination est ventuellement suivie de lindication de la provenance (de carex, de lache sous bouleau, de fort). La terre de tourbire provient en majeur partie de matires vgtales formes en milieu aquatique lors de la gogense. Elle doit contenir au moins 12 % de matire sche qui doit tre constitue pour au moins 45 % de matires organiques. La teneur en rsidu de calcination de lextrait aqueux de la matire sche est au maximum de 2 % de la teneur en matires organiques de la matire sche. La teneur en chlore de la matire sche est au maximum de 0,25 % de la teneur en matires organiques de la matire sche (et de 0,15 % lorsquelle est qualifie de pauvre en chlore ). K.3.2.2 AMENDEMENTS PHYSIQUES DU SOL

Ils permettent damliorer la structure du sol (permabilit, colmatage, aration) mais ils ne contiennent pas de matires organiques. K.3.2.2.1 Perlite expanse

La perlite expanse est un produit minral provenant de lexpansion haute temprature de roches volcaniques broyes. Elle doit contenir au moins 99 % de matire sche et avoir une capacit dabsorption dau moins 150 g par 100 g de substrat sec. Sa densit apparente, sans tassement, doit tre au maximum de 155 g/l. K.3.2.2.2 Silicium collodal

Ce produit provient de la transformation sous forme de gel ou de sol de la fonte de sable et de soude. Lorsquil se prsente sous forme de gel, il peut tre enrichi par maximum 4 % dazote. Il doit contenir au moins 27 % dacide silicique solubilit rversible et au maximum 15 % doxyde de sodium soluble dans leau. Le rapport entre la teneur en dioxyde de silice et en oxyde de sodium doit tre compris entre 3/1 et 4/1. K.3.2.3 SUBSTRATS DE CULTURE ORGANIQUE

Au contraire des amendements du sol, les substrats de culture sont utiliss comme couche sur laquelle les plantes sont semes et cultives. Les substrats de culture organique se composent dun substrat organique dorigine animale ou vgtale, enrichi ou non dengrais ou complt par des amendements physiques ou des substrats de culture inorganique.

CCT 2011

K. 27

K.3.2.3.1

Terreau

La dnomination du terreau (terreau base de ) doit rependre lensemble des matires premires utilises dans lordre dcroissant de leur importance pondrale. La quantit de matire sche doit tre dau moins 20 % et la quantit de matire organique dau moins 50 % de la teneur dclare en matire sche. Le pH (H2O) doit tre compris entre : 3,5 et 5 pour les terreaux destins aux plantes acidophiles ; 6,5 et 7,5 pour les terreaux destins aux plantes alcalinophiles ; 5 et 6,5 pour les autres plantes. La conductivit lectrique est au maximum de 750 s/cm (dilution 1/5 v/v). Les teneurs maximums autorises en mtaux lourds (en mg/kg de matire sche) sont : cadmium : 1 cuivre : 50 mercure : 1 K.3.2.4 plomb : nickel : zinc : 50 10 100

SUBSTRATS DE CULTURE MINERAUX

Appels aussi substrats de culture inorganiques, ils ne contiennent pas de matire organique et sont ajouts des substrats de culture organiques ou utiliss comme substrat pour la culture de plantes en hydroculture. Il sagit essentiellement de largile expanse, la perlite, la vermiculite, la lave et la laine de roche. K.3.2.5 ENGRAIS

La fonction principale des engrais est de fournir des substances nutritives aux plantes. Il en existe trois groupes : les lments majeurs : N, P, K ; les lments secondaires : Ca, Mg, Na, S ; les oligo-lments : Fe, Mn, Zn, Cu, B, Mo, Co

Les engrais autoriss sont ceux repris lannexe I (chapitres I, II, V et VI) de lA.R. du 07/01/1998 relatif au commerce des engrais, des amendements du sol et des substrats de culture. Pour les engrais de type NPK, la dnomination doit reprendre le nombre dunit de chaque lment N, P et K. Ces nombres indiquent la teneur en azote, en anhydride phosphorique et en oxyde de potassium. Lorsquune teneur en lments secondaires est mentionne, la dnomination du type dengrais doit tre complte par la mention contenant du suivi du nom des lments simples prsents ou de leur symbole chimique. Lorsque des oligo-lments ont t ajouts, la dnomination du type dengrais doit tre complte par une des mentions suivantes : avec oligo-lments ; avec suivi du ou des noms des oligo-lments prsents ou de leur symbole chimique.

CCT 2011

K. 28

Les teneurs en oligo-lments doivent atteindre au moins les valeurs suivantes : Pour usage horticole 0,01 % 0,002 % 0,02 % 0,01% 0,001 % 0,002 % Pour pulvrisation foliaire 0,01 % 0,002 % 0,002 % 0,02 % 0,01% 0,001 % 0,002 %

Bore (B) Cobalt (Co) Cuivre (Cu) Fer (Fe) Manganse (Mn) Molybdne (Mo) Zinc (Zn)

Les qualits et quantits d'engrais fournir seront dfinies par les rsultats des analyses pdologiques et les avis de fumure du laboratoire. Les paiements se feront sur base de l'unit fertilisante fournie et mise en uvre. Les compositions des engrais utiliser sont prcises dans le Cahier Spcial des Charges et font lobjet de postes spcifiques du mtr.

K.3.3

Paillis et mulch

Les mulchs ne peuvent contenir aucune substance phytotoxique, ni organisme ou microorganisme vgtal ou animal susceptible de nuire la vgtation. Le mulch est rparti uniformment de manire obtenir une paisseur minimale de 8 centimtres, maximale de 12 centimtres.

K.3.4

Granulats dargile expanse

Les granulats dargile expanse sont conformes au C.3.3.8.

CCT 2011

K. 29

K.4 K.4.1

PRODUITS PHYTOPHARMACEUTIQUES Gnralits

Tous les produits phytopharmaceutiques utiliss, ainsi que les applications, prvus dans le prsent cahier des charges doivent tre conformes la lgislation. LOrdonnance du 01/04/2004 relative la restriction de lusage des pesticides par les gestionnaires des espaces publics en Rgion de Bruxelles-Capitale est d'application. Par pesticides , il faut entendre les produits destins : protger les vgtaux contre tous les organismes nuisibles ou prvenir leur action ; dtruire les vgtaux indsirables.

Les produits phytopharmaceutiques concerns sont : les herbicides ; les anti-mousse ; les insecticides et les acaricides ; les fongicides et les bactricides ; les rodenticides spcifiques et les taupicides ; les rpulsifs et les attractifs ; les mastics et les baumes cicatrisants ; les additifs.

Larticle 3 de cette Ordonnance stipule quil est interdit de faire usage de pesticide dans les espaces publics et que des techniques alternatives doivent tre utilises. Toutefois, lorsquaucun autre moyen de lutte ne peut tre appliqu, lutilisation de pesticides est autorise de manire restrictive moyennant le respect des principes de lutte intgre et des conditions fixes larticle 4 de lOrdonnance. Tous les produits utiliss doivent pralablement tre soumis l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Cette demande crite mentionne : le nom commercial du produit + numro d'enregistrement; le nom et la concentration des matires actives; le mode d'emploi avec mention des doses utiles, le genre d'appareils, la quantit d'eau l'hectare

L'entrepreneur prend soin d'appliquer les produits dans les conditions idales. Les applications s'excutent par un personnel dment qualifi. Tous les dgts causs aux tiers ou au pouvoir adjudicateur sont charge de l'entrepreneur. Toutes les applications des produits phytopharmaceutiques, pendant la priode d'entretien, se font sur ordre spcial.

K.4.2

Dsherbage slectif

Les doses utiliser sont celles prconises par le fabricant. Le fonctionnaire dirigeant indique les zones traiter en concertation avec le fonctionnaire gestionnaire des plantations.

CCT 2011

K. 30

K.4.3

Insecticides et fongicides

Dans le cas o lutilisation dun insecticide ou dun fongicide est autorise, les endroits traiter sont indiqus dans l'ordre de service. L'application doit tre ralise endans les 24 heures aprs notification au journal des travaux pour autant que les conditions atmosphriques le permettent. Suivant le dveloppement des ufs ou des spores, un deuxime traitement sera appliqu aprs un court dlai. Pour la pulvrisation des arbres, le volume porter en compte est dfini par le produit de la surface de la projection horizontale de la couronne par le tiers de la hauteur de cette couronne.

CCT 2011

K. 31

K.5 K.5.1

TRAVAUX D'AMENAGEMENTS Critres de qualit des vgtaux fournis

Les vgtaux fournir seront de premier choix, ayant pass un temps adapt en ppinire. Montrant une croissance rgulire et soutenue, ils auront t rgulirement transplants et seront exempts de maladies, d'infections et de parasites. L'enracinement sera parfaitement rparti et sain; tout enracinement spiral ou chignonn est une clause de rebut de la plante. Les arbustes seront fournis en conteneurs (pots), ils y auront sjourn une saison de vgtation complte. Les baliveaux et arbres de haute tige seront livrs avec motte proportionne leur taille, ils auront t transplants rgulirement de manire regrouper le systme racinaire proximit du collet, soit quatre fois pour les hautes tiges de dimensions comprises entre 20 et 30, cinq fois pour les dimensions comprises entre 35 et 50, plus pour les dimensions suprieures. Une fiche technique reprenant lorigine et la provenance du vgtal doit tre remise au fonctionnaire dirigeant et au fonctionnaire gestionnaire des plantations la livraison. K.5.1.1 ARBRE DE HAUTE TIGE

Le tronc sera droit, flch et robuste, le bourgeon terminal sera intact, gros et bien form, pour assurer une pousse vigoureuse dans le prolongement du tronc. Les branches latrales sont rgulires, de vigueur homogne et prsenteront un angle d'implantation sur le tronc vitant le risque de fourches et d'corces incluses. L'arbre ne prsentera ni blessures, ni glivures, la greffe ventuelle sera compltement ferme et sans diffrence de diamtre avec le tronc. Le collet sera exempt de gonflements. Les arbres fournis auront t choisis (rception qualitative en ppinire) ou approuvs par le fonctionnaire dirigeant en concertation avec le fonctionnaire gestionnaire des plantations. La rception des arbres se termine sur le chantier de plantation en vrifiant que larbre livr est le mme que celui choisi en ppinire, que sa motte est belle et quil na pas t endommag lors du transport. Sur simple demande du fonctionnaire dirigeant, l'entrepreneur donne, la fourniture des plantes, le nom et le numro d'enregistrement de(s) (la) ppinire(s) ainsi que les varits de manire pouvoir ultrieurement s'approvisionner en plantes prsentant le mme aspect, la mme croissance et la mme origine gographique, dfaut de la mme origine parentale. Le diamtre de la motte sera au minimum de : 0,80 m pour des arbres de circonfrence 20/25 cm 1,00 m pour des arbres de circonfrence 25/35 cm 1,20 m pour des arbres de circonfrence 35/45 cm 1,50 m pour des arbres de circonfrence 45/60 cm Le volume de cette motte doit tre suffisant pour garantir la reprise du vgtal. La motte est ferme et contient beaucoup de racines. La motte est protge par une tontine en jute ou autre matriau quivalent biodgradable. Si la motte est entoure de grillage mtallique,

CCT 2011

K. 32

celui-ci sera constitu de fils non zingus et recuits, dont la dgradation sera complte aprs maximum 3 ans. Ds la plantation, le tronc des jeunes arbres plants doit tre protg contre le soleil du sol jusquaux premires branches. La protection apporte sera approuve au pralable par le fonctionnaire dirigeant ; elle sera assure par un cannis ou ventuellement par une toile de jute badigeonne dargile. Les protections des troncs peuvent tre enleves deux ans aprs la plantation. K.5.1.2 ARBUSTES

A dfaut de prescriptions spcifiques dans le Cahier Spcial des Charges, les arbustes sont fournis en conteneurs (pots) dont les dimensions sont de minimum 7,5 litres pour des plantes de 60/80 cm de hauteur ; 10 litres pour des dimensions de 80/100 cm ; 15 litres pour des dimensions 100/125 cm. Les racines seront bien dveloppes, saines, uniformment rparties dans l'ensemble du pot, le chevelu racinaire ne peut se dvelopper en dehors ni tre sectionn pour la livraison. La dimension de fourniture implique que trois branches minimum satisfont la dimension minimale. K.5.1.3 PLANTES VIVACES & PLANTES TAPISSANTES

A dfaut de prescriptions spcifiques dans le Cahier Spcial des Charges, ces plantes sont fournies en conteneurs (pots) de minimum 3 litres, les racines seront bien dveloppes, saines, uniformment rparties dans l'ensemble du pot, le chevelu radiculaire ne peut se dvelopper en dehors ni tre sectionn pour la livraison.

K.5.2

Plantation d'arbres haute tige

Les travaux et fournitures suivants sont compris dans le prix unitaire de la plantation : l'implantation des parcelles de plantation ; le creusement des fosses, lvacuation des terres excdentaires ; le tuteurage ; la pose de drains, la plantation et le remplissage de la fosse ; la pose des liens ; la mise en uvre de la cuvette ; les soins aux arbres aprs plantation ncessaires la bonne reprise de larbre soit la taille de formation raisonne, la finition de la fosse de plantation, les arrosages, les ventuels traitements phytosanitaires, le maintien en bon tat du systme de protection du tronc (toile de jute, bambou), le remplacement des liens pendant la priode de garantie. Le Cahier Spcial des Charges prcisera si l'entretien horticole au pied des arbres (enlvement des mauvaises herbes, binages des fosses darbres) est inclus dans le prix ou fait lobjet dun poste spcifique. La priode de garantie stend jusquau 20 juin qui suit le deuxime hiver complet aprs la plantation (voir tableau ci-dessous). Durant cette priode de garantie, les travaux susmentionns restent charge de lentreprise.

CCT 2011

K. 33

A la fin de la priode de garantie, lentrepreneur enlve les tuteurs, la toile de jute ou les cannis de bambou ainsi que les liens ayant t remplacs antrieurement retenant ces derniers.

Date de plantation de larbre Novembre x Dcembre x Janvier (x+1) Fvrier (x+1) Mars (x+1)

Priode de garantie Hiver x-(x+1) et hiver (x+1)-(x+2) Hiver x-(x+1) et hiver (x+1)-(x+2) Hiver (x+1)-(x+2) et hiver (x+2)-(x+3) Hiver (x+1)-(x+2) et hiver (x+2)-(x+3) Hiver (x+1)-(x+2) et hiver (x+2)-(x+3)

Date de fin de la priode de garantie et de rception dfinitive de larbre 20 juin (x+2) 20 juin (x+2) 20 juin (x+3) 20 juin (x+3) 20 juin (x+3)

Exemple :
Novembre 2010 Hiver 2010-2011 et hiver 2011-2012 20 juin 2012

CCT 2011

K. 34

K.5.2.1

PLANTATIONS EN ZONES REVETUES (TROTTOIRS, ZONES DE STATIONNEMENT) AVEC OU SANS GRILLES

La plantation s'effectuera selon le schma suivant :

Cette plantation comprend les travaux suivants : Terrassement en dblais soit le creusement de la fosse d'un volume prescrit au cahier spcial des charges : le volume le plus grand possible sera concern mais il sera de minimum 3 m en surface et de minimum 80 cm en profondeur. Le fonctionnaire dirigeant indiquera sur chantier les consignes suivre. Terrassement en remblais de terres arables comprenant la fourniture et la mise en uvre de terres arables dans la fosse de plantation. Terrassement en remblais de mlange terre / pierres comprenant la fourniture et la mise en uvre autour de la fosse de plantation (sous les zones de trottoir et de stationnement lentourant) de pierres naturelles chimiquement inertes 50/100 mm mlanges 30 % de terre arable. Ce mlange est compact et substitue le sol en place. Un volume de 3 m minimum devra tre excav et remplac par le mlange terre / pierres. La mise en uvre du mlange terre / pierres fait lobjet dun poste spcifique au mtr.

CCT 2011

K. 35

Plantation de larbre : sa fourniture, sa plantation en motte ou racines nues et sa fixation par tuteurage ou ancrage.

Lhabillage de la fosse arbre (grille, copeaux, plantations basses, graviers dans de la rsine) dpend de la situation des lieux. Il est spcifi au Cahier Spcial des Charges. Dans le cas dune plantation avec grille au pied de larbre, cette plantation comprend : la fourniture et la mise en uvre d'un gotextile au pied de l'arbre ; la fourniture et la mise en uvre d'un paillis de copeaux de rsineux ; la fourniture et la mise en uvre du support d'encadrement (ventuellement prfabriqu) ; la fourniture et la pose du cadre de support de la grille d'arbre contre joint par rapport au support d'encadrement, fixation et contrebutage l'extrieur; et la fourniture et la mise en uvre de la grille. IMPLANTATION DES PARCELLES DE PLANTATION

K.5.2.2

Avant toute opration de terrassement, l'entreprise procde au piquetage des surfaces planter et la pose de repres aux lieux de plantation des hautes tiges. Le cas chant, le fonctionnaire dirigeant peut faire procder des sondages. K.5.2.3 CREUSEMENT DES FOSSES

Les parois des fosses sont verticales. Les dimensions du fond font minimum 1 m x 1 m et la profondeur 0,80 m. Pour les plantations d'arbres de dimension suprieure 20/25 cm de circonfrence, si les conditions locales le permettent, la dimension de la fosse de plantation sera le double du diamtre de la motte. Le sol de fondation sera ameubli jusqu' minimum 1,20 m de profondeur si les conditions locales le permettent. Les parois et le fond de la fosse seront dcompacts par griffage pour permettre une bonne pntration des racines. K.5.2.4 K.5.2.4.1 FOURNITURE ET POSE DE FIXATION DES ARBRES Pose de tuteurs

Les tuteurs ont une taille adapte la taille de l'arbre planter : une longueur minimale de 3 m, avec un diamtre de 8 cm ou une longueur de 4 m avec un diamtre de 12 cm. Les tuteurs sont bien droits, corcs sur toute la longueur et pointus. Ils sont traits sur toute la longueur par un procd de protection permettant de les maintenir en bon tat pendant la priode de garantie. Les tuteurs traits ne seront fournis qu'aprs schage. Les tuteurs seront enfoncs de 0,30 m dans le sol sous le fond de la fosse, avant plantation, sans abmer la tte. Le tuteurage des sujets s'effectue l'aide de tripodes carts par au moins un niveau de lattes de bois dont la longueur est de 0,70 m 1,00 m, et dont la largeur doit permettre la fixation par deux vis par tuteur (quatre par latte). Ces lattes sont fixes en haut des tuteurs. Un espace suffisant doit rester entre la plante et le tuteur afin dviter le frottement et de permettre la pose des ligatures.

CCT 2011

K. 36

K.5.2.4.2

Ancrage souterrain

Lors de plantations sur dalles, ou lorsque la prsence de tuteurs n'est pas souhaite, le systme de tuteurage sera de type ancrage, sans tuteurs. Les travaux comprennent la fourniture et la mise en uvre d'un ancrage souterrain invisible de la motte au moyen de trois ancres de sol, d'un lment de rpartition de pression et d'un tendeur muni d'un cble appropri. Chaque ancre de sol est compose d'un soulier en aluminium coul profil en pointe lavant afin de faciliter la pntration dans le sol lors du placement. La partie suprieure de lancre est attache un cble dont la longueur est dterminer suivant la force de tension requise pour l'ancre et la composition du sol. Chaque cble se termine par une boucle. La partie arrire de l'ancre est pourvue d'une cavit dans laquelle un mandrin sinsre afin de permettre son placement. Llment de rpartition de pression est compos soit de deux demi-disques en fibres comprimes, soit de trois chevrons de bois assembls en triangle dont les dimensions sont fonction de la taille de l'arbre. Il sert mieux rpartir les forces de tension et protger la motte.

CCT 2011

K. 37

Le cble d'ancrage de la motte est en acier galvanis et sert assembler l'ensemble des ancrages par les boucles des ancres de sol et en passant par-dessus l'lment de rpartition de pression, au moyen du tendeur. Types : dterminer suivant la circonfrence du tronc et la hauteur de l'arbre. Le placement des ancres s'effectue manuellement ou mcaniquement l'aide dun mandrin. Chaque ancre est place juste ct de la motte, 120 des deux autres et est enfonce une profondeur gale la totalit de son cble. Ensuite chaque ancre est bloque dans sa position dfinitive par une traction exerce sur la boucle du cble l'aide d'un crochet ou d'un cric de verrouillage. L'ancre pivote alors de 90, pour atteindre une position horizontale qui lui assure sa complte capacit de traction. Aprs s'tre totalement assur du blocage correct des ancres, on passe le cble reli au tendeur dans les boucles des ancres, en passant par-dessus le disque ou le triangle pour aller relier le trou du tambour du tendeur afin de serrer et ajuster fermement la motte. Aprs travaux, les fosses de plantation sont partiellement dblayes puis combles avec une bonne terre vgtale enrichie d'engrais organiques. K.5.2.5 PLANTATION ET POSE DE DRAINS

Les arbres ne seront plants quen priode de repos de la vgtation (entre les mois de novembre et mars) et dans des conditions mtorologiques satisfaisantes (ni neige, ni gel). Une attention toute particulire sera porte aux manipulations de larbre afin de ne pas le blesser. Les terres arables sont mlanges et places au fond de la fosse. L'arbre haute tige est plant au milieu de la fosse, le collet de 4 5 cm au-dessus du niveau du sol et le tronc li aux tuteurs. Un drain darrosage est pos contre et autour de la motte. Ce drain prsente un diamtre de 10 cm minimum et est muni dun couvercle chaque extrmit. Le remplissage de la fosse s'effectue l'aide de terre bien miette, exempte de pierres et autres dchets ventuels, mlange 25 % (poids) de sable de rivire, 15 % (poids) de tourbe blonde et de 0,5 % de produit de synthse hydro-rtenteur. Pendant le remblaiement, le mlange de terre doit tre bien rparti en petites quantits entre et sur les racines, de faon ne pas crer de creux. Cette terre amliore est bien compacte. Aprs ce compactage et aprs le tassement naturel, le collet doit se trouver au niveau du sol. K.5.2.6 POSE DE LIENS

Par arbre haute tige, au minimum 3 liens de 2 cm de largeur en matriau souple mais non extensible sont prvus au mme niveau. Ils sont disposs de manire permettre un dbattement vertical d l'enfoncement de la motte, tout en n'autorisant aucun dbattement latral; les liens sont tendus et solidement attachs au tuteur. Les liens sont fixs 1,50 m de hauteur. La ligature se fait immdiatement aprs la plantation.

CCT 2011

K. 38

Les liens et les tuteurs doivent tre vrifis et ventuellement remplacs tous les trois mois. Ils seront dmonts la fin de la priode de garantie. K.5.2.7 FOURNITURE DE BOIS ROND ET DE LATTIS POUR ARBRES PALISSES

Le bois est frais ou rabot. Le bois est trait sous vide avec un produit de protection lui permettant de rester en bon tat pendant 15 ans. Mesures des piquets ronds en bois poss verticalement : longueur : 5 m, diamtre 12 cm. Ces piquets sont enterrs 1 m de profondeur. Le lattis est compos de planches horizontales de 5 cm x 10 cm et de lattes verticales de 5 cm x 5 cm et de longueurs adaptes lamnagement. Le lattis est fix solidement et suivant les rgles de l'art aux piquets ronds en bois. K.5.2.8 K.5.2.8.1 SOINS AUX ARBRES APRES PLANTATION La taille de formation raisonne (cf. K.7.2)

La taille se fait aprs la plantation et en fonction de l'espce ou la varit et suivant les directives du fonctionnaire dirigeant. La rgle gnrale est la suivante : une taille par an. La flche est maintenue intacte, de mme que la forme naturelle de l'espce. Les branches concurrentes de la branche principale sont enleves ainsi que celles prsentant un angle d'implantation trop faible (dfourchage). Les branches latrales sont ensuite slectionnes de manire garantir une distribution rgulire des branches latrales sur le tronc et viter la domination de certaines latrales : les branches latrales les plus fortes sont rduites, les branches les plus faibles sont tailles plus "long". La section a toujours lieu de manire conserver un tire-sve (bourgeon ou brindille) se trouvant l'extrieur de la branche. K.5.2.8.2 Finition de surface de la fosse de plantation

L'galisation de la surface des fosses se fait aprs la taille. Elle consiste en une galisation de toute la surface des fosses et la cration de cuvettes d'arrosage dlimites par les tuteurs et d'une profondeur de minimum 6 centimtres et maximum 10 centimtres. K.5.2.8.3 Arrosages

Les oprations d'arrosage ncessaires sont proposes par lentrepreneur et/ou imposes par le fonctionnaire dirigeant en fonction de lessence darbre plant et du climat. Le prix unitaire de la plantation comporte 7 arrosages par an pendant la priode de garantie. Le premier arrosage sera effectu aprs un minimum de 5 jours ouvrables et un maximum de 10 jours ouvrables. Aprs cet arrosage les liens sont retendus, les remblais ventuellement complts et la cuvette d'arrosage restaure. Les arrosages suivants doivent tre raliss quand le degr d'humidit dans la zone racinaire est insuffisant. Si des arrosages complmentaires doivent tre raliss, le fonctionnaire dirigeant indique dans l'ordre de service les arbres qui doivent tre arross. L'entrepreneur fournit l'eau ncessaire, il veille ce qu'elle ne contienne aucun produit phytotoxique. La quantit d'eau utiliser s'lve

CCT 2011

K. 39

minimum 100 litres par arbre et par intervention. L'eau est apporte l'aide de tout vhicule pourvu de la signalisation rglementaire, quip d'un compteur de dbit en bout de tuyau et d'un tachygraphe. L'arrosage s'effectue de manire gravitaire, suffisamment lentement que pour viter tout dbordement, toute salissure. La cuvette d'arrosage est reconstitue avant chaque arrosage. Arbres en bac : 50 % de l'apport sera ralis en surface, 50 % par alimentation par le drain d'aration. Les copeaux couvre-sol sont replacs et remis niveau aprs larrosage. Arbres en pleine terre : Une cuvette de recueillement sera cre au pied de l'arbre. L'eau est apporte avec un tuyau grand dbit et sous pression gravitaire. Si les arbres sont pourvus d'un tuyau de drainage, 50 % de l'apport y sera vers. Aprs lapport et la pntration de l'eau dans la terre, la surface du pied de l'arbre sera nivele et bine de manire rduire l'vaporation ; les copeaux couvre sol sont replacs dans l'tat original.

K.5.2.9 K.5.2.9.1

AMELIORATION DES CONDITIONS DE CROISSANCE IN SITU Aration et fertilisation des sols

L'aration s'effectue l'aide d'un appareil permettant l'injection d'air et de liquide sous une pression rglable de 5 10 bars. La mthode est la suivante : l'opration commence par l'injection d'air comprim une pression comprise entre 7 et 10 bars, elle est effectue une profondeur comprise entre 0,75 et 1,00 m, et est localise dans un primtre gal la projection horizontale de la couronne , chaque injection tant ralise une quidistance de 1,00 m, durant deux minutes. Le mme injecteur est utilis pour introduire un mlange fertilisant pouvant comprendre : des engrais solubles , un compos organique amliorant la teneur en matires organiques du sol, colonisable par des micro-organismes et amliorant la capacit de rtention d'eau et un complexe de micro-organismes destin diversifier ou rgnrer la flore et la faune du sol. La quantit injecter est de 30 litres de produit 50 g de matire sche par litre et 30 g d'engrais par litre une concentration dfinie sur base dune analyse de sol. Une aration lgre pendant 30 secondes 7 bars terminera l'opration. K.5.2.9.2 Renouvellement des sols

Le remplacement des sols s'effectuera comme suit : Recherche de la localisation des racines principales : dtermination des endroits o les travaux seront effectus par des moyens mcaniques et des endroits o ils seront raliss par des moyens manuels suivis de laspiration des gravats. Les terrassements mcaniques s'arrtent au niveau des racines superficielles, la terre est ensuite ameublie manuellement et vacue par aspiration, le sol situ plus grande profondeur est dcompact, les racines sont immdiatement couvertes d'une couche de 10 cm d'un mlange de : 50 % de sable, 15 % de compost et 35 % de billes d'argile expans, ce mlange est humidifi. Il est ensuite procd au creusement par forage de 8 trous de 20 cm de diamtre, 2 mtres de profondeur, ces trous seront remplis de billes d'argile expans. La remise niveau s'effectue selon les directives du Cahier Spcial des Charges.

CCT 2011

K. 40

K.5.2.10

SOINS ET TRAITEMENT DES PLAIES

Tout traitement doit tre soumis laccord pralable du fonctionnaire dirigeant. En cas de bris de branche, la taille des restes de branches casses sera ralise conformment au chapitre K.7.1. Prliminaires. Toute plaie occasionne au tronc sera proprement nettoye, lcorce doit tre libre de toute fibre blesse ou dtache. En aucun cas, la cavit de la plaie ne sera colmate par du ciment, du bton, du bitume, du polystyrne ou autres produits. Lutilisation de produit cicatriciel sera dfinie en accord avec le fonctionnaire dirigeant. K.5.3 Plantation de haies

L'espce des plantes est dfinie dans le poste y affrent du mtr. Taxus baccata 80/100 cm de hauteur 3 plantes par mtre courant. Prunus laurocerasus 60/80 cm de hauteur 3 plantes par mtre courant. Fagus sylvatica, Carpinus betulus, Acer campestre 80/100 cm de hauteur 5 plantes par mtre courant. Le Cahier Spcial des Charges peut exiger d'autres espces, d'autres dimensions et dautres densits de plantation. L'entrepreneur dlimite la zone planter avant la plantation. Il procdera au creusement de la tranche, l'apport des engrais et amendements en quantit conformment au Cahier Spcial des Charges. Les largeur et profondeur de la tranche sont tablies en fonction de l'espce planter : pour les conifres, baliveaux : 50 x 50 cm ; pour les grands conifres ( partir de 175/200 cm de hauteur), grands baliveaux et arbustes solitaires : 80 x 50 cm ; pour les conifres et baliveaux ( partir de 200 cm de hauteur) : 100 x 60 cm.

Les plantes feuillage persistant et conifres seront fournis en motte. Lentrepreneur procdera l'apport de terre et veillera au comblement de la tranche. Le Cahier Spcial des Charges prcise si des piquets et fils de clture doivent tre poss. Les plantes seront fixes aux fils ventuels au moyen de liens souples et dgradables. K.5.4 Plantations de bulbes

A la livraison il y a lieu de fournir les certificats sanitaires. Les bulbes doivent tre exempts de maladies, moisissures et insectes. Chaque emballage est muni d'une tiquette avec la nomenclature reconnue internationalement. La profondeur de plantation est telle que la distance entre la surface et le bulbe soit de 1 2,5 fois la hauteur du bulbe.

K.5.5

Entretien

Dans le cas de plantation d'arbres, d'arbustes ou de haies, l'entretien est assur par le soumissionnaire jusqu' l'occurrence du plus tardif des deux vnements suivants : la rception provisoire ou la fin de la priode de garantie. Les postes y affrents sont mentionns dans le Cahier Spcial des Charges.

CCT 2011

K. 41

K.6 K.6.1

ENGAZONNEMENT Engazonnement par semis

Le semis est excut entre le 15 mars et le 01 juin ou entre le 15 aot et le 01 octobre. Les gramines fournir sont dfinies au Cahier Spcial des Charges. Les quantits utilises sont de 3 kg par 100 m. Les graines sont fournies en mlange dans des sacs plombs contrls par un organisme agr. Les fournitures sont accompagnes de documents lgaux et les semences doivent possder un pouvoir germinatif minimum de 80 %, elles seront exemptes de plus de 1 % de plantes non prescrites. Au moment de la fourniture, des chantillons pourront tre prlevs sur place, sur lesquels les essais suivants sont excuts : dtermination de la puret ; dtermination du pouvoir germinatif ; vrification de la composition des mlanges.

Des diffrences en plus ne donnent pas lieu une quelconque rvision de prix. Le fait que le fonctionnaire dirigeant accepte les gramines fournies ne destitue pas l'entrepreneur de sa responsabilit ultrieure en ce qui concerne une leve et croissance normale aprs le semis. K.6.1.1 EXECUTION

L'excution comporte les oprations suivantes : Nivellement gnral et ralisation des reliefs prescrits aux plans. Fourniture et mise en uvre d'engrais dont les qualits et quantits rsultent des analyses. Labourage, bchage ou fraisage de la surface semer jusqu' une profondeur de 30 centimtres. Profilage fin de la surface : miettage, galisation et profilage de la surface semer sur une profondeur de 10 centimtres. Tassement de la surface semer, l'aide d'un rouleau lisse qui pse au moins 150 kg par m de jante et au maximum 300 kg. Le Cahier Spcial des Charges prcise si des produits de synthse hydro-rtenteurs doivent tre appliqus. Hersage superficiel de la couche suprieure jusqu' une profondeur de 5 cm. Nettoyage fin de la surface ensemencer. Fourniture de gramines adaptes semer et ensemencement crois. Enfouissement des gramines semer jusqu' une profondeur de 1 cm. Tassement au rouleau de la surface ensemence. Les deux premires tontes sont excutes sur ordre de service et sont une charge d'entreprise. A dfaut d'un ordre de service, l'entrepreneur est oblig de faire les tontes de sa propre initiative, ds que l'herbe a une hauteur de 9 cm minimum et 12 cm maximum. Le fonctionnaire dirigeant en est averti 48 heures l'avance. La hauteur du gazon est partout rduite dun tiers de la hauteur initiale. Enlvement immdiat des produits de la tonte. Seules les machines n'arrachant pas les jeunes plantes sont autorises. Le matriel de tonte et d'entretien sera rgulirement entretenu de manire ne prsenter aucune nuisance sonore ni mission de polluants.

CCT 2011

K. 42

Les lames et couteaux parfaitement affts permettront une coupe nette des vgtaux. L'utilisation des inhibiteurs de croissance sur le gazon ou des herbicides totaux autour des obstacles n'est pas autorise. Chaque dommage suprieur 10 dm2 provoqu directement ou indirectement par les tontes doit tre rpar dans les 48 heures l'aide de plaques de gazon identiques la composition du gazon. Les dchets suprieurs 3 cm de diamtre ramasss aprs chaque opration seront vacus. Aprs la premire tonte, il y a lieu de rouler sur le gazon pour favoriser le tallage. K.6.1.2 RESULTATS REQUIS

Trente jours calendrier, sauf en priode de scheresse, aprs l'ensemencement, une leve normale et rgulire doit tre visible sur chaque surface ensemence. Une leve rgulire veut dire que, par unit de surface, un nombre gal de plantes est prsent et est rparti uniformment sur cette surface. Une leve normale veut dire que les plantes prsentes ont form au moins une feuille, dans le cas contraire les endroits dpouills seront rensemencs avec le mlange de gramines impos. Aprs la seconde tonte, le gazon prsente un aspect uniforme de hauteur et de couleur. Par surface ensemence de 100 m2, il ne doit y avoir ni des endroits dpouills ni des surfaces garnies de plantes trangres suprieures 0,5 m2. Le cas chant, les surfaces doivent tre rpares l'aide de plaques de gazon, de mme composition que le mlange prescrit.

K.6.2

Engazonnement par plaques

La prparation du sol est identique la prparation prescrite pour le semis. Les plaques de gazon fournir par l'entrepreneur sont de premire qualit et leur vgtation se compose de gramines du mlange prescrit. Les gramines se rapprochent 10% prs de la composition prvue pour les ensemencements. Les plaquages s'effectuent chaque fois endans les 15 jours suivant l'ordre de service. Les plaques proviennent de pelouses fines, tablies depuis au moins un an. S'il s'agit de rouleaux de gazon prpars, ceux-ci auront 2,5 cm d'paisseur de couche de terre minimum. Les plaques de gazon ne peuvent avoir t enroules plus de 3 jours avant dtre poses. Les gazons sont placs jointivement (fixs l'aide de 20 fichettes au m2 sur les talus) et arross copieusement le jour mme du placement. Ensuite, il est procd au roulage ou au dcoupage des bords autour des arbres et des massifs. Le gazon plaqu sera arros copieusement en charge d'entreprise, trois fois durant les 15 premiers jours qui suivent le placement, le sol doit tre humidifi 10 centimtres de profondeur. L'opration de plaquage comporte deux oprations de tonte avec bac rcolteur et deux tassements au rouleau. L'entrepreneur est tenu de faucher ou de tondre les gazonnements plaqus aux poques indiques et d'vacuer immdiatement les dchets (cf. K.6.1.1).

K.6.3

Entretien

Dans le cas d'engazonnement, l'entretien est assur par le soumissionnaire jusqu' la rception provisoire. Les postes y affrents sont mentionns dans le Cahier Spcial des Charges.

CCT 2011

K. 43

K.7

TAILLE DES ARBRES

Le type de taille raliser est fonction du but recherch. Cette opration doit rpondre aux objectifs esthtiques de la plantation et sera classe selon la forme dsire de larbre. Le choix de la forme effectu ds la plantation est dfinitif et conditionnera les oprations d'entretien et de gestion de l'arbre jusqu' son abattage. La forme libre respecte le port naturel caractristique de l'espce ou de la varit choisie ; elle sexprime en labsence de toute taille. La forme semi-libre est une forme dapparence libre mais guide et accompagne par des tailles. La forme architecture est une forme artificielle obtenue et maintenue par des tailles rptes et prdtermines. La forme mixte est une forme rsultant dune combinaison de formes libres, semi-libres et architectures (exemple : arbre davenue prsentant une face en rideau et une face en semilibre). En voirie, les arbres en forme libre sont rarissimes vu les contraintes auxquelles ils doivent faire face : obligation de contenir la vgtation une distance limite des rseaux lectriques ; obligation de contenir la vgtation dans les gabarits lis la prsence de trottoirs, pistes cyclables, voirie, voirie frquente par des convois exceptionnels ; bonne cohabitation entre les arbres et les habitations (luminosit, distance par rapport aux faades, antennes, chemines, toitures) ; enlvement des branches mortes (risque de chutes) ; maintenir la visibilit des feux tricolores, panneaux de signalisation, candlabres dclairage public

Les tailles1 pourront tre de formation, dentretien, de rduction du volume de la couronne, de reformation, dclaircie Elles pourront galement sinscrire dans le processus de suivi des arbres en mettant en uvre des prconisations issues de diagnostics phytosanitaires et/ou de dangerosit. Linformation sera communique par le fonctionnaire dirigeant.

K.7.1

Prliminaires

Les rgles suivantes doivent tre respectes lors dune opration de taille sur un arbre dornement afin de respecter sa biologie : excuter les coupes dans les rgles de lart (voir figures ci-dessous) ; couper les branches de manire produire des plaies nettes et franches, exemptes de dchirures et de fissures ; ne jamais couper de branche vivante dont le diamtre est suprieur 12 cm ; couper de prfrence au point dinsertion de la branche ; effectuer des tailles modres ; proscrire les pratiques de taille svre (ttage, ravalement, rapprochement) ; ne jamais tailler le moignon des ttes de chat.

1 Une des rfrences qui peut tre cite en matire de taille est louvrage : La taille des arbres dornement du pourquoi au comment de Christophe Drenou [Institut pour le Dveloppement Forestier, 1999]. Plusieurs des illustrations en sont extraites.

CCT 2011

K. 44

Prcautions gnrales :

K.7.2

Taille de formation

La taille de formation concerne surtout les jeunes arbres mais doit tre excute sur plusieurs annes. Elle sert adapter la forme ou le volume des ramures aux contraintes et viter le dveloppement ou laggravation de dfauts structurels (corces incluses, fourches trop serres, frottement de branches contre le tronc ou lune contre lautre). Elle doit contribuer ldification dun tronc sain et solide et dune charpente quilibre. A cet effet, elle doit tre

CCT 2011

K. 45

excute le plus tt possible afin dviter les interventions lourdes qui passent par la suppression de grosses branches directement au contact du tronc. La taille de formation est base sur les quatre principes suivants : le flchage qui consiste dgager et favoriser la flche qui assure la croissance en hauteur de larbre ; la mise en forme qui consiste intervenir pour favoriser la bonne orientation des futures charpentires ; llimination des dfauts (fourches trop aigus, branches frottantes ou abmes) ; ladaptation au milieu comme par exemple la remonte de couronne qui permet la circulation des vhicules.

Forme semi-libre La forme semi-libre veillera accompagner le dveloppement normal de la forme naturelle de l'arbre. Elle corrigera des accidents de croissance, des malformations, liminera les branches blesses, mourantes ou croises. Si ncessaire, cette taille comprendra ainsi la suppression des fourches et axes corce incluse et l'enlvement des bois morts. Formation d'un arbre port naturel lanc Ce type de formation sera employ pour l'rable sycomore, le frne, le charme, le chne rouge d'Amrique, le peuplier blanc, etc. dont le port naturel tend vers une forme lance ou ovode.

1re taille : 2me taille : A : suppression des branches A : suppression des gourmands. basses. B : taille des rameaux latraux B : suppression des branches mal pour favoriser l'allongement formes ou en surnombre, des charpentires. C : slection des charpentires et C : taille des charpentires pour rglage de leur vigueur. favoriser le dploiement de la D : maintien de la dominance de couronne. la flche.

3me taille : Elimination des gourmands, des branches mal formes, mal orientes, ou en surnombre.

CCT 2011

K. 46

Forme en fuseau forme conique forme arrondie Ces trois formes privilgient le port lanc et la conservation de la flche ou axe central. Forme tale La charpente va tre constitue en favorisant les branches horizontales et en maintenant le centre dgag, sans flche dominante. Cette taille est d'application pour les catalpas, mriers, pommiers...

1re taille : 2me taille : A : slection des charpentires. A : taille des rameaux latraux pour Rabattage de celles en favoriser le dveloppement des surnombre ou orientes charpentires. trop verticalement. B : taille des charpentires pour B : rglage de la vigueur des favoriser leur dploiement. charpentires par leur C : suppression des gourmands, des taille, en favorisant des rameaux et branches en repousses horizontales. surnombre, des charpentires prcdemment rabattues.

3me taille : La forme est tablie. Slection des branches secondaires, aration de la couronne. Suppression des gourmands, taille des branches trop vigoureuses.

K.7.3

Taille d'entretien

La taille d'entretien courant comporte : L'enlvement des gourmands (1), drageons (5) L'limination des branches croises, mal orientes ou en surnombre (4), L'limination des branches mortes, dangereuses, mal orientes, fourchues, chancreuses et pouvant prsenter un danger pour la scurit des usagers du domaine public (2) L'limination des fourches (3)

CCT 2011

K. 47

K.7.4

Taille de rduction de volume de couronne

La technique est celle de la taille dite "anglaise", elle est base sur le rabattage des branches trop importantes l'aisselle d'un des rameaux latraux qui remplira le rle de tire sve.

CCT 2011

K. 48

K.7.5

Taille dclaircie ou d'claircissage

La taille d'claircie est destine arer le houppier en allgeant la charpente d'une partie de ses ramifications, sans modifier le volume de l'arbre. Elle a pour but de rduire l'ombrage et d'augmenter la transparence de l'arbre ou de rduire sa prise au vent.

K.7.6

Taille de reformation

Les tailles de reformations sont destines corriger des erreurs de taille, reconstituer la charpente aprs une taille importante de ravalement ou procder des rductions de volume de couronne. Ces tailles comportent le rquilibrage et une rduction de la couronne sur une partie de celle ci.

K.7.7

Formes artificielles

Les formes artificielles sont destines matriser le port naturel, donner et maintenir une forme ou un volume bien dtermin. Ces tailles sont obligatoirement excutes trs rgulirement, elles sont annuelles sauf exceptions. Taille et conduite des palissades : tilleuls, charmes, htres La palissade est constitue de tuteurs de la hauteur de la palissade relis par des fils de fer ou des lattis. Les arbres sont plants entre les tuteurs, ils sont fixs par ancrage. Les branches latrales sont lies aux fils ou aux lattis. Sauf prescription contraire la couronne commencera 2,50 m, comportera cinq tages de branches latrales; l'ensemble aura une hauteur comprise entre 5 m et 5,5 m et une paisseur ne dpassant gnralement pas 30 40 cm. Les jeunes pousses sont tailles, guides et attaches le long de la palissade.

CCT 2011

K. 49

Taille et conduite d'un rideau : platanes, tilleuls, charmes, htres, marronniers L'arbre n'est plus form sur une symtrie axiale mais par rapport un plan. Les faces parallles l'avenue tant plus larges que celles qui lui sont perpendiculaires. Il est donc ncessaire de crer une dissymtrie dans les allongements des branches latrales, en privilgiant l'tirement des branches parallles la voirie. La flche ne prdomine pas. Elle sera supprime lorsque l'arbre arrive la hauteur dsire pour le rideau. Le rideau est form progressivement, lorsque l'arbre est encore jeune, pour viter de tailler des branches trop importantes, en particulier du ct troit et ainsi obtenir une bonne cicatrisation. La flche sera supprime avant qu'elle n'ait une trop forte section.
Face 1 : Face troite 1) Slection des charpentires et taille proximit du tronc pour favoriser la ramification. Suppression des branches basses, coupe du prolongement lorsque larbre arrive la hauteur dsire. 2) Taille des nouvelles pousses pour favoriser une ramification proche du tronc, suppression des gourmands, taille du nouveau prolongement qui a pu se former. 3) Taille finale du rideau et tailles dentretien les annes suivantes.

Face 2 : Face large 1) Slection des charpentires, matrise de leur direction, rglage de leur vigueur tout en favorisant une ramification plus loigne du tronc. 2) Etirement des charpentires par la matrise des pousses latrales, taille de lextrmit des charpentires pour favoriser leur ramification. 3) Taille finale de formation du rideau un volume plus restreint que le volume recherch puis taille dentretien les annes suivantes.

Taille et conduite d'arbres en tte de chat / tte de saule Les moignons ne peuvent en aucun cas tre exciss / amputs. Cette taille doit prserver au minimum un tire-sve par moignon.

CCT 2011

K. 50

K.8 K.8.1 K.8.1.1 Voir au F.5. K.8.1.2

AMENAGEMENTS ET TRAVAUX DIVERS Chemins CHEMINS EN DOLOMIE ET EN GRAVIER DECORATIF

ENTRETIEN PERMANENT DES CHEMINS - DESTRUCTION DES MAUVAISES HERBES

L'entrepreneur est autoris employer le produit dsherbant de son choix pourvu qu'il soit agr pour dtruire les plantes adventices des chemins, pavements en respectant les clauses reprises au K.4. Utilisation d'un herbicide faible rmanence. Pulvrisation lorsque la vgtation est en pleine croissance (temprature > 12C). Laisser agir l'herbicide durant 15 jours avant de travailler le sol. Tout dgt occasionn par les produits, tant aux proprits du domaine public qu' celles du domaine priv doit tre rpar endans les 30 jours suivant l'ordre dlivr cet effet. Entretien des chemins proprement dits : outre l'emploi ventuel de dsherbant, les chemins doivent rester exempts de plantes adventices, de papiers et de dchets quelconques. K.8.1.3 DESHERBAGE THERMIQUE OU MECANIQUE OU MANUEL

Sur ordre du fonctionnaire dirigeant, un dsherbage prservant lenvironnement sera excut par lune de ces mthodes. Les appareils sont spcialement conus pour ce genre de travail. Le fonctionnaire dirigeant fixe les dates et la frquence dexcution.

K.8.2 K.8.2.1

Amnagements des pieds darbres GRILLE DARBRE

L'ensemble est constitu de deux parties : un cadre de support ; la grille. Grille en fonte

K.8.2.1.1

L'ensemble est pos sur un support ralis au moyen de bordures en bton. La face suprieure des bordures est situe environ 8 12 cm en dessous du niveau fini du revtement adjacent, de faon ce que la grille d'arbre soit au mme niveau que le revtement. Le cadre du support est en acier galvanis ou en fonte d'une hauteur totale de 8 12 cm. Ses dimensions sont adaptes la grille.

CCT 2011

K. 51

La grille d'arbre est ralise en fonte selon la norme DIN 1691. La hauteur totale est d'environ 4 cm tandis que l'paisseur de la fonte est d'environ 12 22 mm. Les ouvertures, une entredistance d'environ 30 mm, ont une largeur maximale de 25 mm. Chaque grille est compose au minimum de quatre parties pourvues d'une ouverture (munie d'un bouchon en fonte) permettant d'accder au tuyau prvu pour l'arrosage et, le cas chant, des ouvertures pour les tuteurs. L'ensemble grille et cadre de support et fondation rsiste une charge de roue de 4 tonnes pour les grilles de format 100 x 100 cm et de 8 tonnes pour les grilles de 150 x 150 cm. K.8.2.1.2 Grille en acier

Lensemble dune grille darbre est constitu des parties suivantes : Un cadre de support en forme de cornire, ralis en acier galvanis, sur lequel la grille repose sur toute sa priphrie extrieure. Format 45x45 mm. Deux poutres de reprise en acier galvanis (IPN 80mm) sur lesquelles repose la grille. Une grille en acier, hauteur 40 mm, constitue de plats sur chant en acier, massif dpaisseur 10 mm. Cette grille est compose de 4 lments fixs entre eux avec boulonnerie inox. Il est prvu 25 plats par mtre courant est une ouverture centrale de 500x500 mm. Les plats sont fixs entre eux avec des barres en acier.

Le cadre de support repose sur une encoche de + 5 cm dans les bordures en pierre bleue adjacentes. Les cots de ces encoches est compris dans le prix unitaire des bordures. Finition de tous les lments : Sablage suivant la norme SAE 2,5. Protection antirouille, galvanisation chaud, paisseur minimale de 60. Poudrage lectrostatique polyester dune paisseur minimale de 150, Couleur RAL dfinir.

CCT 2011

K. 52

CCT 2011

K. 53

CCT 2011

K. 54

K.8.2.2

REVETEMENT POUR PIEDS D'ARBRES EN GRAVIER ET RESINE EPOXY

Revtement permable en deux couches appliquer sur la couche de terre arable autour des arbres. Pour des raisons de tassement de la terre, les travaux de ralisation du revtement pour pieds darbres en gravier et rsine poxy seront raliss au moins 2 ans aprs la plantation des arbres.

CCT 2011

K. 55

1. -

Assise drainante La fosse de plantation sera dcaisse de 14 cm par rapport au niveau final souhait. La couche drainante sera compose dun empierrement drainant de calibre 25/50, sur une paisseur de 10 cm. Lempierrement ne comprendra pas de particules fines afin de permettre une meilleure permabilit leau. La couche dassise sera soigneusement compacte. Couche suprieure de finition Elle sera compose de gravier roul et dun liant synthtique base dpoxy et dun durcisseur. Le liant sera adapt lutilisation de graviers humides. Le gravier slectionn sera du type Kift roul de teinte beige de calibre 8/12. Il sera parfaitement propre pour viter la surconsommation de liant. Au besoin il sera lav quelques jours avant, le gravier pourra tre humide mais pas mouill. Proportions : 5 kg du mlange poxy-durcisseur pour 120 litres de graviers (rapport pondral de 2,5 % du poids des agrgats). La partie rsine sera mlange au durcisseur laide dun agitateur peinture. Le liant et le gravier seront mlangs dans une btonnire. La couche de mortier est alors mise en place, serre, mise niveau et lisse. Mise en place dun agent antidrapant (aspect mat). Une zone de croissance de +/- 40cm de diamtre sera rserve autour du tronc de larbre. Un cerclage en matire plastique sera utilis au besoin. On attendra une mto favorable pour la mise en uvre du mortier : pas de pluie, minimum 10C. Dans les 12 heures qui suivent la pose, le tout ne peut pas tre mouill.

2. -

K.8.3 K.8.3.1

Protection des arbres CORSET OU CORSELET

Le corset est ralis en acier zingu thermiquement, de couleur dterminer. Les extrmits sont forges. Le corset est compos de deux parties. Le corset est fix la grille d'arbre.

K.8.3.2

ARCEAU DE PROTECTION

Les protections darbres en acier galvanis chaud ont une forme carre de 140 x 140 cm avec une hauteur de 120 cm. Ils sont composs de profils tubulaires 60,3 x 3,2 mm. Ces protections darbres seront fixes dans des socles en bton prfabriqus ou dans des massifs de bton coul sur place.

CCT 2011

K. 56

Hauteur hors sol : 80 cm.

140 cm 140 cm

120 cm

40 cm

K.8.4

Clture pour palisser la haie

Le travail comprend la fourniture et pose de piquets galvaniss et plastifis, de couleur dterminer (RAL 5008), de 1,8 m de longueur. Les piquets sont placs 3 m d'intervalle. Ils sont enfoncs dans le sol de 50 cm et relis entre eux par trois fils de fer haute galvanisation de 4 mm de diamtre et placs respectivement 0,2 m, 0,6 m et 1,00 m du niveau du sol. Les fils de fer sont fixs aux piquets. Chaque fil est tendu chaque piquet d'extrmit par un tendeur galvanis agrer par le fonctionnaire dirigeant. Les fils peuvent tre plastifis de couleur dterminer (RAL 5008). Chaque piquet d'extrmit est renforc au moyen du mme piquet mais plac obliquement et s'appuyant sur ce dernier (poussard) et attach solidement. L'ensemble est renforc au moyen de tirants fichs mme le sol. Le poste comprend galement la fourniture et la pose dun treillis constitu de fils en acier galvanis et plastifi, de couleur dterminer (RAL 5008), mailles losanges ou rectangulaires suivant le Cahier Spcial des Charges, d'au moins 4 cm de ct. Le diamtre des fils avant galvanisation sera d'au moins 2 mm. Le treillis sera attach aux 3 fils de tension par des ligatures espaces de 50 cm en fil galvanis et plastifi d'un diamtre total minimum de 2 mm. Le treillis ainsi que les fils de tension seront tendus par des tendeurs galvaniss et plastifis dont le type est soumettre l'approbation du fonctionnaire gestionnaire des plantations. A chaque piquet d'angle, de tension ou d'extrmit, sera prvu un tendeur chacun de ces piquets et sur chaque fil de tension.

CCT 2011

K. 57

La hauteur du treillis aura 1,10 m minimum dont 1,00 m hors sol et 0,10 m minimum enfoncs perpendiculairement dans le sol. Un piquetage pralable la pose de la clture sera ralis par l'entrepreneur et soumis l'approbation du fonctionnaire gestionnaire des plantations. Ce piquetage sera fait l'aide de piquets de bois dont la tte sera peinte en rouge dpassant le sol d'au moins 20 cm et avec un intervalle de 20 m. Ces piquets de bois seront, en principe, enlevs au fur et mesure de la pose de la clture et aprs l'accord du fonctionnaire dirigeant. Les accessoires sont plastifis de couleur dterminer (RAL 5008).

CCT 2011

K. 58

K.9 K.9.1

TRAVAUX D'ENTRETIEN Tonte des gazons

Les tontes se font sur ordre de service. Elles seront toujours commences une des extrmits du chantier et seront faites chaque fois dans la mme direction. Le Cahier Spcial des Charges prcisera si la tonte se fait avec ou sans ramassage. Sont uniquement autoriss des engins adapts aux circonstances. L'entrepreneur prend soin de ne pas laisser de traces visibles. Tous les dommages suprieurs 10 dm de gazon (occasionns par la tonte) seront rpars l'aide de plaques endans les 48 heures. Ces rparations seront charge de l'entrepreneur. Une attention particulire sera apporte au respect des obstacles rencontrs lors de la tonte (arbres). Il faudra dabord tondre autour des obstacles avant de tondre le reste.

K.9.2

Ramassage des feuilles

Les feuilles mortes doivent tre ramasses sur toute l'tendue des pelouses et surfaces plantes. Dans les parties boises et massifs, longeant des chemins ou pelouses, les feuilles sont ramasses sur une largeur d'un mtre. Les feuilles doivent tre ramasses en trois fois, partir du 15 octobre et le ramassage de toutes les feuilles mortes doit tre termin chaque fois avant le 1er novembre, le 1er dcembre et le 15 janvier. Toutefois, le fonctionnaire dirigeant peut demander des ramassages supplmentaires. Les feuilles doivent tre vacues par et aux frais de l'entrepreneur en dehors du domaine public. Les Arrts du Gouvernement du 16/11/2000 et du 07/11/2002 relatifs la lutte contre le lpidoptre Cameraria ohridella infestant les marronniers doivent tre respects. Le prix unitaire comprend toutes les oprations ncessaires au ramassage rgulier et complet. Le paiement du ramassage se fera en acomptes raison de 20 %, 40 % et 40 % du prix unitaire aprs les dlais d'excution respectifs, soit le 1er novembre, le 1er dcembre et le 15 janvier. Le fonctionnaire dirigeant se rserve le droit de retarder le dbut des oprations de ramassage et ce sans indemnisation. Le matriel utilis doit tre adapt au terrain et tenir compte de la situation et de l'tat du sol. Si le ramassage se fait l'aide d'une machine souffleuse, il est interdit l'entrepreneur de souffler les feuilles dans les massifs plants. En cas d'infraction l'entrepreneur devra nettoyer le massif complet ses frais.

K.9.3 K.9.3.1

Bchage et binage BECHAGE DES MASSIFS PLANTES

La couche suprieure des massifs plants est retourne sur une profondeur de 15 cm avec les feuilles. Le bchage s'effectue, aprs ordre de service, entre dcembre et mars de chaque anne.

CCT 2011

K. 59

Cette opration comprend l'vacuation de tous les dchets, plantes adventices et semis, y compris le dcoupage des bords des massifs. K.9.3.2 BINAGES

Le binage comprend le travail du sol visant meubler et galiser uniformment la couche superficielle jusqu' une profondeur de 5 cm au moins, y compris l'enlvement des mauvaises herbes sur toute l'tendue des massifs. Toutes les mauvaises herbes sont ramasses et vacues chaque jour hors du domaine public, ainsi que tous les dchets divers. Les dommages, lors des binages, sont rpars immdiatement. Si les dommages aux plantations sont de tel ordre que la croissance normale est mise en cause, l'entrepreneur doit remplacer la plante, ses frais, dans la premire priode de plantation par une plante de mmes dimensions, sorte ou varit. Le binage ne peut en aucun cas tre remplac par l'emploi d'herbicides. Les binages se font sur ordre de service et ce raison de 6 binages au minimum par an. Le binage comprend galement l'enlvement des fleurs fanes, des drageons et gourmands.

K.9.4 K.9.4.1

Taille des plantes TAILLE DES HAIES ET PLANTES COUVRE-SOL

Les haies sont tailles deux fois par an : la premire fois au mois de juin et une seconde fois en septembre. La taille des haies comprend la formation des haies ainsi que le nettoyage et l'enlvement complet de toutes plantes trangres aux haies. La forme et la hauteur sont indiques par le fonctionnaire dirigeant. Tous les dchets sont vacus au fur et mesure de l'avancement du travail. Les chemins seront brosss et ratisss de faon avoir un aspect compltement propre au fur et mesure de lavancement du chantier. K.9.4.2 TAILLE DES ARBUSTES

L'excution de ce poste comprend la taille proprement dite suivant les poques de floraison, sans nuire celle-ci mme l'anne de la taille, ainsi que l'enlvement du bois coup et l'vacuation hors du chantier et le nettoyage complet. Priode d'excution de la taille hivernale : entre le 1er novembre et le 31 mars pendant la priode de repos. La taille estivale s'effectuera sur ordre de service. La taille consiste en un nettoyage et une taille de rajeunissement. La taille de nettoyage comprend l'enlvement jusqu'aux pieds des plants des branches mortes, casses ou de croissance chtive. La taille de rajeunissement se fait par lagage et rabattage des vieilles branches et des branches faibles rparties sur toute la plante et de faon qu'un tiers de la plante soit soumis au rajeunissement. La longueur des chicots est entre 5 cm et 20 cm au maximum suivant les genres. Laurier Cerise, Aucuba et autres arbustes grandes feuilles seront taills au moyen de scateurs. Un exemple de taille sera prsent au fonctionnaire dirigeant.

CCT 2011

K. 60

Tout le bois coup est vacu au fur et mesure de l'avancement des travaux. Les chemins sont brosss de faon avoir un aspect compltement propre au fur et mesure de l'avancement du chantier de taille. K.9.4.3 TAILLE DES ROSIERS

La taille d'automne est effectue entre le 15 octobre et le 1er dcembre par une taille de nettoyage ramenant la vgtation 50 cm du sol. Lors de la taille de printemps: entre le 15 mars et 15 avril, toutes les branches sont rabattues sur 5 yeux. La taille d't se compose de deux passages comprenant chacun l'enlvement des drageons et des inflorescences fanes. Le premier passage se fait fin juin - dbut juillet et le deuxime au dbut septembre. Le poste comprend l'vacuation journalire de tous dchets et bois coup.

CCT 2011

K. 61

K.10 K.10.1

ABATTAGE D'ARBRE Abattage avec essouchage

Les activits suivantes doivent tre effectues chronologiquement : abattage des arbres; essouchage; remblayage au moyen de terre des trous dus lessouchage.

La circonfrence de l'arbre est mesure 1,30 m au-dessus du collet. Tous les travaux sont compris dans le prix unitaire du poste relatif l'abattage. L'entrepreneur doit se conformer aux instructions que lui donne le fonctionnaire gestionnaire des plantations ou son reprsentant et effectue l'abattage conformment la description suivante. Les arbres seront scis au-dessus du collet de sorte que celui qui effectue le travail sache o l'arbre tombera. Tous les dommages causs aux tiers suite l'abattage des arbres sont charge de l'entrepreneur. Afin dviter tout dommage, l'entrepreneur est tenu d'brancher systmatiquement l'arbre et de scier le tronc rondin par rondin. Immdiatement aprs avoir abattu un arbre, l'entrepreneur procde au dgagement de la route si celle-ci est encombre par l'arbre abattu. Le bois, le feuillage, le tronc et les racines sont vacus au fur et mesure de lavancement des travaux sauf stipulation contraire du fonctionnaire dirigeant. Un chantillon pourra ventuellement tre prlev avant vacuation. Tous les troncs abattus devront tre vacus du chantier au plus tard dans les 10 jours ouvrables qui suivent la fin de l'abattage. La route, les accotements et les trottoirs encombrs de branches et de dtritus devront tre brosss au fur et mesure de l'avancement des travaux. Chaque jour, on dlaiera aussi le chantier de tous les dtritus ventuels afin d'viter toute entrave la circulation ou toute gne qui serait cause aux riverains. Les souches devront tre fraises ou enleves dans les 2 semaines qui suivent l'abattage de tous les arbres et ce jusqu' profondeur de 0,60 m en-dessous du terrain naturel. La partie fraise de la souche devra immdiatement tre vacue du chantier. Le trou ainsi cr doit tre immdiatement remblay de terre hauteur du terrain naturel. La terre doit tre dame afin d'empcher tout tassement. Lors de l'excution des travaux d'abattage, l'entrepreneur est tenu de placer la signalisation lgale ncessaire.

K.10.2

Abattage sans essouchage

Selon les consignes du fonctionnaire dirigeant, lessouchage pourra ne pas tre ralis.

CCT 2011

K. 62

K.11

CHANTIERS : MESURES DE PROTECTION

Tout au long de la dure dun chantier en voirie : Le stockage des matriaux, les manuvres avec des vhicules ou engins de chantier et leur stationnement et lemplacement de baraquements se font en dehors du rseau racinaire des arbres et des haies. Les racines, les troncs et les couronnes darbres et de haies situs dans le primtre du chantier ou proximit de celui-ci sont protgs au moyen de matriaux adquats. La protection des arbres, de leur tronc et de leurs racines ainsi que celle des haies stend sur une hauteur, une surface et une profondeur suffisantes et fonction de leur nature et de leur taille. Tout creusement du sol est effectuer hors de lespace occup par les racines (zone au moins gale au diamtre de la couronne de larbre). Au pied des arbres, des engins et mthodes adapts tels que minipelle et/ou terrassements manuels et/ou forage dirig seront utiliss. Tout remblai suprieur 10 cm dpaisseur est aussi interdit au pied des arbres. Des prcautions et protections des racines seront mises en uvre, notamment lors des creusements de tranches : sectionnement manuel des racines l'aide de scies et scateurs dsinfects afin d'avoir des coupes franches et nettes, aussitt badigeonnes d'un fongicide. Dans le cas o le systme racinaire de larbre serait expos lair lors de fortes scheresses, un gotextile protgeant le systme racinaire sera mis en place. Des arrosages rguliers de ce tapis permettront de garantir lapport en eau ncessaire larbre durant les travaux au pied de celui-ci. Toute pollution du sol par des matriaux ou produits nocifs est interdite. Il est interdit d'utiliser les arbres comme supports de chantiers en y implantant des clous ou en y posant des cbles. Les branches susceptibles de gner le passage de certains vhicules sont limines ou raccourcies l'avance et dans les rgles de l'art afin d'viter toute casse ou arrachement ultrieur.

Au terme du chantier, les plantations sont remises en tat par le matre de louvrage, les plantations sont ainsi restaures ou remplaces.

CCT 2011

L. 1

CHAPITRE L - TRAVAUX DENTRETIEN ET DE REPARATION Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable.
L.1 REVETEMENTS EN BETON L.1.1 Rparations localises de fissures par fraisage superficiel L.1.1.1 Description L.1.1.2 Clauses techniques L.1.1.2.1 Matriaux L.1.1.2.2 Excution L.1.1.2.3 Rsultats L.1.1.3 Vrifications L.1.1.4 Paiement Rparations localises dpaufrures L.1.2.1 Description L.1.2.2 Clauses techniques L.1.2.2.1 Matriaux L.1.2.2.2 Excution L.1.2.2.3 Rsultats L.1.2.3 Vrifications L.1.2.4 Paiement Renouvellement de la garniture des joints L.1.3.1 Description L.1.3.2 Clauses techniques L.1.3.2.1 Matriaux L.1.3.2.2 Excution L.1.3.2.3 Rsultats L.1.3.3 Vrifications L.1.3.4 Paiement Remplacement de dalles dfectueuses ou parties de dalles L.1.4.1 Description L.1.4.2 Clauses techniques L.1.4.2.1 Matriaux L.1.4.2.2 Excution L.1.4.2.3 Rsultats L.1.4.3 Vrifications L.1.4.4 Paiement Remplacement de dalles dfectueuses ou parties de dalles avec remise en service rapide L.1.5.1 Description L.1.5.2 Clauses techniques et rsultats L.1.5.2.1 Matriaux L.1.5.2.2 Isolation du bton frais L.1.5.2.3 Mise en service du revtement L.1.5.3 Vrifications L.1.5.4 Paiement Relvement et stabilisation de dalles en bton par injection L.1.6.1 Description L.1.6.2 Clauses techniques L.1.6.2.1 Matriaux L.1.6.2.2 Excution L.1.6.2.3 Rsultats

L.1.2

L.1.3

L.1.4

L.1.5

L.1.6

CCT 2011

L. 2

L.1.7

L.1.8

L.1.6.2.3.1 Rsistance mcanique du coulis L.1.6.2.3.2 Caractristiques du coulis L.1.6.2.3.3 Conformit par rapport au profil impos L.1.6.2.3.4 Qualit de linjection L.1.6.3 Vrifications L.1.6.3.1 Contrles en cours dexcution L.1.6.3.2 Contrle a posteriori L.1.6.4 Paiement L.1.6.4.1 Rfactions L.1.6.4.1.1 Qualit de linjection L.1.6.4.1.2 Rsistances la flexion et la compression du coulis dinjection Recouvrement en bton L.1.7.1 Description L.1.7.2 Caractristiques gomtriques des dalles L.1.7.3 Clauses techniques L.1.7.3.1 Travaux prparatoires L.1.7.3.2 Prescriptions particulires dans le cas de recouvrement sur un ancien revtement en bton L.1.7.3.3 Btonnage L.1.7.3.4 Joints L.1.7.3.5 Protection du bton frais L.1.7.4 Rsultats L.1.7.5 Vrifications L.1.7.6 Paiement Stabilisation de revtement en bton par fracturation et par compactage L.1.8.1 Description L.1.8.2 Clauses techniques L.1.8.3 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.1.8.4 Paiement

L.2

TRAITEMENTS DE SURFACE PAR AJOUT DE MATERIAUX BITUMINEUX ET REVETEMENTS BITUMINEUX ULTRA-MINCES L.2.1 Matriaux bitumineux couls froid (MBCF) L.2.1.1 Dfinitions L.2.1.1.1 Matriaux bitumineux couls froid L.2.1.1.2 Familles de MBCF et catgories de route L.2.1.1.3 Types de MBCF L.2.1.2 Conformit de la description du produit propos la norme NBN EN 12273 L.2.1.3 Clauses techniques L.2.1.3.1 Matriaux L.2.1.3.2 Composition L.2.1.3.3 Mise en uvre L.2.1.3.3.1 Rparations pralables L.2.1.3.3.2 Travaux prparatoires L.2.1.3.3.3 Mise en uvre L.2.1.3.3.4 Ouverture au trafic L.2.1.4 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.2.1.4.1 Granularit du MBCF L.2.1.4.2 Teneur en liant du MBCF L.2.1.4.3 Taux dpandage du MBCF L.2.1.4.4 Evaluation visuelle des dfauts L.2.4.1.5 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.1.4.6 Texture de surface

CCT 2011

L. 3

L.2.2

L.2.3

L.2.1.4.7 Couleur du MBCF L.2.1.5 Renseignements pralables fournir par lentrepreneur L.2.1.6 Vrifications L.2.1.6.1 Contrles avant la mise en uvre L.2.1.6.2 Contrles lors de la mise en uvre L.2.1.6.3 Vrifications aprs lexcution L.2.1.6.3.1 Granularit du MBCF L.2.1.6.3.2 Teneur en liant du MBCF L.2.1.6.3.3 Taux dpandage du MBCF L.2.1.6.3.4 Evaluation visuelle des dfauts L.2.1.6.3.5 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.1.6.3.6 Couleur du MBCF L.2.1.7 Paiement Enduits superficiels L.2.2.1 Dfinitions L.2.2.1.1 Enduits superficiels L.2.2.1.2 Familles denduits superficiels et catgories de routes L.2.2.1.3 Types denduits superficiels L.2.2.2 Conformit de la description du produit propos la norme NBN EN 12271 L.2.2.3 Clauses techniques L.2.2.3.1 Matriaux L.2.2.3.2 Mise en uvre L.2.2.3.2.1 Rparations pralables L.2.2.3.2.2 Travaux prparatoires L.2.2.3.2.3 Mise en uvre de lenduit superficiel L.2.2.3.2.4 Ouverture au trafic et entretien durant la priode de garantie L.2.2.4 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.2.2.4.1 Epandage du liant L.2.2.4.2 Epandage des gravillons L.2.2.4.3 Evaluation visuelle des dfauts L.2.2.4.4 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.2.4.5 Texture de surface L.2.2.4.6 Couleur de lenduit superficiel L.2.2.5 Renseignements pralables fournir par lentrepreneur L.2.2.6 Vrifications L.2.2.6.1 Contrles avant la mise en uvre L.2.2.6.2 Contrles lors de la mise en uvre L.2.2.6.2.1 Epandage de liant L.2.2.6.2.2 Epandage des gravillons L.2.2.6.3 Vrifications aprs excution L.2.2.6.3.1 Evaluation visuelle des dfauts L.2.2.6.3.2 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.2.6.3.3 Couleur L.2.2.7 Paiement Enduits superficiels scells par un MBCF L.2.3.1 Dfinition L.2.3.2 Clauses techniques L.2.3.2.1 Matriaux L.2.3.2.2 Mise en uvre L.2.3.2.2.1 Rparations pralables L.2.3.3.2.2 Travaux prparatoires L.2.3.3.2.3 Conditions climatiques runir pour pouvoir mettre en uvre lenduit scell par un MBCF

CCT 2011

L. 4

L.2.4

L.2.3.3.2.4 Excution de lenduit L.2.3.3.2.5 Excution du MBCF L.2.3.2.3 Ouverture au trafic L.2.3.3 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.2.3.3.1 Caractristiques de masse du MBCF L.2.3.3.1.1 Granularit L.2.3.3.1.2 Teneur en liant L.2.3.3.1.3 Taux dpandage L.2.3.3.2 Caractristiques de masse de lenduit monocouche L.2.3.3.3 Caractristiques de surface de lenduit scell par un MBCF L.2.3.3.3.1 Rgularit de surface L.2.3.3.3.2 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.3.3.3.3 Texture de surface L.2.3.3.3.4 Couleur de lenduit scell par un MBCF L.2.3.4 Renseignements pralables fournir par lentrepreneur L.2.3.5 Vrifications L.2.3.5.1 Vrifications sur lenduit L.2.3.5.1.1 Contrles avant la mise en uvre L.2.3.5.1.2 Contrles lors de la mise en uvre L.2.3.5.1.2.1 Epandage de liant L.2.3.5.1.2.2 Epandage des gravillons L.2.3.5.2 Vrifications sur le MBCF L.2.3.5.2.1 Contrles avant la mise en uvre L.2.3.5.2.2 Contrles lors de la mise en uvre L.2.3.5.2.2.1 Granularit du MBCF L.2.3.5.2.2.2 Teneur en liant du MBCF L.2.3.5.2.2.3 Taux dpandage du MBCF L.2.3.5.2.3 Vrifications aprs excution L.2.3.5.2.3.1 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.3.5.2.3.2 Couleur du MBCF L.2.3.6 Paiement Enduits superficiels haute performance (ESHP) L.2.4.1 Description L.2.4.2 Clauses techniques L.2.4.2.1 Matriaux L.2.4.2.2 Composition L.2.4.2.3 Mise en uvre L.2.4.2.3.1 Rparations pralables et travaux prparatoires L.2.4.2.3.2 Excution de lenduit superficiel haute performance L.2.4.2.4 Mise en service L.2.4.3 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.2.4.3.1 Epandage de liant L.2.4.3.2 Epandage des gravillons L.2.4.3.3 Uniformit du revtement L.2.4.3.4 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.4.3.5 Texture de surface L.2.4.3.6 Couleur L.2.4.4 Renseignements pralables fournir L.2.4.5 Vrifications L.2.4.5.1 Contrles en cours dexcution L.2.4.5.1.1 Contrles avant la mise en uvre L.2.4.5.1.2 Contrles lors de la mise en uvre

CCT 2011

L. 5

L.2.5

L.2.6

L.2.4.5.2 Vrifications aprs excution L.2.4.5.2.1 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) L.2.4.5.2.2 Evaluation visuelle des dfauts L.2.4.5.2.3 Couleur L.2.4.6 Paiement Revtements ultra minces grenus L.2.5.1 Description L.2.5.2 Clauses techniques L.2.5.2.1 Matriaux L.2.5.2.2 Dnomination et composition-type L.2.5.2.3 Dosage des matriaux L.2.5.2.4 Fabrication L.2.5.2.5 Transport L.2.5.2.6 Mise en uvre L.2.5.3 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.2.5.3.1 Epandage de liant L.2.5.3.2 Caractristiques de masse L.2.5.3.2.1 Caractristiques de masse dpendant de la formulation et de la fabrication L.2.5.3.2.1.1 Granularit L.2.5.3.2.1.2 Teneur en liant des matriaux enrobs L.2.5.3.2.2 Caractristiques de masse dpendant de la mise en uvre L.2.5.3.2.2.1 Epaisseurs L.2.5.3.3 Caractristiques de surface L.2.5.3.3.1 Rgularit de surface L.2.5.3.3.2 Planit longitudinale lAPL L.2.5.3.3.3 Ornirage L.2.5.3.3.4 Coefficient de frottement transversal L.2.5.4 Vrifications L.2.5.4.1 Vrification en cours de pose L.2.5.4.1.1 Temprature des enrobs L.2.5.4.1.2 Rgularit de surface L.2.5.4.1.3 Vrification des quantits de matriaux pandus L.2.5.4.2 Vrifications aprs lexcution L.2.5.4.2.1 Caractristiques de masse des matriaux enrobs L.2.5.4.2.1.1 Granularit et teneur en liant L.2.5.4.2.1.2 Epaisseurs L.2.5.4.2.2 Caractristiques de surface L.2.5.4.2.2.1 Rgularit de surface L.2.5.4.2.2.2 Planit longitudinale lAPL L.2.5.4.2.2.3 Ornirage L.2.5.4.2.2.4 Coefficient de frottement transversal L.2.5.5 Paiement Rtablissement de la planit par mise en uvre dun MBCF ou dasphalte coul L.2.6.1 Description L.2.6.2 Clauses techniques L.2.6.2.1 Matriaux L.2.6.2.2 Excution L.2.6.2.2.1 Mise en uvre du MBCF L.2.6.2.2.2 Mise en uvre de lasphalte coul L.2.6.2.3 Spcifications L.2.6.2.4 Vrifications L.2.6.2.5 Paiement

CCT 2011

L. 6

L.3

TRAITEMENTS DE SURFACE DE REVETEMENT HYDROCARBONE PAR ENLEVEMENT DE MATIERE L.3.1 Rtablissement de la planit transversale par fraisage L.3.1.1 Description L.3.1.2 Clauses techniques L.3.1.3 Spcifications L.3.1.3.1 Rgularit de surface L.3.1.3.2 Finesse de fraisage L.3.1.3.3 Planit longitudinale lAPL (Analyseur de profil en long) L.3.1.3.4 Coefficient de frottement transversal (CFT) L.3.1.4 Vrifications L.3.1.5. Paiement Rtablissement de la texture de surface par grenaillage ou bouchardage L.3.2.1 Description L.3.2.2 Clauses techniques L.3.2.2.1 Grenaillage L.3.2.2.2 Bouchardage L.3.2.3 Spcifications L.3.2.4 Contrle L.3.2.5 Paiement

L.3.2

L.4

REPARATIONS LOCALISEES DE REVETEMENT HYDROCARBONE L.4.1 Traitement de fissures L.4.1.1 Description L.4.1.2 Clauses techniques L.4.1.2.1 Matriaux L.4.1.2.2 Traitement de fissures isoles L.4.1.2.2.1 Fissures isoles dune ouverture (aprs nettoyage) infrieure 5 mm L.4.1.2.2.2 Fissures isoles dune ouverture (aprs nettoyage) suprieure 5 mm et infrieure ou gale 25 mm L.4.1.2.2.3 Fissures isoles dune ouverture (aprs nettoyage) suprieure 25 mm L.4.1.2.2.3.1 Rparation de fissures isoles avec fraisage pralable L.4.1.2.2.3.2 Rparation de fissures isoles sans fraisage pralable L.4.1.2.3 Rparation de fissures multiples L.4.1.2.3.1 Fissures multiples dune ouverture infrieure 5 mm L.4.1.2.3.1.1 Rparation de fissures multiples avec fraisage pralable L.4.1.2.3.1.2 Rparation de fissures multiples sans fraisage pralable L.4.1.2.3.2 Fissures multiples dune ouverture suprieure 5 mm L.4.1.3 Vrification L.4.1.4 Paiement Rparations localises provisoires L.4.2.1 Description L.4.2.2 Clauses techniques L.4.2.2.1 Matriaux L.4.2.2.2 Excution L.4.2.2.2.1 Prparation du support L.4.2.2.2.2 Comblement de la cavit et traitement de surface L.4.2.3 Rsultat L.4.2.4 Paiement

L.4.2

CCT 2011

L. 7

L.4.3

L.4.4

Rparations localises en asphalte coul sans fraisage L.4.3.1 Description L.4.3.2 Clauses techniques L.4.3.2.1 Matriaux L.4.3.2.2 Mise en uvre L.4.3.3 Spcifications L.4.3.4 Vrifications L.4.3.5 Paiement Rparations localises durables L.4.4.1 Description L.4.4.2 Clauses techniques L.4.4.2.1 Matriaux L.4.4.2.2 Excution L.4.4.2.2.1 Excution de la rparation avec un enrob bitumineux compact L.4.4.2.2.2 Excution de la rparation avec un asphalte coul routier pour revtement L.4.4.3 Spcifications L.4.4.4 Vrifications L.4.4.5 Paiement

L.5

FRAISAGE DUN REVETEMENT BITUMINEUX AVANT REPARATION, ENTRETIEN OU RENFORCEMENT DE CHAUSSEE L.5.1 Excution L.5.1.1 Fraisage L.5.1.2 Evacuation des rsidus L.5.1.3 Nettoyage Exigences sur le rsultat (spcifications) L.5.2.1 Exigences sur la distance entre les crtes des rainures L.5.2.2 Exigences sur la diffrence de hauteur entre les crtes et les creux des rainures L.5.2.3 Exigences sur les irrgularits de surface L.5.2.4 Exigences sur le profil en travers L.5.2.5 Exigences sur la planit longitudinale Vrifications Paiement

L.5.2

L.5.3 L.5.4

L.6

MBCF UTILISE EN COUCHE DEGALISATION SUR UN SUPPORT FRAISE OU DANS UNE INTERFACE ANTIFISSURE L.6.1 L.6.2 Gnralits Clauses techniques L.6.2.1 Matriaux L.6.2.2 Composition L.6.2.3 Excution L.6.2.3.1 Rparations pralables L.6.2.3.2 Travaux prparatoires L.6.2.3.3 Mise en uvre dune couche de collage L.6.2.3.4 Mise en uvre du MBCF L.6.2.4 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.6.2.4.1 Caractristiques de masse L.6.2.4.1.1 Granularit du MBCF L.6.2.4.1.2 Teneur en liant du MBCF

CCT 2011

L. 8

L.6.2.4.1.3 Taux dpandage du MBCF L.6.2.4.1.4 Cohsion du MBCF L.6.2.4.2 Caractristiques de surface L.6.2.5 Renseignements pralables fournir par lentrepreneur L.6.2.6 Vrifications L.6.2.6.1 Contrles avant la mise en uvre L.6.2.6.2 Contrles lors de la mise en uvre L.6.2.6.2.1 Granularit du MBCF L.6.2.6.2.2 Teneur en liant du MBCF L.6.2.6.2.3 Taux dpandage du MBCF L.6.2.6.3 Contrles aprs la mise en uvre L.6.2.7 Paiement L.6.2.7.1 MBCF mis en uvre dans le cadre de la ralisation dune interface avec grillage darmatures mtalliques L.6.2.7.2 MBCF utilis en couche dgalisation sur un support frais

L.7

INTERFACES ANTIFISSURES ET INTERFACES DE RENFORCEMENT L.7.1 L.7.2 Gnralits Interfaces en membrane bitumineuse paisse cloute (SAMI Stress-absorbing membrane interlayer) L.7.2.1 Matriaux L.7.2.2 Excution L.7.2.2.1 Travaux prliminaires L.7.2.2.2 Mise en uvre de linterface antifissure L.7.2.2.2.1 Quantit de liant rsiduel L.7.2.2.2.2 Quantit de gravillons L.7.2.2.2.3 Epandage du liant L.7.2.2.2.4 Epandage des gravillons L.7.2.2.2.5 Compactage L.7.2.2.2.6 Enlvement des gravillons non fixs L.7.2.2.2.7 Circulation sur linterface antifissure L.7.2.2.3 Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts L.7.2.3 Spcifications L.7.2.4 Vrifications L.7.2.4.1 Contrles en cours dexcution L.7.2.4.1.1 Contrles avant la mise en uvre L.7.2.4.1.2 Contrles lors de la mise en oeuvre L.7.2.5 Paiement Interfaces bitumineuses avec gotextile non tiss L.7.3.1 Matriaux L.7.3.2 Excution L.7.3.2.1 Travaux prliminaires L.7.3.2.2 Mise en uvre dune interface antifissure avec gotextile non tiss livr en rouleau L.7.3.2.2.1 Mise en uvre de la premire couche de liant L.7.3.2.2.2 Mise en uvre du gotextile non tiss L.7.3.2.2.3 Mise en uvre du SAMI L.7.3.2.3 Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts L.7.3.3 Spcifications L.7.3.4 Vrifications L.7.3.5 Paiement

L.7.3

CCT 2011

L. 9

L.7.4

L.7.5

Interfaces bitumineuses avec gogrilles en matriaux synthtiques L.7.4.1 Matriaux L.7.4.2 Excution L.7.4.2.1 Travaux prparatoires L.7.4.2.1.1 Prescriptions L.7.4.2.1.2 Mise en uvre pralable dun MBCF dans le cas dun support frais L.7.4.2.2 Mise en uvre de linterface antifissure L.7.4.2.2.1 Mise en uvre de la couche de collage L.7.4.2.2.2 Mise en uvre de la gogrille L.7.4.2.2.3 Mise en uvre de la couche de protection L.7.4.2.2.3.1 Epandage du liant L.7.4.2.2.3.2 Epandage des gravillons L.7.4.2.2.3.3 Compactage L.7.4.2.2.3.4 Enlvement des gravillons non fixs L.7.4.2.2.4 Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts L.7.4.3 Renseignements pralables fournir par lentrepreneur L.7.4.3.1 Pour le MBCF (en cas de support frais) L.7.4.3.2 Pour linterface antifissure L.7.4.3.2.1 Pour la gogrille L.7.4.3.2.2 Pour la couche de protection L.7.4.4 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.7.4.4.1 Pour le MBCF L.7.4.4.1.1 Granularit du MBCF L.7.4.4.1.2 Teneur en liant du MBCF L.7.4.4.2 Pour la couche de protection L.7.4.4.2.1 Taux dpandage du liant L.7.4.4.2.2 Taux dpandage des gravillons L.7.4.5 Vrifications L.7.4.5.1 Contrles avant la mise en uvre de linterface L.7.4.5.1.1 Pour le MBCF L.7.4.5.1.2 Pour la gogrille L.7.4.5.1.3 Pour la couche de protection L.7.4.5.2 Contrles lors de la mise en uvre L.7.4.5.2.1 MBCF L.7.4.5.2.2 Gogrille L.7.4.5.2.3 Couche de protection L.7.4.5.3 Vrifications aprs mise en oeuvre L.7.4.5.3.1 MBCF L.7.4.5.3.1.1 Granularit L.7.4.5.3.1.2 Teneur en liant L.7.4.5.3.2 Couche de protection L.7.4.5.3.2.1 Epandage de liant L.7.4.5.3.2.2 Epandage des gravillons L.7.4.6 Paiement Interfaces avec gotextile non tiss renforc par une gogrille en matriau synthtique ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques, organiques ou minrales L.7.5.1 Matriaux L.7.5.2 Excution L.7.5.2.1 Travaux prliminaires L.7.5.2.2 Mise en uvre de linterface antifissure L.7.5.2.2.1 Mise en uvre de la premire couche de liant L.7.5.2.2.2 Mise en uvre du gotextile non tiss renforc

CCT 2011

L. 10

L.7.7

L.7.8

L.7.5.2.2.3 Mise en uvre de la deuxime couche de liant L.7.5.2.2.4 Epandage de gravillons L.7.5.2.2.5 Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts L.7.5.3 Spcifications L.7.5.4 Vrifications L.7.5.5 Paiement L.7.6 Interfaces avec grillage darmatures mtalliques L.7.6.1 Matriaux L.7.6.2 Excution L.7.6.2.1 Travaux prliminaires L.7.6.2.2 Mise en uvre de linterface antifissure L.7.6.2.2.1 Pose de grillage darmature mtallique L.7.6.2.2.2 Mise en uvre dun MBCF L.7.6.2.3 Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts L.7.6.3 Spcifications L.7.6.4 Vrifications L.7.6.5 Paiement Interfaces en asphalte sableux L.7.7.1 Matriaux L.7.7.2 Composition-type L.7.7.3 Caractristiques et performances des asphaltes sableux L.7.7.4 Etude du mlange L.7.7.5 Enregistrement des asphaltes sableux L.7.7.5.1 Etude du mlange et enregistrement L.7.7.5.2 Note justificative et fiches techniques L.7.7.6 Fabrication des asphaltes sableux L.7.7.7 Transport des asphaltes sableux L.7.7.8 Excution L.7.7.8.1 Travaux prliminaires L.7.7.8.2 Mise en uvre de linterface antifissure L.7.7.8.3 Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts L.7.7.9 Exigences sur le rsultat (spcifications) L.7.7.9.1 Exigences concernant les caractristiques dpendant de la formulation, de la fabrication, du transport et de la mise en uvre de lenrob L.7.7.9.1.1 Granularit L.7.7.91.2 Teneur en liant L.7.7.9.1.3 Pourcentage de vides L.7.7.9.2 Exigences concernant les caractristiques dpendant uniquement de la mise en uvre de lenrob L.7.7.9.2.1 Epaisseur et rgularit dune couche L.7.7.9.2.2 Compacit relative L.7.7.10 Vrifications L.7.7.11 Paiement Armatures alvolaires L.7.8.1 Matriaux L.7.8.2 Excution L.7.8.2.1 Travaux prliminaires L.7.8.2.2 Mise en uvre de larmature alvolaire L.7.8.2.3 Mise en uvre de la couche de roulement en enrobs bitumineux compacts L.7.8.3 Vrifications L.7.8.4 Paiement

CCT 2011

L. 11

L.8

OVERLAY ET INLAY EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES L.8.1 L.8.2 L.8.3 L.8.4 L.8.5 Gnralits Description Matriaux Enrobs bitumineux Revtements bitumineux L.8.5.1 Prescriptions complmentaires au F.2.3 L.8.5.2 Prescriptions du F.2.3 modifies dans le cas des overlays bitumineux L.8.5.2.1 Epaisseur totale du revtement L.8.5.2.2 Compacit relative dune couche L.8.5.2.2.1 Niveaux dexigences sur la compacit relative L.8.5.2.2.1.1 Niveau dexigence 1 (conforme au F.2.3.1.2.2.1) L.8.5.2.2.1.2 Niveau dexigence 2 L.8.5.2.2.1.3 Niveau dexigence 3 L.8.5.2.2.2 Cas auxquels sappliquent les diffrents niveaux dexigence sur la compacit relative L.8.5.2.3 Planit longitudinale lAPL (analyseur de profil en long) L.8.5.2.3.1 Niveaux dexigences sur la planit longitudinale L.8.5.2.3.1.1 Niveau dexigence 1 (conforme au F.2.3.2.2.1) L.8.5.2.3.1.2 Niveau dexigence 2 L.8.5.2.3.1.3 Niveau dexigence 3 L.8.5.2.3.1.4 Niveau dexigence 4 L.8.5.2.3.2 Cas auxquels sappliquent les diffrents niveaux dexigences sur la planit longitudinale L.8.5.2.3.3 Dispositions particulires Vrifications Mthode de mesure des quantits Paiement

L.8.6 L.8.7

L.9

REPARATIONS APRES EXECUTION DUNE TRANCHEE EN CHAUSSEE L.9.1 L.9.2 Description Clauses technique L.9.2.1 Matriaux L.9.2.2 Excution des tranches transversales L.9.2.3 Excution des tranches longitudinales L.9.2.4 Spcifications Vrifications Paiement

L.9.3 L.9.4

L.10 MISE A NIVEAU DELEMENTS LOCALISES L.10.1 Description L.10.2 Clauses techniques L.10.2.1 Matriaux L.10.2.2 Excution L.10.3 Vrifications L.10.4 Paiement

CCT 2011

L. 12

L.11 JOINTS TRANSVERSAUX ENTRE REVETEMENT EN BETON ET REVETEMENT BITUMINEUX L.11.1 Description L.11.2 Clauses techniques L.11.2.1 Excution L.11.2.2 Spcifications L.11.3 Vrification L.11.4 Paiement

CCT 2011

L. 13

L.1

REVETEMENTS EN BETON

Sauf prescriptions contraires ci-dessous, les prescriptions du F.1 sont dapplication. L.1.1 L.1.1.1 Rparations localises de fissures par fraisage superficiel DESCRIPTION

Lopration consiste amnager par fraisage, la surface du revtement, une gorge qui suit le trac de la fissure et colmater cette gorge avec un produit de scellement. Ce traitement est rserv aux fissures de faible ouverture (infrieure 3 mm), non ramifies, dont les bords ne prsentent ni paufrure ni dnivellation. L.1.1.2 L.1.1.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : fond de joint : C.16 ; produit de scellement coul chaud : C.14.1.1 ; vernis d'adhrence : C.9.12. Excution

L.1.1.2.2

Le fraisage de la gorge de scellement se fait sec et suit la trace de la fissure sans l'largir audel de 20 mm, sur une profondeur comprise entre 20 et 30 mm. Aprs le fraisage, la fissure apparat dans le fond de la gorge sur tout son parcours. Lespace entre les lvres de la fissure est dbarrass des matriaux quil contient. Aprs nettoyage et schage complet de la saigne, un fond de joint compressible est introduit dans la fissure afin dviter la pntration de la masse de scellement dans la partie infrieure de la fissure. Un vernis dadhrence est appliqu sur les faces de la gorge de scellement. Le produit de scellement est coul laide dun appareil verseur en vitant toute occlusion dair. Les travaux sont exclusivement excuts par temps sec. La face suprieure du produit de scellement mis en place se trouve entre 3 et 5 mm sous le niveau suprieur du revtement. Ds que la surface du scellement ne colle plus au doigt, la circulation peut tre rtablie. Tous les dbordements de masse en surface sont limins. L.1.1.2.3 Rsultats

Aprs l'application du traitement, la gorge scelle est tanche l'eau.

CCT 2011

L. 14

L.1.1.3

VERIFICATIONS

La bonne adhrence du produit de scellement sur les parois de la gorge est vrifie vue ou l'aide d'une mince lame d'acier. Tout dfaut d'adhrence est corrig en retraitant la fissure. L.1.1.4 PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base de la longueur de fissure traite.

L.1.2 L.1.2.1

Rparations localises dpaufrures DESCRIPTION

Lopration consiste refaonner au moyen dun mortier base de liant hydraulique modifi (LHM) ou de liant rsineux un clat ou le bord abm dun joint, dune dalle ou dune fissure. Toute rparation est ensuite protge contre la dessiccation laide dun produit de cure ou dune membrane plastique. L.1.2.2 L.1.2.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : mortier liant hydraulique modifi (LHM) : C.45 ; mortier base de rsine(s) : C.46 ; produit de cure : C.13 ; membrane plastique : C.11. Excution

L.1.2.2.2 -

Travaux prliminaires

Les travaux prliminaires consistent prparer le support et le coffrage provisoire ventuel, de sorte que le mortier de faonnage adhre parfaitement au bton. Le support est propre, constitu de bton sain (enlvement des effritements de bton) et limit par une surface irrgulire. Le fond et les parois de la partie dmolie sont brosss et nettoys par soufflage d'air comprim. Les traces d'huile ou de masse de scellement sont limines. Mise en oeuvre du mortier

Le mortier base de liant rsineux est appliqu sur bton propre et sec. Le mortier base de liant hydraulique est appliqu sur bton propre et satur d'eau; la rparation est protge l'aide d'un produit de cure ou d'une membrane plastique. La rparation est lisse et s'intgre dans le profil de la route.

CCT 2011

L. 15

La circulation n'est rtablie qu'aprs accord du fonctionnaire dirigeant. L.1.2.2.3 Rsultats

Aprs rparation, il n'existe aucune dnivellation entre la zone rpare et le revtement adjacent. L.1.2.3 VERIFICATIONS

La rparation ne prsente aucune fissure et l'absence de dnivellation suprieure 3 mm est vrifie la rgle de 3 m. Dans le cas contraire, la rparation est dmolie et refaite. L.1.2.4 PAIEMENT

Le paiement des rparations d'paufrures s'effectue sur base de la longueur de bord rpar.

L.1.3 L.1.3.1

Renouvellement de la garniture des joints DESCRIPTION

Lopration consiste regarnir les joints dont lancienne garniture est enleve, dtache ou crevasse. L.1.3.2 L.1.3.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : fond de joint : C.16 ; vernis d'adhrence : C.9.12 ; produit de scellement coul chaud : C.14.1.1 ; produit de scellement coul froid : C.14.1.2. Excution

L.1.3.2.2

L'espace entre les faces verticales du joint est dbarrass des matriaux qu'il contient. Les lvres sont nettoyes l'aide d'une brosse mtallique et sches sous l'action d'un jet d'air comprim. Un vernis d'adhrence est appliqu sur les faces verticales de la gorge de scellement. Un fond de joint compressible dont les dimensions correspondent au fond de la gorge est ensuite mis en place, conformment la figure F.1.2.i du F.1.2.9.5. Le produit de scellement coul est mis en oeuvre l'aide d'un appareil verseur en vitant toute occlusion d'air. Les travaux sont exclusivement excuts par temps sec.

CCT 2011

L. 16

Ds que la surface du scellement ne colle plus au doigt, la circulation peut tre rtablie. Tous les dbordements de masse en surface sont limins. L.1.3.2.3 Rsultats

La face suprieure du produit de scellement mis en place se trouve entre 3 et 5 mm sous le niveau suprieur du revtement. Par temps chaud, le joint est rempli jusqu'au niveau du revtement. Aprs lapplication du traitement, le joint ainsi scell est tanche leau. L.1.3.3 VERIFICATIONS

La bonne adhrence du produit de scellement aux parois de bton est vrifie vue ou l'aide d'une mince lame d'acier. Tout dfaut d'adhrence est corrig en retraitant la garniture de joint. L.1.3.4 PAIEMENT

Le paiement du renouvellement de la garniture des joints s'effectue sur base de la longueur traite. L.1.4 L.1.4.1 Remplacement de dalles dfectueuses ou parties de dalles DESCRIPTION

Lopration consiste remplacer soit une ou des dalle(s) dfectueuse(s), soit une partie de celle(s)-ci. La rparation ncessite : la dmolition du bton de la zone dfectueuse, sans abmer ni le bton adjacent ni la fondation ; la remise en tat ventuelle de la fondation ; la remise en tat des joints avec les dalles adjacentes ; le btonnage de la zone en sintgrant dans le profil existant.

La rparation seffectue sur une longueur de minimum 2 m chevauchant la partie dfectueuse et sur toute la largeur de la dalle. L.1.4.2 L.1.4.2.1 CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : membrane plastique : mulsion de bitume : goujons : produits de cure : C.11 ; C.9.5 ; C.10.1 ; C.13.

Le bton rpond aux caractristiques et prescriptions du F.1.

CCT 2011

L. 17

L.1.4.2.2 1.

Excution

Dmolition

La zone dmolir est soit dlimite par deux joints transversaux, soit par un joint transversal et un trait de scie ou soit par deux traits de scie (voir figures L.1.4.a L.1.4.e ci-aprs):
a b

Coupe

Vue en plan

c
zone dmolir

Vue en plan

dgradation

trait de scie

Coupe

Coupe

Vue en plan

Joints transversaux goujonns Joint de construction ancr Joint de construction ancr

Joint transversal goujonn Joint de construction ancr

Figures L.1.4.a L.1.4.e

CCT 2011

L. 18

Zone dmolir dlimite par deux traits de scie (figure L.1.4.a): les traits de scie sont perpendiculaires la surface du revtement et l'axe longitudinal de la chausse. Les dalles sont scies sur toute leur paisseur et largeur. Zone dmolir dlimite par un trait de scie et un joint transversal (figure L.1.4.b): les traits de scie sont perpendiculaires la surface du revtement et l'axe longitudinal de la chausse. Le sciage est effectu dans laxe du joint. Les dalles sont scies sur toute leur paisseur et largeur. Si le bord de la dalle adjacente prsente des dgradations, la zone dmolir sera tendue au del du joint (figure L.1.4.e). En tendant la zone dmolir dau moins 1 m au del du joint transversal dgrad, le transfert des charges par goujonnage peut tre rtabli de manire efficace. Zone dmolir dlimite par deux joints transversaux (figure L.1.4.c): le sciage est effectu dans laxe des joints. Si la zone rparer est contigu 2 joints transversaux (de retrait, de dilatation, goujonn ou non), la zone rparer sera tendue au-del des joints si le bord des dalles adjacentes prsente des dgradations (figure L.1.4.d). En tendant la zone dmolir dau moins 1 m au del du joint transversal dgrad, le transfert des charges par goujonnage peut tre rtabli de manire efficace. Le joint de construction ainsi cr sera ancr de manire rendre le caractre monolithique aux dalles contigus. Lancrage est ralis par forage de trous mi-paisseur et par ancrage chimique de barres 16 mm tous les 30 cm et sur une profondeur de 35 40 cm. Un joint transversal goujonn sera rtabli sa localisation initiale. Le cahier spcial des charges prcisera, le cas chant, si ce joint ne doit pas tre goujonn.

Le remplacement partiel de dalle doit tre effectu sur toute la largeur et toute lpaisseur de la dalle ; la longueur doit tre de minimum 2 m. Les parties non dmolies ne peuvent tre infrieures 2 m. La zone ainsi dlimite est dmolie en appliquant une mthode adquate. Si le bton contigu la zone faisant lobjet des rparations est endommag lors de la dmolition de celle-ci, la zone rparer est tendue en consquence. Les faces sont verticales, propres et prsentent un aspect irrgulier afin d'assurer un bon accrochage entre l'ancien bton et le bton de rparation. L'ancien bton prsente une surface apparente saine purge de tout clat. Tous les goujons abms ou scis sont remplacs. 2. Fondation

Des dgts ventuels la fondation sont retouchs. En cas de fondation insuffisante, lassise est dcape sur une profondeur dau moins 15 cm et une fondation est mise en oeuvre suivant les prescriptions du fonctionnaire dirigeant. Ces travaux font lobjet dun poste spcifique au mtr. 3. Mise en oeuvre des goujons

Les goujons sont placs soit : par forage et ancrage chimique dans les dalles adjacentes non dmolies, conformment aux prescriptions du F.1.2.9 ; pralablement au btonnage, au moyen de berceaux ;

CCT 2011

L. 19

pendant le btonnage, au moyen dun systme dintgration par vibrations approuv par le fonctionnaire dirigeant. Reconstruction de dalles

4.

Les parties de dalles reconstruire sont rectangulaires. Les bords transversaux sont perpendiculaires au joint longitudinal et/ou aux bords du revtement. La mise en place du bton est effectue soit laide dune machine coffrages glissants, soit manuellement l'aide d'aiguilles et d'une poutre vibrante et dbute par un bord de la rparation. Toutefois, lusage dune machine coffrages glissants est obligatoire pour des longueurs dun seul tenant suprieures 50 m (sauf impossibilit technique due lencombrement et accord du fonctionnaire dirigeant). Un traitement superficiel semblable celui du bton initial est ralis. Il est suivi de la pulvrisation d'un produit de cure et de la pose d'une membrane plastique. La circulation n'est autorise sur le revtement que 7 jours aprs la mise en oeuvre du bton et aprs relev contradictoire des fissures. Un revtement de moins de 7 jours peut tre livr la circulation si la rsistance moyenne (sur base de 3 carottes fores dans le revtement ou de cubes de 15 cm de ct isols thermiquement) du bton atteint au moins : 40 MPa pour les classes de construction B1 B10 et BF ; 35 MPa pour les routes rurales et forestires. Rsultats

L.1.4.2.3

La partie rpare s'intgre dans le profil de la route et ne peut prsenter de dnivellation (mesure la rgle de 3 m) suprieure : 3 mm pour les classes de construction B1 B10 et BF ; 5 mm pour les routes rurales et forestires.

La rsistance est conforme au F.1.3.1.2 sauf pour les rparations avec mise en service rapide pour lesquelles les prescriptions du L.1.5 sont dapplication. L.1.4.3 VERIFICATIONS

Les contrles portent sur la rsistance la compression du bton et sur la rgularit de surface. La rparation ne peut prsenter aucune fissure. Toute dnivellation hors tolrance ou toute rparation dfectueuse est corrige. L.1.4.4 PAIEMENT

Le paiement seffectue comme suit : sciage du bton : au m courant par centimtre de profondeur ; dmolition : au m ; remise en tat de la fondation : au m ; mise en place des goujons : la pice ; mise en oeuvre manuelle du bton : au m suivant lpaisseur ;

CCT 2011

L. 20

mise en oeuvre du bton la machine coffrages glissants, y compris installation sur chantier de la machine coffrages glissants : au m suivant lpaisseur ; traitement de surface : au m; reconstruction des joints selon le type : au m ;

Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits.

L.1.5

Remplacement de dalles dfectueuses ou parties de dalles avec remise en service rapide DESCRIPTION

L.1.5.1

Lopration consiste remplacer soit une ou des dalle(s) dfectueuse(s), soit une partie de celle(s)-ci, en veillant limiter linterruption de trafic une trs courte dure. Le cahier spcial des charges doit spcifier le dlai - 36 ou 72 heures - de remise en service. L.1.5.2 L.1.5.2.1 CLAUSES TECHNIQUES ET RESULTATS Matriaux

Les prescriptions du L.1.4 sont d'application, sauf en ce qui concerne la composition du bton qui rpond aux prescriptions supplmentaires suivantes : le dosage en ciment est compris entre 425 et 450 kg/m de bton en place ; le rapport E/C est 0,40 ; lemploi dun adjuvant hautement rducteur deau est obligatoire ; le Dmax des granulats est limit 20 mm ; il nest procd aucun ajout dentraneur dair ; le tableau ci-dessous renseigne des valeurs de teneur en ciment indicatives, non recommandes ou non autorises pour les dlais de rouverture au trafic de 36 et 72 heures et pour diffrents types de ciment.

Ciment utiliser Mlange CEM Dlai d'ouverture au Temprature III/A 42,5 N LA + CEM I 52,5 LA N CEM III/A 42,5 N trafic ambiante 20 25 % CEM I ou R LA 42,5 R ou 52,5 R (*) 15 C 450 kg/m non recommand non autoris 36 heures > 15 C 425 kg/m 450 kg/m non autoris 15 C 425 kg/m 450 kg/m non autoris 72 heures non recommand non recommand 450 kg/m > 15 C (*) soit le CEM I doit tre du type LA, soit la teneur en Na2Oeq du mlange de ciments est infrieure ou gale 0,9 %.

la composition exacte du bton fera lobjet dune tude et dun dossier technique. Ce dossier, tel que dcrit au F.1.2.5 est modifi et complt comme suit : la rsistance la compression est mesure sur cubes de 15 cm de ct, isols thermiquement par du polystyrne expans sauf en surface o le bton est protg par une feuille plastique. Les cubes sont conservs la temprature ambiante

CCT 2011

L. 21

L.1.5.2.2

prvue lors de lexcution. La dtermination de cette temprature de conservation est faite par le fonctionnaire dirigeant ; outre la rsistance 7 jours dge, elle est mesure sur une srie de 3 cubes isols : lge de 24 heures et de 36 heures pour les btons durcissement 36 heures et ; lge de 48 heures et de 72 heures pour les btons durcissement 72 heures : ltude doit montrer quavec la composition de bton choisie, une rsistance la compression de 35 MPa est obtenue aprs 36 ou 72 heures ; si le rsultat est compris entre 32,5 et 35 MPa, le pouvoir adjudicateur peut demander lentrepreneur dadapter la composition du bton sans quil doive recommencer les essais ; si le rsultat est infrieur 32,5 MPa, lentrepreneur doit prsenter une nouvelle composition de bton et doit recommencer les essais. Isolation du bton frais

Le cahier spcial des charges peut spcifier lisolation thermique, de la surface au moyen dun matelas de polystyrne, expans ou extrud, de minimum 5 cm dpaisseur. Ceci est fait au plus tard la fin de la journe de mise en oeuvre du bton. Les cubes sont alors galement isols en surface. L.1.5.2.3 Mise en service du revtement

Le revtement peut tre ouvert la circulation ds que la rsistance moyenne (sur base de 3 carottes ou de 3 cubes de 15 cm de ct isols thermiquement) du bton atteint au moins : 40 MPa pour les carottes fores dans le revtement ; 35 MPa pour les cubes isols thermiquement par du polystyrne expans. VERIFICATIONS

L.1.5.3

Les contrles portent sur la rsistance la compression du bton et sur la rgularit de surface. La rparation ne peut prsenter aucune fissure. Toute dnivellation hors tolrance ou toute rparation dfectueuse est corrige. L.1.5.4 PAIEMENT

Le paiement seffectue comme suit : sciage du bton : au m courant par centimtre de profondeur ; dmolition : au m ; remise en tat de la fondation : au m ; mise en place des goujons : la pice ; mise en oeuvre manuelle du bton : au m suivant lpaisseur ; mise en oeuvre du bton la machine coffrages glissants, y compris installation sur chantier de la machine coffrages glissants : au m suivant lpaisseur ; traitement de surface : au m ; reconstruction des joints selon le type : au m ; supplment pour isolation du bton frais : m.

Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits.

CCT 2011

L. 22

L.1.6 L.1.6.1

Relvement et stabilisation de dalles en bton par injection DESCRIPTION

Lopration consiste injecter un coulis de ciment sous le revtement en bton au travers de trous fors dans celui-ci en vue de : restaurer la planit ; stabiliser le revtement. CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

L.1.6.2 L.1.6.2.1

Le coulis est constitu dun mlange deau et de produits prpars comprenant principalement du ciment ainsi que dautres composants ventuels tels que de la bentonite, des cendres volantes, des adjuvants et dautres ajouts. La quantit de ciment est au moins gale 25 % en masse de la quantit du matriau fin sec. Au moins 15 jours calendriers avant le dbut des travaux dinjection, lentrepreneur fournit : une tude de la composition du coulis valide par un laboratoire agr, reprenant : - les caractristiques mcaniques du coulis ; - les dlais de remise en service des zones injectes ; - la stabilit du coulis avant prise ; - la durabilit du coulis ; - la viscosit ; - la non-miscibilit du coulis avec de leau ; - linjectabilit du coulis propos ; - les caractristiques de la pompe dinjection ; les certificats dorigine des composants. Excution

L.1.6.2.2

La pompe doit tre telle quun contrle visuel du matriau inject soit possible. La pression dinjection est affiche en permanence. Linjection peut tre excute jusqu une temprature minimale de 0C mesure la surface du revtement. Linjection est interdite sous cette temprature. Avant l'injection, la dalle est dsolidarise de la fondation par injection d'air comprim. Les trous, d'un diamtre adapt celui du matriel d'injection, sont fors en quinconce jusqu un niveau situ 3 cm plus bas que le niveau injecter et localiss en fonction de la nature de l'affaissement. La distance entre les trous est fonction de la grandeur des relvements raliser. En pleine dalle, la distance entre les trous ne dpasse pas 2 m. La distance entre un trou et un bord de dalle est comprise entre 0,75 m et 1 m. La distance minimale entre un trou et un joint est de 0,50 m en cas de stabilisation et de 1 m en cas de relvement.

CCT 2011

L. 23

La machine de forage reste sur chantier pendant la priode d'injection pour le cas o des forages complmentaires seraient ncessaires. Le coulis est prpar dans une btonnire contre-courant. Le temps de malaxage est rgl de manire que le mlange soit homogne et ne prsente plus de grumeaux. Le mlange est vers dans une cuve permettant d'appliquer une pression d'au moins 0,6 MN/m pour l'injection. L'videment des joints est ralis afin d'viter que les dalles sappuient l'une contre l'autre. L'injection est excute en partant du point le plus bas de l'affaissement vers le point le plus haut. La dalle ne peut tre souleve de plus de 6 mm la fois. Le coulis est inject au travers des trous fors dans les dalles. Il est rparti uniformment sous la dalle, en utilisant les diffrents trous. Ds que le coulis inject ressort en surface par un des trous voisins, ce dernier est bouch laide dun cne en bois. On injecte ensuite par les autres trous en prenant soin de boucher les trous prcdemment injects. Linjection est arrte lorsque le revtement se trouve 2 mm plus haut que le niveau thorique. Lorsque le coulis inject est durci ou fig, et aprs nettoyage, les trous d'injection sont rebouchs sur toute l'paisseur de la dalle, au mortier de ciment amlior adhsivit renforce. Aprs injection, les traces de coulis sont limines de la surface de la chausse. Le coulis rcupr ne peut en aucun cas tre remlang au coulis frais. Les joints sont nettoys et remplis conformment au L.1.3. Les contrles du soulvement de la dalle constituent une charge dentreprise et sont effectus en prsence du fonctionnaire dirigeant et selon une mthode approuve par celui-ci. La circulation n'est rtablie qu'aprs accord du fonctionnaire dirigeant. L.1.6.2.3 L.1.6.2.3.1 Rsultats RESISTANCE MECANIQUE DU COULIS

Les prouvettes de forme prismatique 40 mm x 40 mm x 160 mm sont moules immdiatement aprs la confection du coulis dans des moules conformes ceux dcrits dans la norme NBN EN 196-1. La conservation des prouvettes est ralise conformment aux directives du producteur du coulis de ciment. La rsistance moyenne la flexion, mesure sur 3 prouvettes, est au moins gale 4 MPa 28 jours. La rsistance moyenne la compression, mesure sur 3 prouvettes, est au moins gale 14 MPa 7 jours et 20 MPa 28 jours.

CCT 2011

L. 24

L.1.6.2.3.2 -

CARACTERISTIQUES DU COULIS

Viscosit : conforme aux donnes fournies par lentrepreneur. Ressuage : infrieur 4 %. Non-miscibilit : le coulis ne peut tre dlav par leau. Masse volumique ltat frais : conforme aux donnes fournies par lentrepreneur. CONFORMITE PAR RAPPORT AU PROFIL IMPOSE

L.1.6.2.3.3

La partie traite respecte les niveaux imposs par le profil thorique moyennant une tolrance en plus de 2 mm. L.1.6.2.3.4 QUALITE DE LINJECTION

Une injection ne remplissant pas toutes les cavits est refuse. L.1.6.3 L.1.6.3.1 VERIFICATIONS Contrles en cours dexcution

Ces contrles portent sur : la viscosit : lcoulement est mesur sur chantier, au cne de Marsh 10 (appareil de coulabilit) ; le ressuage : le ressuage final du coulis est mesur suivant la norme NBN B 14-205 ; la non-miscibilit : le coulis est dvers dans un rcipient contenant de leau. La nonmiscibilit est dtermine par examen visuel du comportement du coulis dans leau ; la conformit par rapport au profil thorique impos. Contrles posteriori

L.1.6.3.2

La qualit de linjection est contrle par carottage. Le nombre de carottes prlever est prcis dans les documents du march. Les carottages sont raliss mi-chemin entre deux trous dinjection. Pour la rsistance moyenne la flexion et la compression du coulis dinjection, le nombre dprouvettes est de trois par journe dinjection. L.1.6.4 PAIEMENT

Le paiement seffectue par postes spars : forage de trous dinjection : la pice ; injection proprement dite, y compris linstallation de chantier : au kilo de matriaux secs utiliss.

CCT 2011

L. 25

L.1.6.4.1 L.1.6.4.1.1

Rfactions QUALITE DE LINJECTION

Si des vides sont dcels, lentrepreneur procde ses frais de nouvelles injections. L.1.6.4.1.2 RESISTANCES A LA FLEXION ET A LA COMPRESSION DU COULIS DINJECTION

Lorsque la rsistance moyenne la flexion R'f et/ou la compression R'c 28 jours sont infrieures la rsistance moyenne la flexion minimum R'f,min et ou la rsistance moyenne la compression minimum R'c,min 28 jours telles que prescrites au L.1.6.2.3.1, les travaux dinjection peuvent tre accepts moyennant lapplication des rfactions calcules comme suit : pour la rsistance moyenne la compression : R' R' c = Q. p. c ,min 0,1.R' c , min
2

RRc -

pour la rsistance moyenne la flexion :

R' f ,min R' f = Q. p. 0,1.R' f , min
2

R Rf o RRc RRf Q p

est la rfaction lie la rsistance la compression [] est la rfaction lie la rsistance la flexion [] est la masse de matriau sec mis en oeuvre en une journe [kg] est le prix des matriaux secs [/kg].

L.1.7

Recouvrement en bton

Le F.1 Revtements en bton est d'application sous rserve des modifications ci-aprs.

L.1.7.1

DESCRIPTION

Un recouvrement en bton est un nouveau revtement pos : soit directement sur un revtement existant quelle qu'en soit la nature ; soit avec interposition d'une couche de profilage en enrob bitumineux. CARACTERISTIQUES GEOMETRIQUES DES DALLES

L.1.7.2

L'paisseur minimale, la largeur et la longueur des dalles, ainsi que les pentes transversales sont fixes par les documents du march.

CCT 2011

L. 26

L.1.7.3 L.1.7.3.1

CLAUSES TECHNIQUES Travaux prparatoires

Le cahier spcial des charges prcise, en fonction du support et de ltat de celui-ci, les travaux prparatoires effectuer avant de procder au recouvrement en bton proprement parler : fraisage du support ; morcellement de dalles de bton existantes, en morceaux de taille < 1 m et stabilisation au rouleau vibrant ; stabilisation et/ou relvement de dalles en bton par injection ; reprofilage du support au moyen dun couche en enrob bitumineux (nature et paisseur prciser au cahier spcial des charges). Prescriptions particulires dans le cas de recouvrement sur un ancien revtement en bton

L.1.7.3.2

Les dalles prsentant un battement, mesur au faultimtre, suprieur 0,7 mm au droit des joints ou des fissures, sont stabilises par injection ou brises en morceaux dont la dimension ne dpasse pas 1 m. Le mode d'intervention est fix aux documents du march

L.1.7.3.3

Btonnage

Les prescriptions du F.1.2.6 sont dapplication.

L.1.7.3.4

Joints

Les prescriptions du F.1.2.9 sont dapplication.

L.1.7.3.5

Protection du bton frais

Les prescriptions du F.1.2.10 sont dapplication.

L.1.7.4

RESULTATS

Les prescriptions du F.1.3 sont dapplication.

L.1.7.5

VERIFICATIONS

Les prescriptions du F.1.4 sont dapplication.

L.1.7.6

PAIEMENT

Les travaux prparatoires font lobjet de postes spcifiques au mtr. Le paiement de la couche de profilage ventuelle s'effectue la tonne. Le recouvrement en bton est pay au m.

CCT 2011

L. 27

L.1.8 L.1.8.1

Stabilisation de revtement en bton par fracturation et par compactage

DESCRIPTION

Lopration consiste briser les dalles en bton de revtement et stabiliser les fragments par un compactage puissant en vue de raliser sur ce support en bton un overlay.

L.1.8.2

CLAUSES TECHNIQUES

La fracturation du revtement est excute au moyen dune machine masse tombante (guillotine, mouton, etc.) ou dun marteau brise-roche. Le compactage est ralis au moyen dun rouleau lourd pneus. Le contrebutage du revtement en bton est maintenu durant les oprations de fragmentation et de compactage ainsi quaprs ralisation de celles-ci afin dviter un dchaussement du bton sur les bords.

L.1.8.3

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS)

Les fragments prsentent une surface comprise entre 0,5 et 1 m. Chaque lment est stable et exempt de possibilit de battement.

L.1.8.4

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m de surface fracture. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits.

CCT 2011

L. 28

L.2

TRAITEMENTS DE SURFACE PAR AJOUT DE MATERIAUX BITUMINEUX ET REVETEMENTS BITUMINEUX ULTRA-MINCES1 Matriaux bitumineux couls froid (MBCF)

L.2.1

Les matriaux bitumineux couls froid pour traitement de surface sont conformes la NBN EN 122732. Une des caractristiques principales de la norme europenne actuellement en vigueur rside dans le fait quelle impose des exigences performantielles.

L.2.1.1 L.2.1.1.1

DEFINITIONS Matriaux bitumineux couls froid

Les matriaux bitumineux couls froid (MBCF), appels couramment schlammages ou coulis, sont appliqus comme traitement de surface coul en place. Ils sont destins, suivant leur granulomtrie, combler des ornires (profondeur maximale de 2,5 cm avec un MBCF 0/6,3), impermabiliser, sceller et restaurer les caractristiques de surface (rugosit, uni, aspect visuel) des couches de roulement lgrement dgrades. Le mlange est compos de granulats, dmulsion de bitume, deau et ventuellement dadditifs. Lensemble est malax lors de lapplication et coul en place. On distingue les MBCF monocouches et bicouches. Les MBCF peuvent tre colors. En cas de MBCF bicouche, seule la couche suprieure est colore. Pour le comblement dornire, les documents du march prcisent la largeur et la profondeur moyennes de la (des) ornire(s).

L.2.1.1.2

Familles de MBCF et catgories de route

1 2 R1 Classes de trafic B1 B5 MBCF monocouche(1) b1 b2 MBCF bicouche b1 b2 MBCF monocouche b1 b2 3 4 5 6 R2 Classes de trafic B6 B10 et BF MBCF bicouche b1 b2 7 8

Familles de produits Catgories de routes Classe de trafic Type de MBCF Type de liant(2)
(1)

(2)

Pas dapplication pour les classes de trafic B1 et B2. b1 Emulsions cationiques de bitume. b2 Emulsions cationiques de bitumes modifies par des polymres.

Les documents du march prcisent la (les) famille(s) de MBCF mettre en oeuvre.

1

Par extension, les traitements de surface base de matriaux synthtiques sont galement traits dans cette partie. A partir du 1er janvier 2011, tous les MBCF mis en oeuvre doivent possder un marquage CE. Jusqu cette date, dans le cas o lentrepreneur ne dispose pas encore du marquage CE, les prescriptions du L.2.1 de la 1re dition (2000) du CCT2000 sont dapplication en ce qui concerne les MBCF.

CCT 2011

L. 29

L.2.1.1.3

Types de MBCF

Les documents du march spcifient les types de MBCF parmi ceux mentionns au tableau cidessous.
Type MBCF monocouche Dnomination 0/2 ; 0/4 ; 0/6,3 ; 0/10 0/2 + 0/4 0/2 + 0/6,3 0/4 + 0/6,3 MBCF bicouche 0/2 + 0/10 0/4 + 0/10 Suprieure Infrieure Suprieure Infrieure Suprieure Infrieure Suprieure Infrieure Suprieure Infrieure Couche Classe de granularit 0/2 ; 0/4 ; 0/6,3 ; 0/10 0/4 0/2 0/6,3 0/2 0/6,3 0/4 0/10 0/2 0/10 0/4

L.2.1.2

CONFORMITE DE LA DESCRIPTION DU PRODUIT PROPOSE A LA NORME NBN EN 12273

Pour lattestation de conformit CE, les MBCF relvent du systme 2+. Pour obtenir le marquage CE pour une famille dtermine de produit, lapplicateur doit avoir dmontr la conformit de la description de son produit la norme NBN EN 12273 par: Une planche test pour essais de type initiaux (TAIT) correspondant la famille concerne, conformment lannexe C de la NBN EN 12273. Les essais raliser sont ceux prvus au tableau 1 de la NBN EN 12273, lexception de la cohsion du liant. Les essais relatifs aux sables, aux gravillons et aux liants sont ceux prvus au C.2 (sables), au C.3 (gravillons) et au C.9 (liants). Lvaluation visuelle des dfauts entre 11 et 13 mois aprs la pose du MBCF se fait suivant la mthode qualitative de la norme NBN EN 12274-8. Le certificat de matrise de la production (FPC), conformment aux annexes A et B de la norme NBN EN 12273. CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

L.2.1.3 L.2.1.3.1

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant: gravillons pour traitements de surface, pour enduits superficiels (sauf ESHP) et pour matriaux couls froid (MBCF): C.3.4.7 ; sables pour mlanges bitumineux : C.2.4.9 ;

CCT 2011

L. 30

graves pour MBCF : C.4.4.5 ; fillers pour mlanges bitumineux : C.8.1 ; mulsion cationique de bitume : C.9.5.2 de type A2 (C60B1 avec vitesse de rupture approprie); mulsion cationique de bitume lastomre: C.9.5.2 de type B2 (C60BP1 avec vitesse de rupture approprie) ; mulsion base de liant synthtique clair3 : C.9.8 ; pigments pour mlanges bitumineux : C.18.

Pour les MBCF de couleur, les prescriptions complmentaires ci-aprs sont dapplication: les pierres et le sable prsentent, ltat sec, une teinte naturelle proche de la teinte exige pour le MBCF ; un pigment est ajout au mlange ; lmulsion de bitume est remplace par une mulsion cationique surstabilise et rupture contrle, base de liant synthtique clair.

Lentrepreneur choisit les matriaux de faon satisfaire aux prescriptions du L.2.1.4.

L.2.1.3.2

Composition

Lentrepreneur dtermine la composition du MBCF de faon satisfaire aux prescriptions du L.2.1.4.

L.2.1.3.3 L.2.1.3.3.1

Mise en uvre REPARATIONS PREALABLES

Si les documents du march le prvoient, les rparations suivantes sont excutes et ce au moins deux semaines avant le dbut de la mise en uvre du MBCF : Les rparations ralises durant lanne coule laide denrobs stockables sont dmontes et les dbris sont vacus. Travaux prliminaires de rfection pour confrer au support la qualit et le profil souhaits : - rparation des flaches et nids de poule (conformment au L.4.3 ou L.4.4) ; - traitement des zones dformes par fraisage (conformment au L.3.1) et/ou par mise en uvre dun MBCF ou dun asphalte coul (conformment au L.2.6) ; - scellement des fissures et joints dans les revtements bitumineux (conformment au L.4.1) et dans les revtements en bton (conformment au L.1.1) ; - mise niveau des lments localiss (conformment au L.10). TRAVAUX PREPARATOIRES

L.2.1.3.3.2

Avant la mise en oeuvre du MBCF, diffrents travaux prparatoires sont raliss. 3

enlvement des marquages routiers ; dgagement des bordures de trottoir. Lvacuation des dpts (boue, poussire, gravillons non fixs, dtritus, vgtaux, gazons, etc.) en dehors de lespace de la route ;
Pour MBCF colors.

CCT 2011

L. 31

nettoyage du joint entre le revtement et les lments linaires ; nettoyage mticuleux, raclage, et brossage nergique des surfaces traiter de faon liminer tous dbris organiques, terres, plaques argileuses et autres dchets. Le brossage est ralis laide de brosses mcaniques combines avec une aspiration ; prise des mesures appropries pour que la surface traiter soit dpourvue deau stagnante ou ruisselante et de toute trace de graisse ou dhuile au moment de la mise en uvre du MBCF ; prise des prcautions ncessaires pour protger et prserver tous les accessoires de la route tels que par exemple les joints de ponts, les regards de visite, les avaloirs, ... ; pose et collage dune membrane impermable de minimum 60 cm de largeur et suffisamment rsistante au dbut et la fin du chantier ainsi quau droit du joint de fin de journe pour assurer que la finition du MBCF ces endroits soit droite et perpendiculaire laxe de la route. Cette membrane est vacue aprs la mise en uvre du MBCF ; la prsence sur chantier de la signalisation ncessaire pour fermer au trafic, en cas de prcipitation (imprvue), les sections sur lesquelles le MBCF dj mis en oeuvre pourrait ne pas tenir ; dans le cas dun pavage, les joints sont souffls sur une profondeur de 25 mm ; si les documents du march le prescrivent, une mulsion de bitume est pandue comme couche daccrochage sur la surface nettoye raison de 0,100 0,250 kg/m (liant rsiduel). Cette couche daccrochage est obligatoire sur les supports en bton de ciment.

Lentrepreneur prvient le fonctionnaire dirigeant au minimum 2 jours ouvrables lavance de la date laquelle, il compte entamer la mise en uvre du MBCF.

L.2.1.3.3.3

MISE EN OEUVRE

Le MBCF est prpar dans une installation de mlange mobile quipe dun systme de dosage permanent pour tous les composants. Lentrepreneur dtermine les taux dpandage du MBCF ainsi que les procdures dexcution de faon garantir la conformit la conformit du MBCF aux prescriptions du L.2.1.4. Les taux dpandage sont adapts en fonction des circonstances. Dans le cas dun MBCF bicouche, la couche suprieure est pose 0,50 m plus loin que la couche infrieure. Les extrmits de la (des deux) couche(s) sont nettes, rectilignes et perpendiculaires laxe de la chausse. Lenlvement des masquages a lieu immdiatement aprs la mise en uvre du MBCF et, en tout cas, avant la rupture de lmulsion. Lexcution des MBCF est interdite du 1er dcembre au 1er avril. La mise en oeuvre du MBCF est interdite : en cas de stagnation ou de ruissellement deau sur le support ; si la temprature hauteur de la surface du revtement descend en dessous de 10C ; lorsque la temprature nocturne sous abri est descendue en dessous de 2C ;

CCT 2011

L. 32

sil y a des risques de prcipitations ; et/ou si, sur base de prvisions mtorologiques, il apparat quil y a un risque que la temprature nocturne sous abri, la nuit suivante descende en dessous de 2C.

Un compactage est ralis dans un dlai de 15 minutes suivant la rupture de lmulsion au moyen dun rouleau pneus, y compris sur les zones dimmobilisation ou peu circules (parkings, pitonniers) et dans le cas de comblement dornires. Les joints longitudinaux entre les surfaces traiter et les revtements adjacents ou lments linaires tels que, entre autres, les bandes de contrebutage, les filets deau, les bordures enterres et autres revtements doivent tre traits eux aussi. Le chevauchement sera denviron 2 cm.

L.2.1.3.3.4

OUVERTURE AU TRAFIC

La mise en service de la chausse traite est autorise immdiatement aprs rupture complte de lmulsion et compactage du MBCF. En cas de soudaines conditions mtorologiques dfavorables survenant pendant ou juste aprs excution, toute circulation sur les zones traites est interdite. Lorsquaprs la rupture de lmulsion le MBCF colle aux pneus des vhicules, on procde un pandage de sable. Ce sable est enlev dans les dix jours de calendrier.

L.2.1.4 L.2.1.4.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Granularit du MBCF

Lcart maximum en plus ou en moins admis entre le refus fix dans la formule propose et le refus moyen sur chaque tamis, exprim en pour-cent, rpond aux prescriptions suivantes :
TYPE Tamis (mm) 14 10 6,3 4 2 1 0,063 0/2 Tolrance (%) 0/4 Tolrance (%) 0/6,3 Tolrance (%) 5 10 10 10 10 5 0/10 Tolrance (%) 5 10 10 10 10 10 5

5 10 10 5

5 10 10 10 5

L.2.1.4.2

Teneur en liant du MBCF

Lcart maximum admis entre le pourcentage fix dans la composition annonce et le pourcentage moyen est, en valeur absolue, gal 1%.

CCT 2011

L. 33

L.2.1.4.3

Taux dpandage du MBCF

La tolrance pour le taux dpandage est de 10 % en plus ou en moins.

L.2.1.4.4

Evaluation visuelle des dfauts

Le MBCF doit rpondre aux prescriptions suivantes durant toute la priode de garantie.
Caractristique Ressuage, ressuage par poinonnement et glaage dans les bandes de roulement (%) Pelade, plumage, usure, dfaut de recouvrement du joint longitudinal, ornirage ou glissement du revtement (%) Tle ondule, bourrelets et bosses (%) Groupes de petits dfauts ou petits dfauts rptitifs contenus dans pas plus de (n) rectangles (%) Coefficient P1 Classes de trafic B1 B5 < 0,5 Classes de trafic B6 B10 et BF <2

P2

< 0,2

< 0,5

P3 P4

< 0,5 <1

<2 <5

(n = 2) Rainures longitudinales (marques) (m) L <5

(n = 6) < 10

L.2.1.4.5

Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG)

Les prescriptions du F.2.3.2.4 et du F.2.3.2.5 sont dapplication.

L.2.1.4.6

Texture de surface

Des prescriptions relatives la texture de surface peuvent tre prcises aux documents du march.

L.2.1.4.7

Couleur du MBCF

Les documents du march fixent la teinte des MBCF en tenant compte des sables de couleur et des gravillons de couleur disponibles sur le march. Pour les MBCF de couleur rouge, suivant langle de vue et la luminosit, la couleur du MBCF correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3011, 3013, 3016, 3018, 3027 ou 3031. La teinte doit tre homogne sur lensemble du chantier, y compris au droit des joints au sein du MBCF.

CCT 2011

L. 34

Ces exigences doivent tre remplies la rception provisoire et durant toute la priode de garantie. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue du contrle. Celui-ci est effectu sur une surface sche.

L.2.1.5

RENSEIGNEMENTS PREALABLES A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

Au moins 15 jours ouvrables avant le dbut de la mise en uvre du MBCF, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant une note justificative. Celle-ci comprend au moins les renseignements suivants : le nom et les coordonnes de lapplicateur ; la version du cahier des charges en vigueur ; le code de la note justificative ; les caractristiques des matires premires (granulats, liant, additifs, ...) ; le type de liant choisi ; une note reprenant la composition propose ; la granularit des granulats (mlange de sable, gravillons et filler) ; la teneur en liant de consigne (masse de bitume rsiduel par rapport la masse totale du mlange (%)) ; le taux dpandage du MBCF (en kg/m).

En annexe la note justificative figure ltiquette CE (obligatoire pour tous les produits soumis au marquage CE) et, la demande expresse du fonctionnaire dirigeant : les fiches techniques des composants (granulats, liant, additifs, ...) ; les donnes enregistres pour les planches test pour essais de type initiaux (TAIT) correspondant la famille concerne, conformment lannexe C de la norme NBN EN 12273 ; le systme de matrise de la production (FPC) conformment lannexe A de la norme NBN EN 12273.

Les fiches techniques des composants comprennent au moins les renseignements suivants :

le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; les valeurs dclares sont le rsultat moyen dune srie dessais ; la date de ralisation de la fiche technique.

Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, lentrepreneur transmet immdiatement la nouvelle fiche technique au fonctionnaire dirigeant.

CCT 2011

L. 35

L.2.1.6 L.2.1.6.1

VERIFICATIONS Contrles avant la mise en oeuvre

Les contrles portent sur : le marquage CE ; la note justificative ; le matriel ; la qualit des rparations pralables (le cas chant) ; la rgularit et la propret du support ; labsence deau sur le support ; le dgagement des bordures ; le nettoyage du joint entre revtement et lments linaires ; la protection des accessoires de voirie ; la pose et le collage des membranes impermables ; la conformit de la signalisation. Contrles lors de la mise en oeuvre

L.2.1.6.2

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support si ncessaire ; le relev de la temprature de lair ; le fonctionnement correct des schlammeuses et des compacteurs ; ladquation du type dmulsion et des additifs (la rupture ne peut avoir dbut avant lpandage du mlange) ; le prlvement dchantillons de matriaux pour contrle de leurs caractristiques ; labsence de circulation sur lventuelle couche de collage ; la conformit de la granularit et de la teneur en liant du MBCF ; la conformit et la rgularit du taux dpandage de MBCF ; la conformit du compactage ; lenlvement des protections en temps utile ; la conformit de la couleur (si dapplication) ; la procdure douverture au trafic. Vrifications aprs excution GRANULARITE DU MBCF

L.2.1.6.3 L.2.1.6.3.1

Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac. Les chantillons sont prlevs suivant la NBN EN 12274-1. La mthode dessai est dcrite dans la norme NBN EN 12697-2.

CCT 2011

L. 36

L.2.1.6.3.2

TENEUR EN LIANT DU MBCF

Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac. Les chantillons sont prlevs suivant la norme NBN EN 12274-1. La dtermination de la teneur rsiduelle en liant est ralise suivant la norme NBN EN 12274-2.

L.2.1.6.3.3

TAUX DEPANDAGE DU MBCF

Le taux dpandage des MBCF (en kg/m) est mesur suivant la norme NBN EN 12274-6.

L.2.1.6.3.4

EVALUATION VISUELLE DES DEFAUTS

Les dfauts sont valus visuellement conformment la norme NBN EN 12274-8 suivant la mthode qualitative.

L.2.1.6.3.5

COEFFICIENT DE FROTTEMENT LONGITUDINAL (LFCG)

TRANSVERSAL

(SFCS)

ET

Le F.2.4.2.3.2.4 et le F.2.4.2.3.2.5 sont dapplication.

L.2.1.6.3.6

COULEUR DU MBCF

Les prescriptions du F.2.4.2.3.2.6 sont dapplication.

L.2.1.7

PAIEMENT

Le paiement des traitements de surface en MBCF s'effectue sur base de la surface excute, les surfaces des trappillons ou autres appareils n'tant pas dfalques. Pour les MBCF utiliss en comblement dornires, la surface prise en compte (pour le paiement du comblement de lensemble des ornires prsentent sur la voie de circulation) est, par convention, gale la longueur de la voie de circulation ornire multiplie par la largeur de cette mme voie. Sont charge de lautorit adjudicatrice et font ds lors lobjet de postes distincts dans les documents du march: les rparations pralables pour confrer au support la qualit et le profil souhaits (cf. L.2.1.3.3.1). Ces travaux peuvent entre autres consister en : remplacement de mauvaises parties de la surface (conformment au L.4.4) ; rtablissement de la planit transversale par fraisage (conformment au L.3.1) ; reprofilages localiss par enrobs compacts chaud (conformment au F.2) ; comblement des ornires par du MBCF, (conformment au L.2.6) ; scellement des fissures (conformment au L.4.1) ; mise niveau des avaloirs (conformment au L.10) ; mise niveau des trappillons (conformment au L.10). lenlvement des marquages routiers ; le soufflage et le nettoyage du joint entre le revtement et les lments linaires ;

CCT 2011

L. 37

lvacuation, des dpts (boue, poussire, gravillons non fixs, dtritus, vgtaux, gazon, etc. prsents sur la voirie en dbut de chantier) en dehors de lespace de la route ; soufflage et nettoyage des joints sur une profondeur de 25 mm dans le cas dun pavage ; la ralisation de la couche de collage dans le cas dun support en bton ou si les documents du march limposent.

Les autres travaux prparatoires (cf. L.2.1.3.3.2), travaux dexcution du MBCF (cf. L.2.1.3.3.3) et les dispositions prendre pour la mise en service (cf. L.2.1.3.3.4) sont charge de lentrepreneur, notamment : dgagement des bordures de trottoir ; nettoyage mticuleux et le brossage nergique des surfaces traiter ; prise des mesures appropries pour que la surface traiter soit dpourvue deau et de toute trace de graisse ou dhuile avant dentamer la pose du MBCF ; protection et prservation de tous les accessoires de la route tels que par exemple les joints de ponts, les regards de visite, les avaloirs, ... ; pose et collage dune membrane impermable de minimum 60 cm de largeur et suffisamment rsistante au dbut et la fin du chantier ainsi quau droit du joint de fin de journe pour assurer que la finition du MBCF ces endroits soit droite et perpendiculaire laxe de la route. Cette membrane est vacue aprs la mise en uvre du MBCF ; prsence sur chantier de la signalisation ncessaire pour fermer au trafic, en cas de prcipitation (imprvue), les sections sur lesquelles le MBCF dj mis en oeuvre pourrait ne pas tenir ; rparation des dgts occasionns au MBCF ou des dgradations subies par les usagers et/ou les riverains ; limination de toute souillure par le liant ou des gravillons collants.

Les dfauts localiss sont rpars suivant une mthode agre par le fonctionnaire dirigeant Les lots de MBCF qui ne satisfont pas aux prescriptions en matire de granularit, de teneur en liant et en taux de MBCF sont refuss. Tout excs de liant est aussitt corrig par lentrepreneur. Tout dfaut visuel (rgularit de surface) ne pouvant tre corrig entrane le refus de la section dfectueuse. Toute section hectomtrique ne prsentant pas, pendant la priode de garantie, un SFCS suprieur aux valeurs fixes au F.2.3.2.4 est refuse. La rugosit minimum requise devra tre restaure suivant une mthode agre par le fonctionnaire dirigeant. Toute section de MBCF color ne correspondant pas durant toute la priode de garantie, la teinte spcifie au L.2.1.4.7 ou aux documents du march est refuse.

CCT 2011

L. 38

L.2.2

Enduits superficiels

Les enduits superficiels sont conformes la NBN EN 122714. Ils sont destins impermabiliser, sceller et restaurer les caractristiques de surface (rugosit, drainage superficiel, aspect visuel) des couches de roulement lgrement dgrades. Ils permettent galement de sceller de petites fissures. Une des caractristiques principales de la norme europenne sus-mentionne actuellement en vigueur rside dans le fait quelle impose des exigences performantielles.

L.2.2.1 L.2.2.1.1

DEFINITIONS Enduits superficiels

Lenduisage est un traitement de surface qui consiste mettre en place une mosaque ferme de gravillons (en une ou deux couches de lpaisseur dun grain) au moyen dau moins une couche de liant de viscosit approprie pralablement pandu. Des gravillons sont pandus sur chaque couche de liant. La dernire couche de gravillons est compacte.

L.2.2.1.2

Familles denduits superficiels et catgories de route

Les diffrentes familles denduits superficiels et catgories de route sont dfinies au tableau ci-dessous.
Famille de produits Catgorie de route Classe de trafic Type denduit superficiel 3 4 R1 Classes de trafic B1 B5 Enduit Enduit monocouche(1) monocouche double gravillonnage et enduit bicouche b1 b2 b1 b2 1 2 7 8 R2 Classes de trafic B6 B10 et BF Enduit Enduit monocouche monocouche double gravillonnage et enduit bicouche 5 6

Type de liant(2)
(1)

b1

b2

b1

b2

(2)

Pas dapplications pour les classes de trafic B1, B2 et B3. b1: Emulsions cationiques et bitumes fluxs (non modifis). b2: Emulsions cationiques aux polymres et bitumes fluxs aux polymres.

Les documents du march prcisent la (les) familles denduits mettre en uvre.

L.2.2.1.3

Types denduits superficiels

Les documents du march spcifient les types denduits parmi ceux mentionns au tableau suivant.

A partir du 1er janvier 2011, tous les enduits mis en oeuvre doivent possder un marquage CE. Jusqu cette date, dans le cas o lentrepreneur ne dispose pas encore du marquage CE, les prescriptions du L.2.2 de la 1re dition (2000) du CCT2000 sont dapplication en ce qui concerne les enduits superficiels.

CCT 2011

L. 39

Type Enduit monocouche simple gravillonnage 4/10 Enduit monocouche double gravillonnage 4/14 2/6,3 Enduit bicouche 2/10 4/10 4/14

Description 2/4; 4/6,3; 6,3/10; 10/14 Couche suprieure 4/6,3 Couche infrieure 6,3/10 Couche suprieure 4/6,3 Couche infrieure 10/14 Couche suprieure 2/4 Couche infrieure 4/6,3 Couche suprieure 2/4 Couche infrieure 6,3/10 Couche suprieure 4/6,3 Couche infrieure 6,3/10 Couche suprieure 4/6,3 Couche infrieure 10/14

L.2.2.2

CONFORMITE DE LA DESCRIPTION DU PRODUIT PROPOSE A LA NORME NBN EN 12271

Pour lattestation de conformit CE, les enduits relvent du systme 2+. Pour obtenir le marquage CE pour une famille dtermine de produit, lapplicateur doit avoir dmontr la conformit de la description de son produit la norme NBN EN 12271 par: une planche test pour essais de type initiaux (TAIT) correspondant la famille concerne, conformment lannexe C de la NBN EN 12271. Les essais raliser sont ceux prvus au tableau 2 de la norme NBN EN 12271, lexception de la cohsion du liant et de ladhsivit liant-gravillons. Les essais relatifs aux gravillons et aux liants sont ceux prvus au C.3 (gravillons) et au C.9 (liants). Lvaluation visuelle des dfauts entre 11 et 13 mois aprs la pose de lenduit se fait suivant la mthode qualitative de la norme NBN 12272-2. le certificat de matrise de la production (FPC), conformment aux annexes A et B de la NBN EN 12271. Le tableau B.6 de lannexe B (frquence minimales dinspection et dessais) de cette norme est prcis comme suit :
Ligne 1 Inspection / Essai Dosage du liant (NBN EN 12272-1 ou rapport entre la quantit de liant utilise et la surface de lenduit superficiel) 2 Coefficient de variation transversale du liant (NBN EN 12272-1) Objet Vrifier que la quantit de liant sur la chausse rpond aux exigences de la formulation Frquence minimale F Pour les chantiers de surface > 10 000 m, catgorie F1 (rapport entre la quantit de liant utilise et la surface de lenduit superficiel pour chaque chantier) Pour les chantiers de surface < 10 000 m, catgorie F0 (comme tabli dans le Plan Qualit) Vrifier que la rampe dpandage est conforme la spcification Catgorie F0 (comme tabli dans le Plan Qualit )

CCT 2011

L. 40

Ligne Inspection / Essai 3 Dosage des gravillons (NBN EN 12272-1 ou rapport entre la quantit de gravillons utilise et la surface de lenduit superficiel) Coefficient de variation transversale des gravillons (NBN EN 12272-1)

Objet Vrifier que la quantit de gravillons sur la chausse rpond aux exigences de la formulation

Frquence minimale F Pour les chantiers de surface > 10 000 m, catgorie F1 (rapport entre la quantit de gravillons utilise et la surface de lenduit superficiel pour chaque chantier) Pour les chantiers de surface < 10 000 m, catgorie F0 (comme tabli dans le Plan Qualit)

Vrifier que le gravillonneur est conforme la spcification

Catgorie F0 (comme tabli dans le Plan Qualit)

L.2.2.3 L.2.2.3.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : gravillons : C.3.4.7. Ils peuvent tre prenrobs de bitume 50-70 ou 70-100 raison de 1 0,3 %. Les gravillons sont de mme nature et de mme origine sur ltendue dun mme chantier ; liants : mulsions cationiques de bitume de type F1 (C67B1 avec vitesse de rupture approprie) et mulsions cationiques de bitume polymre de type H1 (C69BP1 avec vitesse de rupture approprie) : C.9.5.2 ; bitumes routiers fluxs : C.9.4.1 ; bitumes fluxs base de bitume polymre neuf : C.9.4.2.

Les matriaux utiliss doivent tre choisis de faon ce que lenduit superficiel obtenu satisfasse aux performances exiges au L.2.2.4.

L.2.2.3.2 L.2.2.3.2.1

Mise en oeuvre REPARATIONS PREALABLES

Si les documents du march le prvoient, les rparations suivantes sont excutes et ce au moins quinze jours avant le dbut de lenduisage : les rparations ralises durant lanne coule laide denrobs stockables sont dmontes et les dbris sont vacus ; travaux prliminaires de rfection pour confrer au support la qualit et le profil souhaits : rparation des flaches et nids de poule (conformment au L.4.3 ou L.4.4) ; traitement des zones dformes par fraisage (conformment au L.2.5) et/ou par mise en uvre dun MBCF ou dun asphalte coul (conformment au L.2.6) ; scellement des fissures et joints dans les revtements bitumineux (conformment au L.4.1) et dans les revtements en bton (conformment au L.1.1); mise niveau des lments localiss (conformment au L.10).

CCT 2011

L. 41

L.2.2.3.2.2

TRAVAUX PREPARATOIRES

Avant la mise en oeuvre de lenduit superficiel, diffrents travaux prparatoires sont raliss. enlvement des marquages routiers ; dgagement des bordures de trottoir. Lvacuation des dpts (boue, poussire, gravillons non fixs, dtritus, vgtaux, gazons, etc.) en dehors de lespace de la route ; nettoyage du joint entre le revtement et les lments linaires ; nettoyage mticuleux, raclage, et brossage nergique des surfaces traiter de faon liminer tous dbris organiques, terres, plaques argileuses et autres dchets. Le brossage est ralis laide de brosses mcaniques combines avec une aspiration ; prise des mesures appropries pour que la surface traiter soit dpourvue deau stagnante ou ruisselante et de toute trace de graisse ou dhuile au moment de la mise en uvre de lenduit ; prise des prcautions ncessaires pour protger et prserver tous les accessoires de la route tels que par exemple les joints de ponts, les regards de visite, les avaloirs, ... ; pose et collage dune membrane impermable de minimum 60 cm de largeur et suffisamment rsistante au dbut et la fin du chantier ainsi quau droit du joint de fin de journe pour assurer que la finition de lenduit superficiel ces endroits soit droite et perpendiculaire laxe de la route. Cette membrane est vacue aprs la mise en uvre de lenduit superficiel ; la prsence sur chantier de la signalisation ncessaire pour fermer au trafic, en cas de prcipitation (imprvue), les sections sur lesquelles lenduit superficiel dj mis en oeuvre pourrait ne pas tenir.

Lentrepreneur prvient le fonctionnaire dirigeant au minimum 2 jours ouvrables lavance de la date laquelle il compte entamer la mise en uvre de lenduit.

L.2.2.3.2.3

MISE EN UVRE DE LENDUIT SUPERFICIEL5

Lentrepreneur dtermine les taux dpandage du (des)liant(s) et des gravillons ainsi que les procdures dexcution de faon garantir la conformit la conformit de lenduit superficiel aux prescriptions du L.2.2.4. Les taux dpandage sont adapts en fonction des circonstances (conditions climatiques, caractristiques du support, priode dexcution, ). Les joints longitudinaux entre les surfaces enduire et les revtements adjacents ou les lments linaires sont enduits partiellement (chevauchement 2 cm) afin dimpermabiliser le joint sauf si celui-ci a fait lobjet dun traitement pralable. Dans le cas dun enduit bicouche, la couche suprieure est pose 50 cm plus loin que la couche infrieure. Les extrmits de la (des deux) couche(s) sont nettes, rectilignes et perpendiculaires laxe de la chausse. Lenlvement des masquages a lieu immdiatement aprs la mise en uvre des granulats et, en tout cas, avant la rupture de lmulsion.
5

Des recommandations pour lexcution des enduits superficiels sont reprises dans le Code de bonne pratique des enduits superficiels (R71/01) du Centre de recherches routires.

CCT 2011

L. 42

La mise en oeuvre de lenduit superficiel est interdite : en cas de prsence de stagnation ou de ruissellement deau sur le support ; si la temprature hauteur de la surface du revtement descend en dessous de 10C ; lorsque la temprature nocturne sous abri est descendue en dessous de 2C ; sil y a des risques de prcipitations ; et/ou si, sur base de prvisions mtorologiques, il apparat quil y a un risque que la temprature nocturne sous abri, la nuit suivante, descende en dessous de 2C.

Les enduits sont raliss entre le 15 avril et le 1er septembre. En cas de prcipitation, tous les travaux sont immdiatement arrts.

L.2.2.3.2.4

OUVERTURE AU TRAFIC ET ENTRETIEN DURANT LA PERIODE DE GARANTIE

La procdure de mise en service doit tre telle quelle permette que lenduit superficiel obtenu satisfasse aux performances exiges au L.2.2.4. Au minimum, les dispositions suivantes sont prises : toute circulation sur lenduit superficiel mis en oeuvre est interdite avant lachvement du cylindrage et avant la rupture complte de lmulsion ventuellement utilise ; rgulation de la circulation aux carrefours pour viter que les vhicules ne roulent sur les bandes de circulation en cours de traitement (cas des voiries o la circulation est maintenue en cours de chantier) ; pour tous les enduits, le trafic est admis en deux phases successives aprs le compactage: Premire phase Dure : 1 heure minimum sur les autoroutes et voiries mtropolitaines ; 3 heures minimum sur les autres routes.

Vitesse du trafic : lentrepreneur prend toutes les dispositions pour limiter la vitesse 30 km/h. Pour les autoroutes, voiries mtropolitaine et voiries principales, lutilisation de vhicules pilotes est obligatoire; Au terme de la premire phase, lentrepreneur limine les pierres non fixes au moyen dune brosse mcanique munie dun aspirateur.

CCT 2011

L. 43

Deuxime phase Dure 1 semaine minimum sur les autoroutes et voies mtropolitaines; 2 semaines minimum sur les autres routes.

Vitesse du trafic: limite 50 km/h par signalisation Durant cette deuxime phase et jusqu la stabilisation complte de lenduit, lentrepreneur procde rgulirement llimination des pierres non fixes au moyen dune brosse mcanique munie dun aspirateur. Lensemble des surfaces sur lesquelles des gravillons libres provenant de lenduit sont prsentes sont nettoyes par aspiration en ce compris, les trottoirs, pistes cyclables, avaloirs, voiries contigus, accs aux proprits prives, Pendant les travaux et tant quil existe un risque de pierres non fixes, des signaux de danger, de limitation de vitesse et dinterdiction de dpasser doivent se trouver chaque extrmit des sections nouvellement traites. Ces panneaux sont systmatiquement rpts aux carrefours. De plus, dans les sections entre carrefours, les panneaux de limitation de vitesse et dinterdiction de dpasser sont rpts au moins tous les 100 m. En cas de soudaines conditions mtorologiques dfavorables pendant ou juste aprs lexcution, toute circulation sur les zones enduites est interdite et la circulation doit tre dvie. Lattention des usagers est en outre attire sur labsence de marquages. La signalisation est enleve ds que le fonctionnaire dirigeant estime que les conditions de circulation sont redevenues normales. Au cas o llimination des pierres non fixes nest pas ralise de faon approprie et/ou rgulire, le fonctionnaire dirigeant demande, par crit, lintervention de lentrepreneur. Si lentrepreneur ne procde pas dans les 48 heures cette limination au moyen dune brosse mcanique munie dun aspirateur, le fonctionnaire dirigeant peut faire raliser ce travail par un tiers aux frais de lentrepreneur. Si lenduit ressue, lentrepreneur est oblig dpandre du gros sable sec ou des gravillons 2/4 de mme nature que les gravillons pandus lors de lenduisage, (et prchauffs 160C si ncessaire pour permettre laccrochage des gravillons) dans les 3 heures suivant la communication lentrepreneur de lapparition du phnomne. Si ncessaire lpandage saccompagne dun compactage.

L.2.2.4 L.2.2.4.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Epandage de liant

Le taux dpandage de liant est fix par lentrepreneur. La tolrance pour le taux dpandage du liant est de 5 % en plus ou en moins. Le coefficient de variation transversale est 10 %.

CCT 2011

L. 44

L.2.2.4.2

Epandage des gravillons

Pour chaque calibre, le taux dpandage des gravillons est fix par lentrepreneur. La tolrance pour le taux dpandage des gravillons est de 15 % en plus ou en moins. Le coefficient de variation transversale est 15 %.

L.2.2.4.3

Evaluation visuelle des dfauts

Lenduit superficiel doit rpondre aux prescriptions suivantes durant toute la priode de garantie.
Classes de trafic B1 B5 Prescription Ressuage (%) Pelade et arrachement (%) Plumage (%) Peignage (m) P1 P2 P3 P4 < 0,5 < 0,2 <3 <2 Classes de trafic B6 B10 et BF Prescription <1 < 0,5 <6 < 10

Caractristique

Coefficient

L.2.2.4.4

Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG)

Les coefficients de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG) satisfont aux exigences du F.2.3.2.4 et du F.2.3.2.5 pendant la priode de garantie.

L.2.2.4.5

Texture de surface

Des prescriptions relatives la texture de surface peuvent tre prcises aux documents du march.

L.2.2.4.6

Couleur de lenduit superficiel

Les prescriptions du F.2.3.2.7 sont dapplication.

L.2.2.5

RENSEIGNEMENTS PREALABLES A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

Au moins 15 jours ouvrables avant le dbut de la mise en oeuvre, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant une note justificative. Celle-ci comprend au moins les renseignements suivants : le nom et les coordonnes de lenduiseur ; la version du cahier des charges en vigueur ; le code de la note justificative ; les caractristiques des matires premires (gravillons, liants, additifs,) ; le type de liant choisi (mulsion cationique de bitume ou bitume flux) et son taux dpandage ; le taux dpandage des gravillons (en l/m).

CCT 2011

L. 45

En annexe la note justificative figure ltiquette CE (obligatoire pour tous les produits soumis au marquage CE) et, la demande expresse du fonctionnaire dirigeant : les fiches techniques des composants (gravillons, liant, additifs,) ; les donnes enregistres pour les planches test pour essais de type initiaux (TAIT) correspondant la famille concerne, conformment lannexe C de la norme NBN EN 12271 ; le systme de matrise de la production (FPC) conformment lannexe A de la norme NBN EN 12271.

Les fiches techniques des composants comprennent au moins les renseignements suivants : le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; les valeurs dclares sont le rsultat moyen dune srie dessais ; la date de ralisation de la fiche technique.

Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, lentrepreneur transmet immdiatement la nouvelle fiche technique au fonctionnaire dirigeant.

L.2.2.6 L.2.2.6.1

VERIFICATIONS Contrles avant la mise en oeuvre

Les contrles portent sur : le marquage CE ; la note justificative ; le matriel ; la qualit des rparations pralables (le cas chant) ; la rgularit et la propret du support ; labsence deau sur le support ; le dgagement des bordures ; le nettoyage du joint entre revtement et lments linaires ; la protection des accessoires de voirie ; la pose et collage des membranes impermables ; la conformit de la signalisation ; la prsence du personnel ncessaire, le cas chant, pour rguler la circulation la voirie en cours de chantier (cas des voiries accessibles en cours de chantier) ; la prsence de la voiture-pilote (pour les autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales et dans les autres cas si elle est prvue aux documents du march).

CCT 2011

L. 46

L.2.2.6.2

Contrles lors de la mise en oeuvre

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support si ncessaire ; le relev de la temprature de lair ; le fonctionnement correct des pandeuses et des compacteurs ; lintervalle de temps scoulant entre lpandage du bitume et lpandage des pierres ; le prlvement dchantillons de matriaux pour contrle de leurs caractristiques ; labsence de circulation sur la couche de collage ou la premire couche denduit ; la conformit et la rgularit du taux dpandage des granulats et du liant ; la conformit du compactage (si dapplication) ; lenlvement des protections en temps utile ; la conformit de la couleur (si dapplication) ; llimination des pierres non fixes ; la procdure douverture au trafic ; labsence de souillures par le liant ou des gravillons collant.

Pour chaque livraison de liant, un certificat dorigine provenant du fournisseur doit tre communiqu. Le numro de plaque du camion-citerne ou de lpandeuse ainsi que la masse du chargement doivent tre repris sur ce certificat ainsi que, le cas chant : la nature et la teneur en additifs ; la date et lheure de lajout de ladditif ; la dure normale de laction de ladditif utilis ; et la temprature critique de conservation. EPANDAGE DE LIANT

L.2.2.6.2.1

Le taux dpandage de liant est mesur suivant les prescriptions de la norme NBN EN 12272-1 ou en calculant le rapport entre la quantit de liant utilise et la surface de lenduit superficiel. Le coefficient de variation transversale est mesur selon la norme NBN EN 12272-1

L.2.2.6.2.2

EPANDAGE DES GRAVILLONS

Pour chaque calibre, le taux dpandage des gravillons est mesur suivant la norme NBN EN 12272-1 ou en calculant le rapport entre la quantit de gravillons utilise et la surface de lenduit superficiel. Le coefficient de variation transversale est mesur suivant la norme NBN EN 12272-1.

CCT 2011

L. 47

L.2.2.6.3 L.2.2.6.3.1

Vrifications aprs excution EVALUATION VISUELLE DES DEFAUTS

Les dfauts sont valus visuellement conformment la norme NBN EN 12272-2 suivant la mthode qualitative.

L.2.2.6.3.2

COEFFICIENT DE FROTTEMENT TRANSVERSAL (SFCS) ET LONGITUDINAL (LFCG)

Le F.2.4.2.3.2.4 et le F.2.4.2.3.2.5 sont dapplication.

L.2.2.6.3.3

COULEUR

Les prescriptions du F.2.4.2.3.2.6 sont dapplication.

L.2.2.7

PAIEMENT

Le prix des enduits superficiels est bas sur la superficie rellement mise en oeuvre. Les couvercles dgouts et les autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Sont charge de lautorit adjudicatrice et font ds lors lobjet de postes distincts dans les documents du march: les travaux prliminaires de rfection visant confrer au support la qualit et le profil souhaits (cf. L.2.2.3.2.1). Ces travaux sont excuts au moins deux semaines avant la mise en oeuvre de lenduit superficiel et peuvent entre autres consister en : remplacement de lenrob dans des zones o le revtement existant est dgrad ou de mauvaise qualit (suivant le L.4.3 ou le L.4.4); remplacement des enrobs stockables par des enrobs poss chaud ou de lasphalte coul ; reprofilages localiss, limination des irrgularits (conformment aux L.3.1 ou L.2.6); scellement des fissures et joints dans les revtements bitumineux (conformment au L.4.1) et dans les revtements en bton (conformment au L.1.1) ; mise niveau des avaloirs (conformment au L.10) ; lenlvement des marquages routiers; lvacuation des dpts (boue, poussire, gravillons non fixs, dtritus, vacuation de vgtaux, de gazon, etc.) prsents sur la voirie en dbut de chantier en dehors de lespace de la route ; le nettoyage du joint entre le revtement et les lments linaires ; la signalisation (signalisation de danger, panneaux signalant la prsence de gravillons non fixs, limitation de vitesse, interdiction de dpasser, feux tricolores,).

Les autres travaux prparatoires (cf. L.2.2.3.2.2), dexcution de lenduit (cf. L.2.2.3.2.3) et les dispositions prendre pour la mise en service (cf. L.2.2.3.2.4) sont charge de lentrepreneur, notamment :

CCT 2011

L. 48

le dgagement des bordures de trottoir ; le nettoyage mticuleux et le brossage nergique des surfaces enduire ; les mesures appropries pour que la surface traiter soit dpourvue deau et de toute trace de graisse ou dhuile ; les prcautions ncessaires pour protger et prserver tous les accessoires de la route tels que par exemple les joints de ponts, les bords des regards de visite,... ; la finition droite et perpendiculaire laxe de la route de lenduit superficiel au dbut, la fin du chantier et en fin de journe de travail ainsi que les travaux lis cette ralisation ; lvacuation rgulire des gravillons non fixs au moyen dune brosse mcanique munie dun aspirateur ; la prsence sur chantier de la signalisation ncessaire pour fermer au trafic, en cas de prcipitation (imprvue), les sections sur lesquelles lenduit superficiel dj mis en oeuvre pourrait ne pas tenir ; larrt des travaux en cas de prcipitation ; la rparation des dgts occasionns lenduit superficiel ou des dgradations subies par les usagers et/ou les riverains ; limination de toute souillure par le liant ou des gravillons collants.

Les dfauts localiss sont rpars suivant une mthode agre par le fonctionnaire dirigeant. Tout dfaut visuel (rgularit de surface) ne pouvant tre corrig entrane le refus de la section dfectueuse. Toute section hectomtrique ne prsentant pas, pendant la priode de garantie, un SFCS suprieur aux valeurs fixes au F.2.3.2.4 est refuse. La rugosit minimum requise devra tre restaure suivant une mthode agre par le fonctionnaire dirigeant.

L.2.3 L.2.3.1

Enduits superficiels scells par un MBCF

DEFINITION

Lenduit scell par un MBCF consiste en un traitement de surface dans lequel un enduit monocouche simple gravillonnage lgrement ouvert est stabilis par un MBCF mis en uvre durant la mme journe.

L.2.3.2 L.2.3.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux utiliss pour la ralisation de lenduit doivent rpondre aux prescriptions du L.2.2.3.1. De plus, le liant de lenduit est dpourvu de solvant ou dhuiles de fluxage. Les matriaux utiliss pour la ralisation du MBCF doivent rpondre aux prescriptions du L.2.1.3.1. La composition de chaque type de MBCF est tablie sur base des caractristiques de la voirie et des prescriptions du tableau ci-dessous:

CCT 2011

L. 49

TYPE Refus au tamis de (mm) 14 10 6,3 4 2 1 0,063 Masse de bitume rsiduel par rapport la masse totale du mlange (%)

0/4 min. max.

0/6,3 min. max.

0 0 30 45 87 6,1

3 30 70 80 97 9,1

0 0 15 40 55 86 5,2

3 15 45 70 80 96 8,3

L.2.3.2.2 L.2.3.2.2.1

Mise en oeuvre REPARATIONS PREALABLES

Le L.2.2.3.2.1 est dapplication.

L.2.3.2.2.2

TRAVAUX PREPARATOIRES

Les travaux prliminaires effectuer sont conformes au L.2.2.3.2.2.

L.2.3.2.2.3

CONDITIONS CLIMATIQUES A REUNIR POUR POUVOIR METTRE EN UVRE LENDUIT SCELLE PAR UN MBCF

La mise en oeuvre de lenduit scell par un MBCF est interdite : en cas de stagnation ou de ruissellement deau sur le support ; si la temprature hauteur de la surface du revtement descend en dessous de 10C ; lorsque la temprature du support durant la nuit prcdente est descendue en dessous de 2C ; sil y a des risques de prcipitations ; et/ou si, sur base de prvisions mtorologiques, il apparat quil y a un risque que la temprature nocturne sous abri, la nuit suivante descende en dessous de 2C.

La mise en uvre des enduits scells par un MBCF est admise du 15 avril jusquau 1er septembre.

L.2.3.2.2.4

EXECUTION DE LENDUIT

Lentrepreneur prvient le fonctionnaire dirigeant au minimum 2 jours ouvrables lavance de la date laquelle il compte entamer la mise en uvre de lenduit scell par un MBCF. Les documents du march prcisent le type denduit monocouche utiliser. Seuls les types 4/6,3 et 6,3/10 sont utiliss.

CCT 2011

L. 50

Lenduit monocouche rpond aux prescriptions suivantes :

Granularit 4/6,3 6,3/10
(1)

Gravillons (l/m) 46 57

Liant (kg/m) (1) 1,0 1,2

Il sagit de la teneur en liant rsiduel minimale.

Le liant de lenduit est dpourvu de solvant ou dhuiles de fluxage. Lpandage du liant et des gravillons se fait mcaniquement, laide dun ou plusieurs engins assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Lpandage des gravillons suit immdiatement celui du liant. Le compactage suit immdiatement lpandage des granulats. Il sexcute au moyen de rouleaux pneu. Le cylindrage comporte au moins 3 passes et est poursuivi jusqu fixation complte des gravillons. Les gravillons excdentaires sont limins avant mise en uvre du MBCF. Toute circulation sur lenduit est interdite avant pose du MBCF.

L.2.3.2.2.5

EXECUTION DU MBCF

Les documents du march prcisent le type de MBCF utiliser. Le taux dpandage du MBCF mettre en uvre est donn suivant le type denduit et de MBCF : MBCF 0/4 sur enduit 4/6,3 : 12 15 kg/m. MBCF 0/4 sur enduit 6,3/10 : 14 18 kg/m. MBCF 0/6,3 sur enduit 6,3/10 : 15 20 kg/m ;

La mise en uvre est ralise au moyen dun engin spcialement quip cet effet, de sorte que les ingrdients du mlange soient doss de manire rgulire et permanente. Il comporte un dispositif mcanique permettant de rpartir le mlange en une couche rgulire et continue. Le MBCF est mis en oeuvre aussitt que possible aprs la pose de lenduit et, dans tous les cas, au cours de la mme journe. Si la surface traiter est suprieure 6000 m, les quipes de pose du MBCF doivent tre deux fois plus nombreuses que le nombre dquipe denduisage. Les joints longitudinaux entre les surfaces traiter et les revtements adjacents ou lments linaires tels que, entre autres, les bandes de contrebutage, les filets deau, les bordures enterres et autres revtements doivent tre traits eux aussi. Le chevauchement sera denviron 2 cm.

CCT 2011

L. 51

Un compactage est ralis dans un dlai de 15 minutes aprs rupture de lmulsion au moyen dun rouleau pneus, y compris sur les zones dimmobilisation ou peu circules (parkings, pitonniers). Toute souillure par MBCF des surfaces non traites doit tre limine par lentrepreneur et charge de celui-ci.

L.2.3.2.3

Ouverture au trafic

Toute circulation sur lenduit est interdite avant pose du MBCF. La mise en service de lenduit scell par un MBCF est autorise immdiatement aprs rupture complte de lmulsion et compactage du MBCF. En cas de soudaines conditions mtorologiques dfavorables survenant pendant ou juste aprs excution, toute circulation sur les zones traites est interdite. Lorsquaprs la rupture de lmulsion le MBCF colle aux pneus des vhicules, on procde un pandage de sable. Ce sable est enlev dans les dix jours de calendrier.

L.2.3.3 L.2.3.3.1 L.2.3.3.1.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Caractristiques de masse du MBCF GRANULARITE

Les spcifications du L.2.1.4.1 sont dapplication. De plus, toutes les mesures individuelles de teneur en liant se situent dans les fuseaux dfinis au L.2.3.2.1.

L.2.3.3.1.2

TENEUR EN LIANT

Les spcifications du L.2.1.4.2 sont dapplication. De plus, toutes les mesures individuelles de teneur en liant se situent dans les fuseaux dfinis au L.2.3.2.1.

L.2.3.3.1.3

TAUX DEPANDAGE

Les spcifications du L.2.1.4.3 sont dapplication.

L.2.3.3.2
-

Caractristiques de masse de lenduit monocouche

Taux dpandage de liant Lcart, en valeur moyenne, par rapport la valeur de consigne est infrieur 5 %. Le coefficient de variation transversale du taux dpandage du liant est infrieur 10 %.

CCT 2011

L. 52

Taux dpandage de granulat Pour chaque calibre, lcart, en valeur moyenne, par rapport la valeur de consigne est infrieur 15 %. Le coefficient de variation transversale du taux dpandage des granulats est infrieur 15 %.

L.2.3.3.3 L.2.3.3.3.1

Caractristiques de surface de lenduit scell par un MBCF REGULARITE DE SURFACE

Le revtement prsente un aspect uniforme, exempt de stries, de bourrelets et dexcs de liant.

L.2.3.3.3.2

COEFFICIENT DE FROTTEMENT LONGITUDINAL (LFCG)

TRANSVERSAL

(SFCS)

ET

Les prescriptions du F.2.3.2.4. et du F.2.3.2.5 sont dapplication.

L.2.3.3.3.3

TEXTURE DE SURFACE

Des prescriptions relatives la texture de surface peuvent tre prcises aux documents du march.

L.2.3.3.3.4

COULEUR

Les documents du march fixent la teinte des MBCF en tenant compte des sables de couleur et des gravillons de couleur disponibles sur le march. Les documents du march fixent la teinte des MBCF par rfrence une gamme de teinte RAL. Pour le MBCF de couleur rouge, suivant langle de vue et la luminosit, la couleur du MBCF correspond lune des teintes RAL suivantes : 3000, 3001, 3002, 3003, 3011, 3013, 3016, 3018, 3020, 3027 ou 3031. La teinte doit tre homogne sur lensemble du chantier. Ces exigences doivent tre remplies la rception provisoire et durant toute la priode de garantie. Lentrepreneur est tenu de prendre les dispositions ncessaires au nettoyage du revtement en vue du contrle. Le contrle est effectu sur une surface sche.

CCT 2011

L. 53

L.2.3.4

RENSEIGNEMENTS PREALABLES A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

Au moins 15 jours ouvrables avant le dbut de la mise en uvre de lenduit scell par un MBCF, lentrepreneur fournit au fonctionnaire dirigeant : le nom et les coordonnes de lentreprise charge de raliser lenduit scell par un MBCF ; pour lenduit et pour le MBCF : les fiches techniques des composants (granulats, filler, liants,) ; pour lenduit : le type de liant et les dosages en granulats et en liant, dtermins en fonction de la priode dexcutions, des conditions climatiques, de ltat du support, des caractristiques des matriaux choisis, pour le MBCF : la courbe granulomtrique du squelette ; la teneur en liant rsiduel, exprime par le rapport de la masse de liant la masse totale du mlange ; une note indiquant les compositions proposes.

Les fiches techniques des composants comprennent au moins les renseignements suivants : le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; les valeurs dclares sont le rsultat moyen dune srie dessais ; la date de ralisation de la fiche technique.

Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, lentrepreneur transmet immdiatement la nouvelle fiche technique au fonctionnaire dirigeant.

L.2.3.5 L.2.3.5.1 L.2.3.5.1.1

VERIFICATIONS Vrifications sur lenduit CONTROLES AVANT LA MISE EN UVRE

Les contrles portent sur : le matriel ; la qualit des rparations pralables ; la rgularit et la propret du support ; labsence deau sur le support ; le dgagement des bordures ; le nettoyage du joint entre revtement et lments linaires ; la protection des accessoires de voirie ; la pose et collage des membranes impermables ; la conformit de la signalisation ;

CCT 2011

L. 54

L.2.3.5.1.2

CONTROLES LORS DE LA MISE EN UVRE

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support ; le relev de la temprature nocturne du support ; le relev de la temprature de lair ; les risques de prcipitation (bulletin de prvision mto) ; les risques de temprature infrieure 2C lors de la nuit suivante (bulletin mto) ; le fonctionnement correct des pandeuses et des compacteurs ; lintervalle de temps scoulant entre lpandage du bitume et lpandage des gravillons ; le prlvement dchantillons de matriaux pour contrle de leurs caractristiques ; labsence de circulation sur la couche denduit ; la conformit et la rgularit du taux dpandage des granulats et du liant de lenduit ; llimination des pierres non fixes ; la conformit du compactage ; labsence de souillures par le liant ou des gravillons collants.

Pour chaque livraison de liant, un certificat dorigine provenant du fournisseur doit tre communiqu. Le numro de plaque du camion-citerne ou de lpandeuse ainsi que la masse du chargement doivent tre repris sur ce certificat.

L.2.3.5.1.2.1 Epandage de liant

Le L.2.2.6.2.1 est dapplication.

L.2.3.5.1.2.2 Epandage des gravillons

Le L.2.2.6.2.2 est dapplication.

L.2.3.5.2 L.2.3.5.2.1

Vrifications sur le MBCF CONTROLES AVANT LA MISE EN UVRE

Les contrles portent sur : le matriel ; la rgularit et la propret du support ; labsence deau stagnante ou ruisselante sur le support ; la conformit de la signalisation. CONTROLES LORS DE LA MISE EN UVRE

L.2.3.5.2.2

Les contrles portent sur : le nombre de schlammeuses ;

CCT 2011

L. 55

le relev de la temprature de surface du support ; le fonctionnement correct des schlammeuses ; ladquation du type dmulsion et des additifs (la rupture ne peut avoir dbut avant lpandage du mlange) ; la composition et le taux de dpandage du MBCF ; la conformit du compactage ; labsence de circulation sur le MBCF avant la rupture de lmulsion et compactage du MBCF.

L.2.3.5.2.2.1 Granularit du MBCF

Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac raison dun par 2000 m avec un minimum de 3 par chantier. Les chantillons sont prlevs suivant la norme NBN EN 12274-1. La mthode dessai est dcrite dans la norme NBN EN 12697-2.

L.2.3.5.2.2.2 Teneur en liant du MBCF

Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac raison dun part 2 000 m avec un minimum de 3 par chantier. Les chantillons sont prlevs suivant la norme NBN EN 12274-1. La teneur en liant est mesure conformment la norme NBN EN 12274-2.

L.2.3.5.2.2.3 Taux dpandage du MBCF

Les taux dpandage du MBCF sont mesurs suivant la norme NBN EN 12274-6.

L.2.3.5.2.3

VERIFICATIONS APRES EXECUTION

L.2.3.5.2.3.1 Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG)

Le F.2.4.2.3.2.4 et le F.2.4.2.3.2.5 sont dapplication.

L.2.3.5.2.3.2 Couleur du MBCF

Les conditions de vrification sont prcises au F.2.4.2.3.2.6.

L.2.3.6

PAIEMENT

Le paiement des enduits scells par un MBCF s'effectue sur base de la surface excute, les surfaces des trappillons ou autres appareils n'tant pas dfalques. Le L.2.1.7 est dapplication. De plus, les lots qui ne satisfont pas aux prescriptions en matire de taux de liant et de granulat de lenduit sont refuss.

CCT 2011

L. 56

L.2.4 L.2.4.1

Enduits superficiels haute performance (ESHP)

DESCRIPTION

La technique de mise en oeuvre dun enduit superficiel haute performance est la mme que celle utilise pour un enduit monocouche, mais le granulat utilis (bauxite calcine) est trs rsistant au polissage et lusure, et le liant utilis est un liant spcial compos essentiellement de rsine poxy garantissant une adhrence totale la surface traiter. Lpandage du liant exige un appareillage spcifique destin cette application.

L.2.4.2 L.2.4.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C qui sy rapportent: liants base de rsine : C.9.7 ; granulats pour enduits superficiels haute performance : C.3.4.8.

Lentrepreneur choisit les matriaux de faon satisfaire aux prescriptions du L.2.4.3.

L.2.4.2.2

Composition

Lenduit superficiel haute performance rpond aux prescriptions suivantes :

Calibre 2/4
(1)

Gravillons (l/m) 7

Liant (kg/m)(1) 1,5

Quantit de liant rsiduel minimale.

Lentrepreneur dtermine la composition de lenduit superficiel haute performance de faon satisfaire aux prescriptions du L.2.4.3.

L.2.4.2.3 L.2.4.2.3.1

Mise en oeuvre REPARATIONS PREALABLES ET TRAVAUX PREPARATOIRES

Le L.2.2.3.2.1 et le L 2.2.3.2.2 sont dapplication. Dans le cas de nouveaux revtements ou de rparations en enrobs bitumineux, ceux-ci doivent tre circuls pendant quelques semaines aprs ralisation afin dliminer le film de liant en surface. En outre, le cahier spcial des charges prvoit quel traitement superficiel (dcapage par sablage, grenaillage,) est appliqu sur le support lorsque celui-ci est constitu de bton afin dliminer la laitance superficielle.

CCT 2011

L. 57

L.2.4.2.3.2

EXECUTION DE LENDUIT SUPERFICIEL A HAUTE PERFORMANCE

Les enduits superficiels haute performance sont mis en oeuvre entre le 1er avril et le 31 octobre. Ils ne peuvent pas tre excuts lorsque: la temprature de la surface du support est infrieure 10C ; la temprature de la surface du support est suprieure 35C ; la surface du support est humide ; la temprature au sol est descendue en dessous de 2C durant la nuit prcdente ; il y a un risque de prcipitation ; sur base des prvisions mtorologiques, il existe un risque de gel au sol la nuit suivant le jour prvu pour la mise en oeuvre.

Le taux dpandage du liant et le taux dpandage des gravillons sont fixs par lentrepreneur. Lpandage du liant et des gravillons se fait mcaniquement, laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Les composants du liant sont chauffs, doss, mlangs et pulvriss sur la route laide dun engin dpandage spcialement conu cet effet. Ce dispositif comporte une srie dinstruments de contrle et de scurit qui garantissent une excellente rgularit dans lhomognit et la rpartition du liant. Lpandage des gravillons suit immdiatement celui du liant. Aucun compactage nest autoris. Les extrmits de la (des deux) couche(s) sont nettes, rectilignes et perpendiculaires laxe de la chausse. Lenlvement des masquages a lieu immdiatement aprs la mise en uvre des gravillons, et en tous cas, avant la polymrisation du liant. Ds que celle-ci a eu lieu, il est procd llimination des gravillons en excs. Le temps de polymrisation est donn par la courbe vitesse de durcissement/temprature (voir L.2.4.4) Les gravillons en excs sont limins ds la fin de la polymrisation et du durcissement du liant.

L.2.4.2.4

Mise en service

Durant la priode de durcissement, aucune circulation sur le revtement nest autorise. La mise en service est autorise aprs limination des gravillons en excs et durcissement du liant. Ce dlai est denviron 2 heures mais varie en fonction des conditions climatiques.

CCT 2011

L. 58

L.2.4.3 L.2.4.3.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Epandage de liant

Le taux dpandage de liant est fix par lentrepreneur. La tolrance pour le taux dpandage du liant est de 5 %, en plus ou en moins. Le coefficient de variation transversale est 10 %.

L.2.4.3.2

Epandage des gravillons

La tolrance pour le taux dpandage des gravillons est de 15 %, en plus ou en moins. Le coefficient de variation transversale est 15 %.

L.2.4.3.3

Uniformit du revtement

Le revtement doit prsenter un aspect uniforme, exempt de stries, de bourrelets et dexcs de liant. La mosaque de lenduit superficiel haute performance prsente un aspect compltement ferm. Lenduit superficiel haute performance doit rpondre aux prescriptions suivantes durant toute la priode de garantie.
Classes de trafic B1 B5 Prescription Pelade et arrachement (%) Plumage (%) Peignage (m) P2 P3 P4 < 0,2 <3 <2 Classes de trafic B6 B10 et BF Prescription < 0,5 <6 < 10

Caractristique

Coefficient

L.2.4.3.4

Coefficient de frottement transversal (SFCS) et longitudinal (LFCG)

Les prescriptions du F.2.3.2.4 et du F.2.3.2.5 sont dapplication. Le SFCS des ESHP est 0,75. Le LFCG des ESHP est 0,80.

L.2.4.3.5

Texture de surface

Des prescriptions relatives la texture de surface peuvent tre prcises aux documents du march.

L.2.4.3.6

Couleur

Les prescriptions du F.2.3.2.7 sont dapplication.

CCT 2011

L. 59

L.2.4.4

RENSEIGNEMENTS PREALABLES A FOURNIR

Au moins 15 jours ouvrables avant le dbut de la mise en uvre de lESHP, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant une note justificative. Celle-ci comprend au moins les renseignements suivants : le nom et les coordonnes de lapplicateur ; la version du cahier des charges en vigueur ; les caractristiques des matires premires (gravillons, liants, additifs,) ; le type de liant choisi ; la courbe donnant la vitesse de durcissement dun film de liant en fonction de la temprature ; la teneur en liant de consigne ; le taux dpandage du ESHP.

Les fiches techniques des composants (gravillons, liant, additifs,) doivent galement tre fournies. Ces fiches techniques comprennent au moins les renseignements suivants : le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; les valeurs dclares sont le rsultat moyen dune srie dessais ; la date de ralisation de la fiche technique.

Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, lentrepreneur transmet immdiatement la nouvelle fiche technique au fonctionnaire dirigeant.

L.2.4.5 L.2.4.5.1 L.2.4.5.1.1

VERIFICATIONS Contrles en cours dexcution CONTROLES AVANT LA MISE EN UVRE

Les contrles portent sur : le matriel ; la note justificative ; la rgularit, la propret du support ; labsence deau sur le support ; la protection des accessoires de voirie ; la pose et le collage des membranes impermables ; la conformit de la signalisation.

CCT 2011

L. 60

L.2.4.5.1.2

CONTROLES LORS DE LA MISE EN UVRE

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support ; le relev de la temprature de lair ; le fonctionnement correct des engins dpandage ; le prlvement dchantillons de matriaux ; labsence de circulation avant la fin de la polymrisation ; la conformit et la rgularit du taux dpandage des granulats et du liant ; la conformit de la couleur (si dapplication) ; le durcissement du liant et llimination des gravillons en excs ; lenlvement des protections en temps utile ; labsence de souillure par le liant ou des gravillons collant ; la procdure douverture au trafic. Vrifications aprs excution COEFFICIENT DE FROTTEMENT LONGITUDINAL (LFCG) TRANSVERSAL (SFCS) ET

L.2.4.5.2 L.2.4.5.2.1

Le revtement est subdivis en une ou plusieurs sections, chaque section tant une zone homogne dun seul tenant. Chaque section est divise en lots, chaque lot tant constitu dune voie de circulation. Un rond-point est toujours considr comme une section. Le F.2.4.2.3.2.4 et le F.2.4.2.3.2.5 sont dapplication.

L.2.4.5.2.2

EVALUATION VISUELLE DES DEFAUTS

Les dfauts sont constats visuellement conformment la norme NBN EN 12272-2. Lobjectif de linspection visuelle est de dterminer les coefficients P2, P3 et P4. Chaque coefficient est associ un dfaut: P2 : pelade et arrachement; P3: plumage; P4 : peignage. COULEUR

L.2.4.5.2.3

Les prescriptions du F.2.4.2.3.2.6 sont dapplication.

L.2.4.6

PAIEMENT

Le prix des ESHP est bas sur la superficie rellement mise en oeuvre. Les couvercles dgouts et les autres accessoires de voirie ne sont pas dduits.

CCT 2011

L. 61

Sont charge de lautorit adjudicatrice et font ds lors lobjet de postes distincts dans les documents du march: les travaux prliminaires de rfection pour confrer au support la qualit et le profil souhaits cf. L.2.2.3.2.1). Ces travaux peuvent entre autres consister en : rparation de flaches et de nids de poule ; remplacement de mauvaises parties de la surface ; reprofilages localiss ; limination des irrgularits ; scellement des fissures ; mise niveau des avaloirs ; dcapage par sablage ou grenaillage,du support en bton ; lenlvement des marquages routiers ; lvacuation des dpts (boue, poussire, gravillons non fixs, dtritus, vacuation de vgtaux, de gazon, etc.) prsents sur la voirie en dbut de chantier en dehors de lespace de la route ; le nettoyage du joint entre le revtement et les lments linaires ; la signalisation (signalisation de danger, panneaux signalant la prsence de gravillons non fixs, limitation de vitesse, interdiction de dpasser, feux tricolores, ).

Les autres travaux prparatoires (cf. L.2.2.3.2.2), dexcution de lESHP (cf. L.2.4.2.3.2) et les dispositions prendre pour la mise en service (cf. L.2.4.2.4) sont charge de lentrepreneur, notamment : le dgagement des bordures de trottoir ; le nettoyage mticuleux et le brossage nergique des surfaces enduire ; mesures appropries pour que la surface traiter soit dpourvue deau et de toute trace de graisse ou dhuile ; prcautions ncessaires pour protger et prserver tous les accessoires de la route tels que par exemple les joints de ponts, les bords des regards de visite,... ; la finition droite et perpendiculaire laxe de la route de lenduit superficiel au dbut, la fin du chantier et en fin de journe de travail ainsi que les travaux lis cette ralisation ; lvacuation rgulire des gravillons non fixs au moyen dune brosse mcanique munie dun aspirateur ; larrt des travaux en cas de prcipitation ; llimination de toute souillure par le liant ou des gravillons collants.

Les dfauts localiss sont rpars suivant une mthode agre par le fonctionnaire dirigeant. Tout dfaut visuel (rgularit de surface) ne pouvant tre corrig entrane le refus de la section dfectueuse. Toute section hectomtrique ne prsentant pas, pendant la priode de garantie, un SFCS suprieur aux valeurs fixes au L.2.4.3.4 est refuse. La rugosit minimum requise devra tre restaure suivant une mthode agre par le fonctionnaire dirigeant. Toute section de ESHP color ne correspondant pas durant toute la priode de garantie, la teinte spcifie au L.2.4.3.6 ou aux documents du march est refuse.

CCT 2011

L. 62

L.2.5 L.2.5.1

Revtements ultra minces grenus

DESCRIPTION

Les revtements ultra-minces grenus (RUMG) sont constitus d'une couche d'interface de liant bitumeux, applique sous forme d'mulsion, recouverte d'une paisseur trs faible dun mlange de gravillons, sables et fillers enrobs en centrale par du bitume et appliqus chaud. Le taux de liant de linterface est tel que du liant remonte dans lenrob lors de la mise en uvre de celui-ci jusqu un niveau situ quelques millimtres sous la surface de roulement de faon fournir au revtement ses caractristiques de rsistance au plumage, la fissuration ainsi que son impermabilit sans nuire aux caractristiques de rugosit, de drainabilit superficielle, Le RUMG doit tre pos sur un support prsentant une bonne planit.

L.2.5.2 L.2.5.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : gravillons pour mlanges bitumineux: C.3.4.6 ; sables pour mlanges bitumineux: C.2.4.9 : fillers pour mlanges bitumineux: C.8.1 ; mulsion de bitume polymre de type G1 (C67BP1 avec vitesse de rupture approprie) ou mulsion latex de type E (C65BP4): C.9.5.2 ; bitume 50/70 ou 70/100: C.9.1.2 ; bitume polymre: C.9.2.2. Dnomination et composition type

L.2.5.2.2

Les graves 0/4 ne sont pas admises. La teneur en liant est la masse du liant par rapport la masse de lensemble du mlange. Si la masse volumique des composants scarte des valeurs : 2,650 2,750 Mg/m pour les agrgats ; 1,000 1,060 Mg/m pour les bitumes ;

les compositions sont corriges de manire maintenir le mme rapport volumique. Par ailleurs, lorsque la masse volumique du mlange de granulats (gravillons, sables et fillers) scarte de 2,650 Mg/m, la teneur minimum en liant doit tre corrige en la multipliant par le facteur = 2,650/d, o d est la masse volumique relle du mlange de granulats exprime en Mg/m. Le filler est du type additiv lorsquil y a lieu damliorer ladhsivit liant-granulats.

CCT 2011

L. 63

Type Granularit Enveloppe de granularit - Tamis 14 mm - Tamis 10 mm - Tamis 6,3 mm - Tamis 4 mm - Tamis 2 mm - Tamis 0,5 mm - Tamis 0,063 mm Teneur corrige minimale en liant (%) Type de liant Epaisseur nominale (mm)
(1)

RUMG-10 X 0/10 100,0 90,0 100,0 24,0 - 44,0 23,0 29,0 10,0 20,0 4,0 6,0 5,0 X(1) 15

RUMG-6,3 X 0/6,3 100,0 90,0 100,0 24,0 42,0 23,0 29,0 10,0 20,0 4,0 6,0 5,0 X(1) 15

La valeur de X dfinit le type de liant utilis. Celui-ci est fix par les documents de march. X = 1 dsigne un bitume routier 50/70 ou 70/100 conforme aux prescriptions du C.9.1. X = 2 dsigne un bitume polymre (lastomre) conforme aux prescriptions du C.9.2.

Lutilisation dagrgats denrobs bitumineux est interdite. Au moins 15 jours ouvrables avant la mise en oeuvre, l'entrepreneur fournit au fonctionnaire dirigeant : les certificats d'origine des composants ; la courbe granulomtrique du squelette ; la teneur en bitume rsiduel (rapport de la masse du liant la masse totale du mlange). Dosage des matriaux

L.2.5.2.3

Les dosages exacts en gravillons et en liant sont fixs par l'entrepreneur. Ces dosages sont transmis au fonctionnaire dirigeant avant la mise en oeuvre et sont transcrits au journal des travaux.

L.2.5.2.4

Fabrication

La fabrication est conforme au F.2.2.6.

L.2.5.2.5

Transport

Le transport est conforme au F.2.2.7.

L.2.5.2.6

Mise en oeuvre

Les travaux prparatoires sont conformes au F.2.2.8.5.1. La mise en uvre de linterface de liant et l'pandage des matriaux enrobs se font la finisseuse rampe intgre en une seule opration. Lpandage est conforme au F.2.2.8.6.

CCT 2011

L. 64

Une partie du liant de linterface de liant doit assurer ladhrence du RUMG sur son support. Une autre partie doit remonter dans lenrob lors de la mise en uvre de celui-ci jusqu un niveau situ quelques millimtres sous la surface de roulement. Dans de nombreux cas, le rsultat escompt est atteint en appliquant une mulsion de type G1 (C67BP1 avec vitesse de rupture approprie) ou de type E (C65BP4) laissant (suivant le support, la granularit du RUMG,.) entre 300 et 500 g/m de liant rsiduel. Lexcution est interdite lorsque la temprature sous abri est infrieure 5C 7h00 du matin, ou lorsque la temprature nocturne est descendue en dessous de 2C. La temprature du support ne peut tre infrieure 2C. En cas de pluie, lentrepreneur interrompt la mise en uvre. Le compactage est conforme au F.2.2.8.7. Il est ralis au moyen dun rouleau exclusivement jantes lisses sans vibration. La masse linique dau moins un cylindre est suprieur 25 kg/cm de gnratrice. Les joints de reprise ne sont pas traits. Le traitement des tranches des bords extrieurs non contrebuts du revtement est interdit. Au droit des filets deau, la surface de roulement du RUMG dpasse dau moins 10 mm le niveau suprieur du bord du filet deau. Le trafic est admis ds la fin du cylindrage.

L.2.5.3 L.2.5.3.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Epandage de liant

Le taux dpandage de liant (interface de liant) est fix par lentrepreneur en fonction de ses propres investigations. La tolrance pour le taux dpandage de liant par rapport au taux fix est de 5 %, en plus ou en moins. Le coefficient de variation transversale est 10 %.

L.2.5.3.2 L.2.5.3.2.1

Caractristiques de masse CARACTERISTIQUES DE MASSE DEPENDANT DE LA FORMULATION ET DE LA FABRICATION

L.2.5.3.2.1.1 Granularit
Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose et le passant moyen sur chaque tamis, exprim en % en valeur absolue, rpond aux prescriptions suivantes :

CCT 2011

L. 65

Ouverture des mailles (mm) 14 10 6,3 4 2 0,5 0,063

Granularit du RUMG 0/10 0,0 5,0 5,0 5,0 3,5 3,5 1,5 0/6,3 0,0 5,0 5,0 3,5 3,5 1,5

Si le nombre dchantillons est infrieur 10, les valeurs 5 ; 3,5 ; 1,5 deviennent respectivement 6 ; 4 ; 2.

L.2.5.3.2.1.2 Teneur en liant des matriaux enrobs

La teneur en liant est la teneur retrouver lanalyse. Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre la teneur en liant fixe dans la composition propose et les teneurs moyennes et individuelles en liant obtenues rpond aux prescriptions suivantes :
Caractristiques (%) RUMG Teneur moyenne en liant pour n 10 0,25 Teneur moyenne en liant pour n < 10 0,45 Teneur individuelle en liant 0,75 O n est le nombre dchantillons prlevs.

L.2.5.3.2.2

CARACTERISTIQUES DE MASSE DEPENDANT DE LA MISE EN UVRE

L.2.5.3.2.2.1 Epaisseurs
Lpaisseur du RUMG rpond aux prescriptions suivantes : lpaisseur moyenne de la couche de roulement est au moins gale lpaisseur nominale ; les tolrances individuelles par rapport lpaisseur de la couche sont de 6 mm en plus ou en moins.

Ces exigences ne sont toutefois dapplication que si le support rpond aux prescriptions suivantes : rgularit de surface : les irrgularits de surface sont infrieures 8 mm ; ornirage : lornire caractristique du support est infrieure 8 mm.

CCT 2011

L. 66

L.2.5.3.3 L.2.5.3.3.1

Caractristiques de surface REGULARITE DE SURFACE

Les prescriptions du F.2.3.2.1 sont dapplication.

L.2.5.3.3.2

PLANEITE LONGITUDINALE A LAPL

Les prescriptions du L.8.5.2.3 sont dapplication.

L.2.5.3.3.3

ORNIERAGE

Les prescriptions de F.2.3.2.3 sont dapplication.

L.2.5.3.3.4

COEFFICIENT DE FROTTEMENT TRANSVERSAL

Les prescriptions du F.2.3.2.4 sont dapplication.

L.2.5.4

VERIFICATIONS

Les prescriptions des F.2.4.1 et F.2.4.2.1 sont dapplication.

L.2.5.4.1 L.2.5.4.1.1

Vrification en cours de pose TEMPERATURE DES ENROBES

La temprature des enrobs est vrifie suivant les prescriptions du F.2.4.2.2.3.

L.2.5.4.1.2

REGULARITE DE SURFACE

La rgularit de surface est vrifie suivant les prescriptions du F.2.4.2.2.4.

L.2.5.4.1.3

QUANTITES DE MATERIAUX EPANDUES

La quantit de liant pandue lors de la mise en uvre de linterface est contrle selon la norme NBN EN 12272-1. La rgularit de lpandage du liant est contrle selon la norme NBN 12272-1.

L.2.5.4.2 L.2.5.4.2.1

Vrification aprs lexcution CARACTERISTIQUES DE MASSE DES MATERIAUX ENROBES

L.2.5.4.2.1.1 Granularit et teneur en liant

La granularit et teneur en liant sont vrifies suivant les prescriptions du F.2.4.2.2.2.

L.2.5.4.2.1.2 Epaisseurs
Les paisseurs sont vrifies suivant les prescriptions du F.2.4.2.3.1.1.

CCT 2011

L. 67

L.2.5.4.2.2

CARACTERISTIQUES DE SURFACE

L.2.5.4.2.2.1 Rgularit de surface

La rgularit de surface est vrifie daprs les prescriptions du F.2.4.2.3.2.1.

L.2.5.4.2.2.2 Planit longitudinale lAPL

La planit longitudinale lAPL est vrifie suivant les prescriptions du F.2.4.2.3.2.2.

L.2.5.4.2.2.3 Ornirage
Lornirage est vrifi suivant les prescriptions du F.2.4.2.3.2.3.

L.2.5.4.2.2.4 Coefficient de frottement transversal

Le coefficient de frottement transversal est vrifi suivant les prescriptions du F.2.4.2.3.2.4.

L.2.5.5

PAIEMENT

Le paiement s'effectue sur base de la surface excute, les surfaces des trappillons ou autres appareils n'tant pas dfalques.

L.2.6

Rtablissement de la planit par mise en uvre dun MBCF ou dasphalte coul

DESCRIPTION

L.2.6.1

Lopration consiste liminer les dfauts apparaissant la surface des revtements, sous forme dornires ou de tles ondules infrieures 2 cm, en mettant localement en uvre un MBCF ou de lasphalte coul.

L.2.6.2 L.2.6.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Les gravillons pour traitement de surface rpondent aux prescriptions du C.3.4.7. Le MBCF rpond aux prescriptions du L.2.1. Le MBCF est du type 0/4 ou 0/10. Le liant est une mulsion de bitume polymre neuf conforme aux prescriptions du C.9.2. Lasphalte coul est un MA-4-x rpondant aux prescriptions du F.6.

L.2.6.2.2

Excution

Lopration peut ventuellement suivre le rtablissement de la planit par fraisage.

CCT 2011

L. 68

L.2.6.2.2.1

MISE EN UVRE DE MBCF

Les prescriptions du L.2.1.3.3.3 sont dapplication compltes comme suit : le dispositif mcanique assure en outre une rpartition des matriaux adapte la profondeur de lornire de telle sorte que les granulats fins se localisent sur le pourtour de celle-ci. Le compactage est ralis au moyen dun rouleau pneus.

L.2.6.2.2.2

MISE EN UVRE DE LASPHALTE COULE

Le mlange dasphalte coul peut tre appliqu : soit en vrac (la fabrication se fait alors en centrale) ; soit sous forme de pain ou granulats (le mlange est alors prpar dans un fondoirmalaxeur mobile).

La temprature du mlange lors de la prparation et de la pose est infrieure 240C. Pralablement la pose de lasphalte coul, le support est nettoy et, au besoin, sch au chalumeau. Le mlange dasphalte coul est tal laide de raclettes ou taloches en bois sur lpaisseur voulue. La surface est gravillonne (pierres prenrobes de calibre 2/4 ou 4/7) afin dobtenir la rugosit voulue.

L.2.6.2.3

Spcifications

Les irrgularits de surface ne peuvent dpasser : pour les autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales : 4 mm ; pour les voiries de quartier et voiries interquartier : 5 mm.

La rugosit est conforme au F.2.3.2.4. Lornire caractristique ne peut dpasser 4 mm.

L.2.6.2.4

Vrifications

Les contrles portent sur la mesure de la rgularit de surface, de la rugosit et de la profondeur dornire.

L.2.6.2.5

Paiement

Sauf prescriptions contraires des documents du march, lopration est paye au m de surface, la largeur minimale prise en compte pour le calcul de celle-ci tant celle dune bande de circulation. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont par dduits.

CCT 2011

L. 69

L.3 L.3.1 L.3.1.1

TRAITEMENT DE SURFACE DE REVETEMENT HYDROCARDONE PAR ENLEVEMENT DE MATIERE Rtablissement de la planit transversale par fraisage
DESCRIPTION

Lopration consiste liminer au moyen dune fraiseuse, les dfauts apparaissant la surface des revtements sous forme dornires ou de tles ondules tout en conservant ou restaurant la rugosit ncessaire. Cette opration doit tre considre comme une dmolition slective au sens du D.1.2.

L.3.1.2

CLAUSES TECHNIQUES

Le travail denlvement dune partie du revtement afin de lui rendre sa planit sexcute laide dune machine quipe doutils fixs sur un cylindre en rotation et dun systme de guidage prcis permettant dassurer la remise niveau du profil. Le travail se fait en bandes parallles et rectilignes; le chevauchement de celles-ci est infrieur 5 cm. Les rainures cres par le fraisage sont espaces de maximum 6 mm. En cas de fraisage chaud, il y a lieu de veiller ce que la temprature de lhydrocarbon ne dpasse pas 80C. Les rsidus de lopration de fraisage sont immdiatement vacus.

L.3.1.3 L.3.1.3.1

SPECIFICATIONS Rgularit de surface

En fin dopration, les irrgularits de surface ne peuvent dpasser : pour les autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales: 4 mm ; pour les voiries de quartier et voiries interquartier: 5 mm. Finesse du fraisage

L.3.1.3.2

La diffrence de hauteur crte/creux, des rainures ne peut dpasser 4 mm en section courante et 2 mm aux raccords avec les zones non rabotes.

L.3.1.3.3

Planit longitudinale lAPL (analyseur de profil en long)

Les prescriptions ci-dessous sont dapplication :

Type de voirie Voiries Voiries mtropolitaines et interquartier voiries principales 40 45 90 100

Caractristiques Autoroutes CP2,5 m CP10 m 35 80

Voiries de quartier -

CCT 2011

L. 70

L.3.1.3.4

Coefficient de frottement transversal (SFCS)

Les prescriptions du F.2.3.2.4 sont dapplication.

L.3.1.4

VERIFICATIONS

Le contrle porte sur : la rgularit de surface mesure conformment au F.2.4.2.3.2.1 ; la diffrence de hauteur crte/creux mesure laide du profilomtre aiguille. la planit longitudinale mesure lAPL conformment au F.2.4.2.3.2.2 ; le coefficient de frottement transversal (SFCS) mesur conformment au F.2.4.2.3.2.4. PAIEMENT

L.3.1.5

Le fraisage est pay au m de surface traite. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Les prestations en rapport avec lvacuation des rsidus sont comprises dans le prix.

L.3.2 L.3.2.1

Rtablissement de la texture de surface par grenaillage ou bouchardage

DESCRIPTION

Lopration consiste traiter le revtement existant en vue damliorer la rugosit sans altrer la planit.

L.3.2.2 L.3.2.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Grenaillage

Le traitement de surface est excut au moyen dune machine qui ralise un bombardement intensif du revtement laide de grenailles dacier projetes grande vitesse. La machine est quipe dun systme daspiration et de rcupration des grenailles dacier et des poussires. Le travail est excut sur revtement sec. Les rsidus sont immdiatement vacus.

L.3.2.2.2

Bouchardage

Le traitement de surface par bouchardage est excut au moyen dune machine comportant un ou plusieurs plateaux axe vertical entrans par un moteur hydraulique. Sur les rayons des plateaux sont disposs des axes munis doutils en forme dtoile dont les extrmits sont quipes doutils de bouchardage. La vitesse davancement du porteur est rgulire et contrle. Le travail est ralis dans le sens longitudinal et en bandes parallles.

CCT 2011

L. 71

Les plateaux sont quips de systmes darrosage pour viter la dispersion de poussires. La machine est quipe dun systme daspiration des boues. Les rsidus sont immdiatement vacus.

L.3.2.3

SPECIFICATIONS

La rugosit est conforme aux spcifications du F.2.3.2.4. Le traitement doit faire apparatre le squelette pierreux du revtement.

L.3.2.4

CONTROLE

Les contrles portent sur la rugosit.

L.3.2.5

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m de surface traite. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Les prestations en rapport avec lvacuation des rsidus sont comprises dans le prix.

CCT 2011

L. 72

L.4

REPARATIONS LOCALISEES DE REVETEMENT HYDROCARBONE Traitement de fissures

DESCRIPTION

L.4.1 L.4.1.1

Lopration consiste colmater les fissures formes dans le revtement afin de les rendre tanche.

L.4.1.2 L.4.1.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions suivantes : sable pour traitement de surface : C.2.4.9 - sables pour mlanges bitumineux ; ce sont des sables concasses avec teneur en fines infrieure ou gale 3 % ; gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7 mulsion cationique de bitume : C.9.5.2 ; produits de scellement couls chaud : C.14.1.1 ; produits de scellement couls froid : C.14.1.2 ;. MBCF 0/2 : L.2.1; enduits superficiels : .L.2.2 ; asphalte coul pour rparation de fissures : .C.47. Traitement de fissures isoles

L.4.1.2.2

Le traitement de fissures isoles dbute toujours par un nettoyage de la fissure soit par soufflage la lance thermique, soit par brossage nergique et soufflage lair comprim. Aprs cette premire tape, le type de traitement dpend de la largeur de la fissure aprs nettoyage.

L.4.1.2.2.1

FISSURES ISOLEES DUNE OUVERTURE (APRES NETTOYAGE) INFERIEURE A 5 mm

Le scellement des fissures dune ouverture infrieure 5 mm aprs nettoyage comporte : le schage de la fissure et du revtement proximit de celle-ci soit la lance thermique soit au chalumeau grand dbit ; le remplissage de la fissure par une mulsion cationique de bitume en une ou plusieurs passes ; le traitement de surface conforme au du F.2.2.8.11.

L'enduisage au liant et l'pandage des gravillons se fait bords latraux nets l'aide d'un gabarit. Si ncessaire, ce traitement est rpt.

CCT 2011

L. 73

L.4.1.2.2.2

FISSURES ISOLEES DUNE OUVERTURE (APRES NETTOYAGE) SUPERIEURE A 5 mm ET INFERIEURE OU EGALE A 25 mm

Le scellement des fissures dune largeur suprieure 5 mm et infrieure ou gale 25 mm aprs nettoyage comporte (voir figure L.4.1.a) : la cration, par fraisage, dune gorge suivant troitement le trac de la fissure. La largeur de la gorge est au moins gale la largeur maximale de la fissure aprs nettoyage et est suprieure 20 mm. Sa profondeur est de 40 mm minimum. Les dcombres provenant du fraisage sont immdiatement vacus hors du domaine public par exemple laide dune brosse aspirante mcanique; le nettoyage (soit par brossage nergique et soufflage lair comprim, soit par soufflage la lance thermique) et le schage de la fissure (soit au chalumeau grand dbit, soit la lance thermique), immdiatement suivi par le remplissage de la fissure par un produit de scellement coul mis en uvre laide dun appareil verseur en vitant toute occlusion dair.
z = 20 mm 5 mm < x < 25 mm

p = 40 mm

Figure L.4.1.a
La face suprieure du produit de scellement mis en place se trouve entre 3 et 5 mm sous le niveau suprieur du revtement. En cas de pluie, les oprations sont arrtes et ne sont reprises quaprs nettoyage et schage de la gorge. Ds que la surface du scellement est sche au toucher, la circulation peut tre rtablie. Tous les dbordements de masse en surface sont limins.

L.4.1.2.2.3

FISSURES ISOLEES DUNE OUVERTURE (APRES NETTOYAGE) SUPERIEURE A 25 mm

Le cahier spcial des charges prescrit si la rparation comprend ou non la cration dune gorge par fraisage.

CCT 2011

L. 74

L.4.1.2.2.3.1 Rparation de fissures isoles avec fraisage pralable

Le cahier spcial des charges prescrit si lasphalte coul est mis en uvre dans le plan du revtement (voir figure L.4.1.b) ou si son niveau suprieur dpasse le niveau de ce plan (voir figure L.4.1.c). Le scellement des fissures dune largeur suprieure 25 mm aprs nettoyage est effectu par remplissage de la fissure au moyen dasphalte coul. Cette opration comporte : la cration, par fraisage, dune gorge suivant troitement le trac de la fissure. La largeur de la gorge est au moins gale la largeur maximale de la fissure aprs nettoyage et est suprieure 25 mm. La profondeur de la gorge est de 40 mm ; nettoyage de la gorge soit par brossage nergique et soufflage lair comprim, soit par soufflage la lance thermique ; schage de la gorge au chalumeau haut dbit ou la lance thermique immdiatement suivi par la mise en uvre la brosse (de dimension approprie la largeur de la fissure) dune couche de collage constitue dune mulsion conforme au C.9.5.2 ; et le remplissage de la fissure par lasphalte coul aprs rupture de lmulsion et vaporation totale de leau initialement contenue dans lmulsion (liant sec au toucher). Le mlange dasphalte coul est tal laide de raclettes ou taloches en bois sur lpaisseur voulue. Si la largeur de la gorge est suprieure 6 cm : lasphalte coul est pourvu dun squelette pierreux obtenu par lenfoncement de gravillons prenrobs dans le mlange chaud. En fonction des dimensions de la rparation, les gravillons utiliss sont de calibre 4/6,3 ou 6,3/10 ou 10/14 ; un traitement de surface par gravillonnage (gravillons 2/4 prenrobs) est appliqu, conformment au F.6.2.8.7, afin dobtenir la rugosit voulue.

Si le cahier spcial des charges prescrit que le niveau suprieur de lasphalte coul dpasse le plan du revtement, le dbordement de lasphalte coul par rapport au bord de la cavit est de minimum 10 cm en tout point (figure L.4.1.c).
z x = 25 mm y z x = 25 mm y

p = 40 mm

p = 40 mm

Figure L.4.1.b

Figure L.4.1.c

En cas de pluie, les oprations sont arrtes et ne sont reprises quaprs nettoyage et schage de la gorge.

CCT 2011

L. 75

Lasphalte coul est de type asphalte coul pour rparation de fissures (conforme au C.47). Le mlange dasphalte coul peut tre fourni : soit en vrac (la fabrication se fait alors en centrale) ; soit sous forme de pain ou granulats dasphalte coul (le mlange est alors chauff dans un fondoir-malaxeur mobile).

La temprature du mlange lors de la prparation et de la pose est situe entre 180 et 230C.

L.4.1.2.2.3.2 Rparation de fissures isoles sans fraisage pralable

Le scellement des fissures dune largeur suprieure 25 mm aprs nettoyage est effectu par remplissage de la fissure au moyen dasphalte coul. Cette opration comporte : schage de la fissure et du revtement situ proximit au chalumeau haut dbit ou la lance thermique immdiatement suivi par la mise en uvre la brosse (de dimension approprie la largeur de la fissure) dune couche de collage constitue dune mulsion conforme au C.9.5.2, et le remplissage de la fissure par lasphalte coul aprs rupture de lmulsion et vaporation totale de leau initialement contenue dans lmulsion (liant sec au toucher). Le mlange dasphalte coul est tal laide de raclettes ou taloches en bois sur lpaisseur voulue. Si la largeur de la fissure nettoye est suprieure 6 cm : lasphalte coul est pourvu dun squelette pierreux obtenu par lenfoncement de gravillons prenrobs dans le mlange chaud. En fonction des dimensions de la rparation, les gravillons utiliss sont de calibre 4/6,3 ou 6,3/10 ou 10/14 ; un traitement de surface par gravillonnage (graviers 2/4 prenrobs) est appliqu, conformment au F.6.2.8.7, afin dobtenir la rugosit voulue.
pas de fraisage x y = 10 cm 5 mm

Figure L.4.1.d
Lasphalte coul dborde (maximum 5 mm de diffrence de niveau) au dessus de la surface de roulement et recouvre le revtement de part et dautre de la fissure Le dbordement de lasphalte coul par rapport au bord de la cavit est de minimum 10 cm (figure L.4.1.d).

CCT 2011

L. 76

En cas de pluie, les oprations sont arrtes et ne sont reprises quaprs nettoyage et schage de la fissure. Lasphalte coul est de type asphalte coul pour rparation de fissures (conforme au C.47). Le mlange dasphalte coul peut tre fourni : soit en vrac (la fabrication se fait alors en centrale) ; soit sous forme de pain ou granulats dasphalte coul (le mlange est alors chauff dans un fondoir-malaxeur mobile).

La temprature du mlange lors de la prparation et de la pose est situe entre 180 et 230C.

L.4.1.2.3 L.4.1.2.3.1

Rparation de fissures multiples FISSURES MULTIPLES DUNE OUVERTURE INFERIEURE A 5 mm

Le cahier spcial des charges prescrit si la rparation comprend ou non le fraisage de la zone dgrade.

L.4.1.2.3.1.1 Rparation de fissures multiples avec fraisage pralable

Les zones comportant des fissures multiples sont rpares suivant les prescriptions au L.4.4 (Rparations localises durables).

L.4.1.2.3.1.2 Rparation de fissures multiples sans fraisage pralable (voir figure L.4.1.e)
La rparation, sans fraisage pralable, des fissures multiples dune largeur infrieure 5 mm sur une zone de 50 cm de large comporte : le nettoyage soign de la surface soit leau sous haute pression ( 200 bar) soit lair comprim et le schage au chalumeau haut dbit ; la mise en oeuvre, en surface, une fois le revtement sec, dun MBCF 0/2 (suivant le L.2.1), dun enduit superficiel (suivant le L.2.2) ou dasphalte coul suivant les prescriptions ci- dessous :

Lasphalte coul est de type asphalte coul pour rparation de fissures (voir C.47). La temprature du mlange lors de la prparation et de la pose est situe entre 180 et 230C. Pralablement la pose de lasphalte coul, le support est, au besoin, sch au chalumeau. Une couche de collage constitue dune mulsion conforme au C.9.5.2 est applique sur le support. Aprs rupture de lmulsion et vaporation totale de leau quelle contient, le mlange dasphalte coul est vers puis tal laide de raclettes ou taloches en bois sur lpaisseur voulue.

CCT 2011

L. 77

Le niveau suprieur de lasphalte coul dpasse le niveau du revtement existant de maximum 5 mm. La rparation en asphalte coul dborde horizontalement dau moins 10 cm de la zone fissure. Un traitement de surface par gravillonnage (gravillons 2/4 prenrobs) est appliqu, conformment au F.6.2.8.7, afin dobtenir la rugosit voulue.
5 mm

Figure L.4.1.e
La rparation entirement acheve satisfait aux exigences suivantes : Lasphalte coul recouvre lensemble de la zone fissure rparer et dborde de toute fissure dune largeur dau moins 15 cm. Lasphalte coul est mis en uvre laide dun bac servant de gabarit. La surface de la rparation aprs excution complte possde une forme parfaitement rectangulaire. Les diffrences de niveau avec le revtement existant sont infrieures 5 mm sur le primtre de la rparation. Les irrgularits mesures la rgle de 3 m dans la surface de la rparation sont infrieures en tout point 5 mm. La surface est compltement recouverte de gravillons. Seul un bord dpourvu de gravillons dune largeur de maximum 3 cm est tolr. La rugosit est conforme aux prescriptions du F.2.3.2.4. Les restes dasphalte coul refroidi qui se trouvent sur le revtement adjacent sont enlevs compltement et proprement en temps utile et au plus tard dans les 48 heures. FISSURES MULTIPLES DUNE OUVERTURE SUPERIEURE A 5 mm

L.4.1.2.3.2

La rparation des fissures multiples dune largeur suprieure 5 mm sont ralises suivant les prescriptions du L.4.4 (rparations durables localises).

L.4.1.3

VERIFICATION

Le contrle de lefficacit du scellement est conforme au L.1.3.3. Le contrle de la rugosit est ralis conformment au F.6.4.2.3.2.5. Le contrle des irrgularits et des diffrences de niveau est ralis la rgle de 3 m conformment la norme NBN EN 13036-7.

L.4.1.4

PAIEMENT

Le paiement de la rparation des fissures isoles seffectue sur base de la longueur de fissure traite.

CCT 2011

L. 78

Le paiement de la rparation des fissures multiples seffectue sur base de la surface traite. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits.

L.4.2 L.4.2.1

Rparations localises provisoires

DESCRIPTION

Lopration consiste mettre en oeuvre de lenrob stockable, en une ou plusieurs couches.

L.4.2.2 L.4.2.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : enrob stockable : C.48 ; mulsion cationique de bitume(s) : C.9.5.2 ; sable pour traitement de surface : C.2.4.9 - sables pour mlanges bitumineux ; ce sont des sables concasses avec teneur en fines infrieure ou gale 3 %. Excution

L.4.2.2.2

La mise en uvre des enrobs stockables nest autorises que : une temprature ambiante suprieure +2C ; sur un support dont la temprature est suprieure +0C. PREPARATION DU SUPPORT

L.4.2.2.2.1

Les oprations suivantes sont successivement ralises : enlvement des lments non adhrents, brossage, nettoyage leau ou lair comprim, schage de la surface et vacuation des dcombres hors du domaine public ; si le cahier spcial des charges le spcifie : dlimitation dune surface rectangulaire, perpendiculaire ou parallle laxe de la route ; sciage suivant le primtre du rectangle, verticalement sur la profondeur prescrite (minimum 3 cm) ; dcapage de lenrob dans cette surface rectangulaire sur cette profondeur ; vacuation des dcombres ; brossage nergique du fond et des parois de la cavit, enlvement des matriaux non adhrents ; schage du fond et des parois de la cavit ; enduisage des parois et du fond au moyen dune mulsion de bitume de telle faon que lensemble des surfaces soit uniformment noir aprs rupture de lmulsion en vue dassurer ladhrence de lenrob stockable sur le revtement existant.

CCT 2011

L. 79

L.4.2.2.2.2

COMBLEMENT DE LA CAVITE ET TRAITEMENT DE SURFACE

Les oprations suivantes sont successivement ralises : comblement de la cavit au moyen de lenrob stockable ; compactage au moyen dun rouleau ou dune plaque vibrante suivant les dimensions de la cavit; sablage des enrobs semi-ferms. RESULTAT

L.4.2.3

La rparation sintgre parfaitement dans le profil du revtement existant. Les irrgularits mesures la rgle de 3 m dans la surface de la rparation sont infrieures en tout point 5 mm. En outre, toute rparation en creux par rapport au revtement existant est refuse. La rugosit est conforme aux prescriptions du F.2.3.2.4.

L.4.2.4

PAIEMENT

Si le cahier spcial des charges ne prvoit pas le sciage et le dcapage de lenrob,le paiement seffectue la tonne denrob stockable mis en oeuvre. Si ce sciage et ce dcapage sont exigs par le cahier spcial des charges, le paiement seffectue suivant la surface rpare avec un minimum d1 m par rparation.

L.4.3 L.4.3.1

Rparations localises en asphalte coul sans fraisage

DESCRIPTION

Lopration consiste enlever les morceaux denrobs et gravillons non adhrents ou adhrents faiblement, nettoyer et scher le support et mettre en uvre un asphalte coul pour rparations au droit des flaches, nids-de-poule, faenages, ... Cette mthode ne convient pas pour des voiries prsentant une forte pente (coulement de lasphalte coul lors de la mise en oeuvre).

L.4.3.2 L.4.3.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : asphalte coul pour rparation : C.47; mulsion cationique de bitume(s) : C.9.5.2; gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7.

CCT 2011

L. 80

L.4.3.2.2

Mise en oeuvre

La rparation ne peut tre ralise que si la temprature extrieure, la temprature du support et la vitesse du vent sont telles que le produit ne se refroidit pas trop rapidement. La mise en uvre des asphaltes couls nest en tous les cas pas autorise : si la temprature ambiante est infrieure +2C ; si la temprature du support est infrieure +0.

Pralablement la pose de lasphalte coul : les lments non adhrents sont enlevs ; le support est nettoy soit par brossage nergique et soufflage lair comprim, soit leau sous pression ; le support est ensuite sch au chalumeau haut dbit ; les dcombres sont vacus hors du domaine public.

Une couche de collage constitue dune mulsion conforme au C.9.5.2 est applique sur le support en vue dassurer ladhrence de lasphalte coul sur le support dgrad. Lasphalte coul est de type asphalte coul pour rparations livr sous forme de pains ou de granulats dasphalte coul pour de petites quantits ou en vrac pour des quantits plus importantes. Lasphalte coul est chauff dans une installation mobile approprie. Il est port une temprature comprise entre 180 et 230 C pour lpandage. Lasphalte coul est mis en oeuvre en couches fines aprs vaporation totale de leau comprise dans lmulsion. Durant la pose couche par couche, lasphalte coul est pourvu dun squelette pierreux obtenu par lenfoncement de gravillons prenrobs dans le mlange chaud. En fonction de lpaisseur de la rparation, les gravillons utiliss sont de calibre 4/6,3 ou 6,3/10 ou 10/14. Les cavits profondes sont ainsi remplies en plusieurs couches. Une couche doit tre suffisamment refroidie avant que la couche suivante ne soit pose. Lpaisseur maximum par couche est de 50 mm. Le mlange dasphalte coul est tal laide de raclettes ou taloches en bois sur lpaisseur voulue. Le niveau suprieur de lasphalte coul dpasse le niveau du revtement existant de maximum 5 mm. La rparation en asphalte coul dborde horizontalement dau moins 15 cm de la zone dgrade. Un traitement de surface est appliqu conformment au F.6.2.8.7. La surface est compltement recouverte de gravillons. Seul un bord dpourvu de gravillons dune largeur de maximum 3 cm est tolr. La rugosit est conforme aux prescriptions du F.2.3.2.4.

CCT 2011

L. 81

Les restes dasphalte coul refroidi qui se trouvent sur le revtement adjacent sont enlevs compltement et proprement en temps utile et au plus tard dans les 48 heures.

L.4.3.3

SPECIFICATIONS

La surface de la rparation aprs excution complte possde une forme parfaitement rectangulaire. Les irrgularits de surface, mesures la rgle de 3 m, ne peuvent dpasser : pour les autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales: 4 mm ; pour les voiries de quartier et voiries interquartier: 5 mm.

En outre, toute rparation en creux par rapport au revtement existant est refuse6. La rugosit est conforme aux prescriptions du F.2.3.2.4. Lornirage est conforme au F.6.3.2.4

L.4.3.4

VERIFICATIONS avant la pose de lasphalte coul sont effectus suivant le

Les contrles F.6.4.2.1.

Les contrles en cours de pose lasphalte coul sont effectus suivant le F.6.4.2.2. Les contrles a postriori portent sur les caractristiques suivantes : la rugosit conformment au F.6.4.2.3.2.5 et F.6.4.2.3.2.6; la rgularit de surface conformment au F.6.4.2.3.2.2 ; lornirage conformment au F.6.4.2.3.2.4. PAIEMENT

L.4.3.5

Le paiement de la rparation seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits.

L.4.4 L.4.4.1

Rparations localises durables

DESCRIPTION

Lopration consiste enlever partiellement le revtement au droit des flaches, nids-de-poule, faenages, ... et mettre en oeuvre une ou plusieurs couches bitumineuses en remplacement de celui-ci, de manire obtenir une nouvelle surface routire qui sintgre compltement dans le profil du revtement existant.

Ce type de rparation ne convient pas pour des voiries en forte pente longitudinale.

CCT 2011

L. 82

Les profondeurs de rparation des dgradations ainsi que le type et lpaisseur des couches bitumineuses poses sont spcifis dans les documents du march. Les rparations en asphalte coul ne conviennent pas pour des voiries prsentant une forte pente sauf si une composition spciale dasphalte coul pour revtement est utilise (voir F.6.2.3.3).

L.4.4.2 L.4.4.2.1

CLAUSES TECHNIQUES Matriaux

Ils rpondent aux prescriptions des chapitres C et F les concernant : gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7; bandes bitumineuses prformes (autocollante) pour joint : C14.2.1; mulsion cationique de bitume : C.9.5.2; enrobs bitumineux compacts chaud : F.2 ; asphalte coul routier pour revtement : F.6. Excution

L.4.4.2.2

Les oprations suivantes sont successivement ralises : dlimitation dune surface rectangulaire, perpendiculaire ou parallle laxe de la route, dau moins 0,50 m qui dborde partout dau moins 0,20 m de la surface dtriore ; les bords des deux couches suprieures sont scis (ou fraiss) 0,20 m au moins des bords de la couche sous jacente ;
Couche d'usure revtement existant Bande bitumineuse pour joint 0,20 m 0,20 m

Revtement rtablir 0,20 m 0,20 m

Couches de liaison revtement existant

fraisage du revtement bitumineux lintrieur du primtre du rectangle dlimit, sur la profondeur prescrite (minimum 3 cm) et vacuation des dcombres, en prenant les prcautions ncessaires pour ne pas endommager le revtement bitumineux ou la fondation conserver, ni dautres lments dans le revtement. Les dispositions prescrites au L.5.1.1 concernant le fraisage sont dapplication (notamment le fraisage dans le sens transversal au droit des futurs joints transversaux) ;

CCT 2011

L. 83

sciage suivant le primtre du rectangle, verticalement sur la profondeur prescrite (minimum 3 cm) si les bords obtenus aprs fraisage ne sont pas verticaux, rectilignes et nets. Le sciage nest excut que sur demande expresse du fonctionnaire dirigeant; brossage nergique du fond et des parois de la cavit, enlvement des matriaux non adhrents, nettoyage leau sous pression, aspiration et vacuation des dcombres. La surface fraise doit tre nettoye en deux tapes conformment aux prescriptions du L.5.1.3 ; schage du fond et des parois de la cavit ; application uniforme sur le fond ainsi quentre les couches denrobs dune couche de collage. La couche de collage doit assurer ladhrence entre les deux couches successives : pour les rparations en enrob bitumineux compact, la couche de collage est ralise conformment au F.2.2.8.5.2 ; pour les rparations en asphalte coul, la couche de collage est ralise conformment au F.6.2.8.5.2. traitement des joints dans lpaisseur de la couche de roulement : pour les rparations en enrob bitumineux compact, les joints sont traits dans lpaisseur de la couche de roulement conformment aux F.2.2.8.8.2 (joint de reprise) et F.2.2.8.9 (joint avec un revtement dun autre type, avec un lment linaire, avec un accessoire de voirie ou avec un rail pos pralablement) ; pour les rparations en asphalte coul, les joints sont traits dans lpaisseur de la couche de roulement conformment aux F.6.2.8.8 (joint de reprise) et F.6.2.8.9 (joint avec un revtement dun autre type, avec un lment linaire, avec un accessoire de voirie ou un rail pos pralablement) ; comblement de la cavit avec une ou plusieurs couches denrob bitumineux compact (excution conformment au L.4.4.2.2.1) ou dasphalte coul routier pour revtement (excution conformment au L.4.4.2.2.2) suivant les prescriptions du cahier spcial des charges. traitement superficiel des joints et des bords : pour les rparations en enrob bitumineux compact, les joints et bords reoivent un traitement superficiel conforme aux F.2.2.8.8.2 (joint de reprise), F.2.2.8.9 (joint avec un revtement dun autre type, avec un lment linaire, avec un accessoire de voirie ou un rail pos pralablement) et F.2.2.8.9.10 (bords extrieurs) ; pour les rparations en asphalte coul, les joints reoivent un traitement superficiel conforme au F.6.2.8.8 (joint de reprise) et F.6.2.8.9 (joint avec un revtement dun autre type, avec un lment linaire, avec un accessoire de voirie ou un rail pos pralablement).

CCT 2011

L. 84

L.4.4.2.2.1

EXECUTION DE LA REPARATION AVEC UN ENROBE BITUMINEUX COMPACTE

Mise en oeuvre de lenrob dans la cavit en une ou plusieurs couches conformment au F.2. De plus : la mise en uvre dun enrob bitumineux compact chaud pour raliser une rparation localise durable nest pas ralise entre le 1er novembre et le 1er avril quelle que soit la temprature de lair ; les enrobs compacts chaud ne sont pas mis en uvre pour la ralisation de rparations localises durables par des tempratures de lair infrieures +8C. La temprature du support ne peut tre infrieure 5C. Si la temprature de lair est infrieure 10C, la pose est interdite si la vitesse du vent est suprieure 7 m/s (25,2 km/h) ; en cas de pluie, lentrepreneur interrompt la pose de lenrob bitumineux ; la temprature de lenrob pos en couche de roulement contre la bande bitumineuse pour joint est de 140C au moins ; pour les rparations de plus de 4 m de long, lenrob bitumineux est pos au finisseur ; chaque couche est compacte en commenant le compactage par les bords. 2/3 de la largeur du compacteur sappuie sur le revtement maintenu et lautre 1/3 compacte lenrob neuf. Il est fait usage de loutillage manuel (plaque vibrante) dans les coins et dun rouleau vibrant ailleurs. EXECUTION DE LA REPARATION AVEC UN ASPHALTE COULE ROUTIER POUR REVETEMENT

L.4.4.2.2.2

Lasphalte coul est de type asphalte coul routier pour revtement (suivant le F.6.2). Lasphalte coul est mis en uvre dans la cavit en une ou plusieurs couches. La mise en uvre seffectue conformment au F.6.2.8. En cas de pose en plusieurs couches, la pose dune couche ne peut tre entame que lorsque la couche infrieure est suffisamment refroidie (< 80C). Un traitement de surface est appliqu, conformment au F.6.2.8.7. La surface est compltement recouverte de gravillons. Les restes dasphalte coul refroidi qui se trouvent sur le revtement adjacent sont enlevs compltement et proprement en temps utile et au plus tard dans les 48 heures.

L.4.4.3

SPECIFICATIONS

La surface de la rparation aprs excution complte possde une forme parfaitement rectangulaire. La rparation sintgre parfaitement dans le profil du revtement existant. Les irrgularits de surface, mesures la rgle de 3 m, ne peuvent dpasser : pour les autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales: 4 mm ; pour les voiries de quartier et voiries interquartier: 5 mm.

CCT 2011

L. 85

En outre, toute rparation en creux par rapport au revtement existant est refuse. La rugosit est conforme aux prescriptions du F.2.3.2.4. Pour les rparations en enrobs bitumineux compacts : les caractristiques de masse sont conformes au F.2.3.1 ; lornirage est conforme au F.2.3.2.3.

Pour les rparations en asphalte coul : les caractristiques de masse sont conformes au F.6.3.1 ; lornirage est conforme au F.6.3.2.4. VERIFICATIONS

L.4.4.4

Les contrles avant la pose des enrobs bitumineux sont effectus suivant le F.2.4.2.1 (enrobs bitumineux compacts) ou le F.6.4.2.1 (asphalte coul). Les contrles en cours de pose des enrobs bitumineux sont effectus suivant le F.2.4.2.2 (enrobs bitumineux compacts) ou le F.6.4.2.2 (asphalte coul). Les contrles a postriori portent sur les caractristiques suivantes : la rugosit conformment au F.2.4.2.3.2.4 (enrobs bitumineux compacts) ou au F.6.4.2.3.2.4 (asphalte coul) ; la rgularit de surface conformment au F.2.4.2.3.2.1 (enrobs bitumineux compacts) ou au F.6.4.2.3.2.2 (asphalte coul) ; les paisseurs conformment au F.2.4.2.3.1.1 (enrobs bitumineux compacts) ou au F.6.4.2.3.1.1 (asphalte coul) ; lornirage conformment au F.2.4.2.3.2.3 (enrobs bitumineux compacts) ou au F.6.4.2.3.2.4 (asphalte coul).

Pour les rparations en enrob bitumineux compact, les caractristiques suivantes sont en outre contrles si une pose au finisseur est possible (longueur suprieure 4 m) : la compacit relative (conformment au F.2.4.2.3.1.3), et le pourcentage de vides (conformment au F.2.4.2.3.1.2).

Pour les rparations en asphalte coul, lindentation est vrifie conformment au F.6.4.2.3.1.2. En cas denrob bitumineux ou dasphalte coul color, la couleur est vrifie conformment au F.2.4.2.3.2.6 (enrobs bitumineux compacts) ou au F.6.4.2.3.2.7 (asphalte coul).

CCT 2011

L. 86

L.4.4.5

PAIEMENT

Le paiement du sciage et du joint prform seffectue au m. Le paiement de la rparation proprement dite seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Le sciage nest pay que sil et rendu ncessaire par la qualit du revtement bitumineux fraiser.

CCT 2011

L. 87

L.5

FRAISAGE DUN REVETEMENT BITUMINEUX AVANT REPARATION, ENTRETIEN OU RENFORCEMENT DE CHAUSSEE

Le cahier spcial des charges spcifie si le fraisage doit permettre ou non de corriger le profil longitudinal de la voirie afin dobtenir une planit longitudinale conforme.

L.5.1

Excution

Ce poste comprend le fraisage, le nettoyage, lvacuation des rsidus, la rparation des dgts occasionns et, si cela est prcis au cahier spcial des charges, le profilage longitudinal de la surface fraise.

L.5.1.1

FRAISAGE

Le fraisage dun revtement bitumineux sexcute laide dune machine (raboteuse) quipe doutils (burins en mtal dur ou couteau en acier) fixs sur un cylindre en rotation. Les tranches des bords des zones fraises sont toujours nettes, rectilignes et verticales. Au droit des futurs joints de reprise transversaux, le revtement est frais dans le sens transversal laide dune raboteuse de petite dimension afin de raliser, lextrmit du fraisage, une tranche parfaitement verticale, nette, rectiligne et perpendiculaire laxe de la chausse. Lenrob restant hors datteinte des dents de la raboteuse dans les coins des surfaces fraiser sont dcoups par sciage et enlevs au burin pneumatique. La profondeur de fraisage hauteur de ces futurs joints transversaux de reprise est la mme que la profondeur de fraisage ralise sur le reste de la zone fraise. Si les tranches des bords raliss avec la raboteuse sont parfaitement nettes, rectilignes et verticales, elles ne doivent pas tre recoupes. Dans le cas contraire, elles doivent tre scies, avec une profondeur gale la profondeur ralise sur le reste de la zone fraise. Toutes les dispositions sont prises pour viter tout dgt aux lments linaires, accessoires de voirie, joints de pont,. A proximit daccessoires (avaloirs, trappillons,) et autres lments de voirie (bordures, filets deau, joints de ponts,), le matriel est adapt aux circonstances (machine de fraisage plus petite, burin pneumatique,). La distance entre les rainures cres par le fraisage ne peut excder 15 mm. La diffrence de hauteur entre les crtes et le creux des rainures en fin dopration ne dpasse pas les exigences dcrites au L.5.2.2. Pour le fraisage excut en vue dun profilage longitudinal de la chausse, la fraiseuse est quipe dun systme de guidage prcis qui permet de rectifier le profil en long du support et de le rendre ainsi conforme aux prescriptions du L.5.2.5. Le profil en travers de la surface fraise respecte le profil en travers prvu pour la surface de roulement. Si lune ou lautre des exigences ne sont pas satisfaites, seules des raboteuses produisant un fraisage fin (cart entre les dents 8 mm) et quipes dune suspension de prcision peuvent tre utilises pour raliser les corrections.

CCT 2011

L. 88

La vitesse davancement de la raboteuse ne dpasse en aucun cas 15 m/min. pour viter larrachement de morceaux de revtement bitumineux situs sous le niveau du fraisage. Lorsquun fraisage fin est exig, la vitesse davancement est infrieure ou gale 5 m/min. Les dgradations apportes par lentrepreneur pendant les oprations de fraisage seront immdiatement rpares sa charge. Les couches denrob contenant du goudron sont fraises sparment.

L.5.1.2

EVACUATION DES RESIDUS

Les rsidus des oprations de fraisage sont immdiatement enlevs. Les enrobs contenant du goudron sont vacus sparment.

L.5.1.3

NETTOYAGE

La surface fraise doit tre nettoye en deux tapes : a. Nettoyage par une machine brossant la surface et aspirant les matriaux dtachs du support. Nettoyage par une machine assurant simultanment les 3 actions suivantes : projection deau sous pression ; brossage de la surface et aspiration du mlange eau/poussire. Pour la projection deau sous pression, les prescriptions suivantes sont dapplication : pression > 30 kg/cm ; dbit > 30 l/min ; distance entre les jets deau rpartis sur la rampe dpandage rectiligne 8 cm. Cette deuxime machine se dplace une vitesse infrieure ou gale 2 km/h.

b.

L.5.2 L.5.2.1

Exigences sur le rsultat (spcifications)

EXIGENCES SUR LA DISTANCE ENTRE LES CRETES DES RAINURES

La distance entre crtes des rainures ne dpasse en aucun cas 15 mm. Dans le cas o un fraisage fin est exig (voir L.5.1.1 et L.5.2.2), lentredistance est infrieure ou gale 8 mm.

L.5.2.2

EXIGENCES SUR LA DIFFERENCE DE HAUTEUR ENTRE LES CRETES ET LES CREUX DES RAINURES

La diffrence de hauteur entre les crtes et les creux des rainures ne peut dpasser :

CCT 2011

L. 89

8 mm dans le cas dun fraisage prcdant la pose dune couche dgalisation en MBCF ; 6 mm dans le cas dun fraisage prcdant la mise en uvre dune couche de profilage ou de liaison en enrobs bitumineux ; 4 mm (fraisage fin) dans le cas dun fraisage prcdant la mise en oeuvre : soit dun enduit scell par un MBCF ; soit dun MBCF ; soit dune interface antifissure; soit dune couche de roulement en enrobs bitumineux ou en MBCF. EXIGENCES SUR LES IRREGULARITES DE SURFACE

L.5.2.3

Les irrgularits de surface ne peuvent dpasser 7 mm dans le cas dun fraisage prcdant la pose denrobs bitumineux compacts destins raliser une couche de profilage ou de liaison en enrobs bitumineux compacts ou en MBCF. 5 mm dans le cas dun fraisage prcdant la mise en oeuvre : soit dun enduit scell par un MBCF ; soit dune interface antifissure ; soit dune couche de roulement en enrobs bitumineux ou en MBCF. EXIGENCES SUR LE PROFIL EN TRAVERS

L.5.2.4

Dans les cas o le profil longitudinal doit tre corrig, le profil en travers de la surface fraise respecte le profil en travers prvu pour la surface de roulement. Les tolrances en moins et en plus sur la pente transversale sont de : 0,3 % pour les autoroutes, voiries mtropolitaines, voiries principales et voiries interquartier et de 0,6 % pour les voiries de quartier. EXIGENCES SUR LA PLANEITE LONGITUDINALE

L.5.2.5

Au cas o le cahier spcial des charges exige de corriger le profil longitudinal de la voirie afin dobtenir une planit longitudinale conforme, le coefficient de planit, mesur avec lAPL (voir chapitre M Mthodes dessais - F, point 7 des informations complmentaires) et calcul pour des longueurs de base de 2,5 et 10 et 40 m, satisfait pour chaque hectomtre et chaque fraye aux exigences suivantes:
Type de voirie Caractristiques CP2,5 m CP10 m CP40 m Autoroutes 35 70 140 Voiries mtropolitaines et voiries principales 40 80 160 Voiries interquartier 45 80 Voiries de quartier -

CCT 2011

L. 90

DISPOSITIONS PARTICULIERES Les prescriptions relatives au CP10 m ne sont pas dapplication sur les routes o la vitesse autorise est limite 50 km/h. Les ronds-points de rayon intrieur infrieur 20 m ne font pas lobjet dun contrle lAPL. Les parties comportant un ou des plateau(x), ralentisseur(s) de vitesse ou chicane(s) ne font pas lobjet dun contrle lAPL Les prescriptions relatives au CP40 m ne sont dapplication que si le chantier comporte une modification du profil en long existant visant lobtention des valeurs prescrites, ou si chaque bloc de dpouillement de chaque lot prsente avant travaux un CP40 m 140. Pour les chantiers comportant la mise en oeuvre dune seule couche denrobs bitumineux, sans correction pralable du profil en long, sur un revtement prsentant avant travaux un CP2,5 m > 50 et/ou un CP10 m > 105, les prescriptions ci-dessus ne sont pas dapplication. Pour les chantiers comportant la mise en oeuvre dune seule couche denrobs bitumineux sans correction pralable du profil en long sur un revtement prsentant avant travaux un CP2,5 m > 35 et/ou un CP10 m >70, seules les prescriptions relatives au CP2,5 m sont dapplication.

Les conditions de vrification sont prcises au F.2.4.2.3.2.2.

L.5.3

Vrifications

Les contrles portent sur : le caractre rectiligne et vertical des tranches des futurs joints; la profondeur de fraisage ; labsence de dgts aux lments linaires, accessoires de chausse, joints de pont, ; labsence darrachement (de morceaux de revtement bitumineux situs sous le niveau du fraisage) provoqus par le fraisage.

Sont mesures : la vitesse davancement de la raboteuse ; la distance entre les crtes des rainures ; la diffrence de hauteur entre les crtes et le creux des rainures (profilomtre daiguille ou profilomtre laser); les irrgularits de surface ; la planit longitudinale ; la pente du profil en travers.

Les diffrences de hauteur entre les crtes et les creux sont mesures au profilomtre aiguille. Les irrgularits de surface sont mesures la rgle de 3 m suivant la norme NBN EN 13036-7. Les irrgularits de surface sont mesures au niveau des crtes des rainures.

CCT 2011

L. 91

La planit longitudinale est mesure lAPL (voir L.5.2.5). La pente du profil en travers est mesure par mesure topographique (si dapplication).

L.5.4

PAIEMENT

Le fraisage est mesur et pay par m de surface et par cm dpaisseur. Les surfaces des trappillons ou autres accessoires ne sont pas dfalques. Le sciage est pay sil est rendu ncessaire par la qualit du revtement bitumineux fraiser et sil a t demand par le fonctionnaire dirigeant. Il est alors mesur et pay la longueur scie (m). Les longueurs de fraisages transversaux au droit des futurs joints de reprise et des futurs joints avec des revtements de nature diffrente ou avec des lments linaires transversaux sont mesures en mtre avec indication de la profondeur fraise (poste spar). Le poste fraisage comprend le fraisage, lenlvement et lvacuation des dchets et le nettoyage par brossage, projection deau sous pression et aspiration. Des postes spcifiques sont prvus au mtr si: le fraisage doit permettre ou non dobtenir une planit longitudinale conforme aux exigences du L.5.2.5 ; les exigences quant la diffrence de hauteur entre les crtes et les creux des rainures ne peuvent dpasser 10, 6 ou 4 mm (voir L.5.2.2).

Si la diffrence de hauteur mesure entre crte et creux des rainures, les irrgularits de surface, le profil en travers ou la planit longitudinale ne sont pas conformes aux exigences du L.5.2, les corrections sont obtenues en utilisant une raboteuse produisant un fraisage fin (cart entre les dents 8 mm) et quipe dune suspension de prcision. Dans ces 4 cas le cot des corrections et les autres consquences (surpaisseurs denrob,) sont charge de lentrepreneur.

CCT 2011

L. 92

L.6

MBCF UTILISE EN COUCHE DEGALISATION SUR UN SUPPORT FRAISE OU DANS UN INTERFACE ANTIFISSURE Gnralits

L.6.1

Outre leur utilisation comme traitement superficiel ou pour le comblement dornire, les matriaux bitumineux couls froid (MBCF), appels couramment schlammages ou coulis, sont appliqus au sein dun revtement bitumineux : comme couche denrobage du treillis mtallique dans le cas dune interface bitumineuse avec grillage darmatures mtalliques; comme couche dgalisation en cas de mise en uvre sur un support frais (sans interposition dune couche de profilage en enrob bitumineux) dune interface antifissure bitumineuse avec gogrilles en matriau synthtique ou dune interface bitumineuse avec gotextile non tiss renforc par une gogrille en matriaux synthtiques ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques.

Ils peuvent galement, si le cahier spcial des charges le prescrit, tre appliqus dans le cadre dun inlay ou dun overlay bitumineux ou dune rparation dans un revtement bitumineux soit comme couche dgalisation dun support frais avant application de la 1re nouvelle couche denrob bitumineux Le mlange est compos de granulats, dmulsion de bitume, deau et ventuellement dadditifs. Lensemble est malax lors de lapplication et coul en place.

L.6.2 L.6.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant: gravillons pour traitements de surface, pour enduits superficiels (sauf ESHP) et pour matriaux couls froid (MBCF): C.3.4.7 ; sables pour mlanges bitumineux : C.2.4.9 ; graves pour MBCF : C.4.4.5 ; fillers pour mlanges bitumineux : C.8.1 ; mulsion cationique de bitume : C.9.5.2 ; mulsion A2 : mulsion cationique de type C60B1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme liant dun MBCF ; mulsion F2 : mulsion cationique de type C67B1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme couche de collage sur support frais (rupture rapide) ; mulsion cationique de bitume polymre neuf: C.9.5.2 ; mulsion B2 : mulsion cationique de type C60BP1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme liant dun MBCF ; mulsion G2 : mulsion C67BP1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme couche de collage sur support non frais ; mulsion H2 : mulsion C69BP1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme couche de collage sur support frais (rupture rapide).

CCT 2011

L. 93

L.6.2.2

COMPOSITION

Le mlange est compos de granulats, dmulsion de bitume, deau et ventuellement dadditifs. Lentrepreneur dtermine la composition du MBCF de faon satisfaire aux prescriptions du L.6.2.4. Le MBCF rpond aux prescriptions suivantes :
Caractristiques Refus 10 mm au 6,3 mm tamis 4 mm de 2 mm (%) 1 mm 0,063 mm Teneur en liant (%) (1)
(1)

MBCF 0/4 03 0 30 30 70 45 80 86 97 6,1 9,1

MBCF 0/6,3 03 0 15 15 45 40 70 55 80 86 96 5,2 8,3

La teneur en liant est la masse du liant par rapport lensemble de la masse de lensemble du mlange

Le choix du type dmulsion est fait en fonction du type dutilisation: Si le MBCF est mis en uvre dans le cadre de la ralisation dune interface avec treillis mtallique, le liant du MBCF est une mulsion cationique de bitume polymre neuf B2 (mulsion cationique de type C60BP1 avec un indice de rupture appropri pour lutilisation comme liant dun MBCF). Si le MBCF est utilis en couche dgalisation sur un support frais, le liant du MBCF est : soit une mulsion A2 (mulsion cationique de type C60B1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme liant dun MBCF) ; soit une mulsion B2 (mulsion cationique de type C60BP1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme liant dun MBCF). EXECUTION Rparations pralables

L.6.2.3 L.6.2.3.1

Si les documents du march le prvoient, les rparations suivantes sont excutes et ce au moins quinze jours avant le dbut de la mise en uvre du MBCF : les rparations ralises durant lanne coule laide denrobs stockables sont dmontes et les dbris sont vacus ; travaux prliminaires de rfection pour confrer au support la qualit et le profil souhaits : rparation des flaches et nids de poule (conformment au L.4.4) ; traitement des zones dformes par fraisage (conformment au L.3.1) et/ou par mise en uvre dun MBCF ou dun asphalte coul (conformment au L.2.6) ;

CCT 2011

L. 94

scellement des fissures et joints dans les revtements bitumineux (conformment au L.4.1) et dans les revtements en bton (conformment au L. 1.1); mise niveau des lments localiss (conformment au L.10), . Travaux prparatoires

L.6.2.3.2

Avant la mise en oeuvre du MBCF, diffrents travaux prparatoires sont raliss. Notamment : enlvement des marquages routiers ; nettoyage mticuleux, raclage, et brossage nergique des surfaces traiter de faon liminer tous dbris organiques, terres, plaques argileuses et autres dchets. Le brossage est ralis laide de brosses mcaniques combines avec une aspiration ; prise des mesures appropries pour que la surface traiter soit dpourvue deau stagnante ou ruisselante et de toute trace de graisse ou dhuile au moment de la mise en uvre du MBCF ; prise des prcautions ncessaires pour protger et prserver tous les accessoires de la route.

Lentrepreneur prvient le fonctionnaire dirigeant au minimum 2 jours ouvrables lavance de la date laquelle il compte entamer la mise en uvre du MBCF.

L.6.2.3.3

Mise en uvre dune couche de collage

Lapplication dune couche de collage sur le support est prescrite. Cette couche est obtenue par le lpandage mcanique et de manire uniforme dune mulsion de liant. La couche de collage doit assurer ladhrence du MBCF sur le support. Ceci signifie notamment que, aprs rupture de lmulsion, laspect en surface doit tre uniformment noir. Lentrepreneur choisit lmulsion, le taux dpandage et les moyens quil utilise pour assurer ladhrence du MBCF sur le support : pour le cas o le MBCF est mis en uvre dans le cadre de la ralisation dune interface avec grillage darmatures mtallique, le type dmulsion et le taux dpandage de lmulsion habituellement utiliss sont indiqus au L.7.6.2.2 ; Pour le cas de la mise en uvre en galisation dun support frais : lmulsion utilise doit tre assez visqueuse et rupture suffisamment rapide de faon ce que lmulsion nai pas le temps de scouler dans le fond des rainures laisses par le fraisage. En gnral, lmulsion utilise est : soit une mulsion F2 (mulsion cationique de type C67B1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme couche de collage sur support frais (rupture rapide)) lorsque le MBCF ne comporte pas de bitume polymre ; soit une mulsion H2 (mulsion C69BP1 avec indice de rupture appropri pour utilisation comme couche de collage sur support frais (rupture rapide)) si le MBCF comporte un bitume polymre ;

CCT 2011

L. 95

le taux dpandage de lmulsion est en gnral tel quil est laiss 100 250 g/m de liant rsiduel sur la surface traiter. Mise en uvre du MBCF

L.6.2.3.4

Lexcution des MBCF est interdite entre le 1er dcembre et le 1er avril. La mise en oeuvre du MBCF est interdite : en cas de stagnation ou de ruissellement deau sur le support ; si la temprature hauteur de la surface du revtement descend en dessous de 10C ; lorsque la temprature nocturne sous abri est descendue en dessous de 2C ; sil y a des risques de prcipitations ; et/ou si, sur base de prvisions mtorologiques, il apparat quil y a un risque que la temprature nocturne sous abri, la nuit suivante descende en dessous de 2C.

Le MBCF nest mis en uvre quaprs rupture complte de lmulsion applique pour raliser la couche de collage. La mise en uvre du MBCF est ralise au moyen dun engin spcialement conu cet effet, de sorte que tous les constituants du mlange soient strictement doss de manire rgulire et permanente. Cet engin doit permettre de rpartir le MBCF et dobtenir une surface suprieure uniforme, plane et dpourvue de stries et bourrelets. Le taux dpandage dpend du type dapplication : pour le cas o le MBCF est mis en uvre dans le cadre de la ralisation dune interface avec grillage darmatures mtallique, il est prcis au L.7.6.2.2 ; pour le cas de la mise en uvre en galisation dun support frais, le taux dpandage est tel quil permet une couverture totale du revtement frais en ce compris les crtes et quil permet lobtention de ltat de surface dcrit au L.6.2.4.2.

Toute souillure par le liant ou des gravillons collants doit tre limine par lentrepreneur et charge de celui-ci. Le MBCF est compact sur toute la surface o il a t mis en oeuvre. Le compactage est ralis au moyen dun rouleau pneus. Il est achev dans un dlai de 15 minutes maximum aprs rupture de lmulsion. Dans le cas o la chausse doit tre rouverte la circulation temporairement aprs mise en uvre du MBCF, la mise en service de la chausse traite est autorise immdiatement aprs rupture complte de lmulsion et compactage. En cas de soudaines conditions mtorologiques dfavorables survenant pendant ou juste aprs excution, toute circulation sur les zones traites est interdite.

CCT 2011

L. 96

L.6.2.4 L.6.2.4.1 L.6.2.4.1.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Caractristiques de masse GRANULARITE DU MBCF

Lcart maximum en plus ou en moins admis entre le refus fix dans la formule propose et le refus moyen sur chaque tamis, exprim en pour-cent, rpond aux prescriptions suivantes :
TYPE Tamis (mm) 14 10 6,3 4 2 1 0,063 0/4 Tolrance (%) 0/6,3 Tolrance (%)

5 10 10 10 5

5 10 10 10 10 5

L.6.2.4.1.2

TENEUR EN LIANT DU MBCF

Lcart maximum admis entre le pourcentage fix dans la composition annonce et le pourcentage moyen est, en valeur absolue, gal 1%.

L.6.2.4.1.3

TAUX DEPANDAGE DU MBCF

La tolrance pour le taux dpandage est de 10 %.

L.6.2.4.1.4

COHESION DU MBCF

Le MBCF prsente une bonne cohsion. La circulation des vhicules sur le MBCF noccasionne pas darrachement.

L.6.2.4.2

Caractristiques de surface

Le MBCF prsente, aprs pose, un aspect uniforme, exempt de stries, de bourrelets et dexcs de liant.

L.6.2.5

RENSEIGNEMENTS PREALABLES A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

Au moins 15 jours ouvrables avant la mise en oeuvre, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant une note justificative. Celle-ci comprend au moins les renseignements suivants : le nom et les coordonnes de lapplicateur ; la version du cahier des charges en vigueur ; le code de la note justificative ; le type de liant choisi ;

CCT 2011

L. 97

les caractristiques des matires premires (granulats, liant, additifs, ...) ; une note reprenant la composition propose ; la granularit des granulats (mlange de sable, gravillons et filler) ; la teneur en liant de consigne (masse de bitume rsiduel par rapport la masse totale du mlange (%)) ; le taux dpandage du MBCF (en kg/m).

En annexe la note justificative figurent : les fiches techniques des composants (granulats, liants, additifs, ...) ; le cas chant : ltiquette CE (obligatoire pour tous les produits soumis au marquage CE) les donnes enregistres pour les planches test pour essais de type initiaux (TAIT) correspondant la famille concerne, conformment lannexe C de la norme NBN EN 12273 ; le systme de matrise de la production (FPC) conformment lannexe A de la norme NBN EN 12273.

Les fiches techniques des composants comprennent au moins les renseignements suivants :

le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; la date de ralisation de la fiche technique.

Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, lentrepreneur transmet immdiatement la nouvelle fiche technique au fonctionnaire dirigeant.

L.6.2.6 L.6.2.6.1

VERIFICATIONS Contrles avant la mise en oeuvre

Les contrles portent sur : la note justificative ; le matriel ; la qualit des rparations pralables (le cas chant) ; la rgularit et la propret du support ; labsence deau sur le support ; la protection des accessoires de voirie.

CCT 2011

L. 98

L.6.2.6.2

Contrles lors de la mise en oeuvre

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support si ncessaire ; le relev de la temprature de lair ; labsence de deau sur la couche de collage ; lpandage de la couche de collage sur le support (notamment aspect uniformment noir) ; labsence de circulation sur la couche de collage ; le fonctionnement correct des schlammeuses et des compacteurs ; ladquation du type dmulsion et des additifs (la rupture ne peut avoir dbut avant lpandage du mlange) utiliss pour la fabrication du MBCF ; le prlvement dchantillons de matriaux pour contrle de leurs caractristiques la conformit de la granularit et de la teneur en liant du MBCF ; la conformit et la rgularit du taux dpandage de MBCF ; la conformit du compactage (notamment type de compacteur et temps scoulant entre la rupture de lmulsion et le compactage) ; le recouvrement des crtes du revtement frais le cas chant ; laspect uniforme, labsence de stries, de bourrelets et dexcs de liant en surface du MBCF ; lenlvement des protections en temps utile. GRANULARITE DU MBCF

L.6.2.6.2.1

Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac. Les chantillons sont prlevs suivant la norme NBN EN 12274-1 La mthode dessai est dcrite dans la norme NBN EN 12697-2. Le nombre dchantillons est fix en fonction de la catgorie de chantier : Chantier de catgorie A : le MBCF est mis en uvre sur une surface 20 000 m Le revtement est subdivis en une ou plusieurs sections. Chaque section est divise en lots de 20 000 m. Le reste de la division par 20 000 de la surface de la section constitue un lot distinct ou est ajout au dernier lot suivant que sa valeur atteint ou non 10 000 m. Lorsque le fonctionnaire dirigeant constate que certaines parties du revtement nont pas t excutes conformment aux rgles de lart, il peut assimiler chacune de ces parties un lot traiter comme tel. Les caractristiques dun lot se dfinissent par rapport des mesures excutes en 10 points du revtement choisis alatoirement. Chantier de catgorie B : le MBCF est mis en uvre sur une surface < 20 000 m Le revtement constitue un seul lot. Les caractristiques du lot se dfinissent par rapport des mesures effectues tous les 2000 m, avec un minimum de 5 mesures.

CCT 2011

L. 99

L.6.2.6.2.2

TENEUR EN LIANT DU MBCF

Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac. Les chantillons sont prlevs suivant la norme NBN EN 12274-1. La dtermination du nombre dchantillons se fait suivant le L.6.2.6.2.1 en fonction de la catgorie du chantier. La dtermination de la teneur rsiduelle en liant est ralise suivant la norme NBN EN 12274-2.

L.6.2.6.2.3

TAUX DEPANDAGE DU MBCF

Le taux dpandage du MBCF (en kg/m) est mesur suivant la norme NBN EN 12274-6. Le nombre dchantillons est fix comme suit : le revtement est divis en une ou plusieurs sections ; chaque section est divise en lots de 5 000 m ; il est ralis une mesure par lot de 5 000 m. Contrles aprs la mise en oeuvre

L.6.2.6.3

Il est vrifi que : le MBCF prsente une bonne cohsion et la circulation des vhicules sur le MBCF noccasionne pas darrachement ; le MBCF prsente un aspect uniforme, exempt de stries, de bourrelets et dexcs de liant. PAIEMENT MBCF mis en uvre dans le cadre de la ralisation dune interface avec grillage darmatures mtalliques

L.6.2.7 L.6.2.7.1

Le prix du MBCF est compris dans le prix de linterface avec grillage darmature mtallique ( L.7.6).

L.6.2.7.2

MBCF utilis en couche dgalisation sur un support frais

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Les travaux pralables sont pays sparment dans les postes prvus cet effet. Le prix des travaux prparatoires et celui de la couche de collage sont compris dans le prix du MBCF.

CCT 2011

L. 100

L.7

INTERFACES ANTIFISSURES ET INTERFACES DE RENFORCEMENT Gnralits

L.7.1

On distingue sept types dinterfaces : les interfaces en membrane bitumineuse cloute (SAMI) ; les interfaces bitumineuses avec gotextile non tiss ; les interfaces bitumineuses avec gogrilles en matriau synthtique ; les interfaces bitumineuses avec gotextile non tiss renforc par une gogrille en matriau synthtique ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques ; les interfaces avec grillage darmatures mtalliques ; les asphaltes sableux ; les armatures alvolaires.

Lutilisation dune interface sinscrit gnralement dans un ensemble de travaux pouvant comprendre : dans le cas dun overlay sur revtement existant en dalles de bton : stabilisation du revtement en bton par fracturation et par compactage (conformment au L.1.8) ou sciage des dalles et/ou stabilisation par injections (conformment au L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses (conformment aux L.1.4 ou L.1.5) ou par du bton maigre ou par de lempierrement ou par de lempierrement stabilis suivant les cas ; scellement des fissures non traites et/ou des fissures dont lancienne garniture est enleve, dtache ou crevasse (conformment au L.1.1 mme pour des fissures plus larges que 5 mm) : seules les fissures dune largeur suprieure 3 mm doivent tre scelles ; scellement des joints dont lancienne garniture est enleve, dtache ou crevasse (conformment au L.1.3) ; dans le cas dun overlay ou dun inlay sur revtement bitumineux : traitement des dgradations conformment au L.4.3 ; scellement des joints et fissures conformment au L.4.1 : seules les fissures dune largeur suprieure 3 mm doivent tre scelles ; rtablissement de la planit transversale par fraisage (conformment au L.3.1) ; lenlvement des marquages routiers ; le cas chant fraisage dune partie de lpaisseur du revtement existant (conformment au L.5) : le cahier spcial des charges indique si la planit longitudinale doit tre corrige ; le cas chant, le profilage de la surface du revtement (frais ou non) au moyen dun enrob AC-base3-x (selon le F.2) ou dun MBCF (conformment au L.2.1) : notamment si les hors planit dpassent 5 mm ; la mise en oeuvre dune interface antifissure sur la surface ou une partie de la surface du revtement existant ou sur une couche de reprofilage (conformment au L.7) ; la pose dune ou plusieurs couches denrob bitumineux compact (conformment au F.2 revtement en enrobs bitumineux compacts - ou au L.8- overlay en enrobs bitumineux compacts).

CCT 2011

L. 101

L.7.2

Interfaces en membrane bitumineuse paisse cloute (SAMI - Stress absorbing membrane interlayer)
MATERIAUX

L.7.2.1

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : bitume polymre neuf : C.9.2. Le bitume polymre neuf est de type 45/80-65. Ce liant est dpourvu de solvant ou dhuile de fluxage ; gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7. Les gravillons sont de calibre 6,3/10. Ils peuvent tre prenrobs raison de 1 % ( 0,30 %) en masse de bitume 50/70 ou 70/100. EXECUTION Travaux prliminaires

L.7.2.2 L.7.2.2.1

Les travaux prliminaires compris dans le poste de linterface antifissure sont : le nettoyage pralable par un brossage nergique, de manire dgager compltement tous les lments des surfaces sur lesquelles est pose linterface. Le brossage est ralis laide de brosses mcaniques combines avec une aspiration ; nettoyage leau sous haute pression complt par laspiration de leau aprs nettoyage ; enlvement pralable de toutes les flaques et matriaux indsirables des surfaces sur lesquelles est pose linterface ; le nettoyage lair comprim des fissures dune largeur infrieure 3 mm ; lenlvement de tout corps gras et huile par un traitement appropri ; les dispositions ncessaires pour viter de salir en cours de chantier les surfaces revtir, les surfaces revtues et les surfaces contiges (bordures, filets deau, accessoires de chausses,). Mise en uvre de linterface antifissure

L.7.2.2.2

Les interfaces antifissures de type membrane bitumineuse paisse cloute ne peuvent pas tre mises en uvre : sous la pluie ; lorsque la temprature du support est infrieure 10C ; lorsque la temprature du support durant la nuit prcdente est descendue en dessous de 2C ; sur un support o sont prsents de leau stagnante ou de leau ruisselante ; sur un support humide et/ou sil y a des risques de prcipitations.

La membrane bitumineuse paisse cloute nest pas mise en uvre entre le 1er novembre et le 31 mars.

CCT 2011

L. 102

L.7.2.2.2.1

QUANTITE DE LIANT RESIDUEL

La quantit de liant rsiduel mettre en uvre dpend du type de bitume et du support. Les teneurs minimales en liant rsiduel sont donnes dans le tableau ci-dessous :
Support Nouvel enrob Ancien enrob non frais Ancien enrob frais suivant les prescriptions du L.5 Bton Bitume polymre neuf 1,5 kg/m 1,8 kg/m 2,3 kg/m 2,3 kg/m

L.7.2.2.2.2

QUANTITE DE GRAVILLONS

Le taux dpandage des gravillons est fix par lentrepreneur, en fonction des risques de collage du bitume aux pneus, dans une fourchette variant entre 6 et 8 kg/m.

L.7.2.2.2.3

EPANDAGE DU LIANT

Lentrepreneur choisit la temprature du liant pour lpandage en fonction des conditions climatiques et de la nature du liant. Lpandage du liant se fait mcaniquement, laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Lpandeuse est quipe dun dispositif lectronique qui assure lasservissement du dbit dpandage la vitesse du vhicule. Lpandeuse est contrle au moins une fois par an.

L.7.2.2.2.4

EPANDAGE DES GRAVILLONS

Les gravillons sont secs et propres au moment dtre pandus. Lpandage des gravillons suit directement celui du liant. Lpandage des gravillons se fait mcaniquement, laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Le dbit dpandage est proportionnel la vitesse du camion. Lpandeuse est contrle au moins une fois par an.

L.7.2.2.2.5

COMPACTAGE

Le compactage suit immdiatement lpandage des gravillons.

L.7.2.2.2.6

ENLEVEMENT DES GRAVILLONS NON FIXES

Les gravillons non fixs en excs sont enlevs par aspiration.

CCT 2011

L. 103

L.7.2.2.2.7

CIRCULATION SUR LINTERFACE ANTIFISSURE

La circulation (sauf vhicules indispensables pour la mise en uvre de linterface et pour la pose du revtement bitumineux) nest pas admise tant quune couche denrob bitumineux na pas t pose sur le SAMI. Les vhicules de chantier doivent viter dacclrer, de freiner et de tourner brusquement sur linterface antifissure.

L.7.2.2.3

Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts

La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire. Le recouvrement de linterface par un revtement bitumineux seffectue : suivant le F.2 sil sagit dune construction neuve ou dune rfection totale dune voirie ; ou suivant le L.8 sil sagit dun inlay ou dun overlay sur voirie existante.

Lpaisseur totale du recouvrement du SAMI est de 30 mm au minimum.

L.7.2.3

SPECIFICATIONS

Les taux dpandage de liant et de gravillons ainsi que les variations transversales sont conformes aux prescriptions du L.2.2.4.1. et du L.2.2.4.2.

L.7.2.4 L.7.2.4.1 L.7.2.4.1.1

VERIFICATIONS Contrles en cours dexcution CONTROLES AVANT LA MISE EN UVRE

Les contrles portent sur : le matriel (pandeuse de liant, pandeuse de gravillons,) ; la rgularit, la propret du support ; labsence deau sur le support ; ltat de propret des fissures dune ouverture infrieure 3 mm ; la protection des accessoires de voirie ; la conformit de la signalisation. CONTROLES LORS DE LA MISE EN UVRE

L.7.2.4.1.2

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support, le relev de la temprature de lair ; le fonctionnement correct des engins dpandage et des compacteurs ; lintervalle de temps scoulant entre lpandage du bitume et lpandage des gravillons ; lintervalle de temps scoulant entre lpandage de gravillons et le compactage ;

CCT 2011

L. 104

le prlvement dchantillons de matriaux ; la conformit et la rgularit du taux dpandage des granulats et du liant ; la conformit du compactage ; labsence de circulation sur le SAMI; llimination des gravillons en excs ; lenlvement des protections en temps utile ; labsence de souillure par le liant ou des gravillons collants.

Des contrles des taux dpandage du liant et des gravillons sont raliss mesure de lavancement de la pose de linterface antifissure. Le taux dpandage du liant est calcul sur base des surfaces de SAMI mises en uvre et sur base des quantits de liant pandues (mesures par des pesages des pandeuses de liant en dbut et fin dpandage sur une bascule talonne).

L.7.2.5

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Sont compris dans le poste consacr linterface antifissure : les travaux prliminaires dcrits au L.7.2.2.1 ; les fournitures et la mise en uvre de linterface antifissure de type membrane bitumineuse paisse cloute (liant et pierrailles).

Ne sont pas compris dans le poste consacr linterface antifissure les oprations suivantes : enlvement des marquages routiers ; fraisage du revtement existant ( L.5) ; fracturation des dalles et stabilisation par compactage ( L.1.8), sciage des dalles et stabilisation par injections ( L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses en bton ( L.1.4 ou L.1.5) ; traitement des dgradations selon L.4.3 ; scellement des fissures ( L.1.1 ou L.4.1) ; scellement des joints ( L.1.3) ; rtablissement de la planit transversale par fraisage ( L.3.1) ; profilage de la surface du revtement ( F.2 ou L.8) ; pose des couches denrobs bitumineux compacts ( L.7.2.2.3).

L.7.3

Interfaces bitumineuses avec gotextile non tiss

Ce type dinterface est utilis localement en complment dun SAMI sur des zones fissures et poreuses.

CCT 2011

L. 105

L.7.3.1

MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : gotextiles non tisss pour interfaces antifissures: C.41.1. Le gotextile doit tre tel que la quantit de liant quil peut absorber est suprieure 1,5 kg/m ; Les documents de march prcisent le type de gotextile utiliser. A dfaut, le choix est laiss lentrepreneur. Seuls les gotextiles conservant leurs caractristiques jusqu 190 sont utiliss ; bitume polymre neuf : C.9.2. Le bitume polymre neuf est de type 45/80-65. Ce liant est dpourvu de solvant ou dhuile de fluxage. Emulsion cationique de bitume polymre de type H3 C69 BP1 avec indice de rupture appropri pour cet usage : C.9.5.2; gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7. Les gravillons sont de calibre 6,3/10. Ils peuvent tre prenrobs raison de 1 % ( 0,30 %) en masse de bitume 50/70 ou 70/100. EXECUTION Travaux prliminaires

L.7.3.2 L.7.3.2.1

Les travaux prliminaires sont conformes aux dispositions du L.7.2.2.1.

L.7.3.2.2

Mise en uvre dune interface antifissure avec gotextile non tiss livr en rouleau

Lopration comporte lpandage dun liant polymre neuf, la pose dun gotextile et lpandage de gravillons. La capacit dabsorption en liant du gotextile non tiss dpend de sa porosit et de son paisseur. Elle est dtermine par la mthode dessai dcrite lannexe C de la norme NBN EN 15381 (voir C.41.3). Elle doit tre suprieure ou gale 0,6 kg/m. Lentrepreneur choisit la temprature du liant pour lpandage en fonction des conditions climatiques et de la nature du liant. Lpandage du liant se fait mcaniquement laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Le dbit dpandage est proportionnel la vitesse du camion. Lpandeuse est contrle au moins une fois par an. Les interfaces antifissures de type gotextile non tiss ne peuvent pas tre mises en uvre : sous la pluie ; lorsque la temprature du support est infrieure 10C ; lorsque la temprature du support durant la nuit prcdente est descendue en dessous de 2C ; sur un support o sont prsents de leau stagnante ou de leau ruisselante ; et/ou sil y a des risques de prcipitations.

CCT 2011

L. 106

La mise en uvre de linterface antifissure se droule en 3 phases.

L.7.3.2.2.1

MISE EN UVRE DE LA PREMIERE COUCHE DE LIANT

Avant la pose du gotextile non tiss, une couche dmulsion de bitume polymre neuf est pandue comme couche daccrochage sur la surface traiter. Sauf prescriptions contraires des documents du march, la quantit de bitume rsiduel pandue lors de ce premier passage correspond la capacit dabsorption du gotextile major de 0,1 kg/m. Le liant est pandu de faon homogne et rgulire sur la surface traiter. La circulation nest pas admise sur cette couche.

L.7.3.2.2.2

MISE EN UVRE DU GEOTEXTILE NON TISSE

Lors de la pose du gotextile non tiss, la formation de plis doit tre vite. Les plis ventuels sont dcoups et/ou aplatis. Aux endroits o une triple paisseur apparat, il y a lieu de dcouper le gotextile pour raliser une paisseur simple ou double. Dans les virages, le gotextile non tiss suit la courbure de la route. Les parties inutiles sont coupes et enleves. Les trappillons, les grilles, les soupiraux et autres accessoires ne peuvent pas tre couverts par le gotextile non tiss; celui-ci doit scarter dau moins 5 cm des bords de laccessoire. Le chevauchement (transversal et longitudinal) est au maximum de 0,10 m. Les parties inutiles sont dcoupes et enleves. Les parties de gotextile formant les chevauchements entre rouleaux sont colles les unes aux autres au moyen de liant (quantit minimale 0,30 kg/m). Le gotextile non tiss est press sur le support sur toute la surface traiter. Il est totalement imprgn par le liant. La circulation (sauf circulation de chantier ncessaire pour la mise en uvre de linterface anti-fissure) nest pas admise sur le gotextile. Les vhicules de chantier doivent viter dacclrer, de freiner et de tourner brusquement sur le gotextile.

L.7.3.2.2.3

MISE EN UVRE DU SAMI

Aprs la pose du gotextile non tiss, le SAMI est ralis suivant le L.7.2. La circulation (sauf circulation de chantier destine la mise en uvre du revtement bitumineux) nest pas admise sur cette couche tant quune couche denrob na pas t pose sur linterface. Les vhicules de chantier doivent viter dacclrer, de freiner et de tourner brusquement sur linterface anti-fissure.

CCT 2011

L. 107

L.7.3.2.3

Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts

Les prescriptions du L.7.2.2.3 sont dapplication.

L.7.3.3

SPECIFICATIONS

Les taux dpandage de liant et de gravillons sont conformes aux prescriptions du L.7.3.2.2.

L.7.3.4

VERIFICATIONS

Les prescriptions du L.7.2.4 sont dapplication.

L.7.3.5

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Les chevauchements sont charge de lentrepreneur. Sont compris dans le poste consacr linterface antifissure : enlvement des marquages routiers ; les travaux prliminaires dcrits au L.7.2.2.1 ; les fournitures et la mise en uvre de linterface antifissure de type gotextile non tiss (gotextile + liant).

Ne sont pas compris dans le poste consacr linterface antifissure avec gotextile non tiss les oprations suivantes : fraisage du revtement existant ( L.5) ; fracturation des dalles et stabilisation par compactage ( L.1.8), sciage des dalles et stabilisation par injections ( L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses en bton ( L.1.4 ou L.1.5) ; rtablissement de la planit transversale par fraisage ( L.3.1) ; traitement des dgradations ( L.4.3) ; scellement des fissures ( L.1.1 ou L.4.1) ; scellement des joints ( L.1.3) ; profilage de la surface du revtement ( F.2 ou L.8) ; interface en membrane bitumineuse paisse cloute (SAMI - L.7.2) ; pose des couches denrobs bitumineux compacts ( L.7.3.2.3).

L.7.4 L.7.4.1

Interfaces bitumineuses avec gogrilles en matriaux synthtiques

MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : gogrilles en matriaux synthtiques : C.41.2 ou C.41.3 pour interfaces antifissures dans les systmes de recouvrement bitumineux. Seules les gogrilles conservant leurs caractristiques jusqu 190C sont utilises. mulsion cationique : C.9.5.2.

CCT 2011

L. 108

Lmulsion cationique est une mulsion A1 (mulsion de type C60B1 avec un indice de rupture appropri lutilisation dans le cadre dune couche de collage). Les liants sont dpourvus de solvant et dhuile de fluxage ; bitume polymre neuf : C.9.2. Le bitume polymre neuf est de type 45/80-65. Les liants sont dpourvus de solvant et dhuile de fluxage ; gravillons pour traitement de surface pour enduits superficiels : C.3.4.7. Ils sont de calibre 6,3/10. Ils peuvent tre prenrobs raison de 1 % ( 0,30 %) en masse de bitume routier 50/70 ou 70/100. MBCF : L.6 Il est du type 0/4 ou 0/6,3. EXECUTION Travaux prliminaires PRESCRIPTIONS

L.7.4.2 L.7.4.2.1 L.7.4.2.1.1

Les prescriptions du L.7.2.2.1 sont dapplication.

L.7.4.2.1.2

MISE EN UVRE PREALABLE DUN MBCF DANS LE CAS DUN SUPPORT FRAISE

Dans le cas dun support frais (selon les prescriptions du L.5), un MBCF 0/4 ou 0/6,3 est mis en uvre pralablement la pose de la gogrille. Le taux dpandage du MBCF est choisi par lentrepreneur de faon : combler les rainures cres par le fraisage ; et raliser une surface plane avant de poser la gogrille.

Lentrepreneur dtermine les taux dpandage du MBCF ainsi que les procdures dexcution de faon garantir la conformit du MBCF aux prescriptions du L.2.1.4. Les taux dpandage sont adapts en fonction des circonstances.

L.7.4.2.2

Mise en uvre de linterface antifissure

La mise en uvre de linterface se droule en trois phases : mise en uvre de la couche de collage ; mise en uvre de la gogrille ; mise en uvre de la couche de protection.

Les interfaces antifissures de type gogrille en matriau synthtique ne peuvent pas tre mises en uvre : sous la pluie ; lorsque la temprature du support est infrieure 10C ; lorsque la temprature du support durant la nuit prcdente est descendue en dessous de 2C ;

CCT 2011

L. 109

sur un support o sont prsents de leau stagnante ou de leau ruisselante ; et/ou sil y a des risques de prcipitations.

Les interfaces antifissures de type gogrille en matriau synthtique ne sont pas mises en uvre entre le 1er dcembre et le 1er mars.

L.7.4.2.2.1

MISE EN UVRE DE LA COUCHE DE COLLAGE

Except le cas des gogrilles auto-adhsives, la premire phase consiste rpandre une couche dmulsion A1 (mulsion cationique de type C60B1 avec indice de rupture appropri pour lutilisation en couche de collage) sans lastomre de manire homogne et rgulire sur la surface traiter, avant pose de la gogrille, raison de minimum 0,2 kg/m de liant rsiduel.

L.7.4.2.2.2

MISE EN UVRE DE LA GEOGRILLE

La rupture de lmulsion de la couche daccrochage doit prcder la pose de la gogrille. Pour les gogrilles auto-adhsives, la surface traiter doit tre sche au moment de la pose. Les recouvrements des bandes de la gogrille ne peuvent correspondre avec les joints qui seront crs entre bande de pose dans les couches denrobs. Le dcalage doit tre de 20 cm minimum. La pose de la gogrille comporte les oprations suivantes : la gogrille est droule de manire tre le plus plat possible sur le support. Au dbut de chaque rouleau, la gogrille est fixe au support par clouage, au moyen de clous appropris, intervalles de maximum 0,50 m ; dans les virages, la gogrille suit la courbure de la route. Les parties inutiles sont coupes et enleves ; aux endroits o une triple paisseur apparat, il y a lieu de dcouper la grille pour raliser une paisseur simple ou double ; la gogrille est tendue. Pour certains produits il est fait usage, cet effet, dune barre spciale de traction ; le chevauchement transversal est de 0,10 0,15 m. A la jonction de rouleaux successifs, le chevauchement est de 0,25 0,30 m. Les parties inutiles sont dcoupes et enleves pour viter le glissement de la gogrille sous le finisseur, la jonction entre deux rouleaux est telle que le dbut du nouveau rouleau se trouve sous la fin du rouleau prcdent, dans le sens de la mise en uvre ; un compacteur jantes lisses roule sans vibration sur la gogrille de manire craser toute ondulation ponctuelle de celle-ci ; au droit des trappillons, grilles, soupiraux et autres accessoires, la gogrille est dcoupe. Une distance dau moins 50 mm est maintenue entre la gogrille et les bords de laccessoire. la circulation nest pas admise sur la gogrille. Hormis les compacteurs, seules les pandeuses de liant et les pandeuses de gravillons peuvent rouler sur la gogrille avant mise en uvre de la couche de protection. Ils doivent viter dacclrer, de freiner et de tourner brusquement sur la gogrille.

L.7.4.2.2.3 MISE EN UVRE DE LA COUCHE DE PROTECTION

CCT 2011

L. 110

La couche de protection mise en uvre sur la grille est constitue dun enduit qui rpond aux prescriptions ci-aprs : - le liant est un bitume polymre neuf de type 45/80-65; - la quantit minimale de liant rsiduel est de 1,2 kg/m ; - le taux dpandage des gravillons 6,3/10 est fix par lentrepreneur en fonction des risques de collage du bitume aux pneus dans une fourchette variant entre 6 et 8 kg/m. Les gravillons peuvent tre prenrobs ; - les gravillons non fixs en excs seront enlevs par aspiration. La circulation nest pas admise tant quune couche denrob bitumineux na pas t pose sur linterface antifissure. Seuls les camions et finisseurs indispensables pour la mise en uvre du revtement bitumineux sur la gogrille peuvent rouler sur linterface antifissure. Ils doivent viter dacclrer, de freiner et de tourner brusquement sur linterface antifissure.

L.7.4.2.2.3.1 Epandage du liant

Lentrepreneur choisit la temprature du liant pour lpandage en fonction des conditions climatiques et de la nature du liant. Lpandage du liant se fait mcaniquement, laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Lpandeuse est quipe dun dispositif lectronique qui assure lasservissement du dbit dpandage la vitesse du vhicule. Lpandeuse est contrle au moins une fois par an.

L.7.4.2.2.3.2 Epandage des gravillons

Les gravillons sont secs et propres au moment dtre pandus. Lpandage des gravillons suit directement celui du liant. Lpandage des gravillons se fait mcaniquement, laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Le dbit dpandage est proportionnel la vitesse du camion. Lpandeuse est contrle au moins une fois par an.

L.7.4.2.2.3.3 Compactage
Le compactage suit immdiatement lpandage des gravillons.

L.7.4.2.2.3.4 Enlvement des gravillons non fixs

Les gravillons non fixs, en excs, sont enlevs par aspiration.

CCT 2011

L. 111

L.7.4.2.2.4

MISE EN UVRE DU RECOUVREMENT EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES

La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire. Le recouvrement de linterface par un revtement bitumineux seffectue : suivant le F.2 sil sagit dune construction neuve ou dune rfection totale dune voirie ; ou suivant le L.8 sil sagit dun inlay ou dun overlay sur voirie existante.

Les joints dans les couches denrobs ne peuvent correspondre avec les recouvrements des bandes de la grille. Le dcalage doit tre de 20 cm minimum. Lpaisseur minimale de la couche pose sur linterface est de 50 mm. Lenrob bitumineux de la couche pose juste au dessus de linterface ne peut tre vibr.

L.7.4.3

RENSEIGNEMENTS PREALABLES A FOURNIR PAR LENTREPRENEUR

Les fiches techniques des composants comprennent au moins les renseignements suivants :

le nom et lemplacement du fabricant de la matire premire ; le lieu dorigine ; la nature et le nom complet du produit, en fonction du document normatif dapplication sur la matire premire ; la dnomination commerciale, utilise sur les documents de livraison ; toutes les caractristiques qui sont dapplication sur la matire premire dans le cahier des charges ; les valeurs dclares, qui sont le rsultat moyen dune srie dessais ; la date de ralisation de la fiche technique.

Si une des donnes mentionnes sur la fiche technique dune matire premire change, lentrepreneur transmet immdiatement la nouvelle fiche technique au fonctionnaire dirigeant.

L.7.4.3.1

Pour le MBCF (en cas de support frais)

Au moins 15 jours ouvrables avant la mise en oeuvre, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant les renseignements suivants : le nom et les coordonnes de lapplicateur ; la version du cahier des charges en vigueur ; les caractristiques des matires premires (granulats, liant, additifs, ...) ; le type de liant choisi ; une note reprenant la composition propose ; la granularit des granulats (mlange de sable, gravillons et filler) ; la teneur en liant de consigne (masse de bitume rsiduel par rapport la masse totale du mlange (%)) ; les fiches techniques des composants (granulats, liant, additifs, ...) ;

CCT 2011

L. 112

L.7.4.3.2 L.7.4.3.2.1

Pour linterface antifissure POUR LA GEOGRILLE

La fiche technique (voir C.41.2).

L.7.4.3.2.2

POUR LA COUCHE DE PROTECTION

Au moins 15 jours ouvrables avant le dbut de la mise en oeuvre, lentrepreneur remet au fonctionnaire dirigeant les renseignements suivants : le nom et les coordonnes de lapplicateur ; les caractristiques des matires premires (gravillons, liants, additifs,) ; le type de liant choisi et son taux dpandage ; le taux dpandage des gravillons ; les fiches techniques des composants (gravillons, liant, additifs,) ; EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Pour le MBCF GRANULARITE DU MBCF

L.7.4.4 L.7.4.4.1 L.7.4.4.1.1

Le L.2.1.4.1 est dapplication.

L.7.4.4.1.2

TENEUR EN LIANT DU MBCF

Le L.2.1.4.2 est dapplication.

L.7.4.4.2 L.7.4.4.2.1

Pour la couche de protection TAUX DEPANDAGE DU LIANT

Le L.2.2.4.1 est dapplication.

L.7.4.4.2.2

TAUX DEPANDAGE DES GRAVILLONS

Le L.2.2.4.2 est dapplication.

L.7.4.5

VERIFICATIONS

Les prescriptions du L.7.2.4 sont dapplication.

L.7.4.5.1 L.7.4.5.1.1

Contrles avant la mise en uvre de linterface POUR LE MBCF

Les contrles portent sur : le matriel ;

CCT 2011

L. 113

la qualit des rparations pralables (le cas chant) ; la rgularit et la propret du support ; la protection des accessoires de voirie ; la conformit de la signalisation.

Le MBCF couvre totalement le support. Il prsente une bonne cohsion et la circulation des vhicules sur le MBCF noccasionne pas darrachement. Il prsente un aspect uniforme et plan, exempt de stries, de bourrelets et dexcs de liant.

L.7.4.5.1.2

POUR LA GEOGRILLE

Conformit au C.41.2.

L.7.4.5.1.3

POUR LA COUCHE DE PROTECTION

Les contrles portent sur : le matriel ; la rgularit et la propret du support ; labsence deau sur le support ; la protection des accessoires de voirie ; la conformit de la signalisation. Contrles lors de la mise en oeuvre MBCF

L.7.4.5.2 L.7.4.5.2.1

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support si ncessaire ; le relev de la temprature de lair ; le fonctionnement correct des schlammeuses et des compacteurs ; ladquation du type dmulsion et des additifs (la rupture ne peut avoir dbut avant lpandage du mlange) ; le prlvement dchantillons de matriaux pour contrle de leurs caractristiques ; labsence de circulation sur la couche de collage (le cas chant) ; la conformit de la granularit et de la teneur en liant du MBCF ; la conformit du compactage ; lenlvement des protections en temps utile. GEOGRILLE

L.7.4.5.2.2

Les contrles portent sur : labsence dondulation ; les chevauchements ; les paisseurs multiples.

CCT 2011

L. 114

L.7.4.5.2.3

COUCHE DE PROTECTION

Les contrles portent sur : les bons de livraison des matires premires ; le relev de la temprature de surface du support si ncessaire ; le relev de la temprature de lair ; le fonctionnement correct des pandeuses et des compacteurs ; lintervalle de temps scoulant entre lpandage du liant et lpandage des gravillons ; le prlvement dchantillons de matriaux pour contrle de leurs caractristiques ; labsence de circulation avant pandage et compactage des gravillons ; la conformit et la rgularit du taux dpandage des granulats et du liant ; lenlvement des protections en temps utile ; llimination des gravillons non fixs ; labsence de souillures par le liant ou des gravillons collants. Vrifications aprs mise en oeuvre MBCF

L.7.4.5.3 L.7.4.5.3.1

L.7.4.5.3.1.1 Granularit
Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac. Les chantillons sont prlevs suivant la norme NBN EN 12274-1. La mthode dessai est dcrite dans la norme NBN EN 12697-2.

L.7.4.7.3.1.2 Teneur en liant

Les caractristiques se mesurent sur des chantillons prlevs en vrac. Les chantillons sont prlevs suivant la norme NBN EN 12274-1. La dtermination de la teneur rsiduelle en liant est ralise suivant la norme NBN EN 12274-2.

L.7.4.5.3.2

COUCHE DE PROTECTION

L.7.4.5.3.2.1 Epandage de liant

Le taux dpandage de liant est mesur suivant les prescriptions de la norme NBN EN 12272-1 ou en calculant le rapport entre la quantit de liant utilise et la surface de la couche de protection. Le coefficient de variation transversale est mesur selon la norme NBN EN 12272-1.

L.7.4.5.3.2.2 Epandage des gravillons

Pour chaque calibre, le taux dpandage des gravillons est mesur suivant la norme NBN EN 12272-1 ou en calculant le rapport entre la quantit de gravillons utiliss et la surface de la couche de protection.

CCT 2011

L. 115

Le coefficient de variation transversale est mesur suivant la norme NBN EN 12272-1.

L.7.4.6

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Les chevauchements sont charge de lentrepreneur. Sont compris dans le poste consacr linterface antifissure : les travaux prliminaires dcrits au L.7.2.2.1 ; les fournitures et la mise en uvre de linterface antifissure de type gogrille en matriau synthtique (couche de collage + gogrille + couche de protection).

Ne sont pas compris dans le poste consacr linterface antifissure les oprations suivantes : enlvement des marquages routiers ; fraisage du revtement existant ( L.5) ; mise en uvre dun MBCF en cas de support frais ( L.7.4.2.1.2) ; fracturation des dalles et stabilisation par compactage ( L.1.8), sciage des dalles et stabilisation par injections ( L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses en bton ( L.1.4 ou L.1.5); traitement des dgradations ( L.4.3) ; scellement des fissures ( L.1.1 ou L.4.1) ; scellement des joints ( L.1.3) ; profilage de la surface du revtement ( F.2 ou L.8) ; pose des couches denrobs bitumineux compacts ( L.7.3.2.3).

L.7.5

Interfaces avec gotextile non tiss renforc par une gogrille en matriau synthtique ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques organiques7 ou minrales8
MATERIAUX

L.7.5.1

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : gotextiles non tisss renforcs par une gogrille en matriau synthtique ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques : pour interfaces antifissures dans les systmes de recouvrement bitumineux, C.41.3 ; bitume polymre neuf de type 45/80-65 : C.9.2 ; mulsion cationique de bitume polymre de type H3 C69 BP1 avec indice de rupture appropri pour cet usage : C.9.5.2 ; gravillons pour traitement de surface : C.3.4.7. Les gravillons sont de calibre 6,3/10. Ils peuvent tre prenrobs raison de 0,75 % ( 0,30 %) en masse de bitume 50/70 ou 70/100.

7 8

Fibres synthtiques organiques : polyester, Fibres synthtiques minrales : fibres de verre, fibres de carbone,

CCT 2011

L. 116

Les liants sont dpourvus de solvant et dhuile de fluxage. Le gotextile doit tre tel que la quantit de liant quil peut absorber est compris entre 0,4 et 0,7 kg/m. Seuls les gotextiles conservant leurs caractristiques des tempratures jusqu 190C sont utiliss.

L.7.5.2 L.7.5.2.1

EXECUTION Travaux prliminaires

Les travaux prliminaires sont conformes aux dispositions du L.7.2.2.1.

L.7.5.2.2

Mise en uvre de linterface antifissure

Lopration comporte lpandage de liant polymre neuf (en deux fois), la pose dun gotextile renforc par une gogrille en matriaux synthtiques ou par un rseau orthogonal de fibres et lpandage de gravillons. La capacit dabsorption en liant du gotextile non tiss renforc dpend de sa porosit et de son paisseur. Elle est dtermine par la mthode dessai lannexe C de la norme NBN EN 15381. Elle doit tre comprise entre 0,1 et 0,5 kg/m. Sauf prescriptions contraire des documents du march, la quantit de liant rsiduel correspond la capacit dabsorption du gotextile utilis majore de 1,4 kg/m. En cas denrob poreux ou fissur non frais ou de support en bton, la capacit dabsorption est majore de 1,6 kg/m. La mise en uvre de linterface antifissure se droule en 3 phases. Une premire quantit de liant est pandue lors du premier passage. Le deuxime passage est effectu aprs que le gotextile ait t mis en uvre. Lentrepreneur choisit la temprature du liant pour lpandage en fonction des conditions climatiques et de la nature du liant. Lpandage du liant se fait mcaniquement laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Le dbit dpandage est proportionnel la vitesse du camion. Lpandeuse est contrle au moins une fois lan. Les interfaces antifissures de type gotextile non tiss renforc par une gogrille en matriaux synthtiques ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques ne peuvent pas tre mises en uvre : sous la pluie ; lorsque la temprature du support est infrieure 10C ;

CCT 2011

L. 117

lorsque la temprature du support durant la nuit prcdente est descendue en dessous de 2C ; sur un support o sont prsents de leau stagnante ou de leau ruisselante ; et/ou sil y a des risques de prcipitations.

Les interfaces antifissures de type gotextile non tiss renforc par une gogrille en matriaux synthtiques ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques ne sont pas mis en uvre entre le 1er dcembre et le 1er mars.

L.7.5.2.2.1

MISE EN UVRE DE LA PREMIERE COUCHE DE LIANT

Avant la pose du gotextile non tiss, la premire couche de liant polymre neuf est pandue comme couche daccrochage sur la surface traiter. Il sagit dune mulsion de bitume polymre neuf. La quantit de liant rsiduel pandue lors du premier passage correspond la capacit dabsorption du gotextile utilis major de 0,1 kg/m (0,3 kg/m si le support est un revtement bitumineux poreux ou fissur ou un revtement en bton). Le liant est pandu de faon homogne et rgulire sur la surface traiter. La circulation nest pas admise sur cette couche.

L.7.5.2.2.2

MISE EN UVRE DU GEOTEXTILE NON TISSE RENFORCE

Le gotextile non tiss renforc par une gogrille ou un rseau orthogonal de fibres est droul de manire tre le plus plat possible sur le support. La formation de plis dans le gotextile doit tre vite. Les plis ventuels dans le gotextile sont dcoups et/ou aplatis. Aux endroits o, une triple paisseur apparat, il y a lieu de dcouper le gotextile et la grille pour raliser une paisseur simple ou double. Au dbut de chaque rouleau, le cas chant, la gogrille est fixe au support par clouage, au moyen de clous appropris, intervalles de maximum 0,50 m. Le gotextile renforc et la gogrille sont tendus. Pour certains produits il est fait usage, cet effet, dune barre spciale de traction. Le chevauchement transversal est de 0,10 0,15 m. A la jonction de rouleaux successifs, le chevauchement est de 0,25 0,30 m. Les parties inutiles sont dcoupes et enleves. Les parties de gotextile formant les chevauchements entre rouleaux sont colles les unes aux autres au moyen de liant (quantit minimale 0,30 kg/m). Pour viter le glissement de la gogrille sous le finisseur, la jonction entre deux rouleaux est telle que le dbut du nouveau rouleau se trouve sous la fin du rouleau prcdent, dans le sens de la mise en uvre. Dans les virages, le gotextile non tiss suit la courbure de la route. Les parties inutiles sont coupes et enleves. De mme, les parties inutiles de la gogrille sont coupes et enleves.

CCT 2011

L. 118

Les trappillons, les grilles, les soupiraux et autres accessoires ne peuvent pas tre couverts par le gotextile non tiss renforc. Une distance dau moins 50 mm est maintenue entre le gotextile et les bords de laccessoire. De mme la gogrille doit tre dcoupe une distance dau moins 50 mm de laccessoire. Le gotextile non tiss est press sur le support sur toute la surface traiter. Il est totalement imprgn par le liant. La circulation (sauf circulation des vhicules indispensable pour la mise en uvre de linterface et pour la pose du revtement bitumineux) nest pas admise tant quune couche bitumineuse na pas t pose sur le gotextile renforc. Les vhicules de chantier doivent viter dacclrer, de freiner et de tourner brusquement sur le gotextile renforc par une gogrille ou un rseau orthogonal de fibres synthtiques.

L.7.5.2.2.3

MISE EN UVRE DE LA DEUXIEME COUCHE DE LIANT

Aprs la pose du gotextile non tiss renforc, la deuxime passe de mise en oeuvre de liant est ralise. Pour cette deuxime passe le liant est un bitume polymre neuf non mulsionn. La quantit de liant pandue est de 1,3 kg/m. La circulation est interdite sur cette couche.

L.7.5.2.2.4

EPANDAGE DE GRAVILLONS

Des gravillons de calibre 6,3/10 (voir L.7.5.1) sont ensuite pandus. Le taux dpandage des gravillons 6,3/10 est fix par lentrepreneur en fonction des risques de collage du bitume aux pneus, dans une fourchette variant entre 6 et 8 kg/m. Ces gravillons sont secs et propres au moment dtre pandus. Lpandage des gravillons suit directement celui du liant. Lpandage des gravillons se fait mcaniquement laide d(un) engin(s) assurant une parfaite rgularit tant transversale que longitudinale. Le dbit dpandage est proportionnel la vitesse du camion. Lpandeuse est contrle au moins une fois par an. Le compactage suit immdiatement lpandage des gravillons. Les gravillons non fixs, en excs, sont enlevs par aspiration. La circulation (sauf circulation de chantier) nest pas admise tant quune couche denrob bitumineux na pas t pose sur linterface antifissure. Les vhicules de chantier doivent viter dacclrer, de freiner et de tourner brusquement sur linterface antifissure.

L.7.5.2.2.5

MISE EN UVRE DU RECOUVREMENT EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES

La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire.

CCT 2011

L. 119

Le recouvrement de linterface par un revtement bitumineux seffectue : suivant le F.2 sil sagit dune construction neuve ou dune rfection totale dune voirie ; ou suivant le L.8 sil sagit dun overlay ou dun inlay sur voirie existante.

Les joints dans les couches denrob ne peuvent correspondre avec les recouvrements des bandes de gotextile renforc. Le dcalage doit tre de 20 cm minimum. Lpaisseur minimale de la couche pose juste au-dessus de linterface est de 50 mm. Lenrob bitumineux de la couche pose juste au dessus de linterface ne peut tre vibr.

L.7.5.3

SPECIFICATIONS

Les taux dpandage de liant et de gravillons sont conformes aux prescriptions du L.7.5.2.2 ci-avant.

L.7.5.4

VERIFICATIONS

Les prescriptions du L.7.2.4 sont dapplication.

L.7.5.5

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Les chevauchements sont charge de lentrepreneur. Sont compris dans le poste consacr linterface antifissure : les travaux prliminaires dcrits au L.7.2.2.1 ; les fournitures et la mise en uvre de linterface antifissure de type gotextile non tiss renforc par une gogrille en matriaux synthtiques ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques (gotextile renforc + liant + gravillons).

Ne sont pas compris dans le poste consacr linterface antifissure les oprations suivantes : enlvement des marquages routiers ; fraisage du revtement existant ( L.5) ; fracturation des dalles et stabilisation par compactage ( L.1.8), sciage des dalles et stabilisation par injections ( L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses en bton ( L.1.4 ou L.1.5) : rtablissement de la planit transversale par fraisage ( L.3.1) ; traitement des dgradations ( L.4.3) ; scellement des fissures ( L.1.1 ou L.4.1) ; scellement des joints ( L.1.3) ; profilage de la surface du revtement ( F.2 ou L.8) ; pose des couches denrobs bitumineux compacts ( L.7.5.2.2.5).

CCT 2011

L. 120

L.7.6 L.7.6.1

Interfaces avec grillage darmatures mtalliques

MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux prescriptions des chapitre C et L les concernant : grillages darmature mtalliques : C.41.4 ; mulsion cationique de bitume : C.9.5.2 ; MBCF : L.6. Le MBCF est du type 0/6,3. En cas de recouvrement par un SMA, le MBCF pour la couche suprieure est du type 0/4. Le liant est un bitume polymre conforme au C.9.2.

Les liants sont dpourvus de solvant et dhuile de fluxage.

L.7.6.2 L.7.6.2.1

EXECUTION Travaux prliminaires

Les travaux prliminaires sont conformes aux dispositions du L.7.2.2.1.

L.7.6.2.2

Mise en uvre de linterface antifissure

La mise en uvre de linterface se droule en deux phases : la pose du grillage darmature mtallique ; lapplication dun MBCF.

Les interfaces antifissures de type grillage darmature mtallique ne peuvent pas tre mises en uvre : sous la pluie ; lorsque la temprature du support est infrieure 10C ; lorsque la temprature du support durant la nuit prcdente est descendue en dessous de 2C ; sur un support o sont prsents de leau stagnante ou de leau ruisselante ; et/ou sil y a des risques de prcipitations.

Les interfaces antifissure de type interfaces avec armatures mtalliques sont mises en uvre entre le 1er avril et le 31 octobre.

L.7.6.2.2.1

POSE DU GRILLAGE DARMATURE METALLIQUE

La premire phase consiste en la pose du grillage et comporte les oprations suivantes : le grillage est droul contre sens de manire ce que ces extrmits ne se relvent pas ;

CCT 2011

L. 121

le grillage est ensuite mis plat par cylindrage laide dun rouleau pneus ; il est fix au support par clouage au dbut et la fin de chaque rouleau. Le clouage se fait avec des clous en U et des clous de dimensions et de type appropris. La distance maximale entre les clous, au dbut et la fin du rouleau, est de 0,50 m. Des clous supplmentaires sont utiliss aux endroits o le grillage ne repose pas sur le support ; le MBCF appliqu en deuxime phase compltera la fixation du treillis ; dans les virages, le grillage suit la courbure de la route tout en restant plat. A ces endroits, le grillage est fix au support et les parties inutiles sont coupes et enleves ; la jonction des diffrents rouleaux est ralise en posant les extrmits bout bout; ces extrmits sont cloues ; les rouleaux successifs sont lis entre eux laide dun fil. Une bande de coulis de 0,60 1 m de largeur est pose sur cette liaison avant de procder lensemble de lpandage du coulis ; le chevauchement transversal de deux bandes de grillage juxtaposes dans la largeur de la route est de 0,30 m ; au droit des trappillons, grilles, soupiraux et autres lments, le grillage est dcoup. Une distance dau moins 50 mm est maintenue entre le grillage et les bords de laccessoire.

Seule la circulation de chantier est admise sur le treillis.

L.7.6.2.2.2

MISE EN UVRE DUN MBCF

La deuxime phase consiste en la mise en uvre dun MBCF et comporte les oprations suivantes : - une mulsion est pralablement rpandue comme couche daccrochage sur le support. La quantit minimale de liant rsiduel est de 0,4 kg/m. En cas de mise en uvre sur un support frais (selon les prescriptions du L.5), la quantit de liant pandue est augmente pour tenir compte de la texture due au fraisage. - le MBCF 0/6,3 est mis en oeuvre raison de minimum 17 kg/m suivant le L.6.2.3.4 ; - si le recouvrement se compose dune couche unique en SMA, on applique un coulis bicouche dont la couche infrieure est de type 0/6,3 (minimum 17 kg/m) et la couche suprieure de type 0/4 (minimum 6 kg/m).

L.7.6.2.3

Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts

La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire.

CCT 2011

L. 122

Le recouvrement de linterface par un revtement bitumineux seffectue : suivant le F.2 sil sagit dune construction neuve ou dune rfection totale dune voirie ; ou suivant le L.8 sil sagit dun inlay ou dun overlay sur voirie existante.

Lpaisseur minimale de la couche pose juste au-dessus de linterface est de 50 mm. Lenrob bitumineux de la couche pose juste au-dessus de linterface ne peut tre vibr.

L.7.6.3

SPECIFICATIONS

Les taux dpandage de liant et de MBCF sont conformes au L.7.6.2.2.2.

L.7.6.4

VERIFICATIONS

Les prescriptions du L.7.2.4 pour le liant et du L.6 pour le MBCF sont dapplication.

L.7.6.5

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Les chevauchements sont charge de lentrepreneur. Sont compris dans le poste consacr linterface antifissure : les travaux prliminaires dcrits au L.7.2.2.1 ; la mise en uvre de linterface antifissure de type grillage darmature mtallique (grillage mtallique y compris la fixation + couche daccrochage + MBCF).

Ne sont pas compris dans le poste consacr linterface antifissure les oprations suivantes : enlvement des marquages routiers ; fraisage du revtement existant ( L.5) ; fracturation des dalles et stabilisation par compactage ( L.1.8), sciage des dalles et stabilisation par injections ( L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses en bton ( L.1.4 ou L.1.5) ; rtablissement de la planit transversale par fraisage ( L.3.1), traitement des dgradations ( L.4.3) ; scellement des fissures ( L.1.1 ou L.4.1) ; scellement des joints ( L.1.3) ; profilage de la surface du revtement ( F.2 ou L.8) ; pose des couches denrobs bitumineux compacts ( L.7.6.2.3).

L.7.7

Interfaces en asphalte sableux

Lasphalte sableux est constitu dun mlange de fins gravillons 2/6,3 de sable de concassage, de filler, de bitumes lastomres et de fibres.

CCT 2011

L. 123

L.7.7.1

MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant : sables : C.2.4.9 (seul le sable de concassage est admis) ; gravillons: C.3.4.6 (seul le calibre 2/6,3 est admis) ; filler : C.8 ; liant : C.9.2 (bitume lastomre 75/130-75 ou 45/80-65). COMPOSITION TYPE

L.7.7.2

Composition en masse du mlange des granulats : gravillons: entre 25 % et 35 % ; sable : entre 53 % et 63 % ; filler : entre 10 % et 16 %.

Teneur en liant en masse (par rapport la masse totale du mlange) : 8,5 11 %.

L.7.7.3

CARACTERISTIQUES ET PERFORMANCES DES ASPHALTES SABLEUX

Les caractristiques des asphaltes sableux pour interfaces antifissures satisfont aux prescriptions du tableau ci-dessous. Dans ce tableau : NR signifie quaucune exigence nest impose pour la caractristique et la classe de trafic concerne. / signifie que lasphalte sableux ne convient pas pour la classe de trafic concerne
Paramtre Pourcentage de min. vides de lenrob (%) Vides max. Marshall Pourcentage de min. vides du granulat occups par le max bitume (%) Sensibilit leau min. Ornirage max. B1 et B2 / / / / / / B3 / / / / / / B4 et B5 0,5 Vmin0,5 3,0 Vmax3,0 NR VFBminNR NR VFBmaxNR 80,0 ITSR80 15,0 P15 B6 et B7 0,5 Vmin0,5 3,0 Vmax3,0 NR VFBminNR NR VFBmaxNR 80,0 ITSR80 20,0 P20 Autres 0,5 Vmin0,5 3,0 Vmax3,0 NR VFBminNR NR VFBmaxNR 80,0 ITSR80 NR PNR

Prescription Catgorie Prescription Catgorie Prescription Catgorie Prescription Catgorie Prescription Catgorie Prescription Catgorie

L.7.7.4

ETUDE DU MELANGE

Le F.2.2.4 est dapplication lexception du F.2.2.4.2.1. La composition est guide par le L.7.7.2.

CCT 2011

L. 124

La recherche exprimentale ralise par le producteur comporte les mmes essais que ceux raliss pour les AC (voir F.2.2.4.2.2). Les rfrences aux F.2.2.1, F.2.2.2, F.2.2.3, F.2.2.5, F.2.2.6, F.2.2.7 et F.2.2.8 sont remplaces par des rfrences aux L.7.7.1, L.7.7.2, L.7.7.3, L.7.7.5, L.7.7.6, L.7.7.7 et L.7.7.8.

L.7.7.5 L.7.7.5.1

ENREGISTREMENT DES ASPHALTES SABLEUX Etude du mlange et enregistrement

Le F.2.2.5 corrig comme ci-dessous est dapplication. Les rfrences aux F.2.2.1, F.2.2.2, F.2.2.3 et F.2.2.4 sont remplaces par des rfrences aux L.7.7.1, L.7.7.2, L.7.7.3 et L.7.7.4.

L.7.7.5.2

Note justificative et fiches techniques

Les prescriptions du F.2.2.5.2 sont dapplication. Les rsultats de ltude exprimentale reprennent : le % de vide dtermin sur prouvette Marshall ; les rsultats de lessai de sensibilit leau.

Les caractristiques de lenrob dtermines par un laboratoire externe agr par le pouvoir adjudicateur dont les rsultats doivent tre repris sur la note justificative et sur les fiches techniques sont : les pourcentages de vides de lasphalte sableux (Marshall) ; la sensibilit leau ; lornirage ; les rsultats de lessai anneau et bille ralis sur le mlange de bitume et de filler (ou, le cas chant, le mlange de filler dapport et de filler de rcupration).

Les rapports dessais suivants doivent tre joints la note justificative : pourcentage de vides Marshall ; essai de sensibilit leau ; essai au simulateur de trafic ; essai anneau et bille ralis sur le mlange de bitume et de filler. FABRICATION DES ASPHALTES SABLEUX

L.7.7.6

Le F.2.2.6 est dapplication.

L.7.7.7

TRANSPORT DES ASPHALTES SABLEUX

Le F.2.2.7 est dapplication.

CCT 2011

L. 125

L.7.7.8

EXECUTION

Le F.2.2.8.1 est dapplication.

L.7.7.8.1

Travaux prliminaires

Les travaux prliminaires sont conformes aux dispositions du L.7.2.2.1.

L.7.7.8.2

Mise en uvre de linterface antifissure

Le F.2.2.8.3 est dapplication. La pose de lasphalte sableux est interdite lorsque la temprature de lair est infrieure 10C. Une couche daccrochage est applique pralablement la pose de lasphalte sableux. Les F.2.2.8.4, F.2.2.8.5 et F.2.2.8.6 sont dapplication. Lasphalte sableux est pandu au finisseur. Le F.2.2.8.7 est dapplication. Le compactage seffectue uniquement au compacteur tandem lisse. Lpaisseur nominale de mise en uvre est de 20 mm.

L.7.7.8.3

Mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts

Une couche daccrochage est applique pralablement la mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts. Le recouvrement de linterface par un revtement bitumineux seffectue : suivant le F.2 sil sagit dune construction neuve ou dune rfection totale dune voirie ; ou suivant le L.8 sil sagit dun inlay ou dun overlay sur voirie existante.

Lpaisseur totale du recouvrement au-dessus de lasphalte sableux est de 30 mm au minimum.

L.7.7.9 L.7.7.9.1

EXIGENCES SUR LE RESULTAT (SPECIFICATIONS) Exigences concernant les caractristiques dpendant de la formulation, de la fabrication, du transport et de la mise en uvre de lenrob GRANULARITE

L.7.7.9.1.1

Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre le passant fix dans la formule propose (reprise sur la note justificative et la fiche technique) et le passant moyen sur chaque tamis (dtermin par analyse granulomtrique effectue sur chantillon prlev en vrac derrire la table du finisseur), exprim en %, rpond aux prescriptions suivantes :

CCT 2011

L. 126

Ouverture des mailles (mm) 10 6,3 4 2 0,250 0,063

Asphalte sableux 0/6,3 0 5 5 3,5 3,5 1,5

Si le nombre dchantillons est infrieur 10, les valeurs 5 - 3,5 - 1,5 deviennent respectivement 6 - 4 - 2.

L.7.7.9.1.2

TENEUR EN LIANT

La teneur en liant est la teneur mesure aprs rcupration du liant en laboratoire. Pour chaque lot, lcart maximum admis, en plus ou en moins, entre la teneur en liant fixe pour la composition propose (reprise dans la note justificative et la fiche technique) et les teneurs (mesures sur chantillon en vrac prlev derrire la table du finisseur) moyennes et individuelles en liant rcupr rpond aux prescriptions suivantes :
Caractristiques (%) Teneur moyenne en liant pour n 10 Teneur moyenne en liant pour n < 10 Teneur individuelle en liant
O n est le nombre dchantillons prlevs.

Asphalte sableux 0/6,3 0,3 0,5 1,0

L.7.7.9.1.3

POURCENTAGE DE VIDES

Pour chaque lot, et par type denrob, le pourcentage de vides (mesur sur chantillon prlev par carottage) rpond aux prescriptions suivantes :
Pourcentagede vides (%) Vm pour n 10 Vm pour n < 10 Vi
O

B4 B10 et BF 0,5 Vm 2 0,5 Vm 2,5 3

Vm = pourcentage de vides moyen dun lot en % Vi = pourcentage de vides individuel dune carotte en %.

CCT 2011

L. 127

Ces prescriptions ne sont pas dapplication pour les asphaltes sableux poss en paisseur variable sur supports discontinus (pavages, revtements ornirs, revtements en bton dgrads,).

L.7.7.9.2 L.7.7.9.2.1

Exigences concernant les caractristiques dpendant uniquement de la mise en uvre de lenrob EPAISSEUR ET REGULARITE DUNE COUCHE

Les valeurs moyennes et individuelles sont exprimes en mm et arrondies au mm le plus proche. Si le cahier spcial des charges prvoit quun fraisage doit tre ralis laide dune machine guide par un systme permettant de corriger le profil du support, les prescriptions suivantes sont dapplication : Em1 Enom1 Ei1 0,90 Enom1 Si au moins une couche de profilage (par exemple en AC-base3-x) est pose avant ralisation de linterface, les prescriptions suivantes sont dapplication : Em1 Enom1 Ei1 0,85 Enom1 Pour les autres cas, les tolrances individuelles par rapport lpaisseur moyenne effective de la couche sont reprises dans le tableau ci-dessous :
Position de la couche Premire couche de liaison pose sans couche de profilage Autres couches Tolrances individuelles en MOINS 10 mm 6 mm Tolrances individuelles en PLUS Illimit 6 mm

De plus, lpaisseur moyenne est au moins gale lpaisseur nominale.

L.7.7.9.2.2

COMPACITE RELATIVE

La compacit relative individuelle Ci dune couche dasphalte sableux (exprime en %) mesure sur chantillon prlev par carottage rpond aux prescriptions suivantes :
Asphalte sableux Classes de trafic B4-B5 Classes de trafic B6-B7 Classes de trafic B8-B10, BF 98 97 -

Ces prescriptions ne sont pas dapplication pour les asphaltes sableux poss en paisseur variable sur supports discontinus (pavages, revtements ornirs, revtements en bton dgrads,).

CCT 2011

L. 128

L.7.7.10

VERIFICATIONS

Les prescriptions des F.2.4.1, F.2.4.2.1, F.2.4.2.2 et F.2.4.2.3.1 sont dapplication.

L.7.7.11

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Sont compris dans le poste consacr linterface antifissure : les travaux prliminaires dcrits au L.7.2.2.1 ; la mise en uvre de linterface antifissure de type asphalte sableux.

Ne sont pas compris dans le poste consacr linterface antifissure les oprations suivantes : fraisage du revtement existant ( L.5) ; fracturation des dalles et stabilisation par compactage ( L.1.8), sciage des dalles et stabilisation par injections ( L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses en bton ( L.1.4 et L.1.5); rtablissement de la planit transversale par fraisage ( L.3.1) ; traitement des dgradations ( L.4.3) ; scellement des fissures ( L.11 ou L.4.1) ; scellement des joints ( L.1.3) ; profilage de la surface du revtement ( F.2 ou L.8) ; pose des couches denrobs bitumineux compacts ( L.7.7.5.3).

L.7.8

Armatures alvolaires

Larmature dimensionnelle assure le frettage de lenrob bitumineux, limitant les dformations permanentes dans le sens horizontal. Elle ne peut tre utilise que dans le cas dun revtement en SMA-10-x.

L.7.8.1

MATERIAUX

La structure alvolaire rpond aux prescriptions du C.41.5.

L.7.8.2 L.7.8.2.1

EXECUTION Travaux prliminaires

Les travaux prliminaires sont conformes aux dispositions du L.7.2.2.1.

L.7.8.2.2

Mise en uvre de larmature alvolaire

Les panneaux sont positionns manuellement et assembls entre eux par embotement. Larmature est fixe au support au moyen de cavaliers. Les surlargeurs ventuelles sont dcoupes.

CCT 2011

L. 129

L.7.8.2.3

Mise en uvre de la couche de roulement en enrobs bitumineux compacts

Une couche daccrochage conforme au F.2.2.8.5.2 est applique sur le support et larmature alvolaire par une pandeuse qui roule sur larmature. Habituellement, la couche daccrochage est dose, en fonction de ltat du support, entre 0,30 et 0,45 kg/m de liant rsiduel. La rupture de lmulsion de couche de collage doit stre produite avant mise en uvre de lenrob compact. Lpaisseur nominale de la couche de roulement en enrobs bitumineux est de 45 mm (SMA-10-x). Lenrob constituant la couche de roulement est mis en uvre en une seule couche (paisseur de larmature + paisseur pose au dessus de la grille) au moyen dun finisseur qui roule sur les armatures revtues de la couche daccrochage. Il est ensuite compact au rouleau lisse. Le recouvrement de linterface par un revtement bitumineux seffectue : suivant le F.2 sil sagit dune construction neuve ou dune rfection totale dune voirie ; ou suivant le L.8 sil sagit dun inlay ou dun overlay sur voirie existante.

Lenrob bitumineux de la couche pose dans et au-dessus de larmature alvolaire ne peut tre vibr.

L.7.8.3

VERIFICATIONS

Les contrles portent sur les dimensions de larmature et sa stabilit.

L.7.8.4

PAIEMENT

Le paiement seffectue au m. Les trappillons et autres accessoires de voirie ne sont pas dduits. Sont compris dans le poste consacr linterface antifissure : les travaux prliminaires dcrits au L.7.2.2.1 ; la mise en uvre de larmature alvolaire.

Ne sont pas compris et font lobjet, le cas chant, de postes spcifiques dans le poste consacr larmature alvolaire les oprations suivantes : fraisage du revtement existant ( L.5) ; fracturation des dalles et stabilisation par compactage ( L.1.8), sciage des dalles et stabilisation par injections ( L.1.6) ; remplacement des dalles dfectueuses en bton ( L.1.4 ou L.1.5); rtablissement de la planit transversale par fraisage ( L.3.1) ; traitement des dgradations ( L.4.3) ; scellement des fissures ( L.1.1 ou L.4.1) ; scellement des joints ( L.1.3) ; profilage de la surface du revtement ( F.2 ou L.8) ; pose des couches denrobs bitumineux compacts ( L.7.8.2.3).

CCT 2011

L. 130

L.8 L.8.1

OVERLAY9 ET INLAY10 EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES Gnralits

La ralisation dun overlay ou dun inlay en enrobs bitumineux compacts sinscrit dans un processus qui peut comprendre notamment : les travaux visant liminer les causes des dgradations (par exemple : drainage de la structure, remplacement local du sol de fondation, remplacement local de la fondation localement contamine, fraisage dune couche denrob bitumineux prsentant du fluage ou du retrait thermique,) ; dans le cas dun overlay sur revtement existant en bton : fracturation des dalles et stabilisation par compactage conformment au L.1.8 ou stabilisation par injections conformment au L.1.6 ; remplacement des dalles dfectueuses conformment au L.1.4 et traitement de surface des dalles adquat pour assurer ladhrence du revtement bitumineux sur le bton jeune ; scellement des fissures non traites ou dont lancienne garniture est enleve, dtache ou crevasse conformment au L.1.1 ; scellement des joints non traits ou dont lancienne garniture est enleve, dtache ou crevasse conformment au L.1.3 ; dans le cas dun overlay ou inlay sur revtement bitumineux : traitement des dgradations conformment au L.4.3 ; scellement des joints et fissures conformment au L.4.1 ; fraisage ventuel dune ou de plusieurs couches du revtement bitumineux existant conformment au L.5 (le cahier des charges prescrit si le fraisage doit permettre de rectifier le profil en long du support et de le rendre conforme aux prescriptions du L.8.5.2.3.1.1) ; limination des autres causes de fissuration, affaissements, ; le nettoyage du support et des surfaces contiges ; le reprofilage ventuel laide denrob bitumineux compact chaud, dun MBCF, ; la mise en uvre ventuelle dune interface antifissure (conformment au L.7) sur la surface ou une partie de la surface dun revtement routier en ce compris les diffrents travaux prparatoires ; la pose dune ou plusieurs couches denrob bitumineux comme revtement.

Dans ce L.8 le terme overlay sera seul utilis. Les prescriptions sont valables tant pour les overlays que pour les inlays.

9 10

Overlay: Couche(s) de revtement pose(s) en surpaisseur sur le revtement existant. Inlay: Couche(s) de revtement pose(s) en remplacement dune (de) couche(s) existante(s), en gnral par bande de circulation, en conservant les niveaux pralables.

CCT 2011

L. 131

L.8.2

Description

La pose dun revtement bitumineux en overlay comprend lpandage (par un finisseur de dimension approprie) et le compactage (par des compacteurs de type et masse linaire statique approprie), par couches successives et par bandes, denrobs bitumineux compacts chaud sur la surface dun revtement existant ou dune partie conserve dun revtement partiellement frais afin dobtenir un revtement souple suivant les spcifications du F.2. Dans ce poste sont galement compris les travaux ncessaires la bonne ralisation de loverlay et notamment : le nettoyage par un brossage nergique, de manire dgager compltement tous les lments de voirie situs en surface ; lenlvement pralable de toutes les flaques et matriaux indsirables des surfaces sur lesquelles est pos loverlay ; les dispositions ncessaires pour viter de salir en cours de chantier les surfaces revtir et les surfaces contiges (bordures, filets deau, accessoires de chausses,) ; la ralisation de la couche de collage (sauf dans le cas de certaines interfaces antifissure voir L.7) ; lexcution des joints longitudinaux et transversaux au sein du revtement bitumineux ; lexcution des joints longitudinaux et transversaux avec des revtements existants, des lments linaires, des accessoires de chausse, ; le traitement de surface sil est ncessaire pour atteindre la rugosit demande en surface de la couche de roulement ; le traitement des bords, le cas chant.

L.8.3

Matriaux

Les spcifications du F.2.2.1 sont dapplication.

L.8.4

Enrobs bitumineux

Les enrobs bitumineux satisfont aux spcifications des F.2.2.2, F.2.2.3, F.2.2.4 et F.2.2.5. Leur fabrication satisfait aux prescriptions du F.2.2.6.

L.8.5

Revtements bitumineux

Le transport des enrobs bitumineux satisfait aux spcifications du F.2.2.7. Leur mise en uvre satisfait aux prescriptions du F.2.2.8. Les revtements bitumineux en enrobs compacts satisfont aux spcifications du F.2.3 lexclusion des spcifications modifies au L.8.5.2. Des prescriptions complmentaires reprises au L.8.5.1 sont en outre dapplication pour les revtements bitumineux poss en overlays.

CCT 2011

L. 132

L.8.5.1

PRESCRIPTIONS COMPLEMENTAIRES AU F.2.3

Les prescriptions suivantes compltent les spcifications du F.2.3 : la premire couche denrob pose sur un revtement existant ou sur un revtement partiellement conserv est toujours considre comme une couche de reprofilage sauf : si le support est conforme au E.4 (planit de la fondation) et au F.2.3.2.2 (planit longitudinale lAPL) en ce qui concerne le CP10m et le CP40m ; si le cahier spcial des charges prvoit un fraisage du revtement existant au moyen dune machine guide par un systme permettant de rectifier le profil en long du support. dans le cas dun overlay comportant une seule couche, la couche de roulement joue galement le rle de couche de profilage sauf: si le support est conforme au F.2.3.2.1 (planit) et au F.2.3.2.2 (planit longitudinale lAPL) ; si le cahier spcial des charges prvoit un fraisage du revtement existant au moyen dune machine guide par un systme permettant de rectifier le profil en long du support. les joints entre le revtement existant et loverlay ralis sont considrs, suivant le cas, comme joint de reprise longitudinal ou transversal ( F.2.2.8.8.2) ou comme joint avec un revtement dun autre type pos pralablement ( F.2.2.8.9).

Les prescriptions suivantes sont en outre dapplication pour les couches denrobs bitumineux compacts chaud poss sur une interface antifissure : Pose dun enrob bitumineux compact chaud sur une membrane bitumineuse (SAMI) La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire. Lpaisseur de la couche pose juste au dessus de linterface est de 30 mm au minimum. Pose dun enrob bitumineux compact chaud sur une interface en gotextile non tiss La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire. Lpaisseur de la couche pose juste au-dessus de linterface est de 30 mm au minimum. Pose dun enrob bitumineux compact chaud sur une interface en gogrille en matriau synthtique ou en gotextile renforc par une gogrille en matriau synthtique ou par un rseau orthogonal de fibres synthtiques La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire. Les joints dans les couches denrob ne peuvent correspondre avec les recouvrements des bandes de la gogrille. Lpaisseur minimale de la couche pose juste au dessus de linterface est de 50 mm. Lenrob bitumineux de la couche pose juste au dessus de linterface ne peut tre vibr.

CCT 2011

L. 133

Pose dun enrob bitumineux compact chaud sur une interface antifissure avec grillage darmatures mtalliques La pose de la premire couche denrob bitumineux compact chaud sur linterface antifissure seffectue sans couche daccrochage supplmentaire. Lpaisseur minimale de la couche pose juste au dessus de linterface est de 50 mm au minimum. Lenrob bitumineux de la couche pose juste au dessus de linterface ne peut tre vibr.

Pose dun enrob bitumineux compact chaud sur un asphalte sableux Une couche daccrochage conforme au F.2.2.8.5.2 est applique sur le support pralablement la mise en uvre du recouvrement en enrobs bitumineux compacts. Lpaisseur de la couche denrobs bitumineux pose sur lasphalte sableux est de 30 mm au minimum.

Pose dun enrob bitumineux compact chaud dans et sur une armature alvolaire Une couche daccrochage conforme au F.2.2.8.5.2 est applique sur le support et larmature alvolaire par une pandeuse qui roule sur larmature. Habituellement, la couche daccrochage est dose, en fonction de ltat du support, entre 0,3 et 0,45 kg/m de liant rsiduel. La rupture de lmulsion de couche de collage doit stre produite avant mise en uvre de lenrob compact. Lpaisseur nominale du bton bitumineux constituant la couche de roulement est de 45 mm (SMA-10-x). Lenrob constituant la couche de roulement est mis en uvre en une seule couche (paisseur de larmature + paisseur pose au dessus de la grille) au moyen dun finisseur qui roule sur les armatures revtues de la couche daccrochage. Il est ensuite compact au rouleau lisse. Lenrob bitumineux de la couche pose juste dans et au-dessus de larmature alvolaire ne peut tre vibr.

L.8.5.2

PRESCRIPTIONS DU F.2.3 MODIFIEES DANS LE CAS DES OVERLAYS BITUMINEUX

Les spcifications du F.2.3 sont modifies dans le cas des revtements poss en overlays bitumineux.

L.8.5.2.1

Epaisseur totale du revtement

Si le support rpond aux prescriptions du F.2.3.2.2 ou si le cahier spcial des charges prvoit : soit un fraisage laide dune machine guide par un systme permettant de corriger le profil en long du support et de le rendre ainsi conforme ces prescriptions ; soit la pose de la ou des couche(s) de profilage permettant de raliser un support dont le profil est conforme ces prescriptions,

CCT 2011

L. 134

lexigence sur les valeurs individuelles de lpaisseur totale de loverlay, lexclusion des ventuelles couches de reprofilage, est conforme au F.2.3.1.2.1.A.
Classe de trafic Valeur individuelle exige Eit,min B1 B5 0,95 . Et,nom B6 B10 et BF 0,90 . Et,nom

Dans les autres cas, lexigence sur les valeurs individuelles de lpaisseur totale de loverlay ( lexclusion des ventuelles couches de reprofilage) Eit,min = 0,85 . Et,nom pour toutes les classes de trafic.

L.8.5.2.2 L.8.5.2.2.1

Compacit relative dune couche NIVEAUX DEXIGENCES SUR LA COMPACITE RELATIVE

L.8.5.2.2.1.1 Niveau dexigence 1 (conforme au F.2.3.1.2.2)

Lexigence sur la compacit relative (exprime en %) individuelle dune couche dune carotte est conforme au F.2.3.1.2.2.
AC Classe de trafic B1 B5 Classe de trafic B6 et B7 Classe de trafic B8 B10, BF 98 97 SMA 97 -

L.8.5.2.2.1.2 Niveau dexigence 2

La compacit relative (exprime en %) individuelle dune carotte satisfait aux exigences suivantes :
AC Classe de trafic B1 B5 Classe de trafic B6 B7 Classe de trafic B8 B10, BF 97 96 SMA 97 -

L.8.5.2.2.1.3 Niveau dexigence 3

Aucune exigence.

L.8.5.2.2.2

CAS AUXQUELS SAPPLIQUENT LES DIFFERENTS NIVEAU DEXIGENCE SUR LA COMPACITE RELATIVE

Lun ou lautre de ces niveaux dexigence est applicable suivant les cas rencontrs. Le niveau 3 est dapplication pour les enrobs poss en paisseur variable sur revtements en bton dgrads, sur pavages et sur revtements bitumineux ornirs.

CCT 2011

L. 135

Le niveau 1 est dapplication : pour toutes les couches : - si le revtement existant (quil soit ou non frais en cours de travaux) sur lequel doit tre pos loverlay satisfait aux exigences de niveau 1 sur la planit longitudinale ( L.8.5.2.3.1.1) et aux exigences du E.4 ; - ou si le cahier spcial des charges prvoit un fraisage laide dune machine guide par un systme permettant de corriger le profil en long du support et de le rendre ainsi conforme aux prescriptions du L.8.5.2.3.1.1 et aux prescriptions du E.4. pour les couches situes au dessus de la ou des couches de reprofilage : si les couches de reprofilage prvues au projet permettent dobtenir un support conforme aux prescriptions du L.8.5.2.3.1.1 et aux prescriptions du E.4.

Le niveau 2 est dapplication dans les autres cas.

L.8.5.2.3 L.8.5.2.3.1

Planit longitudinale lAPL (analyseur de profil en long) NIVEAUX DEXIGENCES SUR LA PLANEITE LONGITUDINALE

Quatre niveaux dexigences sont applicables suivant les cas rencontrs :

L.8.5.2.3.1.1 Niveau dexigence 1 (conforme au F.2.3.2.2.1)

Types de voirie Caractristiques CP2,5 m CP10 m CP40 m Autoroutes 35 70 140 Voiries mtropolitaines et voiries principales 40 80 160 Voiries interquartier et voiries de quartier 45 90 -

Les prescriptions relatives au CP40m ne sont dapplication que si le chantier comporte une modification du profil en long existant visant lobtention des valeurs prescrites, ou si chaque bloc de dpouillement de chaque lot prsente avant travaux un CP40 m 140 dans le cas des autoroutes ou un CP40 m 160 dans le cas des voiries mtropolitaines et voiries principales.

L.8.5.2.3.1.2 Niveau dexigence 2

Types de voirie Caractristiques Autoroutes Voiries mtropolitaines et voiries principales 40 90 Voiries interquartier 45 100 Voiries de quartier -

CP2,5 m CP10 m

35 80

L.8.5.2.3.1.3 Niveau dexigence 3

CCT 2011

L. 136

Types de voirie Caractristiques Autoroutes Voiries mtropolitaines et voiries principales 40 X10 m Voiries interquartier 45 Voiries de quartier -

CP2,5 m CP10 m

35 X10 m

O X10 m est le CP10 m mesur sur le revtement existant avant travaux.

L.8.5.2.3.1.4 Niveau dexigence 4

Types de voirie Caractristiques Autoroutes Voiries mtropolitaines et voiries principales X2,5 m X10 m Voiries interquartier X2,5 m X10 m Voiries de quartier -

CP2,5 m CP10 m

X2,5 m X10 m

O X2,5 m est le CP2,5 m mesur sur le revtement existant avant travaux et X10 m est le CP10m mesur sur le revtement existant avant travaux.

L.8.5.2.3.2

CAS AUXQUELS SAPPLIQUENT LES DIFFERENTS NIVEAUX DEXIGENCES SUR LA PLANEITE LONGITUDINALE

Lun ou lautre de ces niveaux dexigence est applicable suivant les cas rencontrs. Le niveau dexigence 1 est dapplication : lorsque le revtement initial (quil soit ou non frais en cours de travaux) satisfait ces exigences de niveau 1 ; lorsque le revtement existant ne satisfait pas ces exigences de niveau 1 mais que le cahier spcial des charges impose que le fraisage soit ralis : sur toute la largeur du revtement (pas de raccordement, gauche et/ou droite la surface dun revtement existant) ; au moyen dune raboteuse guide par un systme permettant de rectifier le profil en long du support et de le rendre ainsi conforme ces exigences ; lorsque loverlay bitumineux est ralis en plusieurs couches dont lpaisseur totale moyenne minimale est 10 cm et que la surface de roulement de loverlay ne doit pas se raccorder droite o gauche avec une surface de revtement existant maintenir.

Le niveau dexigence 2 est dapplication : lorsque le revtement initial satisfait aux exigences de niveau 2 et que le cahier spcial des charges ne prvoit pas : le fraisage au moyen dune raboteuse guide par un systme permettant de rectifier le profil en long du support et de le rendre ainsi conforme aux exigences de niveau 1 ;

CCT 2011

L. 137

la pose de couche de reprofilage pemettant dobtenir un profil en long conforme aux exigences du niveau 1 ;

lorsque la surface de roulement de loverlay doit se raccorder droite et/ou gauche avec une surface de revtement existant maintenir qui satisfait (ou satisfont) aux exigences de niveau 1 ; lorsque le projet prvoit que loverlay soit ralis en plusieurs couches dont lpaisseur totale moyenne minimale est 10 cm alors que : le revtement initial nest pas conforme aux exigences de niveau 1 le projet ne prvoit pas le fraisage au moyen dune raboteuse guide par un systme permettant de rectifier le profil en long du support et de le rendre ainsi conforme ces exigences la surface de roulement de loverlay ne doit pas tre raccorde droite et/ou gauche avec une surface de revtement maintenir ne rpondant pas aux exigences de niveau 1.

Le niveau dexigence 3 est dapplication lorsque loverlay comporte la mise en uvre dune seule couche denrobs bitumineux sans correction pralable du profil en long, sans raccordement gauche et/ou droite avec une surface de revtement existant maintenir qui satisfait (ou satisfont) aux exigences de niveau 1,

sur un revtement prsentant, avant travaux, un CP2,5 m > 35 et/ou un CP10 m > 80. Le niveau dexigence 4 est dapplication lorsque loverlay comporte la mise en uvre dune seule couche denrobs bitumineux sans correction pralable du profil en long, sans raccordement gauche et/ou droite avec une surface de revtement existant maintenir qui satisfait (ou satisfont) aux exigences de niveau 1,

sur un revtement prsentant, avant travaux, un CP2,5 m > 50 et/ou un CP10 m > 105.

L.8.5.2.3.3

DISPOSITIONS PARTICULIERES

Les prescriptions relatives au CP10 m et CP40 m ne sont pas dapplication sur les routes o la vitesse autorise est limite 50 km/h. Les giratoires de rayon intrieur infrieur 20 m ne font pas lobjet dun contrle lAPL. Les plateau(x), ralentisseur(s) de vitesse ou chicane(s) ne font pas lobjet dun contrle lAPL.

CCT 2011

L. 138

L.8.6

Vrifications

Les prescriptions du F.2.4 sont dapplication.

L.8.7

Mthode de mesure des quantits - Paiement

Loverlay bitumineux est pay par couche. Les couches de profilage, de liaison et de roulement sont prises en compte dans les postes correspondant au F.2. Pour les couches de roulement et les couches de liaison, les quantits sont mesures en m. Les documents du march indiquent les paisseurs nominales. Les trappillons, grilles, soupiraux et autres accessoires ne sont pas dcompts. Pour les couches de profilage, les quantits sont mesures en tonne. Les documents du march indiquent une paisseur moyenne (en mm) ou une limite suprieure (en kg/m). Pour les overlay raliss avec une seule couche denrob considre la fois comme couche de roulement et comme couche de profilage (voir L.8.5), les quantits sont mesures en tonne. Les documents du march indiquent une paisseur moyenne (en mm) ou une limite maximum (en kg/m). Le fraisage partiel, le traitement des joints et/ou fissures, le traitement des dgradations, la fragmentation, la stabilisation du revtement existant sont pris en compte sparment dans les postes correspondants. La mise en uvre ventuelle dune interface antifissure est prise en compte sparment dans le poste correspondant.

CCT 2011

L. 139

L.9

REPARATIONS CHAUSSEE Description

APRES

EXECUTION

DUNE

TRANCHEE

EN

L.9.1

Le prsent chapitre donne les prescriptions applicables aux concessionnaires pour le remblayage dune tranche, excute conformment au D.6.4, et pour rtablir la structure. Lopration est excute conformment la figure L.9.1.a ci-aprs.

Terrassement et comblement de tranches

a) En chausse
Produits de scellement conformes au C.14.1, C.14.3 ou C.14.4 Couche de roulement Couche(s) de liaison ventuelle(s)
0,20 0,20 0,20 0,20

Revtement tablir

Produits de scellement conformes au C.14.1, C.14.3 ou C.14.4

Fondation (chapitre E)

Remblayage selon le D.6.4

Profondeur fixe dans le cahier spcial des charges

Equipements du (des) concessionnaire(s)

b) En accotement non revtu

Bord de chausse existante ou du filet d'eau

45 Terre de remblais + finition, terre arable

Profondeur fixe dans le cahier spcial des charges

Remblayage selon le D.6

Equipements du (des) concessionnaire(s)

Figure L.9.1.a

CCT 2011

L. 140

L.9.2 L.9.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Ils rpondent aux prescriptions des chapitres les concernant: matriau autocompactant: D.6.5 ; sols pour remblai: C.1.2 ; terre arable: C.1.3 ; produits de scellement: C.14 ; fondation en empierrement: E.4.2; sable-ciment: E.4.3; fondation en bton maigre: E.4.4; lments linaires: chapitre H ; revtements en bton: L.1; revtements bitumineux: L.4; pavages: F.3 ; ensemencement: chapitre K. EXECUTION DES TRANCHEES TRANSVERSALES

L 9.2.2

Le remblai est ralis laide de matriaux dcrits dans les documents du march tels que les sols de remblais, les matriaux autocompactants rexcavables, les matriaux traits aux additifs, le sable-ciment, le bton maigre, les matriaux de sous-fondation ou de fondation. En accotement, le remblayage au moyen de matriaux spcifiques dcrits dans les documents du march est limit par un plan passant par le bord de la chausse (ou du filet deau sil en existe un) et formant un angle de 45 avec lhorizontale. Il est poursuivi, avec damage mcanique, au moyen de matriaux rcuprs sur place. En accotement non revtu, il se termine par la mise en uvre de terre arable et ensemencement ou de matriau de mme nature et sur la mme paisseur que celui en place. Les accotements sont reprofils et compacts avec la pente uniforme existant initialement. La fondation est mise en uvre conformment au E.4. Pralablement la mise en uvre du revtement bitumineux de couche de roulement, les bords du revtement en place sont scis ou dcoups de faon parfaitement rectiligne 0,20 m au moins des bords de la couche sous-jacente. La remise en tat du revtement existant est excute, lidentique de ce qui existait pralablement, conformment au L.1 pour les btons, et au L.4.4 pour les revtements bitumineux. Dans ce dernier cas, les joints sont scells conformment au F.2.2.8.8.2 ou au F.2.2.8.9 selon quil sagit dun joint de reprise dans le revtement bitumineux ou dun joint avec un revtement ou un lment dun autre type. Lorsque les conditions atmosphriques sont dfavorables au point de ne pas permettre les rparations dfinitives (priode comprise entre le 1er novembre et le 1er avril, pluie abondante, temprature au niveau du sol infrieure 5C, vitesse du vent trop leve) ou lorsque les phases successives de lexcution de la tranche conduisent admettre la circulation sur une

CCT 2011

L. 141

section de la tranche dj remblaye, le revtement peut tre excut provisoirement laide denrob stockable semi-ferm sur ordre du fonctionnaire dirigeant. Le revtement provisoire est remplac au plus tt par le revtement dfinitif tel que prescrit. Les lments linaires (filets deau, bordures, bandes de contrebutage, etc.) sont reconstruits laide dlments neufs de mme espce, avec leur fondation et leur paulement conformment, aux prescriptions du chapitre H. Les fosss existants sont rtablis leur gabarit (gnralement 0,50 m de profondeur, 0,50 m de largeur au fond et 1,50 m de largeur au plafond) et leur fond est profil de faon rectiligne.

L.9.2.3

EXECUTION DES TRANCHEES LONGITUDINALES

Sous les chausses, le rtablissement de la structure est fait conformment au L.9.2.2. Sous les pistes cyclables accoles ou indpendantes, zones de stationnement spcialement amnages cet effet, lments linaires de contrebutage de chausse, le rtablissement de la structure est opr comme suit: le terrassement de la tranche et le remblayage de celle-ci sont excuts conformment au L.9.2.2 ; le revtement des pistes cyclables est reconstruit sur toute la largeur, quelle que soit limportance de lemprise de la tranche dans lassiette de la piste ; le revtement de la zone de stationnement est reconstruit jusquau filet deau dlimitant la zone, si la partie de la zone affecte par la tranche se situe 1 m ou moins du filet deau ; les lments linaires de contrebutage sont remplacs par des matriaux neufs de mme espce ; quand les tranches sont ouvertes dans les revtements de pistes cyclables, elles sont si possible creuses dans laxe de la piste pour viter tout basculement ultrieur par suite du tassement diffrentiel des terres.

Sous les trottoirs et accotements non revtus, le remblayage est fait conformment au L.9.2.2.

L.9.2.4

SPECIFICATIONS

La qualit des remblais, matriaux de sous-fondation, de fondation et revtements est conforme aux prescriptions des chapitres les concernant. Les irrgularits de surface ne peuvent dpasser: pour les autoroutes, voiries mtropolitaines et voiries principales: 4 mm ; pour les voiries de quartier et voiries interquartier: 5 mm.

Les pistes cyclables sont considres comme des voiries de quartier.

CCT 2011

L. 142

L.9.3

Vrification

Le contrle porte sur :

la mesure de la rgularit de surface ; les rsultats des essais la plaque raliss sur la fondation et sur le remblayage ; les mesures des paisseurs des diffrentes couches ; le pourcentage des vides des couches denrob bitumineux ; la compacit relative des couches denrob bitumineux ; la teneur en liant et la granularit des enrobs bitumineux ; la texture du revtement ; la conformit des diffrents matriaux utiliss.

L.9.4

Paiement

Le paiement s'effectue suivant les postes appropris du mtr.

CCT 2011

L. 143

L.10 L.10.1

MISE A NIVEAU D'ELEMENTS LOCALISES Description

L'opration consiste dmonter des lments localiss et les reposer suivant le profil de la route. Par dfaut, un lment localis est un lment de fermeture dun regard de visite (trappillons). Le cas chant, les documents du march prcisent au cas par cas, sil sagit davaloirs, de couvercle de regard de vanne, de caniveaux, dispositifs de signalisation, bouches ou bornes dincendie Les documents du march prcisent la nature et les caractristiques des matriaux utiliser, des fondations ventuelles, des scellements et des divers accessoires.

L.10.2 L.10.2.1

Clauses techniques
MATERIAUX

Les matriaux rpondent aux prescriptions du chapitre C les concernant et/ou aux prescriptions des documents du march.

L.10.2.2

EXECUTION

Le dmontage des lments localiss et de leurs accessoires est ralis conformment aux prescriptions du D.1.2. Les maonneries et lments en bton dgrads sont dmolis et rtablis. Sauf prescriptions contraires des documents du march, les lments et leurs accessoires sont poss conformment aux prescriptions des chapitres les concernant, notamment: avaloirs: G.6; dispositifs de signalisation: chapitre J.

La mise niveau des trappillons dans les revtements bitumineux est excute comme suit, aprs pose de la couche dusure:

le dmontage du trappillon est men de manire dgager un espace latral dau moins 0,20 m autour du cadre; cet espace est rgulier et ses bords sont dcoups de manire nette et dterminent une forme rectangulaire; aprs le dmontage du trappillon, celui-ci est parfaitement dbarrass des lments adhrents tels que mortier, bton, enrobs bitumineux, etc. Il est ensuite bross nergiquement ou sabl pour liminer toute trace de rouille (le meulage nest pas autoris) et recouvert de deux couches de liant bitumineux un jour dintervalle entre ces couches; le cadre du trappillon est ancr ou contrebut laide dun mortier de calage ou de scellement. Le cadre pouse le profil du revtement.

CCT 2011

L. 144

Dans tous les cas, la rfection du revtement aux abords de llment ou de son accessoire est ralise au moyen dasphalte coul ( L.4.4) mis en uvre en deux couches de 25 35 mm dpaisseur chacune. Les autres parties du corps de la chausse sont reconstruites conformment au L.4.4. Les lments et les accessoires dtriors par lentrepreneur sont remplacs ses frais. L'vacuation des rsidus et la mise en dcharge y compris les ventuelles taxes de dversage, et/ou le traitement font lobjet de postes spcifiques au mtr, en fonction du type de pollution.

L.10.3

Vrifications

Les contrles seffectuent visuellement et portent sur la gomtrie de louvrage mis niveau.

L 10.4

Paiement

Le paiement seffectue suivant les postes appropris au mtr.

CCT 2011

L. 145

L.11

JOINTS TRANSVERSAUX ENTRE REVETEMENT EN BETON ET REVETEMENT BITUMINEUX Description

L.11.1

Lopration consiste crer un joint transversal, au raccordement dun revtement en bton et dun revtement bitumineux, capable de reprendre la dilatation diffrentielle de ceux-ci.

L.11.2 L.11.2.1

Clauses techniques
EXECUTION

Le travail comprend: la cration dune rservation par sciage de la tranche du revtement bitumineux, sur toute son paisseur puis lenlvement de la matire de manire crer un intervalle denviron 20 cm entre les deux revtements; le nettoyage de cette rservation la lance thermique puis lenduisage des surfaces apparentes au moyen dun liant conforme au C.9.10, chauff 180C; le remplissage de cette rservation, par couches de 30 mm, au moyen de gravier roul 14/28 lav, chauff 150 C dans un malaxeur, chaque couche de gravillons tant recouverte de liant conforme au C.9.10, chauff 180C; la dernire couche de remplissage est compose dun mlange de gravillons conformes au C.3.4.7 et de liant conforme au C.9.10 de mme composition que ceux des couches prcdentes, mais malaxs dans un mixer appropri avant leur mise en uvre. Cette couche est compacte en veillant respecter le niveau de la chausse existante ; aprs refroidissement complet, rchauffage de la surface laide dune lance thermique et remplissage des pores laide de liant pur, chauff, conforme au C.9.10. SPECIFICATIONS

L.11.2.2

Les irrgularits de surface ne peuvent dpasser 3 mm.

L.11.3

Vrifications

Le contrle porte sur le profil de la surface du joint

L.11.4

Paiement

Le paiement seffectue au m.

CCT 2011 CHAPITRE M - METHODES DESSAIS

M. 1

Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable. PREAMBULE Le chapitre M Mthode dessais reprend, pour chaque chapitre du CCT 2010 les mthodes dessais (titre et rfrence) relatives aux paragraphes concerns.

Les sigles utiliss pour prciser lorigine des modes opratoires sont les suivants : - ASTM American Society for Testing and Materials (www.astm.org/standards) - CEN Comit europen de normalisation CEN ISO/TS et CEN/TS Spcifications techniques (www.nbn.be) - CME Catalogue des mthodes dessais (http:/routes.wallonie.be/entreprise/annexes/cme.html) - CRR Centre de recherches routires (www.crr.be) - EN Norme europenne (www.nbn.be) - ISO Organisation internationale de normalisation (www.iso.org) - NBN Norme belge du Bureau de Normalisation (www.nbn.be) - NF Norme franaise (www.afnor.org) - G00XY Guide dagrment technique (http://qc.spw.wallonie.be/fr/cahier/index.html) Seule la dernire version disponible de la norme cite en rfrence est dapplication.

Dans certains cas : - rfrence est faite aux guides dagrment technique de la srie G00XY tlchargeables sur les sites Qualit & Construction : ceux-ci couvrent des prescriptions techniques relatives des produits pour lesquels il nexiste pas de norme de rfrence ; - rfrence est faite la norme produit qui elle-mme contient les rfrences plusieurs normes dessais (indiqu au sein du texte) ; - une mthode dessai spcifique est dj intgre in extenso dans le corps du texte dun chapitre du CCT 2010 ; le chapitre M renvoie alors au paragraphe concern du chapitre en question ; - au sein des C.23 (tuyaux tanches), C.25 (tuyaux drainants et matriaux filtrants) et du chapitre G (drainage et gouttage), certains caractristiques font lobjet de la rfrence mthode convenir . Les documents du march fourniront des prcisions ce sujet.

CCT 2011 CHAPITRE C - MATERIAUX DE CONSTRUCTION

M. 2

C.1

SOLS NBN CEN ISO/TS 17892-4 NBN CEN ISO/TS 17892-12 NBN EN 13286-47 CME 01.04 NBN 589-209 NBN EN 932-1 NBN EN 932-2 NBN CEN ISO/TS 17892-1 NBN EN 933-9

Analyse granulomtrique Indice de plasticit Indice portant immdiat Teneur en matires organiques Teneur en matires calcareuses Echantillonnage Prparation dun chantillon Teneur en eau Valeur au bleu de mthylne

C.2

SABLE NBN EN 932-1 NBN EN 932-2 NBN EN 1097-6 NBN EN 13286-44 NBN CEN ISO/TS 17892-12 CME 01.12.B NBN EN 1744-1 NBN EN 933-1 CME 01.12.C NBN 933-1 NBN EN 933-9 NBN EN 933-8 CME 02.08 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 933-7 NBN EN 1744-1 NBN EN 933-6 NBN EN 1097-8 Circulaire C21 MET 42-2-06-05 (01) Annexe 6 NBN EN 1097-6

Echantillonnage Rduction de lchantillon Masse volumique sche Coefficient dactivit Indice de plasticit Essai de gonflement sur sables recycls Perte au feu Analyse granulomtrique Stabilit volumique de sables de mchefers traits Module de finesse Valeur au bleu Equivalent des sables Teneur en glauconie Teneur en sulfates solubles dans lacide Teneur en sulfates solubles dans leau Teneur en soufre total Teneur en chlorures Teneur en lments coquilliers Constituants augmentant le temps de prise et rduisant la rsistance du bton Coefficient dcoulement Coefficient de polissage acclr Raction alcali-silice
Pas dapplication pour les btons routiers

Absorption deau

http://qc.spw.wallonie.be/fr/cahier/index.html CDR (documents RW99 K. Ouvrages dart)

CCT 2011 C.3 GRAVILLONS

M. 3

Echantillonnage Rduction des chantillons Analyse granulomtrique Masse volumique en vrac Masse volumique relle et absorption deau Rsistance limmersion des laitiers concasss Indice de plasticit Equivalent de sable Stabilit leau des schistes rouges Teneur en chaux libre scories Stabilit volumique scories (gonflement) Rsistance lcrasement Classification des constituants de gravillons recycls Stabilit volumique gravillons recycls Matires organiques Teneur en fines Coefficient Micro-Deval Coefficient Los Angeles Stabilit dimensionnelle des mchefers traits (gonflement) Degr de concassage des gravillons alluvionnaires Coefficient daplatissement Sensibilit gel-dgel Pourcentage en masse des grains semi-concasss Pourcentage en masse de grains entirement rouls Constituants augmentant le temps de prise et rduisant la rsistance du bton Teneur en sulfates solubles dans lacide Teneur en sulfates solubles dans leau Teneur en soufre total Teneur en chlorures Teneur en lments coquilliers Rsistance au polissage (PSV) Basalte coup de soleil Teneur en eau C.4 GRAVES

NBN EN 932-1 NBN EN 932-2 NBN EN 933-1 NBN EN 1097-3 NBN EN 1097-6 CME 03.17 NBN CEN ISO/TS 17892-12 NBN EN 933-8 CME 04.01 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 13055-1 NBN EN 933-11 CME 01.12.B
NBN EN 1744-1

NBN EN 933-1 NBN EN 1097-1 NBN EN 1097-2 CME 01.12.C NBN EN 933-5 NBN EN 933-3 NBN EN 1367-1 NBN EN 933-5 NBN EN 933-5 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 1744-1 NBN EN 933-7 NBN EN 1097-8 NBN EN 1367-3 NBN EN 1097-5

Voir C.3 Gravillons - En outre : Homognit des agrgats denrobs bitumineux Qualit des fines (valeur au bleu)

CRR R27/64 NBN EN 933-9

C.5

LIANTS HYDRAULIQUES ROUTIERS NBN EN 196-6 NBN EN 196-3 NBN EN 196-3 NBN EN 196-2 NBN EN 196-1

Finesse Dbut de prise Stabilit Teneur en sulfates Rsistance la compression

CCT 2011 C.6 CIMENT NBN EN 196-7 NBN EN 196-2 NBN B 12-213 CME 05.01 NBN EN 196-4 NBN B 12-211 NBN B 12-212 NBN EN 196-6 NBN EN 196-5 NBN EN 196-1 NBN EN 196-3 NBN EN 196-21 NBN B 12-205 NBN B 12-209

M. 4

Prlvement et chantilllonnage du ciment Analyse chimique Chaleur dhydratation (par conduction) Clart du ciment blanc Dtermination quantitative des constituants Dosage du manganse - Spectrophotomtrie dabsorption atomique - Calorimtrie Finesse Pouzzolanicit des ciments pouzzolaniques Rsistance mcanique Temps de prise et stabilit Teneur en chlorures, en CO2 et en alcalis Teneur en MgO (dtermination rapide) Teneur en oxydes de fer et daluminium (dtermination complexomtrique)

C.7

CHAUX NBN EN 459-2 NBN EN 459-2 NBN EN 459-2 NBN EN 459-1

Granularit Vitesse dhydratation (ractivit) Teneur en oxyde de calcium disponible Composition chimique C.8 FILLER POUR ENROBES HYDROCARBONES

Masse volumique relle Granulomtrie Porosit Rigden Nombre bitume Teneur en fines nocives Teneur en eau Teneur en carbonate de calcium Teneur en chaux teinte Solubilit leau

NBN EN 1097-7 NBN EN 933-10 NBN EN 1097-4 NBN EN 13179-2 NBN EN 933-9 NBN EN 1097-5 NBN EN 196-21 NBN EN 459-2 NBN EN 1744-1 16

C.9

LIANTS POUR PRODUIT BITUMINEUX NBN EN 58 NBN EN 12594

Echantillonnage des liants bitumineux Prparation des chantillons dessai

CCT 2011 C.9.1 Bitume routier NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12591 NBN EN 12595 NBN EN 12593 NBN EN 12592 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12607-1

M. 5

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Indice de pntrabilit (Ip) Viscosit cinmatique 135C Point de fragilit selon Fraass Solubilit Point d'clair
Mthode Cleveland vase ouvert

Rsistance au durcissement (RTFOT) 163C C.9.2 Bitume polymre neuf

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Ductilit 5C Cohsion par force ductilit Complt par NBN EN 13703 Point de fragilit selon Fraass Retour lastique 25C Point d'clair Mthode Cleveland vase ouvert Rsistance au durcissement (RTFOT) 163C ou RFT Valeur DSR Valeur BBR Viscosit cinmatique 135C C.9.3 Bitume indice de pntration positif

NBN EN 1426 NBN EN 1427 CME 08.36 NBN EN 13589 NBN EN 12593 NBN EN 13398 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12607-1 NBN EN 12607-3 NBN EN 14770 NBN EN 14771 NBN EN 12595

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Viscosit cinmatique 135C Masse volumique relative ( 25C) Solubilit Point de fragilit selon Fraass Indice de pntrabilit (Ip) Valeur DSR Valeur BBR

NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12595 NBN EN 15326 NBN EN 12592 NBN EN 12593 NBN EN 12591 NBN EN 14770 NBN EN 14771

CCT 2011 C.9.4 C.9.4.1 Bitume flux BITUME ROUTIER FLUXE A EVOLUTION MOYENNE NBN EN 13302 NBN EN 12592 NBN EN ISO 2719 NBN EN 13358 NBN EN 13358 NBN EN 1426

M. 6

Viscosit dynamique 60C Solubilit Point d'clair

Mthode Pensky-Martens en vase clos

Distillat total 360C Distillation 225C, 315C Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) C.9.4.2 BITUME FLUXE A BASE DE BITUME POLYMERE

Viscosit temps dcoulement (10 mm, 40C) Distillat total 360C Distillation 225C, 315C Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Force-ductilit 5C Retour lastique 25C C.9.5 C.9.5.1 Emulsion de bitume EMULSION ANIONIQUE DE BITUME

NBN EN 12846-2 NBN EN 13358 NBN EN 13358 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 13589 suivie de NBN EN 13703 NBN EN 13398

Indice de rupture Polarit pH Temps d'coulement 2 mm 40C Teneur en liant Rsidu sur tamis de 0,16 mm Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Masse volumique relative ( 25C) Solubilit C.9.5.2 EMULSION CATIONIQUE DE BITUME

NBN EN 13075-1 NBN EN 1430 NBN EN 12850 NBN EN 12846 NBN EN 1428 NBN EN 1429 NBN EN 1426 NBN EN 15326 NBN EN 12592

Polarit (mulsion) pH (mulsion) Teneur en liant (par teneur en eau)

Teneur en liant = 100-teneur en eau

NBN EN 1430 NBN EN 12850 NBN EN 1428 NBN EN 13075-1 NBN EN 1425 NBN EN 1429 NBN EN 12846 NBN EN 12846

Indice de rupture (mulsion) Proprits perceptibles Rsidu sur tamis de 0,5 mm Temps d'coulement 2 mm 40C Temps d'coulement 4 mm 40C

CCT 2011 Stabilisation du liant dune mulsion

En vue dessais sur liant rsiduel

M. 7 NBN EN 14895 NBN EN 13074 NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 13398

Rcupration du liant dune mulsion Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Retour lastique 25C C.9.6 Bitume dur

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Indice de pntrabilit (Ip) Viscosit cinmatique 135C Point de fragilit selon Fraass Solubilit Point d'clair
Mthode Cleveland vase ouvert

NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 13924-1 NBN EN 12595 NBN EN 12593 NBN EN 12592 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12607-1 ou NBN EN 12607-3

Rsistance au durcissement (RTFOT) 163C ou (RFT) C.9.7 Liant base de rsine

Rsistance la traction Allongement la rupture minimum C.9.8 Emulsion base de liant synthtique clair

CME 08.37 CME 08.37

pH (mulsion) Teneur en eau (mulsion)

teneur en liant = 100-teneur en eau

NBN EN 12850 NBN EN 1428 NBN EN 14895 NBN EN 1426 NBN EN 1427 CME 08.36 NBN EN 12593 NBN EN 13398

Stabilisation
En vue dessais sur liant rsiduel

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Ductilit 5C Point de fragilit selon Fraass Retour lastique 25C
Retour lastique des bitumes modifis

C.9.9 C.9.9.1

Liant pigmentables BITUME PIGMENTABLE NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12592 NBN EN ISO 2592

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Solubilit Point d'clair
Mthode Cleveland vase ouvert

CCT 2011 C.9.9.2 LIANT SYNTHETIQUE CLAIR NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12593

M. 8

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Point d'clair
Mthode Cleveland vase ouvert

Point de fragilit selon Fraass C.9.9.3

LIANT SYNTHETIQUE CLAIR, MODIFIE PAR DES POLYMERES NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 13398 NBN EN ISO 2592 NBN EN 12593

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille Retour lastique 25C
Retour lastique des bitumes modifis

Point d'clair Mthode Cleveland vase ouvert Point de fragilit selon Fraass C.9.11 C.9.11.1 Additifs pour liant POLYOLEFINES

Teneur en eau (polyolfines)

Appliquer la norme granulats aux polyolfines

NBN EN 1097-5 CME 08.38 CME 08.40 CME 08.39 NBN EN 933-1

Teneur en parties mtalliques (polyolfines) Teneur en PVC (polyolfines) Teneur en polythylne (polyolfines) Passant aux tamis de 4 mm et 2 mm (polyolfines) C.9.11.2

ASPHALTE NATUREL AVEC TENEUR EN CENDRES ELEVEE NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12592 IP-2232 NBN EN ISO 3838

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100 g; 5 s) Point de ramollissement Anneau & Bille

Utiliser de l'huile de silicone pour le bain

Solubilit Teneur en cendres (asphaltes naturels) Masse volumique relative ( 25C) C.9.11.3

ASPHALTE NATUREL AVEC TENEUR EN CENDRES FAIBLE NBN EN 1426 NBN EN 1427 NBN EN 12592 IP-223 NBN EN ISO 3838

Pntrabilit l'aiguille (25C; 100g; 5s) Point de ramollissement Anneau & Bille
Utiliser de l'huile de silicone pour le bain

Solubilit Teneur en cendres (asphaltes naturels) Masse volumique relative ( 25C)

IP International petroleum test methods (www.energyinstpubs.org.uk)

CCT 2011 C.10 ACIERS NBN EN 13877-3 NBN A 24-301

M. 9

Spcifications relatives aux goujons utiliser dans les chausses en bton Produits sidrurgiques - Aciers pour bton arm Barres, fils et treillis souds - Gnralits et prescriptions communes Produits sidrurgiques - Aciers pour bton arm - Barres lisses et barres nervures - Fils machine lisses et fils machine nervures Produits sidrurgiques - Aciers pour bton arm Fils crouis froid lisses et fils crouis froid nervures Produits sidrurgiques - Aciers pour bton arm - Treillis souds Aciers pour l'armature et la prcontrainte du bton Mthodes d'essai - Partie 1 : Barres, fils machine et fils pour bton arm Aciers pour larmature et la prcontrainte du bton Mthodes dessai Partie 2 : Treillis souds Essai de traction

NBN A24-302

NBN A24-303 NBN A24-304 NBN EN ISO 15630-1

NBN EN ISO 15630-2

L'essai de traction est effectu la temprature ambiante du laboratoire conformment aux spcifications de la norme NBN EN 10002 - 1. Pour la dtermination de la limite d'lasticit, il y a lieu de prendre en considration : pour les aciers prsentant un palier d'tirage, la limite suprieure d'coulement; pour les aciers ne prsentant pas un palier d'tirage ou pour lesquels ce palier est difficilement dcelable, la limite conventionnelle d'lasticit 0,2 % dtermine par la mthode graphique (NBN EN 10002 - 1 12) avec emploi d'un extensomtre dont la base de mesure est de 100 mm minimum, les extrmits de cette base se situant une distance minimale des ttes d'ancrage de 3 fois le diamtre du fil.

Pour la dtermination de l'allongement total sous charge maximale, trois mthodes sont acceptes : a) b) c) mesure directe de l'allongement total sous charge maximale au moyen d'un extensomtre; mesure directe sur l'prouvette aprs rupture en dehors de la zone de striction et suffisamment loin des mors de la machine de traction; adoption de la formule conventionnelle : 2 A10 A5 (cette mthode nest pas dapplication pour lacier de qualit DE 500 BS).

CCT 2011 Les divers allongements sont dfinis par le diagramme ci-dessous.
Contrainte (N/mm2)

M. 10

Charge max.

Allongement (%) Ag Agt

Avec : Agt Ag a)

allongement total sous charge maximum (appel At dans la norme NBN A24-302) allongement non proportionnel sous charge maximum (mesur aprs rupture, hors de la zone de rupture et suffisamment loin des mors).

Mthode extensomtrique

La dtermination d'Agt doit tre effectue au moyen d'un dispositif lectronique en respectant les conditions suivantes : longueur de base : 100 mm minimum; zone de striction : l'intrieur de la base de mesure (une rupture en dehors de cette base doit toujours tre note et peut tre accepte s'il n'y a pas de litige); point de mesure : la valeur effective est atteinte pour la charge maximale; pour des raisons pratiques une chute de charge jusqu' 0,1 % peut tre admise. Mthode de mesure en dehors de la zone de striction et suffisamment loin des mors

b)

L'allongement non-proportionnel sous charge maximale doit tre dtermin sur le tronon le plus long de l'prouvette rompue par traction.
> 20 mm > 50 mm

Zone des mors

Zone de mesure de Ag > 100 mm

Zone de striction

Zone des mors

Une base de mesure doit tre choisie une distance suffisante de la zone de striction et des mors.

CCT 2011 Conditions imposes : -

M. 11

longueur de base : 100 mm minimum; distance au plan de rupture ou au centre de la striction : suprieure la plus grande des deux valeurs 50 mm ou 2 d (d : diamtre nominal); distance des mors : suprieure la plus grande des deux valeurs 20 mm ou d; largeur des marques : 0,2 mm; tolrance sur la longueur de base : 0,2 mm.

L'allongement total sous charge maximale est calcul partir de la formule suivante :

o : Ag : allongement non proportionnel sous charge maximale en % L : longueur de base L : incrment de la longueur de base Rm : rsistance la traction de lprouvette E : module dlasticit = 200 000 N/mm c) o : A5 : allongement aprs rupture mesur sur une longueur entre repres gale 5 d A10 : allongement aprs rupture mesur sur une longueur entre repres gale 10 d Conditions imposes : distance des mors : suprieure la plus grande des deux valeurs 20 mm ou d (si la base de mesure empite sur la zone des mors, cela doit tre not; la mesure peut toutefois tre accepte sil ny a pas de litige); largeur des marques : 0,2 mm; tolrance sur la longueur de base : 0,2 mm Mthode conventionnelle Agt = 2A10 A5

C.11

MEMBRANES PLASTIQUES DE PROTECTION CME 10.01 NBN B 46-201

Masse par unit de surface des membranes Epaisseur

CCT 2011 C.12 GEOSYNTHETIQUES

M. 12

Rsistance la traction Allongement la rupture Rsistance la perforation statique Rsistance la perforation dynamique Dimension des pores (poromtrie) Permabilit leau Permabilit leau dans le plan Rsistance aux essais climatiques Rsistance microbiologique Fluage en traction

NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 12236 NBN EN ISO 12433 NBN EN ISO 12956 NBN EN ISO 11058 NBN EN ISO 12958 NBN EN 12224 NBN EN 12225 NBN EN 13431

C.13 1.

PRODUITS DE CURE Identification

Le tableau ci-dessous reprend les rfrences normatives relatives aux diffrents essais didentification ainsi que les critres de conformit qui y sont lis. Les essais relatifs aux produits base de rsines ractives (type poxy leau) sont repris au point 3. ci-aprs. Mthodes dessai et critres relatifs aux spcifications didentification
Spcification Homognit et couleur Mthode dessai Visuelle Critre de conformit Homogne De couleur uniforme et similaire celle de lchantillon de rfrence NBN EN ISO 3251 sur un 5 % de la valeur dclare prlvement de 1 g pendant 1 h si ES > 20 % 125C (1) 10 % de la valeur dclare si ES 20 % NBN EN ISO 3451-1 (1) (2) NBN EN ISO 3219 (1) NBN EN 1767 (2) valeur minimale dclare

Extrait sec (ES)

Taux de cendres (C) (uniquement pour les produits de cure pigments) Viscosit Spectre infrarouge

Masse volumique
(1)

20 % de la valeur dclare Lintensit relative et le nombre dondes (cm-1) des bandes dabsorption doivent correspondre au spectre de rfrence NBN EN ISO 2811-1 ou NBN 3 % de la valeur dclare EN ISO 2811-2 (1)

(2)

Si la mthode dcrite dans la norme de rfrence nest pas adapte, le fabricant doit recommander une autre mthode dessai sous rserve daccord du prescripteur. Cette mthode doit tre modifie selon les modalits prcises au point 4 ci-aprs.

CCT 2011 2. Efficacit contre lvaporation

M. 13

La mthode dessai dcrite ici consiste comparer les pertes deau par vaporation subies par des prouvettes de bton recouvertes dun produit de cure valuer, celles dprouvettes de bton non recouvertes (prouvettes tmoins). Le seuil dacceptation minimal pour le coefficient de protection, mesur 72 h, avec le dosage de rfrence indiqu par le producteur, est de 75 % sur un essai. Appareillage 6 moules carrs en inox ou autre matire indformable et inerte vis--vis du bton, de 20 cm de ct et 5 cm de hauteur. 3 plaques de verre carres de dimension 30x30 cm. Balance, dune capacit minimale de 6 kg et de prcision 0,1 g. Malaxeur bton. Consistomtre VB, conforme la NBN EN 12350-3. Source dair comprim, et pistolet permettant une pulvrisation avec une pression comprise entre 1 et 2 bars. Truelle. Chambre climatise une temprature de (35 2)C et (40 3) % dhumidit relative. Chambre climatise une temprature de (20 2)C et (60 5) % dhumidit relative.

Matriaux Ciment CEM I 42,5 R dont la teneur en C3A est comprise entre 7 et 11 %, et dont la surface spcifique Blaine est suprieure 350 m/kg. Eau conforme la NBN EN 1008. Granulats naturels ayant une granulomtrie telle que spcifie dans le tableau cidessous. Fractions granulomtriques utilises pour la confection du bton
Ouverture des tamis (mm) 8 4 2 1 0,5 0,25 0,125 Pourcentage en masse du passant au tamis 95-100 67-73 49-55 33-29 20-25 8-12 3-6

Composition du bton Teneur en ciment : (400 5) kg/m. Rapport E/C : 0,48. Le bton prsente une classe daffaissement S1 selon la NBN EN 12350-2, et une absence deau de ressuage.

CCT 2011 Mode opratoire Nombre dessais

M. 14

Trois essais sont raliser. Chaque essai comporte une srie de 3 prouvettes, destines respectivement dterminer la perte de masse du bton recouvert par le produit de cure (prouvettes A1, A2 et A3), la perte de masse du bton non recouvert (prouvettes B1, B2 et B3), et la perte de masse du produit de cure lui-mme (prouvettes C1, C2 et C3). Confection du bton Huiler les moules et procder leur marquage. Pralablement la fabrication du bton, les constituants sont conservs, y compris le produit de cure, une temprature de (20 2)C. La temprature du bton frais, lissue du malaxage, doit tre gale (21 2)C. Le malaxage du bton est ralis conformment la NBN EN 480-1, soit : utiliser un malaxeur cuve ouverte et action force, rempli au minimum 50 % de sa capacit et au maximum 90 % ; essuyer lintrieur de la cuve avec un linge humide ; y verser les granulats secs et la moiti de la quantit deau prvue ; mlanger durant 2 minutes et laisser ensuite au repos durant 2 minutes. Laisser la cuve recouverte pendant cette priode ; remettre le malaxeur en marche pendant 30 secondes aprs ou pendant laddition du ciment. Pendant les 30 secondes suivantes, ajouter le reste de leau. Poursuivre le malaxage pendant 2 minutes. Lheure dajout de leau de gchage est note. La consistance du bton frais est value (slump et temps VB), ainsi que la masse volumique et la teneur en air, et ce endans les 10 minutes qui suivent la confection du bton. Les mesures se font conformment aux directives de la srie de normes NBN EN 12350. Moulage des prouvettes Le moulage des prouvettes a lieu immdiatement aprs les essais sur bton frais. Le bton est mis en place sur la table vibrante, en une seule couche, la vibration durant 20 secondes au maximum. La surface du bton est lisse au moyen dune truelle. Lheure de moulage de chaque prouvette est note. Afin dliminer le facteur instant de fabrication des prouvettes , les oprations de moulage sont croises ; ainsi on procdera, par exemple, la squence de moulage suivante : A1 B2 A2 B3 A3 B1. Les oprations de moulage et de surfaage doivent tre acheves avant que lge du bton natteigne 45 minutes ( partir de lajout de la seconde fraction de leau de gchage). Aprs confection, les prouvettes sont peses puis conserves une temprature de (20 2)C et une humidit relative de (60 5) % jusqu un ge du bton de 60 minutes. Au-del de cet instant, la surface du bton doit tre mate. Les prouvettes sont nouveau peses lorsque le bton est g de 60 minutes.

CCT 2011 -

M. 15 mAi,0 et mBi,0 sont les masses (g) des prouvettes des sries A et B (i = 1, 2 ou 3), immdiatement aprs moulage (temps t = 0). mAi et mBi sont les masses (g) des prouvettes des sries A et B (i=1, 2 ou 3) lorsque le bton est g de 60 minutes.

Aprs des peses, les prouvettes de la srie B sont places sans dlai dans la chambre climatise une temprature de (35 2)C et une humidit relative de (40 3) %. Lheure de stockage est note. Les prouvettes de la srie A sont quant elles soumises la pulvrisation du produit de cure. Pulvrisation du produit de cure sur les prouvettes de la srie A Lapplication du produit de cure sur les prouvettes Ai (i=1, 2 ou 3) a lieu directement lorsque lge du bton atteint 60 minutes. Lprouvette est place sur la balance, et le produit de cure est pulvris une hauteur de 50 60 cm au-dessus de lprouvette. La quantit de produit utiliser est note sur le tableau ci-dessous. Le bord extrieur de lprouvette est essuy et la masse est mesure (mA1p, masse (g) de lprouvette recouverte du produit de cure). Lprouvette est ensuite directement place dans la chambre climatique, une temprature de (35 2)C et une humidit relative de (40 3) %. Lheure de stockage est note. Quantit de produit de cure pulvriser sur les prouvettes
Quantit pulvriser (g/m) (1) 75 100 125 150 175 200 225 250
(1)

Masse pulvriser par prouvette (g) 3 4 5 6 7 8 9 10

Quantits tolres par prouvette (tolrance de 5 % sur la masse exacte) Limite infrieure Limite suprieure (g) (g) 2,9 3,2 3,8 4,2 4,8 5,3 5,7 6,3 6,7 7,4 7,6 8,4 8,6 9,5 9,5 10,5

Taux dapplication recommand (en ml/m) x masse volumique

Les prouvettes des sries A et B sont peses aprs 24, 48 et 72 heures de sjour dans lenceinte climatise. Leur masse est rpertorie selon la notation suivante : mAip,24, mAip,48, mBip,72, etc (o i=1, 2 ou 3 ; le chiffre aprs la virgule tant la dure de sjour en chambre climatique). Pulvrisation du produit de cure sur les plaques de verre (srie C) La prparation des chantillons de la srie C est effectue immdiatement aprs celle des sries A et B. Peser chaque plaque de verre C, soit MCi (i=1, 2 ou 3) la masse en grammes. Appliquer une quantit de produit de cure identique celle applique sur les prouvettes de la srie A. La pulvrisation a lieu sur une surface de 200x200 mm. Peser les plaques aprs application du produit de cure, soit les masses mCip (grammes). Les dposer ensuite dans lenceinte climatise ct des sries A et B, noter lheure.

CCT 2011

M. 16

Aprs un sjour de 24, 48 et 72 heures dans lenceinte, peser nouveau les plaques de verre. Leur masse (en grammes) est renseigne selon la notification suivante :mCip,24, mCip,48, etc. Calcul de lefficacit du produit de cure contre lvaporation Lefficacit du produit de cure est dtermine par la moyenne arithmtique des rsultats individuels obtenus lors de chacun des 3 essais. Si des rsultats obtenus 72 heures scartent de plus de 10 % de la valeur moyenne des rsultats, il y a lieu de recommencer lessai et de rechercher les causes derreur possibles. Perte de masse des prouvettes (sries A et B) entre le moment de fabrication et celui de pulvrisation du produit de cure [T=(20 2)c et HR=(60 5) %] : mAi,1 = mAi,0 mAi mBi,1 = mBi,0 mBi o i=1, 2 ou 3 mAi,0 est la masse de lprouvette Ai juste aprs moulage. mAi est la masse de lprouvette Ai lge de 60 minutes, (dans le cas de la srie A, juste avant pulvrisation du produit de cure ; dans le cas de la srie B, juste avant stockage en chambre climatique).

m A,1 =

m
i =1

Ai ,1

mB ,1 =

m
i =1

Bi ,1

Toutes les masses sont exprimes en grammes. Perte de masse des prouvettes tmoins (srie B) : mBi,x = mBi mBi,x o i=1, 2 ou 3 mBi est la masse de lprouvette Bi lge de 60 minutes, juste avant stockage en chambre climatique. mBi,x est la masse de lprouvette Bi aprs x heures dexposition en chambre climatique

m B , x =

m
i =1

Bi , x

3
max m B , x m Bi , x m B , x

Toutes les masses sont exprimes en grammes.

Ecart maximum par rapport la moyenne (%) =

.100

CCT 2011
Perte de masse des prouvettes traites par le produit de cure (srie A) : mAip,x = mAip mAip,x o

M. 17

i=1, 2 ou 3 mAip est la masse de lprouvette Ai, juste aprs pulvrisation du produit de cure. mAip,x est la masse de lprouvette Ai aprs x heures dexposition en chambre climatique.

m Ap , x =

m
i =1

Aip , x

3
max m Ap , x m Aip , x m Ap , x

Toutes les masses sont exprimes en grammes.

Ecart maximum par rapport la moyenne (%) = -

.100

Perte de masse des plaques de verre traites par le produit de cure (srie C) : mCip,x = mCip mCip,x o i=1, 2 ou 3 mCip est la masse de lprouvette Ci, juste aprs pulvrisation du produit de cure. mCip,x est la masse de lprouvette Ci aprs x heures dexposition en chambre climatique.

mCp , x =

m
i =1

Cip , x

3
max mCp , x mCip , x mCp , x

Toutes les masses sont exprimes en grammes.

Ecart maximum par rapport la moyenne (%) =

.100

Quantit de produit de cure dpos sur les prouvettes A (au moment de la pulvrisation) : mAi, cure = mAip mAi o i=1, 2 ou 3 mAip est la masse de lprouvette Ai, juste aprs pulvrisation du produit de cure. mAi est la masse de lprouvette Ai lge de 60 minutes, juste avant pulvrisation du produit de cure.

m A,cure =

m
i =1

Ai ,cure

Toutes les masses sont exprimes en grammes.

CCT 2011
-

M. 18

Quantit de produit de cure dpos sur les prouvettes C (au moment de la pulvrisation) : mCi, cure = mCip mCi o i=1, 2 ou 3 mCip est la masse de lprouvette Ci, juste aprs pulvrisation du produit de cure. mCi est la masse de lprouvette Ci lge de 60 minutes, juste avant pulvrisation du produit de cure.

mC ,cure =

m
i =1

Ci ,cure

Toutes les masses sont exprimes en grammes. Perte de masse (%) des plaques de verre traites avec le produit de cure (srie C) :
%mCip , x = mCip , x mCi ,cure
3

.100

%mCp , x = -

%m
i =1

Cip , x

Perte de masse (%) des prouvettes traites (comparaisons sries A et C) :

%mCp , x .m Ai ,cure m Aip , x cor = m Aip , x 100

m Ap , x cor =

m
i =1

Aip , x

cor

Toutes les masses sont exprimes en grammes. max m Ap , x cor m Aip , x cor m Ap , x cor

Ecart maximum par rapport la moyenne (%) = Efficacit du produit de cure (%) : Ex =

.100

m B , x m Ap , x cor m B , x

.100

CCT 2011
Rapport dessai Le rapport mentionnera les lments suivants : -

M. 19

matriaux : granulat : provenance, concass ou roul, type, granulomtrie ; ciment : usine de production, teneur en C3A, surface spcifique Blaine ; consistance, composition et rendement du bton frais. rsultats : valeurs des mesures individuelles et intermdiaires, calcul de lefficacit ; courbes denregistrement des conditions de temprature et dhumidit relative.

3.

Essais spcifiques aux rsines ractives de type poxy leau

Mthodes dessai et critres relatifs aux spcifications didentification
Spcification Mthode dessai Homognit et couleur Visuelle des composants A et B Extrait sec (ES) des composants A et B Critre de conformit Homogne De couleur uniforme et similaire celle de lchantillon de rfrence NBN EN ISO 3251 sur un 5 % de la valeur dclare prlvement de 1 g pendant 1 h si ES > 20 % 125C 10 % de la valeur dclare si ES 20 % NBN EN 1877-1 5 % de la valeur dclare 6 % de la valeur dclare 20 % de la valeur dclare Lintensit relative et le nombre dondes (cm-1) des bandes dabsorption doivent correspondre au spectre de rfrence 3 % de la valeur dclare

Dtermination de lquivalent poxy (composant A) Dtermination de lquivalent amines (composant B) Viscosit des composants A et B Spectre infrarouge des composants A et B

NBN EN 1877-2 NBN EN ISO 3219 (1) NBN EN 1767

(2)

Masse volumique composants A et B

(1)

des NBN EN ISO 2811-1 ou NBN EN ISO 2811-2

Si la mthode dcrite dans la norme de rfrence nest pas adapte, le fabricant doit recommander une autre mthode dessai sous rserve daccord du prescripteur. (2) Cette mthode doit tre modifie selon les modalits prcises au point 4. ci-aprs.

4.

Modifications apporter aux mthodes relatives certains essais didentification

Spectre infrarouge (NBN EN 1767) modifications appliquer lors de lutilisation de la mthode ATR horizontal avec cristal ZnSe. Disposer, laide dun chiffon doux, un mince film du produit non trait sur le cristal. Eliminer ensuite le solvant et leau par chauffage au moyen dun pistolet air chaud. Ce dernier est rgl de manire ce que la temprature du cristal atteigne au maximum 80 90C (mesure au moyen dun thermomtre infrarouge).

CCT 2011
-

M. 20

Taux de cendres (C) (NBN EN ISO 3451-1) prcisions appliquer au niveau du mode opratoire la masse de la prise dessai est fonction de la teneur suppose en cendres (voir tableau de la norme) et est introduite (en 1 ou plusieurs fois) dans une capsule dincinration de taille adquate ; dans le cas de grandes prises dessai, les produits volatils (solvants) sont vapors sur bain de sable 40C pendant 24 heures ; la capsule est ensuite place dans ltuve dans les conditions (temprature et dure) fixes pour la dtermination de lextrait sec conventionnel ; on procde ensuite la calcination du liant de manire progressive, afin dviter les pertes par projection. On peut utiliser un bain de sable dont la temprature est augmente progressivement jusqu 350 50C selon le liant ; la calcination est ensuite ventuellement poursuivie au moyen dun bec bunsen, avant lintroduction de la capsule dans le four moufle, rgl une temprature de 900 50C, et ce durant 2 heures.

C.14 C.14.1 C.14.1.1

PRODUITS DE SCELLEMENT Produits de scellement couls

PRODUIT DE SCELLEMENT COULE A CHAUD NBN EN 14188-1

Produit de scellement pour joints appliqus chaud

Les mthodes dessais concernes font lobjet de rfrences dans la norme produit susmentionne.

C.14.1.2

PRODUIT DE SCELLEMENT COULE A FROID NBN EN 14188-2

Produit de scellement pour joints appliqus froid

Les mthodes dessais concernes font lobjet de rfrences dans la norme produit susmentionne.

C.14.2

Bande bitumineuse prforme ou extrude pour joints dans un revtement bitumineux

BANDE BITUMINEUSE (AUTOADHESIVE) PREFORMEE POUR JOINT NBN EN 1427 NBN EN 13880-2 NBN EN 13880-3 CME 13.06 NBN EN 13880-13 NBN EN 13880-13

C.14.2.1

Point de ramollissement A&B Pntration au cne Pntrabilit et retour lastique Essai de pliage 0C Elasticit (-10C) Adhsivit (-10C)

CCT 2011 C.14.3 Produit de scellement prform mettre en oeuvre froid

M. 21

Produit de scellement pour joints joints dtanchit mouls

NBN EN 14188-3

Les mthodes dessais concernes font lobjet de rfrences dans la norme produit susmentionne.

C.17

ADJUVANTS POUR BETONS DE REVETEMENT

Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Partie 2 : Adjuvants pour NBN EN 934-2 Bton - Dfinitions, exigences, conformit, marquage et tiquetage Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-1 Partie 1: Bton et mortier de rfrence pour essais Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-2 Partie 2 : Dtermination du temps de prise Adjuvants pour btons, mortiers et coulis - Mthode d'essai NBN EN 480-3 Partie 3 : Dtermination du retrait et de l'expansion Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-4 Partie 4 : Dtermination du ressuage du bton Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-5 Partie 5: Dtermination de l'absorption capillaire Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-6 Partie 6: Analyse infrarouge Adjuvants pour btons, mortiers et coulis - Mthode d'essai NBN EN 480-7 Partie 7 : Dtermination de la densit des adjuvants liquides Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-8 Partie 8: Dtermination de l'extrait sec conventionnel Adjuvants pour btons, mortiers et coulis - Mthode d'essai NBN EN 480-9 Partie 9 : Dtermination de la valeur du pH Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-10 Partie 10: Dtermination de la teneur en chlorure soluble dans l'eau Adjuvants pour btons, mortiers et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-11 Partie 11: Dtermination des caractristiques des vides d'air dans le bton durci Adjuvants pour bton, mortiers et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-12 Partie 12: Dtermination de la teneur en alcalis dans les adjuvants Adjuvants pour bton, mortier et coulis - Mthodes d'essai NBN EN 480-14 Partie 14 : Dtermination de l'effet sur la tendance la corrosion de l'acier pour armature au moyen d'un essai lectrochimique potentiostatique Masse volumique ISO 758 pH ISO 4316

CCT 2011 C.19 PIERRES NATURELLES

NBN EN 12670 NBN EN 12407 NBN EN 12371 NBN EN 13755 NBN EN 14066 NBN EN 13919 NBN EN 1926 NBN EN 1341 NBN EN 1342 NBN EN 1343 NBN EN 771-6

M. 22

Nature lithologique de la pierre Examen ptrographique Dtermination de la rsistance au gel Absorption deau la pression atmosphrique Chocs thermiques Vieillissement acclr avec le SO2 en prsence dhumidit Mthodes d'essai des pierres naturelles - Dtermination de la rsistance la compression uniaxiale Dalles de pierre naturelle pour le pavage extrieur Exigences et mthodes dessai Pavs de pierre naturelle pour le pavage extrieur Exigences et mthodes dessai Bordures de pierre naturelle pour le pavage extrieur Exigences et mthodes dessai Spcification pour lments de maonnerie Partie 6, lments de maonnerie en pierre naturelle

C.20

FIBRES UTILISEES EN TANT QUINHIBITEUR DECOULEMENT

CME 35.01 CME 35.02 CME 35.03

Teneur en cellulose pH Longueur

C.21

CHLORURE DE CALCIUM EN SOLUTION

CME 20.01 CME 20.02 CME 20.03

Puret Teneur en CaCl2 anhydre Teneur en matires sches de ladjuvant

C.22 C.22.2

PAVES Pavs en pierre naturelle

NBN EN 1342 NBN EN 1926

Pavs de pierre naturelle pour le pavage extrieur Exigences et mthodes d'essai Rsistance la compression

C.22.3

Pavs en bton
NBN EN 1338 et NBN B 21-311

Pavs en bton Prescriptions et mthodes dessai

CCT 2011 C.22.3.2

PAVES PERMEABLES

M. 23

Mesurage des dimensions dun pav Dtermination de la rsistance au gel/dgel avec sel de dverglaage Dtermination de labsorption deau totale Mesurage de la rsistance ( la traction par fendage) Mesurage de la rsistance labrasion Mesurage de labrasion par lessai Bhme Mthode pour la dtermination de la valeur de rsistance la glissance avant polissage (USRV) Vrification des caractristiques visuelles -

NBN EN 1338 Annexe C NBN EN 1338 Annexe D NBN EN 1338 Annexe E NBN EN 1338 Annexe F NBN EN 1338 Annexe G NBN EN 1338 Annexe H NBN EN 1338 Annexe I NBN EN 1338 Annexe J

Pavs joints largis et ouvertures de drainage : vrification des ouvertures La surface pave occupe par le produit de pavage permable leau (voir figure C.22.3.a : surface B) est dtermine par calcul laide des dimensions de fabrication et pour une ouverture de joint la plus petite possible ou selon une mthode quivalente. La surface pave de la projection horizontale des ouvertures de drainage et des joints largis (voir figure C.22.3.a : surface B moins surface A) est dtermine par calcul laide des dimensions de fabrication de cette projection ou selon une mthode quivalente et est exprime en pourcentage de la surface pave occupe par le produit de pavage permable leau.

Cas dun produit de pavage avec tenons dcartement

Cas dun produit de pavage avec encoches

Figure C.22.3.a - Surface pave occupe par le produit de pavage permable leau et projection horizontale des ouvertures de drainage et des joints largis

CCT 2011

M. 24

Pavs poreux : dtermination de la permabilit leau Appareillage Lappareillage pour la dtermination de la permabilit leau comprend : a. Cadre dessai constitu de deux ou plusieurs formes en L et/ou en plaque (pour lessai des prouvettes prismatiques ou de deux formes semi-circulaires (pour lessai des prouvettes cylindriques) en tle dacier (figure C.22.3b). La hauteur des formes nest pas infrieure la hauteur de lprouvette + 20 mm. Le ct des formes qui est dirig vers lprouvette est revtu sur toute la hauteur de caoutchouc cellulaire ou dun matriau ayant des caractristiques comparables, sur une paisseur de (20 2) mm. Les formes sont munies dtaux permettant de serrer lprouvette dans le cadre dessai. Dispositif de soutien du cadre dessai comprenant lprouvette, laissant la face infrieure de lprouvette visible et assurant une position horizontale de la face suprieure de lprouvette durant lessai.
caoutchouc cellulaire bande souple en caoutchouc caoutchouc cellulaire tau tau prouvette prouvette bande souple en caoutchouc forme enL

b.

formes articules

profil de soutien

plaques mobiles

Exemple de cadre d'essai pour prouvettes cylindriques

Exemple de cadre d'essai pour prouvettes prismatiques

Figure C.22.3b - Cadres dessai pour la dtermination de la permabilit leau des pavs poreux
c. Bande souple en caoutchouc tendre autour de lprouvette pour assurer ltanchit des faces latrales et des cts latraux ventuels de lprouvette. La hauteur de la bande est telle que la hauteur de lespace compris entre la face suprieure de lprouvette et le ct intrieur de la bande de caoutchouc est de minimum 20 mm.

CCT 2011

M. 25
Bac rempli deau une temprature de (20 2)C. La quantit deau correspond au minimum celle pouvant pntrer dans lprouvette en 20 minutes. Dispositif (balance, chelle de mesure,) servant dterminer la quantit deau dans le bac avec une prcision de 1 %. Pied coulisse dune prcision de 0,1 mm. Niveau deau. Chronomtre.

d. e.

f. g. h.

Eprouvettes Lessai de permabilit leau est excut sur des produits de pavage poreux entiers ou des prouvettes prleves. Les prouvettes prleves par forage ont une surface suprieure de minimum 100 cm. Les prouvettes prismatiques prleves par sciage ont des dimensions horizontales suprieures ou gales 100 mm et une surface suprieure de minimum 100 cm. Le cas chant, plusieurs prouvettes munies dune tanchit approprie peuvent tre assembles en une prouvette aux dimensions requises. Prparation et conservation des prouvettes La boue issue du forage et/ou du sciage est retire des prouvettes prleves. Les dimensions de la face suprieure de lprouvette sont dtermines laide du pied coulisse et arrondies au mm. La surface A de lprouvette est calcule et arrondie 0,1 cm. Les prouvettes prpares sont conserves sous eau pendant (24 1)h, une temprature de (20 2)C, jusquau moment de lessai de permabilit leau. Excution de lessai La bande de caoutchouc est tendue autour de lprouvette de faon la rendre tanche sur toute la hauteur. Il est veill ce que le mode dtanchit empche le remplissage des pores de lprouvette et ninfluence pas lcoulement libre de leau travers lprouvette. Lensemble est ensuite serr dans le cadre dessai. Le cadre dessai ainsi muni de lprouvette est mont de faon ce que les faces suprieure et infrieure de lprouvette restent visibles. A laide du niveau deau, le montage est rgl pour que la face suprieure de lprouvette soit horizontale. De faon continue durant 15 minutes, une quantit deau du bas est applique sur la face suprieure de lprouvette de manire crer un film deau ferm une certaine hauteur au-dessus de la face suprieure. Entre le dbut de la 11ime et de la 15ime minute, on veillera ce que, pendant (300 3) secondes, laddition deau soit telle que le film deau ferm ne remonte pas de plus de 1 mm en moyenne. La hauteur moyenne h est mesure au mm prs. La quantit deau V applique durant le temps prcit est mesure et arrondie 10 cm.

CCT 2011
Expression du rsultat Le coefficient de permabilit de lprouvette est calcul par la formule suivante : k= 0,01.V .d A.t.(h + d )

M. 26

avec k : coefficient de permabilit (m/s), arrondi 0,01.10-5 m/s) une temprature de 20C V : quantit deau applique (cm) A : surface suprieure de lprouvette (cm) t : dure de lessai (s) d : paisseur de lprouvette (mm) h : hauteur du film deau ferm la surface de lprouvette (mm)

C.22.4

Pavs en terre cuite

NBN EN 1344

Pavs en terre cuite Prescriptions et mthodes dessais

C.23 C.23.2

TUYAUX ETANCHES Tuyaux en bton

Les modalits de rception technique pralable sont dcrites dans lannexe Q de la norme NBN B21-106.

C.23.3

Tuyaux en bton arm me en tle

Les tuyaux d'gouttage en bton arm me en tle sont conformes la norme harmonise NBN EN 641.

C.23.4

Tuyaux en grs

Les tuyaux et accessoires en grs et assemblages de tuyaux sont conformes aux normes de la srie NBN EN 295.

Tuyaux en grs pour les rseaux de branchement et dassainissement Tolrances dimensionnelles Diamtre intrieur minimal Mthode convenir Longueur nominale Mthode convenir Equerrage des extrmits NBN EN 295-3 2 Flche NBN EN 295-3 3 Rsistance Rsistance lcrasement NBN EN 295-3 4 Etanchit aux liquides Etanchit leau NBN EN 295-3 9

CCT 2011

M. 27

Assemblages de tuyaux en grs pour les rseaux de branchement et dassainissement Tolrances dimensionnelles Interchangeabilit des joints: - d4 (systme dassemblage C) - d3 (systme dassemblage F) Etanchit leau NBN EN 295-3 18 - Systme C - Systme F Accessoires en grs pour les rseaux de branchement et dassainissement Tolrances dimensionnelles - Courbure des coudes Mthode convenir - Angle de branchement des raccordements Mthode convenir Etanchit aux liquides et aux gaz Etanchit leau NBN EN 295-3 9 Etanchit lair NBN EN 295-3 13 Tuyaux de fonage en grs pour les rseaux de branchement et dassainissement Tolrances dimensionnelles Diamtre intrieur minimal Mthode convenir Longueur nominale Mthode convenir Equerrage des extrmits NBN EN 295-3 2 Flche NBN EN 295-3 3 Rsistance Rsistance lcrasement NBN EN 295-3 4 Etanchit aux liquides Etanchit leau NBN EN 295-3 9 C.23.5 C.23.5.1 C.23.5.1.1 Tuyaux en matriaux synthtiques
TUYAUX NON SOUMIS A PRESSION INTERNE Tuyaux et raccords en polychlorure de vinyle non plastifi (PVC-U)

Tuyaux Teneur en PVC Aspect Dimensions Vicat temprature de ramollissement Rsistance au dichloromthane Rsistance aux chocs Rigidit annulaire Dtermination du retrait longitudinal chaud Essai de pression interne Marquage Densit Couleur Dimensions profondeur insertion manchon : Amin Essai de traction

NBN EN 1905 NBN EN 1401 NBN EN 1401 NBN EN 727 NBN EN 580 NBN EN 744 NBN EN ISO 9969 NBN EN ISO 2505 NBN EN 921 NBN EN 1401 12 NBN EN ISO 1183-1 Mthode convenir NBN EN 1401 NBN EN ISO 6259-1/2

CCT 2011 Raccords Teneur en PVC Dimensions - Diamtre intrieur bout mle et emboture - Epaisseur paroi bout mle/ emboture/corps Vicat temprature de ramollissement Essai ltuve
Seulement pour raccords mouls par injection

M. 28

NBN EN 1905 NBN EN 1401

NBN EN 727 NBN EN ISO 580 NBN EN 12061 NBN EN 12256 NBN EN 1053 NBN EN 921 NBN EN 1401 NBN EN 1401 Mthode convenir Mthode convenir

Rsistance aux chocs Rsistance mcanique Etanchit leau Pression interne Marquage Dimensions Profondeur insertion manchon : Amin Aspect / couleur

Aptitude lemploi Essai dtanchits combines C.23.5.1.2

NBN EN 1277

Tuyaux et raccords en polythylne haute densit (PE-HD)

Les systmes de canalisations en plastique pour les branchements et les collecteurs dassainissement enterrs sans pression en PE-HD sont conformes la norme NBN EN 12666-1.

Tuyaux Indice de fluidit chaud en masse (Melt Flow Rate) MFR

Sur le plus petit diamtre

NBN EN ISO 1133 NBN EN 921 NBN EN 728 NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 NBN EN ISO 9969 NBN EN ISO 2505 NBN EN 12666-1

Essai de pression hydraulique interne Stabilit thermique OIT Aspect/Coloris Dimensions Rigidit annulaire Retrait chaud Marquage

Composants MFR Essai de pression hydraulique interne Stabilit thermique OIT Aspect/ Coloris Dimensions Dformabilit ou rsistance mcanique
Seulement pour des raccords composs de plusieurs lments

NBN EN ISO 1133 NBN EN 921 NBN EN 728 NBN EN 12666-1 NBN EN 12666-1 NBN EN 12256 NBN EN 12061 NBN EN ISO 580 NBN EN 12666-1

Essais de chute
Seulement pour des raccords dont la bague dtanchit est maintenue par un anneau de retenue ou une calotte

Essai ltuve (110C)

Pas pour les manchons lectrocoudables

Marquage

CCT 2011
Crush test ou Peel test (pour les raccords lectrosoudables) Essai de pression interne pour raccords lectrosoudables et souds bout bout Essais de traction pour soudage bout bout (tuyau-tuyau, tuyau-raccord avec bout mle) ISO 13955 et ISO 13954 ISO 1167 ISO 13953

M. 29

Aptitude lemploi Essais dtanchit bague dtanchit en lastomre Essai cyclique temprature leve
Montage B Figure 2 de la norme

NBN EN 1277 NBN EN 1055 NBN EN 1053

Mthode d'essai pour la performance long terme des assemblages avec bague d'tanchit en TPE
Seulement pour des raccords composs de plusieurs lments

C.23.5.1.3

Tuyaux et raccords en polypropylne (PP)

Les systmes de canalisations en plastique pour les branchements et les collecteurs dassainissement enterrs sans pression en PP sont conformes la norme NBN EN 1852-1 et aux spcifications ci-aprs.

Tuyaux Dimensions Aspect/Couleur MFR

Condition M

NBN EN 1852 NBN EN 1852 NBN EN 1133 NBN EN 728 NBN EN 744 NBN EN 1411 NBN EN ISO 2505 NBN EN ISO 9969 NBN EN 921 NBN EN 921 NBN EN 1852

Stabilit thermique OIT Rsistance aux chocs (mthode du cadran) Rsistance aux chocs (mthode en escalier) Retrait longitudinal chaud Rigidit annulaire initiale Essai de pression interne (1000h) Essai de pression interne (140h) Marquage

Raccords Aspect/Couleur Dimensions Stabilit thermique OIT MFR Dformabilit ou rsistance mcanique Essai de pression interne (1000h) Essai ltuve (150C) Rsistance aux chocs Marquage Aptitude l'emploi Essais dtanchit des assemblages bague dtanchit en lastomre Essai cyclique temprature leve Essais long terme pour joints TPE

NBN EN 1852 NBN EN ISO 3126 NBN EN 728 NBN EN 1133 NBN EN 12256 ISO 1167 NBN EN ISO 580 NBN EN 12061 NBN EN 1852

NBN EN 1277 NBN EN 1055 NBN EN 1989

CCT 2011 C.23.6 Tuyaux en fonte ductile

M. 30

Proprits gnrales Aspects de surface et rparations Types d'assemblages et interconnection

Conformit avec la norme applicable selon NBN EN 598 4.1.3

Visuel Visuel Visuel NBN EN 598 NBN EN 598 NBN EN 598 NBN EN 598 NBN EN 598

Couleur d'identification Tolrances dimensionnelles Epaisseur de paroi Diamtre extrieur Diamtre intrieur Longueur Rectitude des tuyaux

Caractristiques du matriau Proprits en traction Duret Revtements des tuyaux Revtement extrieur de zinc Revtement intrieur de mortier de ciment alumineux Revtement des zones d'assemblage Revtements des raccords et accessoires Revtement poxy des raccords et accessoires Etanchit Performances Flexion longitudinale Rigidit diamtrale des tuyaux Etanchit des composants pour canalisations gravitaires Etanchit des assemblages flexibles Assemblages brides
Conformit avec la NBN EN 545

NBN EN 598 NBN EN 598

NBN EN 598 NBN EN 598 NBN EN 598

NBN EN 598 NBN EN 598

NBN EN 598 NBN EN 598 NBN EN 598 NBN EN 598

Tuyaux brides rapportes par vissage ou soudage

Conformit avec la NBN EN 545

Rsistance chimique aux effluents Rsistance l'abrasion Rsistance du revtement intrieur de mortier de ciment

NBN EN 598 NBN EN 598 NBN EN 598

C.23.7

Tuyaux en acier

Les tuyaux et raccords en acier pour assainissement sont conformes la norme NBN EN 10224.

C.24

GARNITURES DETANCHEITES POUR JOINTS DE CANALISATION

Les essais sont ceux prvus par la norme NBN EN 681-1, NBN EN 681-2, NBN EN 681-3 et NBN EN 681-4.

CCT 2011 C.25 C.25.1 TUYAUX DRAINANTS ET MATERIAUX FILTRANTS Tuyaux drainants

M. 31

Les essais sont ceux prvus par les normes et spcifications types cites au C.25.1.

Essai de permabilit leau pour tuyaux en bton poreux

Appareillage Un dispositif permettant la fermeture tanche leau du tuyau lextrmit de labout mle, p. ex. un tapis en caoutchouc souple impermable leau. Une canalisation deau dune capacit suffisante (jusqu 5 10 l/s pour les plus grands diamtres de tuyau) pouvant produire un dbit deau constant. Un indicateur de dbit dune capacit suffisante permettant de mesurer le dbit produit jusqu 0,05 l/s. Une jauge permettant de mesurer le niveau deau dans le tuyau 1 cm prs. Un indicateur permettant de mesurer le diamtre D du tuyau avec une prcision de 1 mm pour les tuyaux de dimension nominale DN <500 et une prcision de 0,002 x DN en mm pour les tuyaux de dimension nominale DN 500. Un appareil permettant de mesurer lpaisseur de paroi t du tuyau avec une prcision de 1 mm.

Excution de lessai Mesurer lpaisseur de paroi t et le diamtre D du tuyau selon les dispositions de lAnnexe M de la norme NBN B 21-106. Le tuyau essayer est install verticalement, about mle vers le bas, en veillant ce que leau ne puisse schapper du tuyau par labout mle (par exemple en plaant le tuyau verticalement sur le tapis en caoutchouc ou de manire similaire). Amener leau dans le tuyau par la manchette pendant minimum 20 minutes jusqu lobtention dune surface deau stationnaire dau moins 1 m de haut dans le tuyau. Une situation stationnaire sobtient ds que le niveau deau H ne varie pas de plus de 1 cm pendant au moins 5 minutes. Dterminer ensuite le dbit stationnaire Q ncessaire pour maintenir le niveau deau H. Effectuer cet effet 3 mesures du dbit en 1 minute et calculer la valeur Q moyenne. Dterminer ensuite le coefficient de permabilit leau k au moyen de la formule : k=
avec : k= = coefficient de permabilit leau en m s ; la fraction du pourtour du tuyau constitue de bton poreux ( est 0,5 pour les tuyaux dont la moiti du pourtour est constitu de bton poreux et = 1 pour les tuyaux dont la totalit du pourtour est constitue de bton poreux); paisseur de paroi du tuyau en m;
3 moyenne de 3 mesures du dbit stationnaire en m

2tQ DH 2

t= Q= D=

diamtre du tuyau en m;

CCT 2011
H= niveau deau stationnaire dans le tuyau en m.

M. 32

CCT 2011 Dtermination des dimensions des perforations pour les tuyaux en bton perfors
Appareillage

M. 33

Un set de jauges, constitu dune part de mandrins de section circulaire di 0,05 mm avec di = 9 14 mm et dautre part de calibres en forme de latte de 1 mm dpaisseur et de largeur bi = 0,05 mm avec bi = 13 18 mm.
Mthode de mesure

Une perforation a un diamtre de n mm si le mandrin de diamtre di = n - 1 mm traverse la perforation de part en part et pas le calibre en forme de latte bi = n + 3 mm.

C.25.2

Matriaux filtrants

Caractristiques spcifies Epaisseur Masse surfacique Rsistance la traction

Mthode convenir Mthode convenir Mthode convenir

C.26

BRIQUES ET BLOCS DE MAONNERIES

NBN EN 771-1 NBN EN 771-2 NBN EN 771-3 NBN B 24-209 NBN B 27-009

Spcifications pour lments de maonnerie Partie 1 : Briques de terre cuite Spcifications pour lments de maonnerie Partie 2: Elments de maonnerie en silico-calcaire Spcifications pour lments de maonnerie Partie 3: Elments de maonnerie en bton de granulats (granulats courants et lgers) Essai defflorescence Produits cramiques pour parements de murs et de sols Glivit Cycles de gel-dgel

C.27 C.27.1

DALLES Dalles en bton de ciment

NBN EN 1339 et NBN B 21-211

Dalles en bton prescriptions et mthodes dessai

C.27.2

Dalles en pierre naturelle

Dalles de pierre naturelle pour le pavage extrieur NBN EN 1341 Exigences et mthodes dessai Rsistance en flexion NBN EN 12372

CCT 2011 C.27.3

-

M. 34 Dalles-gazon en bton

Contrle du bton Le prlvement des prouvettes dans le produit par forage et/ou sciage est conforme aux dispositions applicables de la NBN EN 12504-1. Le moulage des cubes et prismes est conforme la NBN EN 12390-2. Les prouvettes prleves ou dmoules et le cas chant les produits finis sont conservs dans les mmes conditions que le produit jusquau dbut de leur conditionnement. Les prouvettes destines la dtermination de la rsistance mcanique du bton sont conserves avant lessai de compression pendant (50 10) heures sous eau une temprature de (20 2)C, et ce en complment de la NBN EN 12504-1 et en drogation la NBN EN 12390-2. Les prouvettes destines la dtermination de labsorption deau par immersion sont conditionnes conformment la NBN B 15-215. Les dlais de conditionnement peuvent toutefois tre raccourcis en vue dune fourniture du produit 28 jours dge ou avant.

Rsistance mcanique du produit essai de charge La rsistance mcanique dune dalle-gazon en bton est dtermine selon la norme NBN EN 12390-5 sur une dalle-gazon de bton entire, compte tenu des dispositions cidessous. Les prouvettes sont conserves sous eau une temprature de (20 2)C durant une priode de 4 5 heures prcdant lessai. Lprouvette est place dans la machine dessai de flexion, face de pose reposant sur les rouleaux dappui. Les axes des rouleaux dappui sont symtriques par rapport la section mdiane transversale de la dalle et une distance rciproque correspondant la plus petite des valeurs suivantes : le triple de lpaisseur de fabrication de la dalle ; la longueur de fabrication diminue de 100 mm.

La charge dessai agit mi-porte sur un dispositif de rpartition en acier indformable dont la largeur est gale 100 mm et la longueur est au moins de 10 mm plus grande que la largeur de la dalle. La charge de rupture est exprime par unit de largeur de la dalle-gazon en bton et est conventionnellement dtermine en divisant la charge de rupture (N) obtenue avec lessai de charge par la largeur de fabrication de la dalle-gazon (mm). La charge de rupture est exprime avec une dcimale.

C.27.5

Dalles en pierre reconstitue

NBN EN 1339 et NBN B 21-211

CCT 2011 C.27.6 Dalles de reprage

CEN/TS 15209

M. 35

Surfaces tactiles dindication au sol en bton, terre cuite et pierre naturelle

C.28

ELEMENTS EN FONTE ET ACIER COULE

Dispositifs de couronnement et de fermeture pour les zones de NBN EN 124 circulation utilises par les pitons et les vhicules Principes de construction, essais types, marquage, contrle de qualit Etanchit des avaloirs Voir C.28.1.3 Chargement de la grille et du chssis NBN EN 124 - La rsistance des grilles d'avaloirs et de caniveau est teste sur un dispositif non dformable, reproduisant les conditions d'assise de la grille sur la cuve ou sur le caniveau. - La rsistance des cuves d'avaloirs est teste sur l'appareil muni d'une grille, non entoure.

C.29

ECHELLES ET ECHELONS
NBN EN 14396 Contrle visuel Mesures

Echelles fixes pour raccords Finition de la surface Dimensions conformes la NBN EN 14396; 4.3.2 Matriau conforme la NBN EN 14396; 2 Rsistance - charge verticale des chelons - rsistance de lchelle
- ancrage Protection contre la corrosion (uniquement chelles en acier)

NBN EN 14396 - annexe B NBN EN 14396 - annexe F ou annexe C NBN EN 14396 - annexe E et annexe F NBN EN ISO 1461 NBN EN 13101 Contrle visuel Mesures

Echelons de trou dhomme - prescriptions, marquage, essai et valuation de la conformit Finition Dimensions conformes la NBN EN 13101; 4.3.2 Matriau conforme la NBN EN 13101; 4.1

Les caractristiques mcaniques contrler sont fonction du matriau utilis pour les chelons. Le contrle raliser, la mthode dessai et le rsultat attendu sont repris dans la NBN EN 13101; 5

C.30 C.30.1

BORDURES Bordures en pierre naturelle

NBN EN 1343 NBN EN 1341 Annexe C NBN EN 1341 Annexe D

Rsistance lusure Rsistance au glissement

CCT 2011 C.30.2 Bordures prfabriques en bton

M. 36
NBN EN 1340 et NBN B 21-411 NBN EN 1340 et NBN B 21-411 NBN EN 1340 et NBN B 21-411

C.30.3

Bordures en bton avec couche superficielle spciale

C.30.4

Bordures en roche sdimentaire carbonate

C.31

BANDES DE CONTREBUTAGE ET FILETS DEAU PREFABRIQUES EN BETON

NBN EN 1340 et NBN B 21-411

Elments pour bordures en bton - Prescriptions et mthodes d'essai

C.32

BORDURES - FILETS DEAU PREFABRIQUEES EN BETON

NBN EN 1340 et NBN B 21-411

Elments pour bordures en bton - Prescriptions et mthodes d'essai

C.33

BARRIERES DE SECURITE EN BETON

NBN EN 1317-1 NBN EN 1317-2

Dispositifs de retenue routiers Partie 1 Terminologie et dispositions gnrales pour les mthodes dessai Dispositifs de retenue routiers - Partie 2: Classes de performances, critres d'acceptation des essais de choc et mthodes d'essai pour les barrires de scurit Dispositifs de retenue routiers Partie 3 : Attnuateurs de choc Classes de performance, critre dacceptation des essais de choc et mthodes dessais Mthodes dessai pour les extrmits et raccordements des glissires de scurit

NBN EN 1317-3

NBN ENV 1317-4

C.34
Voir H.5.

BARRIERE DE SECURITE METALLIQUES

C.35

CHAMBRES DE VISITE
NBN EN 1917 - annexe A ou annexe B NBN EN 1917, annexe C + NBN B 21-101 NBN EN 1917 - annexe D NBN EN 1917 - annexe E

Rsistance lcrasement Etanchit leau Absorption deau Rsistance dchelons scells

CCT 2011 C.36 CANIVEAUX PREFABRIQUES EN BETON

NBN EN 1433

M. 37

Caniveaux hydrauliques pour l'vacuation des eaux dans les zones de circulation utilises par les pitons et les vhicules Classification, prescriptions de conception et d'essai, marquage et valuation de la conformit Dispositifs de couronnement et de fermeture pour les zones de circulation utilises par les pitons et les vhicules - Principes de construction, essais types, marquage, contrle de qualit

NBN EN 124

C.37

GEOCOMPOSITES DRAINANTS - SPECIFICATIONS

NBN EN 1897 et NBN EN ISO 12958

Capacit de dbit dans le plan (en m/sec et rduite 10C)

- Pour un gradient hydraulique de 1 et pour des contraintes de 20, 50, 100 ou 200 kPa. - Pour le gradient hydraulique et la contrainte verticale long terme correspondant au projet.

Epaisseur rsiduelle long terme

Sous 20 kPa et une contrainte correspondant au projet.

NBN EN 1897 NBN EN ISO 10319 et NBN EN ISO 10321 NBN EN 918 NBN EN ISO 12236 NBN EN ISO 12956 NBN EN 1897 NBN EN 12958

Gocomposites drainants spcifications : Filtre Rsistance la traction

Rsistance la perforation CBR (Californian Bearing Ratio) Ouverture de filtration Gocomposites drainants spcifications : Goespaceur Comportement au fluage en compression + cisaillement Capacit de dbit dans le plan
En fonction du fluage en compression sur le long terme

C.38

PIERRE DE LAVE
NBN 1097-3 NBN 1097-6

Masse volumique sche Absorption deau

C.40

SYSTEMES DETANCHEITE DES PONTS ET TOITURES DE TUNNEL ET LEUR PROTECTION

Systme dgalisation du support Tire gratte poxy Matire non volatile de la rsine NBN EN ISO 3251 Dlai maximum dutilisation NBN EN ISO 9514 Masse dgalisation bitumineuse Essais suivant guide dagrment UBAtc n G0030 Masse dgalisation bitumineuses pour la correction de texture des tabliers de pont (en projet).

CCT 2011 C.40.1

M. 38 Systme d'tanchit base de feuille bitumineuse arme pour ponts et toitures de tunnel

Essais suivant guide d'agrment UBAtc n G0001 "Feuilles bitumineuses armes pour tanchit des ponts et autres surface en bton circulables par les vhicules".

C.40.2

Systme d'tanchit base de rsine liquide pour ponts et toitures de tunnel

Essais suivant guide d'agrment UBAtc n G0003 "Systme de rsines liquides utilises comme tanchit des ponts et voitures parking".

C.40.3

Asphalte coul comme couche dtanchit de ponts et de toitures de tunnel

NBN EN 1849-1 NBN EN 12311-1 NBN EN 12311-1 NBN EN 12697-20 NBN EN 12697-8 CME 58.11 NBN EN 12697-22, 1 kN NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39

Masse surfacique nominale (voile de verre) Charge la rupture longitudinale (voile de verre) Charge la rupture transversale (voile de verre) Rsistance l'indentation Teneur en vides Retrait contrari Rsistance l'ornirage Granulomtrie Teneur en liant

C.40.4

Asphalte coul pour couche de protection de ltanchit

NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-20 NBN EN 12697-8 CME 58.11 NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39 NBN EN 12697-22, 1 kN

Granulomtrie Rsistance lindentation Teneur en vides Retrait contrari Teneur en liant Rsistance lornirage

C.41 C.41.1

MATERIAUX ANTI-FISSURES Gotextile

NBN EN 965 NBN EN 964-1 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 10319 NBN EN ISO 306

Poids minimum Epaisseur minimale Resistance la rupture par extension minimale Allongement la rupture par extension minimale Temprature de ramollissement Vicat minimale

CCT 2011 C.41.2 Gogrilles

NBN EN 12224 NBN EN 15381 NBN EN 13431 NBN-EN 995 NBN-EN ISO 1172 NBN-EN ISO 306

M. 39

Rsistance rsiduelle aprs essai de vieillissement Rsistance la traction et allongement la rupture Fluage 15 C Poids total Perte au feu Temprature de ramollissement Vicat minimale

C.41.3

Combinaison grille-gotextile
NBN EN 15381 - annexe C NBN EN ISO 306

Quantit minimale de bitume Temprature de ramollissement Vicat minimale

C.41.4

Treillis darmatures en acier

NBN EN 10002-1 NBN EN ISO 1460 NBN EN ISO 1461 NBN EN ISO 14713-1, -2, -3

Charge de rupture Galvanisation

C.42 C.43
Voir J.2.

PRODUITS DE MARQUAGES BILLE DE VERRE UTILISEES POUR LES PRODUITS DE MARQUAGE

C.44
Voir J.1.

SIGNALISATION VERTICALE

C.45

MORTIER A LIANT HYDRAULIQUE MODIFIE ET A BASE DE RESINES

Guide dagrment UBAtc n G 0007 Mortier de rparation base de liants hydrauliques .

C.47

ASPHALTE COULE POUR REPARTION DE FISSURE

NBN EN 12697-20 NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39

Rsistance l'indentation
Type d'prouvette C, surface du poinon 500 mm, (22 1) C

Granulomtrie Teneur en liant

CCT 2011 C.48 ENROBE STOCKABLE

CME 54.32 CME 54.36 CME 54.33 CME 54.35

M. 40

Capacit de durcissement Stabilit Sensibilit au gel Rsistance au dsenrobage

C.50

PRODUITS DIMPREGNATION
NBN EN 13579 NBN EN 13580

Essai de schage pour limprgnation hydrofuge Essai dabsorption deau et de rsistance aux alcalis

C.51

CENDRES VOLANTES
NBN EN 196-2 NBN EN 196-2

Pourcentage dimbrls (perte au feu) Teneurs en ions SO4

CCT 2011 CHAPITRE D - TERRASSEMENTS

M. 41

D.4

DEBLAIS GENERAUX
CME 50.01

Essais la plaque (coefficient de compressibilit M1)

D.5

REMBLAIS
CME 50.01

Essais la plaque (coefficient de compressibilit M1)

D.6

TERRASSEMENTS PARTICULIERS
CME 50.01 CME 50.03 NBN EN 12390-3

Essais la plaque (coefficient de compressibilit M1) Essai de pntration dynamique dun sol laide de la sonde de battage CRR Rsistance la compression du matriau autocompactant rexcavable Rc 28 jours

CCT 2011 CHAPITRE E - SOUS FONDATIONS ET FONDATION

M. 42

E.2

TRAVAUX PREPARATOIRES
CME 50.01

Essais la plaque (coefficient de compressibilit M1)

E.3

SOUS-FONDATIONS
CME 50.01 NBN EN 13036-7

Essais la plaque (coefficient de compressibilit M1) Rgularit de surface releve la rgle de 3 m

E.4

FONDATIONS
CME 50.01 NBN EN 13036-7 NBN EN 933-1 NBN EN 13286-41 NBN EN 13863-3 NBN EN 12504-1 NBN EN 12390-1 NBN EN 12390-3 SB 250 Hst. XIV, 4.9

Essais la plaque (coefficient de compressibilit M1) Rgularit de surface releve la rgle de 3 m Analyse granulomtrique Rsistance la compression des mlanges traits aux liants hydrauliques Epaisseur des fondations en bton maigre Prlvement des carottes Prparation des prouvettes pour lessai de compression Rsistance la compression simple des btons de ciment prlevs in situ Permabilit des fondations en bton maigre poreux

E.4.7

Fondation en bton autoplaant pour scellement dlments prfabriqus

Viscosit du bton (essai dcoulement V-funnel)

But de lessai

Lessai dcoulement (V-funnel) permet de caractriser la viscosit et de vrifier que la mise en place du bton ne sera pas contrarie par des phnomnes de blocage inacceptables.
Principe de la mthode

Un entonnoir en forme de V est rempli de bton autoplaant frais et le temps pris pour que le bton scoule de lentonnoir est mesur et enregistr comme le temps dcoulement Vfunnel.

CCT 2011
Appareillage

M. 43

- Entonnoir en V (V-funnel) avec claquet de fermeture : entonnoir suivant modle et dimensions intrieures donnes dans figure ci-dessous. Lintrieur de lentonnoir est en acier inoxydable.
A

A = 515 mm B = 450 mm C = 150 mm D = 65 mm E = 75 mm

Conteneur dune contenance suprieure celle de lentonnoir (minimum 12 l). Pelle dune contenance comprise entre 1 500 et 2 000 ml. Chronomtre mesurant au 1/10me de seconde. Latte darasement.

Mode opratoire

Installer lentonnoir de faon stable et de niveau. Prparer lchantillon de bton autoplaant (NBN EN 12350-1). Nettoyer lentonnoir et le clapet de fermeture. Humecter les faces intrieures de lentonnoir. Fermer le clapet de fermeture. Placer le conteneur sous lentonnoir. Remplir lentonnoir avec le bton autoplaant (sans agitation et sans piquage). Araser si ncessaire le bton avec le niveau suprieur de lentonnoir (avec la latte darasement). Ouvrir le clapet de fermeture (10 2) s aprs remplissage de lentonnoir et enclencher en mme temps le chronomtre. Mesurer le temps t1 ( 0,1 s) entre louverture du clapet et le moment o il est possible de voir lintrieur du conteneur travers lentonnoir pour la premire fois. Rpter lessai une fois sans nettoyer lentonnoir entre les deux essais. Le temps mesur au cours de ce deuxime essai est le temps t2. Lensemble de lessai complet (2 mesures) doit tre ralis dans les 5 minutes suivant le dbut du premier remplissage. Dterminer le temps moyen dcoulement (V-funnel) en seconde avec deux dcimales avec la formule suivante :
t1 + t 2 2

tv =

CCT 2011
Rapport dessai
Le rapport dessai contient : lidentification de lchantillon dessai ; le lieu o lessai a t ralis; la date laquelle lessai a t ralis ; la temprature du bton au moment de lessai ; le temps moyen dcoulement (V-funnel) tv au 0,1 s le plus proche ; le temps coul entre le remplissage de lentonnoir et la lecture du temps t2 ; tout cart par rapport la procdure prescrite. Voir E.4.7.5.2.2.2 talement Voir E.4.7.5.2.2.2 Voir E.4.7.5.2.2.2 NBN EN 12390

M. 44

Fluidit du bton essais slumpflow) Stabilit du bton (essai slumpflow) Rsistance la sgrgation du bton Rsistance la compression du bton Absorption deau du bton
Sur la tranche suprieure Rfrence de base NBN B15-215

But de lessai
Contrle de la qualit du bton durci sous langle de son absorption deau par immersion.

Principe de la mthode
Saturer une prouvette en eau par immersion et scher ensuite celle-ci ltuve. Par convention, labsorption deau par immersion reprsente la quantit deau prsente dans le bton au terme dune immersion sous eau jusqu masse constante et libre lors dune dessiccation jusqu masse constante en tuve ventile la temprature de (110 2) C. Elle sexprime en pour cent de la masse sche.

Eprouvette
Lprouvette destine cet essai comprend toujours la face suprieure du revtement ; elle est prleve la partie suprieure dchantillons cyclindriques de (100 2) cm de section, et son paisseur est de (4,5 0,5) cm. Lprouvette ne peut contenir aucun fragment darmature.

Mode opratoire et expression des rsultats

Se rfrer la procdure dcrite dans la norme NBN B15-215

CCT 2011
Calcul
Se rfrer la procdure dcrite dans la norme NBN B15-215

M. 45

Rapport dessai
Se rfrer la procdure dcrite dans la norme Planit Texture de surface Essai Slumpflow (slump modifi) NBN B15-215 NBN EN 13036-7 NBN EN 13036-1 Voir E.4.7.5.2.2.2

E.4.8

Fondation en grave-bitume

Voir chapitre F.2.

CCT 2011 CHAPITRE F - REVETEMENTS DE CHAUSSEE

M. 46

F.1

REVETEMENTS EN BETON DE CIMENT

NBN EN 13863-3 NBN EN 12504-1 NBN EN 12390-1 NBN EN 12390-3 NBN B 15-215 ISO-DIS 4846.2 NBN EN 13036-7 NBN EN 12350-7 NBN EN 480-11 CEN/TS 15901-6 CME 53.10 CEN/TS 15901-7 CME 53.10

Epaisseur des revtements Prlvement des carottes Prparation des prouvettes pour lessai de compression Rsistance la compression simple des btons de ciment prlevs in situ Dtermination de labsorption deau Rsistance aux cycles de gel et dgel Rgularit de la surface releve la rgle de 3 mtres ou laide dun gabarit appropri Teneur en air occlus du bton frais Teneur en air du bton durci Coefficient de frottement transversal (SCRIM) Coefficient de planit Coefficient de frottement longitudinal (Grip Tester) Coefficient de planit (APL)
Pour la dtermination de la planit de la surface, il peut tre renvoy la mthode dcrite dans le CME 53.10. Dans le CME 53.10, il est fait rfrence : Etude de luni longitudinal des revtements routiers - CRR CR15/81, et deux documents publis par le LCPC en 1993. Ces deux derniers documents, datant de 1993, doivent toutefois tre remplacs par le document plus rcent suivant, galement publi par le LCPC : Mesure de luni longitudinal des chausses routires et aronautiques, Excution et exploitation des relevs profilomtriques mthode dessai des LPC n 46 version 2.0 Laboratoire Central des Ponts et Chausses France, juillet 2009. Dans ce contexte, nous pouvons galement renvoyer la norme europenne EN 13036-6 (2008) intitule Mesures des profils longitudinaux et transversaux dans le domaine des longueurs correspondant luni et la mgatexture (des chausses) . Cette norme dcrit en termes gnraux la mthode concerne. Nanmoins, il ny a pas encore au niveau europen de norme relative au traitement des donnes et des indicateurs ainsi calculs.

F.2

REVETEMENTS EN ENROBES BITUMINEUX COMPACTES

NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39 NBN EN 12697-18 NBN EN 12697-31 NBN EN 12697-30

Granulomtrie Teneur en liant Egouttage du liant

Prciser mthode au panier - mthode Schellenberg suivant le type d'enrob

Compactage giratoire (voir Informations complmentaires) Compactage Marshall

CCT 2011
Malaxage en laboratoire Pourcentage de vides (voir Informations complmentaires)
-

M. 47
NBN EN 12697-35 NBN EN 12697-8

MVA est dtermine selon NBN EN 12697-6 - mthode B pour tous les enrobs - mthode B pour les carottes de chantier (crire procdure si gravillonnage) - mthode D si il s'agit d'prouvettes PCG MVM est dtermine selon NBN EN 12697-5, mthode A (eau)

Pourcentage de vides (scories) Essai au simulateur de trafic (voir Informations complmentaires) Mesure de rigidit

CME 54.43 NBN EN 12697-22 NBN EN 12697-26 annexe A (essai de flexion deux points sur prouvettes trapzodales) NBN EN 12697-24 annexe A NBN EN 12697-33 NBN EN 12697-27 NBN EN 12697-28 NBN EN 12697-12 partie A NBN EN 12697-36 CME 54.08 NBN EN 13036-7 NBN EN 13036-1 NBN EN 12697-19 NBN EN 12697-3 CME 54.26 CME 54.37 CME 54.12 CEN/TS 15901-6 CME 53.10 CEN/TS 15901-7

Mesure de fatigue (voir Informations complmentaires) Confection des prouvettes au compacteur de plaques Prlvement des chantillons (voir Informations complmentaires) Prparation des chantillons Essai de sensibilit l'eau (voir Informations complmentaires) Epaisseur totale du revtement et paisseur des diffrentes couches Compacit relative Rgularit de surface (rgle de 3 m) Texture de surface ISO 13473-5 (laser) Permabilit des prouvettes Rcupration du liant Portance (dflexion du revtement au passage d'un essieu) Delta anneau-bille d'un mastic bitumineux Teneur en liant des granulats prenrobs Coefficient de frottement transversal (SCRIM) Coefficient de planit (APL) (voir Informations complmentaires) Coefficient de frottement longitudinal (Grip Tester)

Informations complmentaires
1. Essai dornirage (NBN EN 12697-22)

1.1

Essai dornirage sur mlanges bitumineux, lexception de lasphalte coul

Lessai dornirage est ralis conformment la NBN EN 12697-22 50C et 1Hz. Des limites sont fixes la profondeur dornire PLD 30.000 cycles. La profondeur dornire proportionnelle est exprime par un pourcentage de la hauteur de lprouvette. Lpaisseur nominale est toujours de 50 mm. Les mlanges SMA sont fixs dans du pltre.

CCT 2011
1.2 Essai dornirage sur un mlange bitumineux frachement confectionn

M. 48

Le mlange bitumineux est confectionn conformment la NBN EN 12697-35 et compact laide dun compacteur de plaques conformment la NBN EN 12697-33. Ensuite, lessai dornirage est ralis avec les paramtres tablis au 1.1.

1.3

Essai dornirage sur des carottes prleves sur chausse

Lessai est ralis couche par couche. Dans le cas o une des couches est trop fine pour pouvoir tre soumise lessai, on peut dcider de prendre deux couches simultanment. Trois carottes de 400 cm sont ncessaires pour confectionner une prouvette. Aprs quelles aient t prleves, elles doivent tre scies de manire rentrer dans le moule (figure 1.3). Placez, dans le moule sans fond et positionn lenvers sur une surface plane, les trois parties retournes, en plaant la plus petite lextrmit. Le dessous de lprouvette peut alors tre fix avec un mortier de ciment, qui est liss au niveau du bord du moule.
140 mm 180 mm 180 mm
50 150 mm

80 1

mm

Disposition des carottes (400 cm2)

180 mm 140 mm

180 mm

mm 25

Sciage des carottes (400 cm2)

Figure 1.3 - Disposition des prouvettes scies

Aprs durcissement du mortier, mettez en place le fond du moule. Lessai dornirage est ralis tel que dcrit au 1.1.

1.4

Essai dornirage sur asphalte coul

1.4.1 Asphalte coul comme couche de roulement ou comme couche de protection Lessai dornirage se fait selon les dispositions du 1.1, lexception de ce qui suit: lpaisseur nominale est de 30 mm ; la charge de la roue est rduite 1 kN.

CCT 2011
1.4.2 Asphalte coul comme couche dtanchit

M. 49

Lessai dornirage se fait selon les dispositions du 1.1, lexception de ce qui suit: une prouvette est constitue dun complexe compos dune couche dtanchit de 10 mm recouverte dune couche de protection de 30 mm en asphalte coul (toutes deux provenant du mme producteur) ou dun complexe constitu dune tanchit de 15 mm ( placer en 2 couches de 7 8 mm) surmonte de 40 mm AC-10. Le rsultat de lessai nest valable que pour le systme test ; la charge de la roue est rduite 1 kN. Aprs lessai, lchantillon sera sci transversalement et lon tudiera si chaque couche satisfait individuellement aux exigences. 2. Dtermination du pourcentage de vides dun revtement bitumineux (NBN EN 12697-8)

2.1 Objectif de lessai

Dterminer lensemble des vides, qui ne sont pas occups par les granulats et le liant, prsents dans le volume total du matriau.

2.2

Principe de la mthode

On mesure tout dabord la masse volumique apparente, et ensuite la masse volumique maximale de lchantillon prlev sur le revtement bitumineux, conformment aux mthodes dcrites ci-aprs. Le pourcentage de vides est ensuite calcul, laide des valeurs exprimentales ainsi obtenues.

2.3
-

Matriel ncessaire
Pour le sciage: machine de sciage quipe dune lame diamante sans dents, dune paisseur maximale de 4 mm. Pour la masse volumique apparente: voir NBN-EN 12697-6. Pour la masse volumique maximale: voir NBN-EN 12697-5, mthode A, avec de leau.

2.4

Mthode et calculs

2.4.1 Marquage de lprouvette Dterminez laide de deux traits sur la carotte prleve dans le revtement, le plus grand cylindre qui contient les prouvettes tester : si la sparation entre deux couches est perpendiculaire laxe de la carotte, elle est alors marque dun trait ; si la sparation entre deux couches nest pas perpendiculaire laxe de la carotte, le plus petit cylindre qui contient cette ligne de sparation est alors indiqu laide de deux traits ; si les limites entre les couches ne sont pas visibles, la ligne de sparation entre les couches est alors indique dun seul trait sa profondeur thorique par rapport la surface du revtement. Dans le cas dun revtement de 5 cm dpaisseur, p. ex. avec deux
couches de fondation bitumineuses de 6 cm dpaisseur, les traits de sparation sont tracs respectivement 5 et 11 cm du haut de la carotte.

CCT 2011
2.4.2 Inspection visuelle avant le sciage (mentionne dans le rapport final) Lvaluation de chaque couche se fait selon la terminologie suivante: 1. Ferme 2. Semi-ouverte 3. Ouverte 4. Effrite 5. Fissure 6. Dsagrge 7. Cavits ponctuelles 8. Dtachement de la couche suprieure ou infrieure 9. Observations complmentaires Remarque: -

M. 50

en cas de doute, un examen plus approfondi peut tre ralis, soit laide de photos, soit laide de mesures, ou de toute autre manire juge ncessaire; les observations complmentaires peuvent tre: ressuage du bitume, sgrgation,

2.4.3 Sciage de lprouvette Le sciage est ralis laide dune machine quipe dune lame diamante sans dents, dune paisseur maximale de 4 mm. Lors de cette opration, la carotte est fixe dans un support en au moins trois points. Le support est fix sur la machine de sciage et rgl de sorte ce que la carotte soit perpendiculaire la lame. Les diffrentes tranches de la carotte sont obtenues en la sciant hauteur des traits. Il nest pas permis dendommager la carotte lors du sciage. Carottes de AC : lpaisseur de lprouvette = 2D, mais lpaisseur doit tre au minimum de 20 mm ; la partie suprieure dune couche de roulement est enleve en sciant une tranche aussi fine que possible.

Carottes de SMA : lorsquune carotte de SMA est soumise des essais, sa surface doit tre aplanie ; des couches dune paisseur nominale de 4 5 cm, on scie au maximum 1 cm ; des couches dune paisseur nominale de 3 cm, on scie 0,5 0,7 cm ; pour un mlange SMA-10-x, la hauteur minimale requise de 2,5 cm pour des essais plus approfondis, doit tre respecte ; on ne dtermine pas la teneur en vides des mlanges SMA-6,3.

Si la hauteur ou la masse aprs sciage est infrieure la hauteur ou la masse minimale requise, il est alors inutile de dterminer le pourcentage de vides de cette couche. Aprs sciage, une nouvelle inspection visuelle des diffrentes couches doit tre ralise, en utilisant la mme terminologie que celle applique lors de linspection avant sciage.

CCT 2011
2.4.4 Dtermination de la masse volumique apparente

M. 51

Cas dune prouvette de AC La masse volumique apparente est dtermine selon la NBN-EN 12697-6, mthode B. Cas dune prouvette de SMA La masse volumique apparente est dtermine selon la NBN-EN 12697-6, mthode B. 2.4.5 Dtermination de la masse volumique maximale La masse volumique maximale est dtermine selon la NBN-EN 12697-5, mthode A, avec de leau.

2.5

Calcul du pourcentage de vides

Le calcul du pourcentage de vides se fait selon la NBN-EN 12697-8. 3. Compactage giratoire (NBN EN 12697-31)

3.1 Gnralit
Le compactage des prouvettes avec le compacteur giratoire se fait selon la NBN-EN 1269731 et en respectant les conditions dessai suivantes (les paragraphes dont il est fait rfrence sont ceux de la norme NBN-EN 12697-31): langle = 1 (4); la force F est telle que, en fonction du diamtre du moule (5.1), une charge de 600 kPa est exerce; la vitesse de rotation (7.1.4) est de 30 girations par minute; le diamtre du moule (5.2) est de 150 mm pour les mlanges AC-20 base 3-x et de 100 mm pour les autres mlanges;

3.2 Compacteur giratoire pour dterminer le pourcentage de vides

Avec les granulats et avec trois teneurs en bitume diffrentes (exprimes en pourcentage de la masse du mlange bitumineux), on confectionne chaque fois quatre prouvettes giratoires. La diffrence entre deux teneurs en bitume successives est de 0,30 %. Pour chaque teneur en bitume, les masses volumiques spcifiques des trois prouvettes giratoires sont retenues. Dans le cas dun mlange AC ou dun enrob maigre, le rsultat est dtermin aprs 60 girations, aprs 100 girations pour un mlange EME et aprs 120 girations pour un mlange SMA. Les pourcentages de vides (minimum et maximum) sont mesurs sur prouvettes de 10 cm de diamtre pour les GB-14-1 et de 15 cm de diamtre pour les GB-20-1 fabriques au moyen du compacteur giratoire. La courbe des vides est dtermine de 0 200 girations. Les prescriptions doivent tre satisfaites 100 girations pour les GB-14-1 et 120 girations pour les GB-20-1.

CCT 2011

M. 52

La masse volumique maximale, ncessaire pour dterminer le pourcentage de vides, est dtermine selon la NBN EN 12697-5, mthode A, avec de leau.

3.3 Compacteur giratoire pour dterminer la densit relative dune couche

Lenrob chaud et dsagrg provenant dune ou de plusieurs carottes assembles est recompact pour former une prouvette giratoire. Dans le cas dun mlange AC, le rsultat (MVA2) est dtermin aprs 60 girations, et aprs 100 girations pour un mlange EME.

3.4

Compacteur giratoire pour dterminer la sensibilit leau

Avec les granulats et avec trois teneurs en bitume diffrentes (exprimes en pourcentage de la masse du mlange bitumineux), on confectionne chaque fois six prouvettes giratoires. La diffrence entre deux teneurs en bitume successives est de 0,30 %. Dans le cas de mlanges AC, EME, AC-bind, GB et SMA, la sensibilit leau est dtermine sur des carottes giratoires aprs 25 girations. Une carotte est confectionne et est ensuite coupe en deux. La hauteur de chaque prouvette ainsi obtenue est de 35 75 mm. 4. Compactage Marshall ou impact (NBN 12697-30)

4.1

Compactage Marshall ou impact pour la dtermination du pourcentage de vides

Pour cela, nous renvoyons au 3.2, lexception du fait que les prouvettes ncessaires sont confectionnes par compactage Marshall ou a impact et ce 2 x 50 coups.

4.2

Compactage Marshall ou impact pour la dtermination de la sensibilit leau

Pour cela, nous renvoyons au 3.4, lexception du fait que les prouvettes ncessaires sont confectionnes par compactage Marshall ou a impact et ce 2 x 25 coups. 5. Essai de fatigue (NBN EN 12697-24)

Lessai de fatigue est ralis selon la NBN-EN 12697-24, Annexe A (essai de flexion deux points sur des prouvettes trapzodales), lexception de ce qui suit: les essais sont raliss sur dix prouvettes au minimum.

Lessai est ralis une temprature de 15 C et une frquence de 30 Hz. La valeur 6 est la dformation initiale (dformation de lprouvette au dbut de lessai de fatigue) qui mne une rupture aprs un million de cycles. Cette valeur est dduite partir de la courbe de fatigue.

CCT 2011
6. Echantillonnage selon la NBN EN 12697-27

M. 53

6.1

Matriel

Le matriel suivant est requis: Une pelle main. Un bac en mtal pour prparer lchantillon. Des pots tars mtalliques pour conserver et transporter lchantillon reprsentatif.

6.2

Echantillonnage dun mlange bitumineux de couche de liaison

Marquez une bande (rainure) transversalement sur la section bitumineuse frachement mise en oeuvre Prlevez, laide de la pelle, au minimum quatre pelletes denrob (de 3 kg chacun) sur toute la profondeur de la bande ou de la rainure. Les pelletes sont ensuite rassembles dans les bacs mtalliques prvus cet effet afin de former un chantillon reprsentatif aprs quartage. Transfrez lchantillon reprsentatif ( 1,2 kg) dans un pot tar et attribuez-lui un numro de rfrence.

6.3

Echantillonnage dun mlange bitumineux de couche de roulement

Prlevez laide de la pelle main quatre chantillons (7 kg) au niveau de la vis de rpartition de lpandeuse (2 de chaque ct de la vis). Veillez ce que la vis soit totalement remplie. Placez le matriau prlev dans le bac en mtal pour prparer et quarter lchantillon afin de constituer un chantillon reprsentatif. Transfrez lchantillon reprsentatif ( 1,2 kg) dans un pot tar et attribuez-lui un numro de rfrence. 7. Coefficient de planit (APL)

Pour la dtermination de la planit de la surface, il peut tre renvoy la mthode dcrite dans le CME 53.10. Dans le CME 53.10, il est fait rfrence Etude de luni longitudinal des revtements routiers - CRR CR15/81, et deux documents publis par le LCPC en 1993. Ces deux derniers documents, datant de 1993, doivent toutefois tre remplacs par le document plus rcent suivant, galement publi par le LCPC: Mesure de luni longitudinal des chausses routires et aronautiques, Excution et exploitation des relevs profilomtriques mthode dessai des LPC n 46 version 2.0 Laboratoire Central des Ponts et Chausses France, juillet 2009. Dans ce contexte, nous pouvons galement renvoyer la norme europenne EN 13036-6 (2008) intitule Mesures des profils longitudinaux et transversaux dans le domaine des longueurs correspondant luni et la mgatexture (des chausses) . Cette norme dcrit en

CCT 2011

M. 54

termes gnraux la mthode concerne. Nanmoins, il ny a pas encore au niveau europen de norme relative au traitement des donnes et des indicateurs ainsi calculs.

F.3

PAVAGES
NBN EN 13036-7 CME 51.08 Mthode CRR

Rgularit de la surface releve la rgle de 3 mtres ou laide dun gabarit appropri Rsistance la compression de sable stabilis Permabilit de surface (double anneau)

But de lessai
Le but de lessai est de dterminer le coefficient de permabilit K (m/s) dune structure compose de pavages permables.

Matriel

5 6

4 1 3 2

Figure 1 - Matriel
1. anneau intrieur (diamtre 500 mm) 2. anneau extrieur (diamtre 700 mm) 3. dtecteur de niveau (compos de 2 plaques de contact) 4. vanne lectromagntique 5. dispositif pour obtention dune hauteur deau (et donc pression deau) constante 6. pompe 7. rservoir deau (~ 600 litres)

Principe
Lessai dbute en plaant 2 anneaux sur la surface tester. Ils doivent tre colls de manire empcher tout passage deau entre ceux-ci et la surface. Pour raliser ce collage provisoire, un mortier traditionnel est utilis.

CCT 2011
Le rle des anneaux est le suivant : -

M. 55

lanneau intrieur dlimite la surface sur laquelle la dtermination de la permabilit est ralise. Cette surface est gale 0,196 m2 ; lanneau extrieur sert dcran vertical pour leau se trouvant dans lanneau intrieur. Il diminue autant que possible la dispersion horizontale de leau contenue dans ce dernier.

Lessai consiste ensuite mesurer le dbit ncessaire pour maintenir une hauteur deau constante denviron 10 mm dans lanneau intrieur. Une vanne lectromagntique relie un dtecteur permet de maintenir ce niveau constant ( 1 mm). Ce dtecteur est compos de deux plaques mtalliques (plaque suprieure et plaque infrieure
Dtecteur de niveau: Sup
1 mm

Inf

Figure 2

Ds que la pompe dmarre, leau circule dans le dispositif de stabilisation du dbit (figure 1 point 5) avant de venir remplir lanneau intrieur. Lorsque le niveau deau dans lanneau intrieur atteint la plaque de contact suprieure du dtecteur, la fermeture de la vanne est dclenche et lanneau intrieur nest plus aliment en eau. Ensuite, par infiltration de leau dans la structure, le niveau deau dans lanneau diminue jusqu atteindre la plaque de contact infrieure du dtecteur. Ds que celleci nest plus immerge, la vanne souvre et le remplissage de lanneau intrieur jusquau niveau de la plaque de contact suprieure recommence. Les intervalles de temps entre les fermetures et les ouvertures de la vanne sont enregistrs. Le temps compris entre une fermeture et une ouverture de vanne correspond au temps de vidange (Tv).
Positions de la vanne: Remplissage Ouverture Fermeture Vidange ( Tv ) Ouverture

La dure minimum de lessai est de 30 minutes3. Une fois les 30 minutes coules, la pompe est arrte et les temps de vidange sont rassembls. Sur base de la moyenne des temps de vidange (Tvm) et de la relation y = 0,0011 x-1,0929 obtenue lors de ltalonnage en laboratoire, nous pouvons dterminer le coefficient de permabilit K de la structure teste.
3

Une dure minimum de 30 minutes est ncessaire afin de garantir la saturation en eau de la structure.

CCT 2011
100 90 80 Temps de vidange (s) 70 60 50 40 30
Points d'talonnage

M. 56

y = 0,0011x 2 R = 0,9905

-1,0929

20 10 0
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04 4,5E-04

Coefficient de permabilit, K (m/s)

Figure 3 - Etalonnage du double anneau valeur K comprise entre 5.10-5 et 4.10-4 m/s
Remarques

La relation y = 0,0011 x-1,0929 nest valable que pour le matriel utilis par le CRR. Cette relation est notamment dpendante du temps de raction douverture et de fermeture de la vanne lectromagntique. Or, ce temps varie en fonction de la pression deau dentre. Afin de stabiliser ce temps de raction et de garantir la validit de la relation y = 0,0011 x-1,0929 , un dispositif de stabilisation du dbit (figure 1 point 5) est plac entre la vanne lectromagntique et la pompe. La zone comprise entre lanneau extrieur et lanneau intrieur est remplie avec de leau jusqu obtenir une hauteur deau gale celle se trouvant dans lanneau intrieur. Cette zone doit tre remplie deau pendant toute la dure de lessai. Cette eau nest pas prise en compte pour la dtermination du coefficient de permabilit K. Actuellement, les vitesses dcoulement qui peuvent tre mesures sont comprises entre 0,04 l/min en 5,4 l/min. Ces valeurs correspondent respectivement une permabilit comprise entre 3,4.10-6 m/s en 4,6.10-4 m/s lorsque lanneau intrieur utilis un diamtre de 500 mm.

F.4

DALLAGES
NBN EN 13036-7

Rgularit de surface

F.5

REVETEMENT EN DOLOMIE
NBN EN 13036-7 CME 51.08 NBN EN 13286-2 CME 50.01

Rgularit de surface Rsistance la compression de sable stabilis Compactage Proctor Essai la plaque (coefficient de compressibilit)

CCT 2011 F.6 REVETEMENTS EN ASPHALTE COULE ROUTIER

M. 57

Teneur en liant Granulomtrie Teneur en vide Indentation Essai de fissuration (retrait contrari) Ornirage Fluage G001 Feuilles bitumineuses armes pour ltanchit des ponts et autres surfaces en bton circulables par les vhicules (document UBAtc) Epaisseur du revtement Planit (rgle de 3m) Temprature Coefficient de frottement transversal (SCRIM) Coefficient de frottement longitudinal (Grip Tester) Coefficient de planit (APL) (voir Information complmentaire 7 du F.2)

NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39 NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-8 NBN EN 12697-20 CME 58.11 NBN EN 12697-22 G0001 6.25 Voir F.6.2.3.3

NBN EN 12697-36 NBN EN 13036-7 NBN EN 12697-13 CEN/TS 15901-6 CEN/TS 15901-7 CME 53.10

CCT 2011 CHAPITRE G - DRAINAGE ET EGOUTTAGE

M. 58

G.2

EGOUTS ET EVACUATION DEAU POSE EN TRANCHEES OUVERTES

NBN EN 1610 NBN EN 1610 Mthode convenir Encodage des observations suivant NBN EN 13508-2

Essai d'tanchit l'eau Essai d'tanchit l'air Contrle visuel

G.8

REPARATION ET RENOVATION DE CANALISATIONS

Les essais sont ceux prvus dans le chapitre G.8.

G.8.2

Chemisage continu polymris en place (Relining ou Tuyau durci sur site aprs placement (TDSP))
NBN EN ISO 2114 NBN EN ISO 2554 Mthode convenir Mthode convenir Mthode convenir Mthode convenir NBN EN 1610 Mthode convenir Encodage des observations observations suivant NBN

Indice dacidit de la rsine Valeur hydroxyde de la rsine Epaisseur Temprature des eaux de polymrisation Teneur en styrne des eaux de polymrisation Contrle de la prsence ventuelle de vides Etanchit
A 0,5 bar

Inspection visuelle

EN 13508-2

G.8.3
Epaisseur Etanchit
A 0,5 bar

Chemisage partiel polymris en place (manchette)

Mthode convenir Mthode convenir Mthode convenir Encodage des observations suivant NBN EN 13508-2

Inspection visuelle

G.8.4

Coques et cunettes en polyester arm de fibres de verre (PRV)

Les coques et cunettes sont conformes aux normes NBN EN ISO 1172 et NBN T41-012.

Mortier Rsistance la compression Retrait et gonflement 28 jours

NBN EN 1015-11 NBN EN 480-3

CCT 2011 Coques et cunettes Contrle de la prsence ventuelle de vides Inspection visuelle

M. 59

Mthode convenir Mthode convenir Encodage des observations suivant NBN EN 13508-2

G.8.5

Tubage avec espace annulaire au moyen de tuyaux continus ou courts

Les tuyaux sont conformes au C.23.5.

Coulis de ciment Rsistance la compression Retrait et gonflement 28 jours Tubage Etanchit

A 0,5 bar

NBN EN 1015-11 NBN EN 480-3

NBN EN 1610 Mthode convenir Encodage des observations suivant NBN EN 13508-2

Inspection visuelle

G.8.6

Tubage par enroulement hlicodal en PVC rigide

Coulis de ciment Rsistance la compression Retrait et gonflement 28 jours Tubage Caractristiques gomtriques Densit Module dlasticit Rsistance la traction Rsistance limpact Rsistance aux attaques chimiques Etanchit
A 0,5 bar

NBN EN 1015-11 NBN EN 480-3

Mthode convenir NBN EN ISO 1183-3 NBN EN ISO 527-2 NBN EN ISO 527-1 NBN EN ISO 179-1 Mthode convenir Mthode convenir Mthode convenir Encodage des observations suivant NBN EN 13508-2

Inspection visuelle

G.8.7

Panneaux prfabriqus en grs (dalles cramiques)

Les dalles cramiques sont conformes la norme NBN EN 14411.

Dalles Caractristiques gomtriques Rsistance la flexion Rsistance la traction (adhrence)

Mthode convenir NBN EN ISO 10545-4 NBN EN ISO 10545-4

CCT 2011
Rsistance aux chocs thermiques Duret Mohs Stabilit chimique Rsistance lusure

M. 60
NBN EN ISO 10545-9 NBN EN 101 NBN EN ISO 10545-13 NBN EN 295-3

Rsines Rsistance la flexion Rsistance la traction Module de flexion E Stabilit chimique Duret Shore Dilatation thermique Mortier Rsistance la traction (adhrence)
Spcifications complmentaires dcrites au G.8.7.2.1

NBN EN ISO 10545-4 NBN EN ISO 527-1 et -2 NBN EN 14411 NBN EN 295-3 NBN EN ISO 868 ISO 11359-2

NBN EN 1348

Plaques Rsistance la traction (adhrence) Adhrence de la rsine d'poxy sur les flancs des plaques Planit G.8.8
Adhrence Epaisseur

Mthode convenir NBN EN ISO 10545-4 Mthode convenir

Rnovation par projection de matriaux hydrauliques (gunitage)

NBN EN 1542 Mthode convenir

Durcissement 28 jours une temprature 5C

G.8.9

Rparation ou rnovation au moyen dun mortier

NBN EN 1015-11 NBN EN 1015-11 NBN EN 1542 NBN EN 933-1 Mthode convenir

Rsistance en compression Rsistance en flexion Adhrence Diamtre maximal des granulats Epaisseur

G.8.10
Etanchit
A 0,5 bar

Injections ponctuelles dtanchement

Mthode convenir

G.8.11

Protection contre la corrosion au moyen de rsines poxy arme de fibres

NBN EN ISO 527 NBN EN ISO 527 NBN EN 196-1 Test CNR (compagnie Nationale du Rhne)

Rsistance la traction Allongement la traction Rsistance la compression Rsistance l'abrasion

CCT 2011
Dfinition

M. 61

Labrasion hydraulique est le phnomne dusure subi par les parties douvrages exposes des coulements deffluents transportant des particules rosives (sable, gravier, etc.). Au fil du temps, labrasion provoque des dgradations dans les conduites parcourues par des coulements grande vitesse (3m/s et plus) ou laval des ouvrages dissipateurs dnergie (dversoirs, ouvrages de chute, seuils, barrages, etc.).

Essai
Le dispositif dessai repris la figure 1 vise reproduire les conditions dabrasion rencontres dans les ouvrages hydrauliques. Les conditions dessais sont les suivantes : lprouvette du matriau tester (cube de 10 cm de ct) est immerge dans un bassin. Elle est attaque 45 par un jet deau charg de sable ; la dure de lessai est, par dfaut de 75 minutes, mais peut tre rduite jusqu 15 minutes ; lessai du matriau tester est encadr par deux essais sur verre de forte paisseur (prouvettes tmoins) pour tenir compte des modifications apportes par lusure du sable et de la buse dinjection ; le volume de lempreinte laisse sur chaque prouvette est mesur par pese hydrostatique, laide de mercure ; lessai est reproduit sur 3 prouvettes de matriau tester.
Eau
1 A

Sable
2 C 4 B 3 6 D 7 5

1. Pompe 2. Rail de guidage pour support de l'prouvette 3. (2 bassins placs cte cte et dversant l'un dans l'autre)

4. 5. 6. 7.

Buse Eprouvette Grille Sable

Leau dcante en B est aspire par la pompe A envoye dans la buse C (0,25 MPa) Le sable stock en D est aspir par le passage de leau en C, se mlange celle-ci et Le mlange eau + sable passe dans la buse et frappe lchantillon sous un angle de 45. Le sable redescend en D travers une grille.

CCT 2011

M. 62

Cet essai permet dapprcier la rsistance lusure par abrasion du matriau test, sous la forme dun indice dabrasion I , dfini par la relation suivante : I = V / V Avec V = Volume de lempreinte sur le matriau dessai ; V = Volume moyen des deux empreintes sur les prouvettes de verre.

Interprtation
Lindice dabrasion I est dautant plus faible que la rsistance lusure est leve. Il peut varier dans une fourchette de valeurs comprises entre quelques diximes pour les plus rsistants et 5 10 pour les moins rsistants.

Valeurs indicatives
Verre (tmoin) : Bton divers de ciment : - Agrgats silico-calcaires : - Agrgats durs : Mortier ciment : Rsines poxy : Rsines poxy-urthane : Bton de rsine poxy silico-calcaires : Granits : Calcaires durs : Acier et fonte : 1,00 > 1,00 pouvant aller jusqu 4 < 1,00 suivant composition 0,80 1,20 0,20 0,80 0,10 0,20 0,80 1,20 0,35 0,80 (suivant provenance) 1,20 1,40 0,02 0,04 Voir G.8.11.4 NBN EN ISO 2812-1 ISO/TR 10358 NBN EN 12390-8 Mthode convenir Mthode convenir

Adhrence Rsistance chimique

Echantillon tremp dans une solution liquide d'un pH 1 durant 12 jours 20C

Rsistance la temprature Profondeur de pntration d'eau sous pression Epaisseur Inspection visuelle

G.8.14

Tubage sans espace annulaire au moyen de tuyaux PEHD continus pr dforms (Close-Fit Lining)
NBN EN ISO 1183 NBN EN ISO 6259-1 NBN EN ISO 6259-1 NBN EN 728 NBN EN ISO 1133 NBN EN 12099 NBN EN 921 NBN EN ISO 2505 NBN EN 14409-3 NBN EN ISO 9969 NBN EN ISO 9967

Densit Rsistance la traction Allongement la rupture Stabilit thermique - Temps d'induction l'oxydation (OIT) (200C) Indice de fluidit chaud (MFR) Teneur en matire volatile Rsistance la pression interne Retrait (longitudinal) Effet mmoire Rigidit annulaire Taux de fluage

CCT 2011 G.8.15 Injection pour stabilisation du sol et/ou comblement de cavits

M. 63

Rsistance la compression (coulis de ciment)

NBN EN 1015-11

G.9

EXAMEN VISUEL DES OUVRAGES

Mthode convenir Encodage des observations suivant NBN EN 13508-2

CCT 2011 CHAPITRE H - ELEMENTS LINEAIRES

M. 64

H.

ELEMENTS LINEAIRES A LA SURFACE DE LA ROUTE

NBN EN 1343 NBN EN 1340 NBN EN 1340 NBN EN 1340 NBN EN 1317-1 NBN EN 1317-2

Bordures en pierre naturelle Bordures prfabriques en bton Bordures en bton avec couche superficielle spciale Bordures en pierre reconstitue Dispositifs de retenue routiers Partie 1 Terminologie et dispositions gnrales pour les mthodes dessai Dispositifs de retenue routiers - Partie 2: Classes de performances, critres d'acceptation des essais de choc et mthodes d'essai pour les barrires de scurit Dispositifs de retenue routiers Partie 3 : Attnuateurs de choc Classes de performance, critre dacceptation des essais de choc et mthodes dessais Mthodes dessai pour les extrmits et raccordements des glissires de scurit Teneur en air du bton frais Prlvement des carottes Prparation des prouvettes pour lessai de compression Rsistance la compression simple des btons de ciment prlevs in situ Rgularit de la surface releve la rgle de 3 mtres ou laide dun gabarit appropri Dtermination de labsorption deau Dtermination de la rsistance au gel/dgel avec sel de dverglaage

NBN EN 1317-3

NBN ENV 1317-4 NBN EN 12350-7 NBN EN 12504-1 NBN EN 12390-1 NBN EN 12390-3 NBN EN 13036-7 NBN B 15-215 NBN EN 1340

H.4

FILETS DEAU EN ASPHALTE COULE

NBN EN 12697-8 NBN EN 12697-20 CME 58.11 NBN EN 12697-13 NBN EN 13036-7 NBN EN 12697-2 NBN EN 12697-1 ou NBN EN 12697-39

Pourcentage de vide Indentation Essai de fissuration (retrait contrari) Temprature de lasphalte coul Rgularit de surface (rgle de 3 m) Granularit Teneur en liant

H.5

BARRIERES DE SECURITE METALLIQUES

NBN EN 1317-1 NBN EN 1317-2

Dispositifs de retenue routiers - Partie 1: Terminologie et dispositions gnrales pour les mthodes d'essais Dispositifs de retenue routiers - Partie 2: Classes de performance, critres d'acceptation des essais de choc et mthodes d'essai pour les barrires de scurit

CCT 2011

M. 65

Le fournisseur de la barrire devra au minimum fournir un rapport dessai provenant dun laboratoire agr. Sils sont disponibles (obligatoires partir de 01/2011), la dclaration CE de conformit et le certificat CE, conformment la NBN EN 1317-5, seront galement fournis. Revtements par galvanisation chaud sur produits finis ferreux Spcifications et mthodes d'essai NBN EN ISO 1461

CCT 2011 CHAPITRE I - PETITS OUVRAGES DART

M. 66

I.1

CHAMBRES DE VISITE ET DAPPAREILS CONSTRUITES EN PLACE

Mthode convenir

Essai d'tanchit

I.2

BETON ET BETON ARME

NBN EN 12350-1 NBN EN 206-1 NBN EN 206-1 NBN EN 206-1 NBN EN 12350-7 NBN EN 12350-2 NBN EN 12350-3 NBN EN 12350-4 NBN EN 12350-5 NBN EN 12390-1/-2/-3 NBN EN 12504-1 NBN EN 12390-1 NBN EN 12390-3

Bton frais : Echantillonnage dune fourniture Bton frais : Rapport eau/ciment Bton frais : Teneur en ciment Bton frais : Teneur en chlorure Bton frais : Teneur en air du bton frais contenant de lair entran Bton frais : essai daffaissement Bton frais : essai Vb Bton frais : degr de compactabilit Bton frais : essai dtalement la table chocs Rsistance la compression simple sur cubes de bton de ciment Prlvement des carottes Prparation des prouvettes pour lessai de compression Rsistance la compression simple des btons de ciment prlevs in situ

I.3

MACONNERIES
NBN B 24-401

Contrle des maonneries

I.8

ETANCHEITE DES PONTS ET DES TOITURES DE TUNNELS

NBN EN 1542 NBN EN 1849-1 NBN EN 12311-1 NBN EN12697-8 NBN EN ISO 2808 NBN EN12697-22, 1 kN NBN EN12697-20 CME 58-11 NBN EN12697-2 NBN EN12697-1 NBN EN12697-39 ISO 527-2 NBN EN 12190 CME 54.17 NF P-982824

Rsistance superficielle du bton Masse nominale du voile de verre Charge la rupture du voile de verre Teneur en vides Epaisseur des tanchits en rsine Rsistance lornirage Indentation de lasphalte coul Retrait contrari de lasphalte coul Granularit Teneur en liant soluble Teneur en liant par calcination Caractristiques mcaniques des rsines dtanchit Rsistance en compression des btons poxy Drainabilit des btons-poxy Adhrence des tanchits
2 mm/min

www.boutique.afnor.org

CCT 2011
Texture des btons Thermographie I.R.

M. 67
NBN EN 13036-1 ASTM D 47885

Systme dgalisation du support Tire-gratte poxy Matire non volatile de la rsine Dlai maximum dutilisation

NBN EN ISO 3251 NBN EN ISO 9514

Masse dgalisation bitumineuse Essais suivant guide dagrment UBAtc n G0030 Masse dgalisation bitumineuses pour la correction de texture des tabliers de pont (en projet).

I.9

DRAINAGE ET EVACUATION DES EAUX DES PONTS

NBN EN 12190 NBN EN 13036-3

Rsistance en compression Drainabilit

www.astm.org/standards

CCT 2011 CHAPITRE J - SIGNALISATION

M. 68

J.1

SIGNALISATION VERTICALE

Signaux fixes de signalisation routire verticale. NBN EN 12899-1 Partie 1: panneaux fixes Micro-prismatic retroreflective sheeting CUAP 01.06/04:20026 Revtements par galvanisation chaud sur produits finis ferreux NBN EN ISO 1461 Spcifications et mthodes d'essai Bton - Partie 1: Spcification, performance, production et NBN EN 206-1 conformit Bton - Partie 1: Spcification, performance, production NBN B15-001 et conformit (Complment la NBN EN 206-1]) Tubes ronds souds en acier pour utilisation en mcanique gnrale NBN EN 10296-1/2 et en construction mcanique - Conditions techniques de livraison Elments de fixation rsistance la corrosion Aprs une immersion dune heure dans une solution de 10 % de NaCl et 10 % de H2O2, les lments tests ne peuvent prsenter aucune corrosion visible Revtements par galvanisation chaud sur produits finis ferreux NBN EN ISO 1461 Spcifications et mthodes d'essai Protection contre la corrosion du fer et de l'acier dans les NBN EN ISO 14713 constructions - Revtements de zinc et d'aluminium- Lignes directives Rsistance au choc NBN EN ISO 6272-1

J.2 J.2.2.1.3

SIGNALISATION HORIZONTALE MARQUAGES

Produits de marquage : vrifications a priori

Tous les chantillons sont prlevs conformment au paragraphe appropri de la norme NBN ENV 13459-1.

J.2.2.1.3.1 PEINTURE
Coordonnes trichromatiques x, y Facteur de luminance
Contrairement lannexe A de la EN 1871, lessai est ralis sur de la peinture: - sur un support de classe I (la plaque dessai est pralablement vieillie durant 24h 45C); - sur un support de classe II ou III.

NBN EN 1871- 4.1.1 NBN EN 1871- 4.1.1

Rugosit
Lessai est ralis conformment lannexe D de la norme NBN EN 1436, sur de la peinture sur un support de classe I.

NBN EN 1436 ASTM 711-89

Temps de schage
Lessai est ralis conformment la norme ASTM 711-89, sur de la peinture sur un support de classe I.

http://qc.spw.wallonie.be/fr/normes/index.html

CCT 2011
Rsistance au rayonnement ultraviolet
Lessai est ralis sur de la peinture sur un support de classe I.

M. 69
NBN EN 1871 - 4.1.4 prEN 13687-1

Rsistance aux cycles de gel-dgel avec immersion dans des sels de dverglaage

Lessai est ralis sur de la peinture sur un support de classe II ou III, conformment la norme NBN EN 13687-1: Les plaques dessai sont soumises vingt cycles. Ltat de la couche de peinture aprs vieillissement est compar la situation de dpart, sur base de photos prises avant et aprs vieillissement.

Rsistance au ressuage Rsistance aux alcalis Teneur en matires sches Teneur en dioxyde de titane Teneur en microbilles de verre Teneur en solvants aromatiques Consistance (K.U.) Teneur en liant Identification du liant Identification du pigment et des matires inorganiques Contenu des conditionnements
Le contenu des conditionnements est dtermin par pesage et mesure de la masse volumique.

NBN EN 1871 - 4.1.5 NBN EN 1871 - 4.1.6 NBN EN 12802 - Annexe A NBN EN 12802 Annexe D NBN EN 12802 Annexe E NBN EN 12802 Annexe F NBN EN 12802 Annexe G NBN EN 12802 Annexe B NBN EN 12802 Annexe B NBN EN 12802 Annexe C Voir J.2.2.1.3.1

Confection des prouvettes avec de la peinture routire

Classes de supports
On dfinit les classes de support suivantes, correspondantes aux classes vises ci-aprs : Classe I : plaques de 10 mm dpaisseur prleves de panneaux de fibres conformes au 3 de la norme NBN EN ISO 1514 et de masse volumique < 0,80 g/cc ; plusieurs couches de bitume B80, dilu 50 % dans du tolune sont appliques la brosse de faon ce que le taux dapplication sec soit de 50 g/m ; les plaques sont ensuite vieillies pendant 72 h (45 2,5) C en tuve ventile, puis au moins 12h (23 2) C avant dtre peintes.

Note informative Les plaques ainsi prpares correspondent aux panneaux supports de lannexe C de la NBN EN 1871.
Classe II : plaques de 40 mm dpaisseur en bton type MC (0,40) de la norme NBN EN 1766: Produits et systmes pour la protection et la rparation des structures en bton - Mthodes d'essais - Bton de rfrence pour essais. La surface des plaques est lisse.

CCT 2011
Classe III : -

M. 70

idem que la classe II, sauf que les plaques de bton sont au pralable immerges pendant 7 jours sous eau, la temprature dapplication ; deux heures et demi avant lapplication, les plaques sont sorties de leau; leur surface est ponge laide dun linge humide, et elles sont ensuite conserves en position horizontale la temprature dapplication.

Notes informatives
-

Les plaques ainsi prpares correspondent la NBN EN 13578: Products and systems for the protection and repair of concrete structures - Test Method Compatibility between coating and wet concrete. Il nexiste pas de procdure standardise pour la prparation de supports humides de classe I.

Prparation des prouvettes

Les prouvettes sont confectionnes (23 2) C et (50 5) % dhumidit relative. En rgle gnrale, les applications se font sur les supports des classes I et II. Si le fabricant souhaite que lagrment porte sur les supports de classe III, les applications se font sur supports des classes I et III ( lexclusion donc des supports de classe II). La peinture est applique laide dun filmographe: en (400 35) m dpaisseur humide, m pour les peintures ne contenant pas de microbilles de prmlange; avec un taux dapplication de (1000 100) g/m de peinture humide, pour les peintures contenant des microbilles de prmlange;

A lexception de lessai Dtermination des coordonnes trichromatiques et du facteur de luminance , pour lequel les valeurs sont respectivement de (300 30) m et (750 75) g/m, et de lessai Temps de schage , pour lequel le taux dapplication est le taux maximal prvu par le fabricant. La vitesse davancement du racloir est denviron 50 mm/sec.

Conservation des prouvettes

Les prouvettes sont conserves 7 jours (23 2) C et (50 5) % dhumidit relative, sauf indication contraire dans les paragraphes relatifs aux descriptions des essais. Les prouvettes sur support de classe III sont au pralable conserves en semi-immersion dans un bain deau, pendant les 7 jours de conservation aux conditions dapplication. Le niveau de leau est situ 10 mm au dessus de la surface peinte.

Remarque
Les prouvettes sur support de classe III sont prpares en chambre climatise, dans les conditions limites infrieures de temprature dfinies par le fabricant.

CCT 2011 J.2.2.1.3.2 PRODUITS THERMOPLASTIQUES

Coordonnes trichromatiques x, y
Lessai est ralis conformment lannexe F de la norme NBN EN 1871pour les thermoplastiques. Contrairement aux spcifications de la norme, le produit est appos sur un support de classe I.

M. 71

NBN EN 1871 - 4.2.1.1

Facteur de luminance
Lessai est ralis conformment lannexe F de la norme NBN EN 1871 pour les thermoplastiques. Contrairement aux spcifications de la norme, le produit est appos sur un support de classe I.

NBN EN 1871 - 4.2.1.1

Point de ramollissement Rsistance aux alcalis Rsistance au froid Rugosit

Lessai est ralis conformment lannexe D de la norme, sur le thermoplastique sur un support de classe I.

NBN EN 1871 - 4.2.1.2 NBN EN 1871 - 4.2.1.3 NBN EN 1871 - 4.2.1.4 NBN EN 1436 NBN EN 1871 - 4.2.2 NBN EN 1871 - 4.2.2.3 NBN EN 1871 - 4.2.3.5 NBN EN 13687-1

Rsistance la chaleur
Lprouvette est chauffe conformment lannexe H de la norme NBNEN 1871.

Pntration Rsistance au rayonnement ultraviolet Rsistance aux cycles de gel-dgel avec immersion dans des sels de dverglaage
Lessai est ralis sur le thermoplastique sur un support de classe II, conformment la norme. Les plaques dessai sont soumises vingt cycles.

Teneur en dioxyde de titane Teneur en microbilles de verre Teneur en liant Identification du liant Identification du pigment et des matires inorganiques Contenu des conditionnements
Le contenu des conditionnements est dtermin par pesage et mesure de la masse volumique.

NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 Voir J.2.2.1.3.2

Confection des plaques dessai avec thermoplastiques

Classes de support
Pour les supports, sont dfinies les classes suivantes. Classe I: plaques de 10 mm dpaisseur, prleves sur des panneaux de fibres, conformment au 3 de la norme NBN EN ISO 1514, avec une masse volumique < 0,80 g/cc; plusieurs couches de bitume B80, dilu jusqu 50 % dans du tolune, sont appliques avec une brosse jusqu obtenir une quantit sche de 50 g/m; les plaques sont ensuite places pendant 72 h dans une tuve ventile une temprature de (45 2,5) C, puis vieillies pendant au moins 12 h (23 2) C, avant dapposer le thermoplastique.

CCT 2011
Note informative

M. 72

Les plaques ainsi confectionnes correspondent aux plaques de support selon lannexe C de la norme NBN EN 1871: "Mthode d'essai de rsistance la dtrempe".
Classe II: plaques de 40 mm dpaisseur en bton de type MC (0,40) selon la norme NBN EN 1766: "Produits et systmes pour la protection et la rparation des structures en bton - Mthodes d'essais - Btons de rfrence pour essais ". La surface des plaques est lisse.

Prparation des plaques dessai

Les plaques dessai sont confectionnes (23 2)C et (50 5) % dhumidit relative. Le thermoplastique est appos laide dun racloir (selon les prescriptions de la norme BS 3262 Part I) ou avec un autre matriel adapt. Le produit est appos la temprature fixe par le producteur.

Conservation
Sauf mention contraire dans les paragraphes qui dcrivent lessai, les plaques dessai sont conserves pendant sept jours (23 2) C et (50 5) % dhumidit relative.

J.2.2.1.3.3 ENDUITS FROID

Coordonnes trichromatiques x, y
Lessai est ralis conformment lannexe A de la norme NBN EN 1871 pour les enduits froid. Contrairement aux spcifications de la norme, le produit est appos sur un support de classe I.

NBN EN 1871 - 4.3.2

Facteur de luminance
Lessai est ralis conformment lannexe A de la norme NBN EN 1871 pour les enduits froid. Contrairement aux spcifications de la norme, le produit est appos sur un support de classe I.

NBN EN 1871 - 4.3.2

Durabilit Rugosit
Lessai est ralis conformment lannexe D de la norme, sur lenduit froid sur un support de classe I.

NBN EN 1871 - 4.3.3 NBN EN 1436

Dure de vie en pot Finesse

Lessai est ralis conformment la norme. Linstrument utilis a une profondeur de 0 100 m (ce qui correspond une finesse de 0 8).

NBN EN ISO 1524

Rsistance aux cycles de gel-dgel avec immersion dans des sels de dverglaage
Lessai est ralis sur lenduit froid sur un support de classe II, conformment la norme. Les plaques dessai sont soumises vingt cycles.

NBN EN 13687-1

CCT 2011
Adhrence avant et aprs les cycles de gel-dgel

M. 73
NBN EN ISO 4624

Avant et aprs lessai mentionn ci-avant, ladhsion de lenduit froid est mesure conformment la norme, sur les plaques dessai qui subissent les cycles de gel-dgel avec immersion dans les sels de dverglaage. La superficie ronde teste a un diamtre de 50 mm et est isole en incisant lenduit froid jusquau support. La tension de rupture et le type de rupture sont nots. Pour chaque type de plaque dessai, trois mesures sont ralises. Les essais ltat inaltr sont ralises sur des plaques dessai qui ont t conserves vingt-huit jours (23 2) C et (50 5) % dhumidit relative. Les essais aprs vieillissement sont raliss aprs une conservation de 24 h (23 2) C et (50 5) % dhumidit relative.

Rsistance aux rayonnements ultraviolet

NBN EN 1871 - 4.3.4

Lessai est ralis sur lenduit froid sur un support de classe I. La couche appose doit avoir lpaisseur recommande par le fabricant de lenduit froid. Aprs lessai, le facteur de luminance et les coordonnes trichromatiques sont mesures conformment lannexe A de la norme NBN EN 1871.

Rsistance aux alcalis Teneur en dioxyde de titane Teneur en microbilles de verre Teneur en liant Identification du liant Teneur en pigments et en matires inorganiques Identification du pigment et des matires inorganiques Teneur en matires sches Contenu de lemballage
Le contenu de lemballage est dtermin par pesage et par mesure de la masse volumique.

NBN EN 1871 - 4.3.5 NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 NBN EN 12802 Voir J.2.2.1.3.3

Confection des plaques dessai avec des enduits froid

Classes de support
Pour les supports, sont dfinies les classes dcrites ci-aprs, qui correspondent aux classes considres ci-dessous. Classe I: plaques de 5 mm dpaisseur, prleves sur des panneaux de fibre conformment au 3 de la norme NBN EN ISO 1514, avec une masse volumique > 0,80 kg/l; plusieurs couches de bitume routier B70/100, dilu jusqu 50 % dans du tolune, sont appliques avec une brosse jusqu obtenir une quantit sche de 50 g/m; les plaques sont ensuite places pendant 72 h dans une tuve ventile une temprature de (45 2,5) C, puis vieillies pendant au moins 12 h (23 2) C, avant dapposer lenduit froid.

Note informative Les plaques ainsi confectionnes correspondent aux plaques de support conformes lannexe C de la norme NBN EN 1871: "Mthode d'essai de rsistance la dtrempe".

CCT 2011
Classe II: -

M. 74

plaques de 40 mm dpaisseur en bton de type MC (0,40) selon la norme NBN EN 1766: "Produits et systmes pour la protection et la rparation des structures en bton - Mthodes d'essais - Btons de rfrence pour essais ". La surface des plaques est lisse.

Prparation des plaques dessai

Les plaques dessai sont confectionnes (23 2)C et (50 5) % dhumidit relative. Lenduit froid est appos sur les supports des classes de support dfinies ci-dessus, avec lpaisseur nominale prescrite par le fabricant. Ceci se fait dans un laboratoire dessai, ou chez le fabricant si lapplication requiert un matriel particulier non disponible au laboratoire. Le produit est appos la temprature fixe par le producteur. Pour les essais de rugosit, de rsistance aux cycles de gel-dgel avec immersion dans des sels de dverglaage et de rsistance aux rayonnements ultraviolets, le produit est appliqu sur une paisseur fixe par le fabricant. Si le producteur prescrit un primer daccrochage, les plaques destines aux essais de rsistance aux cycles de gel-dgel avec immersion dans des sels de dverglaage et celles pour la rsistance aux rayonnements ultraviolets sont confectionnes avec ce primer, conformment aux directives du producteur (dosage, temps dattente entre la pose du primer et celle de lenduit froid). Si ce primer daccrochage nest prescrit que pour une seule des classes de support, il est alors uniquement utilis pour les plaques dessais ayant un support de la classe concerne. Si lutilisation dun primer daccrochage dpend de ltat du support, on confectionne alors deux fois plus de plaques dessai (avec et sans primer).

Conservation
Sauf mention contraire dans les paragraphes qui dcrivent lessai, les plaques dessai sont conserves pendant sept jours (23 2) C et (50 5) % dhumidit relative.

J.2.2.1.3.4 MARQUAGES PRFORMS

Coordonnes trichromatriques x y Facteur de luminance Rugosit Enlevabilit Vieillissement UV Identification Teneurs en cendres Fingerprinting NBN EN 1790 - 5.4.2 NBN EN 1790 - 5.4.1 NBN EN 1436 NBN EN 1790 - 5.6 NBN EN 1790 - 5.7 NBN EN 1790 - 6.2 NBN EN 1790 - 6.1

CCT 2011 J.2.2.1.3.5 BILLES DE VERRE DE PRMLANGE

Granularit
Les classes de granularit proposes au J.2.2.1.3.5 font office de norme.

M. 75

NBN EN1424 - 4.1 et NBN EN 1424/A1 NBN EN1424 - 4.2 NBN EN1424 - 4.3 NBN EN1424 - 4.4 NBN EN1424 - 4.6

Indice de rfraction Rsistance leau, lacide chlorhydrique, au chlorure de calcium et au sulfure de sodium Exigences de qualit Traitement superficiel des microbilles de verre Pour le test des traitements de surface des billes de verre de prmlange, les mmes mthodes que celles dcrites pour les billes de saupoudrage peuvent tre utilises.

J.2.2.1.3.6 MICROBILLES DE VERRE, GRANULATS MELANGE DE CES DEUX COMPOSANTS Microbilles de verre Substances dangereuses Granularit
Indice de rfraction Rsistance aux produits chimiques Exigences de qualit Traitement superficiel

ANTIDERAPANTS

ET

NBN EN1423 - 5.1.2 NBN EN1423 - 4.2 NBN EN1423 - 4.3 NBN EN1423 4.4 NBN EN1423 4.5 NBN EN 1423 - 4.6

Les classes de granularits proposes au J.2.2.1.3.6 font office de norme

Granulats antidrapants Valeur pH Substances dangereuses Coefficient de friabilit Facteur de luminance et couleur Granularit Mlanges de microbilles de verre et de granulats antidrapants Teneur en granulats des mlanges microbilles de verre et de granulats antidrapant J.2.3.2.2
Vrifications aprs application

NBN EN1423 - 5.1.1 NBN EN1423 - 5.1.2 NBN EN1423 - 5.2 NBN EN1423 - 5.3 NBN EN1423 - 5.4

NBN EN1423 - 6

Visibilit de jour (Qd) Visibilit de nuit (RL) Visibilit de nuit et avec revtement humide Rugosit

NBN EN 1436 NBN EN 1436 NBN EN 1436 NBN EN 1436

CCT 2011 CHAPITRE L - TRAVAUX DENTRETIEN ET DE REPARATION

M. 76

L.1

REVETEMENTS EN BETON
NBN EN 13863-3 NBN EN 12504-1 NBN EN 12390-1 NBN EN 12390-3 NBN B 15-215 ISO-DIS 4846.2 NBN EN 13036-7 NBN EN 12350-7 NBN EN 480-11 NBN EN 196-1 NBN B 14-205

Epaisseur des revtements Prlvement des carottes Prparation des prouvettes pour lessai de compression Rsistance la compression simple des btons de ciment prlevs in situ Dtermination de labsorption deau Rsistance aux cycles de gel et dgel Rgularit de la surface releve la rgle de 3 mtres ou laide dun gabarit appropri Teneur en air occlus du bton frais Teneur en air du bton durci Rsistance mcanique du coulis dinjection Ressuage du coulis dinjection

L.2

TRAITEMENTS DE SURFACE PAR AJOUT DE MATERIAUX BITUMINEUX ET REVETEMENTS BITUMINEUX ULTRA-MINCES Matriaux bitumineux couls froid
NBN EN 12274-8 NBN EN 12274-1 NBN EN 12274-6 NBN EN 12274-2 NBN EN 12697-2

L.2.1

Evaluation visuelle Echantillonnage Taux dpandage Teneur en liant Granularit (MBCF)

L.2.2

Enduits superficiels
NBN EN 12272-1 NBN EN 12272-1 NBN EN 12272-1 NBN EN 12272-1 NBN EN 12272-2

Dosage du liant Coefficient de variation transversale du liant Dosage des gravillons Coefficient de variation transversale des gravillons Evaluation visuelle

L.2.5.4.1.3 QUANTITES DE MATERIAUX EPANDUES

Dosage du liant Coefficient de variation transversale du liant NBN EN 12272-1 NBN EN 12272-1

POUVOIR ADJUDICATEUR CCT 2011

METRE DESCRIPTIF

AANBESTEDENDE OVERHEID TB 2011

BESCHRIJVENDE OPMETINGSSTAAT
Laat u leiden door de principes van duurzame ontwikkeling bij uw keuzes van de toepassing van de hieronder vermelde beschikkingen. Belangrijke nota's A) Opbreken, demonteren (afbreken) en wegruimen volgens D.1. Opbreken : Met om het even welk procd ontgraven en, indien nodig, verwijderen van de materialen of voorwerpen die in de aanbestedingsstukken gespecificeerd zijn en waarvan de aanbestedende overheid geen eigenaar wenst te blijven. Deze verrichting omvat eventueel ook het aanvullen van de uitgraving onder het grondoppervlak. Demonteren (= afbreken) : Selectief opbreken waarbij materialen of voorwerpen verwijderd worden zonder ze te beschadigen en vervolgens schoongemaakt en gesorteerd worden, zodat hergebruik of opslag in de stapelplaats van de aanbestedende overheid mogelijk wordt. Deze werken alsook het laden, vervoer en lossen van de materialen zijn begrepen in de eenheidsprijzen van de verschillende stelposten van de opmeting. Wegruimen : (ook verwijderen buiten de werf of het openbaar domein) Het laden, het vervoer en het lossen buiten de grenzen van de bouwplaats op stapelplaatsen die op kosten van de aannemer worden aangeschaft, of naar een tijdelijke opslagplaats, of naar een recyclageinstallatie, van gronden, puin, afval, materialen of voorwerpen waarvan de aanbestedende overheid geen eigenaar wenst te blijven. B) Zijn bij de eenheidsprijs of de totale prijs van elke post (of onderdeel ervan) inbegrepen, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld: alle werken en leveringen van nieuwe materialen. De eventuele posten met vermelding totale prijs (T.P.) of globale prijs (G.P.) moeten worden uitgevoerd tegen globale prijs. C) Behoudens tegenstrijdige vermelding, bevat iedere stelpost alle werken noodzakelijk voor de uitvoering, overeenkomstig de plannen en het bijzonder bestek, zelfs indien deze werken niet expliciet vermeld worden in de beschrijving van de stelpost.
-1-

Lors de vos choix dapplication des dispositions mentionnes ci-dessous, laissez-vous guider par les principes de dveloppement durable. Notes importantes A) Dmolition, dmontage et vacuation selon D.1. Dmolition : Opration comprenant lexcavation et si ncessaire lextraction par tous procds, des matriaux ou objets spcifis dans les documents dadjudication dont le pouvoir adjudicateur ne dsire pas conserver la proprit. Le cas chant, lopration comprend le remblai de lexcavation sous la surface du sol.

Dmontage : Dmolition slective caractrise par une extraction sans dgt, un nettoyage et un triage des matriaux ou objets qui rendent possible leur remploi, leur rutilisation ou leur entreposage dans un dpt du pouvoir adjudicateur. Ces travaux ainsi que le chargement, le transport et le dchargement sont compris dans les prix unitaires des diffrents postes du mtr. Evacuation : (galement enlvement hors du chantier ou du domaine public). Le chargement, le transport et le dchargement en dehors du chantier, dans des lieux de dpt que l'entrepreneur se procure ses frais, ou dans un entrept temporaire, ou vers une installation de recyclage, des terres, dcombres, dchets, matriaux ou objets dont le pouvoir adjudicateur ne dsire pas garder la proprit.

B) Sont inclus dans le prix unitaire ou le prix global de chaque poste (ou subdivision de celui-ci), tous les travaux et fournitures de matriaux neufs, sauf mention contraire explicite. Les ventuels postes avec la mention prix total (P.T.) et prix global (P.G.) doivent tre excuts prix global. C) Sauf stipulation contraire, chaque poste comprend tous les travaux ncessaires l'excution, conformment aux plans et au cahier spcial des charges, mme si ces travaux ne sont pas mentionns explicitement dans le libell du poste.

D) Pendant toute la dure des travaux, l'entrepreneur doit assurer, en tout temps, le libre coulement et l'vacuation des eaux de pluie, des eaux d'infiltration et des eaux s'coulant dans les gouts et collecteurs. Il prend toutes les dispositions utiles cet effet et met en uvre le matriel indispensable (pompes, tuyauteries provisoires, etc...). Tous les travaux et fournitures ncessaires et toutes les sujtions pour le maintien du libre coulement et pour l'vacuation des eaux constituent une charge d'entreprise, de mme que la fourniture de la force motrice ncessaire. E) Marquages a) Les marquages sont comptabiliss selon 3 units diffrentes : les marquages longitudinaux continus ou non sont comptabiliss en mtres courants, seules les surfaces peintes sont portes en compte; les symboles sont comptabiliss la pice; pour les lignes stries, les marquages en damier et pour les passages pitons, il est tenu compte de la surface totale de la zone marque de lhachurage ou du passage pour pitons et non de la partie de la surface rellement marque.

D) Gedurende de volledige uitvoeringstijd van deze werken dient de aannemer te allen tijde, het vrij afvloeien en de afvoer van het regenwater, van insijpelingswater en van het water dat in de riolen en collectoren vloeit, te verzekeren. Hij treft hiertoe alle nodige maatregelen en zet het onontbeerlijke materiaal in (pompen, voorlopige leidingen, enz.). Alle nodige werken en leveringen alsook alle bijbehorende werkzaamheden om de vrije afvloeiing en afvoer van het water in stand te houden alsook de levering van de nodige drijfkracht, zijn ten laste van de aannemer. E) Markeringen a) De markeringen worden volgens 3 verschillende eenheden opgenomen : - al of niet doorlopende overlangse markeringen worden in strekkende meters berekend, enkel de geverfde oppervlakken worden in rekening gebracht; - symbolen worden per stuk vergoed; - voor arceringen, voetgangersoversteekplaatsen en damborden wordt er rekening gehouden met de totale oppervlakte en niet met het gedeelte van de werkelijke geverfde oppervlakte. In het bijzonder : de markering van een leveringszone wordt volgens de zonelengte vergoed en niet volgens de effectieve zigzag lijn; de markering van voorrangsdriehoeken wordt als lengte en niet als aantal in rekening gebracht. Iedere driehoek wordt in rekening gebracht met een conventionele lengte van 0,50 m.

En particulier : le marquage dune zone de livraison est comptabilis daprs la longueur de la zone et daprs la longueur relle du zigzag; le marquage de triangles de priorit est comptabilis daprs la longueur de pose et daprs le nombre de triangles. Chaque triangle est comptabilis sur une longueur conventionnelle de 0,50 m. Si aucune couleur nest spcifie dans les postes du mtr, les marquages appliqus sont de couleur blanche.

b)

b) Als er in de stelposten van de opmeting geen specifieke kleur aangegeven is, worden er witte markeringen aangebracht. c) Alle markeringen worden aangebracht op verhardingen van verdichte bitumineuze mengsels, tenzij anders vermeld in het bijzonder bestek. Voor het aanbrengen van markeringen op betonverhardingen is een stelpost voorzien in de opmeting met een verhogingscofficint op de posten voor het aanbrengen van markeringen op een verharding van verdichte bitumineuze mengsels. d) Wat de thermoplastische markeringsproducten betreft, gaat het over het leveren en mechanisch aanbrengen van thermoplastische markeringsproducten, inclusief het reinigen, het borstelen en het eventueel drogen der oppervlakten, de levering, het vervoer en het aanbrengen van verf en parels, de bescherming van het verfwerk, alle verplichtingen tot aan de oplevering der werken en alle bijbehorende werkzaamheden.
-2-

c) Tous les marquages sont appliqus sur des revtements hydrocarbons compacts, sauf stipulations contraires au cahier spcial des charges. Pour lapplication de marquages sur un revtement en bton, il est prvu un poste au mtr avec un coefficient de majoration sur lapplication de marquages sur un revtement hydrocarbon compact. d) En ce qui concerne les marquages thermoplastiques, il s'agit de la fourniture et de la mise en uvre mcanique de produits de marquage thermoplastique, y compris le nettoyage, le brossage et l'ventuel schage des surfaces, la fourniture, le transport et la mise en uvre de peinture et de perles, la protection des travaux de peinture, toutes les obligations jusqu' la rception des travaux et toutes sujtions.

e) En ce qui concerne les marquages prforms thermoplastiques, les postes du mtr englobent la fourniture et la pose de marquages thermoplastiques prforms, y compris le nettoyage, le brossage et le schage ventuel des surfaces, le traage pralable, la fourniture, le transport et l'application des lments prfabriqus, en ce compris la couche daccrochage et/ou de primer, toutes les obligations jusqu' la rception des travaux et toutes sujtions.

e) Wat betreft de voorgevormde thermoplastische markeringen, bestaan de stelposten van de opmeting uit het leveren en plaatsen van voorgevormde thermoplastische markeringen, inclusief het reinigen, borstelen en eventueel drogen van de oppervlakken, het voorafgaand traceren, de levering, het vervoer en het aanbrengen van de voorgevormde elementen, inclusief de aanhechtings- en/of primerlaag, alle verplichtingen tot aan de oplevering der werken en alle bijbehorende werkzaamheden. F) Indien de posten voorzien in onderhavige type-opmetingsstaat ongewijzigd gebruikt worden in de opmetingsstaat van het bijzonder bestek, dan moeten ze in laatstgenoemde opgenomen worden met het codenummer van de 2e kolom van de type-opmetingsstaat. Indien er wijzigingen aangebracht worden in de posten van de opmetingsstaat van het bijzonder bestek ten aanzien van de type-opmetingsstaat wat betreft de bewoording van de werken en leveringen (3e en 4e kolom), dan moet het codenummer van de 2e kolom verwijderd worden.

F) Si les postes prvus dans le prsent mtr type sont utiliss sans modification dans le mtr du cahier spcial des charges, il doivent tre repris dans ce dernier avec le numro de code de la 2me colonne du mtr type. Si des modifications sont apportes dans les postes du mtr du cahier spcial des charges par rapport au mtr type en ce qui concerne les libells des travaux et fournitures (3me et 4me colonnes), il y a lieu de supprimer le numro de code de la 2me colonne.

-3-

CHAPITRES
I TRAVAUX PREPARATOIRES ET TRAVAUX EN REGIE A. TRAVAUX PRPARATOIRES B. SIGNALISATION DE CHANTIER C. TRAVAUX EN REGIE II TERRASSEMENTS A. B. C. D. E. F. III EVACUATION DES TERRES DEBLAYEES NON REUTILISEES SELON D TRAVAUX PREALABLES AUX TERRASSEMENTS SELON D.2 DEBLAIS DE TERRES ARABLES SELON D.3 DEBLAIS GENERAUX SELON D.4 REMBLAIS SELON D.5 TERRASSEMENTS PARTICULIERS SELON D.6 III II I

HOOFDSTUKKEN
VOORBEREIDENDE WERKEN EN WERKEN IN REGIE A. VOORBEREIDENDE WERKEN B. WERFSIGNALISATIE C. WERKEN IN REGIE GRONDWERKEN A. B. C. D. E. F. AFVOER VAN UITGEGRAVEN NIET HERBRUIKTE GROND VOLGENS D WERKZAAMHEDEN VR DE GRONDWERKEN VOLGENS D.2 AFGRAVEN VAN TEELAARDE VOLGENS D.3 ALGEMENE UITGRAVINGEN VOLGENS D.4 OPHOGINGEN VOLGENS D.5 BIJZONDERE GRONDWERKEN VOLGENS D.6

SOUS-FONDATIONS ET FONDATIONS A. TRAVAUX PREPARATOIRES SELON E.2 B. SOUS-FONDATIONS SELON E.3 C. FONDATATIONS SELON E.4

ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN A. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOLGENS E.2 B. ONDERFUNDERINGEN VOLGENS E.3 C. FUNDERINGEN VOLGENS E.4

IV

REVETEMENTS DE CHAUSSEES A. B. C. D. E. F. G. REVETEMENTS EN BETON DE CIMENT SELON F.1 REVETEMENTS HYDROCARBONES BITUMINEUX COMPACTES SELON F.2 PAVAGES ET DALLAGES SELON F.3 ET F.4 REVETEMENTS EN DOLOMIE SELON F.5 REVETEMENTS EN ASPHALTE COULE ROUTIER SELON F.6 REVETEMENTS EN ELEMENTS PREFABRIQUES EN BETON SELON F.7 DIVERS

IV

WEGVERHARDINGEN A. B. C. D. E. F. G. CEMENTBETONVERHARDINGEN VOLGENS F.1 VERHARDINGEN VAN BITUMINEUZE MENGSELS VOLGENS F.2 BESTRATINGEN EN TEGELBESTRATINGEN VOLGENS F.3 EN F.4 DOLOMIETVERHARDINGEN VOLGENS F.5 VERHARDINGEN VAN GIETASFALT VOOR WEGEN VOLGENS F.6 VERHARDINGEN VAN GEPREFABRICEERDE BETONELEMENTEN VOLGENS DIVERSEN

DRAINAGE ET EGOUTTAGE A. B. C. D. E. F. TRAVAUX PREPARATOIRES ESSAIS, CONTROLES ET RECONNAISSANCE GEOTECHNIQUE DRAINAGE SELON G.1 TERRASSEMENTS EGOUTS ET EVACUATION DEAU SELON G.2. BRANCHEMENTS ET RACCORDEMENTS AU RESEAU DEGOUT SELON G.3

DRAINAGE EN RIOLERING A. B. C. D. E. F. VOORBEREIDENDE WERKEN PROEVEN, CONTROLES EN GEOTECHNISCHE VERKENNING DRAINAGE VOLGENS G.1 GRONDWERKEN RIOLERING EN WATERAFVOER VOLGENS G.2 AANSLUITLEIDINGEN EN AANSLUITINGEN OP HET RIOOLSTELSEL VOLGENS
-4-

G. FORAGE ET FONCAGE DE TUYAUX SELON G.4 H. CHAMBRES DE VISITE ET REGARDS DINSPECTION SELON G.5 I. AVALOIRS SELON G.6 J. CANIVEAUX SELON G.7 K. REPARATION ET RENOVATION DE CANALISATIONS SELON G.8 L. EXAMEN VISUEL DES OUVRAGES SELON G.9 M. CURAGE SELON G.10 N. TUYAUX HORS SERVICE SELON G.11 VI LEMENTS LINEAIRES A. GENERALITES B. BORDURES, FILETS DEAU, BORDURES-FILETS DEAU ET BANDES DE CONTREBUTAGE EN BETON SELON H.1 C. BORDURES EN PIERRE NATURELLE SELON H.2 D. BORDURES DE SECURITE EN BETON SELON H.3 E. FILETS DEAU EN ASPHALTE COULE ROUTIER SELON H.4 F. BARRIERES DE SECURITE EN ACIER SELON H.5 VII PETITS OUVRAGES DART A. CHAMBRES DE VISITE ET DAPPAREILS CONSTRUITES EN PLACE SELON I.1 B. BETON ET BETON ARME SELON I.2 C. MACONNERIE EN BRIQUES DE TERRE CUITE ET EN MATERIAUX AGGLOMERES SELON I.3 D. MACONNERIE EN PIERRE NATURELLE SELON I.4 E. IMPERMEABILISATION DES MACONNERIES ET DU BETON SELON I.5 F. COUVRE-MURS SELON I.6 G. ETANCHEITE DES PONTS ET TOITURES DE TUNNELS SELON I.8 H. DRAINAGE ET EVACUATION DES EAUX DES PONTS SELON I.9 VIII SIGNALISATION, ECLAIRAGE ET MARQUAGES A. SIGNALISATION VERTICALE SELON J.1 B. ECLAIRAGE C. SIGNALISATION HORIZONTALE MARQUAGES SELON J.2 IX PLANTATIONS, ENGAZONNEMENT ET AMENAGEMENT PAYSAGISTE A. TRAVAUX PREPARATOIRES AUX PLANTATIONS ET AUX ENGAZONNEMENTS IX VIII VII VI

G.3 G. BOREN EN DOORPERSEN VAN LEIDINGEN VOLGENS G.4 H. MENSTOEGANKELIJKE EN NIET MENSTOEGANKELIJKE INSPECTIEPUTTEN VOLGENS G.5 I. KOLKEN VOLGENS G.6 J. GOTEN VOLGENS G.7 K. REPARATIE EN RENOVATIE VAN LEIDINGEN VOLGENS G.8 L. VISUEEL ONDERZOEK VAN CONSTRUCTIES VOLGENS G.9 M. RUIMEN VOLGENS G.10 N. BUIZEN BUITEN GEBRUIK VOLGENS G.11 LIJNVORMIGE ELEMENTEN A. ALGEMEENHEDEN B. BETONNEN TROTTOIRBANDEN, STRAATGOTEN, GOOTBANDEN KANTSTROKEN VOLGENS H.1 C. NATUURSTENEN TROTTOIRBANDEN VOLGENS H.2 D. BETONNEN STOOTBANDEN VOLGENS H.3 E. STRAATGOTEN VAN GIETASFALT VOOR WEGEN VOLGENS H.4 F. STALEN GELEIDERAILCONSTRUCTIES VOLGENS H.5 KLEINE KUNSTWERKEN A. TER PLAATSE GEBOUWDE INSPECTIE- EN UITRUSTINGSPUTTEN VOLGENS I.1 B. BETON EN GEWAPEND BETON VOLGENS I.2 C. METSELWERK VAN BAKSTENEN EN VAN BLOKKEN VAN GEBONDEN MATERIALEN VOLGENS I.3 D. NATUURSTEENMETSELWERK VOLGENS I.4 E. ONDOORLATEND-MAKEN VAN METSELWERK EN BETON VOLGENS I.5 F. MUURKAPPEN VOLGENS I.6 G. AFDICHTEN VAN BRUGGEN EN TUNNELDAKEN VOLGENS I.8 H. DRAINAGE EN WATERAFVOER VAN BRUGGEN VOLGENS I.9 SIGNALISATIE, VERLICHTING EN MARKERINGEN A. VERTICALE VERKEERSTEKENS VOLGENS J.1 B. VERLICHTING C. HORIZONTALE SIGNALISATIE MARKERINGEN VOLGENS J.2 BEPLANTINGEN, GRASPERKEN EN LANDSCHAPSINRICHTING A. VOORBEREIDENDE WERKEN AAN DE BEPLANTINGEN EN AANLEG VAN
GRASPERKEN

EN

-5-

B. C. D. E. F. X

TRAVAUX DAMENAGEMENT SELON K.5 TAILLE DES ARBRES SELON K.7 AMENAGEMENTS ET TRAVAUX DIVERS SELON K.8 TRAVAUX DENTRETIEN SELON K.9 ABATTAGE DARBRES SELON K.10 X

B. C. D. E. F.

AANLEGWERKEN VOLGENS K.5 SNOEIEN VAN BOMEN VOLGENS K.7 VOORZIENINGEN EN ALLERHANDE WERKZAAMHEDEN VOLGENS K.8 ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN VOLGENS K.9 VELLEN VAN BOMEN VOLGENS K.10

TRAVAUX DENTRETIEN ET DE REPARATION A. REVETEMENTS EN BETON SELON L.1 B. TRAITEMENTS DE SURFACE PAR AJOUT DE MATERIAUX BITUMINEUX ET REVETEMENTS BITUMINEUX ULTRA-MINCES SELON L.2 C. TRAITEMENT DE SURFACE DE REVETEMENTS HYDROCARBONES PAR ENLEVEMENT DE MATIERE SELON L.3 D. REPARATIONS LOCALISEES DE REVETEMENTS HYDROCARBONES SELON L.4 E. FRAISAGE DUN REVETEMENT BITUMINEUX AVANT REPARATION, ENTRETIEN OU RENFORCEMENT DE LA CHAUSSEE SELON L.5 F. MBCF UTILISE EN COUCHE DEGALISATION SUR UN SUPPORT FRAISE OU POUR UNE INTERFACE ANTIFISSURES SELON L.6 G. INTERFACES ANTIFISSURES ET DE RENFORCEMENT SELON L.7 H. JOINTS TRANSVERSAUX ENTRE REVETEMENT EN BETON ET REVETEMENT BITUMINEUX SELON L.11

ONDERHOUD- EN REPARATIEWERKZAAMHEDEN A. BETONVERHARDINGEN VOLGENS L.1 B. OPPERVLAKTEBEHANDELINGEN MET TOEVOEGING VAN BITUMINEUZE TOPLAGEN VOLGENS L.2 C. OPPERVLAKTEBEHANDELING VAN ASFALTVERHARDINGEN DOOR VERWIJDEREN VAN MATERIAAL VOLGENS L.3 D. PLAATSELIJK REPAREREN VAN ASFALTVERHARDINGEN VOLGENS L.4 E. OPPERVLAKKIG FREZEN VAN EEN BITUMINEUZE VERHARDING VR REPARATIE, ONDERHOUD OF VERSTERKING VAN DE WEGCONSTRUCTIE VOLGENS L.5 F. SLEMS ALS EGALISATIELAAG OP EEN GEFREESDE ONDERGROND OF IN EEN SCHEURREMMENDE TUSSENLAAG VOLGENS L.6 G. SCHEURREMMENDE EN VERSTERKENDE TUSSENLAGEN VOLGENS L.7 H. DWARSVOEGEN TUSSEN BETON- EN BITUMINEUZE VERHARDING VOLGENS L.11

-6-

N/Nr

Code

Dsignation des travaux et fournitures Units CHAPITRE I TRAVAUX PREPARATOIRES ET TRAVAUX EN REGIE
A. TRAVAUX PREPARATOIRES

Beschrijving van de werken en leveringen Eenheden HOOFDSTUK I VOORBEREIDENDE WERKEN EN WERKEN IN REGIE
A. VOORBEREIDENDE WERKEN Toegekende vergoeding, per bestelbon of per schriftelijke vraag, voor het nazicht van de plannen en het opmaken van de raming der werken. Deze dienen verplichtend schriftelijk overgemaakt te worden aan de aanbestedende overheid binnen de 15 kalenderdagen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Toegekende vergoeding, per bestelbon, voor de uitwerking van de "as built"-plannen. De betaling gebeurt na de overhandiging van de "as built"-plannen op informaticadrager. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Terbeschikkingstelling van informatiepanelen, per bestelbon en tijdens de duur van de ermee verbonden werken, inclusief plaatsen, verwijderen en herstellen van het wegdek. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitgifte van materieel van uiteenlopende aard om het publiek over de doelstellingen van de geplande werken te informeren, op verzoek van de leidende ambtenaar, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Te verantwoorden som Levering en plaatsing van een boombescherming volgens hoofdstuk K, tijdens de duur van de werken. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

Quantits prsumes Vermoedelijke hoeveelheden

01.001

Frais octroys, par bon de commande ou demande crite, pour la vrification des plans et l'tablissement de l'estimation des travaux. Ceux-ci doivent obligatoirement parvenir, par courrier au pouvoir adjudicateur endans les 15 jours calendrier. Quantit prsume pices Frais octroys pour l'laboration des plans "as built", par bon de commande. Le paiement se fera aprs la remise des plans "as built" sur support informatique. Quantit prsume pices Mise disposition de panneaux d'information, par bon de commande et pendant la dure des travaux y affrents, y compris pose, enlvement et rparation du revtement. Quantit prsume pices Emission de tout matriel de natures diverses pour l'information du public sur les objectifs des travaux envisags, la demande du fonctionnaire dirigeant, y compris toutes sujtions. Somme justifier Fourniture et pose d'une protection d'arbre selon chapitre K, pendant la dure du chantier. Quantit prsume pices

01.002

01.003

01.004

01.005

-7-

01.006

Mise disposition sur chantier, de passerelles provisoires antidrapantes d'au moins un mtre de largeur munies de garde-corps et d'un type approuver par le fonctionnaire dirigeant, y compris manutention sur chantier. Longueur prsume mct Platelages / Pontages provisoires. Le prsent poste prvu en somme justifier, s'applique des travaux de construction, transport, fondation, montage, rglage, calage, entretien, dmontage, vacuation des platelages et pontages provisoires neufs ou de remploi destins assurer le passage routier en surface lors des diverses phases d'excution et toutes sujtions. Le matriel reste la proprit de l'entrepreneur en fin de chantier. Le prsent poste ne peut tre utilis qu'aprs accord crit pralable du fonctionnaire dirigeant et les sommes y imputer seront tablies en conformit avec la lgislation sur les Marchs Publics. Remarque : toutes poses et dposes au mme endroit sont comprises dans le prix. Somme justifier Raclage de revtements hydrocarbons bitumineux, y compris dcapage autour des taques, le long des bordures et filets d'eau, brossage minutieux et vacuation des matriaux de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. Surface prsume par cm d'paisseur m Sciage vertical et rectiligne ou en courbe avec un rayon 15 m de revtements hydrocarbons bitumineux jusqu' une profondeur 5 cm. Longueur prsume mct Sciage vertical et en courbe avec un rayon < 15m de revtements hydrocarbons bitumineux jusqu' une profondeur 5 cm. Longueur prsume mct Supplment aux postes prcdents pour sciage vertical rectiligne ou en courbe de revtements hydrocarbons bitumineux par tranche supplmentaire de 5 cm de profondeur. Longueur prsume mct

Terbeschikkingstelling op de werf van voorlopige slipvrije loopbruggen van minstens n meter breed, voorzien van borstweringen en van een type te aanvaarden door de leidende ambtenaar, inclusief de behandeling op de bouwplaats. Vermoedelijke lengte str. m Voorlopige beplankingen / overbruggingen De onderhavige stelpost voorzien met "te verantwoorden som" geldt voor fabricagewerken, transport, funderingen, montages, instellingen, opspiengen, onderhoudswerken, demontages, afvoer van de voorlopige beplankingen en overbruggingen - nieuwe of hergebruikte - voor de doorgang over de weg bij de diverse uitvoeringsfasen en alle bijbehorende werkzaamheden. Het materieel blijft eigendom van de aannemer na voltooiing van de werken. Het gebruik van de onderhavige stelpost is slechts toegelaten na voorafgaand schriftelijk akkoord van de leidende ambtenaar en de te boeken sommen zullen worden opgesteld conform de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten. Opmerking : al het werk voor het plaatsen en het verwijderen op dezelfde plaats zijn inbegrepen in de prijs. Te verantwoorden som Affrezen van verhardingen van bitumineuze mengsels, inclusief het afkappen van de verharding rond deksels, langs boordstenen en watergoten, grondig borstelen en verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte per cm dikte m Verticaal en rechtlijnig of gebogen met een straal > 15 m zagen in verhardingen van bitumineuze mengsels tot een diepte 5 cm. Vermoedelijke lengte str. m Verticaal en gebogen met een straal < 15 m zagen in verhardingen van bitumineuze mengsels tot een diepte 5 cm. Vermoedelijke lengte str. m Supplement bij de vorige stelposten voor verticaal en rechtlijnig of gebogen zagen in verhardingen van bitumineuze mengsels per bijkomende dieptelaag van 5 cm. Vermoedelijke lengte str. m

01.007

01.008

01.009

01.010

01.011

-8-

01.012

Sciage vertical et rectiligne ou en courbe avec un rayon 15 m de revtements en bton ou en bton arm, jusqu' une profondeur 5 cm. Longueur prsume mct Sciage vertical et en courbe avec un rayon < 15 m de revtements en bton ou en bton arm, jusqu' une profondeur 5 cm. Longueur prsume mct Supplment aux postes prcdents pour sciage vertical rectiligne ou en courbe de revtements en bton ou en bton arm, par tranche supplmentaire de 5 cm de profondeur. Longueur prsume mct Dmontage ou dmolition de revtements et fondations de chausse, de zones de stationnement, d'lots directionnels de toute espce, sur une profondeur conventionnelle de 45 cm, y compris bton arm, filets d'eau, leurs fondations, avec vacuation des dcombres en dehors du domaine public et toutes sujtions. Si lpaisseur totale est infrieure la valeur susmentionne, la diffrence est porter en compte dans les dblais. Si lpaisseur totale excde la valeur susmentionne, la diffrence est porter en compte dans le poste supplment pour dmolition par tranche de 5 cm de profondeur prvu au mtr. Surface prsume m Supplment pour dmolition du revtement et de la fondation, par tranche de 5 cm de profondeur, au-del des 45 cm prvus au poste prcdent, y compris vacuation des dcombres en dehors du domaine public et toutes sujtions. Surface prsume m Supplment de prix sur les postes de dmolition de voiries, pour dmontage soigneux de rails de tramway, traverses et accessoires qui restent proprit de la STIB, dans le site tram. Le site tram comprend une surlargeur de 60 cm l'extrieur des rails. Surface prsume m

Verticaal en rechtlijnig of gebogen met een straal > 15 m zagen in betonverhardingen al dan niet gewapend, tot een diepte 5 cm. Vermoedelijke lengte str. m Verticaal en gebogen met een straal < 15 m zagen in betonverhardingen al dan niet gewapend, tot een diepte 5 cm. Vermoedelijke lengte str. m Supplement bij de vorige stelposten voor verticaal en rechtlijnig of gebogen zagen in betonverhardingen al dan niet gewapend, per supplementaire dieptelaag van 5 cm. Vermoedelijke lengte str. m Demonteren of opbraak van rijwegverhardingen en funderingen, parkeerzones, verkeerseilandjes van allerlei aard, tot op een conventionele diepte van 45 cm, inclusief gewapend beton, watergoten, hun funderingen, verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Indien de totale dikte kleiner is dan de hierboven vermelde waarde, wordt het verschil in rekening gebracht in de uitgravingen. Indien de totale dikte groter is dan de hierboven vermelde waarde, wordt het verschil in rekening gebracht in de stelpost supplement voor opbraak per dieptelaag van 5 cm voorzien in de opmeting. Vermoedelijke oppervlakte m Supplement voor opbraak van de verharding en de fundering, per dieptelaag van 5 cm, boven de 45 cm voorzien in de vorige stelpost, inclusief het wegruimen van opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de stelposten voor opbraak van wegen, voor het zorgvuldig opbreken van tramsporen, dwarsstukken en toebehoren die eigendom blijven van de MIVB, in de tramzate. De tramzate omvat een overbreedte van 60 cm buiten de sporen. Vermoedelijke oppervlakte m

01.013

01.014

01.015

01.016

01.017

-9-

01.018

Dmolition de revtements hydrocarbons bitumineux sur une profondeur de 20 cm maximum, avec maintien de la fondation, l'vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Supplment pour dmolition de revtements hydrocarbons bitumineux par tranche de 5 cm de profondeur, au-del des 20 cm prvus au poste prcdent, avec maintien de la fondation, l'vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Frais de versage et de traitement des matriaux contenant de lamiante et du goudron, faits par une installation de recyclage. Somme justifier Dmolition de revtements bton monolithe sur une profondeur de 20 cm maximum, avec maintien de la fondation, vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Supplment pour dmolition de revtements bton monolithe par tranche de 5 cm de profondeur, au-del des 20 cm prvus au poste prcdent, avec maintien de la fondation, vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Dmontage de revtements en pavs naturels et dmolition de leurs fondations, y compris vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. Le tout ayant une paisseur conventionnelle de 45 cm. Si lpaisseur totale est infrieure la valeur susmentionne, la diffrence est porter en compte dans les dblais. Si lpaisseur totale excde la valeur susmentionne, la diffrence est porter en compte dans le poste supplment pour dmolition par tranche de 5 cm de profondeur prvu au mtr. Surface prsume m

Opbraak van verhardingen van bitumineuze mengsels over een diepte van maximum 20 cm, met behoud van de fundering, wegruimen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Supplement voor de opbraak van verhardingen van bitumineuze mengsels per dieptelaag van 5 cm, boven de 20 cm voorzien in de vorige stelpost, met behoud van de fundering, wegruimen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Stort- en behandelingskosten van asbest- en teerhoudende materialen, gemaakt door een recyclage-installatie. Te verantwoorden som Opbraak van monolietbetonverhardingen over een diepte van maximum 20 cm, met behoud van de fundering, wegruimen van opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Supplement voor de opbraak van monolietbetonverhardingen per dieptelaag van 5 cm, boven de 20 cm voorzien in de vorige stelpost, met behoud van de fundering, wegruimen van opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Demonteren van kasseiverhardingen en opbraak van hun funderingen, inclusief verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Dit alles tot op een conventionele diepte van 45 cm. Indien de totale dikte kleiner is dan de hierboven vermelde waarde, wordt het verschil in rekening gebracht in de uitgravingen. Indien de totale dikte groter is dan de hierboven vermelde waarde, wordt het verschil in rekening gebracht in de stelpost supplement voor opbraak per dieptelaag van 5 cm voorzien in de opmeting. Vermoedelijke oppervlakte m

01.019

01.020

01.021

01.022

01.023

- 10 -

01.024

Dblayage de revtements en dolomie sur une paisseur de 10 cm (mesurage conventionnel), y compris vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. Surface prsume m Dmolition locale de revtements et fondations de chausse de toute espce, pour l'excution de tranches pour gaines et raccordements davaloirs de tout diamtre, y compris vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. Surface prsume m Dmolition ou dmontage de trottoirs, d'arrts de bus et bermes revtues (e.a. dalles de bton, pavage ornemental, pavs en bton, pierres naturelles, etc...), leurs fondations de toute espce et tous leurs accessoires comme bandes de contrebutage, gargouilles, taques, sur une profondeur conventionnelle de 30 cm et vacuation de tout dchet en dehors du domaine public, stockage provisoire des matriaux rutiliser ou transport dans un dpt du pouvoir adjudicateur. Si lpaisseur totale est infrieure la valeur susmentionne, la diffrence est porter en compte dans les dblais. Si lpaisseur totale excde la valeur susmentionne, la diffrence est porter en compte dans le poste supplment pour dmolition par tranche de 5 cm de profondeur prvu au mtr. Surface prsume m Supplment pour dmolition du revtement et de la fondation par tranche de 5 cm de profondeur au-del des 30 cm prvus au poste prcdent, y compris vacuation des dcombres en dehors du domaine public et toutes sujtions. Surface prsume m Dmolition ou dmontage de bordures de toute espce, leurs fondations et vacuation des matriaux en dehors du domaine public et toutes sujtions. Longueur prsume mct

Uitgraven van dolomietverhardingen over een dikte van 10 cm (conventioneel gerekend), inclusief verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijke oppervlakte m Plaatselijke opbraak van wegverhardingen en -funderingen van alle aard voor het uitvoeren van sleuven voor wachtbuizen en aansluitingen van waterslikkers van verschillende diameters, inclusief verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijke oppervlakte m Opbraak of demonteren van voetpaden, bushaltes en verharde bermen (o.a. betontegels, sierplaveisel, betonstraatstenen, natuursteen, enz.), hun funderingen van alle aard en al hun toebehoren zoals opsluitkantstenen, waterafvoerkokers, putdeksels, tot een diepte van maximum 30 cm, verwijderen van alle afval buiten het openbaar domein, het voorlopig opslaan van de te hergebruiken materialen of vervoer naar een stapelplaats van de aanbestedende overheid. Indien de totale dikte kleiner is dan de hierboven vermelde waarde, wordt het verschil in rekening gebracht in de uitgravingen. Indien de totale dikte groter is dan de hierboven vermelde waarde, wordt het verschil in rekening gebracht in de stelpost supplement voor opbraak per dieptelaag van 5 cm voorzien in de opmeting. Vermoedelijke oppervlakte m Supplement voor de opbraak van de verharding en fundering per dieptelaag van 5 cm boven de 30 cm voorzien in de vorige stelpost, inclusief wegruimen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Opbraak of demonteren van boordstenen van alle aard met hun fundering, verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m

01.025

01.026

01.027

01.028

- 11 -

01.029

Dmolition ou dmontage de filets d'eau en bton, prfabriqus ou couls sur place non compris dans le poste "Dmontage et dmolition de revtements et fondations de chausse", avec leurs fondations et vacuation des matriaux en dehors du domaine public et toutes sujtions. Longueur prsume mct Dmolition ou dmontage d'avaloirs existants, y compris terrassements ncessaires, vacuation des dcombres en dehors du domaine public, dmolition des fondations, enlvement des tuyaux dcoulement et toutes rparations l'gout, obturation des raccordements l'gout des avaloirs non replacs, remblai l'aide de sable stabilis par couches de 0,20 m maximum, compactage et toutes sujtions.

Opbraak of demonteren van geprefabriceerde of ter plaatse gestorte betonnen watergoten die niet in de stelpost opbraak of demonteren van wegverhardingen en funderingen begrepen zijn, met hun funderingen, verwijderen van de materialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Opbreken of demonteren van bestaande straatkolken, inclusief nodige grondwerk, verwijderen van het puin buiten het openbaar domein, opbreken van de funderingen, verwijderen van de afvoerbuizen en alle herstellingen aan de riolering, dichtstoppen van de aansluitingen op de riolering van de niet- teruggeplaatste kolken, aanvullingen met zandcement in lagen van maximaal 0,20 m, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Volledige opbraak van inspectieputten van rioleringen, inclusief verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein, opvullen van de putten met zandcement, behoorlijk verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Opbreken of demonteren van betonnen kaders met gietijzeren deksels en/of roosters van inspectieputten, inclusief vervoer, opslag van de te hergebruiken elementen naar de opslagplaats van de aanbestedende overheid en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Opbraak van buisleidingen van alle aard, inclusief de nodige grondwerken in uitgraving en ophoging met zandcement, verwijderen van alle opbraakmateriaal buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden 30 cm < diameter < 60 cm.

01.030

01.031

Quantit prsume pices Dmolition entire de chambres de visite dgouts, y compris vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public, comblement des fouilles au moyen de sable stabilis dment compact et toutes sujtions. Quantit prsume pices Dmontage ou dmolition des encadrements en bton avec taques et/ou grilles en fonte de chambres de visite, y compris transport, stockage des lments rutiliser vers le dpt du pouvoir adjudicateur et toutes sujtions. Quantit prsume pices Dmolition de canalisations de toute espce, y compris terrassements ncessaires de dblai et remblai en sable stabilis, vacuation de tous les matriaux de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. 30 cm < diamtre < 60 cm. Longueur prsume mct Diamtre > 60 cm. Longueur prsume mct Dmontage ou dmolition de bordures de scurit basses prfabriques en bton avec leur fondation, vacuation des matriaux non rutilisables en dehors du domaine public, transport vers le lieu de stockage du pouvoir adjudicateur des lments susceptibles de remploi. Longueur prsume mct

01.032

01.033

01.033.a 01.033.b 01.034

Vermoedelijke lengte str. m Diameter > 60 cm. Vermoedelijke lengte str. m Opbreken of demonteren van geprefabriceerde lage betonnen veiligheidsstootbanden met hun fundering, verwijderen van de nietherbruikbare materialen buiten het openbaar domein, vervoer van de elementen die hergebruikt kunnen worden naar de opslagplaats van de aanbestedende overheid. Vermoedelijke lengte str. m
- 12 -

01.035

Dmontage ou dmolition de bordures de scurit prfabriques en bton de type "New Jersey", y compris rcupration, entreposage de tous les lments susceptibles de remploi, chargement, transport et toutes sujtions. Longueur prsume mct Dmolition de bordures de scurit en bton coul en place de type New Jersey, avec leur fondation, y compris vacuation des matriaux de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. Longueur prsume mct Dmontage de barrires de scurit en acier, y compris les supports, vacuation des matriaux non rutiliss en dehors du domaine public, adaptation des nouvelles extrmits des profils en les abaissant progressivement sur 12 m de manire ce que l'extrmit affleure le sol ou y soit enterre. Tout au long de cet abaissement, les supports ne sont pas raccourcis, mais sont enfoncs davantage dans le sol, jusqu' ce que leur tte atteigne le niveau voulu. Barrires de scurit simples Longueur prsume mct Barrires de scurit doubles Longueur prsume mct Dmolition de socles en bton arm de barrires de scurit simples ou doubles, y compris lvacuation des matriaux de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. Volume prsum m Dmontage et stockage de panneaux de pravis suivant les indications du fonctionnaire dirigeant, y compris dmolition des fondations ou des ancrages des poteaux, terrassements en dblais, remblayage des trous avec du sable stabilis, reconditionnement du revtement et toutes sujtions. Quantit prsume pices

Opbreken of demonteren van geprefabriceerde betonnen stootbanden van het type "New Jersey", inclusief recuperatie, opslag van alle elementen die hergebruikt kunnen worden, laden, vervoer en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Opbraak van bestaande stootbanden uit ter plaatse gestort beton van het type New Jersey, met hun fundering, inclusief verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Demontage van stalen geleide railconstructies, inclusief de steunpalen, verwijderen van de niet-hergebruikte materialen buiten het openbaar domein, de aanpassing van de nieuwe uiteinden van de profielen door deze geleidelijk over een afstand van 12 m neerwaarts te doen buigen zodat het uiteinde de grond raakt of erin wordt begraven. Bij die ombuiging worden de steunpalen niet ingekort, doch wel dieper in de grond gewerkt totdat het bovenste gedeelte de vereiste hoogte bereikt. Enkelvoudige geleide railconstructies Vermoedelijke lengte str. m Dubbele geleide railconstructies Vermoedelijke lengte str. m Opbraak van sokkels uit gewapend beton van geleide railconstructies, inclusief verwijderen van alle opbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijk volume m Demonteren en opslag van voorsignalisatiepanelen, volgens de aanduidingen van de leidende ambtenaar, inclusief opbraak van de funderingen of de verankeringen van de palen, grondwerk in uitgraving, opvullen van de gaten met zandcement, herstellen van de verharding en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijke hoeveelheid stuks

01.036

01.037

01.037.a 01.037.b 01.038

01.039

- 13 -

01.040

Dmontage de signalisation verticale existante, panneaux et poteaux, dmolition de leurs fondations, nettoyage, triage, transport et entreposage du matriel susceptible de remploi, vacuation vers le dpt du pouvoir adjudicateur du matriel rutilisable et toutes sujtions.

Demonteren van bestaande verticale signalisatie, borden en palen, opbraak van hun funderingen, reiniging, sorteren, vervoeren en opslaan van het materiaal dat hergebruikt kan worden, verwijderen van het materiaal dat hergebruikt kan worden naar de opslagplaats van de aanbestedende overheid en alle bijbehoren werkzaamheden Het stuk omvat het geheel van signalisatiebord(en), steun(en) en fundering(en).

La pice comprend l'ensemble de(s) panneau(x), de(s) poteau(x), de(s) fondation(s). Quantit prsume pices Dmontage et stockage provisoire de poteaux catadioptriques, y compris fondations, vacuation en dehors du domaine public des produits de dmolition, comblement des trous au moyen de sable stabilis et toutes sujtions. Quantit prsume pices Dmontage de bollards, potelets de dissuasion, poteaux en bois etc..., y compris dmolition de la fondation, enlvement des chanes ventuelles, stockage provisoire ou transport vers un lieu de stockage du pouvoir adjudicateur, vacuation des dchets, terrassements ncessaires et toutes sujtions. Quantit prsume pices B. SIGNALISATION DE CHANTIER
01.043

01.041

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Demonteren en voorlopige opslag van reflecterende palen, inclusief funderingen, verwijderen van de opbraakmaterialen buiten het openbaar domein, opvullen van de gaten met zandcement en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Demonteren van bolders, antiparkeerpalen, houten palen enz.., inclusief opbreken van de fundering, verwijderen van eventuele kettingen, voorlopig opslaan of het vervoer naar een opslagplaats van de aanbestedende overheid, verwijderen van alle afval, de nodige grondwerken en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijke hoeveelheid stuks B. WERFSIGNALISATIE Opmaak van signalisatieplannen voor omleidingen met alle nodige fases voor de werforganisatie, op verzoek van de aanbestedende overheid en goedgekeurd door de Politiediensten. Op deze plannen moet een dwarsdoorsnede staan waarop duidelijk na te gaan is welke ruimte voorzien is voor alle weggebruikers. Te leveren in 5 papieren kleur afdrukken en in formaat pdf. Plan voor nieuwe werfzone, schaal 1/500 en 1/200 (per fase). Vermoedelijke hoeveelheid stuks Aanpassen van een goedgekeurd plan van vorige stelpost voor onderfases, wijzigingen en asbuilt. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

01.042

01.043.a

Ralisation de plans de signalisation pour dviations avec toutes les phases ncessaires pour lorganisation du chantier, la requte du pouvoir adjudicateur et approuvs par les Services de Police. Une coupe transversale doit apparatre sur ces plans, sur laquelle lespace prvu pour tous les usagers de la route est indiqu. A livrer en 5 exemplaires papier couleur et en format pdf. Plan de nouvelle zone de chantier, chelle 1/500 et 1/200 (par phase). Quantit prsume pices Adaptation dun plan approuv au poste prcdent pour sous-phases, modifications et as built. Quantit prsume pices

01.043.b

- 14 -

01.044 01.044.a

Intervention sur place et/ou enlvement de la signalisation de chantier. Il sera tenu compte uniquement des heures prestes sur chantier. Camion avec chauffeur. Quantit prsume heures

Interventies voor het plaatsen en/of wegnemen van werfsignalisatie. Er wordt enkel met de uren gepresteerd op de werfzone rekening gehouden. Vrachtwagen met chauffeur. Vermoedelijk hoeveelheid uren Bestelwagen met chauffeur.

01.044.b

Camionnette avec chauffeur. Quantit prsume heures

Vermoedelijk hoeveelheid uren Arbeider. Vermoedelijk hoeveelheid uren Huur van verkeersborden (bord, eventueel onderbord, paal, voet, beugels en voormontage). Groot model (minimum diam. 70 cm).

01.044.c

Ouvrier. Quantit prsume heures Location de panneaux de signalisation (panneau, ventuellement panneau supplmentaire, poteau, pied, colliers et prmontage). Grand modle (diam. minimum 70 cm). Quantit prsume jour/pice

01.045

01.045.a

01.045.b

Petit modle (diam. minimum 40 cm). Quantit prsume jour/pice Location de barrires de circulation (y compris les poteaux ncessaires, panneaux rouges et blancs pourvus de rflecteurs, 3 feux clignotants, pieds, colliers et prmontage). Quantit prsume jour/pice Mise disposition de balises sur poteaux de dimensions 1400 x 300 mm avec bandes alternatives rouges et blanches, feux clignotants, conformes aux rglements et du type dsigner par le fonctionnaire dirigeant, pour usage sur le chantier. Quantit prsume jour/pice Location et entretien dune remorque avec signalisation lumineuse, type Minimax, y compris batteries ou raccordement au rseau lectrique. Quantit prsume jour/pice Location et entretien dun absorbeur de chocs, y compris batteries ou raccordement au rseau lectrique. Quantit prsume jour/pice

Vermoedelijke hoeveelheid dag/stuk Klein model (minimum diam. 40 cm). Vermoedelijke hoeveelheid dag/stuk Huur van verkeersbarelen (inclusief de nodige palen, rood-witte liggers voorzien van reflectoren, 3 knipperlichten, voeten, beugels en voormontage). Vermoedelijke hoeveelheid dag/stuks Terbeschikkingstelling van afbakeningen op palen 1400 x 300 mm met afwisselende rode en witte stroken, knipperlichten conform de reglementen en van het type aan te duiden door de leidende ambtenaar voor gebruik op de bouwplaats. Vermoedelijke hoeveelheid dag/stuk Huur en onderhoud van een aanhangwagen met verlichte signalisatie, type Minimax, inclusief batterijen of aanschakelen aan het elektriciteitsnet. Vermoedelijke hoeveelheid dag/stuk Huur en onderhoud van een botsabsorbeerder, inclusief batterijen of aanschakelen aan het elektriciteitsnet. Vermoedelijke hoeveelheid dag/stuk

01.046

01.047

01.048

01.049

- 15 -

01.050

Frais pour tude et pose de la signalisation pour des dviations, non compris dans les postes prcdents et la demande du pouvoir adjudicateur. Somme justifier En vue de rgler la circulation pendant les travaux : dplacements, modifications, extensions et locations de dispositifs de signalisation lumineuse, y compris les raccordements au rseau, ainsi que la fourniture, la mise en uvre, le dmontage et le stockage dans les dpts du pouvoir adjudicateur aprs mise hors service, y compris l'alimentation lectrique pendant la dure de leur mise en service. N.B. 1. Le sous-traitant doit tre agr par la Direction Gestion et Entretien des Voiries de Bruxelles Mobilit - A.E.D. 2. Le coefficient de frais gnraux et bnfice est fix 10%. Somme justifier Dplacement, modification, extensions d'installations, de poteaux autres que ceux de signalisation lumineuse tricolore (poteaux d'clairage, de support pour lignes ariennes, etc...), y compris enlvement, dblai, remblai, fondation, raccordement lectrique, toutes pices accessoires ncessaires et toutes sujtions. N.B. 1. Le sous-traitant doit tre agr par la Direction Gestion et Entretien des Voiries de Bruxelles Mobilit - A.E.D. 2. Le coefficient de frais gnraux et bnfice est fix 10%. Somme justifier Fourniture et pose, pendant le chantier, de panneaux de pravis conformes la circulaire relative la signalisation des travaux et obstacles sur la voie publique ainsi qu'aux dispositions rglementaires et lgales, y compris poteaux et toutes sujtions. Surface prsume m

Kosten voor de studie en de plaatsing van de signalisatie voor omleidingen, niet begrepen in de vorige stelposten en op verzoek van de aanbestedende overheid. Te verantwoorden som Voor de regeling van het verkeer tijdens de werken: verplaatsingen, wijzigingen, uitbreidingen en huur van lichtsignalisatie, inclusief de aansluitingen op het net, alsook de levering, de plaatsing, de demontage en het opbergen in de opslagplaatsen van de aanbestedende overheid na buitendienststelling, inclusief de elektrische voeding tijdens de duur van hun gebruik. N.B. 1. De onderaannemer moet door de Directie Beheer en Onderhoud van de Wegen van Mobiel Brussel - B.U.V erkend zijn. 2. De cofficint van de algemene kosten en winst is vastgelegd op 10%. Te verantwoorden som Verplaatsing, wijziging, uitbreidingen van installaties, van andere palen dan bestemd voor de driekleurige lichtsignalisatie (verlichtingspalen, steunen voor luchtleidingen, enz.), inclusief verwijderen, uitgraving, aanvulling, fundering, elektrische aansluiting, alle nodige speciale stukken en alle bijbehorende werkzaamheden. N.B. 1. De onderaannemer moet door de Directie Beheer en Onderhoud van de Wegen van Mobiel Brussel - B.U.V erkend zijn. 2. De cofficint van de algemene kosten en winst is vastgelegd op 10%. Te verantwoorden som Levering en plaatsing, tijdens de werken, van voorsignalisatiepanelen conform de omzendbrief betreffende de signalisatie van werken en hindernissen op de openbare weg alsook de reglementaire en wettelijke maatregelen, inclusief palen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Voorlopige markeringen. Voorlopige oranjekleurige markeringen uit te voeren tijdens de verschillende verkeersfasen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. De betreffende oppervlaktes zijn de werkelijk geschilderde oppervlakken. Vermoedelijke oppervlakte m
- 16 -

01.051

01.052

01.053

01.054 01.054.a

Marquages provisoires. Marquages provisoires de couleur orange excuter lors des diffrentes phases de circulation, y compris toutes sujtions. Les surfaces concernes sont les surfaces rellement peintes. Surface prsume m

01.054.b

Enlvement des marquages du poste prcdent. Les surfaces concernes sont les surfaces rellement enlever. Surface prsume m Marquages provisoires de couleur jaune-orange en bandes rflchissantes autocollantes, excuter lors des diffrentes phases de circulation, y compris toutes sujtions. Ces marquages ne peuvent tre utiliss quavec lautorisation du fonctionnaire dirigeant. Les surfaces concernes sont les surfaces rellement mises en uvre. Surface prsume m Enlvement des marquages du poste prcdent. Les surfaces concernes sont les surfaces rellement enlever. Surface prsume m Mise disposition et vacuation dlments de clture, conformes lordonnance du 5 mars 1998 relative la coordination et lorganisation des chantiers en voirie publique en Rgion de BruxellesCapitale, telle que modifie, et larrt du Gouvernement de la Rgion de Bruxelles-Capitale du 16 juillet 1998 relatif la coordination et lorganisation des chantiers en voie publique en Rgion de Bruxelles-Capitale, tel que modifi, notamment larticle 8 et lannexe 3 . . La manutention de ces lments sur chantier, la demande du pouvoir adjudicateur, est porte en compte dans les postes prestations douvriers . Clture de type A compose de panneaux bleus-jaunes dune hauteur de 1m, y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume mct Clture de type A compose de panneaux bleus/jaunes d'une hauteur de 2 m, y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume mct Clture de type A compose de panneaux bleus/jaunes d'une hauteur de 1 m surmonts d'une rehausse en grillage d'une hauteur de 1m (hauteur totale 2 m), y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume mct Clture mtallique de type B dune hauteur comprise entre 1m et 1,20m, y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume mct

Verwijderen van de markeringen van vorige stelpost. De betreffende oppervlaktes zijn de werkelijk te verwijderen oppervlaktes. Vermoedelijke oppervlakte m Voorlopige geel-oranjekleurige markeringen in reflecterende zelfklevende banden, uit te voeren tijdens de verschillende verkeersfasen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Deze markeringen mogen slechts gebruikt worden met de toelating van de leidende ambtenaar. De betreffende oppervlaktes zijn de werkelijk aangebrachte oppervlakken. Vermoedelijke oppervlakte m Verwijderen van de markeringen van vorige stelpost. De betreffende oppervlaktes zijn de werkelijk te verwijderen oppervlaktes. Vermoedelijke oppervlakte m Terbeschikkingstelling en wegnemen van omheiningselementen conform de ordonnatie van 5 maart 1998 betreffende de cordinatie en de organisatie van de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd, en conform het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de cordinatie en de organisatie van de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 8 en bijlage 3. De behandeling van deze elementen op de bouwplaats, op verzoek van de aanbestedende overheid, wordt in rekening gebracht in de stelposten arbeidersprestaties. Omheining van type A bestaande uit blauwe/gele panelen van 1 m hoog, inclusief de sokkels en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Omheining van type A bestaande uit blauwe/gele panelen van 2 m hoog, inclusief de sokkels en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Omheining van type A bestaande uit blauwe/gele panelen van 1 m hoog met bovenop een raster van 1m hoog (totale hoogte 2 m), inclusief de sokkels en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Metalen omheining van type B tussen 1m en 1,20m hoog, inclusief de sokkels en alle bijhorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m

01.054.c

01.054.d

01.055

01.055.a

01.055.b

01.055.c

01.055.d

- 17 -

01.055.e

01.056

01.056.a

Clture compose de cnes de 1m de hauteur et de lisse de type B, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Location et entretien d'lments de clture, conformes lordonnance du 5 mars 1998 relative la coordination et lorganisation des chantiers en voirie publique en Rgion de Bruxelles-Capitale, telle que modifie et larrt du Gouvernement de la Rgion de BruxellesCapitale du 16 juillet 1998 relatif la coordination et lorganisation des chantiers en voie publique en Rgion de Bruxelles-Capitale, tel que modifi, notamment larticle 8 et lannexe 3 . Clture de type A compose de panneaux bleus-jaunes dune hauteur de 1m, y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume par mois mct Clture de type A compose de panneaux bleus/jaunes d'une hauteur de 2 m, y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume mct Clture de type A compose de panneaux bleus/jaunes d'une hauteur de 1 m surmonts d'une rehausse en grillage d'une hauteur de 1m (hauteur totale 2 m), y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume mct Clture mtallique de type B dune hauteur comprise entre 1m et 1,20m, y compris les socles et toutes sujtions. Longueur prsume mct Clture compose de cnes de 1m de hauteur et de lisse de type B, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct

Omheining bestaande uit conussen van 1m hoog en regels van type B, inclusief alle bijhorende werkzaamheden Vermoedelijke lengte str. m Huur en onderhoud van omheiningselementen, conform de ordonnantie van 5 maart 1998 betreffende de cordinatie en de organisatie van de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd, en conform het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de cordinatie en de organisatie van de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 8 en bijlage 3. Omheining van type A bestaande uit blauwe/gele panelen van 1 m hoog, inclusief de sokkels en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte per maand str. m Omheining van type A bestaande uit blauwe/gele panelen van 2 m hoog, inclusief de sokkels en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte per maand str. m Omheining van type A bestaande uit blauwe/gele panelen van 1 m hoog met bovenop een raster van 1 m hoog (totale hoogte 2 m), inclusief de sokkels en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte per maand str. m Metalen omheining van type B tussen 1m en 1,20m hoog, inclusief de sokkels en alle bijhorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Omheining bestaande uit conussen van 1m hoog en regels van type B, inclusief alle bijhorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m

01.056.b

01.056.c

01.056.d

01.056.e

- 18 -

C. TRAVAUX EN REGIE
01.057

C. WERKEN IN REGIE Arbeidersprestaties voor werken in regie. De eenheidsprijzen omvatten buiten het loon, alle prestaties van het beheerspersoneel alsook de lasten en wettelijke supplementen. Deze stelpost kan ook worden gebruikt voor hulp aan de Openbare Diensten en/of de concessiehoudende maatschappijen en/of de Bouwheer. Prestaties tijdens de normale werkuren, op de werkdagen voor : - geschoolde arbeiders 1e niveau Quantit prsume heures Vermoedelijke hoeveelheid uren - geschoolde arbeiders 2e niveau. Quantit prsume heures Vermoedelijke hoeveelheid uren - ongeschoolde arbeiders. Quantit prsume heures Vermoedelijke hoeveelheid uren - tuinmannen. Vermoedelijke hoeveelheid uren - vakbekwame snoeier, inclusief alle benodigde uitrusting. Vermoedelijke hoeveelheid uren - uren klimmer snoeier, inclusief alle benodigde uitrusting. Vermoedelijke hoeveelheid uren - uren gediplomeerde werkman in boomchirurgie. Vermoedelijke hoeveelheid uren Prestaties van een verantwoordelijke public relations. De eenheidsprijs omvat buiten het loon, alle prestaties van het beheerspersoneel, het materieel alsook de lasten en wettelijke supplementen. De functie van de verantwoordelijke public relations wordt in het bestek beschreven (Art. 30 1 & 2, 10 informeren van het publiek). Deze stelpost kan ook gebruikt worden voor hulp aan de Openbare Diensten en/of de concessiehoudende maatschappijen en/of de Bouwheer. Vermoedelijke hoeveelheid uren Materieel in regie voor werken die niet bij deze opmetingsstaat inbegrepen zijn, inclusief chauffeur of operator : - vrachtwagen van 15 T. Quantit prsume heures Vermoedelijke hoeveelheid uren
- 19 -

Prestations d'ouvriers pour travaux en rgie. Les prix unitaires comprennent, outre le salaire, toutes prestations du personnel de matrise ainsi que les charges et supplments lgaux. Ce poste peut tre employ aussi comme aide aux Services Publics et/ou Socits concessionnaires et/ou Matre de l'ouvrage. Prestations pendant les heures normales de travail, les jours ouvrables pour :

01.057.a 01.057.b 01.057.c 01.057.d 01.057.e

- main-d'uvre qualifie 1er chelon - main-d'uvre qualifie 2me chelon. - main-d'uvre de manuvre. - main-d'uvre de jardinier. Quantit prsume heures - jardinier spcialis, y compris tout lquipement ncessaire. Quantit prsume heures - heures grimpeur lagueur, y compris tout lquipement ncessaire. Quantit prsume heures

01.057.f

01.057.g

- heures ouvrier brevet en arbochirurgie. Quantit prsume heures Prestations dun charg de relations publiques. Le prix unitaire comprend, outre le salaire, toutes prestations du personnel de matrise, le matriel ainsi que les charges et supplments lgaux. La fonction du charg de relations publiques est dcrite au cahier des charges, partie administrative (Art. 30 1 & 2, 10 information au public). Ce poste peut tre employ aussi comme aide aux Services Publics et/ou Socits concessionnaires et/ou Matre de louvrage. Quantit prsume heures Matriel en rgie pour travaux non compris dans ce mtr, y compris chauffeur ou oprateur : - camion 15 T.

01.058

01.059

01.059.a

01.059.b 01.059.c 01.059.d 01.059.e 01.059.f

- camion 15 T avec grappin. Quantit prsume heures - grue mcanique sur pneus. Quantit prsume heures -compresseur + marteau pic. Quantit prsume heures - brosse mcanique. Quantit prsume heures - tracteur avec broyeur (puissance tracteur minimum 80 CV). Quantit prsume heures

- vrachtwagen van 15 T met grijparm. Vermoedelijke hoeveelheid uren - mechanische kraan op wielen. Vermoedelijke hoeveelheid uren - compressor + sloophamer. Vermoedelijke hoeveelheid uren - mechanische borstel. Vermoedelijke hoeveelheid uren - tractor met houtversnipperaar (vermogen tractor min. 80 PK). Vermoedelijke hoeveelheid uren - hoogwerker, hoogte tot 20 m. Vermoedelijke hoeveelheid uren - hoogwerker, hoogte hoger dan 20 m. Vermoedelijke hoeveelheid uren - hoogwerker op rupsbanden, hoogte lager of gelijk aan 30 m. Vermoedelijke hoeveelheid uren - hoogwerker op rupsbanden, hoogte hoger dan 30 m. Vermoedelijke hoeveelheid uren - aanhangwagen met verlichte signalisatie, type minimax. Vermoedelijke hoeveelheid uren - vrachtwagen met botsabsorbeerder. Vermoedelijke hoeveelheid uren Huren van stellingen - vast of rollend - met hoogte < 6 m per stuk van 4 m lang, inclusief alle bijhorigheden, bevestigen, monteren, demonteren en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid dagen Huren van stellingen - vast of rollend - met hoogte > 6 m per stuk van 4 m lang inclusief alle bijhorigheden, bevestigen, monteren, demonteren en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid dagen Bijkomende kwaliteitscontrole van bouwproducten door een laboratorium, op uitsluitende vraag van de aanbestedende overheid. Te verantwoorden som
- 20 -

01.059.g

- lvateur nacelle, hauteur jusqu 20 m Quantit prsume heures - lvateur nacelle, hauteur suprieure 20 m Quantit prsume heures - lvateur nacelle sur chenilles, hauteur infrieure ou gale 30 m Quantit prsume heures - lvateur nacelle sur chenilles, hauteur suprieure 30 m Quantit prsume heures - remorque avec signalisation lumineuse, type minimax. Quantit prsume heures

01.059.h

01.059.i

01.059.j

01.059.k

01.059.l

- camion avec absorbeur de chocs. Quantit prsume heures Location dchafaudages fixes ou roulants dune hauteur < 6 m par pice et de 4 m de long, y compris tous les accessoires, fixations, montage, dmontage et toutes sujtions. Quantit prsume jours Location dchafaudages fixes ou roulants dune hauteur > 6 m par pice et de 4 m de long, y compris tous les accessoires, fixations, montage, dmontage et toutes sujtions. Quantit prsume jours Contrle complmentaire de produits de construction par un laboratoire, la seule demande du pouvoir adjudicateur. Somme justifier

01.060

01.061

01.062

01.063

Prestation dun organisme de contrle agr, dsign par le fonctionnaire dirigeant, pour le contrle technique des travaux, selon art. 38 du prsent cahier spcial des charges. Somme justifier Travaux non prvus dans les postes de ce mtr et excuter suivant justification et la seule demande du pouvoir adjudicateur. Somme justifier

Prestaties van een erkend controleorganisme, aangeduid door de leidende ambtenaar voor de technische contrle der werken, volgens het art. 38 van onderhavig bijzonder bestek. Te verantwoorden som Werken die niet voorzien zijn in stelposten van deze opmetingsstaat en die uitgevoerd moeten worden volgens rechtvaardiging en op uitsluitende vraag van de aanbestedende overheid. Te verantwoorden som

01.064

- 21 -

CHAPITRE II TERRASSEMENTS

HOOFDSTUK II GRONDWERKEN

A. EVACUATION DES TERRES DEBLAYEES NON REUTILISEES SELON D.

02.001

A. AFVOER VAN UITGEGRAVEN NIET HERBRUIKTE GROND VOLGENS D. Het vervoer van uitgegraven grond van de bouwplaats naar een TOP (tussentijdse opslagplaats) is begrepen in de eenheidsprijzen van de verschillende stelposten die hierna worden vermeld. a) Tijdelijke opslag Verladingskosten. Vermoedelijk gewicht t Opslagkosten voor een forfait van maximaal 4 weken. Vermoedelijk gewicht t Zeven van grond. Vermoedelijk gewicht t Verwerken (verwijderen, recycleren,) van afgezeefd steenpuin, rekening houdend met een forfait van 20 % steenpuin per aangevoerde ton. Vermoedelijk gewicht t Bodemonderzoek op het restgedeelte (80 % per geleverde ton) na afzeving. Prijs van de analyse per ton. Vermoedelijk gewicht t b) Afvoeren van grond (de 80 % zonder steenpuin) vanaf de TOP, inclusief de kosten voor transport grondreinigingscentrum. Afvoeren grond voor vrij gebruik. naar een afvoerplaats of

Le transport de terres de dblais du chantier vers un DT (dpt temporaire) est compris dans les prix unitaires des diffrents postes mentionns ci-dessous. a) Stockage temporaire

02.001.a 02.001.b 02.001.c 02.001.d

Frais de manutention. Poids prsum t Frais de stockage pour un forfait de maximum 4 semaines. Poids prsum t Tamisage des terres. Poids prsum t Traitement (vacuation, recyclage,) des dbris pierreux tamiss, tenant compte dun forfait de 20 % de dbris pierreux par tonne livre. Poids prsum t Analyse de sol sur la partie restante (80 % par tonne livre) aprs tamisage. Prix de lanalyse par tonne. Poids prsum t b) vacuation du sol terreux (les 80 % sans dbris pierreux) du DT, y compris les frais de transport vers une dcharge ou un centre dassainissement des sols. vacuation du sol pour usage libre. Poids prsum t vacuation et traitement ventuel du sol pour usage rglement. Terres utilises comme matriau de construction. Poids prsum t Sol pouvant tre assaini biologiquement. Poids prsum t Sol pouvant tre assaini physico-chimiquement. Poids prsum t Sol pouvant tre assaini thermiquement. Poids prsum t

02.001.e

02.001.f

02.001.g 02.001.h 02.001.i 02.001.j

Vermoedelijk gewicht t Afvoeren en eventueel behandelen van grond voor gereglementeerd gebruik. Als bouwkundig bodemgebruik. Vermoedelijk gewicht t Grond die biologisch kan worden gereinigd. Vermoedelijk gewicht t Grond die fysicochemisch kan worden gereinigd. Vermoedelijk gewicht t Grond die thermisch kan worden gereinigd. Vermoedelijk gewicht t
- 22 -

B. - TRAVAUX PREALABLES AUX TERRASSEMENTS SELON D.2.

02.002 02.002.a

B. - WERKZAAMHEDEN VR DE GRONDWERKEN VOLGENS D.2. Leveren en gebruiken van bemalingsmiddelen. Voorlopige verlaging van de grondwaterspiegel volgens D.2.1. De hoeveelheid waarmee rekening dient te worden gehouden, is de oppervlakte van de te bouwen constructie plus een strook van n meter om de omtrek, vermenigvuldigd met de te bemalen hoogte. Te verantwoorden som Voorlopige verlaging van de grondwaterspiegel volgens D.2.1. en het vooronderzoek dat met de aanbestedingstukken is bezorgd. Vermoedelijk volume m Definitieve verlaging van de grondwaterspiegel volgens D.2.2. De hoeveelheid waarmee rekening dient te worden gehouden, is de oppervlakte van de te bouwen constructie plus een strook van n meter om de omtrek, vermenigvuldigd met de te bemalen hoogte. Te verantwoorden som Definitieve verlaging van de grondwaterspiegel volgens D.2.2. en het vooronderzoek dat met de aanbestedingsstukken is bezorgd. Vermoedelijk volume m Leveren en aanbrengen van een waterdichte afsluiting rond een zone waar bemaling nodig is, volgens het vooronderzoek dat met de aanbestedingsstukken is bezorgd. De oppervlakte waarmee rekening dient te worden gehouden is het product van de omtrek met de hoogte van de afsluiting. Vermoedelijke oppervlakte m Verkenning van de nutsleidingen De aannemer dient volgende zeker te respecteren : Het A.R.E.I. voor werken in de directe omgeving van elektrische leidingen Het koninklijk besluit van 21-09-1988 in verband met de uitvoering van werken in de nabijheid van gasleidingen. De code van goede praktijk om schade aan ondergrondse leidingen te voorkomen. Het nemen van alle opgelegde veiligheidsmaatregelen, die door de eigenaar van de leidingen worden opgelegd.
- 23 -

Fourniture et mise en uvre de dispositifs de rabattement. Rabattement provisoire de la nappe aquifre selon D.2.1. La quantit prendre en considration, est le produit de la surface de louvrage construire augmente d'un mtre sur le primtre par la hauteur rabattre. Somme justifier Rabattement provisoire de la nappe aquifre selon D.2.1. daprs ltude pralable fournie avec les documents dadjudication. Volume prsum m Rabattement dfinitif de la nappe aquifre selon D.2.2. La quantit prendre en considration, est le produit de la surface de louvrage construire augmente d'un mtre sur le primtre, par la hauteur rabattre. Somme justifier Rabattement dfinitif de la nappe aquifre selon D.2.2. daprs ltude pralable fournie avec les documents dadjudication. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre dune enceinte tanche leau autour dune zone o il est ncessaire de faire un rabattement de la nappe aquifre, daprs ltude pralable fournie avec les documents dadjudication. La surface prendre en considration, est le produit du primtre de lenceinte, par sa hauteur. Surface prsume m

02.002.b

02.002.c

02.002.d

02.003

02.004

Reprage des imptrants Lentrepreneur doit en outre respecter : Le R.G.I.E. pour ce qui concerne les travaux proximit de canalisations lectriques. Larrt royal du 21-09-1988 relatif lexcution de travaux proximit de canalisations de gaz et autres canalisations. Le code de bonne pratique pour la prvention des dgts aux installations souterraines. Toutes mesures de scurit spcifiques plus svres appliques par le propritaire des canalisations.

Terrassements pour localisation dinstallations existantes selon D.2.3.

Grondwerken voor de lokalisering van bestaande installaties volgens D.2.3. Manuele grondwerken volgens noodzaak, al dan niet beschoeid, voor de verkenning van leidingen, kabels en andere installaties van de openbare diensten, overeenkomstig met de betreffende wetgeving, inclusief het verwijderen van alle niet-herbruikbare materialen, behoud van leidingen, mechanische afbraak van onderfunderingen, funderingen en wegbekledingen en alle aanvullende werken. Opmerking : Deze werken hebben alleen betrekking op het maken van verkenningsputten om de juiste plaats van de nutsleidingen te bepalen alvoor de grondwerken te starten en ontslaat de aannemer niet van de taak om de grondwerken manueel uit te voeren in de zone van de nutsleidingen.

Terrassements manuels en dblais suivant ncessits, blinds ou non, pour la recherche de canalisations, cbles, et autres installations des services publics, conformment la lgislation en la matire, y compris lenlvement de tous matriaux non rutilisables, le maintien des canalisations, le dmontage mcanique des sous-fondations, fondations et revtements de surface et tous travaux complmentaires. Remarque : Ces travaux concernent uniquement les fouilles raliser pour la localisation des imptrants avant excution des travaux de terrassement divers et nexonrent en rien lentrepreneur de lobligation de terrassements en dblais manuels dans la zone dimptrants ainsi localise.
02.004.a

Fouilles de reconnaissance dune profondeur de 1,20 m. Longueur prsume mct Fouilles de reconnaissance plus profondes dont la profondeur se situe entre 1,20 et 1,50 m. Longueur prsume mct Remblais pour fouilles de reconnaissance. Terrassements en remblais de fouilles blindes ou non, pour tranches de reconnaissance jusquau niveau infrieur de la sous-fondation de la voirie carrossable et trottoirs, y compris compactage, reconstruction du corps de chausse, sous-fondations, fondations et revtements de surface de toute nature et toutes sujtions. Remise en place et si ncessaire renouvellement des lments de protection des installations existantes.

Verkenningsputten van 1,20 m diepte. Vermoedelijke lengte str. m Diepere verkenningsputten, diepte tussen 1,20 en 1,50m. Vermoedelijke lengte str. m Aanvulwerken voor verkenningsputten. Aanvulwerken voor verkenningsputten, beschoeid of niet, tot het onderste niveau van de onderfundering van de rijweg en de voetpaden, inclusief verdichten, aandammen, herstelling van onderfunderingen, funderingen en bekledingen van alle oppervlakten van alle aard en alle bijbehorende werkzaamheden. Het terugplaatsen en eventueel vernieuwen van de bestaande beschermingen van de installaties.

02.004.b

02.005

02.005.a 02.005.b

Fouilles de reconnaissance dune profondeur de 1,20 m. Au sable-ciment selon E.4.3. Volume prsum m Au sable de sous-fondation selon C.2.4.2. Volume prsum m Fouilles de reconnaissance plus profondes dont la profondeur se situe entre 1,20 et 1,50 m. Au sable-ciment selon E.4.3. Volume prsum m

Verkenningsputten van 1,20 m diepte. Met zandcement volgens E.4.3. Vermoedelijk volume m Met onderfunderingszand volgens C.2.4.2. Vermoedelijk volume m Diepere verkenningsputten, diepte tussen 1,20 en 1,50 m. Met zandcement volgens E.4.3. Vermoedelijk volume m
- 24 -

02.005.c

02.005.d

Au sable de sous-fondation selon C.2.4.2. Volume prsum m Rempitements de constructions riveraines selon D.2.5 ncessaires dans certains cas pour permettre lexcution de murs mouls, dgouts ou de passages de nappe aquifre. Fouilles blindes et taiement. Volume prsum m Remblais en sable-ciment de la fouille blinde du rempitement. Volume prsum m Rempitements comprenant la fourniture et la mise en uvre des matriaux, le vrinage ventuel et toutes sujtions dues la mise en uvre en fouilles blindes ; lensemble est excuter selon D.2.5. Fondation du rempitement en bton arm, y compris coffrages, dcoffrages et armatures, raison de 50 kg dacier BE 400 par m de bton. Volume prsum m Rempitements en maonnerie de briques pleines normalises, en fouilles blindes. Volume prsum m Rempitements en bton arm, y compris coffrages, dcoffrages et armatures, raison de 60 kg d'acier BE 220 par m de bton. Volume prsum m C. DEBLAIS DE TERRES ARABLES SELON D.3.

Met onderfunderingszand volgens C.2.4.2. Vermoedelijk volume m Ondermetselen van aanpalende constructies volgens D.2.5 in bepaalde gevallen nodig voor de uitvoering van slibwanden, rioleringen of kruising van grondwaterlagen. Beschoeide bouwputten en stutwerk. Vermoedelijk volume m Aanvullen met zandcement van de beschoeide bouwput voor de ondermetseling. Vermoedelijk volume m Ondermetselen inclusief leveren en verwerken van de materialen, eventueel opvijzelen en alle bijbehorende werkzaamheden die nodig zijn doordat in beschoeide bouwputten wordt gewerkt ; dit alles uit te voeren volgens D.2.5. Funderen van ondermetseling met gewapend beton, inclusief bekisten, ontkisten, en wapenen met 50 kg staal BE 400 per m beton. Vermoedelijk volume m Ondermetselen met metselwerk van genormaliseerde volle bakstenen in beschoeide bouwputten. Vermoedelijk volume m Ondermetselen met gewapend beton, inclusief bekisten, ontkisten en wapenen met 60 kg staal BE 220 per m beton. Vermoedelijk volume m C. AFGRAVEN VAN TEELAARDE VOLGENS D.3. Afgraven van teelaarde, graszoden en humushoudende grond, inclusief opladen en vervoeren Met het oog op hergebruik op de bouwplaats. Volume prsum m Vermoedelijk volume m Met het oog op het opslaan. Vermoedelijk volume m Met het oog op afvoer buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m D. ALGEMENE UITGRAVINGEN VOLGENS D.4.

02.006

02.006.a 02.006.b

02.007

02.007.a

02.007.b

02.007.c

02.008

Dblais de terres arables, gazons et terres humiques, y compris chargement et transport. En vue dune rutilisation sur chantier. En vue dune mise en dpt. Volume prsum m En vue dune vacuation en dehors du domaine public. Volume prsum m D. DEBLAIS GENERAUX SELON D.4.

02.008.a 02.008.b 02.008.c

- 25 -

02.009

Dblais de terres de toute nature pour excution des voiries, trottoirs, pistes cyclables et zones de stationnement, y compris compactage et profilage du fond de coffre et des talus et toutes sujtions. La profondeur des dblais est fixe conventionnellement comme suit : - soit en prenant la diffrence entre le niveau actuel des revtements de chausse, trottoirs, terre-pleins, zones de stationnement, refuges et lots directionnels actuels, diminu s'il y a lieu de l'paisseur du revtement et de la fondation existante et le niveau d'assise du fond de coffre futur ; - soit en prenant la diffrence entre le niveau actuel des terrains et le niveau d'assise du fond de coffre futur, diminu sil y a lieu de lpaisseur de la terre arable.

Uitgraven van allerlei grond voor de uitvoering van wegen, trottoirs, fietspaden en parkeerzones, inclusief verdichten en profileren van het baanbed en de taluds en alle bijbehorende werkzaamheden. De diepte van het graafwerk wordt conventioneel vastgesteld als volgt : - hetzij door het verschil te nemen tussen het niveau van de huidige verhardingen van de rijbaan, trottoirs, wegbermen, parkeerzones, vluchtheuvels en verkeersgeleiders, eventueel verminderd met de dikte van de verharding en van de bestaande fundering, en het grondslagniveau van het toekomstige baanbed ; - of door het verschil te nemen tussen het huidige niveau van het maaiveld en het grondslagniveau van het toekomstige baanbed, eventueel verminderd met de dikte van de teelaarde. Opslaan van grond op de bouwplaats met het oog op hergebruik in ophogingen en aanvullingen. Vermoedelijk volume m Opladen, vervoeren en afvoeren van niet te herbruiken grond buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m Opbreken van blokken van meer dan 0,5 m3 aangetroffen bij uitgravingen volgens D.4.4, inclusief afvoeren van het puin en afval buiten het openbare domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Blokken van ongewapend beton of metselwerk.

02.009.a

La mise en dpt des terres sur chantier en vue dun remploi en remblais. Volume prsum m Le chargement, le transport et lvacuation des terres non rutilises en dehors du domaine public. Volume prsum m Dmolition de massifs d'un volume suprieur 0,5 m3 rencontrs lors de dblais selon D.4.4, y compris vacuation des dchets et dcombres en dehors du domaine public et toutes sujtions. Massifs en bton non arm ou maonnerie. Volume prsum m Massifs en bton arm. Volume prsum m E. REMBLAIS SELON D.5.

02.009.b

02.010

02.010.a 02.010.b

Vermoedelijk volume m Blokken van gewapend beton. Vermoedelijk volume m E. OPHOGINGEN VOLGENS D.5. Leveren en aanbrengen van teelaarde op bermen, wegbermen en taluds volgens D.5.1, inclusief opladen, vervoeren, spreiden, profileren en alle bijbehorende werkzaamheden. Teelaarde afgegraven op de werf. Vermoedelijk volume m Teelaarde uit opslagplaatsen, aangeduid door de aanbestedende overheid. Vermoedelijk volume m

02.011

Fourniture et mise en uvre de terre arable sur les bermes, terre-pleins et talus, selon D.5.1, y compris chargement, transport, rpandage, profilage et toutes sujtions. Terre arable provenant de dblais du chantier. Volume prsum m Terre arable provenant de dpts, dsigner par le pouvoir adjudicateur. Volume prsum m

02.011.a 02.011.b

- 26 -

02.011.c 02.012

Terre arable fournie par lentrepreneur. Volume prsum m Remplacement de sols impropres constituer lassise des remblais selon D.5.2.2. Dblais pour enlvement de terres insuffisamment portantes, y compris chargement et toutes sujtions. Les remblais correspondants sont repris aux postes des remblais.

Door de aannemer geleverde teelaarde. Vermoedelijk volume m Vervanging van grond die ongeschikt is als zate voor de ophogingen volgens D.5.2.2. Uitgraven van af te voeren niet draagkrachtige grond, inclusief opladen en alle bijbehorende werkzaamheden. De overeenkomstige ophogingen en aanvullingen zijn opgenomen in de stelposten voor ophogingen en aanvullingen. Opladen, vervoeren en afvoeren van niet te herbruiken grond buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m Ophogingen om de voorgeschreven profielen te realiseren volgens D.5.3, inclusief het leveren van de materialen, het uitspreiden, het profileren, het verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden Met aanvaardbare ophooggrond volgens C.1.2, afkomstig van de uitgravingen. Vermoedelijk volume m Met aanvaardbare aangevoerde ophooggrond volgens C.1.2. Vermoedelijk volume m Met natuurzand volgens C.2.2. Volume prsum m Vermoedelijk volume m Met kunstmatig of gerecycleerd zand volgens C.2.3. Vermoedelijk volume m Met natuursteen volgens C.3.2. Vermoedelijk volume m Met kunstmatige of gerecycleerde steen volgens C.3.3. Vermoedelijk volume m Met natuurlijk grindzand volgens C.4.2. Vermoedelijk volume m Met kunstmatig of gerecycleerd grindzand volgens C.4.3. Vermoedelijk volume m Met zandcement volgens E.4.3. Volume prsum m Vermoedelijk volume m
- 27 -

Le chargement, le transport et lvacuation des terres non rutilises en dehors du domaine public. Volume prsum m Remblais pour la ralisation des profils prescrits, selon le D.5.3, y compris fourniture des matriaux, rpandage, profilage, compactage et toutes sujtions. Avec sol acceptable pour remblais selon C.1.2, en provenance des dblais. Volume prsum m Avec sol d'apport acceptable pour remblais selon C.1.2. Volume prsum m
02.013.c

02.013

02.013.a

02.013.b

Au sable naturel selon C.2.2.

02.013.d

Au sable artificiel ou recycl selon C.2.3. Volume prsum m

02.013.e

Avec gravillons naturels selon C.3.2. Volume prsum m Avec gravillons artificiels et recycls selon C.3.3. Volume prsum m

02.013.f

02.013.g

Avec graves naturelles selon C.4.2. Volume prsum m Avec graves artificielles ou recycles selon C.4.3. Volume prsum m

02.013.h

02.013.i

Au sable-ciment selon E.4.3.

02.014 02.014.a 02.014.b 02.014.c 02.014.d

Fourniture dadditifs pour le traitement du sol de remblai, selon D.5.4. Chaux. Poids prsum t Ciment. Poids prsum t Liant hydraulique routier. Poids prsum t Mise en uvre dadditifs pour le traitement du sol de remblai, y compris scarification, pandage, malaxage et compactage, selon D.5.4. Volume prsum m F. TERRASSEMENTS PARTICULIERS SELON D.6.

Leveren van additieven voor de behandeling van de ophoog- of aanvulgrond volgens D.5.4. Kalk. Vermoedelijk gewicht t Cement. Vermoedelijk gewicht t Hydraulisch bindmiddel voor wegenbouw. Vermoedelijk gewicht t Verwerken van additieven voor de behandeling van grond, volgens D.5.4, inclusief loswoelen, spreiden, mengen en verdichten. Vermoedelijk volume m F. BIJZONDERE GRONDWERKEN VOLGENS D.6. Graafwerk voor sloten volgens D.6.1, inclusief opladen en alle bijbehorende werkzaamheden. Opslaan van grond op de bouwplaats met het oog op hergebruik in ophogingen of aanvullingen. Vermoedelijk volume m Opladen, vervoeren en afvoeren van niet te herbruiken grond buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m Profileren van bestaande sloten volgens D.6.2, inclusief opladen en alle bijbehorende werkzaamheden. Opslaan van grond op de bouwplaats met het oog op hergebruik in ophogingen of aanvullingen. Vermoedelijk volume m Opladen, vervoeren en afvoeren van niet te herbruiken grond buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m

02.015

Dblais pour ralisation de fosss, selon D.6.1, y compris chargement et toutes sujtions. La mise en dpt des terres sur chantier en vue dun remploi en remblais. Volume prsum m Le chargement, le transport et lvacuation des terres non rutilises en dehors du domaine public. Volume prsum m Mise au gabarit de fosss existants, selon D.6.2, y compris chargement et toutes sujtions. La mise en dpt des terres sur chantier en vue dun remploi en remblais. Volume prsum m Le chargement, le transport et lvacuation des terres non rutilises en dehors du domaine public. Volume prsum m

02.015.a

02.015.b

02.016

02.016.a

02.016.b

- 28 -

02.017

Terrassement manuel et/ou mcanique en dblais, ncessaire la construction ou la dsaffectation dgouts, de collecteurs et de leurs chambres de chute et/ou de visite, de raccordements, douvrages dart, de fouilles de fondation et de travaux souterrains, selon D.6.3 et D.6.4, y compris les difficults d'excution en rsultant, le maintien de canalisations et de cbles non sujets dplacement et le chargement de terres en excs ou impropres la rutilisation et toutes sujtions. En fouilles ouvertes La mise en dpt des terres sur chantier en vue dun remploi en remblais. Volume prsum m Le chargement, le transport et lvacuation des terres non rutilises en dehors du domaine public. Volume prsum m En fouilles blindes, y compris blindage La mise en dpt des terres sur chantier en vue dun remploi en remblais. Volume prsum m Le chargement, le transport et lvacuation des terres non rutilises en dehors du domaine public. Volume prsum m En galeries blindes Dimensions 2 m x 1,40 m, avec cadres mtalliques HEB 140 (1 cadre par mct) et palplanches lgres mtalliques.

Manueel en/of machinaal graafwerk voor de aanleg of het bouwen of buitengebruikstelling van riolen, collectoren en bijbehorende verval- en inspectieputten, aansluitingen, kunstwerken, funderingsputten en ondergrondse werken, volgens D.6.3 en D.6.4, inclusief hieruit voortvloeiende uitvoeringsmoeilijkheden, het behoud van leidingen en kabels die niet verlegd mogen worden, opladen van overtollige of ongeschikte grond en alle bijbehorende werkzaamheden. In open bouwputten Opslaan van grond op de bouwplaats met het oog op hergebruik in ophogingen of aanvullingen. Vermoedelijk volume m Opladen, vervoeren en het afvoeren van niet te herbruiken grond buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m In beschoeide bouwputten, inclusief beschoeiing Opslaan van grond op de bouwplaats met het oog op hergebruik in ophogingen en aanvullingen. Vermoedelijk volume m Opladen, vervoeren en afvoeren van niet te herbuiken grond buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m In beschoeide galerijen Afmetingen 2 m x1,40 m, met metalen raam HEB 140 (1 raam per strm) en licht metalen damplanken. Opslaan van grond op de bouwplaats met het oog op hergebruik in ophogingen en aanvullingen. Vermoedelijk volume m Opladen, vervoeren en afvoeren van niet te herbuiken grond buiten het openbare domein. Vermoedelijk volume m Opbreken van blokken van meer dan 0,5 m3 aangetroffen bij graafwerk in open bouwputten, inclusief afvoeren van het puin en afval buiten het openbare domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Blokken van ongewapend beton of metselwerk

02.017.a

02.017.b

02.017.c

02.017.d

02.017.e

02.017.f

La mise en dpt des terres sur chantier en vue dun remploi en remblais. Volume prsum m Le chargement, le transport et lvacuation des terres non rutilises en dehors du domaine public. Volume prsum m Dmolition de massifs d'un volume suprieur 0,5 m3 rencontrs lors de dblais en fouilles ouvertes, y compris vacuation des dchets et dcombres en dehors du domaine public et toutes sujtions. Massifs en bton non arm ou maonnerie Volume prsum m

02.018

02.018.a

Vermoedelijk volume m

- 29 -

02.018.b

Massifs en bton arm Volume prsum m Dmolition de massifs d'un volume suprieur 0,5 m3 rencontrs lors de dblais en fouilles blindes, y compris vacuation des dchets et dcombres en dehors du domaine public et toutes sujtions. Massifs en bton non arm ou maonnerie Volume prsum m

Blokken van gewapend beton Vermoedelijk volume m Opbreken van blokken van meer dan 0,5 m3 aangetroffen bij graafwerk in beschoeide bouwputten, inclusief afvoeren van het afval en puin buiten het openbare domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Blokken van ongewapend beton of metselwerk Vermoedelijk volume m Blokken van gewapend beton Vermoedelijk volume m Toeslag op de prijs van de uitgravingen voor de voorzorgen die dienen te worden genomen in de onmiddellijke omgeving van boomwortels, inclusief de behandeling van de wortels. De oppervlakte waarmee rekening dient te worden gehouden, is de oppervlakte van de verticale wand langs de kant en in aanwezigheid van wortels. Vermoedelijke oppervlakte m Aanvullen in beschoeide bouwputten of andere bouwputten onder wegen, fietspaden, trottoirs en verharde zones, volgens D.6.3 en D.6.4, inclusief leveren van de materialen, spreiden, profileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Met zand voor onderfunderingen volgens C.2.4.2. Volume prsum m Vermoedelijk volume m Met zandcement volgens E.4.3. Vermoedelijk volume m Met uitgraafbare, zelfverdichtende materialen volgens D.6.5. Vermoedelijk volume m Met zelfnivellerend beton volgens E.4.7. Vermoedelijk volume m Aanvullen in beschoeide of andere bouwputten in onverharde zones, volgens D.6.3 en D.6.4, inclusief leveren van de materialen, aanstampen, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Met aanvaardbare ophooggrond volgens C.1.2, afkomstig van de uitgravingen. Vermoedelijk volume m
- 30 -

02.019

02.019.a

02.019.b

Massifs en bton arm Volume prsum m Supplment sur le prix des dblais pour prcautions prendre aux abords de la zone des racines des arbres, comprenant le traitement des racines. La surface prendre en considration est la surface de la paroi verticale situe sur le ct et prsentant des racines.

02.020

02.021

Surface prsume m Remblais en fouilles blindes ou autres situes dans des zones sous voiries, pistes cyclables, trottoirs et zones revtues, selon D.6.3 et D.6.4, y compris fourniture des matriaux, damage, compactage et toutes sujtions. Au sable de sous-fondation, selon C.2.4.2.

02.021.a

02.021.b

Au sable-ciment, selon E.4.3. Volume prsum m Avec matriaux autocompactants rexcavables, selon D.6.5. Volume prsum m

02.021.c

02.021.d 02.022

Au bton autoplaant selon E.4.7. Volume prsum m Remblais en fouilles blindes ou autres situes dans des zones non revtues, selon D.6.3 et D.6.4, y compris fourniture des matriaux, damage, compactage et toutes sujtions. Avec sol acceptable pour remblais, selon C.1.2, en provenance des dblais. Volume prsum m

02.022.a

02.022.b

Avec sol d'apport acceptable pour remblais, selon C.1.2. Volume prsum m

Met aanvaardbare aangevoerde ophooggrond volgens C.1.2. Vermoedelijk volume m Met natuurzand volgens C.2.2.

02.022.c

Au sable naturel, selon C.2.2. Volume prsum m

02.022.d

Au sable artificiel ou recycl, selon C.2.3. Volume prsum m Etter au chalumeau des palplanches mtalliques existantes, y compris vacuation de tous les matriaux en dehors du domaine public. Longueur prsume mct

Vermoedelijk volume m Met kunstmatig of gerecycleerd zand volgens C.2.3. Vermoedelijk volume m Afbranden van bestaande metalen damplanken, inclusief verwijderen van alle materialen buiten het openbaar domein. Vermoedelijke lengte str.m

02.023

- 31 -

CHAPITRE III SOUS-FONDATIONS ET FONDATIONS

HOOFDSTUK III ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN

A. TRAVAUX PREPARATOIRES SELON E.2.

03.001

A. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOLGENS E.2. Leveren en aanbrengen van een geotextiel volgens E.2.1, inclusief uitknippen en alle bijbehorende werkzaamheden. Gaten voor de doorvoer van leidingen worden niet van de bedekte oppervlakte afgetrokken. Vermoedelijke oppervlakte m Nivelleren en verdichten van het baanbed voor de uitvoering van definitieve wegen en trottoirs volgens E.2.2, inclusief uitzetten en alle bijbehorende werkzaamheden in ophoging en uitgraving. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren van additieven voor de behandeling van de grond van het baanbed volgens E.2.3. Kalk

Fourniture et pose d'un gotextile selon E.2.1, y compris dcoupes et toutes sujtions. Les ouvertures pour le passage de conduites ne sont pas dduites de la surface. Surface prsume m Nivellement et compactage du fond de coffre pour excution de voiries dfinitives et trottoirs selon E.2.2, y compris piquetage et toutes sujtions en remblai et en dblai. Surface prsume m Fourniture dadditifs pour le traitement du sol du fond de coffre selon E.2.3. Chaux Poids prsum t Ciment Poids prsum t Liant hydraulique routier Poids prsum t Mise en uvre dadditifs pour le traitement du sol selon E.2.3, y compris scarification, pandage, malaxage, compactage, couche de protection et toutes sujtions. Volume prsum m B. SOUS-FONDATIONS SELON E.3.

03.002

03.003

03.003.a 03.003.b 03.003.c 03.004

Vermoedelijk gewicht t Cement Vermoedelijk gewicht t Hydraulisch bindmiddel voor wegenbouw Vermoedelijk gewicht t Verwerken van additieven voor de behandeling van grond volgens E.2.3, inclusief het loswoelen, spreiden, mengen, verdichten, beschermende laag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m B. ONDERFUNDERINGEN VOLGENS E.3. Leveren en aanbrengen van een onderfundering met veranderlijke dikte, inclusief spreiden in lagen van maximaal 20 cm, verdichten, walsen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type 1 (zand)

03.005

Fourniture et mise en uvre d'une sous-fondation d'paisseur variable, y compris rpandage en couches de 20 cm maximum, compactage, cylindrage et toutes sujtions. Type 1 (sable) Volume prsum m Type 2 (sable-gravillons) Volume prsum m

03.005.a 03.005.b

Vermoedelijk volume m Type 2 (zand-steen) Vermoedelijk volume m

- 32 -

03.005.c

Type 3 (terre stabilise) Volume prsum m C. FONDATIONS SELON E.4.

Type 3 (gestabiliseerde grond) Vermoedelijk volume m C. FUNDERINGEN VOLGENS E.4. Rehabiliteren van een bestaande onderfundering volgens E.4.1, inclusief het loswoelen, herprofileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van een steenslag fundering volgens E.4.2, inclusief spreiden, profileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Type I zonder additief in continue steenslagfundering 0/40. Vermoedelijk volume m Type II zonder additief in continue steenslagfundering 0/20. Vermoedelijk volume m Type I met cement als additief in continue steenslagfundering 0/40. Vermoedelijk volume m Type II met cement als additief in continue steenslagfundering 0/20. Vermoedelijk volume m Type III G in gepenetreerde discontinue steenslagfundering. Vermoedelijk volume m Leveren en aanbrengen van een zandcement fundering volgens E.4.3, inclusief spreiden in lagen van maximaal 20 cm, profileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en aanbrengen van een fundering van schraal beton zonder stalen wapeningsnet volgens E.4.4, inclusief spreiden, profileren, verdichten, de beschermingslaag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en aanbrengen van een fundering van schraal beton met een stalen wapeningsnet volgens E.4.4, inclusief spreiden, profileren, verdichten, de beschermingslaag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m
- 33 -

03.006

Remise en tat dune sous-fondation existante selon E.4.1, y compris scarification superficielle, reprofilage, compactage et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre d'une fondation en empierrement selon E.4.2, y compris rpandage, mise sous profil, compactage et toutes sujtions. Type I sans additif en empierrement continu 0/40. Volume prsum m Type II sans additif en empierrement continu 0/20. Volume prsum m Type I avec additif ciment en empierrement continu 0/40. Volume prsum m Type II avec additif ciment en empierrement continu 0/20. Volume prsum m Type III G en empierrement discontinu trait en pntration. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre d'une fondation en sable-ciment selon E.4.3, y compris rpandage en couches de maximum 20 cm, mise sous profil, compactage, couche de protection et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre d'une fondation en bton maigre non arm dun treillis en acier selon E.4.4, y compris rpandage, mise sous profil, compactage, couche de protection et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre d'une fondation en bton maigre arm dun treillis en acier selon E.4.4, y compris rpandage, mise sous profil, compactage, couche de protection et toutes sujtions. Volume prsum m

03.007

03.007.a

03.007.b

03.007.c

03.007.d

03.007.e

03.008

03.009

03.010

03.011

Fourniture et mise en uvre d'une fondation en bton maigre poreux selon E.4.5, y compris rpandage, mise sous profil, compactage, couche de protection et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre d'une fondation en bton maigre avec ouvertures de drainage selon E.4.6, y compris rpandage, mise sous profil, compactage, couche de protection et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre dune fondation en bton autoplaant pour le scellement dlments prfabriqus en bton selon E.4.7 et F.7.1, y compris coffrage, rpandage, mise sous profil et toutes sujtions. Bton autoplaant. Volume prsum m Acier pour bton arm. Poids prsum kg Fourniture et mise en uvre dune fondation en grave-bitume de type GB 20 1 selon E.4.8, y compris rpandage, mise sous profil, compactage et toutes sujtions. Epaisseur : ... cm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune fondation en grave-bitume de type GB 20 1 selon E.4.8, y compris rpandage, mise sous profil, compactage et toutes sujtions. Poids prsum t Fourniture et mise en uvre dune fondation en grave-bitume de type GB 14 1 selon E.4.8, y compris rpandage, mise sous profil, compactage et toutes sujtions. Epaisseur : cm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune fondation en grave-bitume de type GB 14 1 selon E.4.8, y compris rpandage, mise sous profil, compactage et toutes sujtions. Poids prsum t

Leveren en aanbrengen van een fundering van poreus schraal beton volgens E.4.5, inclusief spreiden, profileren, verdichten, de beschermingslaag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en aanbrengen van een fundering van schraal beton met drainageopeningen volgens E.4.6, inclusief spreiden, profileren, verdichten, de beschermingslaag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en aanbrengen van een fundering van zelfnivellerend beton voor het verankeren van geprefabriceerde betonelementen volgens E.4.7 en F.7.1, inclusief bekisten, spreiden, profileren en alle bijbehorende werkzaamheden. Zelfnivellerend beton. Vermoedelijk volume m Staal voor gewapend beton. Vermoedelijk gewicht kg Leveren en aanbrengen van een fundering van grindzandasfalt van het type GZA 20 1 volgens E.4.8, inclusief spreiden, profileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Dikte: cm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van een fundering van grindzandasfalt van het type GZA 20 1 volgens E.4.8, inclusief spreiden, profileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk gewicht t Leveren en aanbrengen van een fundering van grindzandasfalt van het type GZA 14 1 volgens E.4.8, inclusief spreiden, profileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Dikte: cm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van een fundering van grindzandasfalt van het type GZA 14 1 volgens E.4.8, inclusief spreiden, profileren, verdichten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk gewicht t

03.012

03.013

03.013.a 03.013.b 03.014

03.015

03.016

03.017

- 34 -

CHAPITRE IV REVETEMENTS DE CHAUSSEES

HOOFDSTUK IV WEGVERHARDINGEN

A. - REVETEMENTS EN BETON DE CIMENT SELON F.1.

04.001

A. CEMENTBETONVERHARDINGEN VOLGENS F.1. Leveren en verwerken van ongekleurd, aan het oppervlak gebezemd beton voor ongewapende platenverhardingen volgens F.1, inclusief beschermen van het onverharde beton, bekistingen, dwarse gedeuvelde constructievoegen, nabehandelen en alle bijbehorende werkzaamheden. Dikte 16 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 18 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 20 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 23 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de stelposten van beton voor wegverhardingen voor : Gekleurd en/of uitgewassen beton volgens F.1.2.5.1 en F.1.2.6.3.1. Vermoedelijke oppervlakte m Chemisch uitgewassen beton volgens F.1.2.8.2. Vermoedelijke oppervlakte m Gefigureerd en aan het oppervlak gekleurd beton volgens F.1.2.8.3. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van wapening in de betonverhardingen uit de voorgaande stelposten. Vermoedelijk gewicht kg Zagen van dwarse krimpvoegen in het verharde beton volgens F.1.2.9.1.1, inclusief voeginlage, vullen van de voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Zonder deuvels.

04.001.a 04.001.b 04.001.c 04.001.d 04.002

Fourniture et mise en uvre de bton de roulement en dalles discontinues non arm et non color, bross en surface selon F.1, y compris protection du bton frais, coffrages, joints de construction transversaux goujonns, produit de cure et toutes sujtions. Epaisseur 16 cm. Surface prsume m Epaisseur 18 cm. Surface prsume m Epaisseur 20 cm. Surface prsume m Epaisseur 23 cm. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes bton de roulement pour :

04.002.a

Bton color et/ou lav selon F.1.2.5.1 et F.1.2.6.3.1. Surface prsume m

04.002.b

Bton dnud chimiquement selon F.1.2.8.2. Surface prsume m Bton imprim color en surface selon F.1.2.8.3. Surface prsume m Fourniture et pose darmatures dans les revtements de bton des postes prcdents. Poids prsum kg Excution de joints de retrait transversaux par sciage dans le bton durci selon F.1.2.9.1.1, y compris fond de joint, scellement des joints et toutes sujtions. Sans goujons. Longueur prsume mct

04.002.c

04.003

04.004

04.004.a

Vermoedelijke lengte str. m

- 35 -

04.004.b 04.005

Avec goujons et berceaux. Longueur prsume mct Excution de joints de dilatation transversaux selon F.1.2.9.1.3, y compris fourrure de dilatation, fond de joint, goujons et berceaux, scellement des joints et toutes sujtions. Longueur prsume mct Excution de joints de construction longitudinaux selon F.1.2.9.2.1, y compris scellement des joints et toutes sujtions. Sans barres dancrage. Longueur prsume mct Avec barres dancrage et leurs forages. Longueur prsume mct Excution de joints de flexion longitudinaux selon F.1.2.9.2.2, y compris sciage dans le bton durci, scellement des joints et toutes sujtions. Sans barres dancrage. Longueur prsume mct Avec barres dancrage et leurs forages. Longueur prsume mct B. REVETEMENTS HYDROCARBONES BITUMINEUX COMPACTES SELON F.2.

Met deuvels en steunen. Vermoedelijke lengte str. m Uitvoeren van dwarse uitzetvoegen volgens F.1.2.9.1.3, inclusief inzetstuk, voeginlage, deuvels en steunen, vullen van de voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Uitvoeren van overlangse constructievoegen volgens F.1.2.9.2.1, inclusief vullen van de voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Zonder ankerstaven. Vermoedelijke lengte str. m Met ankerstaven en boorgaten voor deze staven. Vermoedelijke lengte str. m Uitvoeren van overlangse buigingsvoegen volgens F.1.2.9.2.2, inclusief zagen in het verharde beton, vullen van de voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Zonder ankerstaven. Vermoedelijke lengte str. m Met ankerstaven en boorgaten voor deze staven. Vermoedelijke lengte str. m B. VERHARDINGEN VOLGENS F.2. VAN BITUMINEUZE MENGSELS

04.006

04.006.a 04.006.b 04.007

04.007.a 04.007.b

B.1. Produits pour couches de roulement selon F.2.2.2.1.

04.008

B.1. Producten voor toplagen volgens F.2.2.2.1. Leveren en verwerken van een toplaag in asfaltbeton, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden, dikte 50 mm. Type AC-14 Surf 1-1 (AB-1B)

Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux, y compris nettoyage pralable, couche de collage et toutes sujtions, paisseur 50 mm. Type AC-14 Surf 1-1 (BB-1B) Surface prsume m Type AC-14 Surf 1-2 (BB-1B) Surface prsume m Type AC-14 Surf 1-7 (BB-1B) Surface prsume m Type AC-14 Surf 1-9 (BB-1B) Surface prsume m Type AC-14 Surf 1-10 (BB-1B) Surface prsume m

04.008.a 04.008.b 04.008.c 04.008.d 04.008.e

Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-14 Surf 1-2 (AB-1B) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-14 Surf 1-7 (AB-1B) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-14 Surf 1-9 (AB-1B) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-14 Surf 1-10 (AB-1B) Vermoedelijke oppervlakte m
- 36 -

04.008.f 04.009

Type AC-14 Surf 1-11 (BB-1B) Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux, y compris nettoyage pralable, couche de collage et toutes sujtions, paisseur 40 mm. Type AC-10 Surf 4-1 (BB-4C) Surface prsume m Type AC-10 Surf 4-2 (BB-4C) Surface prsume m Type AC-10 Surf 4-7 (BB-4C) Surface prsume m Type AC-10 Surf 4-9 (BB-4C) Surface prsume m Type AC-10 Surf 4-10 (BB-4C) Surface prsume m Type AC-10 Surf 4-11 (BB-4C) Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux, y compris nettoyage pralable, couche de collage et toutes sujtions, paisseur 30 mm. Type AC-6,3 Surf 4-1 (BB-4D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 4-2 (BB-4D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 4-7 (BB-4D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 4-9 (BB-4D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 4-10 (BB-4D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 4-11 (BB-4D) Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux, y compris nettoyage pralable, couche de collage et toutes sujtions, paisseur 25 mm. Type AC-6,3 Surf 5-1 (BB-5D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 5-2 (BB-5D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 5-7 (BB-5D) Surface prsume m

Type AC-14 Surf 1-11 (AB-1B) Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een toplaag in asfaltbeton, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden, dikte 40 mm. Type AC-10 Surf 4-1 (AB-4C) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-10 Surf 4-2 (AB-4C) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-10 Surf 4-7 (AB-4C) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-10 Surf 4-9 (AB-4C) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-10 Surf 4-10 (AB-4C) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-10 Surf 4-11 (AB-4C) Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een toplaag in asfaltbeton, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden, dikte 30 mm. Type AC-6,3 Surf 4-1 (AB-4D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 4-2 (AB-4D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 4-7 (AB-4D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 4-9 (AB-4D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 4-10 (AB-4D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 4-11 (AB-4D) Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een toplaag in asfaltbeton, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden, dikte 25 mm. Type AC-6,3 Surf 5-1 (AB-5D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 5-2 (AB-5D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 5-7 (AB-5D) Vermoedelijke oppervlakte m
- 37 -

04.009.a 04.009.b 04.009.c 04.009.d 04.009.e 04.009.f 04.010

04.010.a 04.010.b 04.010.c 04.010.d 04.010.e 04.010.f 04.011

04.011.a 04.011.b 04.011.c

04.011.d 04.011.e 04.011.f 04.012

Type AC-6,3 Surf 5-9 (BB-5D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 5-10 (BB-5D) Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 5-11 (BB-5D) Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux grenu forte teneur en mastic, y compris nettoyage pralable, couche de collage et toutes sujtions, paisseur 40 mm. Type SMA - 10-1 (SMA-C) Surface prsume m Type SMA - 10-2 (SMA-C) Surface prsume m Type SMA - 10-7 (SMA-C) Surface prsume m Type SMA - 10-9 (SMA-C) Surface prsume m Type SMA - 10-10 (SMA-C) Surface prsume m Type SMA - 10-11 (SMA-C) Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux grenu forte teneur en mastic, y compris nettoyage pralable, couche de collage et toutes sujtions, paisseur 30 mm. Type SMA 6,3-1 (SMA-D) Surface prsume m Type SMA 6,3-2 (SMA-D) Surface prsume m Type SMA 6,3-7 (SMA-D) Surface prsume m Type SMA 6,3-9 (SMA-D) Surface prsume m Type SMA 6,3-10 (SMA-D) Surface prsume m Type SMA 6,3-11 (SMA-D) Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux pour pistes cyclables et trottoirs, y compris nettoyage pralable, couche de collage et toutes sujtions.

Type AC-6,3 Surf 5-9 (AB-5D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 5-10 (AB-5D) Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 5-11 (AB-5D) Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een toplaag in grofkorrelig asfaltbeton met een hoog mastiekgehalte, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden, dikte 40 mm. Type SMA - 10-1 (SMA-C) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA - 10-2 (SMA-C) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA - 10-7 (SMA-C) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA - 10-9 (SMA-C) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA - 10-10 (SMA-C) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA - 10-11 (SMA-C) Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een toplaag in grofkorrelig asfaltbeton met een hoog mastiekgehalte, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden, dikte 30 mm. Type SMA 6,3-1 (SMA-D) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA 6,3-2 (SMA-D) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA 6,3-7 (SMA-D) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA 6,3-9 (SMA-D) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA 6,3-10 (SMA-D) Vermoedelijke oppervlakte m Type SMA 6,3-11 (SMA-D) Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een toplaag in asfaltbeton voor fietspaden en trottoirs, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden.

04.012.a 04.012.b 04.012.c 04.012.d 04.012.e 04.012.f 04.013

04.013.a 04.013.b 04.013.c 04.013.d 04.013.e 04.013.f 04.014

- 38 -

04.014a

Type AC-10 Surf 4-x (BB-4C), paisseur 40 mm. Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 4-x (BB-4D), paisseur 30 mm. Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 5-x (BB-5D), paisseur 25 mm. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en bton bitumineux de couleur rouge (RAL 3011) pour pistes cyclables et trottoirs, y compris nettoyage pralable, couche de collage, pigments et toutes sujtions. Type AC-10 Surf 4-10 (BB-4C), paisseur 40 mm. Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 4-10 (BB-4D), paisseur 30 mm. Surface prsume m Type AC-6,3 Surf 5-10 (BB-5D), paisseur 25 mm. Surface prsume m Traitement de joints de reprise dans les couches de roulement dans les cas spcifiques selon F.2.2.8.8.2.2. Longueur prsume mct Traitement de joints entre une couche de roulement en enrob bitumineux non color et un revtement dun autre type ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail pos pralablement selon F.2.2.8.9. joint avec un revtement en bton ralis pralablement Longueur prsume mct joint avec des lments linaires enterrs en bton ou en acier poss pralablement Longueur prsume mct joint avec des lments linaires en saillie en bton mis en uvre pralablement Longueur prsume mct

Type AC-10 Surf 4-x (AB-4C), dikte 40 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 4-x (AB-4D), dikte 30 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 5-x (AB-5D), paisseur 25 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een toplaag in rood gekleurd (RAL 3011) asfaltbeton voor fietspaden en trottoirs, inclusief het voorafgaand reinigen, kleeflaag, pigmenten en alle bijbehorende werkzaamheden.

04.014.b

04.014.c

04.015

04.015.a

Type AC-10 Surf 4-10 (AB-4C), dikte 40 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 4-10 (AB-4D), dikte 30 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Type AC-6,3 Surf 5-10 (AB-5D), dikte 25 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Behandeling van stortnaden in toplagen in de specifieke gevallen volgens F.2.2.8.8.2.2. Vermoedelijke lengte str. m Behandeling van voegen tussen een niet gekleurde bitumineuze toplaag en een eerder aangebrachte verharding van een andere soort of een lijnvormig element of toebehoren van de weg of rail volgens F.2.2.8.9.

04.015.b

04.015.c

04.016

04.017

04.017.a

voeg met een eerder uitgevoerde betonverharding Vermoederlijke lengte str. m voeg met eerder aangebrachte verzonken lijnvormige elementen van beton of staal Vermoedelijke lengte str. m voeg met eerder aangebrachte, verhoogde lijnvormige elementen van beton Vermoedelijke lengte str. m
- 39 -

04.017.b

04.017.c

04.017.d

joint avec un pavage dj ralis Longueur prsume mct joint transversal avec des lments prfabriqus dj mis en uvre pour ralisation de rampes de plateaux ou ralentisseurs de vitesse

voeg met een eerder uitgevoerde bestrating Vermoedelijke lengte str. m dwarsvoeg met eerder aangebrachte prefabelementen voor op- en afritten van verkeersplateaus en verkeersdrempels Vermoedelijke lengte str. m voeg met een eerder uitgevoerde verharding of straatgoot van gietasfalt Vermoedelijke lengte str. m

04.017.e

04.017.f

Longueur prsume mct - joint avec un revtement ou filet deau en asphalte coul dj ralis Longueur prsume mct joint entre un revtement en enrob bitumineux compact et accessoires de chausse Longueur prsume mct

04.017.g

voeg tussen een verharding van verdichte bitumineuze mengsels en toebehoren van de weg Vermoedelijke lengte str. m

04.017.h

joint avec un rail

voeg met een rail

04.018

Longueur prsume mct Traitement de joints entre une couche de roulement en enrob bitumineux color et un autre revtement ou un lment linaire ou un accessoire de voirie ou un rail selon F.2.2.8.9.3. Longueur prsume mct Traitement des bords extrieurs des revtements en enrobs bitumineux compacts chaud selon F.2.2.8.10. Longueur prsume mct B.2. Couches de liaison et de reprofilage selon F.2.2.2.2.

Vermoedelijke lengte str. m Behandeling van voegen tussen een gekleurde bitumineuze toplaag en een andere verharding, een lijnvormig element, een toebehoren van de weg of een rail volgens F.2.2.8.9.3. Vermoedelijke lengte str. m Behandeling van buitenranden van verhardingen van warm verdichte bitumineuze mengsels volgens F.2.2.8.10. Vermoedelijke lengte str. m B.2. Producten voor onder- en profileerlagen volgens F.2.2.2.2. Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC20 base 3-1 (AB-3A), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 60 mm

04.019

04.020

Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-20 base 3-1 (BB-3A), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 60 mm Surface prsume m - paisseur 70 mm Surface prsume m - paisseur 80 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-20 base 3-2 (BB-3A), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions.

04.020.a 04.020.b 04.020.c 04.021

Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 70 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 80 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC20 base 3-2 (AB-3A), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden.
- 40 -

04.021.a 04.021.b 04.021.c 04.022

- paisseur 60 mm Surface prsume m - paisseur 70 mm Surface prsume m - paisseur 80 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-20 base 3-7 (BB-3A), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 60 mm Surface prsume m - paisseur 70 mm Surface prsume m - paisseur 80 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-20 base 3-8 (BB-3A), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 60 mm Surface prsume m - paisseur 70 mm Surface prsume m - paisseur 80 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-20 base 3-9 (BB-3A), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 60 mm Surface prsume m - paisseur 70 mm Surface prsume m - paisseur 80 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-20 base 3-11 (BB-3A), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 60 mm Surface prsume m - paisseur 70 mm Surface prsume m

- dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 70 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 80 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC20 base 3-7 (AB-3A), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 70 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 80 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC20 base 3-8 (AB-3A), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 70 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 80 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC20 base 3-9 (AB-3A), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 70 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 80 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC20 base 3-11 (AB-3A), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 70 mm Vermoedelijke oppervlakte m
- 41 -

04.022.a 04.022.b 04.022.c 04.023

04.023.a 04.023.b 04.023.c 04.024

04.024.a 04.024.b 04.024.c 04.025

04.025.a 04.025.b

04.025.c 04.026

- paisseur 80 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 base 3-1 (BB-3B), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm Surface prsume m - paisseur 50 mm Surface prsume m - paisseur 60 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 base 3-2 (BB-3B), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm Surface prsume m - paisseur 50 mm Surface prsume m - paisseur 60 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 base 3-7 (BB-3B), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm Surface prsume m - paisseur 50 mm Surface prsume m - paisseur 60 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 base 3-8 (BB-3B), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm Surface prsume m - paisseur 50 mm Surface prsume m - paisseur 60 mm Surface prsume m

- dikte 80 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 base 3-1 (AB-3B), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 base 3-2 (AB-3B), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 base 3-7 (AB-3B), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 base 3-8 (AB-3B), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m

04.026.a 04.026.b 04.026.c 04.027

04.027.a 04.027.b 04.027.c 04.028

04.028.a 04.028.b 04.028.c 04.029

04.029.a 04.029.b 04.029.c

- 42 -

04.030

Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 base 3-9 (BB-3B), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm Surface prsume m - paisseur 50 mm Surface prsume m - paisseur 60 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 base 3-11 (BB-3B), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm Surface prsume m - paisseur 50 mm Surface prsume m - paisseur 60 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-10 base 3-1 (BB-3C), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm

Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 base 3-9 (AB-3B), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 base 3-11 (AB-3B), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 60 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC10 base 3-1 (AB-3C), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC10 base 3-2 (AB-3C), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC10 base 3-7 (AB-3C), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC10 base 3-8 (AB-3C), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm

04.030.a 04.030.b 04.030.c 04.031

04.031.a 04.031.b 04.031.c 04.032

04.033

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-10 base 3-2 (BB-3C), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm

04.034

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-10 base 3-7 (BB-3C), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm

04.035

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-10 base 3-8 (BB-3C), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm Surface prsume m

Vermoedelijke oppervlakte m
- 43 -

04.036

Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-10 base 3-9 (BB-3C), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm

Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC10 base 3-9 (AB-3C), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC10 base 3-11 (AB-3C), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC6,3 base 3-1 (AB-3D), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 30 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC6,3 base 3-2 (AB-3D), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 30 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC6,3 base 3-7 (AB-3D), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 30 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC6,3 base 3-8 (AB-3D), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 30 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC6,3 base 3-9 (AB-3D), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 30 mm

04.037

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-10 base 3-11 (BB-3C), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 40 mm

04.038

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-6,3 base 3-1 (BB-3D), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 30 mm

04.039

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-6,3 base 3-2 (BB-3D), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 30 mm

04.040

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-6,3 base 3-7 (BB-3D), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 30 mm

04.041

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-6,3 base 3-8 (BB-3D), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 30 mm

04.042

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-6,3 base 3-9 (BB-3D), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 30 mm Surface prsume m

Vermoedelijke oppervlakte m

- 44 -

04.043

Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-6,3 base 3-11 (BB-3D), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 30 mm

Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC6,3 base 3-11 (AB-3D), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 30 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 bind T-1 (ABT-B1), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 bind T-2 (ABT-B1), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 bind T-7 (ABT-B1), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 bind T-8 (ABT-B1), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 bind T-9 (ABT-B1), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 50 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een onderlaag van asfaltbeton van het type AC14 bind T-11 (ABT-B1), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 50 mm

04.044

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 bind T-1 (ABT-B1), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 50 mm

04.045

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 bind T-2 (ABT-B1), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 50 mm

04.046

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 bind T-7 (ABT-B1), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 50 mm

04.047

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 bind T-8 (ABT-B1), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 50 mm

04.048

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 bind T-9 (ABT-B1), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 50 mm

04.049

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en bton bitumineux de type AC-14 bind T-11 (ABT-B1), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 50 mm Surface prsume m

Vermoedelijke oppervlakte m

- 45 -

04.050

Fourniture et mise en uvre dune couche de reprofilage en bton bitumineux, y compris couche de collage, profilage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - type AC-20 base 3-1 (BB-3A) Poids prsum t - type AC-20 base 3-2 (BB-3A) Poids prsum t - type AC-20 base 3-7 (BB-3A) Poids prsum t - type AC-20 base 3-8 (BB-3A) Poids prsum t - type AC-20 base 3-9 (BB-3A) Poids prsum t - type AC-20 base 3-11 (BB-3A) Poids prsum t Fourniture et mise en uvre dune couche de reprofilage en bton bitumineux, y compris couche de collage, profilage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - type AC-14 base 3-1 (BB-3B) Poids prsum t - type AC-14 base 3-2 (BB-3B) Poids prsum t - type AC-14 base 3-7 (BB-3B) Poids prsum t - type AC-14 base 3-8 (BB-3B) Poids prsum t - type AC-14 base 3-9 (BB-3B) Poids prsum t - type AC-14 base 3-11 (BB-3B) Poids prsum t Fourniture et mise en uvre dune couche de reprofilage en bton bitumineux, y compris couche de collage, profilage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - type AC-10 base 3-1 (BB-3C) Poids prsum t - type AC-10 base 3-2 (BB-3C) Poids prsum t - type AC-10 base 3-7 (BB-3C) Poids prsum t - type AC-10 base 3-8 (BB-3C) Poids prsum t

Leveren en verwerken van een profileringslaag van asfaltbeton, inclusief kleeflaag, herprofileren, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - type AC-20 base 3-1 (AB-3A) Vermoedelijk gewicht t - type AC-20 base 3-2 (AB-3A) Vermoedelijk gewicht t - type AC-20 base 3-7 (AB-3A) Vermoedelijk gewicht t - type AC-20 base 3-8 (AB-3A) Vermoedelijk gewicht t - type AC-20 base 3-9 (AB-3A) Vermoedelijk gewicht t - type AC-20 base 3-11 (AB-3A) Vermoedelijk gewicht t Leveren en verwerken van een profileringslaag van asfaltbeton, inclusief kleeflaag, herprofileren, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - type AC-14 base 3-1 (AB-3B) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 base 3-2 (AB-3B) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 base 3-7 (AB-3B) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 base 3-8 (AB-3B) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 base 3-9 (AB-3B) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 base 3-11 (AB-3B) Vermoedelijk gewicht t Leveren en verwerken van een profileringslaag van asfaltbeton, inclusief kleeflaag, herprofileren, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - type AC-10 base 3-1 (AB-3C) Vermoedelijk gewicht t - type AC-10 base 3-2 (AB-3C) Vermoedelijk gewicht t - type AC-10 base 3-7 (AB-3C) Vermoedelijk gewicht t - type AC-10 base 3-8 (AB-3C) Vermoedelijk gewicht t
- 46 -

04.050.a 04.050.b 04.050.c 04.050.d 04.050.e 04.050.f 04.051

04.051.a 04.051.b 04.051.c 04.051.d 04.051.e 04.051.f 04.052

04.052.a 04.052.b 04.052.c 04.052.d

04.052.e 04.052.f 04.053

- type AC-10 base 3-9 (BB-3C) Poids prsum t - type AC-10 base 3-11 (BB-3C) Poids prsum t Fourniture et mise en uvre dune couche de reprofilage en bton bitumineux, y compris couche de collage, profilage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - type AC-6,3 base 3-1 (BB-3D) Poids prsum t - type AC-6,3 base 3-2 (BB-3D) Poids prsum t - type AC-6,3 base 3-7 (BB-3D) Poids prsum t - type AC-6,3 base 3-8 (BB-3D) Poids prsum t - type AC-6,3 base 3-9 (BB-3D) Poids prsum t - type AC-6,3 base 3-11 (BB-3D) Poids prsum t Fourniture et mise en uvre dune couche de reprofilage en bton bitumineux, y compris couche de collage, profilage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - type AC-14 bind T-1 (ABT-B1) Poids prsum t - type AC-14 bind T-2 (ABT-B1) Poids prsum t - type AC-14 bind T-7 (ABT-B1) Poids prsum t - type AC-14 bind T-8 (ABT-B1) Poids prsum t - type AC-14 bind T-9 (ABT-B1) Poids prsum t - type AC-14 bind T-11 (ABT-B1) Poids prsum t Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison en enrob module lev (EME-B), y compris nettoyage pralable, couche de collage, cylindrage, joints et toutes sujtions. - paisseur 70 mm Surface prsume m - paisseur 80 mm Surface prsume m

- type AC-10 base 3-9 (AB-3C) Vermoedelijk gewicht t - type AC-10 base 3-11 (AB-3C) Vermoedelijk gewicht t Leveren en verwerken van een profileringslaag van asfaltbeton, inclusief kleeflaag, herprofileren, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - type AC-6,3 base 3-1 (AB-3D) Vermoedelijk gewicht t - type AC-6,3 base 3-2 (AB-3D) Vermoedelijk gewicht t - type AC-6,3 base 3-7 (AB-3D) Vermoedelijk gewicht t - type AC-6,3 base 3-8 (AB-3D) Vermoedelijk gewicht t - type AC-6,3 base 3-9 (AB-3D) Vermoedelijk gewicht t - type AC-6,3 base 3-11 (AB-3D) Vermoedelijk gewicht t Leveren en verwerken van een profileringslaag van asfaltbeton, inclusief kleeflaag, herprofileren, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - type AC-14 bind T-1 (ABT-B1) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 bind T-2 (ABT-B1) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 bind T-7 (ABT-B1) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 bind T-8 (ABT-B1) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 bind T-9 (ABT-B1) Vermoedelijk gewicht t - type AC-14 bind T-11 (ABT-B1) Vermoedelijk gewicht t Leveren en verwerken van een onderlaag van asfalt met verhoogde stijfheid (AVS), inclusief voorafgaand reinigen, kleeflaag, walsen, voegen en alle bijbehorende werkzaamheden. - dikte 70 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 80 mm Vermoedelijke oppervlakte m
- 47 -

04.053.a 04.053.b 04.053.c 04.053.d 04.053.e 04.053.f 04.054

04.054.a 04.054.b 04.054.c 04.054.d 04.054.e 04.054.f 04.055

04.055.a 04.055.b

04.055.c 04.055.d 04.055.e

- paisseur 90 mm Surface prsume m - paisseur 100 mm Surface prsume m - paisseur 110 mm Surface prsume m C. PAVAGES ET DALLAGES SELON F.3 ET F.4.

- dikte 90 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 100 mm Vermoedelijke oppervlakte m - dikte 110 mm Vermoedelijke oppervlakte m C. BESTRATINGEN EN TEGELSBESTRATINGEN VOLGENS F.3 EN F.4.

C.1. Pavages en pavs de bton selon F.3.2.

04.056

C.1. Betonsteenbestratingen volgens F.3.2. Aanbrengen van teruggewonnen betonstraatstenen voor trottoir- of wegverharding, inclusief straatlaag, bezanden, opvoegen, walsen, machinaal zagen en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van betonstraatstenen voor wegen, tramzones, parkings, voetgangersoversteekplaatsen, trottoirs, inclusief straatlaag, bezanden, opvoegen, trillen, machinaal zagen, passtenen en alle bijbehorende werkzaamheden. Straatkeien van wit beton worden gebruikt voor de uitvoering van markeringen. Type A1 (220 x 220 mm). Grijs - dikte 10 cm.

Mise en uvre de pavs en bton de rcupration pour revtements de trottoir ou chausse, y compris couche de pose, sablage, rejointoyage, cylindrage, sciage mcanique et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et pose de pavs en bton pour voiries, zones tram, parkings, passages pitons, trottoirs, y compris couche de pose, sablage, rejointoyage, vibrage, sciage mcanique, pices spcifiques et toutes sujtions. Les pavs en bton blanc sont utiliss pour lexcution de marquages. Type A1 (220 x 220 mm). Gris - paisseur 10 cm. Surface prsume m Gris - paisseur 8 cm. Surface prsume m Gris - paisseur 7 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 10 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 8 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 7 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 10 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 8 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 7 cm. Surface prsume m Type A1 (220 x 110 mm).

04.057

04.057.a 04.057.b 04.057.c 04.057.d 04.057.e 04.057.f 04.057.g 04.057.h 04.057.i

Vermoedelijke oppervlakte m Grijs - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Grijs - dikte 7 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 10 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 7 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 10 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 7 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Type A1 (220 x110 mm).
- 48 -

04.057.j 04.057.k 04.057.l 04.057. m 04.057.n 04.057.o 04.057.p 04.057.q 04.057.r

Gris - paisseur 10 cm. Surface prsume m Gris - paisseur 8 cm. Surface prsume m Gris - paisseur 7 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 10 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 8 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 7 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 10 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 8 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 7 cm. Surface prsume m Type A2 (200 x 200 mm). Gris - paisseur 8 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 8 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 8 cm. Surface prsume m Type A2 (200 x 100 mm). Gris - paisseur 8 cm. Surface prsume m Noir ou rouge - paisseur 8 cm. Surface prsume m Blanc - paisseur 8 cm. Surface prsume m Fourniture et pose de pavs en bton pour revtement de chausse, y compris couche de pose, sablage, rejointoyage, vibrage, sciage mcanique et toutes sujtions. Teinte dfinir- paisseur 10 cm. Type B - Forme : Z - 225 x 112,5 mm Surface prsume m C.2. - Pavs en bton avec couche superficielle spciale selon F.3.2.

Grijs - dikte 10 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Grijs - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Grijs - dikte 7 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 10 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 7 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 10 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 7 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Type A2 (200 x 200 mm). Grijs - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Type A2 (200 x 100 mm). Grijs - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Zwart of rood - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Wit - dikte 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van betonstraatstenen voor de rijbaanverharding, inclusief straatlaag, bezanden, opvoegen, trillen, machinaal zagen en alle bijbehorende werkzaamheden. Kleur te bepalen - dikte 10 cm. Type B Vorm : Z - 225 x 112,5 mm Vermoedelijke oppervlakte m C.2. - Betonsteenbestratingen met speciale toplaag volgens F.3.2.

04.057.s 04.057.t 04.057.u

04.057.v 04.057.w 04.057.x 04.058

- 49 -

04.059

Fourniture et pose de pavs en bton avec couche superficielle spciale grenaille, paisseur 8 cm, y compris couche de pose, sablage, rejointoyage, vibrage, sciage mcanique et toutes sujtions. Les pavs en bton blanc sont utiliss pour lexcution de marquages. Teinte dfinir.

Leveren en aanbrengen van betonstraatstenen met een gestaalstraalde speciale toplaag, dikte 8 cm, inclusief straatlaag, bezanden, opvoegen, trillen, machinaal zagen en alle bijbehorende werkzaamheden. Straatstenen van wit beton worden gebruikt voor de uitvoering van markeringen. Kleur te bepalen. Formaat 100 x 100 mm.

04.059.a 04.059.b 04.059.c 04.060

Format 100 x 100 mm. Surface prsume m Format 200 x 200 mm. Surface prsume m Format 200 x 100 mm. Surface prsume m Fourniture et pose de pavs en bton avec couche superficielle spciale lave, paisseur 8 cm, y compris couche de pose, sablage, rejointoyage, vibrage, sciage mcanique et toutes sujtions. Les pavs en bton blanc sont utiliss pour lexcution de marquages. Teinte dfinir.

Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 200 x 200 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 200 x 100 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van betonstraatstenen met een gewassen speciale toplaag, dikte 8 cm, inclusief straatlaag, bezanden, opvoegen, trillen, machinaal zagen en alle bijbehorende werkzaamheden. Straatkeien van wit beton worden gebruikt voor de uitvoering van markeringen. Kleur te bepalen. Formaat 100 x 100 mm.

04.060.a 04.060.b 04.060.c

Format 100 x 100 mm. Surface prsume m Format 200 x 200 mm. Surface prsume m Format 200 x 100 mm. Surface prsume m C.3. - Pavages en pavs de terre cuite selon F.3.3.

Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 200 x 200 mm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 200 x 100 mm. Vermoedelijke oppervlakte m C.3. - Klinkerbestratingen volgens F.3.3. Leveren en aanbrengen van plat gelegde straatklinkers voor trottoirs, voetgangerszones, fietspaden, inclusief straatlaag, bezanden, opvoegen, trillen, machinaal zagen en alle bijbehorende werkzaamheden. Kleur te bepalen. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van op hun kant gelegde straatklinkers voor wegen, parkings, inclusief straatlaag, bezanden, opvoegen, trillen, machinaal zagen en alle bijbehorende werkzaamheden. Kleur te bepalen. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslagen op de prijs van betonsteen- en klinkerbestratingen.

04.061

Fourniture et pose de pavs en terre cuite poss plat pour trottoirs, pitonniers, pistes cyclables, y compris couche de pose, sablage, rejointoyage, vibrage, sciage mcanique et toutes sujtions. Teinte dfinir.

04.062

Surface prsume m Fourniture et pose de pavs en terre cuite poss sur chant pour voiries, parkings, y compris couche de pose, sablage, rejointoyage, vibrage, sciage mcanique et toutes sujtions. Teinte dfinir.

04.063

Surface prsume m Supplments sur le prix des revtements de pavs en bton et en terre cuite.

- 50 -

04.063.a

Supplment sur le prix des postes de pavs en bton et en terre cuite pour la construction du profil des filets d'eau ou bandes de contrebutage, ventuellement avec des pavs d'une autre teinte, y compris couche de pose en mortier de ciment, sablage, rejointoyage au mortier de ciment, sciage mcanique et toutes sujtions. La surface prendre en compte est la surface du filet deau. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes prcdents, pour le sciage la scie diamant de pavs en bton et en terre cuite poser contre des voies de tram et dans les trottoirs pour la pose des dalles PMR. Longueur prsume mct C.4. - Revtements en pierre naturelle selon F.3.1 et F.4.2.

Toeslag op de prijs van de stelposten met betonstraatstenen en straatklinkers voor de constructie van het profiel van straatgoten of kantstroken, eventueel uitgevoerd in bestratingselementen van een andere kleur, inclusief straatlaag van cementmortel, bezanden, opvoegen met cementmortel, machinaal zagen en alle bijbehorende werkzaamheden. De in rekening te brengen oppervlakte is de oppervlakte van de straatgoot. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten voor het zagen - met een diamantzaag - van betonstraatstenen en straatklinkers die tegen tramsporen moeten worden aangebracht, en voor het aanbrengen van herkenningstegels in trottoirs. Vermoedelijke lengte str. m C.4. - Verhardingen van natuursteen volgens F.3.1 en F.4.2. Leveren van tegels en keien van carbonaatrijk sedimentair gesteente, volgens C.19.2.1. Keien 20 x 20 x 6 cm, alle zijden gezaagd.

04.063.b

04.064.a

Fourniture de dalles et pavs en roche sdimentaire carbonate, selon C19.2.1. Pavs 20 x 20 x 6 cm toutes faces scies. Surface prsume m Pavs 20 x 20 x 8 cm toutes faces scies. Surface prsume m Pavs 20 x 20 x 6 cm avec face suprieure boucharde, autres faces scies. Surface prsume m Pavs 20 x 20 x 8 cm avec face suprieure boucharde, autres faces scies. Surface prsume m Dalles 30 x 30 x 6 cm avec face suprieure boucharde, sans pourtour lisse. Surface prsume m Dalles 30 x 30 x 6 cm avec face suprieure boucharde, avec pourtour lisse de 2 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m Dalles 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm avec face suprieure boucharde sans pourtour lisse. Surface prsume m

04.064.a. 1 04.064.a. 2 04.064.a. 3

Vermoedelijke oppervlakte m Keien 20 x 20 x 8 cm, alle zijden gezaagd. Vermoedelijke oppervlakte m Keien 20 x 20 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak, andere zijden gezaagd. Vermoedelijke oppervlakte m Keien 20 x 20 x 8 cm met gebouchardeerd bovenvlak, andere zijden gezaagd. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 30 x 30 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 30 x 30 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 2 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m

04.064.a. 4

04.064.a. 5

04.064.a. 6

04.064.a. 7

- 51 -

04.064.a. 8

04.064.a. 9

Dalles 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm avec face suprieure boucharde, avec pourtour lisse de 3 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 8 cm avec face suprieure boucharde, sans pourtour lisse. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 8 cm avec face suprieure boucharde, avec pourtour lisse de 3 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 10 cm avec face suprieure boucharde, sans pourtour lisse. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 10 cm avec face suprieure boucharde et pourtour lisse de 3 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m Fourniture de dalles et pavs en roche sdimentaire carbonate crinodes, selon C19.2.2. Pavs 20 x 20 x 6 cm toutes faces scies. Surface prsume m Pavs 20 x 20 x 8 cm toutes faces scies. Surface prsume m Pavs 20 x 20 x 6 cm avec face suprieure boucharde, autres faces scies. Surface prsume m Pavs 20 x 20 x 8 cm avec face suprieure boucharde, autres faces scies. Surface prsume m Dalles 30 x 30 x 6 cm avec face suprieure boucharde, sans pourtour lisse. Surface prsume m Dalles 30 x 30 x 6 cm avec face suprieure boucharde, avec pourtour lisse de 2 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m

Tegels 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 3 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 8 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 8 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 3 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 10 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 10 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 3 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren van tegels en keien van carbonaatrijk sedimentair gesteente met crinodes, volgens C.19.2.2. Keien 20 x 20 x 6 cm, alle zijden gezaagd. Vermoedelijke oppervlakte m Keien 20 x 20 x 8 cm, alle zijden gezaagd. Vermoedelijke oppervlakte m Keien 20 x 20 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak, andere zijden gezaagd. Vermoedelijke oppervlakte m Keien 20 x 20 x 8 cm met gebouchardeerd bovenvlak, andere zijden gezaagd. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 30 x 30 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 30 x 30 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 2 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m

04.064.a. 10

04.064.a. 11 04.064.a. 12

04.064.b

04.064.b .1 04.064.b .2 04.064.b .3

04.064.b .4

04.064.b .5

04.064.b .6

- 52 -

04.064.b .7 04.064.b .8

04.064.b .9

Dalles 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm avec face suprieure boucharde sans pourtour lisse. Surface prsume m Dalles 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm avec face suprieure boucharde, avec pourtour lisse de 3 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 8 cm avec face suprieure boucharde, sans pourtour lisse. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 8 cm avec face suprieure boucharde, avec pourtour lisse de 3 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 10 cm avec face suprieure boucharde, sans pourtour lisse. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 10 cm avec face suprieure boucharde et pourtour lisse de 3 cm, dans le mme plan que la zone boucharde. Surface prsume m Pose de dalles et pavs en roche sdimentaire, y compris rejointoyage au mortier de ciment hydrofuge et adhrence amliore et toutes sujtions (joints de + 9 mm). Pavs 20 x 20 x 6 cm et 20 x 20 x 8 cm plein bain de mortier amlior. Surface prsume m Dalles 30 x 30 x 6 cm plein bain de mortier amlior. Surface prsume m Dalles 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm et 40 x 60 x 6 cm sur une couche de pose en sable-ciment. Surface prsume m Dalles 40 x 60 x 8 cm et 40 x 60 x 10 cm sur une couche de pose en sable-ciment. Surface prsume m

Tegels 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm, 40 x 60 x 6 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 3 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 8 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 8 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 3 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 10 cm met gebouchardeerd bovenvlak, zonder gladde omtrek. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 10 cm met gebouchardeerd bovenvlak en gladde omtrek van 3 cm in hetzelfde vlak als het gebouchardeerde vlak. Vermoedelijke oppervlakte m Aanbrengen van tegels en keien van sedimentair gesteente, inclusief opvoegen met vochtwerende cementmortel met verbeterde hechting en alle bijbehorende werkzaamheden (voegen van + 9 mm). Keien 20 x 20 x 6 cm en 20 x 20 x 8 cm vol en zat in verbeterde mortel. Vermoedelijke oppervlakte m

04.064.b .10

04.064.b .11 04.064.b .12

04.065

04.065.a

04.065.b

Tegels 30 x 30 x 6 cm vol en zat in verbeterde mortel. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 40 x 6 cm, 30 x 60 x 6 cm en 40 x 60 x 6 cm op een straatlaag van zandcement. Vermoedelijke oppervlakte m Tegels 40 x 60 x 8 cm en 40 x 60 x 10 cm op een straatlaag van zandcement. Vermoedelijke oppervlakte m

04.065.c

04.065.d

- 53 -

04.066

Fourniture de dalles et pavs de granite gris clair, code couleur G 603 ou quivalent, quelle quen soit lorigine, face suprieure flamme ou boucharde, autres faces scies, paisseur 6 cm. Format 20 cm x 20 cm. Surface prsume m Format 30 cm x 30 cm. Surface prsume m Format 30 cm x 60 cm ou 40 cm x 40 cm. Surface prsume m Fourniture de dalles et pavs de granite gris fonc, code couleur G 654 ou quivalent, quelle quen soit lorigine, face suprieure flamme ou boucharde, autres faces scies, paisseur 6 cm. Format 20 cm x 20 cm. Surface prsume m Format 30 cm x 30 cm. Surface prsume m Format 30 cm x 60 cm ou 40 cm x 40 cm. Surface prsume m Fourniture de pavs de granite, face infrieure et faces latrales scies. Face suprieure boucharde ou flamme; teinte gris fonc, code couleur G 684 ou quivalent, quelle quen soit lorigine. Format 25 cm x 25 cm x 12 cm. Surface prsume m Face suprieure boucharde ou flamme; teinte gris clair, code couleur 603 ou quivalent, quelle quen soit lorigine. Format 25 cm x 25 cm x 12 cm. Surface prsume m Pose de dalles et pavs de granite, paisseur 6 cm, plein bain de mortier amlior, y compris rejointoyage sur toute l'paisseur du joint au mortier de ciment hydrofuge avec adhrence amliore (joints de + 9 mm) et toutes sujtions. Format 20 cm x 20 cm. Surface prsume m Format 30 cm x 30 cm. Surface prsume m Format 30 cm x 60 cm ou 40 cm x 40 cm. Surface prsume m

Leveren van tegels en keien van lichtgrijs graniet, kleurcode G 603 of equivalent, van welke oorsprong ook, gevlamd of gebouchardeerd bovenvlak, andere vlakken gezaagd, 6 cm dik. Formaat 20 cm x 20 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 30 cm x 30 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 30 cm x 60 cm of 40 cm x 40 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren van tegels van donkergrijs graniet, kleurcode G 654 of equivalent, van welke oorsprong ook, gevlamd of gebouchardeerd bovenvlak, andere vlakken gezaagd, 6 cm dik. Formaat 20 cm x 20 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 30 cm x 30 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 30 cm x 60 cm of 40 cm x 40 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren van granietkeien, ondervlak en zijvlakken gezaagd. Gebouchardeerd of gevlamd bovenvlak; donkergrijze kleur, kleurcode G 684 of equivalent, van welke oorsprong ook. Formaat 25 cm x 25 cm x 12 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Gebouchardeerd of gevlamd bovenvlak; lichtgrijze kleur, kleurcode 603 of equivalent, van welke oorsprong ook. Formaat 25 cm x 25 cm x 12 cm.

04.066.a 04.066.b 04.066.c 04.067

04.067.a 04.067.b 04.067.c 04.068 04.068.a

04.068.b

04.069

Vermoedelijke oppervlakte m Aanbrengen van tegels en keien van graniet, 6 cm dik, vol en zat in verbeterde mortel, inclusief opvoegen over de hele diepte met vochtwerende cementmortel met verbeterde hechting (voegen van + 9 mm) en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat 20 cm x 20 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 30 cm x 30 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Formaat 30 cm x 60 cm of 40 cm x 40 cm. Vermoedelijke oppervlakte m

04.069.a 04.069.b 04.069.c

- 54 -

04.070

Pose de pavs de granite, plein bain de mortier amlior, y compris rejointoyage sur toute l'paisseur du joint au mortier de ciment hydrofuge avec adhrence amliore (joints de + 9 mm) et toutes sujtions. Format 25 cm x 25 cm x 12 cm.

Aanbrengen van granietkeien vol en zat in verbeterde mortel, inclusief opvoegen over de hele diepte met vochtwerende cementmortel met verbeterde hechting (voegen van + 9 mm) en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat 25 cm x 25 cm x 12 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van tegels 30 x 30 cm, dikte 6,5 cm, vol en zat in verbeterde mortel, inclusief opvoegen over de hele diepte met vochtwerende cementmortel met verbeterde hechting (voegen van + 9 mm) en alle bijbehorende werkzaamheden. Het inzagen van de bestaande verharding wordt betaald in de stelpost met code 01.012. Tegels van wit kwartsiet met getextureerd bovenvlak (geleidetegels). Vermoedelijke oppervlakte m Tegels van wit kwartsiet met getextureerd bovenvlak (noppentegels). Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van mozaekkeien, kleur te bepalen door de leidende ambtenaar, inclusief straatlaag van zand, aandammen, walsen, opvoegen met zand en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat volgens C.22.2.2.2.2. Bestratingsverband in rechte rijen of halfsteensverband. Porfierkeien.

04.071

Surface prsume m Fourniture et pose de dalles 30 x 30 cm, paisseur 6,5 cm sur sableciment ou plein bain de mortier amlior, y compris rejointoyage sur toute lpaisseur du joint au mortier de ciment hydrofuge avec adhrence amliore (joints de + 9 mm) et toutes sujtions. Le sciage du revtement existant sera pay dans le poste code 01.012.

04.071.a

04.071.b

04.072

Dalles en quartzite blanc avec face suprieure texture en dalle guide (dalles directionnelles). Surface prsume m Dalles en quartzite blanc avec face suprieure texture en dalle de vigilance (dalles pastilles). Surface prsume m Fourniture et pose de pavs mosaques, couleur dfinir par le fonctionnaire dirigeant, y compris couche de pose en sable, damage, cylindrage, rejointoyage au sable et toutes sujtions. Format selon C.22.2.2.2.2. Appareillage en ranges droites ou joints alterns. Pavs en porphyre. Surface prsume m Pavs en grs dur. Surface prsume m Pose de pavs mosaques de remploi, y compris couche de pose en sable, damage, cylindrage, rejointoyage au sable et toutes sujtions. Format selon C.22.2.2.2.2. Appareillage en ranges droites ou joints alterns Surface prsume m Supplment sur le prix des postes de pavages mosaques prcdents, pour les appareillages tels quen arc de cercle, en queue de paon, en ventail ou en caille. Surface prsume m

04.072.a 04.072.b 04.073

Vermoedelijke oppervlakte m Harde zandsteenkeien. Vermoedelijke oppervlakte m Aanbrengen van teruggewonnen mozaekkeien, inclusief straatlaag van zand, aandammen, walsen, opvoegen met zand en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat volgens C.22.2.2.2.2. Bestratingsverband in rechte rijen of halfsteensverband. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. de mozaekbestratingen, voor de verbanden zoals segment-, schelp-, waaier-, of schubverband. Vermoedelijke oppervlakte m

04.074

- 55 -

04.075

Supplment sur le prix des postes de pavages mosaques prcdents pour remplacement de la couche de pose en sable par : Couche de pose en gravillons 2/8. Surface prsume m Couche de pose en sable-ciment. Surface prsume m Couche de pose au mortier. Surface prsume m Couche de pose au mortier amlior. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes de pavages mosaques prcdents, pour remplacement du jointoiement au sable par : Joints au mortier bitumineux. Surface prsume m Joints en sable-ciment. Surface prsume m Joints au coulis de mortier. Surface prsume m Joints au mortier de ciment. Surface prsume m Joints au mortier de ciment amlior. Surface prsume m Fourniture et pose de pavs carrs, couleur dfinir par le fonctionnaire dirigeant, y compris couche de pose en sable, damage, vibrage, rejointoyage au sable et toutes sujtions. Format selon C.22.2.1.2.2. Appareillage en ranges droites ou joints alterns. Pavs en porphyre. Surface prsume m Pavs en grs dur. Surface prsume m Fourniture et pose de pavs oblongs, couleur dfinir par le fonctionnaire dirigeant, y compris couche de pose en sable, damage, vibrage, rejointoyage au sable et toutes sujtions. Format selon C.22.2.1.2.2. Appareillage en ranges droites ou joints alterns. Pavs en porphyre. Surface prsume m Pavs en grs dur. Surface prsume m

Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. de mozaekkeien voor de vervanging van de straatlaag van zand door: Straatlaag van steen 2/8. Vermoedelijke oppervlakte m Straatlaag van zandcement. Vermoedelijke oppervlakte m Straatlaag van mortel. Vermoedelijke oppervlakte m Straatlaag van verbeterde mortel. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. de mozaekkeien voor de vervanging van opvoegen met zand door : Opvoegen met bitumineuze mortel. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met zandcement. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met vloeibare mortelspecie. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met verbeterde cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van vierkante straatkeien, kleur te bepalen door de leidende ambtenaar, inclusief straatlaag uit zand, aandammen, trillen, opvoegen met zand en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat volgens C.22.2.1.2.2. Bestratingsverband : rechte rijen of in halfsteensverband. Porfierkeien. Vermoedelijke oppervlakte m Harde zandsteenkeien. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van langwerpige straatkeien, kleur te bepalen door de leidende ambtenaar, inclusief de straatlaag van zand, aanstampen, trillen, opvoegen met zand en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat volgens C.22.2.1.2.2. Bestratingsverband : rechte rijen of in halfsteensverband. Porfierkeien. Vermoedelijke oppervlakte m Harde zandsteenkeien. Vermoedelijke oppervlakte m
- 56 -

04.075.a 04.075.b 04.075.c 04.075.d 04.076

04.076.a 04.076.b 04.076.c 04.076.d 04.076.e 04.077

04.077.a 04.077.b 04.078

04.078.a 04.078.b

04.079

Pose de pavs carrs ou oblongs de remploi, y compris couche de pose en sable, damage, vibrage, rejointoyage au sable et toutes sujtions. Format selon C.22.2.1.2.2. Appareillage en ranges droites ou joints alterns. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes de pavages carrs ou oblongs prcdents, pour les appareillages tels quen arc de cercle, en queue de paon, en ventail ou en caille. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes de pavages carrs ou oblongs prcdents, pour remplacement de la couche de pose en sable par : Couche de pose en gravillons 2/8. Surface prsume m Couche de pose en sable-ciment. Surface prsume m Couche de pose au mortier de ciment. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes de pavages carrs ou oblongs prcdents, pour remplacement du jointoiement au sable par : Joints au mortier bitumineux. Surface prsume m Joints en sable-ciment. Surface prsume m Joints au coulis de mortier. Surface prsume m Joints au mortier de ciment. Surface prsume m Joints au mortier de ciment amlior. Surface prsume m Fourniture et pose de pavs neufs "platines" sur une couche de pose en sable-ciment, y compris rejointoyage au mortier de ciment hydrofuge et adhrence amliore et toutes sujtions. Epaisseur 6 8 cm. Surface prsume m Epaisseur 7 9 cm. Surface prsume m Epaisseur 8 10 cm. Surface prsume m

Aanbrengen van vierkante of langwerpige recuperatiestraatkeien, inclusief straatlaag van zand, aanstampen, trillen, opvoegen met zand en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat volgens C.22.2.1.2.2. Bestratingsverband : rechte rijen of halfsteensverband.

04.080

04.081

04.081.a 04.081.b 04.081.c 04.082

04.082.a 04.082.b 04.082.c 04.082.d 04.082.e 04.083

Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. bestratingen met vierkante of langwerpige keien, voor verbanden zoals segment-, schelp-, waaier- of schubverband. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. bestratingen met vierkante of langwerpige keien voor de vervanging van de straatlaag van zand door : Straatlaag van steen 2/8. Vermoedelijke oppervlakte m Straatlaag van zandcement. Vermoedelijke oppervlakte m Straatlaag van cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. bestratingen met vierkante of langwerpige keien voor de vervanging van opvoegen met zand door : Opvoegen met bitumineuze mortel. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met zandcement. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met vloeibare mortelspecie. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Opvoegen met verbeterde cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van nieuwe "platines" op een straatlaag van zandcement, inclusief opvoegen met vochtwerende cementmortel met verbeterde hechting en alle bijbehorende werkzaamheden. Dikte 6 tot 8 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 7 tot 9 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 8 tot 10 cm. Vermoedelijke oppervlakte m
- 57 -

04.083.a 04.083.b 04.083.c

04.083.d 04.083.e 04.084

Epaisseur 10 12 cm. Surface prsume m Epaisseur 12 14 cm. Surface prsume m Supplment sur le prix du poste prcdent de pavage en platines neufs , pour remplacement de la couche de pose en sable-ciment, par une couche de pose au mortier de ciment. Surface prsume m Pose de pavs "platines" de remploi sur couche de pose en sableciment, y compris rejointoyage au mortier de ciment hydrofuge et adhrence amliore et toutes sujtions. Surface prsume m Supplment sur le prix du poste prcdent de pavage en platines de remploi , pour remplacement de la couche de pose en sable-ciment, par une couche de pose au mortier de ciment. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes de pavages prcdents, pour la ralisation du profil des filets d'eau, y compris couche de pose en mortier de ciment amlior, rejointoyage au mortier de ciment hydrofuge et adhrence amliore et toutes sujtions. La surface prendre en compte est la surface du filet deau. Surface prsume m C.5. - Dallages en bton et en pierre reconstitue selon F.4.1.

Dikte 10 tot 12 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 12 tot 14 cm. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelpost m.b.t. de bestrating met nieuwe platines voor de vervanging van de straatlaag van zandcement door straatlaag van cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Aanbrengen van recuperatie "platines" op een straatlaag van zandcement, inclusief opvoegen met vochtwerende cementmortel met verbeterde hechting en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelpost m.b.t. de bestrating met recuperatie platines voor de vervanging van de straatlaag van zandcement door straatlaag van cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van bestrating uit de vorige stelposten, voor de uitvoering van het profiel van de watergoot, inclusief straatlaag van verbeterde cementmortel, opvoegen met vochtwerende cementmortel met verbeterde hechting en alle bijbehorende werkzaamheden. De in rekening te brengen oppervlakte is de oppervlakte van de straatgoot. Vermoedelijke oppervlakte m C.5. - Tegelbestratingen van beton of gereconstitueerde steen volgens F.4.1. Leveren en aanbrengen van betontegels 30 x 30 cm, 6 cm dik, inclusief de ongebonden straatlaag, opvoegen met zand en alle bijbehorende werkzaamheden. Met effen grijs oppervlak Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m Met effen rood oppervlak Vermoedelijke oppervlakte m Met gegritstraalde speciale toplaag in alle kleuren Vermoedelijke oppervlakte m
- 58 -

04.085

04.086

04.087

04.088

Fourniture et pose de dalles en bton 30 x 30 cm, paisseur 6 cm, y compris couche de pose non lie, rejointoyage au sable et toutes sujtions. Avec surface unie de couleur grise

04.088.a

04.088.b

Avec surface unie de couleur rouge Surface prsume m Avec couche superficielle spciale grenaille de tous coloris Surface prsume m

04.088.c

04.088.d

Avec couche superficielle spciale lave de tous coloris Surface prsume m Supplment sur le prix des postes prcdents de dallages en bton, pour remplacement de la couche de pose non lie par : Couche de pose en sable-ciment. Surface prsume m Couche de pose au mortier. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes prcdents de dallages en bton, pour remplacement du jointoiement au sable par : Joints au mortier de ciment.

Met uitgewassen speciale toplaag in alle kleuren Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. tegelbestratingen van beton, voor de vervanging van de ongebonden straatlaag door : Straatlaag van zandcement. Vermoedelijke oppervlakte m Straatlaag van mortel. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten m.b.t. tegelbestratingen van beton voor de vervanging van opvoegen met zand door : Opvoegen met cementmortel. Vermoedelijke oppervlakte m Levering en aanbrengen van betontegels van 30 x 30 cm, dikte 8 cm, inclusief het opbreken van de bestaande verharding, de mortellaag, opvoegen met cementmortel en alle bijbehorende werkzaamheden. Het zagen wordt betaald in de stelpost met code 01.012. Witte betontegels met getextureerde bovenkant (geleidetegels). Vermoedelijke oppervlakte m Witte betontegels met getextureerde bovenkant (noppentegels). Vermoedelijke oppervlakte m Levering en aanbrengen van betontegels van 30 x 30 cm, dikte 7,5 cm, inclusief het opbreken van de bestaande verharding, mortellaag, opvoegen met cementmortel en alle bijbehorende werkzaamheden. Het zagen wordt betaald in de stelpost met code 01.012. Rubbertegels voor slechtzienden. Vermoedelijke oppervlakte m C.6. Grastegels volgens F.4.3. Leveren en aanbrengen van grasbetontegels dikte 8 cm volgens C.27.3, inclusief funderingslaag uit kleihoudend grind van 15 cm dik, vullen van de holten en alle bijbehorende werkzaamheden. Opvullen met steen 2/8.

04.089

04.089.a 04.089.b 04.090

04.091

Surface prsume m Fourniture et pose de dalles en bton 30 x 30 cm, paisseur 8 cm, y compris dmontage du revtement existant, mortier de pose, rejointoyage au mortier de ciment et toutes sujtions. Le sciage sera pay dans le poste code 01.012. Dalles en bton blanc avec face suprieure texture en dalle guide (dalles directionnelles). Surface prsume m Dalles en bton blanc avec face suprieure texture en dalle de vigilance (dalles pastilles). Surface prsume m Fourniture et pose de dalles en bton 30 x 30 cm, paisseur 7,5 cm, y compris dmontage du revtement existant, mortier de pose, rejointoyage au mortier de ciment et toutes sujtions. Le sciage sera pay dans le poste code 01.012. Dalles en caoutchouc pour malvoyants. Surface prsume m C.6. - Dalles gazon selon F.4.3.

04.091.a

04.091.b

04.092

04.093

Fourniture et pose de dalles gazon en bton, paisseur 8 cm selon C.27.3, y compris couche de fondation en gravier argileux de 15 cm dpaisseur, remplissage des creux et toutes sujtions. Remplissage avec gravillons 2/8. Surface prsume m

04.093.a

Vermoedelijke oppervlakte m
- 59 -

04.093.b

Remplissage avec mlange de pierre de lave, de terreau et de terre arable. Surface prsume m Fourniture et pose de dalles gazon en matriaux synthtiques selon C.27.4, y compris couche de fondation en gravier argileux de 15 cm dpaisseur, remplissage des creux et toutes sujtions. Remplissage avec gravillons 2/8. Surface prsume m Remplissage avec mlange de pierre de lave, de terreau et de terre arable. Surface prsume m D. - REVETEMENT EN DOLOMIE SELON F.5.

Opvullen met een mengsel van lavasteen, humus en teelaarde.

04.094

Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van kunststof grastegels volgens C.27.4, inclusief de funderingslaag uit kleihoudend grind van 15 cm dikte, vullen van de holten en alle bijbehorende werkzaamheden. Opvullen met steen 2/8. Vermoedelijke oppervlakte m

04.094.a

04.094.b

Opvullen met een mengsel van lavasteen, humus en teelaarde.

Vermoedelijke oppervlakte m D. - DOLOMIETVERHARDING VOLGENS F.5. Eggen tot een diepte van minimum 3 cm en profilering van de bestaande dolomietwegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van dolomiet als onderlaag 0/16 of 6,3/16, inclusief uitspreiden, aanstampen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van dolomiet 0/6,3 als afwerklaag, inclusief spreiden, aanstampen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van met cement behandeld dolomiet 0/16, inclusief nivelleren, spreiden, aanstampen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost wordt ook voor plaatselijke reparaties gebruikt. Vermoedelijk volume m E. VERHARDINGEN VAN GIETASFALT VOOR WEGEN VOLGENS F.6.

04.095

Hersage sur une profondeur minimale de 3 cm et profilage des chemins en dolomie existants et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de dolomie comme sous-couche 0/16 ou 6,3/16, y compris pandage, damage et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de dolomie 0/6,3 comme couche de finition, y compris pandage, damage et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de dolomie 0/16 traite au ciment, y compris nivelage, pandage, damage et toutes sujtions. Ce poste est aussi employ pour des rparations locales. Volume prsum m E. REVETEMENTS EN ASPHALTE COULE ROUTIER SELON F.6.

04.096

04.097

04.098

- 60 -

04.099

Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en asphalte coul routier non color, y compris nettoyage et schage du support et toutes sujtions. Type MA 10 - x

Leveren en verwerken van een toplaag van niet gekleurd gietasfalt voor wegen, inclusief schoonmaken en drogen van de ondergrond en alle bijbehorende werkzaamheden. Type MA 10 x - Dikte 30 mm

04.099.a 04.099.b 04.099.c

- Epaisseur 30 mm Surface prsume m - Epaisseur 35 mm Surface prsume m - Epaisseur 40 mm Surface prsume m Type MA 6,3 x

Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 35 mm Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Type MA 6,3 x - Dikte 20 mm

04.099.d 04.099.e 04.099.f

- Epaisseur 20 mm Surface prsume m - Epaisseur 25 mm Surface prsume m - Epaisseur 30 mm Surface prsume m Type MA 4 x

Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 25 mm Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 30 mm Vermoedelijke oppervlakte m Type MA 4 x - Dikte 20 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een okerkleurige toplaag van gietasfalt voor wegen, in de massa gekleurd, inclusief schoonmaken en drogen van de ondergrond, pigmenten en alle bijbehorende werkzaamheden. Type MA 10 10 - Dikte 30 mm

04.099.g 04.100

- Epaisseur 20 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de roulement en asphalte coul routier de teinte ocre, dans la masse, y compris nettoyage et schage du support, pigments et toutes sujtions. Type MA 10 10

04.100.a 04.100.b 04.100.c

- Epaisseur 30 mm Surface prsume m - Epaisseur 35 mm Surface prsume m - Epaisseur 40 mm Surface prsume m Type MA 6,3 10

Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 35 mm Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Type MA 6,3 10 - Dikte 20 mm

04.100.d 04.100.e 04.100.f

- Epaisseur 20 mm Surface prsume m - Epaisseur 25 mm Surface prsume m - Epaisseur 30 mm Surface prsume m

Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 25 mm Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 30 mm Vermoedelijke oppervlakte m

- 61 -

Type MA 4 10
04.100.g 04.101

Type MA 4 10 - Dikte 20 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een bovenste onderlaag van niet gekleurd gietasfalt voor wegen, inclusief schoonmaken en drogen van de ondergrond en alle bijbehorende werkzaamheden. Type MA 10 x - Dikte 30 mm Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 35 mm Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 40 mm Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m Type MA 6,3 x - Dikte 20 mm Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 25 mm Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m - Dikte 30 mm Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m Type MA 4 x - Dikte 20 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een kleeflaag voor het aanbrengen met hechting van een verharding van gietasfalt op een betonnen ondergrond. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een kleeflaag voor het aanbrengen met hechting van een verharding van gietasfalt op een bitumineuze ondergrond. Vermoedelijke oppervlakte m

- Epaisseur 20 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de liaison suprieure en asphalte coul non color, y compris nettoyage et schage du support et toutes sujtions. Type MA 10 x

04.101.a 04.101.b 04.101.c

- Epaisseur 30 mm - Epaisseur 35 mm - Epaisseur 40 mm Type MA 6,3 x

04.101.d 04.101.e 04.101.f

- Epaisseur 20 mm - Epaisseur 25 mm - Epaisseur 30 mm Type MA 4 x

04.101.g 04.102

- Epaisseur 20 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de collage pour pose en adhrence dun revtement en asphalte coul sur un support en bton. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche de collage pour pose en adhrence dun revtement en asphalte coul sur un support bitumineux. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun cran pour assurer lindpendance dun revtement en asphalte coul sur un support en bton. Surface prsume m

04.103

04.104

Leveren en verwerken van een scheidingslaag voor het aanbrengen zonder hechting van een verharding van gietasfalt op een betonnen ondergrond. Vermoedelijke oppervlakte m

- 62 -

04.105

Fourniture et mise en uvre dun cran pour assurer une adhrence partielle dun revtement en asphalte coul sur un support en bton. Surface prsume m Traitement de surface de couches de roulement en asphalte coul routier en : - gravillons pr-enrobs Surface prsume m - sable de quartz Surface prsume m - gravillons pr-enrobs de couleur ocre Surface prsume m - sable de quartz de couleur ocre Surface prsume m Traitement de joints de reprise dans une couche de roulement en asphalte coul avec un revtement en asphalte coul prexistant lentreprise : - rchauffement (avant pose de la bande suivante) au chalumeau de la tranche de la bande en asphalte coul dj mise en uvre Longueur prsume mct - application pralable dune bande bitumineuse pour joint Longueur prsume mct - mise en uvre dune masse de scellement dans une rainure cre au droit du joint

04.106

Leveren en verwerken van een scheidingslaag voor het aanbrengen met gedeeltelijke hechting van een verharding van gietasfalt op een betonnen ondergrond. Vermoedelijke oppervlakte m Oppervlaktebehandeling van toplagen van gietasfalt voor wegen met :

04.106.a 04.106.b 04.106.c 04.106.d 04.107

- vooromhulde steenslag Vermoedelijke oppervlakte m - kwartszand Vermoedelijke oppervlakte m - vooromhulde okerkleurige steenslag Vermoedelijke oppervlakte m - okerkleurig kwartszand Vermoedelijke oppervlakte m Behandeling van stortnaden in een toplaag van gietasfalt met een eender uitgevoerde verharding van gietasfalt :

04.107.a

- verwarmen (voordat de volgende strook wordt aangebracht) met een brander van het zijvlak van de eerder aangebrachte strook gietasfalt Vermoedelijke lengte str. m - op voorhand aanbrengen van een bitumineuze voegband Vermoedelijke lengte str. m - aanbrengen van een voegvullingsproduct in een sponning die in de naad is gemaakt - zwart voegvullingsproduct

04.107.b

04.107.c

- masse de scellement noire Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m - okerkleuring voegvullingsproduct Vermoedelijke lengte str. m - verwarmen, aan weerzijden van de naad, van het verwerkte gietasfalt (nadat de tweede strook gietasfalt is aangebracht) Vermoedelijke lengte str. m - aanbrengen van een gietasfalt voor scheurreparatie in een 25 mm brede sponning - zwart voegvullingsproduct

04.107.d 04.107.e

- masse de scellement ocre Longueur prsume mct - rchauffement de lasphalte coul mis en uvre de part et dautre du joint (aprs pose de la deuxime bande dasphalte coul) Longueur prsume mct - mise en uvre dun asphalte coul de type asphalte coul pour rparation de fissures dans une rainure dune largeur de 25 mm

04.107.f

- masse de scellement noire Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m

- 63 -

04.107.g 04.108

- masse de scellement ocre Longueur prsume mct Traitement de joints avec un revtement dun autre type ou un lment (lment linaire, accessoire de voirie ou rail) pos pralablement :

- okerkleuring voegvullingsproduct Vermoedelijke lengte str. m Behandeling van voegen tussen een toplaag van gietasfalt en een verharding van een andere soort (lijnvorming element, toebehoren van de weg of rail) dat voorheen aangelegd werd : Niet gekleurde gietasfaltverhardingen : - behandeling van type I Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - behandeling van type II Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - behandeling van type III Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - behandeling van type IV Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - behandeling van type V Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Gekleurde gietasfaltverhardingen : - behandeling van type I Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - behandeling van type IV Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m F. VERHARDINGEN VAN GEPREFABRICEERDE BETONELEMENTEN VOLGENS F.7. Leveren en plaatsen van geprefabriceerde betonelementen met sinusodaal profiel voor de uitvoering van op- en afritten van verkeersdrempels en plateaus. Deze elementen zijn zwart gekleurd in de massa en voorzien van witte transversale en longitudinale markering. De verankeringen, de oplegelementen en de voegvullingen zijn inbegrepen in de prijs. Element 2,40 m lengte, hoogteverschil 0,12 m. Largeur prsume mct Vermoedelijke breedte str. m Element 1,20 m lengte, hoogteverschil 0,12 m. Vermoedelijke breedte str. m

Revtements en asphalte coul non color :

04.108.a 04.108.b 04.108.c 04.108.d 04.108.e

- traitement de type I - traitement de type II - traitement de type III - traitement de type IV - traitement de type V Revtements en asphalte coul color :

04.108.f 04.108.g

- traitement de type I - traitement de type IV

F. REVETEMENTS EN ELEMENTS PREFABRIQUES EN BETON SELON F.7.

04.109

Fourniture et pose dlments prfabriqus en bton avec profil sinusodal, pour la ralisation de rampes de plateaux et de ralentisseurs de vitesse. Ces lments sont colors en noir dans la masse et pourvus dun marquage blanc transversal et longitudinal. Les ancrages, la pose sur cales et le scellement des joints sont inclus dans le prix. Elment 2,40 m de longueur, dnivel 0,12 m.

04.109.a

04.109.b

Elment 1,20 m de longueur, dnivel 0,12 m. Largeur prsume mct

- 64 -

04.109.c

Elment 0,85 m de longueur, dnivel 0,10 m. Largeur prsume mct G. DIVERS

Element 0,85 m lengte, hoogteverschil 0,10 m. Vermoedelijke breedte str. m G. DIVERSEN Leveren en verwerken van materialen voor het omleggen, aansluiten en herstellen van wegen, inclusief het wegnemen van de bestaande verharding, reinigen, walsen, profileren en alle bijbehorende werkzaamheden. Geotextiel volgens E.2.1, inclusief uitknippen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk oppervlakte m Continue steenslagfundering 0/40, type I volgens E.4. Vermoedelijk gewicht t Bitumineuze-verharding type AC-14 base 3-x (AB-3B) volgens F.2. Vermoedelijk gewicht t Bitumineuze-verharding type AC-10 Surf 4-x (AB-4C) volgens F.2. Vermoedelijk gewicht t Beton voor de bouwklassen B6-B10 volgens F.1.2.5. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van steenachtige materialen om de garages van de aangelanden toegankelijk te houden, inclusief verdichten, wegnemen en afvoeren bij het aanbrengen van de trottoirverharding en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Diverse leveringen voor aanpassingen aan de ingangen van gebouwen, kelderramen en andere toegangen. Te verantwoorden som Vaste vergoeding voor nachtwerk voor het openen van beton- of asfaltmenginstallaties op vraag van de aanbestedende overheid. De nachturen lopen van 20u00 en 06u00 van maandagavond tot zaterdagmorgen. Er worden geen andere vergoedingen toegekend voor het personeel van de installatie. De aangerekende hoeveelheden worden slechts aanvaard op overlegging van de facturen van de menginstallatie. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 65 -

04.110

Fourniture et mise en uvre de matriaux pour les dtournements, raccordements et rparations des routes, y compris dcoupe du revtement existant, nettoyage, cylindrage, profilage et toutes sujtions. Gotextile selon E.2.1, y compris dcoupes et toutes sujtions. Surface prsume m

04.110.a

04.110.b

Empierrement continu 0/40, type I selon E.4. Poids prsum t Revtement hydrocarbon type AC-14 base 3-x (BB-3B), selon F.2. Poids prsum t Revtement hydrocarbon type AC-10 Surf 4-x (BB-4C), selon F.2. Poids prsum t

04.110.c

04.110.d

04.110.e

Bton pour classes de trafic B6-B10 selon F.1.2.5. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de matriaux pierreux pour assurer laccs aux garages des riverains, y compris compactage, enlvement et vacuation lors de la pose du revtement de trottoir et toutes sujtions. Surface prsume m Fournitures diverses pour adaptations aux entres de btiments, soupiraux et autres accs. Somme justifier Cot forfaitaire pour prestations de nuit, pour ouvertures de centrales bton ou dasphalte, la demande du pouvoir adjudicateur. Les heures de nuit sont comprises entre 20h00 et 06h00 pour les priodes entre le lundi soir et le samedi matin. Aucune autre indemnit ne sera octroye pour le personnel de la centrale. Les quantits portes en compte seront comptabilises en fonction de la prsentation des factures de prestations de la centrale. Quantit prsume pices

04.111

04.112

04.113

04.114

Cot forfaitaire pour prestations durant le week-end et les jours de cong de la construction, pour ouvertures de centrales bton ou dasphalte, la demande du pouvoir adjudicateur. Les heures pour le week-end vont du samedi 06h00 au lundi 06h00. Aucune autre indemnit ne sera octroye pour le personnel de la centrale. Ce cot forfaitaire pour louverture de la centrale nest applicable quune fois par jour ou nuit prest. Les quantits portes en compte seront comptabilises en fonction de la prsentation des factures de prestations de la centrale. Quantit prsume pices Supplment de prix sur les postes de mise en uvre dun revtement routier dans un site tram : Bton de ciment Surface prsume m Hydrocarbons bitumineux Surface prsume m Pavages et dallages Surface prsume m Dalles gazon Surface prsume m Asphalte coul routier Surface prsume m

Vaste vergoeding voor werk in het weekend en op bouwverlofdagen voor het openen van de beton- of asfaltmenginstallaties op verzoek van de aanbestedende overheid. De weekenduren lopen van zaterdag 06u00 tot maandag 06u00. Er worden geen enkele andere vergoedingen toegekend voor het personeel van de menginstallatie. De aangerekende hoeveelheden worden slechts aanvaard op overlegging van de facturen van de menginstallatie. Deze vaste vergoeding voor het openen van de menginstallatie is slechts per geleverde dag of nacht n keer toe te kennen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Toeslag op de prijs voor de aanleg van een wegverharding in een tramzate :

04.115

04.115.a 04.115.b 04.115.c 04.115.d 04.115.e

Cementbeton Vermoedelijke oppervlakte m Bitumineuze mengsels Vermoedelijke oppervlakte m Bestratingen en tegelbestratingen Vermoedelijke oppervlakte m Grastegels Vermoedelijke oppervlakte m Gietasfalt voor wegen Vermoedelijke oppervlakte m

- 66 -

CHAPITRE V DRAINAGE ET EGOUTTAGE

HOOFDSTUK V DRAINAGE EN RIOLERING

A. TRAVAUX PREPARATOIRES
05.001

A. VOORBEREIDENDE WERKEN Opmeting van de bestaande rioleringsnetten en aansluitingen, inclusief de opzoekingen betreffende de stroomrichting, zijriolen, opmeting van de vertakkingen stroomop- en stroomafwaarts (onderzoek binnen de gebouwen indien nodig), inclusief het opmaken en leveren van de overeenkomstige plannen, gedetailleerde lijst van alle aansluitingen en dit in de gehele zone die benvloed wordt door de werken. Betalingswijze : 100% bij het overhandigen van de plannen op informaticadrager. Globale prijs

Relev des rseaux d'gouts existants et branchements, y compris les recherches du sens d'coulement, des jonctions, relev des extrmits amont et aval des branchements (investigations dans les immeubles si ncessaire) , y compris fourniture des plans correspondants, listing dtaill de tous les branchements et ce, dans toute la zone influence par les travaux. Mode de paiement : 100% la remise des plans sur support informatique. Prix global Plans de dtail et dexcution, levs topographiques et notes de calcul. Etude approfondie de la situation existante, levs topographiques, relev et photos des branchements, tablissement des plans de dtail et dexcution, calcul structurel du procd de rhabilitation ou de louvrage raliser, calcul hydraulique, calcul de la mthode de blindage des fouilles, documents ncessaires lexcution des ouvrages dart et toutes sujtions. Mode de paiement : 100% lapprobation du dossier. Prix global Frais octroys pour l'tablissement des tats des lieux. Ce poste comprend l'tablissement des tats des lieux contradictoires, la production des rapports y relatifs, toutes les visites intermdiaires en cours de travaux, les rcolements aprs travaux, l'tablissement des tats des pertes dans les zones releves, ainsi que tous les frais relatifs aux contre-expertises ventuellement ncessaires. Mode de paiement : 100% la fin complte des rcolements et, si ncessaire aprs l'tablissement des tats des pertes. Quantit prsume pices

05.002

Detail- en uitvoeringsplannen, topographische opmetingen en berekeningen. Grondige studie van de bestaande toestand, topografische opmetingen, opmeting en foto's van de aansluitingen, detail- en uitvoeringsplannen, structurele berekening van de renovatieprocedure of van de te realiseren constructie, hydraulische berekening, berekening van de beschoeiing voor de sleuven, alle noodzakelijke documenten voor uitvoering van de kleine kunstwerken en alle bijbehorende werkzaamheden. Betalingswijze : 100% bij de goedkeuring van het dossier. Globale prijs

05.003

Toegekende vergoeding, voor het opstellen van de plaatsbeschrijvingen. Deze stelpost omvat het opstellen van de tegensprekelijke plaatsbeschrijvingen, het opstellen van de ermee samenhangende verslagen, alle tussentijdse bezoeken in de loop van de werken, inventarisatie na de werken, opstellen van de verliesstaten voor de opgemeten zones, alsook alle kosten m.b.t. de tegenexpertises die eventueel nodig zijn. Betalingswijze : 100% na het volledig beindigen van de inventarisatie en indien nodig na het opstellen van de verliesstaten. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 67 -

05.004

Nettoyage mcanique ou manuel des gouts existants et maintenir, y compris aspiration ou chargement, transport des dchets en dehors du domaine public et toutes sujtions. Somme justifier B. ESSAIS, CONTROLES GEOTECHNIQUE ET RECONNAISSANCE

Mechanisch of manueel reinigen van de bestaande en te behouden rioleringen, inclusief afzuigen of laden, het vervoer van de afvalstoffen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Te verantwoorden som B. PROEVEN, VERKENNING CONTROLES EN GEOTECHNISCHE

05.025

Essais et contrles non prescrits au cahier spcial des charges. Frais engendrs par des essais et contrles divers non prescrits au cahier spcial des charges et effectuer en cours dexcution la demande expresse du pouvoir adjudicateur. Seuls les essais ayant donn des rsultats conformes aux prescriptions sont pris en charge par le pouvoir adjudicateur. Paiement sur prsentation des factures de laboratoires agrs, aucune majoration de ces factures (frais gnraux,) nest tolre. Somme justifier Essais de pntration la sonde de battage lgre type CRR, y compris dplacements et rapport. Ralisation par un laboratoire agr. Quantit prsume pices Ralisation d'essais la plaque, y compris dplacements et rapport. Ralisation par un laboratoire agr. Quantit prsume pices Ralisation d'essais d'tanchit sur un branchement, y compris dplacements et rapport. Ralisation par un laboratoire agr. Quantit prsume pices Ralisation d'un essai de pntration statique de 100KN, de force totale limite 60MPa la pointe, y compris lacheminement et lvacuation du matriel de sondage, mise en place sur chaque point de sondage, implantation des essais et nivellement, rapport d'interprtation, niveau de leau, graphiques et plan dimplantation des essais, ainsi que toutes sujtions. Quantit prsume pices

Proeven en controles niet voorgeschreven door het bijzonder bestek. Kosten veroorzaakt door diverse proeven en controles, niet voorgeschreven door het bestek en te realiseren tijdens de uitvoering van de werken op de uitdrukkelijke aanvraag van de aanbestedende overheid. Enkel de proeven met resultaten overeenkomstig de voorschriften zijn ten laste van de aanbestedende overheid. Betaling mits voorlegging van facturen van erkende laboratoria, geen enkele verhoging (algemene kosten,) van deze facturen zal worden aanvaard. Te verantwoorden som Indringingsproeven met de lichte slagsonde type OCW, inclusief verslag en verplaatsingen. Uit te voeren door een erkend laboratorium. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitvoeren van plaatproeven, inclusief verplaatsingen en verslag. Uit te voeren door een erkend laboratorium. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitvoeren van waterdichtheidsproeven op een vertakking, inclusief verplaatsingen en verslag. Uit te voeren door een erkend laboratorium. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitvoeren van een indringingsproef met een totale kracht van 100KN, begrensd op 60MPa op de punt, inclusief aanvoer en afvoer van het sonderingsmaterieel, opstelling voor elke sondering, inplanting van de proeven en nivelleren, interpretatierapport, peil van het grondwater, grafieken en inplantingsplan van de proeven en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 68 -

05.026

05.027

05.028

05.029

05.030

Placement d'un tube pizomtrique 50 mm, plein sur les 2 premiers mtres, puis crpin avec massif filtrant en gravier calibr, bouchon dtanchit en argile et bouche cl de protection scells au ras du sol. Y compris lacheminement et lvacuation du matriel de sondage, mise en place sur chaque point de sondage, premire lecture au niveau de la nappe, nivellement, compte-rendu et toutes sujtions. Quantit prsume pices Avant et aprs mise en uvre de bton projet, vrinage intrieur pour auscultation mcanique des ouvrages et du sol encaissant. Mesurage de la dformation tridimensionnelle provoque par un dispositif de vrinage, selon le protocole dessais OPERRA 3 mis au point par lAstree. Le prix unitaire inclut les essais avant et aprs gunitage. Longueur prsume mct Pull-off test pour vrification de la rsistance la compression du bton existant avant gunitage. Quantit prsume pices Ralisation d'un essai d'tanchit sur une chambre de visite, y compris dplacement et rapport. Ralisation par un laboratoire agr. Quantit prsume pices C. DRAINAGE SELON G.1.

Plaatsing van een piezometerbuis 50 mm, de eerste 2 meter volle buis, nadien gecrepineerd en opgevuld met filtermateriaal bestaande uit gekalibreerde kiezel, een hermetisch afsluitende dop in klei en een beschermende stop tegen de grond. Inclusief aanvoer en afvoer van het sonderingsmaterieel, opstelling voor elke sondering, nivelleren, eerste aflezing van het grondwaterniveau, verslag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor en na uitvoering van spuitbeton, inwendig opvijzelen voor mechanisch onderzoek van de kunstwerken en de ingebedde grond. Meting van de driedimensionale vervorming ontstaan door een opvijzelende installatie, volgens het testprotocol OPERRA 3 opgesteld door Astree. In de eenheidsprijs zijn de proeven vr en na de gunitage inbegrepen. Vermoedelijke lengte str. m Pull-off test om de drukweerstand van het bestaand beton te controleren vr de gunitage. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitvoeren van waterdichtheidsproef op een inspectieput, inclusief verplaatsing en verslag. Uit te voeren door een erkend laboratorium. Vermoedelijke hoeveelheid stuks C. DRAINAGE VOLGENS G.1. Leveren en plaatsen van een drainage van type 1 volgens G.1.2.2.1, inclusief grondwerken in uitgraving en ophoging, levering en het verwerken van de materialen, met name de drainerende buizen, het geotextiel, het drainagemateriaal, aansluitingen op de inspectieputten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van een drainage van type 2 volgens G.1.2.2.2, inclusief grondwerken in uitgraving en ophoging, drainerende buizen, aansluitingen op de inspectieputten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van een drainage van type 3 volgens G.1.2.2.3, inclusief grondwerken in uitgraving en ophoging, drainerende geocomposiet, aansluitingen op de inspectieputten en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijke lengte str. m
- 69 -

05.031

05.032

05.033

05.050

Fourniture et pose d'un drainage de type 1 selon G.1.2.2.1, y compris terrassements en dblai et remblai, fourniture et mise en uvre des matriaux, notamment les tuyaux drainants, le gotextile, les matriaux drainants, les raccordements aux chambres de visite et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose d'un drainage de type 2 selon G.1.2.2.2, y compris terrassements en dblai et remblai, tuyaux drainants, raccordements aux chambres de visite et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose d'un drainage de type 3 selon G.1.2.2.3, y compris terrassements en dblai et remblai, gocomposite drainant, raccordements aux chambres de visite et toutes sujtions. Longueur prsume mct

05.051

05.052

05.053

Fourniture et pose d'un drainage de type 4 selon G.1.2.2.4, y compris terrassements en dblai et remblai, tuyaux en polypropylne, matriaux drainants, raccordements aux chambres de visite et toutes sujtions. Longueur prsume mct D. TERRASSEMENTS Dblais et travaux annexes Le paiement pour lvacuation et la mise en dpt temporaire ou en dcharge des terres non acceptables pour remblais se fait dans les postes du chapitre II Terrassements Point A.

Leveren en plaatsen van een drainage van type 4 volgens G.1.2.2.4, inclusief grondwerken in uitgraving en ophoging, de polypropyleen buizen, drainage materiaal, aansluiting op de inspectieputten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m D. GRONDWERKEN Uitgravingen en bijbehorende werken De betaling voor het afvoeren en het opslaan in een tijdelijke opslagplaats of naar een stortplaats van gronden die ongeschikt zijn voor aanvullingen gebeurt in de stelposten van hoofdstuk II Grondwerken Punt A. Verlagen van de grondwatertafel door filternaalden : Leveren en in werking stellen van de installatie voor de verlaging van de grondwaterstand volgens D.2. De in acht te nemen hoeveelheid is het product van de werkoppervlakte vermeerderd met een meter op de omtrek maal de hoogte van de verlaging. De apparatuur voor pompen wordt berekend door de aannemer op basis van de aanbestedingsdocumenten ; deze apparatuur moet een continuteit van de bedrijvigheid verzekeren in geval van plaatselijke defecten. Alle installatiewerken inherent aan de opstelling van het procd, het werken van de installaties en het toezicht, afvoer van het water, demonteren van de installaties en het herstellen van de omgeving.

05.100

Rabattement de la nappe aquifre par aiguille filtrante : Fourniture et mise en uvre des dispositifs de rabattement conformment au D.2. La quantit prendre en considration est le produit de la surface de louvrage construire augmente dun mtre sur le primtre par la hauteur rabattre. Le dispositif de pompage est dimensionn par lentrepreneur sur base des documents dadjudication ; ce dispositif doit assurer la continuit de lopration en cas de dfectuosits locales. Tous les travaux dinstallation inhrents la mise en place du procd, le fonctionnement des installations et leur surveillance, lvacuation des eaux, le dmontage des installations et la remise en tat des lieux. Somme justifier Placement de pompes immerges en fond de fouille : Le dispositif de pompage est dimensionn par l'entrepreneur sur base des documents d'adjudication ; ce dispositif doit assurer la continuit de l'opration en cas de dfectuosits locales. Tous les travaux d'installation inhrents la mise en place du procd, le fonctionnement des installations et leur surveillance, l'vacuation des eaux, le dmontage des installations et la remise en tat des lieux. Ces travaux sont compris dans le prix des terrassements. P.M.

05.101

Te verantwoorden som Plaatsing van dompelpomen op de bodem van de sleuf: De apparatuur voor pompen wordt berekend door de aannemer op basis van de aanbestedingsdocumenten ; deze apparatuur moet een continuteit van de bedrijvigheid verzekeren in geval van plaatselijke defecten. Alle installatiewerken inherent aan de opstelling van het procd, het werken van de installaties en het toezicht, de afvoer van het water, het demonteren van de installaties en het herstellen van de omgeving. Deze werken zijn in de stelpost grondwerken inbegrepen. V.M.

- 70 -

05.102

Dblais destins l'excution dun puits de travail, implanter par lentrepreneur. En fouille blinde tanche, dont la mthode dexcution est faire approuver par le fonctionnaire dirigeant. Y compris blindage, matrise ventuelle de la nappe phratique et des eaux de surface, description complte, calculs et toutes sujtions selon D.6.4. Profondeur maximale du fond de fouille infrieure 3 m. Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 3 et 5 m. Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 5 et 7 m. Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 7 et 9 m. Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille suprieure 9 m. Quantit prsume pices Remblais et travaux annexes

05.102.a

Uitgraving voor uitvoering van een werkput. De ligging ervan wordt bepaald door de aannemer. In waterdichte beschoeide sleuven, waarvan de uitvoeringsmethode dient te worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar. Inclusief beschoeiingen, eventueel beheersing van de grondwaterlaag en het oppervlaktewater, volledige omschrijving, berekeningen en alle bijbehorende werken volgens D.6.4. Maximale diepte van de sleuf minder dan 3 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 3 tot 5 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 5 tot 7 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 7 tot 9 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf meer dan 9 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Aanvullingen en bijbehorende werken Opvullen van een werkput na uitvoering van een nieuwe inspectieput in gewapend beton, met gebruik van grond afkomstig van de uitgravingen en aanvaarbaar voor aanvulling volgens D.6.4 en C.1.2. Maximale diepte van de sleuf minder dan 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 3 m tot 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 5 m tot 7 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 7 m tot 9 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf > 9 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 71 -

05.102.b

05.102.c

05.102.d

05.102.e

05.103

Remblais dun puits de travail aprs ralisation dune nouvelle chambre de visite en bton arm, au moyen de terre provenant des dblais et acceptable pour remblais selon D.6.4. et C.1.2. Profondeur maximale du fond de fouille infrieure 3 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 3 m et 5 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 5 m et 7 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 7 m et 9 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille > 9 m Quantit prsume pices

05.103.a

05.103.b

05.103.c

05.103.d

05.103.e

05.104

Supplment sur le prix des postes prcdents pour apport de sable naturel ou artificiel selon C.2.2 ou C.2.3 et destin aux remblais des fouilles en cas de non rcupration des terres provenant des dblais. A la demande expresse du fonctionnaire dirigeant et sur base d'essais pralables uniquement. PRIX FORFAITAIRE PAR PUITS. Profondeur maximale du fond de fouille infrieure 3 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 3 m et 5 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 5 m et 7 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille entre 7 m et 9 m Quantit prsume pices Profondeur maximale du fond de fouille > 9 m Quantit prsume pices E. EGOUTS ET EVACUATION DES EAUX SELON G.2. Ralisation d'un gout au moyen de tuyaux et pices spciales en PEHD.

Toeslag op de prijs van de vorige stelposten voor de aanvoer van natuurlijk of kunstmatig zand volgens C.2.2 of C.2.3 voor de aanvulling van sleuven indien de uitgegraven grond niet bruikbaar is. Enkel op aanvraag van de leidende ambtenaar en op basis van voorafgaande proeven. FORFAITAIRE PRIJS PER SCHACHT Maximale diepte van de sleuf minder dan 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 3 m tot 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 5 m tot 7 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf tussen 7 m tot 9 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maximale diepte van de sleuf > 9 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks E. RIOLERING EN WATERAFVOER VOLGENS G.2. Uitvoering van een riool d.m.v. buizen en speciale stukken in HDPE.

05.104.a

05.104.b

05.104.c

05.104.d

05.104.e

05.200

05.200.a

Fourniture et pose de tuyaux en polythylne (PEHD), y compris terrassements en dblai et remblai, fondation, paulement, enrobage des tuyaux, raccordements tanches aux chambres de visite ainsi que les oprations de percement, dmolition ventuelle des tuyaux existants et toutes sujtions. Les pices spciales, y compris la pice en T et les manchons lectrosoudables pour le raccordement des branchements secondaires la canalisation principale conformment aux plans de dtail, sont inclus dans le prix du poste. Les divers lments constituant la canalisation doivent tre souds entre eux par du personnel agr. Diamtre extrieur 315 mm (SDR 17)

Leveren en plaatsen van polyethyleenbuizen (HDPE), inclusief de uitgravingen, de ophogingen, de fundering, de steun, de omhulling van de buizen, waterdichte aansluitingen op de inspectieputten, alsook de doorboringen, eventuele afbraak van de bestaande buizen en alle bijbehorende werkzaamheden. De speciale stukken, inclusief het T stuk en elektrolasmoffen voor de aansluitingen op de hoofdleiding volgens het detailplan, zijn begrepen in de prijs van deze stelpost. De diverse elementen die de leiding vormen, moeten door hiervoor gevolmachtigd personeel, onderling worden gelast. Buitendiameter 315 mm (SDR 17)

05.200.a. 1

- profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m

- 72 -

05.200.a. 2 05.200.a. 3 05.200.a. 4 05.200.a. 5 05.200.b

- profondeur moyenne 3 m < pm <4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm <5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm <6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct Diamtre extrieur 355 mm (SDR 17)

- gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m Buitendiameter 355 mm (SDR 17)

05.200.b. 1 05.200.b. 2 05.200.b. 3 05.200.b. 4 05.200.b. 5 05.200.c

- profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm <4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm <5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm <6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct Diamtre extrieur 400 mm (SDR 17) Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m Buitendiameter 400 mm (SDR 17) Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte gd < 3 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m Uitvoering van een riool uit gresbuizen. Leveren en plaatsen van gresbuizen, de uitgravingen, de ophogingen, inclusief de fundering van mager beton, de steun, de omhulling van de buizen, waterdichte aansluitingen op de inspectieputten, alsook de doorboringen, eventuele afbraak van de bestaande buizen en alle bijbehorende werkzaamheden. De speciale stukken zijn begrepen in de prijs van deze stelpost.
- 73 -

05.200.c. 1 05.200.c. 2 05.200.c. 3 05.200.c. 4 05.200.c. 5

- profondeur moyenne pm < 3 m - profondeur moyenne 3 m < pm <4 m - profondeur moyenne 4 m < pm <5 m - profondeur moyenne 5 m < pm <6 m - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct Ralisation d'un gout au moyen de tuyaux en grs. Fourniture et pose de tuyaux en grs, y compris terrassements en dblai et remblai, fondation, paulement, enrobage des tuyaux, raccordements tanches aux chambres de visite, ainsi que les oprations de percement, dmolition ventuelle des tuyaux existants et toutes sujtions.

05.201

Les pices spciales sont inclues dans le prix du poste.

05.201.a 05.201.a. 1 05.201.a. 2 05.201.a. 3 05.201.a. 4 05.201.a. 5 05.201.b 05.201.b. 1 05.201.b. 2 05.201.b. 3 05.201.b. 4 05.201.b. 5 05.201.c 05.201.c. 1 05.201.c. 2 05.201.c. 3 05.201.c. 4 05.201.c. 5 05.201.d 05.201.d. 1 05.201.d. 2 05.201.d. 3

DN 300 classe 160 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 300 classe 240 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 350 classe 160 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 400 classe 160 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct

DN 300 klasse 160 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 300 klasse 240 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 350 klasse 160 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 400 klasse 160 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m
- 74 -

05.201.d. 4 05.201.d. 5 05.201.e 05.201.e. 1 05.201.e. 2 05.201.e. 3 05.201.e. 4 05.201.e. 5 05.201.f 05.201.f. 1 05.201.f. 2 05.201.f. 3 05.201.f. 4 05.201.f. 5 05.201.g 05.201.g. 1 05.201.g. 2 05.201.g. 3 05.201.g. 4 05.201.g. 5 05.201.h 05.201.h. 1

- profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 400 classe 200 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 500 classe 120 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 500 classe 160 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 600 classe 95 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 400 klasse 200 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 500 klasse 120 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 500 klasse 160 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 600 klasse 95 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m
- 75 -

05.201.h. 2 05.201.h. 3 05.201.h. 4 05.201.h. 5 05.201.i 05.201.i.1 05.201.i.2 05.201.i.3 05.201.i.4 05.201.i.5 05.201.j 05.201.j.1 05.201.j.2 05.201.j.3 05.201.j.4 05.201.j.5 05.201.k 05.201.k. 1 05.201.k. 2 05.201.k. 3 05.201.k. 4 05.201.k. 5

- profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 600 classe 160 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 700 classe 200 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 800 classe 160 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 600 klasse 160 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 700 klasse 200 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 800 klasse 160 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m
- 76 -

05.201.l 05.201.l.1 05.201.l.2 05.201.l.3 05.201.l.4 05.201.l.5

DN 1000 classe 120 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct Ralisation d'un gout au moyen de tuyaux en bton arm.

DN 1000 klasse 120 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m Uitvoering van een riool uit gewapend betonbuizen. Leveren en plaatsen van betonbuizen volgens C.23.3, inclusief de uitgravingen, de ophogingen, fundering, steun, omhulling van de buizen, aansluiting op de inspectieputten, eventueel afbraak van de bestaande buizen en alle bijbehorende werkzaamheden. De speciale stukken zijn begrepen in de prijs van deze stelpost. DN 300 - gemiddelde diepte gd < 3 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m DN 400 - gemiddelde diepte gd < 3 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m
- 77 -

05.202

Fourniture et pose de tuyaux en bton arm selon C.23.3, y compris terrassements en dblai et remblai, fondation, paulement, enrobage des tuyaux, raccordements tanches aux chambres de visite ainsi que les oprations de percement, dmolition ventuelle des tuyaux existants et toutes sujtions. Les pices spciales sont inclues dans le prix du poste. DN 300 - profondeur moyenne pm < 3 m - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m - profondeur moyenne 6 m < pm DN 400 - profondeur moyenne pm < 3 m - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m

05.202.a 05.202.a. 1 05.202.a. 2 05.202.a. 3 05.202.a. 4 05.202.a. 5 05.202.b 05.202.b. 1 05.202.b. 2 05.202.b. 3 05.202.b. 4

05.202.b. 5 05.202.c 05.202.c. 1 05.202.c. 2 05.202.c. 3 05.202.c. 4 05.202.c. 5 05.202.d 05.202.d. 1 05.202.d. 2 05.202.d. 3 05.202.d. 4 05.202.d. 5 05.202.e 05.202.e. 1 05.202.e. 2 05.202.e. 3 05.202.e. 4 05.202.e. 5 05.202.f 05.202.f. 1 05.202.f. 2

- profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 500 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 600 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 800 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 1000 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 500 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 600 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 800 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 1000 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m
- 78 -

05.202.f. 3 05.202.f. 4 05.202.f. 5 05.202.g 05.202.g. 1 05.202.g. 2 05.202.g. 3 05.202.g. 4 05.202.g. 5 05.202.h 05.202.h. 1 05.202.h. 2 05.202.h. 3 05.202.h. 4 05.202.h. 5 05.202.i 05.202.i.1 05.202.i.2 05.202.i.3 05.202.i.4 05.202.j 05.202.j.1

- profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 1200 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 1400 - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 1600 - profondeur moyenne pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 1800 - profondeur moyenne pm < 4 m Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 1200 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 1400 - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 1600 - gemiddelde diepte gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 1800 - gemiddelde diepte gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m
- 79 -

05.202.j.2 05.202.j.3 05.202.j.4 05.202.k 05.202.k. 1 05.202.k. 2 05.202.k. 3 05.202.k. 4 05.202.l 05.202.l.1 05.202.l.2 05.202.l.3 05.202.l.4 05.202.l.5 05.202.m 05.202.m. 1 05.202.m. 2 05.202.m 3 05.202.m. 4 05.202.m. 5 05.202.n 05.202.n. 1

- profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 2000 - profondeur moyenne pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 60/90 cm - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 70/110 cm - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct DN 80/120 cm - profondeur moyenne pm < 3 m Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 2000 - gemiddelde diepte gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 60/90 cm - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 70/110 cm - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m DN 80/120 cm - gemiddelde diepte gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m
- 80 -

05.202.n. 2 05.202.n3 05.202.n. 4 05.202.n. 5

- profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m

F. BRANCHEMENTS ET RACCORDEMENTS AU RESEAU DEGOUT SELON G.3.

05.250

F. AANSLUITLEIDINGEN EN AANSLUITINGEN OP HET RIOOLSTELSEL VOLGENS G.3. Leveren en plaatsen van polyethyleenbuizen (HDPE) voor de afvoer van regenwater van de straatkolken en de leidingen voor private huisaansluitingen naar de openbare riool volgens G.3.2, inclusief de uitgravingen, ophogingen, fundering, de steun, de omhulling van de buizen, aansluiting op de hoofdriool, alsook de afbraak van de bestaande buizen en de doorgangen, aanpassing aan de bestaande aansluiting ter hoogte van de grens tussen het openbare en het priv domein en alle bijbehorende werkzaamheden. De speciale stukken worden in rekening gebracht als n meter buis van dezelfde diameter. De diverse elementen die de leiding vormen, moeten door hiervoor gevolmachtigd personeel onderling worden gelast. Buitendiameter 160 mm (SDR 17), voor straatkolkvertakkingen, inclusief herplaatsing van straatkolken met fundering in beton C16/20 : - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m

Fourniture et pose de tuyaux en polythylne (PEHD) pour l'vacuation des eaux pluviales des avaloirs et branchements privatifs des immeubles vers lgout public selon G.3.2, y compris terrassements en dblai et remblai, fondation, paulement et enrobage des tuyaux, raccordement l'gout principal ainsi que les oprations de dmolition des tuyaux existants, raccordement et adaptation au branchement existant la limite de la zone publique et prive et toutes sujtions.

Les pices spciales sont comptes comme si ctait un mtre de tuyau de mme diamtre. Les divers lments constituant la canalisation doivent tre souds entre eux par du personnel agr.
05.250.a 05.250.a. 1 05.250.a. 2 05.250.a. 3 05.250.a. 4 05.250.a. 5 05.250.a. 6

Diamtre extrieur 160 mm (SDR 17), pour branchements davaloirs, y compris repose de lavaloir niveau et sa fondation en bton C 16/20 : - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct

- 81 -

05.250.a. 7 05.250.a. 8

- supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant.

- toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.250.b

Quantit prsume pices Diamtre extrieur 200 mm (SDR 17), pour branchements davaloirs, y compris repose de lavaloir niveau et sa fondation en bton C 16/20. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 160 mm (SDR 17), pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct

Buitendiameter 200 mm (SDR 17), voor straatkolkvertakkingen, inclusief herplaatsing van straatkolken met fundering in beton C16/20. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Buitendiameter 160 mm (SDR 17), voor private huisaansluiting, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m
- 82 -

05.250.b. 1 05.250.b. 2 05.250.b. 3 05.250.b. 4 05.250.b. 5 05.250.b. 6 05.250.b. 7 05.250.b. 8

05.250.c

05.250.c. 1 05.250.c. 2 05.250.c. 3 05.250.c. 4 05.250.c. 5

05.250.c. 6 05.250.c. 7 05.250.c. 8

- profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre. Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 200 mm (SDR 17), pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions.

- gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter. Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.250.c. 9

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.250.c. 10

05.250.d

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Buitendiameter 200 mm (SDR 17), voor private huisaansluiting, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.250.d. 1 05.250.d. 2 05.250.d. 3 05.250.d. 4 05.250.d. 5 05.250.d. 6 05.250.d. 7

- profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m

- 83 -

05.250.d. 8

- supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 225 mm (SDR 17), pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.250.d. 9

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.250.d. 10

05.250.e

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Buitendiameter 225 mm (SDR 17), voor private huisaansluiting, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 84 -

05.250.e. 1 05.250.e. 2 05.250.e. 3 05.250.e. 4 05.250.e. 5 05.250.e. 6 05.250.e. 7 05.250.e. 8

05.250.e. 9

05.250.e. 10

- supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 250 mm (SDR 17), pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions.

- toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.250.f

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Buitendiameter 250 mm (SDR 17), voor private huisaansluiting, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.250.f. 1 05.250.f. 2 05.250.f. 3 05.250.f. 4 05.250.f. 5 05.250.f. 6 05.250.f. 7 05.250.f. 8

- profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 315 mm (SDR 17), pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions.

- gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.250.f. 9

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.250.f. 10

05.250.g

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Buitendiameter 315 mm (SDR 17), voor private huisaansluiting, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden.

- 85 -

05.250.g. 1 05.250.g. 2 05.250.g. 3 05.250.g. 4 05.250.g. 5 05.250.g. 6 05.250.g. 7 05.250.g. 8

- profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 355 mm (SDR 17), pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct

- gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.250.g. 9

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.250.g. 10

05.250.h

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Buitendiameter 355 mm (SDR 17), voor private huisaansluiting, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m
- 86 -

05.250.h. 1 05.250.h. 2 05.250.h. 3 05.250.h. 4 05.250.h. 5

05.250.h. 6 05.250.h. 7 05.250.h. 8

- profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Autres diamtres extrieurs (SDR 17), pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices

- gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.250.h. 9

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.250.h. 10

05.250.i

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Andere buitendiameters (SDR 17), voor private huisaansluiting, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 87 -

05.250.i.1 05.250.i.2 05.250.i.3 05.250.i.4 05.250.i.5 05.250.i.6 05.250.i.7

05.250.i.8

05.250.i.9

- supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Fourniture et pose de tuyaux en grs pour l'vacuation des eaux pluviales entre avaloirs et gouts ou chambres de visite, y compris terrassements en dblai et remblai, paulement et protection des tuyaux en sable-ciment, fondation en bton maigre, raccordement aux chambres de visite, tuyaux ou gouts existants, ainsi que les oprations de percement et de passage sous la banquette des collecteurs et toutes sujtions. Les pices spciales sont comptes comme si ctait un mtre de tuyau de mme diamtre.

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.250.i.1 0

05.251

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van gresbuizen voor de afvoer van het regenwater tussen de straatkolken en de riolering of de inspectieputten, inclusief de uitgravingen, ophogingen, de achtervulling en de bescherming van de buizen met zandcement, fundering uit mager beton, aansluiting op de inspectieputten, bestaande buizen of rioleringen, alsook de doorboring en doorgangen onder de bordessen van de collectoren en alle bijbehorende werkzaamheden. De speciale stukken worden in rekening gebracht als n meter buis van dezelfde diameter. Binnendiameter 150 mm voor kolkaansluitleidingen, inclusief weer op de hoogte brengen van de kolk en fundering van beton C 16/20 - gemiddelde diepte gd < 2 m

05.251.a

Diamtre intrieur 150 mm pour branchements davaloirs, y compris repose de lavaloir niveau et sa fondation en bton C 16/20. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct

05.251.a. 1 05.251.a. 2 05.251.a. 3 05.251.a. 4 05.251.a. 5 05.251.a. 6 05.251.a. 7

Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m

- 88 -

05.251.a. 8

- supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices Diamtre intrieur 200 mm pour branchements davaloirs, y compris repose de lavaloir niveau et sa fondation en bton C 16/20. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices Diamtre intrieur 150 mm pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.251.b

Binnendiameter 200 mm voor kolkaansluitleidingen, inclusief weer op de hoogte brengen van de kolk en fundering van beton C 16/20 - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Binnendiameter 150 mm voor private huisaansluitleidingen, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m

05.251.b. 1 05.251.b. 2 05.251.b. 3 05.251.b. 4 05.251.b. 5 05.251.b. 6 05.251.b. 7 05.251.b. 8

05.251.c

05.251.c. 1 05.251.c. 2 05.251.c. 3 05.251.c. 4 05.251.c. 5 05.251.c. 6

- 89 -

05.251.c. 7 05.251.c. 8

- supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Diamtre intrieur 200 mm pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices

- toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.251.c. 9

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.251.c. 10

05.251.d

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Binnendiameter 200 mm voor private huisaansluitleidingen, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.251.d. 1 05.251.d. 2 05.251.d. 3 05.251.d. 4 05.251.d. 5 05.251.d. 6 05.251.d. 7 05.251.d. 8

- 90 -

05.251.d. 9

- supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Diamtre intrieur 250 mm pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.251.d. 10

05.251.e

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Binnendiameter 250 mm voor private huisaansluitleidingen, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.251.e. 1 05.251.e. 2 05.251.e. 3 05.251.e. 4 05.251.e. 5 05.251.e. 6 05.251.e. 7 05.251.e. 8

05.251.e. 9

05.251.e. 10

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 91 -

05.251.f

Autres diamtres intrieurs pour branchements privatifs dimmeubles, y compris fondations et toutes sujtions. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement linstallation existante, la limite de la zone publique et prive, ou lobturation de celui-ci par un bouchon tanche, y compris reprage en surface. Quantit prsume pices - supplment pour fourniture et pose dun tuyau de regard ou une chambre dinspection la limite de la zone publique et prive, y compris trapillon de fermeture et toutes oprations. Quantit prsume pices Fourniture et pose de tuyaux en polypropylne lisse pour lvacuation des eaux pluviales entre avaloirs et gouts ou chambres de visite, y compris terrassements en dblai et remblai, paulement et protection des tuyaux en sable-ciment, fondation en bton maigre, raccordement aux chambres de visite, tuyaux ou gouts existants au moyen de pices de raccordement en polypropylne, ainsi que les oprations de percement et de passage sous la banquette des collecteurs et toutes sujtions. Les pices spciales sont comptes raison d'un mtre de tuyau de mme diamtre

Andere binnendiameters voor private huisaansluitleidingen, inclusief fundering en alle bijbehorende werkzaamheden. - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de bestaande installatie op de erfgrens, of afsluiten van de leiding met een waterdichte stop, inclusief merken ervan aan de oppervlakte. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - toeslag voor leveren en aanbrengen van een inspectiebuis of put tegen de erfgrens, inclusief het riooldeksel en alle verrichtingen.

05.251.f. 1 05.251.f. 2 05.251.f. 3 05.251.f. 4 05.251.f. 5 05.251.f. 6 05.251.f. 7 05.251.f. 8

05.251.f. 9

05.251.f. 10

05.252

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van gladde polypropyleenbuizen voor de afvoer van het regenwater tussen de straatkolken en de riolering of de inspectieputten, inclusief de uitgravingen, ophogingen, de achtervulling en de bescherming van de buizen met zandcement, fundering uit mager beton, aansluiting op de inspectieputten, bestaande buizen of rioleringen met behulp van polypropyleen hulpstukken, alsook de doorboring en doorgangen onder de bordessen van de collectoren en alle bijbehorende werkzaamheden. De speciale stukken worden in rekening gebracht als n meter buis van dezelfde diameter.
- 92 -

05.252.a

Diamtre extrieur 160 mm pour branchements davaloirs, y compris repose de lavaloir niveau et sa fondation en bton C 16/20. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 200 mm pour branchements davaloirs, y compris repose de lavaloir niveau et sa fondation en bton C 16/20. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct

Buitendiameter 160 mm voor kolkaansluitleidingen, inclusief weer op de hoogte brengen van de kolk en fundering van beton C 16/20 - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.252.a. 1 05.252.a. 2 05.252.a. 3 05.252.a. 4 05.252.a. 5 05.252.a. 6 05.252.a. 7 05.252.a. 8

05.252.b

Buitendiameter 200 mm voor kolkaansluitleidingen, inclusief weer op de hoogte brengen van de kolk en fundering van beton C 16/20 - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m

05.252.b. 1 05.252.b. 2 05.252.b. 3 05.252.b. 4 05.252.b. 5 05.252.b. 6 05.252.b. 7

- 93 -

05.252.b. 8

05.252.c

- supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices Diamtre extrieur 315 mm pour branchements davaloirs, y compris repose de lavaloir niveau et sa fondation en bton C 16/20. - profondeur moyenne pm < 2 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 2 m < pm < 3 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 3 m < pm < 4 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 4 m < pm < 5 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 5 m < pm < 6 m Longueur prsume mct - profondeur moyenne 6 m < pm Longueur prsume mct - supplment pour coudes et pices spciales, compts comme 1 m de tuyau de mme diamtre Longueur prsume mct - supplment pour percement, raccordement et adaptation du branchement la canalisation principale ou un regard de visite existant. Quantit prsume pices Fourniture et pose de pices de raccordement des tuyaux dvacuation en polypropylne lisse avec un diamtre DN 160 mm des tuyaux dgouts en bton, y compris toutes fournitures. Quantit prsume pices G. FORAGE ET FONCAGE DE TUYAUX SELON G.4.

- toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Buitendiameter 315 mm voor kolkaansluitleidingen, inclusief weer op de hoogte brengen van de kolk en fundering van beton C 16/20 - gemiddelde diepte gd < 2 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 2 m < gd < 3 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 3 m < gd < 4 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 4 m < gd < 5 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 5 m < gd < 6 m Vermoedelijke lengte str. m - gemiddelde diepte 6 m < gd Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor bochten en speciale hulpstukken, aangerekend als 1 m buis van dezelfde diameter Vermoedelijke lengte str. m - toeslag voor doorboren van, aansluiten op en aanpassen van de aansluitleiding op de hoofdleiding of een bestaande inspectieput. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van aansluitstukken van afvoerleidingen uit gladde polypropyleenbuizen met diameter DN 160 mm op betonnen rioleringsbuizen, inclusief alle leveringen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks G. BOREN EN DOORPERSEN VAN LEIDINGEN VOLGENS G.4. Uitvoering van werkputten nodig voor het doorpersen van buizen, inclusief grondwerken, eventuele beschoeiingen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens G.4.2. Globale prijs per put.

05.252.c. 1 05.252.c. 2 05.252.c. 3 05.252.c. 4 05.252.c. 5 05.252.c. 6 05.252.c. 7 05.252.c. 8

05.253

05.300

Excution de puits de travail ncessaires au fonage de tuyaux, y compris terrassements, blindage ventuel et toutes sujtions selon G.4.2. Prix global par puits. Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 94 -

05.301

Excution de puits de rcupration o doit aboutir la canalisation fonce, y compris terrassements, blindage ventuel et toutes sujtions selon G.4.2. Prix global par puits. Quantit prsume pices Fonage de tuyaux en terrain meuble, y compris installation et dmontage des dispositifs dappui et de pousse, fourniture du tuyau et toutes sujtions selon G.4.2. Prix par longueur fonce entre les puits et selon le type de tuyau. Longueur prsume mct H. CHAMBRES DE VISITE ET REGARDS DINSPECTION SELON G.5.

Uitvoering van werkputten waarin de doorgeperste leiding moet uitmonden, inclusief grondwerken, eventuele beschoeiingen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens G.4.2. Globale prijs per put.

05.302

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Doorpersen van de buizen in losse grond, inclusief installatie en de demontage van de steun- en duwinrichtingen, de levering van de buis en alle bijbehorende werkzaamheden volgens G.4.2. Prijs per doorgeperste lengte tussen de werkputten en volgens het type buis. Vermoedelijke lengte str. m H. MENSTOEGANKELIJKE EN NIET MENSTOEGANKE-LIJKE INSPECTIEPUTTEN VOLGENS G.5. Volledige afbraak van inspectieputten van rioleringen, inclusief graafwerken, ophogingen, beschoeiing, opbreken van de wegverharding, funderingen en onderfunderingen van verschillende aard, stutwerken, aanpassing en afwerking van de bestaande riool, het verwijderen van de afbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.350

Dmolition entire de chambres de visite des gouts, y compris dblais, remblais, blindage, dmolition des revtements de surface, fondations et sous-fondations de toute nature, travaux d'tanonnage, d'adaptation et de finition au niveau de l'gout existant, vacuation des produits de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions.

05.351

Quantit prsume pices Dmolition dencadrements en bton avec taques en fonte de chambres de visite, y compris transport et stockage des lments rutiliser vers le dpt du pouvoir adjudicateur. Sont concerns, les taques et encadrements renouveler. Quantit prsume pices Mise niveau de trappillons de chambres de visite existantes et de taques de concessionnaires au moyen de maonnerie et d'une bague en bton arm selon l'indication du pouvoir adjudicateur, y compris dmontage du couvercle et cadre de la chambre de visite existante, fourniture de la bague en bton, mortier de rglage et toutes sujtions. Non compris les maonneries dmolir et reconstruire.

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Opbreken van betonnen kaders met gietijzeren deksel van de inspectieputten, inclusief het vervoer en de opslag van de te hergebruiken elementen naar en in de opslagplaats van het aanbestedende overheid. Het betreft de te vernieuwen deksels en kaders.

05.352

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Op niveau brengen van rioolluiken van bestaande inspectieputten en van deksels van concessiehoudende maatschappijen met gebruik van metselwerk en een ring uit gewapend beton volgens de aanwijzing van het aanbestedende overheid, inclusief demonteren van het deksel en het kader van de bestaande inspectieput, levering van de ring uit beton, regelingsmortel en alle bijbehorende werkzaamheden. Niet inbegrepen : het af te breken en het nieuwe metselwerk.

- 95 -

Note : La mise niveau de taques et de couvercles d'accs aux vannes, d'une surface infrieure 0,2 m2, est comprise dans le prix pour les revtements. Les surfaces de celles-ci ne seront pas dduites des surfaces des revtements. Surface prsume m Dmolition de maonnerie de briques en mauvais tat de chambres de visite de toute nature et soupiraux dont les taques doivent tre remises niveau, y compris terrassements, vacuation des produits de dmolition, dmontage des chelons et toutes sujtions.

Nota : Het op niveau brengen van deksels en toegangsluiken tot afsluitkranen, met een oppervlakte van minder dan 0,2 m2, is begrepen in de prijs voor de verhardingen. De oppervlakten van deze elementen worden niet afgetrokken van de oppervlakten van de verhardingen. Vermoedelijke oppervlakte m Afbraak van baksteenmetselwerk in slechte staat van inspectieputten van alle aard en van keldergaten waarvan de deksels op niveau gebracht moeten worden, inclusief grondwerken, afvoer van de afbraakmaterialen, demonteren van de klimijzers en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.353

05.354

Volume prsum m Maonnerie pour construction ou rehaussement de chambres de visite existantes et de soupiraux en vue de la mise niveau des taques ou soupiraux, y compris les terrassements en dblai et en remblai, mortier, rejointoyage et toutes sujtions. Les ouvertures dun diamtre intrieur gal ou infrieur 300 mm ne sont pas dduites.

Vermoedelijk volume m Metselwerk voor het bouwen van nieuwe of het ophogen van bestaande inspectieputten en keldergaten, inclusief uitgravingen, ophogingen, mortel, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden.

De openingen met een binnendiameter gelijk aan of kleiner dan 300 mm worden niet afgetrokken. Bakstenen

05.354.a 05.354.b 05.354.c 05.354.d

Briques en terre cuite Volume prsum m Blocs pleins en bton Volume prsum m Blocs de coffrage Volume prsum m Supplment sur le prix des postes prcdents pour ralisation de maonnerie de parement. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche daccrochage et de cimentage sur une paroi maonne, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune mulsion cationique de bitume pour impermabilisation de maonnerie et de bton, y compris toutes sujtions.

Vermoedelijk volume m Volle betonblokken Vermoedelijk volume m Bekistingsblokken Vermoedelijk volume m Toelage op de prijs van de vorige stelposten voor het uitvoeren van metselwerk voor dagvlakken. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een kleef- en cementlaag op een wand van metselwerk, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een kationische bitumen emulsie voor het ondoorlatend maken van metselwerk en beton, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m

05.355

05.356

Surface prsume m

- 96 -

05.357

Fourniture et mise en uvre dun cimentage intrieur des chambres de visite et chemines daccs existantes en maonnerie, au moyen dun mortier selon I.7, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de bton arm C 30/37 selon I.2 pour l'excution de dalles de couverture apposes sur des chambres de visite construites en maonnerie, y compris toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre d'acier classe BE500, pour les postes de bton arm, y compris pliages, ligatures, chaises, etc... et toutes sujtions.

Leveren en verwerken van een binnencementering van bestaande inspectieputten en toegangsschouwen in metselwerk met gebruik van mortel volgens I.7, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van gewapend beton C 30/37 volgens I.2 voor het vervaardigen van de afdekplaten aangebracht op de inspectieputten van metselwerk, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van staal van klasse BE500, voor de stelposten voor gewapend beton, inclusief plooien, draadverbindingen, stoelen, enz. en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.358

05.359

05.360

Poids prsum kg Fourniture et pose de pavs de porphyre pour profilage de cunettes au fond des chambres de visite, y compris mortier haute rsistance pour la pose et rejointoyage et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et pose d'chelons en inox, diamtre 20 mm, pour chambres de visite ralises sur place ou prfabriques, y compris fixation et toutes sujtions selon C.29. Quantit prsume pices Fourniture et pose d'chelles pour chambres de visite, y compris fixations et toutes sujtions selon C.29. Longueur prsume mct Fourniture et pose d'chelles en PVC renforc avec lisse tlescopique dans les chambres de visite, suivant la demande du fonctionnaire dirigeant, y compris fixations et toutes sujtions selon C.29. Longueur prsume mct Fourniture et pose de trappillons en fonte appui priphrique pour chambres de visite selon C.28.2, y compris cadres et toutes sujtions.

Vermoedelijk gewicht kg Leveren en plaatsen van porfierkeien voor profilering van cunettes in de bodem van de inspectieputten, inclusief mortel met hoge weerstand voor het plaatsen en opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van inox klimijzers, diameter 20 mm, voor ter plaatse vervaardigde of geprefabriceerde inspectieputten, inclusief bevestiging en alle bijbehorende werkzaamheden volgens C.29. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van ladders voor inspectieputten, inclusief bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens C.29. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van ladders van verstevigd PVC met telescopische leuning in inspectieputten, op aanvraag van de leidende ambtenaar, inclusief de bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens C.29. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gietijzeren riooldeksels met perifere steun voor inspectieputten volgens C.28.2, inclusief ramen en alle bijbehorende werkzaamheden. Sterkteklasse D 400 voor rijbanen

05.361

05.362

05.363

05.364

05.364.a

Classe D 400 en chausse Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 97 -

05.364.b

Classe C 250 en trottoir Quantit prsume pices Classe B 125 en dehors de toute zone de circulation Quantit prsume pices Fourniture et pose de trappillons en fonte triple appui de la classe D 400 pour chambres de visite en chausse selon C.28.2, y compris cadres et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose de chssis de visite en fonte fermeture tanche pour chambres de visite selon C.28.3, y compris cadres et toutes sujtions. Classe D 400 en chausse Quantit prsume pices

Sterkteklasse C 250 voor trottoirs Vermoedelijke hoeveelheid stuks Sterkteklasse B 125 voor verkeersvrije zones Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van gietijzeren riooldeksels met driepuntsoplegging van sterkteklasse D 400 voor inspectieputten in de rijbaan volgens C.28.2, inclusief ramen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van gietijzeren controleluiken met waterdichte sluiting, voor inspectieputten volgens C.28.3, inclusief ramen en alle bijbehorende werkzaamheden. Sterkteklasse D 400 voor rijbanen Vermoedelijke hoeveelheid stuks Sterkteklasse C 250 voor trottoirs Vermoedelijke hoeveelheid stuks Sterkteklasse B 125 voor verkeersvrije zones Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en verwerken van afwerkbeton C 12/15 voor het bouwen van inspectieputten, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.364.c

05.365

05.366

05.366.a

05.366.b

Classe C 250 en trottoir Quantit prsume pices Classe B 125 en dehors de toute zone de circulation Quantit prsume pices Fourniture et mise en uvre de bton de propret C 12/15 pour construction de chambres de visite, y compris coffrages et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de bton de fondation C 16/20 pour construction de chambres de visite, y compris coffrages et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de bton C 30/37 pour construction de chambres de visite coules en place, y compris : - terrassements en dblai et en remblai - finition apparente lisse - coffrages, mise sous profil, ainsi que tous les frais pour rendre les parois tanches et parfaitement lisses ct coulement des eaux

05.366.c

05.367

05.368

Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van schraal beton C 16/20 voor het bouwen van inspectieputten, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.369

Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van beton C 30/37 voor het bouwen van ter plaatse gestorte inspectieputten, inclusief : - uitgravingen en ophogingen - gladde zichtbare afwerking - bekistingen, het onder profiel brengen, alsook alle kosten verbonden aan het waterdicht en perfect glad maken van de wanden langs de kant van de afvloeiing van het water

- 98 -

les appropriations dcapage superficiel douilles pour ancrages brides de fixation pour tuyaux joints souples pour passage de tuyaux toutes sujtions.

de aanpassingen oppervlakkig afbikken doken voor verankeringen beugels voor de bevestiging van buizen soepele dichtingen voor de doorgang van buizen alle bijbehorende werkzaamheden.

Les ouvertures pour un diamtre intrieur gal ou infrieur 300 mm ne sont pas dduites. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de bton C 40/50, pour construction de chambres de visite, y compris coffrages et toutes sujtions. Finition apparente lisse. Volume prsum m Acier classe BE500 pour postes prcdents. Fourniture et pose de fers bton pour construction de chambres de visite, y compris pliages, ligatures et toutes sujtions.

De openingen voor een binnendiameter gelijk aan of kleiner dan 300 mm worden niet afgetrokken. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van beton C 40/50, voor het bouwen van inspectieputten, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Gladde zichtbare afwerking.

05.370

05.371

Vermoedelijk volume m Staal klasse BE500 voor vorige posten. Leveren en verwerken van betonijzers voor het bouwen van inspectieputten, inclusief plooien, verbindingsdraden en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.372

Poids prsum kg Fourniture et mise en uvre dun revtement spcial de protection contre la corrosion au fond de chambres de visite, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun bton C 30/37 pour la mise sous profil de la cunette de chambres de visite, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Chambres de visite prfabriques

Vermoedelijk gewicht kg Leveren en verwerken van een speciale anti-corrosiebekleding van de bodem van inspectieputten, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden.

05.373

Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een beton C 30/37 voor het onder profiel brengen van de bodemgeul van inspectieputten, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Geprefabriceerde inspectieputten Leveren en plaatsen van geprefabriceerde gewapende betonnen inspectieputten met een hoogte van minder dan 1,20 m voor rioleringen met een diameter van 300 mm tot en met 500 mm volgens G.5, inclusief uitgravingen, ophogingen, basis, schacht, afsluitplaat, aanpassingsringen, afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden. Zijn niet in deze stelpost begrepen, klimijzers en riooldeksels. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.374

Fourniture et pose de chambres de visite prfabriques en bton arm dune hauteur de moins de 1,20m pour gouts dun diamtre 300 mm jusqu' et gal 500 mm selon G.5, y compris terrassements en dblai et en remblai, base, ft, dalle de fermeture, anneaux dajustement, bagues dtanchit et toutes sujtions. Ce poste ne comprend pas les chelons et les trappillons. Quantit prsume pices

- 99 -

05.375

Fourniture et pose de chambres de visite prfabriques en bton arm dune hauteur de moins de 1,20 m pour gouts dun diamtre 600 mm jusqu' et gal 800 mm ou 600/900 mm, y compris terrassements en dblai et en remblai, base, ft, dalle de fermeture, anneaux dajustement, bagues dtanchit et toutes sujtions. Ce poste ne comprend pas les chelons et les trappillons. Quantit prsume pices Fourniture et mise en uvre de chambres de visite prfabriques en bton arm dune hauteur de plus de 1,20 m pour gouts dun diamtre 300 jusqu' et gal 2000 mm selon G.5, y compris : - Terrassements en dblai et en remblai. (en terres saines). - Fourniture et mise en uvre de bton de propret C 12/15, y compris toutes sujtions. - Fourniture et mise en uvre de bton dpaulement C 16/20 pour la ralisation de lappui. - Fourniture et mise en uvre de sable ciment pour la ralisation du remblai initial (jusqu 10 cm au dessus de lextrado de la conduite principale). - Fourniture et pose des embases adaptes au diamtre de la conduite principale qui vient se raccorder la chambre de visite, y compris ouvertures pour raccordement de canalisations, bagues dtanchit et toutes sujtions. - Fourniture et pose dlments de ft de diamtre intrieur 1 m pour chambres de visite prfabriques, y compris ouvertures pour raccordement de canalisations, bagues dtanchit et toutes sujtions. Fourniture et pose dune dalle rductrice (ventuelle). Fourniture et pose dun cadre de couverture avec trou de 70 cm de diamtre sur le ft pour chambres de visite prfabriques, y compris bagues dtanchit et toutes sujtions.

Leveren en plaatsen van geprefabriceerde gewapende betonnen inspectieputten met een hoogte van minder dan 1,20 m voor rioleringen met een diameter van 600 mm tot en met 800 mm of 600/900 mm, inclusief uitgravingen, ophogingen, basis, schacht, afsluitplaat, aanpassingsringen, afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden. Zijn niet in deze stelpost begrepen, klimijzers en riooldeksels. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van geprefabriceerde gewapende betonnen inspectieputten met een hoogte van meer dan 1,20 m voor rioleringen met een diameter van 300 tot en met 2.000 mm volgens G.5, inclusief : - Uitgravingen en ophogingen met gezonde grond. - Leveren en verwerken van werkvloerbeton C 12/15, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - Leveren en verwerken van steunbeton C 16/20. Leveren en verwerken van zandcement voor de zijaanvulling (tot 10 cm boven de kruinlijn van de hoofdleiding). Leveren en plaatsen van de basiselementen aangepast aan de diameter van de hoofdleiding die aansluit op de inspectieput, inlcusief de openingen voor de aansluiting van leidingen, afdichtsringen en alle bijbehorende werkzaamheden. Leveren en plaatsen van schachtelementen met een binnendiameter van 1 m voor inspectieputten, inclusief de openingen voor de aansluiting voor leidingen, afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.376

Leveren en plaatsen van een (eventuele) reductieplaat. Leveren en plaatsen van een afsluitplaat met een opening van 70 cm diameter, op de schacht voor geprefabriceerde inspectieputten, inclusief afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.376.a 05.376.a. 1 05.376.a. 2 05.376.a. 3 05.376.a. 4

Pour gout de diamtre DN < 600 mm - profondeur p < 3 m Quantit prsume pices - profondeur 3 m < p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices

Voor riolering met diameter DN < 600 mm - diepte d < 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 3 m < d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 100 -

05.376.a. 5 05.376.b 05.376.b. 1 05.376.b. 2 05.376.b. 3 05.376.b. 4 05.376.b. 5 05.376.c 05.376.c. 1 05.376.c. 2 05.376.c. 3 05.376.c. 4 05.376.c. 5 05.376.d 05.376.d. 1 05.376.d. 2 05.376.d. 3 05.376.d. 4 05.376.d. 5 05.376.e

- profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 700 mm - profondeur p < 3 m Quantit prsume pices - profondeur 3 m < p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices - profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 800 mm - profondeur p < 3 m Quantit prsume pices - profondeur 3 m < p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices - profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 1000 mm - profondeur p < 3 m Quantit prsume pices - profondeur 3 m < p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices - profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 1200 mm

- diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 700 mm - diepte d < 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 3 m < d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 800 mm - diepte d < 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 3 m < d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 1000 mm - diepte d < 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 3 m < d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 1200 mm
- 101 -

05.376.e. 1 05.376.e. 2 05.376.e. 3 05.376.e. 4 05.376.e. 5 05.376.f 05.376.f. 1 05.376.f. 2 05.376.f. 3 05.376.f. 4 05.376.f. 5 05.376.g 05.376.g. 1 05.376.g. 2 05.376.g. 3 05.376.g. 4 05.376.h 05.376.h. 1 05.376.h. 2 05.376.h. 3

- profondeur p < 3 m Quantit prsume pices - profondeur 3 m < p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices - profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 1400 mm - profondeur p < 3 m Quantit prsume pices - profondeur 3 m < p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices - profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 1600 mm - profondeur p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices - profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 1800 mm - profondeur p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices

- diepte d < 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 3 m < d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 1400 mm - diepte d < 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 3 m < d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 1600 mm - diepte d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 1800 mm - diepte d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 102 -

05.376.h. 4 05.376.i 05.376.i.1 05.376.i.2 05.376.i.3 05.376.i.4 05.377

- profondeur 6 m < p Quantit prsume pices Pour gout de diamtre DN = 2000 mm - profondeur p < 4 m Quantit prsume pices - profondeur 4 m < p < 5 m Quantit prsume pices - profondeur 5 m < p < 6 m Quantit prsume pices - profondeur 6 m < p

- diepte 6 m < d Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voor riolering met diameter DN = 2000 mm - diepte d < 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 4 m < d < 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 5 m < d < 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - diepte 6 m < d

Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Pose de trappillons en fonte, type appui priphrique classe D 400 Plaatsen van gietijzeren riooldeksels, type met perifere steun klasse D 400 pour les chambres de visite en chausse ou en trottoir selon C.28.2, y voor de inspectieputten in de rijbaan of trottoir volgens C.28.2, inclusief compris cadre et toutes sujtions. kader en alle bijbehorende werkzaamheden. Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Fourniture et pose des dispositifs de fermeture. Leveren en plaatsen van afsluitinrichtingen. Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Fourniture et pose d'chelles en PVC renforc avec lisse tlescopique Leveren en plaatsen van ladders uit verstevigd PVC met telescopische dans les nouvelles chambres de visite et pour autant que possible dans leuning in de nieuwe inspectieputtten en als mogelijk in de bestaande les chambres existantes, suivant la demande du fonctionnaire dirigeant, inspectieputtten, op aanvraag van de leidende ambtenaar, inclusief de y compris fixations et toutes sujtions selon C.29.1. bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens C.29.1. Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Fourniture et pose d'une protection contre la corrosion des parois en Leveren en aanbrengen van een bescherming tegen corrosie van de bton par application dune rsine poxy sans solvant et renforce par betonwanden met gebruik van een bekleding op basis van vezelversterkt des fibres, y compris sablage, nettoyage et prparation des supports, epoxyhars, inclusief het grondig grindstralen, reinigen en voorbereiden van couche dadhrence, finitions et toutes sujtions. Epaisseur nominale de ondergrond, hechtingslaag, afwerken en alle bijbehorende de la couche monolithe : 3 mm. werkzaamheden. Nominale dikte van de monolitische laag : 3 mm Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Supplment ventuel pour chambres de visite dangle. Eventuele toeslag voor hoekinspectieputten. Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Supplment ventuel pour chambres de visite de chute. Eventuele toeslag voor vervalinspectieputten. Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.378

05.379

05.380

05.381

05.382

- 103 -

05.383

Fourniture et mise en uvre de chambres de visite entires de type mixte en bton arm C 30/37 pour la construction de puits d'accs, y compris : - Terrassements en dblai et en remblai. - Dcoupe et dmolition locale de la vote de lgout existant. - Fourniture et mise en uvre bton d'paulement C16/20. - Fourniture et ralisation de llment de base en bton arm. - Fourniture et pose de dalle de couverture, lments de ft, anneaux d'ajustement, impermabilisation au moyen de 3 couches dmulsion selon I.5, dalle de fermeture, anneaux dajustement, bagues dtanchit, et toutes sujtions. - Le dgagement priphrique du tuyau existant. - Le nettoyage extrieur du tuyau existant et de sa zone priphrique afin de ne pas compromettre la future tanchit ralise par le joint. - Fourniture et mise en uvre le bton priphrique, les joints de dilatation et d'tanchit entre deux phases de btonnage, ancrages chimiques, armatures, toutes les dcoupes, petites dmolitions et ajustements ventuels. - La reprise de tous les raccordements privatifs et/ou publics situs dans la zone de construction de la chambre. - L'enlvement des blindages. - Fourniture et pose d'une protection contre la corrosion des parois en bton par application dune rsine poxy sans solvant et renforce par des fibres, y compris sablage, nettoyage et prparation des supports, couche dadhrence, finitions et toutes sujtions. Epaisseur nominale de la couche monolithe : 3 mm. - Pose de trappillons en fonte, type appui priphrique classe D 400 pour les chambres de visite en chausse ou en trottoir selon C.28.2, y compris cadre et toutes sujtions. - Fourniture et pose d'chelles en PVC renforc avec lisse tlescopique dans les nouvelles chambres de visite et pour autant que possible dans les chambres existantes, suivant la demande du fonctionnaire dirigeant, y compris fixations et toutes sujtions selon C.29.1. Quantit prsume pices Fourniture et mise en uvre, suivant les plans d'excution, de chambres de visite en bton arm C 30/37 sur un gout existant.

Leveren en plaatsen van volledig gemengde inspectieputten in gewapend beton C 30/37 voor het bouwen van toegangsputten, inclusief : - Uitgravingen en ophogingen. - Gedeeltelijke afsnijding en lokale afbraak van het gewelf van de bestaande riool. - Leveren en verwerken van steunbeton C 16/20. - Leveren en plaatsen van het basiselement in gewapend beton. - Leveren en plaatsen van de afsluitplaat, de aanpassingsring, de schachtelementen, het ondoordringbaar maken d.m.v. 3 lagen emulsie volgens I.5, de afsluitplaat, de aanpassingsringen, de afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden. - Het opruimen van de omtrek van de bestaande buis. - Het reinigen van de buitenkant van de bestaande buis en de zone rondom om te voorkomen dat de nieuwe waterdichte voeg zou kunnen beschadigd worden. - Leveren en verwerken van periferische beton, uitzettings- en waterdichtheidvoegen tussen twee betonneringsfazen, chemische verankeringen, wapeningen, alle eventuele afsnijdingen, afbraakwerken en aanpassingen. - Herstellen van alle private of publieke aansluitingen in de zone van de te bouwen inspectieput. - Verwijdering van de beschoeiingen. - Leveren en plaatsen van een bescherming tegen corrosie van de betonwanden, d.m.v. uitvoering van een bekleding op basis van vezelversterkt epoxyhars, inclusief het grondig grindstralen, reinigen en voorbereiden van de ondergrond, hechtingslaag, afwerken en alle bijbehorende werkzaamheden. Nominale dikte van de monolitische laag : 3 mm. - Plaatsen van gietijzeren riooldeksels, type met perifere steun klasse D 400 voor de inspectieputten in de rijbaan of trottoir volgens C.28.2, inclusief kader en alle bijbehorende werkzaamheden. - Leveren en plaatsen van ladders uit verstevigd PVC met telescopische leuning in de nieuwe inspectieputtten en als mogelijk in de bestaande inspectieputtten, op aanvraag van de leidende ambtenaar, inclusief de bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens C.29.1. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen, volgens de uitvoeringsplannen, van inspectieputten in gewapend beton C 30/37 op een bestaande riolering.

05.384

- 104 -

Y compris : - Terrassements en dblai et en remblai. - Fourniture et mise en uvre de bton de propret C 12/15 pour la construction de chambres de visite, y compris toutes sujtions. - Fourniture et mise en uvre de bton de fondation C 16/20, pour la construction de chambres de visite, y compris coffrages, mise sous profil et toutes sujtions. - Dcoupe et dmolition locale de louvrage existant. - Fourniture et mise en uvre de bton C 30/37 pour ralisation de llment de base. - Les coffrages, mise sous profil, ainsi que tous les frais pour rendre les parois tanches et parfaitement lisses ct coulement des eaux. Les quantits portes en compte sont des volumes pleins. Les ouvertures pour un diamtre intrieur gal ou infrieur 30 cm ne sont pas dduites. Les armatures BE500 Les appropriations Dcapage superficiel Douilles pour ancrages Brides de fixation pour tuyaux Joints souples pour passage de tuyaux L'enlvement des blindages Toutes sujtions. Fourniture et mise en uvre de bton de remplissage C30/37 et de reprofilage du radier suivant plans d'excution. Fourniture et mise en uvre d'une protection contre la corrosion des parois en bton par application dune rsine poxy sans solvant et renforce par des fibres, y compris sablage, nettoyage et prparation des supports, couche dadhrence, finitions et toutes sujtions. Epaisseur nominale de la couche monolithe : 3 mm.

Inclusief : - Uitgravingen en ophogingen. - Leveren en verwerken van werkvloerbeton C 12/15, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - Leveren en verwerken van funderingsbeton C 16/20, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. - Uitsnijden en lokale opbraak van het bestaande kunstwerk. - Leveren en verwerken van beton C 30/37 voor de realisatie van het basiselement. - De bekistingen, het onder profiel brengen, alsook alle kosten verbonden aan het waterdicht en perfect glad maken van de wanden langs de kant van de afvloeiing van het water. De in rekening gebrachte hoeveelheden zijn volle volumes. De openingen voor een binnendiameter gelijk aan of kleiner dan 30 cm worden niet afgetrokken. - Wapeningen BE500 - De aanpassingen - Oppervlakkig afbikken - Doken voor verankeringen - Beugels voor de bevestiging van buizen - Soepele dichtingen voor de doorgang van buizen - Verwijderen van de beschoeiingen - Alle bijbehorende werkzaamheden. - Leveren en verwerken van vulbeton of profileerbeton voor de vloerplaat C30/37 volgens uitvoeringsplannen. - Leveren en plaatsen van een bescherming tegen corrosie van de betonwanden met gebruik van een bekleding op basis van vezelversterkt epoxyhars, inclusief het grondig grindstralen, reinigen en voorbereiden van de ondergrond, hechtingslaag, afwerken en alle bijbehorende werkzaamheden. Nominale dikte van de monolitische laag : 3 mm - Leveren en plaatsen van schachtelementen met een binnendiameter van 1 m voor prefab inspectieputten met openingen voor de aansluiting van leidingen, afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden. - Leveren en plaatsen van een afsluitplaat, met een opening van gepaste diameter, aangebracht op de schacht voor prefab inspectieputten, afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden. - Leveren en plaatsen van een aanpasring met een binnendiameter van 1 m, met een opening van gepaste diameter, aangebracht op de afsluitplaat voor geprefabriceerde inspectieputten, afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden.
- 105 -

- Fourniture et pose d'une dalle de couverture avec trou de diamtre appropri sur le ft, pour chambres de visite prfabriques avec bagues d'tanchit et toutes sujtions. - Fourniture et pose d'lments de ft de diamtre intrieur 1 m pour chambres de visite prfabriques avec ouvertures pour raccordement de canalisations, bagues d'tanchit et toutes sujtions. - Fourniture et pose d'anneaux d'ajustement de diamtre intrieur 1 m, avec trou de diamtre appropri, sur la dalle de couverture, pour chambres de visite prfabriques avec bagues d'tanchit et toutes sujtions.

- Pose de trappillons en fonte, type appui priphrique classe D 400 pour les chambres de visite en chausse ou en trottoir selon C.28.2, y compris cadre et toutes sujtions. - Dcoupe et dmolition locale de la vote de lgout existant. - Le dgagement priphrique du tuyau existant. - Le nettoyage extrieur du tuyau existant et de sa zone priphrique afin de ne pas compromettre la future tanchit ralise par le joint.

- Plaatsen van gietijzeren riooldeksels, type met perifere steun klasse D 400 voor de inspectieputten in de rijbaan of trottoir, volgens C.28.2, inclusief kader en alle bijbehorende werkzaamheden. - Gedeeltelijke afsnijding en lokale afbraak van het gewelf van de bestaande riool. - Het opruimen van de omtrek van de bestaande buis. - Het reinigen van de buitenkant van de bestaande buis en de zone rondom om te voorkomen dat de nieuwe waterdichte voeg zou kunnen beschadigd worden. - Leveren en verwerken van periferische beton, uitzettings- en waterdichtheidvoegen tussen twee betonneringsfazen, chemische verankeringen, wapeningen, alle eventuele afsnijdingen en aanpassingen. - Leveren en plaatsen van ladders uit verstevigd PVC met telescopische leuning, inclusief bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens C.29.1. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van een terugslagklep voor bestaande inspectieputten. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- Fourniture et mise en uvre le bton priphrique, les joints de dilatation et d'tanchit entre phases de btonnage, ancrages chimiques, armatures, toutes les dcoupes, petites dmolitions et ajustements ventuels. - Fourniture et pose dchelles en PVC renforc avec lisse tlescopique, y compris fixations et toutes sujtions selon C.29.1.

05.385

Quantit prsume pices Fourniture et pose dun clapet anti-retour pour chambres de visite existantes. Quantit prsume pices I. AVALOIRS SELON G.6.

I. KOLKEN VOLGENS G.6. Opnieuw plaatsen van recuperatiestraatkolken, inclusief grondwerken, aansluiting op de afvoerbuizen, metselwerk, cementering, de fundering van beton C 16/20, en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van nieuwe straatkolken met reukafsnijder type Stad Brussel, afmetingen 665 x 230 x 570 mm, inclusief de grondwerken, aansluiting op de afvoerbuizen, metselwerk, cementering, de fundering van beton C 16/20 en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Het op niveau brengen van bestaande straatkolken, inclusief de grondwerken voor uitgravingen en ophogingen, fundering van beton C 16/20, aanpassing van de aansluitingen op de afvoerbuizen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.400

Repose d'avaloirs de remploi, y compris terrassements, raccordement aux tuyaux d'vacuation, maonnerie, cimentage, fondation en bton C 16/20 et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose d'avaloirs neufs avec coupe odeurs type Ville de Bruxelles, dimensions 665 x 230 x 570 mm, y compris terrassements, raccordement aux tuyaux d'vacuation, maonnerie, cimentage, fondation en bton C 16/20 et toutes sujtions. Quantit prsume pices Mise niveau davaloirs existants, y compris terrassements en dblai et remblai, fondation en bton C 16/20, adaptation des raccordements aux tuyaux dcoulement et toutes sujtions. Quantit prsume pices

05.401

05.402

- 106 -

J. CANIVEAUX SELON G.7.

05.450

J. GOTEN VOLGENS G.7. Leveren en plaatsen van geprefabriceerde goten van beton met deksel en rechthoekige doorsnede volgens C.36.1, inclusief funderingsbeton C 16/20 en alle bijbehorende werkzaamheden. Type Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde goten van beton zonder deksel en rechthoekige doorsnede volgens C.36.1, inclusief funderingsbeton C 16/20 en alle bijbehorende werkzaamheden. Type Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde goten van beton met trapeziumvormige doorsnede volgens C.36.1, inclusief funderingsbeton C 16/20 en alle bijbehorende werkzaamheden. Type Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde betonnen verholen goten, formaat 495 x 330 x 1995 mm, voorzien van gegalvaniseerde stalen hoekomrandingen met stalen tussenspien, inclusief funderingsbeton C 16/20, aansluitingsstukken op de waterafvoer en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde goten van beton met metalen rooster volgens C.36.2, inclusief funderingsbeton C16/20 en alle bijbehorende werkzaamheden. Sterkteklasse : Binnenafmetingen : Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde goten uit polyesterbon of uit beton gewapend met glasvezel, met metalen rooster volgens C.36.3, inclusief afsluiter stroomopwaarts of stroomafwaarts, afvloeistuk, funderingsbeton C16/20 en alle bijbehorende werkzaamheden. Sterkteklasse :

Fourniture et pose de caniveaux prfabriqus en bton avec couvercle et de section rectangulaire selon C.36.1, y compris bton de fondation C 16/20 de et toutes sujtions. Type

05.451

Longueur prsume mct Fourniture et pose de caniveaux prfabriqus en bton sans couvercle et de section rectangulaire selon C.36.1, y compris bton de fondation C 16/20 et toutes sujtions. Type

05.452

Longueur prsume mct Fourniture et pose de caniveaux prfabriqus en bton section trapzodale selon C.36.1, y compris bton de fondation C 16/20 et toutes sujtions. Type

05.453

Longueur prsume mct Fourniture et pose de caniveaux prfabriqus en bton, avec fente longitudinale, de format 495 x 330 x 1995 mm, pourvu de bords et dcarteurs en acier galvanis, y compris bton de fondation C 16/20, accessoires de raccordement lvacuation deau et toutes sujtions.

05.454

Longueur prsume mct Fourniture et pose de caniveaux prfabriqus en bton avec grille mtallique selon C.36.2, y compris bton de fondation C 16/20 et toutes sujtions. Classe de rsistance : ... Dimensions intrieures : ...

05.455

Longueur prsume mct Fourniture et pose de caniveaux prfabriqus en bton polyester ou en bton arm de fibres de verre, avec grille mtallique selon C.36.3, y compris obturateur amont ou aval, pice dcoulement, bton de fondation C 16/20 et toutes sujtions. Classe de rsistance : ...

- 107 -

Dimensions intrieures : ...

05.456

Binnenafmetingen : Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van een zandvang met uitgietbak en sifon uit polyesterbeton of uit beton gewapend met glasvezel, met metalen rooster te plaatsen op het einde of in het midden van het stuk. Sterkteklasse : Vermoedelijke lengte str. m Op niveau brengen van bestaande waterafvoerpijpen in de trottoirs, met aanpassing in de lengte, inclusief funderingsbeton C 16/20, vastzetting en alle bijbehorende werkzaamheden.

Longueur prsume mct Fourniture et pose dun dessableur avec bac dcanteur et siphon en bton polyester ou en bton arm de fibres de verre, avec grille mtallique, poser la fin ou au milieu du tronon. Classe de rsistance :

05.457

Longueur prsume mct Mise niveau de gargouilles existantes en trottoir, avec adaptation en longueur, y compris bton de fondation C 16/20, calages et toutes sujtions.

05.458

Longueur prsume mct Fourniture et pose de gargouilles neuves en fonte. Elles seront du mme type que les gargouilles de remploi, y compris terrassements, mortier de fondation, calages, adaptations aux maisons et toutes sujtions. Longueur prsume mct K. REPARATION ET RENOVATION DE CANALISATIONS SELON G.8. Travaux prparatoires la rhabilitation de lgout public

Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van nieuwe gietijzeren waterafvoerpijpen. Ze moeten van hetzelfde type zijn als de recuperatie-waterafvoerpijpen, inclusief de grondwerken, de funderingsmortel, het vastzetten, de aanpassingen aan de huizen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m K. REPARATIE EN RENOVATIE VAN LEIDINGEN VOLGENS G.8. Voorbereidende werken voor de rehabilitatie van de openbare riool Reiniging vr, tijdens en na de werken, schoonmaak onder druk (kalkafzettingen,...), verwijdering van het puin, alle maatregelen nodig voor de bescherming van de omgeving en alle bijbehorende werkzaamheden. Afmetingen van de bestaande riool (riolen) zie plannen.

05.500

Curage avant, pendant et aprs travaux, nettoyage sous pression (calcaire, concrtions,), vacuation des dbris, toutes les mesures ncessaires la protection de lenvironnement et toutes sujtions. Dimensions de (des) gout(s) existant(s) voir plans. Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m

- 108 -

05.501

Travaux prparatoires au placement de coques ou tuyaux en PRV pour tubage. Rparations, ragrages locaux jugs ncessaires par le soumissionnaire avant les travaux de rnovation. Arasage des branchements pntrants, dcapage des bas flancs et saillies inscrites dans le gabarit rhabiliter, vacuation des dbris. Etablissement des gabarits ncessaires la fabrication des coques, calculs de dimensionnement et toutes sujtions. Epaisseur et dimensions des lments dterminer par lentrepreneur en fonction du rsultat des calculs de dimensionnement.

Voorbereidende werken voor de plaatsing van schaaldelen of buizen in GVP voor tubering. Herstellingen, plaatselijke aanpassingen, die door de inschrijver noodzakelijk worden geacht vr de renovatie. Op maat brengen van de binnenkomende aansluitingen, afkappen van de lage flanken en uitsprongen ingeschreven in het te rehabiliteren gabariet, verwijdering van het puin. Noodzakelijke dimensioneringen voor fabricatie van de schaaldelen, berekeningen en alle bijbehorende werkzaamheden. De dikte en de afmetingen van de elementen zijn door de aannemer te bepalen in functie van de resultaten van de dimensioneringsbereken-ingen.

05.502

Longueur prsume mct Travaux prparatoires la projection du bton de gunitage avec placement d'lments de cunettes. Auscultation soigneuse coups de marteau, marquage des parties creuses. Dcapage avec prcaution et nettoyage des surfaces rparer dsignes par le pouvoir adjudicateur. Toute matire dgrade est enleve jusquau niveau sain. Toutes les surfaces dcapes sont laves au jet deau sous pression 300/500/1000 bars ( moduler en fonction de l'tat du collecteur). Ce poste comprend larasage des branchements pntrants, le transport des dbris hors du domaine public, le mesurage et le dessin des cavits ventuellement rencontres, les calculs de dimensionnement et toutes sujtions.

Vermoedelijke lengte str. m Voorbereidende werken voor uitvoering van spuitbeton met plaatsing van geulelementen. Onderzoek met hamer, merken van de holten. Afkappen met voorzichtigheid en reinigen van de te behandelen vlakken aangeduid door de aanbestedende overheid gemerkt. Alle beschadigde materialen worden weggenomen tot de stevige ondergrond. Alle afgekapte oppervlakten worden met water onder druk van 300/500/1000 bar gereinigd (in functie van de staat van de collector te moduleren). Inclusief de uitsnijding van de binnenkomende aansluitingen, verwijderen van het afval buiten het openbaar domein, opmeten en tekenen van de holten, dimensioneringsberekeningen en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.503

Surface prsume m Travaux prparatoires la mise en place du T.D.S.P. Arasage des branchements pntrants, dcapage des bas flancs et saillies inscrites dans le gabarit rhabiliter, vacuation des dbris, ralisation des calculs de dimensionnement de la chemise et toutes sujtions. Epaisseur de la chemise dterminer par l'entrepreneur en fonction du rsultat des calculs de dimensionnement. Longueur prsume mct

Vermoedelijke oppervlakte m Voorbereidende werken voor plaatsing van de T.P.U.B. Op maat brengen van de binnenkomende aansluitingen, afkappen van de lage flanken en uitsprongen ingeschreven in het te ommantelen gabariet, maken van de berekeningen van de kous en alle bijbehorende werkzaamheden. De dikte van de kous wordt door de aannemer bepaald in functie van de resultaten van de dimensioneringsberekeningen.

Vermoedelijke lengte str. m

- 109 -

05.504

Drivation des coulements provenant des branchements, jonctions et gouts amont et maintien en service de ceux- ci pendant toute la dure des travaux. Toutes les eaux qui proviennent des jonctions et gouts amont ainsi que les eaux de pluie sont canalises et dvies de faon ne pas compromettre la mise en uvre des matriaux. Procdure de scurit pour la drivation des coulements : Le procd qui sera utilis par l'entrepreneur devra tre suffisant en cas de forte pluie afin d'viter l'inondation des gouts amont et de caves d'immeubles. Le chantier devra rester inondable. Les prvisions mtorologiques seront prises en compte dans les phases d'excution.

Omleiding van de waterafvoer komende van de aansluitingen en buizen stroomopwaarts en in dienst houden van deze tijdens de volledige duur van de werken. Al het water afkomstig van de buizen stroomopwaarts alsook al het regenwater wordt gekanaliseerd en omgeleid zodanig dat ze de uitvoering van de werken niet in gevaar brengen. Veiligheidsprocedure voor de omleiding van afwateringen : De procedure die door de aannemer wordt voorzien dient van die aard te zijn dat bij hevige regen geen overstromingen van buizen stroomopwaarts en kelders van woonhuizen ontstaan. De werf moet overstroombaar blijven. De nodige voorzieningen dienaangaande worden genomen tijdens elke uitvoeringsfase. De procedure wordt voorafgaand ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar voorgelegd. Tijdens de werken, is een verantwoordelijke van de aannemer 24u/24u bereikbaar in geval van problemen. Twintig pompen voor het ledigen van kelders worden ter beschikking gehouden om, indien nodig ter plaatse gebracht en in dienst gesteld te worden binnen een termijn van 2 uur. Globale prijs Injectie van de ontdekte holten in de grond vanaf de oppervlakte met een te pompen cementspecie, inclusief eventuele grondwerken en alle bijbehorende werkzaamheden. Uitvoering volgens de richtlijnen van de leidende ambtenaar. Vermoedelijk volume m Grondstabilisatie onder de collector door middel van 3 injecties per lopende meter (zones door de leidende ambtenaar aangeduid). Vermoedelijke lengte str. m Injectie en waterdicht maken van de barsten in de wanden van de te renoveren collector. Injectie door middel van een cementpap of injectiesuspensie op basis van micro-cement, inclusief de voorbereidende werken voor de injectie en alle bijbehorende werken.

Le procd sera au pralable soumis l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Pendant les travaux, un responsable de l'entrepreneur devra tre joignable 24h/24h en cas de problme. Vingt pompes vide caves seront maintenues disponibles pour tre amenes sur place et mises en service, en cas de besoin, endans un pravis de 2 heures. Prix global Injection via la surface de cavits dcouvertes dans le sol au moyen dun coulis de ciment retrait compens, y compris terrassements ventuels et toutes sujtions. Excution sous les directives du fonctionnaire dirigeant. Volume prsum m Stabilisation du sol sous le collecteur raison de 3 injections par mtre courant du collecteur (zones indiques par le fonctionnaire dirigeant). Longueur prsume mct Injection et tanchement de fissures dans les parois du collecteur rnover. Injection au moyen d'un coulis ou suspension dinjection base de micro-ciment, y compris travaux prparatoires linjection et toutes sujtions. Longueur prsume mct

05.505

05.506

05.507

Vermoedelijke lengte str. m

- 110 -

05.508

05.509 05.510 05.511

Etanchement et rparations locales des parois aux endroits prsentant des infiltrations de la nappe phratique, par des injections de rsine polyurthane au travers des parois. Quantit prsume pices Passivation darmatures. Poids prsum kg Remplacement darmatures. Poids prsum kg Rparation de joints de structure. Enlvement du joint, nettoyage du radier, repose de la maonnerie au droit du joint. Quantit prsume pices

Plaatselijk dichten en herstellen van de wanden ter hoogte van de grondwaterinfiltratie, met polyurethaanhars injecties door de wanden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Passivering van wapeningen. Vermoedelijk gewicht kg Vervanging van wapeningen. Vermoedelijk gewicht kg Herstellen van voegen. Verwijderen van de dichting, reinigen van de geul, plaatsen van het metselwerk langs de voeg. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Plaatsen van een nieuwe voeg. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Plaatselijke herstelling van metselwerk, verwijderen van het metselwerk, plaatsen van gelijkaardig metselwerk. Vermoedelijke oppervlakte m Vochtwerende cementering op 1 cm dikte. Vermoedelijke oppervlakte m Structurele versteviging van de openbare riool door middel van ter plaatste uitgeharde buis (TPUB) volgens G.8.2 en G.8.3. Plaatsing door hydraulische inversie van een met thermohardende hars gempregneerde kous voor de versteviging van de te renoveren riool, inclusief de preliner, de behandeling van water of lucht eventueel verbonden aan de polymerisatie en alle bijbehorende werkzaamheden. Eivormige sectie 300-450 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 400-600 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 500-750 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 600-900 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m
- 111 -

05.512

Placement dun nouveau joint. Quantit prsume pices Rparation locale de maonnerie, enlvement et pose de maonnerie quivalente. Surface prsume m

05.513

05.514

Cimentage hydrofuge sur 1 cm dpaisseur. Surface prsume m Chemisage de l'gout public au moyen d'une gaine imprgne de rsine thermodurcissable (TDSP) selon G.8.2 et G.8.3.

05.515

Mise en place par inversion d'une gaine imprgne de rsine thermodurcissable pour le chemisage de l'gout rhabiliter, y compris prliner, traitement de leau ou de lair ventuellement li la polymrisation et toutes sujtions. Ovode - section 300-450 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Ovode - section 400-600 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Ovode - section 500-750 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Ovode - section 600-900 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct

05.515.a

05.515.b

05.515.c

05.515.d

05.515.e

Ovode - section 700-1050 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Ovode - section 800-1200 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Ovode - section 900-1350 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Ovode - section 1000-1500 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Ovode - section 1200-1800 mm, rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Circulaire D 300 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Circulaire D 400 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Circulaire D 500 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Circulaire D 600 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Circulaire D 700 mm rsistance rsiduelle insuffisante. Longueur prsume mct Reprage, dcoupe de la chemise et connexion des branchements l'aide d'un robot ou manuellement. Dcoupage de la chemise, connexion tanche des branchements avec le TDSP, y compris prparation des supports pour garantir l'adhrence et toutes sujtions. Remarque importante : Tous les raccordements doivent obligatoirement tre rouverts immdiatement aprs la vidange de la chemise. L'entrepreneur ne pourra en aucun cas quitter le chantier sans avoir rtabli l'coulement des branchements l'gout. L'entrepreneur mettra tout en uvre afin d'viter l'inondation des caves d'immeubles.

Eivormige sectie 700-1050 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 800-1200 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 900-1350 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 1000-1500 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 1200-1800 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Cirkelvormig D 300 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Cirkelvormig D 400 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Cirkelvormig D 500 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Cirkelvormig D 600 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Cirkelvormig D 700 mm, structureel onvoldoende reststerkte. Vermoedelijke lengte str. m Merken, uitsnijden van de kous d.m.v. een robot of manueel en verbinding van de aansluitingen. Uitsnijden van de kous, waterdichte verbinding van de aansluitingen aan de TPUB, inclusief de voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren en alle bijbehorende werkzaamheden. Belangrijke opmerking : Alle aansluitingen dienen verplicht te worden heropend na het ledigen van de kous. De aannemer mag in geen geval de werf verlaten zonder dat de vrije afloop van de aansluitingen is verzekerd. De aannemer doet het nodige om te vermijden dat kelders van huizen onderlopen.

05.515.f

05.515.g

05.515.h

05.515.i

05.515.j

05.515.k

05.515.l

05.515.m

05.515.n

05.516

- 112 -

05.516.a

Branchements existants de toute nature autre que le PEHD et non remplacs lors des travaux. Connexion tanche avec la chemise au moyen de manchettes de transition (feutre mcanique primprgn). Quantit prsume pices Branchements en PEHD. Connexion tanche et finition entre la chemise et la pice de piquage au moyen d'un mlange de rsine compatible avec le matriau de fabrication de la chemise. Quantit prsume pices Dcoupe et finition de la chemise au droit des chambres de visite, gouts de jonction et extrmits : Excution selon G.8.2, y compris dcoupes, joints d'tanchit au moyen d'un mlange de rsine compatible avec le matriau de fabrication de la chemise, raccords au mortier poxy et prparation des supports pour garantir l'adhrence et toutes sujtions. Quantit prsume pices Tubage autoportant dun gout public au moyen dlments en polyester arm de fibres de verre (P.R.V.) selon G.8.4.

Bestaande aansluitingen van alle aard anders dan HDPE en niet vervangen tijdens de werken. Waterdichte verbinding met de bekleding d.m.v. een verbindingsmof (vilt mechanisch voorbereid). Vermoedelijke hoeveelheid stuks Aansluitingen in HDPE. Waterdichte verbinding en afwerking tussen de bekleding en het verbindingsstuk d.m.v. een harsmengsel verenigbaar met het materiaal van de kous. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitsnijden van de kous en afwerking ter hoogte van de inspectieputten, zijriolen en uiteinden. Uitvoering volgens G.8.2, inclusief de uitsnijdingen, dichtingsvoegen door middel van harsmengsel verenigbaar met het materiaal van de kous, bijwerken met epoxymortel en voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Zelfdragende tubering van een openbare riool met behulp van met glasvezel versterkte kunststofelementen (G.V.P.) volgens G.8.4. Volledige en zelfdragende tubering van de riool d.m.v. GVP elementen. Plaatsing van geprefabriceerde met glasvezel versterkte polyesterelementen en injectie van een mortel zonder krimp tussen de wanden van de riool en de polyesterelementen, inclusief het vastzetten, het op niveau brengen van de elementen, de verlijming met polyurethaanmastiek, de waterdichte opvoeging van de stukken onderling en alle bijbehorende werkzaamheden. De berekening van het genjecteerde volume wordt geraamd door de aannemer overeenkomstig de technische voorschriften en in functie van de afmetingen van de tubering en de bestaande te renoveren buis.

05.516.b

05.517

05.518

Tubage complet et autoportant de lgout au moyen d'lments en PRV. Mise en place dlments prfabriqus en polyester renforc de fibres de verre et injection dun mortier sans retrait entre la paroi de lgout et les lments en polyester, y compris calage, mise niveau des lments, collage au mastic colle polyurthane, jointoyage tanche des pices entre elles et toutes sujtions. Le calcul du volume de mortier inject est estim par lentrepreneur conformment aux prescriptions techniques en fonction des dimensions du tubage et de louvrage existant rnover.

- 113 -

Procdure de scurit pour la rhabilitation de l'gout : On tient compte de la rsistance mcanique des coques qui sont dimensionnes ( facteur de scurit inclu ) pour rsister toutes les charges de l'ancienne canalisation maonne. Au dpart d'un puits d'introduction scuris, les lments sont introduits les uns derrire les autres, la manire d'un train constitu de wagons. La progression de chaque lment vers l'avant de la canalisation rhabiliter est assure depuis l'intrieur de la coque prcdente et ceci de manire progressive, de sorte qu' aucun moment, le personnel ne se trouve directement expos dans l'ancienne canalisation maonne. De la mme manire, si pour une raison quelconque, l'ancienne canalisation ncessite une intervention ( brique dsolidarise, passage obstru, rtrcissement, etc), celle-ci sera uniquement effectue depuis la nouvelle canalisation mise en place. Aprs avoir dgag les obstacles, l'avancement progressif de la rhabilitation pourra se poursuivre tel qu'expliqu plus haut. Tubage court par coques entires adaptes la forme de l'gout existant :
05.518.a

Veiligheidsprocedure voor de rehabilitatie van de riool : Men houdt rekening met de mechanische weerstand van de schaaldelen die (veiligheidsfactor ingesloten) worden gedimensioneerd om tegen alle lasten van de oude gemetselde riool bestand te zijn. Vanaf een veiliggestelde inleidingsput, worden de elementen n voor n ingevoerd, op de manier van een uit wagons bestaande trein. Het naar voor opschuiven van elk schaaldeel dient te gebeuren vanuit de reeds geplaatste stukken en dit op een continue wijze. Het uitvoerend personeel mag zich hiervoor niet in het oude gemetste gedeelte begeven. Er dient op dezelfde wijze te worden gewerkt als er een interventie nodig is in een oude riool (losgekomen bakstenen, gehinderde doorgang, vernauwing, enz). Zodra de obstakels uit de weg geruimd zijn, zal de progressieve voortgang van de rehabilitatie zoals hierboven uitgelegd voortgezet kunnen worden. Korte tubering met volledige schaaldelen aangepast aan de vorm van de bestaande riool : Eivormige sectie 800/1200 mm, buiten vervormingen. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 900/1350 mm, buiten vervormingen. Vermoedelijke lengte str. m Eivormige sectie 1000/1500 mm, buiten vervormingen. Vermoedelijke lengte str. m Hoefijzervormig riool 600/1200 mm, buiten vervormingen. Vermoedelijke lengte str. m Hoefijzervormig riool 700/1400 mm, buiten vervormingen. Vermoedelijke lengte str. m Hoefijzervormig riool ***/**** mm, buiten vervormingen. Vermoedelijke lengte str. m ******** riool ***/**** mm, buiten vervormingen. Vermoedelijke lengte str. m

Ovode section 800/1200 mm, hors dformations. Longueur prsume mct Ovode section 900/1350 mm, hors dformations. Longueur prsume mct Ovode section 1000/1500 mm, hors dformations. Longueur prsume mct Egout en fer cheval 600/1200 mm, hors dformations. Longueur prsume mct Egout en fer cheval 700/1400 mm, hors dformations. Longueur prsume mct Egout en fer cheval ***/**** mm, hors dformations. Longueur prsume mct Egout ******* ***/**** mm, hors dformations. Longueur prsume mct

05.518.b

05.518.c

05.518.d

05.518.e

05.518.f

05.518.g

- 114 -

05.519 05.519.a 05.519.b 05.519.c 05.519.d 05.519.e 05.519.f 05.519.g 05.520

Tubage par tuyaux circulaires en PRV avec espace annulaire : DN/OD 530 Longueur prsume mct DN/OD 550 Longueur prsume mct DN/OD 616 Longueur prsume mct DN/OD 650 Longueur prsume mct DN/OD 718 Longueur prsume mct DN/OD 752 Longueur prsume mct DN/OD 820 Longueur prsume mct Reprage, rouverture et connection des raccordements aprs tubage. Dcoupe du revtement en PRV hauteur du raccordement, reprise du tuyau et finition tanche au moyen d'une pice de piquage adapte. Reprise de branchements en grs sur coques en PRV : Reprise et finition tanche des raccordements sur les coques en PRV, au moyen de manchons en PVC (PN 7.5 min.) ou en PP avec face extrieure sable introduits autour du tuyau existant, y compris prparation des supports pour garantir ladhrence, finitions et scellement au mortier, tanchit des raccords et toutes sujtions. Quantit prsume pices Reprise de branchements en PEHD sur coques en PRV : Reprise et finition tanche des raccordements au droit des coques au moyen d'une pice de piquage obligatoirement munie dun joint dtanchit en caoutchouc intrieur et scelle au mortier dans l'paisseur de la paroi de l'gout principal, y compris prparation des supports pour garantir ladhrence, finitions et scellement au mortier, tanchit des raccords et toutes sujtions. Quantit prsume pices

Tubering met cirkelvormige GVP buizen met ringruimte : DN/OD 530 Vermoedelijke lengte str. m DN/OD 550 Vermoedelijke lengte str. m DN/OD 616 Vermoedelijke lengte str. m DN/OD 650 Vermoedelijke lengte str. m DN/OD 718 Vermoedelijke lengte str. m DN/OD 752 Vermoedelijke lengte str. m DN/OD 820 Vermoedelijke lengte str. m Positiebepaling, openen en verbinden van de aansluitingen na tubering. Afsnijding van de GVP bekleding ter hoogte van de aansluiting, waterdichte verbinding van de buis d.m.v. een aangepast aansluitingstuk. Verbinding op GVP schalen van gresaansluitingen : Verbinding en waterdichte afwerking van de aansluitingen met de GVP schalen d.m.v. een schuifmof in PVC (PN 7.5) of in PP met bezand buitenvlak die rond de bestaande buis wordt ingevoerd, inclusief de voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren, afwerkingen en vastzetten met mortel, dichtheid van de verbindingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verbinding op GVP schalen van aansluitingen in HDPE : Verbinding en waterdichte afwerking van de aansluitingen ter hoogte van de schalen d.m.v. een verbindingstuk, verplicht met een waterdichte binnen rubberring en vastgemaakt d.m.v. mortel in de wand van de hoofdriool, inclusief de voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren, afwerkingen en vastzetten met mortel, dichtheid van de verbindingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.520.a

05.520.b

- 115 -

05.520.c

Reprise de branchements en PEHD sur tube circulaire en PRV : Reprise et finition tanche des raccordements sur le tuyau en PRV au moyen d'une pice de piquage adapte et obligatoirement munie dun joint dtanchit en caoutchouc intrieur, fixe par un serrage visser dans la paroi du tuyau de tubage en PRV, y compris prparation des supports pour garantir ltanchit des raccords et toutes sujtions.

Verbinding op een GVP cirkelvormig buis van aansluitingen in HDPE : Verbinding en waterdichte afwerking van de aansluitingen op de GVP buis d.m.v. een aangepast verbindingstuk, verplicht voorzien van een waterdichte binnen rubberring vastgemaakt in de wand van de GVP tuberingsbuis d.m.v. een aandraaiend deel, inclusief de voorbereiding van de ondergrond om de waterdichting te verzekeren en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

05.521

Quantit prsume pices Dcoupe et finition des lments en PRV chaque chambre de visite. Y compris les joints dtanchit en mastic PU, raccords au mortier poxy, prparation des supports pour garantir ladhrence et toutes sujtions.

Afsnijden en afwerken van de GVP elementen ter hoogte van de inspectieputten. Inclusief de waterdichtingsvoegen met PU mastiek, de aansluitingen met epoxymortel, voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.522

Quantit prsume pices Raccordement des lments en PRV aux limites du chemisage et au droit dgouts de jonction. Raccordement progressif et en entonnoir au moyen de mortier poxy, y compris dcoupes, joints dtanchit en mastic PU, prparation des supports pour garantir ladhrence, mise niveau des cunettes et toutes sujtions. Quantit prsume pices Chemisage de branchements secondaires. Concerne exclusivement les branchements ne prsentant pas de dformation importante. La technique envisage est choisir par l'entrepreneur et soumettre l'approbation du fonctionnaire dirigeant ( type de rsine, chauffage, gaine, etc ). Ces travaux comprennent le curage de la canalisation, les fraisages ventuels, toute inspection endoscopique avant et aprs travaux, la mise en uvre de la gaine, les travaux d'adaptation amont et aval du branchement, les adaptations ventuelles au niveau du regard de visite en cave ou la limite de proprit, le regard de visite ventuel en domaine public la limite de proprit et toutes sujtions.

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Aansluiting van de GVP elementen aan de uiteinden van de tubering en aan de aangrenzende riolen. Progressieve trechtervormige aansluiting met epoxymortel, inclusief de uitsnijdingen, waterdichtingsvoegen met PU mastiek, de voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren, op peil brengen van de geulen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Bemanteling van secundaire vertakkingen. Betreft bemanteling van vertakkingen die geen belangrijke vervorming vertonen. De techniek is door de aannemer te kiezen en ter goedkeuring voor te leggen aan de leidende ambtenaar. (harstype, verwarming, kous, enz. ).

05.523

Deze werkzaamheden omvatten reiniging van de leiding, eventueel frezen, elke endoscopische inspectie voor en na de werken, de uitvoering van de bemanteling, de afwerking stroomopwaarts en stroomafwaarts van de vertakking, de eventuele aanpassingen aan de bezoekkamer in de kelder of bij de rooilijn, de eventuele bezoekkamer bij de rooilijn in het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden.

- 116 -

Pour les regards situs en cave, ces travaux ne pourront tre excuts qu'aprs accord du propritaire de l'immeuble ; cet accord est obtenir par l'entrepreneur et une copie de celui-ci sera transmise au fonctionnaire dirigeant.
05.523.a 05.523.b 05.523.c 05.523.d 05.523.e

In geval van bezoekkamer in de kelder zullen deze werken slechts na overeenkomst met de eigenaar van het gebouw uitgevoerd kunnen worden ; deze overeenkomst is door de aannemer te verkrijgen en een kopie zal overgemaakt worden aan de leidende ambtenaar. Diameter 200 mm

Diamtre 200 mm Quantit prsume pices 200 mm < diamtre 250 mm Quantit prsume pices 250 mm < diamtre 300 mm Quantit prsume pices 300 mm < diamtre 350 mm Quantit prsume pices 350 mm < diamtre 400 mm Quantit prsume pices Excution de travaux de gunitage selon G.8.8.

Vermoedelijke hoeveelheid stuks 200 mm < diameter 250 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks 250 mm < diameter 300 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks 300 mm < diameter 350 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks 350 mm < diameter 400 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitvoering van gunniterigswerken volgens G.8.8. Vullen van de holten waarvan de diepte kleiner dan 100mm is. Spuitbeton bestemd voor het vullen van de holten achter de nominale dikte van de gunnitering. Vermoedelijke oppervlakte m Natte gunnitering met spuitbeton gewapend met gietijzervezels, inclusief gladstrijken. Spuitbeton met nominale dikte 8 cm, inclusief leveren en gebruik van gietijzer vezels. Vermoedelijke oppervlakte m Droge gunnitering met spuitbeton gewapend met gietijzervezels, inclusief gladstrijken. Spuitbeton met nominale dikte 8 cm, inclusief leveren en gebruik van gietijzer vezels. Vermoedelijke oppervlakte m Supplement voor bijkomende gietijzervezels in kg per m gespoten mengsel. Enkel op aanvraag van de leidende ambtenaar en om eventueel aan strengere stabiliteiteisen te voldoen.

05.524

Remplissage des cavits infrieures 100 mm. Bton projet destin au remplissage des cavits situes derrire lpaisseur nominale de mortier projet. Surface prsume m Gunitage dun bton arm de fibres de fonte par voie humide, y compris talochage. Bton projet dune paisseur nominale de 8 cm, y compris fourniture et emploi de fibres de fonte. Surface prsume m Gunitage dun bton arm de fibres de fonte par voie sche, y compris talochage. Bton projet dune paisseur nominale de 8 cm, y compris fourniture et emploi de fibres de fonte. Surface prsume m Supplment de fibres de fonte complmentaire en kg par m de mlange projet. A la demande expresse du fonctionnaire dirigeant et en vue de rpondre ventuellement des exigences de stabilit plus strictes. Poids prsum kg Gunitage dun bton renforc de fibres synthtiques par voie humide, y compris talochage. Bton projet dune paisseur nominale de 5 cm, y compris fourniture et emploi de fibres synthtiques. Surface prsume m

05.525

05.526

05.527

05.528

Vermoedelijk gewicht kg Natte gunnitering met spuitbeton versterkt met synthetische vezels, inclusief gladstrijken. Spuitbeton met nominale dikte 5 cm, inclusief leveren en gebruik van synthetische vezels. Vermoedelijk oppervlakte m
- 117 -

05.529

Gunitage dun bton renforc de fibres synthtiques par voie sche, y compris talochage. Bton projet dune paisseur nominale de 5 cm, y compris fourniture et emploi de fibres synthtiques. Surface prsume m Supplment de fibres synthtiques complmentaire en kg par m de mlange projet. A la demande expresse du fonctionnaire dirigeant et en vue de rpondre ventuellement des exigences de stabilit plus strictes. Poids prsum kg Reprise des raccordements en grs. Reprise et finition tanche des raccordements avec les parois gunites au moyen de manchons en PVC (PN 7.5 min.) ou PP avec face extrieure sable introduits autour du tuyau existant. Y compris, prparation des supports pour garantir ladhrence, finitions et scellement au mortier, tanchit des raccords et toutes sujtions.

Droge gunnitering met spuitbeton versterkt met synthetische vezels, inclusief gladstrijken. Spuitbeton met nominale dikte 5 cm, inclusief leveren en gebruik van synthetische vezels. Vermoedelijke oppervlakte m Supplement voor bijkomende synthetische vezels in kg per m gespoten mengsel. Enkel op aanvraag van de leidende ambtenaar en om eventueel aan strengere stabiliteiteisen te voldoen. Vermoedelijk gewicht kg Aanpassing van de gres aansluitingen. Verbinding en waterdichte afwerking van de aansluitingen met de gegunniteerde wanden door middel van een schuifmof in PVC (PN 7.5) of PP met bezand buitenvlak die rond de bestaande buis wordt ingewerkt. Inclusief de voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren, afwerkingen en vastzetten met mortel, dichtheid van de verbindingen en alle bijbehorende werkzaamheden.

05.530

05.531

05.532

Quantit prsume pices Reprise des branchements en PEHD. Reprise et finition tanche des raccordements au droit des parois gunites au moyen d'une pice de piquage obligatoirement munie dun joint dtanchit en caoutchouc intrieur et scelle au mortier dans l'paisseur de la paroi de l'gout principal. Y compris, prparation des supports pour garantir ladhrence, finitions et scellement au mortier, tanchit des raccords et toutes sujtions.

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verbinding van de aansluitingen in HDPE. Verbinding en waterdichte afwerking van de aansluitingen ter hoogte van de gegunniteerde wanden d.m.v. een verbindingsstuk, verplicht voorzien van een waterdichte binnen rubberring en vastgemaakt d.m.v. mortel in de wand van de hoofdriool. Inclusief de voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren, de afwerkingen en vastzetten met mortel, dichtheid van de verbindingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Aanpassing en afwerking ter hoogte van de inspectieputten, aangrenzende riolen en uiteinden van de rehabilitatie. Geleidelijke trechtervormige verbindingen stroomopwaarts en stroomafwaarts, d.m.v. epoxymortel uitgevoerd, inclusief voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren en alle bijkomende werkzaamheden. Vermoedelijk hoeveelheid stuks Rehabilitatie en herprofilering van geulen.

05.533

Quantit prsume pices Adaptation et finition au droit des chambres de visite, gouts de jonction et extrmits de la partie rhabilite. Les raccordements amont et aval sont progressifs et en entonnoir, raliss au moyen de mortier poxy, y compris prparation des supports pour garantir ladhrence et toutes sujtions.

Quantit prsume pices Rhabilitation et reprofilage de radiers.

- 118 -

05.534

Mise en place de cunettes demi-circulaires en polyester renforc de fibres de verre (PRV) et injection d'un mortier sans retrait. Y compris tablissement des gabarits ncessaires, calage, mise niveau des lments, collage des joints au mastic colle polyurthane des lments entre eux, fixation au moyen d'ancrages chimiques, assemblage tanche des pices entre elles, injection dun mortier sans retrait entre la paroi de l'gout et les lments de cunette, joints d'tanchit en PU et toutes sujtions. Dimensions de l'gout (voir plans). Epaisseur et dimensions des lments dterminer par lentrepreneur en fonction du rsultat des calculs de dimensionnement. Longueur prsume mct Mise en place de cunettes prfabriques en polyester renforc de fibres de verre (PRV) et injection d'un mortier sans retrait selon G.8.4. Y compris tablissement des gabarits ncessaires, calage, mise niveau des lments, collage des joints au mastic colle polyurthane des lments entre eux, fixation au moyen d'ancrages chimiques, assemblage tanche des pices entre elles, injection dun mortier sans retrait entre la paroi du radier et les cunettes et toutes sujtions. Dimensions et profil (voir plans). Epaisseur et dimensions des lments dterminer par lentrepreneur en fonction du rsultat des calculs de dimensionnement. Longueur prsume mct Reprofilage du radier en amont des travaux de rhabilitation. Mise en place de bton de rparation base d'poxy et arm de fibres de verre, en vue de supprimer les contre-pentes ventuelles et perturbations d'coulement, y compris prparation des supports pour garantir ladhrence et toutes sujtions. Le reprofilage est galement prvoir au droit des gouts de jonction dont l'coulement abouti dans l'gout rhabiliter. Longueur prsume mct Raccordement des cunettes aux limites des travaux et aux jonctions. Raccordement progressif et en entonnoir au moyen de mortier poxy, y compris dcoupes, joint dtanchit, prparation des supports pour garantir ladhrence et toutes sujtions. Longueur prsume mct

Plaatsing van halve cirkelvormige geulen in glasvezel versterkte polyester (GVP) en injectie van een mortel zonder krimp. Inclusief noodzakelijke dimensioneringen, vastzetten, op niveau brengen van de elementen, verlijming met polyurethaanmastiek van de elementen aan elkaar, bevestiging met chemische verankeringen, waterdichte opvoeging van de stukken onder elkaar, injectie van een mortel zonder krimp tussen de wanden van de riool en de geulelementen en alle bijbehorende werkzaamheden. Afmetingen riool (zie plannen). De dikte en de maten van de elementen zijn door de aannemer te bepalen in functie van de resultaten van de dimensioneringsberekeningen. Vermoedelijke lengte str. m Plaatsing van geprefabriceerde geulen in glasvezel versterkte polyester(GVP) en injectie van een mortel zonder krimp volgens G.8.4. Inclusief noodzakelijke dimensioneringen, vastzetten, op niveau brengen van de elementen, verlijming met polyurethaanmastiek van de elementen aan elkaar, bevestiging met chemische verankeringen, waterdichte opvoeging van de stukken onder elkaar, injectie van een mortel zonder krimp tussen de wanden en de geulelementen en alle bijbehorende werkzaamheden. Afmetingen en profiel (zie plannen). De dikte en de maten van de elementen zijn door de aannemer te bepalen in functie van de resultaten van de dimensioneringsberekeningen. Vermoedelijke lengte str. m Herprofilering van de geulen stroomopwaarts van de renovatiewerken. Plaatsing van herstellingsbeton met epoxy en met glasvezels versterkt, voor het wegwerken van tegenhellingen en/of andere verstoringen van de stroming, inclusief de voorbereiding van de ondergrond, om de aanhechting te verzekeren. De herprofilering is tevens te voorzien daar waar een andere riool uitmondt in de te renoveren riool.

05.535

05.536

05.537

Vermoedelijke lengte str. m Aansluiting van de geulelementen aan de uiteinden van de werken en aan de aangrenzende riolen. Progressieve en trechtervorming aansluiting met epoxymortel, inclusief de uitsnijdingen, waterdichtingsvoeg, de voorbereiding van de ondergrond om de hechting te verzekeren en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m
- 119 -

05.538

Mise en place de cunettes en grs selon G.8.7. Mise en place des cunettes, au moyen d'une colle rsistante aux sulfates et suivant le profil prescrit, y compris prparation du support, rejointoiement des lments et finition des bords au moyen de rsine poxy et toutes sujtions. Longueur prsume mct Rnovation et reprofilage d'une cunette avec des lments de carrelage selon G.8.7. Mise en place des carrelages prassembls, au moyen d'une colle rsistante aux sulfates et suivant le profil prescrit, y compris prparation du support, rejointoiement des lments au moyen de rsine poxy et toutes sujtions. Surface prsume m Supplment sur le prix des postes prcdents pour pices prfabriques en courbe ou en angle selon ncessit. Surface prsume m Protection douvrages contre la corrosion.

Plaatsen van geulen in gres volgens G.8.7. Aanbrengen van geulen, door middel van een lijm die bestand is tegen de inwerking van sulfaten, volgens het voorgeschreven profiel, inclusief de voorbereiding van de ondergrond, opvoegen van de elementen en afwerken van de randen d.m.v. van epoxy hars en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Renovatie en herprofileren van een geul met behulp van keramische elementen volgens G.8.7. Aanbrengen van de keramische elementen, door middel van een lijm die bestand is tegen de inwerking van sulfaten en volgens het voorgeschreven profiel, inclusief de voorbereiding van de ondergrond, opvoegen van de elementen met een epoxyhars en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten indien de stukken geprefabriceerd zijn volgens de benodigde bocht en hoek. Vermoedelijke oppervlakte m Bescherming van werken tegen corrosie. Bescherming tegen corrosie van de betonwanden van bestaande inspectieputten door het aanbrengen van een bekleding op basis van vezelversterkt epoxyhars volgens G.8.11, inclusief grondig grindstralen, reiniging en voorbereiding van de ondergrond, hechtingslaag, afwerkingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Nominale dikte van de monolithische laag: 3 mm.

05.539

05.540

05.541

Protection contre la corrosion des parois en bton de chambres de visite existantes par application dune rsine poxy sans solvant et renforce par des fibres selon G.8.11, y compris sablage, nettoyage et prparation des supports, couche dadhrence, finitions et toutes sujtions. Epaisseur nominale de la couche monolithe : 3 mm. Surface prsume m Protection contre la corrosion des parois verticales du collecteur par application dune rsine poxy sans solvant et renforce par des fibres selon G.8.11, y compris sablage, nettoyage et prparation des supports, couche dadhrence, finitions et toutes sujtions. Epaisseur nominale de la couche monolithe : 3 mm. Surface prsume m

05.542

Vermoedelijke oppervlakte m Bescherming tegen corrosie van de verticale wanden van de collector door het aanbrengen van een bekleding op basis van vezelversterkt epoxyhars volgens G.8.11, inclusief grondig grindstralen, reiniging en voorbereiding van ondergrond, hechtingslaag, afwerkingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Nominale dikte van de monolithische laag: 3 mm. Vermoedelijke oppervlakte m

- 120 -

05.543

Protection de bassins, banquettes et/ou parois de collecteurs ou chambres de visite avec des lments de carrelage selon G.8.7. Mise en place des carrelages au moyen d'une colle rsistante aux sulfates et suivant le profil prescrit, y compris, prparation du support, rejointoiement des lments au moyen de rsine poxy et toutes sujtions. Surface prsume m Ouvrages de gnie civil selon I.2.

Bescherming van bekkens, bordessen en/of wanden van collectoren of inspectieputten met keramische elementen volgens G.8.7. Aanbrengen van de keramische elementen door middel van lijm die bestand is tegen de inwerking van sulfaten en volgens het voorgeschreven profiel, inclusief voorbereiding van ondergrond, opvoegen van de elementen door middel van epoxyhars, en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Constructies van burgerlijke bouw volgens I.2. Levering en verwerking van afwerkbeton C 12/15 voor het bouwen van inspectieputten, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van schraal beton C 16/20, inclusief bekistingen, onder profiel brengen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van gewapend beton C 25/30 EA3, inclusief : - bekistingen, onder profiel brengen, alsook alle kosten verbonden aan het waterdicht en perfect glad maken van de wanden langs de kant van de afvloeiing van het water - de aanpassingen - oppervlakkig afbikken - wapeningen BE 500 - doken voor verankeringen - soepele dichtingen voor de doorgang van buizen - alle bijkomende werkzaamheden. De openingen voor een binnendiameter gelijk aan of kleiner dan 30 cm worden niet afgetrokken. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van gewapend beton C 30/37 EA3, inclusief : - bekistingen, onder profiel brengen, alsook alle kosten verbonden aan het waterdicht en perfect glad maken van de wanden langs de kant van de afvloeiing van het water

05.544

Fourniture et mise en uvre de bton de propret C 12/15 pour la construction de chambres de visite, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de bton maigre C 16/20, y compris coffrages, mise sous profil et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de bton arm C 25/30 EA3, y compris : - coffrages, mise sous profil, ainsi que tous les frais pour rendre des parois tanches et parfaitement lisses ct coulement des eaux. les appropriations dcapage superficiel armatures BE 500 douilles pour ancrages joints souples pour passage de tuyaux toutes sujtions.

05.545

05.546

Les ouvertures pour un diamtre intrieur gal ou infrieur 30 cm ne sont pas dduites. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de bton arm C 30/37 EA3, y compris : - coffrages, mise sous profil, ainsi que tous les frais pour rendre des parois tanches et parfaitement lisses ct coulement des eaux.

05.547

- 121 -

les appropriations dcapage superficiel armatures BE 500 douilles pour ancrages joints souples pour passage de tuyaux toutes sujtions.

de aanpassingen oppervlakkig afbikken wapeningen BE 500 doken voor verankeringen soepele dichtingen voor de doorgang van buizen alle bijkomende werkzaamheden.

Les ouvertures pour un diamtre intrieur gal ou infrieur 30 cm ne sont pas dduites. Volume prsum m Dmolition et reconstruction l'avancement par la mthode des galeries dun gout en maonnerie. Ces travaux comprennent en phases successives : - dmolition l'avancement de l'ouvrage existant et vacuation des dbris - blindage de la galerie l'avancement (cadres, palplanches, fers plats,...) - bton de remplissage de la partie infrieure - ralisation lavancement et laide dun gabarit de la cunette et des piedroits en maonnerie. Ces travaux sont raliss au moyen de briques pleines. - bton arm pour la partie suprieure (pdale) - grout et bton de remplissage de la partie suprieure - bton maigre de remplissage latral - cimentage intrieur des maonneries (type HSR-LA) - reprise des branchements Sont inclus dans le poste la fourniture et mise en uvre des matriaux suivant indications sur les plans et caractristiques reprises dans les clauses techniques, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Construction l'avancement par la mthode des galeries dun gout en maonnerie. Ces travaux comprennent en phases successives : - dmolition l'avancement de l'ouvrage existant et vacuation des dbris - blindage de la galerie l'avancement (cadres, palplanches, fers plats,...) - bton de remplissage de la partie infrieure

De openingen voor een binnendiameter gelijk aan of kleiner dan 30 cm worden niet afgetrokken. Vermoedelijk volume m Afbraak en herbouw door de galerijmethode van een riool in metselwerk. Deze werken omvatten in opeenvolgende fasen : - afbraak aan de voortgang van bestaande riool en wegruiming van puin - beschoeiing aan de voortgang van de galerij (kaders, damplanken, platijzers ...) - opvulbeton voor het onderste gedeelte - uitvoering aan de voortgang en met behulp van een mal van de geul en de wanden in metselwerk. Deze werken worden uitgevoerd door middel van volle bakstenen - gewapend beton voor bovenste gedeelte (prefab betonplaat) - grout en beton voor opvullen van bovenste gedeelte - schraalbeton voor opvullen van zijvlakken - binnenkantse cementering van het metselwerk (HSR-LA type) - het bijwerken van de aansluitingen

05.548

Zijn in de stelpost begrepen leveren en verwerken van de materialen volgens de tekeningen en de karakteristieken van de technische bepalingen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Bouw door de galerijmethode van een riool in metselwerk. Deze werken omvatten in opeenvolgende fasen : - afbraak aan de voortgang van bestaande riool en wegruiming van puin - beschoeiing aan de voortgang van de galerij (kaders, damplanken, platijzers ...) - opvulbeton voor het onderste gedeelte

05.549

- 122 -

- ralisation lavancement et laide dun gabarit de la cunette et des pidroits en maonnerie. Ces travaux sont raliss au moyen de briques pleines. - bton arm pour la partie suprieure (pdale) - grout et bton de remplissage de la partie suprieure - bton maigre de remplissage latral - cimentage intrieur des maonneries (type HSR-LA) - reprise des branchements Sont inclus dans le poste la fourniture et mise en uvre des matriaux suivant indications sur les plans et caractristiques reprises dans les clauses techniques, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose de garde-corps inox AISI 304 y compris toutes sujtions. Poids prsum kg Fourniture et pose dchelons inox nuance AISI 304, y compris toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose de profils L type AISI 304, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct L. - EXAMEN VISUEL DES OUVRAGES SELON G.9.

- uitvoering aan de voortgang en met behulp van een mal van de geul en de wanden in metselwerk. Deze werken worden uitgevoerd door middel van volle bakstenen - gewapend beton voor bovenste gedeelte (prefab betonplaat) - grout en beton voor opvullen van bovenste gedeelte - schraalbeton voor opvullen van zijvlakken - binnenkantse cementering van het metselwerk (HSR-LA type) - het bijwerken van de aansluitingen Zijn in de stelpost begrepen leveren en verwerken van de materialen volgens de tekeningen en de karakteristieken van de technische bepalingen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van RVS leuning type AISI 304, inclusief bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk gewicht kg Leveren en plaatsen van RVS klimijzers type AISI 304, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen L-ijzers type AISI 304, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m L. VISUEEL ONVERZOEK VAN CONSTRUCTIES VOLGENS G.9. Inspectie van openbare riolen met camera. Overhandiging in twee exemplaren aan de aanbestedende overheid van een videocassette (VHS) of DVD en een verslag op papierformaat met fotos. Het voormeld leidingvak wordt gecontroleerd bij middel van een telegeleide kleurcamera met draaiende kop. Dit onderzoek gebeurt volgens de norm NBN EN 13.508-2 Vr de werken

05.550

05.551

05.552

05.600

Inspection par camra dun gout public. Communication en deux exemplaires au pouvoir adjudicateur d'une cassette vido (VHS) ou DVD et dun rapport sur format papier avec photos. Dans la canalisation on introduit une camra couleur tte rotative et tlcommande. Linspection sera ralise conformment la norme NBN EN 13.508-2

05.600.a 05.600.b

Avant travaux Longueur prsume mct Avant rception provisoire Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Vr voorlopige oplevering Vermoedelijke lengte str. m

- 123 -

05.601

Inspection par camra endoscopique des branchements privatifs ou davaloirs. Communication en deux exemplaires au pouvoir adjudicateur d'une cassette vido (VHS) ou DVD et dun rapport sur format papier. Prix par branchement (de lgout la limite prive). Avant travaux Quantit prsume pices Avant rception provisoire Quantit prsume pices M. CURAGE SELON G.10.

Inspectie met een endoscopische camera van de private aansluitingen of straatkolken. Overhandiging in twee exemplaren aan de aanbestedende overheid van een videocassette (VHS) of DVD en een verslag op papierformaat. Prijs per aansluiting (tussen de riool en priv domein). Vr de werken Vermoedelijke hoeveelheid stuks Vr voorlopige oplevering Vermoedelijke hoeveelheid stuks M. RUIMEN VOLGENS G.10. Schoonspuiten van leidingen volgens G.10.2, inclusief verwijderen van het puin, alle maatregelen nodig voor de bescherming van de omgeving en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Ruimen met water onder hoge druk van leidingen volgens G.10.3, inclusief verwijderen van het puin, alle maatregelen nodig voor de bescherming van de omgeving en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m N. BUIZEN BUITEN GEBRUIK VOLGENS G.11. Versperring en opvulling met dunne cementmortel van buiten dienst gestelde vertakkingen, inclusief eventueel noodzakelijke grondwerken, nazicht van de buitenwerkingstelling, merken en alle bijbehorende werkzaamheden. (Prijs per aansluiting).

05.601.a 05.601.b

05.650

Nettoyage hydromcanique de conduites selon G.10.2, y compris vacuation des dbris, toutes mesures ncessaires la protection de lenvironnement et toutes sujtions. Longueur prsume mct Hydrocurage haute pression de conduites selon G.10.3, y compris vacuation des dbris, toutes mesures ncessaires la protection de lenvironnement et toutes sujtions. Longueur prsume mct N. TUYAUX HORS SERVICE SELON G.11.

05.651

05.700

Obstruction et remplissage au moyen dun coulis de ciment de branchements lgout mis hors service, y compris travaux de terrassement ventuellement ncessaires, vrification de mise hors service, reprage et toutes sujtions. (Prix par branchement). Quantit prsume pices Obstruction et remplissage au moyen dun coulis de ciment d'une portion de l'gout mis hors service, y compris travaux de terrassement ventuellement ncessaires, vrification de mise hors service, reprage et toutes sujtions. Volume prsum m

05.701

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Versperring en opvulling met dunne cementmortel van het gedeelte van het riool dat buiten dienst is, inclusief eventueel noodzakelijke grondwerken, nazicht van de buitenwerkingstelling, merken en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m

- 124 -

05.702

Obstruction et remplissage au moyen de sable-ciment d'une chambre de visite mise hors service, y compris travaux de terrassement ventuellement ncessaires, vrification de mise hors service, reprage et toutes sujtions.

Versperring en opvulling met zandcement van een inspectieput die buiten dienst is gesteld, inclusief eventueel noodzakelijke grondwerken, nazicht van de buitenwerkingstelling, merken en alle bijbehorende werkzaamheden.

Volume prsum m

Vermoedelijk volume m

- 125 -

CHAPITRE VI ELEMENTS LINEAIRES

HOOFDSTUK VI LIJNVORMIGE ELEMENTEN

A. GENERALITES
06.001

A. - ALGEMEENHEDEN Op niveau brengen van alle soorten trottoirbanden, inclusief leveren van de nodige materialen, grondwerken en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en verwerken van beton C 16/20 voor diverse funderingen en stutten voor lijnvormige elementen, inclusief uitspreiden, bekisten, beschermen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m B. BETONNEN TROTTOIRBANDEN, STRAATGOTEN, GOOTBANDEN EN KANTSTROKEN VOLGENS H.1. B.1. Betonnen trottoirbanden volgens H.1. Leveren en plaatsen van rechte geprefabriceerde betonnen trottoirbanden, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost geldt eveneens op de trottoirbanden die geplaatst worden als boomkaders.

Mise niveau de bordures de toute nature, y compris fourniture des matriaux ncessaires, terrassements et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre de bton C 16/20 pour diverses fondations et contrebutages pour lments linaires, y compris rpandage, coffrage, protection et toutes sujtions. Volume prsum m B. BORDURES, FILETS DEAU, BORDURES-FILETS DEAU ET BANDES DE CONTREBUTAGE EN BETON SELON H.1. B.1. - Bordures en bton selon H.1.

06.002

06.003

Fourniture et pose de bordures droites prfabriques en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Ce poste s'applique galement aux bordures poses pour former les cadres arbre. Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.003.a

Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining

06.003.b

06.003.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.003.d

06.003.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m

- 126 -

06.003.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Overgangstrottoirbanden doorsnede 30 x 20 cm met afschuining 2 x 2 cm naar 5 x 10 cm. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde schampkanten, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, mechanisch zagen, vastzetten, plaatsingsmortel, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden.

06.003.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein

06.003.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Bordures de transition section 30 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm vers 5 x 10 cm. Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures de scurit basses prfabriques en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, sciage mcanique, calage, mortier de pose, rejointoyage et toutes sujtions. Format type A : profil prfrentiel simple Longueur prsume mct

06.003.i

06.003.j

06.003.k

06.003.l

06.004

06.004.a

Formaat type A : enkelvoudig voorkeursprofiel Vermoedelijke lengte str. m Formaat type B : enkelvoudig voorkeursprofiel Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Formaat type C : dubbel voorkeursprofiel Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van rechte geprefabriceerde betonnen trottoirbanden met speciale toplaag, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze post geldt eveneens voor de trottoirbanden die als boomkaders worden geplaatst.

06.004.b

Format type B : profil prfrentiel simple

06.004.c

Format type C : profil prfrentiel double Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures droites prfabriques en bton avec couche superficielle spciale, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Ce poste s'applique galement aux bordures poses pour former les cadres arbres.

06.005

- 127 -

06.005.a

Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining

06.005.b

06.005.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.005.d

06.005.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining

06.005.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining

06.005.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Overgangstrottoirbanden doorsnede 30 x 20 cm met afschuining 2 x 2 cm naar 5 x 10 cm. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van rechte trottoirbanden van gereconstitueerde carbonaatrijke sedimentaire steen, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost geldt eveneens voor de trottoirbanden die als boomkaders worden geplaatst.

06.005.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Bordures de transition section 30 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm vers 5 x 10 cm. Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures droites en roche sdimentaire carbonate reconstitue, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Ce poste s'applique galement aux bordures poses pour former les cadres arbres.

06.005.i

06.005.j

06.005.k

06.005.l

06.006

- 128 -

06.006.a

Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining

06.006.b

06.006.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.006.d

06.006.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining

06.006.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining

06.006.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Overgangstrottoirbanden doorsnede 30 x 20 cm met afschuining 2 x 2 cm naar 5 x 10 cm. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gebogen geprefabriceerde betonnen trottoirbanden (straal kleiner dan 10 m), inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost geldt eveneens voor de trottoirbanden die als boomkaders worden geplaatst.

06.006.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Bordures de transition section 30 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm vers 5 x 10 cm. Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures courbes prfabriques en bton (rayon infrieur 10 m), y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Ce poste s'applique galement aux bordures poses pour former les cadres arbre.

06.006.i

06.006.j

06.006.k

06.006.l

06.007

- 129 -

06.007.a

Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining

06.007.b

06.007.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.007.d

06.007.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining

06.007.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining

06.007.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gebogen betonnen trottoirbanden met speciale toplaag (straal kleiner dan 10 m), inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost geldt eveneens voor de trottoirbanden die als boomkaders worden geplaatst. Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m

06.007.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures courbes en bton avec couche superficielle spciale (rayon infrieur 10 m), y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Ce poste s'applique galement aux bordures poses pour former les cadres arbre. Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.007.i

06.007.j

06.007.k

06.008

06.008.a

- 130 -

06.008.b

Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining

06.008.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.008.d

06.008.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining

06.008.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining

06.008.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gebogen trottoirbanden van gereconstitueerde carbonaatrijke sedimentaire steen (straal kleiner dan 10 m), inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost geldt eveneens voor de trottoirbanden die als boomkaders worden geplaatst. Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m

06.008.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein. Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures courbes en roche sdimentaire carbonate reconstitue (rayon infrieur 10 m), y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Ce poste s'applique galement aux bordures poses pour former les cadres arbre. Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.008.i

06.008.j

06.008.k

06.009

06.009.a

06.009.b

- 131 -

06.009.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van L-vormige geprefabriceerde betonnen trottoirbanden, lengte 50 x 50 cm met een afschuining van 2 x 2 cm, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Doorsnede 30 x 15 cm Quantit prsume pices Vermoedelijk hoeveelheid stuks Doorsnede 30 x 20 cm Quantit prsume pices Vermoedelijk hoeveelheid stuks

06.009.d

06.009.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein

06.009.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein

06.009.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein

06.009.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures prfabriques en bton en forme de L longueur 50 x 50 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Section 30 x 15 cm

06.009.i

06.009.j

06.009.k

06.010

06.010.a

06.010.b

Section 30 x 20 cm

- 132 -

06.011

Fourniture et pose de bordures prfabriques en bton blanc (droites) pour dlimiter le site propre trams, avec section rectangulaire de 50 x 20 cm et chanfrein de 2 x 2 cm, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage, mortier de pose et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures droites prfabriques en bton, avec couche superficielle spciale grenaille, section 30 x 13/15 cm, avec assemblage bouton et boutonnire, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures courbes prfabriques en bton, avec couche superficielle spciale grenaille, section 25 x 13/15 cm, avec assemblage bouton et boutonnire, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose de pices de coins et de raccords pour bordures prfabriques en bton avec couche superficielle spciale grenaille, section 25 x 13/15 cm, avec assemblage bouton et boutonnire, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et mise en uvre de bton coul en place pour bordures droites selon H.1.2, y compris coffrage, rglage, joints de retrait, protection du bton frais et toutes sujtions. Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

Leveren en plaatsen van geprefabriceerde trottoirbanden uit wit beton (rechte) om de eigen tramzate af te bakenen, met rechthoekige doorsnede van 50 x 20 cm met een afschuining van 2 x 2 cm, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen, plaatsingsmortel en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van rechte geprefabriceerde betonnen trottoirbanden met gestaalstraalde speciale toplaag, doorsnede 30 x 13/15 cm, verbinding met hol en dol, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden.

06.012

06.013

Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde gebogen betonnen trottoirbanden met gestaalstraalde speciale toplaag, doorsnede 25 x 13/15 cm, verbinding met hol en dol, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden.

06.014

Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van hoek- en verbindingsstukken voor geprefabriceerde betonnen trottoirbanden met gestaalstraalde speciale toplaag, doorsnede 25 x 13/15 cm, verbinding met hol en dol, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden.

06.015

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en verwerken van ter plaatse gestort beton voor rechte trottoirbanden volgens H.1.2, inclusief bekisten, regelen, krimpvoegen, beschermen van het verse beton en alle bijbehorende werkzaamheden. Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m
- 133 -

06.015.a

06.015.b

06.015.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.015.d

06.015.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en verwerken van ter plaatse gestort beton voor gebogen trottoirbanden volgens H.1.2, inclusief bekisten, regelen, krimpvoegen, beschermen van de verse beton en alle bijbehorende werkzaamheden. Type I A, 35 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I B, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I C 1, 30 x 15 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I C 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I D 1, 30 x 10 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type I D 2, 20 x 10 cm zonder afschuining Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m
- 134 -

06.015.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein

06.015.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein

06.015.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre de bton coul en place pour bordures courbes selon H.1.2, y compris coffrage, rglage, joints de retrait, protection du bton frais et toutes sujtions. Type I A, 35 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type I B, 30 x 20 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.015.i

06.015.j

06.015.k

06.016

06.016.a

06.016.b

06.016.c

Type I C 1, 30 x 15 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I C 2, 30 x 15 cm avec chanfrein de 2 x 2 cm Longueur prsume mct

06.016.d

06.016.e

Type I D 1, 30 x 10 cm sans chanfrein

06.016.f

Type I D 2, 20 x 10 cm sans chanfrein

06.016.g

Type I D 3, 25 x 8 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Type I D 3, 25 x 8 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I D 4, 20 x 6 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type I E, 27 x 20 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 1, 20 x 30 cm met afschuining van 3 x 20 cm Vermoedelijke lengte str. m Type I F 2, 17 x 25 cm met afschuining van 2,5 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van rechte betonnen geprefabriceerde trottoirbanden, met hol en dol verbinding, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden.

06.016.h

Type I D 4, 20 x 6 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type I E, 27 x 20 cm avec chanfrein de 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type I F 1, 20 x 30 cm avec chanfrein de 3 x 20 cm Longueur prsume mct Type I F 2, 17 x 25 cm avec chanfrein de 2,5 x 15 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures droites prfabriques en bton, avec assemblage bouton et boutonnire, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Format 30 x 8 cm Longueur prsume mct

06.016.i

06.016.j

06.016.k

06.017

06.017.a

Formaat 30 x 8 cm Vermoedelijke lengte str. m Formaat 30 x 12 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Formaat 40 x 12 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Formaat 30 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gebogen geprefabriceerde betonnen trottoirbanden met hol en dol verbinding, (straal kleiner dan 10 m), inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat 30 x 8 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Formaat 30 x 12 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m
- 135 -

06.017.b

Format 30 x 12 cm

06.017.c

Format 40 x 12 cm

06.017.d

Format 30 x 15 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures courbes prfabriques en bton, avec assemblage bouton et boutonnire, (rayon infrieur 10 m), y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Format 30 x 8 cm

06.018

06.018.a

06.018.b

Format 30 x 12 cm

06.018.c

Format 40 x 12 cm Longueur prsume mct

Formaat 40 x 12 cm Vermoedelijke lengte str. m Formaat 30 x 15 cm Vermoedelijke lengte str. m B.2. Betonnen straatgoten en kantstroken volgens H.1. Leveren en plaatsen van rechte betonnen straatgoten, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type IRIS 15 x 25 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II A2, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II B2, 20 x 75 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II C2, 20 x 100 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II D2, 20 x 20 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II E2, 20 x 30 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gebogen geprefabriceerde betonnen straatgoten, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type IRIS 15 x 25 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II A2, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II B2, 20 x 75 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m
- 136 -

06.018.d

Format 30 x 15 cm Longueur prsume mct B.2. Filets deau et bandes de contrebutage en bton selon H.1.

06.019

Fourniture et pose de filets deau droits prfabriqus en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Type IRIS 15 x 25 cm

06.019.a

06.019.b

Type II A2, 20 x 50 cm

06.019.c

Type II B2, 20 x 75 cm

06.019.d

Type II C2, 20 x 100 cm

06.019.e

Type II D2, 20 x 20 cm

06.019.f

Type II E2, 20 x 30 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de filets deau courbes prfabriqus en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Type IRIS 15 x 25 cm

06.020

06.020.a

06.020.b

Type II A2, 20 x 50 cm

06.020.c

Type II B2, 20 x 75 cm

06.020.d

Type II C2, 20 x 100 cm Longueur prsume mct

Type II C2, 20 x 100 cm Vermoedelijke lengte str. m Type II D2, 20 x 20 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II E2, 20 x 30 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van rechte geprefabriceerde betonnen kantstroken, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type IRIS 15 x 25 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II A1, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II B1, 20 x 75 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II C1, 20 x 100 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II D1, 20 x 20 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II E1, 20 x 30 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gebogen betonnen geprefabriceerde kantstroken (straal kleiner dan 10 m), inclusief laden, lossen, eventuele opslag, mechanisch zagen, regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type IRIS 15 x 25 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II A1, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m

06.020.e

Type II D2, 20 x 20 cm

06.020.f

Type II E2, 20 x 30 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bandes de contrebutage droites prfabriques en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Type IRIS 15 x 25 cm

06.021

06.021.a

06.021.b

Type II A1, 20 x 50 cm

06.021.c

Type II B1, 20 x 75 cm

06.021.d

Type II C1, 20 x 100 cm

06.021.e

Type II D1, 20 x 20 cm

06.021.f

Type II E1, 20 x 30 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bandes de contrebutage courbes prfabriques en bton (rayon infrieur 10 m), y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, sciage mcanique, rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Type IRIS 15 x 25 cm

06.022

06.022.a

06.022.b

Type II A1, 20 x 50 cm

- 137 -

06.022.c

Type II B1, 20 x 75 cm Longueur prsume mct

Type II B1, 20 x 75 cm Vermoedelijke lengte str. m Type II C1, 20 x 100 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II D1, 20 x 20 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II E1, 20 x 30 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en verwerken van ter plaatse gestort beton voor rechte straatgoten, inclusief bekisten, regelen, krimpvoegen, beschermen van de verse beton en alle bijbehorende werkzaamheden. Type IRIS 15 x 25 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II A2, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II B2, 20 x 75 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II C2, 20 x 100 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II D2, 20 x 20 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II E2, 20 x 30 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en verwerken van ter plaatse gestort beton voor gebogen straatgoten, inclusief bekisten, regelen, krimpvoegen, beschermen van de verse beton en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat Type IRIS 15 x 25 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II A2, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m
- 138 -

06.022.d

Type II C1, 20 x 100 cm

06.022.e

Type II D1, 20 x 20 cm

06.022.f

Type II E1, 20 x 30 cm Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre de bton coul en place pour filets deau droits, y compris coffrage, rglage, joints de retrait, protection du bton frais et toutes sujtions. Type IRIS 15 x 25 cm

06.023

06.023.a

06.023.b

Type II A2, 20 x 50 cm

06.023.c

Type II B2, 20 x 75 cm

06.023.d

Type II C2, 20 x 100 cm

06.023.e

Type II D2, 20 x 20 cm

06.023.f

Type II E2, 20 x 30 cm Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre de bton coul en place pour filets deau courbes, y compris coffrage, rglage, joints de retrait, protection du bton frais et toutes sujtions. Format Type IRIS 15 x 25 cm

06.024

06.024.a

06.024.b

Type II A2, 20 x 50 cm

06.024.c

Type II B2, 20 x 75 cm Longueur prsume mct

Type II B2, 20 x 75 cm Vermoedelijke lengte str. m Type II C2, 20 x 100 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II D2, 20 x 20 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type II E2, 20 x 30 cm Vermoedelijke lengte str. m B.3. Betonnen gootbanden volgens H.1. Leveren en plaatsen van rechte geprefabriceerde betonnen gootbanden, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, mechanisch zagen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type III A, 20 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III B, 20 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III C, 22 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III D, 30 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III E, 20 x 50 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van gebogen geprefabriceerde betonnen gootbanden (straal kleiner dan 10m), inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, mechanisch zagen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type III A, 20 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III B, 20 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m
- 139 -

06.024.d

Type II C2, 20 x 100 cm

06.024.e

Type II D2, 20 x 20 cm

06.024.f

Type II E2, 20 x 30 cm Longueur prsume mct B.3 - Bordures - filets deau en bton selon H.1.

06.025

Fourniture et pose de bordures-filets deau droites prfabriques en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, sciage mcanique, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Type III A, 20 x 45 cm

06.025.a

06.025.b

Type III B, 20 x 45 cm

06.025.c

Type III C, 22 x 50 cm

06.025.d

Type III D, 30 x 45 cm

06.025.e

Type III E, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Fourniture et pose de bordures-filets deau courbes (rayon infrieur 10m) prfabriques en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, sciage mcanique, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Type III A, 20 x 45 cm

06.026

06.026.a

06.026.b

Type III B, 20 x 45 cm

06.026.c

Type III C, 22 x 50 cm Longueur prsume mct

Type III C, 22 x 50 cm Vermoedelijke lengte str. m Type III D, 30 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III E 20 x 50 cm Vermoedelijke lengte str. m Leveren en verwerken van ter plaatse gestort beton voor gootbanden, inclusief bekisten, regelen, mechanisch zagen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Type III A, 20 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III B, 20 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III C, 22 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III D, 30 x 45 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Type III E, 20 x 50 cm Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m C. NATUURSTENEN TROTTOIRBANDEN VOLGENS H.2. Leveren rechte trottoirbanden uit carbonaatrijk sedimentair gesteente, afwerking volgens H.2, inclusief laden, lossen, eventueel opslaan en alle bijbehorende werkzaamheden. Type A I 1, 25 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type A I 2, 30 x 15 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type A II 1, 25 x 15 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m
- 140 -

06.026.d

Type III D, 30 x 45 cm

06.026.e

Type III E 20 x 50 cm Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre de bton coul en place pour borduresfilets deau, y compris rglage, sciage mcanique, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Type III A, 20 x 45 cm

06.027

06.027.a

06.027.b

Type III B, 20 x 45 cm

06.027.c

Type III C, 22 x 50 cm

06.027.d

Type III D, 30 x 45 cm

06.027.e

Type III E, 20 x 50 cm

C. - BORDURES EN PIERRE NATURELLE SELON H.2.

06.028

Fourniture de bordures droites en roche sdimentaire carbonate, finition selon H.2, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel et toutes sujtions. Type A I 1, 25 x 15 cm avec chanfrein 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type A I 2, 30 x 15 cm avec chanfrein 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type A II 1, 25 x 15 cm avec chanfrein 5 x 10 cm Longueur prsume mct

06.028.a

06.028.b

06.028.c

06.028.d

Type A II 2, 30 x 15 cm avec chanfrein 5 x 10 cm Longueur prsume mct Type B I 1, 25 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type B I 2, 30 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2cm Longueur prsume mct

Type A II 2, 30 x 15 cm met afschuining van 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Type B I 1, 25 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type B I 2, 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type C I 1, 25 x 8 cm zonder afschuining

06.028.e

06.028.f

06.028.g

Type C I 1, 25 x 8 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type C I 2, 30 x 8 cm zonder afschuining

06.028.h

Type C I 2, 30 x 8 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type C II 1, 25 x 10 cm zonder afschuining

06.028.i

Type C II 1, 25 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct

Vermoedelijke lengte str. m Type C II 2, 30 x 10 cm zonder afschuining Vermoedelijke lengte str. m Type D I, 15 x 30 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Type D II, 20 x 30 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke lengte str. m Overgangstrottoirbanden doorsnede 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm naar 5 x 10 cm Vermoedelijke lengte str. m Trottoirbanden in L vorm, lengte 50 x 50 cm, doorsnede 30 x 20 cm met afschuining van 2 x 2 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Trottoirbanden doorsnede 25 x 20 cm met afschuining 2 x 2 cm voor boombakken, inclusief inkepingen voor het plaatsen van het boomrooster Vermoedelijke lengte str. m L-vormige trottoirbanden, lengte 55 x 55 cm, doorsnede 25 x 20 cm met afschuining 2 x 2 cm voor het vormen van hoeken voor boombakken, inclusief inkeping voor het plaatsen van het boomrooster. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

06.028.j

Type C II 2, 30 x 10 cm sans chanfrein Longueur prsume mct Type D I, 15 x 30 cm avec chanfrein 2 x 2 cm Longueur prsume mct Type D II, 20 x 30 cm avec chanfrein 2 x 2 cm Longueur prsume mct Bordures de transition section 30 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm vers 5 x 10 cm Longueur prsume mct Bordures en forme de L, longueur 50 x 50 cm, section 30 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm Quantit prsume pices Bordures section 25 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm pour bacs arbre, y compris les encoches pour poser la grille darbre Longueur prsume mct Bordures en forme de L, longueur 55 x 55 cm, section 25 x 20 cm avec chanfrein 2 x 2 cm pour crer des coins de bacs arbre, y compris lencoche pour poser la grille darbre. Quantit prsume pices

06.028.k

06.028.l

06.028.m

06.028.n

06.028.o

06.028.p

- 141 -

06.029

Pose de bordures droites en roche sdimentaire carbonate, y compris rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions.

Plaatsen van rechte trottoirbanden uit carbonaatrijk sedimentair gesteente, inclusief regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren van gebogen trottoirbanden of speciale elementen uit carbonaatrijk sedimentair gesteente, afwerking volgens H.2, inclusief laden, lossen, eventueel opslaan en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Plaatsen van gebogen trottoirbanden of speciale stukken uit carbonaatrijk sedimentair gesteente, inclusief regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren van gebogen trottoirbanden of speciale elementen uit graniet kleur wit-rose, kleurcode G 364 of G 636 of equivalent, van welke oorsprong ook, afwerking gepolijst voor het realiseren van ronde punten, inclusief openingen voor het aanbrengen van de verlichting en de reflectoren, laden, lossen, eventueel opslaan en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Plaatsen van gebogen trottoirbanden of speciale elementen uit graniet voor het realiseren van ronde punten, inclusief regelen, vastzetten, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m D. BETONNEN STOOTBANDEN VOLGENS H.3. Leveren en plaatsen van geprefabriceerde betonnen stootbanden, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regelen, mechanisch zagen, vastzetten, plaatsingsmortel, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden.

06.030

Longueur prsume mct Fourniture de bordures courbes ou lments spciaux en roche sdimentaire carbonate, finition selon H.2, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel et toutes sujtions. Volume prsq<um m Pose de bordures courbes ou lments spciaux en roche sdimentaire carbonate, y compris rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions.

06.031

06.032

Longueur prsume mct Fourniture de bordures courbes ou lments spciaux en granit blancrose, code couleur G 364 ou G 636 ou quivalent, quelle quen soit lorigine, finition polie pour la ralisation de ronds-points, y compris ouvertures pour fixer lclairage et les rflecteurs, chargement, dchargement, entreposage ventuel et toutes sujtions. Volume prsum m Pose de bordures courbes ou lments spciaux en granit pour la ralisation de ronds-points, y compris rglage, calage, rejointoyage et toutes sujtions. Longueur prsume mct D. BORDURES DE SECURITE EN BETON SELON H.3.

06.033

06.034

Fourniture et pose de bordures de scurit prfabriques en bton, y compris chargement, dchargement, entreposage ventuel, rglage, sciage mcanique, calage, mortier de pose, rejointoyage et toutes sujtions. Profil B1 simple Longueur prsume mct

06.034.a

Profiel B1 eenzijdig Vermoedelijke lengte str. m Profiel B1 tweezijdig Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Profiel B2 eenzijdig Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m
- 142 -

06.034.b

Profil B1 double

06.034.c

Profil B2 simple

06.034.d

Profil B2 double Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre de bton pour bordures de scurit excutes en place, y compris coffrage, torons, joints de retrait, protection du bton frais, ouvertures (0,10 x 0,30 m) tous les 3 m pour lvacuation des eaux si ncessaire et toutes sujtions. Profil B1 simple Longueur prsume mct

Profiel B2 tweezijdig Vermoedelijke lengte str. m Leveren en verwerken van beton voor ter plaatse gestorte stootbanden, inclusief bekisten, strengen, krimpvoegen, beschermen van de verse beton, openingen (0,10 x 0,30 m) om de 3 m voor de afvoer van water indien nodig en alle bijbehorende werkzaamheden. Profiel B1 eenzijdig Vermoedelijke lengte str. m Profiel B1 tweezijdig Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Profiel B2 eenzijdig Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m Profiel B2 tweezijdig Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m E. - STRAATGOTEN VAN GIETASFALT VOOR WEGEN VOLGENS H.4. Leveren en verwerken van gietasfalt voor wegen Type MA 4 x voor straatgoten, inclusief schoonmaken van de ondergrond, drogen met een brander en alle bijbehorende werkzaamheden. Dikte 30 mm Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 40 mm Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van gietasfalt voor wegen Type MA 4 x voor op hoogte brengen en profileren van een ondergrond die op de bouwplaats aanwezig was voordat het betrokken werk wordt uitgevoerd, inclusief schoonmaken van de ondergrond, drogen met een brander en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Behandeling van stortnaden en voegen met een eerder aangebrachte verharding of dito lijnvormig element of toebehoren van de weg. Vermoedelijke lengte str. m

06.035

06.035.a

06.035.b

Profil B1 double

06.035.c

Profil B2 simple

06.035.d

Profil B2 double

E. FILETS DEAU EN ASPHALTE COULE ROUTIER SELON H.4.

06.036

Fourniture et mise en uvre dasphalte coul routier Type MA 4 x pour filets deau, y compris nettoyage du support, schage au chalumeau et toutes sujtions. Epaisseur 30 mm Epaisseur 40 mm Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dasphalte coul routier Type MA 4 x pour mise niveau et reprofilage dun support prexistant aux travaux faisant lobjet du chantier, y compris nettoyage du support, schage au chalumeau et toutes sujtions. Surface prsume m Traitement de joints de reprise et joints avec un revtement, un autre lment linaire ou un accessoire de voirie pralablement pos. Longueur prsume mct

06.036.a 06.036.b 06.037

06.038

- 143 -

F. BARRIERES DE SECURITE EN ACIER SELON H.5.

06.039

F. STALEN GELEIDERAILCONSTRUCTIES VOLGENS H.5. Leveren en plaatsen van gegalvaniseerde stalen geleiderailconstructies, inclusief stalen profielen, stalen steunpalen, beugels, bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Minimumeisen H2 W6 / rechte elementen Vermoedelijke lengte str. m Minimumeisen H2 W6 / gebogen elementen Vermoedelijke lengte str. m Minimumeisen H2 W6 / begin- en eindconstructies Vermoedelijke hoeveelheid stuks Minimumeisen H2 W7 / rechte elementen Vermoedelijke lengte str. m Minimumeisen H2 W7 / gebogen elementen Vermoedelijke lengte str. m Minimumeisen H2 W7 / begin- en eindconstructies Vermoedelijke hoeveelheid stuks Minimumeisen T3 W5 / rechte elementen Vermoedelijke lengte str. m Minimumeisen T3 W5 / gebogen elementen Vermoedelijke lengte str. m Minimumeisen T3 W5 / begin- en eindconstructies Vermoedelijke hoeveelheid stuks

Fourniture et pose de barrires de scurit en acier galvanis, y compris profils en acier, supports en acier, triers, fixations et toutes sujtions. Exigences minimales H2 W6 / lments rectilignes Longueur prsume mct Exigences minimales H2 W6 / lments courbes Longueur prsume mct Exigences minimales H2 W6 / dispositifs dextrmit Quantit prsume pices Exigences minimales H2 W7 / lments rectilignes Longueur prsume mct Exigences minimales H2 W7 / lments courbes Longueur prsume mct Exigences minimales H2 W7 / dispositifs dextrmit Quantit prsume pices Exigences minimales T3 W5 / lments rectilignes Longueur prsume mct Exigences minimales T3 W5 / lments courbes Longueur prsume mct Exigences minimales T3 W5 / dispositifs dextrmit Quantit prsume pices

06.039.a

06.039.b

06.039.c

06.039.d

06.039.e

06.039.f

06.039.g

06.039.h

06.039.i

- 144 -

CHAPITRE VII PETITS OUVRAGES DART

HOOFDSTUK VII KLEINE KUNSTWERKEN

A. CHAMBRES DE VISITE ET DAPPAREILS CONSTRUITES EN PLACE SELON I.1.

07.001

A. TER PLAATSE GEBOUWDE INSPECTIE- EN UITRUSTINGSPUTTEN VOLGENS I.1. Leveren en verwerken van werkvloerbeton C 12/15, voor het bouwen van inspectieputten, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van schraal beton C 16/20, voor het bouwen van inspectieputten, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van beton C 30/37 voor het bouwen van inspectieputten, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Gladde zichtbare afwerking. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van beton C 40/50 voor het bouwen van inspectieputten, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Gladde zichtbare afwerking. Vermoedelijk volume m Staal klasse BE500 voor vorige stelpost. Leveren en verwerken van betonijzers voor het bouwen van inspectieputten, inclusief plooien, verbindingsdraden en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk gewicht kg Leveren en verwerken van een speciale bekleding van de bodem van inspectieputten, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een beton C 30/37 voor het onder profiel brengen van de bodem van inspectieputten, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m B. BETON EN GEWAPEND BETON VOLGENS I.2.

Fourniture et mise en uvre de bton de propret C 12/15, pour construction de chambres de visite, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de bton maigre C 16/20, pour construction de chambres de visite, y compris coffrages et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de bton C 30/37 pour construction de chambres de visite, y compris coffrages et toutes sujtions. Finition apparente lisse. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de bton C 40/50 pour construction de chambres de visite, y compris coffrages et toutes sujtions. Finition apparente lisse. Volume prsum m Acier classe BE500 pour le poste prcdent. Fourniture et pose de fers bton pour construction de chambres de visite, y compris pliages, ligatures et toutes sujtions. Poids prsum kg Fourniture et mise en uvre dun revtement spcial au fond des chambres de visite, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun bton C 30/37 pour la mise sous profil de la cunette des chambres de visite, y compris toutes sujtions. Surface prsume m B. BETON ET BETON ARME SELON I.2.

07.002

07.003

07.004

07.005

07.006

07.007

- 145 -

07.008

07.009

Fourniture et mise en uvre de bton de propret C 12/15, pour construction de petits ouvrages dart, y compris coffrages et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de bton maigre C 16/20, pour construction de petits ouvrages dart, y compris coffrages et toutes sujtions. Volume prsum m

Leveren en verwerken van werkvloerbeton C 12/15, voor het bouwen van kleine kunstwerken, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van schraal beton C 16/20, voor het bouwen van kleine kunstwerken, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van beton C 30/37 voor het bouwen van kleine kunstwerken, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Gladde zichtbare afwerking. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van beton C 40/50 voor het bouwen van kleine kunstwerken, inclusief bekistingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Gladde zichtbare afwerking. Vermoedelijk volume m Staal klasse BE400 S voor vorige stelposten. Leveren en verwerken van betonijzers voor het bouwen van kleine kunstwerken, inclusief plooien, verbindingsdraden en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk gewicht kg C. METSELWERK VAN BAKSTENEN EN VAN BLOKKEN VAN GEBONDEN MATERIALEN VOLGENS I.3. Afbraak van baksteenmetselwerk in slechte staat van inspectieputten van alle aard en van keldergaten waarvan de deksels op niveau gebracht moeten worden, inclusief de grondwerken, de afvoer van de afbraakmaterialen, het demonteren van de sporten en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Metselwerk voor het bouwen van nieuwe of het ophogen van bestaande inspectieputten en keldergaten, inclusief mortel, opvoegen en alle bijbehorende werkzaamheden. Bakstenen

07.010

Fourniture et mise en uvre de bton C 30/37 pour construction de petits ouvrages dart, y compris coffrages et toutes sujtions. Finition apparente lisse. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de bton C 40/50 pour construction de petits ouvrages dart, y compris coffrages et toutes sujtions. Finition apparente lisse. Volume prsum m Acier classe BE400 S pour postes prcdents. Fourniture et pose de ronds bton pour construction de petits ouvrages dart, y compris pliages, ligatures et toutes sujtions. Poids prsum kg C. MACONNERIE EN BRIQUES DE TERRE CUITE ET EN MATERIAUX AGGLOMERES SELON I.3.

07.011

07.012

07.013

Dmolition de maonnerie de briques en mauvais tat de chambres de visite de toute nature et de soupiraux dont les taques doivent tre remises niveau, y compris terrassements, vacuation des produits de dmolition, dmontage des chelons et toutes sujtions. Volume prsum m Maonnerie pour construction ou rehaussement de chambres de visite existantes et de soupiraux en vue de la mise niveau des taques ou soupiraux, y compris mortier, rejointoyage et toutes sujtions. Briques en terre cuite Volume prsum m Blocs pleins en bton Volume prsum m Blocs de coffrage Volume prsum m

07.014

07.014.a 07.014.b 07.014.c

Vermoedelijk volume m Volle betonblokken Vermoedelijk volume m Bekistingsblokken Vermoedelijk volume m

- 146 -

07.015

Supplment sur le prix des postes prcdents pour ralisation de maonnerie de parement. Surface prsume m D. MACONNERIE EN PIERRE NATURELLE SELON I.4.

Toelage op de prijs van de vorige stelposten voor het uitvoeren van metselwerk voor dagvlakken. Vermoedelijke oppervlakte m D. NATUURSTEENMETSELWERK VOLGENS I.4. Leveren en verwerken van breuksteen voor metselwerk volgens I.4.2.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van in verband verwerkte stenen van carbonaatrijk sedimentaire gesteente voor metselwerk volgens I.4.2.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van stenen van carbonaatrijk sedimentaire gesteente voor dagvlakken volgens I.4.2.2.3, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Dikte 4 tot 5 cm

07.016

Fourniture et mise en uvre de maonnerie de moellons selon I.4.2.2.1, y compris toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de maonnerie en pierres de roches sdimentaires carbonates appareilles selon I.4.2.2.2, y compris toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de parements en pierres de roches sdimentaires carbonates selon I.4.2.2.3, y compris toutes sujtions.

07.017

07.018

07.018.a 07.018.b 07.018.c

Epaisseur 4 5 cm Surface prsume m Epaisseur 8 cm Surface prsume m Epaisseur 10 cm Surface prsume m E. IMPERMEABILISATION DES MACONNERIES ET DU BETON SELON I.5.

Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 8 cm Vermoedelijke oppervlakte m Dikte 10 cm Vermoedelijke oppervlakte m E. ONDOORLATEND-MAKEN VAN METSELWERK EN BETON VOLGENS I.5. Leveren en verwerken van een kleef- en cementlaag op een wand van metselwerk, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een kationische bitumenemulsie voor het ondoorlatend maken van metselwerk en beton, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een drainerende geocomposiet tegen een gemetselde of betonnen wand, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m
- 147 -

07.019

Fourniture et mise en uvre dune couche daccrochage et de cimentage sur une paroi maonne, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune mulsion cationique de bitume pour impermabilisation de maonnerie et de bton, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun gocomposite drainant accol une paroi maonne ou de bton, y compris toutes sujtions. Surface prsume m

07.020

07.021

07.022

Fourniture et pose dun drain linaire en pied de paroi de louvrage, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct F. COUVRE-MURS SELON I.6.

Leveren en plaatsen van een horizontale drain onder aan de wand van het kunstwerk, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m F. MUURKAPPEN VOLGENS I.6. Leveren en plaatsen van muurkappen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Van natuursteen Vermoedelijk volume m Van beton Vermoedelijk volume m Van verglaasd gres Vermoedelijke oppervlakte m Van metaal Vermoedelijke oppervlakte m G. AFDICHTEN VOLGENS I.8. VAN BRUGGEN EN TUNNELDAKEN

07.023 07.023.a 07.023.b 07.023.c 07.023.d

Fourniture et pose de couvre-murs, y compris toutes sujtions. En pierre naturelle Volume prsum m En bton Volume prsum m En grs verniss Surface prsume m En mtal Surface prsume m G. ETANCHEITE DES PONTS ET TOITURES DE TUNNELS SELON I.8.

07.024

Dgagement du bton de la dalle de toiture de l'ouvrage existant, y compris dcapage superficiel, ragrage, cimentage, vacuation de tous dchets en dehors du domaine public, nettoyage de la surface et toutes adaptations pour rendre la surface de bton compatible avec la pose du systme dtanchit selon le code de bonne pratique R60/87 du CRR (ou sa mise jour). Surface prsume m Fourniture et pose d'un systme dtanchit avec feuille bitumineuse arme, y compris vernis dadhrence et toutes sujtions.

Blootleggen van het beton van de dakplaat van het bestaande kunstwerk, inclusief oppervlakkig afbikken, egaliseren, cementeren, afvoer van alle afvalstoffen buiten het openbaar domein, schoonmaken van het oppervlak en alle aanpassingen om het betonoppervlak compatibel te maken met de plaatsing van de afdichtingslaag volgens de handleiding A60/87 van het OCW (of de bijgewerkte versie). Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een afdichtingssysteem met een gewapend bitumineus membraan, inclusief de kleefvernising en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een afdichtingssysteem met hars, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een afdichtingssysteem met gietasfalt, inclusief de kleefvernis, het glasvlies, het gietasfalt en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m
- 148 -

07.025

07.026

Surface prsume m Fourniture et pose d'un systme dtanchit avec rsine, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et pose dun systme dtanchit base dasphalte coul, y compris vernis dadhrence, voile de verre, asphalte coul et toutes sujtions. Surface prsume m

07.027

07.028

Fourniture et pose d'une couche de protection, y compris toutes sujtions. En asphalte coul Surface prsume m En enrob bitumineux Surface prsume m En mortier de ciment arm Surface prsume m H. DRAINAGE ET EVACUATION DES EAUX DES PONTS SELON I.9.

Leveren en plaatsen van een beschermingslaag, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Van gietasfalt Vermoedelijke oppervlakte m Van bitumineuze mengsels Vermoedelijke oppervlakte m Van gewapende cementmortel Vermoedelijke oppervlakte m H. DRAINAGE VOLGENS I.9. EN WATERAFVOER VAN BRUGGEN

07.028.a 07.028.b 07.028.c

07.029

Fourniture et pose dun drain en microbton poxydique, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose davaloirs pour ouvrages dart, y compris micro-bton poxydique, produit de scellement, etc.. et toutes sujtions.

Leveren en plaatsen van een drain van micro-epoxybeton.

07.030

Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van kolken voor kunstwerken, inclusief microepoxybeton, voegvullingsproduct, enz.. en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van waterspuwers, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

07.031

Quantit prsume pices Fourniture et pose de gargouilles de drainage, y compris toutes sujtions.

Quantit prsume pices

- 149 -

CHAPITRE VIII SIGNALISATION, ECLAIRAGE ET MARQUAGES

HOOFDSTUK VIII SIGNALISATIE, VERLICHTING EN MARKERINGEN

A. SIGNALISATION VERTICALE SELON J.1. A.1. - Travaux de dmontage et de dmolition de la signalisation existante Enlvement dun panneau sur un ou plusieurs poteaux supports existants, y compris transport et mise en dpt. Ce poste est utilis lorsque le(s) poteau(x) doit(vent) rester en place pour recevoir un autre panneau. Surface 1 m. Quantit prsume pices
08.001.b 08.001.c 08.002

A. VERTICALE VERKEERSTEKENS VOLGENS J.1. A.1. - Opbraak- en afbraakwerken van de bestaande verkeerstekens Verwijderen van een bord op een of meerdere bestaande steunpalen, met inbegrip van het vervoer en opslag. Deze stelpost wordt gebruikt wanneer de paal (palen) moet(en) blijven staan voor de plaatsing van een ander bord. Oppervlakte 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Oppervlakte begrepen tussen 1 m en 2 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Oppervlakte > 2 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Opbreken, afbreken en verwijderen van een bestaande steunpaal zonder bord(en), met inbegrip van vervoer en opslag, verwijdering van alle puin en afval buiten het openbare domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Opbreken, afbreken en verwijderen van een bestaande steunpaal met zijn bord(en), inclusief opbreken van de borden in verband met de paal, vervoer en opslag van de borden, steunpalen, bevestigingsbeugels en bouten en moeren, verwijdering van alle puin en afval buiten het openbare domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Herstellen van de oppervlakteverharding, inclusief het ophogen van het grondoppervlak per verwijderde paal. Met grond en/of gras en/of dolomiet.

08.001

08.001.a

Surface comprise entre 1 m et 2 m. Quantit prsume pices Surface > 2 m. Quantit prsume pices Dmontage, dmolition et enlvement dun poteau support existant ne comprenant pas de panneau(x), y compris transport et mise en dpt, vacuation de tous dbris et dchets en dehors du domaine public et toutes sujtions. Quantit prsume pices Dmontage, dmolition et enlvement dun poteau support existant avec son ou ses panneau(x), y compris dmontage des panneaux en rapport avec poteau, transport et mise en dpt des panneaux, poteaux supports, colliers de fixation et boulonnerie, vacuation de tous dbris et dchets en dehors du domaine public et toutes sujtions. Quantit prsume pices Remise en tat du revtement de surface, y compris remblaiement sous la forme par poteau enlev. Avec terre et/ou pelouse et/ou dolomie. Quantit prsume pices Avec dalles en bton. Quantit prsume pices Avec pavs en bton. Quantit prsume pices

08.003

08.004

08.004.a 08.004.b 08.004.c

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met betontegels. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met betonstraatstenen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 150 -

08.004.d

Avec dalles et pavs en roche sdimentaire carbonate. Quantit prsume pices

Met tegels en keien van carbonaatrijk sedimentair gesteente. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met porfierkeien of zandsteenkeien.

08.004.e 08.004.f 08.004.g

Avec pavs de porphyre ou de grs. Quantit prsume pices Avec bton. Quantit prsume pices Avec revtement hydrocarbon. Quantit prsume pices A.2. Fourniture de panneaux de signalisation, accessoires, poteaux supports, etc A.2.1. Fourniture de panneaux de signalisation de type A. Le prix comprend la fourniture des matriaux, soit sur chantier, soit au dpt du pouvoir adjudicateur.

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met beton. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met bitumineuse verhardingen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks A.2. Leveren van verkeersborden, toebehoren, steunpalen, enz

A.2.1. Leveren van verkeersborden van type A. De prijs omvat het leveren en van de materialen, hetzij op de werf, hetzij in het depot van de aanbestedende overheid. Driehoeken Type 400

08.005 08.005.a 08.005.b 08.005.c 08.005.d 08.006 08.006.a 08.006.b 08.006.c 08.006.d 08.007 08.007.a 08.007.b

Triangles Type 400 Quantit prsume pices Type 700 Quantit prsume pices Type 900 Quantit prsume pices Type 1100 Quantit prsume pices Disques Type 400 Quantit prsume pices Type 700 Quantit prsume pices Type 900 Quantit prsume pices Type 1100 Quantit prsume pices Carrs sur pointe Type 400 Quantit prsume pices Type 700 Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 700 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Ronde borden Type 400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 700 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Vierkanten op punt Type 400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 700 Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 151 -

08.007.c 08.007.d 08.008 08.008.a 08.008.b 08.008.c 08.008.d 08.009 08.009.a 08.009.b 08.009.c 08.009.d 08.009.e 08.009.f 08.009.g 08.009.h 08.009.i 08.010 08.010.a 08.010.b 08.010.c 08.010.d

Type 900 Quantit prsume pices Type 1100 Quantit prsume pices Octogones Type 400 Quantit prsume pices Type 700 Quantit prsume pices Type 900 Quantit prsume pices Type 1100 Quantit prsume pices Carrs Type 250 Quantit prsume pices Type 300 Quantit prsume pices Type 350 Quantit prsume pices Type 400 Quantit prsume pices Type 500 Quantit prsume pices Type 600 Quantit prsume pices Type 700 Quantit prsume pices Type 900 Quantit prsume pices Type 1100 Quantit prsume pices Signaux en forme de pointe (de type F33a, etc ) 850/200 Quantit prsume pices 1000/200 Quantit prsume pices 1150/200 Quantit prsume pices 1300/200 Quantit prsume pices

Type 900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Achthoeken Type 400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 700 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Vierkanten Type 250 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 350 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 500 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 700 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Type 1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Puntvormige tekens (van het type F33a, enz) 850/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1000/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1150/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1300/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 152 -

08.010.e 08.010.f 08.010.g 08.010.h 08.010.i 08.010.j 08.010.k 08.010.l 08.010.m 08.010.n 08.010.o 08.010.p 08.010.q 08.010.r 08.010.s 08.010.t 08.010.u 08.011 08.011.a 08.011.b 08.011.c 08.011.d

1250/300 Quantit prsume pices 1500/300 Quantit prsume pices 1750/300 Quantit prsume pices 2000/300 Quantit prsume pices 1500/400 Quantit prsume pices 1750/400 Quantit prsume pices 2000/400 Quantit prsume pices 2250/400 Quantit prsume pices 2500/400 Quantit prsume pices 2750/400 Quantit prsume pices 3000/400 Quantit prsume pices 2500/500 Quantit prsume pices 3000/500 Quantit prsume pices 3500/500 Quantit prsume pices 1500/600 Quantit prsume pices 1750/600 Quantit prsume pices 2000/600 Quantit prsume pices Panneaux rectangulaires 100/400 Quantit prsume pices 150/200 Quantit prsume pices 300/450 Quantit prsume pices 300/1100 Quantit prsume pices

1250/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1500/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1750/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 2000/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1500/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1750/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 2000/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 2250/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 2500/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 2750/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 3000/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 2500/500 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 3000/500 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 3500/500 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1500/600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1750/600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 2000/600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rechthoekige borden 100/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 150/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 300/450 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 300/1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 153 -

08.011.e 08.011.f 08.011.g 08.011.h 08.011.i 08.011.j 08.011.k 08.011.l 08.011.m 08.011.n 08.011.o 08.011.p 08.011.q 08.011.r 08.011.s 08.011.t 08.011.u 08.011.v 08.011.w 08.011.x 08.011.y 08.011.z

400/200 Quantit prsume pices 400/300 Quantit prsume pices 400/600 Quantit prsume pices 400/900 Quantit prsume pices 450/200 Quantit prsume pices 450/300 Quantit prsume pices 600/300 Quantit prsume pices 600/400 Quantit prsume pices 600/900 Quantit prsume pices 600/1100 Quantit prsume pices 700/200 Quantit prsume pices 700/400 Quantit prsume pices 700/900 Quantit prsume pices 700/1100 Quantit prsume pices 700/1300 Quantit prsume pices 800/400 Quantit prsume pices 900/150 Quantit prsume pices 900/250 Quantit prsume pices 900/300 Quantit prsume pices 900/600 Quantit prsume pices 900/700 Quantit prsume pices 900/1100 Quantit prsume pices

400/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 400/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 400/600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 400/900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 450/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 450/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 600/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 600/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 600/900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 600/1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 700/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 700/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 700/900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 700/1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 700/1300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 800/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 900/150 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 900/250 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 900/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 900/600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 900/700 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 900/1100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 154 -

08.011.aa 08.011.ab 08.011.ac 08.011.ad 08.011.ae 08.011.af 08.011.ag 08.011.ah 08.011.ai 08.011.aj 08.011.ak 08.011.al 08.011.am 08.011.an 08.011.ao 08.011.ap 08.012

1100/200 Quantit prsume pices 1100/300 Quantit prsume pices 1100/400 Quantit prsume pices 1100/600 Quantit prsume pices 1100/700 Quantit prsume pices 1100/900 Quantit prsume pices 1200/150 Quantit prsume pices 1200/250 Quantit prsume pices 1200/300 Quantit prsume pices 1200/350 Quantit prsume pices 1300/200 Quantit prsume pices 1300/250 Quantit prsume pices 1300/300 Quantit prsume pices 1300/350 Quantit prsume pices 1300/400 Quantit prsume pices 1300/600 Quantit prsume pices Panneaux de forme et/ou de dimensions non prvues dans les postes prcdents. Le panneau peut avoir une forme quelconque, pour autant quil soit possible de le construire avec les lments prvus pour la construction des autres panneaux. La face avec le signal (figure, symbole, lettre, etc) pourra galement tre quelconque.

1100/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1100/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1100/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1100/600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1100/700 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1100/900 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1200/150 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1200/250 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1200/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1200/350 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1300/200 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1300/250 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1300/300 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1300/350 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1300/400 Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1300/600 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Borden met vormen en/of afmetingen niet vermeld in de vorige stelposten. Het bord mag welke vorm dan ook hebben, voor zover het samengesteld kan worden met de elementen voorzien voor de constructie van de andere borden. Het vlak van het teken (figuur, symbool, letter, enz) mag welke vorm dan ook hebben. Oppervlakte < 0,25 m Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m
- 155 -

08.012.a

Surface < 0,25 m

08.012.b 08.012.c 08.012.d 08.012.e

0,25 < surface 0,50 m Surface prsume m 0,50 < surface 1,00 m Surface prsume m 1,00 < surface 2,00 m Surface prsume m Surface > 2,00 m Surface prsume m A.2.2. PANNEAUX DE TYPE B ET C ET DIVERS

0,25 < oppervlakte 0,50 m Vermoedelijke oppervlakte m 0,50 < oppervlakte 1,00 m Vermoedelijke oppervlakte m 1,00 < oppervlakte 2,00 m Vermoedelijke oppervlakte m Oppervlakte > 2,00 m Vermoedelijke oppervlakte m A.2.2. VERKEERSBORDEN VAN TYPE B EN C EN VARIA Factor (begrepen tussen 0.8 en 0.99) toe te passen op het bedrag van de leveringen van signalisatieborden van type A, voor het leveren van borden van type B. Vermoedelijke waarde Factor (begrepen tussen 0.8 en 0.99) toe te passen op het bedrag van de leveringen van signalisatieborden van type A, voor het leveren van borden van type C. Vermoedelijke waarde Toelage op de prijs van de stelposten voor de verkeersborden uitgerust met een fluorescerende folie. Enkel de oppervlakte van de fluofolie wordt in rekening gebracht. Vermoedelijke oppervlakte m A.2.3. LEVEREN VAN STEUNPALEN EN TOEBEHOREN VAN TYPE A. Steunpalen waarvan de vorm, de afmetingen en de materialen beantwoorden aan de voorschriften van onderhavig bijzonder bestek, buitendoorsnede 89 mm, type A, inclusief 1 kapafdichting per lengte. De totale lengte van de steunpaal (ingegraven lengte inbegrepen) wordt in rekening genomen. Vermoedelijke lengte str. m Idem voorgaande stelpost voor steunpalen, buitendoorsnede 76 mm. Vermoedelijke lengte str. m Bevestigingsbeugels, inclusief alle bouten en voorzien van minstens 2 diametraal tegengestelde pallen die elke rotatie van het bord verhinderen, van type A.

08.013

Coefficient (compris entre 0.8 et 0.99) appliquer sur le montant des fournitures de panneaux de signalisation de type A, pour la fourniture de panneaux de type B. Valeur prsume Coefficient (compris entre 0.8 et 0.99) appliquer sur le montant des fournitures de panneaux de signalisation de type A, pour la fourniture de panneaux de type C. Valeur prsume Supplment sur le prix des postes pour panneaux de signalisation quips dun film fluorescent. Seule la surface du film fluo est prise en compte. Surface prsume m A.2.3. - FOURNITURE DE POTEAUX SUPPORTS ET ACCESSOIRES DE TYPE A.

08.014

08.015

08.016

Poteaux supports dont la forme, les dimensions et les matriaux correspondent aux prescriptions du prsent cahier spcial des charges, diamtre extrieur 89 mm, de type A, y compris 1 calotte dobturation par longueur. La longueur totale du poteau support (longueur enterre comprise) est prise en compte. Longueur prsume mct Idem poste prcdent pour poteaux supports, diamtre extrieur 76 mm. Longueur prsume mct Colliers de fixation, y compris tous les boulons et pourvus de minimum 2 arrts diamtralement opposs, empchant toute rotation du panneau, de type A.

08.017

08.018

- 156 -

08.018.a 08.018.b 08.018.c 08.018.d

De diamtre intrieur 76 mm Quantit prsume pices De diamtre intrieur 89 mm Quantit prsume pices De diamtre intrieur 133 mm Quantit prsume pices Systme de fixation par bande inox (ce principe est utilis lorsque les colliers prvus aux postes prcdents ne peuvent tre utiliss). Quantit prsume pices Supplment sur le prix des postes des poteaux supports, pour fourniture en couleurs RAL diverses : Poteaux supports dont la forme, les dimensions et les matriaux correspondent aux prescriptions du prsent cahier spcial des charges, diamtre extrieur 89 mm, de type A, y compris 1 calotte dobturation par longueur. La longueur totale du poteau support (longueur enterre comprise) est prise en compte. Longueur prsume mct Idem poste prcdent pour poteaux supports, diamtre extrieur 76 mm. Longueur prsume mct Colliers de fixation, y compris tous les boulons et pourvus de minimum 2 arrts diamtralement opposs, empchant toute rotation du panneau, de type A. De diamtre intrieur 76 mm Quantit prsume pices De diamtre intrieur 89 mm Quantit prsume pices De diamtre intrieur 133 mm Quantit prsume pices Mise en couleurs RAL diverses de poteaux supports existants le long des voiries, y compris systmes de fixation des panneaux. Longueur prsume mct A.2.4. POTEAUX SUPPORTS DE TYPE B ET C

Met binnendiameter 76 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met binnendiameter 89 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met binnendiameter 133 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Bevestigingsysteem met roestvrije strook (dit systeem wordt gebruikt wanneer de beugels voorzien in de vorige stelposten niet gebruikt kunnen worden). Vermoedelijke hoeveelheid stuks Toeslag op de prijs van de stelposten voor steunpalen, voor de levering in verschillende RAL kleuren : Steunpalen waarvan de vorm, de afmetingen en de materialen beantwoorden aan de voorschriften van onderhavig bijzonder bestek, buitendoorsnede 89 mm, type A, inclusief van 1 kapafdichting per lengte. De totale lengte van de steunpaal (ingegraven lengte inbegrepen) wordt in rekening genomen. Vermoedelijke lengte str. m Idem voorgaande stelpost voor steunpalen, buitendoorsnede 76 mm. Vermoedelijke lengte str. m Bevestigingsbeugels, inclusief alle bouten en voorzien van minstens 2 diametraal tegengestelde pallen die elke rotatie van het bord verhinderen, van type A. Met binnendiameter 76 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met binnendiameter 89 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met binnendiameter 133 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Aanbrengen van verschillende RAL kleuren op bestaande steunpalen langs de wegen, inclusief de bevestigingsystemen voor de borden. Vermoedelijke lengte str. m A.2.4. STEUNPALEN VAN TYPE B EN C Factor (begrepen tussen 0.8 en 0.99) toe te passen op het bedrag van de leveringen van steunpalen van type A, voor het leveren van steunpalen van type B.
- 157 -

08.019

08.019.a

08.019.b

08.019.c 08.019.d 08.019.e 08.020

08.021

Coefficient (compris entre 0.8 et 0.99) appliquer sur le montant des fournitures de poteaux supports de signalisation de type A, pour la fourniture de poteaux supports de type B.

08.021.a 08.021.b 08.022

- en aluminium Valeur prsume - en acier Valeur prsume Coefficient (compris entre 0.8 et 0.99) appliquer sur le montant des fournitures de poteaux supports de signalisation de type A, pour la fourniture de poteaux supports de type C. - en aluminium Valeur prsume - en acier Valeur prsume A.2.5. MONTAGE ET POSE DE SIGNALISATION VERTICALE Montage de panneaux Montage dun panneau sur un ou plusieurs poteaux supports existants le long de la voirie, y compris toutes sujtions.

- in aluminium Vermoedelijke waarde - in staal Vermoedelijke waarde Factor (begrepen tussen 0.8 en 0.99) toe te passen op het bedrag van de leveringen van steunpalen van type A, voor het leveren van steunpalen van type C. - in aluminium Vermoedelijke waarde - in staal Vermoedelijke waarde A.2.5. MONTAGE EN PLAATSING VAN VERTICALE VERKEERSTEKENS Montage van borden Montage van een bord op een of meerdere bestaande steunpalen langs de weg, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Oppervlakte 1 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Oppervlakte begrepen tussen 1 m en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Oppervlakte > 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Toeslag op de prijs van op de vorige stelposten voor de plaatsing van een antirotatie bevestiging van een bevestigingsbeugel op een steunpaal met driekleurige signalisatie, met behulp van een boring in de paal, tappen van de schroefdraad en de plaatsing van een bout in roestvrij staal, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Montage van een bord op een of meerdere nieuwe steunpalen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost wordt gebruikt wanneer de montage van het bord in de werkplaats uitgevoerd kan worden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

08.022.a 08.022.b

08.023

08.023.a 08.023.b 08.023.c 08.023.d

Surface 1 m Surface comprise entre 1 m et 2 m Quantit prsume pices Surface > 2 m Quantit prsume pices Supplment sur le prix des postes prcdents pour la mise en place dune fixation antirotation dun collier de fixation sur un poteau support avec signalisation tricolore, au moyen dun forage dans le poteau, dun taraudage et du placement dun boulon en acier inoxydable, y compris toutes sujtions. Quantit prsume pices Montage dun panneau sur un ou plusieurs nouveaux poteaux supports, y compris toutes sujtions. Ce poste est utilis lorsque le montage du panneau peut tre ralis en atelier. Quantit prsume pices

08.024

- 158 -

08.025

Dplacement vers le haut ou vers le bas, ou rectification de lorientation, dun panneau existant sur un ou plusieurs poteaux supports existants, y compris toutes sujtions. Ce poste est utilis lorsque la position en hauteur du panneau par rapport au niveau du sol doit tre modifie ou lorsque le panneau est mal orient. Quantit prsume pices Montage dun panneau dont le dmontage a t prvu dans ce cahier spcial des charges, sur un ou plusieurs poteaux supports dj existants le long de la voirie, y compris toutes sujtions. Surface < 1 m Quantit prsume pices Surface comprise entre 1 m et < 2 m Quantit prsume pices Surface > 2 m Quantit prsume pices Pose dun poteau support Pose dun poteau support avec terrassement. La pose du poteau support comprend le dmontage des revtements de surface, les travaux de terrassement jusqu une profondeur ncessaire pour assurer la stabilit verticale du poteau support, quelle que soit la nature du sol, la longueur du poteau support incluse dans le sol, le bton de fondation, lenlvement et lvacuation des dchets, y compris toutes sujtions. Quantit prsume pices Pose dun poteau support avec forage. La pose du poteau support comprend le forage du revtement et du sol, jusqu une profondeur ncessaire pour assurer la stabilit verticale du poteau support, la longueur du poteau support incluse dans le sol, la fixation du poteau support dans le trou au moyen dun produit adquat, lenlvement et lvacuation des dchets, y compris toutes sujtions. Lorsque ce poste est utilis, les postes concernant la remise en tat du revtement de surface ne sont pas ports en compte. Quantit prsume pices

Verplaatsen naar boven of beneden, of verbetering van de orintatie, van een bestaand bord op een of meerdere bestaande steunpalen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost wordt gebruikt wanneer de hoogtestand van het bord in verhouding tot de grond gewijzigd dient te worden of wanneer het bord slecht gericht staat. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Montage van een bord waarvan de verwijdering werd voorzien in dit bijzonder bestek, op een of meerdere bestaande steunpalen langs de weg, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Oppervlakte < 1 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Oppervlakte begrepen tussen 1 m en < 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Oppervlakte > 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Plaatsing van een steunpaal Plaatsing van een steunpaal met graafwerken. De plaatsing van een steunpaal omvat het opbreken van de oppervlakteverharding, de graafwerken tot de diepte vereist om de verticale stabiliteit van de steunpaal te waarborgen, ongeacht de aard van de grond, de lengte van de steunpaal in de grond, het funderingsbeton, het wegruimen en verwijderen van het puin, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Plaatsing van een steunpaal met boring. De plaatsing van een steunpaal omvat de boring van de verharding en de grond, tot de diepte vereist om de verticale stabiliteit van de steunpaal te waarborgen, de lengte van de steunpaal in de grond, de bevestiging van de steunpaal in de kuil met behulp van een aangepast product, het wegruimen en verwijderen van het afval, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Wanneer deze stelpost gebruikt wordt, worden de stelposten voor de herstelling van de oppervlakteverharding niet in rekening gebracht. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

08.026

08.026.a 08.026.b 08.026.c 08.027

08.028

- 159 -

08.029

Rtablissement de la verticalit dun poteau support avec panneaux de signalisation. Le rtablissement de la verticalit dun poteau support comprend lenlvement du poteau support avec sa fondation en bton, le nettoyage de cette fondation ou lenlvement de celle-ci, et la repose du poteau support, y compris le dmontage des revtements de surface, les travaux de terrassement quelle que soit la nature du sol, le bton de fondation, lenlvement et lvacuation des dchets, y compris toutes sujtions. Ce poste nest pas utilis lorsque le poteau est pli suite un accident ou des actes de vandalisme. Quantit prsume pices Remise en tat du revtement de surface, par poteau support pos, y compris remblaiement sous la forme. Avec terre et/ou pelouse et/ou dolomie Quantit prsume pices Avec dalles en bton Quantit prsume pices Avec pavs en bton Quantit prsume pices Avec dalles et pavs en roche sdimentaire carbonate Quantit prsume pices Avec pavs de porphyre ou de grs Quantit prsume pices Avec bton Quantit prsume pices Avec revtement hydrocarbon Quantit prsume pices A.2.6. TRAVAUX DENTRETIEN DE LA SIGNALISATION Nettoyage dun poteau support et des colliers de fixation, laide de produits de nettoyage et dquipement appropris, enlvement de tous les dchets, affichage non appropri, graffiti, autocollants, etc , y compris schage. Le produit de nettoyage doit tre agr par le fonctionnaire dirigeant et ne peut occasionner aucune dgradation aux matriaux utiliss pour la fabrication des signaux routiers, des miroirs ou des poteaux supports. Il doit tre conforme aux recommandations du fournisseur du film antigraffiti, lorsque le nettoyage concerne un panneau quip dun tel film.

Herstelling van de verticaliteit van een steunpaal met inbegrip van de verkeersborden. Het herstellen van de verticaliteit van een steunpaal omvat de verwijdering van de steunpaal met zijn betonfundering, het schoonmaken van deze fundering of het wegruimen ervan, en het opnieuw plaatsen van de steunpaal, met inbegrip van het opbreken van de oppervlakteverhardingen, de graafwerken, ongeacht de aard van de grond, het funderingsbeton, het wegruimen en verwijderen van het afval, met inbegrip van alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost wordt niet gebruikt wanneer de paal geplooid is ten gevolge van een ongeval of vandalisme. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Herstelling van de oppervlakteverharding, per geplaatste steunpaal, inclusief het ophogen van het grondoppervlak. Met grond en/of grasperk en/of dolomiet Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met betontegels Vermoedelijke hoeveelheid stuks Met betonstraatstenen Vermoedelijke hoeveelheid Met tegels en keien van carbonaatrijk sedimentair gesteente Vermoedelijke hoeveelheid Met porfierkeien of zandsteenkeien Vermoedelijke hoeveelheid Met beton Vermoedelijke hoeveelheid Met bitumineuze verhardingen Vermoedelijke hoeveelheid A.2.6. ONDERHOUDSWERKEN AAN DE VERKEERSTEKENS stuks stuks stuks stuks stuks

08.030

08.030.a 08.030.b 08.030.c 08.030.d 08.030.e 08.030.f 08.030.g

08.031

Schoonmaken van een steunpaal en de bevestigingsbeugels, met behulp van de geschikte schoonmaakmiddelen en -uitrusting, verwijderen van afval, ongepaste affichering, graffiti, zelfklevers, enz, inclusief het drogen. Het schoonmaakmiddel moet goedgekeurd zijn door de leidende ambtenaar en mag geen enkele schade toebrengen aan de materialen gebruikt voor de vervaardiging van de verkeerstekens, de spiegels of de steunpalen. Wanneer de schoonmaak betrekking heeft op een bord voorzien van een graffitiwerende folie, moet het middel conform de aanbevelingen van de leverancier van voornoemde film zijn. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 160 -

Quantit prsume pices

08.032

Nettoyage de signaux routiers, de panneaux et miroirs de scurit, laide de produits de nettoyage et dquipement appropris, enlvement de tous les dchets, affichage non appropri, graffiti, autocollants, etc , y compris schage. Les surfaces de front et de dos sont les mmes et sont portes en compte toutes deux. Le produit de nettoyage doit tre agr par le fonctionnaire dirigeant et ne peut occasionner aucune dgradation aux matriaux utiliss pour la fabrication des signaux routiers, des miroirs ou des poteaux supports. Il doit tre conforme aux recommandations du fournisseur du film antigraffiti, lorsque le nettoyage concerne un panneau quip dun tel film.

Schoonmaken van de verkeerstekens, borden en veiligheidsspiegels, met behulp van de geschikte schoonmaakmiddelen en -uitrusting, verwijderen van afval, ongepaste affichering, graffiti, zelfklevers, enz, inclusief het drogen. De voor- en achtervlakken zijn identiek en worden beiden in rekening gebracht. Het schoonmaakmiddel moet goedgekeurd zijn door de leidende ambtenaar en mag geen enkele schade toebrengen aan de materialen gebruikt voor de vervaardiging van de verkeerstekens, de spiegels of de steunpalen. Wanneer de schoonmaak betrekking heeft op een bord voorzien van een graffitiwerende folie, moet het middel conform de aanbevelingen van de leverancier van voornoemde film zijn. Vermoedelijke oppervlakte m A.2.7. - VARIA Verhogingsfactor toe te passen op het bedrag van de werken uitgevoerd op autosnelweg uitgedrukt in honderdste (bv. : 14 % verhoging = 0,14). Met bedrag van de werken , wordt er bedoeld bedrag van de werken omvattend handenarbeidprestaties uitgevoerd op autosnelweg . Het signalisatiemateriaal (steunpalen, bevestigingsbeugels, verkeersborden, ) is in dit bedrag niet inbegrepen. Deze stelpost omvat de plaatsing van de volledige specifieke signalisatie die geplaatst moet worden voor de werken uitgevoerd op autosnelweg. Vermoedelijke waarde Zagen van een bestaande steunpaal langs de weg. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verwijderen en/of plaatsen van een bord op een brughoofd inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren van een bodemhuls om een verwijderbare signalisatie steunpaal vast te zetten. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

Surface prsume m A.2.7. - DIVERS

08.033

Coefficient de majoration appliquer sur le montant des travaux excuts sur autoroute exprim en centime (ex. : 14 % de majoration = 0,14). Par montant des travaux , il faut entendre montant des travaux impliquant des prestations de main-duvre ralises sur autoroute . Le matriel de signalisation (poteaux supports, colliers de fixation, panneaux routiers, ) est exclu de ce montant. Ce poste comprend le placement de toute la signalisation spcifique qui doit tre place pour les travaux excuts sur autoroute. Valeur prsume Sciage dun poteau support existant le long de la voirie. Quantit prsume pices Enlvement et/ou placement dun panneau sur un fronton de pont, y compris toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture dune douille de scellement permettant dancrer un poteau support de signalisation amovible. Quantit prsume pices

08.034

08.035

08.036

- 161 -

08.037

Fourniture et pose dun systme de rflecteur linaire sur support bton, y compris systme de fixation, tirefonds inoxydables, enlvement ventuel de lancien rflecteur linaire, vacuation des dchets en dehors du domaine public, et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose dun systme de rflecteur linaire sur glissires mtalliques, y compris systme de fixation, plaquettes ncessaires la fixation, enlvement de lancien rflecteur linaire, vacuation des dchets en dehors du domaine public, et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose dun rflecteur de sol, y compris systme de fixation, enlvement de lancien rflecteur en cas de renouvellement, vacuation des dchets en dehors du domaine public, et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et montage dune buse rtrorflchissante sur un poteau support, y compris matriel de fixation et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose dune borne ronde de signalisation rtrorflchissante, y compris matriel pour la fixation, enlvement de lancienne borne en cas de renouvellement, vacuation des dchets en dehors du domaine public, et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture, pose et rglage sur un poteau support dun miroir de scurit en polycarbonate, comprenant un cadre blanc monobloc muni de rflecteurs rouges type II, espacs denviron 50 mm ; une araigne de fixation en acier inoxydable avec 4 points dattache permettant dorienter le miroir de manire avoir une bonne visibilit et la fixation du miroir sur un poteau support diam. 76 mm. La boulonnerie est en acier inoxydable, la face arrire du miroir est de couleur blanche, mais devra tre peinte avec une peinture acrylique de couleur RAL spcifie par le fonctionnaire dirigeant. Lensemble rsistera parfaitement lhumidit, aux intempries et au rayonnement ultraviolet.

Leveren en plaatsen van een lineair reflectorsysteem op betonnen draagvlak, inclusief bevestigingssysteem, roestvrije schroefbouten, eventueel verwijderen van oude lineaire reflector, wegruimen van het afval buiten het openbare domein, en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van een lineair reflectorsysteem op metalen vangrails, inclusief bevestigingssysteem, plaatjes nodig voor de bevestiging, verwijderen van oude lineaire reflector, wegruimen van het afval buiten het openbare domein, en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van een grondreflector, inclusief bevestigingssysteem, verwijderen van de oude reflector in geval van vervanging, wegruimen van het afval buiten het openbare domein, , en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van een retroflecterende koker op een steunpaal, inclusief bevestigingsmateriaal en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van een ronde retroflecterende verkeerszuil, inclusief bevestigingsmateriaal, verwijderen oude zuil in geval van vervanging, wegruimen afval buiten het openbare domein, , en alle bijbehorende werkzaamheden Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren, plaatsen en regelen op een steunpaal van een veiligheidsspiegel in polycarbonaat, omvattend een wit monoblok kader voorzien van rode reflectoren type II, op 50 mm van mekaar ; een bevestigingsspinnenkop in roestvrij staal met 4 bevestigingspunten die het mogelijk maakt de spiegel zodanig te richten dat de zichtbaarheid goed is en de bevestiging van de spiegel op een steunpaal met doorsnede 76 mm. De bouten en schroeven zijn in roestvrij staal, het achtervlak van de spiegel is wit doch dient geschilderd te worden met een acrylverf van een RAL kleur bepaald door de leidende ambtenaar. Het geheel moet een perfecte bestendigheid hebben tegen de vochtigheid, slechte weersomstandigheden en U.V. stralen. Ronde spiegel met doorsnede 600 mm

08.038

08.039

08.040

08.041

08.042

08.042.a

Miroir circulaire de diam. 600 mm Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 162 -

08.042.b 08.042.c 08.042.d 08.042.e 08.043

Miroir circulaire de diam. 800 mm Quantit prsume pices Miroir rectangulaire de 600 x 400 mm Quantit prsume pices Miroir rectangulaire de 800 x 600 mm Quantit prsume pices Miroir rectangulaire de 1000 x 800 mm Quantit prsume pices Fourniture et placement de rflecteurs avec leurs accessoires, conformes aux prescriptions reprises dans le prsent cahier spcial des charges, y compris toutes sujtions (enlvement de l'ancien rflecteur en cas de renouvellement, vacuation des dchets en dehors du domaine public, etc ...). Rflecteur en matire synthtique Quantit prsume pices Rflecteur en aluminium Quantit prsume pices Rflecteur en fonte Quantit prsume pices Rflecteur en verre Quantit prsume pices B. ECLAIRAGE

Ronde spiegel met doorsnede 800 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rechthoekige spiegel van 600 x 400 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rechthoekige spiegel van 800 x 600 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rechthoekige spiegel van 1000 x 800 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van reflectoren met hun toebehoren, overeenkomstig de voorschriften opgenomen in het onderhavige bijzondere bestek, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden (verwijderen van de oude reflector in geval van vernieuwing, wegruimen afval buiten het openbare domein, enz ...). Reflector uit kunststof Vermoedelijke hoeveelheid stuks Reflector uit aluminium Vermoedelijke hoeveelheid stuks Reflector uit gietijzer Vermoedelijke hoeveelheid stuks Reflector uit glas Vermoedelijke hoeveelheid stuks B. VERLICHTING Leveren en plaatsen van niet-drainerende buizen (kokers) volgens C.23.5 voor de doorvoer van kabels en leidingen, inclusief de nodige grondwerken, fundering en aanvullingen met zandcement, trekdraden, volgieten van de voegen, aanbrengen van merktekens en alle bijbehorende werkzaamheden, alsook het opstellen van een plan waarop de kokers zijn aangegeven. Het niveau van de sleuven ligt 0,80 m onder het lengteprofiel. Betalingswijze : 100 % bij het overhandigen van de positiebepalingsplannen. Kokers uit PP diameter 110 mm Vermoedelijke lengte str. m Kokers uit PP diameter 125 mm Vermoedelijke lengte str. m Kokers uit PP diameter 160 mm Vermoedelijke lengte str. m Soepele kokers uit polyethyleen op rol diameter 110 mm Vermoedelijke lengte str. m

08.043.a 08.043.b 08.043.c 08.043.d

08.044

Fourniture et pose de tuyaux non drainants (gaines) selon C.23.5 pour passage de cbles et conduites, y compris terrassements ncessaires, fondation et remblais au sable-ciment, fils de tirage, colmatage des joints, reprages et toutes sujtions, ainsi que l'tablissement d'un plan de reprage des gaines. Le niveau des fouilles est de 0,80 m sous le profil en long. Mode de paiement : 100 % la remise des plans de reprage

08.044.a 08.044.b 08.044.c 08.044.d

Gaines PP diamtre 110 mm Longueur prsume mct Gaines PP diamtre 125 mm Longueur prsume mct Gaines PP diamtre 160 mm Longueur prsume mct Gaines souples polythylne en rouleau diamtre de 110 mm Longueur prsume mct

- 163 -

08.044.e

Gaines souples polythylne en rouleau diamtre de 160 mm Longueur prsume mct Supplment sur le prix des postes prcdents pour fourniture et pose de gaines multiples dans la mme fouille. Longueur prsume mct par nombre de gaines Fourniture et mise en uvre de bton C 30/37 pour socles de poteaux d'clairage public placer en pleine terre, y compris tiges filetes en inox pour ancrages, fourniture et pose de gaines, dblais et remblais et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et pose de regards dinspection prfabriqus en bton, format 50 x 50 x 60 cm, avec couvercle et cadre en fonte assortis, rsistance minimum 10 T, y compris dblai, remblai, fondation en bton, raccordement des gaines dattente, rglage du couvercle et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose de regards dinspection prfabriqus en bton dune hauteur de moins de 1,2 m, diamtre 60 cm jusqu et gal 80 cm ou 60/90 cm, y compris terrassements, base, ft, dalle de fermeture, anneaux dajustement, bagues dtanchit et toutes sujtions. Ce poste ne comprend pas : chelons, cadres et trapillons de fermeture. Quantit prsume pices C. - SIGNALISATION HORIZONTALE MARQUAGES SELON J.2. C.1. Travaux prparatoires

Soepele kokers uit polyethyleen op rol diameter 160 mm Vermoedelijke lengte str. m Toeslag op de prijs van de vorige stelposten voor leveren en plaatsen van meerdere kokers in een zelfde sleuf. Vermoedelijke lengte str. m per aantal buizen. Leveren en verwerken van beton C 30/37 voor sokkels van openbareverlichtingspalen te plaatsen in volle grond, inclusief schroefstangen uit inox voor verankeringen, levering en plaatsing van kokers, uitgravingen en ophogingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en plaatsen van geprefabriceerde betonnen niet menstoegankelijke inspectieputten, afmeting 50 x 50 x 60 cm, met bijbehorend gietijzeren deksel en kader, weerstand minimaal 10 T, inclusief uitgraving, ophoging, fundering in beton, aansluiting van de wachtbuizen, regeling van het deksel en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van geprefabriceerde betonnen niet menstoegankelijke inspectieputten met een hoogte van minder dan 1,2 m en met een diameter van 60 cm tot en met 80 cm of 60/90 cm, inclusief grondwerken, basis, vat, afsluitplaat, aanpassingsringen, afdichtingsringen en alle bijbehorende werkzaamheden. Deze stelpost bevat niet : klimijzers, kaders en afsluitdeksels. Vermoedelijke hoeveelheid stuks C. - HORIZONTALE SIGNALISATIE MARKERINGEN VOLGENS J.2. C.1 Voorbereidende werken Verwijderen van wegmarkeringen van alle aard door hoge druk waterstraler, inclusief het verwijderen van alle afval en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Verwijderen van wegmarkeringen van alle aard door affrezen , inclusief het verwijderen van alle afval en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m C.2. Verfmarkeringen
- 164 -

08.044.f

08.045

08.046

08.047

08.048

Effacement de marquages routiers de tous types par jet deau haute pression, y compris enlvement des dchets et toutes sujtions. Surface prsume m Effacement de marquages routiers de tous types par fraisage, y compris enlvement des dchets et toutes sujtions. Surface prsume m C.2. Marquages peints

08.049

08.050 08.050.a

C.2.1. VOIRIES EXCEPTE AUTOROUTES Ligne continue ou discontinue de largeur 0,15 m Longueur prsume mct Ligne continue ou discontinue de largeur 0,20 m Longueur prsume mct Ligne continue ou discontinue de largeur 0,25 m Longueur prsume mct

C.2.1. WEGEN UITGEZONDERD AUTOSNELWEGEN Doorlopende of onderbroken belijning, breedte 0,15 m Vermoedelijke lengte str. m Doorlopende en/of onderbroken belijning, breedte 0,20 m Vermoedelijke lengte str. m Doorlopende en/of onderbroken belijning, breedte 0,25 m Vermoedelijke lengte str. m Onderbroken gele belijning op trottoirbanden Vermoedelijke lengte str. m Onderbroken belijning met vierkanten 50 x 50 cm voor fietsersoversteekplaatsen Vermoedelijke lengte str. m Arceringsmarkering van 0,40 m breedte Vermoedelijke oppervlakte str. m Dwarsmarkering voor STOP lijn van 0,50 m breedte Vermodelijke lengte str. m Markering in dambord voor tramzones (50/50 cm) Vermoedelijke oppervlakte m Arcering voor een verkeersgeleider (V vorm) van 0,40 m breedte Vermoedelijke oppervlakte m Arcering voor parkeerverbod Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m Markering voor voetgangersoversteekplaats Vermoedelijke oppervlakte m Verkeersgeleider volledig geverfd Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m Markering van een leveringszone Vermoedelijke lengte str. m Voorsorteringspijl rechtdoor links of rechts voor fietsers Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 165 -

08.050.b

08.050.c

08.050.d

Ligne jaune discontinue sur bordures Longueur prsume mct Ligne discontinue de carrs 50 x 50 cm pour traverses cyclables Longueur prsume mct

08.050.e

08.050.f

Marquage stri de largeur 0,40 m Surface prsume m Marquage transversal pour ligne STOP de largeur 0,50 m Longueur prsume mct Marquage en damier pour zones tram (50/50 cm) Surface prsume m Marquage stri pour lot directionnel (en V) de largeur 0,40 m Surface prsume m

08.050.g

08.050.h

08.050.i

08.050.j

Marquage stri pour interdiction de stationner

08.050.k

Marquage pour passage pitons Surface prsume m

08.050.l

Ilot directionnel entirement peint

08.050.m

Marquage dune zone de livraison Longueur prsume mct Flche de slection tout droit , gauche ou droite pour cyclistes Quantit prsume pices

08.050.n

08.050.o

Flche de slection tout droit , gauche ou droite (H=5 m) Quantit prsume pices Flche de slection double (tout droit et tourne gauche ou droite, H=5 m) Quantit prsume pices Flche de slection triple (H=5 m) Quantit prsume pices

Voorsorteringspijl rechtdoor , links of rechts (H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Dubbele voorsorteringspijl (rechtdoor en links of rechts, H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Drievoudige voorsorteringspijl (H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rijstrookverminderingspijl (H=5 m)

08.050.p

08.050.q

08.050.r

Flche de rabattement (H=5 m) Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Sergeantenstreep voor fietsers

08.050.s

Symbole en chevron pour cyclistes Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Geverfde rand van badkuip Vermoedelijke hoeveelheid stuks Letter voor symbool (CD,BUS, TRAM,TAXI,) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Volledige enkele bushalte (letters, arceringen, belijning) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Volledige dubbele bushalte (letters, arceringen, belijning) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Driehoeken 50/70 voor dwarsmarkering van voorrangsverlening Vermoedelijke lengte str. m Grote driehoek (3/6 m)

08.050.t

Bord de baignoire peinte Quantit prsume pices Lettre pour symbole (CD,BUS,TRAM,TAXI,) Quantit prsume pices Arrt de bus simple complet (lettres, stries, lignes continues, ...). Quantit prsume pices Arrt de bus double complet (lettres, stries, lignes continues, ...). Quantit prsume pices Triangles 50/70 pour marques transversales de priorit de passage Longueur prsume mct

08.050.u

08.050.v

08.050.w

08.050.x

08.050.y

Grand triangle (3/6 m) Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Klein fietspictogram

08.050.z

Petit pictogramme cycliste Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Groot fietspictogram

08.050.aa

Grand pictogramme cycliste Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Groot pictogram voor gehandicapte

08.050.ab

Grand pictogramme handicap Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 166 -

08.050.ac

Coefficient (compris entre 1,00 et 1,50) appliquer sur le montant des marquages peints, pour application sur un revtement en bton. Valeur prsume Marquages de tous types autres que ceux prvus aux postes prcdents Surface prsume m

Factor (begrepen tussen 1,00 en 1,50) toe te passen op het bedrag van de verfmarkeringen voor het aanbrengen op een betonverharding. Vermoedelijke waarde Markeringen van alle aard niet voorzien in de vorige stelposten Vermoedelijke oppervlakte m C.2.2. AUTOSNELWEGEN Doorlopende of onderbroken belijning met breedte 0,20 m Vermoedelijke lengte str. m Doorlopende of onderbroken belijning met breedte 0,30 m Vermoedelijke lengte str. m Doorlopende of onderbroken belijning met breedte 0,40 m Vermoedelijke lengte str. m Arceringsmarkering van 1,00 m breedte (V of // vorm) Vermoedelijke oppervlakte m Enkele voorsorteringspijl (H=7,5 m)

08.050.ad

08.051 08.051.a

C.2.2. AUTOROUTES Ligne continue ou discontinue de largeur 0,20 m Longueur prsume mct Ligne continue ou discontinue de largeur 0,30 m Longueur prsume mct Ligne continue ou discontinue de largeur 0,40 m Longueur prsume mct

08.051.b

08.051.c

08.051.d

Marquage stri de largeur 1,00 m (en V ou //) Surface prsume m

08.051.e

Flche de slection simple (H=7,5 m) Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Dubbele voorsorteringspijl (H=7,5 m)

08.051.f

Flche de slection double (H=7,5 m) Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rijstrookverminderingspijl (H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Driehoeken 50/70 voor dwarsmarkering van voorrangsverlening Vermoedelijke lengte str. m Markering van alle aard niet voorzien in de vorige stelposten Vermoedelijke oppervlakte m C.3. Thermoplastische markeringen C.3.1. WEGEN UITGEZONDERD AUTOSNELWEGEN Doorlopende of onderbroken belijning, breedte 0,15 m Vermoedelijke lengte str. m
- 167 -

08.051.g

Flche de rabattement (H=5 m) Quantit prsume pices Triangles 50/70 pour marques transversales de priorit de passage Longueur prsume mct Marquage de tous types autres que ceux repris aux postes prcdents Surface prsume m2 C.3. - Marquages thermoplastiques

08.051.h

08.051.i

08.052 08.052.a

C.3.1. - VOIRIES EXCEPTE AUTOROUTES Ligne continue ou discontinue de largeur 0,15 m Longueur prsume mct

08.052.b

Ligne continue ou discontinue de largeur 0,20 m Longueur prsume mct Ligne continue ou discontinue de largeur 0,25 m Longueur prsume mct Ligne discontinue de carrs 50 x 50 cm pour traverses cyclables Longueur prsume mct

Doorlopende of onderbroken belijning, breedte 0,20 m Vermoedelijke lengte str. m Doorlopende of onderbroken belijning, breedte 0,25 m Vermoedelijke lengte str. m Onderbroken belijning met vierkanten 50 x 50 cm voor fietsersoversteekplaatsen Vermoedelijke lengte str. m Arceringsmarkering van 0,40 m breedte Vermoedelijke oppervlakte m Dwarsmarkering voor STOP lijn van 0,50 m breedte Vermodelijke lengte str. m Markering in dambord voor tramzones (50/50 cm) Vermoedelijke oppervlakte m Arcering, voor een verkeersgeleider (V vorm), van 0.40 m breedte Vermoedelijke oppervlakte m Arcering voor parkeerverbod Surface prsume m Vermoedelijke oppervlakte m Markering voor voetgangersoversteekplaats Vermoedelijke oppervlakte m Voorsorteringspijl rechtdoor links of rechts voor fietsers Vermoedelijke hoeveelheid stuks Voorsorteringspijl rechtdoor , links of rechts (H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Dubbele voorsorteringspijl (rechtdoor en links of rechts, H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Drievoudige voorsorteringspijl (H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rijstrookverminderingspijl H=5 m)

08.052.c

08.052.d

08.052.e

Marquage stri de largeur 0,40 m Surface prsume m Marquage transversal pour ligne STOP de largeur 0,50 m Longueur prsume mct Marquage en damier pour zones tram (50/50 cm) Surface prsume m Marquage stri pour lot directionnel (en V) de largeur 0.40 m Surface prsume m

08.052.f

08.052.g

08.052.h

08.052.i

Marquage stri pour interdiction de stationner

08.052.j

Marquage pour passage pitons Surface prsume m Flche de slection tout droit , gauche ou droite pour cyclistes Quantit prsume pices Flche de slection tout droit , gauche ou droite (H=5 m) Quantit prsume pices Flche de slection double (tout droit et tourne gauche ou droite, H=5 m) Quantit prsume pices Flche de slection triple (H=5 m) Quantit prsume pices

08.052.k

08.052.l

08.052.m

08.052.n

08.052.o

Flche de rabattement (H=5 m) Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 168 -

08.052.p

Symbole en chevron pour cyclistes Quantit prsume pices Lettre pour symbole (CD,BUS,TRAM,TAXI,) Quantit prsume pices Arrt de bus simple complet (lettres, stries, lignes continues, ...). Quantit prsume pices Arrt de bus double complet (lettres, stries, lignes continues, ...). Quantit prsume pices Triangles 50/70 pour marques transversales de priorit de passage Longueur prsume mct

Sergeantenstreep voor fietsers Vermoedelijke hoeveelheid stuks Letter voor symbool (CD,BUS, TRAM,TAXI,) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Volledige enkele bushalte (letters, arceringen, belijning) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Volledige dubbele bushalte (letters, arceringen, belijning) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Driehoeken 50/70 voor dwarsmarkering van voorrangsverlening Vermoedelijke lengte str. m Grote driehoek (3 m/6 m) Quantit prsume pices Vermoedelijk hoeveelheid stuks Klein fietspictogram Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Groot fietspictogram Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Groot pictogram voor gehandicapte Vermoedelijke hoeveelheid stuks Relifmarkering in ribbelmarkering (<5 mm) (longitudinaal) Vermoedelijke lengte str. m Relifmarkering in damborden Vermoedelijke oppervlakte m Relifmarkering in strepen ( 5 mm) (transversaal) Vermoedelijke oppervlakte m Rode markeringen voor fietspaden (doorsteken van kruispunten) Vermoedelijke oppervlakte m Markeringen van alle aard niet voorzien in vorige posten. Vermoedelijke oppervlakte m

08.052.q

08.052.r

08.052.s

08.052.t

08.052.u

Grand triangle (3 m/6 m)

08.052.v

Petit pictogramme cycliste

08.052.w

Grand pictogramme cycliste

08.052.x

Grand pictogramme handicap Quantit prsume pices Marquage profil en stries (< 5 mm) (longitudinal) Longueur prsume mct

08.052.y

08.052.z

Marquage profil en damiers Surface prsume m2 Marquage profil en barettes ( 5 mm) (transversal) Surface prsume m2 Marquage rouge pour pistes cyclables (traverses de carrefours) Surface prsume m2 Marquage de tous types autres que ceux prvus aux postes prcdents. Surface prsume m

08.052.aa

08.052.ab

08.052.ac

- 169 -

08.052.ad

08.053 08.053.a

Coefficient (compris entre 1,00 et 1,50) appliquer sur le montant des marquages thermoplastiques, pour application sur un revtement en bton. Valeur prsume C.3.2. AUTOROUTES Ligne continue ou discontinue de largeur 0,20 m Longueur prsume mct Ligne continue ou discontinue de largeur 0,30 m Longueur prsume mct Ligne continue ou discontinue de largeur 0,40 m Longueur prsume mct

Factor (begrepen tussen 1,00 en 1,50) toe te passen op het bedrag van de thermoplastische markeringen voor het aanbrengen op een betonverharding. Vermoedelijke waarde C.3.2. AUTOSNELWEGEN Doorlopende of onderbroken belijning met breedte 0,20 m Vermoedelijke lengte str. m Doorlopende of onderbroken belijning met breedte 0,30 m Vermoedelijke lengte str. m Doorlopende of onderbroken belijning met breedte 0,40 m Vermoedelijke lengte str. m Arceringsmarkering van 1,00 m breedte (V of // vorm) Vermoedelijke oppervlakte m Enkele voorsorteringspijl (H=7,5 m)

08.053.b

08.053.c

08.053.d

Marquage stri de largeur 1,00 m (en V ou //) Surface prsume m

08.053.e

Flche de slection simple (H=7,5 m) Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Dubbele voorsorteringspijl (H=7,5 m)

08.053.f

Flche de slection double (H=7,5 m) Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Rijstrookverminderingspijl (H=5 m) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Driehoeken 50/70 voor dwarsmarkering van voorrangsverlening Vermoedelijke lengte str. m Markering van alle aard niet voorzien in de vorige stelposten Vermoedelijke oppervlakte m C.4. Voorgevormde markeringen Klein pictogram voor gehandicapte

08.053.g

Flche de rabattement (H=5 m) Quantit prsume pices Triangles 50/70 pour les marques transversales de priorit de passage Longueur prsume mct Marquage de tous types autres que ceux repris aux postes prcdents Surface prsume m2 C.4. Marquages prforms

08.053.h

08.053.i

08.054.a

Petit pictogramme handicap Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Groot pictogram voor gehandicapte

08.054.b

Grand pictogramme handicap Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Klein fietspictogram

08.054.c

Petit pictogramme cycliste Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 170 -

08.054.d

Grand pictogramme cycliste Quantit prsume pices

Groot fietspictogram Vermoedelijke hoeveelheid stuks Sergeantenstreep voor fietsers Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verkeerstekens (A23,E1,) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Driehoeken 50/70 voor dwarsmarkering voorrangsverlening Vermoedelijke lengte str. m Letters hoogte 1 m (CD, BUS, TAXI en andere) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Letters hoogte 0,50 m (CD, BUS, TAXI en andere) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Set samengesteld uit logo A23 en rode kader 2,5 x 5 m (voor schoolomgevingen) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Parkeerplaats TAXI (geel RAL 1003) Vermoedelijke hoeveelheid stuks Onderbroken lijnen breedte 0,15 m Longueur prsume mct Vermoedelijke lengte str. m

08.054.e

Symbole en chevron pour cyclistes

08.054.f

Signaux routiers (A23,E1,) Quantit prsume pices Triangles 50/70 pour marques transversales de priorit de passage Longueur prsume mct Lettres hauteur 1 m (CD, BUS, TAXI et autres) Quantit prsume pices Lettres hauteur 0,50 m (CD, BUS, TAXI et autres) Quantit prsume pices Set comprenant logo A23 et cadre rouge 2,5 x 5 m (pour les abords dcole) Quantit prsume pices Aire de stationnement TAXI (jaune RAL 1003) Quantit prsume pices

08.054.g

08.054.h

08.054.i

08.054.j

08.054.k

08.054.l

Lignes discontinues largeur 0,15 m

- 171 -

CHAPITRE IX PLANTATIONS, ENGAZONNEMENT ET AMENAGEMENT PAYSAGISTE

HOOFDSTUK IX BEPLANTINGEN, GRASPERKEN EN LANDSCHAPSINRICHTING

A. TRAVAUX PREPARATOIRES AUX PLANTATIONS ET AUX ENGAZONNEMENTS

09.001

A. VOORBEREIDENDE WERKEN AAN DE BEPLANTINGEN EN AANLEG VAN GRASPERKEN Het rooien van het struikgewas, bestaande uit uittrekken, wegvoeren of vernietigen van kreupelhout, struikgewas, hagen, struiken, heesters en boompjes, inclusief verwijderen van de wortels en de stronken. Vermoedelijke oppervlakte m Spitten, frezen, nivelleren van het terrein en klaarmaken van de grond voor de bezodingen, bezaaiingen en beplantingen. Vermoedelijke oppervlakte m Grondwerken in uitgraving voor verwezenlijken van de beplantings- en bezaaiingszones, inclusief verwijderen van overtollige gronden en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van een laag van 0,30 m teelaarde voor het verwezenlijken van de beplantings- en bezaaiingszones, effenen, vervoer en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van verbeterde grond voor plantmassieven. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van een laag van 15 cm potgrond te spreiden over de met perkplanten te beplanten oppervlakten, inclusief alle werken en leveringen. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van naaldhoutschors Landes naalden CAL (als bedekkingslaag) op een dikte van 10 15 cm tussen en rond de jonge aanplantingen. Vermoedelijk volume m

Le dbroussaillement comprenant l'extraction, lvacuation ou la destruction des taillis, buissons, haies, broussailles et arbustes, y compris dracinage et dessouchage. Surface prsume m2 Bchage, fraisage, nivellement du terrain et prparation du sol pour plaquages, ensemencements et plantations. Surface prsume m2 Terrassements en dblai pour la ralisation de zones de plantations ou d'engazonnement, y compris vacuation des terres en excs et toutes sujtions. Volume prsum m3 Fourniture et mise en uvre d'une couche de 0,30 m de terre arable pour la ralisation de zones de plantations ou d'engazonnement, lgalisation, le transport et toutes sujtions. Volume prsum m3 Fourniture et mise en uvre de terre amliore pour massifs. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre d'une couche de 15 cm de terreau pandre sur les surfaces de plantations de plantes de parterre, y compris tous travaux et fournitures. Volume prsum m3 Fourniture et mise en uvre d'corces de rsineux Pin des Landes CAL (comme couche de couverture) sur une paisseur de 10 15 cm autour et entre les jeunes plantations. Volume prsum m3

09.002

09.003

09.004

09.005

09.006

09.007

- 172 -

Engrais, amendements du sol et substrats de culture selon K.3.2.

09.008

Fourniture et mise en uvre damendements organiques rpandre sur toutes les surfaces planter et engazonner, raison de 300 m3/ha, fraisage sur une profondeur de 25 cm, y compris toutes sujtions : - tourbe horticole Volume prsum m3 - amendements organiques (mlangs) Volume prsum m3 - amendements synthtiques (flocons formaldhyde + terracottem) Volume prsum m3

Meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten volgens K.3.2. Leveren en verwerken van grondverbeteringsmiddelen te spreiden over de te beplanten of te bezaaien oppervlakten rato van 300 m/ha, infrezen op een diepte van 25 cm, inclusief alle bijbehorende werken :

09.008.a 09.008.b 09.008.c

- tuinbouwkundige turf Vermoedelijk volume m - organisch grondverbeteringsmiddel (gemengd) Vermoedelijk volume m - syntetisch grondverbeteringsmiddel (formaldeyde vlokken + terracottem) Vermoedelijk volume m - mest in korrelvorm. Vermoedelijk gewicht kg Leveren en inwerken van organische meststof uit te spreiden over alle te beplanten en te bezaaien oppervlakken, in een hoeveelheid te bepalen door de leidende ambtenaar, inclusief frezen tot op een diepte van 20cm. Vermoedelijk gewicht kg Leveren en inwerken van kunstmatige meststof uit te spreiden over alle te beplanten en te bezaaien oppervlakken, in een hoeveelheid te bepalen door de leidende ambtenaar, inclusief frezen tot op een diepte van 20 cm. Vermoedelijk gewicht kg Leveren van meststoffen : - organische meststof met een samenstelling aan te geven door de leidende ambtenaar Te verantwoorden som - enkelvoudige meststof Te verantwoorden som - meststoffen met een biologisch schimmelpreparaat om een evenwichtig bodemleven te stimuleren Te verantwoorden som - bacterieel preparaat tegen te hoge zoutconcentraties in de grond. Te verantwoorden som

09.008.d 09.009

- fumier en granuls. Poids prsum kg Fourniture et incorporation d'engrais organique rpandre sur toutes les surfaces planter et engazonner, en quantit dfinir par le fonctionnaire dirigeant, y compris fraisage sur une profondeur de 20 cm. Poids prsum kg Fourniture et incorporation d'engrais de synthse rpandre sur toutes les surfaces planter et engazonner, en quantit dfinir par le fonctionnaire dirigeant, y compris fraisage sur une profondeur de 20 cm. Poids prsum kg Fourniture dengrais : - engrais organique de composition indique par le fonctionnaire dirigeant Somme justifier - engrais simple Somme justifier - engrais contenant une prparation biologique base de champignons, dans le but de rtablir un quilibre dans la microflore du sol Somme justifier - prparation base de bactries pour rduire les concentrations de sel de dneigement dans le sol. Somme justifier

09.010

09.011 09.011.a

09.011.b 09.011.c

09.011.d

- 173 -

09.012

Fourniture et incorporation damendements organiques rpandre sur toutes les surfaces planter et engazonner, en m par are, dfinir par le fonctionnaire dirigeant, y compris fraisage sur une profondeur de 20 cm Terreau pour plantes de parterre Volume prsum m Terreau daiguilles de rsineux Volume prsum m Terre de bruyre Volume prsum m Amendements calcaires Volume prsum m Granulats dargile expanse Volume prsum m Compost de dchets verts Volume prsum m Traitement avec des produits phytopharmaceutiques selon K.4. Le traitement phytosanitaire comprend la fourniture et l'application uniforme du produit sur les surfaces ou les objets traiter. Les produits doivent tre au pralable agrs par le pouvoir adjudicateur. Le traitement avec des produits phytopharmaceutiques ne peut se faire que par une personne portant un certificat lgal dutilisateur agr ou de tout autre certificat lgal attestant de sa comptence.

Leveren en inwerken van organische verbeteringsmiddelen uit te spreiden over alle te beplanten en te bezaaien oppervlakken, in m per are te bepalen door de leidende ambtenaar, inclusief frezen tot op een diepte van 20 cm. Teelaarde voor bloembedden Vermoedelijk volume m Teelaarde van naalden van harsbomen Vermoedelijk volume m Heideteelaarde Vermoedelijk volume m Kalkhoudende verbeteringsmiddelen Vermoedelijk volume m Gexpandeerde kleikorrels Vermoedelijk volume m Compost van groenafval Vermoedelijk volume m Behandeling met fytofarmaceutische producten volgens K.4.

09.012.a 09.012.b 09.012.c 09.012.d 09.012.e 09.012.f

De behandeling met een fytofarmaceutisch product omvat het leveren en gelijkmatig verspreiden ervan op de te behandelen objecten of oppervlakken. Er wordt geen enkel product toegelaten zonder de voorafgaande goedkeuring van de aanbestedende overheid. De behandeling met fytofarmaceutische producten mag enkel uitgevoerd worden door een persoon die houder is van een wettelijk erkend certificaat van erkend gebruiker of van enig ander wettelijk attest dat getuigd van zijn bekwaamheid. Behandeling met fungicide.

09.013

Traitement avec fongicide. Surface prsume m

Vermoedelijke oppervlakte m

- 174 -

09.014

Traitement avec insecticide Ces traitements sont excuts sur ordre de service qui fixe les dlais, les surfaces et les produits. Pour autant que les conditions mtorologiques le permettent, ces applications sont excutes endans les 24 heures aprs notification, inscription au journal des prestations ou envoi dun fax. Le prix unitaire de ce poste comprend aussi une deuxime application du produit et ceci aprs un intervalle prescrit de manire dtruire les closions ou spores qui se seraient nouveau dveloppes.

Behandeling met insecticide De te behandelen plaatsen worden aangeduid in het dienstbevel, evenals de uitvoeringsperiode en de producten. In zoverre de klimatologische omstandigheden het toelaten, wordt de toepassing uitgevoerd binnen de 24 uren na notificatie het vermelden in het dagboek der prestaties of na het verzenden van de fax. De eenheidsprijs van deze stelpost omvat tevens een tweede toepassing van het product en dit na een voorgeschreven interval om zo de eitjes of sporen die zicht opnieuw hebben ontwikkeld te verdelgen.

09.015

Surface prsume m Traitement avec herbicide Les produits doivent rpondre aux prescriptions lgales. Lentrepreneur reste entirement responsable de tous les dgts conscutifs l'usage de ces produits, autant sur le domaine public que sur le domaine priv. En cas de dgts, ceux-ci seront rpars endans les vingt jours qui suivent la constatation.

Vermoedelijke oppervlakte m Behandeling met herbicide De producten moeten aan de voorschriften ter zake voldoen. Niettemin blijft de aannemer volledig verantwoordelijk voor de schade veroorzaakt door deze herbicide, en dit zowel aan het openbaar domein als aan priv-eigendom. Hij wordt eraan gehouden deze schade te herstellen binnen de 20 dagen volgend op de vaststelling ervan. De behandeling met herbiciden omvat zowel het leveren en het toepassen of begieten van het product, als het verwijderen van het afgestorven onkruid na de behandeling. Op de verharde oppervlakken

Le traitement lherbicide comprend la livraison et lapplication du produit, ainsi que lenlvement des mauvaises herbes mortes aprs traitement.
09.015.a 09.015.b

Sur les surfaces en dur Surface prsume m Le long des bordures Longueur prsume mct Prvention et lutte contre les maladies

Vermoedelijke oppervlakte m Langs de boordstenen Vermoedelijke lengte str. m Preventie en ziektebestrijding Aanbrengen en verstuiven van een fytofarmaceutisch middel op aangetaste bomen. Al het materiaal en personeel nodig om de prestaties uit te voeren zijn in de stelpost inbegrepen. De zieke bomen worden aangeduid door de aanbestedende overheid en het bestrijdingsproduct wordt betaald in de stelpost te verantwoorden som. De aannemer neemt alle voorzorgen die in de bijsluiter van het product vermeld zijn. Vermoedelijke hoeveelheid uren

09.016

Mise en uvre et pulvrisation dun produit phytopharmaceutique sur les arbres malades. Tout lquipement et le personnel ncessaire pour excuter ces prestations sont compris dans le poste. Les arbres traiter seront dsigns par le pouvoir adjudicateur. Le produit phytopharmaceutique est pay dans le poste somme valoir. Lentrepreneur prend toutes les prcautions qui sont indiques sur la notice dutilisation accompagnant le produit. Quantit prsume heures

- 175 -

09.017

Mise en uvre de produits pour la lutte intgre sur les arbres malades. Tout lquipement et le personnel ncessaire pour excuter ces prestations sont compris dans le poste. Les arbres traiter seront dsigns par le pouvoir adjudicateur. Les produits de lutte intgre sont pays dans le poste somme valoir. Lentrepreneur prend toutes les prcautions qui sont indiques sur la notice dutilisation accompagnant le produit. Quantit prsume heures Fourniture de produits phytopharmaceutiques pour lutter contre les maladies des arbres ; produits approuver par le pouvoir adjudicateur. Somme justifier

Aanbrengen en verstuiven van een gentegreerd bestrijdingsmiddel op aangetaste bomen. Al het materiaal en personeel nodig om de prestaties uit te voeren zijn in de stelpost inbegrepen. De zieke bomen worden aangeduid door de aanbestedende overheid en het bestrijdingsproduct wordt betaald in de stelpost te verantwoorden som. De aannemer neemt alle voorzorgen die in de bijsluiter van het product vermeld zijn. Vermoedelijke hoeveelheid uren Leveren van fytofarmaceutische producten om de ziekten aan bomen te bestrijden ; producten door de aanbestedende overheid goed te keuren. Te verantwoorden som Leveren van producten voor de gentegreerde bestrijding. Te verantwoorden som Leveren van ontsmettings- en wondafdekkingsmiddelen aan bomen.

09.018

09.019

Fourniture de produits pour la lutte intgre. Somme justifier Fourniture de produits dimprgnation et de recouvrement pour les soins des plaies aux arbres. Somme justifier

09.020

Te verantwoorden som Pedologische en granulometrische analyses.

09.021

Analyses pdologiques et granulomtriques. Somme justifier B. TRAVAUX DAMENAGEMENT SELON K.5. Plantation darbres haute tige selon K.5.2.

Te verantwoorden som B. AANLEGWERKEN VOLGENS K.5. Planten van hoogstammen volgens K.5.2. Grondwerken in uitgraving voor boomkuilen, inclusief verwijderen van overtollige grond en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Manuele grondwerken in uitgraving voor boomkuilen ter plaatse van kabels en leidingen, inclusief verwijderen van de overtollige grond en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Uitbraak van zandcement, beton al of niet gewapend en metselwerk in boomkuilen, inclusief verwijderen van alle afval en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m
- 176 -

09.022

Terrassements en dblai pour fosses d'arbre, y compris vacuation des terres en excs et toutes sujtions. Volume prsum m3 Terrassements manuels en dblai pour fosses d'arbre aux endroits des cbles et conduites, y compris vacuation des terres excdentaires et toutes sujtions. Volume prsum m3 Dmolition de sable stabilis, bton arm ou non arm, maonnerie dans les fosses d'arbre, y compris vacuation de tous les dchets et toutes sujtions. Volume prsum m3

09.023

09.024

09.025

Dblayage et enlvement darbres existants en vue de la replantation, y compris plantation temporaire et/ou stockage temporaire, taille, signalisation et toutes sujtions, dune circonfrence mesure 1,30 m de hauteur : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - entre 1 et 1,5 m. Quantit prsume pices Replantation des arbres rcuprs dans le chantier, y compris fumure, dblai et remblai avec terre arable des fosses, tuteurage et toutes sujtions. Circonfrence < 0,50 m. Quantit prsume pices 0,50 m < circonfrence < 1 m. Quantit prsume pices 1 m < circonfrence < 1,5 m. Quantit prsume pices Fourniture darbres haute tige 20/25 - Pyrus calleryana "Chanticleer" Quantit prsume pices - Carpinus betulus Quantit prsume pices - Carpinus betulus "Fastigiata" Quantit prsume pices - Platanus acerifolia Quantit prsume pices - Tilia cordata Quantit prsume pices - Tilia euchlora Quantit prsume pices - Tilia americana "Nova" Quantit prsume pices - Corylus colurna Quantit prsume pices - Gleditsia triacanthos "Sunburst" Quantit prsume pices - Magnolia kobus Quantit prsume pices - Metasequoia glyptostroboides Quantit prsume pices

Uitgraven en verwijderen van bestaande bomen met het oog op het herplanten, inclusief het voorlopig planten en/of de voorlopige opslag, snoeien, de signalisatie en alle bijbehorende werkzaamheden, met een stamomtrek gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner dan 1 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 1 en 1,5 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Herplanten van de gerecupereerde bomen in de bouwplaats, inclusief bemesting, uitgraving, steunpalen en ophoging met teelaarde van de kuilen en alle bijbehorende werkzaamheden. Stamomtrek < 0,50 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks 0,50 m < stamomtrek < 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks 1 m < stamomtrek < 1,5 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren van hoogstammen 20/25 - Pyrus calleryana "Chanticleer" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Carpinus betulus Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Carpinus betulus "Fastigiata" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Platanus acerifolia Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Tilia cordata Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Tilia euchlora Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Tilia americana "Nova" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Corylus colurna Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Gleditsia triacanthos "Sunburst" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Magnolia kobus Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Metasequoia glyptostroboides Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 177 -

09.025.a 09.025.b 09.026

09.026.a 09.026.b 09.026.c 09.027 09.027.a 09.027.b 09.027.c 09.027.d 09.027.e 09.027.f 09.027.g 09.027.h 09.027.i 09.027.j 09.027.k

09.027.l 09.027.m 09.027.n 09.027.o 09.027.p 09.027.q 09.027.r 09.027.s 09.027.t 09.027.u 09.027.v 09.027.w 09.027.x 09.027.y

- Fagus sylvatica Quantit prsume pices - Sophora japonica "Fleright" Quantit prsume pices - Sophora japonica "Regent" Quantit prsume pices - Quercus imbricaria Quantit prsume pices - Tilia platiphyllos Quantit prsume pices - Zelkova serrata "Green Vase" Quantit prsume pices - Ostrya carpinifolia Quantit prsume pices - Quercus coccinea Quantit prsume pices - Quercus frainetto Quantit prsume pices - Quercus robur "Fastigiata" Quantit prsume pices - Quercus libanii Quantit prsume pices - Gleditsia triacanthos "Skyline" Quantit prsume pices - Cercis siliquastrum Quantit prsume pices - Davidia involucrata Quantit prsume pices

- Fagus sylvatica Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Sophora japonica "Fleright" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Sophora japonica "Regent" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Quercus imbricaria Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Tilia platiphyllos Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Zelkova serrata "Green Vase" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Ostrya carpinifolia Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Quercus coccinea Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Quercus frainetto Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Quercus robur "Fastigiata" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Quercus libanii Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Gleditsia triacanthos "Skyline" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Cercis siliquastrum Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Davidia involucrata Vermoedelijke hoeveelheid stuks Niet voorziene variteiten op vraag van de aanbestedende overheid Te verantwoorden som Leveren van hoogstammen 25/30 - Aesculus hippocastanum Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Aesculus x carnea "Briotii" Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Acer platanoides "Columnare" Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Aesculus hippocastanum "Baumannii" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Acer pseudoplatanus "Negenia" Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 178 -

09.027.z

Varits non prvues la demande du pouvoir adjudicateur Somme justifier

09.028 09.028.a 09.028.b 09.028.c 09.028.d 09.028.e

Fourniture darbres haute tige 25/30 - Aesculus hippocastanum - Aesculus x carnea "Briotii" - Acer platanoides "Columnare" - Aesculus hippocastanum "Baumannii" Quantit prsume pices - Acer pseudoplatanus "Negenia" Quantit prsume pices

09.028.f 09.028.g 09.028.h 09.028.i 09.028.j 09.028.k 09.028.l 09.029

- Acer campestre "Queen Elizabeth" Quantit prsume pices - Castanea sativa "Marron de Lyon" Quantit prsume pices - Celtis occidentalis Quantit prsume pices - Catalpa bignonioides "Aurea" Quantit prsume pices - Fraxinus excelsior "Jaspidea" Quantit prsume pices - Fraxinus angustifolia "Raywood" Quantit prsume pices - Fraxinus americana "Autumn Purple" Quantit prsume pices Supplment de prix sur la fourniture darbres haute tige 20/25 pour la fourniture : - darbres haute tige 25/30 Quantit prsume pices - darbres haute tige 30/35 Quantit prsume pices - darbres haute tige 35/40 Quantit prsume pices - darbres haute tige 40/45 Quantit prsume pices Supplment de prix sur la fourniture darbres haute tige 25/30 pour la fourniture : - darbres haute tige 30/35 Quantit prsume pices - darbres haute tige 35/40 Quantit prsume pices - darbres haute tige 40/45 Quantit prsume pices - darbres haute tige 45/50 Quantit prsume pices - darbres haute tige 50/60 Quantit prsume pices - darbres haute tige 60/70 Quantit prsume pices

- Acer campestre "Queen Elizabeth" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Castanea sativa "Marron de Lyon" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Celtis occidentalis Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Catalpa bignonioides "Aurea" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Fraxinus excelsior "Jaspidea" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Fraxinus angustifolia "Raywood" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Fraxinus americana "Autumn Purple" Vermoedelijke hoeveelheid stuks Toeslag op de prijs van het leveren van hoogstammige bomen 20/25 voor het leveren van : - hoogstammige bomen 25/30 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 30/35 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 35/40 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 40/45 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Toeslag op de prijs van het leveren van hoogstammige bomen 25/30 voor het leveren van : - hoogstammige bomen 30/35 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 35/40 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 40/45 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 45/50 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 50/60 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogstammige bomen 60/70 Vermoedelijke hoeveelheid stuks

09.029.a 09.029.b 09.029.c 09.029.d 09.030

09.030.a 09.030.b 09.030.c 09.030.d 09.030.e 09.030.f

- 179 -

09.031

Achat sur facture dun arbre, rpondant aux critres de qualit selon K.5.1 et dont la varit est dfinir par le pouvoir adjudicateur. La motte est protge par une toile en jute. Ce poste comprend la rservation et le marquage de larbre en ppinire, en accord avec le fonctionnaire dirigeant ou son dlgu, ainsi que la fourniture de larbre sur le chantier et toutes sujtions. Somme justifier

09.032

Plantation d'arbres haute tige 20/25. Les travaux ci-aprs sont charge de l'entreprise pendant le dlai de garantie : 5 arrosages par an ; une taille de formation la deuxime anne ; vrification des fixations et du tuteurage pendant la priode de garantie

Aankoop op factuur van een boom, die voldoet aan de kwaliteitscriteria volgens K.5.1 en waarvan de variteit te bepalen is door de aanbestedende overheid. De kluit dient beschermd te zijn door een gebonden doek uit jute. Deze stelpost bevat eveneens het reserveren en markeren van de boom in de kwekerij, in samenspraak met de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde, alsook de levering van de boom op de werf en alle bijbehorende werkzaamheden. Te verantwoorden som Planten van hoogstammen 20/25. Volgende werken zijn een last der aanneming gedurende de waarborgtermijn : 5 begietingen per jaar ; n vormsnoei het tweede jaar ; nazicht van de vasthechtingen en de steunstokken, gedurende de waarborgtermijn - bomen 20/25

09.032.a 09.032.b 09.032.c 09.032.d 09.032.e 09.032.f 09.032.g 09.032.h 09.033

- arbres 20/25 Quantit prsume pices - arbres 25/30 Quantit prsume pices - arbres 30/35 Quantit prsume pices - arbres 35/40 Quantit prsume pices - arbres 40/45 Quantit prsume pices - arbres 45/50 Quantit prsume pices - arbres 50/60 Quantit prsume pices - arbres 60/70 Quantit prsume pices Fourniture et pose de tuteurs lors de la plantation des arbres, y compris liens, fixation entre tuteurs de planchettes cloues en bois trait et toutes sujtions. - longueur 3 m diamtre 8 cm Quantit prsume pices - longueur 4 m diamtre 12 cm Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks - bomen 25/30 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - bomen 30/35 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - bomen 35/40 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - bomen 40/45 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - bomen 45/50 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - bomen 50/60 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - bomen 60/70 Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van steunstaken tijdens het planten van de bomen, inclusief de bindsels, verbindingen met genagelde planken in behandeld hout van de steunpalen en alle bijbehorende werkzaamheden. - lengte 3 m diameter 8 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks - lengte 4 m diameter 12 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks

09.033.a 09.033.b

- 180 -

09.034

Fourniture et mise en uvre de terre arable amliore pour fosses de plantation : par 1000 l de terre arable sera mlang 100 l de compost de dchets verts, 200 l de sable de rivire et 10 kg dun produit hydrortenteur de synthse. Le mlange est excut sous le contrle d'un dlgu du fonctionnaire dirigeant, dans un dpt propos par le prestataire de services. Le remblai des fosses se fait par couches de 30 cm ; entre chaque couche la terre sera tasse. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre d'un mlange terre/pierres autour de la fosse de plantation selon K.5.2.1 pour plantation darbres en trottoir ou dans un sous-sol peu permable pour les racines. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre de gravier pour arbres et toutes sujtions. Volume prsum m Fourniture et pose de tuyaux de drainage enrobs de diam. 8 cm pour arroser les arbres haute tige, y compris bouchon sur l'extrmit du tuyau et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture de rondins en bois pour palissage d'arbres. Longueur prsume mct Fourniture de lattis en bois pour palissage d'arbres. Longueur prsume mct Fourniture et plantation d'arbustes feuillage persistant. - Taxus baccata 150/175 Quantit prsume pices - Taxus baccata 125/150 Quantit prsume pices - Taxus baccata 80/100 Quantit prsume pices - Taxus baccata "Semperaurea" 150/175 Quantit prsume pices - Abies concolor 200/250 Quantit prsume pices - Sequoiadendron giganteum 200/250 Quantit prsume pices

Leveren en verwerken van verbeterde teelaarde voor plantkuilen : per 1000 l teelaarde wordt er 100 l compost van groenafval, 200 l rivierzand en 10 kg synthetische waterabsorberende polymeren toegevoegd. De mengeling gebeurt onder toezicht van een afgevaardigde van de leidende ambtenaar, in een door de aannemer voorgestelde opslagplaats. Het aanvullen van de kuilen gebeurt in lagen van 30 cm ; per laag wordt er aangedrukt. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van een mengeling bestaande uit grond en stenen rond de boomkuilen volgens K.5.2.1 voor aanplanting van bomen in trottoirs of in voor wortel weinig doordringbare ondergrond. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van bomengrind, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m Leveren en plaatsen van omwikkelde draineerbuizen diam. 8 cm voor het begieten van de hoogstammen, inclusief plaatsen van stop op het zichtbare uiteinde van de buis en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren van rondhouten palen voor leibomen. Vermoedelijke lengte str. m Leveren van een houten latwerk voor leibomen. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en planten van bladhoudende heesters. - Taxus baccata 150/175 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Taxus baccata 125/150 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Taxus baccata 80/100 Vermoedelijke hoeveelheid - Taxus baccata "Semperaurea" 150/175 Vermoedelijke hoeveelheid - Abies concolor 200/250 Vermoedelijke hoeveelheid - Sequoiadendron giganteum 200/250 Vermoedelijke hoeveelheid stuks stuks stuks stuks
- 181 -

09.035

09.036

09.037

09.038

09.039

09.040 09.040.a 09.040.b 09.040.c 09.040.d 09.040.e 09.040.f

09.040.g 09.040.h 09.040.i 09.040.j 09.040.k 09.040.l 09.040.m 09.040.n 09.041 09.041.a 09.041.b 09.041.c 09.041.d 09.041.e 09.041.f 09.042

- Ilex aquifolium 150/175 Quantit prsume pices - Prunus lusitanica 100/125 Quantit prsume pices - Prunus lusitanica 80/100 Quantit prsume pices - Prunus laurocerasus 80/100 Quantit prsume pices - Aucuba japonica 80/100 Quantit prsume pices - Elaeagnus pungens "Aureovariegata" 80/100 Quantit prsume pices - Mahonia bealei 80/100 Quantit prsume pices - Autres varits la demande du pouvoir adjudicateur Somme justifier Fourniture et plantation de plantes tapissantes. - Lonicera nitida 40/45 Quantit prsume pices - Rubus calycinoides ''Emerald Carpet" Quantit prsume pices - Hedera helix ''Arborescens'' Quantit prsume pices - Mahonia aquifolium ''Apollo'' 30/35 Quantit prsume pices - Viburnum davidii 35/40 Quantit prsume pices - Autres varits la demande du pouvoir adjudicateur Somme justifier Fourniture et plantation de plantes tapissantes, de plantes vivaces persistantes. - Pachysandra terminalis Quantit prsume pices - Geranium macrorrhizum Quantit prsume pices - Autres varits non prvues la demande du pouvoir adjudicateur. Somme justifier Fourniture et plantation de baliveaux 200/250. - Acer campestre Quantit prsume pices

- Ilex aquifolium 150/175 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Prunus lusitanica 100/125 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Prunus lusitanica 80/100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Prunus lurocerasus 80/100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Aucuba japonica 80/100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Elaeagnus pungens "Aureovariegata" 80/100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Mahonia bealei 80/100 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Andere variteiten op vraag van de aanbestedende overheid Te verantwoorden som Leveren en planten van bodembedekkers. - Lonicera nitida 40/45 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Rubus calycinoides ''Emerald Carpet" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Hedera helix ''Arborescens'' Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Mahonia aquifolium ''Apollo'' 30/35 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Viburnum davidii 35/40 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Andere variteiten op vraag van de aanbestedende overheid Te verantwoorden som Leveren en planten bodembedekkers, groenblijvende vaste planten.

09.042.a 09.042.b 09.042.c 09.043 09.043.a

- Pachysandra terminalis Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Geranium macrorrhizum Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Andere variteiten op vraag van de aanbestedende overheid. Te verantwoorden som Leveren en planten van spillen 200/250. - Acer campestre Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 182 -

09.043.b 09.043.c 09.043.d 09.043.e 09.043.f 09.043.g 09.043.h 09.043.i 09.043.j 09.043.k 09.044

- Carpinus betulus Quantit prsume pices - Carpinus betulus "Fastigiata" Quantit prsume pices - Cercidiphyllum japonicum Quantit prsume pices - Cornus nuttallii "Monarch" Quantit prsume pices - Euonymus europaeus Quantit prsume pices - Fagus sylvatica Quantit prsume pices - Fagus sylvatica "Dawyck" Quantit prsume pices - Fagus sylvatica "Dawyck Purple" Quantit prsume pices - Parrotia persica Quantit prsume pices - Quercus turneri "Pseudoturneri" Quantit prsume Fourniture et plantation de baliveaux 250/300. Fagus sylvatica Quantit prsume Fourniture et plantation de baliveaux 275/300. Carpinus betulus "Fastigiata" Quantit prsume Fourniture et plantation de baliveaux 300/350. Fagus sylvatica Quantit prsume Fourniture et plantation de baliveaux Autres varits la demande du pouvoir adjudicateur. pices

- Carpinus betulus Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Carpinus betulus "Fastigiata" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Cercidiphyllum japonicum Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Cornus nuttallii "Monarch" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Euonymus europaeus Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Fagus sylvatica Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Fagus sylvatica "Dawyck" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Fagus sylvatica "Dawyck Purple" Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Parrotia persica Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Quercus turneri "Pseudoturneri" Vermoedelijke hoeveelheid Leveren en planten van spillen 250/300. Fagus sylvatica Vermoedelijke hoeveelheid Leveren en planten van spillen 275/300. Carpinus betulus "Fastigiata" Vermoedelijke hoeveelheid Leveren en planten van spillen 300/350. Fagus sylvatica Vermoedelijke hoeveelheid Leveren en planten van spillen Andere variteiten op vraag van de aanbestedende overheid. stuks

pices

stuks

09.045

pices

stuks

09.046

pices

stuks

09.047

09.048

Somme justifier Fourniture et plantation de plantes annuelles floraison estivale. Sorte et varit la demande du pouvoir adjudicateur. Quantit prsume pices Fourniture et plantation de plantes annuelles floraison printanire et automnale. Sorte et varit la demande du pouvoir adjudicateur. Quantit prsume pices

Te verantwoorden som Leveren en planten van perkplanten zomerbloeiers. Soort en variteit op vraag van de aanbestedende overheid. Vermoedelijke hoevelheid stuks Leveren en planten van perkplanten voor- en najaarbloeiers. Soort en variteit op vraag van de aanbestedende overheid. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

09.049

- 183 -

09.050

Fourniture et plantation de bulbes selon K.5.4. Sorte et varit la demande du pouvoir adjudicateur. Quantit prsume pices Fourniture et pose d'une clture avec poteaux tubulaires peints lectrostatiquement, de teinte verte, pour palisser une haie, y compris toutes fournitures et sujtions. Hauteur 1,10 m hors-sol (3 fils). Longueur prsume mct Fourniture et pose d'une clture avec poteaux tubulaires peints lectrostatiquement, de teinte verte, pour palisser une haie, y compris toutes fournitures et sujtions. Hauteur 2,00 m hors-sol (4 fils). Longueur prsume mct Engazonnement selon K. 6.

Leveren en planten van bloembollen volgens K.5.4. Soort en variteit op vraag van de aanbestedende overheid. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van een omheining van buisvormige palen, elektrostatisch geschilderd in het groen, voor het opbinden van de haag, inclusief alle leveringen en bijbehorende werkzaamheden. Hoogte 1,10 m boven de grond (3 draden). Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van een omheining van buisvormige palen, elektrostatisch geschilderd in het groen, voor het opbinden van de haag, inclusief alle leveringen en bijbehorende werkzaamheden. Hoogte 2,00 m boven de grond (4 draden). Vermoedelijke lengte str. m Aanleg van grasperken volgens K.6. Inzaaien van grasvelden, bermen en taluds door zaaien, inclusief voorafgaandelijk reinigen, spitten, frezen en profileren, leveren en verwerken van organische meststoffen rato van 20 kg/are, leveren van het zaad, zaaien, rollen, 2 maaibeurten en alle bijbehorende werkzaamheden volgens K.6.1. - oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 500 m per bestelbon. Vermoedelijke oppervlakte m - oppervlakte groter dan 500 m2 per bestelbon. Vermoedelijke oppervlakte m Grasperkaanleg d.m.v. graszoden volgens K.6.2, inclusief : profileren van het terrein, frezen tot 20 cm diepte, onderwerken van het mest, evenals verwijderen van alle afval dat aan het oppervlak komt tijdens het frezen ; b. voorbereiden van het terrein voor de bezoding, omvattende de levering van de graszoden, plaatsen, vastprikken, vullen van de voegen, rollen, gebeurlijke besproeiingen en alle bijbehorende werkzaamheden ; c. twee maaibeurten. - oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 500 m2 per bestelbon. Vermoedelijke oppervlakte m
- 184 -

09.051

09.052

09.053

Engazonnement de pelouses, de bermes et talus par semis, y compris nettoyage pralable des surfaces, bchage, fraisage, profilage, fourniture et pandage dengrais organique raison de 20 kg/are, fourniture de la semence, ensemencement, cylindrage, 2 oprations de fauchage ou tonte et toutes sujtions selon K.6.1. - surface infrieure ou gale 500 m par bon de commande. Surface prsume m - surface suprieure 500 m2 par bon de commande. Surface prsume m Engazonnement par plaques selon K.6.2, y compris : a. profilage du terrain, fraisage 20 cm de profondeur, enfouissement de la fumure ainsi que lvacuation de tous dchets venant apparatre la surface lors du fraisage ; prparation du terrain au placage, comprenant fourniture des plaques de gazon, pose, fichage, remplissage des joints, roulages, arrosages ventuels et toutes sujtions ; deux oprations de tonte.

09.053.a

09.053.b

09.054

a.

b.

c.
09.054.a

- surface infrieure ou gale 500 m2 par bon de commande. Surface prsume m

09.054.b

- surface suprieure 500 m2 par bon de commande. Surface prsume m C. TAILLE DES ARBRES SELON K.7. Taille de formation de jeunes arbres selon K.7.2.

- oppervlakte groter dan 500 m2 per bestelbon. Vermoedelijke oppervlakte m C. SNOEIEN VAN BOMEN VOLGENS K.7. Vormsnoei van jonge bomen volgens K.7.2. Vormsnoei van jonge bomen : - hoogte kleiner dan 3 m

09.055 09.055.a 09.055.b 09.055.c 09.055.d

Taille de formation de jeunes arbres : - hauteur infrieure 3 m Quantit prsume pices - hauteur comprise entre 3 et 5 m Quantit prsume pices - hauteur comprise entre 5 et 10 m Quantit prsume pices Supplment de prix pour fourniture et placement de tuteurs sur les arbres flchs. Quantit prsume pices Taille dentretien selon K.7.3. Taille dentretien de tilleuls dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 2 m Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 3 m Quantit prsume pices Taille dentretien darbres autres que tilleuls dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m. Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 2 m. Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 3 m Quantit prsume pices - comprise entre 3 et 4 m Quantit prsume pices Taille dentretien de formes libres et semi-libres

Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogte begrepen tussen 3 en 5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - hoogte begrepen tussen 5 en 10 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Meerprijs voor leveren en plaatsen van geleiders voor bomen met centrale harttak. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Onderhoudssnoei volgens K.7.3. Onderhoudssnoei van lindebomen met een stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner dan 1 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen tussen 1 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen tussen 2 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Onderhoudssnoeien van bomen andere dan lindebomen met een stamomtrek gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner dan 1 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen tussen 1 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen tussen 2 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen tussen 3 en 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Onderhoudssnoei van vrije en semi-vrije vormen.

09.056

09.056.a 09.056.b 09.056.c 09.057

09.057.a 09.057.b 09.057.c 09.057.d 09.058

- 185 -

Taille dentretien, le long de voiries, darbres dont une partie de la couronne surplombe les zones de parking ou la voirie et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est :
09.058.a 09.058.b 09.058.c 09.058.d 09.058.e 09.059

Onderhoudssnoei van bomen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over parkeerstroken of de rijweg hangt en waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner is dan 1 m.

- infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille dentretien, le long de voiries, darbres dont une partie de la couronne surplombe les voies de tram, ou le long de routes trs frquentes et aux carrefours, et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille de rduction de volume de couronne selon K.7.4.

Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Onderhoudssnoei van bomen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over tramsporen hangt, of langs zeer drukke wegen en op kruispunten en waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte :

09.059.a 09.059.b 09.059.c 09.059.d 09.059.e

- kleiner is dan 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Kroonreducerende snoei volgens K.7.4. Kroonreducerende snoei van bomen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over parkeerstroken of de rijweg hangt en waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner is dan 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 186 -

09.060

09.060.a 09.060.b 09.060.c 09.060.d

Taille de rduction de volume de couronne, le long de voiries, darbres dont une partie de la couronne surplombe les zones de parking ou la voirie et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices

09.060.e 09.061

- comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille de rduction de volume de couronne, le long de voiries, darbres dont une partie de la couronne surplombe les voies de tram, ou le long de routes trs frquentes et aux carrefours, et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille dclaircissage de la couronne selon K.7.5.

- begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Kroonreducerende snoei van bomen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over tramsporen hangt, of langs zeer drukke wegen en op kruispunten en met een stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte :

09.061.a 09.061.b 09.061.c 09.061.d 09.061.e

- kleiner is dan 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitdunningssnoei volgens K.7.5. Uitdunningssnoei van bomen langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over parkeerstroken of de rijweg hangt en waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner is dan 1 m. Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Uitdunningssnoei van bomen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over tramsporen hangt, of langs zeer drukke wegen en op kruispunten en met een stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte :

09.062

Taille dclaircissage darbres, le long de voiries, dont une partie de la couronne surplombe les zones de parking ou la voirie et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m - comprise entre 1 et 1,5 m - comprise entre 1,5 et 2 m - comprise entre 2 et 2,5 m - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille dclaircissage darbres, le long de voiries, dont une partie de la couronne surplombe les voies de tram, ou le long de routes trs frquentes et aux carrefours, et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices

09.062.a 09.062.b 09.062.c 09.062.d 09.062.e 09.063

09.063.a 09.063.b 09.063.c

- kleiner is dan 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 187 -

09.063.d 09.063.e 09.064

- comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Supplment forfaitaire aux prestations des postes prcdents pour une intervention durgence de taille, aprs commande, ventuellement par un coup de tlphone du fonctionnaire dirigeant ou son dlgu uniquement : - endans les 2h aprs commande Nombre dinterventions prsumes pices - endans les 5h aprs commande Nombre dinterventions prsumes pices - endans les 12h aprs commande Nombre dinterventions prsumes pices Taille de reformation selon K.7.6.

- begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Forfaitair supplement op de prestaties van vorige stelposten voor de uitvoering van snoeiwerken bij hoogdringendheid, eventueel via een telefonische oproep van enkel en alleen de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde : - binnen de 2u na de bestelling Vermoedelijk aantal interventies stuks - binnen de 5u na de bestelling Vermoedelijk aantal interventies stuks - binnen de 12u na de bestelling Vermoedelijk aantal interventies stuks Correctiesnoei volgens K.7.6. Correctiesnoei van bomen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over parkeerstroken of de rijweg hangt en waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner is dan 1 m. Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Correctiesnoei van bomen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over tramsporen hangt, of langs zeer drukke wegen en op kruispunten en met een stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner is dan 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 188 -

09.064.a

09.064.b

09.064.c

09.065

Taille de reformation darbres, le long de voiries, dont une partie de la couronne surplombe les zones de parking ou la voirie et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m - comprise entre 1 et 1,5 m - comprise entre 1,5 et 2 m - comprise entre 2 et 2,5 m - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille de reformation darbres, le long de voiries, dont une partie de la couronne surplombe les voies de tram, ou le long de routes trs frquentes et aux carrefours, et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices

09.065.a 09.065.b 09.065.c 09.065.d 09.065.e 09.066

09.066.a 09.066.b 09.066.c

09.066.d 09.066.e

- comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille dentretien de formes artificielles selon K.7.7. Taille dentretien darbres de formes artificielles, le long de voiries, dont une partie de la couronne surplombe les zones de parking ou la voirie et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices Taille dentretien darbres de formes artificielles, le long de voiries, dont une partie de la couronne surplombe les voies de tram, ou le long de routes trs frquentes et aux carrefours, et dont la circonfrence du tronc, mesure 1,30 m de hauteur est : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - comprise entre 1 et 1,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 1,5 et 2 m Quantit prsume pices - comprise entre 2 et 2,5 m Quantit prsume pices - comprise entre 2,5 et 3 m Quantit prsume pices D. AMENAGEMENTS ET TRAVAUX DIVERS SELON K.8.

- begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Onderhoudssnoei van artificile vormen volgens K.7.7. Onderhoudssnoei van bomen met artificile vormen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over parkeerstroken of de rijweg hangt en waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner is dan 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Onderhoudssnoei van bomen met artificile vormen, langs wegen, waarvan de kroon gedeeltelijk over tramsporen hangt, of langs zeer drukke wegen en op kruispunten en met een stamomtrek, gemeten op 1,30 m hoogte : - kleiner is dan 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1 en 1,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 1,5 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2 en 2,5 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - begrepen is tussen 2,5 en 3 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks D. VOORZIENINGEN EN ALLERHANDE WERKZAAMHEDEN VOLGENS K.8. Paden en verharde oppervlakken volgens K.8.1. Onkruidverdelging d.m.v. stomen van kwetsbare betegelingen en open verhardingen (zoals dolomiet, grind- en kiezelpaden) met behulp van een spuitlans met heet water of 94C. Het minimaal water verbruik is 1.000 liter per 500 m oppervlakte.
- 189 -

09.067

09.067.a 09.067.b 09.067.c 09.067.d 09.067.e 09.068

09.068.a 09.068.b 09.068.c 09.068.d 09.068.e

09.069

Chemins et surfaces en dur selon K.8.1. Dsherbage la vapeur sur des carrelages vulnrables et des revtements ouverts (tels que des pistes en dolomie, en pierrailles et en cailloux) avec lance de pulvrisation et eau chaude 94C. La consommation deau minimale est de 1.000 litres par 500 m de surface.

Sil reste des mauvaises herbes aprs traitement sur plus de 5% de la surface, elles seront enleves manuellement dans un dlai de 5 jours ouvrables. Nombre doprations : min. 3 par an. Surface prsume m Dsherbage la mousse chaude avec lance de pulvrisation sous basse pression sur des revtements de places et de pitonniers (temprature de contact : 95 97C). Dose : 2,5 litres de mousse par 750 litres deau. Nombre doprations : min. 3 par an. Surface prsume m Dsherbage par brlage des mauvaises herbes qui viennent de paratre, avec unit de brlage au propane ou LPG sur des surfaces de toutes espces et sur des terrains ingaux. Temprature minimale sur les mauvaises herbes : 75C. Nombre doprations : min. 5 par an. Surface prsume m Dsherbage avec un engin pourvu dun systme darrosage (Weedit) et de dtection slective des mauvaises herbes par infrarouge, utilisant des herbicides. Surface prsume m Dsherbage avec une brosse mcanique. Les dchets verts sont rcolter et vacuer vers le terrain de versage de Bruxelles Compost . Les frais de versage ne sont pas compris dans ce poste. Nombre doprations : min. 3 par an. Surface prsume m Frais de versage pour les dchets verts rcolts lors du dsherbage des revtements avec une brosse mcanique, vers le terrain de versage de Bruxelles Compost . Le poids des dchets verts est dtermin par des bons de pesage ou est indiqu sur la facture. Poids prsum t

Indien de onkruidbegroeiing na behandeling nog meer dan 5% van de oppervlakte bedraagt wordt het resterende onkruid manueel verwijderd binnen een termijn van 5 werkdagen. Aantal behandelingen : min. 3 per jaar. Vermoedelijke oppervlakte m Onkruidverdeling d.m.v. het spuiten van heet schuim met behulp van een spuitlans onder lage druk op verhardingen van pleinen en voetgangerszones (contacttemperatuur van 95 tot 97C.). De doses bedraagt 2,5 liter schuim per 750 liter water. Aantal behandelingen : min. 3 per jaar. Vermoedelijke oppervlakte m Onkruidverdelging d.m.v. branden van het onkruid dat net opkomt, met behulp van een branderunit met propaan of LPG gas op allerlei verhardingen en oneffen terreinen. Minimale temperatuur op het onkruid : 75C. Aantal behandelingen : min. 5 per jaar. Vermoedelijke oppervlakte m Onkruidverdelging d.m.v. een voertuig met sproeisysteem (Weed-it), waarbij een combinatie van selectieve onkruiddetectie met infrarood sensoren en de inzet van herbiciden wordt aangewend. Vermoedelijke oppervlakte m Onkruidverdeling d.m.v. het mechanisch borstelen van de verhardingen. Na deze bewerking dient het groengafval verzameld en weggevoerd te worden naar de stortplaats van Brussel - Compost . De stortkosten zijn niet begrepen in deze stelpost. Aantal behandelingen : min. 3 per jaar. Vermoedelijke oppervlakte m Stortkosten voor groenafval afkomstig van het onkruidvrij maken van verhardingen d.m.v. een borstelmachine, op de stortplaats van Brussel - Compost . Het gewicht van het groenafval wordt per weegbon bepaald of is op de factuur vermeld. Vermoedelijk gewicht t

09.070

09.071

09.072

09.073

09.074

- 190 -

09.075

Enlvement mcanique des mauvaises herbes sur de grandes surfaces en dolomie. Ce poste concerne les surfaces en dolomie dsignes par le pouvoir adjudicateur et o le travail mcanique peut tre ralis. La couche superficielle est remue jusqu' 3 cm de profondeur. Les mauvaises herbes aux endroits inaccessibles par la machine (notamment autour des obstacles et entre les racines des arbres) sont arraches manuellement et la dolomie est aussi are manuellement. Aprs ce travail, tous les dchets et vgtaux indsirables sont rassembls et vacus. La couche de dolomie est nivele et compacte lgrement. Autour des troncs darbres, du mobilier urbain, des poteaux, des armoires lectriques etc., les mauvaises herbes sont arraches manuellement de manire ne pas dgrader le matriel. Lentrepreneur prend toutes les prcautions de manire viter toute avarie aux taques ou autres constructions se trouvant dans ou autour de la surface de dolomie traiter. Surface prsume m Entretien gnral des surfaces en dur Toutes les surfaces en dur doivent tre nettoyes mensuellement avec de moyens adapts la situation et la surface concerne. Ce poste porte galement sur les passerelles, les escaliers et autres endroits accessibles aux pitons. Le nettoyage se fait par brossage qui peut tre soit manuel soit mcanique. Tous les dchets et toute la vgtation ou les objets indsirables sont rassembls et vacus en dehors du domaine public. Surface prsume m Nettoyage avec un jet deau haute pression La pression du jet deau doit tre adapte la surface traiter. La pression minimale sera de 110 bar avec un dbit minimal de 70l/min. Tout dgt caus par une pression trop leve, sera rpar immdiatement charge de l'entreprise.

Met dolomiet bedekte grote oppervlakken machinaal onkruidvrij maken. Deze stelpost omvat het onkruidvrij maken van dolomietverhardingen op plaatsen waar dit machinaal kan gebeuren en op plaatsen die door de aanbestedende overheid aangeduid worden. De bovenlaag wordt oppervlakkig losgemaakt tot op een diepte van 3 cm. De met de machine niet bereikbare plaatsen (o.a. rond hindernissen en tussen de boomwortels) van deze stelpost worden manueel los en onkruidvrij gemaakt.

Na deze bewerkingen dient alle afval en ongewenste begroeiing verzameld en afgevoerd te worden. De losgemaakte dolomietlaag wordt geprofileerd en lichtjes gedamd. Rondom de boomstammen, het stadsmeubilair, de palen, de elektriciteitskasten e.d. wordt het onkruid manueel verwijderd teneinde geen beschadigingen te veroorzaken. De aannemer neemt alle voorzorgen ter voorkoming van schade aan deksels of andere constructies die zich in of rond het te behandelen dolomietoppervlak bevinden. Vermoedelijke oppervlakte m Algemene schoonmaak van de verharde oppervlakken Alle verhardingen dienen maandelijks volledig schoongemaakt te worden op een volgens de plaats en het te behandelen oppervlak aangepaste wijze. Deze stelpost behelst eveneens de voetgangersbruggen, trappen en andere voor voetgangers toegankelijke plaatsen. Alle verharde oppervlakken worden machinaal of manueel geborsteld. Alle afval, vegetatie en ongewenste voorwerpen worden verzameld en verwijderd buiten het openbaar domein. Vermoedelijke oppervlakte m Reinigen met water onder hoge druk De drukstraal van het water dient aangepast te worden aan het te behandelen oppervlak. Er dient minimum 110 bar geleverd te worden met een debiet van 70l/min. Elke schade toegebracht ten gevolge van een te hoge druk, wordt onmiddellijk hersteld op kosten van de aannemer.

09.076

09.077

- 191 -

Le fonctionnaire dirigeant indique dans l'ordre de service les surfaces traiter (notamment les bacs arbre, les revtements de sol constitus de graviers lis par des liants synthtiques). Surface prsume m Rparation de la couche superficielle en dolomie La rparation de la couche superficielle en dolomie s'effectue aux endroits indiqus dans lordre de service. Elle est excute avec d'une couche de dolomie jaune ple de granulomtrie 0/5. Pralablement tous les dchets et vgtaux non dsirs sont extirps, rassembls et vacus. Pour autant que la couche superficielle ne soit pas stabilise au ciment, elle est herse (ventuellement mcaniquement) jusqu une profondeur minimale de 3 cm. La nouvelle couche sera profile de manire assurer lcoulement correct des eaux. Aprs compactage lpaisseur de le dolomie rpandue doit tre de 3 cm minimum. Surface prsume m
09.079

De leidende ambtenaar duidt in het dienstbevel de oppervlakken aan die moeten behandeld worden (waaronder boombakken, doorlaatbare bekleding bestaande uit grind met een synthetisch bindmiddel). Vermoedelijke oppervlakte m Herstellen van de bovenlaag in dolomiet Op de in het dienstbevel aangeduide plaatsen wordt de bovenlaag van de bestaande dolomietlaag hersteld met een laag lichtgele dolomiet met korrelgrootte 0/5. Voorafgaandelijk wordt alle afval en elke ongewenste beplanting verdelgd, verzameld en verwijderd. In geval de dolomiet niet gestabiliseerd is met cement, wordt de bovenste laag losgemaakt (eventueel machinaal) tot op een diepte van minimaal 3 cm. De nieuw aangelegde laag wordt zodanig geprofileerd dat de afwatering verzekerd is. Na het aandammen moet de dikte van de uitgespreide dolomietlaag minimaal 3 cm bedragen.

09.078

Rparation de la sous-couche de dolomie Aux endroits abms par lrosion ou des ornires profondes, la sous-couche sera remplie de dolomie 0/15. Poids prsum t Rparation de la couche superficielle de dolomie Aux endroits abms lrosion ou des ornires profondes, la couche superficielle sera remplie de dolomie 0/5. Poids prsum t Rparation de joints Les joints dtachs, fendus ou disparus sont rpars ou renouvels.

Vermoedelijke oppervlakte m Herstellen van de onderlaag in dolomiet Op plaatsen waar het water erosiegeulen geslagen heeft of in geval van diepe sporen, wordt de onderlaag met dolomiet 0/15 aangevuld. Vermoedelijk gewicht t Herstellen van de bovenlaag in dolomiet Op plaatsen waar het water erosiegeulen geslagen heeft of in geval van diepe sporen, wordt de bovenlaag met dolomiet 0/5 aangevuld. Vermoedelijk gewicht t Herstellen voegwerk De voegen waarvan de voegvullingen verdwenen, losgekomen of gebarsten zijn, worden hersteld of vernieuwd. De voeg wordt tot op minimum 30 mm diepte ontdaan van alle aanwezige materialen. De wanden van de opengelegde sponning worden krachtig geborsteld met een staalborstel en de hierbij losgekomen materialen worden weggeblazen met samengeperste lucht. In de sponning wordt een passend voegvullingsproduct aangebracht met een minimale diepte van 25 mm. De bovenkant van het voegvullingsproduct bevindt zich op ca. 2 mm of minder onder het oppervlak van de steen. Vermoedelijke lengte str. M
- 192 -

09.080

09.081

Le joint sera vid de tous matriaux jusqu une profondeur minimale de 30 mm. Louverture sera ensuite brosse vigoureusement avec une brosse en fer et tous les matriaux qui auront t dtachs seront expulss par soufflage dair comprim. Le joint sera rempli jusqu une profondeur minimale de 25 mm et le produit enfonc avec une dague de manire assurer ladhrence et maintenir le joint 2 mm maximum en dessous du niveau de la pierre. Longueur prsume mct

09.082

Ramassage de feuilles sur ordre de service et sur les surfaces en dur Ce poste concerne le ramassage de feuilles et de fruits sur les surfaces en dur, aux endroits et selon les dlais fixs par lordre de service. Surface prsume m Ramassage de feuilles le long de bordures Le travail consiste brosser et vacuer les feuilles et tous les dchets le long de bordures sur une largeur de 50 cm de manire garantir lvacuation des eaux. Les feuilles ramasses et les dchets sont vacus immdiatement et ne peuvent de toute faon pas tre brosss dans les avaloirs. Longueur prsume mct Dsherbage manuel le long de bordures Les joints entre les bordures et leurs liens la chausse seront dsherbs compltement en arrachant manuellement toutes les plantes, les racines y comprises. Longueur prsume mct Amnagements au pied des arbres selon K.8.2.

Vergaren van bladeren op dienstbevel op verhardingen Deze stelpost betreft het verwijderen van bladeren en vruchten op verharde oppervlakken op de plaatsen en volgens de uitvoeringstermijnen vermeld in het dienstbevel. Vermoedelijke oppervlakte m Vergaren van bladeren langs boordstenen Langs de boordstenen wordt het wegdek over een breedte van 50 cm geborsteld teneinde de bladeren en alle afval te vergaren om een feilloze waterafvoer te garanderen. De verzamelde bladeren en afval worden onmiddellijk verwijderd en mogen in geen geval in de waterslikkers geborsteld worden. Vermoedelijke lengte str. M Manueel onkruidvrij maken langs boordstenen De voegen tussen de boordstenen en hun aansluitingen met het wegdek worden volledig onkruidvrij gemaakt door alle begroeiing manueel uit te trekken, inclusief de wortels. Vermoedelijke lengte str. m Voorzieningen aan de voet van de boom volgens K.8.2. Leveren en plaatsen van gietijzeren roosters voor boombakken, uit twee of vier onderling te verbinden elementen, of van een type identiek aan de bestaande roosters, inclusief steun uit thermisch verzinkt staal, kader uit prefabbeton of uit ter plaatse gestort beton, plaatsingsmortel, opvoegen, regelen en op niveau brengen en alle bijbehorende werkzaamheden volgens K.8.2.1.1. Vermoedelijk gewicht kg Leveren en plaatsen van gietijzeren roosters voor boombakken, uit twee of vier onderling te verbinden elementen, of van een type identiek aan de bestaande roosters, inclusief steun uit thermisch verzinkt staal, kader uit prefabbeton of uit ter plaatse gestort beton, plaatsingsmortel, opvoegen, regelen en op niveau brengen en alle bijbehorende werkzaamheden, volgens K.8.2.1.1. Formaat 160 x 160 cm

09.083

09.084

09.085

Fourniture et pose de grilles en fonte pour bacs arbre, en deux ou quatre lments fixer entre eux, ou de type identique aux grilles existantes, y compris support en acier galvanis chaud, cadre en bton prfabriqu ou coul sur place, mortier de pose, rejointoyage, rglage et mise niveau et toutes sujtions selon K.8.2.1.1.

09.086

Poids prsum kg Fourniture et pose de grilles en fonte pour bacs arbre, en deux ou quatre lments fixer entre eux, ou de type identique aux grilles existantes, y compris support en acier galvanis chaud, cadre en bton prfabriqu ou coul sur place, mortier de pose, rejointoyage, rglage et mise niveau et toutes sujtions, selon K.8.2.1.1.

09.086.a 09.086.b 09.086.c

Format 160 x 160 cm Quantit prsume pices Format 180 x 180 cm Quantit prsume pices Format 200 x 200 cm Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Formaat 180 x 180 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Formaat 200 x 200 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 193 -

09.087

Fourniture et pose de grilles en acier pour bacs arbre, selon K.8.2.1.2, en quatre lments fixer entre eux, y compris support en acier galvanis chaud, boulonnage, rglage et mise niveau et toutes sujtions. Format 160 x 160 cm Quantit prsume pices Format 180 x 180 cm Quantit prsume pices Format 200 x 200 cm Quantit prsume pices Fourniture et mise en uvre dun revtement permable en gravier et rsine poxy selon K.8.2.2, y compris terrassements avec vacuation, assise drainante, couche suprieure de finition, cerclage en matire plastique et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et pose de corsets pour arbre, hauteur 1,80 m, y compris fixations et toutes sujtions, selon K.8.3.1. Diamtre intrieur : 600 mm Quantit prsume pices Diamtre intrieur : 700 mm Quantit prsume pices Fourniture et pose de protections darbre en acier galvanis chaud, format 140 x 140 x 120 cm selon K.8.3.2, y compris toutes fournitures et sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose d'une clture avec poteaux tubulaires peints lectrostatiquement en vert, pour palisser une haie, y compris toutes fournitures et sujtions selon K.8.4. Hauteur 1,10 m hors-sol (3 fils) Longueur prsume mct

Leveren en plaatsen van stalen roosters voor boombakken, volgens K.8.2.1.2, uit vier onderling te verbinden elementen, inclusief steunen uit thermisch verzinkt staal, vastbouten, regelen en op niveau brengen en alle bijbehorende werkzaamheden. Formaat 160 x 160 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Formaat 180 x 180 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Formaat 200 x 200 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en aanleg van een doordringbare bedekking in grind en epoxyhars volgens K.8.2.2, inclusief grondwerken met afvoer, drainerende grondslag, bovenste afwerkingslaag, hoepel in kunststof en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van boomkorven, hoogte 1,80 m, inclusief bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden, volgens K.8.3.1. Binnendiameter : 600 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Binnendiameter : 700 mm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van boombeschermers in thermisch verzinkt staal, formaat 140 x 140 x 120 cm, volgens K.8.3.2, inclusief alle leveringen en bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van een omheining van buisvormige palen, elektrostatisch geschilderd in het groen, voor het opbinden van een haag, inclusief alle leveringen en bijbehorende werkzaamheden volgens K.8.4. Hoogte 1,10 m boven de grond (3 draden) Vermoedelijke lengte str. m Hoogte 2,00 m boven de grond (4 draden)

09.087.a 09.087.b 09.087.c 09.088

09.089

09.089.a 09.089.b 09.090

09.091

09.091.a

09.091.b

Hauteur 2,00 m hors-sol (4 fils) Longueur prsume mct Amnagement paysagiste

Vermoedelijke lengte str. m Landschapsinrichting

- 194 -

09.092

Repose ou pose de bollards, potelets de dissuasion, poteaux en bois, etc..., y compris forage ventuel dans le revtement, terrassements ncessaires, fondation en bton C 16/20, repose des chanes et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose de bornes de dissuasion prfabriques en bton (type av. Louise) (hauteur 1,60 m, section circulaire min. 30 cm) avec un trou de part en part pour la fixation des ancrages des chanes, fourniture et pose de deux ancrages pour chanes, forage ventuel dans le revtement, terrassements et toutes sujtions.

Herplaatsen of plaatsen van bolders, antiparkeerpalen, houten palen, enz., inclusief eventueel boren in de verharding, nodige grondwerken, fundering uit beton C 16/20, herplaatsen van kettingen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van geprefabriceerde antiparkeerpalen uit beton (type Louizalaan) (hoogte 1,60 m, ronde doorsnede van min. 30 cm) met een gat langs weerszijden voor de bevestiging van de verankeringen van de kettingen, leveren en plaatsen van twee verankeringen voor kettingen, eventueel boren in de verharding, grondwerken en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van houten azob antiparkeerpalen, klasse 1 formaat 15 x 15 x 140 cm met diamantkop, schuin afgewerkte zijkanten, max. 80cm boven de grond, inclusief eventueel boren in de verharding, grondwerken, fundering uit beton C 16/20, reflectoren of reflecterende stroken en alle bijbehorende werkzaamheden. - vaste antiparkeerpalen

09.093

09.094

Quantit prsume pices Fourniture et pose de potelets de dissuasion en bois dazob, classe 1 format 15 x 15 x 140 cm tte de diamant, cts chanfreins, hauteur maximale hors-sol 80 cm, y compris forage ventuel dans le revtement, terrassements, fondation en bton C 16/20, catadioptres ou bandes rflchissantes et toutes sujtions. - potelets fixes Quantit prsume pices - potelets amovibles Quantit prsume pices Fourniture et pose de chanes rondes en acier galvanis de diamtre 16 mm, maillons, trous pour entretoises, y compris peinture teinte RAL dfinir et toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et pose de potelets de dissuasion en fonte FGS de forme conique et avec tte de forme arrondie aplatie ; le ft est pourvu de 4 anneaux dcoratifs mouls. La base est plus vase. Occupation au sol : diamtre 195 mm. Finition : sablage selon la norme SAE 2,5, protection antirouille min 60 et poudrage lectrostatique au polyester min. 70 et couleur RAL dfinir. Y compris tuyau de fixation de 60 cm, forage dans le revtement, terrassements, fondation en bton C 16/20, fixations et toutes sujtions.

09.094.a 09.094.b 09.095

Vermoedelijke hoeveelheid stuks - verwijderbare antiparkeerpalen Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van ronde kettingen uit gegalvaniseerd staal met een diameter van 16 mm, schakels, verbindingsgaten, inclusief schilderen RAL kleur te bepalen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van antiparkeerpalen uit gietijzer met sferodaal grafiet FGS met afgeronde platte kop ; op de paal zijn 4 decoratieve ringen aangebracht. De paal wordt breder naar onder toe. Diameter voetstuk 195 mm. Afwerking : zandstralen volgens de norm SAE 2,5, beschermlaag tegen roestvorming min 60 en electrostatische polyesterpoeder coating min. 70 in RAL kleur te bepalen. Inclusief de bevestigingsbuis lengte 60 cm, boren in de verharding, grondwerken, fundering uit beton C 16/20, bevestigingen en alle bijbehorende werkzaamheden. - hoogte boven de grond 60 cm

09.096

09.096.a

- hauteur hors-sol 60 cm Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 195 -

09.096.b 09.097

- hauteur hors-sol 80 cm Quantit prsume pices Fourniture et pose de potelets massifs de dissuasion, couls dune seule pice, raliss en fonte pleine avec graphite sphrodal EN-GJS-40018U-RT (EN-JS1059, conforme la norme NBN-EN 1563 de 1997). Borne de diamtre 75 mm, partiellement cylindrique, partiellement conique svasant vers le haut et chapeaute par une sphre de diamtre 75 mm. Une bande rflchissante peut tre applique entre deux anneaux sous la sphre. Hauteur hors-sol 950 mm. La partie souterraine de la borne dune longueur de 350 mm est pourvue dun rebord qui permet un ancrage solide dans un bloc de bton. Finition : - sablage ou grenaillage selon la norme SAE 2,5 ; - mtallisation Z 80 selon la norme NBN-755 paisseur minimale 60 ; - 1 couche daccrochage pour mtaux non-ferreux, monocomposante base de rsine alkyde et dhydrocarbures aliphatiques et aromatiques. Famille 1, classe 4a selon NBN T 22-003; - 2 couches dmail de finition antirouille multicouche base de rsine alkyde renforce et dhydrocarbures aliphatiques. Famille 1, classe 4a selon NBN T 22-003 de teinte RAL dfinir. Quantit prsume pices Fourniture de potelets de dissuasion, non prvus dans les postes prcdents, la demande du pouvoir adjudicateur. Somme justifier Fourniture et pose d'une clture de piquets (1,40 m), 2 fils, poussards, tendeurs et toutes sujtions. Piquets et poussards en fer T + 5 kg/m, distance de 2 m, hauteur hors-sol 0,80 m, enterrs 0,60 m et fixs dans un massif de bton maigre de section 0,20 x 0,20 cm, la peinture suivant le fascicule X. Les fils de diamtre 6mm sont galvaniss. Longueur prsume mct Fourniture et pose dune clture avec panneaux dacier, y compris toutes sujtions. Poteaux.

- hoogte boven de grond 80 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van massieve antiparkeerpalen, in n stuk gegoten, gemaakt uit gietijzer met sferodaal grafiet FGS, EN-GJS-400-18U-RT (EN-JS1059, conform met de norm NBN-EN 1563 van 1997). Paal diameter 75 mm, gedeeltelijk cilindrisch, gedeeltelijk conisch uitlopend naar boven en eindigend op een bol diameter 75 mm. Onder de bol zijn 2 sierringen aangebracht waartussen een lichtweerkaatsende band kan aangebracht worden. Hoogte boven de grond 950 mm. Het in te gegraven deel van de paal is uitgerust met een kraag die toelaat deze stevig te verankeren in een betonblok en heeft een lengte van 350 mm. Afwerking : - zandstralen of korreling volgens de norm SAE 2,5 ; - metaallaag Z 80 volgens de norm NBN-755 laagdikte min. 60 ; - 1 hechtingslaag voor niet-ijzerhoudende metalen, enkelvoudig samengesteld op basis van alkyde harsen en aliphatische en aromatische koolwaterstofverbindingen. Familie 1, klasse 4a volgens NBN/T 22.003; - twee eindlagen roestwerende lak op basis van versterkt alkydehars en aliphatische koolwaterstofverbindingen. Familie 1, klasse 4a volgens NBN/T 22.003 kleur RAL te bepalen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren van antiparkeerpalen, niet voorzien de voormelde stelposten, op aanvraag van de aanbestedende overheid. Te verantwoorden som Leveren en plaatsen van een omheining bestaande uit piketten (1,40 m), 2 draden, schoren, spanners en alle bijbehorende werkzaamheden. Piketten en schoren uit T-ijzers van + 5 kg/m, onderlinge afstand 2 m, hoogte boven de grond 0,80 m, ingegraven op 0,60 m en bevestigd in een blok van schraal beton met een doorsnede van 0,20 x 0,20 cm, schildering volgens aflevering X. De draden diameter 6mm zijn gegalvaniseerd. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van een omheining in staal met panelen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Palen.
- 196 -

09.098

09.099

09.100

- Poteaux tubulaires carrs en acier 60 x 60 x 2 mm dune hauteur de 2,35 m - Poteaux pourvus dinserts pour la fixation des panneaux et dun capuchon en PVC - Finition : galvanis + coating RAL 6005 (vert) - Poteaux de coin et de fin compris dans le prix par mct. Panneaux. Treillis soud avec double fils horizontaux Longueur de 2,50 m avec mailles de 50 x 200 mm Hauteur : 143 cm Diamtre fils verticaux : 6 mm Diamtre fils horizontaux : 8 mm Finition : galvanis + coating RAL 6005 (vert)

- Vierkante palen uit gelaste buis 60 x 60 x 2 mm met hoogte 2,35 m - Palen voorzien van inserts voor de bevestiging van de panelen en een kunststoffen afsluitdop - Afwerking : verzinkt + coating RAL 6005 (groen) - Hoekpalen en eindpalen inbegrepen in de prijs per str. m Panelen. Gelast gaas met twee horizontale draden Lengte van 2,50 m met mazen 50 x 200 mm Hoogte : 143 cm Diameter verticale draden : 6 mm Diameter horizontale draden : 8 mm Afwerking : verzinkt + coating RAL 6005 (groen).

09.101

Longueur prsume mct Fourniture et pose de barrires dcoratives type Croix Saint-Andr, en tubes carrs avec les sections suivantes : - profils verticaux 60 x 60 x min. 4 mm - barres horizontales 40 x 40 x min. 4 mm - croisillon interne 30 x 30 x min. 3,2 mm. Au centre un disque de diamtre 100 mm et 4 mm dpaisseur. Hauteur hors-sol 880 mm. Profondeur dans le sol 220 mm minimum. Finition : grenaillage selon la norme SAE 2,5 ; galvanisation min 40 ; poudrage lectrostatique min. 150 et couleur RAL dfinir.

Vermoedelijke lengte str. m Leveren en plaatsen van decoratieve hekken, type Sint Andrieskruis, met vierkantige buisprofielen met volgende secties : - verticale profielen 60 x 60 x min. 4 mm - horizontale liggers 40 x 40 x min. 4 mm - binnenste kruis 30 x 30 x min. 3,2 mm. In het centrum een ronde schijf diameter 100 mm en 4 mm dikte. Hoogte boven de grond 880 mm. Diepte in de grond 220 mm minimum. Afwerking : zandstralen volgens de norm SAE 2,5 ; galvanisatie min 40 ; poedercoating min 150 en kleur RAL te bepalen. Vaste hekken, lengte element + 830 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Vaste hekken, lengte element + 1630 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verwijderbare hekken lengte element + 830 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verwijderbare hekken lengte element + 1630 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 197 -

09.101.a

Barrires fixes, longueur dlment + 830 mm. Quantit prsume pices Barrires fixes, longueur dlment + 1630 mm. Quantit prsume pices Barrires amovibles, longueur dlment + 830 mm. Quantit prsume pices Barrires amovibles, longueur dlment + 1630 mm. Quantit prsume pices

09.101.b

09.101.c

09.101.d

09.102

Fourniture et pose dappuis vlos en tubes dacier galvanis de diamtre 50 mm, paisseur 3 mm, y compris forage ventuel dans le revtement, terrassements, mortier de pose et toutes sujtions :

Leveren en plaatsen van fietssteunen in buizen van gegalvaniseerd staal diameter 50 mm, wanddikte 3 mm, inclusief eventuele boren in de verharding, grondwerken, plaatsingsmortel en alle bijbehorende werkzaamheden: totale hoogte 1.000 mm; hoogte boven verharding 650 mm; breedte 600 mm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van banken van het type Leopold II, inclusief verankering, grondwerken, aansluiting aan de bestaande verharding en alle bijhorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van gepolijste granietblokken G654, met afgeronde randen, dienstdoende als banken, formaat + 2 x 0,45 x 0,45 m, inclusief verankeringen, verankeringgaten, plaatsingsmortel en opvoeging met een elastische voegvullingmassa en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Plaatsen van regionale vuilnisbakken, inclusief eventuele boren in de grondverharding, grondwerken, fundering uit beton C 16/20 en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en plaatsen van stadsmeubilair op vraag van de leidende ambtenaar. Te verantwoorden som E. ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN VOLGENS K.9. Grasperken Insnijden of verticuteren van grasmatten. Vermoedelijke oppervlakte Leveren en verwerken van traagwerkende gazonmeststof m

hauteur totale 1.000 mm ; hauteur hors-sol 650 mm ; largeur 600 mm.

09.103

Quantit prsume pices Fourniture et pose de bancs conformes au type Lopold II, y compris ancrage, terrassements, raccordement au revtement existant et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose de blocs de granite G654 poli, avec bords arrondis, servant de bancs, format + 2 x 0,45 x 0,45 m, y compris ancrages, trous dancrage, mortier de pose et rejointoyage avec une masse de scellement lastique et toutes sujtions. Quantit prsume pices Pose de poubelles rgionales, y compris forages ventuels dans le revtement, terrassements, fondation en bton C 16/20 et toutes sujtions. Quantit prsume pices Fourniture et pose de mobilier urbain la demande du fonctionnaire dirigeant. Somme justifier E. TRAVAUX DENTRETIEN SELON K.9. Engazonnements

09.104

09.105

09.106

09.107

Scarification de pelouses. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dengrais action lente pour le gazon Cet engrais est action lente et comporte 50% dazote sous la forme disobutylne diure ou similaire. Lordre de service stipule les priodes et les doses dapplication.

09.108

De meststof is een traagwerkende meststof met een gehalte aan stikstof van 50% onder vorm van isobutylideendiureum of gelijkwaardig. Het dienstbevel vermeldt de plaats, de periode en de dosis van verwerking. Vermoedelijk gewicht kg

Poids prsum kg
- 198 -

09.109

Rparation et/ou renouvellement de pelouses par semis, sur ordre de service. Surface prsume m Rparation et/ou renouvellement de pelouses par plaquage, sur ordre de service. Surface prsume m

Herstellen en/of vernieuwen van grasmatten door inzaaiing, op dienstbevel. Vermoedelijke oppervlakte m Herstellen en/of vernieuwen van grasmatten door middel van graszoden, op dienstbevel. Vermoedelijke oppervlakte Afboorden van grasperken Twee maal per jaar worden de in het dienstbevel aangeduide grasperken afgeboord : een eerste maal in het voorjaar tussen 1 mei en 1 juni en een tweede maal in het najaar tussen 1 september en 15 november. Vermoedelijke lengte str. m Manueel onkruidvrij maken langs boordstenen De voegen tussen de boordstenen en hun aansluiting met het wegdek worden volledig onkruidvrij gemaakt door alle begroeiing manueel uit te trekken, inclusief de wortels. Vermoedelijke lengte str. m Vergaren van bladeren Het vergaren van afgevallen bladeren en vruchten op de grasperken gebeurt drie maal per winterperiode. De eerste beurt wordt uitgevoerd tegen 11 november, de tweede tegen 15 december en de derde tegen 30 december. Uitzonderlijke weersomstandigheden kunnen deze uitvoerperiodes wijzigen. De leidende ambtenaar laat deze feiten acteren in de dagboek der prestaties. De eenheidsprijs omvat de vergaring voor de drie beurten, die betaald zullen worden in schijven van 40 % bij de eerste beurt, 40 % bij de tweede en 20 % bij de derde beurt. Vermoedelijke oppervlakte m Grasperken maaien met cirkelmaaier met opvangbak De aangeduide grasmatten worden n maal om de zeven kalenderdagen met een cirkelmaaier met opvangbak gemaaid. m

09.110

09.111

Dcoupage des bords de pelouses Les bords de pelouses dsignes par ordre de service sont dcoups deux fois par an : une premire fois au printemps entre le 1er mai et le 1er juin et une seconde fois en automne entre le 1er septembre et le 15 novembre. Longueur prsume mct

09.112

Dsherbage manuel le long de bordures Les joints entre les bordures et leurs liens la chausse seront dsherbs compltement en arrachant manuellement toutes les plantes, les racines y comprises. Longueur prsume mct

09.113

Ramassage de feuilles mortes Le ramassage de feuilles mortes et de fruits se fait sur toute l'tendue des pelouses et s'effectue en trois oprations distinctes. La premire opration s'effectuera avant le 11 novembre, la deuxime avant le 15 dcembre et la troisime avant le 30 dcembre; des conditions mtorologiques extrmes peuvent modifier cette priodicit. Le fonctionnaire dirigeant actera ces faits au journal des prestations. Le prix unitaire comprend les trois ramassages qui seront pays par tranche de 40% pour le premier, 40% pour le deuxime et 20% pour le troisime. Surface prsume m

09.114

Tonte avec tondeuse rotative quipe dun bac rcolteur Tous les 7 jours calendrier, les pelouses dsignes sont tondues avec une tondeuse munie en permanence dun bac rcolteur.

- 199 -

En cas de hauteur anormale du gazon (plus de 12 cm), le fonctionnaire dirigeant peut exiger une tonte supplmentaire avec bac rcolteur. Surface prsume m Tonte avec tondeuse rotative ou cylindrique, sans ramassage Cette tonte sopre tous les 10 jours calendrier avec un engin appropri. Le ramassage nest pas exig mais les dchets de tonte doivent tre uniformment rpartis. Lattention particulire de lentrepreneur est attire sur le fait que les dchets de tonte projets ne peuvent en aucun cas se trouver sur les pistes cyclables et chemins pitonniers ou les voiries. Lopration est termine lorsque tous les autres dchets sont nettoys et vacus. Surface prsume m Fauchage avec tondeuse flaux ou dbroussailleuse Les terrains non amnags et les bords de rivire sont fauchs environ 4 fois par saison. Au pralable, ces espaces sont nettoys de tous dchets. Lopration sera ralise de manire ne projeter aucun dchet en direction des routes, pistes cyclables et trottoirs. Surface prsume m Finition manuelle des tontes et fauchages autour dobstacles (arbres, potelets...) Quantit prsume pices Tonte avec petite tondeuse et bac rcolteur pour des petites zones engazonnes (lot, bande troite). Surface prsume m Nettoyage de pelouses durant la priode hivernale Le nettoyage se fait sur ordre de service et consiste en lenlvement et lvacuation de tous dchets, djections animales, pierres et tout autre objet. Surface prsume m

In geval dat de lengte van het gras abnormaal hoog is (meer dan 12 cm) kan de leidende ambtenaar een bijkomende maaibeurt met cirkelmaaier met opvangbak eisen. Vermoedelijke oppervlakte m Grasperken maaien met cirkel- of kooimaaier, zonder opvang En maal om de 10 kalenderdagen worden de grasmatten gemaaid met een aangepaste machine. De maaispecie dient niet verwijderd te worden, maar wel gelijkmatig verspreid worden. Er dient extra aandacht besteed te worden aan de uitwerprichting van de maaispecie : deze mag in geen geval op fietspaden, voetpaden of wegenis terechtkomen. De maaibeurt wordt als voltooid aanvaard als alle afval opgekuist en verwijderd is. Vermoedelijke oppervlakte m Maaien met bosmaaier of klepelmaaier Niet aangelegde terreinen en oevers van rivieren worden ongeveer vier maal per seizoen gemaaid. Vooraleer men tot het maaien overgaat, wordt alle afval geruimd. Er moet zodanig gemaaid worden dat de maaispecie in geen geval op de wegen, de voetpaden of de fietspaden terecht komen. Vermoedelijke oppervlakte m Manueel afwerken van de maaibeurten rond obstakels (bomen, palen). Vermoedelijke hoeveelheid stuks Maaien met een kleine maaimachine met opvangbak van kleine gazonstroken (eiland, smalle strook). Vermoedelijke oppervlakte m Schoonmaak van grasperken tijdens de winterperiode De schoonmaak van de grasperken gebeurt op dienstbevel en omvat het ruimen van alle afval, dierlijke uitwerpselen, stenen en alle andere objecten. Vermoedelijke oppervlakte m

09.115

09.116

09.117

09.118

09.119

- 200 -

09.120

Arrosage de surface Il seffectue sur ordre de service et reprend les pelouses arroser avec de leau exempte de produits phytotoxiques. Leau sera disperse lentement et sous faible pression de manire rgulire et raison de 25 l/m. Les machines de lentrepreneur seront quipes des instruments de mesure ncessaires pour permettre le pouvoir adjudicateur de contrler les quantits deau rellement consommes. Surface prsume m Arbustes

Besproeien met water De in het dienstbevel aangeduide grasperken worden besproeid met zuiver water, vrij van fytotoxische producten. Het water wordt langzaam en onder lage druk over de grasmat gesproeid rato van 25 l/m2. De aannemer zorgt ervoor dat de machines uitgerust zijn met de nodige meetinstrumenten teneinde aan de aanbestedende overheid het bewijs te kunnen voorleggen van de hoeveelheid toegediend water.

Vermoedelijke oppervlakte m Heesters Snoeien van heesters Alleenstaande heesters of heesters die niet machinaal in de massa kunnen gesnoeid worden, worden n maal per jaar gesnoeid volgens de regels van de kunst, aangepast aan de heestersoort en de bloeiperiode. De rozenstruiken zijn niet in deze stelpost begrepen. Vermoedelijke oppervlakte m Snoeien van struiken na lentebloei.

09.121

Taille darbustes Les arbustes isols ou ceux qui ne peuvent pas tre taills mcaniquement dans la masse, sont taills une fois par an selon les rgles de lart, en fonction de lespce et de son poque de floraison. La taille des rosiers ne fait pas partie de ce poste. Surface prsume m

09.122

Taille darbustes aprs floraison printanire. Surface prsume m

Vermoedelijke oppervlakte m Scheren van heestermassieven Planten die als massieve blok beschouwd worden, mogen met kleine handmachines geschoren worden. Het betreft hier massieven van Lonicera, Cotoneaster, klimop, lavendel, grondbedekkende rozen. Vermoedelijke oppervlakte m Snoeien van rozenstruiken volgens K.9.4.3. - Tijdens de herfst : tot 50 cm hoogte. Vermoedelijke oppervlakte m - Tijdens de lente : tot 20 cm hoogte. Vermoedelijke oppervlakte m - Tijdens de zomer : verwijderen van uitlopers en verwelkte bloemen. Vermoedelijke oppervlakte m
- 201 -

09.123

Taille de massifs Ces plantes sont considrer comme un bloc et peuvent tre tailles avec un taille-haie. Ceci concerne les massifs de Lonicera, Cotoneaster, lierres, lavandes, rosiers couvre-sol, etc. Surface prsume m

09.124 09.124.a

Taille de rosiers selon K.9.4.3. Pendant lautomne : jusqu 50 cm de haut.

09.124.b

Surface prsume m - Pendant le printemps : jusqu 20 cm de haut. Surface prsume m - Pendant lt : enlvement des drageons et des fleurs fanes. Surface prsume m

09.124.c

09.125

Taille darbustes solitaires en forme Arbustes solitaires tels que pyramides de Taxus, boules de Buxus, tailler deux fois par an avec du matriel adapt pour larbuste, en vue de conserver la forme prescrite, de lamliorer ou de la corriger. Surface prsume m Oprations urgentes et ponctuelles de taille darbustes Lentrepreneur peut tre appel effectuer des oprations urgentes de taille dans le but damliorer la visibilit de la signalisation et de garantir le scurit des usagers. Ces oprations doivent tre termines endans les 24 heures qui suivent lordre de service. Surface prsume m Fixation et guidage de plantes grimpantes leur support Les plantes grimpantes (Clematis, rosiers,..) sont guides et fixes leur support au moyen de matriel adquat et biodgradable aprs une priode de 3 4 ans. Longueur prsume mct

Vormsnoei van solitaire heesters Solitaire heesters als Taxuspyramides, Buxusbollen, worden tweemaal per jaar met aangepast snoeimateriaal in vorm geknipt teneinde de voorgeschreven vorm te behouden, te verbeteren of te corrigeren. Vermoedelijke oppervlakte m Dringende snoeiwerken aan heesters De aannemer kan opgeroepen worden tot dringende snoeiwerken om de zichtbaarheid van signalisatie te verbeteren en de veiligheid van de weggebruikers te garanderen. Deze snoeiwerken dienen voltooid te zijn binnen de 24 uren na het dienstbevel. Vermoedelijke oppervlakte m Opbinden van klimplanten De klimplanten (Clematis, klimrozen, e.a.) worden geleid en aan de klimconstructie gebonden met aangepast biologisch afbreekbaar materiaal na een periode van 3 tot vier jaren. Vermoedelijke lengte st. m Leveren en verwerken van meststoffen De meststoffen worden, indien mogelijk, verwerkt tijdens het spitten.

09.126

09.127

09.128

Fourniture et mise en uvre dengrais Les engrais seront dans la mesure du possible appliqus en mme temps que lopration de bchage.

09.128.a 09.128.b 09.129

- engrais pour massifs. Poids prsum kg - engrais pour rosiers. Poids prsum kg Bchage de massifs darbustes et de rosiers Le bchage seffectue en automne ou en fin dhiver. Tous les dchets seront au pralable vacus. Les feuilles seront retournes dans le sol. Surface prsume m

- meststof voor heesters. Vermoedelijk gewicht kg - meststof voor rozen. Vermoedelijk gewicht kg Spitten van de heester- en rozenmassieven Het spitten wordt in het voorjaar of in het najaar uitgevoerd. Alle afval wordt voorafgaandelijk verwijderd. De bladeren worden mee ondergespit. Vermoedelijke oppervlakte m

- 202 -

09.130

Binage et ratissage de massifs darbustes et de rosiers Environ 9 oprations seront excutes par an, sur ordre de service. Toutes les mauvaises herbes seront sarcles, y compris les racines tenaces ou les rhizomes. Les fleurs fanes et les pousses sauvages seront limines. Aprs ce travail la parcelle prsentera une surface propre, nivele et ratisse. Surface prsume m

Schoffelen en harken van heester- en rozenmassieven Er worden ongeveer negen schoffelbeurten per jaar voorzien, op dienstbevel. Alle onkruid wordt gewied, inclusief hun hardnekkige wortels of wortelstokken. Verwelkte bloemen en uitlopers worden verwijderd. Na het schoffelen wordt het perceel genivelleerd en geharkt teneinde een egaal resultaat te bekomen. Vermoedelijke oppervlakte m Wieden van onkruid Het wieden van onkruid omvat het reinigen en uittrekken van alle onkruid in de massieven van bodembedekkende of vaste planten of houtachtige planten die op minder dan 30 cm van elkaar staan. Het wieden dient nauwlettend te gebeuren : elke uitgerukte plant die deel uitmaakt van de bestaande beplanting wordt aangerekend met de dubbele waarde van de levering en het planten van een identieke plant. Deze operatie omvat ook het ordentelijk terugleggen van de eventuele mulchlaag. Ongeveer 10 beurten per jaar zullen uitgevoerd worden, telkens op dienstbevel. Alle afval en ongewenste voorwerpen dienen geruimd en verwijderd te worden buiten het openbaar domein. Vermoedelijke oppervlakte m Rooien van ongewenste heesters De te rooien heesters worden in het dienstbevel aangeduid. Het volledige wortelgestel wordt uitgestoken. De overblijvende kuil wordt gedicht met teelaarde, op gelijke hoogte van het maaiveld.

09.131

Sarclage Le sarclage consiste en un nettoyage et une extirpation de toutes les mauvaises herbes ou dchets dans des massifs de plantes vivaces ou plantes ligneuses de petites tailles distantes de moins de 30 cm les unes des autres. Cette opration demande un soin particulier : toute plante arrache qui fait partie des plantes existantes fera lobjet dune pnalit double de la valeur de la fourniture et de la plantation dun plant identique en taille. Cette opration comprend galement la remise en tat de la couche ventuelle de mulch. Environ 10 oprations seront excutes par an, sur ordre de service. Tous les dchets et objets indsirables seront rassembls et vacus en dehors du domaine public. Surface prsume m

09.132

Arrachage darbustes indsirables Les arbustes extirper sont dfinis dans lordre de service. Cette opration comprend larrachage complet du systme racinaire et le comblement du trou avec de la terre arable, mme niveau que le sol. Quantit prsume pices

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Vergaren van bladeren Op dienstbevel worden de afgevallen bladeren en vruchten tussen en rond de heesters en rozen vergaard en verwijderd. De plaatsen en de uitvoeringstermijnen worden in het dienstbevel vermeld. Vermoedelijke oppervlakte m

09.133

Ramassage de feuilles Le ramassage des feuilles mortes et des fruits se fait sur ordre de service entre les arbustes et rosiers. Lordre de service mentionne les lieux et les dlais.

Surface prsume m

- 203 -

09.134

Nettoyage de massifs pendant lhiver Tous les massifs darbustes, de rosiers et de plantes couvre-sol sont, sur ordre de service, nettoys environ 5 fois par hiver : tous les dchets, objets indsirables, parties de plantes casses ou mortes sont vacuer. Surface prsume m Fourniture et plantation darbustes en conteneur - Euonymus fortunei : 30/40 4 l Quantit prsume pices - Lonicera nitida : 1,5 l Quantit prsume pices - Hedera helix Arborescens : 30/40 3 l Quantit prsume pices - Lavandula angustifolia : 30/40 3 l Quantit prsume pices Fourniture et plantation darbustes feuillage caduque en conteneur - Forsythia 60/80 : 7,5 l Quantit prsume pices - Spiraea x vanhouttei : 7,5 l Quantit prsume pices - Weigela : 7,5 l Quantit prsume pices - Potentilla fruticosa : 2 l Quantit prsume pices - Hydrangea serrata : 7,5 l Quantit prsume pices - Hypericum calycinum : pot 8 cm Quantit prsume pices - Rosiers Meidiland : cont. 3 l Quantit prsume pices Haies

Schoonmaak van de heestermassieven tijdens de winterperiode Ongeveer vijf maal per winter worden de heester- en rozenmassieven en bodembedekkers volledig proper gezet : alle afval, vreemde voorwerpen, afgebroken of afgestorven plantendelen worden verwijderd. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en planten van bladhoudende heesters in containers - Euonymus fortunei : 30/40 4 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Lonicera nitida : 1,5 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Hedera helix Arborescens : 30/40 3 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Lavandula angustifolia : 30/40 3 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks Leveren en planten van bladverliezende heesters in containers - Forsythia 60/80 : 7,5 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Spiraea x vanhouttei : 7,5 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Weigela : 7,5 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Potentilla fruticosa : 2 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Hydrangea serrata : 7,5 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Hypericum calycinum : pot 8 cm Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Meidilandrozen : cont. 3 l Vermoedelijke hoeveelheid stuks Hagen Scheren van hagen lager of gelijk aan 0,5 m Twee maal per jaar worden de hagen geschoren langs alle zijden. De eenheidsprijs van deze stelpost wordt aangerekend per lopende meter, voor gelijk welke hoogte en omvat tevens het corrigeren van de spanning van de geleidingsdraden. Vermoedelijke lengte str. m
- 204 -

09.135 09.135.a 09.135.b 09.135.c 09.135.d 09.136 09.136.a 09.136.b 09.136.c 09.136.d 09.136.e 09.136.f 09.136.g

09.137

Taille de haies de hauteur infrieure ou gale 0,5 m Cette opration est effectue deux fois par an. Toutes les faces de la haie sont tailles. Lopration est comptabilise en mtre courant quelle que soit la hauteur de la haie et comporte la correction de la tension des fils de soutien. Longueur prsume mct

09.138

Taille de haies de hauteur suprieure 0,5 m Cette opration est effectue deux fois par an. Toutes les faces de la haie sont tailles. Lopration est comptabilise en mtre courant quelle que soit la hauteur de la haie et comporte la correction de la tension des fils de soutien. Longueur prsume mct

Scheren van hagen hoger dan 0,5 m Twee maal per jaar worden de hagen geschoren langs alle zijden. De eenheidsprijs van deze stelpost wordt aangerekend per lopende meter, voor gelijk welke hoogte en omvat tevens het corrigeren van de spanning van de geleidingsdraden. Vermoedelijke lengte str. m Spitten aan de voet van de hagen En maal per jaar wordt aan de voet van de in het dienstbevel aangeduide hagen, langs beide zijden, gespit over een breedte van 0,25 m. Het spitten omvat het eventueel afsteken van de grasboorden.

09.139

Bchage au pied de la haie Cette opration est effectue une fois par an sur ordre de service. Le bchage est effectu sur une largeur de 0,25 m de part et dautre de lalignement de la haie. Le bchage comprend le dcoupage ventuel du bord de la pelouse. Surface prsume m

Vermoedelijke oppervlakte m Schoffelen aan de voet van de hagen Aan de voet van de haag langs beide zijden, over een breedte van 0,25 m, wordt er 7 maal per groeiseizoen geschoffeld. Het geheel wordt geharkt en effen gemaakt. Vermoedelijke oppervlakte m Herstellen en/of vernieuwen van draadwerk/afspanning Palen, draden of traliewerk ter ondersteuning of geleiding van de haagplanten of elke andere vorm van bedrading ter afspanning, worden hersteld met identieke of gelijkwaardige materialen. Tijdens elke tussenkomst dienen de draden strak aangespannen te worden. Vermoedelijke lengte str. m Vergaren van bladeren op dienstbevel Voor, achter en tussen de haagplanten worden de bladeren en afgevallen vruchten vergaard. De plaatsen en de uitvoeringstermijnen worden in het dienstbevel vermeld. Vermoedelijke oppervlakte m Vervangen van haagplanten

09.140

Binage au pied de la haie Le binage est effectu 7 fois par saison de vgtation et porte sur une largeur de 0,25 m de part et dautre de la haie. Le rsultat final sera gal et ratiss. Surface prsume m

09.141

Rparation et/ou renouvellement de cltures Les piquets, fils et tendeurs qui soutiennent ou guident les haies de formes diverses sont remplacs par des matriaux identiques ou quivalents. Cette opration comporte la correction de la tension des fils de soutien. Longueur prsume mct

09.142

Ramassage de feuilles sur ordre de service Ce poste comprend le ramassage de feuille et des fruits devant, derrire et entre les haies. Les endroits et les dlais dexcution sont fixs par ordre de service. Surface prsume m

09.143

Remplacement de plants de haie

- 205 -

Les plants en question sont livrs en conteneur et plants. Dans cette opration est comprise lenlvement des plants remplacer.
09.143.a 09.143.b 09.143.c 09.143.d 09.143.e 09.144

De vermelde haagplanten worden geleverd in containers en geplant. Het rooien van de te vervangen haagplanten is begrepen in de eenheidsprijs. - Prunus laurocerasus 60/70 : cont. 10 l Vermoedelijke hoeveelheid - Acer campestre 80/100 Vermoedelijke hoeveelheid - Fagus sylvatica 100/125 : cont. 10 l Vermoedelijke hoeveelheid - Carpinus betulus 100/125 : cont. 5 l Vermoedelijke hoeveelheid - Taxus baccata 70/80 : cont. 20 l Vermoedelijke hoeveelheid Schoonmaak van hagen tijdens de winterperiode

- Prunus laurocerasus 60/70 : cont. 10 l Quantit prsume pices - Acer campestre 80/100 Quantit prsume pices - Fagus sylvatica 100/125 : cont. 10 l Quantit prsume pices - Carpinus betulus 100/125 : cont. 5 l. Quantit prsume pices - Taxus baccata 70/80 : cont. 20 l Quantit prsume pices Nettoyage de haies pendant lhiver Toutes les haies, ainsi que la surface leurs pieds sur une largeur de 0,5 m mesure partir de la base de la plante, sont, sur ordre de service, nettoyes (environ 5 fois par hiver). Tous les dchets, plants casss ou morts sont vacus. Surface prsume m Oprations urgentes et ponctuelles de taille de haies Lentrepreneur peut tre appel effectuer des oprations urgentes et ponctuelles de taille de haies de manire assurer la visibilit de la signalisation et la scurit des usagers. Ces tailles ponctuelles doivent tre termines endans les 24h qui suivent lordre de service. Longueur prsume mct Arbres

stuks stuks stuks stuks stuks

De hagen, alsook het oppervlak aan hun stammen, over een breedte van 0,5 m gemeten vanaf de stam van de haagplanten worden tijdens de winterperiode ongeveer 5 maal op dienstbevel volledig geruimd. Alle afval, gebroken of dode planten worden hierbij verwijderd. Vermoedelijke oppervlakte m Dringende punctuele snoeiwerken aan hagen De aannemer kan opgeroepen worden tot dringend snoeien om de veiligheid van alle weggebruikers te garanderen en om de zichtbaarheid van de signalisatie te verbeteren. Deze punctuele snoeiwerken dienen voltooid te zijn binnen de 24u na het dienstbevel. Vermoedelijke lengte str. m Bomen Omspitten boomspiegel De boomspiegel wordt eerst ontdaan van de bestaande mulchlaag. Nadien worden alle vreemde, ongewenste voorwerpen verwijderd, de oppervlaktelaag tot op 15 cm manueel met een spade losgemaakt en omgekeerd, het onkruid verwijderd, harken en nivelleren van de grond en terugleggen van de mulchlaag.

09.145

09.146

Bchage aux pieds des arbres Cette opration comprend dans un premier temps lcartement de la couche existante de mulch. Dans un deuxime temps lvacuation de tous les dchets non dsirs, le bchage superficiel sur une profondeur de 15 cm, lvacuation de toutes les mauvaises herbes, le ratissage et le nivellement de la terre et la remise en place de la couche de mulch.

- 206 -

Si larbre est entour dun pavement, ses abords seront brosss de manire vacuer toute trace de mulch ou de terre.

Als de boom zich bevindt in een verharde oppervlakte wordt er rond de boomspiegel geborsteld teneinde mogelijke sporen van de aarde of de mulchlaag te verwijderen. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van samengestelde meststoffen De chloorarme meststoffen met minimumgehaltes aan NPK 12.12.17 worden verwerkt tijdens het spitten. Vermoedelijk gewicht kg Schoffelen boomspiegel De boomspiegel wordt eerst ontdaan van de bestaande mulchlaag. Alle vreemde, ongewenste voorwerpen worden voorafgaandelijk verwijderd. Het schoffelen omvat het oppervlakkig losmaken van de aarde tot op een diepte van 5 cm, waarbij eventuele uitlopers worden verwijderd, nivelleren van de grond en het terug leggen van de mulchlaag. Er worden ongeveer 7 schoffelbeurten per jaar voorzien, tussen maart en oktober en op dienstbevel. Vermoedelijke oppervlakte m Onderhoud onder boomrooster met agrotextiel, per boomrooster Deze stelpost omvat zowel het demonteren van het boomrooster en het ondersteuningsframe, als het correct terug plaatsen ervan. Alle afval en ongewenste voorwerpen worden vergaard en verwijderd. Het onkruid wordt uitgerukt, hardnekkige wortels inbegrepen. Het agrotextiel wordt geplaatst. De ruimte tussen het textiel en de rooster wordt volledig, tot tegen de roosters, aangevuld met dennenschors. Indien deze ruimte minder dan 5 cm hoog is, wordt er aarde onder het textiel weggenomen teneinde minimum een laag van 10 cm dennenschors te bekomen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

Surface prsume m
09.147

Fourniture et pandage dengrais Des engrais pauvres en chlore ayant une concentration minimale en NPK de 12.12.17, seront appliqus lors du bchage. Poids prsum kg

09.148

Binage aux pieds des arbres Cette opration comprend dabord lenlvement de la couche ventuelle de mulch. Tous les dchets et les objets indsirables seront vacus pralablement. Cette opration comprend le binage sur une profondeur de 5 cm, larrachage ventuel des drageons, le nivellement du sol et la remise en place de la couche de mulch.

Il y a environ 7 oprations par an prvoir, de mars octobre, sur ordre de service. Surface prsume m Entretien sous grille darbre, avec agrotextile, par grille darbre Ce poste comprend le dmontage et la repose de la grille darbre et son support. Tous les dchets et les objets indsirables sont ramasss et vacus. Toutes les mauvaises herbes sont vacues, y compris les racines. Le tissu agrotextile est plac. Lespace compris entre le textile et la grille sera combl dcorces de pin. Au cas o cet espace est infrieur 5cm, la terre situe sous le textile sera vacue de manire pouvoir disposer un minimum de 10 cm de copeaux. Quantit prsume pices

09.149

- 207 -

09.150

Entretien sous grille darbre, sans agrotextile, par grille darbre La grille darbre est enleve. La couche de terre existante est vacue jusqu 12 cm sous le niveau du support de la grille. Tous les dchets et les mauvaises herbes sont vacus. Si lenlvement des terres nest pas possible sans abmer les racines, cette vacuation se fait par lessivage avec jet deau sous haute pression. La boue est vacue par aspiration jusqu 15 cm de profondeur. Un mlange de 3 cm de terre amliore et de sable de rivire sera apport pour couvrir les racines. Le travail avec vacuation hydraulique est pay au double de lopration manuelle. La terre sera superficiellement ameublie et recouverte de 10 cm d corces de pin. Le support de la grille et la grille sont ensuite replacs. Lopration se termine par le brossage et le nettoyage des bords salis de la grille. Quantit prsume pices Rparation du systme de tuteurage

Onderhoud onder boomrooster zonder agrotextiel, per boomrooster De boomrooster wordt weggenomen. De bestaande laag teelaarde wordt uitgegraven tot een diepte van 12 cm onder de steunboord voor de roosters. Alle afval en onkruiden worden verwijderd. In geval de aarde niet correct kan uitgespit worden zonder de wortels te beschadigen, wordt deze uitgespoten met water onder hoge druk. De moddermassa wordt vervolgens tot 15 cm diepte opgezogen. Een mengsel van 3 cm verbeterde teelaarde met rivierzand wordt geleverd om de wortels te bedekken. De werken van uitspuiten worden dubbel betaald aan de manuele handeling. De grond wordt oppervlakkig losgemaakt. Hierboven wordt de grond volledig opgevuld met 10 cm dennenschors. De boomrooster en het ondersteuningsframe worden nadien terug geplaatst. Deze bewerking wordt beindigd met borstelen en opkuisen van de bevuilde randen van de boomroosters. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Herstellen van de steunsystemen Fixatiesysteem van solitaire bomen Verbindingslatten en bindsels worden vervangen of herbevestigd. De spanning van de bindsels wordt geregeld. De eenheidsprijs omvat de tussenkomst per boom. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Fixatiesysteem van leibomen De eenheidsprijs omvat de steunstok met zijn laterale geleidingen en hun systeem van ondersteuning van de takken tot op de helft tussen twee boompalen.

09.151

Systme de fixation pour arbres isols Les liens et les lattes dcartement sont remplacs ou refixs. La tension des liens est rgle. Le prix unitaire comprend une opration par arbre. Quantit prsume pices

09.152

Systme de fixation pour arbres palisss Le prix unitaire comprend un tuteur avec ses quipements latraux et leur systme de fixation des branches de part et dautre du tuteur, sur une distance quivalente la moiti de la distance sparant deux tuteurs. Le prix unitaire comprend une opration par arbre. Quantit prsume pices

De eenheidsprijs omvat de tussenkomst per boom. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 208 -

09.153

Fourniture et placement de tuteurs Ce poste comprend galement la fourniture et la fixation des lattes et des liens ncessaires une fixation correcte du nouveau tuteur.

Leveren en plaatsen van steunstokken Deze stelpost omvat tevens het leveren en bevestigen van de latten en bindsels die nodig zijn voor de correcte bevestiging aan de nieuw geplaatste steunstok. De eenheidsprijs omvat de tussenkomst per steunstok. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verwijderen van steunstokken Op dienstbevel wordt al het steunmateriaal van de boom verwijderd. Het werk omvat het verwijderen van het gehele bovengronds steunsysteem. De eenheidsprijs omvat de tussenkomst per boom. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Begieten van bomen Het begieten van de bomen gebeurt op dienstbevel en volgens de resultaten bekomen door de vochtigheidsmetingen. De eenheidsprijs omvat de tussenkomst per boom. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verwijderen van stam- en wortelscheuten Uiterst op 15 juni moeten alle stam- en wortelscheuten van de in het dienstbevel aangeduide bomen verwijderd zijn. Een tweede beurt kan voorzien worden in de herfst. De eenheidsprijs omvat de tussenkomst per boom. Er worden geen motorzagen toegelaten voor het wegnemen van de scheuten. Het snijmateriaal moet zuiver en zeer scherp zijn. De wonden moeten minimaal, effen, glad en gelijk met de stam of wortel zijn, zonder deze te beschadigen.

Le prix unitaire comrpend une opration par tuteur. Quantit prsume pices
09.154

Enlvement de tuteurs Les tuteurs sont enlevs sur ordre de service. Le travail comprend lvacuation de tout le systme de fixation arien. Le prix unitaire comprend une opration par arbre. Quantit prsume pices

09.155

Arrosage darbres Cet arrosage est effectu sur ordre de service et en fonction des rsultats des mesures dhumidit. Le prix unitaire comprend une opration par arbre. Quantit prsume pices

09.156

Emondage Avant le 15 juin les sauvageons et les drageons sont enlevs, sur ordre de service. Une deuxime opration ponctuelle peut tre commande en automne. Le prix unitaire comprend une opration par arbre. La trononneuse nest pas autorise pour cette opration. Le matriel de coupe doit tre dsinfect et afft. Les plaies seront minimes, gales, nettes et niveau du tronc sans le dgrader. Les drageons sont sectionns au niveau suprieur de la racine, qui sera dgage au minimum.

- 209 -

Le remblai sera effectu immdiatement aprs la taille et le soin des racines. Le bois provenant de cette taille et les dchets sont immdiatement rassembls et vacus hors du domaine public.
09.156.a

Bij wortelopslag wordt de bovenzijde van de wortel blootgelegd, de uitgraving wordt minimaal gehouden en onmiddellijk na de snoei gedicht. Alle snoeihout en afval voortkomend van deze snoeiwerken wordt onmiddellijk verzameld en buiten het openbaar domein gebracht. - stamomtrek < 1 m

- circonfrence du tronc < 1 m Quantit prsume pices - 1 m < circonfrence du tronc < 2 m Quantit prsume pices - circonfrence du tronc > 2 m Quantit prsume pices Soins aux arbres

Vermoedelijke hoeveelheid stuks - 1 m <stamomtrek < 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - stamomtrek > 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Verzorging van bomen Verzorging van wortelwonden, werkzaamheden. Oppervlakkige wonden. Afgerukte of diepe wonden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Wonden aan stam- of wortelaanloop. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Wondverzorging in de kroon, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Oppervlakkige wonden. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Grote wonden die het verwijderen van een tak eisen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Hechtingen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Aanbrengen van stormankers. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Levering van verankeringsstangen, kabels en ander materiaal, volgens rechtvaardiging enkel op verzoek van de aanbestedende overheid. Te verantwoorden som Wondverzorging aan boomstammen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Wonden kleiner dan 300 cm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Wonden tussen 300 en 2.000 cm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Wonden groter dan 2.000 cm. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 210 -

09.156.b 09.156.c

09.157 09.157.a 09.157.b 09.157.c 09.158 09.158.a 09.158.b 09.158.c 09.158.d 09.158.e

Traitement de plaies racinaires, y compris toutes sujtions. Plaies superficielles. Quantit prsume pices Plaies profondes ou au niveau de racines arraches. Quantit prsume pices Plaies lamorce du tronc ou des racines. Quantit prsume pices Traitement de plaies dans la couronne, y compris toutes sujtions. Plaies superficielles. Quantit prsume pices Plaies importantes ncessitant lamputation. Quantit prsume pices Sutures. Quantit prsume pices Mise en uvre de haubans. Quantit prsume pices Fourniture de tiges dancrage, cbles et autres matriaux, suivant justification et la seule demande du pouvoir adjudicateur. Somme justifier Traitement de plaies aux troncs des arbres, y compris toutes sujtions. Plaies plus petites que 300 cm. Quantit prsume pices Plaies entre 300 et 2.000 cm. Quantit prsume pices Plaies plus grandes que 2.000 cm. Quantit prsume pices

inclusief

alle

bijbehorende

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

09.159 09.159.a 09.159.b 09.159.c

Amlioration des conditions de croissance des arbres in situ

09.160

Verbetering in situ van de groeiomstandigheden van bomen Verluchting en bemesting van de grond, inclusief leveren en het aanbrengen van polymeren die het water vasthouden en van vloeibare meststof N.P.K 10-4-7 : - met 2 injectiegaten per boom Vermoedelijke hoeveelheid bomen - met 4 injectiegaten per boom Vermoedelijke hoeveelheid bomen - met 6 injectiegaten per boom Vermoedelijke hoeveelheid bomen - met 8 injectiegaten per boom Vermoedelijke hoeveelheid bomen Gronduitwisseling Boren van injectiegaten in de grond, diameter 10 cm, diepte 0,8 m 1 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Boren van injectiegaten in de grond, diameter 30 cm, diepte 1 m 1,5 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Inzetten van een combinwagen (kolkenzuiger) om gronduitwisseling bij bomen mogelijk te maken, met een minimumcapaciteit van 12 m, chauffeur inbegrepen. Te verantwoorden som Gronduitwisseling bij bomen langs wegen met gespecialiseerde zuigapparatuur : - minimum uitwisseling : 2 m Vermoedelijk volume m - minimum uitwisseling : 10 m Vermoedelijk volume m - verwijderen van de grond. Vermoedelijk volume m Leveren en verwerken van geschikte grond voor bedekking van de wortels en aanvulling na uitvoering van de vorige stelposten. Vermoedelijk volume m Controle veiligheid van bomen Controle van de stevigheid van het hout door middel van de resistograaf, inclusief interpretatie van de metingen, opstellen van een deskundig verslag aangaande deze metingen, digitaal overmaken van de meetresultaten aan de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde.
- 211 -

Aration et fertilisation des sols, y compris fourniture et mise en uvre des polymres retenant leau et des engrais liquide N.P.K 10-4-7 : - avec 2 trous dinjection par arbre Quantit prsume arbres - avec 4 trous dinjection par arbre Quantit prsume arbres - avec 6 trous dinjection par arbre Quantit prsume arbres - avec 8 trous dinjection par arbre Quantit prsume arbres Renouvellement de sols

09.160.a 09.160.b 09.160.c 09.160.d

09.161

Forage de trous dans le sol, diamtre 10cm, profondeur 0,8 m 1 m. Quantit prsume pices Forage de trous dans le sol, diamtre 30 cm, profondeur 1 m 1,5 m. Quantit prsume pices Mise en place dun vhicule quip dun aspirateur pour avaloirs, pour remplacer le sol au pied des arbres, avec une capacit minimale de 12 m, chauffeur compris. Somme justifier Enlvement du sol aux pieds des arbres le long de voiries, avec un appareil spcialis : - quantit minimale enlever : 2 m Volume prsum m - quantit minimale enlever : 10 m Volume prsum m - vacuation des terres. Volume prsum m Fourniture et mise en uvre dun mlange de terre appropri pour recouvrir les racines et combler les trous, aprs excution des postes prcdents. Volume prsum m Contrle de scurit darbres Contrle de la solidit du bois avec un rsistographe, y compris interprtation des mesures, tablissement dune expertise concernant ces mesures, le transmis digital des rsultats du rsistographe au fonctionnaire dirigeant ou son dlgu.

09.162

09.163

09.164 09.164.a 09.164.b 09.164.c 09.165

09.166

Lexpertise comme les rsultats sont transmettre dans les 24 h aprs le contrle. Le pouvoir adjudicateur peut demander dexcuter des forages nimporte ou, sur toute la longueur du tronc. Sil sagit de forages dans la couronne ou une hauteur considrable du tronc, les heures dlvateur seront comptes sparment.

Zowel het verslag als de meetresultaten dienen binnen de 24 u na de proeven overgemaakt te worden. Deze boringen kunnen op eender welke plaats, over de volledige lengte van de stam, gevraagd worden door de aanbestedende overheid. Indien het boringen in de kruin betreft of boringen op een aanzienlijke hoogte van de stam, worden de nodige uren hoogtewerker apart aangerekend. Vermoedelijke hoeveelheid stuks/boringen Uitvoeren van tomograafproeven, het analyseren van de resultaten met computer, het leveren van een scan van de boomdoorsnede, het afdrukken op CD-rom of per e-mail : De betaling geschiedt per uitgevoerde en afgedrukte scan : - aantal proeven < 5 stuks per bestelbon Vermoedelijke hoeveelheid stuks - aantal proeven > 5 stuks per bestelbon. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - meerdere proeven op dezelfde boom op verschillende hoogte en aantal proeven < 5 stuks per bestelbon. Vermoedelijke hoeveelheid stuks - meerdere proeven op dezelfde boom op verschillende hoogte en aantal proeven > 5 stuks per bestelbon. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Prestaties voor het opmeten van boomomtrekken. De omtrek van de boom wordt op 1,30 m hoogte gemeten en gerapporteerd aan de aanbestedende overheid tezamen met het inventarisnummer van de boom. De betaling geschiedt per opgemeten boom.

09.167

Quantit prsume pices/forages Excution dessais avec un tomographe, analyse informatise des rsultats, fourniture dune image scanne reprenant la section du tronc, gravure sur CD-rom ou par e-mail : La rmunration seffectue par image scanne ralise et imprime :

09.167.a

- nombre dessais < 5 units par bon de commande Quantit prsume pices - nombre dessais > 5 units par bon de commande. Quantit prsume pices - plusieurs essais sur le mme arbre diffrentes hauteurs du tronc et nombre dessais < 5 units par bon de commande. Quantit prsume pices - plusieurs essais sur le mme arbre diffrentes hauteurs du tronc et nombre dessais > 5 units par bon de commande. Quantit prsume pices Prestations pour mesurer la circonfrence des arbres. La circonfrence dun arbre est mesure 1,30 m de hauteur du tronc et est reprise dans le rapport pour le pouvoir adjudicateur avec le n dinventaire de larbre. La rmunration seffectue par arbre mesur.

09.167.b

09.167.c

09.167.d

09.168

Vermoedelijke hoeveelheid stuks

09.169

Quantit prsume pices Excution danalyses foliaires par un laboratoire spcialis, y compris prlvement dau minimum 5 chantillons de feuilles par arbre, fourniture dun rapport avec les constatations et les mesures prendre. La rmunration seffectue par arbre chantillonn. Quantit prsume pices

Uitvoeren van bladanalyses door een gespecialiseerd laboratorium, inclusief nemen van minimum 5 bladstalen per boom, leveren van een rapport met de bevindingen en de te nemen maatregelen. De betaling geschiedt per boom waarvan stalen werden genomen. Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 212 -

09.170

Prestations pour llaboration de fiches darbres, tablir et remplir par du personnel qualifi. La rmunration seffectue par fiche remplie. Quantit prsume pices Supplment au poste prcdent pour la prise, le dveloppement et linterprtation de photos par fiche darbre. Quantit prsume pices Honoraires pour prestations dun ingnieur agronome ou expert avec diplme quivalent, concernant lvaluation de ltat de sant des arbres. Somme justifier Frais pour les essais et les analyses en laboratoire concernant ltat de sant des arbres, comprenant llaboration de rapports dexpertise avec les rsultats, les observations et les conseils des mesures prendre. Somme justifier Plantes vivaces et annuelles

Prestaties voor het opstellen van boomfiches, op te maken en in te vullen door gekwalificeerd personeel. De betaling geschiedt per ingevulde fiche. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Supplement op vorige stelpost voor het nemen, ontwikkelen, verwerken van fotos per boomfiche. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Honorarium voor de prestaties van een landbouwingenieur of evenwaardige gediplomeerd deskundige, in verband met de evaluatie van de gezondheidstoestand van bomen. Te verantwoorden som Kosten voor laboproeven en analyses in verband met de gezondheidstoestand van bomen, inclusief opstellen van deskundige verslagen met resultaten, vaststellingen en adviezen van te nemen maatregelen. Te verantwoorden som Vaste planten en eenjarigen Wieden in de perken Het onkruid tussen de vaste planten en eenjarigen in bloembakken of in perken, wordt ongeveer zeven maal per jaar nauwkeurig en met al zijn wortels gewied, op dienstbevel. Deze bewerking omvat ook het terugleggen van de eventuele mulchlaag. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en planten van vaste planten in pot : - Vinca minor

09.171

09.172

09.173

09.174

Sarclage Le sarclage consiste en un nettoyage et une extirpation de toutes les mauvaises herbes ou les dchets dans des plantes vivaces ou annuelles. Environ 7 oprations sont prvues par anne, sur ordre de service. Cette opration comprend galement la remise en tat de la couche ventuelle de mulch. Surface prsume m Livraison et fourniture de plantes vivaces en pot : - Vinca minor Quantit prsume pice - Hedera helix 60/80 Quantit prsume pice - Astilbe chinensis Quantit prsume pice - Geranium endressii Quantit prsume pice

09.175 09.175.a 09.175.b 09.175.c 09.175.d

Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Hedera helix 60/80 Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Astilbe chinensis Vermoedelijke hoeveelheid stuks - Geranium endressii Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 213 -

09.176

Taille de plantes vivaces (Lavande...) Surface prsume m Taille de bords de massifs couvre-sol (Hedera, Lonicera...) Surface prsume m

Snoeien van vaste planten (Lavendel) Vermoedelijke oppervlakte m Snoeien van boorden van perken met bodembedekkers (Hedera, Lonicera) Vermoedelijke oppervlakte m Begieten van vaste planten en eenjarigen Op dienstbevel worden de perken of bloembakken begoten met zuiver water vrij van phytotoxische producten. Het water wordt langzaam en onder lage druk gesproeid rato van 10 liter/m. De aannemer zorgt ervoor dat de machines uitgerust zijn met de nodige meetinstrumenten teneinde aan de aanbestedende overheid het bewijs op papier te kunnen voorleggen van de hoeveelheid toegediend water. Vermoedelijke oppervlakte m Trambeddingen Maaien van de met gras ingezaaide trambeddingen Het gras van de trambeddingen wordt n maal om de 10 kalenderdagen gemaaid. Er worden zodoende ongeveer 18 maaibeurten per groeiseizoen voorzien. Het gras mag nooit boven de rails uitsteken. De maaibeurten gebeuren steeds met opvangbak. Het bijwerken met aangepaste handmachines langsheen de boordstenen, rails en hindernissen is begrepen in deze stelpost. Voorafgaand aan elke maaibeurt wordt alle afval vergaard en verwijderd buiten het openbaar domein. Vermoedelijke oppervlakte m Op niveau brengen van de grasmat Ten gevolge van de aanvoer van zand bestemd voor het remmen komt de grasmat langsheen de rails, vooral aan de stophaltes, hoger te liggen. Deze grasoppervlakte wordt afgestoken in banden van ongeveer 25 cm breed en met een wortelkluit van 4 cm dik. De kale oppervlakken worden verlaagd en zodanig geherprofileerd dat het niveau van de teruggeplaatste grasmat horizontaal is. De afgestoken graszoden worden dezelfde dag teruggelegd.
- 214 -

09.177

09.178

Arrosage de plantes vivaces et annuelles Larrosage de parterres et de bacs fleur seffectue sur ordre de service. Leau sera exempte de produits phytotoxiques. Leau sera disperse lentement et sous faible pression de manire rgulire raison de 10 litres/m. Lentrepreneur aura des appareils quips des instruments ncessaires pour que le pouvoir adjudicateur puisse disposer des documents certifiant les quantits deau rellement consommes. Surface prsume m Sites de tramway

09.179

Tonte de gazons intgrs dans les sites de tramway Ces engazonnements sont tondus une fois tous les dix jours calendrier. Il est donc prvu environ 18 tontes par saison de vgtation. En aucun cas le gazon ne peut dpasser le niveau des rails. Les tontes s'excutent avec un bac rcolteur. La finition s'excute avec les machines ad-hoc le long des bordures, le long des rails et le long de tous les obstacles. Avant chaque tonte, tous les dchets sont ramasser et vacuer en dehors du domaine public.

09.180

Surface prsume m Mise niveau de lengazonnement le long des rails En consquence de l'apport de sable destin aux freinages, il arrive frquemment que l'engazonnement aux endroits des zones de freinage voie son niveau s'lever. Ces surfaces de gazon seront dcoupes par bandes d'environ 25 cm de largeur, sur une paisseur d'enracinement minimum de 4 cm. Le sol dnud sera ensuite abaiss de manire ce que le niveau aprs repose du gazon soit nouveau horizontal. Les plaques de gazon sont ensuite reposes le mme jour.

Aprs ces travaux, le niveau suprieur de l'engazonnement ne peut en aucun cas dpasser le niveau de roulement. Surface prsume m Dcoupage des bords des pelouses des sites de tramway Les bords des pelouses seront dcoups deux fois par an. Tous les dchets et les matriaux organiques sont rcolts consciencieusement et vacus sur une largeur de 25 cm partir du bord. Longueur prsume mct Dsherbage total des ballasts des sites de tramway Une fois par an les sites couverts de gravier de silex, sont traits avec dun herbicide total. Surface prsume m
09.183

Na deze werken mag het bovenste peil van de grasmat in geen geval boven het peil van de rails uitsteken. Vermoedelijke oppervlakte m Afsteken van de boorden van de grasmat op de trambeddingen De grasboorden worden twee maal per jaar recht afgestoken. Alle afval en organisch materiaal dat hierbij vrijkomt, wordt over een breedte van 25 cm, gemeten vanaf de boord, zorgvuldig geruimd en verwijderd. Vermoedelijke lengte str. m Onkruidvrij houden van de met steenslag bedekte trambeddingen En maal per jaar wordt de trambedding behandeld met een totaal herbicide. Vermoedelijke oppervlakte m Vergaren van bladeren Het ruimen van afgevallen bladeren, vruchten en takjes op de trambeddingen gebeurt driemaal per herfst/winterperiode. De eerste beurt wordt uitgevoerd tegen 11 november, de tweede tegen 15 december en de derde tegen 30 december ; bij uitzonderlijke weersomstandigheden kunnen deze uitvoer-periodes wijzigen. Er wordt nota genomen in het dagboek der prestaties. De eenheidsprijs omvat de vergaring voor de drie beurten, die betaald zullen worden in schijven van 40% bij de eerste beurt, 40% bij de tweede en 20% bij de derde beurt. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van traagwerkende gazonmeststof De meststof is een traagwerkende meststof met een gehalte aan stikstof van minstens 50% onder vorm van isobutylideendiureum. Drie maal per jaar wordt deze meststof over de bezaaide trambeddingen gestrooid op dienstbevel : n maal in de lente, een tweede maal in de zomer en een derde maal in de herfst. Vermoedelijk gewicht kg

09.181

09.182

Ramassage des feuilles Le ramassage de feuilles et de fruits localiss sur les sites de tramway. Ce ramassage se fait en trois oprations distinctes. La premire opration seffectuera avant le 11 novembre, la deuxime avant le 15 dcembre et la troisime avant le 30 dcembre ; des conditions mtorologiques extrmes peuvent modifier cette priodicit. On acte ces faits au journal des prestations. Le prix unitaire comprend les trois ramassages qui seront pays par tranche de 40% pour le premier, 40% pour le deuxime et 20% pour le troisime. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre d'engrais action lente pour gazon Cet engrais prsente au moins 50% de la fraction azote sous forme d'isobutylne-diure. Cet engrais est appliqu trois fois par an sur les sites de tramway engazonns : une fois au printemps ; une fois au dbut de l't ; une dernire fois en automne, sur ordre de service. Poids prsum kg

09.184

- 215 -

09.185

Nettoyage des sites propres tram Sur ordre de service, tous les dchets se trouvant sur le site propre du tram (couvert de ballast ou engazonn) sont ramasss et vacus. Surface prsume m F ABATTAGE DARBRES SELON K.10.

Schoonmaak van de trambeddingen Op dienstbevel wordt alle afval op de eigen-trambeddingen (zowel met ballast aangevulde als met gras ingezaaide) vergaard en verwijderd. Vermoedelijke oppervlakte m F. VELLEN VAN BOMEN VOLGENS K.10. Vellen tot tegen de grond van een boom, gelegen langs de rijweg, inclusief plaatsen signalisatie, aanvraag politievergunning en verwijderen van alle afval buiten het openbaar domein, met een stamomtrek gemeten op 1,3 m hoogte : - kleiner dan 1 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 1 en 1,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 1,5 en 2 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 2 en 2,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 2,5 en 3,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - groter dan 3,5 m. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Vellen tot tegen de grond van een boom, gelegen langs de rijweg, waarvan de kroon gedeeltelijk een tramspoor of een gebouw overdekt, inclusief plaatsen signalisatie, aanvraag politievergunning en verwijderen van alle afval buiten het openbaar domein, met een stamomtrek gemeten op 1,3 m hoogte : - kleiner dan 1 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 1 en 1,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 1,5 en 2 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 2 en 2,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 2,5 en 3,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks - groter dan 3,5 m Quantit prsume pices Vermoedelijke hoeveelheid stuks
- 216 -

09.186

Abattage jusquau niveau du sol dun arbre, situ le long de la voirie, y compris pose de la signalisation, autorisation de police et vacuation des dchets en dehors du domaine public, dune circonfrence mesure 1,3 m de hauteur : - infrieure 1 m - comprise entre 1 et 1,5 m - comprise entre 1,5 et 2 m - comprise entre 2 et 2,5 m - comprise entre 2,5 et 3,5 m - suprieure 3,5 m. Quantit prsume pices Abattage jusquau niveau du sol dun arbre, situ le long dune voirie et dont la couronne surplombe en partie une ligne de tram ou un btiment, y compris pose de la signalisation, autorisation de police et vacuation des dchets en dehors du domaine public, dune circonfrence du tronc mesure 1,3 m de hauteur : - infrieure 1 m - comprise entre 1 et 1,5 m - comprise entre 1,5 et 2 m - comprise entre 2 et 2,5 m - comprise entre 2,5 et 3,5 m - suprieure 3,5 m

09.186.a 09.186.b 09.186.c 09.186.d 09.186.e 09.186.f 09.187

09.187.a 09.187.b 09.187.c 09.187.d 09.187.e 09.187.f

09.188

Supplment forfaitaire pour abattage darbres jusquau niveau du sol pendant la nuit (entre 20h et 6h), le week-end, les jours fris et pendant les congs de la construction. Somme justifier Abattage darbres par dmontage complet en pices maniables. Ce poste est entre autre appliqu pour les arbres avec une circonfrence suprieure 3 m, pour des arbres avec une hauteur suprieure 25 m ou des arbres qui se situent dans les environs immdiats daccessoires de routes vulnrables et de proprits prives, de toitures en verre etc. Les heures dlvateur ne sont pas comprises dans ce poste. Labattage par dmontage complet ne se fait quavec laccord du fonctionnaire dirigeant ou de son dlgu. Quantit prsume pices Abattages urgents, y compris vacuation des dchets dabattage, signalisation et autorisation de police, jusquau niveau du sol et dans les 3h, darbres menaants ou abms situs le long de la voirie sur ordre du pouvoir adjudicateur ; arbres avec une circonfrence mesure 1,3 m de hauteur : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - suprieure 1 m et infrieure 2 m Quantit prsume pices - suprieure 2 m Quantit prsume pices Abattages urgents, y compris vacuation des dchets dabattage, signalisation et autorisation de police, jusquau niveau du sol et dans les 6h, darbres menaants ou abms situs le long de la voirie sur ordre du pouvoir adjudicateur ; arbres avec une circonfrence mesure 1,3 m de hauteur : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - suprieure 1 m et infrieure 2 m Quantit prsume pices - suprieure 2 m Quantit prsume pices Essouchage darbres, y compris vacuation des dchets, signalisation et autorisation de police selon K.10. Essouchage par fraisage de la souche jusqu une profondeur de 30 cm :

Forfaitaire meerprijs voor het vellen van een boom tot tegen de grond tijdens de nacht (tussen 20u en 6u), het weekend, feestdagen, en het bouwverlof. Te verantwoorden som Vellen van bomen door volledige demontage in kleine hanteerbare stukken. Deze stelpost geldt onder meer voor bomen met een omtrek van meer dan 3 m, bomen meer dan 25 m hoogte of bomen die in de onmiddellijke nabijheid staan van kwetsbare weguitrustingen en private eigendommen, glazen daken, enz De uren hoogtewerker zijn niet begrepen in deze stelpost. Het vellen door middel van volledig demonteren van de boom gebeurt uitsluitend mits goedkeuring van de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Dringende vellingswerken, inclusief verwijderen van afval, signalisatie en politievergunning, tot op grondniveau, en binnen de 3u, van gevaarlijke of beschadigde bomen langs wegen, op aanvraag van de aanbestedende overheid ; bomen met een stamomtrek gemeten op 1,3 m hoogte : - kleiner dan 1 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - groter dan 1 m en kleiner dan 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - groter dan 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Dringende vellingswerken, inclusief verwijderen van afval, signalisatie en politievergunning, tot op grondniveau, en binnen de 6u, van gevaarlijke of beschadigde bomen langs wegen, op aanvraag van de aanbestedende overheid ; bomen met een stamomtrek gemeten op 1,3 m hoogte : - kleiner dan 1 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - groter dan 1 m en kleiner dan 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - groter dan 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Ontstronken van bomen, inclusief verwijderen van alle afval, signalisatie en politievergunning volgens K.10. Ontstronken door middel van uitfrezen van de stronk tot een diepte van 30 cm :
- 217 -

09.189

09.190

09.190.a 09.190.b 09.190.c 09.191

09.191.a 09.191.b 09.191.c

09.192

09.192.a 09.192.b 09.192.c 09.192.d 09.193

- surface de la souche < 2 m Quantit prsume pices - surface comprise entre 2 m et 4 m Quantit prsume pices - surface comprise entre 4 m et 6 m Quantit prsume pices - surface > 6 m Quantit prsume pices Essouchage par fraisage de la souche jusqu une profondeur de plus de 30 cm : - surface de la souche < 2 m Quantit prsume pices - surface comprise entre 2 m et 4 m Quantit prsume pices - surface comprise entre 4 m et 6 m Quantit prsume pices - surface > 6 m Quantit prsume pices Essouchage par excavation de la souche au moyen dune grue : - surface de la souche < 2 m Quantit prsume pices - surface comprise entre 2 m et 4 m Quantit prsume pices - surface comprise entre 4 m et 6 m Quantit prsume pices - surface > 6 m Quantit prsume pices Supplment forfaitaire pour dessouchage par fraisage de la souche sur ou le long dun trottoir ou dune piste cyclable revtue. Quantit prsume pices Supplment forfaitaire pour dessouchage par excavation de la souche au moyen dune grue sur ou le long dun trottoir ou dune piste cyclable revtue. Quantit prsume pices Supplment forfaitaire pour dessouchage sur ordre spcial pour moins de 5 souches par intervention. Quantit prsume pices

- oppervlakte van de stronk < 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte begrepen tussen 2 m en 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte begrepen tussen 4 m en 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte > 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Ontstronken door middel van uitfrezen van de stronk dieper dan 30 cm :

09.193.a 09.193.b 09.193.c 09.193.d 09.194 09.194.a 09.194.b 09.194.c 09.194.d 09.195

- oppervlakte van de stronk < 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte begrepen tussen 2 m en 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte begrepen tussen 4 m en 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte > 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Ontstronken door middel van uitgraven van de stronk met een kraan : - oppervlakte van de stronk < 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte begrepen tussen 2 m en 4 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte begrepen tussen 4 m en 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - oppervlakte > 6 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks Forfaitaire meerprijs voor het ontstronken door middel van uitfrezen van de stronk in of de langs een verhard voet- of fietspad. Vermoedelijke hoeveelheid stuks Forfaitaire meerprijs voor het ontstronken door middel van het uitgraven van de stronk met de kraan in of langs een verhard voet- of fietspad.

09.196

09.197

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Forfaitaire meerprijs voor het ontstronken op speciale aanvraag voor minder dan 5 stuks per interventie. Vermoedelijke hoeveelheid stuks

- 218 -

09.198

vacuation dun arbre tomb avec une circonfrence mesure 1,3 m de hauteur : - infrieure 1 m Quantit prsume pices - entre 1 et 2 m Quantit prsume pices - suprieure 2 m Quantit prsume pices

Verwijderen van een omgevallen boom met een stamomtrek gemeten op 1,3 m hoogte : - van minder dan 1 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - tussen 1 en 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks - meer dan 2 m Vermoedelijke hoeveelheid stuks

09.198.a 09.198.b 09.198.c

- 219 -

CHAPITRE X TRAVAUX DENTRETIEN ET DE REPARATION

HOOFDSTUK X ONDERHOUDS- EN REPARATIEWERKZAAMHEDEN

A. REVETEMENTS EN BETON SELON L.1.

10.001

A. BETONVERHARDINGEN VOLGENS L.1 Plaatselijk repareren van scheuren in de betonverharding volgens L.1.1, inclusief oppervlakkig infrezen, leveren en verwerken van de herstellingsmaterialen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Plaatselijk repareren van afbrokkelingen in de betonverharding volgens L.1.2, inclusief de voorbereidende werken, verwijderen van de betonafbrokkelingen, leveren en verwerken van de herstellingsmaterialen en alle bijbehorende werkzaamheden. Mortel op basis van gemodificeerd hydraulisch bindmiddel Vermoedelijke lengte str. m Harsmortel Vermoedelijke lengte str. m Vernieuwen van de voegvulling in de verharding uit beton volgens L.1.3, inclusief verwijderen van de beschadigde voegvulling, leveren en verwerken van de herstellingsmaterialen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Vervangen van beschadigde platen of plaatgedeelten in de betonverharding volgens L.1.4 en alle bijhorende werken. Zagen in beton per cm diepte

Rparations localises de fissures dans le revtement en bton selon L.1.1, y compris fraisage superficiel, fourniture et mise en uvre des matriaux de rparation et toutes sujtions. Longueur prsume mct Rparations localises dpaufrures dans le revtement en bton selon L.1.2, y compris travaux prparatoires, enlvement des effritements de bton, fourniture et mise en uvre des matriaux de rparation et toutes sujtions. Mortier base de liant hydraulique modifi Longueur prsume mct Mortier base de rsine Longueur prsume mct Renouvellement de la garniture des joints dans le revtement en bton selon L.1.3, y compris enlvement de la garniture endommage, fourniture et mise en uvre des matriaux de rparation et toutes sujtions. Longueur prsume mct Remplacement de dalles dfectueuses ou parties de dalles dans le revtement en bton selon L.1.4 et toutes sujtions. Sciage du bton par cm de profondeur Longueur prsume mct Dmolition du bton Surface prsume m Remise en tat de la fondation Volume prsum m Mise en place de goujons Quantit prsume pices Mise en uvre manuelle de bton Surface prsume m

10.002

10.002.a 10.002.b 10.003

10.004

10.004.a 10.004.b 10.004.c 10.004.d 10.004.e

Vermoedelijke lengte str. m Opbraak van het beton Vermoedelijke oppervlakte m Rehabilitatie van de fundering Vermoedelijk volume m Aanbrengen van de deuvels Vermoedelijke hoeveelheid stuks Handmatige betonverwerking Vermoedelijke oppervlakte m

- 220 -

10.004.f

Mise en uvre de bton la machine coffrage glissant, y compris installation de la machine sur chantier. Surface prsume m

Betonverwerking met de machine met glijdende bekisting, inclusief installatie van de machine op de bouwplaats. Vermoedelijke oppervlakte m Oppervlaktebehandeling Vermoedelijke oppervlakte m Hermaken van de voegen Vermoedelijke lengte str. m Vervangen van beschadigde platen of plaatgedeelten met snelle openstelling voor het verkeer volgens L.1.5 en alle bijbehorende werkzaamheden. Zagen in beton per cm diepte Vermoedelijke lengte str. m Opbraak van het beton Vermoedelijke oppervlakte m Rehabilitatie van de fundering Vermoedelijk volume m Aanbrengen van de deuvels Vermoedelijke hoeveelheid stuks Handmatige betonverwerking Vermoedelijke oppervlakte m Betonverwerking met de machine met glijdende bekisting, inclusief installatie van de machine op de bouwplaats. Vermoedelijke oppervlakte m Oppervlaktebehandeling Vermoedelijke oppervlakte m Hermaken van de voegen Vermoedelijke lengte str. m Toeslag voor de isolatie van het onverharde beton Vermoedelijke oppervlakte m Oppersen en stabiliseren van betonplaten door injecties volgens L.1.6 en alle bijbehorende werkzaamheden. Boren van injectiegaten

10.004.g 10.004.h 10.005

Traitement de surface Surface prsume m Reconstruction de joints Longueur prsume mct Remplacement de dalles dfectueuses ou parties de dalles avec remise en service rapide pour la circulation selon L.1.5 et toutes sujtions. Sciage du bton par cm de profondeur Longueur prsume mct Dmolition du bton Surface prsume m Remise en tat de la fondation Volume prsum m Mise en place de goujons Quantit prsume pices Mise en uvre manuelle de bton Surface prsume m Mise en uvre de bton la machine coffrage glissant, y compris installation de la machine sur chantier. Surface prsume m

10.005.a 10.005.b 10.005.c 10.005.d 10.005.e 10.005.f

10.005.g 10.005.h 10.005.i 10.006

Traitement de surface Surface prsume m Reconstruction de joints Longueur prsume mct Supplment pour isolation du bton frais Surface prsume m Relvement et stabilisation de dalles en bton par injections selon L.1.6 et toutes sujtions. Forage de trous dinjection Quantit prsume pices Injections, y compris installation de chantier Poids prsum kg Recouvrement en bton selon L.1.7, y compris toutes sujtions.

10.006.a 10.006.b 10.007

Vermoedelijke hoeveelheid stuks Injecties, inclusief de inrichting van de bouwplaats Vermoedelijk gewicht kg Overlagen met beton volgens L.1.7, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m

Surface prsume m

- 221 -

10.008

Stabilisation de revtements en bton par fracturation et compactage selon L.1.8 et toutes sujtions. Surface prsume m B. TRAITEMENTS DE SURFACE PAR AJOUT DE MATERIAUX BITUMINEUX ET REVETEMENTS BITUMINEUX ULTRA-MINCES SELON L.2

Stabiliseren van betonverhardingen door beuken en verdichten volgens L.1.8 en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m B. OPPERVLAKTEBEHANDELINGEN MET TOEVOEGING VAN BITUMINEUZE MATERIALEN EN ULTRADUNNE BITUMINEUZE TOPLAGEN VOLGENS L.2 Plaatselijk vullen van rijsporen met slem volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Uitblazen en schoonmaken van voegen tussen de verharding en de lijnvormige elementen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Uitblazen en schoonmaken van voegen in een bestrating tot een diepte van 25 mm, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk lengte str. m Leveren en verwerken van een kleeflaag op een betonnen drager, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een eenlaagse slem met kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 0/2

10.009

Comblement dornires par du MBCF selon L.2.1, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Soufflage et nettoyage de joints entre le revtement et les lments linaires, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Soufflage et nettoyage de joints sur une profondeur de 25 mm pour un pavage, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre dune couche de collage sur un support en bton, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF), monocouche avec mulsions cationiques de bitume selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 Surface prsume m - type 0/4 Surface prsume m - type 0/6,3 Surface prsume m - type 0/10 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF), monocouche avec mulsions cationiques de bitume modifies par des polymres selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 Surface prsume m

10.010

10.011

10.012

10.013

10.013.a 10.013.b 10.013.c 10.013.d 10.014

Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een eenlaagse slem met polymeergemodificeerde kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 0/2 Vermoedelijke oppervlakte m
- 222 -

10.014.a

10.014.b 10.014.c 10.014.d 10.015

- type 0/4 Surface prsume m - type 0/6,3 Surface prsume m - type 0/10 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF), bicouches avec mulsions cationiques de bitume selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 + 0/4 Surface prsume m - type 0/2 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/4 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/2 + 0/10 Surface prsume m - type 0/4 + 0/10 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF), bicouches avec mulsions cationiques de bitume modifies par des polymres selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 + 0/4 Surface prsume m - type 0/2 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/4 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/2 + 0/10 Surface prsume m - type 0/4 + 0/10 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF), de couleur rouge, monocouche avec mulsions cationiques de bitume selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 Surface prsume m - type 0/4 Surface prsume m - type 0/6,3 Surface prsume m

- type 0/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een tweelaagse slem met kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 0/2 + 0/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een tweelaagse slem met polymeergemodificeerde kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 0/2 + 0/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een eenlaagse roodkleurige slem met kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 0/2 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 Vermoedelijke oppervl8akte m - type 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m
- 223 -

10.015.a 10.015.b 10.015.c 10.015.d 10.015.e 10.016

10.016.a 10.016.b 10.016.c 10.016.d 10.016.e 10.017

10.017.a 10.017.b 10.017.c

10.018

Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF), de couleur rouge, monocouche avec mulsions cationiques de bitume modifies par des polymres selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 Surface prsume m - type 0/4 Surface prsume m - type 0/6,3 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF) de couleur rouge, bicouches avec mulsions cationiques de bitume selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 + 0/4 Surface prsume m - type 0/2 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/4 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/2 + 0/10 Surface prsume m - type 0/4 + 0/10 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de matriaux bitumineux couls froid (MBCF) de couleur rouge, bicouches avec mulsions cationiques de bitume modifies par des polymres selon L.2.1, y compris toutes sujtions. - type 0/2 + 0/4 Surface prsume m - type 0/2 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/4 + 0/6,3 Surface prsume m - type 0/2 + 0/10 Surface prsume m - type 0/4 + 0/10 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel bitumineux monocouche avec simple gravillonnage et mulsions cationiques de bitume flux selon L.2.2, y compris toutes sujtions.

Leveren en verwerken van een eenlaagse roodkleurige slem met polymeergemodificeerde kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden.

10.018.a 10.018.b 10.018.c 10.019

- type 0/2 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een tweelaagse roodkleurige slem met kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 0/2 + 0/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een tweelaagse roodkleurige slem met polymeergemodificeerde kationische bitumenemulsies volgens L.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden.

10.019.a 10.019.b 10.019.c 10.019.d 10.019.e 10.020

10.020.a 10.020.b 10.020.c 10.020.d 10.020.e 10.021

- type 0/2 + 0/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/2 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 0/4 + 0/10 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een eenlaagse bitumineuze bestrijking met enkele begrinding met kationische emulsies en vloeibitumina volgens L.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden.
- 224 -

10.021.a 10.021.b 10.021.c 10.021.d 10.022

- type 2/4 Surface prsume m - type 4/6,3 Surface prsume m - type 6,3/10 Surface prsume m - type 10/14 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel bitumineux monocouche avec simple gravillonnage et mulsions cationiques aux polymres et bitume flux aux polymres selon L.2.2, y compris toutes sujtions. - type 2/4 Surface prsume m - type 4/6,3 Surface prsume m - type 6,3/10 Surface prsume m - type 10/14 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel bitumineux monocouche avec double gravillonnage et mulsions cationiques de bitume flux selon L.2.2, y compris toutes sujtions. - type 4/10 Surface prsume m - type 4/14 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel bitumineux monocouche avec double gravillonnage et mulsions cationiques aux polymres et bitume flux aux polymres selon L.2.2, y compris toutes sujtions. - type 4/10 Surface prsume m - type 4/14 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel bitumineux bicouches avec mulsions cationiques de bitume flux selon L.2.2, y compris toutes sujtions. - type 2/6,3 Surface prsume m

- type 2/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 6,3/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 10/14 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een eenlaagse bitumineuze bestrijking met enkele begrinding met kationische emulsies met polymeren en vloeibitumina met polymeren volgens L.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 2/4 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 6,3/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 10/14 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een eenlaagse bitumineuze bestrijking met dubbele begrinding met kationische emulsies en vloeibitumina volgens L.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 4/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/14 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een eenlaagse bitumineuze bestrijking met dubbele begrinding met kationische emulsies met polymeren en vloeibitumina met polymeren volgens L.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 4/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/14 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een tweelaagse bitumineuze bestrijking met kationische emulsies en vloeibitumina volgens L.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 2/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m
- 225 -

10.022.a 10.022.b 10.022.c 10.022.d 10.023

10.023.a 10.023.b 10.024

10.024.a 10.024.b 10.025

10.025.a

10.025.b 10.025.c 10.025.d 10.026

- type 2/10 Surface prsume m - type 4/10 Surface prsume m - type 4/14 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel bitumineux bicouches avec mulsions cationiques aux polymres et bitume flux aux polymres selon L.2.2, y compris toutes sujtions. - type 2/6,3 Surface prsume m - type 2/10 Surface prsume m - type 4/10 Surface prsume m - type 4/14 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel scell par un MBCF selon L.2.3, y compris toutes sujtions. - MBCF 0/4 sur enduit 4/6,3 Surface prsume m - MBCF 0/4 sur enduit 6,3/10 Surface prsume m - MBCF 0/6,3 sur enduit 6,3/10 Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel scell par un MBCF de couleur rouge pour pistes cyclables selon L.2.3, y compris toutes sujtions. - MBCF 0/4 sur enduit 4/6,3

- type 2/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/14 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een tweelaagse bitumineuze bestrijking met kationische emulsies met polymeren en vloeibitumina met polymeren volgens L.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type 2/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - type 2/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/10 Vermoedelijke oppervlakte m - type 4/14 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een bestrijking met slemafdichting volgens L.2.3, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - slem 0/4 op bestrijking 4/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m - slem 0/4 op bestrijking 6,3/10 Vermoedelijke oppervlakte m - slem 0/6,3 op bestrijking 6,3/10 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een roodkleurige bestrijking met slemafdichting voor fietspaden volgens L.2.3, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - slem 0/4 op bestrijking 4/6,3 Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een hoogwaardige bestrijking volgens L.2.4, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een gekleurde hoogwaardige bestrijking volgens L.2.4, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m

10.026.a 10.026.b 10.026.c 10.026.d 10.027

10.027.a 10.027.b 10.027.c 10.028

10.029

Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel haute performance (ESHP) selon L.2.4, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dun enduit superficiel haute performance (ESHP) color selon L.2.4, y compris toutes sujtions. Surface prsume m

10.030

- 226 -

10.031

Fourniture et mise en uvre dun revtement ultramince grenu selon L.2.5, y compris toutes sujtions.

Leveren en verwerken van een ultradunne overlaging met steenmastiekemulsie volgens L.2.5, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. - type SME 10 - 1

10.031.a 10.031.b

- type RUMG 10 - 1 Surface prsume m - type RUMG 6,3 - 1 Surface prsume m C. TRAITEMENT DE SURFACE DE REVETEMENTS HYDROCARBONES PAR ENLEVEMENT DE MATIERE SELON L.3.

Vermoedelijke oppervlakte m - type SME 6,3 - 1 Vermoedelijke oppervlakte m C. OPPERVLAKTEBEHANDELING VAN ASFALTVERHARDINGEN DOOR VERWIJDEREN VAN MATERIAAL VOLGENS L.3. Herstellen van de dwarsvlakheid door vlakfrezen volgens L.3.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Herstellen van de oppervlaktetextuur door gritstralen of boucharderen volgens L.3.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m D. PLAATSELIJK REPAREREN ASFALTVERHARDINGEN VOLGENS L.4. VAN

10.032

Rtablissement de la planit transversale par fraisage selon L.3.1, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Rtablissement de la texture de la surface par grenaillage ou bouchardage selon L.3.2, y compris toutes sujtions. Surface prsume m D. REPARATIONS LOCALISEES DE REVETEMENTS HYDROCARBONES SELON L.4.

10.033

10.034

Rparation de fissures isoles dune ouverture infrieure 5 mm par scellement selon L.4.1.2.2.1, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Rparation de fissures isoles dune ouverture suprieure 5 mm et infrieure ou gale 25 mm par scellement selon L.4.1.2.2.2, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Rparation de fissures isoles dune ouverture suprieure 25 mm avec fraisage pralable, par scellement selon L.4.1.2.2.3.1, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Rparation de fissures isoles dune ouverture suprieure 25 mm sans fraisage pralable, par scellement selon L.4.1.2.2.3.2, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct

Reparatie van afzonderlijke scheuren van minder dan 5 mm breed door dichten volgens L.4.1.2.2.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Reparatie van afzonderlijke scheuren met een opening van meer dan 5 mm en minder dan of gelijk aan 25 mm door dichten volgens L.4.1.2.2.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Reparatie van afzonderlijke scheuren van meer dan 25 mm met vooraf infrezen, door dichten volgens L.4.1.2.2.3.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Reparatie van afzonderlijke scheuren van meer dan 25 mm zonder vooraf infrezen, door dichten volgens L.4.1.2.2.3.2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m
- 227 -

10.035

10.036

10.037

10.038

Rparation de fissures multiples dune ouverture infrieure 5 mm avec fraisage pralable selon L.4.1.2.3.1.1, y compris toutes sujtions.

Reparatie van meervoudige scheuren van minder dan 5 mm met vooraf bakfrezen volgens L.4.1.2.3.1.1, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden.

10.039

Surface prsume m Rparation de fissures multiples dune ouverture infrieure 5 mm sans fraisage pralable selon L.4.1.2.3.1.2 avec un MBCF 0/2, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Rparation de fissures multiples dune ouverture infrieure 5 mm sans fraisage pralable selon L.4.1.2.3.1.2 avec un enduit superficiel, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Rparation de fissures multiples dune ouverture infrieure 5 mm sans fraisage pralable selon L.4.1.2.3.1.2 avec un asphalte coul pour rparations de fissures, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Rparations localises provisoires, y compris dcoupage et comblement des cavits au moyen dasphalte froid selon L.4.2 et toutes sujtions. Poids prsum t Rparations localises en asphalte coul pour rparations sans fraisage selon L.4.3, y compris couche de collage et toutes sujtions.

Vermoedelijke oppervlakte m Reparatie van meervoudige scheuren van minder dan 5 mm zonder vooraf bakfrezen volgens L.4.1.2.3.1.2 met een slem 0/2, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Reparatie van meervoudige scheuren van minder dan 5 mm zonder vooraf bakfrezen volgens L.4.1.2.3.1.2 met een bestrijking, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Reparatie van meervoudige scheuren van minder dan 5 mm zonder vooraf bakfrezen volgens L.4.1.2.3.1.2 met een gietasfalt voor scheurreparaties, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Voorlopig plaatselijke reparaties inclusief het uitkappen en vullen van de holten met koudasfalt volgens L.4.2 en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk gewicht t Plaatselijke reparaties met gietasfalt voor herstellingen zonder bakfrezen volgens L.4.3, inclusief de kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Duurzame plaatselijke reparaties volgens L.4.4 Afbakenen van het beschadigde oppervlak door zagen tot op een diepte van minimum 3 cm, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Frezen van de bitumineuze verharding op de voorziene dikte binnen de begrensde zone, inclusief afvoer en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijk volume m

10.040

10.041

10.042

10.043

Surface prsume m Rparations localises durables selon L.4.4.

10.044

Dlimitation de la surface dtriore par sciage sur une profondeur de minimum 3 cm, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Fraisage du revtement bitumineux sur lpaisseur prvue lintrieur du primtre dlimit, y compris vacuation et toutes sujtions. Volume prsum m

10.045

- 228 -

10.046

Fourniture et mise en uvre dun joint prform autour de la zone dlimite, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct Fourniture et mise en uvre dasphalte coul pour revtements routiers, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre denrobs bitumineux compacts chaud, y compris toutes sujtions. Surface prsume m E. FRAISAGE DUN REVETEMENT BITUMINEUX AVANT REPARATION, ENTRETIEN OU RENFORCEMENT DE LA CHAUSSEE SELON L.5.

Leveren en aanbrengen van een voorgevormde voeg rond de begrensde zone, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m Leveren en aanbrengen van gietasfalt voor wegverhardingen, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en aanbrengen van warm verdichte bitumineuze mengsels, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m E. OPPERVLAKKIG FREZEN VAN EEN BITUMINEUZE VERHARDING VR REPARATIE, ONDERHOUD OF VERSTERKING VAN DE WEGCONSTRUCTIE VOLGENS L.5. Affrezen van bitumineuze verhardingen, inclusief het afkappen van de verharding rond deksels, langs boordstenen en watergoten, grondig borstelen en verwijderen van afbraakmaterialen buiten het openbaar domein en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte per cm dikte m Dwars affrezen van bitumineuze verhardingen ter plaatse van toekomstige stortnaden en voegen met verhardingen van een andere soort of met dwarse lijnvormige elementen en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte per cm dikte str. m F. SLEMS ALS EGALISATIELAAG OP EEN GEFREESDE ONDERGROND OF IN EEN SCHEURREMMENDE TUSSENLAAG VOLGENS L.6. Leveren en verwerken van een slem 0/4 als egalisatielaag op een gefreesde ondergrond, inclusief de kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en verwerken van een slem 0/6,3 als egalisatielaag op een gefreesde ondergrond, inclusief de kleeflaag en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m

10.047

10.048

10.049

Fraisage de revtements bitumineux, y compris dcapage autour des taques, le long des bordures et des filets deau, brossage minutieux, vacuation des matriaux de dmolition en dehors du domaine public et toutes sujtions. Surface prsume par cm dpaisseur m Fraisage transversal de revtements bitumineux au droit des futurs joints de reprise et avec des revtements de nature diffrente ou des lments linaires transversaux et toutes sujtions. Longueur prsume par cm dpaisseur mct F. MBCF UTILISE EN COUCHE DEGALISATION SUR UN SUPPORT FRAISE OU POUR UNE INTERFACE ANTIFISSURES SELON L.6.

10.050

10.051

10.052

Fourniture et mise en uvre de MBCF 0/4 utilis en couche dgalisation sur un support frais, y compris couche de collage et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre de MBCF 0/6,3 utilis en couche dgalisation sur un support frais, y compris couche de collage et toutes sujtions. Surface prsume m

- 229 -

G. INTERFACES ANTIFISSURES ET DE RENFORCEMENT SELON L.7.

10.053

G. SCHEURREMMENDE TUSSENLAGEN VOLGENS L.7.

EN

VERSTERKENDE

Fourniture et mise en uvre dune membrane bitumineuse paisse cloute (SAMI) comme interface antifissures selon L.7.2, y compris cloutage et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune membrane bitumineuse avec un gotextile non-tiss comme interface antifissures selon L.7.3, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune membrane bitumineuse avec gogrilles en matriaux synthtiques comme interface antifissures selon L.7.4, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune membrane bitumineuse avec un gotextile non-tiss renforc par une gogrille en matriaux synthtiques comme interface antifissures selon L.7.5, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune membrane bitumineuse avec un gotextile non-tiss renforc par un rseau orthogonal de fibres synthtiques comme interface antifissures selon L.7.5, y compris toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune membrane bitumineuse avec un grillage darmatures mtalliques comme interface antifissures selon L.7.6, y compris MBCF et toutes sujtions. Surface prsume m Fourniture et mise en uvre dune couche dasphalte sableux comme interface antifissures selon L.7.7, y compris toutes sujtions. Surface prsume m

Leveren en plaatsen van een begrind dik bitumineus membraan (SAMI) als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.2, inclusief begrinding en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een bitumineus membraan met niet-geweven geotextiel als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.3, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een bitumineus membraan met kunststof geogrids als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.4, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een bitumineus membraan met een niet-geweven geotextiel dat versterkt is met een kunststof geogrid als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.5, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m

10.054

10.055

10.056

10.057

Leveren en plaatsen van een bitumineus membraan met een niet-geweven geotextiel dat versterkt is met een rechthoekig maaswerk van kunststofvezels als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.5, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een bitumineus membraan met een stalen wapeningsnet als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.6, inclusief de slem en alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m Leveren en plaatsen van een zandasfalt als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.7, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m

10.058

10.059

- 230 -

10.060

Fourniture et mise en uvre dune membrane bitumineuse avec une armature alvolaire comme interface antifissures selon L.7.8, y compris toutes sujtions. Surface prsume m H. JOINTS TRANSVERSAUX ENTRE REVETEMENT EN BETON ET REVETEMENT BITUMINEUX SELON L.11.

Leveren en plaatsen van een bitumineus membraan met een structuur matwapening als scheurremmende tussenlaag volgens L.7.8, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke oppervlakte m H. DWARSVOEGEN TUSSEN BETON- EN BITUMINEUZE VERHARDING VOLGENS L.11. Aanbrengen van dwarsvoegen tussen beton- en bitumineuze verharding volgens L.11, inclusief alle bijbehorende werkzaamheden. Vermoedelijke lengte str. m

10.061

Ralisation de joints transversaux entre revtement en bton et revtement bitumineux selon L.11, y compris toutes sujtions. Longueur prsume mct

- 231 -