Sie sind auf Seite 1von 9

Narratieve journalistiek

- de reddende strategie voor het noodlijdende dagblad


Door Jaap Pronk

Oud-rugbyer vangt kind uit brandend huis was in de Nederlandse pers waarschijnlijk de kop geweest boven een artikel over een man die een 3-jarig meisje opving toen haar moeder haar vanuit een brandend huis van twee hoog naar hem toewierp. Het artikel had vermoedelijk verder vermeld hoe dat precies gebeurd was, waarom het huis in brand stond en hoe de slachtoffers er inmiddels aan toe waren. Wellicht was er een dag later een interview met de beste man verschenen, waarin zijn heldendaad nog eens dunnetjes uiteen werd gezet. Degelijke journalistiek, zou je kunnen zeggen, maar je kunt je afvragen of in deze tijd van gratis kranten en het snelle internet een dergelijk bericht lang beklijft. Nieuwsvoorziening is de afgelopen jaren namelijk steeds sneller, korter en oppervlakkiger geworden1. Daarbij is de nieuwsstroom exponentieel gegroeid en wordt deze niet zelden aangeduid als een journalistieke stortvloed2. Tegelijkertijd lijden de reguliere dagbladen sterk onder weglopende abonnees3 en zijn zij halsoverkop achter het snelle internet aangehold. Maar nu langzaam doordringt dat zij hun functie als primaire nieuwsbron hebben verloren, staan de dagbladen hijgend langs de zijlijn, zoekend naar een nieuwe strategie waarmee ze weer een geduchte speler op het journalistieke speelveld kunnen worden. Ondertussen zoekt de lezer niet alleen naar meer duiding en context, iets waar ze al die informatie die ze over zich uitgestort krijgen aan op kunnen hangen, ze zoeken naar verhalen4. En daarom zou de reddende strategie voor het noodlijdende dagblad wel eens de narratieve journalistiek kunnen zijn, ook wel verhalende of literaire journalistiek genoemd. De stelling van dit betoog luidt dan ook: Narratieve journalistiek moet een grotere en meer prominente plek krijgen in de Nederlandse dagbladjournalistiek. Foute journalistiek Op 7 februari 2004 pakte de New York Times het eerder genoemde voorval met het kind en het brandende huis anders aan. De eerste alineas van het artikel luidden: The word wafted across the stillness of the night as though it had broken loose from someone else's dream. In the early-hour quiet of Midwood, Brooklyn, it seemed so completely out of context, this word that few want to hear and no one ever wants to say.
1 2

Pfauth (2010). De wereld onder controle op de nieuwe nrc.nl Auxipress (2011). Journalistiek- een stortvloed aan gegevens 3 Mediaonderzoek (zd). Gratis titles stuwen oplagecijfers 4 Spreekbuis: voor omroepmedewerkers (zd). Smachten naar het verhaal dat nieuws persoonlijk maakt

Help! It came from the lips of a young woman in pajamas, perched on the front-porch roof of a house set supernaturally aglow by the fresh fire consuming the place her family called home. In her arms she held her daughter, also in pajamas and just 3. Help! Help! Suddenly, a stranger emerged from the Brooklyn Avenue freezeframe. He called up: Throw the baby! I will catch her! Hurry! Throw the baby. 5 De stijl die Dan Barry, de schrijver van dit artikel, hanteert, valt te omschrijven als narratieve journalistiek. Hij gebruikt stijlmiddelen bekend uit de romankunst om het verhaal meer persoonlijkheid te geven, om de lezer te grijpen en niet meer los te laten. Het artikel is een bekend voorbeeld om aan te duiden wat voor impact narratieve journalistiek kan hebben op de lezer, een voorbeeld dat tevens op de allereerste conferentie van de stichting Initiatief Narratieve Journalistiek Nederland (INJN) in april 2011 werd aangehaald door Amerikaanse bepleiters van het genre. Irene van der Linde, voorzitter van de stichting: In Amerika is het al jaren een geaccepteerd en populair genre. Maar in Nederland zit het niet echt in onze cultuur. Ik denk zelfs dat narratieve journalistiek heel lang als foute journalistiek is gezien, omdat het afwijkt van wat men op de journalistieke opleidingen leert. Dat deed je niet, dat soort journalistiek. Met de stichting probeert zij het genre in Nederland te promoten en journalisten wegwijs te maken in de gereedschapskist van de romancier. Maar is daar wel vraag naar in Nederland? Behoefte aan verhalen Jammer genoeg is er tot nog toe geen onderzoek gedaan naar de behoefte van het Nederlandse publiek aan narratieve journalistiek. Maar als we kijken naar de groeiende populariteit van het genre in andere media, lijkt het erop dat de behoefte wel degelijk bestaat. De tv-serie In Europa van Geert Mak trok een aantal keer bijna een miljoen kijkers, ongekend voor een geschiedenisprogramma6. En ook al betreft het een geschiedenisprogramma en geen journalistiek programma, het laat zien dat het Nederlandse publiek persoonlijke verhalen die goed worden verteld enorm kan waarderen. Andere voorbeelden hiervan zijn het succes van de wel degelijk journalistieke series Van Moskou tot Magadan en Van Moskou tot Moermansk van Jelle Brandt Corstius en In Turkije van Bram Vermeulen, die zondagavond steevast in de kijkcijfer top 25 stonden.7 8 Maar ook de narratieve journalistiek in boekvorm is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Literair journalisten als Annejet van der Zijl, Frank Westerman, Judith Koelemeijer, Jan Brokken en Gerard van Westerloo hebben vaak hun oorsprong in de klassieke journalistiek, maar zijn boeken gaan schrijven om hun
5 6

Barry (2004). Miss a catch? Life goes on, ordinarily Van Broekhoven (2008). Eindredactioneel Kijkcijferkanon 7 Medianed (2009). Songfestival trekt 18 miljoen kijkers 8 Medianed (2011). Peter R. de Vries begint seizoen met 13 miljoen kijkers

verhalen kwijt te kunnen. Deze boeken, zoals Sonny Boy van Van der Zijl en El Negro en ik van Westerman, zijn in veel gevallen bestsellers geworden9. In De Nieuwe Reporter becommentarieert Gerard Smit een studie van de Deense Ulla Skovsbl over de verhalen die de Noorse oorlogsverslaggeefster sne Seierstad over Irak schreef. Smit vraagt zich af of mensen daadwerkelijk liever verhalen lezen dan zakelijke verslagen: Skovsbl heeft er geen bewijs voor, maar vermoed dat de toenemende belangstelling voor verhalende journalistiek te maken heeft met de snelheid van internet en de beeldende kracht van televisie. Door internet is het publiek al snel op de hoogte van de feiten, de krant kan dan maar beter met verhalen komen. En door televisie zijn mensen gewend geraakt aan de human interest kant van het nieuws, die ze dan ook graag in de krant zien.10 Van der Linde van de stichting INJN onderschrijft dit vermoeden van Skovsbl: Mensen hebben minder tijd om te lezen, dat is bekend. Het aantal lezers van kranten en tijdschriften neemt af en bovendien hebben mensen het nieuws vaak al gezien of gehoord. Als dagbladjournalist moet je wat met die concurrentie doen. Je moet meer je best doen om mensen echt iets te vertellen, want daar is wel veel behoefte aan. De lezer wil natuurlijk weten wat er gebeurt en daarnaast biedt de krant al een stuk opinie, duiding en onderzoek. Maar ik denk dat mensen altijd behoefte blijven houden aan verhalen. We kunnen er dus vanuit gaan dat de behoefte aan narratieve journalistiek ook in Nederland bestaat. Maar wanneer er in die behoefte wordt voorzien, wat heeft dat dan voor effect op het leesgedrag van het publiek? Wat gebeurt er nu? Gelukkig is er in de Verenigde Staten een aantal onderzoeken gedaan naar het effect van narratieve journalistiek op de lezers. Zo stelt het onderzoek Ways with Words van het Poynter Instituut dat dezelfde informatie meer gelezen, beter begrepen en makkelijker onthouden wordt als het in een verhaalvorm verteld wordt, dan wanneer dit op een zakelijke manier gebeurt11. Ann Wylie verzamelde op de website van haar bedrijf Wylie Communications Incorporated een aantal resultaten van een soortgelijk onderzoek12. Zo staat in de studie Impact van het Readership Instituut te lezen dat het toepassen van literaire elementen in het schrijven van nieuwsartikelen ervoor zorgt dat lezers langer blijven lezen, ze het artikel aandachtiger lezen en dat ze het vaker zullen lezen. Andere conclusies zijn dat lezers meer voldoening voelen na het lezen van een narratief journalistiek stuk en dat een dergelijk artikel makkelijker te begrijpen is dan nonnarratieve berichtgeving. Laurens Nijzink, tevens medewerker bij de stichting INJN en praktiserend narratief journalist, verwoordt het als volgt: Narratieve journalistiek wordt gekenmerkt door dat je jezelf steeds weer de vraag stelt: Wat gebeurt er nu? Je bent nieuwsgierig om te weten hoe het afloopt. En als het dan ook nog een goed gemaakt verhaal is, leest
9

NU.nl (2011). Half miljoen exemplaren Sonny Boy verkocht Smit (2011). Niet te geloven! Onderzoek naar journalistieke oorlogsverhalen 11 Wylie (2009). Feature-style story structure increases readership 12 Ibid.
10

het als een trein. Net als wanneer je in de auto naar een radioprogramma luistert en je bent aan het eind van de rit, dat je dan nog even blijft zitten om te luisteren hoe het afloopt. Er zit ook een soort vreugde in om dat soort narratieve verhalen te lezen, te kijken of te luisteren. En dat is prima te realiseren. Bovendien, zo stelt het Readership Instituut, kan narratieve journalistiek zelfs voor imagoverbetering van het dagblad zorgen. Het toepassen van literaire technieken in nieuwsartikelen maakt namelijk dat lezers hun medium steeds meer bestempelen als eerlijk, leuk, intelligent, op de hoogte en op n lijn met de waarden van de lezers13. Een bepaalde betrokkenheid De Amerikaan Mark Kramer, een actief promotor van het genre, noemt nog meer positieve effecten van de narratieve journalistiek. Zo stelt hij dat hij en veel van zijn collegas de afgelopen twintig jaar hebben ontdekt dat het opkomende narratieve genre de interesse die het moderne massapubliek voelt voor belangrijke zaken intensifieert en dat narratief werk de inhoud, en ook de impact ervan, verbreedt, verdiept en zelfs doet uitbreiden14. Volgens Nijzink van de stichting INJN is narratieve journalistiek tevens een manier om de lezer kritischer te laten denken. Als ik een verhaal maak over iets of iemand, dan wil ik een soort impact bereiken. Dan hoop ik dat de lezer daarmee aan de haal gaat in zijn eigen hoofd. Narratieve journalistiek vraagt van de journalist een bepaalde betrokkenheid, of engagement, en je hoopt daar een stukje van mee te geven aan je publiek. De studie van het Poynter Instituut bevestigt de bevindingen van Kramer en Nijzink. In een vergelijkend onderzoek naar narratieve journalistiek en non-narratieve journalistiek non-narratieve verhalen niet goed werken bij lezers en dus niet hun overmatige aanwezigheid in de kranten tegenwoordig rechtvaardigen. Bovendien scoren non-narratieve verhalen laag op hoe vaak ze gelezen en hoe goed ze begrepen worden. Maar bovenal laten non-narratieve journalistiek weinig betrokkenheid zien en zorgt het er niet voor dat lezers geven om het nieuws.15 Narratieve journalistiek doet precies het tegenovergestelde en dat zorgt voor meer enthousiasme en betrokkenheid onder de lezers. Het probleem zit volgens het onderzoek in de toepassing van de omgekeerde piramide structuur in de reguliere, klassieke journalistiek, waarin de belangrijkste informatie aan het begin van het verhaal al wordt vermeld. Het verhaal wordt steeds saaier naarmate de lezer verder leest, stellen de onderzoekers. Bovendien verwerken journalisten de context en de achtergrondinformatie pas in de tweede helft van het artikel, waardoor een lezer die de achtergrond niet kent de eerste helft van het verhaal niet goed kan begrijpen. Ann Wylie schrijft dan ook: Schrijvers zeggen: We gebruiken de omgekeerde piramide, omdat lezers stoppen met lezen na de eerste alinea. Lezers zeggen: We stoppen met lezen na de eerste alinea, omdat schrijvers de omgekeerde piramide
13 14

Wylie (2009). Feature-style story structure increases readership Mark Kramer (zd). Narrative Journalism. 15 Wylie (2009). Feature-style story structure increases readership

gebruiken.16 Gevaren Toch kent de narratieve journalistiek naast grote voordelen ook gevaren. Zo bestaat de kritiek dat narratieve journalistiek vaak lange stukken oplevert, waar juist in deze tijd van kort en snel nieuws geen behoefte aan en al helemaal geen plaats voor zou zijn. Van der Linde bestrijdt dit: Het is een misverstand dat het verhalen van drieduizend woorden moeten zijn. Je kunt namelijk ook in vijfhonderd of zelfs honderd woorden een heel mooi narratief verhalen vertellen. Een goed voorbeeld hiervan is het hierboven geciteerde artikel van Dan Barry uit de New York Times17, dat in totaal slechts 761 woorden telt. Het gaat om de structuur, weet Van der Linde, die is echt heel anders dan bij een gewone reportage. Er moet iets gebeuren, er moet een ontwikkeling in zitten, met een plot en een spanningsboog. Net zoals in een goed fictieverhaal. En dat kan heel goed kort. Maar daar zit juist het tweede punt van kritiek: Niet elke journalist kan verhalend schrijven. Nijzink beaamt dat: Wat je wel eens tegenkomt is dat mensen de romanschrijver gaan uithangen en probren literair te schrijven. Maar dat is echt wel een kunst. Het gevaar is dat het echt over the top wordt, dat het taalgebruik af gaat leiden van de boodschap en dat kan nooit de bedoeling zijn. Hetzelfde geldt volgens Nijzink voor het verwerken van detail in het verhaal. Dat moet echt een functie hebben, anders is het alleen maar balast in je verhaal en dan gaan mensen stukken overslaan. Van der Linde vult aan: De meeste journalisten kunnen het niet, simpelweg omdat ze het niet zo geleerd hebben. Narratieve journalistiek is dus niet voor iedere journalist weggelegd, maar dat hoeft ook helemaal niet. Niet alles is met narratieve journalistiek te coveren en de lezer verwacht ook gewoon de korte nieuwsvoorziening, aldus Van der Linde. Je kunt de krant niet helemaal vol zetten met narratieve journalistiek. Dat werkt niet. Het is echter een misverstand om te denken dat narratieve journalistiek alleen ingezet kan worden voor human interest verhalen. Juist het harde nieuws kan er wel bij varen om op narratieve wijze verteld te worden. Zo publiceerde de Rolling Stone in juni 2010 het artikel The Runaway General over generaal Stanley McChrystal die destijds de scepter zwaaide over de Amerikaanse troepen in Afghanistan18. Hij liet zich ongelukkig uit over de Amerikaanse president Barack Obama en werd een paar dagen later gedwongen af te treden. Nijzink: In Amerika is onderzoek gedaan naar de verkoopcijfers van tijdschriften en het blijkt dat ze over het algemeen uitverkopen op basis van een goed verhaal. Dit specifieke nummer van de Rolling Stone was binnen de kortste keren uitverkocht vanwege een narratief stuk. Narratieve journalistiek kan dus voor kassuccessen zorgen, maar het kost doorgaans juist extra geld. Journalisten hebben meer tijd nodig voor onderzoek en zijn langer bezig met het uitwerken van een artikel. Je gaat iets meer op de stoel van een schrijver zitten, van een romancier. Die knalt er ook niet een boek uit in een paar weken, aldus Nijzink. En ook dat is een negatief aspect van deze vorm van verslaggeving: Het is duur. Minder waardeoordelen
16 17

Wylie (2009). Feature-style story structure increases readership Barry (2004). Miss a catch? Life goes on, ordinarily 18 Hastings, (2010). The Runaway General

Het grootste bezwaar is echter niet van financile aard, maar kleeft aan het risico van onvolledigheid en gebrek aan objectiviteit. Journalist John Jansen van Galen erkent dit gevaar: Je gaat je toch voor je verhaal in een mal persen, waarin de helft van de werkelijkheid je minder goed uitkomt en die laat je weg.19 Maar volgens Van der Linde geldt dat niet alleen voor narratieve journalistiek: Het kan natuurlijk verkeerd worden ingezet, of verkeerd worden beoefend, maar dat kan met elke vorm van journalistiek. Je kunt altijd koppen manipuleren, de nadruk op iets leggen of iets accentueren. Dat is niet nieuw. Naar het vermeende gebrek aan objectiviteit heeft Skovsbl een onderzoek gedaan met opmerkelijk resultaat. Gerard Smit schrijft hierover in De Nieuwe Reporter: Om de waarheid van de verhalen van Seierstad te beoordelen heeft Skovsbl de artikelen die Seierstad schreef, vergeleken met de 32 artikelen die de alom om zijn objectieve verslaggeving geroemde Erik Thomle in dezelfde tijdsperiode vanuit Bagdad schreef voor Jyllands-Posten. Op basis van die vergelijking komt ze tot de verrassende conclusie dat Seierstads werk minder waardeoordelen bevat dan dat van Thomle.20 Bovendien, zo schrijft Rik van Exter in zijn boek Tussen literatuur en journalistiek, vertegenwoordigt de stijl die wordt gehanteerd in de non-narratieve journalistiek slechts een selectie van feiten; het controleerbare deel van de werkelijkheid. De gebeurtenis wordt beschreven in algemene termen en zo van alle emotie gestript. In die zin [is non-narratieve journalistiek] dus een abstractie: afwijkend van de manier waarop de lezer dagelijks zijn eigen werkelijkheid ervaart.21 De reddende strategie De narratieve journalistiek kan dus een waardevolle uitbreiding zijn in het roestende arsenaal van het Nederlandse dagblad. Het weet lezers aan de krant te binden, en verbetert zelfs het imago van de dagbladjournalistiek. Bovendien worden lezers er wijzer van; ze lezen meer, vaker en langer. En belangrijker nog, ze genieten meer van het lezen van de krant. Daarbij activeert narratieve journalistiek de betrokkenheid van lezers bij het nieuws en zet het aan tot kritisch denken. Narratieve journalistiek kan zelfs de aanzet geven tot belangrijke politieke gebeurtenissen, zoals het gedwongen aftreden van de Amerikaanse generaal McChrystal. En men hoeft niet bang te zijn dat narratieve journalistiek niet objectief is, want zoals onderzoek van Skovsbl aantoont, bevat narratieve journalistiek (in het geval van Seierstad) minder waardeoordelen dan journalistieke stukken die alom als objectief worden beschouwd. Gelukkig is er een positieve trend waarneembaar onder schrijvende journalisten. Het Vlaamse Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek laat weten dat de aanvragen voor slow journalism, waaronder ook de narratieve journalistiek valt, enorm zijn gestegen in 201022. Irene van der Linde, medeorganisator van de eerste conferentie voor narratieve journalistiek in Nederland, weet dat er ontzettend veel belangstelling voor is: De conferentie was binnen zes uur uitverkocht. Dat betekent dat het leeft in Nederland, anders zouden er niet zoveel mensen genteresseerd zijn. Maar, zo laat Van der Linde weten, op de conferentie was geen enkele eind- of
19 20

Maarse (2009). De pozie ligt op straat Smit (2011). Niet te geloven! Onderzoek naar journalistieke oorlogsverhalen 21 Van Exter; Pauw (1994). Tussen literatuur en journalistiek 22 Villamedia (2010). Grote vraag naar slow journalism

hoofdredacteur aanwezig. Waar het nu om gaat is dat de mensen die bij de krant op de vaste plekken zitten ook iets met narratieve journalistiek krijgen. Maar uiteindelijk moet je het als journalist gewoon laten zien. Je moet laten zien dat het werkt en dat het mooi is. Dan komt er vanzelf meer ruimte voor. De taak is dus nu aan de journalist om narratief te gaan schrijven, maar vooral ook aan de eindredacteuren om narratieve stukken te plaatsen en een samenwerking aan te gaan met hun redacteuren en verslaggevers. Van der Linde: Ik denk dat eindredacteuren zich nog te weinig realiseren dat het echt een andere vorm van journalistiek is. Je hebt als journalist een ontzettend goede editor nodig. Je moet kunnen praten en eindeloos heen en weer kunnen denken over hoe iets aangepakt moet worden. Een narratief stuk is niet iets wat je zomaar op een middagje schrijft. Het vereist dus echt een investering van de hoofdredactie. Er moet iemand voor vrijgemaakt worden, er moet tijd gegeven worden en er moet worden meegedacht. De hoofdredactie moet niet alleen maar denken: Nou, lever maar in en we publiceren het. Het Nederlandse dagblad heeft nu lang genoeg de tijd gehad om langs de journalistieke zijlijn op adem te komen. De narratieve journalistiek biedt de mogelijkheid om de lezer terug te brengen bij de krant, hem te blijven boeien en zelfs te betrekken bij het nieuws. Bovendien zet de narratieve journalistiek aan tot kritisch denken. Het biedt duiding en context, en voorziet in de behoefte die de lezer heeft aan het verhaal. Narratieve journalistiek kan zelfs zorgen voor kassuccessen. Kortom, de narratieve journalistiek is de reddende strategie waarmee de Nederlandse dagbladjournalistiek weer als geduchte speler het journalistieke speelveld op kan rennen. De journalist is er klaar voor, nu de dagbladen zelf nog.

________________________________________________

Bronnendossier

Gesproken bronnen: - Van der Linde, Irene, voorzitter stichting Initiatief Narratieve Journalistiek Nederland (INJN) en medeorganisator van de conferentie Verhalende Journalistiek. Tel.: +31(0)6 270 27 915, e-mail: linde@xs4all.nl Gesproken op 11-06-2011 - Nijzink, Laurens, enige betaalde lid van de stichting Initiatief Narratieve Journalistiek Nederland (INJN) en medeorganisator van de conferentie Verhalende Journalistiek. Tel: +31(0)6 145 85 456, e-mail: laurens@holysloot.nl Gesproken op 11-06-2011 Boeken: - Van Exter, Rik; Pauw, Annelies (1994), Tussen literatuur en journalistiek. Culemburg: Phaedon. Kranten- en tijdschriftartikelen: - Barry, Dan (7 februari 2004). Miss a catch? Life goes on, ordinarily. New York Times, p. n/a. - Hastings, Michael (juni 2010). The Runaway General. Rolling Stone, nummer 1108/1109, p. n/a. Digitale documenten: - Maarse, Geert (27-08-2009). De pozie ligt op straat: Een onderzoek naar literaire journalistiek in dag- en weekblad (1960-2009) http://oaithesis.eur.nl/ir/repub/asset/6324/MA%20thesis%20Geert%20Maarse %2027%20augustus%202009.pdf Geraadpleegd: 14-6-2011 - Kramer, Mark (zd). Narrative Journalism. http://www.vvoj.nl/cms/docs/Mark%20Kramer%20Narrative%20Journalism.pdf Geraadpleegd: 14-06-2011 Webpaginas: - Pfauth, Ernst-Jan (13-12-2010). De wereld onder controle op de nieuwe nrc.nl. http://www.nrc.nl/nieuws/2010/12/13/welkom-op-de-nieuwe-nrc-nl Geraadpleegd: 14-06-2011 - Auxipress (07-04-2011). Journalistiek- een stortvloed aan gegevens. http://www.auxipress.be/nl/07-04-2011/journalistiek-een-stortvloed-aan-gegevens Geraadpleegd: 14-06-2011

- Mediaonderzoek (zd). Gratis titles stuwen oplagecijfers. http://www.mediaonderzoek.nl/1042/gratis-titels-stuwen-oplagecijfers/ Geraadpleegd: 14-06-2011 - Spreekbuis: voor omroepmedewerkers (zd). Smachten naar het verhaal dat nieuws persoonlijk maakt. http://www.spreekbuis.nl/content/2317/Smachten_naar_het_verhaal_dat_nieuws_pers oonlijk_maakt.html Geraadpleegd: 14-06-2011 - Van Broekhoven, Roel (01-02-2008). Eindredactioneel Kijkcijferkanon. http://weblogs.vpro.nl/ineuropa/2008/02/01/eindredactioneel-kijkcijferkannon Geraadpleegd: 14-06-2011 - Medianed (02-02-2009). Songfestival trekt 18 miljoen kijkers. http://www.medianed.com/2009/02/02/kijkcijfers-songfestival-trekt-18-mln-kijkers/ Geraadpleegd: 14-06-2011 - Medianed (11-04-2011). Peter R. de Vries begint seizoen met 13 miljoen kijkers. http://www.medianed.com/2011/04/11/peter-r-de-vries-begint-seizoen-met-13-mlnkijkers/ Geraadpleegd: 14-06-2011 - NU.nl (10-06-2011). Half miljoen exemplaren Sonny Boy verkocht. http://www.nu.nl/boek/2536964/half-miljoen-exemplaren-sonny-boyverkocht.html Geraadpleegd: 14-06-2011 - Smit, Gerard (01-03-2011). Niet te geloven! Onderzoek naar journalistieke oorlogsverhalen. http://www.denieuwereporter.nl/2011/03/niet-te-geloven-onderzoek-naarjournalistieke-oorlogsverhalen/#more-15756 Geraadpleegd: 14-06-2011 - Wylie, Ann (10-2009). Feature-style story structure increases readership. http://www.wyliecomm.com/2009/10/increase-readership-with-a-feature-style-story/ Geraadpleegd: 14-06-2011 - Villamedia (27-09-2010). Grote vraag naar slow journalism. http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/grote-vraag-naar-slowjournalism/50303/

Das könnte Ihnen auch gefallen