Sie sind auf Seite 1von 19

Noot van Jan Koehoorn: in de tijd dat ik redacteur van InZicht was, kreeg ik een keer deze tekst

opgestuurd uit Spanje. De afzender was Stefan Kool, iemand die Wolter van zeer nabij gekend heeft. Hij had de moeite genomen deze tekst uit te werken. Bij mijn weten is deze tekst nooit gepubliceerd, omdat hij te lang was. Ik kwam hem afgelopen week weer tegen en plaats hem nu hier.

Gesprekken met Wolter Keers Gedeelten uit opnamen van een bijeenkomst op conferentieoord "de Hoorneboeg" op vrijdag, zaterdag en zondag 4,5 en 6 mei 1984 Wolter Keers: Zoals gebruikelijk heb ik geen thema voor deze bijeenkomst dus fwel jullie kunnen een thema bedenken - het mag ook een tekst zijn fwel het wordt, zoals de laatste keer, woord en weerwoord, jullie zegt het maar. Misschien is er nog iets van de laatste bijeenkomst dat wat raadselachtig blijkt te zijn. Vraag: Ja, wat is verlichting eigenlijk? WK: Dat weet niemand. Waarom niet? Zolang er dr het misverstand bestaat: "Ik ben een persoon op zoek naar." kan die persoon niet weten wat verlichting is. De persoon is beperkt en als ikeven een verkeerde term mag gebruiken de toestand die men "verlichting" noemt is onbeperkt Zoals een kopje water niet kan begrijpen wat de oceaan is, kan de persoon niet begrijpen wat groter is dan zijzelf. Zolang iemand zich ervaart als een klein persoontje, een voorstelling (voorstellingen kunnen niets begrijpen ), kan hij niet begrijpen wat de onmetelijkheid is. De menselijke geest kan uitsluitend begrippen waarnemen, fabriceren, en de onmetelijkheid is niet in begrippen te vangen. Op een gegeven moment gebeurt er iets voor de overgrote meerderheid van ons na een nieuwe manier van kijken zodat je ziet dat je niet een aantal waarnemingen bent, zoals b.v. het lichaam, dat je niet het functioneren van de zintuigen bent ( als die niet functioneren ben ik er immers toch nog) , niet allerlei voorstellingen in je eigen hoofd en dan verdwijnt geleidelijkaan de overtuiging, het gevoel, dat je iets beperkts bent een heer of dame, een Nederlander, een echtgenoot etc. Als nu op een gegeven moment het laatste restje van deze ideeen verdampt is zoals een ijsklompje in water oplost dan blijft er iets over dat ik niet beschrijven kan en ook niet benoemen: ik noem het dan maar Aanwezigheid. Vraag: En komt dat idee dan niet meer terug? WK: Neen, want ik kan jou toch nu niet meer aanpraten hoop ik tenminste dat je een lichaam en een persoon bent. Als je n keer gezien hebt al is het maar heel even dat dat echt pure lariekoek is, is het geloof aan die persoon zo ondermijnd, dat je nooit meer met volle overtuiging kunt zeggen:" ik ben tch een persoon", dat gaat dan niet meer. Vraag: Soms lijkt het wel of het alleen maar erger wordt. WK: Ja, dat is een soort optische illusie: de ene schil van de ui lijkt dikker te zijn dan de andere. Ik kom daar straks op terug. Op een gegeven moment is dus die illusie geheel verdwenen of, op een andere manier gezegd, die Aanwezigheid, die ik moeiteloos ben, waar ik niets voor hoef te doen, die geheel buiten mijn wil omgaat, dat eeuwige Nu (ieder van ons is zijn hele leven Nu) sluit geen huwelijk meer vereenzelvigt zich niet meer met de idee een persoon te zijn. Wat je bent ziet zichzelf niet meer aan voor een handvol begrippen, die we tezamen de persoon noemen. Wel, wat er dan overblijft is Vrijheid. Vrijheid kun je alleen maar negatief beschrijven niet eens beschrijven, alleen maar aanduiden . Het is niet-langer-verweven zijn, gedentificeerd zijn, jezelf aanzien voor: lichaam functioneren van de zintuigen gedachten en gevoelens. Vraag: Je zou dus kunnen zeggen dat dit hetzelfde is als dat wat overblijft als je doodgaat? WK: Ja, natuurlijk. De clou is natuurlijk om als persoon te sterven lang voordat het lichaam sterft. Vraag: Is het dan hetzelfde als onsterfelijkheid? WK: Dat weet ik niet. We komen hier op het gebied van religie en geloof en we spreken af dat we daar geen uitspraken over doen:we gaan alleen af op onze eigen ervaring.

Dus: de vraag die naar voren komt is: "Wie ben ik?"en de uiteidelijke ontdekking die we op allerlei manieren, langs velerlei benaderingen kunnen maken is dat we iets zijn wat volkomen ondenkbaar, onvoorstelbaar is. En toch is het niet alleen maar een afwezigheid van dingen en voorstellingen, het is Aanwezigheid, Bewuste Tegenwoordigheid -zoiets in die richting. Als er alleen nog maar Tegenwoordig Zijn overblijft na dat huwelijk met lichaam, zintuiglijke waarnemingen en denken/voelen dan wordt het dagelijkse leven tot een soort show waarin dat, wat ik vroeger "ik" noemde, deel is geworden van de show. Dus niet: ik hr en de show dr, neen, het "ik" is onderdeel geworden van de show. En dan is er Vrijheid. Dat is bv. totale onverschilligheid voor wat anderen wel van je denken, desinteresse in "aardig gevonden worden". Want wie of wat moet er aardig gevonden worden? Een idee dat je van jezelf hebt, maar ja, als anderen dat idee niet lief vinden, dan ga je je niet in het zweet werken om dat idee wat op te poetsen, waarom?. Deze zaken ga je geleidelijk aan ontdekken. Dan vraag twee: soms lijkt het wel of het moeilijker wordt.Ook al lijkt het van wel, toch is dat niet zo. Laten we het eens wat kinderachtig zeggen: je hebt honderd ikken: ik de meneer/mevrouw.de vader het kind van.de voetbalkennerik denkertje, ik voelertje etc. etc. Na enig kijken heb je nu een aantal "ikken" wel doorzien: het is niet zo moeilijk om in te zien dat er niet een denker een stroom van gedachten zit te telexen in jehoofd. Maar nu ben je bij wijze van voorbeeld - sinds je kindheid bang voor honden. Dat zit heel diep, dat is bijna instinctief. Na een tijdlang uien pellen, het ontmaskeren van een flink aantal "ikken" ,kom je in paniek bij deze angst voor honden: daar kom je niet zomaar vanaf en nu denk je: "ik ben nog steeds niet verder gekomen, ik ben nog steeds niet wijzer!" Van de. zeg, honderd ikken zijn er bv. dertig doorzien en nu kom je bij een heel moeilijke . Daar kom je met een uurtje goed kijken niet vanaf, daarvoor zul je een of andere therapie moeten doen. Als onderdeel van ons "huiswerk" is er toch soms een stukje psychotherapie nodig. Maar het is niet zo dat, ook al is nummertje eenendertig nog niet doorzien, de vorige dertig nu nog hun kracht behouden hebben. Dat is een optische illusie; het betekent niet: "Oh, ik heb toch nog steeds niets geleerd". Het betekent gewoon dat ik nu aan dit specifieke probleem toe ben en dat sommige waanideeen wat moeilijker kwijt te raken zijn dan andere. Het eerste wat ons geleerd is , is dat we een lichaam zijn . Om in te zien dat dat een misvatting is, dat het lichaam zelf maar een serie waarnemingen is, wel, dat zie je na een half uurtje goed kijken wel in. Maar omdat je tientallen jaren met de vaste overtuiging hebt rondgelopen dat jij een lichaam bent, duurt het in de praktijk soms een hele tijd voordat het gevoel dat er een "ik" of zelfs een heleboel "ikken" in mijn lichaam huizen, verdwenen is. Dat wil dus helemaal niet zeggen dat de vorigen niet opgeruimd zijn. Helemaal aan het eind, als er praktische geen problemen meer opkomen, verschijnen er vragen zoals "ik ben toch nog steeds niet verlicht, ik ben nog steeds een zoeker!" maar in de grond van de zaak spelen die dan geen grote rol meer. Dit is een verschilpunt tussen deze Jnana Yoga, deze Vedanta en de wetenschappelijke benadering: als je in de wetenschap een probleem oplost, volgen er uit die oplossing tien nieuwe vragen. Als in deze benadering een probleem is opgelost, is het verdwenen en uiteindelijk zijn er geen problemen meer. Vraag: Ik wilde een vraag stellen over gedachten. In yoga-kringen worden gedachten vaak gezien als overdrijvende wolkenvelden die je niet kunt vasthouden, die verschijnen in het Bewustzijn dat je bent en die kunnen verschijnen omdat je de Stilte bent waarin ze verschijnen. Nou denk ik: die gedachten komen wel spontaan op, maar waar komen ze dan vandaan? Dan ga ik terug naar de jeugd, waarin het "ik" ontstaat en van waaruit in de loop der jaren een hele encyclopedie, een heel arsenaal van gedachten ontstaat en nu denk ik dat dat helemaal geen overdrijvende wolkenvelden zijn en dat ik wel degelijk die gedachten te voorschijn haal, produceer. WK: Op een bepaald niveau kun je zeggen dat je zelf die gedachten produceert, ja, maar uiteindelijk houdt dat toch geen stand. Want wie zou die moeten produceren? Gedachten komen voort uit wat? Uit een persoon? Of uit het bewustzijn? Net zoals golven uit het water oprijzen, zo verschijnen gedachten uit het Bewustzijn. Nu heeft de plek genaamd "Wolter" en de plek die uw naam draagt ieder een eigen thema; als verschijnsel zijn we allemaal verschillend; ik heb me laten vertellen dat, er zelfs geen twee atomen identiek zijn. Als ik nu zeg: "ik produceer deze gedachte" wat in mij zou dat dan moeten doen? Het Zelf, Bewuste Tegenwoorigheid, is geen schepper, is niet actief. Ook niet passief, dat zijn beiden begrippen en op het Zelf is geen enkel begrip van toepassing. "Actief" en "passief" zijn begrippen die passen bij het lichaam, bij het denken, en niet bij de ruimte waarin ze verschijnen. Roep ik nu een "ik" op door te zeggen "ik produceer die gedachte", een activiteit , dan gaat het om een ge- of bedacht "ik", een begrip dus. Maar een begrip produceert geen gedachten, een begrip is zelf een gedachte! Het enige wat je kunt zeggen is dat gedachten spontaan verschijnen en dat op elk van de plekken waar ze verschijnen het melodietje een beetje anders is. Ze verschijnen spontaan in geen van onze hoofden is een denkertje te vinden, die ze maakt; zo`n denkertje is zelf een begrip. Ik kan alleen constateren dat "Ik Ben" zonder "ik" en zonder "ben" en dat daarin `smorgens bij het

wakker worden tijd , ruimte en zintuigelijke waarnemingen verschijnen. Nieuwe alinea: in het dagelijkse leven bedoelen we iets heel speciaals met "gedachten",: voor pakweg negentig procent voorstellingen en tien procent woorden, dat verschilt van de ene mens tot de ander, Op een gegeven moment kom ik nu tot de ontdekking dat alles wat ik ken uit Bewustzijn bestaat, Iets wat ik "een stoel" noem en een Engelsman "chair" (en dat dus zelf geen eigen naam heeft) verschijnt net zo goed in het Bewustzijn als de gedachte " wat eten we vanavond?". Dus waarom zouden we alle waarnemingen niet gedachten mogen noemen? "Gedachten" niet beperken tot een paar voorstellingen en symbolische plaatjes, maar tot alle bewegingen in het Bewustzijn. Eventueel de woordloze bewegingen "gevoelens" noemen? Bij de droom is het ons wel duidelijk dat alle bewegingen zich afspelen in het Bewustzijn, wel, in de wakende toestand is het precies zo, We kennen in het leven uitsluitend Bewustzijn wat wij zelf zijn en dat alle verschillende vormen aanneemt. Het zijn allemaal bewegingen in het Bewustzijn dat ik zelf ben. Een boom is niet reeeler dan een gedachte of een gevoel; het zijn beiden waarnemingen, Bewustzijn met een bepaalde vorm. Zo kun je dus zeggen dat deze wereld een denkwereld is; het enige wat wij kennen en het enige waar we over kunnen spreken, is een subtiele wereld. Materie bestaat voor ons niet: zij is voor ons onkenbaar en dus onvoorstelbaar (waarschijnlijkheidsgolven binnen een eenheids-veld, zoals de natuurkundigen tegenwoordig zeggen), Wij kennen uitsluitend wat zich afspeelt binnen het bewustzijn en dat is het Bewuste Zijn. Iemand vroeg eens aan een Meester: "wat is materie?" en het antwoord was: "materie is waar de geest nog niet in is doorgedrongen"., m.a.w. iets wat je nog niet herkend hebt als iets binnen jezelf. Die stoel bestaat buiten je vanuit het lichaam gezien. Maar vanuit de geest gezien is alles binnen jezelf. Alles wat je kent bestaat dus uit Bewustzijn de grondstof van alle waarnemingen, iets anders ken je niet. Ook het lichaam is een manier van denken binnen mij als Bewustzijn en er is geen "ik" dat dat denkt want het "ik" behoort zelf tot die wereld. Tijd en ruimte, alias het waken, alias de wereld, verschijnen in Mij en ik ben het Licht in die wereld. Zonder mij als Licht, als Bewustzijn, kan er geen waarneming verschijnen, oftewel geen wereld. Als Jesus zegt "Ik ben het licht der wereld" dan is dat waar voor ons allemaal, dat heeft hij zonder twijfel willen uitleggen. Het zou mij niets verbazen als je de Hebreeuwse tekst ook zou kunnen lezen als: "Het Ik is het licht der wereld" maar ik weet het niet, ik ken geen Hebreeuws. (langdurige stilte) Als u het er niet mee eens bent, gooit u het balletje maar terug. Vraag: Ik heb hieruit eigenlijk begrepen, dat gedachten uit Bewustzijn bestaan. WK: Ja, en dus ook de gedachte "ik" die de wereld produceert. Nisargadatta zei vaak dat de wereld "het spel der vijf elementen" is en dat betekent o.a. dat alles, ook de objecten die we "ik" en de objecten die we "mijn gedachten" noemen, het product zijn van wat wij misschien "de natuur" of zoiets zouden noemen. Nergens is er plaats voor een "ik"; ieder "ik" is een denkbaar "ik", een fantasie-ik, en voor de rest is er alleen maar een heelal van Licht, een Bewustzijn van Licht. Alan Watts heeft een aardige uitdrukking voor dit feit, het feit dat "de natuur" het allemaal doet. Hij zegt dat de natuur "boomt", "menst" , "diert" enzovoort en geeft daarmee aan dat er in het grote kosmische horloge miljoenen wieltjes zitten die zelf niet draaien, maar die draaien omdat het horloge opgewonden is en afloopt. Ze draaien niet, ze worden gedraaid. Kijk maar eens hoe het menselijk lichaam werkt als je iets eet: een enorm complex, op elkaar afgestemd gebeuren van enzymen, hormonen, bacterin, dat je niet "zelf" kunt doen maar dat zich vanzelf heeft ontwikkeltd zoals zo vele andere processen in het lichaam. Wie in mij zou daarvoor kunnen zorgen? Neen, wat mij betreft is het hier de natuur die "Keerst", En die dus ook "mijn" gedachten voortbrengt op de een of andere mysterieuze manier die ik niet uit kan leggen ik kan trouwens helemaal niets uitleggen, nog geen atoom. Vanmorgen citeerde een van u Jean Klein, die vaak zei: "Als u hier komt moet u vooral niets meenemen." In de maatschappij wordt ons geleerd en ook in sommige "spirituele" kringen wordt erop aangedrongen dat je wijsheid moet "vergaren" maar in feite is het net andersom: je moet tot de conclusie komen dat je nog nooit iets geweten hebt. Gedachten verschijnen maar dat zijn niet "mijn" gedachten het zijn gewoon gedachten: de natuur "boomt" en de natuur "denkt". Vandaar ook dat er op Vedantische literatuur geen copyright rust of hoort te rusten. Vanuit een wat andere invalshoek is dit alles toch ook weer een verwijzing naar die geweldige ontdekking dat er op deze wereld niets is wat je zou kunnen bezitten. Ten eerste niet omdat er dr geen dingen bestaan buiten het Bewuste Zijn en ten tweede niet omdat er hir geen eigenaar te vinden is. Als je dit eenmaal doorhebt, valt er een loden last van je schouders. U kent vast wel het Zen-verhaal waarin de monnik vraagt hoe het is om verlicht te zijn en de Meester zegt: net als vroeger, alleen tien centimeter boven de grond. Zo is dat: het leven verliest zijn logheid, zijn plichtmatigheid, zijn streberigheid en de "strijd om het bestaan" wordt veel meer tot een soort spel. Een andere Zen-Meester antwoordt op dezelfde Vraag: als ik honger heb, eet ik, als ik dorst heb drink ik en als ik moe word ga ik slapen. Volmaakt natuurlijk,

niets geheimzinnigs aan. Voor de goede orde herhaal ik het nog maar even: het Bewustzijn kan door niets versluierd worden. Alles, wat dan ook, verschijnt in het Bewustzijn dat je zelf bent, Hier is een object daar een bedreigende gedachte daar het gevoel "ik ben toch zo`n domoor". Maar daar wordt het Bewustzijn , dat je zelf bent , niet door versluierd of verborgen! De bedreigende gedachte verschijnt in het Licht dat je zelf bent; je bent geobsedeerd door die gedachte en ziet daardoor niet dat zij in jezelf verschijnt. Maar die gedachte versluiert het Bewustzijn niet netzomin als een wolk de zon versluiert, gezien vanuit de zon. Vraag: U heeft vanmorgen gezegd dat als je een vraag stelt, je het anwoord zelf al weet. Kunt u dat nog eens verduidelijken? WK: Ik heb dat misschien toch een beetje anders bedoeld; ik wou zeggen dat je alleen naar datgene kunt verlangen, wat je al kent. U kunt niet iets vragen over een of ander chinees woord dat u niet kent en zo kunt u ook niet verlangen naar iets wat u niet al, op de een of andere manier, kent, Ergens weet u dat er een Verloren Paradijs te vinden is, ook al zegt uw omgeving: "niet zeuren, joh, dat is er niet" dat kan u toch niet echt bevredigen. En het weten dat er , ergens, blijvende Vrijheid te vinden is doet ons vragen "hoe vind ik die dan?" Wel, als ik naar b.v. Roodeschool moet en ik heb geen spoorboekje, dan kan ik het beste naar iemand toegaan die er als eens is geweest en hem vragen, hoe je er komt. Wel, zegt die iemand dan, ik heb het zo en zo gedaan, misschien heb je daar wat aan? Maar je gaat op pad in de vaste overtuiging dat Roodeschool inderdaad te vinden is. Ga ik dus op zoek naar Vrijheid, dan komt dat omdat ik zo te zeggen intuitief al weet dat ik die Vrijheid zelf ben. Ik kan het niet onder woorden brengen, blijf kijken naar begrippen en ideen, denk dat die het antwoord brengen, maak allerlei vergissingen, maar mijn vragen en zoeken komt voort uit het feit dat ik zeker weet, zonder woorden, dat het antwoord al bestaat: ik ben het namelijk zelf. Hier (wijst op het voorhoofd) ken ik het antwoord niet maar op een ander niveau wl. Ik probeer u te laten zien dat u het antwoord zelf bent. Natuurlijk komen vragen voort uit de persoon, maar ze worden gesteld omdat wij meer zijn dan de persoon. Vraag: Als gedachten en de persoonlijkheid van niemand zijn, dan wordt dus wat je wezenlijk bent toegekend aan die voorstellingen. Maar dat houdt in dat je in feite al weet wat je bent. WK: Jazeker en ik beweer nu dat iedereen dat wel weet. Maar omdat je denkt dat het weten hier zit (wijst op voorhoofd), richt je de aandacht de verkeerde kant op. Vraag: (onverstaanbaar, gaat over het zien van een bal door een kind) WK: Die bal is het verlengstuk van het standpunt van het kind. Ik denk dat voor baby`s en heel kleine kinderen hun beertjes en speeltjes helemaal transparant zijn. Tot een jaar of twee drie blijven kinderen die niet gepest zijn als het ware transparant. Daarom zijn wij zo dol op kinderen; zij laten ons zien wat wij ook n zelf zijn. Iedereen leeft in een eigen wereld: Als jij niet kunt voetballen is voor jou zo`n voetbal een ander ding dan voor , zeg, Johan Cruyff. Ik stel mij zo voor dat het voor hem bijna een deel van zijn eigen organisme is, terwijl het voor jou en mij gewoon een voorwerp op het gras is. Voor een slager is een varken iets anders dan voor een milieu-activist. Woorden en namen zijn slechts afspraken. Het verschijnsel van bewegende lucht wordt "wind" genoemnd, doch er is geen entiteit "de wind". Vraag: Ja, maar dat is dan toch gewoon een didactisch hulpmiddel? Je blijft toch wel gewoon praten als je je gerealiseerd hebt dat je geen "ik" bent? Je blijft toch wel gewoon functioneren? WK: Wel, ik beweer dat er nog nooit "iemand" heeft gepraat, maar natuurlijk blijf je dat in het dagelijkse leven wel zo zeggen: hij praat, zij praten. Als alle illusie verdwenen is, komt er hier nog wl een geluid "ik" uit maar het betekent uitsluitend nog een bepaalde plek, "Keers" genaamd, verder niets. Van jullie uit zal er hier een bepaalde vorm zitten met een bril op, met bepaalde eigenschappen en gewoonten, maar van mij uit gezien is er hier alleen maar een bepaald punt waarin de wereld verschijnt. Vraag: Is een gedachte dan alleen maar een bepaald standpunt? W,K,: De geest is een standpunt, evenals het lichaam; een persoon is een standpunt. Zeg je: "ik ben een denker" dan is dat een standpunt van waaruit je de wereld beziet. Standpunten zijn frequenties, allemaal verschillende frequenties in dezelfde ether. Vanuit het standpunt "oor" is er een wereld van geluiden, vanuit het standpunt "oog" een zichtbare

wereld enzovoort. In Vrijheid ben je volmaakt thuis op elk standpunt. Vraag: Wilt u dat laatste nog een keer zeggen? WK: Vrijheid betekent je thuis te voelen op elk niveau. Je hebt geen ruzie met je lichaam, niet met je gedachten en gevoelens. Een gedachte komt: prima. Een gedachte of een gevoel gaat: prima. Wel is het zo dat in Vrijheid gedachten opkomen die een beetje op dezelde frequentie zitten als vrijheid, als harmonie. Geen gedachte is meer bedreigend, bijvoorbeeld. Anders gezegd betekent dit het totaal accepteren van alle verschijselen, van de hele schepping. Zwarte en witte verschijnselen, ze zijn n Licht. Vraag: Wolter, je zegt regelmatig: het Bewustzijn, dat je zelf bent. Daar zit het woordje "je" in en nu lijkt het wel of dat Bewustzijn op dze olek is en op di enzovoort. WK: Dat is O.K. Ontdek eerst dat jijzelf Bewust Zijn bent, dan ontdek je daarna dat die beperking ook maar schijn is. Soms lijkt het dan nog of er alsnog een beetje iets persoonlijks in zit, zoals in "mijn bewustzijn", maar al gauw blijkt ook dat een optische illusie te zijn; het Bewustzijn is zo groot als de wereld. En de laatste ontdekking is dan dat dit Bewustzijn overblijft als er geen verschijnselen meer zijn, als tijd en ruimte verdwenen zijn. Maar het is prima om het eerst hier (wijst op het hart) te ontdekken. Een mooie verduidelijking is het volgende: je ziet ergens een rots waarin een beeld is uitgehouwen; in Nederland zie je dat niet zo vaak maar in India wel, daar zijn hele tempels in de rots uitgehouwen. Plotseling zie je dat de grondstof van dat beeld steen is. Normaliter sta je daar niet zo bij stil, al je aandacht is op het beeld gericht, maar nu zie je plotseling de rots, waarin het beeld is uitgehakt. Even later realiseer je je dan dat het beeld uit niets anders bestaat: het is helemaal steen en iets anders is er niet. Zo ontdek je het ene na het andere. Het essentile is echter dat je zelf nooit gebonden bent geweest; je kunt alleen gebonden zijn door het verleden en dat is iets wat je niet kunt kennen en waarmee je niet in contact kunt komen: jij ben altijd Nu. Je kunt alleen Nu plaatjes zien die je "mijn verleden" noemt en plaatjes, voorstellingen, kunnen je niet binden. Ramana Maharshi zei dat een van de grootste obstakels die de mens op zijn eigen weg kan leggen de idee is, dat hij een lange en moeizame weg moet afleggen. Het Zien zelf is heel eenvoudig; daarna kan er een periode van puinruimen komen. Maar als je nmaal, al is het maar voor een seconde, hebt gezien wat je bent, naamloos, vormloos Bewust Zijn, en je steekt geen spaak in het wiel door er herinneringen van te maken en begrippen, dan doet dat on-middellijke zien zijn werk, het doet wonderen. Uit n zaadje groeit een heel bos, uit een vonkje ontstaat een vuur. Dat is het inzicht wat velen van jullie al gehad hebben, niet op denkniveau maar op een wezenlijk, essentieel niveau voor zover je hier van niveau kunt spreken. Zoals we gezien hebben: je kunt alleen verlangen naar iets wat je al kent. Datgene wat je al kent is het antwoord. Dus kun je zeggen dat de vraag oprijst uit het antwoord. In de Vrijmetselarij wordt gezegd dat je het geheim alleen aan iemand kunt mededelen die het al kent. Als jullie allemaal, hier, niet het antwoord al kenden, zouden deze gesprekken geen zin hebben. Maar het beeld, de persoon, zal het antwoord nooit weten. Vandaar dat ik jullie hier steeds uitnodig om, los van de persoon, te zien wat je bent, wat je on-middel-lijk bent, Maar omdat de aandacht steeds gericht blijft op wat je nit bent, op de beperkte persoon, kijk je erover heen en ziet het niet. Ik werd laatst door iemand gevraagd: "Als je nu gelukkig bent, wat kun je dan daarmee doen?" Water zegt niet in zichzelf: "wat ben ik toch nat!" Dit is een zo vanzelfsprekende zaak, zo zonneklaar dat je, als je het eenmaal gezien hebt, zegt: "hoe bestaat het dat ik dat niet al veel eerder gezien heb!" Je leeft, om het zo maar eens te zeggen als iets waarin zich de wijde wereld afspeelt, maar niet als iets aanwijsbaars. Vraag: Bestaat het geheugen? WK: Ja, tenminste. Tijd en ruimte kunnen niet zonder geheugen bestaan. Haal het geheugen weg : daarmee is de tijd verdwenen en daardoor ook de ruimte. Het geheugen is de mentale truc die de schepping mogelijk maakt. Zonder geheugen kan ik geen waarneming doen, maar je kent alleen wat al voorbij is, wat niet meer bestaat. Als je zegt dat je de zin, die ik nu uitspreek, gehoord hebt, dan bestaat die zin nog uitsluitend in je geheugen. Je denkt uitsluitend wat niet meer bestaat. Misschien mag ik nog eens n van de vele onsterfelijke zinnen van mijn leermeester citeren in het engels, want daarin lijkt het wel nog krachtiger: " a past thought is a thought that has ceased to exist". een voorbije gedachte is een gedachte die opgehouden heeft te bestaan. Daaruit volgt dat je nooit door het verleden gebonden kunt worden. Het verleden bestaat in werkelijkheid niet: het is een voorstelling Nu. Het enige wat je kunt kennen is het heden, dus door het verleden gebonden zijn is larie, "voetstappen in de lucht", "een kind van onvruchtbare ouders", "droog water". Je maakt je zorgen over welke opleiding voor de zoon van onvruchtbare ouders wel de beste zou zijn.

Neem dit dan maar als een mantra mee: a past thought is a thought that has ceased to exist, en probeer die vooral niet te begrijpen, Laat die zin door je heengaan en na een uur of een dag of een week of een jaar klapt hij plotseling open. Maar niet proberen te begrijpen, dat kan trouwens helemaal niet. Valt het dubbeltje eenmaal dan zie je dat er echt niet zoiets als "gebonden zijn" bestaat, Een waarneming, een ervaring, ken je pas als hij afgelopen is. Het is het geheugen dat van al die opeenvolgende plaatjes of zinnen n geheel maakt, waardoor je zegt: "ik heb die film gezien, die zin gehoord". Vraag: U heeft gezegd dat het geheugen een begrip is dat soms verschijnt en dan weer verdwijnt, maar je krijgt toch echt het idee dat het wel degelijk bestaat. WK: Kijk, om dat te zien moeten we een bepaalde weg aflopen. Ik ben altijd Nu: dat is een deur naar het tijd- en ruimteloze. Als ik nu zie dat alles binnen het Bewustzijn is, Nu, dan verliest die tegenstelling haar betekenis. Zo ook met het Nu: als alles Nu is, verliest dat woord ook zijn betekenis. Als alles geel zou zijn, zouden we geen "geel" kennen, nietwaar. Als je op een gegeven moment ontdekt dat alles Nu is, wordt die ontdekking tot een deur, waardoor je de dualiteit verlaat naar laat ik nu maar zeggen de diepe droomloze slaap. Dat is de enige Realiteit, het enige Zijn. Gezien vanuit deze Realiteit bestaat er niets gezien vanuit de ruimte bestaan er geen objecten, de ruimte gaat overal dwars doorheen. Dat is de uiteindelijke waarheid. Vraag: Bij sommige heel bijzondere prestaties op het gebied van sport, kunst etc. lijkt het soms wel alsof de sportman of kunstenaar boven zichzelf uitstijgt. Kun je bij dit soort gevallen spreken van een tijdelijke opheffing van dualiteit? WK: Tijdens de laatste Olympische Spelen ik was toen docent aan de kaderopleiding van de Stichting Yoga en Vedanta stak ik een beetje de draak met de z.g. "topsport", waarop n van de sportleraren me van repliek diende en zei: "als iemand een honderdste seconde sneller zwemt, denk je dan echt dat het ego dat doet?" En hij had gelijk: dat kan alleen bij volkomen ego-loosheid. Ik heb een aantal kunstenaars ondervraagd musici, maar ook schilders die allen bevestigden: op het ogenblik dat "het" gebeurt ben je helemaal weg. In de concertzaal is de violist als meneer die staat te spelen, helemaal verdwenen zo ook het orkest, de muziek en het publiek, daar is alleen een gebeuren. Ik heb een keer in Parijs Arthur Schnabel horen spelen: hij komt het podium op, gaat op zijn specifieke manier achter de vleugel zitten, slaat een akkoord aan. en de hele zaal is in trance. Hoe kan dat? Dat kan alleen omdat meneer Schnabel er niet meer was. Alleen de muziek, de harmonie, die onmiddellijk aan de harmonie in al die mensen in de zaal appelleerde. Picasso, die in het dagelijkse leven toch allesbehalve een heilige was, heeft de uitspraak gedaan: "als ik mijn atelier binnenga, laat ik mezelf als een jas op de gang achter." Vele kunstenaars noemen dit hun "intuitie. Op de rand van de gedenkpenning van Boutens staat een regel uit n van zijn werken: "er is geen dood, alleen maar leven." Wel, ik denk niet dat Boutens zichzelf een verlichte zou noemen, maar zo een regel komt wel voort uit ego-loosheid. Vele mensen hebben het gevoel dat het ego als een soort berg op hen rust, maar er bestaat niet zoiets als een permanent ego; het is meer een soort reflex, die zich alles toe-eigent. Er verschijnt een gedachte en direct daarna een andere, die zegt: "ik heb gedacht" alsof hij eigenaar of producent was van de gedachte die opkwam vrdat hij ontstaan was. Vraag: Met ego-loosheid wordt vaak het begrip geweldloosheid verbonden, is het niet? WK: Ja, dat is meestal om pedagogische redenen. Ik heb zelf drie naar mijn smaak authentieke Meesters meegemaakt, die konden alle drie enorm woedend zijn. Er werd eens per ongeluk een foto van Ramana Maharshi gemaakt toen die heel boos was; die foto heeft veertig jaar in een kluis gelegen, want de toegewijde bewonderaars die de foto zagen kregen er nachtmerries van. Krishna Menon kon keihard zijn; ik heb hem met verschillende mensen ook met mij de vloer zien aandweilen, maar het werkte wel. Geweldloosheid is een voortreffelijk principe, maar niet "at all cost". Een vriend van mij was een groot bewonderaar en toegewijde volgeling van Gandhi: toen hij Gandhi eens voorlas uit " Seven Pillars of Wisdom", en wel een hartverscheurend verhaal over allerlei oorlogshandelingen, folteringen etcetera (ik weet de details niet meer) liepen de tranen over Gandhi`s wangen en schijnt hij gezegd te hebben: "I preach non-violence, but not at all cost." Het criterium is: wees nooit gewelddadig ten eigen behoeve. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ WK: (op onverstaanbare vraag over de geest als instrument) De geest is niet een instrument, de geest is een ziekte. Het instrument is: een stap achteruit doen. Ik begin ermee te denken dat ik een lichaam ben. Dan zijn jullie allemaal lichamen, want ik projecteer op jullie wat ik ook op mijzelf projecteer. Dan is hier "binnen" en daar begint "buiten", de

wereld: ik en de wereld. Dat is de allerbuitenste schil van de ui. De volgende schil is de geest; wat is die geest? Dat is om maar weer eens een fout woord te gebruiken dat niet een aanduiding maar slechts een ANWB-bord is - het Absolute, zonder naam en zonder vorm. Daarin verschijnen tijd en ruimte en schept zichzelf een wereld van waarnemingen. Zolang de indruk bestaat dat er hier toch ergens een muurtje zit van "mijn geest" is er geen volkomen vrijheid. Het is juist dat gevoel van de soms nog maar zeer subtiele - afgescheidenheid dat op een gegeven moment afvalt. Tenslotte is deze hele wereld, de schepping, een ander woord voor de "wakende toestand", want in de diepe droomloze slaap zijn er geen waarnemingen, niets van wat wij "de wereld" noemen. Nu geef ik maar weer een analogie: als je als klein kind weleens in het gras hebt gelegen en in een dauwdruppel gekeken hebt of een bel hebt geblazen, dan zag je daarin de hele wereld . Wel, wat wij de wereld noemen is net zoiets als zo`n zeepbel. Vraag: Als ik zo naar je luister dan lijkt het of er iets helder wordt, maar dat gaat niet met een bepaald zintuig. Is dat nu de geest of wat is dat? WK: Neen. Als ik hier spreek, wat gebeurt er dan? Iets in mij, laten we het maar Helderheid noemen appelleert aan de Helderheid op de plek dr (wijst op vraagster) en als ik zeg: "is het niet zo dat gedachte zus of voorstelling zo." Dan kijk jij naar binnen, je doet die stap achteruit, en zegt: " he, ja, dat zie ik". Daarbij zijn woorden nodig omdat je door woorden misvormd bent. Van jongs af aan is je verteld dat je een kind bent van die en die, een broer of zus, slim of dom, mooi of lelijk, goed of slecht etcetera , dat heb je geloofd. Geen kind vindt dat zelf uit, ontdekt dat zelf, het wordt hem allemaal verteld. Dus uiteindelijk zitten wij alleen maar schijnbaar vast door ons geloof in woorden. Een goede test is om eens een keer mee te maken dat iemand je de huid volscheldt, en dan te kijken hoe je reageert. Als je gelooft in woorden ben je dan toch wel onder de indruk. Zo niet weet je dat al die scheldwoorden nergens op slaan. Vraag: Ik wou dan wel eens weten, wat is in uw optiek dan het probleem? WK: Er is geen probleem. Het Ene op deze plek neemt het Ene op die plek waar; er is er maar Een. Vraag: Ja, maar ze zien elkaar toch?. W,K,: Er moeten er natuurlijk twee zijn, een waarnemer en een waargenomene. De waarnemer is water en de waargenomene is ook water. Vraag: Ja, het is heel fascinerend. Maar intussen heeft de ui toch maar wel schillen! WK: Op het ogenblik dat je ziet dat al die schillen ook niets anders zijn dan water is je werk afgelopen. Vraag: Ik blijf toch nog even terugkomen. We gebruiken toch dat beeld van die schillen? We ervaren dat toch als verhelderend? Aan de ene kant heb ik het gevoel: "vergeet het nou allemaal maar, het is alles water " Maar aan de andere kant, als je een probleem hebt, dan ga je opdelen, vakjes maken, structuren aanbrengen, je bouwt er dan iets tussen, WK: Ja. Het is alleen maar reeel om daar bezig te zijn waar je denkt dat je bent. Uiteindelijk ben je nooit waar je denkt dat je bent, maar alleen daar kun je de illusie kwijt raken. Als iemand hier een half uurtje zou zitten en dan zegt: "Nou, dat is dan mooi, ik ben het Absolute! ", z`n petje opzet en weggaat, is hij daardoor niet zijn illusies kwijt. Het gaat er inderdaad om de erfenis die je hebt meegebracht, die je is aangepraat, kwijt te raken, maar je kunt geen etappes overslaan. Het begrijpen van wat je wezenlijk bent gaat moeiteloos en on-middel-lijk , je ziet : "ik ben Nu" zonder inspanning en onmiddellijk, je realiseert het hoogste in een tiende seconde,, maar dan komen toch weer de vragen en twijfels en ja-maren op. Je moet net zo lang doorgaan tot dat allemaal ontmaskerd is, tot er geen aanwijsbaar iets meer over is dat je "ik" noemt. Dat kun je alleen doen door heel reel te zijn : om het zelfde voorbeeld maar aan te houden, als je bang bent voor honden dan moet je daar van af, dat is het obstakel. Er kunnen verlangens opkomen die z diep gaan dat je ze toch moet uitleven, maar die behoren tot de uitzonderingen. Vraag: Ja, maar angst is angst, daar kom je niet zomaar van af. WK: Zeker , er is een volkomen legitieme angst; volgens sommige biologen lopen wij rechtop uit angst om te vallen. Ik praat hier over psychische angst, nachtmerries en zo. Die moet je dan werkelijk onder ogen zien, realiteit toekennen. Als ik mijn angsten verstop, kan ik niet veel doen. Bij veel mensen komt dit hele verhaal als een angstaanjagende geschiedenis over. Een briefschrijver noemde mij eens " de grote geruststeller", nou vergeet het maar. Veel mensen komen echt in paniek; tenslotte heb je je hele leven geloofd dat je Jan, Piet of Marietje was en nu kom je aan de wortel van wat je zoveel jaren echt beleefd hebt. Dan is er niet veel voor nodig of je raakt in paniek en denkt: "nu ga ik dood!" Dat is een paniek waar veel mensen mee in aanraking komen. Die moet je dan gewoon niet uit de weg gaan. Als het te groot is om aan te kunnen dan kijk je maar hoever het gaat, maar ga het niet uit de weg. In feite gaat er natuurlijk niet

iets dood, want een "ik" is helemaal niet geboren. Af en toe komt

er een plaatje dat zegt "dit ben ik" maar meer niet. Dit is duidelijk geen pad om erg rijk mee te worden, maar het is een pad om erg arm te worden. Omdat ik nu eenmaal niets bezit. Vraag: Dus dit is niet alleen een pad voor rijke mensen? Ik kan mij voorstellen dat, als je over rijkdom beschikt, je wel uit de voeten kunt met deze "Leegte", terwijl als je straatarm bent je veel meer geinteresseerd bent in het vergaren van rijkdom. WK: Dat is een zeer theoretisch verhaal. In de praktijk is het zo dat als iemand het vastbesloten wil weten en dit geldt in de traditie als ht enige criterium - serieus is en er rijp genoeg voor, dan ja, dan werkt het. In mijn ervaring zijn de mensen die het het snelst doorzien hebben niet de academici. Het blijkt om zo te zeggen gemakkelijker te begrijpen door een taxi-chauffeur dan door een professor, die meer tijd nodig heeft om uit zijn begrippenwereld te stappen. Vraag: (onverstaanbaar, gaat over de kracht van indrukken) WK: De indruk die je krijgt ligt op het niveau van de persoonlijkheid. De zogenaamde persoonlijkheid is namelijk het enige in je dat zich bedreigd of verleid voelt. Wat je wezenlijk bent kan niet bedreigd worden en is ook door niets te verleiden. En ik herhaal het opnieuw: zolang er nog een spoor van geloof in de persoonlijkheid is, ben je daar de slaaf van; de persoon is namaak en moet daarom alles doen wat hij maar kan om zichzelf in stand te houden. Wat Ik Ben zonder "ik" en zonder "ben" dat hoeft zichzelf niet in stand te houden, dat is eenvoudig. Niemand hoeft te proberen altijd "Nu" te zijn want dat ben je al. Maar een persoon ben je niet. Alleen de vervalsing moet proberen zich staande te houden. Bij een vorige gelegenheid gaf ik jullie een koan mee naar huis: "hoe weet je dat je bent?".Hoe weet ik dat ik ben, ook als dat Ik Ben helemaal onpersoonlijk is? Omdat het tijd-ruimtelijke bewustzijn toch verschijnt tegen de achtergrond van het Vormloze. Dat ben je wezenlijk en daarom weet je dat je bnt. Dit is iets wat eigenlijk niemand vertellen kan. Als het "ik"-huis leeg is en er toch nog iets zegt "dit is toch nog niet helemaal het einde" dan is de enige die nog wat wil de denkbeeldige persoon, die eigenlijk al verdwenen was. Die paradox kan alleen maar opgelost worden niet door stil te zitten, maar door stil te zijn. Die Stilte is dan het antwoord, zij onthult zich als het antwoord en dan zie je dat het tijdruimtelijke bewustzijn alsnog een object is. Maar begin daar niet mee. Begin ermee in het tijd-ruimtelijke het subject te zoeken, datgene wat je nooit verlaat. Problemen zijn er in het waken, niet in de diepe slaap. Niemand heeft ooit zelf-realisatie gevonden in de diepe slaap; in de droom, dat kan nog, maar de problemen liggen in het waken en daar moeten ze dus worden opgelost. Zijn ze daar opgelost, dan staan verder alle deuren open. Vraag: (onverstaanbaar, gaat over de betekenis van "I Am ness" in het boek "I am That" van Sri Nisargadatta Maharaj) WK: Daar wordt mee bedoeld datgene :in het tijd-ruimtelijke bewustzijn dat niet verandert. Aanwezigheid, moeiteloos altijd Nu, Waarnemendheid. Het waargenomene verandert van secone tot seconde , maar het waarnemen niet. De golven hebben ieder ogenblik een andere vorm, maar het H2O is altijd hetzelfde. En verder: alleen datgene wat je nooit verlaat heeft recht op de titel "Ik". Een of andere voorstelling in het hoofd die je "ik" noemt maar die twee tellen later verdwenen is kun je niet zijn doch dat Bewustzijn is er doorlopend. Al je waarnemingen hebben iets gemeen; doorlopend is er dat "iets" waarin die waarnemingen verschijnen en daarom is dat het enige wat recht heeft op de titel "Ik". Als deze analogie je aanspreekt: elke waarneming is een golf, een dansje van licht, in een oceaan van H2O, van Licht, dus de verwantschap tussen twee totaal verschillend lijkende waarnemingen, zoals de koe en het vioolspelen, lijkt ver te zoeken maar ze is er wel, namelijk "Ik". Ze verschijnen beiden in mij. Zonder mij als Bewustzijn geen koe, geen vioolspelen. Alle waarnemingen, begrippen, gedachten, gevoelens hebben n ding gemeen: mij als Bewustzijn. Ze bestaan uit het Bewuste Zijn dat Ik Ben. Nu is mij aangepraat dat ik dat ding op deze stoel ben, een denkertje hier , een voelertje daar enzovoort en dat ben ik gaan geloven. Een klein kind weet dat niet, dat is veel ruimer. Dat erkennen wij ook, daarom zijn wij zo dol op kleine kinderen. Niet omdat zij ons herinneren aan wat wij vroeger waren, neen, omdat zij ons verwijzen naar wat wij nu zijn. Z zouden wij moeten zijn. Een klein kind en wat men "een verlichte "noemt

hebben veel gemeen: het onberekenende bijvoorbeeld. De volwassene, de mens met het "gezonde verstand" is de hele dag aan het rekenen, want die moet de persoon in stand houden. Dus de verwantschap ligt in jou als Bewuste Aanwezigheid,De hele wereld, alle dingen, zijn daarmee verwant aan Jou, ook al die dingen die jij "ik" hebt leren noemen. Lang geloof je dat "ik" daar op die stoel zit met daarnaast een hij en een zij en anderen . Wanneer dat geloof verdwenen is ontdek je eerst dat je "Atman" bent, een helemaal onpersoonlijke Tegenwoordigheid , dan ontdek je daarna vanzelf dat de wereld zich daarin afspeelt en dat hij daaruit bestaat. Dan ontdek je dat jij het water bent in alle golven, het Bewuste Zijn in elke waarneming. Vandaar zonder twijfel de uitspraak van Jezus: "Ik ben het Licht der wereld". Ieder van ons is het Licht, het Bewustzijn in zijn of haar wereld. Geloof ik nu dat dit ding "ik" is dan projecteer ik het Wezen op een object: op een lichaam, een denker enzovoort. En dan vindt er een grote omwenteling plaats je ziet dat ook bij kleine kinderen gebeuren - waarbij allerlei objecten tot subjecten worden; allerlei dingen worden dan beleefd alsof het "ikken" waren. Vooral bij Zen wordt er sterk de nadruk op gelegd dat deze re-volutie, deze omwenteling, weer terug gedraaid moet worden: objecten moeten weer tot objecten worden en het subject blijft over als onpersoonlijk Tegenwoordig Zijn. Daarna zie je dat jij al die objecten bent, van het lichaam tot de vuilnisbak, van Hitler tot Gandhi, je bent het Licht in elke waarneming, ook al is dat gemakkelijker te zien bij Gandhi dan bij Hitler. Want er is maar n Bron laat ik maar eens een andere kreet gebruiken al die kreten zijn even hachelijk n Liefde. Bij Gandhi is het wel heel duidelijk dat de bron Liefde is, maar nu bij Hitler! Daar is een monsterlijk "ik"-beeld ontstaan dat moet heersen, dat moet vernietigen, maar het komt wl uit dezelfde Bron. Doch met die Liefde wordt geknoeid, die wordt verwrongen en dan krijg je zo`n monsterachtige figuur. Niettemin wezenlijk, uiteindelijk,is de Bron dezelfde. God en de duivel komen voort uit hetzelfde Zijn, maar om dit helemaal te kunnen accepteren moet je wel eerst God en de duivel in jezelf herkend en geaccepteerd hebben en de kans hebben gegeven om te verdwijnen. Vraag: (onverstaanbaar, gaat over de zin van het leven) WK: : Ja, wat mij betreft gaat het hier om een denkfout. Zolang er geloof is in een persoon, is er sprake van de "zin " van de dingen. Vandaar dat velen die het maar half begrepen hebben beginnen over deze "zin der dingen". Maar deze zin bestaat uitsluitend voor een ego, voor een persoon.Voor de persoon is de zin van het leven het vinden van wat je geluk noemt. Ergens in mij weet ik dat er zoiets bestaat als een hemel op aarde, het verloren paradijs, voortdurend geluk. Als je nu echt bent uitgekeken op al die dingen die zo aantrekkelijk lijken en je het duurzaam geluk beloven maar die telkens weer na een uur of een dag of een jaar verdorren, dan ga je op een andere manier zoeken en komt terecht op plekken zoals hier of elders waar je duidelijk gemaakt wordt dat je datgene wat je zoekt zelf bent. Nu heb je dat gevonden en de persoon is er niet meer. Dan kun je niet meer van een "zin" spreken. Alles wat hier gezegd wordt is als een ANWB-bord: "loop in die richting, daar vind je Vrijheid". Dat is ook zo'n begrip,: vrijheid. We hebben er allemaal de mond van vol en ik ben heel dankbaar dat we tenminste politiek redelijk vrij zijn maar wat betekent dat woord eigenlijk? Dat weet niemand. Als je Vrij bent, dan loop je niet over straat te roepen "ik ben vrij, ik ben vrij" en als persoon ben je dermate geconditioneerd dat je helemaal niet weet wat vrijheid is. Omdat ons dus zoveel is aangepraat, voor een ieder met een andere nadruk en van andere prioriteit , komt er hier (wijst op zichzelf) een stroom van woorden uit in de hoop dat je daar zelf je eigen taal, je geloof in woorden ,kunt ontmaskeren. Dat moet je natuurlijk zelf doen, ik kan je alleen mijn eigen verhaal vertellen. Vraag: (onverstaanbaar, gaat over het projecteren van het ego) WK: Er is een denkbeeldig ego. Nu stel ik mijzelf de vraag : "wie projecteert nu dat ego op mij?". Dat is een neefje van die andere Vraag: "wanneer is de tijd ontstaan?" Dat kun je niet bepalen want dan vooronderstel je dat er tijd was voordat er tijd was. Die vraag is met zichzelf in strijd, het is de vraag naar de vierkante cirkel. Zo veronderstelt jouw vraag dat er al iemand aan het projecteren was voordat jij je als ego ervaarde. Je kunt dit niet theoretisch oplossen, het enige wat je kunt doen is in de praktijk kijken. Je ziet dat je bent, de hele dag door. Je ziet dat je dat vaak uit het oog verliest dan is er alleen maar werk of gedachten enzovoort - en daar kun je zien dat er telkens voor een paar seconden een huwelijk gesloten wordt tussen deze Bewuste Aanwezigheid en b.v. een lichaam wanneer ik zeg "ik zit". Of een denker wanneer ik zeg "ik denk". Een waarneming verschijnt in het Bewustzijn maar we hebben geleerd om daar direkt een staart aan te prikken en te zeggen, bijvoorbeeld, "ik voel". Dat is helemaal niet waar: er verschijnen gevoelens, maar er is niet een "ik" dat voelt. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Vraag: Je gebruikt het woord "werkelijkheid" op een heel bepaalde manier en ik wil daarom vragen: wat is werkelijkheid? WK: Etymologisch is het heel naar want wi j hebben eigenlijk geen woord voor wat ik zou willen aanduiden met het Absolute. Er zit iets van beweging in het woord - "werking" - en in het Latijnse "realiteit" zit ook al iets van "res" zaak, ding. Wat wij dus gewoonlijk "werkelijkheid" noemen is precies wat ik niet bedoel. Daarom zou ik liever willen spreken van "het Absolute" of "het Onveranderlijke" , "het Onvoorstelbare", maar ik kom er niet altijd omheen in het Nederlands en daarom zeg ik dat "het Absolute" de Realiteit is. Van het Absolute, van het Bewuste Zijn is de hele rest geabstraheerd. In het Bewustzijn verschijnen waarnemingen en die kun je catalogiseren,: in de diepte "gevoelens", meer oppervlakkig "gedachten" en "zintuigelijke waarnemingen" een bundeltje daarvan noemen we "het lichaam" en al die zintuigelijke waarnemingen samen noemen we "de wereld", maar dat is alles alleen mogelijk door de aanwezigheid van Mij als Bewust Zijn. Dus: wat wij "de wereld" noemen is het abstracte en wat ik het Bewustzijn noem is het Concrete , met een beetje misplaatst gebruik van het woord . de Realiteit. Dat wat niemand je af kan pakken, wat je niet kunt verliezen. Zo te zeggen de steen der wijzen: heb je die eenmaal gevonden dan ken je alle dingen. Als je het Bewustzijn in jezelf kent, dan ken je alles. Dat is de grondstof van alle dingen met name van waarnemingen en iets anders kennen we niet. Ik zou water de Realiteit willen noemen en golven, regendruppels, rivierwater, mist enzovoort , dat wat vorm heeft, het abstracte. In de wereld is het net andersom; dit is n van die dingen waar je 180 graden om moet keren. Vraag: Je zegt dat je niets kunt doen, hoogstens kijken, observeren. Maar is dit niet het observeren bij jezelf hoe je functioneert, hoe je voorkeur en afkeer hebt, dat heen en weer springen van object naar object? Wat is dat observeren eigenlijk en versterkt het niet juist datgene wat je wilt kwijtraken? WK: Neen. Ik gebruik ook liever het woord "waarnemen". Waar ik het over heb is geen activiteit. Ik zal zover gaan en zeggen dat als je begrijpt wat waarnemen is, dan ben je er. Om clichs te vermijden heb ik een aantal woorden gemaakt: ik ben altijd BewusteTegenwoordigheid. In deze Bewuste Tegenwoordigheid verschijnen , bijvoorbeeld , gedachten. Alles wat verschijnt in Mij als Bewust Zijn wordt daarmee en daardoor moeiteloos waargenomen. Een criterium dus voor het begrijpen met wat ik bedoel met "waarnemen" is dat het moeiteloos moet zijn. Als jij zegt "morgen ga ik eens waarnemen hoe die schilder werkt" dan is dat niet het waarnemen dat ik bedoel. Maar die verklaring van jou, die zin "morgen ." etcetera, die wordt moeiteloos waargenomen. Niet door een "ik" maar door het Bewuste Zijn waar die verklaring in verschijnt. Ben je een keer doodmoe, zodat er niets meer te denken valt, dan wordt toch die hele situatie moeiteloos waargenomen. Vraag: Maar dat je dat waarneemt, dat is alweer een stap verder, want dat is op zichzelf toch ook weer een waarneming? WK: Neen. Daar ligt n van de moeilijkheden. Alles wat komt en gaat wordt moeiteloos waargenomen, maar er is geen waarnemer van een waarnemer van een waarnemer enzovoort; dat is een denkspelletje. Daar gaat het juist om: van de ge- of bedachte waarnemer te komen tot het Waarnemen dat je bent. Levert dit moeilijkheden op, laat dan deze hele benadering vallen en constateer dan dat je altijd Aanwezigheid bent waarin gedachten verschijnen,;dat je Aanwezig bent vr die gedachten verschijnen, dat ze gekend worden in dat Bewustzijn en dat jij als Bewuste Aanwezigheid overblijft als ze weer verdwenen zijn. Dat gaat helemaal moeiteloos. Om te zijn hoef je geen enkele moeite te doen. In filosofische kringen wordt wel onderscheid gemaakt tussen zijn en bestaan: "iets " bestaat, het Absolute "is". Het Zijn heeft geen attributen, geen eigenschappen. Het doel is dus om te komen van een waarnemen dat geprojecteerd wordt op een "denker" tot het waarnemen dat een synoniem is voor "to be". Want er is geen Zijn zonder wat ik bedoel met waarnemen en uiteraard is er geen waarnemen zonder Zijn. Vraag: Maar dat is dus niet te doen! WK:; Neen, dat is niet te doen maar het is niettemin mogelijk, anders zouden deze gesprekken geen zin hebben. Je kunt dus je aandacht in plaats van op je gedachten als het ware naar achteren richten, een stap achteruit doen, en dan kom je om het zo maar eens te zeggen in het Vormloze. De geest neemt de vorm aan van het object; hij verenigt zich daar een moment mee. Het denken verdwijnt nu in dit Vormloze ,maar er is een zekere waarnemendheid die overblijft.

Vraag: En constateer je dat? WK: Er is geen persoon die dat constateert want de persoon is daar verdwenen. Hier zijn weer twee andere woorden synoniem, namelijk "weten" en "zijn".Dit is iets waar de meeste mensen een tijd mee bezig moeten zijn en het is een beetje hetzelfde als de vraag"hoe weet ik dat ik in de diepe slaap niets heb waargenomen?" Dat weet ik heel zeker, maar hoe weet ik dat? Het denken was er niet, het geheugen was er niet; in feite is het zo dat ik een ogenblik Nu terugga in de diepe slaap en kan bevestigen "oh, ja, in die toestand (al is het eigenlijk geen "toestand") is er geen waarnemen." Een ogenblik later ben ik weer in tijd en ruimte en zegt het denken; "oh ja, dat klopt.". In feite wordt het zwaartepunt verlegt van het waargenomene naar het Vormloze en dit Vormloze is het Waarnemen. Er zijn allerlei benaderingen om deze ontdekking te doen en je moet zelf maar uitmaken, welke je het meeste aanspreekt. De Zen-boedhisten zijn er sterk in om je intellectueel een draai om de oren te geven, door je een soort raadsel op te geven dat intellectueel niet is op te lossen. Daardoor wordt blijkbaar ik ben nooit in een Zen-klooster geweest en weet het dus niet uit eerste hand het denken totaal schaakmat gezet waarop een grote Stilte volgt en die Stilte is het antwoord. Maar die Stilte is alleen het antwoord omdat zij hetzelfde is als de Wetendheid, het Zijn dat je nooit verlaat en niet van je afgenomen kan worden. Om in te zien wat het uiteindelijke Waarnemen is ,is het belangrijk te begrijpen dat het denken je daarover niets kan vertellen. Je weet ook helemaal niets; het denken bestaat uit een aantal objecten, "gedachten" genaamd. Die gedachten worden waargenomen. Wij hebben geleerd dat denkers zelf iets kennen , maar dat is niet zo. Er is een speciale gedachte die ik "ik, de denker" noem en in het hoofd projecteer. Dat is een begrip; gedachten verschijnen niet in een begrip maar in het Bewustzijn. Daar hebben we dus diezelfde projectie waar ik het al eerder over had: Die Kennendheid, die Waarnemendheid die Ik Ben als Bewustzijn ,wordt geprojecteerd op een denkbeeld, "de denker". Hier heb je n van die inzichten waarvoor je 180 om moet draaien. Als je dit "begrijot", dan ben je er. Alles wat activiteit is, is niet het Waarnemen. Het waarnemen, dat je afhankelijk van een wilsbesluit bijvoorbeeld morgen van tien tot elf uur gaat doen, heeft hier niets mee te maken. Maar dat wat je moeiteloos bent, wat niet van je te scheiden valt, daar gaat het hier over. Dat is dus nooit een activiteit; activiteiten worden waargenomen. Het is niet voor niets dat in zoveel discussies, bij zoveel gesprekken, dit punt naar voren komt, "ik zie toch dit of dat, dat wordt waargenomen".Als je dit eenmaal goed door hebt, kan er nooit meer iets een obstakel zijn. Er komt bijvoorbeeld woede in mij op; dat mag niet, heb ik vroeger geleerd, je moet steeds een aardige jongen of meisje wezen. Dat is het horizontale leven, het leven in het dorp. Maar nu heb ik gezien dat die woede in feite een object is. Hoe kan dat object bestaan? Omdat ik aanwezig ben als Grondstof waarin het zich kan manifesteren. Ieder ding dat vroeger een obstakel leek, kan nu gebruikt worden als hulpmiddel. (naar aanleiding van onverstaanbare vraag). Neen; vind eerst de as in het wiel, "to be", dat wat je altijd moeiteloos bent. Uit dit Nu komt alles te voorschijn, de hele wereld. Dat gaat helemaal moeiteloos, daar kun je niets vr en niets tegen doen, het gaat geheel buiten je wil om. Zo is het ook met het Waarnemen; het gaat helemaal buiten je wil om. Nu geef ik je als hulpmiddel: maak een onderscheid tussen alle dingen die komen en gaan, objecten, en datgene wat niet komt en gaat, wat je altijd moeiteloos bent.Maar dat is alleen maar een hulpmiddel. Later ontdek je dat zich in dit Ik Ben zonder "ik" en zonder "ben" - de hele wereld afspeelt en dat er geen binnen en geen buiten is; alles is "binnen", namelijk binnen het Bewustzijn. Het herkennen van de waarheid gaat on-middellijk en moeiteloos, maar in het afpellen van de ui zijn wel fasen en stadia te onderscheiden. Yoga is een woord , analoog aan religie. Ik vertaal dat even heel, heel vrij met "een brug over een kloof slaan", Religie is de verbinding weer tot stand brengen tussen kleine "mij" en de grote "God". Als die kloof eenmaal overbrugt is, als je wakker bent geworden, zie je dat er nooit een kloof geweest is. Je bent op zoek naar jezelf maar iets anders bestaat er niet, dus hoe kun je jezelf dan verliezen? De ontdekking is: er is nooit iets veranderd, het is een heel malle droom geweest, waarin het leek alsof ik iets anders was dan ik was. Ons denken is gestructureerd, benvloed door onze opvoeding; we zijn geconditioneerd. Er is ons geleerd om aan dat denken groot belang te hechten. Wij denken en daar zijn wetenschappen zoals psychologie, psychiatrie, filosofie dat je de mens onder de loep kunt leggen, maar dat is onzinnig. Daar kun je alleen aan vasthouden als je denkt dat de mens bestaat uit een aantal begrippen: herinnering, wil enzovoort. En ja, de herinnering kun je vormen als plasticine, vergelijken met anderen, inkaderen enzovoort , maar dat heeft met Mij niets te maken, het bestaat alleen in de droom. Het "ik" is zelf deel van die droom "wake up, man!" Dat is het gemakkelijkst te zien in de droom zelf: stel,vannacht van n tot twee heb ik gedroomd dat ik Napoleon was. Met steek op, hand in het vest, bezig met de slag bij Waterloo. Om twee uur: afgelopen, geen Napoleon meer. Maar van n tot twee uur was ik net zo zeer Napoleon als ik overdag Wolter Keers ben; dat is net zo reel. Napoleon werd dus geboren om n uur en loste weer op om twee uur. Hij had dus hetzelfde leven als de droom. Kortom; de "ik" in de droom was ook een product van de droom. Pas dat toe op het waken en je bent er. "Ik" in het waken is een product

van de wakende toestand. Zodra die wakende toestand is opgelost, zeg 's avonds om twaalf uur, ken je niets meer. Dit is nu wel een ezelsbruggetje, maar toch heel relevant. Het waken en het dromen zijn toestanden die je kunt zien komen en zien gaan, Hoe kan dat? Als je de wakende toestand net zo kunt zien als je op dit ogenblik de droomtoestand kunt zien, namelijk als een soort kort toneelstukje dat werd opgevoerd en daarna weer verdween, dan sta je duidelijk buiten de waaktoestand. Dan ben je de Waarnemer. En het is niet zo moeilijk om te zien dat je niet een plukje uit n van die toestanden bent. Dit is misschien het enige voordeel van het uitgebreide geloof in rencarnatie: als ik geloof dat er in allerlei vorige levens lichamen waren die ik "ik" noemde, maar dat ik al die lichamen niet bn, dan is het niet zo moeilijk om in te zien dat ik dit lichaam ook nu niet ben. Het probleem is nu dat ik het bewustzijn in tween heb gesplitst; dit is "ik" en dit is "van mij" en wat er buiten mijn vel zit is "de wereld". Dat is flauwekul: dit (wijst op zijn lichaam) is ook deel van de wereld. Napoleon was ook een product van de droom, ook onderdeel van de droom. Die kunstmatige scheiding brengt mij in de problemen; daar komt de persoon vandaan, dat is het snoer waaraan alle ellende van "samsara" geregen zit. Dat is "the root of all evil" .- niet geld maar het geloof aan een "ik". Vandaar dat ik jullie op allerlei manieren probeer duidelijk te maken dat de rest van de schepping n de dingen die je "ik" noemt, bestaan uit n en dezelfde grondstof, de H2O van vanmorgen. En zoals je gemakkelijk kunt zien "vannacht was ik niet Napoleon, het was maar een droom", kun je ook het waken zien als een toestand die komt en gaat. Vraag: Wat is uw opinie over Bhagwan? WK: Ik heb geen opinie over wie dan ook. Ik wil alleen wl zeggen dat ik nogal wat volgelingen van Rajneesh heb meegemaakt en dat daar zeer veel serieuze mensen onder zitten. Er zijn mensen die hebben grote kennis vergaard, soms lijken het wel wandelende encyclopedin; maar pas goed op: hun weten is niet groter dan van jou en mij want wij zijn dat Weten. Het aantal objecten van dat weten is groter, anders niet. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Vraag: Zijn de verschillende facetten van een bepaalde manier van doen nu facetten van de persoonlijkheid , of kun je zeggen dat die toch komen uit die Bron van Waarnemen. WK: Er is maar n bron en daaruit komen alle dingen voort. Heb je dat echter niet door, dan lijkt het of veel dingen uit de persoon voortkomen Als jij zo`n boek leest waarin zoveel facetten van iets of iemand voorkomen dan bewijst alleen het feit dat je dat boek kunt begrijpen al dat het allemaal facetten zijn van jezelf. Wat facetten heeft is altijd het gemanifesteerde . Het Vormloze heeft geen facetten. Zolang je denkt dat je allerlei "ik".-voorstellingen bent, komen die facetten voort uit de persoonlijkheid. Zijn die "ik"-voorstellingen verdwenen dan is er alleen nog maar een show, een manifestatie die voortkomt uit de ene Bron die je bent, die je op alle plekken bent. Ieder mens heeft potentieel alles in zich, van pikzwart tot sneeuwwit. Kijk eens naar de werken van Shakespeare. Als hij vanuit een "ik" had geschreven, had hij nooit al die honderden totaal onafhankelijke, verschillende personen kunnen scheppen, maar omdat hij alleen maar Openheid was, konden al die verhalen zichzelf om zo te zeggen herschrijven. Hetzelfde geldt voor bepaalde muziek van Bach: sommige stukken lijken niet met een bepaald doel geschreven te zijn, zij dansen zichzelf gewoon maar vanwege de dans. Al die personages bij Shakespeare bijvoorbeeld, bandieten en heiligen, koningen en schurken, komen allemaal voort uit die ne Bron. Zoals bij Shakespeare is in het leven van ieder van ons een drama aan de gang met als inzet geboorte en dood en dat maakt het tot een zo fascinerende droom. Denk je dat jij een klein stukje bent in een reusachtige rest, dan kan het een beangstigende droom zijn, maar zie je dat je het materiaal bent van de gehele droom, dan is het een fascinerende show. Ik wil jullie een stukje citeren uit dat boekje ( "Atma Darshan & Atma Nivritti" van Sri Krishna Menon, opm. Red.) waar zoveel juweeltjes in staan: "De gedachte dat men het lichaam is stoffelijk of subtiel - is de oorzaak van alle gebondenheid. Als de gedachte dat men Bewustzijn is diep en sterk wordt, wordt men terstond bevrijd van alle gebondenheid. De Waarnemer als zodanig kan niet gezien worden, kan niet "het geziene" zijn, en het geziene kan nooit "de Waarnemer" zijn. Als deze waarheid diep in iemands hart doordringt, komt er een einde aan de onjuiste vereenzelviging met het lichaam". Men kan zien in de praktijk van het dagelijkse leven , dat de eigenschappen van het ne vaak geprojecteerd worden op het andere. We moeten er vppr zorgen, dit te vermijden. Als je realiteit toekent aan

dingen in de objectieve wereld, bedenk dan dat je op dat moment een belichaamd wezen bent, dat je standpunt het lichaam is. Als lichaam, als tastzintuig, noem je het reel. Dan is het Zelf, Tegenwoordigheid, gehuwd met het lichaam in mijn kreetologie. Herinner je altijd dat zaken als geboorte, groei, aftakeling en dood eigenschappen van de stof zijn, die het object is van het Bewustzijn, dus gekend wordt. Dan staat er hier een heel praktische opmerking : " Aantrekking, afwijzing, angst, verdriet, rusteloosheid, gevoel van afhankelijkheid, luiheid, gebrek aan waarheidsliefde, passiviteit en dergelijke, worden veroorzaakt door deze vereenzelviging met het lichaam. Standvastigheid, liefde, vrede, moed, besef van vrijheid, waarheidsliefde en het gevoel van te bestaan, waakzaamheid enzovoort, horen thuis in het rijk, op de golflengte van het Zelf. Alles wat het accent legt op de persoonlijkheid heeft zijn oorsprong in het zich verbonden voelen met het lichaam.Alles wat je helpt om buiten de beperkingen van het lichaam te groeien moet gezien worden als afkomstig van het Zelf." Op deze manier moet je allerlei eigenschappen onderscheiden en zien wt bij wt hoort. Gedachten zijn objecten die tot "ik" gemaakt worden. "Ik de denker, ik de Amsterdammer" enzovoort ,zijn begrippen die tot "ik "gemaakt worden. Zo maken wij van het gekende ogenschijnlijk een kenner. Een begrip wordt gekend; het kent niets , want het is gewoon een ding. Het weten dat "Ik Ben" , het Bewuste Tegenwoordig Zijn projecteren wij op zo`n begrip en zeggen dan dat de denker iets denkt. Vaak menen we, dat als we een naam aan iets geven, datgene kennen. Het kleine kind vraagt: "wat is dat daar boven in de lucht?" en we antwoorden: "weet je dat nog niet? Dat is de maan". "O, ja nu weet ik wat dat is" maar dat is helemaal niet waar. Het onbekende heeft een naam gekregen en meestal zijn wij daarmee tevreden. Waar is dat weten? Het eigenlijke kennen? Het kennen weerkaatst als iets verschijnt in het Bewustzijn . Denk eens even aan je voeten. Plotseling verschijnt er nu de waarneming "mijn voeten" Een tel geleden was die waaarneming er niet. Dus: iets wordt gekend als het verschijnt in het Bewustzijn. Onze diepste, meest fundamentele "eigenschap" is dit Kennen, dit Waarnemen alias Zijn en als daarin iets verschijnt wordt het moeiteloos gekend. Sommige van de dingen, die daarin verschijnen, zijn wat we in het dagelijkse leven "gedachten" noemen. En van die gedachten is bijvoorbeeld een denker. Maar het begrip "denker" wordt gekend zodra het verschijnt in het Bewuste Zijn; we hebben daarvan een"ik" gemaakt. Van een object hebben we dus een "ik" gemaakt .Gedachten nu verschijnen niet in een begrip, gedachten verschijnen in het Bewustzijn. Shri Nisargadatta de oude tijger gebruikt een leuke, overigens klassiek hindoestische, uitdrukking, namelijk "het spel der vijf elementen". Onze oude alchemisten gebruikten ook al die gedachte, het samenspel der vijf elementen aarde, water, vuur, lucht en ether; dat is wel gemakkelijker te hanteren dan het periodieke systeem der twee-ennegentig elementen. Alles wat naam en vorm heeft nama rupa in het Sanskriet is het samenspel der vijf elementen. Lichamen, gedachten, wormen, brandweerauto`s, kortom de hele schepping wordt gezien als dit spel der vijf elementen. Daarnaast wordt de muziek van de dans, zo te zeggen, bepaald door wat Nisargadatta ook noemt de drie guna`s een welbekende kreet in yoga kringen. Ik moet denken aan het bovenaangehaalde citaat dat luiheid enzovoort bij het lichaam hoort, want dat is "tamas", inertie. Het luie, vadsige leven, dat behoort bij tamas. Een steen, passief en inert, zou tamas heten maar ook egoisme, hebzucht; de oplichterij van het vergaren voor een denkbeeldig "ik". De tweede guna, "rajas" staat voor alles wat energiek is; werk, activiteit in het algemeen. New York City is daar een symbool van. Evenwicht, lichtheid, vrijheid, inzicht en vooral het loslaten en doorzien van het feit dat je niet allerlei begrippen bent, is de hoogste guna, "sattva". De verweving en het samenspel in je leven van deze drie guna`s bepalen als het ware de melodie van de dans majeur, mineur, traag en langzaam, dan weer licht en snel, harmonieus of dissonant. Wel, als je alles kunt zien als het spel van de vijf elementen, wel , dan zit je goed. Vraag: Wolter, deze benadering kan toch wel heel gauw leiden tot passiviteit! WK: Wat wij wezenlijk zijn is noch passief noch actief. Passiviteit en activiteit hebben betrekking op dingen die bewegen, op wat naam en vorm heeft, speciaal ook op het lichaam. Maar wat zijn wij? Ik Ben, Aanwezigheid, Bewust Tegenwoordige Wetendheid en daarop heeft geen enkel begrip betrekking. De begrippen "actief" en "passief" verschijnen daarin en verdwijnen dan weer. Zodra ik zeg "spinazie" zijn die twee begrippen verdwenen en vervangen door deze groente. Ze hebben dus geen betrekking op wat ik wezenlijk ben. Ik houd wel van de uitdrukking "onvoorstelbaar". Geen enkele voorstelling kan de lading dekken. Wat wij wezenlijk zijn is ondenkbaar, en begrippen als "actief" en "passief" vertellen daar helemaal niets over. Je komt wel eens de uitdrukking tegen: het is noch "iets", noch "niets". Daar kun je op mediteren, je kunt er je mentale

tanden in zetten en die breken, maar de oplossing is heel eenvoudig: "iets" en "niets" zijn begrippen en die hebben zoals we zagen niets te maken met wat ik Ben. Zolang ik denk dat ik een persoon ben kan het lijken alsof ik een weg afleg, maar uiteindelijk zie ik in dat dat onzin is, want er kan geen afstand zijn tussen mij en mijzelf. Niettemin, zolang we die indruk hebben kan het zijn dat er perioden zijn waarin we hard bezig zijn en anderen waarin er twijfel is, we passief zijn en het als een ondergronds vuur doorsmeult totdat het weer oplaait hoe dan ook, actief en passief hebben betrekking op de persoon en niet op wat wij Zijn.Als gedachten worden gekend omdat zij verschijnen en verdwijnen in het Bewustzijn dan kun je eventueel die bewegingen "actief" noemen, maar de Bewuste Tegenwoordigheid waar ze in verschijnen is noch het ene noch het andere. Vraag: Dus dit is eigenlijk het zoeken naar een bepaald mensbeeld? WK: Mensbeeld is een vies woord. Het is een feit dat negenennegentig van de honderd mensen beelden op zichzelf projecteren en zolang je dat doet kun je niet nalaten om ook beelden op andeen te projecteren. Wat veel erger is is dat in de godsdiensten, in de kerk, het woord "godsbeeld" niet gezien wordt als een vies woord. Dat is natuurlijk helemaal dwaas. Ik kende eens een chinese man die hier kwam studeren, verschillende kerken afging en zich tenslotte bij n daarvan aansloot omdat "hun godsbeeld het meest aansloot bij het zijne". Welk beeld van het Onvoostelbare strookt er het meest met het jouwe? Vraag: Maar dat inzicht hoeft toch niet tot het Oosten beperkt te zijn? Het zou toch kunnen dat onze theologen ook gezien, gevoeld hebben dat het om een projectie ging en dat het erom gaat deze projectie zo goed mogelijk te kennen? WK: Dat heb ik misschien n keer in mijn leven een theoloog horen zeggen. In n van de voor mij meest interessante hoofdstukken van de Bijbel staat :"Laat ons mensen maken naar Ons beeld en gelijkenis" Ik lees dat dan niet als pluralis majestatis maar als "Wij en de rest van de schepping" om zo te zeggen de vijf elementen. Maar wat is er gebeurd? Wij hebben geleerd om God te maken naar ons beeld en gelijkenis! Maar als je er even bij stilstaat en je afvraagt : wat is dan Gods beeld en gelijkenis? Dan kun je toch niet anders dan binnen tien seconden inzien dat God Onvoorstelbaar is en dan vind je daarin de vingerwijzing dat je misschien zeld ook niets anders bent dan het Onvoostelbare. Het Onvoostelbare dat ik wezenlijk ben is het beeld en gelijkenis Gods. Dus: de vijf elementen worden doorelkaar geroerd gedurende de eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde dag,. Het wordt avond en nacht en dan komt de zevende dag. Dan kijkt God naar zijn werk en hij ziet dat het goed is. Punt. Daar is nooit een avond en een nacht op gevolgd. Met andere woorden: dit is de zevende dag. Wie oren heeft om te horen, die hore! Wij hebben het er wel al eens eerder over gehad: de wereld is een verlengstuk van ons eigen standpunt. Als mijn standpunt Liefde is, hoe ziet de wereld er dan uit? Vraag: Zeer lief! WK: Precies: dat is de zevende dag. Aan de hand van de oude joodse mystiek kun je een heleboel dingen ontcijferen. Want het Hebreeuws was een heilige taal die je niet thuis sprak. Thuis sprak je Aramees, het Hebreeuws was voor de tempel, voor de sjoel. Vandaar dat vandaag de dag sommige orthodoxe joden het er nog moeilijk mee hebben dat de kranten in Tel Aviv gewoon in het Hebreeuws verschijnen; een beetje heiligschennis vinden ze dat. In de Kabbala heeft iedere letter een cijfer en nu haal ik n woord eruit: een van de woorden voor God is ABBA in het Hebreeuws ABA gespeld. A is n en B is twee, dus: God is het Ene dat tot dualiteit wordt en dan weer terugkeert tot het Ene. Maar als je dat woord "God" vertaalt met "vader", dan zit je er toch wel goed naast en gaat voorbij aan de eigenlijke inhoud. Zo`n taal is niet te vertalen. Je kunt ook nog zeggen dat er op de eerste tot en met de zesde dag op God activiteiten worden geprojecteerd: daar is de Schepper aan het werk, Maar dat is een verhaaltje voor kindeen: het Onvoorstelbare is noch actief, noch passief. Maar op de zevende dag is Hij noch actief noch passief. Dan is het voorbij. Je kunt dit eventueel zien als het verhaal van de geestelijke ontwikkeling die de mens en de natuur doormaken van onwetendheid tot het Weten dat alles goed is. ( na onverstaanbare vraag) Als de persoon nog de teugels in handen heeft dan worden wij als ping-pong ballen heen en weer geslagen tussen angst en verlangens. Maar als geleidelijk aan die persoon steeds transparanter wordt en er van de honderd-en n "ikken" nog maar een handjevol over zijn, dan wordt het perspectief al veel duidelijker en dan wordt ook vanzelf het zien helderder. Er bestaat niet zoiets als een "luie" geest, maar het is wel zo dat de geest zoals een

bekende Indische beeldspraak luidt als een aap van tak tot tak door de boom springt: niet tot bedaren te brengen. Ik zou als ik jou was niet proberen de geest te beheersen, ik zou alleen maar kijken. Je ziet een trein van gedachten langskomen en je realiseert je dat jij de waarnemer bent van die trein. Op een gegeven moment lukt het je dan om niet meer op die trein te springen: er zijn steeds meer gedachten waar je niet meer achteraan holt, waar je niet meer afhankelijk van bent. Je wordt niet meer gedwongen om op de trein te springen. Op dat niveau ligt de intensiteit waar je het over hebt: op het niveau van het kijken. De intensiteit van dit kijken wordt slechts bepaald door n ding: de mate waarin je naar Vrijheid verlangt. Wie daar niet echt naar verlangt, maakt er een intellectueel spelletje van. Wie zegt: "Nu wil ik echt." Die heeft vanzelf de juiste aandacht. Er wordt wel eens naar de criteria, de eigenschappen gevraagd die je moet hebben om met succes aan deze Weg te beginnen. Volgens de traditie is er slechts n criterium: of je serieus bent. Als je serieus bent en het echt tot elke prijs wilt vinden, dan houdt dit in dat je de benodigde eigenschappen bezit. Vraag: Betekent dit niet dat je altijd met een zware ballast begint, namelijk die van je opvoeding? Van alle projecties die je ouders op je hebben geladen? WK: Ja. Bij een enkeling komt het voor - dat kan op heel jonge leeftijd, maar ook na je vijfenzestigste zijn dat hij tot zichzelf zegt: zo wil ik het niet meer, ik moet iets vinden. Met andere woorden: ik moet die ballast kwijtraken. Op een gegeven moment vraag je je af: Hoe zit dat eigenlijk?. En dan zijn er heel weinig mensen, die het echt willen vinden. Velen worden in het begin gefascineerd maar haken toch na een tijdje af. Mensen die echt doorgaan tot ze niets meer te zoeken hebben, komen er vaak in korte tijd. Een bekende uitspraak luidt: er zijn guru`s in overvloed, maar heel weinig serieuze leerlingen. Enerzijds omdat er gewoon weinig van zijn, anderzijds omdat de serieuzen het vaak zelf al vinden. Vraag: Die goede eigenschappen uit dat citaat, zijn dat niet ook projecties die op de kapstok van de persoon hangen? WK: De kapstok, de persoon zelf, bestaat uit projecties. In dat citaat wordt gesproken tegen iemand die nog denkt dat hij een persoon is. En het is de persoon die zich de vraag stelt: "heb ik wel de goede eigenschappen?". Een guru die leerlingen heeft , is namaak. Een werkelijke guru heeft geen leerlingen de leerlingen echter hebben wl een guru. Een guru ziet in "de leerlingen" niets anders dan zichzelf. Iedereen is verlicht. Er is een uitspraak van Jezus: "Ik ben de wijnstok, gij zijt de loten." Dat is de positie van de guru: anderen zijn als het ware verlengstukken van hemzelf, golven in de oceaan van Bewustzijn. Het is belangrijk, steeds weer het ABC te onderzoeken. De heel doodgewone dingen, die zo totaal vanzelfsprekend zijn: hoe laat werd je vanmorgen wakker? Om zeven uur!. Niemand zal zich daar een vraag over stellen. Maar ik stel die Vraag: is er om zeven uur wel een "ik" wakker geworden? Een ik , dat om vijf voor zeven nog sliep? Onzinnig! Om vijf voor zeven was er helemaal geen "ik". Om zeven uur ontstond er op een mysterieuze manier tijd en ruimte en daarin werd bijna onmiddellijk, in een soort automatisme, een "ik" geprojecteerd, samen met "de wereld". Maar dat was er van te voren helemaal niet en dus is er nooit een "ik" wakker geworden. Wat was ik dan, vanmorgen, voor er tijd en ruimte verschenen? Dat is n van de eerste en laatste vragen die je je kunt stellen. xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

WK: We hebben het er al vaker over gehad: wat wij aanduiden met "wereld" is niets anders dan het totaal van onze waarnemingen, en waarnemingen spelen zich af binnen het Bewustzijn. Het is erg belangrijk om dit in alle helderheid te zien: dat wij niets anders kennen dan waarnemingen die zich bevinden binnen het Bewustzijn. Pas dan kun je begrijpen wat er bedoeld wordt met de uitspraak dat de wereld alleen bestaat als zij gedacht wordt., dat iets alleen bestaat als het wordt waargenomen. "Iets" is namelijk alleen maar waarneming en een waarneming die niet wordt waargenomen bestaat natuurlijk niet. Maar wij hebben geleerd: "ik" hier en "de wereld" dr met als consequentie dat die zogenaamde wereld mij ervaringen geeft. Maar wij kennen uitsluitend waarnemingen en het is een hele opgave om dat helder te zien. Het is een waarneming die ik "een kopje" noem en nu denk ik dat er buiten mijn bewustzijn een kopje bestaat dat ik kan waarnemen. Wij projecteren dus een wereld buiten het Bewustzijn, die voor ons volmaakt onkenbaar en onvoorstelbaar zou zijn. Wij kennen uitsluitend wat zich afspeelt binnen het Bewustzijn. Je mag van mij best zeggen dat er iets buiten het Bewustzijn bestaat, maar dan wordt het godsdienst: een geloof, een aanname. Ik heb hierover eens een gesprek gehad met een Jezuet die het - overigens ook uit de filosofie bekende argument gebruikte dat als ik met mijn hoofd tegen een deurpost loop, er toch maar mooi een buil ontstaat. Het antwoord daarop is: jawel, maar n hoofd n deurpost n buil bevinden zich binnen het Bewustzijn, daar gaat het om. De diepste ellende

en de hoogste vreugde bevinden zich allebei binnen Mij als het Bewustzijn. (in antwoord op een onverstaanbare vraag over identificatie met het lichaam) Wat identificeert zich met het lichaam? Vraag: Het Bewustzijn! WK: Het Bewustzijn is ondeelbaar. Elk beeld is fout maar het minst foute is dat van de ruimte als analogie. De ruimte gaat dwars door alle dingen heen, elk object en ook "ik" is een stukje ruimte. Het object zit dr, maar Tegenwoordigheid zit overal ook dr. Bewustzijn dr vereenzelvigt zich met dat object en hetzelfde Bewustzijn hir vereenzelvigt zich met dit object, maar Bewustzijn is overal. Zolang die identificatie er is komen er daarom problemen op als: waarom ken ik alleen mijn gedachten en niet de jouwe? Maar die gedachten zijn helemaal niet "van mij" of "van jou"! Wanneer elk besef van "mijn" en "mij" verdwenen is, als je gerealiseerd hebt dat er helemaal niets is dat je kunt bezitten, dan opent zich een heel ander perspectief. Dan kijk je als het ware je moet zelf maar uitvinden wat ik bedoel als de Ruimte die dwars door alles heengaat. Vraag: Maar is die identificatie dan niet nodig om het lichaam in stand te houden? WK: Neen. Er is geen enkele identificatie nodig om het lichaam in stand te houden. Om te Zijn heb je niets nodig en hoef je niets te doen. Om "iemand" te zijn, dat is hard werken; bloed , zweet en tranen. Je kunt niet anders dan alleen maar Zijn. Dat moet je goed zien, dat je in feite niet anders kunt dan Zijn. De hele rest is flauwekul. Er is een uitspraak dat de Yogi - de Verlichte - iemand is voor wie de koning en de paria gelijk zijn. Alleen iemand die geen lichaam heeft, weet dat hij niets heeft . Vrijheid kan alleen gevonden worden via het totale faillissement van de persoon. Zolang je jezelf nog aanziet voor een "iemand" kun je een ander niet wezenlijk helpen. Ja, je kunt heel goed geld sturen naar allerlei organisaties die hulp verlenen en als je wat geld hebt moet je dat ook zeker doen, maar ik geloof dat de meest sociale daad die je kunt stellen is, je eigen huis eerst op orde brengen, en je eigen problemen op te lossen. Dan pas kun je een ander desgewenst echt helpen. In de Bijbel wordt regelmatig gesproken over mededogen en ontferming; er wordt niet gesproken over medelijden. Medelijden is iets dat weer verdwijnt. Medelijden heb je alleen zolang je zelf bang voor lijden bent en heb je eenmaal het zwarte en het grijze samen met het witte geaccepteerd, dan verdwijnt de angst voor het lijden. En daarmee verdwijnt ook het medelijden. Dat neemt niet weg dat je bij voorkomende gevallen een helpende hand toesteekt: als er iemand in de gracht valt en je kunt zwemmen, dan spring je erin en haalt hem eruit. Maar niet omdat je zo principiel bent ; nee, gewoon spontaan. Vivekananda heeft eens gezegd: "je komt het mensenrijk binnen vanuit het dierenrijk en je verlaat het weer via de verlichting ; daarom zal de mensheid altijd tussen deze twee polen zweven.". Zo zie je steeds tegelijkertijd mensen die zich als beesten en anderen die zich als heiligen gedragen . Er zijn mensen die hier echt mee zitten, daarom ga ik erop in. Als je de gruwelijkheden op de televisie ziet waarbij je hart zich omdraait, dan vraag je je af: wat moet ik daar nu toch mee doen? Om te beginnen zul je je moeten afvragen: kan ik er cht iets aan doen of niet? Aan de kinderen in Afghanistan kunnen we niets doen want we komen er niet in. (ten tijde van deze gesprekken was Afghanistan in oorlog met Rusland, opm. red.) In de praktijk zijn er dus situaties waaraan we in directe zin niets kunnen doen, of die we alleen maar erger zouden maken door ons als leek ermee te bemoeien. Je kunt wel geld overmaken op de voor hulp bestemde giro-rekeningen en hopen dat het goed terechtkomt. Niettemin: de schepping is alleen mogelijk door moraliteit. Je kunt dat desgewenst dualiteit noemen, ogenschijnlijke dualiteit. Zonder "hier" is er geen "daar"; de waarnemer is hier, het waargenomene is daar. Zonder klein is er geen groot, zonder hoog geen laag. Je kunt je geen landschap voorstellen met alleen maar bergen, zonder dalen: dat is onbestaanbaar. Een berg is er alleen dank zij het dal. Zolang wij ons nog maken tot "denker" een iemand die ergens woont, een bepaald doel nastreeft enzovoort, projecteren we op onze zintuiglijke wereld een film, een laagje psychisme: we kijken door de psychische bril van onze angsten en onze verlangens, wat we leuk en niet leuk vinden en we kunnen niets anders dan deze projectie op de zintuiglijke wereld maken. Dan wordt alles wat mijn persoon bedreigend vindt tot "kwaad" en alles wat mijn persoon vlijt, veiligstelt of in stand houdt tot "goed". Daarom zul je in de wereld, die wij omvatten, altijd deze extremen zien en alles wat daar tussen in ligt van het duivelse tot het heilige, het ware. Dat is eenvoudig een feit. Er zullen altijd domme en er zullen altijd wijze mensen zijn. Het kwaad zal nooit overwinnen omdat er teveel goed is, maar ook zal het goede niet overwinnen omdat er teveel kwaad is. De gehele psychische wereld bestaat tussen die twee polen. Nu denk ik dat het enige wat wij kunnen doen is dit te constateren en dat feit te accepteren. Een wereld met onwetende mensen blijft, eeuw na eeuw, een wereld van goed en kwaad. Goed en kwaad verdwijnen pas wanneer de persoon verdwenen is, wanneer niet meer beloningen en bedreigingen geprojecteerd worden op situaties. Dan blijven nog wel die lijdende kindertjes waarvoor je hart zich omdraait, maar dan zijn het feiten en geen feit is dan nog in staat om jou weg te lokken uit je middelpunt.

Het klinkt wel even vreemd, maar zonder Hitler is er ook geen Ghandi; kwaad is de tegenstelling van goed en andersom, ze bestaan alleen in relatie tot de ander. En zolang er mensen zijn die door gebrek aan intelligentie menen , dat ze gelukkig kunnen zijn door anderen te tyranniseren, uit te buiten en te onderdrukken die in grote lijnen denken: kijk, nu lijdt de bevolking wel even maar straks is dat stuk land van ons geworden, bijvoorbeeld, zolang zullen deze toestanden blijven bestaan. Daaraan kan niemand iets veranderen. Het enige wat je kunt "doen" om het to maar te zeggen, is te zorgen dat in je eigen omgeving het licht de overhand heeft. Wanneer je zelf het raadsel hebt opgelost en weet dat je geen psyche, geen persoon, bent, maar Aanwezigheid, niet meer door wat ook omver te kegelen, dan zullen misschien andere mensen zeggen: die meneer/mevrouw is een bron van inspiratie en dan zal misschien tenminste in eigen kring het gigantische egosme wat verminderen. Alhoewel, deze verwachting moet men niet al te zeer koesteren. Het is niet een vanzelfsprekende ontwikkeling. Socrates had zijn Xantippe. Toen Ramana Maharshi gestorven was, brak er een soort burgeroorlog uit in de ashram. Toen Atmananda (Shri Krishna Menon) gestorven was ging n van de oudere discipelen er met de kas vandoor. Toen de oude tijger Nisargadatta stierf vroeg zijn schoondochter een half miljoen roepies voor het recht , op zijn kleine zoldertje een soort gedenkplaats te mogen maken. Desgevraagd zei Ramana Maharshi eens omdat er ook in zijn ashram een paar oneerlijke figuren opereerden "waar licht is, is ook duisternis". Het probleem van goed en kwaad is op zijn eigen niveau onoplosbaar en je kunt er eigenlijk maar n ding mee doen, namelijk zien : feiten zijn feiten zijn feiten zijn feiten. Op een ander niveau is het mogelijk het projecteren van goed en kwaad kwijt te raken en daardoor zelf niet meer omver gekegeld te worden. Dat is al een positieve bijdrage: als niet in je directe kring, dan misschien daarbuiten. Ik denk dat het meest positieve wat je doen kunt is je eigen raadseltje te ontwarren. De angel waarmee deze problematiek aan onszelf vast zit, is dat lijden natuurlijk voor een ieder van ons direct bedreigend is. Ik heb er n dezer dagen al eens op gewezen: medelijden verdwijnt maar niet mededogen, ontferming. Medelijden wordt vervangen door beschikbaarheid. Mijn omgeving zal meer hebben aan mij als beschikbaarheid, dan als uitdeler van lapmiddelen die voortkomen uit medelijden. Vraag: Wat bedoel je dan met beschikbaarheid? WK: Beschikbaarheid neemt elke keer weer een andere vorm aan. Als ik niets van jou wil niets aan jou te verliezen, niets te verdienen en jij hebt A nodig, dan komt er uit dit gat (wijst op zijn mond) waarschijnlijk A te voorschijn. En voor haar, die B nodig heeft, komt er waarschijnlijk B uitrollen. Dat is omdat er hier geen berekening zit. Maar zit ik nog op het niveau waarop ik medelijden met jou zou hebben, dan zit er berekening in mijn houding: wat kan ik nu eens voor deze stakker doen? En dan kan dat vriendelijk en menselijk zijn, maar het zal jou niet een wezenlijke oplossing bieden. De wezenlijke oplossing zit altijd dr, bij degene die het probleem, het verdriet heeft en als er hier geen berekening zit dan wordt dit hier tot een soort spiegel waarin jij in jezelf de oplossing ontdekt, of kunt ontdekken. Als dat niet gebeurt moet je iemand anders zien te vinden waarbij dat wl gebeurt. Mijn angst voor lijden, voor pijn, voor beledigingen enzovoort, slokken een enorm brok energie op, die jou dan niet ter beschikking staat. Ik kom regelmatig bij een oudere dame, die tegenover een kerk woont en een ongebruikte pastorie. Zij zit veel voor het raam naar buiten te kijken en ziet, dat er regelmatig auto`s voor de kerk geparkeerd staan waar dat niet mag. Vaak zegt zij dan tegen mij: "daar kan ik me nou toch zo aan ergeren!" Dat is een klein voorbeeld van hoe je kunt leven in een spinnenweb van opinies terwijl die geparkeerde auto gewoon een feit is, punt. Het is niet voor niets dat de religies zowel een God als een duivel hebben uitgevonden: het zijn de projecties van het beste en het slechtste in ons. Hitler was niet de eerste en zal niet de laatste zijn en Moeder Theresa was evenmin de eerste en zal niet de laatste zijn. Ook in mijn eigen leven heb ik de diepste dalen en de hoogste toppen meegemaakt en nu, achteraf, maakt dat het verhaal fascinerend. Als ik de keuze had om dit leven weer zo te beleven, zou ik geen moment twijfelen. Vraag: Ik ben een beetje verontrust door het feit dat ik opvallend veel vergeet van wat er hier gezegd wordt en ten tweede, dat ik eigenlijk denk: ik doe er maar verder niets aan. WK: Eerst punt n: dat is uitstekend. Als je hier op de juiste manier luistert dan volg je de vingerwijzing van de woorden, je kijkt op de juiste manier naar binnen en als er dan een probleem is opgelost of een vraag beantwoordt, dan valt er niets te onthouden. Maar het tweede punt van je Vraag: bedoel je aan dit specifieke punt niets doen of aan iets anders? Vraag: Neen ik bedoel dat naar aanleiding van wat je zei over medelijden en zo. Als er iets in je eigen omgeving gebeurt

of misgaat, dan denk ik toch vaak: Go, als je toch eventjes inspringt, even een grapje maakt of je betrokkenheid betuigt of zo, dan kan toch best iets uitmaken? WK: Ja natuurlijk, dat heb ik ook niet zo rigoreus bedoelt. Als dit in jouw wat de boeddhisten noemen Dharma, in jouw levenslot, aan de orde komt,en er is geen berekening in jou, dan moet je dat natuurlijk gewoon, spontaan laten gebeuren. Alleen: laat je niet meesleuren door het leed ; noch van anderen, noch van jezelf. Bij veel mensen speelt zich het begrijpen eerst ogenschijnlijk niet in werkelijkheid af, op een intellectueel niveau. O, ja, ik heb het begrepen zegt men dan. Dat is helemaal niet waar; je hebt heel diep in jezelf gekeken en dr vindt dat begrijpen uiteindelijk plaats. Naarmate nu dat begrijpen dieper gaat, wordt het gevoel erbij betrokken. En van de gesels van onze westerse maatschappij is de splitsing tussen ons denken en ons voelen veel minder uitgesproken bij de jongere generatie in vergelijking met mijn generatie.; wij mochten niet voelen. Op een gegeven moment vindt er echter een fusie plaats en de Vraag: zit je nu eigenlijk met je verstand of met je gevoel te praten, is met geen mogelijkheid meer te beantwoorden. Die gespletenheid verdwijnt totaal. Het gevoel gaat natuurlijkveel dieper dan het verstand; het denken is het velletje op de melk. Het gevoel geeft veel meer richting dan het denken; vandaar ook dat de Chinese filosofie erop staat dat er een evenwicht is tussen denken en voelen. Zolang deze fusie nog niet helemaal heeft plaats gehad, moet je erg goed naar het hart luisteren. Als je ergens van overtuigd bent maar het hart zegt: nee wel, je kent de Engelse spreuk: "Man convinced against his will is of the same opinion still" ("de mens die tegen zijn wil in overtuigd wordt, blijft toch uiteindelijk bij zijn oorspronkelijke mening" vrije vertaling red.) Maar als je hart zegt dat het hier zinnig is en dat je echt moet ingrijpen, doe dat dan . Als het maar niet voortkomt uit de redenering: ik moet zo nodig mensen helpen. Vraag: Maar is het niet zo dat elk verlangen de neiging heeft te streven naar een punt waar het zelf niet meer bestaat? WK: Jazeker; als je dat echt ziet dan ben je natuurlijk al een heel eind. Vraag: (onverstaanbaar, gaat over "denkbeeldig") WK: De kunst is om je wl te zien als denkbeeldig. Jij komt hier binnen en zegt: ik ben een kijker. Daarop zeg ik: neen, je bent geen kijker. Dat zijn twee injecties: de eerste heb je van je ouders gekregen, de tweede krijg je van mij. Op een gegeven moment en op de een of andere manier wordt het je dan allemaal duidelijk en verdwijnt zowel het idee: ik ben een kijker, als het idee: ik ben geen kijker. Op het moment dat je ziet - maar dat duurt gewoonlijk wel een paar dagen dat alles bestaat uit wat jij wezenlijk bent, kun je niet meer spreken van een vreemd element, Het lichaam heeft onze speciale aandacht nodig, omdat dat ons als eerste is aangepraat door onze ouders, onze omgeving enzovoort. Ga daarom eens rustig kijken en stel je de Vraag: wat noem ik mijn lichaam? Je zult dan zien dat er twee dingen zijn: een serie gewaarwordingen en een serie voorstellingen, herinneringen dus. Dan kun je gemakkelijk zien dat die voorstellingen om de haverklap afwezig zijn dus die ben je niet. Ook de gewaarwordingen zijn heel vaak afwezig, zowel overdag als `snachts. 's Nachts is er dan vaak een heel ander lichaam, dat deel uitmaakt en produkt is van de droom. Die ben je dus ook niet want je kunt niet wezenlijk Zijn wat steeds komt en weer verdwijnt. De persoon is doorlopend bezig met zijn waardeschalen, want de persoon wil gelukkig zijn. Daarom is het essentieel om te zien dat er niet zo iets kan bestaan als een "gelukkig persoon". Op het moment dat je gelukkig bent, is die persoon er niet, ben jij aanwezig als Geluk. Geluk is jezelf ervaren zoals je bent, maar dan in een stralende manifestatie. Voor zover je het onthouden kunt, is het manifestatie, maar in feite ben je op zo'n ogenblik de Onpersoonlijkheid zelf. (op een onverstaanbare vraag over een hond) Als jij op een gegeven moment ontdekt dat je de Vrijheid zelf bent, is je hond ook vrij en is iedereen vrij. Dat is heel vreemd, maar zo is het. Er bestaan namelijk geen gebonden personen. Er bestaan wl gedachten dat er gebonden personen bestaan, er bestaat de gedachte: "ik ben gebonden" maar het is flauwekul. Het probleem van de gebondenheid kan alleen opgelost worden door onze eigen on-middellijke ervaring. De hoogste vrijheid voor de persoon bestaat er uit, zo vrij te zijn als een vogel in de lucht; de Vrijheid zelve is de lucht te zijn. Het is heel belangrijk om steeds zo dicht mogelijk bij de kern te blijven en niet af te dwalen in wijdlopige intellectuele verhalen over bijvoorbeeld "de mensheid", "de mens in het algemeen" enzovoort. Het probleem is Hier en Nu. Niemand, sinds Adam en Eva, is ooit over drie dagen verlicht geworden. Vraag: Ik dacht eerst, dat ik de idee dat ik geen persoon ben, wel had begrepen. Maar nu blijkt dat dat helemaal niet zo

is en dat het een zeer angstaanjagende gedachte is om te zeggen dat ik die persoon niet ben want je zoekt toch veiligheid in de begrippenwereld . Ik merk dat ik voortdurend etiketten plak en dat ik de leegte niet aandurf van het besef dat er iets is dat ik totaal niet kan bevatten. WK: Neen, Keers is niet de grote geruststeller, zoals een briefschrijver eens opmerkte. Dit is wl een teken van een goede aanpak. Als je op een bepaald moment echt bang wordt, niet blijft steken in het lezen van een boekje zus en een bijeenkomstje zo, niet in de theorie blijft maar echt serieus bezig bent, dan is dit er blijk van dat je het probleem echt bij de lurven pakt. Nu is het zo dat de persoon zegt: wat moet ik met die leegte, die durf ik eigenlijk niet aan en de ommekeer komt als je ziet, dat je van klein af aan nooit iets anders geweest bent dan die Leegte, die Ben je. En in die Leegte is plaats voor al die waarnemingen, die je de wereld noemt. Die Leegte is onmetelijk; zij is kleiner dan het kleinste en groter dan het grootste, en in de Leegte verschijnt af en toe een persoon. Je verliest dus niets, maar de Leegte was er al in de wieg en vorige week en nu en over honderddduizend jaar is zij er nog. Die opkomende angst is een teken dat je op de goede weg bent; accepteer haar zolang mogelijk en pas als het je helemaal te machtig wordt, zet dan de televisie aan of bel iemand op, kortom laat de zaak even rusten. Vraag: Het dansje van de wereld, waar je zo vaak over spreekt, daar zit toch ook wel wat positiefs in? WK: Ik zie niets anders dan positiefs, maar ik zie ook geen problemen. Ik ben bezig met het opruimen van de problematiek, ik wijs aan waar de struikelblokken liggen, want daardoor is het dansje minder leuk en ben je niet tevreden. Maar als al die rommel is opgeruimd ,is het dansje een groot feest inclusief de rottigheid. Een mirakel is dat dansje, een onvoorstelbaar mirakel, in geen honderd jaar kun je zoiets namaken. Walt Whitmann, de Amerikaanse dichter, heeft een gedichtenbundel geschreven genaamd "Grassprieten" en in het titelgedicht zegt hij dat er geen groter wonder is dan een grasspriet. Als je de Vrijheid hebt bent om de dingen te zien zoals ze zijn, heb je niets te klagen. Veel mensen hebben die vrijheid niet, durven niet te kijken naar wat pijnlijk is. En nu even een regeltje psychologie ertussendoor: je kunt niet selectief verdringen. De nare gevoelens wil je niet ondergaan, de leuke natuurlijk wel, en daardoor leg je een soort slot op een bepaalde frequentie van voelen. Op die frequentie voel je de dieptepunten dan niet meer maar ook niet de hoogtepunten. Dus zelfs op psychologisch niveau geldt: wil je de positieve zaken vol ervaren dan zul je ook de rotdingen moeten accepteren. Pas dan, daarna, zie je dat alle dingen uit n bestaan; dan zie je het echt. Als je n keer gezien hebt dat alle dingen, wat dan ook, bewegingen zijn in jezelf, dan kun je zwaarden omsmeden tot ploegen. Dan is zelfs Hitler om hem nu voor de laatste keer te noemen iets wat je toch uiteindelijk naar jezelf verwijst. Het is een verschijnsel; weliswaar een zeer onaangenaam verschijnsel maar toch : een verschijnsel dat je verwijst naar Ik Ben. Je kunt nooit meer echt een obstakel tegenkomen, als je het een keer gezien hebt, want alle dingen bewijzen dat ik Aanwezigheid ben, Bewustzijn. Dank zij het feit dat Ik Ben kunnen er problemen verschijnen; er kan onwetendheid bestaan dank zij het feit dat ik het Weten zelf ben. Denk je het leven in als een wit-zwart geblokte tegelvloer; dan kun je zeggen: ja, het leven bestaat uit leuke en onprettige dingen. Maar je kunt ook vanuit een ander niveau kijken en zien dat wit en zwart beide verschijnen in het Licht dat je zelf bent en dat noch wit noch zwart is.

Das könnte Ihnen auch gefallen