Sie sind auf Seite 1von 11

Afstudeervisie Kritiek op podiumkunstkritiek

De crisis in de podiumkunstkritiek in de landelijke dagbladen kan worden opgelost door theaterrecensies online.

Else Nugteren

Docent Frank Wezenberg

Inhoud
3. Inleiding 4. Stelling 5. Kritiek op podiumkunstkritiek 9. Conclusie 10. Bronnendossier

Inleiding
Om te ontdekken welke voorstellingen ik moet zien of welke ik kan missen, blader ik altijd als eerste naar de kunst- en cultuurpagina in de krant. Natuurlijk sla ik dan een interview met de regisseur niet over, maar vooral de kritieken benvloeden mijn theaterkeuze. Het gaat mij dan niet alleen om de mening van de recensent, maar juist om de argumenten die worden aangedragen. Als een criticus zou schrijven: prachtig maar weinig vernieuwend, zou ik niet geneigd zijn om te gaan. Terwijl als er staat: te experimenteel, maakt dit mij juist nieuwsgierig. Daarnaast vind ik het belangrijk dat ik in een recensie iets te weten kom over de geschiedenis van de maker of schrijver. Vaak mis ik deze informatie in een theaterrecensie. Maar wat wil je als zon kritiek maar uit 200 woorden bestaat? In dat aantal woorden kan je een minimalistisch toneelbeeld beschrijven, kort iets over het spel zeggen en misschien nog iets vertellen over het moraal van het verhaal. Het lijkt erop dat de kritieken in de landelijke dagbladen steeds kleiner worden en hoe vaak verschijnt er eigenlijk nog een theaterrecensie in de krant? Ik ben niet de enige theaterliefhebber die zich dat afvraagt. Op theaterfestivals wordt er over dit thema gediscussieerd, recensenten starten weblogs waarop ze een lange versie van hun in de krant gepubliceerde kritiek plaatsen en ook hoogleraar journalistieke kritiek Maarten Doorman schrijft dat er steeds minder plek is voor doorwrochte analyse in de kunstjournalistiek. Zouden theaterrecensies online een oplossing kunnen bieden voor de problematiek in de kunstkritiek? In mijn visie wil ik dieper op deze vraag in gaan en met de mening van zowel theatercritici van landelijke dagbladen als internetrecensenten kijken naar de mogelijkheden van het internet.

Stelling
De stelling die hierbij als rode draad door mijn verhaal loopt is: De crisis in de podiumkunstkritiek in de landelijke dagbladen kan worden opgelost door theaterrecensies online. Eerst ga ik proberen de crisis in woorden te vatten. Daarna pik er twee oorzaken van deze problematiek uit. Het groeiende aanbod van voorstellingen en de gelden imagoproblemen in de kunstjournalistiek. Kunnen deze problemen worden opgelost door theaterrecensies online te publiceren?

Kritiek op podiumkunstkritiek
Crisis in de podiumkunstkritiek Uit de cijfers van Theater Instituut Nederland (TIN) blijkt dat er een duidelijke afname is van theaterrecensies in landelijke dagbladen over de periode 20012009. Theaterjournalist en criticus van het Parool Simon van den Berg deed voor TM (Theatermaker, vakblad voor de podiumkunsten) onderzoek naar de podiumkunstkritieken in zes verschillende kranten: de Volkskrant, de Telegraaf, Trouw, het NRC Handelsblad, het Algemeen Dagblad en het Parool. In deze dagbladen verschenen in 2001 in totaal 1677 theaterrecensies en in 2009 waren dit er nog maar 1187. Dat betekent een afname van 30% in acht jaar tijd. Of de recensies ook korter geworden zijn in de afgelopen jaren is volgens Van den Berg moeilijk te onderzoeken. Maar: alle recensenten kunnen getuigen van de steeds klinkende roep van redacteuren om kortere stukken. De Volkskrant is na de grote restyling van afgelopen jaar juist weer grotere kritieken te plaatsen. Vier jaar geleden werd er besloten dat de recensies kleiner moesten worden van 420 naar 280 woorden. Nu het katern V is ontstaan, zijn we weer terug gegaan naar het oude woordenaantal, vertelt Vincent Kouters theaterrecensent van de Volkskrant. Kester Freriks, theatercriticus bij NRC Handelsblad, merkt wel dat de kritieken die hij schrijft korter zijn geworden: Vroeger waren mijn recensies zon 700 woorden, dat heb je nu niet meer. Maar dan heb ik het ook over de tijd waarin we nog op typemachines tikten. Hij is sinds 1981 werkzaam bij de krant en er is in die 30 jaar veel veranderd. De voornaamste reden dat de kritieken kleiner zijn geworden is volgens Freriks het gigantische aanbod van voorstellingen: Vroeger kon een criticus in zijn eentje naar alle stukken. Nu heb ik soms wel vijf premires in n weekend. Ik schrijf dan liever over drie voorstellingen een klein stukje, dan dat ik er maar eentje uitgebreid beschrijf. Volgens de cordinator van de kunstredactie van het Parool, Lorianne van Gelder, kan de krant door het groeiende aanbod nooit alles wat er in de theaterwereld gebeurt coveren, maar wordt niet bewust gekozen om minder kritieken te plaatsen. Het is altijd een gevecht. Onbeperkte ruimte In de landelijke dagbladen verschijnen dus steeds minder en kortere theaterrecensies en er zijn steeds meer voorstellingen te bekritiseren. Simon van den Berg vraagt zich zelfs af: of de recensies in kranten wel blijven bestaan. Dan zou je denken dat internet, een medium met onbeperkte ruimte bij uitstek de plek is om een nieuwe vorm van kunstkritiek te ontwikkelen. Dat is het laatste decennium dan ook gedaan. Critici als Van den Berg en ook Vincent Kouters schrijven langere versies van de door hen in de krant gepubliceerde theaterrecensies op hun eigen weblog en er zijn allerlei culturele websites 5

ontstaan waar beginnende schrijvers vrijwillig een theaterstuk bekritiseren. In ruil voor een kaartje van de voorstellingen schrijven de onervaren redacteuren wat ze van de voorstelling vinden. Zoals bijvoorbeeld 8weekly.nl, een online cultuurmagazine waar verschillende kunstdisciplines worden behandeld. Of het Theaterjournaal, een website die zich alleen richt op de podiumkunsten. De hoofdredacteur, Nathalie van Eck is in 2007 gestart met de theatersite omdat er door de bezuinigingen in de journalistiek steeds minder ruimte was voor theater in de kranten. Met Theaterjournaal kunnen we meer diverse voorstellingen bekritiseren. De recensies op websites als het Theaterjournaal worden geschreven door vrijwilligersdie vaak onervaren zijn op schrijfgebied, maar volgens Van Eck hoeft dat niet altijd nadelig te zijn: Recensenten bij dagbladen zien beroepsmatig ontzettend veel voorstellingen en doen dat vaak ook al jarenlang. Dit leidt ertoe dat de houding soms een beetje been there, done that wordt. Onze redacteuren zijn nog wat meer onbevangen. Dit wil overigens niet zeggen dat ze niet kritisch kunnen zijn. Ze moeten altijd wel onderbouwen waarom ze iets goed of slecht vinden. De excentrieke kunstcriticus Nadja Sayej gaat nog een stapje verder in een interview van onlinemagazine berlinartlink.com. Op een ouderwetse, academische, arrogante manier schrijven en je houden aan het jargon van de kunstkritieken is dead. Een recensie moet grappig en kleurrijk zijn. Zelf heeft Sayej een website waar filmpjes te zien zijn waar zij als een Borat van de kunstkritiek op openingen van tentoonstellingen verschijnt. Ze stelt onbeleefde vragen aan grote kunstenaars en ze is ook niet bang om hun werk recht in hun gezicht neer te sabelen. Daarnaast schrijft ze ook kritieken voor The New York Times. Je hoeft niet per se een kunstopleiding te hebben gevolgd om kritisch te zijn, aldus Sayej op berlinartlink.com. Ze vindt dat er een nieuwe wind moet gaan waaien door de internationale art critics en dan heeft ze het vooral over de beeldende kunst. Niemand spreekt zo uitgesproken negatief over de theatercritici van Nederlandse dagbladen. Niet dat ik vind dat ze dat verdienen, in tegendeel, maar het kan wel verfrissend zijn dat er ook recensies verschijnen van schrijvers met een onbevangen blik. Vrijwillige redacteuren Zelf schrijf ik ook vrijwillig theaterrecensies voor een cultuurwebsite die zich richt op kunst in Utrecht. Ik merk dat deze recensies ook op websites van theatermakers en gezelschappen verschijnen. De link naar mijn recensies staat dan tussen de kritieken uit de Volkskrant en NRC. Onlangs zag ik zelfs een quote uit mijn recensie terug in een trailer van een voorstelling. Maar als ik een keer niet tevreden ben over een stuk of ik vergeet een naam dubbel te checken is er geen professionele eindredactie die mij op mijn fouten kan wijzen. Ook daarom staan er weleens onnodige spelfouten in mijn stukken. Bij het Theaterjournaal is er wel sprake van een goede eindredactie volgens Nathalie van Eck: We begeleiden redacteuren goed en geven inhoudelijke feedback. Als iemand geen ervaring heeft met recensies schrijven is dat voor ons niet automatisch een nee, maar ik stel wel eisen aan de redacteuren. Een keer een spelfout maken is

menselijk, maar het is niet de bedoeling dat de eindredactie een stuk helemaal herschrijft. Maar er zitten volgens Van Eck ook nadelen aan het werken met vrijwilligers: de recensenten doen het schrijven naast hun betaalde baan of studie en staan daarom niet altijd paraat om naar een premire te gaan. Ook kunnen ze niet altijd dezelfde avond nog een voorstelling recenseren en online zetten. Dat is ook de reden waarom Simon van den Berg moeite heeft met dit soort cultuurwebsites waar jonge, onervaren vrijwilligers recensentje spelen. Voor het recenseren van voorstellingen is een zekere vasthoudendheid van de schrijver en continuteit van de omgeving nodig. Dat is precies waar het de meeste van deze sites aan ontbreekt. Het zijn steeds nieuwe vrijwilligers die voor steeds nieuwe sites schrijven. Geld is daarbij een probleem. Op websites als 8weekly.nl en Theaterjournaal zijn er ook redacteuren die doorstromen naar de professionele theaterjournalistiek. Zoals Sara van der Kooi. Zij schreef een paar jaar voor 8weekly en werkt nu voor TM en is hoofdredacteur van (het papieren) Theater! een tijdschrift voor iedereen die genteresseerd is in theater. Ik ben heel blij dat er websites als 8weekly bestaan. Het zijn democratische en laagdrempelige websites die de theaterliefhebber een extra verdieping kunnen bieden. Voor zowel schrijvers als de lezers. Maar ze vindt niet alles wat ze op de sites leest kwalitatief goede recensies. Van der Kooi schrijf ook voor Theater Schrift Lucifer een heel ander soort onlinemagazine. Ieder halfjaar verschijnt er een nieuwe editie van Theater Schrift Lucifer met een andere dramaturg als hoofdredacteur. Ze schrijven o.a. brandende kritieken en vlammende analyses. Deze stukken zijn wel voor de gevorderde lezer, want ze gaan diep in op de dramaturgie in theaterstukken. Simon van den Berg merkt dat de spelers in het cultuurbeleid sinds 2005 inzien dat internet een waardevol podium voor kunstkritiek kan zijn en stellen daar ook geld voor beschikbaar. Toch heeft het concept van een gespecialiseerde site voor mensen die alleen over theater willen lezen zoals Theater Schrift Lucifer zich volgens hem nog niet bewezen. Ook het vakblad TM waar hij zelf aan meewerkt wil in 2012 gaan experimenteren met een website waarop abonnees stukken kunnen gaan lezen. De artikelen die hierop verschijnen moeten meer diepgang krijgen, vertelt Simon van den Berg, Nu kan het nog. Vanaf 2013 krijgen we geen subsidie meer. Op het internet heb je dus niet alleen de culturele websites waar onervaren redacteuren recensies schrijven, maar ook de gespecialiseerde theatersites die geen groot publiek weten te bereiken. Commercieel succes Het lekker lezend interview gaat meer en meer boven de doorwrochte analyse, schrijft bijzonder hoogleraar journalistieke kritiek Maarten Doorman in januari 2010 op de opiniepagina van de Volkskrant. Naast het groeiende aanbod aan voorstellingen is er volgens de hoogleraar nog een andere reden voor de problemen in de kunstkritiek: het opdrukkende marktdenken. Commercieel succes geldt steeds meer als het bewijs van artistiek succes. Dat vermindert het

belang van kritiek die uitsluitend op kwaliteit gericht is. Bovendien worden aan de kritiek zelf commercile eisen gesteld. Een recensie moet toegankelijk zijn en lekker leesbaar. Een ingewikkelde en diepgaande analyse wordt niet gelezen. Spelen deze problemen minder op het internet? Doorman vindt van niet: Wie dat denkt sjokt als een paard met oogkleppen door het medialandschap. Ook online moeten de kritieken een commercieel succes zijn. Zelfs de websites, waar vrijwilligers de recensies schrijven, hebben te maken met commercile belangen. Simon van den Berg merkt dit aan moose.nl, een website waarop theaterliefhebbers een minirecensie schrijven en met rode tomaten (minpunten) of groene elandjes (pluspunten) aangeven wat ze van de voorstelling vonden. Het is de bedoeling dat de bezoekers van de website over n voorstelling de meningen van verschillende schrijvers kunnen lezen. Maar door geldgebrek is de website de laatste tijd een stuk minder actief. Van den Berg vertelt dat ze maar heel moeilijk structurele inkomsten kunnen verwerven: Van advertenties kan moose.nl niet leven. En ook kunnen we geen structurele subsidie krijgen. Ze investeren momenteel liever in uitvoerende kunst dan dat ze geld uitgeven aan een website die theater analyseert. Begrijpelijk. Het is niet alleen de theaterkritiek in Nederland die hier tegen aanloopt, in de hele wereld spelen de geldproblemen rondom kunstkritieken. Jennifer Allen is kunstcriticus in Berlijn en schrijft voor verschillende (online)kunstmagazines. Voor haar werk kreeg ze in 2009 de Duitse: ADKV-Art Cologne prize. The current trend is one of less and less money for art critics, zegt ze in 2009 tijdens een debat in De Balie in Amsterdam over The State of the criticism. Dat de lezers de kunstmagazines inruilen voor een online versie is het voor de schrijvers heel moeilijk vindt ze: schrijven voor het internet marks you for your life en je houdt er nog maar een derde van je salaris aan over. Maar we kunnen er niet stil bij blijven staan. Mensen die nog steeds discussiren over het gebruik van nieuwe media binnen de kunstjournalistiek in de nabije toekomst hebben de boot gemist. Were already there, zegt Allen. Ideale kunstsite Doorman vindt de geld- en imagoproblemen van de kunstkritieken online net zo, al dan niet groter zijn dan in de landelijke dagbladen. Toch kun je volgens hem beter kijken naar wat het internet de kunstkritiek te bieden heeft in plaats van louter ach en wee te roepen. In zijn opinieartikel in de Volkskrant schrijft hij over een ideale site voor kunstkritiek. Waar ervaren redacteuren deels zelf zouden gaan schrijven, deels goed betaalde medewerkers zouden moeten aansturen en keuzes moeten maken wat ze zouden plaatsen en wat niet en hoe prominent. Hij vindt het ook belangrijk dat er in de kritieken optimaal gebruik moet worden gemaakt van het internet. Dus er moeten zinnige links in de recensies staan die bijvoorbeeld verwijzen naar andere kritieken of een recent interview met een theatermaker. En er moet ruimte zijn om verschillende meningen met elkaar te vergelijken. Want een goede recensie is altijd het begin van een gesprek. Tenslotte moet er ook goed gebruik gemaakt worden van beeld- en geluidmateriaal: Recensenten moeten

leren niet een hele trailer in hun stuk te zetten, maar een fragment eruit in het betoog te vlechten zodat we de lijn van het verhaal vast kunnen houden. Volgens de hoogleraar journalistieke kritiek zijn er maar weinig voorbeelden van deze gedroomde kunstsites: Een voorbeeld dat misschien in de buurt komt is de Amerikaanse filmwebsite, rottentomatoes.com. Op deze site worden meningen van zowel de critici van bijvoorbeeld de Washington Post als het publiek gepubliceerd. Het oordeel van de deskundige recensent wordt als het een positieve recensie is ingedeeld bij de Fresh tomatoes. Als er een film wordt afgekraakt hoort het bij de Rotten tomatoes. Iedere film heeft een eigen pagina waarop je kan zien hoeveel procent van de kritieken positief en hoeveel negatief is. Ook kan je zien wat the audience van de film vond. Maar ook deze website is niet perfect. Er wordt niet optimaal gebruik gemaakt van beeldmateriaal; er worden alleen een kant-en-klare filmtrailers geplaatst.

Conclusie
Internet kan een oplossing bieden voor de crisis in de podiumkunstkritiek, maar tot op heden is er nog geen ideale website op het net te vinden. Er lijkt een soort kloof te zitten tussen de theaterrecensies van vrijwillige recensenten op cultuurwebsites als Theaterjournaal en 8weekly aan de ene kant en de ontoegankelijke maar deskundige analyse op websites als Theaterschrift Lucifer aan de andere kant. Er zouden meer websites moeten komen met het laagdrempelige van de cultuurwebsites, die vaak via socialmedia een groot publiek weten te bereiken en het kwalitatief doordachte van de specialistische theaterwebsites. Maarten Doorman komt met een interessante oplossing voor dit probleem. Hij vindt dat hier een mooie opdracht voor de kwaliteitspers ligt. Zij moeten gaan investeren in kwalitatief goede kunstkritieken online. Op het gebied van podiumkunstkritieken op de websites van landelijke dagbladen gebeurt er nog veel te weinig. Dat beaamt ook Volkskrant-recensent Vincent Kouters: Er zijn bijna geen recensies of diepgravende kunstartikelen online te vinden. Enkel snelle ANP-berichten. De gedachte is dat voor die diepgravende content betaald moet worden. Begrijpelijk, want het kost de krant ook bijzonder veel geld om een kunstredactie te onderhouden. Maar een betere verdeling zou mooier zijn. Een voorbeeld is The Guardian. De Britse krant heeft een aparte pagina voor theatre reviews. Het zijn geen hele lange diepgaande kritieken, maar wel compacte recensies die linken naar andere artikelen over het thema van de voorstelling of naar achtergrond informatie over de regisseur. Ook kan er door de lezers worden gereageerd. Maarten Doorman is bang dat de Nederlandse dagbladen zijn advies in de wind slaan: De Nederlandse kwaliteitspers laat kansen liggen. Volgens Chef kunst van het Parool Lorianne van Gelder is het idee van Maarten

Doorman voor de kunst heel goed, maar ligt het voor kranten een stuk ingewikkelder. Zij willen niet alles gratis weggeven en vooral de theaterkritieken niet, die geven kleur aan je krant. Misschien kan het online platform voor theaterkritiek die het vakblad TM wil gaan lanceren een uitkomst bieden. Het enige probleem van deze site is dat het alleen voor abonnees van het tijdschrift toegankelijk is. Hierdoor bereik je geen groot publiek. Ook Sara van der Kooi hoopt dat ze haar eigen tijdschrift Theater! in de toekomst van een kwalitatief goede website kan voorzien. Het is volgens haar belangrijk dat de media investeren in kunstkritieken online, omdat het toegankelijk is, veel capaciteit biedt zodat er ook ruimte is voor obscure voorstellingen en omdat het internet een database is waar de kritieken door de jaren heen verzameld worden. Er zitten vele voordelen aan het publiceren van kritieken op internet en de mogelijkheden zijn er ook. Toch worden deze nog niet optimaal benut. Er zou een theaterwebsite moeten komen waar zowel deskundige kritieken van ervaren recensenten te lezen zijn als verfrissende recensies van onervaren schrijvers. Misschien een site naar het model van rottentomatoes.com, waar je verschillende meningen met elkaar kan vergelijken.

Bronnendossier
Mondelinge bronnen Doorman Maarten, bijzonder hoogleraar journalistieke kritiek aan de Universiteit van Amsterdam, 30 oktober 2011 Kouters Vincent, theatercriticus Volkskrant, 17 oktober en 2011 Freriks Kester, theatercriticus NRC Handelsblad, 20 oktober 2011 Van Eck Nathalie, Hoofdredacteur Theaterjournaal, 19 oktober 2011 Van den Berg Simon, theatercriticus Parool, oprichter Moose.nl, 13 oktober en 2 november2011 Van der Kooi Sara, oud-recensent 8weekly.nl, hoofdredacteur Theater!, oktober 2011 Van Gelder Lorianne, cordinator kunstredactie het Parool, 1 november 2011 Artikelen uit tijdschriften en kranten
Van den Berg Simon, Een onderzoek naar de theaterkirtieken in dagbladen van 2001 t/m 2009: Theaterkritiek in de dagbladen: de stand van zaken, Theatermaker, 10 juni 2010

10

Stuivenberg Richard, Een onderzoek naar theaterkitiek in dagbladen van 1991 t/m 2002: Theaterkritiek in de verdrukking, Theatermaker, maart 2002 Doorman Maarten, hoogleraar journalistieke kritiek, Opinieartikel Kunstkritiek is meer dan vijf sterretjes, 23 januari 2010. Nauta Hans, artikel over kunstkritiek en Twitter, Twitter maakt van band een frummeltje, Trouw 26 maart 2011 Artikelen online Verslag van een debat in De Balie (Amsterdam): state of the art criticism: subjective musings , December 9 2009, Geert Lovink, http://networkcultures.org/wpmu/geert/2010/01/20/state-of-the-art-criticism-subjectivemusings/ Interview met redacteur van The New York Times Nadja Sayej: *SNAP* Bring it on Bitches! Nadja Sayej makes Art Criticism Conversational, Katharina Galla, juli 2011, http://www.berlinartlink.com/2011/07/26/snap-bring-it-on-bitches/

Boek(en) Freeland Cyntia, Maar is het kunst?, Uitgeverij Prometheus, mei 2010

11

Das könnte Ihnen auch gefallen