Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
m = mannelijk, der
v = vrouwelijk, die
o = onzijdig, das
mv = meervoud, die
de 15. _______________ Bruder (m) kauft ein Eis für seine Schwester.
Modale hulpwerkwoorden
Vul de werkwoorden uit het kader op de juiste plek in. Let op: Er blijven twee werkwoorden over.
7. getallen
Vul het juiste getal in letters in.
mijn 1. ’Wo ist _______________ Korb (m) geblieben’, fragte sich der Hund?
9. 1e en de 4e naamval
a Vul de 1e naamval in. Zet een streepje als het woord geen uitgang krijgt.
15. Sie hat was für ihr________________ Lehrerin (v) gemalt (getekend).
mijn 9. Ich fahre nie ohne _________________________ Hund (m) in den Urlaub.
11. (U) ________________ dürfen nicht ohne (hen) ________________ ins Theater gehen.
b Vul de overtreffende trap (-st of -est) van de woorden die in de kantlijn staan, in.