A: Guten Tag, was kann ich für Sie tun?

B: Ich habe ein Einzelzimmer gebucht.

A: Auf welchen Namen haben Sie reserviert?

B: Auf den Namen Amy Gunst.

A:Können Sie das buchstabieren, bitte?

B: A M Y G U N S T.

A: Moment, bitte. Ich sehe mal nach. Stimmt. wie viele Übernachtungen?

B: 3 Nächte.

A: Mit oder ohne Frühstuck?

B: Mit Frühstuck. Wann ist das Frühstuck?

A: Zwischen Sieben und zehn Uhr.

B: Dankeschön

A: Hier ist der Schlüssel.

B: Was ist meine Zimmernummer?

A: Ihre Zimmernummer ist 5. Das Zimmer ist im ersten Stock.

B: Gibt es hier einen Aufzug?

A: Ja, um die Ecke.

B: Kann ich abend sim Restaurant essen?

A: Ja, das Restaurant is von 18 bus 22 Uhr geöffnet.

A: Füllen Sie das Anmeldeformular bitte aus.

B: Ok, hier ist sie.

A: Danke, ich wünsche ihnen einen angenahmen Aufenthalt.

B: Auf Wiedersehen.

A: Bis später.

A: Hallo, wat kan ik voor u doen?

B: Ik heb een eenpersoonskamer geboekt.

A: Op welke naam heeft u geboekt?

B: Op naam van Amy Gunst.

A: Kunt u dat spellen, alstublieft?

B: A M Y G U N S T.

A: Een ogenblikje alstublieft. Ik zal even kijken. Goed. Wieveel nachten?

B: 3 nachten.

A: Met of zonder ontbijt?

B: Met ontbijt. Hoe laat is het ontbijt?

A: Tussen zeven en tien uur.

B: Dank u.

A: Hier is de sleutel.

B: Wat is mijn kamernummer?

A: Uw kamernummer is 5. De kamer is op de eerste verdieping.

B: Is hier een lift?

A: Ja, om de hoek.

B: Kan ik 's avonds in het restaurant eten?

A: Ja, het restaurant is van 18 tot 22 uur geopend.

A: Vul je het inschrijvingsformulier in aub.

B: Ok, hier is het.

A: Dank u, ik wens u een aangenaam o verblijf.

B: Tot ziens.

A: Tot later.